GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN Psychiatrisch centrum BEERNEM Toelichtingsnota + mer-screening + stedenbouwkundige voorschriften – Ontwerp

Gemeentebestuur Beernem Bloemendalestraat 112 B – 8730 Beernem

Grontmij Gent, maart 2014 Verantwoording

Titel : RUP Psychiatrisch Centrum Subtitel : Toelichtingsnota – Voorontwerp RUP Projectnummer : Referentienummer : 293354 Revisie : Datum : maart 2014

Auteur(s) : An Vanhulle, Sil Goossens E-mail adres : [email protected] Gecontroleerd door : Griet Van Waes Paraaf gecontroleerd : Goedgekeurd door : Paraaf goedgekeurd : Contact : Grontmij Belgium NV Meersstraat 138A B-9000 Gent T +32 9 241 59 20 F +32 9 241 59 30 [email protected] www.grontmij.be

293354, Revisie Pagina 2 van 135 Gezien en voorlopig goedgekeurd door de gemeenteraad in vergadering van Zegel van de Op bevel, gemeente

De Secretaris, Voorzitter gemeenteraad, R. Focquaert Chr. Stroobandt

Het college van burgemeester en schepenen verklaart dat onderhavig RUP voor eenieder ter inzage heeft gelegen Zegel van de van XXX tot XXX gemeente Namens het college Op bevel,

De Secretaris, Burgemeester, R. Focquaert Johan De Rycke

Gezien en definitief aangenomen door de gemeenteraad in vergadering van Zegel van de Op bevel, gemeente

De Secretaris, Voorzitter gemeenteraad, R. Focquaert Chr. Stroobandt

Verantwoordelijk ruimtelijk planner, Sil Goossens

293354, Revisie Inhoudsopgave

TOELICHTINGSNOTA...... 9

1 INLEIDING ...... 10 1.1 Opdracht ...... 10 1.2 Doel ...... 11

2 VERKENNING VAN HET PLANGEBIED ...... 12 2.1 Situering op macroniveau ...... 12 2.2 Situering van het plangebied op mesoniveau...... 13 2.3 Situering van het plangebied op microniveau...... 14

3 FOTOREPORTAGE ...... 15

4 PLANNINGSCONTEXT ...... 20 4.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (1997) ...... 20 4.2 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen (2002) ...... 21 4.2.1 Gewenste nederzettingsstructuur ...... 22 4.2.2 Gewenste natuurlijk structuur ...... 22 4.2.3 Gewenste agrarische structuur ...... 22 4.2.4 Gewenste ruimtelijke structuur voor toerisme en recreatie ...... 23 4.2.5 Gewenste ruimtelijk structuur verkeer en vervoer ...... 23 4.2.6 Gewenste landschappelijke structuur ...... 23 4.3 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Beernem (2009) ...... 25 4.3.1 Informatief gedeelte ...... 25 4.3.2 Richtinggevend gedeelte ...... 26

293354, Revisie Pagina 4 van 135 4.4 Ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos...... 28 4.5 Mobiliteitsplan (2003) en mobiliteitsplan verbreed en verdiept (2010)...... 29 4.6 Plannen en projecten ...... 30 4.6.1 Uitbreiding psychiatrisch centrum ...... 30 4.6.2 Landinrichtingsproject Bulskampveld ...... 31

5 JURIDISCHE CONTEXT ...... 38 5.1 Gewestplan ...... 38 5.2 Diverse planologische initiatieven ...... 39 5.3 Verkavelingen en ruilverkavelingen ...... 39 5.4 Natuurbeschermingsgebieden ...... 39 5.5 Beschermde monumenten en landschappen, relictzones en lijnrelicten, ankerplaatsen...... 39 5.5.1 Inventaris van bouwkundig erfgoed ...... 39 5.6 Wegen en water ...... 44 5.7 Vergunningen...... 44

6 PROBLEEMSTELLING ...... 46

7 HISTORISCHE EN BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR...... 47 7.1 Historische ontwikkeling ...... 47 7.1.1 Geschiedenis ...... 47 7.2 Huidige ruimtelijke structuur ...... 48 7.2.1 Binnen het plangebied zijn er op vandaag verschillende zones te onderscheiden...... 48 7.2.2 Parkeren: ...... 48 7.2.3 Interne wegenis ...... 50 7.2.4 Bereikbaarheidsprofiel: ...... 50 7.2.5 ...... 50 7.2.6 Grenzen ...... 50 7.2.7 Huidige bezettingsgraad: ...... 50

8 VISIE & CONCEPTEN ...... 52 8.1 Onder invloed van de opwaardering tot onthaalfunctie/uitbreiding zorgzone ...... 52 8.1.1 Woningen ter hoogte van het kruispunt Aanwijs (1) ...... 52 8.1.2 Nieuw functies op lange termijn (2) ...... 52 8.1.3 Nieuwe doorsteek (3) ...... 53

293354, Revisie Pagina 5 van 135 8.1.4 Nieuwe Psychiatrische Verzorgingstehuizen of PVT’s (4) ...... 53 8.2 Behouden bestaande kwaliteiten ...... 54 8.2.1 Apart karakter van de zone voor sport ...... 54 8.2.2 Kwalitatief campusmodel ...... 55 8.2.3 Ontsluiting en parkeren ...... 57 8.2.4 Bereikbaarheidsprofiel: ...... 59 8.2.5 Groene overgang ...... 60 8.2.6 Bebouwing ...... 61 8.2.7 Waardevol erfgoed ...... 61 8.2.8 Zonevreemde structuren bestendigen ...... 61

9 Structuurschets ...... 63 9.1 Projectzone ...... 63 9.2 Zone voor gemeenschapsvoorzieningen ...... 63 9.3 Zone voor park ...... 63 9.4 Indicatieve aanduiding ‘nieuwe verbinding’ ...... 63 9.5 Indicatieve aanduiding ‘te versterken dreven’ ...... 63 9.6 Overdruk ‘te behouden en te versterken groenstructuur’ ...... 63 9.7 Overdruk ‘te versterken landschappelijke overgang ...... 63

10 DECRETALE BEPALINGEN ...... 64 10.1 Opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden...... 64 10.1.1 Gewestplan ...... 64 10.2 Ruimtebalans ...... 64 10.3 Watertoets ...... 64 10.4 Resultaat onderzoek tot m.e.r...... 70 10.5 Register planbaten-planschade-compensatie ...... 71

ONDERZOEK TOT m.e.r...... 73

1 INLEIDING ...... 74 1.1 Alternatieven ...... 74 1.2 Grensoverschrijdende effecten ...... 74 1.3 Initiatiefnemer ...... 75 1.4 Resultaten raadpleging ...... 75

293354, Revisie Pagina 6 van 135 2 Aftoetsing plan-MER-plicht van rechtswege ...... 79 2.1 DABM van toepassing ...... 79 2.2 Plan-MER plicht ...... 79 2.3 Noodzaak tot passende beoordeling...... 79 2.3.1 Inleiding ...... 79 2.3.2 Beschrijving gebied ...... 80 2.3.3 Motivering ...... 80 2.3.4 Besluit ...... 82 2.4 Conclusie aftoetsing plan-MER plicht ...... 82 2.5 Kwetsbare gebieden ...... 83 2.5.1 Relevantie voor de diverse milieudisciplines ...... 83 2.6 Discipline Bodem en Water ...... 85 2.6.1 Beschrijving en analyse plangebied ...... 85 2.6.2 Algemene beoordeling discipline bodem en water ...... 90 2.6.3 Conclusie ...... 91 2.7 Discipline Fauna en flora ...... 92 2.7.1 Beschrijving en analyse plangebied ...... 92 2.7.2 Algemene beoordeling discipline Fauna en Flora...... 96 2.7.3 Conclusie ...... 96 2.8 Discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie...... 97 2.8.1 Beschrijving en analyse plangebied ...... 97 2.8.2 Algemene beoordeling discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie ...... 100 2.8.3 Conclusie ...... 100 2.9 Discipline mens-socio-organisatorische aspecten ...... 101 2.9.1 Beschrijving en analyse plangebied ...... 101 2.9.2 Algemene beoordeling discipline mens-socio-organisatorische aspecten ...... 104 2.9.3 Conclusie ...... 105

3 Eindconclusie ...... 106

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN ...... 108

1 Algemene stedenbouwkundige voorschriften ...... 109 1.1 Algemene bepalingen...... 109 1.2 Categorie Wonen ...... 113

293354, Revisie Pagina 7 van 135 1.2.1 Artikel 01: Projectzone ...... 113 1.3 Categorie openbaar nut en gemeenschapsvoorzieningen ...... 117 1.3.1 Artikel 02: Zone voor gemeenschapsvoorzieningen ...... 117 1.4 Categorie overig groen ...... 129 1.4.1 Artikel 03: Zone voor park ...... 129

BIJLAGEN ...... 131

1 Bijlage 1: Verslag plenaire vergadering ...... 132 2 Bijlage 2: Reacties op verlag plenaire vergadering...... 133 3 Bijlage 3: Adviezen mer-screening ...... 134 4 Advies Dienst Veiligheidsrapportering ...... 135

293354, Revisie Pagina 8 van 135 TOELICHTINGSNOTA

293354, Revisie 1 INLEIDING

1.1 Opdracht

De opdracht bestaat uit het opmaken van een ruimtelijk uitvoeringsplan “Psy- a) het planmilieueffectenrapport; chiatrisch Centrum” overeenkomstig de Vlaamse Codex ruimtelijke orde- b) de passende beoordeling; ning, en latere wijzigingen, de uitvoeringsbesluiten en de ter zake door de c) het ruimtelijk veiligheidsrapport; Vlaamse Regering en het agentschap RO-Vlaanderen verstrekte richtlijnen, rekening houdend met de gemeentelijke ruimtelijke structuur. d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; x in voorkomend geval, een register, al dan niet grafisch, van de per- Artikel 2.2.2 van de codex ruimtelijke ordening bepaalt de inhoud van het celen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP), met name: aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, vermeld in ar- x een grafisch plan dat aangeeft voor welk gebied of welke gebieden tikel 2.6.1, een planbatenheffing, vermeld in artikel 2.6.4, of een het plan van toepassing is; compensatie, vermeld in boek 6, titel 2 of titel 3, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid. x de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften inzake de be- stemming, de inrichting en/of het beheer, en, desgevallend, de normen, vermeld in art 4.1.12 en 4.1.13 van het decreet van 27 Volgens artikel 2.2.13 §2 worden de RUP’s opgemaakt ter uitvoering van het maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid; gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Beernem is op 18 november 2008 definitief vastgesteld op de gemeente- x een weergave van de feitelijke en juridische toestand; raad. Dit structuurplan is de basis voor dit RUP. Het RUP dient bovendien te x de relatie met het ruimtelijk structuurplan of de ruimtelijke structuur- kaderen in de gewenste ruimtelijke structuur van het RSV en het PRS. plannen waarvan het een uitvoering is; x in voorkomend geval, een zo mogelijk limitatieve opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden; x in voorkomend geval een overzicht van de conclusie van:

293354, Revisie Pagina 10 van 135 1.2 Doel

Met de opmaak van het RUP wenst het gemeentebestuur van Beernem de huidige en geplande activiteiten van het Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus zone-eigen te maken. In het bijzonder worden nieuwe verzorgingstehuizen (woonzorgfuncties) voorzien ter hoogte van de huidige looppiste en wordt een nieuwe ontwikkeling van alternatieve woonvormen in de hoek van het kruispunt ‘Aanwijs’ toegelaten. Het RUP wordt afgestemd op de plannen van de VLM met betrekking tot het onthaalplein aan het knooppunt Aanwijs en de toegankelijkheid van het aan- grenzende landschapspark Bulskampveld. De opmaak van het RUP wordt tenslotte ook aangewend om enkele principes in verband met duurzame inrichting (waterbeheer, groenvoorzieningen, gaba- rieten en historisch karakter van de gebouwen, parkeren en organisatie van het terrein,…) vast te leggen.

