Archeologische Kroniek Zuid-Holland

47e jaargang | 2015 Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Editie 2015 | pagina 2

INHOUD (klik op een hoofdstuk) - Schoonhoven | Westland | Solleveld 48 Plangebied Buiten de Veerpoort 27 Westland – Ter Heijde | Molenslag 48 | Aalmarktproject 27

Voorwoord 3 Leiden | Bio Science Park, Kop van Leeuwenhoek 29

Alphen aan den Rijn | Rijnplein 4 Leiden | Lakenplein 29

Capelle aan den IJssel | Sloteiland 4 Leiden | Lammermarkt 32 VARIA | Markt 5 Leidschendam Voorburg | Centrum-Kanaal van Corbulo 34 Westland – Ter Heijde | Molenslag 50 Delft | Paardenmarkt Artilleriemagazijn 5 Midden-Delfland - Schipluiden | Slinksloot 36 Den Haag | Ockenburgh 50 Delft | Parallelweg-fietsenstalling Park Spoorloos 7 | Toldijk 37 Oud goud uit Valkenburg (De Woerd) en Zwammerdam 52 Delft | Spoorzone, Het Nieuwe Kantoor 8 | Voorstraat 79 37 Leidschendam - Voorburg | Leidsekade 39 54 Delft | Staalweg 1-De Stille Putten 9 | Dillenburglaan 38 Publicaties over de opgraving Den Haag | Atlantikwall 10 Rijswijk | Van Vredenburchweg 79 38 -Timmerhuis 55

Den Haag | Rotterdamsebaan 13 Rijswijk | Spieringsweteringweg 10 39 Nissewaard legt link tussen heden en verleden met speeltuin 56 Den Haag | Westduinpark 15 Rijswijk | Wilhelminapark 39 Nationale Archeologiedagen 57 | Kuipershaven 11 16 Rijswijk | RijswijkBuiten, ’t Haantje 39 Goudse straatjongen krijgt gezicht: Gouda | Goejanverwelledijk 21 Rijswijk | RijswijkBuiten, klooster- en het mysterie van het omgekeerde graf 57 buitenplaatsterrein Sion 40 Gouda | Hoge Gouwe 71 22 Archeologieles voor de basisschool 59 Rotterdam | Kralingse Bos 41 | Klei-Oost-Zuid 22 Opening museum 60 Rotterdam | Bright 42 Katwijk - Rijnsburg | Joachim Oudaanstraat 24 Interview met Rob van Gerner, juwelier | Babbersmolen 44 Katwijk - Rijnsburg | Moleneind 44 25 aan de Breestraat in Leiden met een Vlaardingen | Park Drieënhuizen 47 eeuwenoude muur in de kelder 60 Katwijk - Rijnsburg | Trappenberg- Kloosterschuur-Voorhouterweg 26 | Bachlaan 4 47 Literatuur en colofon 63 Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 3

VOORWOORD

Beleef de archeologie van Zuid-Holland

Ieder jaar worden bij tal van opgravingen in Zuid-Holland archeologische resten ontdekt. Daar zitten vaak spectaculaire vondsten bij, die ons nieuwe informatie geven over de wereld om ons heen. Soms kan het jaren duren voordat de onderzoeksresultaten zijn uitgewerkt en gepubliceerd. Om belang- stellenden toch op de hoogte te houden van actuele archeologische ontdekkingen in de provincie, publiceren wij elk jaar de Archeologische Kroniek Zuid-Holland.

Ook dit jaar bevat de Kroniek boeiende bijdragen, die ons meer vertellen over het leven in Zuid-Holland door de eeuwen heen. In Leiden bijvoorbeeld, onderzochten archeologen en bouwhistorici een 17de- eeuwse stadsuitbreiding. Verder is er een update uit Den Haag met de laatste inzichten over het Romeinse ruiterfort en de bijbehorende nederzetting bij Ockenburgh. Verrassend is ook het onderzoek - uitgevoerd door vrijwilligers - naar de resten van een stenen schuur bij de Babbersmolen in Schiedam. De uitkomsten werpen nieuw licht op het leven van poldermolenaars in de 19de eeuw.

Tot slot wil ik iedereen die heeft meegewerkt aan deze Kroniek bedanken voor hun bijdrage. Dankzij de belangeloze inzet van gemeenten, archeologen, wetenschappers en talloze vrijwilligers kunnen wij het verhaal van de Zuid-Hollandse archeologie met u delen. Lees en beleef de archeologie van Zuid-Holland!

Judith Tegelaers Directeur Erfgoedhuis Zuid-Holland Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 4

Alphen aan den Rijn | Rijnplein boude conclusie zijn dat hiermee ook de fasen van werden de benodigde kraagstenen onder de moer- In juni werd op het Rijnplein in het centrum van een steen- en houtbouw zijn aangetoond. Ten slotte balken in een ruimte vaak versierd met een reeks Alphen een diepe boring gezet voor de watervoorzie- lijkt hier weinig bewoningsafval te zitten, het is verschillende mannen- en vrouwenkoppen. De ning voor een blusinstallatie. Door een lacune in de althans niet opgeboord. bebaarde en besnorde mannenkop met aan beide beleidskaart was het niet mogelijk een archeologisch AWN Rijnstreek, D. van der Kooij zijden een voluut met bladmotief kan gedateerd onderzoek op te leggen, daarom werd de AWN worden omstreeks 1600. Van de iconografie valt gevraagd de werkzaamheden te begeleiden. Deze Capelle aan den IJssel | Sloteiland weinig te zeggen, enerzijds omdat er weinig bekend omvatten het graven van een werkput, waarin vervol- Bij graafwerk in het kader van de herinrichting van is van de iconografie van deze koppen in het alge- gens de boorinstallatie geplaatst werd. het sloteiland werd een bijzonder bouwornament meen en anderzijds omdat we van een mogelijke Volgens de meest recente plattegrond van het castel- gevonden, afkomstig van het 17de-eeuwse buiten- reeks uit de betreffende zaal van het buitenhuis lum (Polak 2004) zou de boring waarschijnlijk in een huis van de Rotterdamse koopman Johan van der alleen maar dit exemplaar hebben. hoek van het castellum uitkomen, in het intervallum. Veeken (1549-1616). Dat buitenhuis kennen wij alleen Boven het maaiveld is er - met uitzondering van wat Het was mogelijk dat bij het huidige graafwerk het van prenten, omdat verder geen enkel (decoratief) muurresten van de torens van de ringmuur - niets Romeins niveau bereikt zou worden. Daarnaast lag de bouwfragment resteert. meer over van het buitenhuis. Het buitenhuis werd in locatie dicht bij de Hoge Rijndijk, een middeleeuws Het huis werd gebouwd tussen 1612 en 1618. Het 1797 grondig gesloopt en voor zover bekend werden waterstaatkundig object. was een vierkant huis op een rechthoekig eiland, dat alle bruikbare bouwmaterialen verkocht. Bij het graven werd snel duidelijk dat het Romeinse omgeven werd door een ring- niveau gravend niet bereikt zou worden. Dit deel van muur met vier torentjes. Het het Rijnplein bleek recent ongeveer een halve meter huis had verschillende zalen, opgehoogd te zijn. De werkput was tot een diepte van waaronder een kerkzaal op de circa 2 m onder het maaiveld gepland. Na verwijde- eerste verdieping, en een ring van recente en geheel verstoorde lagen kwamen dubbel pronkdak met torentjes. helemaal onderin een paar graafmachinebakken vol Het ornament zelf is een zand- zwarte vette klei naar boven, die duidelijk nog in stenen console of kraagsteen, oorspronkelijke stratigrafische positie lagen. Hieruit gemaakt om een moerbalk van werden moeizaam wat kleine roodbakkende scher- een samengestelde balklaag in ven, een fragment Andenne en enig baksteen getrof- een huis van aanzienlijke om- feld: duidelijk het laatmiddeleeuwse niveau. Vanaf dit vang (dan wel een kasteel) te niveau zou alleen geboord worden. ondersteunen. Bij rijkere huizen De volgende dag is de opbrengst van de steenvang van de boorinstallatie opgehaald. Die was pover, De console is gemaakt van een slechts een brok tufsteen en een fragment hout, zo te blok zandsteen van 49 x 36 x 31 zien losgerukt van een groter stuk hout; een plank of cm. Het gebeeldhouwde gedeel- balk wellicht. Het is aannemelijk dat de boor door het te omvat 26,5 cm van de lengte Romeinse niveau is gegaan, maar het zou een te van de steen. (Foto: BOOR) Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 5

De console is tijdens de feestelijke opening van het door het kerkhof van de Nieuwe Kerk heen. De meeste het plein, ter hoogte van het huidige standbeeld van sloteiland in zijn ‘nieuwe jas’ in december 2015 ont- graven waren al verstoord bij het graven van eerdere Hugo de Groot. huld door de Capelse wethouder Jean-Paul Meuldijk, leidingsleuven. Alleen op het diepste niveau, vanaf Behalve over het kerkhof leverde de leidingsleuf ook die in zijn jeugd vele uren spelend op en rondom het 1,20 m onder het maaiveld, lagen nog intacte grafkis- informatie op over het ontstaan van het marktterrein. sloteiland heeft doorgebracht. De console wordt ten- ten. Acht van deze kisten moesten wijken voor de lei- Het plein bleek ruim voor de bouw van de Nieuwe toongesteld in het museum Dief- en Duifhuisje, waar ding en zijn opgegraven. Het waren begravingen van Kerk in 1383 meer dan 1 m te zijn opgehoogd. De de vrijwilligers van de Historische Vereniging Capelle twee oude mannen, twee jonge mannen, twee kinde- ophooglagen rond het stadhuis zijn uit de 13de en de aan den IJssel sinds jaar en dag met groot enthousias- ren en twee baby’s. De skeletten van twee van de vol- 14de eeuw. Dat betekent dat de markt ook na de me in woord en beeld onder meer over de geschiede- bouw van het stadhuis, vermoedelijk in de 13de eeuw, nis van het Huis te Capelle verhalen. nog flink is opgehoogd. Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR), Archeologie Delft, Jorrit van Horssen Ton Guiran Delft | Paardenmarkt Artilleriemagazijn Delft | Markt Het Artilleriemagazijn van de Staten van Holland en Op de Markt in West-Friesland aan de Paardenmarkt is het grootste het centrum van historische gebouwencomplex in de binnenstad van Delft werd gegra- ven voor de aan- Opgravingsput op de binnenplaats met middenvoor leg van leidingen. de kloostergang. Het gebouw rechtsachter staat op De leidingsleuf een 15de-eeuwse fundering. (Foto: Archeologie Delft) liep vanaf de Nieuwe Kerk De twee naast elkaar geplaatste grafkistjes van de langs de zuide- baby's uit de 16de eeuw. (Foto: Archeologie Delft) lijke rooilijn van het plein naar de wassen mannen zijn met 14C-onderzoek gedateerd achterzijde van in de eerste helft van de 15de eeuw. Het hout uit de het stadhuis. In kist van één van de baby’s kon dendrochronologisch het oostelijke worden gedateerd ná 1514. Het fysisch-antropo- deel van het plein logisch onderzoek naar de skeletten laat zien dat het ging de sleuf leven in de 15de en 16de eeuw zwaar was: ondervoe- ding, infectieziekten, miskramen, onbehandelde bot- Zicht op de leiding- breuken, geïnfecteerde wonden, versleten gewrichten sleuf met twee van door jarenlange overbelasting en weggerotte gebit- de skeletten. ten. Met het onderzoek is ook de westelijke begren- (Foto: Archeologie Delft) zing van het kerkhof vastgesteld. Deze lag halverwege Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 6

Delft. Tot in 2013 had het complex als depot van het Er zijn geen muren van de kapel Legermuseum nog een militaire functie. gevonden. In de latere Affuitenloods In de 15de en 16de eeuw lag ter hoogte van het kon wel een klein stuk van de kloos- complex het Clarissenklooster. Nadat de nonnen als terbegraafplaats worden opgegra- ven. Hier lagen - zeer opmerkelijk Een van de twee con- voor een klooster - twee graven met temporaine afbeel- daarin de skeletten van twee kinde- dingen van het ren en een baby. Mogelijk zijn de gra- kloostercomplex met ven aangelegd in de ‘crisisperiode’ rechts de Kantoor- van 1573. Naast de graven lag een gracht en onder de muur uit de late 16de of vroege 17de oostelijke ommuring eeuw met in de fundering twee stuk- van de stad langs de Schilderij van Egbert Lievensz van der Poel; De ken van grafstenen met gotische inscripties en een Schie. Rechts van de ontploffing van het kruithuis in Delft Maandag natuurstenen rand van een grote waterput. Ook ver- kapel de vleugel uit 12 oktober 1654 (1654). (Collectie Museum Het Prinsenhof, schillende puinkuilen op de binnenplaats bevatten de 15de eeuw en bruikleen Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) bouwmateriaal van het klooster en aardewerk uit de onder de vleugel uit late 16de eeuw of vroege 17de eeuw. Vermoedelijk de 16de eeuw. Van complex geleidelijk volgebouwd met nieuwe loodsen werden al vóór de kruitramp van 1654 grote delen de grote waterput en werkplaatsen. van de kloosterbebouwing afgebroken. Van de kruit- op de binnenplaats Voor de huidige verbouwing van het complex moest ramp zijn geen duidelijke archeologische sporen is vermoedelijk een deel van de natuurstenen rand een groot aantal leidingsleuven, installatiekelders en gevonden. gevonden. (Afbeelding: Archief Delft, obj. 70465) plantenbedden worden uitgegraven. Hierbij zijn enkele tientallen stukken muur gevonden. De oudste Een van de gevolg van de Opstand in 1573 het klooster hadden bebouwing van het klooster stond aan de noordzijde twee grafste- moeten verlaten, werd het door de Staten in gebruik van het complex, aan de Kantoorgracht. De huidige nen met goti- genomen als artilleriemagazijn. In de kapel werden bebouwing blijkt deels op 15de-eeuwse funderingen sche inscrip- zwavel en salpeter opgeslagen, in de kloostertuin te staan. In de loop van de 15de of 16de eeuw is de tie uit de kanonnen en in de kelders buskruit. In 1654 ging dat indeling van de vleugel veranderd, waarbij ook een kloosterperio- gruwelijk mis. Eén van de opslagplaatsen voor kruit forse inpandige waterput werd aangelegd. In de de. Tot op heden vatte vlam, met de Delftse donderslag tot gevolg. noordoosthoek van het complex werd aan het begin is nog onduidelijk Een groot deel van Delft werd verwoest en tientallen van de 16de eeuw een nieuwe vleugel met acht cellen wat er precies inwoners lieten het leven. Het bood de Staten van gebouwd. De meest noordelijke ruimte was onderkel- staat. Holland de gelegenheid het terrein opnieuw in te rich- derd. Vanaf deze nieuwe vleugel liep een gang dwars Aanbevelingen zijn ten, met onder andere de nu nog bestaande Affuiten- over de binnenplaats richting de kapel, zodat tussen welkom. (Foto: loods uit 1671. In de volgende eeuwen werd het de vleugels een afgesloten kloosterhof ontstond. Archeologie Delft) Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 7

Er zijn 18de- en 19de-eeuwse funderingen gevonden van de bakken waarin kanonskogels werden bewaard én van de onderstellen waarop de kanonslopen lagen. Ook in 1988 en 2004 zijn al delen van het Clarissen- klooster opgegraven. De koppeling van nieuwe en oude onderzoeksgegevens maakt misschien een voor- zichtige eerste reconstructie van het kloosterterrein mogelijk. Archeologie Delft, Jorrit van Horssen

Delft | Parallelweg-fietsenstalling Park Spoorloos De westelijke helft van de huizen die zijn gevonden, De grote bierton met een inhoud van minimaal 650 Achter het oude station van Delft, aan de Parallelweg, met links de kinderkopjes van de Madelaan en goten liter. (Foto: Archeologie Delft) wordt een ondergrondse fietsenstalling gebouwd. die vanaf de huizen afwaterden op de langs de weg gelegen sloot. (Foto: Archeologie Delft) drogen. Tijdens het onderzoek bleek dat de onderste De bewoningssporen op vlak 1 aan de delen van de palen van de ramen bewaard waren Madelaan. De sporen van de Op deze fietsenstalling zal een stadspark, het Park gebleven. Hierdoor waren de palenrijen goed in het lakenramen werden pas Spoorloos, worden aangelegd. Voordat de bouwwerk- vlak zichtbaar en werd duidelijk dat de rijen 5 tot 7 m op een dieper niveau zaamheden konden starten, heeft Archeologie Delft zichtbaar. (Archeo- een archeologisch proefsleuvenonderzoek uitgevoerd. Uitsnede van de Kaart Figuratief uit 1678 met de logie Delft) De resultaten van dit onderzoek waren aanleiding Madelaan en de lakenramen ter hoogte van de voor het opgraven van een deel van het terrein. Deze opgraving. (Foto: Archeologie Delft) opgraving is uitgevoerd in oktober 2015. Tijdens het onderzoek is de oude Madelaan gevonden. Deze weg, die bestond uit zogenaamde kinderkopjes, verbond ooit het kasteel Made met de stad Delft. Aan deze weg zijn in de 18de en 19de eeuw huizen gebouwd, waar- van de funderingen, kelders, beerputten en goten zijn gevonden. Ook is er een grote bierton gevonden, die is hergebruikt als waterput. De ton met een inhoud van ten minste 650 liter is zijn geheel meegenomen en wordt momenteel geconserveerd. Ook is er onderzoek gedaan naar de lakenramen die op deze percelen hebben gestaan. Deze lakenramen staan onder andere afgebeeld op de Kaart Figuratief uit 1678 en dienden om de wollen lakens op te laten Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 8

uit elkaar hebben gestaan. Het hout van de palen is oktober 2015. Het oudste spoor van de 500 sporen die meegenomen voor nader onderzoek en mogelijke gevonden zijn, is een verkavelingsgreppel uit de 12de datering. eeuw. Alle andere sporen dateren vanaf de 15de eeuw. Archeologie Delft, Bas Penning De opgravingsvlakken zijn op twee verschillende niveaus aangelegd. Het onderste niveau dateert gro- Delft | Spoorzone, Het Nieuwe Kantoor tendeels uit de 15de, 16de en 17de eeuw en bestaat Voorafgaand aan de voornamelijk uit kuilen en greppels. tweede bouwfase van het nieuwe stadskantoor van de gemeente Delft heeft Archeologie Delft bewo- ningsresten uit de 15de tot en De huizen uit de 18de eeuw. (Foto: Archeologie Delft) met de 19de eeuw onderzocht. De archeologische resten lagen den van het onderzochte gebied. Er is slecht één hoek onder de voormalige spoordijk van bewaard gebleven, de rest is door recente bodem- van de lijn Rotterdam-Den Haag verstoringen verdwenen. De andere drie huizen lig- en zijn daardoor uitstekend gen bij elkaar en dateren waarschijnlijk uit het einde bewaard gebleven. Bij de eerste van de 18de eeuw. bouwfase van het stadskantoor Deze laatste drie huizen staan ook afgebeeld op het in 2012 is ook archeologisch minuutplan van 1832, maar niet op oudere kaarten. onderzoek verricht, maar toen De overkluizing, brug of hoek van een stenen gebouw. Eén van deze huizen kon vrijwel volledig onderzocht bleek de bodem grotendeels (Foto: Archeologie Delft) worden. Van de andere twee viel slechts een klein deel verstoord. Het onderzoek in binnen het plangebied. Bij de huizen zijn de gebruike- 2015 bestond in eerste instan- Ook zijn er resten van een overkluizing, mogelijk een lijke sporen gevonden, zoals beerputten, beertonnen, tie uit een proefsleuvenonder- brug of de hoek van een stenen gebouw uit dezelfde waterputten en afvalkuilen. Rondom de huizen liepen zoek om de archeologische res- periode, gevonden. Gezien het grote aantal (paal)kuil- opvallend veel sloten, greppels en goten. Een deel van ten te inventariseren, maar aan- en en het huishoudelijk afval zullen er hier wel huizen de sloten was beschoeid en deze beschoeiing is vaak gezien de resultaten veelbelo- hebben gestaan, maar deze zijn tijdens het onderzoek vervangen en gerepareerd. Dit wijst op veel waterge- vend waren, werd al snel beslo- niet als zodanig herkend. Een grote hoeveelheid koei- bruik dat waarschijnlijk samenhangt met de bleekvel- ten dat er een opgraving moest enschedels en een concentratie van leer geeft aan dat den die hier lagen. Het linnengoed dat hier te bleken plaatsvinden. Deze opgraving is in er waarschijnlijk leerbewerking heeft plaatsgevonden. lag, moest voortdurend nat gehouden worden met drie fasen uitgevoerd tussen juli en Het bovenste niveau dateert uit de 17de, 18de en (schoon) water, de zon deed de rest. 19de eeuw. Hierin zijn vier verschillende bakstenen De huizen zijn in de 19de eeuw gesloopt om plaats te Overzicht van de sporen. huisplaatsen gevonden, waarvan er één lijkt te date- maken voor het eerste spoor van Delft. (Illustratie: Archeologie Delft) ren in de 17de eeuw. Deze huisplaats ligt in het zui- Archeologie Delft, Bas Penning Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 9

Delft | Staalweg 1 - De Stille Putten In Delft is de gemeentelijke locatie ‘De Staal’ al sinds de Middeleeuwen in gebruik als gemeentewerf. Bin- nenkort komt er echter een einde aan het bijna 500- jarige ononderbroken gemeentelijk gebruik van dit terrein: de gemeente gaat het perceel verkopen. Van- wege de herontwikkeling is voor deze locatie een bu- reau- en booronderzoek uitgevoerd. Door de lange en continue geschiedenis is het een interessant gebied. Tekening van de Stille Putten uit 1613. De tekst ver- maar roept tegelijk ook vragen op. Op de kaart zijn Op het terrein van De Staal, even buiten de Oostpoort meldt onder andere een grote en kleine put en een kades en doorlaten getekend en drie afzonderlijke van Delft, werden in 1551 drie zogenaamde ‘stille put- zeepsop put. (Foto: Archief Delft) putten: een ‘grote put’, een ‘kleine put’ en een ‘Seep- ten’ gegraven. Een ‘stille’ of ‘secreet’ is een oud woord sop puttch’ ofwel ‘zeepsop putje’. Met name dit laat- voor toilet of schijthuisje, waar men ‘in het geheim’ beer, zodat deze kon rijpen tot compost, en eventueel ste is enigszins mysterieus: wat gebeurde er in de (stil of secreet) zijn of haar behoefte kon doen. De uit- vermengd kon worden met ander afval, zoals dierlijke zeepsop put? Een mogelijke verklaring is wellicht te werpselen kwamen terecht in beerputten. Beerputten mest en bagger uit de stadsgrachten. Deze compost vinden in een verordening uit 1610, herhaald in 1641, komen in Delft vóór circa 1450 wel voor, maar tussen werd als mest weer verkocht aan landbouwers. waarin sprake is van schuiten die een paar keer per 1450 en 1500 verordonneert het stadsbestuur dat Deze vorm van recycling leverde de stad naast week zeepsop in de stad ophaalden. Mogelijk werd dit iedereen een dergelijk secreet moet hebben, zodat hygiëne dus ook geld op. Over het exacte proces van het menselijk afval niet in het oppervlaktewater de beerverwerking is nog veel onduidelijk. Het is erg Uitsnede van de kaart van Cruquius uit 1712 waarop terechtkomt. Het water moet namelijk schoon blijven waarschijnlijk dat op de locatie van de Stille Putten de de Stille Putten te zien zijn en de vaart daar naartoe. voor de Delftse bierindustrie, aangezien zij het water niet-organische materialen gescheiden werden van Linksboven de zuidoosthoek van de stad Delft. dat zij voor hun product nodig hadden uit de stads- de beer. De beerputten zaten grachten haalden. Maar ook de blekers op de bleekvel- namelijk vol met huishoudelijk den rondom de stad waren niet gebaat bij water waar afval, waaronder aardewerk en uitwerpselen in dreven. De beerputten gaven behoor- glas. Hoe dit proces van scheiding lijke stankoverlast, zeker wanneer ze vol raakten. in zijn werk ging, en wat er met Beerputten moesten regelmatig geleegd worden. die gescheiden materialen gebeur- Vanwege de stankoverlast werd dit werk ’s nachts de, is onduidelijk. In potentie is er gedaan door zogenaamde ‘nachtwerkers’. Het was op deze locatie een grote hoeveel- natuurlijk wel van belang dat de opgehaalde beer op heid stadsafval uit Delftse beer- een goede plek verwerkt werd, aangezien anders als- putten aanwezig. nog de waterkwaliteit bedreigd werd. De inhoud van Tijdens het onderzoek werd een die beerputten werd daarom sinds 1551 naar de Stille kaart van de Stille Putten uit 1613 Putten gebracht. Dit terrein werd speciaal door het ontdekt. Deze kaart geeft een zeer stadsbestuur ingericht voor het verwerken van de gedetailleerd beeld van het gebied, Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 10

naar de Stille Putten gebracht om daar een deel van diepte nog intact is. Uit welke periode de putten gelegen kustplaatsen, in een groot militair landschap. de zeep terug te winnen. stammen is echter niet uit de boringen af te leiden. Hoewel men na de oorlog geprobeerd heeft de resten Door booronderzoek kon worden aangetoond dat de Het terrein is nog tot ver in de 20ste eeuw in gebruik te verwijderen, was dit door de enorme hoeveelheden onderkant van deze Stille Putten op enkele meters geweest als afvalverwerkingsstation, waarbij op een aan bouwwerken, versperringen en veldversterkingen bepaald moment grote betonnen bakken zijn aan- nagenoeg onmogelijk. De Atlantikwall heeft dan ook In de 1871 werd het tonnetjessysteem in Delft geïntro- gelegd. Vooralsnog eindigt het onderzoek hiermee, fysieke sporen achtergelaten die vandaag de dag duceerd. De inhoud van de tonnen werd op De Staal maar mocht de locatie in de toekomst ontwikkeld soms duidelijk waarneembaar zijn, zoals zware bouw- verwerkt, net zoals daarvoor de geleegde beerputten. worden en de diepere ondergrond daarbij worden werken, maar vaak ook minder duidelijk, zoals loop- Op deze foto uit 1932 worden beertonnen opgehaald in verstoord, dan zal aanvullend onderzoek aan de orde graven en veldversterkingen. de Pieterstraat. De laatste ton werd opgehaald in 1974, zijn, en kunnen hopelijk een aantal van de vragen toen alle Delftse huizen op het riool waren aangeslo- over dit terrein worden beantwoord. ten. (Archief Delft) Archeologie Delft, Steven Jongma

Den Haag | Atlantikwall Inleiding De Tweede Wereldoorlog heeft in grote delen van Nederland haar sporen achtergelaten. Niet alleen door daadwerkelijke gevechtshandelingen, maar voor- al door grootschalige aanleg van vestingwerken. Ook Zuid-Holland is niet aan deze bouwcampagnes ontko- men. Langs de Zuid-Hollandse kust liep een van de grootse en belangrijkste militaire structuren uit de oorlogsjaren, de Atlantikwall. Deze kustverdedigings- linie werd tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitse bezetter aangelegd aan de westgrens van het Loopgraaf in het Zuid-Hollandse deel van de Amster- Derde Rijk en moest een oorlog op twee fronten voor- damse Waterleidingduinen, zichtbaar aan de hand van komen. Vanaf het bevel tot de aanleg in 1941, werd er licht afwijkende vegetatie en een zigzaggende laagte gedurende diverse bouwcampagnes met zeer veel (2012). (Foto: N. Warmerdam) materiaal aan deze verdedigingslinie gewerkt. Uiteindelijk lag er geen statische muur, maar een ket- Ontwikkeling van het onderzoeksveld ting van vele losstaande en zelfstandig opererende In de afgelopen vijf jaar is de archeologie van de steunpunten, verschillend van sterkte en opbouw. Atlantikwall sterk in opkomst. Het gaat daarbij niet Bij de gefaseerde uitbreiding van deze immense ver- alleen om het daadwerkelijke opgraven van resten dedigingslinie veranderde de Zuid-Hollandse kust, en van deze verdedigingslinie, maar ook het maken van in het bijzonder de stranden, duingebieden en de hier archeologische inventarisaties voor archeologische Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 11

