Nota Verbonden Partijen en andere samenwerkingsvormen

Juli 2019 Inhoud

1. Inleiding ...... 2 2. Positionering ...... 2 2.1 4.0 ...... 2 2.2 Zelf doen of juist niet? ...... 2 2.3 Vormen van uitbesteding van taken ...... 3 3. Wat is een verbonden partij? ...... 4 3.1 Afwegingscriteria deelname verbonden partij ...... 4 4. Wettelijk kader voor verbonden partijen ...... 5 4.1 Publiekrechtelijke wetgeving ...... 5 4.1.1 Gemeentewet ...... 5 4.1.2 Wet Gemeenschappelijke Regeling (WGR) ...... 5 4.1.3 Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) provincies en gemeenten ...... 6 4.2 Privaatrechtelijke wetgeving ...... 6 4.2.1 Burgerlijk Wetboek ...... 6 5. Sturing, beheersing en toezicht ...... 7 5.1. Sturing ...... 7 5.2 Beheersing ...... 7 5.2.1 Informatievoorziening/verantwoording publiekrechtelijke verbonden partijen ...... 7 5.2.2 Informatievoorziening privaatrechtelijke verbonden partijen...... 8 5.3 Toezicht ...... 9 6. Vertegenwoordiging in een verbonden partij...... 10 6.1 Relaties en rollen met verbonden partijen ...... 10 6.2 Bestuurlijke verantwoordelijkheid en vertegenwoordiging...... 10 6.3 Ambtelijke vertegenwoordiging ...... 11 7. Lijst verbonden partijen gemeente Ommen ...... 12 8. Overige partners gemeente Ommen ...... 13 Bijlage 1: Publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtsvormen ...... 14 Bijlage 2: Verbonden partijen gemeente Ommen ...... 16

1

1. Inleiding

Ommen is een regie-netwerkgemeente. Dit betekent dat er meer taken dan bij een gemiddelde gemeente zullen worden uitbesteed en als gevolg daarvan verschillende samenwerkingsverbanden worden aangegaan. Dit op afstand zetten van gemeentelijke uitvoerende taken biedt kansen, maar brengt ook risico’s met zich mee. Verrassingen met betrekking tot realisatie van beleidsdoelstellingen, maar ook op bestuurlijk, juridisch en financieel gebied moeten deze worden voorkomen.

Het op afstand realiseren moet ten opzichte van het zelf doen een toegevoegde waarde hebben. Deze toegevoegde waarde kan betrekking hebben op kosten, beheersbaarheid van de organisatie en in de opzet van samenwerkingsverbanden. Er zijn verschillende manieren om een taak of gemeentelijke doelstelling op afstand te zetten. De gemeente kan een taak uitbesteden door bijvoorbeeld subsidie te geven, een taak in te kopen of een taak samen met andere partijen uit te voeren. Een verbonden partij is een manier om een samenwerkingsverband vorm te geven.

2. Positionering

2.1 Ommen 4.0 Ommen 4.0 is een nieuw type gemeente, een regie-netwerkgemeente. Een gemeente waarbij niet gewerkt wordt vanuit een traditionele vorm, maar waar gewerkt wordt vanuit samenwerking en co- creatie met de samenleving. Niet meer alles zelf doen, maar de focus leggen op de dingen die we gezamenlijk willen en kunnen realiseren, hiervoor is een slagvaardige en flexibele organisatie nodig.

We leven in een tijdperk van creativiteit en wendbaarheid. Flexibiliteit en slagvaardigheid zijn hierbij belangrijke begrippen. Het gaat erom als lokale overheid maximaal in te spelen op de maatschappelijke vraag. Die is hierin bepalend en niet de gekozen structuur.

Een van de bestuurlijke vertrekpunten voor de basisorganisatie Ommen 4.0 is:

Niet alles kan en hoeft de gemeentelijke organisatie zelf te doen. Wel moet ze de regie houden. Taken die zich hiervoor lenen, kunnen langdurig uitbesteed worden.

En in het ‘Ommer motief’ is als belangrijk richtinggevend element voor de vorming van de organisatie gemeente Ommen benoemd:

Het streven om nog meer in te zetten op nieuwe netwerken waarin alle partijen meedoen in beleidsontwikkeling en -uitvoering. De rol van de gemeente ontwikkelt van ‘regisseur’ naar het organiseren van participatie.

2.2 Zelf doen of juist niet? De bestuurlijke vertrekpunten zoals kleinschaligheid, regionale inbedding en samenwerking met andere partijen, leidt ertoe dat we per vraagstuk bekijken of we het met of door anderen (laten) oppakken of zelf willen doen.

2

Hier kan gekozen worden uit 3 vormen:  Zelf doen Taken zelf uitvoeren in de eigen organisatie, inclusief eigen aansturing daarop.  Uitbesteden Taken in opdracht laten uitvoeren door een andere partij. Sturing middels een contract/DVO. Veelal structureel voor langere tijd.  Samenwerking Taken die met andere partijen (publiek of privaat) in de vorm van een samenwerking worden uitgevoerd. Denk aan projectmatige, eenmalige ontwikkelingstaken. Ook uitbesteding aan de markt van enkelvoudige, specialistische taken of andere vormen van samenwerking zoals burgerparticipatie of onderwijsinstellingen vallen hier onder.

2.3 Vormen van uitbesteding van taken Er zijn verschillende manieren om een taak uit te besteden. De gemeente kan een taak uitbesteden door bijvoorbeeld subsidie te geven, een taak in te kopen of een taak samen met andere partijen uit te voeren. Een verbonden partij is bijvoorbeeld een manier om een samenwerkingsverband vorm te geven. Over deze vorm van samenwerken gaat deze nota.

Uitvoering van een publieke taak door een verbonden partij is alleen een optie, als deze taak het beste door een verbonden partij kan worden uitgevoerd en daarmee het openbaar belang optimaal wordt behartigd. Aantoonbare meerwaarde is een belangrijk argument om te kiezen voor een verbonden partij. De bestuurlijke doelen, financiële belangen en organisatorische efficiencyvoordelen moeten goed tegen elkaar worden afgewogen.

3

3. Wat is een verbonden partij?

Zoals eerder aangegeven zijn er verschillende vormen van samenwerking mogelijk. Een veel voorkomende vorm van samenwerking is een verbonden partij.

Een verbonden partij is een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke organisatievorm waarin de gemeente zowel een financieel als een bestuurlijk belang1 heeft.

Bestuurlijk belang: Het bestuurlijk belang in een verbonden partij bestaat uit het kunnen uitoefenen van zeggenschap: de mogelijkheid om op grond van feitelijke of juridische omstandigheden invloed uit te oefenen op de activiteiten van een onderneming. Bij verbonden partijen is de zeggenschap beperkt tot vertegenwoordiging in het bestuur, of tot stemrecht. Van belang hierbij op te merken is dat het doel niet is om bestuurlijk grip te hebben op de verbonden partij, maar om het maatschappelijk belang te realiseren.

Financieel belang: De financiële relatie van de gemeente met een verbonden partij kan enerzijds bestaan uit het betalen voor uitvoering van taken die zijn belegd bij een verbonden partij, anderzijds uit het verstrekken van kapitaal in de vorm van risicodragend kapitaal, een lening of een garantstelling. Het financieel belang van de gemeente bestaat uit het ter beschikking gestelde bedrag dat niet kan worden verhaald bij faillissement van de verbonden partij en de aansprakelijkheid van de gemeente als de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt.