293354, Revisie Pagina 11 van 135 2 VERKENNING VAN HET PLANGEBIED

2.1 Situering op macroniveau

De gemeente Beernem bevindt zich in het noordoosten van de provincie West-Vlaanderen en grenst langs oostelijke zijde aan de provincie Oost- Vlaanderen en langs noordelijke zijde aan de goed uitgeruste regionale stad Brugge. De huidige gemeente Beernem is in 1976 ontstaan uit een fusie van de voor- malige gemeenten Beernem, Oedelem en Sint-Joris-ten-Distel. De gemeente behoort administratief tot het arrondissement Brugge en grenst in het noorden aan de stad Brugge en de stad ; in het oosten aan de gemeenten , en (allen in provincie Oost- Vlaanderen); in het zuiden aan de gemeenten en en in het westen aan de gemeente .

Beernem is een dorp en gemeente in de Belgische provincie West- Vlaanderen. De gemeente telt ruim 15.200 inwoners.

Het centrum van Beernem ligt op 41 km van het centrum van , op 58 km van het centrum van en op 14 km van het centrum van Brugge.

Figuur 1: Situering Beernem

293354, Revisie Pagina 12 van 135 2.2 Situering van het plangebied op mesoniveau

De gemeente bestaat naast Beernem zelf nog uit de deelgemeenten Oedelem en Sint-Joris (ook wel Sint-Joris-ten-Distel genoemd). Beernem zelf is de grootste deelgemeente, maar Oedelem telt slechts een grote 1000 inwoners minder. Op het grondgebied van Oedelem ligt nog een klein afzonderlijk ge- hucht en parochie, Oostveld. Het centrum van Beernem bestaat uit de oude dorpskern ten noorden van het kanaal Gent-Brugge, en een nieuwer gedeelte ten zuiden van dit kanaal nabij de snelweg A10/E40. De gemeente Beernem grenst aan de volgende dorpen en gemeenten: x Ruiselede (gemeente Ruiselede) x Wingene, met gehucht Wildenburg (gemeente Wingene) x Hertsberge (gemeente Oostkamp) x Oostkamp, met gehucht Moerbrugge (gemeente Oostkamp) x Assebroek (stad Brugge) x Sint-Kruis (stad Brugge) x Sijsele (stad Damme) x Maldegem (gemeente Maldegem) x Knesselare (gemeente Knesselare) x Aalter, met gehucht Maria-Aalter (gemeente Aalter)

Het plangebied van het psychiatrisch centrum situeert zich in het zuiden van de gemeente, net ten zuiden van het op- en afrittencomplex van Beernem op de E40; in een bosrijke omgeving (Bulskampveld).

Figuur 2: Aanduiding plangebied op topografische kaart

293354, Revisie Pagina 13 van 135 2.3 Situering van het plangebied op microniveau

Het plangebied is gelegen ten zuiden van de kern van Beernem en het op- en afrittencomplex Beernem aan de E40.

De site van het psychiatrisch centrum situeert zich tussen de N370 (Reigerlostraat), de Heir- weg en Blommeke.

De grenzen van het plangebied worden gevormd door deze wegenis (wegenis niet inbegrepen), en de (toekomstig) in gebruik zijnde percelen van het psychiatrisch centrum. Het plangebied is 37 ha 24 a 16 ca groot.

Figuur 3: Situering t.o.v. de bestaande wegenis

293354, Revisie Pagina 14 van 135 3 FOTOREPORTAGE

293354, Revisie Pagina 15 van 135 293354, Revisie Pagina 16 van 135 293354, Revisie Pagina 17 van 135 293354, Revisie Pagina 18 van 135 293354, Revisie Pagina 19 van 135 4 PLANNINGSCONTEXT

4.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (1997) De uitgangshouding is het realiseren van een duurzame ruimtelijke ontwikke- ling. De belangrijkste doelstelling is het tegengaan van de verdere versprei- ding van stedelijke functies in en de versnippering van de open ruimte.

Relevante elementen uit het GRS met betrekking tot Beernem

Beernem als onderdeel van het buitengebied

Uit de ‘Bindende bepalingen’ van het RSV blijkt dat Beernem zich bevindt in het ‘buitengebied’. Op het niveau van Vlaanderen bekeken, is dit het gebied waarin de open (onbebouwde) ruimte primeert. De ruimtelijke structuur van het buitengebied wordt bepaald door: x de natuurlijke structuur x de agrarische structuur x de nederzettingsstructuur x de infrastructuur Figuur 4: schematische weergave van de visie op Vlaanderen De doelstellingen van het RSV voor het buitengebied zijn: Op 23 september 1997 werd het eerste Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering. Het is een beleidsdo- x het vrijwaren van het buitengebied voor de essentiële functies (landbouw, cument dat richtinggevend en deels bindend is voor de Vlaamse regering, natuur, bos, wonen en werken op het niveau van het buitengebied); haar administraties en alle onder het Gewest ressorterende instellingen, en x het tegengaan van de versnippering van het buitengebied; voor de provinciale en gemeentelijke overheid. x het bundelen van de ontwikkeling in de kernen van het buitengebied (wo- nen, verzorgende activiteiten);

293354, Revisie Pagina 20 van 135 x het inbedden van landbouw, natuur en bos in goed gestructureerde gehe- 4.2 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen len; (2002) x het bereiken van een gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit in het buitenge- bied; x het afstemmen van het ruimtelijk beleid en het milieubeleid op basis van het fysisch systeem; x het bufferen van de natuurfunctie in het buitengebied.

Beernem geen economisch knooppunt

Beernem werd niet geselecteerd als economisch knooppunt. Dit houdt in dat enkel lokale bedrijventerrein kunnen worden ontwikkeld in (aansluiting tot) de hoofddorpen en dit zover voldaan wordt aan welbepaalde principes.

Beernem tussen belangrijke lijninfrastructuren

Het zuidelijke deel van de gemeente wordt doorsneden door diverse belang- rijke lijninfrastructuren.

In het RSV wordt gestreefd naar een optimalisering van het bestaande we- gennet aan de hand van een functionele categorisering. Deze categorisering is gebaseerd op het selectief prioriteit geven aan ofwel de bereikbaarheid of- wel de leefbaarheid. In functie hiervan kan men een drietal hoofdfuncties on- derscheiden: een verbindingsfunctie, een verzamelfunctie en een toegangs- functie. Figuur 5: schematische weergave van de gewenste ruimtelijke structuur van West-Vlaanderen Op basis hiervan wordt A10/E40-autosnelweg, die het grondgebied van oost naar west doorsnijdt, geselecteerd als hoofdweg. Dit betekent dat deze weg In overeenstemming met het decreet en in navolging van het Ruimtelijk Struc- een internationale (tussen groot- en regionaalstedelijke gebieden) en een ge- tuurplan Vlaanderen heeft de provincie een ruimtelijk structuurplan opge- westelijke verbindingsfunctie (tussen zeehavens en luchthaven en met hun maakt. Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen werd, na achterland) vervult en aldus als drager fungeert voor het wegvervoer over definitieve goedkeuring door de Provincieraad op 12 juni 2001, op 6 maart langere afstanden. 2002 door de bevoegde minister goedgekeurd en geeft een nadere uitwerking en invulling aan de elementen die vragen om een samenhangend beleid over Parallel aan de autosnelweg lopen de spoorlijn Brugge – Gent en het Kanaal de gemeentegrenzen heen. Gent – Brugge. De spoorlijn behoort tot het hoofdspoorwegennet voor zowel In haar visie ten aanzien van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling wordt uit- goederen- als personenvervoer, terwijl het kanaal als secundaire waterweg gegaan van de ruimtelijke verscheidenheid. Het formuleren van ontwikke- wordt aangeduid.

293354, Revisie Pagina 21 van 135 lingsperspectieven ten aanzien van de structuurbepalende elementen op pro- 4.2.2 Gewenste natuurlijk structuur vinciaal niveau gebeurt dan ook vanuit een gebiedsgerichte benadering. Hier- bij worden volgende principes door de provincie gehanteerd: De provincie heeft tot taak de door het Vlaams Gewest aan te duiden “grote x het fysisch systeem als drager voor de verscheidenheid; eenheden natuur” (GEN), “grote eenheden natuur in ontwikkeling en natuur- x de selectieve ontwikkeling van hoogdynamische activiteiten in gedifferenti- verwevingsgebieden – in het PRS West-Vlaanderen hypothetisch aangege- eerd kernenpatroon; ven als natuuraandachtzones – te verbinden met natuurverbindingsgebieden x een gebiedsgericht netwerk van lijninfrastructuur; en/of (natte of droge) ecologische infrastructuren van bovenlokaal belang. Volgende natuuraandachtszones worden in (de directe omgeving van) Beer- x de deelruimten als bevestiging van de diversiteit. nem aangegeven: Betekenis voor Beernem x omgeving Beverhoutsveld – Assebroekse Meersen – Ryckevelde tot en met Oedelemberg en omgeving; 4.2.1 Gewenste nederzettingsstructuur x omgeving Oostveld en omgeving Bulskampveld tot Merkenveld.