Wat deze onderzoeken gemeen hebben, is dat ze voor- Onderzoek naar een Stützpunktgruppe namelijk zijn gericht op het in kaart brengen van Waar de onderzoeken zich vóór 2015 voornamelijk ‘zachte’ resten van de Atlantikwall. Onder zachte hadden gericht op de Freie Kuste, werd in 2015 een resten verstaan we hoofdzakelijk resten van veld- archeologisch onderzoek uitgevoerd naar een versterkingen, zoals loopgraven en aarden geschuts- zogenaamd Stützpunktgruppe; Stützpunktgruppe posities en onderkomens. In feite alle structuren Scheveningen. Een Stützpunktgruppe is een verzame- anders dan van steen en beton gebouwde werken. ling van stellingen (Stützpunkte, afgekort Stp. en Bouwwerken werden wel in kaart gebracht tijdens Widerstandsnester, afgekort Wn.), die geheel was het bureauonderzoek, maar hun aanwezigheid is in het veld niet geverifieerd. De onderzoeken resulteer- De vijf onderzoekslocaties binnen Stützpunktgruppe den in specifieke verwachtingskaarten per verwach- Scheveningen, die tijdens het onderzoek in 2015 zijn tingslocatie/stelling en een kaartlaag met de nog onderzocht. (Kaart: RAAP) zichtbare elementen. De dagelijkse werkzaamheden tijdens de veldinven- Voor de onderzochte Freie Küste geldt dat tijdelijke tarisaties, waarbij een loopgraaf, hier op de voorgrond veldversterkingen de kern van de stellingen en de met afwijkende vegetatie, wordt ingemeten en verdediging vormden en er slechts sporadisch sprake beschreven (2014). (Foto: RAAP) was van grote bunkercomplexen. Deze bunkercom- plexen vinden we vooral aan de hoofdverdedigings- verwachtings- en beleidskaarten, en het doen van linie: de kust en het strand. De stellingen langs dit archeologische vooronderzoeken. Vanaf 2012 zijn Seefront waren wel grotendeels in baksteen en beton er in de provincie Zuid-Holland meerdere grote uitgevoerd, maar voor het achterland gold dit, op een archeologische inventarisaties uitgevoerd. enkele uitzondering na, niet. De basis van de verdedi- Het begon in 2012 met het onderzoek in het Zuid- ging in deze gebieden was dan ook een omvangrijke Hollandse deel van de Amsterdamse Waterleiding- diepteverdediging die bestond uit in het natuurlijke duinen (de open kustsector die door de Duitsers aan- landschap ingepaste veldversterkingen, die waren geduid wordt als Freie Küste Zandvoort-Katwijk) als geclusterd in volledig rondom verdedigbare stelling- onderdeel van een bachelorscriptie (Warmerdam en. Tussen de steunpunten lagen ook mijnenvelden 2013). De uitkomsten van de scriptie vormden de en andere versperringen en op patrouilleroutes wer- basis voor een tweede onderzoek in het kustgebied den in het landschap losse verdedigingswerken of tussen Katwijk en Scheveningen (Freie Küste Katwijk- veldversterkingen aangelegd. Kennis over het land- Scheveningen, Kok en Warmerdam 2014). Deze studie schap is dan ook cruciaal om het verdedigingssys- is uitgevoerd met subsidie van de provincie Zuid- teem en de opbouw volledig te begrijpen. Dit geldt Holland. In 2015 volgde hierop een onderzoek in de niet alleen voor de hoofdlijnen van het verdedigings- Haagse Oostduinen en Westduin (Stützpunktgruppe concept, maar ook voor de inrichting op kleine schaal. Scheveningen). Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 12

omsloten door andere verdedigingswerken. is zeer divers en varieert van loopgraven en open omvangrijker is dan het ondergrondse. Ook is er aan In opdracht van de gemeente Den Haag werd door geschutsbeddingen tot zware geschutsbunkers en de rand van het complex een gevechtsloopgraaf met RAAP archeologisch adviesbureau, in samenwerking kabelsleuven. In tegenstelling tot de eerder onder- schuttersposities aangelegd. Men moest onder dek- met Warmerdam Cultuurhistorisch Onderzoek een zochte Freie Küste bestond het overgrote deel van de king ook bovengronds het gangenstelsel en de diverse archeologische inventarisatie uitgevoerd naar zachte verwachte en gevonden resten uit bouwwerken. Dit is bouwwerken kunnen bereiken. Het was ook niet resten van de Atlantikwall op vijf vooraf bepaalde logisch door de ligging in een militair belangrijker mogelijk, met het oog op de beschikbare materialen, locaties. Het ging om de twee kustbatterijen West- locatie, de focus op (zware) kustbatterijen en de lig- om alleen gebruik te maken van uit baksteen of beton duin en Scheveningen-Nord (Stp. XXXXIV M en ging van de onderzoeksgebieden aan de hoofdverde- opgetrokken opstellingen. Stp. XXXX M), twee steunpunten nabij het voor- digingslinie, het strand en de zee. In de loopgraven zat een zeer humeuze opvulling, die malige Radio Scheveningen (Stp. XXXXIIIa H en Wie de historische kaarten bekijkt, of door het land- gezien de ligging in de zeereep, niet gebruikelijk is. Stp.XXXXIIIb H) en het radarcomplex in het Westduin- schap loopt, zou bijna vergeten dat er tussen en bij Dit kan dan ook een aanwijzing zijn voor gebruik van park (Stp. XXXXV L). deze bouwwerken vele minder opvallende structuren plaggen. In de gemeente Den Haag zijn locaties Het doel van het onderzoek was om vast te stellen wel- zijn aangelegd, zoals veldversterkingen en versper- bekend waar de loopgraven niet zijn betimmerd, ke sporen van de Atlantikwall al dan niet in het veld maar zijn versterkt met plaggen. Onder andere bij aanwezig waren of konden worden verwacht op de Kijkduin komen deze loopgraven voor. vooraf bepaalde locaties. De nadruk lag op de In de bouwwerken zijn diverse opvallende zaken omgang met deze resten vanuit de archeologische waargenomen. Zo is de originele bedrading meestal monumentenzorg (AMZ). In een GIS is een vrij com- verdwenen, maar zijn de berekeningen, potlood- pleet overzicht gemaakt van de diverse nog aanwezi- strepen en boorgaten nog zo goed zichtbaar dat het ge resten, waarna deze gegevens in het veld zijn complete stroomnet kan worden herleid. getoetst en aangevuld. Gegevens voor dit kaartbeeld Er zijn ook teksten gevonden die aangeven wanneer waren afkomstig van eerdere archeologische onder- de bouwwerken zijn dichtgemetseld, en ook vinden zoeken, AHN en historische bronnen. Hierbij zijn niet we originele camouflage aan de buitenkant en alleen de losse elementen behandeld (loopgraven, wandschilderingen die tijdens de bezetting op de bunkers enz.), maar is ook gekeken naar de verban- wanden zijn geschilderd. den tussen afzonderlijke structuren, het landschap en de Stützpunktgruppe. Daarnaast biedt het onderzoek Een klein deel van het centrale loopgravensysteem van Nieuwe vragen en focus van onderzoek de kans om de bevindingen uit de eerder onderzochte de Marine Seeziel-Batterie Scheveningen Nord, dat in Waar de recente onderzoeken enkele vragen hebben Freie Küste te vergelijken met die uit een Stützpunkt- verbinding stond met enkele lichte bouwwerken en het kunnen beantwoorden, hebben ze ook tot nieuwe gruppe. gangenstelsel. (Foto: RAAP) vragen geleid. Op basis van de bescheiden informatie over de constructie van veldversterkingen zijn duide- Bunkers, loopgraven en geschutsopstellingen ringen. Zo ligt bij Batterij Scheveningen Nord een lijke regionale verschillen zichtbaar. Zo zijn in Door het bureauonderzoek waren op de vijf locaties ondergronds en gemetseld gangenstelsel dat diverse Scheveningen de resten van met plaggen versterkte in totaal 311 structuren verwacht die in verband ston- bouwwerken verbindt en ligt er boven en naast dit loopgraven gevonden, terwijl bij aan- den met de Atlantikwall. De aard van deze structuren stelsel een uitgebreid open loopgravenstelsel dat wijzingen zijn gevonden voor een versteviging van Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 13

nog niet mogelijk om harde grenzen tussen de Een Romeinse greppel gebieden en de verschillen in constructie aan te gevuld met dakpannen. geven. Een combinatie van gravend onderzoek en (Foto: afd. Archeologie Den Haag) gebiedsinventarisaties kan hier in de toekomst mogelijk meer informatie over verschaffen. Daarnaast bleek tijdens de onderzoeken dat bij de bestudering van de Atlantikwall een integrale bena- dering van het erfgoed van groot belang is voor het begrijpen en bestuderen van deze linie en voor het behoud en beheer van de resten ervan. Het één kan niet los van het ander worden gezien, wat tot op heden wel vaak het geval is. Door aan te sturen op een meer integrale aanpak, waarbij archeologische bronnen met historische bronnen worden gecombi- neerd, kunnen de inrichting, gebruik, fasering en afbraak van de linie en afzonderlijke steunpunten helder in kaart worden gebracht. Warmerdam Cultuurhistorisch Onderzoek, Nick Warmerdam met daarin meer dan 300 complete Romeinse dak- http://ezhlive.blob.core.windows.net/assets/4a15e333-fcd5-4a99-8725-f3171cf26488 pannen. Deze greppels sluiten aan op een haaks lopende greppel die in 1997 door de gemeente Den Haag | Rotterdamsebaan Rijswijk is opgegraven. Bij dat onderzoek werden on- De afdeling archeologie van de gemeente Den Haag geveer 50 complete dakpannen gevonden. Tussen de heeft vanaf de zomer van 2014 grootschalig archeo- complete dakpannen zaten geen gestempelde exem- logisch onderzoek gedaan in het tracé van de Rotter- plaren. Op één dakpan is wel een tegelgrote graffito Een van de vele wandschilderingen en bouwbio- damsebaan. Het onderzoek zal tot 2016 duren. aangebracht. In de nog natte klei is met een vinger grafische sporen; hier bladeren en met potlood De percelen die in 2015 zijn onderzocht hebben NIIMO geschreven. Dit moet als NEMO gelezen opgetekende planning voor kabels, leidingen en opnieuw archeologische resten opgeleverd uit de worden en betekent ‘niemand’. verdeelkasten. (Foto: N. Warmerdam) Romeinse Tijd en de Late Middeleeuwen. De belang- De dakpannen moeten nog verder onderzocht wor- rijkste voorlopige resultaten worden hierna besproken. den, maar ze lijken allemaal identieke afmetingen te houten palen met vlechtwerk. Op het moment is het hebben. Ook zijn er ongeveer evenveel imbrices als nog niet duidelijk of dit te maken heeft met de hier Romeinse Tijd tegulae gevonden. Dit zijn duidelijke aanwijzingen aanwezige troepen, de periode van aanleg, of de Na de inheems-Romeinse rijtjeshuizen die vorig jaar dat de dakpannen afkomstig zijn van één dak. Om regionale beschikbaarheid van materialen. Door de zijn gevonden, is een tweede bijzonder vondscomplex het gewicht van een pannendak te kunnen dragen fragmentarische archeologische kennis is het zelfs uit de Romeinse Tijd opgegraven: twee erfgreppels was een stevige onderbouw noodzakelijk. Daarom Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 14

Romeinse dakpan worden toegekend aan een nieuwe begraven hofstad. met daarin NIIMO Deze lag, zoals hierboven vermeld, bovenop het (niemand) geschre- Romeinse erf. ven. (Foto: J. Brobbel) Omdat er duidelijke verschillen aan te wijzen zijn tussen de omgrachte huisplaatsen en omdat het zeer vermoeden we dat onwaarschijnlijk is dat iedereen in het plangebied in op het door de drie een begraven hofstad woonde, zal bij de uitwerking greppels omsloten een herinterpretatie van dit begrip gemaakt moeten terrein een gebouw gestaan heeft dat niet uitsluitend worden. Veruit de meeste vondsten komen uit de uit hout was opgetrokken, maar (gedeeltelijk) uit grachten. Het eerste dat opviel is dat ze vrijwel alle- steen. Dit vermoeden wordt bevestigd door verschil- maal vol lagen met kloostermoppen. Complete stenen lende brokjes Romeins geverfd muurpleister. waren echter zeer zeldzaam. Blijkbaar stonden er op Dezelfde locatie is in de Late Middeleeuwen ook in- de omgrachte terreinen gebouwen die in ieder geval gericht als middeleeuws erf. Drie van de vier greppels deels uit met dakpannen zijn gespaard gebleven voor de mid- baksteen deleeuwse graafactiviteiten, maar dat geldt niet voor waren opge- het gros van de gebouwsporen. In vrijwel alle middel- trokken. Op eeuwse kuilen is Romeins bouwmateriaal gevonden, één plek is zoals grote stukken natuursteen (waaronder tuf- nog een steen) en dakpanfragmenten. Bij de uitwerking zal restant van gekeken worden naar de resten van de Romeinse in-situ- Eén van de fuiken. sporen tussen de middeleeuwse sporen om de con- muurwerk (Foto: afdeling archeologie, gemeente Den Haag) touren van dit gebouw te reconstrueren. gevonden. Dat hier een bijzonder Romeins erf lag, blijkt ook uit Een leuk detail is dat in een grondmonster uit één de andere vondsten. Hoewel veel sporen dus zijn Restant van een bakstenen fundering. van de fuiken vissenbotjes zaten. Eén fuik wordt op verspit, is er in één spoor een Romeinse bronzen ketel (Foto: afdeling archeologie, gemeente Den Haag) dit moment geconserveerd. gevonden. De ketel ligt in stukken uit elkaar en de In het veld was al duidelijk dat de hoeveelheid en de restaurator van de afdeling archeologie is bezig met De conservering van het vondstmateriaal was in de aard van de vondsten in de grachten erg uiteenliep. de restauratie ervan. grachten bijzonder goed. Vrijwel alle vondstcatego- Omdat door ons alle grachten volledig in vakken zijn rieën zijn in deze sporen gevonden. Zeldzaam zijn de uitgegraven, is niet alleen heel veel vondstmateriaal Late Middeleeuwen drie fuiken die op verschillende plekken onderin de geborgen, maar is ook de exacte locatie van de vond- Vorig jaar werd er melding gemaakt van de aanwezig- gracht lagen. sten bekend. Bij de uitwerking kunnen we hopelijk op heid van een begraven hofstad* in het onderzoeksge- basis van de vondstspreiding activiteitengebieden *Onder een begraven hofstad wordt verstaan alle omgrachte terreinen, bied. Ook op de terreinen die in 2015 zijn onderzocht inclusief die terreinen die doorgaans bekend staan als kasteel, ridderhof- binnen het erf aanwijzen. Een bijzondere vondst is zijn laatmiddeleeuwse resten gevonden die kunnen stad, havezate, etc., waarop in de Middeleeuwen bebouwing stond. een verzilverde veldfles met een datering in de 14de Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 15

Verzilverde 14de-eeuwse Voor meer informatie over dit project kunt u kijken op twee keer per jaar), meer specifiek de locatie Natte veldfles. (Foto: afd. archeo- www.facebook.com/archeologiedenhaag. Pan op circa 300 m zeewaarts van de binnenrand van logie, gemeente Den Haag) Gemeente Den Haag, Afdeling Archeologie en de Jonge Duinen. In de Natte Pan komt aardewerk uit Natuur- en Milieueducatie, Peter Stokkel twee perioden voor: de IJzertijd (tot nu toe circa 2 kg, eeuw. Zelfs een deel voor het overgrote deel in kleine scherven) en de van de leren riem Naar aanleiding Middeleeuwen (circa 1 kg, eveneens in kleine scher- waarmee deze fles van de publicatie ven). Er komen maar erg weinig scherven voor uit de gedragen kon wor- van de middel- Romeinse Tijd. De Vroege Middeleeuwen zijn niet den, is gevonden. Uit eeuwse ring met vertegenwoordigd. Daarna vinden we pas weer diezelfde gracht komt tekst vorig jaar is meer scherven met een datering vanaf de 9de eeuw. een lakstempel. Op het lak- er een waardevolle reactie gekomen met betrekking De dateringen van de scherven lopen door tot in de stempel staat een wapen- tot de vertaling van de tekst. De tekst moet gelezen 15de eeuw (met onder andere scherven steengoed schild met een lage keper worden als Amo te vita, ik hou van je mijn lief. Verder met zoutglazuur), omdat in die periode de locatie afgebeeld, met daarom- is de datering van de ring nog steeds onzeker; de con- met een pakket Jong Duinzand (Laag van Den Haag) heen de naam van de eigenaar, Willem H??rinc. text en het object zelf laten zowel een Romeinse als werd overstoven. Loodrecht op de strandwallen ligt Vooralsnog is deze persoon nog niet teruggevonden laatmiddeleeuwse datering toe. (Foto: afdeling archeologie, de vindplaats Natte Pan, 875 m dichter bij zee dan de in historische bronnen. gemeente Den Haag) vindplaats Wijndaelerplantsoen (Meer en Bosch), dus op een jongere strandwal. Den Haag | Westduinpark Het aantal scherven dat bij de monitoring gevonden Op verzoek van en in nauwe samenwerking met de wordt neemt gestaag af doordat de regen geen nieu- gemeente Den Haag is de archeologische monitoring we scherven meer aan het licht brengt. Dat geldt voor van het Haagse Westduinpark voortgezet (sinds 2013 zowel de IJzertijd- als de middeleeuwse scherven.

Stuifkuil nabij de Bloedberg. (Foto: J. Heerema) Natte Pan, meest westelijke deel. (Foto: L. van der Valk)

Laatmiddeleeuws lakzegel met afdruk. (Foto: afdeling archeologie, gemeente Den Haag)

Verder onderzoek Volgens de huidige planning wordt het veldwerk in 2016 afgerond. Er wordt naar gestreefd om de rap- portage van deze onderzoeken in 2018 af te ronden. Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 16

Ook worden er geen nieuwe typen IJzertijd-aarde- Tot omstreeks de 16de eeuw ligt op de plaats van de deze periode en deed dienst als dependance. werk gevonden. Er is een beperkt repertoire aan Kuipershaven de middeleeuwse stadsmuur die de In 1609 wordt de Wolwevershaven aangelegd. De versieringen (vinger- en nagelindrukken op randen, grens vormt tussen de stad en de Oude Maas. De functie van de stadsmuur vervalt en deze wordt afge- halzen, buiken). De voorlopige conclusie is dat veel bebouwde percelen in dit deel van de stad bestaan broken. Er ontstaat ruimte voor een kade die in de van het IJzertijd-aardewerk overeenkomsten vertoont tot dan toe uit het oude, middeleeuwse bebouwings- 17de eeuw bekend staat als ‘de Nieuwe Opslach’ en met het materiaal uit de Vroege- en Midden lint aan de Wijnstraat. Hier staan grote koopmans- ‘Engelsche kaeije’ of ‘cleijne Vischmarckt’. Van het IJzertijdperioden van de Haagse vindplaatsen op het huizen met achtererven die tot aan de stadsmuur pand is de bewoningsgeschiedenis vanaf 1608 Wijndaelerplantsoen en ook met de vondsten van het lopen. Het perceel Kuipershaven 11 behoorde tot het bekend. In een verkoopakte staat vermeld dat Fazantplein uit hetzelfde tijdvak. Een opmerkelijke huis (en de herberg) ‘Den Toelast’; de huidige marktschuitevoerder Jan Jansz. Verveer aan Jacob vondst in de Natte Pan is die van een fragment Wijnstraat 61-63. Tegen het einde van de 16de eeuw Craentgens verkoopt “..domum cum suis genaempt aardewerk dat bij de zoutwinning wordt gebruikt. worden er achter deze huizen kleinere bij-huisjes Den Toelast staande en gelegen omtrent het Groot- De parallel met de vondsten van het Wijndaeler- gebouwd. De huidige Kuipershaven 11 dateert uit hoofd, mitsgaders het cleijn huijsken ende erve met plantsoen (Stokkel, 2012) wordt hiermee versterkt: de lootse ende erve naast en achter den voorzegde daar zijn immers veel fragmenten van dit speciale Uitsnede van een kaart van Guicciardini uit 1581 waar- huize van den Toelast”. Jacob Craentgens was aardewerk gevonden, gebruikt door de zoutziedende op de bebouwingssituatie aan de latere Kuipershaven herbergier in De Toelast, dat in de 17de eeuw één prehistorische bewoners. te zien is. Eén van de parallel aan de straat georiën- van de sjiekere etablissementen voor de welgestelder Het IJzertijd-materiaal zal op een later tijdstip in teerde panden is de Kuipershaven 11 (paars). In deze reizigers was. Hier verbleven onder andere prins detail worden uitgewerkt in samenwerking met de periode behoorde het nog tot het perceel/huis aan de Maurits, de prins van Portugal en graaf Hendrik. dienst Archeologie van de gemeente Den Haag. Wijnstraat 61-63. Op 10 maart 1615 wordt het bezit De Toelast verkocht AWN werkgroep ’s-GRAVENhage, Bert van der Valk aan Maeijken Paets, de weduwe van Matheeus Trip. In Wijnstraat Kuipershaven 1629 erft Mathijs Paets, waard in De Toelast, het huis Dordrecht | Kuipershaven 11 en “… mitsgaders den spijcker [=pakhuis] daer aenbe- In september 2015 werd gestart met de renovatie en hoorende staende ende gelegen ontrent tgroot- verbouwing van het pand Kuipershaven 11. Hierbij ehooft..”. Deze laatste is het pandje Kuipershaven 11. zijn bouwhistorische elementen uit verschillende Schrijversstraat In 1651 wordt het achterdeel met het kleine huisje bouwfases aan het licht gekomen. Door het team gekocht door de weduwe van Jan van Diemen: “…het Monumentenzorg en Archeologie van de gemeente Mattensteiger huijs ende erffve met sijnen toebehooren staende opt Dordrecht zijn veel historische elementen vastgelegd. Groothooft aen de havensijde tegens over de herber- Bijzonder was dat er op de eerste verdieping een ge van den Toelast.” Zij bevestigde een uithangbord archeologisch onderzoek kon worden uitgevoerd. Hier aan de gevel met daarop: “…het Hof van Hollandt.” lagen vloeren uit de 16de/17de en 18de eeuw. Tussen Het was nu een zelfstandig bedrijf waarvan de naam de oudste vloeren zat een zand- en stoflaag met daar- wellicht gebaseerd was op de illustere gasten van in vondsten uit de 17de en 18de eeuw. De vloeren zijn De Toelast. gedocumenteerd en het tussenliggende zandpakket De nieuwe haven liep vermoedelijk erg goed en de is geheel uitgezeefd op vondsten. toeloop van arbeiders en bezoekende schippers Groothoofdspoort Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 17

zorgde blijkbaar voor een goede klandizie. In 1688 aan Gijsbert de Kraaij die het in 1778 koopt. In 1783 1832 in dat jaar nog in bezit had. wordt het bezit De Toelast gesplitst; op 17 februari blijkt het in bezit van Cornelia Buijtenhek; de weduwe De oudste foto’s van het pand dateren uit het begin kopen de zwagers Govert Denijs en Jan Jansz. van de van Gijsbert de Kraaij. Zij doet dan aan het gerecht van de 20ste eeuw. Rechts naast het pand is een Schaar: “…een geheel huijs ende erve staende ende het verzoek: “Dat zij suppliant geerne logement en poortje te zien dat toegang geeft tot de gang naar het gelegen op de haven recht tegensover de Rivier slaapsteede zoude houde, ten haren huijse op de Huis De Toelast aan de Wijnstraat 61-63. Op de gevel is Vismarct daer uijthanght ‘het hoff van Hollandt’ Boerevismarkt van ouds genaamt ‘het hof van een uithangbord aanwezig waarvan de tekst helaas streckende van vooren uijt de straet tot achter tegens Holland’.” Vanaf dan is er dan dus ook sprake van een niet leesbaar is. In het pand was tot 1936 nog een café het erff van de huijse genaemt ‘den Toelast’..”. Op (legaal) logement in het pand. en kantoor/kantine van het loodswezen gevestigd. dezelfde dag koopt wijnkoper Jacob Jacobsz. uit Op 5 januari 1807 wordt het bedrijf per opbod In het pand is een bouwhistorisch onderzoek uitge- Rotterdam het hoofdhuis De Toelast. geveild: “Een hegt, sterk en wel ter nering staande voerd. Hieruit bleek dat de huidige bebouwing, in In 1703 verdelen de zwagers hun totale bezit en komt huis en erf waar in de tapnering zedert veele jaare onderdelen, dateert vanaf het laatste kwart van de Het Hof van Holland geheel in handen van Govert van met goed succes is gedreven, staande en gelegen 16de eeuw. Een dendrochronologisch monster uit de Nijsse die het tien jaar later verkoopt aan Jan Pietersz. binnen de stad Dordrecht op de zogenaamde Boeren- kap leverde een datum op van 1518. Dit is echter niet van der Sluijs uit Geertruidenberg. In de boedelinven- vismarkt..”. Het wordt gekocht door de schipper overeenkomstig de schriftelijke gegevens in het kohier tarisatie die voor zijn testament (1726) wordt opge- Wessel Krul die het volgens de kadastrale minuut van van de Tiende Penning uit 1561. Er is dus waarschijn- maakt wordt gesproken van: “..den tabaks-winkel..”. lijk sprake van hergebruikt hout en wordt uitgegaan Andere producten die genoemd worden zijn garen, Het pand Kuipershaven 11 (zwarte pijl) op een van een bouwdatum tussen circa 1561 en 1581. Op de schrijfgerei, trechters, glazen en flessen, gieters, klom- prentenkaart uit 1900-1906 (Regionaal Archief Dordrecht eerste verdieping zaten op de kinderbalken nog resten pen, kaatsballen, viskaar en “eenig bier aan de loop”. archiefnr. 552_402007). van sierpapier met afbeeldingen van exotische dieren Op zolder lagen turf, kaarsen, een partij schoppen, uit de tweede helft van de [h]oosvaaten en houte suijgers. Het voorhuis was in 16de eeuw. Ook zaten op gebruik als tabakswinkel en er was een keuken met delen van het plafond 17de- de ‘gebruikelijke’ inhoud. De eerste verdieping werd eeuwse beschilderingen. gebruikt als ‘mooie kamer’ met een sakerdane (teak- Op de eerste verdieping hout) kast, gordijnen en rabatten voor de bedstede, lagen boven elkaar drie maar ook voor de ramen, rabat voor de schoorsteen vloeren. Deze zijn archeolo- en schilderijen aan de muur. gisch onderzocht. Ter ver- Het bedrijf was dus een havenwinkel waar wat duidelijking is op pagina 18 gedronken en mogelijk ook overnacht kon worden. een schematische dwars- Op 1 december 1750 koopt Nicolaas van der Sluijs als doorsnede van de bouwele- gemachtigde van zijn zwager Cornelis: “…de helft in menten en de vloerfases op een geheel huijs en erff staande en gelegen op de klij- de eerste verdieping weer- ne off soogenaamde boerevismarkt genaamt het hoff gegeven. van Holland bij 't Groothoofd belent het pakhuijs”. Na Tijdens de bouw in de 16de zijn overlijden wordt het door zijn weduwe verhuurd eeuw is direct op de moer- Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 18