3.1 Afwegingscriteria deelname verbonden partij In de afweging staat de vraag centraal of samenwerking in een verbonden partij de meest geëigende vorm is voor doelrealisatie. De uiteindelijke beslissing tot deelname is een politiek-bestuurlijke keuze die wordt gemaakt door het college en de gemeenteraad.

De algemene afwegingscriteria voor deelname aan een verbonden partij zijn:  De kosten voor de taken zijn niet/moeilijk op te brengen door één afzonderlijke gemeente; • voor zeer gespecialiseerde taken is te weinig specialistische kennis in huis; • de bij publieke opgaven betrokken partners willen met alle overheden gezamenlijk spreken; • de effecten van overheidshandelen zijn soms gemeentegrensoverschrijdend; • door samenwerking is betere en goedkopere taakuitvoering mogelijk; • de mogelijkheid om als sterkere actor op te treden.

Argumenten voor deelname aan een verbonden partij kunnen zijn: • gemeentelijke beleidsdoelen kunnen (eenvoudiger) worden gerealiseerd; • effectiviteit en maatschappelijk effect kunnen worden versterkt; • het verkrijgen van efficiency-voordeel door samenwerking; • het spreiden van risico’s door deze te delen met de deelnemende partijen; • het verwerven van kennis door het delen van kennis en expertise.

Aan de uitvoering van taken door een verbonden partij kunnen ook nadelen verbonden zijn: • financiële risico’s, bijvoorbeeld als gevolg van faillissement van de verbonden partij of het ontlopen van aansprakelijkheid; • bestuurlijke risico’s als gevolg van bestuurlijke afstand;

1 Zie ‘Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten’ (artikel 1 BBV) 4

• het verkrijgen van bedrijfsinformatie en het verwerven van invloed vragen meer aandacht, dan bij uitvoering door de eigen gemeentelijke organisatie; • bestuurlijke risico’s door de dubbelrol van de gemeente als eigenaar en opdrachtgever. Door de dubbelrol kan vermenging van belangen optreden.

4. Wettelijk kader voor verbonden partijen

Er zijn verschillende rechtsvormen van een verbonden partij mogelijk. In dit hoofdstuk worden de verschillende vormen en hun onderdelen op hoofdlijnen behandeld, in bijlage 1 wordt een uitgebreidere toelichting gegeven op de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtsvormen.

Verschillende wetten en regelingen vormen tezamen al een stevig algemeen kader voor verbonden partijen. Voor publiekrechtelijke rechtsvormen zijn zijn de Gemeentewet (Gw), de Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR) en het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV) van belang en bij privaatrechtelijke constructies het Burgerlijk wetboek (BW). Overige relevante wetgeving in relatie tot verbonden partijen is: de Wet Markt en Overheid, de Aanbestedingswet, de Belastingwet, de Wet Normering Topfunctionarissen en de Wet Openbaarheid van bestuur.

De gemeentewet geeft als belangrijkste criterium dat de privaatrechtelijke weg slechts is toegestaan als er sprake is van het behartigen van het daarmee te dienen openbaar belang. Het begrip publiek belang wordt in de wet niet nader gedefinieerd.

4.1 Publiekrechtelijke wetgeving 4.1.1 Gemeentewet Grondregel van de Gemeentewet is dat taken ten behoeve van het openbaar belang in beginsel door de gemeente zelf worden uitgevoerd. Wat een openbaar belang is, wordt bepaald door de gemeenteraad. Mocht de gemeenteraad besluiten tot verzelfstandiging, dan gaat de wet uit van een publiekrechtelijke constructie. Het college kan alleen tot oprichting van en participatie in privaatrechtelijke verbonden partijen besluiten, als dit in het bijzonder aangewezen wordt geacht voor de behartiging van het openbaar belang. Het besluit wordt pas genomen, nadat aan de gemeenteraad een ontwerpbesluit is toegezonden en de gemeenteraad zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college heeft kunnen brengen (artikel 160 lid 2 Gw).

Als wordt gekozen voor een privaatrechtelijke vorm, dan kan voor een rechtspersoonlijkheid worden gebruik gemaakt van de vereniging, de coöperatie, de stichting, de besloten vennootschap of de naamloze vennootschap. Als geen rechtspersoonlijkheid is vereist, kan worden gekozen voor de maatschap, de vennootschap onder firma of de commanditaire vennootschap.

4.1.2 Wet Gemeenschappelijke Regeling (WGR) Het meest geëigend juridisch kader voor samenwerking tussen gemeenten is de Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR). Op basis van de WGR kan een publiekrechtelijke rechtspersoon worden gecreëerd waaraan de gemeenten taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden kan overdragen. De WGR richt zich op samenwerking tussen decentrale overheden onderling (gemeenten, provincies en waterschappen). Gemeenschappelijke regelingen kunnen worden getroffen door de gemeenteraad, het college en de burgemeester, voor zover zij voor de eigen gemeente bevoegd zijn. Het college heeft toestemming nodig van de gemeenteraad.

5

De verantwoordelijkheid van de gemeenteraad verandert niet als voor een samenwerkingsverband wordt gekozen. De raad blijft formeel kadersteller, controleur en volksvertegenwoordiger. De rol van de gemeenteraad verandert echter wel, doordat de gemeenteraad niet meer op zichzelf staand is, maar de democratische legitimatie afkomstig is van alle deelnemers gezamenlijk.

Op verzoek van het bestuur van één of meer gemeenten kunnen gedeputeerde staten van de provincie, indien een zwaarwegend openbaar belang dat vereist, gemeenten aanwijzen voor het treffen van een gemeenschappelijke regeling ter behartiging van een of meer bepaalde belangen.

4.1.3 Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) provincies en gemeenten In het BBV zijn verschillende bepalingen opgenomen ten aanzien van verbonden partijen. Zo schrijft het BBV voor dat de verbonden partijen worden opgenomen in een aparte ‘paragraaf verbonden partijen’ in de gemeentelijke begroting en het jaarverslag en welke informatie deze paragraaf ten minste bevat.

4.2 Privaatrechtelijke wetgeving 4.2.1 Burgerlijk Wetboek Bij privaatrechtelijke rechtshandelingen is het Burgerlijk Wetboek (Boek 2, rechtspersonen) als wettelijk kader van toepassing. Privaatrechtelijke samenwerkingsvormen zijn:  Naamloze Vennootschap (NV);  Besloten Vennootschap (BV);  Commanditaire Vennootschap (CV);  Maatschap;  Vennootschap onder firma (VOF);  Vereniging;  Coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij;  Stichting.

6

5. Sturing, beheersing en toezicht

5.1. Sturing Door sturing van een verbonden partij kan de gemeente richting geven aan de realisatie van gemeentelijke beleidsdoelen. Sturing wint aan kracht door tijdig afspraken te maken over doelen en beoogde resultaten en de verantwoording daarvoor. De afspraken worden vastgelegd in de statuten van een verbonden partij en de nodige onderliggende contracten.

Zoals eerder benoemd kan een verbonden partij publiekrechtelijk of privaatrechtelijk zijn vormgegeven, of een mengvorm hebben. De juridische vorm is bepalend voor de sturingsmogelijkheden.

Bij publiekrechtelijke verbonden partijen stuurt het college op de realisatie van resultaatdoelen. Om optimaal te kunnen sturen, dient te zijn voldaan aan de volgende voorwaarden:  er is een visie per verbonden partij op de te realiseren beleidsdoelen;  de meerwaarde van een verbonden partij is benoemd;  binnen de verbonden partij wordt de gemeentelijke visie uitgedragen door de gemeentelijke vertegenwoordiger;  de prestatieafspraken zijn vastgelegd in de gemeentelijke begroting en de programma’s;  de rapportage over realisatie van de beleidsdoelen verloopt binnen de gemeentelijke p&c- cyclus.