Inzake de nederzettingsstructuur heeft de provincie tot taak om de kernen in De Merlebeek en de Bornebeek zijn structuurbepalend op provinciaal niveau verschillende beleidscategorieën in te delen, naargelang de gewenste rol van en worden geselecteerd als natuurverbindingsgebied, terwijl het gebied ten de kern en toekomstige mogelijkheden inzake bijkomende woongelegenhe- zuiden van Oedelem aangeduid wordt als cluster van kleine landschapsele- den en lokale bedrijvigheid. menten en kleine natuurgebieden. Deze laatste fungeren als stapstenen tus- sen natuuraandachtzones. De kern Beernem wordt geselecteerd als structuurondersteunend hoofddorp. Ze heeft een structuurondersteunende rol voor wonen en werken in het bui- Het Kanaal Gent – Brugge daarentegen wordt geselecteerd als natte ecologi- tengebied en dient een bovenlokale verzorgende rol te vervullen. sche infrastructuur van bovenlokaal belang.

De kern Oedelem werd geselecteerd als herlokalisatiehoofddorp. De kern Het domein Bulskampveld bevindt zich naast het plangebied. Zijn natuurlijke speelt een ondersteunende rol voor wonen en werken in het buitengebied en waarde is belangrijk voor het plangebied. dient lokale verzorgende rol te spelen. 4.2.3 Gewenste agrarische structuur De overige woonconcentraties werden niet in het PRS geselecteerd. Hun rol is afhankelijk van de gemeentelijke visie. Beernem situeert zich in het gebied met een “grondgebonden agrarische structuur als ruimtelijke drager”. In deze categorie bevinden zich grote aan- Inzake de verspreide bebouwing dient de gemeente een visie te ontwikkelen. eengesloten gebieden waar de grondgebonden landbouw moet behouden en Bij deze kan enkel een consolidatie van de woonfunctie. versterkt worden, hetgeen ook de landschappelijke waarde, het open houden van het buitengebied en/of het recreatief medegebruik ten goede komt. Binnen het plangebied betreft het slechts enkele woongelegenheden, die en- Voor de gewenste agrarische structuur is er één ruimtelijke beleidscategorie, kel bestendigd worden, er zal geen extra juridisch woonaanbod gecreëerd namelijk de “bouwvrije zone”. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen “bo- worden binnen het RUP. venlokale bouwvrije zones”, aangeduid waar de grondgebonden landbouw als ruimtelijk drager voorkomt in de grotere aaneengesloten gebieden en de “lo-

293354, Revisie Pagina 22 van 135 kale bouwvrije zones” waar de grondgebonden landbouw als ruimtelijk drager fungeert in kleinere aaneengesloten gebieden. Het afbakenen van de agrari- x Gave landschappen: sche bouwvrije zones is een (eventueel) gemeentelijke bevoegdheid. Op het Loweiden, vallei van de Meersbeek (en Gemene weidebeek) provinciale niveau worden hieromtrent geen selecties gemaakt. Assebroekse meersen Ryckevelde en ruimere omgeving Sijseleveld 4.2.4 Gewenste ruimtelijke structuur voor toerisme en recreatie Oedelemberg Maldegemveld (uitloper op het grondgebied van de gemeente) In het PRS West-Vlaanderen worden toeristisch-recreatieve netwerken, Beverhoutsveld knooppunten en lijnelementen geselecteerd. Beernem behoort tot het landelijk Slabbaartsbeek toeristisch-recreatief netwerk van de “Brugse streek”. Het “domein Bulskamp- Landschap Kanaal Gent – Brugge (in het westen van de gemeente) veld – Lippensgoed” (met aansluitend Vagevuurbos) en “Ryckevelde” (met Oude veldgebieden, Bulskampveld aansluitend het domein Male) worden geslecteerd als openluchtrecreatieve x Ankerplaatsen: groene domeinen op provinciaal niveau. Tot slot wordt het Kanaal Gent- Loweiden Brugge als toeristisch-recreatief lijnelement aangeduid. Assebroekse meersen Ryckevelde Het domein Bulskampveld bevindt zich naast het plangebied. Zijn toeristisch Beverhoutsveld recreatief karakter is belangrijk voor dit RUP. Bokke Koningsbos Bulskampveld 4.2.5 Gewenste ruimtelijk structuur verkeer en vervoer Omgeving Schotsgoed met Kanaal Gent – Brugge Het is de taak van de provincie om de secundaire wegen te selecteren, x Structurerende reliëfcomponenten: waarmee een verdere uitwerking wordt gegeven aan de hiërarchische indeling Cuesta Oedelem – Zomergem van het wegennet. Binnen deze categorisering wordt een verdere indeling Cuesta Herstberge – Lotenhulle gemaakt, naargelang de functie die de weg dient te vervullen. x Structurerende lineaire elementen: Er is een secundaire weg type II gelegen aansluitend bij het plangebied, nl. de Kanaal Gent – Brugge N370 x Open ruimteverbinding: Westelijke deel van de gemeente 4.2.6 Gewenste landschappelijke structuur Het beleid voor gave landschappen is gericht op het behouden en het verster- ken van de traditionele kenmerken en de karakteristieke relicten. Dit impliceert Inzake het landschap staat het behoud en het versterken van de landschap- niet dat nieuwe ingrepen worden uitgesloten. Wel dient een verhoogde aan- pelijke diversiteit en herkenbaarheid centraal. Volgende elementen werden op dacht te gaan naar de landschappelijke draagkracht van gave landschappen. het grondgebied aangeduid als bovenlokale landschapselementen en structu- Voor ankerplaatsen is het aangewezen om alle vormen van versnippering en rerende elementen en componenten: verandering of toevoeging van storende elementen, die de samenhang van de

293354, Revisie Pagina 23 van 135 ankerplaats verstoren, tegen te gaan. Voor ankerplaatsen die gelegen zijn in gave landschappen moet het versterken van de landschappelijke omgeving binnen het gaaf landschap bijdragen tot een kwaliteitsverhoging van de an- kerplaats. Ook voor ankerplaatsen gelegen buiten de gave landschappen moet de directe omgeving meegenomen worden. Het beleid voor structurerende elementen is gericht op het behouden en ver- sterken van de visuele kwaliteit en herkenbaarheid van het element of com- ponent, inclusief zichtzones. Hierbij dient een vrijwaring van de bebouwing en andere storende elementen door afbakening van bouwvrije en serrevrije zo- nes in ruimtelijke uitvoeringsplannen te gebeuren. Voor structurerende lineaire elementen, open ruimteverbindingen en reliëfcomponenten is het bovendien van belang dat versnippering wordt tegengegaan, zodat de verbindingsfunctie gevrijwaard blijft.

De provinciale visie op de verschillende deelstructuren wordt gebiedsgericht vertaald naar deelruimten. Beernem valt binnen de deelruimte “veldruimte”. De “veldruimte” valt ruwweg samen met de zandstreek op het grondgebied van de provincie.

Op het Vlaamse niveau vormt de ‘veldruimte’ een open-ruimteverbinding tus- sen twee grote aaneengesloten gebieden van het buitengebied (RSV). De rol van deze ruimte is in sterke mate bepaald door het vrij gave cultuurhistorisch landschap van 'veldgebieden' met bossen en dreven in een fijnmazig 'dam- bordpatroon'. Dit maakt het gebied interessant voor een versterking van de bosstructuur. Dit specifieke landschap heeft eveneens toeristisch-recreatieve potenties, mede door het grote aantal kasteeldomeinen. De ontwikkelingen zijn complementair met de stedelijke functies van Brugge en de kust en met de openheid van de polders. De optie voor de percelen van de oude veldge- bieden is grondgebonden land- en tuinbouw en bosversterking.

De aanwezigheid van ankerplaatsen e.d. wordt verder in de nota besproken.

293354, Revisie Pagina 24 van 135 4.3 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Beernem (2009) De Reigerlostraat (N370) loopt van noord naar zuid doorheen het gebied en is een belangrijke schakel in de verkeersafwikkeling naar de autosnelweg. De Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Beernem werd goedgekeurd bij zuidelijke punt van het plangebied wordt gevormd door het kruispunt ‘Aanwijs’ besluit van de deputatie in zitting van 26 maart 2009. tussen Torenweg-Heirweg en Reigerlostraat-Beernemsesteenweg. De To- renweg vormt een verbinding richting Ruiselede. Nabij dit kruispunt Aanwijs ligt een vrij omvangrijke parking bij het Bulskampveld. 4.3.1 Informatief gedeelte Het structuurplan wijst op de zonevreemdheid van een deel van de terreinen 4.3.1.1 Het plangebied behoort tot het deelgebied ‘zuidelijk veldgebied’ van het Psychiatrisch Centrum als één van de knelpunten in dit gebied.

Het plangebied behoort tot het zuidelijk veldgebied. Dit gebied maakt deel uit van de bosgordel ten zuid(oost)en van Brugge. De bosgordel bestaat uit grote bossen, kasteeldomeinen en veldgebieden. Op het grondgebied van Beernem fungeren de N368 (Sint-Jorisstraat – Wellingstraat) en de A10/E40 als noor- delijke grens van dit grensoverschrijdend bosgebied, dat zich ook grotendeels situeert op de cuesta van Hertsberge-Lotenhulle.

Het Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus vormt samen met de lintbebouwing langsheen de Reigerlostraat (N370) een bebouwingsconcentratie in dit voor het overige weinig bebouwd gebied. Binnen het lint is er een sterke verweving van wonen en bedrijvigheid; deze is vrij goed geïntegreerd in het omliggende landschap.

Het bosbestand is het belangrijkste kenmerk van dit gebied, dat uitgestrekte en waardevolle loof- en naaldbossen, heiderestanten, akkers, weiden en dre- ven omvat. Bulskampveld, dat grenst aan het PC Sint-Amandus, vormt het meest uitgestrekte bosgebied in de gemeente en is zowel van bovenlokaal als lokaal belang inzake natuur, landschap, toerisme en recreatie. Het Provinciaal Domein Lippensgoed-Bulskampveld vormt een structuurbepalend element in dit deelgebied en betreft een karakteristiek historisch landschap met veel toe- Figuur 6: deelgebied zuidelijk veldgebied risch-recreatieve troeven (museum, cafetaria, bos,…). Het groene karakter van dit en andere bossen in dit veldgebied wordt aangevuld met een aantal kasteeldomeinen. De aanwezigheid van dreven typeert de vrij late en syste- matische veldontginning.

293354, Revisie Pagina 25 van 135 4.3.2 Richtinggevend gedeelte

In het zuidelijk veldgebied dient een gebiedsgerichte afstemming te gebeuren tussen natuur en landbouw, weliswaar met behoud van het landschappelijk waardevol kader en toeristisch-recreatieve mogelijkheden. De cultuurhistori- sche landschappen leggen vanuit landschappelijk oogpunt randvoorwaarden op omtrent mogelijke toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Veel van de openruimtegebieden bezitten ook belangrijke natuurwaarden en moeten ge- vrijwaard worden van verdere aantasting door bebouwing en andere activitei- ten.