Deze onderverdeling is ook herkenbaar op het plafond. Overeenkomstig de sporen op de plavuizenvloer die de gang markeren, was op het plafond nog een restant van de 17de-eeuwse rankenbeschildering te zien. Ter hoogte van de oostelijke kamer was deze niet (meer) aanwezig en ter hoogte van de westelijke kamer zat deze schildering nog onder een latere verflaag. Op een gegeven moment werd de plavuizen- vloer blijkbaar zo slecht dat er een verhoogde houten vloer is aangelegd. De haard in de zuidelijke zijmuur is hierbij gehandhaafd De 16de-eeuwse plavuizenvloer met daarin aangegeven de 17de- eeuwse aanpassingen en onderver- deling tijdens de tweede gebruiks- fase. (Digitale documentatie, bewerking en afbeelding: Nipides 2015) Schematisch overzicht van de verschillende bouwele- menten en vloerfases op de eerste verdieping. Boven: in het laatste kwart van de 16de eeuw. In deze fase de houten ondervloer met leemlaag en daarop de was sprake van één open ruimte met ten minste in de plavuizenvloer uit de 16de-eeuwse aanlegfase. westelijke zijgevel een haard. In een tweede gebruiksfase van de vloer was er echter en kinderbalken van de eerste verdieping een houten wel sprake van een onderverdeling in verschillende ondervloer gelegd. Om te zorgen dat er geen stof en ruimtes. Dit kan worden opgemaakt uit de verschil- zand door de vloer kon vallen, is deze afgewerkt met lende sporen op de plavuizenvloer. een dunne leemlaag. Ter egalisatie is een zandlaagje De onderverdeling is vermoedelijk aangebracht Het plafond gezien van onderaf, staande in het aangebracht waarop men een vloer van plavuizen van toen het pand in 1651 in gebruik werd genomen als gangetje met links de oostelijke kamer en rechts de aardewerk heeft gelegd. Enkele hadden spatten lood- havenetablissement. Bij de verbouwing is een baan westelijke kamer. glazuur, maar vrijwel alle hadden vijf putjes in het plavuizen uit de vloer gehaald en met een andere loopoppervlak: één centraal en één in iedere hoek van oriëntatie herplaatst. Ingekaste gaten en een donkere en ook opgehoogd. Dit is vermoedelijk uitgevoerd in de tegel. Ze lijken op proenlittekens op majolica- streep aan weerszijden hiervan geven de locaties aan 1688, toen het pand werd gesplitst van De Toelast en borden en zijn dus mogelijk (ook) veroorzaakt bij het van dunne (houten) wanden. De ruimte werd hier- in handen kwam van de zwagers Govert Denijs en opstapelen in de oven tijdens het bakproces. De vloer door onderverdeeld in een smal gangetje met aan Jan Jansz. van de Schaar. Hiervoor zijn in de lengte- dateert waarschijnlijk uit de aanlegfase van het huis weerszijden kamers met een breedte van 3,7 m. richting van het pand een aantal dunne balken Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 19

De dragende balken voor de houten vloer op de oude- Archeologisch onderzoek; de vondsten Munthistogram van de munten waarvan het muntjaar re plavuizenvloer. Hierop is goed te zien hoe sterk de Het zandpakket is, verdeeld naar drie zones, droog helemaal leesbaar was. plavuizenvloer in de noordelijke en zuidelijke kamers gezeefd op een zeef met een maaswijdte van 2 mm. is verzakt. In het midden zijn de balken ingekast in de Er werd keramiek, glas, metaal, hout, papier, textiel, bijna van elk opvolgend jaar wel één munt bij. In deze plavuizenvloer. (Digitale documentatie, bewerking en bot, schelp en steen gevonden. De vondsten zijn te dateringsspreiding is waarschijnlijk de toenemende afbeelding: Nipides 2015) verdelen naar verschillende functies. De grootste slijtage van de vloer herkenbaar. Naarmate de kieren groep bestaat uit rookgerei; in totaal zijn er 418 breder werden en de vloer meer gaten kreeg, zijn er aangebracht. Ter hoogte van het centrale gangetje fragmenten van pijpenstelen en 19 fragmenten van meer munten onder de vloer 'gevangen'. waren deze ingekast in de plavuizenvloer. Ter hoogte pijpenkoppen gevonden. Deze dateren voornamelijk Uit de periode ná 1797 zijn er slechts twee munten van de (doorgezakte) vloerdelen in de beide kamers uit de periode 1750-1825. Daarnaast is er ook een (1878 en 1906). Dit kan zijn veroorzaakt doordat de werden deze ondersteund door houten klossen. Hier- sigarettenpijp-mondstuk van (waarschijnlijk) schild- kieren (in 1807?) zijn dichtgemaakt en er, vermoede- op is vervolgens een eikenhouten plankenvloer gelegd. pad gevonden dat dateert uit het eerste kwart van lijk in 1936, een nieuwe vloer op getimmerd is. Vanaf dit moment is er op de eerste verdieping weer de 20ste eeuw. Met ten minste 33 exemplaren is de duit veruit de sprake van één ruimte. Gedurende de gebruiks- De tweede grootste vondstgroep bestaat uit munten. meest voorkomende muntsoort. Daarnaast zijn vier periode van de houten vloer heeft zich in de ruimte Er zijn 56 munten gevonden uit de periode 1678- zilveren munten gevonden: één (bezem)stuiver en eronder een zandpakket verzameld. Het gaat om 1906. drie 2-stuiver stukken. Het overgrote deel is afkomstig ingelopen zand en vuil dat onder de schoenen van Vijf munten dateren uit het laatste kwart van de 17de uit de verschillende provincies van de Republiek, waar- de bezoekers heeft gezeten. Over een gebruiksduur eeuw. Ook uit de eerste helft van de 18de eeuw zijn onder (in aflopende aantallen): Zeeland, Utrecht, van ruim honderd jaar heeft zich bijna een kuub niet veel munten gevonden; veruit de meeste dateren Gelderland, Overijssel, Holland en Groningen. 13 mun- zand/stof onder de vloer verzameld! uit de periode 1767 - 1797. Tussen 1780 en 1792 is er ten waren afkomstig uit het buitenland: uit Duitsland Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 20

(en het hertogdom Gulik), de Oostenrijkse Neder- De volgende functiegroep bestaat landen, de Zuidelijke Nederlanden, Frankrijk en uit voorwerpen die te maken hebben Zweden. Het is verleidelijk, maar vermoedelijk niet met eten en drinken. Fragmenten geheel terecht om hierin (overheersende) handels- van een bord, een kopje en drink- routes te zien van schepen die vooral deze kade aan- glazen zijn slechts in kleine aantal- deden. Echter, de aloude Rijn-Merwede (Waal) route len gevonden. Dit is vermoedelijk vanuit Duitsland, Gelderland, Utrecht via overslag in omdat scherven meestal te groot Dordt naar Zeeland lijkt toch wel degelijk herkenbaar. zijn om door kieren van de vloer te vallen. Er zijn maar acht scherven keramiek Overzicht van de verschillende munten uit de Republiek en 44 scherven glas gevonden. Hieronder zijn der Zeven Verenigde Nederlanden en het buitenland. resten van een faience bord en een kopje van (Foto: gemeente Dordrecht) Europees porselein. Het glaswerk is in ieder geval afkomstig van een beker, een kelk- glas en een fles. Veel van de scher- ven behoren tot één en hetzelfde bekerglas. Dit was een lage beker versierd met een gegraveerde chinoi- serievoorstelling van bloemenranken, Enkele speelkaarten, een benen dobbelsteen, een golflijnen, geradeerde cirkels en een cirkel met een damschijf en speelschijfjes (met cijferopdruk). voorstelling van een landschap met een pagode. Het is een veel voorkomend type uit de periode en naalden, een schaartje, twee sleutels, kralen, een 1700-1750 en is gemaakt in Bohemen. broche, een opwindsleutel van een zakhorloge, scher- Ook zijn er enkele etensresten gevonden, waaronder ven van (petroleum)lampen, twee brokjes barnsteen, resten van grote zoogdieren, een vorkbeen enkele loodkogels en snippers papier uit boeken met van een taling en een mosselschelp. tekst in het Latijn en gotisch Duits. Een opvallende vondstgroep omvat De vondsten zijn zo verzameld dat er inzicht is ver- voorwerpen die te maken hebben met kregen in de verspreiding op de eerste verdieping. het spelen van (gok)spellen. Het gaat Hieruit blijkt een verschil tussen het oostelijk en wes- om een benen dobbelsteen, speelkaarten, telijk deel van de ruimte. Opvallend is de verspreiding een damschijf en (vermoedelijke) houten van de kleipijpen, munten en spelattributen. Deze speelschijfjes. drie groepen laten hetzelfde verspreidingsbeeld zien, In kleinere aantallen is een breed scala aan voorwer- namelijk in het westelijke deel zijn ze in grote aantal- pen aanwezig. Hieronder zijn knikkers, fragmenten len aanwezig en in oostelijke richting worden de aan- van een schrijflei en griffels, een benen kam, een tallen steeds minder of zijn ze zelfs helemaal afwezig. mogelijke oorlepel, resten textiel, knopen, spelden Dit is mogelijk toe te schrijven aan de aanwezigheid Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 21

van een haard in de westelijke zij- Gouda | Goejanverwelledijk muur. Het westelijk deel was een soci- In het kader van het project ‘verbetering IJsseldijk ale ruimte waar (meer) gerookt werd Gouda’ is door ArcheoMedia in september 2015 een en (gok)spellen gespeeld werden. De machinaal booron- vele munten (van lage waarde) zijn derzoek uitgevoerd dan ook te verklaren als (verloren) om de voormalige inzet bij spellen. Vuilebrassluis in de Als er al sprake was van een loge- dijk te traceren. Via ment, dan kan de oostelijke helft deze schutsluis, die als slaapruimte in gebruik zijn van oorsprong op z’n geweest. Maar ook gebruik als laatst uit de 16de winkelruimte is mogelijk. eeuw was, verliep de Een kam van hoorn, knopen (been met textiel, parel- Een probleem is dat van veel voorwerpen onduidelijk uitwatering van de moer, koper, kokosnoot), een opwindsleutel van een is of ze in het 'Hof van Holland' verkocht werden of polders van Reeuwijk Uitvoering van de boringen op zakhorloge, een broche en glaskralen. dat het verloren zaken van gasten/bezoekers zijn. en Sluipwijk op de de dijk. (Foto: ArcheoMedia) Vanaf het moment dat het pand in 1807 overgaat in Hollandsche Ijssel. De drie zones waarbinnen de vondsten zijn verzameld de handen van Wessel Krul lijkt er sprake van een In 1889 werd de sluis gesloopt en het deel van de en een overzicht van de verspreiding in aantallen van functieverandering van de bovenverdieping. Het Breevaart dat in de sluis uitkwam, gedempt. Doel enkele vondstgroepen. (Illustratie: Nipides 2015) verandert mogelijk van een publieke ruimte in een van het onderzoek was om te bepalen in hoeverre de privéruimte. Maar het kan ook zijn dat vanaf die resten van de voormalige Vuilebrassluis nog in de datum de kie- dijk aanwezig waren en of deze een obstakel zouden ren in de vloer zijn voor de plaatsing van de damwanden die nodig zijn gedicht, zijn voor versterking van de dijk. zodat er (weer) De globale locatie van de voormalige sluis is te her- geen tot weinig kennen aan een lichte verhoging in de dijk. Door vondsten onder middel van een projectie van de zeer gedetailleerde de vloer terecht- bestektekening van de sloop van de sluis zijn de boor- kwamen. punten uitgemeten op de plek van de zijmuren van de sluis. Met behulp van de machinale ramguts is het Gemeente namelijk mogelijk om zacht (middeleeuws) muurwerk Dordrecht, te doorboren. In Boring 002 is van circa 6,0-7,0 m Marc Dorst onder het maaiveld het muurwerk van de sluiswand gevonden. Met liggend hout heeft de boormachine meer moeite. De boring midden in de sluis is op 7,0 m onder het maaiveld gestuit, waarbij een klein frag- Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 22

Het zinkgat onderzoekje wees uit dat achter het huis een grote waarin het tuin- katholieke schuilkerk gestaan heeft (‘Statie de Tol’, ameublement 1638 - circa 1850). verdween. ArcheoMedia, Marcel van Dasselaar

onderzoek Katwijk | Klei-Oost-Zuid mocht uitvoe- In 2014 heeft Archol op locaties I, II en VI proef- De boorkernen met in de onderste boor het muurwerk ren. Een van de sleuvenonderzoek in het plangebied Klei-Oost-Zuid van de sluis. (Foto: ArcheoMedia) leden van de vereniging Het plangebied Klei-Oost-Zuid in Katwijk wordt ont- ment hout mee werd opgeboord. De houten sluis- was door de wikkeld tot bedrijventerrein. In het plangebied liggen vloer is dus vermoedelijk nog wel intact en door de bewoonster van zes locaties (verwachtingszones I t/m VI), waar de kans ligging onder het grondwaterpeil goed bewaard Hoge Gouwe 71 (Foto: Golda) op archeologische waarden groot is. (Foto: Archol) gebleven. gevraagd eens Op de bestektekening van de sloop van de sluis staat te komen kijken bij een groot gat dat in haar achter- ook aangegeven tot welke diepte het muurwerk tuin was ontstaan. Het was een flink zinkgat waar de moest worden afgebroken. De diepte van de resten is complete tuinset in één keer in verdwenen was. de resten liggen circa 75-90 cm dieper (in N.A.P.) dan Gek genoeg is hetzelfde ook in de jaren 70 al eens op grond van de tekening verwacht werd. Mogelijk is gebeurd, en ook toen werd Golda er bij geroepen. sinds 1889 de gehele dijk mét de resten van de sluis Omdat de eigenaresse wilde voorkomen dat het ver- gezakt onder invloed van het gewicht van de opvul- haal zich over een aantal jaar nog eens zou herhalen, ling van de sluis. De zachte baksteenmuren van de is onderzoek uitgevoerd om te kijken wat de oorzaak sluis zullen vermoedelijk geen problemen opleveren van het gat geweest zou kunnen zijn. In de put, die bij het slaan van de damwand. De boormachine is er drooggepompt werd, bleek een muur uit (circa) de zonder enige moeite een meter in doorgedrongen. 16de eeuw te liggen en een deel van een ingestorte De resten van de houten sluisvloer zouden echter kelder, die vermoedelijk doorliep onder het woonhuis. meer problemen kunnen opleveren. Vermoedelijk is deze kelder in de jaren 70 voor het ArcheoMedia, Marcel van Dasselaar eerst ingestort. Onder het grondwaterpeil stroomde het water erg snel toe, wat de reden kan zijn dat het Gouda | Hoge Gouwe 71 gat opnieuw ontstaan is. Waar de circa 10 kubieke Voor de Archeologische Vereniging Golda was 2015 meter grond gebleven is, blijft enigszins raadsel- een rustig jaar. Er waren in Gouda immers geen achtig. Misschien lagen onder de kerk nog ruimtes opgravingen van bedrijven waarbij geassisteerd kon waarin de grond verdwenen is? Het gat is nu gedicht worden. In de Goudse binnenstad was echter één met zand in gronddoek, zodat het hopelijk niet opvallende gebeurtenis waarbij Golda zelf een klein opnieuw weg zal spoelen. Een aanvullend historisch Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 23

(Foto: Archol)

(zie de kroniek over 2014) uitgevoerd. (Hemminga op de nederzettingssporen. De vier omliggende kleine Bodemopbouw 2014) Op locatie I is een behoudenswaardige vind- putten zijn aangelegd om de off-site activiteiten te op de flank van plaats gevonden die bestaat uit een nederzettings- onderzoeken. Greppels zijn bijvoorbeeld restanten het duin. terrein uit de overgangsperiode Late IJzertijd/vroeg- van activiteiten buiten het bewoningsareaal. Romeinse Tijd . De nederzettingssporen liggen op de In het plan- van paalsporen, top van een op de strandwal gevormd duin en in de gebied ligt een kuilen en grep- periferie. Op de noordelijke en zuidelijke flanken van noordoost- pels gevonden. het duin zijn sporen van akkers, greppels en sporen zuidwest Het gaat om en een waterput gevonden. georiënteerde restanten van strandwal, een erf of waarop zich nederzetting; een duin heeft de bewoners gevormd. Het hebben een duin bestaat bewuste keuze uit lichtgrijze gemaakt om op tot lichtbruine de hoge, droge top van het duin gaan wonen. Binnen grofzandige de palenclusters is een vierpalige spieker herkend. afzettingen. Een tweede incomplete structuur is op basis van een palenrij en een mogelijke huisgreppel aangemerkt als Bodemopbouw een mogelijke huisplattegrond. De plattegrond is ech- (Foto: Archol) van de duintop. ter grotendeels verstoord door twee jongere sloten.

(Illustratie: Archol) In de toplaag is een grijze A-horizont ontwikkeld. Links van de bruine greppel ligt een deel van structuur Deze is op het hoogste punt van het duin niet meer 2; palenrij met mogelijke huisgreppel. (Foto: Archol) De resultaten van het proefsleuvenonderzoek van Ver- aanwezig door aftopping. wachtingszone 1, met in het rode blok de nederzet- Het oorspronkelijke loopoppervlak (de A- Horizont) is tingssporen en in de groene blokken de periferie. op de flanken door een veenpakket afgedekt. Op het veen lag lokaal nog een dun laagje stuifzand. Richting Begin 2015 werd duidelijk dat een klein deel van het de top van het duin is het veen minder ontwikkeld en westelijke deel van het plangebied al snel ontwikkeld is er sprake van een donkerbruin tot donkergrijs sterk zou worden, hiervoor is door Archol eind januari een humeus kleipakket. Het veenpakket met stuifzand- spoedopgraving uitgevoerd: de opgraving vond plaats laagjes is door een dikke laag blauwgrijze kleiige in de periferie en een klein deel valt binnen het aan- Rijnafzettingen afgedekt. gegeven nederzettingsareaal. Naast recente (o.a. drainagebuizen) en natuurlijke In het grote oostelijke blok (put 25 en 23) lag de focus sporen zijn typische bewoningssporen in de vorm Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 24

De smalle greppels, die een bochtig verloop hebben, van de bewoning deze lagere delen ook betreedbaar Middeleeuwen is gevormd. worden als afwateringsgreppeltjes geïnterpreteerd, en bruikbaar waren. Dit type sporen valt onder off- Het tweede niveau is aangelegd in de top van het deze eindigen meestal in een grotere greppel of geul. site activiteiten. duinzand op 1,0 m tot 1,7 m onder N.A.P. Vermoedelijk De brede oost-west sloten liepen over het hele terrein Handgevormd aardewerk is de grootste vondstcate- dateert de duinvorming in het Laat Neolithicum of de en zijn waarschijnlijk perceelsloten. gorie. Een groot deel van het materiaal is in meer of Bronstijd. Op het duinzand is een veenlaag ontstaan Op de flanken van het duin zijn ploegsporen (eerge- mindere mate verweerd. Afwerking en versiering zijn en op basis van de datering van een botfragment uit touwkrassen) gevonden. Dit duidt erop dat ten tijde in de meeste gevallen nog wel te reconstrueren. een spoor in de top van het duinzand onder het veen, Als we het materiaal vergelijken met de inventarisatie is de veengroei begonnen in de Late Bronstijd. Sporenkaart met structuurnummers, ingedeeld naar van aardewerk van vindplaatsen uit deze regio, zoals Waarschijnlijk heeft de veengroei vooral plaatsgevon- spoortypen, in Verwachtingszone I fase 1. gedaan door Van Heeringen, dan passen de kenmer- den in de Late Bronstijd en de IJzertijd. ken van het materiaal van Katwijk-Klei Oost het beste Tussen de duinen is een opgevulde geul gevonden in de overgang van Midden- naar Late IJzertijd, i.e. de met een breedte van ongeveer 45 m en een onbeken- 3de-2de eeuw voor Chr. Belangrijke kenmerken zijn de diepte. In de proefsleuven zijn van deze geul de het nagenoeg ontbreken van besmijting, het percen- beide oeverzones vastgesteld, die zijn opgevuld met tage scherven met wandversiering en het bijna uit- kleiig materiaal dat later is ingeklonken. sluitend voorkomen van randversiering aan de bui- tenzijde van de rand. (Van Heeringen 1992 177-179). De eergetouwkrassen aan de zuidzijde van werkput 3 Verder is een geringe hoeveelheid huttenleem, waren duidelijk zichtbaar in het duinzand. De sporen metaalslak en steen gevonden. Het steen bestaat - lopen door onder de veenlaag en dateren op basis op een stuk tefriet na - uit steensoorten die veel daarvan waarschijnlijk in de Late Bronstijd. voorkomen in grindafzettingen van Rijn en Maas. De ploegsporen hebben overwegend een zuidwest- In 2016 is door Archol de rest van het plangebied noordoost richting. (Foto: K. van Veen) opgegraven; het zal samen met de resultaten van dit onderzoek worden geanalyseerd en gerapporteerd. Archol, Minja Hemminga

Katwijk - Rijnsburg | Joachim Oudaanstraat In april en mei 2015 heeft IDDS Archeologie een proef- sleuvenonderzoek uitgevoerd aan de Joachim Oudaanstraat in Rijnsburg waarbij twee niveaus zijn onderzocht. Het eerste niveau lag op circa 0,5 m onder N.A.P. en was de top van het eerste overstromingsdek. Op basis van het vooronderzoek wordt aangenomen dat dit pakket in de Romeinse Tijd is ontstaan met in de top een laklaag die vermoedelijk in de Vroege

(Illustratie: Archol) Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 25

De sporen zijn drie greppels en eergetouwkrassen, geest. Deze situatie gaat waarschijnlijk terug tot in de en remonstranten. Zij hielden maandelijkse bijeen- begraven onder een veenlaag en een tweetal over- 8ste of 9de eeuw, toen in een schenkingsoorkonde komsten, noemden dat geen kerkdiensten, maar stromingspakketten op een niveau van 1,7 tot 2,4 m expliciet werd vermeld dat de boerderijen ten zuiden colleges, (vandaar Collegianten) waar iedereen vrij onder het maaiveld. Een botfragment uit een van de van de Vliet lagen en de landerijen aan de noordzijde kon spreken. Niet lang daarna vonden deze ontmoe- greppels dateert de vindplaats in de Late Bronstijd daarvan. Het plangebied ligt aan de noordzijde van de tingen plaats in Rijnsburg zelf. De vergaderzaal is in (2782 ± 29 BP ofwel tussen 1005 tot 845 voor Chr.) Vliet waar in de Nieuwe Tijd bebouwing stond. Uit 1640 gebouwd en is in 1704 verbouwd en als gast- Op basis van de archeologische resten is er sprake van historisch kaartmateriaal, waarvan het oudste verblijf in gebruik genomen voor de halfjaarlijkse ver- een vindplaats met sporen van landbouwactiviteiten. dateert uit de periode 1610-1615, blijkt namelijk dat gaderingen. Tot 1722 is de vergaderzaal regelmatig Vermoedelijk lagen in een duinlandschap, op de er al in de 17de eeuw bewoning was aan de noordzij- gebruikt voor bijeenkomsten. Na het sluiten van het oevers van een geul, akkers die werden gescheiden de langs de Vliet. Er lagen boerderijen die aansloten College is het pand overgenomen door het Amster- door kleine greppels die dienden voor de afwatering op de lintbebouwing van de dorpskern van Rijnsburg. damse weeshuis ‘De Oranjeappel’ dat door van de akkers. Van de Late Bronstijd is bekend dat Van deze bebouwing is het pand op de Moleneind 33, Collegianten gesticht was. dergelijke akkers over het algemeen klein van omvang 35 en 37 - een 17de-eeuwse boerderij - vandaag de Aan het begin van de 19de eeuw wordt een gebouw waren en dat deze slechts tijdens (een deel van) een dag nog aanwezig. in het plangebied aangeduid onder de naam generatie in gebruik waren en dat er dicht bij de Het onderzoek is van belang, omdat op basis van ‘Menistekerk’. Er zou rond deze ‘kerk’ een kerkhof akkers gewoond werd. Er zijn geen sporen van bewo- historisch kaartmateriaal en uit archiefstukken blijkt hebben gelegen, dat toebehoorde aan de broeders ning in het proefsleuvenonderzoek gevonden, maar dat in het onderzoeksgebied een vergaderzaal van de Collegianten van het weeshuis ‘De Oranjeappel’ in dat wil niet zeggen dat ze niet in het plangebied Rijnsburger Collegianten heeft gestaan. Amsterdam. Het is maar de vraag of dit kerkhof ooit zouden kunnen voorkomen. De Collegianten waren een religieuze gemeenschap in gebruik is geweest. Er is nooit melding gedaan IDDS, Y. Meijer die in 1619 in Warmond is ontstaan. De Collegianten over het bestaan van deze begraafplaats. zetten zich af tegen de officiële godsdienst. Zij vorm- Tijdens het onderzoek zijn archeologische resten Katwijk - Rijnsburg | Moleneind 44 den geen kerkgemeenschap, maar hun leden kwamen gevonden die mogelijk zijn toe te schrijven aan de ver- In oktober van 2014 is door Econsultancy een proef- uit de verlicht-christelijke kringen van doopsgezinden gaderzaal van de Rijnsburger Collegianten. Doordat sleuvenonderzoek uitgevoerd aan de Moleneind 44, het plangebied ook in latere tijd is bebouwd, kon dit aan de oostzijde van de bebouwde kom van Rijnsburg De vergaderzaal der Collegianten aan het helaas niet met zekerheid worden vastgesteld. Er zijn in de gemeente Katwijk. De terreindelen direct rond- Moleneind te Rijnsburg. Op de achtergrond in ieder geval geen aanwijzingen gevonden voor de om de bebouwing in het centrale deel van het plan- korenmolen ‘De Vlinder’. aanwezigheid van een kerkhof. Hieronder volgt een gebied zijn onderzocht. In totaal zijn vier proefsleu- (Tekening C. Pronk, 18de eeuw) beschrijving van de belangrijkste resultaten van het ven aangelegd met een afmeting van 10 x 4 m en één proefsleuvenonderzoek. kijkgat van 2 x 2 m. Het merendeel van de locatie ten zuiden van de Belangrijk voor de archeologische verwachting in het bebouwing, Moleneind 44, is verstoord. Dit is vermoe- plangebied is de loop van de Vliet. Deze vormde lange delijk gebeurd bij de sloop dan wel bij de bouw van tijd, wellicht al vanaf de Vroege Middeleeuwen, de het pand Moleneind 43. Net buiten de verstoringen is ambachtsgrens (Oegsgeest was een zogenaamde een uitbraaksleuf gevonden waarin fragmenten bak- ambachtsheerlijkheid) tussen Rijnsburg en Oegst- steen en kalkmortel aanwezig zijn. De datering van Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 26

