Anima Eterna Brugge olv. Jos van Immerseel

vr 27 sep 2019 / Grote podia / Blauwe zaal

20 uur / pauze ± 20.50 uur / einde ± 22.10 uur inleiding Mark Delaere / 19.15 uur / Blauwe foyer ken uw klassiekers 2019-2020

Anima Eterna Brugge olv. Jos van Immerseel vr 27 sep 2019 Le Concert Olympique olv. Jan Caeyers zo 8 dec 2019 Chamber Orchestra of olv. Lorenza Borrani do 6 feb 2020 Kammerorchester Basel olv. Heinz Holliger za 14 mrt 2020 Le Concert Olympique olv. Jan Caeyers za 25 apr 2020 teksten programmaboekje Mark Delaere coördinatie programmaboekje deSingel Anima Eterna Brugge D/2019/5.497/092 Jos van Immerseel muzikale leiding Lisa Shklyaver klarinet

Franz Schubert (1797-1828) Ouverture ‘Die Zauberharfe’, D644, alias ‘Rosamunde’ 10’ Zwischenaktmusik in Bes (Andantino), D797/5 8’ Balletmusik in G (Andantino), D797/9 7’

Carl Maria von Weber (1786-1826) Concerto voor klarinet en orkest nr 2 in Es, opus 74 20’ Allegro Romanze: Andante con moto Alla Polacca

pauze

Franz Schubert Symfonie nr 8 in C, D944 ‘Die Große’ 58’ Andante. Allegro ma non troppo Andante con moto Scherzo. Allegro vivace - Trio Finale. Allegro vivace

Gelieve uw GSM uit te schakelen Concertvleugels Met bijzondere dank aan Ortwin Moreau voor het stemmen en het onderhoud van de De inleidingen kan u achteraf beluisteren via concertvleugels van deSingel desingel.be Moreau Pianoservice / Kapucinessenstraat 32 / 2000 Selecteer hiervoor voorstelling / concert / Antwerpen / +32 (0)486 83 63 98 tentoonstelling van uw keuze. moreau-pianoservice.be Vintage vroegromantisch: Schubert en Weber

Voor sommige stijlperiodes maakt de muziekgeschiedenis gebruik van een extra chronologische onderverdeling. De voorvoegsels ‘vroeg’, ‘hoog’ en ‘laat’ duiken bijvoorbeeld vaak op als muziek uit de renaissance, barok of romantiek ter sprake komt. Positief aan deze fasering is dat duidelijke stijlverschillen niet onder de mat van een hoofdstijl geveegd worden. De terminologie bergt wel het risico van vooruit- gangsdenken in zich. ‘Vroeg’ klinkt al vlug als te vroeg of prematuur, ‘hoog’ als de staat van perfectie en ‘laat’ als decadent verval. De biologie, de meest historische van alle natuurwetenschappen, ondersteunt dit model, zeker in de versie van Darwin. Ook de filosofie van Hegel levert daar ammunitie voor. Op de kunst laat dit model zich veel moeilijker toepassen. Kunst is grilliger, onvoorspelbaarder en minder homogeen dan dit denkpatroon toelaat. Zo is er niets onvolgroeid aan de vroegromantiek, waarvan Franz Schubert en Carl Maria von Weber de meest duidelijke exponenten zijn. Ook de veronderstelde breuk met de voorafgaande klassieke periode gaat niet op. Een bespreking van de stijlkenmerken laat toe de muziek uit de eerste decennia van de negentiende eeuw uit het keurslijf van het vooruitgangsdenken te bevrijden en de vroegromantiek te begrijpen als een voldragen stijl. Hoewel ze heel sterk geworteld is in de klassieke stijl en in sommige opzichten vooruitwijst naar latere ontwikkelingen in de romantische muziek ontleent de vroegromantiek haar esthetische beteke- nis dus niet aan die omringende periodes, maar aan haar eigen intrinsieke waarde. Wat zijn nu precies die muzikale kenmerken van de vroegro- mantiek? Uit de vormgeving blijkt alleszins een grote continuï- teit met de klassieke periode: de vormen zijn evenwichtig en de melodieën zijn doorgaans symmetrisch in 4+4 of 8+8 patronen, zeker bij Schubert en Weber. Het onderscheid met de klassiek schuilt in de muzikale inhoud, meer bepaald in de expressie, die vuriger of meer uitgesproken melancholisch, dramatisch of tragisch is. Ongeveer hetzelfde geldt voor de harmonie. Ook hier is de structuur dezelfde en is de muzikale vorm gebaseerd op de tonaliteit, maar is de harmonische inhoud expressiever. Ook in Mozarts muziek (en later bij Beethoven) hoor je soms een verrassende harmonische Anoniem portret van de jonge Franz Schubert de jonge Franz van Anoniem portret wending die de muziek grotere diepgang verleent. Toch is het