Het Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus wordt geselecteerd als lokaal puntrelict. Na verder onderzoek en onderbouwing kunnen hieruit de merk- waardige gebouwen worden geselecteerd op basis van criteria zoals architec- turale waarde, historische waarde, beeldbepalend karakter, typologie, be- staande en mogelijke toekomstige functionaliteit en de omgeving van het ge- bouw.

Het kasteeldomein ‘Hontzocht’ ten noorden van het Psychiatrisch Centrum wordt geselecteerd als lokaal natuurelement. Hier wordt gestreefd naar het behoud van het parkkarakter. Het kasteeldomein wordt ook aangeduid als potentieel toeristisch-recreatief knooppunt.

Figuur 7: Schematische weergave van de gewenste ruimtelijke structuur van Beernem

293354, Revisie Pagina 26 van 135 Visie op het Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus

Het grootschalig complex van het psychiatrisch centrum met karakteristieke bebouwing vormt een structuurbepalend gege- ven binnen het Zuidelijk Veldgebied. Het grootste deel van het complex is reeds geïntegreerd in het landschap, maar vooral aan de westzijde kan deze integratie nog verbeterd worden.

Een deel van de bebouwing en de sportvoorzieningen van het Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus liggen in een niet- geëigende zone. Het structuurplan stelt dat, gezien de directe link met het instituut, voor de sportvoorzieningen bestem- mingsmatig moet worden opgetreden via de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan. Het gaat enkel om een bestendiging van de bestaande toestand. Er kan eveneens gedacht worden aan recreatief medegebruik, door bepaalde (sport)verenigingen gebruik te laten maken van de aanwezige sportinfrastructuur.

Wat betreft de overige bebouwing wordt een beperkte uitbrei- ding voorzien langs de Reigerlostraat, ten zuiden van de sport- infrastructuur. Door de eigenheid van een dergelijk instituut is er een zeker ruimtebeslag noodzakelijk, met als doel het cre- ëren van een rustgevend kader. Aangezien het gaat om een beperkte uitbreiding moet de gemeente het initiatief kunnen nemen via de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan, waarin de begrenzing van het domein zal worden bepaald. De Figuur 8: Gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de hoofdruimte ‘Zuidelijk veldgebied’. uitbreiding dient hierbij zo compact mogelijk te worden voor- zien, teneinde de open ruimte optimaal te kunnen vrijwaren. Ook dienen er maatregelen te worden ingeschreven voor een optimale landschappelijke inkleding van het hele complex. Het complex moet rechtstreeks ontsloten worden via de Reigerlos- traat.

293354, Revisie Pagina 27 van 135 4.4 Ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos

In uitvoering van het RSV heeft de Vlaamse administratie een ruimtelijke visie opgesteld voor de landbouw, natuur- en bosstructuren in Vlaanderen. Hierin geeft zij aan hoe zij de open ruimte in deze regio de komende jaren ruimtelijk wil zien ontwikkelen en welke acties ondernomen kunnen worden om dit te realiseren. Op Vlaams niveau werd daarnaast voor een aantal agrarische ge- bieden de bestemming herbevestigd. Deze herbevestiging houdt geen be- stemmingswijziging in. Het plangebied is gelegen binnen de regio Veldgebied Brugge-Meetjesland (Deelruimte 3. Oostelijk Houtland) en is niet gelegen bin- nen herbevestigd agrarisch gebied.

Figuur 9: Ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos

293354, Revisie Pagina 28 van 135 4.5 Mobiliteitsplan (2003) en mobiliteitsplan verbreed en ver- diept (2010)

Het beleidsplan van het ‘verbrede en verdiepte’ mobiliteitsplan van Beernem werd op 23/08/2010 conform verklaard en op 12/10/2010 definitief aanvaard door de gemeenteraad.

Belangrijk voor het plangebied is het feit dat de bebouwingsconcentratie langs de Reigerlostraat aangeduid is als kern die bereikbaar, verkeersveilig en leef- baar dient te zijn. De Heirweg wordt geselecteerd als lokale weg II en alterna- tieve fietsroute, de Torenweg als lokale weg I en functionele fietsroute. Een lokale weg type 1 heeft een verbindingsfunctie op interlokaal niveau en een aanvullende toegangsgevende functie, een lokale weg type 2 heeft een ver- zamelende hoofdfunctie op lokaal en interlokaal niveau en toegangsgevende functie. Op provinciaal niveau is de Reigerlostraat al geselecteerd als secun- daire weg II en functionele fietsroute. In het mobiliteitsplan wordt een zone 30 nagestreefd voor de Reigerlostraat. Deze aanduidingen komen overeen met de visie uit het structuurplan. In de Reigerlostraat worden nieuwe fietspaden voorzien.

Figuur 10: duurzaam mobiliteitsscenario

293354, Revisie Pagina 29 van 135 4.6 Plannen en projecten In functie hiervan zal intern op het gehele terrein van de campus een ge- scheiden rioleringsstelsel worden aangelegd. Vandaag gebeurt de afvoer na- 4.6.1 Uitbreiding psychiatrisch centrum melijk nog gemengd.

Het psychiatrisch centrum heeft concrete uitbreidingsplannen, met name : x Een zorgzone i.f.v. nieuwe psychiatrische verzorgingstehuizen (PVT’s) met een zelfstandig en open karakter ter hoogte van de huidige sportzone. (B) x Een zone voor een toekomstige ontwikkeling van alternatieve woonzorg- vormen en sociale economie dienstenontwikkeling. (A)

Als locatie voor deze uitbreiding wordt het uiterste zuiden van het centrum gekozen, gezien dit de enige vrije locatie is die een directe link heeft met het openbaar domein en gezien deze locatie het meest potenties heeft voor een ontwikkeling met een (semi-)zelfstandig karakter.

Het landinrichtingsproject Bulskampveld heeft een grote invloed op die uiterst zuidelijke hoek van het psychiatrisch centrum. Zo wordt de weginfrastructuur helemaal herbekeken, wordt een onthaalfunctie ingepland, maar vooral van belang voor het psychiatrisch centrum is een nieuwe doorsteek die wordt voorzien op het terrein, temidden van deze zones A en B. Deze nieuwe doorsteek wordt aangegrepen om de uitbreidingsplannen van het psychiatrisch centrum te concretiseren.

De link met het psychiatrisch centrum wordt kleiner, dit wordt dan ook ruimte- A B lijk kenbaar/zichtbaar gemaakt door de doorsteek enerzijds en de ligging ter hoogte van de te ontwikkelen onthaalzone voor Bulskampveld (zie verder). Er moet wel genuanceerd worden dat de exacte inplanting van de doorsteek en de exacte inplanting van de nieuwe gebouwen nog niet gekend is en na verder onderzoek i.f.v. de bouwaanvraag concreter zal worden. Binnen het RUP zullen dus slechts enkele belangrijke randvoorwaarden worden gesteld, maar zal geen effectieve inrichting worden opgelegd.

In functie van deze nieuwe uitbreidingen zal ook een riolering worden aange- legd, die momenteel nog niet bestaat op het terrein.

293354, Revisie Pagina 30 van 135 4.6.2 Landinrichtingsproject Bulskampveld In het inrichtingsplan wordt voorgesteld om t.h.v. de parking Aanwijs een ont- haalplein voor het landschapspark Bulskampveld aan te leggen. Dit moet mo- gelijk gemaakt worden door: x het herleggen van de Heirweg; x het heroriënteren van het in- en uitgaand verkeer van de parking Aanwijs.

4.6.2.1 Herinrichting van de N370 thv. Kruispunt Aanwijs

Psychiatrisch In functie van de toelichting van dit plan hebben we ons gebaseerd op centrum het rapport dd. Februari 2013 (Ontwerp), alle tekst en figuren werden uit deze bron overgenomen, belangrijke linken met ons plangebied werden vet weergegeven.

De Heirweg is een lokale weg type II, de Torenweg is een lokale weg type III. Niettegenstaande deze beide wegen in hun categorisering enkel een lokale functie hebben, blijkt in de praktijk wel dat zowel Torenweg als Heirweg toch een verbindende functie kunnen hebben voor noord-zuid georiënteerd ver- keer. Vooral de Heirweg kan daarbij nog functioneren als sluipweg tussen de N368 en de N370. Verkeerstellingen uitgevoerd op de Heirweg geven aan dat er zowel ochtend- als avondpieken zijn in het verkeer wat wijst op de sluipverkeerfunctie. Deze pieken qua sluipverkeer zijn echter veel groter op weekenddagen en hebben voornamelijk te maken met toeristisch-recreatief Deze opdracht loopt samen met een procedure die uitgevoerd wordt met be- verkeer van en naar het provinciedomein Lippensgoed-Bulskampveld. trekking tot het landinrichtingsproject “de Brugse Veldzone”. Het planpro- gramma van het Veldgebied Brugge probeert een antwoord te bieden op de In het goedgekeurde inrichtingsplan Sint-Amandus zijn voor het tegengaan uitdagingen voor de toekomst voor dit economisch, landschappelijk en ecolo- van ongewenst verkeer op de Heirweg volgende maatregelen opgenomen: gisch waardevolle gebied via vier inrichtingsprojecten. x het anders bewegwijzeren van het provinciedomein vanaf de E40; In het landinrichtingsproject Bulskampveld gaat alle aandacht naar het ont- x het nemen van snelheidsremmende maatregelen op de Heirweg. wikkelen van het historische Bulskampveld. Het is een uitdaging om bos-, na- tuur- en landbouwfuncties in evenwicht met elkaar te houden in dit gebied. Op het kruispunt Aanwijs sluiten Torenweg en Heirweg aan op de N370. Relevant voor ons plangebied is de aanpassing van een parking en omlig- Eventuele conflicten die ontstaan op het kruispunt hebben voornamelijk te gende wegenisinfrastructuren van het landschapspark Bulkampsveld, gelegen maken met de slechte zichtbaarheid vanuit de zijstraten (Torenweg en Heir- juist ten zuiden van de Psychiatrische instelling Sint-Amandus. weg) op de doorgaande verkeersstromen op de N370. Dit wordt veroorzaakt door een niet-orthogonale aansluiting en een versprongen wegas tussen de

293354, Revisie Pagina 31 van 135 Torenweg en Heirweg. Hierdoor dient het oversteken vaak in twee bewegin- treft dit RUP) dat de realisatie van deze ontwikkelingen mogelijk maakt. gen te gebeuren via de centrale afslagstrook. In dit RUP kan ook het nieuwe tracé van de Heirweg opgenomen worden. Het deel van de Heirweg dat buiten gebruik gesteld wordt kan dan behouden Er wordt voorgesteld de aansluiting van de Heirweg op de N370 te verschui- blijven in functie van de fietsverbinding parking Aanwijs-Heirweg. ven in noordelijke richting, waardoor: x de Heirweg i.p.v. een schuine aansluiting op de N370 een loodrechte aan- Voor wat het in- en uitgaand verkeer van de parking Aanwijs zelf betreft is dit sluiting op de N370 krijgt; momenteel gescheiden van elkaar: inrijden moet via de Heirweg, uitrijden x Conflictsituaties tussen Torenweg en Heirweg vermeden worden: beide moet via de N370. Er wordt voorgesteld om in- en uitrit tezamen te nemen wegen krijgen een afzonderlijke aansluiting op de N370. langsheen de N370, en de locatie van deze in-en uitrit te verplaatsen zodanig dat deze verder van het kruispunt met de Torenweg komt te liggen, om op die manier conflicten met het verkeer van de Torenweg te vermijden.