Bij privaatrechtelijke verbonden partijen houdt het college zicht op de taakuitvoering door de verbonden partij. De gemeenteraad controleert de rol van aandeelhouder van het college en kan niet rechtstreeks sturen op de verbonden partij.

5.2 Beheersing Beheersen is het proces waarbij de verbonden partij zorgt voor het (blijvend) nastreven en realiseren van de vastgestelde (beleids)doelstellingen en samenwerkingsafspraken. In dit proces is het van belang dat de gemeenteraad of het college kan vaststellen of de uitvoering in overeenstemming blijft met de gemaakte plannen. De nadruk bij beheersen ligt op planning en control. Hierbij gaat het over de kadernota, begroting en begrotingswijzigingen, meerjarenraming en tussentijdse rapportages.

5.2.1 Informatievoorziening/verantwoording publiekrechtelijke verbonden partijen Een gemeenschappelijke regeling is op grond van de WGR verplicht de gemeenteraad te voorzien van de volgende stukken:

• Kadernota: dient voor 15 april van elk jaar aangeleverd te worden met daarin de belangrijkste financiële en beleidsmatige uitgangspunten voor het navolgende jaar. Door de gemeenteraad wordt specifieke aandacht geschonken aan de kadernota. Dit vanwege het feit dat dit een belangrijk inhoudelijk en financieel kaderstellend document is. De begroting is immers een uitwerking van deze kaders. Op grond van de WGR is er geen mogelijkheid om een zienswijze in te dienen bij de kadernota. Het wordt echter wenselijk geacht de kadernota rechtstreeks in de gemeenteraad te bespreken om, indien gewenst, via de gemeentelijk vertegenwoordiger opdrachten mee te geven welke kunnen worden ingebracht in het bestuur van de betreffende verbonden partij.

7

• Begroting: dient voor 15 april van elk jaar aangeleverd te worden waarbij de gemeenteraad een periode van zes weken krijgt om een zienswijze in te dienen. Alle participerende gemeenten in de GR hebben op grond van de WGR en de Gemeentewet het recht om het DB van de GR haar zienswijze mee te geven voordat de begroting voor het volgend jaar wordt vastgesteld. Het DB van de verbonden partij voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerpbegroting, zoals deze aan het AB wordt aangeboden.

De begrotingen van de verbonden partijen zullen worden voorzien van één raadsvoorstel, waarin wordt getoetst of: -de begrotingen van de verbonden partijen (nog) overeenkomen met de gemeentelijke doelstellingen; -de gemeentelijke bijdragen toenemen, anders dan door indexatie; -het indienen van een zienswijze door de raad al dan niet wordt aanbevolen.

• Jaarstukken: dienen voor 15 april van elk jaar ter informatie aangeleverd te worden bij de gemeenteraad. De gemeenteraad heeft geen bevoegdheid om een zienswijze in te dienen over de jaarrekening bij het Dagelijks Bestuur. Door middel van de jaarstukken leggen verbonden partijen jaarlijks verantwoording af over de realisatie van doelstellingen. Ook de rechtmatigheid kan worden getoetst op basis van de jaarstukken inclusief een goedkeurende accountantsverklaring en het verslag van bevindingen van de accountant.

In dit proces ziet het college er op toe dat de verbonden partij de wettelijke termijnen niet overschrijden en dat de vorm en inhoud van de voormelde stukken conform afspraak zijn.

Verantwoording rondom de doelmatigheid en doeltreffendheid kan worden getoetst door middel van het periodiek volgen of benchmarken van afspraken of door bijvoorbeeld een audit te laten uitvoeren op de kwaliteit van diensten, organisatie en kostenniveau. Ten aanzien van de verantwoording rondom doelmatigheid en doeltreffendheid wordt gepoogd zoveel mogelijk regionaal (met de overige gemeentelijke deelnemers) op te trekken.

Het bestuursorgaan dat een lid in het bestuur heeft aangewezen, kan het lid ter verantwoording roepen voor het door hem/haar gevoerde bestuur. Wordt bijvoorbeeld in de gemeenschappelijke regeling in afwijking van het ‘eigen beleid’ besloten of draagt een lid het standpunt van het bestuursorgaan niet goed uit, dan kan het lid ter verantwoording worden geroepen. De basis hiervoor ligt in de Gemeentewet.

5.2.2 Informatievoorziening privaatrechtelijke verbonden partijen Voor de privaatrechtelijke verbonden partijen zijn er weinig formele instrumenten vanuit de gemeente. De bestuurlijke vertegenwoordiger van de gemeente kan in de Vergadering van Aandeelhouders slechts een stem uitbrengen namens de gemeente. De inhoud van de stem wordt dan bepaald door het beleidskader van de gemeente of door een collegebesluit aangaande de inhoud van het voorstel waarover gestemd wordt. Dat geldt ook voor de vaststelling van de jaarrekening van deze privaatrechtelijke partijen. Voor deze privaatrechtelijke partijen is geen begroting voorgeschreven. Dit laat onverlet dat het college aan de gemeenteraad inlichtingen geeft over de uitoefening van bevoegdheden indien de gemeenteraad daarom verzoekt of indien de uitoefening ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente. In dat laatste geval wordt de gemeenteraad in de gelegenheid gesteld voorafgaand aan besluitvorming door het college in de gelegenheid gesteld wensen en bedenkingen kenbaar te maken.

8

5.3 Toezicht De gemeente kan haar taak als toezichthouder concreet vormgeven door zitting te nemen in het algemeen bestuur, dagelijks bestuur, raad van toezicht, raad van commissarissen of de algemene vergadering van aandeelhouders. Bij de invulling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de toezichthouder is het goed om mogelijkheden in te bouwen voor het treffen van corrigerende maatregelen. Mogelijkheden tot ingrijpen zijn:  Aanwijzingen, correctiemaatregelen en sancties  Ontslag van bestuurders  Inlichtingen, inzage bevoegdheid en controlerechten  Goedkeuring jaarrekeningen en begrotingen  Controlebevoegdheden

Voorts heeft de gemeenteraad bij het controleren van het college binnen een verbonden partij de volgende instrumenten in handen:  Rekenkamerfunctie De gemeenteraad heeft de mogelijkheid de gemeentelijke rekenkamer te verzoeken een onderzoek in te stellen naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van een openbaar lichaam, bedrijfsvoeringorganisatie of gemeenschappelijk orgaan. In de gemeenschappelijke regeling kan dit ook worden bepaald ten aanzien van een centrumregeling. De rekenkamer kan namelijk onderzoek doen bij derden die een financiële band met de gemeente hebben. Het is de rekenkamercommissie die zelf beslist of het onderzoek wordt uitgeoefend.  Onderzoekscommissie De gemeenteraad kan ook een onderzoekscommissie instellen om onderzoek te doen naar het door het college of burgemeester gevoerde bestuur. Hierbij mag ook onderzoek worden gedaan naar de opstelling van de wethouder of de burgemeester binnen organen van publiekrechtelijke of privaatrechtelijke samenwerkingsverbanden. De onderzoekscommissie mag echter geen onderzoek doen naar het samenwerkingsverband als zodanig.

9

6. Vertegenwoordiging in een verbonden partij

In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de verschillende relaties en rollen die de gemeente kan hebben met een verbonden partij.