6 7 niet volledig uit de lucht gegrepen te beweren dat pas ‘Die Zauberharfe’ van Georg von Hoffmann. Schubert liep niet Schubert naast het structurele ook het expressieve potentieel hoog op met de tekst en maakte zich snel van de opdracht af: van de harmonische tonaliteit volledig weet te vatten, en de compositie was op twee weken klaar. Hij experimenteerde daarvan ook de subtielste nuances tot klinken brengt. De in de drie akten van dit stuk met het formaat van het melodra- orkestbehandeling is minder hiërarchisch en meer gebaseerd ma, waarin de acteur een tekst spreekt tegen de achtergrond op klankkleurcontrasten. De houtblazers krijgen daarom van muziek. Van dit werk hoor je vandaag nog bijna uitslui- steeds meer de verantwoordelijkheid toebedeeld om de tend de ouverture, als een zelfstandig orkestwerk. Naar het belangrijkste thema’s voor te stellen. De klarinet geniet extra model van het openingsdeel van een symfonie begint het stuk veel aandacht. Niet alleen de prachtige klankkleur en de met een langzame inleiding (in mineur), gevolgd door een technische en expressieve mogelijkheden van het instrument snelle beweging in een sonatevorm (in majeur). De vorm en spelen daarin een rol, maar wellicht ook het feit dat dit nog ook de fysionomie van de twee belangrijkste thema’s ogen vrij jonge instrument niet met muziek uit het Ancien Régime kan klassiek, maar de harmonische uitwerking is op en top geassocieerd worden. Dit is het instrument van een nieuwe vroegromantisch met al onmiddellijk een vrij gewaagde tijd, van een nieuwe samenleving. Weber verbond er in zijn modulatie in de langzame inleiding. opera ‘Der Freischütz’ een belangrijke symbolische functie aan. De voorliefde van Weber voor de klarinet resulteert ook in een aantal zeer virtuoze werken, een andere tendens die tijdens Franz Schubert, fragmenten uit de vroegromantiek een hoge vlucht neemt. Weber schreef de toneelmuziek ‘Rosamunde’, twee concerto’s, een concertino en een klarinetkwintet voor zijn vriend Heinrich Baermann, en daarnaast nog een ‘Grand D797 (1823) duo concertant’ voor klarinet en . De rondreizende virtuoos die werken schrijft voor eigen gebruik en daarmee ‘Rosamunde, Fürstin von Zypren’ is een romantisch toneelstuk succes oogst in alle grote Europese concertzalen is een van Helmina von Chézy waarvoor Schubert in 1823 toneelmu- fenomeen dat ontstaat in deze periode. Baermann hield het ziek schreef voor orkest. Omdat hij geen ouverture schreef en bij klarinetspelen, al componeerde hij wel een Adagio voor zo’n instrumentale inleiding toch moeilijk kon ontbreken, klarinet en piano dat kwalitatief sterk genoeg was om lange gebruikte Schubert de ouverture van zijn eerdere opera tijd als een werk van Richard Wagner door te gaan. ‘Alfons und Estrella’, D732 voor de eerste en volgende uitvoe- ring (die tevens de laatste zou zijn…). Breitkopf & Härtel publiceerde deze andere ouverture misschien daarom als ‘Rosamunde-ouverture’ in de eerste complete editie van Franz Schubert, Ouverture tot Schuberts werk. Om de zaken nog ingewikkelder te maken ‘Die Zauberharfe’, D644 gaat de ouverture tot ‘Die Zauberharfe’ vandaag dan weer door het leven als ‘Rosamunde-ouverture’. Van de toneelmu- (‘Rosamunde’) (1820) ziek D797 behoren de Entr’actes en Balletten tot de populair- ste orkestwerken van Schubert. De prachtige introverte Wij associëren Schubert vooral met het lied en met instru- melodieën en de poëtische orkestratie zijn een cadeau voor mentale muziek, maar ondanks zijn korte leven van amper 31 de gevoelige muziekliefhebber. Vooral de Entr’acte in Bes jaar werkte hij ook aan niet minder dan 19 theaterwerken. (D797/5) staat in het collectieve muzikale geheugen gegrift. Vele van zijn opera’s en ‘Singspiele’ (kortere opera’s op Duitse Minder bekend is dat de tweede Minore passage uit dit deel tekst met daarin naast gezongen ook gesproken passages) in feite uit een vroeger lied van Schubert stamt, namelijk ‘Der bleven onafgewerkt, maar sommige werken werden lang na Leidende’, D432a (1816). zijn dood uit de vergetelheid gehaald en geheel of gedeeltelijk terug uitgevoerd. Schubert kreeg in 1820 de opdracht van het Theater an der Wien muziek te schrijven bij het toneelstuk