Door het kruispunt uit elkaar te halen, de in- en uitrit van de parking te bunde- len en de recreatieve oversteek naast de toegang van de parking te situeren wordt het aantal oversteekbewegingen op de N370 verminderd en is de af- stand tussen de kruisingen groter.

Er wordt voorgesteld om het profiel van de N370 ter hoogte van de onthaal- poort te voorzien van een middenberm met een breedte van 4 meter. Momenteel is de snelheidslimiet t.h.v. het kruispunt aanwijs 70km/h. Om de primaire onthaalpoort te accentueren en met het oog op een betere over- steekbaarheid wordt de snelheidslimiet naar 50km/h gebracht.

Figuur 11: Schematische weergave herleggen van het tracé van de Heirweg

Het verleggen van de Heirweg in noordelijke richting heeft als bijkomend voordeel dat de herlegde Heirweg kan instaan voor de ontsluiting van de nieuwe ontwikkelingen (nieuwe PVT of Psychiatrisch Verzorgingstehuis en alternatieve woonzorgvormen) die het Psychiatrisch Centrum Sint- Amandus in die omgeving plant te bouwen. In dat kader is de gemeente Beernem gestart met de opmaak van een Ruimtelijk Uitvoeringsplan (be-

Figuur 12: Voorstel van typeprofiel voor de N370 t.h.v. kruispunt Aanwijs

293354, Revisie Pagina 32 van 135 In het landinrichtingsproject wordt voorgesteld om de bushalte te ver- schuiven naar de zone tussen de “nieuwe” en de “oude” Heirweg. De- ze locatie blijft dicht genoeg bij de onthaalpoort gelegen om de ont- haalpoort te kunnen bedienen. Dit dient verder te worden afgetoetst met de Lijn. Groot voordeel is dat deze nieuwe locatie dicht bij de nieuwe ontwik- kelingen van het PC Sint- Amandus komt te liggen, waar- door ook deze nieuwe ontwikke- lingen goed bediend kunnen wor- den vanuit het openbaar vervoer. Het verplaatsen van de bushalte houdt ook in dat een voetpad dient gelegd langsheen de N370 vanaf de “oude” Heirweg tot de bushalte.

4.6.2.2 Inrichting onthaalparking/onthaalplein

Door deze infrastructurele ingrepen kan t.h.v. de huidige ingang van de par- king Aanwijs en de Heirweg zelf een verkeersvrij plein aangelegd worden waar alle onthaalvoorzieningen en info voor het landschapspark Bulskamp- veld kan gebundeld worden. De vestibule van het landschapspark vormt een belangrijke schakel in het recreatieve netwerk.

Om het plein te kunnen realiseren dient een beperkt aantal parkeerplaatsen (30 van de 650 aanwezige parkeerplaatsen) van de huidige parking buiten gebruik gesteld te worden De woning die aansluit op het plein is eigendom van PC Sint-Amandus en kan functioneel gemaakt worden in relatie tot de nieuwe ontwikkelin- gen van het PC Sint-Amandus. De mogelijkheid tot ontwikkeling van een RECA-voorziening gericht op PC Sint-Amandus én de onthaalpoort is

293354, Revisie Pagina 33 van 135 daarbij perfect mogelijk, maar dient verder uitgewerkt in het voor deze 4.6.2.4 Functies en recreatief medegebruik locatie op te maken RUP. Recreatief medegebruik (wandelen, fietsen, mountainbiken, paardrijden,…) 4.6.2.3 Hertraceren recreatieve paden in omgeving onthaalpoort Aanwijs vormt een belangrijke meerwaarde voor het gebied, maar kan tegelijkertijd ook het evenwicht tussen de functies verstoren. Alle partners zijn vragende Ten aanzien van de recreatieve netwerken en routes wordt geopteerd om de partij voor de opmaak van een globaal concept voor recreatief medegebruik. conflictpunten tussen recreanten en gemotoriseerd verkeer te beperken. Alle Dit betekent dat kan gewerkt worden aan de realisatie van: recreatieve paden komen samen op het plein en worden geconcentreerd naar x een fijnmazig wandelnetwerk met knooppuntenbewegwijzering; één oversteek om de oost- en westzijde van de gewestweg N370 te verbin- x een fijnmazig fietsroutenetwerk; den. Het plein vormt een belangrijke schakel in het recreatief netwerk. Het x een padeninfrastructuur voor eerder harde vormen van recreatie zoals vormt een vertrek- en aankomstplaats of een rustplaats. De recreatieve paden paardrijden en mountainbiken; worden rond de parking geleid en sluiten vervolgens aan op het bestaande x “toegangspoorten” voor het gebied (parkeermogelijkheden en horeca netwerk voor wandelaars, fietsers, mountainbikers en ruiters. gekoppeld aan insteken voor het padennetwerk); x het verkeersarm of verkeersvrij maken van een aantal wegen in het gebied x onthaalinfrastructuur; x transferium Beernem-Bulskampveld; x veilige recreatieve en utilitaire verbindingen met de omliggende woonker- nen; x verblijfsinfrastructuur voor zachte vormen van verblijfstoerisme (zoals “kamperen bij de boer”, jeugdkampen, …)

Voor het huidige landschapspark Bulskampveld werd in 2009 een recreatieve gebiedsvisie opgemaakt door Westtoer en dat in opdracht van de provincie West-Vlaanderen. Het inrichtingsplan Wildenburg-Aanwijs ligt centraal in dit recreatief bestemmingsgebied. Volgende doelstellingen worden in de ge- biedsvisie naar voor geschoven: x Bulskampveld positioneren als recreatief bestemmingsgebied Kwalitatief aanbod routegebonden recreatie ontwikkelen x Versterken van het toeristisch-recreatief productaanbod x Verbeteren van de horecavoorzieningen x Promoten van het regionaal landschapspark Bulskampveld

Figuur 13: Totaalbeeld gepland recreatief netwerk Het voorzien van horecavoorzieningen gekoppeld aan het kruispunt Aanwijs is dus zeker

293354, Revisie Pagina 34 van 135 4.6.2.5 Eindvoorstel inrichtingsplan Sint-Amandus In het westelijke deel van dit gebied heeft de Heirweg eerder een grenstellen- de functie tussen de aanliggende gebieden, terwijl in het oostelijke deel de Het betreft hier een deelstudie van het Inrichtingsproject Bulskampveld. Vol- Heirweg eerder een verbindende functie heeft tussen de aangrenzende ge- gende belangrijke zaken worden hierin besproken: bieden (provinciedomein en PC Sint-Amandus). Het oostelijke deel heeft een meer gesloten karakter dan het meer westelijk gelegen deelgebied Heirweg. Inrichtingsconcept deelgebied "Heirweg" Ter hoogte van het PC Sint-Amandus streven we naar de inrichting van de In dit landbouwgebied wordt vooral gewerkt aan het herstel van de land- Reigerlostraat als een aantrekkelijke aanloopzone tussen Beernem enerzijds schappelijke kwaliteit, aan het ontwikkelen van de Heirweg als een veilige en de kern van het landschapspark anderzijds, met het domein PC Sint- verbinding doorheen een aantrekkelijk landschap en aan het optimaliseren Amandus als een volwaardig onderdeel van de corridor in plaats van als een van het recreatief medegebruik voor fietsers, menners, ruiters en wandelaars. afgesloten of grensstellend “decor”. Doorheen dit opgewaardeerde domein loopt een recreatieve (fiets)verbinding De Heirweg wordt een belangrijke en veilige as die het mogelijk maakt om op die bezoekers, bewoners en personeel dichter bij elkaar brengt. Recreatieve een aantrekkelijke wijze vanuit Beernem, vanuit het noorden (noordwesten- fietsers hoeven aldus niet meer de drukke Reigerlostraat te volgen richting Wellingstraat of Driekoningen en noordoosten Reigerlostraat-Blommeke- Aanwijs of regionaal bezoekerscentrum Bulskampveld. Bovendien vervult het Aanwijs) de hoofdpoort van het landschapspark te bereiken (kasteelpark en centrum Sint-Amandus met zijn bijzondere en streekgebonden historiek een regionaal bezoekerscentrum Bulskampveld). belangrijke plaats in het ervaren van het landschapspark.

In het landbouwgebied wordt de ontsluiting geoptimaliseerd, zonder onge- Hieruit blijkt de betrachting om beide gebieden goed op elkaar af te stemmen wenst verkeer aan te trekken. Zo moet er een structurele doorgang zijn voor en eventueel met elkaar te verbinden, een gemeenschappelijk uitgangspunt wandelaars vanuit Blommeke of Wellingstraat richting bezoekerscentrum voor het RUP. Bulskampveld. In dit gebied zorgen kleine landschapselementen langs vaste grenzen (zoals de zijloop van de Bornebeek en de Bulskampveldbeek) en dreefherstel voor een ecologische basiskwaliteit en een aantrekkelijke Heirweg: landschappelijke uitstraling. De in het inrichtingsplan voorziene herinrichting van de Heirweg heeft (o.a.) Het open ruimtegebied wordt ontsloten voor ruiters vanuit het provinciedomein als doel de Heirweg als volwaardig onderdeel van het recreatief fietsnetwerk of het PC Sint-Amandus. Op de oostelijke grens van het kasteelpark Lippens- te kunnen inschakelen. Het autogebruik van de Heirweg wordt evenwel sterk goed-Bulskampveld wordt een nieuwe recreatieve fietsverbinding voorzien beïnvloed door de uitgang van de parking Driekoningen van het provinciedo- tussen het bezoekerscentrum en de parking Driekoningen, met inbegrip van mein. een verbinding met de Heirweg. Deze fietsverbinding zal in de toekomst kun- Een meer structurele oplossing, die tegelijkertijd er voor kan zorgen dat het nen evolueren naar een volwaardige recreatieve fietsverbinding tussen de kruispunt Heirweg-N368 kan ontlast worden, is het herorganiseren van de N370 en de N368 doorheen het provinciedomein. verkeersontsluiting van de parking Driekoningen, door zowel in- als uitgang van deze parking te organiseren zodanig dat de Heirweg niet meer nodig is voor de ontsluiting van de parking Driekoningen.