6.1 Relaties en rollen met verbonden partijen Bij verbonden partijen kan de gemeente verschillende relaties en rollen met een verbonden partij hebben. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen de volgende relaties/rollen:  Opdrachtgever/klant: De gemeente als opdrachtgever/klant wil een aantal resultaten bereiken, zoals geformuleerd in het beleid. Om dit te kunnen realiseren, moeten producten en/of diensten worden geleverd door de verbonden partij. Vanuit de rol als klant wordt gestuurd op het halen van de afgesproken prestaties binnen de gestelde financiële kaders en niet op de interne bedrijfsvoering van de verbonden partij. Activiteiten die horen bij de rol van opdrachtgever/klant is het formuleren van beleid, het opstellen van contracten, bewaken van de levering, prijsbeoordeling en evaluatie in welke mate de positionering en invulling tegemoet komen aan de gestelde doelen.  Eigenaar: De gemeente bezit al dan niet met andere partijen aandelen in de verbonden partij en is daarmee mede-eigenaar. Vanuit dit belang is de gemeente gebaat bij een verbonden partij die geen problemen heeft met de continuïteit. Gezien het eigendom heeft de gemeente belang bij zeggenschap. Activiteiten die horen bij de rol als eigenaar is de besluitvorming als aandeelhouder, het bewaken van het rendement en de continuïteit van de partij aan de hand van de begroting, periodieke rapportages en jaarrekening.  Toezichthouder: Er kan voor worden gekozen om als toezichthouder op te treden en een vertegenwoordiger in de Raad van Toezicht (RvT) of een commissaris te benoemen. Bij een Naamloze Vennootschap mag een commissaris uitsluitend het belang van het bedrijf behartigen en kan dus geen andere rol vertolken.

6.2 Bestuurlijke verantwoordelijkheid en vertegenwoordiging De gemeente streeft om redenen van bestuurlijk en financieel belang naar maximale invloed in een verbonden partij. De mate van invloed wordt in een samenwerkingsverband beperkt door de vaste stemverhouding tussen de deelnemers. In publiekrechtelijke regelingen is er een vaste stemverdeling binnen zowel het algemeen bestuur, als het dagelijks bestuur. In privaatrechtelijke regelingen kan er een stemverdeling zijn binnen het bestuur en binnen de vergadering van aandeelhouders.

Leden van het algemeen en dagelijks bestuur van een verbonden partij zijn wettelijk gehouden om het belang van de verbonden partij voorop te stellen. Leden van het algemeen bestuur van een publiekrechtelijke GR vertegenwoordigen de gemeente die hen heeft aangewezen en leggen aan hun gemeente verantwoording af. De leden van het algemeen bestuur hebben stemrecht en daarmee is er sprake van een bestuurlijk belang. Ook in de privaatrechtelijke regelingen is sprake van stemrecht en daarmee van een bestuurlijk belang. Als uitgangspunt kan ervoor worden gekozen dat de leden van het algemeen bestuur door het college worden aangewezen.

10

6.3 Ambtelijke vertegenwoordiging Om de bestuurder goed te ondersteunen in verbonden partijen, moet er een actieve ondersteuning zijn vanuit de eigen ambtelijke organisatie. Voorafgaand aan deelname aan een vergadering van het algemeen bestuur of de algemene vergadering van aandeelhouders wordt de inbreng van de gemeentelijke vertegenwoordiger ambtelijk voorbereid. De vergaderstukken van de verbonden partij worden getoetst aan de hand van drie vragen:  Zijn de activiteiten en resultaten van de verbonden partij relevant in het licht van het beleid van de gemeente Ommen?  Is de verbonden partij financieel gezond en de gemeente gevrijwaard van financiële risico’s?  Doen zich vanuit politiek perspectief kansen of risico’s voor? Op basis van de uitkomst van bovengenoemde vragen wordt de vertegenwoordiger geadviseerd over de inbreng tijdens de vergadering, aangegeven per agendapunt.

De verbinding tussen de gemeente en de verbonden partij wordt op ambtelijk niveau gelegd door per publiekrechtelijke verbonden partij een beleidsambtenaar en een ambtenaar financiën te koppelen aan een verbonden partij. Deze medewerkers vertegenwoordigen de gemeente in de betreffende vergaderingen.

11

7. Lijst verbonden partijen gemeente Ommen

Ommen participeert momenteel in de onderstaande verbonden partijen. Voor een uitgebreide toelichting per verbonden partij wordt verwezen naar bijlage 2 ‘Verbonden Partijen gemeente Ommen’.

Gemeenschappelijke regelingen: Veiligheidsregio IJsselland (VRIJ) Omgevingsdienst IJsselland (ODIJ) GGD IJsselland Regionaal Serviceteam Jeugd IJsselland (RSJ) Sociale Recherche IJssel-Vechtstreek EURegio

Verenigingen en stichtingen: St. Administratiekantoor Dataland Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)

Vennootschappen: Rova Holding NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) Enexis Holding Vitens NV Wadinko NV CBL Vennootschap (ASA risicofonds) CSV Amsterdam Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV Verkoop Vennootschap BV Vordering op Enexis BV (ASA risicofonds)

12

8. Overige partners gemeente Ommen

Naast de verbonden partijen heeft de gemeente Ommen meerdere partners, waar zij op basis van opdrachtgever/opdrachtnemer-relatie of op basis van een andere relatie werk en diensten uitbesteedt dan wel uitvoering geeft aan het halen van haar beleidsdoelstellingen. Bij deze partners is dus geen sprake van een bestuurlijk belang. Hierbij kan gedacht worden aan:  Uitbesteding werk bij andere gemeenten: De gemeente Ommen kan met andere gemeenten zogenaamde Dienstverleningsovereenkomsten (DVO’s) en Tijdelijke Uitvoerings Contracten (TUC’s) afgesloten, hiermee geeft Ommen opdracht aan een andere gemeente tot het leveren van producten en diensten.  Subsidiepartijen: De gemeenteraad heeft de algemene subsidieverordening gemeente Ommen vastgesteld en daarmee bepaald dat het college binnen de benoemde beleidsterreinen subsidieregelingen kan vaststellen, waarin de verdeling van de subsidie en specifieke voorschriften per beleidsterrein worden omschreven. Het college is bevoegd te besluiten over het verstrekken van subsidies met inachtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen. De subsidiepartijen leggen verantwoording af aan het college.  SW-bedrijven: De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de sociale werkvoorziening ligt bij de gemeenten. De feitelijke en dagelijkse uitvoering ligt bij de SW-bedrijven. De sociale werkvoorziening wordt hoofdzakelijk bekostigd door het rijk die per voltijds arbeidsplaats een subsidie verstrekt. Daarnaast worden ook de opbrengsten van de sw-bedrijven, die hun producten en diensten op de reguliere markt afzetten, aangewend om de kosten van de sociale werkvoorziening te dekken.  Politie Regio IJsselland: De relatie tussen de gemeenteraad en de politie komt in de Politiewet tot uitdrukking, waarin over dit onderdeel is opgenomen: -De burgemeester is aan de gemeenteraad verantwoording schuldig over het door hem uitgeoefende gezag (art. 15, lid 1). -De gemeenteraad stelt ten minste eenmaal in de vier jaar de doelen vast die de gemeente op het terrein van de veiligheid nastreeft door de handhaving van de openbare orde en de hulpverlening door de politie (art. 38b, lid 1). -Voorafgaand aan de vaststelling van het beleidsplan, bedoeld in artikel 39, eerste lid, hoort de burgemeester van een gemeente in het gebied waarin de regionale eenheid de politietaak uitvoert, de gemeenteraad van die gemeente over het ontwerpbeleidsplan (art. 38b, lid 2).  Commerciële marktpartijen: Het overgrote deel van de werken en diensten wordt ingekocht bij reguliere (commerciële) marktpartijen.