deze uitbraaksleuf is onduidelijk. Hierbij valt op dat koppelen aan de vergaderzaal van de Rijnsburger afzettingen, waarop zich van het Neolithicum tot en de uitbraaksleuf buiten de contour van de gesloopte Collegianten. Of er onder de woning, Moleneind 44, met de IJzertijd een duin heeft ontwikkeld in het oos- bebouwing van Moleneind 43 ligt, maar wel dezelfde nog restanten van de vergaderzaal aanwezig zijn, zal telijk deel van het onderzoeksgebied. In de top van dit oriëntatie heeft. Het zou dus een uitbouw kunnen zijn moeten blijken uit toekomstig onderzoek. duin zijn kleine clusters paalsporen en een crematie- geweest. De vergaderzaal uit de 17de eeuw heeft ech- Econsultancy, Sander Diependaal graf met een mogelijke bijzetting gevonden. Op de ter precies dezelfde oriëntatie en de uitbraaksleuf lijkt oostelijke duinflank lag een akkerareaal met eerge- precies op de locatie te liggen waar een buitenmuur Katwijk - Rijnsburg | Trappenberg-Kloosterschuur- touwkrassen. De sporen hebben een kleine hoeveel- van de vergaderzaal wordt verwacht. Voorhouterweg heid aardewerk en (vuur)steen opgeleverd, maar de Binnen de verstoringen ligt een restant van een kleine sporen zijn hiermee moeilijk te dateren. kelder. Het is enkelsteens muurwerk, opgetrokken uit Het merendeel van de sporen op de top bakstenen (rood en geel) van IJsselsteen formaat. Van en de flank van het duin zullen uit de de noordwestzijde van deze kelder zijn twee lagen IJzertijd dateren, mogelijk is er echter ook bewaard gebleven, van de rest nog maar één laag. De een oudere component uit de periode bakstenen zijn in zand gelegd en met schelpmortel Laat-Neolithicum tot en met de Vroege gemetseld, waarbij de binnenzijde van de muur is Bronstijd aanwezig. afgesmeerd. Op basis van het formaat van de bakste- In het westelijk deel van het onderzoeks- nen (17 x 8,5 x 4 cm) is een datering vanaf de 17de gebied ligt een strandvlakte, waarin geen eeuw het meest waarschijnlijk. Net zoals de uitbraak- archeologische resten gevonden zijn. sleuf zou deze kelder kunnen worden gekoppeld aan Tijdens de vorming van het duin raakte het pand Moleneind 43, maar ook aan de vergader- de strandvlakte met veen en later met zaal uit de 17de eeuw. Hergebruik van oudere bak- stenen in een kelder van het pand Moleneind 43 kan Onderzoek naar het crematiegraf. (Foto: Archol) niet worden uitgesloten. Uit de bodemopbouw blijkt dat binnen het plan- gebied intensieve bodembewerking plaatsvond en dat er ophogingslagen zijn aangebracht vanaf de 17de/ 18de eeuw. Recente bodemverstorende ingrepen Overzicht van de proefsleuven met de locaties van de hebben geresulteerd in verstoringen van oudere sporen en de dieptekaart van de top van de (duin)zand- bewonings-/loopniveaus, hoewel er ook terreindelen afzettingen. (Illustratie: Archol) zijn waar een oudere (al dan niet bewerkte) opho- gingslaag/woonniveau met 18de-eeuws vondst- In opdracht van GOM (Greenport Ontwikkelings- materiaal (voornamelijk fragmenten roodbakkend Maatschappij) heeft Archol BV in de zomer van 2015 aardewerk, restanten muurwerk) is gevonden. een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in het plan- Mogelijk zijn de uitbraaksleuf en restanten van een gebied Trappenberg-Kloosterschuur in Rijnsburg. De kelder in het zuidelijke deel van het plangebied te ondergrond van het terrein bestaat uit strandwal- Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 27

zand en klei opgevuld. Zand en klei werden vanaf de het maaiveld en hadden een hoogte van circa 1,3 m. Late IJzertijd afgezet vanuit kreken en rivieren. In de De oriëntatie van de lange muur was noordoost- Romeinse Tijd en Vroege Middeleeuwen werd ook de zuidwest. Het zuidwestelijke deel loopt door buiten top van het duin afgedekt met zand en klei. In eerste het plangebied, het noordoostelijke deel maakt instantie vanuit de rivieren, maar vanaf de Vroege uiteindelijk een scherpe hoek naar het westen en Middeleeuwen via geulen vanuit zee. loopt nog 1,2 m door. Hier is de muur mooi afgewerkt Archol BV, J. van der Leije en lijkt het te gaan om een ingang. De muurresten Overzicht van de ontpleisterde gevel van Manden- zijn gefundeerd op twee vlonders van planken met makersteeg 7 uit 1588, met het decoratieve fries, Krimpenerwaard - Schoonhoven | Plangebied Buiten daartussen balken en een vulling van klei. de jaartalsteen en de cirkel met ster of zon. de Veerpoort Op basis van historische kaarten zijn de muurresten (Foto: M. van Dam, BAAC) In het plangebied Buiten de Veerpoort in Schoon- geïnterpreteerd als de resten van een bruggeschans hoven werden eind oktober tijdens saneringswerk- of barbacane. Voor de Veerport is een brug te zien panden worden gesloopt, waarna een nieuwe steeg zaamheden muurresten gevonden. Uit een archeolo- over het binnenwater met aansluitend twee even- kon worden gemaakt met daarlangs (onderkelderde) gische inspectie bleek dat het ging om een massieve wijdige muren (een zogenaamde nek) uitkomend in nieuwe winkelruimtes. Als primeur voor Nederland muur met een breedte van 1,35 m en een lengte van een ruitvormige omsloten ruimte (barbacane). In de zijn de ontmantelings- en sloopwerkzaamheden ten minste 11 m. Op deze muur waren enkele dwars- oostpunt van de barbacane is een doorgang naar het bouwhistorisch volledig begeleid door het bouwhisto- muurtjes geplaatst. De gemeente Krimpenerwaard veer. De barbacane is slechts kort in gebruik geweest. risch bureau BAAC, op basis van een programma van heeft vervolgens de werkzaamheden archeologisch Op basis van enkele historische kaarten kan deze eisen opgesteld door de bouwhistorici van Erfgoed en bouwhistorisch laten begeleiden. gedateerd worden tussen het laatste kwart van de Leiden en Omstreken. Aansluitend op het bouwhisto- De muurresten lagen op een diepte van 0,7 m onder 17de eeuw tot het midden/laatste kwart van de 18de risch onderzoek voerde BAAC ook het archeologisch eeuw. Het weinige vondstmateriaal en het formaat onderzoek uit. Het doel van het gecombineerde bouw- De muurresten van een barbacane. (Foto: ArcheoMedia) van de bakstenen bevestigen deze datering. historisch en archeologische onderzoek was zowel de Omgevingsdienst Midden-Holland, Christo Thanos ondergrondse als bovengrondse historische bouw- delen en -elementen die aan het licht kwamen te Leiden | Aalmarktproject documenteren voordat ze zouden verdwijnen. Zo In januari 2015 gingen, na jaren van voorbereiding, wordt de bouw- en gebruiksgeschiedenis van dit deel de werkzaamheden voor de realisatie van het Stads- van de stad vastgelegd en ontsloten voor het brede gehoorzaalblok, als onderdeel van het Aalmarkt- publiek. Hierbij werden nieuwe documentatietech- project, van start. Met de herontwikkeling van de nieken ingezet, zoals 3D-fotogrammetrie. Het onder- Aalmarkt en de directe omgeving zorgt de gemeente zoek heeft een onvoorstelbare hoeveelheid informa- Leiden voor de noodzakelijke versterking en uitbrei- tie, documentatie, foto’s en vondsten opgeleverd. ding van het winkelgebied. Hiermee verbetert de bin- Een bijzondere vondst, die ook de pers haalde, was nenstad van Leiden en wordt deze aantrekkelijker om de ontdekking van allerlei verborgen decoratieve te bezoeken en er te werken, te leven en te wonen. elementen van de originele laat-16de-eeuwse gevel Voor de realisatie van dit project moest een aantal van Mandenmakersteeg 7. Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 28

in een van de oudste bewoningskernen van Leiden: het dijkdorp langs de huidige Breestraat. Vanaf de 12de eeuw is men begonnen met landaanwinning in de Rijn. De nadruk lag hierbij rondom het oudste en hoogste punt van de Breestraat: de kern van het dijkdorp vlakbij het huidige stadhuis. Naar de uitein- den van de Breestraat toe zal de landaanwinning langzamer zijn gegaan en zijn de nieuw verworven percelen mogelijk ook later bebouwd. Het huidige onderzoeksgebied ligt op de grens van het dijkdorp naar de aanplempingsgebieden in de Rijn. Het per- De ornamentale bakstenen cirkel met ster of zon. ceel, dat doorloopt van de Aalmarkt tot de Breestraat, (foto: M. van Dam, BAAC) was vanaf de tweede helft van de 13de eeuw in Detail van het decoratieve fries met baksteen koppen gebruik door het St. Catharinagasthuis, een instelling rond een bakstenen vierkant. (Foto: M. van Dam, BAAC) gevel een natuurstenen jaartalsteen met het jaartal voor de opvang van doortrekkende arme lieden. Voor 1588 erop. die tijd kan er al bebouwing zijn geweest, zowel aan Direct boven de winkelpui zit een decoratieve lijst, Deze steen dateert dus de gevel en het pand. Zeer de Breestraat als aan de Aalmarkt, maar hierover zijn een zogenaamd fries. Het fries is opgebouwd uit bijzonder en uniek voor Leiden is de ornamentale geen archiefstukken bekend. In 1276 werd de kapel geschakelde baksteenkoppen rond een vierkant bak- bakstenen cirkel met daarin een achtpuntige ster- of van het gasthuis gewijd, de huidige Waalse kerk; het steentje. Even daarboven bevindt zich centraal in de zonvorm van gebakken baksteen. Met witte en zwarte gasthuis zal er toen al enkele jaren gevestigd zijn pleister is de vorm verder opgewerkt. De cirkel is aan- geweest. Aan weerszijden van de kerk lag het hoofd- Jaartalsteen met het jaartal 1588. (Foto: M. van Dam, BAAC) gebracht in het metselwerk tussen de ramen van de gebouw van het gasthuis. Op het terrein daarachter verdieping. De betekenis van deze ster- of zonvorm is lagen allerlei bijgebouwen, waaronder een brouw- vooralsnog onbekend. Een voorbeeld van decoratief huis, een proviandhuis, een slachthuis, stal en meer- metselwerk is de gevel van de Latijnse school aan de dere ziekenzalen. In 2007 is al eens archeologisch Lokhorststraat uit 1599. Andere woonhuisgevels met onderzoek uitgevoerd op een deel van het terrein van laat-16de-eeuws decoratief metselwerk zijn, voor het St. Catharinagasthuis (zie Kroniek 2007). Hierbij zover bekend, niet meer bewaard in Leiden. De gevel werd tot in detail vastgesteld hoe de landaanwinning is geheel gedocumenteerd en decoratieve delen zijn in de Rijn in zijn werk ging. Ook werden bij deze voor hergebruik of plaatsing opgeslagen in het depot opgraving diverse gebouwen van het gasthuis opge- Historische Bouwfragmenten van Erfgoed Leiden en graven. Door al deze voorkennis lag de focus bij het Omstreken. onderzoek in 2015 op andere zaken, zoals de bebou- Het archeologisch onderzoek leidde opnieuw tot wingsgeschiedenis van deze percelen en de opbouw inzichten in de bewoningsgeschiedenis van dit oude van het dijklichaam van de Breestraat. Tijdens het deel van de stad. Het onderzoeksgebied bevindt zich archeologisch onderzoek werden diverse steenbouw- Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 29

niveaus opgegraven, die teruggaan tot de oudste Uit verschillende sporen is aardewerk verzameld, stenen bebouwing op het terrein. Ook water- en waarvan het merendeel bestaat uit Paffrath en beerputten werden in flinke aantallen gevonden. handgevormd kogelpot-aardewerk. Daarnaast is Vanaf het niveau van de aanplempings-/ophogings- er Andenne-aardewerk gevonden en een scherf pakketten in de Rijn werden bovendien vlechtwerken proto-steengoed, maalsteenfragmenten, fragmenten wanden gevonden die waarschijnlijk tot de oever- dierlijk bot en brokjes verbrande klei die mogelijk als beschoeiingen hebben gehoord. bouwmateriaal zijn gebruikt. De uitwerking van zowel het bouwhistorisch als het Op basis van de resultaten van het proefsleuven- archeologisch onderzoek is nog in volle gang en zal onderzoek is niet duidelijk hoe de middeleeuwse medio 2017 tot een publicatie leiden. nederzetting er precies uit heeft gezien. Het kan gaan Erfgoed Leiden en Omstreken, om één of meerdere geïsoleerde erven, maar het is Chrystel Brandenburgh en Edwin Orsel ook mogelijk dat de resten deel uitmaken van een gro- https://www.erfgoedleiden.nl/vondstvandeweek/681-vvdw-39-verborgen- ter bewoningscluster, te vergelijken met het dichtbij- decoratie-in-gevel-uit-1588 gelegen Nieuw-Rhijngeest. Op basis van het aardewerk dateert de nederzetting tussen de Leiden | Bio Science Park, Kop van Leeuwenhoek 10de en 13de eeuw, waarmee de vindplaats aansluit De voormalige sportvelden van de Universiteit Leiden op de laatste fase van de nederzetting Nieuw- maken plaats voor kantoren die deel uit zullen maken Rhijngeest. Mogelijk is de bewoning van Nieuw- van het Bio Science Park. Voorafgaand aan de bouw Rhijngeest opgeschoven in zuidoostelijke richting en wijst de bewoning in Kop van Leeuwenhoek op een Overzicht van de sporen. (Illustratie: Archol) continuïteit van bewoning vanuit de Merovingische Werkzaamheden en enkele periode. Wanneer de sporen van de Kop van Leeuwen- paalsporen in een van de proef- hoek echter deel uitmaken van een geïsoleerd erf, dan sleuven. (Foto: Archol) zou het ook om een nieuw-gestichte woonboerderij kunnen gaan. In dat geval is er sprake van een hiaat heeft Archol een proefsleuvenon- tussen de bewoning in Rhijngeest en Kop van derzoek uitgevoerd. Hierbij is een Leeuwenhoek. vindplaats uit de Middeleeuwen Archol BV, J. van der Leije gevonden, die lag op een zandige oever. De archeologische sporen Leiden | Lakenplein bestaan uit paalsporen, greppels, Tijdens de voorbereidingen van de bouw van apparte- kuilen en een waterput. Een deel mentencomplex Het Groene Lakenplein zijn op de van de paalsporen maakt moge- bouwplaats interessante archeologische vondsten lijk deel uit van een bootvormige gedaan. In de bodem liggen namelijk de funderingen huisplattegrond. van een groot aantal huizen. Dit is een bijzondere Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 30

de jaren 70 de toen ernstig verkrotte huisjes op grote Het komt niet vaak voor dat archeologen en bouw- schaal gesloopt zouden zijn en dat dus ook de funde- historici een vrijwel compleet bouwblok kunnen ringen van de huisjes aan de Waardgracht zouden onderzoeken. In 2013 gebeurde dit bij de nieuwbouw zijn verdwenen. Archeologen van IDDS Archeologie van muziekcentrum De Nobel aan de noordzijde van waren in de zomermaanden ter plaatse om alles vast de stad. Nu was een vergelijkbare blik mogelijk in de te leggen. Nog veel bijzonderder is het feit dat de stadsuitbreidingen aan de oostzijde van Leiden met periode waarin de opgegraven huizen zijn gebouwd wederom nieuwe inzichten als resultaat. Hoewel de in het archief heel goed is vastgelegd. stadsuitbreidingen uit de 17de eeuw goed zijn vast- Het gedeelte van Leiden ten oosten van de Vestestraat gelegd op kaarten en in geschreven bronnen, hebben is in de jaren 1658/1659 aangelegd. Na het ontzet van we nog altijd een flink aantal vragen over deze perio- Leiden in 1574 begon er een periode van bloei van de de waarin Leiden explosief groeide. We weten dat de stad. In deze periode trokken grote aantallen immi- nieuwe kavels werden opgekocht door projectontwik- granten uit de Zuidelijke Nederlanden naar Leiden. kelaars en dat de huizen vervolgens werden door- (Foto: IDDS) De stad barstte zowat uit haar voegen. Om de nood te De opgraving van de wevershuisjes aan de Waard- lenigen werd een plan bedacht voor de uitbreiding De 17de-eeuwse bebouwing met water- en riool- gracht. Rechts op de achtergrond de Meelfabriek. van de stad ten oosten van de Herengracht. De grach- voorziening. (Illustratie: IDDS) ten en de huizen werden aangelegd volgens dit plan. vondst, want Zo verrees in korte tijd een wijk waar gewoond werd het vermoe- en waar het Leidse laken volgens de nieuwste tech- den bestond nieken geproduceerd werd. Later, in de 18de en 19de dat tijdens de eeuw, werden delen van de bestaande inrichting weer periode van gesloopt en vielen er gaten in de bebouwing die later de stadsver- weer zijn opgevuld met jongere panden. De aanleg nieuwing in van de nieuwe woonwijk blijkt door de stad nauw- keurig geregisseerd en vastgelegd. Dit blijkt uit het Foto van de 1e archief van de ‘thesaurier extraordinaris’ - zo werd de Looierstraat, betaalmeester van Openbare Werken in die tijd een van de stra- genoemd - dat integraal is opgenomen in het ten die hier lag gemeentelijk archief van Leiden. Niet alleen de reke- voor de aanleg ningen uit die tijd, maar zelfs de bestekken en de kwi- van het tanties van de aannemers die hier aan het werk Lakenplein waren, zijn in dit archief opgeslagen. We hebben hier- (Foto: datum on- mee een rijke verzameling van onschatbare waarde in bekend. Collectie handen, waar vreemd genoeg nog nooit systematisch ELO, PV5541.2) onderzoek naar is gedaan. Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 31

verkocht. Dat de ontwikkelaars daarbij vaak meer opgesteld straten- en grachtenpatroon. Duidelijk Johannes Dou(w) uit circa 1661, waarop de riolering- huizen bouwden dan oorspronkelijk de bedoeling zichtbaar in de opgegraven funderingen zijn de en en huisaansluitingen zijn ingetekend. In de reke- was, is geen geheim. Wat we echter nog onvoldoende verschillende bouwprojecten binnen het huizenblok. ningen van de thesaurier extraordinaris Pieter van in beeld hebben is hoe zo’n bouwproces verliep. Wie Aan de hand van de bakstenen, metselverbanden en Assendelft van 1661 kunnen we bovendien terugvin- deed wat? En hoe ging men om met de aanleg van kleine verschillen in de indeling van de huizen is te den dat de stad op 7 maart 1661 aan Cornelis Dircksz. centrale voorzieningen in de nieuwe wijk? zien welke huizen door dezelfde bouwploeg zijn Deecken, Huygh Leendertsz. van Leeuwercksvelt, Archeologisch onderzoek en archiefonderzoek trokken gebouwd en waar een volgende projectontwikkelaar Heyman Jacobsz. Bouman en Maerten Jansz. een som- hierbij samen op en ontrafelden de logistiek van de begon. Archiefonderzoek zal moeten uitwijzen of deze me van twee hondert twee en twintich guldens eene bouw in dit huizenblok. bouwfasen overeenkomen met de oorspronkelijke stuijver acht penningen heeft betaald” voor de aanleg De opgegraven huizen zijn gebouwd langs een vooraf plannen. De huizen zijn heel klein en hebben een vrij van een riool in de Groenestraat (nu Groenesteeg) en uniforme indeling die we ook kennen uit bouwhisto- de Cingelstraat. De huisaansluitingen zijn echter niet Ongedateerde tekening van Johannes Dou(w) uit circa risch onderzoek in nog bestaande huizen in dit deel gerealiseerd volgens plan. Deze vertonen ook meer 1661, waarop de rioleringen en huisaansluitingen zijn van de stad. Achter de huizen lagen kleine binnen- ingetekend. (Erfgoed Leiden en Omstreken) plaatsjes waar een waterput en secreethuisje ston- den. De mensen leefden in die tijd dus ook in de nieuwe wij- ken heel dicht op elkaar. De sanitaire voorzieningen in de nieuwe wijk zijn centraal aangelegd, in opdracht van het stadbestuur en aanbe- steed aan lokale aannemers. De secreten op de binnen- plaatsen waren aangesloten op afvoergoten die allemaal uitmondden in een goot onder de straat. Deze goot kwam weer uit in het water Kwitantie van van de grachten, wat een 7 maart 1661 behoorlijke stank veroorzaakt voor de aan- moet hebben. De goot onder leg van een de Cingelstraat is opgegraven riool in de en blijkt in één fase gebouwd Groenestraat te zijn. Dit blijkt ook uit de (nu Groenesteeg) en de Cingelstraat. ongedateerde tekening van (Erfgoed Leiden en Omstreken) Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 32

variatie in opbouw en zijn waarschijnlijk door de waar. Elke waterput was verschillend, wat niet logisch Op de enige stadskaart uit deze tijd, van Jacob van bouwaannemers aangelegd en niet door de stad. is als ze allemaal tegelijk zijn aangelegd. Hieruit Deventer uit 1554, is het gebied als onbebouwd weer- Met de aanleg van rioleringsgoten in de nieuwe maken de archeologen op dat de waterputten moge- gegeven. Deze kaart is echter vrij grofmazig en er zal wijken stimuleerde de stad een andere manier van lijk door of in opdracht van de bewoners zelf zijn ongetwijfeld sprake zijn geweest van opstallen op de afvoer van menselijke uitwerpselen die goedkoper gebouwd. Het is echter ook mogelijk dat de aannemer kloosterterreinen. Dit blijkt uit historische bronnen was dan het tot dan toe gebruikelijke beerputten- die verantwoordelijk was voor de bouw veelvuldig die vermelden dat bij de aanleg van de stadsvest in stelsel. Dat dit verstrekkende gevolgen had voor de gebruik maakte van bij elkaar geraapt en hergebruikt 1611 resten van de gebouwen van het St. Aegten- algemene hygiëne in de stad leidt geen twijfel. bouwmateriaal - waaronder verschillende formaten klooster zijn gevonden en verwijderd. Net als rioleringen is de watervoorziening een belang- houten tonnen - wat ertoe kan hebben geleid dat elke Voorafgaand aan het beleg van Leiden is in 1572 alle rijk element in de sanitaire voorzieningen van de waterput anders moest worden opgebouwd. bebouwing rondom de stad gesloopt. Zo ook de 17de-eeuwse huizen. Het aanleggen van een water- Ook rondom zorgcentrum Huis op de Waard zijn gebouwen van de kloosters en eventuele opstallen put was niet goedkoop en de vraag was dan ook wie funderingen gevonden van 17de-eeuwse huizen. Het binnen het plangebied. dit organiseerde. Was het de ontwikkelaar en ver- onderzoek op deze plaats is echter nog niet afgerond In 1611 werd de stad vergroot. Hiervoor kocht de rekende hij de kosten in de huurprijzen van de en zal ongetwijfeld nog meer details opleveren. stad het land op dat binnen de stad zou komen te huizen? Was het de stad of geen van beiden? Tijdens Erfgoed Leiden en Omstreken, liggen. Voor zover bekend is er in de periode tussen de opgraving bleek dat elk huis toegang had tot een Chrystel Brandenburgh en André van Noort 1572 en 1610 niet gebouwd in het plangebied. De waterput op de binnenplaats achter de huizen. De landerijen waren in gebruik als weiland, raamland, meeste water- Leiden | Lammermarkt putten lagen De bouw van de parkeergarage op de Lammermarkt De Lammermarkt, toen nog Korte Langegracht, aan op de erfschei- is in december 2014 van start gegaan. Tijdens dit het eind van de 19de eeuw. (Erfgoed Leiden en Omstreken) ding tussen bouwproject heeft ook archeologisch twee huizen onderzoek plaatsgevonden. Dit werd in het waardoor het voorjaar van 2015 uitgevoerd door archeo- lijkt of ook dit logen en bouwhistorici van BAAC Archeo- een centrale/ logie en Bouwhistorie (Den Bosch). gedeelde voor- Het gebied dat we nu de Lammermarkt ziening was. noemen heeft een lange geschiedenis. In Niets blijkt de Middeleeuwen lag het buiten de stads- echter minder muren waar maar weinig bebouwing stond. Buiten de muren van de stad lagen Een van de wel enkele kloosterterreinen. Aan de waterputten noordwestzijde van de stad waren dat het achter de St. Margarethaconvent (1404-1458), het huizen aan het St. Maria Magdalenaklooster (1458-1542) Lakenplein. en het St. Aegtenklooster (1432-1553). (Foto: IDDS) Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 33

boomgaard of moestuin. Met de stadsuitleg wijzigde was gereserveerd voor Joodse graven. In 1911 werd de het parkeerterrein. Hieruit maakten ze op dat er in de de indeling van het gebied ingrijpend. Twee water- algemene begraafplaats gesloten en geruimd. De bodem nog intacte resten uit het verleden lagen. wegen doorkruisten het gebied: de Langegracht (in Joodse begraafplaats bleef in gebruik tot 1962, waar- Dit was reden genoeg om tijdens de bouw van de het verlengde van de huidige Langegracht) en de na de graven werden overgebracht naar Katwijk. parkeergarage verder te kijken. Daarom groeven de Binnenvestgracht (vlak ten zuiden van Molen de Valk). Voorafgaand aan de bouw is al eens eerder een archeo- archeologen vooruitlopend op de bouw vrijwel de Onder de huidige Lammermarkt en een deel van het logisch onderzoek uitgevoerd op de Lammermarkt. In parkeerterrein van Molen de Valk lag een compleet 2013 groeven archeologen van BAAC Archeologie Archeologen aan het werk op de Lammermarkt, voor- huizenblok. Het noordelijk deel van het plangebied en Bouwhistorie (Den Bosch) twee proefsleuven op uitlopend op de bouw van de parkeergarage. (Foto: BAAC) werd ingericht als bolwerk.