293354, Revisie Pagina 35 van 135 trekken langsheen een groot deel van het tracé van de Heirweg tot aan par- Er wordt voorgesteld om nu geen specifieke ontsnipperingsmaatregelen, king Aanwijs in het zuiden. Door het blootleggen van de zaadbank kunnen snelheidsremmende maatregelen, landschappelijke maatregelen, herinrichting gewenste plantensoorten kiemen. In de overgang naar de eerder recent be- van het parkeerbeleid van de parking Driekoningen of maatregelen in functie boste percelen van het provinciedomein wordt geopteerd voor de ontwikkeling van het realiseren van veilige fietsoversteken op de N368 te nemen, maar van een bosrand (mantel-zoomvegetatie). Deze werken zijn opgenomen in deze meer ingrijpende maatregelen te koppelen aan de geplande aanleg van het bosbeheerplan van het provinciedomein (deel 4.9.: gradiënten en bos- een utilitair fietspad langsheen de N368. randontwikkeling). Dit zijn reguliere beheerwerken binnen het provinciedomein en ze worden niet gesubsidieerd vanuit landinrichting In afwachting van deze meer ingrijpende maatregelen, wordt wel voorgesteld een tweetal kleinere, relatief goedkope inrichtingsmaatregelen uit te voeren, namelijk het installeren van wildspiegels en het instellen van een re- gime van 70 km/u langsheen de N368 (zoals ook opgenomen in het mobiliteitsplan van de gemeente Beernem)

Hieruit blijkt de betrachting om de Heirweg te ontlasten van gemotoriseerd verkeer, een gemeenschappelijk standpunt voor het RUP

Dreefherstel en versterken landschappelijke structuur

Er wordt generiek ingezet op het verbeteren van de landschappelijke kwalitei- ten van het projectgebied waaronder dreefherstel. Er zijn echter ook landschappelijke maatregelen die voldoende belangrijk zijn voor het ecologisch en landschappelijk functioneren van het gebied, dat ze beter niet overgelaten worden aan het privaat initiatief voor realisatie.

Ook binnen het RUP dient uitgegaan te worden van dreefherstel.

Inrichting mantelzoom provinciedomein Lippensgoed-Bulskampveld en heideherstel

Langs de Heirweg heeft de Provincie West-Vlaanderen een deel van het bos gerooid en geplagd waardoor de oorspronkelijke heidevegetatie opnieuw de kans kreeg zich te ontwikkelen. Behoudens de natuurwinst zorgt dit ook voor een aangenaam landschapsbeeld langsheen de Heirweg en het educatief wandelpad Sint-Amandus. Voorgesteld wordt deze heideontwikkeling door te

293354, Revisie Pagina 36 van 135 Herinrichting visvijver Sint-Amandus Takenverdeling en financieringsplan

De huidige visvijver is een rechthoekige put die omzoomd is met niet streek- De gemeente Beernem eigen beplanting van o.m. Italiaanse populier en “paplaurier”. De oevers zijn x Snelheidsremmende maatregelen op de Heirweg sterk onderhevig aan erosie, waardoor de hengelfunctie in het gedrang komt. x Verbetering kwaliteit fietsnetwerk, deel PC Sint-Amandus De ecologische en landschappelijke waarde is vrij beperkt. In het zuiden sluit een recentere poel (kleine veldvijver) aan op de put, zonder er mee in verbin- Totale kosten: 60.544 euro ding te staan. De poel maakt deel uit van de zone die onder impuls van het Regionaal Landschap Houtland werd ingericht (en beheerd) als wastine of De privaatrechterlijke rechtspersoon Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus veldgebied. Voorgesteld wordt de herinrichting van de visvijver conceptueel x Aanleg Ruiter- en menroute, deel PC Sint-Amandus hierop te laten aansluiten. De bestaande beplanting wordt grotendeels verwij- x Verbeteren kwaliteit wandelnetwerk derd en vervangen door streekeigen plantmateriaal. Om een natuurlijker beeld x Dreefbeheer en dreefherstel domein PC Sint-Amandus te verkrijgen zal de visvijver een organische vorm krijgen met zachthellende Herinrichting visvijver Sint-Amandus oevers. De oostelijke oever wordt versterkt en ingericht als hengeloever (be- x tuining met perkoenpalen en kantplanken in eik). Uit veiligheidsoverwegingen wordt een afsluiting in kastanjehouten stijlen geplaatst. Totale kosten: 66.425 euro

Het graslandperceel dat in het noordwesten hierop aansluit wordt betrokken bij de inrichting. Er wordt geopteerd voor de aanleg van twee afzonderlijke poelen die niet in verbinding staan met de visvijver.

293354, Revisie Pagina 37 van 135 5 JURIDISCHE CONTEXT

5.1 Gewestplan

Beernem is gelegen in het gewestplan Brugge-Oostkust (KB van 7 april 1977). Het gewestplan bij Besluit van de Vlaamse Regering van 19/09/1996 gedeeltelijk gewijzigd.

Het gewestplan geeft op gedetailleerde wijze de bodembestemming weer van het volledige grondgebied van de gemeente. Het gewestplan wordt gehan- teerd als toetsingskader voor vergunningsaanvragen en geeft een beeld van mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen. Deze mogelijkheden worden binnen het gemeentelijk structuurplan geëvalueerd en getoetst aan de visie op de ge- wenste ruimtelijke structuur.

Het plangebied ligt deels in zone voor gemeenschapsvoorzieningen en open- baar nut, deels in parkgebied en deels in landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

Figuur 14: gewestplan

293354, Revisie Pagina 38 van 135 5.2 Diverse planologische initiatieven 1°fase met recht van voor- koop Type plan In het plangebied Aangrenzend RAMSAR Geen Geen Algemeen Plan van Aanleg Geen Geen Bijzonder Plan van Aanleg Geen Geen 5.5 Beschermde monumenten en landschappen, relictzones en lijnrelicten, ankerplaatsen Gewestelijk Ruimtelijk Uit- Geen Geen voeringsplan

Provinciaal Ruimtelijk Uit- Geen Geen Type In het plangebied Aangrenzend voeringsplan Beschermd mo- geen Hoeve Reigerlo (overkant Gemeentelijk Ruimtelijk Geen Geen numenten en Reigerlostraat): beschermd Uitvoeringsplan dorpsgezichten monument Relictzones en ‘Oude veldgebieden: ‘Oude veldgebieden: 5.3 Verkavelingen en ruilverkavelingen lijnrelicten Hoogveld, Blekkerbos, Hoogveld, Blekkerbos, Bulskampeld’ Bulskampeld’

Lokaal puntrelict Psychiatrisch centrum Nvt. Type plan In het plangebied Aangrenzend Sint-Amandus

Verkavelingsvergunningen Geen Geen Ankerplaatsen Geen Bulskampveld-Sint- Pietersveld Ruilverkavelingen Geen Geen

5.4 Natuurbeschermingsgebieden 5.5.1 Inventaris van bouwkundig erfgoed

Binnen het plangebied zijn 3 gebouwen(complexen) opgenomen op de inven- Type In het plangebied Aangrenzend taris van bouwkundig erfgoed: x Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus; Vogelrichtlijngebieden Geen Geen x Hoekpand Heirweg 1; Habitatrichtlijngebieden Geen Bulskampveld x Boerenarbeiderswoning, Heirweg 2. Gebieden van het Vlaams Geen VEN-gebied Buls- Deze drie gebouwen(complexen) worden hierna kort beschreven. Ecologisch Netwerk – kampveld – gebied

293354, Revisie Pagina 39 van 135 Titel: Hoekpand Titel: Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus

ID: 89012 Adres: Heirweg 1 ( + 2 ) Beschrijving: Lage boerenarbeiderswoning oorspronkelijk met een bijhorend bakhuisje ge- legen langs de Reigerlostraat. Beide staan opgetekend op het primitief kadas- terplan van 1830 samen met een achterliggend landgebouw (huisnr 2). Dit laatste werd volgens het kadaster circa 1879 omgevormd tot een afzonderlijk woonhuis. Boerenarbeiderswoning van vijf traveeën en één bouwlaag onder pannen za- deldak gevat tussen puntgevels afgewerkt met muurvlechtingen. Verankerde beschilderde baksteenbouw boven een lage gepekte plint. Op de hoeken voorzien van geblokte muurkettingen. De gevel is opengewerkt met rechthoe- kige muuropeningen voorzien van vernieuwd schrijnwerk. De achtergevel is voorzien van een opkamertravee. Het bakhuisje werd afgebroken begin 2007. ID: 89057 Adres: Reigerlostraat 10

Beschrijving: Historisch gegroeid gebouwencomplex ingeplant op een domein van 62 ha groot. Elk paviljoen heeft een eigen tuin en de meeste werden in hun oor- spronkelijke staat bewaard. Bijhorend domeinbos van 8 ha groot voorzien van