8 9 Franz Schubert, Symfonie nr 9 in C, D944 ‘Die Große‘ (1828)

De snelheid waarmee Schubert componeerde is legenda- risch, maar haast een voorwaarde om gedurende zo’n kort leven toch niet minder dan 998 opusnummers te realiseren. Doorgaans componeerde Schubert daarom direct ‘in het net’ en zijn er - in tegenstelling tot het werk van Beethoven - nauwelijks schetsen of voorstudies bewaard. Zelfs voor zijn meest doorwrochte compositie, de ‘grote’ symfonie in C die hij op het einde van zijn leven schreef, ontbreken dergelijke schetsen. De vermelding van Beethoven is niet toevallig. Schubert moet heel zijn scheppend leven geconfronteerd geweest zijn met de uit Bonn afkomstige, maar in Schuberts geboortestad Wenen werkende componist, die reeds in zijn tijd als referentiepunt of zelfs als kwaliteitsnorm gold. De kwaliteiten van Schuberts muziek liggen elders, maar in zijn laatste symfonie zou Schubert zich de taal van Beethoven eigen gemaakt hebben om zich met de meester uit Bonn te meten, aldus de consensus onder musicologen. Wat bij de beluistering van deze symfonie vooral opvalt, is de ongelooflij- ke ritmische drive, die inderdaad het gevolg is van de themati- sche uitwerking en stuwende energie die we kennen uit de muziek van Beethoven. De trage beweging (Andante con moto) is dan misschien weer de mooiste die Schubert ooit schreef, en dat wil wat zeggen als we de Pianotrio’s, de Fantasie in f of zoveel andere onvergetelijke langzame bewegingen van deze componist in rekening brengen. Dit is lyriek van de zuiverste soort: prachtige melodieën, kwetsbaar en teder, zeer poëtisch en getuigend van een enorme muzikale verbeelding.