Het in 1906 gesloopte blok aan de Lammermarkt. (Erfgoed Leiden en Omstreken)

Vanaf 1860 werden de Korte Langegracht en de Binnenvestgracht gedempt. Het blok is in 1906 gesloopt om plaats te maken voor de veemarkt. Het bastion is vanaf het midden van de 19de eeuw in gebruik genomen als begraafplaats. Een deel hiervan Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 34

gehele bouwkuip op. Dit gebeurde gefaseerd, omdat Leidschendam Voorburg | Centrum-Kanaal van aanleg van dit circa 34 km lange kanaal worden in ook het bouwproject in fasen was ingedeeld. Corbulo de overgeleverde historische bronnen drie opties Op meerdere plekken werden sporen gevonden uit gegeven: de periode vóór 1611, toen het gebied nog buiten de Inleiding u het creëren van een veilige vaarverbinding tussen middeleeuwse stad lag. De verkavelingsgreppels en Het kanaal van Corbulo is een belangrijk onderdeel de twee riviermondingen; sloten uit deze periode geven een goed beeld van hoe van de Romeinse geschiedenis van Zuid-Holland. Het u het bezighouden van de manschappen; het terrein in die tijd was ingedeeld. In één hoek van wordt als onderdeel gezien van de limes en zal daar- u het voorkomen dat de rivieren bij hoog water het terrein vonden de archeologen bovendien een om mogelijk mee worden genomen in de voordracht overstroomden. aantal mestkuilen en een muur die mogelijk hoorde van de limes als UNESCO-werelderfgoed. Men neemt De historische bronnen vertellen echter niets over de bij een van de eerdergenoemde kloosterterreinen. over het algemeen aan dat het kanaal ongeveer de exacte ligging noch over (de duur van) het gebruik van De meeste sporen en vondsten dateren uit de loop van de huidige Vliet volgt. Maar als we de beken- het kanaal. In de jaren negentig van de vorige eeuw is periode na 1611 toen er een compleet huizenblok in de gegevens onder de loep nemen dan blijkt dat het op een aantal locaties in de wijk Rietvink in Leidschen- het plangebied stond. De kelders en onderste funde- feitelijk bekende deel van het kanaal zich bevindt in dam het kanaal teruggevonden en op grond van be- ringen van deze huizen waren nog in de bodem de Leidschendamse wijk De Rietvink en net ten noor- schoeiingspalen dendrochronologisch gedateerd rond bewaard gebleven, net als een groot aantal waterput- den ervan. Verder zijn er enkele waarnemingen in 50 na Chr. Het kanaal kon over een lengte van meer ten, secreetgoten en beerputten. De beerputten Rijswijk en Den Haag, die mogelijk met het kanaal dan 1600 meter in kaart worden gebracht, maar in het waren een onverwachte vondst. In veel 17de-eeuwse verband houden. Opvallend genoeg is het kanaal, centrum van Leidschendam, waar wel veel onderzoek stadsuitbreidingen is bij opgravingen vastgesteld dat ondanks alle onderzoeken in het centrum van is gedaan, is het kanaal nooit goed waargenomen. de huizen direct werden aangesloten op een centraal Leidschendam van de afgelopen twintig jaar, daar rioleringssysteem (zie ook het artikel over het Laken- nooit gevonden. Uit de laatste onderzoeken blijkt In de wijk De Rietvink in Leidschendam is een recon- plein). Dat blijkt in dit bouwblok niet het geval te zijn: zelfs dat het kanaal niet rechtdoor heeft gelopen en structie gemaakt van het teruggevonden deel van het hier loosde men de wc’s nog als vanouds op beer- ook niet afbuigt in de richting van de Vliet. Om dit kanaal van Corbulo. (Foto: Hans Erren) putten. raadsel van het zuidelijke vervolg van het kanaal van Wat ook opvalt, is dat de beerputten geen huishoude- Corbulo op te lossen is in de winter van 2015 in lijk afval bevatten. De beerputten werden dus niet opdracht van de provincie Zuid-Holland door RAAP gebruikt als algemene afvalput, maar alleen voor de Archeologisch Adviesbureau in samenwerking met de afvoer van de wc’s. Het huishoudelijk afval werd blijk- gemeente Leidschendam-Voorburg, en ondersteund baar wel gedumpt in de openbare wateren, zoals de door vrijwilligers, een booronderzoek uitgevoerd met Binnenvestgracht en de Korte Langegracht, waarvan verrassende resultaten. delen tijdens de opgraving zijn onderzocht. Hier wer- den namelijk juist wel gebruiksaardewerk, bot en Voorgeschiedenis ander afval gevonden. Het kanaal is in opdracht van de Romeinse veldheer Erfgoed Leiden en Omstreken, Corbulo in of rond 50 na Chr. aangelegd. Het kanaal Chrystel Brandenburgh vormde een verbinding tussen de Oude Rijn in het noorden en de Maas in het zuiden. Als reden van Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 35

Feitelijk is het kanaal ten zuiden van de Schoorlaan heeft zich gefocust op de vraag hoe de verbinding ter niet meer waargenomen tot aan Forum Hadriani, hoogte van de waterscheiding in zuidelijke richting waar enkele jaren geleden een haven is gevonden, die tot stand werd gebracht. Was er toch sprake van een vermoedelijk via de zuidelijke tak van het kanaal doorgaande vaarverbinding of werden de boten of de bereikt werd. goederen hier overgeslagen naar een andere vaar- Het lijkt er steeds meer op dat het kanaal niet (recht)- weg? Kortom was er in de Romeinse Tijd al sprake van door gelopen heeft. Mogelijk was er ter hoogte van de een (natuurlijke) dam in Leidschendam? landscheiding sprake van een overlaat of een (natuur- Een natuurlijke dam is met boringen niet aan te lijke) dam in het kanaal. Het boorprofiel langs de tonen, maar een in het veen gegraven en met klei Schoorlaan, met boringen om de 5 meter, sluit uit dat opgevulde geul wel. Het onderzoek had daarmee tot het kanaal rechtdoor gelopen heeft. Dit blijkt uit het doel te onderzoeken of de gegraven geul al dan niet Het nieuwe ontdekte tracé. De blauwe stippen betref- feit dat het veen overal intact is. Ook een bocht in oos- doorloopt. fen de boringen. De lichtblauwe stippellijnen zijn de telijke richting naar de Vliet is op basis van archeolo- Bij het onderzoek zijn in totaal 99 boringen gezet en randen van het kanaal. Ter hoogte van de rode pijltjes gisch booronderzoek haast uit te sluiten. De direct is met 8 haakse raaien het kanaal meer dan 250 zijn beschoeiingspalen aangeboord. (Kaart: RAAP) ten oosten van de huidige Vliet gelegen geul, die lang meter verder vervolgd. Een van de opvallende resulta- in verband is gebracht met het kanaal, blijkt al voor ten is dat het kanaal niet naar het oosten afbuigt, ook kanaal geen onoverkomelijk probleem voor de de komst van de Romeinen volledig dichtgeslibd (de niet ophoudt, maar juist in westelijke richting afbuigt Romeinse ingenieurs. Dat er wel degelijke aanvullen- blauwe lijn op de kaart). en daar een smalle strandwal doorsnijdt. Ter hoogte de maatregelen nodig waren ter hoogte van de door- Het in de winter van 2015 uitgevoerde onderzoek van deze strandwal is het kanaal ingegraven in het snijding blijkt uit het dit jaar uitgevoerde proefsleuf- zand. Op de hoek van de Landscheidingstraat en de onderzoek. In deze proefsleuf, uitgevoerd in opdracht De meest zuidelijke waarnemingen van het kanaal in Schoorlaan is in de gutsboringen een beschoeiings- van de v.o.f. Damcentrum in samenwerking met de Leidschendam (rode stippen) en de ligging van het paal aangeboord. Een stuk van het aangeboorde gemeente Leidschendam-Voorburg, is vastgesteld dat boorprofiel langs de Schoorlaan (paarse lijn), met in elzenhout is met 14C-methode gedateerd op 50-60 na geel de strandwallen, in bruin het veen en in groen en Chr. Een datering die zeer goed past in het beeld dat Overzichtsfoto van de proefsleuf met aan weerszijden blauw de natuurlijke kreken. (Kaart: RAAP) is ontstaan op basis van de dendrochronologische van het kanaal duidelijk zichtbaar de diep in het zand dateringen van eikenhouten beschoeiingspalen die in ingeslagen beschoeiingspalen. (Foto: RAAP) het stuk van het kanaal in de Rietvinkpolder werden gevonden. In 2015 is ook een elzenhouten beschoei- ingspaal van het kanaal uit de Starrenburgpolder gedateerd met vergelijkbaar resultaat. Opvallend aan het nieuw ontdekte tracé van het kanaal is dat er tegen de verwachting in sprake blijkt van relatief scherpe bochten en ook de aanleg van een kanaal door een strandwal is onverwacht te noemen. Kennelijk vormde het graven en openhouden van het Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 36

er ter hoogte van de strandwaldoorsnijding sprake is Een hoekfun- schuine wand van gestapelde stenen. Hoewel van een aan twee zijden zwaar beschoeid kanaal. dering van de dergelijke bakken eerder zijn gezien bij boerderijen in De beschoeiing bestaat uit (eiken)houten palen boerderij. (Foto: Midden-Delfland, is de functie onbekend. verbonden met vlechtwerk. Aan de strandwalzijde Archeologie Delft) Het oudste vondstmateriaal dateert uit de eerste helft was de constructie versterkt met veenplaggen. Dit van de 16de eeuw en kwam uit een ophooglaag waar- was waarschijnlijk om te voorkomen dat het kanaal ooit een boerderij in de jongere funderingen waren ingegraven. De frag- zou vollopen met zand. Voorlopig hebben beide had gestaan. menten aardewerk waren voornamelijk van roodbak- onderzoeken al informatie opgeleverd over het ver- Bij de opgraving kende kookpotten, bakpannen en kannen en enkele loop van het kanaal richting Forum Hadriani en over konden verschil- papkommen en borden. Deze samenstelling aan de wijze van aanleg van het kanaal. Mogelijk volgen lende stukken aardewerkvormen is zeer gangbaar in de 16de eeuw. er meer conclusies na de uitwerking. muur vrij worden Een grote hoeveelheid 18de-eeuws aardewerk uit een RAAP, Bram Jansen gelegd van ten aanplemping langs de oever van de Slinksloot was https://www.youtube.com/watch?v=0JAJgLG66gA minste drie ver- wel kenmerkend. Ruim een kwart van de aardewerk- schillende bouw- fragmenten waren van ‘Zeeuwse teilen’, grote trech- Midden-Delfland - Schipluiden | Slinksloot fasen van de boer- tervormige kommen. In deze kommen werd de melk Voorafgaand aan de verbreding van de Slinksloot is derij. De oudste afgeroomd, waarna de room tot boter werd gekarnd. een klein gedeelte van een boerderij uit de Nieuwe muren dateren De andere aardewerkfragmenten waren alle afkom- Tijd opgegraven. De boerderij lag op de zuidoever van mogelijk de stig van een doorsnee 18de-eeuwse huisraad, met van de sloot, ten zuiden van de Zouteveenseweg, late 16de of de naast kook- en tafelwaar ook thee- en koffieservies in de Zouteveensepolder. De locatie van de boerderij 17de eeuw, de van voornamelijk Delfts blauw aardewerk. was bekend van historische kaarten uit 1611 en 1712, jongste uit de 18de eeuw. Het opgegraven deel van de maar in het veld was aan niets meer te zien dat hier boerderij was te klein om wat te kunnen zeggen over De grote ronde bak met onbekende functie. de vorm en de afmetingen. Een opmerkelijk spoor op (Foto: Archeologie Delft) Locatie van het onderzoek langs de Slinksloot in enige afstand van de boerderij was een grote ronde Schipluiden. (Foto: Archeologie Delft) bak met een bodem van houten planken en een Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 37

Het dierlijk bot uit de 18de-eeuwse aanplemping archeologisch begeleid. Het plangebied ligt ter tevens een zaadje van de snavelruppia (Ruppia mari- bestond voor het overgrote deel uit rund en verder hoogte van het pand Toldijk 30 ten zuidoosten van tima), een soort die zout water nodig heeft om te kun- varken en schaap/geit. Het lijkt erop dat voornamelijk Hekelingen. De aanleg van de duiker door de Toldijk, nen ontkiemen. Kennelijk gebruikte men voor de riet- vee van de eigen boerderij werd geslacht. die met een gedeeltelijk open ontgraving is aange- lagen het nodige ‘buitendijkse’ materiaal. Aan het begin van de 19de eeuw werd de boerderij legd, verbindt de waterpartijen ten oosten van de dijk Het geprepareerde rietmonster leverde een 14C- om onbekende redenen afgebroken. Van andere boer- in de polder Oude Uitslag van Putten met die ten datering op van 1040-1150, aanzienlijk ouder dus dan derijen aan de Zouteveenseweg is uit historische bron- westen ervan in de polder Klein Schuddebeurs. De de oudste vermelding (1431) van de Toldijk in histori- nen bekend dat ze hoofdzakelijk melkvee hielden voor begeleiding is uitgevoerd door het vastleggen van een sche bronnen. Over de ontwikkeling van de dijk vanaf boter die op markt van Delft werd verkocht. Uit het gedeelte van het profiel door de bovenste delen van de de 11de-12de eeuw zijn, door het ontbreken van (da- archeologisch onderzoek is nu gebleken dat dit ook in Toldijk en het aansluitend zetten van boringen om het terend) vondstmateriaal uit het dijklichaam, te wei- de 18de eeuw al het geval was. De ‘boterspecialisatie’ profiel aan de onderkant van de Toldijk aan te vullen. nig gegevens voorhanden. Wel kan worden vastge- blijkt niet uit de 16de-eeuwse vondsten, waartussen Het bovenste deel van het profiel bestaat uit kleiop- steld dat de oudste kern van de dijk zich westelijker maar weinig voor boterbereiding geschikte kommen hogingen die (deels) zijn geïnterpreteerd als een dijk- bevond dan de ‘as’ van de huidige dijk. Uitbreiding zaten. lichaam. De oudste kleiophogingen in het profiel zou- van de dijk heeft dus voornamelijk richting het oosten Archeologie Delft, Jorrit van Horssen den in theorie nog tot een verhoogd woonerf kunnen plaatsgevonden. behoren - in navolging van de 12de-eeuwse vind- Met de constatering dat de Toldijk een 11de-/12de- Nissewaard | Toldijk plaatsen langs de Toldijk en de Gaddijk - maar het eeuwse voorganger heeft - of de oudste fase van de In juli 2005 is de aanleg van een duiker door de Toldijk ontbreken van nederzettingsafval wijst daar niet op. dijk uit deze periode stamt - én de constatering dat Op basis van het profiel is vastgesteld dat de oudste deze direct op het veen is aangelegd, kan tevens een Ligging van het plangebied (vindplaats 18-138) met kern van de dijk onder het westelijk talud van de aantal vindplaatsen uit de Late Middeleeuwen langs enkele 12de-eeuwse vindplaatsen langs de Toldijk en huidige dijk ligt. De oudste dijkophogingen zijn aan- de Toldijk en de Gaddijk beter worden begrepen. de Gaddijk. gebracht direct op het veen van het Hollandveen Vermoedelijk lagen deze vindplaatsen langs de dijk Laagpakket en vormden een dijklichaam met een die in oorsprong ouder blijkt te zijn dan de historische vermoedelijke breedte van circa 9 m. Er zijn te weinig bronnen deden vermoeden. gegevens voorhanden om een reconstructie te maken Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR), van de hoogte van deze oudste kern. Uit de basis van Patrick Ploegaert de kleiophogingen is een rietlaag bemonsterd voor een 14C-datering. Het monster is voorafgaand aan de Noordwijk | Voorstraat 79 14C-datering bekeken op botanische macroresten. In Tijdens een proefsleuvenonderzoek van IDDS het rietmonster zaten rietstengels van mogelijk bies Archeologie in het plangebied ‘Hof van Holland’ aan (cf. Schoenoplectus spec.) en twee zaden van ruwe de Voorstraat in Noordwijk in mei 2015 is een behou- bies (Schoenoplectus tabernaemontani, een brak- denswaardige vindplaats gevonden. Deze bestaat uit watersoort). Van de rietstengels waren stomata (huid- één spoor met een datering in de vroeg-Romeinse mondjes) aanwezig, dus het zijn zeker bovengrondse Tijd. Deze kuil bevatte zeer veel inheems-Romeins resten. In een kleiklontje uit het rietmonster zat aardewerk en één scherf van vermoedelijk een Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 38

De containers kwamen op een plek waar ooit de achtererven lagen van oorspronkelijke bebouwing langs de Geestbrugkade. Van de oude bebouwing werd weinig meer gevonden dan een brok fundering, waarschijnlijk uit de 19de eeuw, met wat puin en afval. Onder dit pakket grond lag een veenlaag van een paar centimeter dik en daaronder werd het zand van de strandwal bereikt. In het veen werden dunne, naast elkaar liggende stukken hout gevonden. Die moeten zo door mensen neergelegd zijn, mogelijk in de tijd dat de bodem steeds natter werd door de stijging van het grond- waterpeil. We weten nog niet wanneer dit is gebeurd. Spoor 6 werd in het westprofiel al vanaf 1,15 m boven Een deel van het hout dat mogelijk in de Bronstijd zo Naar schatting was het in de Bronstijd (circa 2000- N.A.P. waargenomen. De kuil bevatte veel grote scher- naast elkaar gelegd is. (Foto: Gemeente Rijswijk/Archeologie) 800 voor Chr.). Misschien dat 14C-analyse een ven IJzertijd/inheems-Romeins aardewerk. In het mid- specifiekere ouderdomsbepaling oplevert. In het den van de kuil is een bijna complete pot zichtbaar. containers aan de Dillenburglaan. De locatie is op zand van de strandwal werden geen archeologische (Foto: B.A. Corver) enkele meters van de Geestbrugkade, midden in het vondsten gedaan. oude buurtschap ‘De Geest’. Nog steeds staan er Gemeente Rijswijk, Bureau Monumentenzorg en wrijfschaal. Naast aardewerk werd ook dierlijk bot- enkele huizen uit de 17de en de 18de eeuw. De Dillen- Archeologie, J.M. Koot materiaal in de kuil gevonden. De botten zijn onder burglaan is rond 1988 ontstaan door de sloop van andere van rund, hond en paard. De top van het spoor bebouwing. Mogelijk zouden bij het ingraven van de Rijswijk | Van Vredenburchweg 79 ligt op 1,15 m boven N.A.P., maar in het profiel lijkt nieuwe containers resten van oude bebouwing wor- Het Rijswijkse Bos is een restant van een grote tuin het of de top van het spoor al iets is verstoord. den gevonden. Het was aanleiding voor de archeo- die hoorde bij het 17de-eeuwse paleis Huys ter IDDS, Y. Meijer logen om er onderzoek te doen. Bovendien ligt de plek Nieuburch. Dit paleis werd gebouwd in opdracht van op de strandwal. Deze zandrug ligt in het noordelijke Prins Frederik Hendrik in de periode 1630-1635. Het Rijswijk | Dillenburglaan deel van Rijswijk, waarbij de Van Vredenburchweg en paleis kreeg grote bekendheid doordat er in 1697 de Voor de afvoer van huishoudelijk afval wordt inmid- de Geestburgweg min of meer de lengteas van de Vrede van Rijswijk werd gesloten. Dit verdrag maakte dels geleidelijk overgeschakeld op een ander systeem strandwal markeren. In deze zandrug zijn archeo- een einde aan een jarenlange oorlog tussen enerzijds van afvalinzameling. In de nieuwe opzet wordt het logische vondsten te verwachten vanaf de Nieuwe Frankrijk en anderzijds een coalitie van de Republiek, afval in ondergrondse vuilcontainers opgeslagen. Steentijd. De oudste vondsten tot nu toe zijn van Spanje, Engeland en enkele Duitse staten. Aan het Per categorie als glas, papier en restafval zijn er ongeveer 2800 voor Chr. Het archeologisch onderzoek einde van de 18de eeuw werd het paleis gesloopt. aparte containers. Elke container heeft een afmeting vond plaats in nauwe samenwerking met Gemeente Het noordelijke deel van de tuin werd als bos in- van ongeveer 2,8 x 2.8 m en is 3 m diep. Rijswijk/Stadsbeheer, het reinigingsbedrijf Avalex en gericht en voorzien van wandelpaden. Een gedenk- In het voorjaar vond de ingraving plaats van enkele de aannemer, de fa. J.J. van der Hoeven & Zn bv. teken (De Naald) kreeg er een prominente plek. Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 39

Het bos was alleen via een gemetselde boogbrug Jan Dröge uit Leiden. De eerste onderzoeksresultaten vanaf de Van Vredenburchweg toegankelijk. Aan bevestigden al spoedig de verwachte ouderdom. Na het begin van de toegang tot het bos werd een de eerste sloopwerkzaamheden hielpen leden van het beheerderswoning gebouwd. Deze werd omstreeks archeologisch veldteam de bouwhistorici met het 1920 vervangen door een nieuwe woning, Van inmeten en documenteren van de funderingen van Vredenburchweg 79. het pand Spieringsweteringweg 10. In januari 2016 Vanwege een bescheiden uitbreidingsplan vond zal het onderzoek worden voortgezet. een verkennend archeologisch onderzoek plaats. Gemeente Rijswijk, Bureau Monumentenzorg en De woning staat op de strandwal, waardoor Archeologie, J.M. Koot bewoningssporen vanaf de Nieuwe Steentijd te verwachten zijn. Daarom heeft de firma Archol in Rijswijk |Wilhelminapark opdracht van de eigenaar een bureauonderzoek en Voor het opvoeren van de waterbergingscapaciteit een verkennend onderzoek (grondboringen) uit- werden enkele waterpartijen in het westelijk deel van gevoerd. Het onderzoek werd afgesloten met een het Wilhelminapark vergroot. Bij archeologisch rapport, dat het advies bevatte om vervolgonderzoek onderzoek in de omgeving zijn in de afgelopen jaren Opgraving Oyevaerswey: veel regen en modder. te doen (Van de Geer, 2015). nederzettingssporen uit de Romeinse Tijd gevonden. (Foto: gemeente Rijswijk/Archeologie) Gemeente Rijswijk, Bureau Monumentenzorg en In het gebied tussen de nederzettingen zijn tal van Archeologie, J.M. Koot greppels gevonden die het bewijs vormen dat het In opdracht van het Programmabureau Rijswijk- landschap op systematische wijze was verkaveld. Buiten verrichten de Rijswijkse archeologen er onder- Rijswijk | Spieringsweteringweg 10 Tijdens de grondwerkzaamheden werden waarne- zoek. In voorgaande archeologische kronieken is al In Sion staat aan de Spieringsweteringweg een pand mingen verricht, waarbij een greppel uit de Romeinse verschillende keren verslag gedaan van archeologisch waarvan de geschiedenis waarschijnlijk teruggaat Tijd werd gevonden. Het terrein was enkele decennia onderzoek in dit gebied. tot in de 18de eeuw. In opdracht van het BMA is eind eerder in gebruik als vuilstortplaats. Desondanks In 2015 begon het archeologisch onderzoek met een 2015 een onderzoek gestart door de bouwhistoricus bleek de ondergrond nauwelijks verstoord te zijn. aantal percelen in het oostelijke deel van ’t Haantje. Mocht ooit het naastgelegen deel van het park De verwachting was hier wat minder hoog dan voor Achterzijde van het pand Spieringsweteringweg 10 heringericht worden, dan moet ook daar met andere delen van RijswijkBuiten, omdat een groot in 2015. (Foto: gemeente Rijswijk/Archeologie) archeologische resten rekening worden gehouden. deel van het gebied tot voor kort in gebruik was bij Door de vondst van de greppel kon het overzicht van een grondverwerkingsbedrijf. Dat had onder meer de gekarteerde greppels verder worden aangevuld. bekkens gegraven voor de opslag van grond. Andere Gemeente Rijswijk, Bureau Monumentenzorg en percelen waren gebruikt voor de tuinbouw of als Archeologie, J.M. Koot weiland. De archeologen vonden toch op verschil- lende plaatsen greppels uit de Romeinse Tijd. Deze Rijswijk | RijswijkBuiten, ’t Haantje vondsten zijn waardevol, omdat ze inzicht geven in In het zuiden van Rijswijk wordt sinds 2009 de de inrichting van het landschap in de eerste eeuwen nieuwe woonwijk RijswijkBuiten in fasen ontwikkeld. van onze jaartelling. Dit is een van de onderzoeks- Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 40

thema’s waarop het archeologisch onderzoek in Op dit terrein stond in de Middeleeuwen het klooster mocht het Spaanse leger terugkeren - ze er weer Rijswijk zich richt. Sion. Later stonden op hetzelfde terrein de gebouwen gebruik van konden maken. Tijdens het ontmantelen In het westelijk deel van ’t Haantje aan de Oyevaers- van de gelijknamige buitenplaats. In 2015 werden de van de schans bij Sion werden ook alle klooster- wey vond in het voorjaar van 2015 een verkennend kassen gesloopt en werd een verkennend archeolo- gebouwen gesloopt. archeologisch onderzoek plaats door middel van gisch onderzoek gestart. Het doel was te weten te Omdat de katholieke godsdienst door de Staten van proefsleuven. Er kwamen verschillende greppels en komen of er nog archeologische resten in de bodem Holland verboden werd, konden zij ook alle katholieke kuilen tevoorschijn met daarin aardewerk uit de 12de aanwezig waren en zo ja, waar deze zich bevinden en kerkelijke goederen in beslag nemen. Dat betekende eeuw. De vondsten maakten aannemelijk dat op deze hoe diep. Deze informatie is nodig voor het opstellen het einde van alle kloosters. Er is weinig van Sion plaats of in de directe omgeving een middeleeuwse van een nieuw inrichtingsplan. bekend, omdat het archief met het klooster verloren woonplaats lag. Die gegevens zijn van belang omdat Het verkennend archeologisch onderzoek werd is gegaan, maar uit summiere archiefbronnen is ze meer inzicht geven in de periode waarin het gedaan door de Rijswijkse archeologen in opdracht bekend dat het com- Rijswijkse klei- en veengebied werd ontgonnen en van het Programmabureau RijswijkBuiten in de plex bestond uit geschikt gemaakt voor landbouw. zomer van 2015. onder meer een kerk, In het najaar werd duidelijk dat behoud van de vind- Het klooster ‘Sancta Maria in Monte Sion’ bestond van een eetzaal, een plaats niet mogelijk was. Precies op deze plek komt circa 1435 tot 1572. Het behoorde tot de orde van de ziekenzaal en een een hoofdweg van de nieuwe woonwijk te liggen. Augustijnen en was het hoofdklooster van het gene- gastenverblijf. Omdat die niet op een andere plaats kan worden raal kapittel van Sion, waarbij zo'n 25 kloosters waren De in beslag geno- aangelegd, is besloten de archeologische resten op te aangesloten. men gronden werden graven. De opgraving startte in november 2015 en Het klooster werd afgebroken in de eerste jaren van door de Staten van was tijdens de jaarwisseling nog in volle gang. de Tachtigjarige Oorlog. Vooral in de periode 1572- Holland vanaf circa Inmiddels weten we dat hier een boerderij heeft 1574 was deze streek het strijdtoneel van Staatse en 1575 geleidelijk ver- gelegen Deze boerderij lag niet geïsoleerd in het Spaanse troepen. Delft voorzag dat de Spanjaarden kocht om geld voor landschap: in 2010 en 2012 is op een naastgelegen de stad zouden gaan belegeren en daarom werd in de oorlogvoering te perceel - nu ligt er de Prinses Beatrixlaan - ook een de directe omgeving alle bebouwing gesloopt of verkrijgen. Omstreeks woonplaats gevonden en ook aan de andere kant van minstens onbewoonbaar gemaakt. Belegeraars kon- 1600 bouwde een de vindplaats zijn in de afgelopen jaren aanwijzingen den zo geen onderdak vinden. Ook het klooster Sion nieuwe eigenaar van gevonden dat daar ook een woonplaats lag. moest worden ontruimd. Op dat moment belegerden het kloosterterrein er De opgraving zal nog tot eind januari duren. de Spaanse troepen Leiden al. Delft werd toen al in- een boerderij, die al Gemeente Rijswijk, Bureau Monumentenzorg en gesloten door het opwerpen van schansen. Voor een Archeologie, J.M. Koot van de schansen werd gebruikgemaakt van de RijswijkBuiten; onbewoonbaar gemaakte gebouwen van Sion. Alleen klooster Sion. Skelet Rijswijk | RijswijkBuiten, klooster- en buitenplaats- langs de Schie kon Delft nog worden bereikt. Omdat van een volwassen terrein Sion het beleg mislukte en de Spaanse troepen de streek individu. Een bijzonder terrein in RijswijkBuiten ligt in de verlieten, week het gevaar voor Delft. Delft liet de (Foto: gemeente uiterste zuidwesthoek van de nieuwe woonwijk. schansen meteen verwoesten om te voorkomen dat - Rijswijk/Archeologie) Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 41

snel uitgroeide tot de buitenplaats Sion. In de 18de periodes. De oudste (middeleeuwse) resten behoorden voorkomt dat regenwater langs de gevel stroomt. eeuw behoorde deze buitenplaats - toen in het bezit tot het klooster: een waterput, funderingen en de zoge- De vondst van maar liefst vier menselijke skeletten van de familie Van Hogendorp - zelfs tot de grootste naamde uitbraaksleuven. Dit zijn plekken waar bij de toont aan dat de begraafplaats van het klooster nog van Delfland. Op een met water omgeven hoofdterrein sloop van het klooster de muren volledig zijn verwij- aanwezig is. Het zijn de resten van twee volwassenen, stond een landhuis met een grote tuin, vijvers, bloem- derd en het niet meer bruikbare slooppuin gebruikt is een baby en een kind. Andere middeleeuwse vondsten perken, boomgaarden en hagen, dat zich uitstrekte tot om het gat te vullen. Tussen het puin kwamen allerlei zijn metalen gebruiks- en siervoorwerpen, zoals aan de Spieringswetering. In de 18de eeuw bereikte bouwfragmenten tevoorschijn, zoals zandstenen boekbeslag, spijkers en loden gewichtjes. de buitenplaats zijn grootste omvang: ruim 100 hecta- waterlijsten en kozijnstijlen. Een waterlijst is een De jongste vondsten behoorden tot de buitenplaats en re landbouwgrond met pachtboerderijen. Een van de uitstekende bakstenen of natuurstenen lijst, die dateren uit de periode van circa 1600 tot 1800. Ze laatste bewoners was Gijsbert Karel van Hogendorp bestaan onder meer uit verschillende funderingen, (1762-1834), die lid was van het driemanschap dat in RijswijkBuiten; buitenplaats Sion. Fundering van een waterputten en een bakstenen riool. Sommige muren 1813 Willem I op de Nederlandse troon hielp. Na 1800 bijgebouw (?). (Foto: gemeente Rijswijk/Archeologie) maakten deel uit van het hoofdgebouw, andere werd Sion in enkele jaren ontmanteld. Het hoofd- behoorden tot bijgebouwen waarvan het bestaan nog gebouw werd gesloopt en de overige gebouwen met niet bekend was. Twee witmarmeren plavuizen bena- alle landbouwgrond verkocht. drukken nog eens hoe fraai het hoofdgebouw er van De ooit zo fraaie siertuinen werden in kleine kavels binnen uit moet hebben gezien. verdeeld en als tuinbouwgrond in gebruik genomen. Voorlopig is het veldwerk gereed en worden de Door de bouw van een nieuw tuinbouwbedrijf vonden verzamelde gegevens uitgewerkt en geanalyseerd. in de winter van 1979-1980 grondwerkzaamheden Gemeente Rijswijk, Bureau Monumentenzorg en plaats, waarbij oude muren tevoorschijn kwamen. Archeologie, J.M. Koot Die werden voor een deel verwijderd, zodat onder barre winterse omstandigheden een archeologisch Rotterdam | Kralingse Bos noodonderzoek uitgevoerd moest worden. Veel Op 8 september 2015 heeft het BOOR in het noord- essentiële informatie kon toen niet worden gedocu- menteerd en is verloren gegaan (Sarfatij 1981). De vierkante fundering van rond 1930 van de In augustus en september 2015 vond een verkennend opgevijzelde molen. Achteraan het doodbed van onderzoek door de Rijswijkse archeologen plaats, waar- de kollergang. (Foto: BOOR) bij met een graafmachine verschillende proefsleuven zijn gegraven en met de hand grondboringen werden gedaan. Al snel werden sporen gevonden van het grondwerk van 1979-1980. Op enkele plaatsen was de bodem tot meer dan 1 m diep verstoord en werd weinig muurwerk gevonden. Op andere delen van het terrein bleken resten echter nog intact te zijn. De meeste vondsten zijn toe te schrijven aan twee Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 42

westelijk deel van het Kralingse Bos in Rotterdam gang, om in dit geval de tabak te vermalen tot een molenfundering ingemeten die illegaal door een snuif. particulier was vrijgelegd. Het is het fundament van De molen die na de aanleg van het Kralingse Bos de 18de-eeuwse molen ‘De Meerkoet’. zou functioneren als theeschenkerij ging helaas al De molen stond destijds aan de Rubroekschekade te in 1932 in vlammen op. midden van de uitgeveende plassen en functioneerde Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR), als snuifmolen voor de tabaksindustrie. Gilbert Kempenaar Het muurwerk, dat vlak onder het huidige maaiveld Met dank aan Johan Bakker