293354, Revisie Pagina 40 van 135 een visvijver en een kleinveeboerderij. Over het hele domein liggen afzonder- telkens afgewerkt met een trapgevel voorzien van een overhoeks topstuk. lijke paviljoenen verspreid De gevels worden afgelijnd door een ver uitstekende kroonlijst op klossen. De gevels zijn opengewerkt met rechthoekige muuropeningen, oorspron- Beschrijving gebouwen: kelijk waren die voorzien van een kleine roedeverdeling. Centraal is het gebouw toegankelijk via een rondboogpoort in natuurstenen omlijsting. x Voormalige gebouwen van de hervormingsschool, gekend onder de naam Hierboven prijkt een cartouche met opschrift "SINT-AMANDUS" en een " 't gesticht van de Rode Rokjes". Fasegewijs tot stand gekomen: beeld van Heilige Amandus als bisschop-geloofsverkondiger. Sterk symmetrisch opgebouwd gebouw, op te delen in drie volumes. Cen- traal het ingangsgebouw, als risaliet uitgewerkt, van drie traveeën en drie x Centrale keuken. bouwlagen onder pannen zadeldak. Geveltop afgewerkt met een trapge- Centraal gelegen tussen het administratief gebouw en de kloosterkapel. vel, hogere schouderstukken, een bekronend topstuk en een ronde muur- Bakstenen constructie op een rechthoekige plattegrond circa 1928 ge- opening in een natuurstenen omlijsting. Links en rechts geflankeerd door bouwd als centrale keuken. Oranjerode baksteenbouw. Boven de centrale een lagere vleugel van achtentwintig traveeën en twee bouwlagen onder ingang aan de voorgevel een beeld van Sint-Juliaan, afkomstig van het pannen zadeldak. Donkerrode bakstenen lijstgevel vertikaal belijnd door opvangcentrum voor geesteszieken van de Broeders van de Liefde in de rechthoekige traveenissen bovenaan afgewerkt met een bakstenen tand- Boeveriestraat te Brugge. lijst. Horizontale belijning door bakstenen lijsten siermetselwerk. De gevels zijn opengewerkt met segmentboogvensters met behouden schrijnwerk, x Kloosterkapel. waarvan het bovenlicht openklappend is. Kloosterkapel van 1931 (cf. plint koor) naar ontwerp van architecten Antoi- Huiskapel op eerste verdieping nu in gebruik als huis voor stagiairs. ne Dujardin en Jozef Viérin (Brugge). Invloeden van Byzantijnse en mo- dernistische architectuur. x Administratief gebouw. Eénbeukige georiënteerde kapel. De plattegrond ontvouwt een éénbeukig Het huidige administratief gebouw werd in 1928 gebouwd naar ontwerp schip van vijf traveeën en een koor van één travee met zijarmen. van architecten Jozef Viérin en Antoine Dujardin (Brugge). Oranje baksteenbouw in combinatie met Euville-steen voor de plint, de or- Sterk symmetrisch opgebouwd volume van dertien traveeën en twee namentiek en de muuropeningen. De zijgevels zijn vertikaal geritmeerd bouwlagen onder een hoog leien dak doorbroken door dakkapellen met door versneden steunberen en spitsboogvormige traveenissen overgaand eenvoudige pinakelbekroning. Licht rode bakstenen constructie met sie- in een puntgevel voorzien van schouderstukken. Opengewerkt met gekop- rankers. Gebruik van natuursteen voor de aflijning van de plint en de or- pelde spitsboogjes voorzien van glas-in-loodramen. namentiek in de centrale middentravee. Spitsboogvormig portaal met centraal een spitsboogdeur. Natuurstenen Centraal een als risaliet uitgewerkte inkomtravee met trapgevel, een door- druiplijst. Opvulling van het boogveld met kleine spitsboogvormige ven- getrokken rondboognis en een drieledig opgebouwde torenconstructie met steropeningen. Centraal in de top een Heilig-Hart-beeld. Bekronend kruis. onderaan een balusterleuning, een uurwerk en een torenbekroning met Klokkentorentje voorzien van een ingesnoerde naaldspits. windvaan. Sterk vertikaal geleed door de als risaliet uitgewerkte midden- travee, en uiterste drie traveeën. Daar zijn de rechthoekige muuropenin- x Hoeve. gen gevat in rondboognissen. Uiterste drie traveeën links en rechts zijn De oorspronkelijke hoeve werd gebouwd in 1898 ten tijde van de zoge- naamde "rode rokjes". Het oorspronkelijke gebouw had een U-vormige

293354, Revisie Pagina 41 van 135 plattegrond met centraal een poortgebouw met een trapgevel afgewerkt. beide uiteinden een hoger schilddak met dakkapellen. Oranjerode bak- Met de komst van de broeders werd de hoevegebouwen gerenoveerd en steenbouw opengewerkt door rechthoekige vensteropeningen. uitgebreid met een nieuwe koeienstal, een varkensstal, een kippenhok en een ruime loods. De gebouwen haaks op het poortgebouw werden opge- x Voormalig sanatorium. trokken in 1928. Thans in gebruik als burelen. Gebouwd in 1953. Volume van vijf traveeën en twee bouwlagen onder pannen zadeldak ge- Oranjerood bakstenen volume van één bouwlaag + verhoogde begane bouwd in 1928. Bovenaan is de lijstgevel afgelijnd met een houten kroon- grond onder pannen schilddaken. Drie centrale middentraveeën geflan- lijst op klossen. Bakstenen lijstgevel opengewerkt met rechthoekige muur- keerd door telkens één travee van het dwars volume. De gevels zijn open- openingen voorzien van een natuurstenen latei. Gecementeerde plint. Be- gewerkt met rechthoekige muuropeningen voorzien van betonnen lateien. houden schrijnwerk met kleine roedeverdeling, op de begane grond meer Behouden schrijnwerk met kleine roedeverdeling. uitgewerkt. Haaks hierop een éénlaagsvolume (deels een overblijfsel van het poortge- x Watertoren. bouw gebouwd in 1898) van oranje baksteen onder pannen zadeldak. De Gebouwd in 1923. Bakstenen constructie met koepelbodemkuip. Openge- centrale travee is als risaliet uitgewerkt en is voorzien van sierankers, een werkt met rondboogvormige muuropeningen. De deur is gevat in een licht smeedijzeren windvaan en een oculus in de top. uitspringend volume. Het bovenste gedeelte van de watertoren is breder uitgewerkt en kraagt uit op een natuurstenen boord. x Paviljoen zogenaamd Sint-Marie. Centraal paviljoen gebouwd in 1930, werd het zenuwcentrum van Sint- x Bewoners- en patiëntenkapel. Amandus. Oorspronkelijke achterliggende parallelle vleugel vernield door Gebouwd in 1960 naar ontwerp van architect Demeester. Typisch materi- brand in de jaren 1980. aalgebruik en vormgeving voor de jaren 1960. Volume van gele baksteen Sterk symmetrisch opgebouwd volume van twee bouwlagen onder leien boven een bruine plint onder plat dak benadrukt door brede betonnen zadeldak gevat tussen twee trapgevels. Het centraal als risaliet uitgewerkt dakoversteken. Inkom gevat in een centraal volume met afgeschuinde volume van vijf traveeën wordt geflankeerd door twee lagere volumes van hoeken. Inkom gemarkeerd door brede betonnen luifel waarboven een telkens negen traveeën. Centraal volume opgevat als een diephuis afge- groot venster met geometrische betonnen invulling. Centraal gedeelte ge- werkt met een trapgevel voorzien van een overhoeks geplaatst bekronend flankeerd door een volume onder licht hellend dak. Opengewerkt met een topstuk. Rechthoekige muuropeningen gevat in een doorgetrokken rond- groot venster voorzien van betonnen geometrische invulling. Rechtervolu- boognis. Centraal boven de inkom een beeld van Euville met voorstelling me uitlopend in een klokkentorentje met koperen haan afkomstig van de van Maria met Kind onder baldakijn. oude kapel. x Paviljoen zogenaamd Sint-Aloïsius. x Interieur. Geopend in 1930 en in 1934 omgevormd tot sanatorium voor tbc- Open ruimte met suggestie van midden- en zijbeuken en koor door ver- patiënten. diepte plafonnering. Symmetrische vensteropeningen waarbij de wanden Sterk symmetrisch opgebouwde gevel met centraal een volume van twee/ aan weerszijden van het altaar en het inkomportaal zijn opengewerkt door drie traveeën en twee bouwlagen onder pannen zadeldak geflankeerd middel van betonnen registers met decoratief glaswerk naar ontwerp van door een dwarsvolume. Eénlaags gebouw onder scherp zadeldak en aan glazenier Jan Cleeren. Kruisweg afkomstig van oude kapel van 1900- 1903.

293354, Revisie Pagina 42 van 135 x Feestzaal x Mortuarium. Gebouwd in 1961-1962 naar ontwerp van architect Demeester. Opgetrok- Vrijstaand gebouw ten zuiden van de begraafplaats. In gebruik tot eind ja- ken in typische expo-stijl van 1958. ren 1990. Eenvoudig éénlaags gebouw onder plat dak. Centrale deurope- Sterk symmetrisch opgebouwde oranjerode baksteenbouw onder vlinder- ning onder betonnen luifel en omlijsting in zelfde leisteen als de feestzaal. daken met brede betonnen dakoverstekken. Sterk symmetrisch opge- bouwde voorgevel met typisch materiaalgebruik. Oorspronkelijk voorzien x Paviljoen HH. Engelen. van een grijze natuurstenen bekleding. De gevels zijn opengewerkt met Paviljoen gebouwd in 1949 voor de tbc-patiënten in plaats van de oude rechthoekige muuropeningen in een zandstenen omlijsting en voorzien keuken van het gebouw voor de rode rokjes. Toegewijd aan de zoge- van stalen bandramen. Oorspronkelijk portaal bekleed langs binnen met naamde engelbewaarders, hemelbewoners die geacht werden te waken gele natuurstenen nu nog deels bewaard in de zij-ingangen de wanden over het welzijn van de mensen en hen te begeleiden tijdens hun leven. van het portaal. Eenlaags volume onder een plat dak met entresolverdieping. Oranje bak- Achtergevel: Het centraal hoofdvolume functioneert onder meer als een steenbouw. Horizontaal afgelijnd door bepleisterde en beschilderde band, trappenhal verlicht met een groot rechthoekig venster. Erboven prijkt een erboven een bakstenen borstwering, ter hoogte van de hoeken hoger op- bas-reliëf met figuren die de functie van de feestzaal allegorisch uitbeel- getrokken. Rechthoekige muuropeningen in een bepleisterde en beschil- den. Het hoofdvolume wordt links en rechts geflankeerd door een lager vo- derde omlijsting. Uitspringende plint. Toegankelijk via een centrale trap. lume van één bouwlaag onder plat dak. In gebruik als inkom. Bewaard schrijnwerk met kleine roedeverdeling. x Verder nog bibliotheek, muzieklokaal, donkere kamer, kleedkamers en x Kliniek Reigerlo. sanitair. Gebouwd circa 1965. Een open dienst voor vrije patiënten. x Zogenaamde Boskapel. Gebouwd in 1950 als dankkapel na de Tweede Wereldoorlog. x Kerkhof. Gelegen in een uithoek achteraan het domein. De aanleg gebeurde in 1929. Het perceel is gedeeltelijk omheind met een heg, op sommige plaat- sen vervangen door een draadafsluiting. Toegankelijk via een smeedijze- ren hekken aan betonnen pijlers en hierop aansluitend een centraal kie- zelpad leidend naar een calvarie, afgesloten door arduinen pijlertjes waar- tussen smeedijzeren ketting. Links van de calvarie de laatste rustplaats van de broeders, rechts ervan de rustplaats van de paters Capucijnen. Monumentale ceder naast calvarie. Meer dan dubbel gebruikte begraaf- plaatsen waarop oorspronkelijk wit houten kruis, heden blauwe hardstenen kruisen op vierkante basis. Sinds 1981 enkel gebruikt voor broeders en dienstdoende paters.