13

Bijlage 1: Publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtsvormen

Publiekrechtelijke verbonden partij Als gemeenten besluiten om op basis van de Wet Gemeenschappelijke Regeling een samenwerking aan te gaan, kan er gekozen worden tussen een aantal regelingen. Er zijn vijf vormen gemeenschappelijke regelingen te onderscheiden. De vijf vormen verschillen van elkaar in de organen die worden ingesteld en het wel of niet hebben van rechtspersoonlijkheid. De WGR bevat regels voor de inrichting en het functioneren van de samenwerking.

De WGR onderscheidt de volgende vijf regelingen:  Een gemeenschappelijke regeling met een openbaar lichaam: Dit is de meest voorkomende vorm van een gemeenschappelijke regeling. Het openbaar lichaam heeft de status van een rechtspersoon en een algemeen bestuur dat het dagelijks bestuur controleert. De deelnemende gemeenten kunnen in principe alle gemeentelijke taken en bevoegdheden overdragen aan de gemeenschappelijke regeling als zijnde een openbaar lichaam.  Een gemeenschappelijke regeling met een bedrijfsvoeringorganisatie: deze vorm kent maar één bestuursorgaan en leent zich voor samenwerkingsverbanden zonder beleidsinhoudelijke bevoegdheden.  Een gemeenschappelijke regeling met een gemeenschappelijk orgaan: Dit is een lichtere vorm van samenwerking op basis van de WGR. Een regeling met een gemeenschappelijk lichaam heeft niet de status van een rechtspersoon. Om deze reden kan ook geen personeel worden aangenomen.  Een gemeenschappelijke regeling met centrumgemeente: De deelnemende gemeenten brengen taken onder bij de centrumgemeente die in opdracht van de andere gemeenten deze taken uitvoert. Daartoe verlenen de deelnemende gemeenten mandaat aan de centrumgemeente.  Regeling zonder meer: Er wordt binnen de WGR samengewerkt zonder gebruik te maken van mogelijkheden van het openbaar lichaam, gemeenschappelijk orgaan of de centrumgemeente. Het is een lichte vorm van samenwerking tussen gemeente waarbij delegeren en mandateren niet aan de orde is. Denk aan convenanten, intentieovereenkomsten, bestuursafspraken.

Publiek private samenwerkingsverbanden De afweging of een publiek-private samenwerking mogelijk en opportuun is, volgt pas als blijkt dat een publiekrechtelijke deelname op basis van de WGR niet mogelijk is. Een publiek-private samenwerking is een samenwerkingsverband waarbij publieke en private partijen een gezamenlijk project realiseren op basis van een heldere taak- en risicoverdeling met behoud van eigen identiteit. Het is daarom van belang dat de gemeente en private partijen samenwerken op basis van duidelijke, contractueel vastgelegde afspraken waarin is vastgesteld wie waarvoor verantwoordelijk is, wie welke risico’s draagt en wie welke kosten draagt.

Privaatrechtelijke verbonden partijen We onderscheiden de volgende privaatrechtelijke verbonden partijen:  Vennootschappen (NV of BV): Een NV en BV zijn een rechtspersoon dus zelfstandig drager van rechten en plichten, die onder eigen naam deelnemen aan het rechtsverkeer. Bij een NV worden de aandelen uitgegeven aan toonder of op naam en deze zijn vrij verhandelbaar, tenzij de overdraagbaarheid van de aandelen op naam is beperkt. Bij een BV worden de aandelen op naam uitgegeven en deze zijn niet vrij verhandelbaar. Oprichting vindt plaats via een notariële akte. Hiervoor is een raadsbesluit en goedkeuring door GS van vereist.

14

De gemeente is als aandeelhouder of via commissariaten bestuurlijk betrokken bij dit type verbonden partij. De gemeente houdt via een meerderheids- of minderheidsbelang in de aandeelhoudersvergadering een stem, omdat de overheidsvennootschap belangrijke taken uitvoert voor de gemeente. Daarnaast heeft de gemeente vaak recht van voordracht of benoeming van commissarissen. De bestuurlijke betrokkenheid is beperkt tot aandeelhouderschap of commissariaten. De gemeente is bij een NV en BV (mede)-eigenaar. Het voordeel van deze rechtsvorm is dat de taak meer op afstand wordt geplaatst en er financiële voordelen kunnen ontstaan door winstdeling en dividend. Het nadeel is dat er vaak beperkte beïnvloedingsmogelijkheden zijn.  Stichtingen en verenigingen: Oprichting vindt plaats bij notariële akte. Een gemeente als medeoprichter van een stichting of vereniging heeft goedkeuring nodig van GS van Overijssel (art. 160 lid 3 GW). Een informele vereniging (beperkte rechtsbevoegdheid) kan zonder notariële akte worden opgericht. Een vereniging heeft een duaal karakter met een algemene ledenvergadering en een bestuur. Een stichting heeft een meer monistisch karakter met alleen een bestuur, maar kan ook meer duaal worden ingericht met een Raad van Toezicht (RvT) en een directeur/bestuurder. De bestuurlijke betrokkenheid bij stichtingen en verenigingen bestaat uit zitting in het bestuur. In de stichtingsstatuten kan staan dat er kwaliteitsplaatsen in het bestuur voor raadsleden zijn gereserveerd. De financiële relatie bestaat uit een subsidierelatie tussen gemeenten en stichting of vereniging met mogelijk aanvullende afspraken met betrekking tot het dekken van onvoorziene exploitatietekorten, incidentele uitgaven als gevolg van reorganisaties en garantstellingen. Het voordeel van deze vorm is dat de financiële consequenties nihil zijn. Er bestaat alleen financieel aansprakelijkheid voor de verstrekte middelen. De stichting is formeel verantwoordelijk voor exploitatierisico’s. In de praktijk blijkt echter dat gemeenten een deel van dit risico informeel of via aanvullende afspraken dragen. Daarnaast is het voordeel dat deze rechtspersoon eenvoudig en goedkoop is op te richten. Het nadeel is dat een stichting of vereniging zelden een buffer heeft om exploitatietekorten of onvoorziene uitgaven op te vangen. Per definitie kloppen zij bij de gemeente aan. Bij garantiestelling is dit risico directer. Daarnaast heeft de wetgever niet voorzien in een toezichtmechanisme. Er is niets formeel vastgelegd met betrekking tot de financiële informatievoorziening.

15

Bijlage 2: Verbonden partijen gemeente Ommen

In deze bijlage worden de huidige verbonden partijen van de gemeente Ommen nader toegelicht.

Gemeenschappelijke regelingen

Veiligheidsregio IJsselland Rechtsvorm: Gemeenschappelijke regeling Betrokken partijen: De gemeenten , , , Kampen, Ommen, Olst-Wijhe, , , , , . Bestuurlijk belang: Gemeente heeft zitting in het Algemeen Bestuur. Iedere gemeente heeft 1 stem. Bijdrage aan de gemeentelijke doelstellingen: Veiligheidsregio IJsselland richt zich op het voorkomen en bestrijden (van de gevolgen) van branden, ongevallen, rampen en crises. Gemeentelijke bijdrage 2019: € 1.358.000 Bestuurlijk vertegenwoordiger: Hans Vroomen Verantwoording aan raad: Uiterlijk 15 april toezending jaarstukken en ontwerpbegroting naar raad. Elk voorjaar organiseren de Veiligheidsregio, de Omgevingsdienst en de GGD een regiobijeenkomst om de gemeenteraden mee te nemen in het begrotingsproces, achtergrondinformatie te verstrekken en de gelegenheid te bieden tot het stellen van vragen. Daarnaast kan naar behoefte een voorlichtingssessie georganiseerd worden voor de raad.