Molen ‘De Meerkoet’ wordt opgevijzeld. Rotterdam | Bright Foto eind jaren twintig. Het doodbed van de kollergang van de oorspronke- In september 2015 is een verkennend inventariserend lijke molen vanuit het zuiden. (Foto: BOOR) veldonderzoek uitgevoerd op de locatie Bright in Rotterdam. Het plangebied Bright wordt begrensd ligt, dateert uit de tijd van de verhoging van de molen door de Verlengde Willemsbrug in het oosten, de rond 1930. In verband met het opspuiten van het land Gapersteeg en de Vissteeg in het westen en de moest de molen worden opgevijzeld. Wijnhaven in het zuiden. Op de locatie komt een Opvallend is de natuurstenen ronde fundering van de oorspronkelijke molen die asymmetrisch ligt binnen Ligging van het plangebied Rotterdam Bright. het vierkant. De fundering is afgedekt met een ijzeren plaat van ongeveer 2,5 cm. Dit is het doodbed van de kollergang van de oorspronkelijke molen. Op het dood- bed draaiden de twee verticale ste- nen (de lopers) op een horizontale steen (de ligger), samen de koller-

De kollergang van molen ‘De Meerkoet’. Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 43

70 m hoge woontoren met een ondergrondse kelder- tevens bepaald dat de laag. Het inventariserend onderzoek bestond uit het kopers ter hoogte van de zetten van zes mechanische boringen tot 11 m diep. door hen aangekochte per- Uit bureauonderzoek blijkt dat de locatie tot het eind celen, de aanleg van een van de 16de eeuw onbebouwd was. De grote stadsuit- kademuur, het uitdiepen breiding van Rotterdam kreeg vanaf de tweede helft van de halve Wijnhaven en van de 16de eeuw zijn beslag. Onder de bezielende het ophogen van de straten leiding van Johan van Oldenbarnevelt werd vanaf voor eigen rekening moes- 1576 de basis gelegd voor Rotterdam als belangrijke ten uitvoeren. De vrijgeko- havenstad. De stad breidde zich vanaf kort voor 1600 men grond uit de Wijnhaven sterk uit richting de Nieuwe Maas. De ontwikkeling mocht men gebruiken om resulteerde in de zogenaamde ‘Waterstad’ (met in de straat en de erven mee 1832 circa 15 bruggen!) met een havenfront van op te hogen. meer dan een kilometer. Voor de aanleg van nieuwe Bij de uitgifte van de perce- havens, verdedigingswerken en de inrichting van het len werd ook als eis gesteld gebied ten zuiden van de Blaak werd op 8 september dat de erven niet mochten 1594 octrooi verleend door de Staten van Holland. worden versmald en dat de De al iets eerder aangelegde, op een kaart uit 1584 Detail van de kaart van Braun en Hogenberg uit 1562, woon- of pakhuizen binnen negen jaar na 25 april zichtbare verdedigingswerken op de plek van de met scheepswerven buiten de stadsmuren, langs de 1609 moesten worden gebouwd. Voor de bebouwing latere Wijnstraat (vermoedelijk een wal met borst- Blaak/Oudehaven. gold dat deze in steen moest worden opgetrokken. wering en een gracht ervoor), werden in de nieuwe Met de bouw van het eerste huis aan de noordzijde plannen alweer buiten gebruik gesteld. Tussen 1598 Op de kaart van Braun en Hogenberg uit 1562 staan van de Wijnhaven werd begonnen in maart 1614. en 1638 werd de complete inrichting van Waterstad enkele scheepswerven afgebeeld. In de periode tussen In 1616 begon men met het bestraten van de Wijn- met havens en verdedigingswerken en de ophoging, 1562 (kaart van Braun en Hogenberg) en 1584 is men havenkade, dus toen moet het uitgraven van de verkaveling en verkoop van erven langs de Schiedam- vestingwerken gaan aanleggen in de uiterwaarden. Wijnhaven al zijn voltooid. se dijk en tussen Blaak en Maas voltooid. Vanaf de Een deel van die verdedigingswerken is recentelijk Op historische kaarten staat vanaf het tweede 17de eeuw was de Waterstad het kloppend hart van archeologisch onderzocht op de locatie van het kwart van de 17de eeuw in het plangebied Bright de Rotterdamse, aan scheepvaart gerelateerde han- gebouw Wijnhaeve, circa 70 m ten oosten van het bebouwing aan weerszijden van de Wijnstraat. De delseconomie. In 1940 ging bij het bombardement plangebied Bright (De Boer en Guiran 2010). perceelindeling is nog goed herkenbaar op de eerste alle bebouwing in het plangebied verloren. Bij de her- Vanaf 25 april 1609 verkocht de stad Rotterdam aan kadastrale minuut uit de 19de eeuw. De bebouwing inrichting van het gebied werden veel funderingen de zuidzijde van de Wijnstraat in totaal 64 dubbele bestond uitsluitend uit huizen en pakhuizen. verwijderd, maar door de enorme ophogingen in het erven van meest 20 voet breed en verschillend in Het booronderzoek heeft voldoende informatie opge- oorspronkelijk buitendijks gelegen gebied zijn ver- diepte. Volgens kroniekschrijver Van Waerschut lagen leverd over de mate van gaafheid van de bodem- moedelijk toch veel van de oudere bewoningssporen de erven in de Wijnstraat/Wijnhaven bij de uitgifte opbouw. Op of in de natuurlijke afzettingen van de en vondsten in de ondergrond bewaard gebleven. ‘meestal geheel in het water’. Bij de verkoop werd Formatie van (veen) en de Formatie van Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 44

Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren (twee pakket- zeggen of in het verstoorde gedeelte resten van ten klei en zand) zijn geen aanwijzingen gevonden huizen (muren en vloeren) bewaard kunnen zijn voor vindplaatsen uit de IJzertijd tot en met de gebleven. Middeleeuwen binnen het plangebied of in de directe De resultaten van het booronderzoek geven aan- omgeving daarvan. Op de natuurlijke afzettingen ligt leiding om de aanwezige archeologische waarden een pakket intacte ophogingslagen met een dikte van door middel van een opgraving veilig te stellen. De circa 5,50 tot 6 m. De basis van deze ophogingen ligt opgraving zal vermoedelijk in het najaar van 2016 op een diepte tussen circa 5 en 5,50 m onder N.A.P. plaatsvinden. (circa 8 tot 8,5 m onder het maaiveld). De ophogingen Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR), zijn aangebracht in de 16de eeuw. Bewoningsresten Patrick Ploegaert van de stadsuitbreiding uit het begin van de 17de eeuw zijn mogelijk aan de bovenkant van de intacte Schiedam | Babbersmolen ophogingslagen bewaard gebleven. Ingravingen uit Op verzoek van het BOOR hebben leden van Helinium deze periode zijn tot op een dieper niveau te vinden, de resten van een stenen schuur in kaart gebracht. zoals een vermoedelijke afvalput in een van de Die kwamen tevoorschijn na de sloop van een onoog- boringen, die tot een diepte van circa 3,50 m onder lijk houten schuurtje naast de Babbersmolen in N.A.P. reikt. Schiedam. De plattegrond werpt een nieuw licht op De ophogingen vormden de aanplemping van het het leven van poldermolenaars in de 19de eeuw. gebied langs de zuidoever van de Blaak, waar in de De schuur hoort bij de Babbersmolen. Deze molen 16de eeuw een aantal scheepswerven was gevestigd. staat langs de Poldervaart in Schiedam. Zijn functie Mogelijk zijn de eerste aanplempingen aangebracht was het drooghouden van de Babberspolder. Het binnen een laatmiddeleeuws ringdijkje. De aanwij- water sloeg hij uit op de Poldervaart, een vaart uit het zingen voor de aanwezigheid van de dijk, die op de einde van de 13de eeuw. De huidige molen is echter (Foto: Helinium) locatie Rotterdam Wijnhaeve is vastgesteld, zijn in de niet zo oud. Die stamt uit het begin van de 18de boringen op de locatie Rotterdam Bright echter zeer eeuw, toen een sterk bouwvallige molen werd De Babbersmolen, waarschijnlijk de oudste stenen summier. Op de afzettingen van het Laagpakket van vervangen. Het is waarschijnlijk de oudste stenen poldermolen die nog in Nederland te zien is. Walcheren en tegen het vermoedelijk aanwezige poldermolen die nog in Nederland is te zien. laatmiddeleeuwse ringdijkje is, in het zuidelijk deel Al vanaf 1600 is de Babbersmolen op historische kaar- pannen gedekt” onder de polis (Assenberg, F. en van het plangebied, een dik pakket zand afgezet ten aangegeven. Maar pas op de eerste kadasterkaart A. van der Hoek, 2012, p. 138). dat mogelijk is te beschouwen als doorgaande uit het begin van de 19de eeuw komen we ook een Halverwege de 19de eeuw zocht het polderbestuur sedimentatie vanuit de Nieuwe Maas vanaf mogelijk gebouwtje naast de molen tegen. In het bij de kaart een nieuwe molenaar voor de Babbersmolen. Hun de 13de tot in de 16de eeuw. horende register wordt dit de schuur genoemd. Over oog viel op Leendert Post. Aan hem werd het baantje De bovenste 3 meter van de bodem lijkt verstoord. een schuur leren we meer uit een verzekeringspolis aangeboden tegen een jaarwedde van 70 gulden, en Hierbij moet worden benadrukt dat op basis van het van rond 1860. Naast de molen valt ook “eene schuur als hij wat extra klusjes deed, kon hij er zelfs nog een uitgevoerde booronderzoek niet met zekerheid is te van steen met pannen met annex afdak van hout met paar nieuwe laarzen bij krijgen ( Assenberg, F. en Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 45

A. van der Hoek, 2012, p. 138). Zo’n jaarwedde is geen omdat hij naast de functie van de vetpot. Het is maar een derde tot een zesde van het verschillende ruimtes ook een loon dat toen elders verdiend werd.* Poldermolenaars aardig staaltje etymologie en zelfs moesten dan ook nevenactiviteiten zoeken, zoals riet- cultuur meeneemt. Bijvoorbeeld snijden, werken bij een boer of op een fabriek. Of kon- over de properheid van de Hol- den ze op een andere manier wat extra’s verdienen? landse boerin. En wat blijkt? De koeienstal die door Justus beschreven is, komt bijna exact overeen met het staldeel. Vanaf de pleegvloer werden de koei- en ‘verpleegd’ of gevoerd, en ze dronken uit de drenkgreppel. “Deze drenkgreppels worden vrij breed gemaakt en tevens zoo, dat twee De indeling van de koeienstal en een detail met de tegels of steenen in eene schuine rigting, tegens drenkgreppel en knieboom. (Foto: Helinium) elkander gevleid worden, en dus volkomen geschikt naar den aard van het slorpen der Koeijen, welker Het onder- breede slurf of muil hiertoe bijzonder geschikt is”, zochte aldus Justus. gebouwtje Het voeder-/drinkgedeelte is door een knieboom van bestaat uit de standplaatsen van de koeien gescheiden. Een Het gebouwtje naast de Babbersmolen is 6 x 4,5 m. twee delen. knieboom is een opstaande rand, die voorkomt dat Eén hoek springt naar binnen. Noodzakelijk, omdat We zien hier- de koeien met de voorpoten in hun eten gaan staan. hier de wieken van de molen (te) dicht langs het ge- in een stal en In de standplaats staan de koeien met de kont naar bouwtje scheerden. Deze bewust ‘afgekapte’ hoek is een woon- de groep, een verlaagd deel in de stal “waarin de rechtsonder te zien. Het gebouwtje bestaat uit twee /werkvertrek. Koeijen haar drek en pisse lozen. De drek en ander delen. We zien hierin een stal en een woon-/werk- De stal wordt vuil [wordt] tweemaal daags uitgeschept, en in vertrek. De stal wordt gekenmerkt door onder meer gekenmerkt door onder meer een groep (zie uitleg kruiwagens uit de koesgangen, die achter de een groep, de woon-/werkruimte door een haard. hieronder), de woon-/werkruimte door een haard. Het groepen liggen (…) weggebragt; welke (Foto: Helinium) is dus niet zomaar een eenvoudig schuurtje. Het is koesgangen (…) in alle boerenstallen zeer zindelijk veel meer. Dit blijkt wel als we deel 9 van de ‘Natuur- worden gehouden, zoo dat een oplettende spoedig **70 gulden per jaar komt neer op fl. 1,35 per week. Halverwege de 19de eeuw verdiende een Hollandse touwslager en fabrieksarbeider respectieve- lyke historie van Holland’ erop naslaan. In dit deel, aan den koesgang, groep en boesplank zien kan, of lijk 3,50 en 4,50 gulden per week. Een oliemolenaar bracht 8 gulden en een verschenen in 1811, beschrijft Justus le Francq de de bewoonster eene morsige of zindelijke Boerin is.” jeneverstoker zelfs 10 gulden per week mee naar huis. Zie hiervoor I.J. Brugmans, 1929: De arbeidende klasse in Nederland in de 19e eeuw (1813- Berkhey het boerenbestaan. Uitgebreid wordt Naast de functionele indeling komt ook de maat- 1870), pagina 124. ingegaan op de opzet van een boerderij. Uitgebreid, voering van de blootgelegde stal overeen met wat Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 46

van die eeuw is gesloopt. Het gebouwtje is echter maar ook wel bij molens gevonden. Er werd overdag ouder. Het is in ieder geval vóór 1888 gebouwd. In gewoond en gewerkt. Slapen deed men er niet. Het dat jaar is de molen opgehoogd, omdat vanwege een gezin sliep in de boerderij of molen zelf. nieuw-aangelegde spoordijk minder wind gevangen Natuurlijk besteedt ook Justus le Francq de Berkhey werd. Zou het gebouwtje na deze ophoging zijn aandacht aan het zomerhuis. Hij schrijft dat er vlees gebouwd, dan was het afkappen van de hoek voor werd gebraden en brood gebakken, maar beschrijft de langsdraaiende molenwiek, zoals die in de platte- ook de aanwezigheid van waterfornuizen. Dergelijke, grond te zien is, niet nodig zijn geweest. tegen de haard aangebouwde fornuizen, spelen een Het gebouwtje zou de schuur kunnen zijn die op de rol bij het bereiden van kaas. In sommige boerderijen eerste kadasterkaart uit 1821 staat, maar dat lijkt in Midden-Delfland zijn ze nog altijd aanwezig. niet waarschijnlijk. Er is een knieboom van steen Ook in het gebouwtje bij de Babbersmolen zat een gevonden. Justus le Francq de Berkhey geeft in 1811 haard, met daarnaast een verrommelde plek. De aan dat die opstaande rand tussen standplaats en buitenmuur is op die plek zelfs verdikt aangelegd. voederdeel van hout is. En ook iets later, in 1820, Een speurtocht naar aanleg van verdikte buiten- heeft een “onderwijzende landman” het nog altijd muren leverde weinig op. Of het moet een opmerking over “een houten regel, dien wij den knieboom in een 19de-eeuws wetenschappelijk tijdschrift zijn noemen”( Hazeu 1820, p 28). Maar rond het midden dat men een bakoven nooit apart moet bouwen. van de 19de eeuw is de knieboomsteen er wel. In Want “hoe dikker de muren zijn, hoe minder brand- 1852 bestelt Victor Jason er maar liefst 1050 stuks hout dezelve verslinden”(Soeters, 1835, p 98). van (Glopper-Zuijder-land z.j.). De stenen knieboom Het gedeelte van het gebouwtje bij de Babbersmolen zal dan ook eerder uit het tweede kwart van de 19de dat als woon-/werkruimte is omschreven heeft de eeuw stammen. kenmerken van een zomerhuis. Zowel de geringe Uit het bovenstaande mag aangenomen worden omvang als de inrichting met haard en De haard en naastgelegen verrommelde plek. Rechts dat de “schuur van steen met pannen” uit de verzeke- oven/waterfornuis zijn hiervoor aanwijzingen. De op de foto de verdikte buitenmuur. (Foto: Helinium) ringspolis van rond 1860 dezelfde is als die nu tevoor- associatie met zuivelbereiding ligt voor de hand. En schijn gekomen is. De schuur is dus waarschijnlijk dat onder dezelfde kap ook een staldeel aanwezig is, Justus beschrijft. Er blijkt ruimte te zijn voor drie gebouwd in die periode, dezelfde tijd als waarin van doet er niets aan af. Ook op boerderijen zonder koeien. In de winter stonden ze op stal, in de zomer het loon van een poldermolenaar maar nauwelijks zomerhuis werd de stal zelf wel als zomerverblijf gingen ze naar buiten. Het gebouwtje veranderde viel rond te komen. Mogelijk moeten we de schuur ingericht. http://www.agriwiki.nl/wiki/Zomerhuis dan van functie. Deze functieverandering is af te ook in dat licht zien. De combinatie van zomerhuis/stal die bij de leiden uit de woon-/werkruimte. Deze ruimte doet Een zomerhuis is een gebouwtje dat in de zomer Babbersmolen is blootgelegd, heeft de kenmerken sterk aan een zomerhuis denken. dienst deed als tijdelijke woning. Meer dan een van een boerderij uit de 19de eeuw, maar dan in het Uit de stort is uitsluitend 20ste-eeuws vondst- kamer met een haard en wat bergruimte was het klein. Was de poldermolenaar tevens boer? materiaal tevoorschijn gekomen. Logisch, want het niet. Zomerhuizen zijn geen onbekend fenomeen in Eind 19de eeuw produceerde een koe ongeveer 2.500 is bekend dat de stenen schuur pas in de jaren 70 Midden-Delfland. Ze worden vaak bij boerderijen, liter melk per jaar ( Centraal Bureau voor de Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 47

Statistiek). Voor 1 kilo kaas is 10 liter melk nodig. De aantrekkelijke gedachte dat polderbesturen dit soort molenaar kon met drie koeien 750 kilo kaas maken. gebouwtjes bewust neer lieten zetten. Zo zorgden ze Maar ook, als alternatief, bijna 250 kilo boter dat de molenaars die ze in dienst hadden extra eigen (Lintsen 1991, p.123). Rond 1860 was de roomboter- inkomsten konden verwerven zonder dat ze de molen prijs iets meer dan 1 gulden per kilo en die van kaas hoefden te verlaten. En als bijkomend voordeel kon de circa 40 cent. jaarwedde laag blijven. Of dit soort overwegingen Met een kwart van de genoemde productie kon dan inderdaad een rol speelden, zal uit nader onderzoek ook een extra inkomen van circa 70 gulden verdiend moeten blijken. worden. Evenveel als het jaarloon van de molenaar Helinium, Rutger Terluin zelf. Uiteraard moeten hier nog kosten van af. Maar http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=80345NED toch, het lijkt er op dat zo’n mini-boerderijtje een molenaarsgezin perspectief op meer inkomen bood. Vlaardingen | Park Drieënhuizen Gezien het lage jaarloon van een molenaar, zeker in Onderzoeksbureau IDDS Archeologie heeft in juni en vergelijking met andere beroepen, een bittere nood- juli 2015 een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in zaak. het plangebied Park Drieënhuizen aan de Willem de Bij veel poldermolens stonden zomerhuisjes. In deze Zwijgerlaan in Vlaardingen. Het blijkt dat het plan- Coupes van grote kuilen. (Foto: IDDS) huisjes woonde het molenaarsgezin in de zomer. gebied onderdeel was van een gebied met een Hadden deze ‘zomerhuisjes’ misschien nog een ande- complex geulensysteem. Uit de profielen is gebleken Tijdens het onderzoek werden sporen en vondsten re functie dan zomerverblijf? Bekend is dat polder- dat er meerdere overstromingsfases zijn geweest, uit de Bronstijd gevonden. De sporen uit deze fase molenaars in de 19de eeuw een zeer schamel loon met daartussen periodes waarbij het water lang- bestaan voornamelijk uit kuilen voor de watervoor- verdienden. Ze waren genoodzaakt nevenactiviteiten zaam stroomde en sediment kon bezinken en ziening, waarvan enkele zijn hergebruikt als afvalkuil. uit te oefenen, zoals rietsnijden, werken bij een boer waarin bodems hebben kunnen ontstaan. Nadat Het vondstmateriaal bestaat uit aardewerk, bot en of op een fabriek. De plattegrond die gevonden is het gebied verland was, is er in de Romeinse Tijd (vuur)steen. Na de Bronstijd vernatte het gebied en voegt hier een extra mogelijkheid aan toe: het een nederzetting ontstaan, mogelijk langs een van ontstond veen. Na de vorming van het veen is het exploiteren van een eigen mini-boerderijtje. de restgeulen. Het onderzoek heeft inheems- gebied weer betreden. In deze periode werd het Is de aanwezigheid van een mini-boerderijtje bij Romeins aardewerk en Romeins importaardewerk gebied waarschijnlijk opnieuw bewoond, maar een poldermolen een incident of niet? Frits van opgeleverd. Ook zijn er Romeinse greppels, waar- vondstmateriaal is er nauwelijks, waardoor de Ooststroom, kenner van de Delflandse boerderijen- schijnlijk onderdeel van een verkavelingssysteem, datering van deze periode (nog) niet duidelijk is. geschiedenis, herinnerde zich dat hij ooit een onder- gevonden. Langs een van deze greppels zijn twee In het vooronderzoek werd deze periode op basis van zoekje heeft verricht in het woonhuisje dat op de crematiegraven gevonden. stratigrafie tussen de Romeinse Tijd en de Middel- vroegere molenwerf van de Duifpoldermolen IDDS, Y. Meijer eeuwen geplaatst. (gemeente Maasland) staat. Hij gaat ervan uit dat De uitwerking en rapportage van dit onderzoek wordt dit het zomerhuis van de molen was. En ook daar Voorschoten | Bachlaan 4 in 2016 verwacht. was een kleine koestal. Onderzocht moet worden In februari 2015 heeft IDDS Archeologie een opgra- IDDS, Y. Meijer of dit nog vaker voorkomt. Is dat het geval, dan is een ving uitgevoerd aan de Bachlaan 4 in Voorschoten. Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 48