11 Carl Maria von Weber, Concerto nr 2 in Es voor klarinet en orkest (1811)

Weber kennen we vooral als operacomponist, maar hij schreef in 1811 ook drie werken voor klarinet solo en orkest. Daarvan is het Concertino inderdaad een ‘klein’ concerto: een eendelige compositie waarin enkele korte passages die contrasteren in tempo en expressie elkaar snel opvolgen. Het eerste Klarinetconcerto is zeker ook virtuoos, maar toch ligt het accent ook in de snelle delen eerder op de melodische kwaliteit. Dat is niet het geval in het Tweede Klarinetconcerto, dat als prototype van een vroegromantisch virtuozenstuk kan doorgaan. Reeds de inzet van de klarinet in het eerste deel schreeuwt het uit: hoor eens wat mijn instrument en ik allemaal kunnen. De eerste vier tonen zijn de hoogste en de laagste van de klarinet. Je hoort ze onmiddellijk na elkaar, zonder overbrugging, om pas daarna een razendsnel stijgen- de invulling in puntige staccato-nootjes te krijgen. Als state- ment over de flexibiliteit en technische mogelijkheden van het instrument kan dat tellen. De virtuositeit van het slotdeel is ronduit duizelingwekkend, met als apotheose een stortvloed aan sextolen-figuren waaraan geen einde lijkt te komen. Er zijn veel toonladderfiguren bij, die ‘in de vingers liggen’ en dus moeilijker lijken dan ze zijn. Bedenk echter dat hiervoor grote uithouding en concentratie vereist zijn, en vooral, dat de solopartij in de context van de historische uitvoeringspraktijk wordt uitgevoerd op een klarinet met slechts 11 kleppen, in plaats van op een moderne klarinet met 19 kleppen en 6 ringen.

12 13 Anima Eterna Brugge

muzikale leiding Jos van Immerseel

1ste viool hobo Lidewij van der Voort Peter Tábori Balázs Bozzai Elisabeth Schollaert Malina Mantcheva Nicolas Mazzoleni klarinet Martin Reimann Lisa Shklyaver (soliste) László Paulik Diederik Ornée

2de viool fagot Monica Waisman Jani Sunnarborg Helena Druwé Flora Padar Jacek Kurzydlo John Meyer hoorn Joseph Tan Ulrich Hübner Wijnanda Visser Martin Mürner Jörg Schulteß altviool Helen MacDougall Bernadette Verhagen Esther van der Eijk trompet

Jos Van Immerseel © Concertgebouw Brugge Jos Van Manuel Visser Thibaud Robinne Chloé Parisot Sebastian Schärr Gabrielle Kancachian trombone cello Michael Scheuermann Davit Melkonyan Carolus Gevers Inka Döring Gunter Carlier Patrick Sepec Verena Zauner pauken Jan Huylebroeck contrabas James Munro percussie Ben Faes Wim De Vlaminck Mattias Frostenson Jonas D’Haese Barry Jurjus fluit Glenn Liebaut Anne Pustlauk Georges Barthel

piccolo

Anima Eterna Brugge © Pressiana Petia Brugge © Pressiana Anima Eterna Oeds Van Middelkoop