Omgevingsdienst IJsselland (ODIJ) Rechtsvorm: Gemeenschappelijke regeling Betrokken partijen: De gemeenten Dalfsen, Deventer, Hardenberg, Kampen, Olst-Wijhe, Ommen, Raalte, Staphorst, Steenwijkerland, Zwartewaterland, Zwolle, Provincie Overijssel. Bestuurlijk belang: Gemeente heeft zitting in het Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur. Bijdrage aan de gemeentelijke doelstellingen: Een klant- en oplossingsgerichte werkwijze, dat is wat de eenduidige aanpak van de Omgevingsdienst IJsselland kenmerkt. De onafhankelijke experts wegen maatschappelijke belangen zorgvuldig af en vervullen een verbindende rol in het krachtenveld. Doel is om een optimale balans aan te brengen tussen een duurzame leefomgeving en nieuwe initiatieven. Deze gedachte wordt samengevat in de missie: de Omgevingsdienst IJsselland waarborgt de leefomgeving, versterkt bedrijven. We vormen een moderne uitvoeringsorganisatie die voorop wil lopen met vernieuwende werkmethoden, actuele expertise en moderne ICT-voorzieningen. De Omgevingsdienst IJsselland wil een hoogwaardige bijdrage leveren aan een veilige, gezonde, aantrekkelijke en duurzame omgeving om in te wonen, werken en leven. Onder het motto ‘Lokale binding, regionale bundeling’ combineert de Omgevingsdienst nabijheid met schaalvergroting. De verbinding van kwaliteitsverbetering en efficiencywinst komt zo binnen bereik. De Omgevingsdienst is een betrouwbare partner in de keten met het Openbaar Ministerie (OM), politie, Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) en Veiligheidsregio (VR) en een samenwerkingspartner van de waterschappen in Overijssel. De Omgevingsdiensten die zijn ontstaan hebben het doel om meerwaarde te creëren op het gebied van de fysieke leefomgeving. De Omgevingsdienst IJsselland wil van toegevoegde waarde zijn voor het bedrijfsleven, de inwoners en de leefomgeving van IJsselland.

16

Het managementteam geeft in de eerste drie jaar prioriteit aan de ontwikkelopgaven: • borgen en doorontwikkelen van politieke sensitiviteit en lokale binding; • vormen van één organisatie; • anticiperen op inwerkingtreding Omgevingswet, wet VTH, wet Natuurbescherming en wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen. Gemeentelijke bijdrage 2019: € 363.000 Bestuurlijk vertegenwoordiger: Hans Vroomen Verantwoording aan raad: Uiterlijk 15 april toezending jaarstukken en ontwerpbegroting naar raad. Elk voorjaar organiseren de Veiligheidsregio, de Omgevingsdienst en de GGD een regiobijeenkomst om de gemeenteraden mee te nemen in het begrotingsproces, achtergrondinformatie te verstrekken en de gelegenheid te bieden tot het stellen van vragen. Daarnaast kan naar behoefte een voorlichtingssessie georganiseerd worden voor de raad.

GGD IJsselland Rechtsvorm: Gemeenschappelijke regeling Betrokken partijen: De gemeenten Dalfsen, Deventer, Hardenberg, Kampen, Ommen, Olst-Wijhe, Raalte, Staphorst, Steenwijkerland, Zwartewaterland, Zwolle. Bestuurlijk belang: Gemeente heeft zitting in het Algemeen Bestuur. Iedere gemeente heeft 1 stem. Bijdrage aan de gemeentelijke doelstellingen: GGD IJsselland staat voor een gezonde samenleving. Gezondheid wordt gezien als het vermogen van mensen om zich aan te passen en eigen regie te voeren in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven. Gezondheid is een belangrijke voorwaarde om te kunnen meedoen in de maatschappij. GGD IJsselland werkt aan een gezonde samenleving: vitale inwoners in een gezonde leefomgeving. Dit gebeurt door het uitvoeren van onderzoek, het signaleren van gezondheidsrisico’s, het adviseren van gemeenten en inwoners, het bevorderen van gezond gedrag en het bieden van een vangnet voor mensen die (tijdelijk) niet zelfredzaam zijn. Zo worden gelijke kansen op een gezond leven vergroot. GGD IJsselland werkt voor ruim 520.000 inwoners en is daarnaast onderdeel van een samenhangend aanbod van publieke gezondheid in Nederland en voert taken uit zoals deze in de wet Publieke gezondheid aan gemeenten zijn opgedragen. Gemeentelijke bijdrage 2019: € 632.000 Financiële risico’s: GGD IJsselland voert een actief financieel risicobeleid. De weerstandscapaciteit wordt geëvalueerd op basis van een financiële risico-inventarisatie. Aanvullende producten en diensten worden gefinancierd door de gemeenten die deze afnemen. Voor de risico’s voor incidentele aanvullende diensten (maatwerk en projecten) is een aparte voorziening getroffen. Risico’s voor structureel aanvullende producten kunnen niet ten laste komen van alle gemeenten in de Gemeenschappelijke regeling. Indien de weerstandscapaciteit niet voldoet, kunnen gemeenten – naar rato van het inwonertal - worden aangesproken op een eventueel exploitatietekort. Op basis van de meerjarenraming van GGD IJsselland is het risico voor de deelnemende gemeenten klein. Bestuurlijk vertegenwoordiger: Ko Scheele Verantwoording aan raad: Uiterlijk 15 april toezending jaarstukken en ontwerpbegroting naar raad. Elk voorjaar organiseren de Veiligheidsregio, de Omgevingsdienst en de GGD een regiobijeenkomst om de gemeenteraden mee te nemen in het begrotingsproces, achtergrondinformatie te verstrekken en de gelegenheid te bieden tot het stellen van vragen. Daarnaast kan naar behoefte een voorlichtingssessie georganiseerd worden voor de raad.

17

Regionaal Serviceteam Jeugd IJsselland (RSJ) Rechtsvorm: Gemeenschappelijke regeling Betrokken partijen: De gemeenten Dalfsen, Deventer, Hardenberg, Kampen, Olst-Wijhe, Ommen, Raalte, Staphorst, Steenwijkerland, Zwartewaterland, Zwolle. Bestuurlijk belang: Gemeente heeft zitting in het Algemeen Bestuur. Bijdrage aan de gemeentelijke doelstellingen: Het RSJ is een zelfstandige inkoop- en betaalorganisatie van de elf samenwerkende gemeenten in de regio IJsselland. Het RSJ koopt namens de gemeenten de gespecialiseerde jeugdhulp in bij de ruim 160 aanbieders die werkzaam zijn in de regio, regelt het contractmanagement en levert managementinformatie. De administratie en de facturatie doet Ommen vanaf 2018 zelf. Gemeentelijke bijdrage 2019: € 69.000 Bestuurlijk vertegenwoordiger: Ko Scheele Verantwoording aan raad: Uiterlijk 15 april toezending jaarstukken en ontwerpbegroting naar raad.