Westland | Solleveld De resultaten van de archeologische monitoring werkgroep ‘s-GRAVENhage op het voormalige cam- Op verzoek van de Gemeente Westland wordt het bevestigen dat het gehele terrein bezaaid is met pingterrein Molenslag in het duingebied Solleveld Westlandse deel van Solleveld archeologisch twee- archeologica, aan en dicht onder de oppervlakte. De werden geraapt. Deze vondsten, daterend vanaf de maal per jaar gemonitord. In maart en november Jong-Duin bedekking is maar dun en plaatselijk. De Late IJzertijd tot en met de Nieuwe Tijd, werden 2015 zijn opnieuw verkenningen gehouden. Er ontgravingen voor de Bloedberg (een kunstmatige gedaan nadat de bovengrond was verwijderd om worden nog voortdurend nieuwe vindplaatsen ge- heuvel uit 1939 ) zijn in kaart gebracht. Elke ingreep in het kader van Natura2000 een stuivend duin te vonden dankzij het graafwerk van de konijnen (vanaf in dit terrein, hoe oppervlakkig ook, kan een veelheid creëren. Met het afgraven en de daaropvolgende het maaiveld tot 0,5 m daaronder) en dankzij de aan archeologische sporen uit ten minste 25 eeuwen verstuiving kwam het vondstmateriaal aan het wind. Er zijn inmiddels meer dan vijftig oude en nieu- verstoren. Het terrein is terecht een archeologisch oppervlak te liggen. In samenspraak met de gemeen- we vindplaatsen bekend waarbij de totale aantallen rijksmonument. te Westland en beheerder Dunea Duin en Water is scherven per vindplaats uiteenlopen van minder dan De monitoring wordt voortgezet, waarbij er een dis- besloten om door middel van proefsleuven vast te 10 (de meeste vindplaatsen) tot meer dan 1000 cussie loopt over terugbrengen van de frequentie. De stellen of op de plaats van de vondstconcentraties (stuifkuil Bloedberg). De dateringen lopen vanaf de werkgroep brengt jaarlijks een monitoringsverslag uit. sprake was van een behoudenswaardige vindplaats. Late IJzertijd tot in de Nieuwe Tijd (tot aan de 19de AWN werkgroep ’s-GRAVENhage, Bert van der Valk Bovendien dienden de omvang en impact van de eeuw). Er komen concentraties van vondstplekken natuurlijke bedreiging voor potentiële vindplaatsen voor in het terrein uit de (Late) IJzertijd, de Romeinse Westland – Ter Heijde | Molenslag in kaart te worden gebracht. Tijd, uit de Volle (900-1250) en Late (1250-1500) In de kroniek van vorig jaar werd al bericht over de Hoewel sprake is van een waarderend inventari- Middeleeuwen en uit de Nieuwe Tijd (vanaf 1500). vele vondsten die bij een veldkartering door de AWN serend onderzoek, kan in het algemeen worden De jongste vondsten kunnen gekoppeld worden aan gesteld dat de sporen weinig vondstmateriaal bevat- een van de oude kaarten (1712) bekende huisplaats Werkzaamheden bij aanvang van het onderzoek. ten. Het meeste vondstmateriaal is verzameld tijdens nabij de Bloedberg. (Foto: Archeologie Delft) de oppervlaktekartering van de sleuven en staat in Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 49

relatie met de reeds verdwenen cultuurlagen of (paal)kuilen, liggen op de top van het duin. Op één uitgestoven sporen. De datering van de sporen is van de flanken ervan zijn eergetouwkrassen gevon- dan ook grotendeels gedaan op basis van kleur en den. Lokaal is er sprake van een groot hoogteverschil, ruimtelijke spreiding. waarbij de sporen op de top circa 75 cm hoger liggen. Op basis van de resultaten kunnen twee vindplaatsen Langs de Slaperdijk bleek een Merovingisch neder- als behoudenswaardig worden aangemerkt. Ten zettingsterrein te liggen, hetgeen al eerder vermoed eerste een klein boerenerf uit de (Late) IJzertijd op werd. Verspreid over een oppervlak van circa 0,7 ha een duin. De bewoningssporen, die bestaan uit zijn bewoningssporen als paalkuilen, greppels en drie waterputten gevonden. De paalkuilen vormen een deel van een huisplattegrond. De waterputten liggen geclusterd en lijken een uitgeholde boomstam als kern te hebben (gehad). Behalve nederzettingssporen zijn ook off-site sporen uit de IJzertijd en Late Middel- eeuwen en Nieuwe Tijd gevonden. Voorafgaand aan het onderzoek werden langs de Molenslag sporen van Gelijkarmige Karolingische fibula. (Foto: Archeologie Delft) de boerderij Geesterwijk verwacht. Deze boerderij is onder andere te zien op de kaart van Cruquius uit De meest in het oog springende metaalvondst van 1712. Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn enkele het sleuvenonderzoek is een Karolingische gelijk- kuilen, verkavelingsgreppels en plantenbedden armige fibula met rozetversiering. gevonden. Een nadere bestudering en geo-referentie De aantasting van de vindplaatsen door de natuur- Eergetouwkrassen en palen op de flank van het duin van de kaart van Cruquius wees uit dat de boerderij ontwikkeling is niet exact te voorspellen. Wel is zeker uit de IJzertijd. (Foto: Archeologie Delft) zeer waarschijnlijk net buiten het plangebied, direct dat de erosie door de wind in het duingebied een onder de weg Molenslag lag. continu proces is. Recente hoogtemetingen hebben Twee van de drie boomstamwaterputten ter hoogte Net zoals bij de veldverkenning van de AWN bestond aangetoond dat er inderdaad erosie plaatsvindt. Het van de Merovingische nederzetting. (Foto: Archeologie Delft) het merendeel van het vondstmateriaal uit aarde- is dan ook aannemelijk dat als gevolg van verstuiving werk, daterend vanaf de IJzertijd tot de 19de eeuw, en de grondsporen op termijn kunnen verdwijnen. Er zal vooral de Merovingische periode en Late Middel- dan alleen een contextloze horizont met vondsten eeuwen. Daarnaast is ook een opake glazen kraal en achterblijven. Aangezien deze situatie niet zal veran- een randfragment van een olijfgroen glazen flesje uit deren, is besloten om de IJzertijdvindplaats en de de Vroege Middeleeuwen gevonden. Al tijdens de Merovingische vindplaats in 2016 met een opgraving ontgronding van het terrein en later bij de veldver- veilig te stellen. Dit voorkomt een langdurig en daar- kenning zijn veel metalen objecten met de metaalde- door ook kostbaar monitoringstraject. Ook biedt het tector geborgen. Ter hoogte van de Merovingische de mogelijkheid om na de opgraving het terrein open vindplaats waren dat onder andere twee gouden te stellen voor recreatie en begrazing. (tremisses) en vier zilveren munten (sceatta’s). Archeologie Delft, Jean Paul Bakx Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 50

VARIA Merovingische tijd en een gehucht met een of een compleet andere lay-out en een ander, veel twee boerderijen. kariger, vondstenbestand. Westland - Ter Heijde | Molenslag In de Karolingische Tijd tot en met de 13de eeuw Het onderzoek uit de jaren negentig maakte nog eens In 2015 heeft de werkgroep de landschappelijke en lagen er zwervende boerenerven en vanaf de 14de duidelijk dat het absoluut niet om een inheemse site geologische context en sommige vondstcategorieën eeuw een boerderij, later genoemd Geesterwijk, die kon gaan. Qua vondstenspectrum deed het vanaf het van Molenslag selectief uitgewerkt waarna een in 1859 in verband met werk aan de zeewering is begin aan de vindplaats aan de Scheveningseweg rapport is verschenen (Van der Valk en Beekman afgebroken na een lange onteigeningsprocedure. denken, die enkele jaren ervoor was onderzocht (red.), 2015). In dit rapport ligt de nadruk op vondsten De werkgroep heeft dit verslag aangeboden in het (Waasdorp 1999). En dat vondstenspectrum was uit de Late IJzertijd, de Merovingische Tijd (Vroege Westlands Museum aan de wethouder cultuur van de ondubbelzinnig Romeins en militair, met alleen maar Middeleeuwen) en bepaalde vondstgroepen die met gemeente Westland op 30 oktober 2015. In 2016 zal draaischijfaardewerk, naamgraffiti, tientallen uitrus- de boerderij Geesterwijk verband houden. een kleine tentoonstelling in de molen van Ter Heijde tingsstukken, (delen van) wapens etc. De vondst op De belangrijkste conclusies uit dit verslag zijn dat worden ingericht. Ockenburgh van de sporen van een klein fort op een er in de Late IJzertijd gewoond werd in het noord- AWN werkgroep ’s-GRAVENhage, lichte verhoging aan de rand van de site, was wat dat westelijk deel van het terrein, of het terrein in de Bert van der Valk betreft de proef op de som. Romeinse Tijd in gebruik was is onbekend. Er zijn Ondanks de succesvolle resultaten heeft de uitwer- akkers met strooivondsten gevonden uit de Den Haag | Ockenburgh king van dit onderzoek lang op zich laten wachten. Een van de belangrijkste en zeker een van de meest Enkele jaren geleden is daar in het kader van het Deel van een Merovingische ‘small long brooch’. Het is intrigerende Romeinse vindplaatsen van Den Haag is programma Odyssee (een overheidsprogramma om de voetplaat van een beugelfibula uit de de 5de-6de Ockenburgh, gelegen in de bodem van het huidige oude, niet uitgewerkte opgravingen alsnog te laten eeuw, wellicht een met een vierkante of rechthoekige vakantiepark Kijkduin. In de jaren dertig van de onderzoeken) een begin mee gemaakt. Het leidde tot kopplaat. (Foto: T. van Brummelen) vorige eeuw was er al een voor die tijd grootschalige de publicatie over het op het terrein gelegen kleine opgraving, en in de jaren negentig, tijdens de ruiterfort (Waasdorp 2012). transitie van gemeentelijke camping naar privaat De afdeling Archeologie is daarna begonnen met de bungalowpark, was dat nogmaals het geval. In 2015 uitwerking van de rest van de Romeinse sporen die is de slotpublicatie over dat laatste onderzoek tot de vicus, de burgernederzetting die altijd wel in verschenen (Waasdorp en van Zoolingen 2015). de buurt van een militaire installatie lag, behoorden. Daarom een korte terugblik. Het onderzoek van het materiaal heeft duidelijk Het onderzoek van voor de oorlog, uitgevoerd door gemaakt dat hier sprake is geweest van een puur het Rijksmuseum van Oudheden onder leiding van Romeinse nederzetting, gebouwd in een duidelijk dr. J.H. Holwerda, had weliswaar veel vondsten en andere traditie dan die van de Cananefaten. Het sporen opgeleverd, maar geen duidelijk beeld van begin ervan moet gezocht worden in het midden van wat de achtergrond van de site was. Holwerda hield de 2de eeuw na Chr., op het moment dat ook het klei- het op een arme inheemse nederzetting, maar dat ne fort begon te functioneren. Het aardewerk geeft idee werd steeds onwaarschijnlijker naarmate er aan dat de vicus tot minimaal het tweede kwart van meer van dat soort sites werden blootgelegd met de 3de eeuw heeft voortbestaan. Er zijn overigens Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 51

aanwijzingen voor nog langere bewoning, zelfs tot in bekend geworden. En daar zijn spectaculaire elemen- schoon is, op een enkel bijna of helemaal compleet de 4de eeuw. Vooral de glasvondsten wijzen in die ten bij. De belangrijkste ontdekking is zonder twijfel stuk aardewerk na, past in het militaire beeld en is richting. een tweede spitsgracht. De sporen daarvan zijn op overigens ook heel vergelijkbaar met de gracht om Die datering van de vicus was een eerste opvallende verschillende plaatsen gevonden, en steeds was het het ruiterfort heen: tijdens het gebruik moest de bevinding, afgezet tegen die van het fort; dat lijkt kenmerk dat deze pas onder de talrijke kuilen, grep- gracht in het kader van de veiligheid natuurlijk altijd namelijk al rond 180 te zijn opgegeven. Een opvallen- pels en gebouwen van de vicus tevoorschijn kwamen, schoon blijven, maar bij de ontmanteling werd het de discrepantie, waar lang geen duidelijke oplossing en dus van daarvóór moesten zijn. In 2014 is er zelfs vaatwerk dat niet meer nodig was in een keer in de voor was. Verderop wordt daar nog wat dieper op een extra veldonderzoek op losgelaten om de gracht gracht gegooid. Een dergelijke vondst werd ook weer ingegaan. wat verder te kunnen vervolgen. In de vorige kroniek in 2014 gedaan. De opgraving uit de jaren negentig heeft maar een is daar al aandacht aan besteed (Van Zoolingen 2015). Vanwege de schaarste aan vondstmateriaal en de relatief beperkt deel van het grote nederzettings- De gracht met zijn V-vorm en zijn afgeronde hoeken datering die hetzelfde is als die van het begin van het terrein beslagen. Vlakdekkend was dat stuk niet; dat waarvan er één is opgegraven, kennen we van de fortje en van de vicus, namelijk het midden van de was onmogelijk vanwege de bestaande infrastruc- castella. Ook het feit dat de vulling van de gracht 2de eeuw, is de structuur geïnterpreteerd als een tuur van de camping en vanwege de begroeiing op veel plekken. De hoop was destijds dat met de Romeins vaatwerk dat bij de ontmanteling van het Het constructiekamp (midden), rechtsboven het tekeningen van Holwerda erbij de plattegrond goed fort in de gracht van het constructiekamp is gegooid. ruiterfort. (Illustratie: gemeente Den Haag) zou kunnen worden aangevuld, maar dat viel tegen. Holwerda’s tekeningen bleken te gestileerd en vooral te onnauwkeurig om een wezenlijke bijdrage aan het nieuwe onderzoek te kunnen leveren. Bij elkaar heeft dat een goed zicht op de bebouwing en op de lay-out van het toenmalige kampdorp in de weg gestaan. Er zijn weliswaar minimaal 14 verschillende gebouw- plattegronden herkend, maar helaas is daar maar een enkele bij die in zijn geheel kon worden opgegraven. De rest verdween in de wand van de verschillende opgravingsputten. Hoe het dorp zich heeft ontwikkeld en hoe het aan zijn eind kwam, daar weten we dus eigenlijk nog nauwelijks iets van. Gelukkig is nog veel bewaard in de bodem; toekomstig onderzoek zal zich zeker ook daar mee bezig moeten houden. Maar naast de algemene duiding dat Ockenburgh een militaire vicus en geen inheemse nederzetting is - en op zich is dat al een heel belangrijk conclusie! - is er vooral van dat militaire aspect nog veel meer (Foto: gemeente Den Haag) Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 52

tijdelijke installatie. De sporen van zware, niet aan- Hierboven is de discrepantie tussen grootte en In januari werd een gouden aureus van Tiberius (14- gepunte palen die binnen de omgrachting en onder bestaansduur van het fort en dat van de vicus al 37) uit Valkenburg (Zuid-Holland) aan de collectie de sporen van de vicus zijn gevonden en die doen genoemd. De verspreiding van de vondsten laat geschonken. Deze munt is in 1916 gevonden op het denken aan de funderingen van loodsen of opslag- bovendien zien dat het dorp in de 3de eeuw, als het land van de heer N. Zandbergen, grootvader van de plaatsen, geven de mogelijke functie van het geheel ruiterfort al verlaten is, zelfs nog wat groter wordt. Dat schenker. Of Zandbergen de munt zelf heeft gevon- aan: die van een constructiekamp. Zoals ook in de maakt eens te meer duidelijk dat deze vicus er niet den of iemand anders is ons niet overgeleverd, net zo vorige kroniek vermeld, is een dergelijke structuur alleen voor het ruiterfort geweest kan zijn. Waar- min als de exacte vindplaats. Waarschijnlijk is de nog niet eerder in Nederland gevonden, maar wel schijnlijk gaat het om een centrale vicus, die zorgde aureus afkomstig van ‘De Woerd’ in Valkenburg waar bekend uit bijvoorbeeld Duitsland en Engeland. Het voor de ondersteuning van een aantal kleinere instal- een Romeinse militaire vicus heeft gelegen bij het gaat dan om installaties waar mens en materieel laties in de omgeving. Wederom: nieuw voor ons land, castellum aldaar. In de Oudheidkundige Mededelingen onderdak vonden tijdens uiteenlopende bouw- maar zeker niet onbekend in Engeland of Duitsland. uit het Rijkmuseum van Oudheden te Leiden (OMROL werkzaamheden. Al met al kunnen we zeggen dat voor het eerst in 26, 1945, p. 26, annot. 4) is in ieder geval te lezen dat: De huidige reconstructie geeft aan dat het moet Nederland de kustverdediging in de Romeinse Tijd “Een klein aantal aardewerkfragmenten (o.a. Afb. 21), gaan om een terrein met zijden van minimaal 80 m. zijn puur theoretische status is ontgroeid. Er zijn - benevens een aardige muntenverzameling van de Daarmee is het een stuk groter dan het ruiterfort: ook op andere plaatsen langs de kust - voldoende Woerd - waarin o.a. een aureus van Tiberius - wordt dat meet circa 40 x 40 m. , en dat is opmerkelijk. aanwijzingen dat een dergelijk systeem gedurende bewaard door den heer N. ZANDBERGEN WZN te De conclusie dat het constructiekamp een rol heeft minstens een eeuw heeft gefunctioneerd. De twee Rijnsburg en zijn zoon W. ZANDBERGEN te De Zilk, die gespeeld bij de bouw van het ruiterfort is bijna vindplaatsen in Den Haag, vooral natuurlijk Ocken- het terrein grootendeels in gebruik hebben. Munten onontkoombaar, maar is dat het enige geweest dat burgh, maar ook die aan de Scheveningseweg, van de Woerd zijn voorts verspreid onder vele arbei- gebouwd is? Juist de omvang zou er op kunnen hebben in die transitie een cruciale rol gespeeld en ders, die daar in den loop der jaren hebben gewerkt.” wijzen dat er in die periode veel meer gebouwd is in zijn daardoor ook landelijk bekend geworden. Op de voorzijde van de aureus is het gelauwerde de directe omgeving. Daarmee ontstaat een beeld van Voorwaar geen slecht resultaat van ons onderzoek. portret van keizer Tiberius te zien met het omschrift een systematische aanleg van een aantal militaire Het is te hopen dat toekomstig onderzoek dit beeld TI CAESAR DIVI AVG F AVGVSTVS. Op de keerzijde is een installaties in de buurt van de kust. En dat kan niet nog zal kunnen inkleuren. zittende vrouw afgebeeld die meestal als Pax (‘Vrede’) anders dan te maken hebben met de opbouw van een Gemeente Den Haag, Afdeling Archeologie kustverdediging, vanaf het eind van de Rijnlimes en Natuur- en Milieueducatie, Aureus van Tiberius gevonden in Valkenburg. naar het zuiden toe. Een exacte parallel van zo’n Ab Waasdorp en Jeroen van Zoolingen systeem is in Engeland voorhanden: ook daar houden de militaire installaties niet op bij het westelijke Oud goud uit Valkenburg (De Woerd) en einde van Hadrian’s Wall, maar gaan gewoon door in Zwammerdam zuidelijke richting langs de kust. Het verschil is dat In 2016 is de Nationale Numismatische Collectie die daar de oude kustlijn wel bewaard is gebleven, wordt beheerd door de Nederlandsche Bank in terwijl die in Nederland - samen met al zijn archeo- Amsterdam, twee gouden Romeinse munten rijker logische overblijfselen - voor het overgrote deel door geworden. Bijzonder is dat het twee oude vondsten de zee is opgeruimd. zijn die kort na elkaar weer boven water kwamen. Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 53

wordt geïnterpreteerd en de tekst PONTIF MAXIM. De bestaande uit 50 gouden Romeinse munten was munt is waarschijnlijk in 18 na Chr. geslagen in het gevonden. Misschien verwachtte Uijtermerk dat zijn huidige Lyon in Zuid-Frankrijk (RIC I2 27). De aureus aureus in Utrecht bij een specialist op het gebied van heeft een diameter van 16 mm en weegt 7,6 gram. Romeinse munten terecht zou komen, maar dat was - Blijkens een briefkaart die bij de munt hoort, heeft zo lijkt het - niet het geval of misschien lag het aan Zandbergen - wellicht om meer over zijn vondst te een wat onzorgvuldige verslaggever, want de munt weten te komen - contact gezocht met de historicus wordt in krantenberichten niet helemaal juist om- en adjunct-archivaris van het gemeentearchief van schreven. In het Woerdensch Weekblad van 7 augus- Leiden, Willem Bijleveld. Deze stuurde Zandbergen op tus 1935 is bijvoorbeeld te lezen: “De munt draagt 15 mei 1917 de briefkaart waarop te lezen is dat aan de ééne zijde een Nerokop - met lauwertak - en, Bijleveld over de munt heeft gesproken met A.O. van voor zoover leesbaar, het woord Nezogantus. Aan de Kerkwijk, directeur van het Koninklijk Penningkabinet andere zijde een minder duidelijke vorstenfiguur. in Den Haag, die de aureus ook meteen determineer- Zij dateert van pl.m. 200 jaar na Chr.” Bij nadere de. In het jaar 2000 is de aureus nog langs geweest op beschouwing blijkt het om een aureus te gaan op het Koninklijk Penningkabinet, nu in Leiden, en bij die naam van Nero met op de voorzijde het omschrift gelegenheid zijn de vindplaats en de gegevens van de NERO CAESAR – AVGVSTVS en op de keerzijde een munt vastgelegd in de vondstmuntendatabase zittende Jupiter met het omschrift IVPPITER CVSTOS. NUMIS (Numisnummer 1029744). Nu de munt door De munt is tussen 64 en 68 in Rome geslagen (RIC I2 de schenking deel is gaan uitmaken van de Nationale 52). Ook van deze munt is de precieze vindplaats onbe- Numismatische Collectie heeft de aureus ook een kend, maar volgens de krantenberichten is de aureus inventarisnummer gekregen (2016-0004). gevonden in een tuin langs de spoorbaan Leiden- Enkele maanden later, in maart van dit jaar, meldde Utrecht. Het exacte adres was bij de familie helaas een andere eigenaar van een Romeinse aureus zich in niet meer bekend, maar kan misschien met enig Amsterdam. Ook dit keer was het een oude vondst die archiefonderzoek nog wel achterhaald worden. De in 1935 is gedaan door de heer Uijtermerk, stations- vindplaats moet in de buurt zijn geweest van de chef te Woerden en grootvader van de eigenaar. De Hooge Burch in Zwammerdam, de plek waar de cana- familie heeft een krantenknipsel bewaard (het is onbe- bae en het bijbehorende castellum Nigrum Pullum kend uit welke krant dit stuk afkomstig is) waarin te hebben gelegen. De aureus heeft een diameter van Briefkaart behorende bij de aureus van Tiberius, op lezen is dat de munt door Uijtermerk, samen met een 18,0 mm en weegt 7,0 gram en is in maart aan- 15 mei 1917 door Willem Bijleveld aan N. Zandbergen groot aantal scherven, gevonden werd tijdens het spit- gekocht voor de Nationale Numismatische Collectie geschreven na zijn bezoek aan de directeur van het ten in zijn tuin in Zwammerdam. De munt, een (inv.nr. 2016-0007, NUMISnr. 1125321). Koninklijk Penningkabinet, A.O. van Kerkwijk. aureus op naam van de Romeinse keizer Nero (54-68), Met de schenking en de aankoop hebben deze twee De determinatie door Van Kerkwijk, wijkt – door is destijds ter identificatie naar Utrecht gestuurd, oude vondsten een nieuw thuis gevonden. voortschrijdend inzicht – in details af van de huidige alwaar de opgravingen op het Domplein in volle gang National Numismatic Collection at beschrijving van de munt. waren en waar in 1932 een spectaculaire goudschat De Nederlandsche Bank, Paul Beliën Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 54

Leidschendam - Voorburg | Leidsekade 39 onderzoek noodzakelijk was. De bodem bleek tot van witbakkend aardewerk, faience en porselein Begin 2015 heeft de Archeologische Werkgroep 2,6 m diepte te bestaan uit opgebrachte of verstoorde maken per soort niet meer dan 5% uit van het totaal. Leidschendam-Voorburg de resultaten gepubliceerd grond. Maar omdat er bij dit vooronderzoek wel Scherven van majolica ontbreken geheel. van een kort archeologisch onderzoek dat in 2007 is scherfmateriaal was gevonden, raadde de gemeente De fragmenten steengoed zijn van een kan, een pot gedaan bij het bouwrijp maken van een perceel aan Leidschendam-Voorburg de ontwikkelaar van het en een fles. Opmerkelijk zijn 3 scherven van een brui- de Leidsekade 39 op de hoek van de Starrevaart in terrein aan een onderzoek door de werkgroep te laten ne kop van Engels industrieel vervaardigd steengoed, Leidschendam. uitvoeren. De mogelijkheden voor onderzoek door de dat te dateren is tussen 1740 en 1900. AWLV waren echter beperkt, omdat het terrein flink Bijna alle roodbakkende scherven zijn geglazuurd. verontreinigd was. Daarvan is een kwart bovendien versierd met slib. Op de kaarten van het Hoogheemraadschap Rijnland Ze zijn afkomstig van een pot, een grape, een kan, uit 1615 en 1647 en die van Cruquius uit 1712 is op een bord, en een kom of een kop. Verder zit bij de het onderzochte terrein geen bebouwing aangege- vondsten een vogeldrinkbakje van roodbakkend ven. Eerdere bebouwing is niet waarschijnlijk, omdat aardewerk. veel middeleeuwse erven tot in de 19de eeuw in gebruik zijn gebleven. Pas op het minuutplan van de gemeente Stompwijk uit 1819 staat midden op het terrein een gebouw. In de 19de en 20ste eeuw is de bebouwing aan de noordzijde uitgebreid. Het onderzoek door de AWLV vond plaats op 18 september 2007 in een proefsleuf. Daarbij zijn drie waterputten gevonden. Door de hoge waterstand was het niet mogelijk om de inhoud van deze putten systematisch te bergen. In de proefsleuf werden scherven aardewerk en bot- materiaal verzameld. Ook is een leren schoen gevon- Vogeldrinkbakje van roodbakkend aardewerk. den. Verder zijn met een metaaldetector kleine (Foto: Joanneke Hees) metalen voorwerpen getraceerd. Er zijn op het terrein ruim 200 aardewerkscherven Het slibversierde aardewerk is gemaakt in Friesland De onderzoekslocatie op de hoek van de Leidsekade verzameld, 11 pijpenkoppen en 20 fragmenten van en het gebied van de Nederrijn. en de Starrevaart in Leidschendam. pijpenstelen. De meeste stukken aardewerk zijn De fragmenten van faience aardewerk zijn van Delfts erg klein. blauwe borden afkomstig. De fragmenten van Uit een archeologisch vooronderzoek door RAAP was De scherven zijn voor 70% afkomstig van rood- Chinees porselein zijn van borden en van koppen of gebleken dat de archeologische waarden van het bakkend aardewerk. Ruim 10% is steengoed en 10% kommen. De meeste hebben een decoratie in blauw terrein niet zodanig waren dat een professioneel industrieel vervaardigd wit aardewerk. De scherven van bloemen of een Chinees landschap. Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 55

De scherven van industrieel vervaardigd witbakkend met kroon en links in reliëf aardewerk zijn van een bord, en van een kom of kop. tussen bladertakken de Er zijn 11 pijpenkoppen (ketels) gevonden: 7 zijn tekst ‘VIVA ORANGIEN’. trechtervormig, 1 is ovaalvormig, 2 zijn van het type De pijp is gemaakt in Gouda in de periode tussen Messing steekpassertje. (Foto: Joanneke Hees) Noordse grootkop en 1 is van het type Kromkop. Aan 1672 en 1685, toen prins Willem III stadhouder was. de hand van de hielmerken konden van 4 pijpen de Na een stadhouderloze periode van 22 jaar was hij in overeenkomt met (kinder)maat 32. makers of hun opvolgers worden vastgesteld en in vijf het rampjaar 1672, toen de republiek bijna van de Het gebruik van het terrein aan de Leidsekade op de gevallen de productieplaats Gouda. Van 8 pijpen kon kaart werd geveegd door Engeland, Frankrijk en de hoek met de Starrevaart gaat blijkens de kaart van de periode worden bepaald, waarbinnen ze zijn bisdommen Keulen en Münster, onder druk van de Cruquius uit 1712, waarop nog iedere bebouwing gemaakt. De oudste dateren vanaf het einde van de Orangisten achtereenvolgens benoemd tot kapitein- ontbreekt, niet verder terug dan het eerste kwart van 17de eeuw en het begin van de 18de eeuw, terwijl de generaal en stadhouder. Hoewel prins Willem III de 18de eeuw. Dit wordt nu bevestigd door het korte jongste nog in het begin van de 20ste eeuw kan zijn stevig in het zadel kwam te zitten, was er bij zijn onderzoek door de AWLV, waarbij vondsten zijn gemaakt. aanhangers nog steeds behoefte om zich van de gedaan die op hun vroegst dateren uit het einde van Naast de 11 ketels zijn er 20 stukjes van stelen gevon- ‘Staatsen’ te onderscheiden, al was het maar door de de 17de eeuw. den. Opvallend is een steel met in reliëf een dubbele pijp die ze rookten. Het materiaal kan afkomstig zijn van bewoners of slingerende rand met blaadjes en appeltjes met daar- Met behulp van een metaaldetector zijn op het gebruikers van het terrein, maar kan daar ook zijn achter aan de ene zijde het tekstfragment ‘DIE NAER terrein 11 metalen voorwerpen gevonden, namelijk terechtgekomen bij ophoging van het terrein met ORANIEN HA’ en aan de andere zijde ‘OOCK DESE een munt (een koperen duit uit 1739), een messing van elders aangevoerde grond. PI(ofY)P NIET LA’. Uit vondsten elders blijkt het te gaan passer, een fragment van een koperen schaar, een Wim van Horssen, Archeologische Werkgroep om een Oranjeleus die volledig luidt: DIE NAER deel van een zegelstempel (zonder zegel), een vinger- Leidschendam-Voorburg ORANIEN HAECKT, OOCK DEZE PYP NIET LAECKT, ofte- hoed van messing, 3 knopen, 2 gespen en een ringetje. wel wie een aanhanger van Oranje is, zal deze pijp Het messing steekpassertje is 63 mm lang en is aan Publicaties over de opgraving Rotterdam- niet laten liggen. Op de ketel, die aan de vondst weerszijden versierd met horizontale en diagonale Timmerhuis ontbreekt, staat rechts in reliëf het prinselijk wapen streepjes. Een S-vormige inkerving op een van de In de archeologische kroniek van Zuid-Holland is benen zou een merkteken kunnen zijn. Koperen eerder aandacht besteed aan de opgraving op de Voor- en achterzijde van de steel van een pijp met steekpassers werden gebruikt voor het meten van af- bouwlocatie Timmerhuis in Rotterdam. In 2015 is het Oranje-propaganda. (Foto: Joanneke Hees) standen. Vooral in de scheepvaart waren ze in gebruik wetenschappelijk rapport van het archeologisch als kaartpassers. onderzoek gepubliceerd: ‘Rotterdam Timmerhuis. Er is ook een linker- Archeologisch onderzoek tussen Rodezand en Haagse- zool van een schoen veer. Een dijk uit de 13e eeuw en de stedelijke ontwik- gevonden en een keling vanaf de 14e eeuw.’ Het meer dan 500 pagina’s leren veter. De nogal tellende rapport (met CD) is geschreven door Patrick smal ingesneden Ploegaert met medewerking van vele vakspecialisten. zool heeft een lengte Het wetenschappelijk rapport vormt de basis voor een van circa 20 cm, wat publieksboek en een permanente expositie in het Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 56

stellen door een e-mail te sturen naar hetzelfde adres onder vermelding van ‘BOORrapport 541’. Het rapport kost € 10,-, ook weer inclusief BTW en verzendkosten.