14 15 Anima Eterna Brugge Jos van Immerseel Anima Eterna Brugge, dat in 1987 door Klavierspeler, dirigent, onderzoeker, Jos van Immerseel werd opgericht, is collectioneur, professor: het werk van een internationaal projectorkest met Jos van Immerseel is zijn leven en dat uitvalsbasis in Brugge. De bezetting leven is muziek. Zijn voornaamste varieert van 7 tot 80 musici en is leraren waren Flor Peeters, orgel en afhankelijk van het programma dat reikt compositie, Eugeen Traey, piano, Jef van Monteverdi tot Gershwin. Elk nieuw Alpaerts, kamermuziek, Lucie Frateur, project wordt voorafgegaan door zang, , clavecimbel, en gedegen onderzoek: welke instrumen- Daniël Sternefeld, orkestdirectie. ten hebben de componist geïnspireerd, Autodidactische studies organologie, wat waren de bijhorende speeltechnie- retoriek, pianoforte en clavichord. In ken en wat waren de relevante uitgaves. 1987 stichtte hij Anima Eterna Brugge, Allemaal elementen die de klank en het een symfonisch orkest, steeds met de karakter van de uitvoering beïnvloeden. instrumenten die de componisten Anima is een collectief van gepassio- gekend en geïnspireerd hebben. Anima neerde internationale musici die Eterna is in residentie in het bekendstaan als specialisten binnen Concertgebouw van Brugge sinds 2002. hun vakgebied en samen al meer dan Van Immerseel doceerde jaren aan de 30 jaar onverminderd op zoek gaan naar Conservatoria van Antwerpen, de ziel van kleine en grote klassieke en Parijs, en werd als meesterwerken. Naast de residentie in gastdocent uitgenodigd door de Scola het Concertgebouw Brugge is Anima Cantorum Basiliensis, de Indiana ‘Ensemble Associé’ aan de Opéra de University (Bloomington) en het Dijon. Het orkest heeft ondertussen een Kunitachi-College (Tokyo). Hij was 50-tal cd’s opgenomen die wereldwijd gastdirigent bij vele orkesten, waaron- gedistribueerd worden door Outhere der het Budapest Festival Orchestra, de Music. Via Spotify kent Anima gemid- Akademie für Alte Musik Berlin, de Petia © Pressiana Lisa Shklyaver deld 90 000 luisteraars per maand. Wiener Akademie, het orkest van het Mozarteum ea. Hij bouwde een unieke Lisa Shklyaver waar ze haar passie voor historische animaeterna.be verzameling historische klavieren uit die De Roemeense Lisa Shklyaver kreeg op klarinetten ontdekte en verder uitdiepte. hem vergezellen op zijn concerten en haar vierde haar eerste pianolessen van Lisa Shklyaver speelt in verschillende ingezet worden bij cd-opnamen. Zijn haar vader. Als elfjarige studeerde ze al orkesten zoals Anima Eterna Brugge, werk is te beluisteren op meer dan 120 klarinet bij haar grootvader, een solo-kla- Elbipolis Hamburg, Concerto cd’s. In 2010 ontving hij de Carrière-prijs rinettist in het Symfonieorkest van Brandenburg, Bachchor Hannover en van de stad Bremen, in 2018 volgde de Khabarovsk. Een jaar later trad zij voor L’arpa festante München. In kamermu- Klara-Carrière-Prijs. In 2019 werd hem het eerst op met orkest in Webers ziekverband speelt zij onder anderen door de viceminister-president van de Concertino. In 2006 rondde zij haar met Jos van Immerseel, Anton Steck, Vlaamse Regering en Vlaams minister studies af aan het Rimski Korsakov Nicholas Daniel en Akio Koyama. Zij van Cultuur, Sven Gatz een ereteken Conservatorium in Sint-Petersburg. Ze werkte eveneens samen met componis- overhandigd omwille van een leven vol specialiseerde zich aan de ten als Marton Illes en Sydney Corbett. verdienste voor de Vlaamse klassieke Musikhochschule van Karlsruhe bij Haar repertoire reikt van de vroegste muziek. professor Wolfgang Meyer en bij klarinetmuziek op historische instru- professor Chen Halevi aan de Staatliche menten tot hedendaagse muziek voor animaeterna.be/bio/ Hochschule für Musik in Trossingen, moderne klarinet.

16 17 Binnenkort in deSingel

Wiener Symphoniker olv. Philippe Jordan Nikolaj Szeps-Znaider viool

Johannes Brahms Concerto voor viool en orkest in D, opus 77 Symfonie nr 3 in F, opus 90 Wiener Symphoniker © Stefan Olah © Stefan Wiener Symphoniker

copresentatie met Symphony Orchestra

do 3 okt 2019 / 20 uur / Koningin Elisabethzaal € 98, 78, 58, 38, 28 (basis) / € 78, 58, 38, 28, 22 (-25/65+) / € 12 (-19 jaar) gratis inleiding Rudy Tambuyser / 19.15 uur / Okapizaal 1 deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Overheid mediasponsors