Sociale Recherche IJssel-Vechtstreek Rechtsvorm: Gemeenschappelijke regeling Betrokken partijen: De gemeenten Dalfsen, Dronten, Hardenberg, Hattem, Kampen, Ommen, Zwartewaterland, Zwolle. Bestuurlijk belang: Gemeente heeft zitting in het Algemeen Bestuur. Bijdrage aan de gemeentelijke doelstellingen: Door deelname in de Sociale Recherche IJssel-Vechtstreek wordt in regionaal verband gewerkt aan de bestrijding van sociale zekerheidsfraude en handhaving. Nadruk ligt op zichtbaarheid en dienstbaarheid en het leveren van maatwerk richting de gemeenten. Prioriteit ligt bij de meest schadeveroorzakende typen van fraude en het inspanningen plegen waar dit naar verwachting het meest oplevert. Gemeentelijke bijdrage 2019: € 29.000 Bestuurlijk vertegenwoordiger: Leo Bongers Verantwoording aan raad: Uiterlijk 15 april toezending jaarstukken en ontwerpbegroting naar raad.

EURegio Rechtsvorm: Gemeenschappelijke regeling Betrokken partijen: 131 Duitse en Nederlandse gemeenten en Duitse ‘Kreise’ Bestuurlijk belang: Vertegenwoordiging in Euregioraad Bijdrage aan de gemeentelijke doelstellingen: De Euregio wil een bijdrage leveren aan de welvaart en het welzijn in het grensgebied en het bevorderen van wederzijds begrip tussen de mensen. De Euregio houdt daarbij rekening met mogelijke culturele verschillen tussen de Nederlandse en Duitse samenleving. Gemeentelijke bijdrage 2019: € 5.000 Bestuurlijk vertegenwoordiger: Hans Vroomen Verantwoording aan raad: Uiterlijk 15 april toezending jaarstukken en ontwerpbegroting naar raad.

18

Verenigingen en stichtingen

St. Administratiekantoor Dataland Rechtsvorm: Stichting Betrokken partijen: 155 certificaathoudende Nederlandse gemeenten en de BNG. De gemeente Ommen heeft 9.627 certificaten (a € 0,10). Bestuurlijk belang: Gemeente is als participant vertegenwoordigd in de certificaathoudersvergadering. Bijdrage aan de gemeentelijke doelstellingen: Dataland verzorgt de toegankelijkheid van gemeentelijke vastgoed, GEO- en WOZ-informatie voor publieke en private afnemers in Nederland. Daarmee ontzorgt DataLand de gemeente. Dataland ondersteunt de gemeentelijke informatiehuishouding op het gebied van de gemeentelijke Geo-, WOZ- en vastgoedinformatie door: -actieve kwaliteitsbewaking, -vertegenwoordiging van het gemeentelijk belang, -organisatie en coördinatie van het Gemeentelijk Geoberaad (i.s.m. VNG): een landelijk ambtelijk en bestuurlijk podium voor gemeentelijke standpunten op het terrein van de ruimtelijke informatie. De deelname is een vorm van samenwerking tussen gemeenten ter behartiging van het openbaar belang en met als resultaat efficiëntie en kennisvoordelen op het gebied van toegankelijkheid van overheidsinformatie, overheidsloket, e-government, dienstverlening, een transparante en betrouwbare overheid evenals de stroomlijning van basisgegevens. Financieel risico: Het financieel risico is laag en beperkt zich tot het in certificaten geïnvesteerde bedrag. Het betreft een eenmalige storting. Er zijn geen jaarlijkse kosten aan deelname verbonden.

Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) Rechtsvorm: Vereniging Betrokken partijen: Alle Nederlandse gemeenten. Bestuurlijk belang: Vertegenwoordiging in de ledenvergadering (1 stem per 1000 inwoners). Bijdrage aan de gemeentelijke doelstellingen: Belangenbehartiging van alle gemeenten bij andere overheden. Belangrijke gesprekspartners zijn het rijk en maatschappelijke organisaties. Advisering aan alle leden over actuele ontwikkelingen (pro actief) en aan individuele leden (op verzoek). De platformfunctie wordt uitgeoefend via de VNG-commissie, Provinciale afdelingen, congressen, studiedagen en ledenraadplegingen. De gemeente Ommen is ook lid van de VNG afdeling Overijssel. Gemeentelijke bijdrage 2019: € 30.000

19

Vennootschappen

Rova Holding NV Rechtsvorm: Naamloze Vennootschap (niet beursgenoteerd) Betrokken partijen: De gemeenten Aalten, Amersfoort, Apeldoorn, Dalfsen, Hardenberg, Hattem, Heerde, Kampen, Meppel, Olst- Wijhe, Ommen, Oost Gelre, Raalte, Staphorst, Steenwijkerrand, , Urk, Winterswijk, Zwartewaterland, Zwolle. Bestuurlijk belang: 273 aandelen (3,2% van het totale aandelenkapitaal). Bijdrage aan de gemeentelijke doelstellingen: Voortdurend wordt gestreefd naar optimalisatie in drie centrale thema’s: -duurzaamheid (verbetering milieurendement, bijdrage aan gemeentelijke klimaatdoelstellingen); -financiën (lagere tarieven voor de burgers, dus geen winstmaximallisatie); -maatschappij (een leefbare omgeving voor wonen en werken). Financiële risico’s: Beperkt tot deelname in aandelenkapitaal.

Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) Rechtsvorm: Naamloze Vennootschap (niet beursgenoteerd) Betrokken partijen: Nederlandse overheden (50% rijk/50% gemeenten, provincies en waterschappen). Bestuurlijk belang: 79.638 aandelen (0,14% van het totaal aantal aandelen). Bijdrage aan de gemeentelijke doelstellingen: De BNG-bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.

Enexis Holding Rechtsvorm: Naamloze Vennootschap (niet beursgenoteerd) Betrokken partijen: 6 Nederlandse provincies en 130 gemeenten. Bestuurlijk belang: 32.331 aandelen (0,0216% stemmen in de AVA). Bijdrage aan de gemeentelijke doelstellingen: Enexis beheert (via haar dochtervennootschap Enexis Netbeheer BV) het energienetwerk in Noord-, Oost- en Zuid-Nederland voor de aansluiting van ongeveer 2,7 miljoen huishoudens, bedrijven en overheden. De netbeheerderstaak is een publiek belang, wettelijk geregeld met o.a. toezicht vanuit de Autoriteit Consument en Markt. De NV heeft als doel het realiseren van een duurzame energievoorziening door state of the art dienstverlening en netwerken en door regie te nemen in innovatieve oplossingen. Dit om de energietransitie te versnellen én excellent netbeheer uit te voeren. Deze doelen worden gerealiseerd op basis van de volgende strategieën: • Netwerk en dienstverlening tijdig gereed voor veranderingen in de energiewereld; • Betrouwbare energievoorziening; • Excellente dienstverlening: hoge klanttevredenheid en verlaging kosten; • Samen met lokale partners Nederlandse klimaatdoelen realiseren; • Innovatieve, schaalbare oplossingen om de energietransitie te versnellen. De gemeente Ommen tracht met haar aandeelhouderschap in Enexis de publieke belangen te behartigen. De infrastructuur voor energie is een vitaal onderdeel voor onze economie en voor onze samenleving.

20

Vitens NV Rechtsvorm: Naamloze Vennootschap (niet beursgenoteerd) Betrokken partijen: Provincies en gemeenten in Friesland, Overijssel, Flevoland, Drenthe, Utrecht, Noord-Holland en . Bestuurlijk belang: 23.164 aandelen (0,4% van het aandelenkapitaal). Bijdrage aan de gemeentelijke doelstellingen: Vitens zorgt voor het winnen, zuiveren en leveren van drinkwater van topkwaliteit. Financiële risico’s: Beperkt tot deelname in aandelenkapitaal.