Nissewaard legt link tussen heden en verleden met speeltuin Woensdag 13 mei 2015 renden er kleine Romeinen door de nieuwbouwwijk Kreken van Nibbeland (gemeente Nissewaard). De kinderen van de Brede School Bernisse hielpen de wethouders Jan Willem Mijnans en Martijn Hamerslag bij de opening van een nieuwe archeologische speeltuin, waarvan het ont- (foto: BOOR) werp is gebaseerd op de resultaten van archeologisch onderzoek op deze plek tussen 2005 en 2011. In de resten kon in de grond bewaard blijven, op die plek wijk kun je voortaan klauteren in een klimrek in de ligt nu het park. Het BOOR was als archeologisch vorm van een houten boerderij, geïnspireerd op de adviseur van de gemeente Nissewaard betrokken boerderij uit de Romeinse Tijd die daar is opgegraven. bij het ontwerp van de speelplaats en maakte een Verder kun je klimmen op de gereconstrueerde oevers informatiepaneel waarop meer te lezen en te bekijken Timmerhuis. Het publieksboek ‘Van dijk naar sloppen- van een kreek die daar tweeduizend jaar geleden lag. valt over Kreken van Nibbeland in de Romeinse Tijd. wijk’ verhaalt op vlotte wijze over de ontwikkeling Op de oevers van de kreek werd destijds gewoond. van dit deel van Rotterdam tussen circa 1200 en de Verder kunnen de kinderen wippen op een ‘wippaard’, opening van het gloednieuwe Timmerhuis in dat verwijst naar de ont- december 2015. De titel van het boek refereert aan dekking van een paarden- de oudste vondst van de opgraving; een deel van de graf op die plaats. Een deel oostelijke dijk van de polder Cool uit circa 1200, en van de archeologische aan de laatste honderd jaar voorafgaand aan het bombardement van 1940, een periode waarin de Zandstraatbuurt tot een echte sloppenwijk verwerd. Het rijk geïllustreerde publieksboek, dat het derde deel is van de reeks ‘Ontdek! Archeologie in Rotter- dam’, is te bestellen bij het BOOR door een e-mail te sturen naar [email protected] onder vermelding van ‘Ontdek!’. Het boek kost € 8,-, inclusief BTW en verzendkosten. Ook het wetenschappelijk rapport is bij BOOR te be-

(foto: Teun Kweekel) Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 57

Nationale Archeologiedagen Eeuwenoude Goudse straatjongen krijgt gezicht: en zijn familie nog bewaard gebleven. Een unieke In 2015 werden voor het eerst de Nationale Het mysterie van het omgekeerde graf vondst, omdat in Nederland zelden grafkelders Archeologiedagen georganiseerd. Bezoekers worden opgegraven, laat staan dat de inhoud nog konden tijdens de activiteiten horen, zien en beleven Inleiding aanwezig is. Op 28 oktober is daarom een tentoon- hoe de archeologie in Nederland te werk gaat. Tijdens archeologisch onderzoek voorafgaand aan het stelling geopend in de Sint Janskerk, met als hoogte- Ook een aantal steden in Zuid-Holland nam deel. funderingsherstel van het koor van de Sint Janskerk punt een bijzondere gezichtsreconstructie. Maar die Zo werd er in Den Haag een workshop voor kinderen zijn in 2014 diverse intacte grafkelders gevonden, gezichtsreconstructie is niet gemaakt van één van de gegeven bij het informatiecentrum van de Rotter- toebehorend aan de Goudse elite uit de 17de en 18de begravingen uit de kelder van Van Rietveld. Nee, juist damsebaan: Onderwerp van de workshop was: eeuw. In één van die kelders zijn de zeven skeletten een bijzonder graf uit de kooromgang is hiervoor ‘Hoe vecht een Romein?’ van de in 1700 overleden burgemeester Van Rietveld uitgekozen, en met reden! Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 58

Het mysterie van het omgekeerde graf heeft gehad. Dat wijst allemaal op iemand uit de kerk is dat mysterie aangegrepen als aanknopings- Naast de grafkelders zijn er ook in de kooromgang sociale onderklasse, en mensen uit die klasse werden punt voor de tentoonstelling. Allereerst is er dus voor diverse (delen van) begravingen gevonden; 50 in normaal gesproken juist níet in de kerk begraven. gekozen om de jongen een echt gezicht te geven. totaal. Eén begraving uit de 18de eeuw, van een Expert Maja d’Hollosy heeft met behulp van foren- jongen tussen de 16 en 18 jaar oud, trok de aandacht. Naamloos sische technieken een indrukwekkende, waarheids- Het graf had een afwijkende oriëntatie: het hoofd Wat het mysterie nog groter maakt: uit de grafboeken getrouwe gezichtsreconstructie weten te maken. lag richting het oosten in plaats van het westen. Die van de kerk, waarin staat wie op welke plek is begra- Ook heeft de ligging richting het westen was zeer belangrijk voor ven, blijkt niet wie deze jongeman is. Van de vrouw die jongen een de gelovigen. Op de Dag des Oordeels zouden de vlak boven de jongen begraven was (en ook is terugge- (verzonnen) doden namelijk herrijzen uit hun graf en dan meteen vonden), stond de naam in de grafregisters: Sarah naam gekregen: Christus zien, die zich vanuit het oosten aan hen zou Hendrina Raket, oud-moeder van het Weeshuis, begra- Jacob. voordoen. Bij katholieken werden alleen priesters met ven in 1779. En we weten ook dat het graf zelf in die Daarnaast heeft hun hoofd naar het oosten begraven. Zij zouden dan periode toebehoorde aan de voorname familie Van der schrijver Evert bij de wederopstanding hun parochie aankijken. Tocht. Maar tussen 1724 en 1779 zijn er geen mensen van Ginkel een Maar de kerk was in de 18de eeuw protestants, niet in het graf gelegd, tenminste: niet volgens het regis- publieksboekje katholiek, en deze jongen was wel erg jong voor een ter. De jongen stond er dus niet in opgetekend. gemaakt over priester. Daarnaast zijn er in zijn gebit twee pijpfacet- de opgravingen ten gevonden: gaten in zijn tanden die wijzen op het Gezichtsreconstructie en publieksboekje in het algemeen veelvuldig en langdurig roken (en vastklemmen) van Waarom lag deze jongen in de kerk, in een graf dat en het graf van een kleipijp. Uit botonderzoek blijkt bovendien dat hij niet van hem kon zijn, en ook nog eens met zijn hoofd Jacob in het regelmatig met ondervoeding en ziekte te maken naar de verkeerde kant? Op initiatief van de Sint Jans- bijzonder. Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 59

Archeologieles voor de basisschool Drie fictieve figuren spelen hierin een hoofdrol: het Door goed te kijken naar de objecten en hun functie Sinds 2015 verzorgt Archeologie Delft lessen over Romeinse jongetje Marcus, het meisje Aleid dat in en ouderdom te achterhalen, leren de kinderen over archeologie voor de Delftse basisscholen. In dat eerste 1135 als horige op een boerderij leeft, en Joris, schild- het leven van alledag. Getuige het grote aantal jaar zijn er maar liefst 1500 leerlingen op bezoek knaap van een heuse Delftse ridder. De figuurtjes aanmeldingen en de enthousiaste reacties van zowel geweest op de archeologische dienst van Delft! Via het hebben dezelfde leeftijd als de kinderen die de les krij- de leerlingen als docenten en begeleidende ouders, programma KUNSTklik is het voor scholen mogelijk gen. Van elk personage zijn verschillende objecten te mogen we spreken van een succesvolle les. Hierbij om zich in te schrijven voor een les van anderhalf uur. zien die in Delft zijn opgegraven, en in het dagelijks krijgt de geschiedenis van Delft bij een brede laag De lessen richten zich op de groepen vijf en zes en leven door deze kinderen kunnen zijn gebruikt. De jonge Delftenaren bekendheid en komen de kinderen gaan met name in op de vroege geschiedenis van leerlingen gaan vervolgens zelf aan de slag met echte in aanraking met de rijkdom van ons verleden. Delft. fragmenten van vergelijkbare objecten. Deze moeten Archeologie Delft, Steven Jongma (Foto: Marco Zwinkels) ze opmeten en beschrijven, en vervolgens vergelijken

met de objecten in de verschillende vitrines. (Foto: Marco Zwinkels) Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 60

Opening museum Vlaardingen Als je in de kelder van je nieuwe winkel opeens een In 2015 werd het Museum Vlaardingen geopend. eeuwenoude muur ontdekt. Het voormalig Visserij museum is na de verbouwing Interview met Rob van Gerner, juwelier aan de 3x zo groot geworden en laat de geschiedenis van Breestraat in Leiden 5000 jaar Rijndelta zien. Een van de topobjecten die in het museum te zien zijn, is de kano van de Vergulde Voortraject Hand die in 2005 werd gevonden. Eind 2013 kocht Rob van Gerner een Jugendstilpand (foto: H. van Wensveen) uit 1905 aan de Breestraat. Het is een mooi pand, maar vanwege de vele ramen vond hij het prettiger om ook een ruimte met minder inkijk te hebben voor als hij met klanten juwelen aan het bekijken was. “Als je boven zit, zit je te kijk vanuit twee straten; als je hier zit met sieraden, weet heel Leiden dat je er zit.”

Bouwhistorici en archeologen leggen de muur vanaf de begane grond langzamerhand bloot.

dige zaak te kunnen maken, moest de kelder wel verbouwd worden. Van Gerner heeft toen samen met architect Marcel van Dijk een plan opgesteld om de kelder te vergroten en van het water af te komen. De beste optie om dit te doen was het aanleggen van een kelderbak; het draineren van water kon niet, omdat het pand direct op klei gebouwd was en die klei zou door drainage kunnen uitdrogen en inklinken. Vervolgens kwam Edwin van Orsel, bouwhistoricus bij Erfgoed Leiden, bekijken of er oude resten in het pand aanwezig waren voordat de verbouw kon beginnen.

Rob van Gerner voor zijn pand in de Breestraat. Wat gebeurt er als je bij een verbouwing iets archeologisch ontdekt Ook was er in het pand niet echt ruimte beschikbaar Van Orsel keek wat er onder de pleisterlaag op de voor bijvoorbeeld opslag of een toilet. Er was wel muur van de kelder zat, en ontdekte daar een muur een kelder, maar die was zeer klein en er stond een van kloostermoppen uit omstreeks 1350. Het was een decimeter water in. Om van het pand een volwaar- vrij rommelige muur, die bestond uit reparatiestenen Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 61

argumenten Strijk aan het komen, maar tegenwoordig moet de ondernemer college heeft voorgelegd en op eigen kosten een commercieel bureau inhuren. waarom het college tot dit be- Ook dat was voor iemand met een strakker budget sluit is gekomen, maar hij weet lastig geweest, maar voor Van Gerner ging het wel dat Strijk vond dat het goed gelukkig goed. zou zijn voor de Breestraat om in zo'n beeldbepalend pand een De verbouwing chique, goedlopende juwelier Na de afbraak van de kloostermoppenmuur kwam te hebben zitten. Van Gerner voor een verrassing te staan: er was een nóg oudere muur in de kelder! Deze kwam uit Het proces dat daar het gevolg ongeveer 1250-1300 en had ongeveer dezelfde van is en wat is er gevonden historische waarde als stukken van de Burcht. Van Gerner zegt dat het proces Desalniettemin viel deze muur automatisch ook om de vergunning te verkrijgen onder de vergunning, dus mocht hij worden gesloopt harmonieus is verlopen en dat als hij ook zou worden beschreven. Drie dagen voor de andere partijen vriendelijk wa- de sloop plaats zou vinden kwam de burgemeester ren. Volgens hem was dit onder echter langs om te vragen of de oude muur niet toch De blootgelegde bakstenen muur met de haardnis. andere mogelijk doordat er aan twee voorwaarden Bouwhistorici en archeologen denken dat de muur was voldaan: Van Gerner’s eerste winkel ging gewoon De muur is heel dik en heeft in het midden een grote tussen 1250 en 1300 gebouwd is. (Foto: Erfgoed Leiden en door, waardoor hij niet aan een al te strakke planning nis voor een haard. Voor de haard lagen de resten van Omstreken) en budget voor zijn nieuwe winkel vast hoefde te hou- houten en stenen vloeren. den. Hierdoor kon hij zelf ook rustig met de andere (Reconstructie: Pieter-Jan De Vos van Erfgoed Leiden en Omstreken) en houtresten, kortom veel opgelapt. Desalniettemin partijen overleggen; overleg met andere partijen gaat mocht de muur vanwege zijn ouderdom niet weg. volgens hem meteen een stuk minder makkelijk wan- Van Gerner kwam zo terecht in wat hij omschrijft neer je veel druk op ze probeert uit te oefenen. als een “carroussel van tegenstrijdige belangen”; het Anderhalf jaar nadat het proces was begonnen, kreeg historische en culturele belang van de muur versus Van Gerner dan toch de vergunning om de muur te zijn eigen ondernemersbelang bij het hebben van slopen. Voorwaarde was wel dat hij een rapport over een functionele kelder. de muur zou moeten laten opstellen. Een reeks van stadsbouwhuisvergaderingen volgde. Naast deskundigen van Erfgoed Leiden die kwamen Van Gerner belde wethouder Robert Strijk. Strijk kijken wanneer er iets ouds was gevonden, moest kwam kijken en besloot dat het ondernemersbelang Van Gerner zelf een archeologisch bureau in de arm in dit geval ook belangrijk was, en toen is in het nemen dat bij de opgraving aanwezig was en een rap- college van B&W besloten dat dit inderdaad voor zou port zou schrijven over de resultaten. Vroeger was er moeten gaan. Van Gerner weet niet precies welke genoeg budget om de stadsarcheoloog zelf te laten Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 62

de firma Johlex, had ook een ander idee, namelijk de proces te hebben: het is de eerste keer dat hij zo'n muur optillen en later weer terugzetten. Hiertoe groot project aanpakt, en meteen ook de laatste. Hij moest de muur wel deels in hout worden verpakt; hij omschrijft het proces als een soort “bobsleebaan: je zat slechts met schelpenzand aan elkaar en zou dus zit erin en je weet toch niet waar je uitkomt, maar je makkelijk uit elkaar kunnen vallen. Het optillen van gaat wel door als je er eenmaal in zit”. Hoe leuk hij de muur werd wel deels gesubsidieerd door de het als hobbyist (hij heeft bijvoorbeeld zijn eigen huis, gemeente en verliep ook succesvol. Ook was het erg ook een oud pand, opgeknapt en heeft de pilaren en bijzonder om te zien: “5,5 ton aan muur hing daar wenteltrap van zijn winkel zelf ontworpen) ook vond, gewoon, dat is een onwerkelijk gezicht!" als ondernemer was het niet altijd even makkelijk. Er zijn ook nog historische documenten bekend Wel zegt hij dat een dergelijk project mogelijk is als over het pand waar de muur onderdeel van was, je het intelligent aanpakt, en dat wanneer je het namelijk correspondentie tussen de graven van intelligent aanpakt anderen dit ook zullen zien en je Holland en een zekere Gerard Alewijnszoon, de zullen willen helpen bij je project. Uiteindelijk is hij pachter van het pand. Hij werd aangespoord om het zeer tevreden met het resultaat; dat heeft boven Bij het uitgraven van de kelder werd een drinkkan van pand eens op te knappen; een verwijzing naar de verwachting goed uitgepakt. Hij is blij met de ont- proto-steengoed uit circa 1300 gevonden. karakteristieke scheuren en verzakkingen in de muur dekking van de muur, die nog meer geschiedenis aan (Foto: Erfgoed Leiden en Omstreken) die er misschien vanaf het begin al in zaten? zijn winkelpand toevoegt; een Jugendstilpand bleek uiteindelijk zo'n 700 jaar meer geschiedenis te behouden kon worden. Ook Van Gerner wilde liever Resultaten hebben. niet zomaar zo’n oude muur slopen: “Ik wil ook liever Nu is de muur voor het publiek te bewonderen; niet de geschiedenis ingaan als de barbaar die het Van Gerner laat bezoekers doorgaans gewoon naar Wie meer wil weten over de muur en het huis waar belangrijkste monument na de Burcht zomaar beneden doorlopen om hem te bekijken. Hij vond dat hij bijhoorde: weghaalt.” , zegt hij er zelf over. Er werd een plan hij dat als beheerder wel moest doen: “Je kunt niet https://www.erfgoedleiden.nl/nieuws/vondst-van-de-week/531-vvdw26- opgesteld om met behoud van de muur een kelder- zo'n pand beheren en dan dit soort stukken niet delen breestraat-90-een-grafelijk-klokhuis bak aan te kunnen leggen. Hier was wederom sprake met het publiek.” Daarnaast is het voor hem ook geen van een harmonieuze samenwerking; “Het is mijn slechte reclame; mensen die naar de muur komen geluk geweest dat het allemaal in een ontspannen kijken, zien meteen ook zijn werk als juwelier. harmonie kon”, aldus Van Gerner. Bovendien geeft de muur veel sfeer aan de kelder. Een mogelijk idee was om alle stenen van de muur te De verbouwing van het pand is nog niet helemaal nummeren en weer op de juiste manier in elkaar te afgerond: er moet bijvoorbeeld nog ijzerbeslag op de zetten, maar volgens bouwhistoricus Van Orsel zou deuren komen, en ook het vochtprobleem in de kelder de muur dan niet meer authentiek zijn; hij zit vol is nog niet helemaal verholpen. Van Gerner vermoedt scheuren en verzakkingen die met een dergelijke dat dat komt omdat zijn winkel in een kuil van de wederopbouw zouden verdwijnen. rivierkleibodem van de Breestraat ligt. De aannemer waar Van Gerner mee samenwerkte, Van Gerner zegt niet echt een oordeel over het hele Literatuur Naar inhoudsopgave Editie 2015 | pagina 63

Bakker, J.S., 2016: ‘Het nest van de Meerkoet’, Molenwereld 19 nr. 200. Kok, R.S. & N.W.T. Warmerdam, 2014: De archeologie van de Atlantikwall. Een inven- Tump, M. & W.A. Bergman: Rijswijk. Plangebied Broekmolenweg fase 2. tarisatie van zachte resten in de Freie Küste Katwijk-Scheveningen, provincie Zuid- Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek (verkennende fase), Beekman, F. & B. van der Valk, 2016: ‘Verrassende archeologische vondsten onder de Holland. Weesp (RAAP-rapport 2925). BAAC Rapport V-14.0276. voormalige camping Molenslag bij Ter Heijde’, Hollands’ Duinen 67, p. 2-9. Koot, H. 2015: ‘Archeologische kroniek van Rijswijk over 2014’, in: Ruud Poortier e.a. Valk, L. van der, & F. Beekman (red.), 2015: ‘Archeologie van Molenslag, Ter Heijde, Boer, P.C. de, & A.J. Guiran, 2010: Rotterdam Wijnhaeve, archeologie en historie aan (red.), Jaarboek 2015 Historische Vereniging Rijswijk, Rijswijk, p. 192-200. gemeente Westland. Verslag van een archeologisch noodonderzoek door de Wijnhaven, vindplaats 13-58, Rotterdam (BOORrapporten 349). vrijwilligers van de AWN’, Rapport AWN Den Haag en Omstreken 2015-1, Lanzing, J., 2014: Programma van Eisen: Bedrijventerrein Klei-Oost-Zuid (verwach- Werkgroep ’s-GRAVENhage (als .pdf verkrijgbaar bij de eerste auteur), p. 114. Bolkestein, H., 2016: ‘Capelle I en Capelle II?’, Nieuwsbrief Historische Vereniging tingszones I, II, VI). Capelle aan den IJssel 30, no. 1, p. 23-24. Waasdorp, J.A., 1999: Van Romeinse soldaten en Cananefaten. Gebruiksvoorwerpen Lanzing, J., 2015: Programma van Eisen: Bedrijventerrein Klei-Oost-Zuid, Klei-Oost- van de Scheveningseweg, Den Haag (VOM-reeks 1999/2). Dijkstra, M.F.P. & Flamman, J.P., 2002: Bureauonderzoek en inventariserend veld- Zuid opgraving verwachtingszone I onderzoek naar archeologische waarden in het plangebied ‘De Horn’, gemeente Waasdorp, J.A. (red), 2012: Den Haag Ockenburgh. Een fortificatie als onderdeel van Rijnsburg, AACpublicaties 10. Lintsen, H.W. (red.), 1991: Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording de Romeinse kustverdediging, Den Haag (Haagse Oudheidkundige Publicaties 13). van een moderne samenleving 1800-1890. Deel I. Techniek en modernisering. Engelse, R.F., 2015: Archeologisch onderzoek aan het Laantje van Braskamp te Landbouw en voeding, Zutphen. Waasdorp, J.A. & R.J. van Zoolingen, 2015: Den Haag Ockenburgh II. Een Romeinse Rijswijk, gemeente Rijswijk. Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek militaire vicus vlak bij de kust, Den Haag (Haagse Oudheidkundige Publicaties 18). met boringen, Capelle aan den IJssel (ArcheoMedia rapport A15-010-I, 2015). Meijer, Y., 2015: Evaluatie- en selectierapport, Hof van Holland, Noordwijk, Gemeente Noordwijk. Warmerdam, N.W.T., 2013: Van waterwingebied naar verdedigingslinie. Een Engelse, R.F., 2016: Archeologisch onderzoek op de locatie Buiten de Veerpoort te inventarisatie van Duitse verdedigingswerken in het Zuid-Hollands deel van de Schoonhoven (gemeente Krimpenerwaard). Archeologische begeleiding, protocol Meijer, Y., 2015: Park Drieënhuizen, Vlaardingen, Gemeente Vlaardingen, Amsterdamse Waterleidingduinen (gemeente Noordwijk), Deventer proefsleuven, Capelle aan den IJssel (Archeomedia, rapport A16-009-R). Inventariserend veldonderzoek d.m.v. proefsleuven, Noordwijk (IDDS Archeologie (Bachelorscriptie Saxion Hogescholen). rapport 1809). Geer, P. van de, 2015: Archeologisch bureauonderzoek en booronderzoek aan de Zoolingen, R.J. van, 2015: ‘Den Haag|Ockenburgh’, Archeologische Kroniek van Van Vredenburchweg 79 te Rijswijk, Leiden (Archol Rapport 276). Meijer, Y., 2015: Joachim Oudaanstraat, Rijnsburg Gemeente Katwijk, Inventarise- Zuid-Holland 2014, p. 6-7. rend Veldonderzoek d.m.v. Proefsleuven, Noordwijk (IDDS Archeologie rapport 1769). Glopper-Zuijderland, C. de, z.d.: Oegstgeester Pannenbakkerijen. Ploegaert, P.H.J.I., 2015: Rotterdam Bright. Een bureauonderzoek en verkennend Guiran, A.J., 2015: De vondst van een natuurstenen kraagsteen of console in de inventariserend veldonderzoek door middel van mechanische grondboringen, binnengracht van het sloteiland te Capelle aan den IJssel, Rotterdam (Boornotitie 23) Rotterdam (BOORrapporten 603). (ook gepubliceerd in: Nieuwsbrief Historische Vereniging Capelle aan den IJssel 30, no. 1, p. 18-23). Sarfatij, H.,1981: ‘Rijswijk’, Archeologische Kroniek van Zuid-Holland over 1980, II, Zuid-Holland, Holland 6, p. 275-279. Hazeu, Cz. J., 1820: De onderwijzende landman met zijne kinderen in leerzame gesprekken over den landbouw en de landhuishoudkunde, Amsterdam, p. 28. Silver, I., 1969 (2de editie): ‘The ageing of domestic animals’, in: D. Brothwell & E.Higgs (eds), Science in Archaeology, Bristol, p. 283-302. Heeringen, R. van, 1992: ‘The Iron Age in the Western ’, Berichten van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek 39, p.7-295. Soetens, C., 1835: Wetenschappelijk maandschrift bestaande in eene verzameling van wetenschappelijke onderwerpen, die onmiddellijk dienstbaar zijn tot de Hemminga, M.E., 2014: Evaluatierapport versie 2.0 Proefsleuvenonderzoek Katwijk behoeften en het genot van alle standen der maatschappij, naar de vatbaarheid plangebied Klei Oost-Zuid, Leiden. ook van mingeoefenden, Den Haag, volume 2. Redactie en eindredactie: Horssen, J., van, 2015: Een oude boerderij langs de Slinksloot. De archeologische Sprangers, J. & W.B. Verschoof-Van der Vaart, 2015: Plangebied Landhuis De Voorde, TGV teksten & presentaties, Leiden opgraving van een deel van een historische boerderij aan de Slinksloot in gemeente Rijswijk; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend Schipluiden, gemeente Midden-Delfland, Delftse Archeologische Rapporten 125. veldonderzoek (verkennende fase), RAAP-notitie 5126. Vormgeving: Bannink Publiciteit, Leimuiden Kempenaar, G.F.H.M., 2015: Verslag van het documenteren van de funderingen van Stokkel, P.J.A., 2012: ‘Strijden met en tegen de elementen. Wijndaelerplantsoen in molen de Meerkoet in het Kralingse Bos in Rotterdam, vindplaats 06-47, Rotterdam Den Haag. Boerennederzettingen uit de midden bronstijd en de ijzertijd in het Webredactie: (Boornotitie 21). duingebied’, HOP 15, p. 83. Marloes Wellenberg, Erfgoedhuis Zuid-Holland