Wadinko NV Rechtsvorm: Naamloze Vennootschap (niet beursgenoteerd) Betrokken partijen: De gemeenten Borne, Dalfsen, Deventer, , Hardenberg, , Hof van , Kampen, , Meppel, Noordoostpolder, Olst-Wijhe, Ommen, Raalte, Rijssen-Holten, Staphort, Steenwijkerland, , Westerveld, Zwartewaterland, Zwolle. Bestuurlijk belang: 50 aandelen Bijdrage aan de gemeentelijke doelstellingen: Wadinko heeft als doel: -het deelnemen in en het directie voeren over ander ondernemingen, die bij voorkeur werkzaam zijn in de provincie Overijssel, waaronder bedrijven die werkzaam zijn op het gebied van kunststoffen en milieutechnieken. -het bevorderen van werkgelegenheid in die provincie, waarbij de NV zal handelen overeenkomstig hetgeen in de markt waarin zij opereert gebruikelijk is. Financiële risico’s: Beperkt tot deelname in aandelenkapitaal.

CBL Vennootschap (ASA risicofonds) Rechtsvorm: Besloten Vennootschap Betrokken partijen: 6 Nederlandse provincies en 130 gemeenten. Bestuurlijk belang: 432 aandelen (0,0216% stemmen in de AVA). Bijdrage aan de gemeentelijke doelstellingen: In het kader van de transactie met het Duitse energiebedrijf RWE hebben de verkopende aandeelhouders een aantal garanties afgegeven aan RWE. Ter verzekering van de betaling van eventuele schadeclaims heeft RWE bedongen dat een deel van de verkoopopbrengst door de verkopende aandeelhouders gedurende een bepaalde tijd op een aparte bankrekening zal worden aangehouden. De looptijd van deze BV is afhankelijk van de periode dat deze claims kunnen worden ingediend en afgewikkeld.

21

CSV Amsterdam Rechtsvorm: Besloten Vennootschap Betrokken partijen: 6 Nederlandse provincies en 130 gemeenten. Bestuurlijk belang: 432 aandelen (0,0216% stemmen in de AVA). Bijdrage aan de gemeentelijke doelstellingen: De organisatie vervult drie doelstellingen: -namens de Verkopende Aandeelhouders van Essent een eventuele schadeclaimprocedure voeren tegen de Staat als gevolg van de WON; -namens de Verkopende Aandeelhouders eventuele garantieclaimprocedures voeren tegen Recycleco BV ("Waterland") -het geven van instructies aan de escrow-agent wat betreft het beheer van het bedrag dat op de escrow- rekening n.a.v. de verkoop van Attero is gestort. Schadeclaimprocedure: In februari 2008 is Essent, met toestemming van de publieke aandeelhouders, een procedure begonnen tegen de Staat der Nederlanden waarin zij een verklaring voor recht vragen dat bepaalde bepalingen van de Wet Onafhankelijk Netbeheer ("WON") onverbindend zijn. Als gevolg van de WON (en de als gevolg daarvan doorgevoerde splitsing tussen het productie- en leveringsbedrijf enerzijds en netwerkbedrijf anderzijds) hebben haar aandeelhouders schade geleden. Vanwege praktische moeilijkheden om de juridische procedure aan de Verkopende Aandeelhouder van Essent over te dragen, hebben de Verkopende Aandeelhouders en RWE afgesproken dat de onderliggende (declaratoire) procedure over de vraag of (delen van) de WON onverbindend zijn, ook na afronding van de transactie met RWE, door Essent zal worden gevoerd. De Verkopende Aandeelhouders en RWE zijn verder overeengekomen dat de eventuele schadevergoedingsvordering van Essent op de Staat die zou kunnen ontstaan als de rechter inderdaad van oordeel is dat (delen van) de WON onverbindend is, wordt gecedeerd aan de Verkopende Aandeelhouders (en dus niet achterblijft bij Essent), die deze vordering gebundeld zullen gaan houden via de deelneming (de CSV Amsterdam BV). De WON leidde er toe dat het productie- en leveringsbedrijf enerzijds en het netwerkbedrijf anderzijds gesplitst moesten worden. De Hoge Raad heeft besloten dat de Splitsingswet niet in strijd is met het recht van de Europese Unie. Met deze uitspraak van de Hoge Raad zijn de vorderingen van Essent op de Staat definitief afgewezen. Voor de vennootschap is de procedure daarmee geëindigd. Financiële risico’s: Beperkt tot deelname in aandelenkapitaal.

Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV Rechtsvorm: Besloten Vennootschap Betrokken partijen: 6 Nederlandse provincies en 130 gemeenten. Bestuurlijk belang: 432 aandelen (0,0216% stemmen in de AVA). Bijdrage aan de gemeentelijke doelstellingen: Middels Energy Resources Holding BV, opgenomen in deze deelneming, zijn de oud-aandeelhouders van Essent voor 50% eigenaar van de aandelen van N.V. Elektriciteits-Produktiemaatschappij Zuid-Nederland EPZ. Financiële risico’s: Met de liquidatie van het General Escrow Fonds is alleen nog sprake van een risico en daarmee aansprakelijkheid voor de verkopende aandeelhouders ter hoogte van het bedrag dat als werkkapitaal wordt aangehouden in de BV. Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (totaalbedrag € 1.496.822) (art 2.:81 BW).

22

Verkoop Vennootschap BV Rechtsvorm: Besloten Vennootschap Betrokken partijen: 6 Nederlandse provincies en 130 gemeenten. Bestuurlijk belang: 432 aandelen (0,0216% stemmen in de AVA). Bijdrage aan de gemeentelijke doelstellingen: In het kader van de transactie met het Duitse energiebedrijf RWE hebben de verkopende aandeelhouders een aantal garanties afgegeven aan RWE. Ter verzekering van de betaling van eventuele schadeclaims heeft RWE bedongen dat een deel van de verkoopopbrengst door de verkopende aandeelhouders gedurende een bepaalde tijd op een aparte bankrekening zal worden aangehouden. De looptijd van deze BV is afhankelijk van de periode dat deze claims kunnen worden ingediend en afgewikkeld. Financiële risico’s: Met de liquidatie van het General Escrow Fonds is alleen nog sprake van een risico en daarmee aansprakelijkheid voor de verkopende aandeelhouders ter hoogte van het bedrag dat als werkkapitaal wordt aangehouden in de BV. Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (totaalbedrag € 20.000) (art 2.:81 BW).

Vordering op Enexis BV (ASA risicofonds) Rechtsvorm: Besloten Vennootschap Betrokken partijen: 6 Nederlandse provincies en 130 gemeenten. Bestuurlijk belang: 432 aandelen (0,0216% stemmen in de AVA). Bijdrage aan de gemeentelijke doelstellingen: In het kader van de transactie met RWE hebben de verkopende aandeelhouders een aantal garanties afgegeven aan RWE. Ter verzekering van de betaling van eventuele schadeclaims heeft RWE bedongen dat een deel van de verkoopopbrengst door de verkopende aandeelhouders gedurende een bepaalde tijd op een aparte bankrekening zal worden aangehouden. De looptijd van deze BV is afhankelijk van de periode dat deze claims kunnen worden ingediend en afgewikkeld. Financiële risico’s: De aandeelhouders lopen geringe risico’s voor de niet-tijdige betaling van rente en/of aflossingen en faillissement van Enexis voor het bedrag dat als werkkapitaal wordt aangehouden in de BV (art 2.:81 BW).

23