293354, Revisie Pagina 43 van 135 5.6 Wegen en water

Type In het plangebied Aangrenzend Gewestwegen geen N370 (Reigerlostraat) Rooilijnplannen geen nvt Buurtwegen geen N370: Chemin nr. 5 Heirweg: Chemin nr. 8 Voetwegen geen zie plan juridische toestand Bevaarbare waterlopen geen geen Onbevaarbare waterlo- geen geen pen Overstromingsgebieden Niet overstromingsge- Niet overstromingsge- voelig voelig Signaalgebieden geen geen

5.7 Vergunningen

Type In het plangebied Stedenbouwkundige Het plangebied is voor het overgrote deel vol- vergunningen e.d. ledig vergund of vergund geacht en dient bo- vendien in zijn geheel bekeken te worden. Figuur 15: kaart buurtwegen

293354, Revisie Pagina 44 van 135 Figuur 16: kaart waterlopen

293354, Revisie Pagina 45 van 135 6 PROBLEEMSTELLING

Met de opmaak van het RUP ‘Psychiatrisch Centrum’ wenst het gemeentebe- stuur van Beernem het plangebied verder te structureren en zone-eigen te maken. Een deel van het terrein ligt immers in landschappelijk waardevol agrarisch gebied waardoor zich volgende problemen stellen: x De huidige gebouwen en constructies in deze deelzone zijn zonevreemd. x Het Psychiatrisch Centrum wenst uit te breiden in een zone langs de Rei- gerlostraat, ter hoogte van de sportinfrastructuur tot het kruispunt met de Heirweg. In functie van deze uitbreidingsbehoefte is het aangewezen dit deel een zone voor gemeenschapsfuncties te maken.

Naast het zone-eigen maken van een deel van de terreinen van het psychia- trisch centrum, kan het RUP ook worden aangegrepen om bijkomende struc- tuur aan te brengen in het gebied en voorschriften op te nemen met betrek- king tot de duurzame inrichting van het terrein en de landschappelijke integra- tie van de infrastructuur. Vooral aan de westzijde kan deze integratie nog ver- beteren.

293354, Revisie Pagina 46 van 135 7 HISTORISCHE EN BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR

7.1 Historische ontwikkeling Tijdens WO I werden de gebouwen opgeëist door de Duitse bezetter en na de 7.1.1 Geschiedenis oorlog werden de gebouwen gesloten.

Reeds in het midden van de 12de eeuw vinden we de eerste vermelding van Op dit ogenblik werd het complex overgekocht door de Broers van Liefde, Bulskampveld (“Bulnas Campa” of “het Veld van de Stieren”). waarbij een aanpassing van de gebouwen gepaard ging en een gesticht voor “zwakzinnige kinderen en rustige krankzinnige mannen" werd opgericht. Hier- Lambert Malfait was de eerste heer van het Bulskampveld. Hij kocht rond bij werden ook de wegen verhard, een kerkhof aangelegd, een kloosterkapel 1770 een oppervlakte heidegrond van het Bulskampveld aan en bouwde een gebouwd en enkele nieuwe paviljoenen geopend. hoeve waar nu het kasteel staat. Op de kaart van de Oostenrijkse Nederlan- den, de Ferrariskaart (1771-1778) is duidelijk zijn hoeve en de eerste ontgin- Midden jaren 20e eeuw werd een dagverblijf aangebouwd, een tweede dok- ningskern er omheen te zien. terswoning, een koeienstal, een boskapel en een sanatorium gebouwd.

Tot eind 18e eeuw maakte het domein deel uit van het grote Bulskampveld, De bouw van de feestzaal werd in de stijl van Expo 1958 uitgevoerd. Ook de ontgonnen door kasteelheren en herenboeren. kliniek werd gebouwd.

In 1852-1853 kocht de Belgische Staat het kasteelgoed en richtte de Hervor- Eind jaren ’70 werden herconditioneringswerken uitgevoerd bij de zeven pavil- mingsschool van Beernem op (de Rode Rokjes). Dit uitte zich in een nieuw joenen. scholencomplex. Aan de rechterzijde van ‘het Kasteeltje werden drie vleugels toegevoegd’. De jaren ’90 waren terug productief met een bouw van de afdeling Hulstlo, de verbouwing van de boerderij tot activiteitencentrum en de bouw van een dag Eind 19e eeuw werd de linkervleugel verlengd en werd een nieuwe kapel ge- en nachtkliniek. Als laatste bouwfeit wordt in 2003 De Wellinghe uitgebreid. bouwd. Het ‘Kasteeltje’ werd verbouwd tot zijn huidig uitzicht en de boerderij werd opgericht.

293354, Revisie Pagina 47 van 135 7.2 Huidige ruimtelijke structuur P1. Centrale parking met ca. 150 plaatsen 7.2.1 Binnen het plangebied zijn er op vandaag verschillende zones te P2. Parking bij de sporthal met ca. 20 plaatsen onderscheiden. P3. Parking bij het restaurant met ca. 50 plaatsen P5. Parking bij het magazijn, apotheek,… met ca. 30 plaatsen 1. Woning met bijgebouwen en tuin P4. Parking bij de kapel met ca. 10 plaatsen 2. Sportsite a Sporthal P6. Parking bij Sint Arnoldus met ca. 5 plaatsen b Minigolf P7. Parking De Wellinghe met ca. 50 plaatsen c Outdoor sportveld met looppiste P8. Parking Reigerlo met ca. 10 plaatsen d Twee tennisterreinen P9. Parking Artsen met ca. 10 plaatsen 3. Gebouw Sint-Arnoldus met parking 4. De boerderij (historische boerderij): activiteitencentrum Het betrof ca. 330 parkeerplaatsen 5. Zorginstellingen 6. Werkplaatsen 7. Kapel 7.2.2.2 Huidige parkeerplaatsen: 8. Feestzaal 9. Restaurant t.o.v. enkele jaren gelegen zijn reeds 2 parkings vervallen in het kader van het 10. Watertoren mobiliteitsbeleid van de campus: 11. Revalidatiecentrum P3. Parking bij het restaurant met ca. 50 plaatsen 12. Serre P5. Parking bij het magazijn, apotheek,… met ca. 30 plaatsen 13. Magazijn + apotheek + medische technische diensten 14. De boskapel P7 Parking De Wellinghe werd t.o.v. enkele jaren geleden na ontvangen van 15. Het Villaatje een stedenbouwkundige vergunning uitgebreid van 56 naar 112 plaatsen. 16. Mortuarium 17. Vergaderruimtes + facilitair departement + dagcentrum Momenteel heeft het instituut dus ca. 300 ingerichte parkeerplaatsen, ver- 18. Kapel spreid over twee grote (P1, P7) en vier kleinere (P2, P6, P8, P9) parkings. 19. Onthaalsite met gebouw ’t Klooster en gebouw Sint-Amandus 20. Medische centra inclusief intensieve zorg Het grootste deel van de huidige parkeerplaatsen is gelegen in een parking 21. Buitenopslag + tuin gelegen ter hoogte van de gewestweg, waardoor binnen de campus zo weinig mogelijk verkeer noodzakelijk is. 7.2.2 Parkeren:

7.2.2.1 Historiek van de parkeerplaatsen

Enkele jaren geleden waren er op het terrein volgende parkeerplaatsen aan- wezig:

293354, Revisie Pagina 48 van 135 293354, Revisie Pagina 49 van 135 7.2.3 Interne wegenis 7.2.5 Groen

De interne wegenis bestaat uit een orthogonaal raster, waarbij een ieder ge- Binnen het orthogonale wegenisraster zijn rondom de gebouwen telkens bouw een aparte toegang/parking kent. groene tuinen gelegen, telkens specifiek ingericht naargelang de functie die er Er is één centrale toegang voor bezoekers aangegeven, maar er zijn uiteinde- rond aanwezig is. lijk wel ca. 6 toegangen vanuit de Reigerlostraat tot op het terrein aanwezig.

Op de campus geldt een volledig rijverbod voor gemotoriseerd verkeer, be- 7.2.6 Grenzen houdens volgende uitzonderingen: x Dringende hulp of interventie (hulpdiensten, artsen,…) Het psychiatrisch centrum wordt begrenst door de Reigerlostraat in het oos- x Interne voertuigen (voedingsdienst, huishoudelijke dienst, technische ten, de Heirweg in het zuiden en telkens natuurlijke structuren in het noorden dienst, IT-dienst,…) en het oosten. Als plangebied worden die delen genomen, die momenteel in gebruik zijn in functie van de psychiatrische instelling. x Patiëntenvervoer x Laden en lossen van goederen. 7.2.7 Huidige bezettingsgraad: Zowel het personeel, de patiënten als bezoekers dienen gebruik te maken van de beschikbare parkings. We kunnen het plangebied onder verdelen in: 7.2.4 Bereikbaarheidsprofiel: x Een zone waar momenteel geen bebouwing is, maar waar in dit RUP een ontwikkeling wordt gepland. Het gebruik van de fiets wordt zoveel mogelijk gestimuleerd, dit zowel voor x Een zone waarin de huidige sportinfrastructuur zal worden behouden. het vervoer van en naar het werk als voor de verplaatsingen op het terrein x Een grote zone waarin met de huidige werking van het psychiatrisch cen- zelf. trum an sich. De laatste jaren zijn nieuwe fietsenstallingen geplaatst, verspreid over het ter- rein waarbij het streefdoel is om in de buurt van elk gebouw een goed uitge- De eerste zone heeft een grootte van ca. 28 678 m² , hierbij wordt ook de hui- ruste fietsstalling ter beschikking te hebben. Dit wordt de komende jaren ver- dige looppiste en het sportveld gerekend. der geëvalueerd en waar nodig uitgebreid. De sportzone is ca. 13 199 m² groot, waarvan er momenteel ca. 2344 m² be- In de nabije toekomst wenst PC Sint-Amandus ook een systeem voor car- bouwing en 3131m² verharding aanwezig is. pooling aan te bieden voor de werknemers die met de wagen naar het werk komen. De laatste en grootste zone is ca. 309485 m² groot, momenteel is er ca. 43 018 m² bebouwing en ca 70 164 m² verharding aanwezig: deze berekening kan als volgt worden voorgesteld:

293354, Revisie Pagina 50 van 135 De gele vlakken zijn verhard, de groene onverhard. De rode omlijning stelt de huidige bebouwing voor.

293354, Revisie Pagina 51 van 135 8 VISIE & CONCEPTEN

8.1 Onder invloed van de opwaardering tot onthaalfunc- tie/uitbreiding zorgzone

8.1.1 Woningen ter hoogte van het kruispunt Aanwijs (1)

Momenteel zijn enkele vergunde historische woningen gelegen ter hoogte van het kruispunt Aanwijs, het beperkten tot bestendiging van de woonfunctie 3 wordt in vraag gesteld. De heraanleg van het kruispunt en de opwaardering van de parking tot toeristisch onthaalplein zorgen voor enorme potenties op deze locatie.

Het is volgens ons, gezien de specifieke situatie, gewenst hier ook andere functies toe te laten, gelinkt aan de onthaalfunctie, zoals horeca,… Echter wel beperkt en mits behoud van het erfgoedkarakter van de site en 2 mits geen extra woongelegenheden worden toegestaan. Parkeren binnen deze locatie is niet gewenst gezien de huidige inplanting van de bebouwing, het erfgoedkarakter van de site en de nabijheid van het nieuwe onthaalplein.

8.1.2 Nieuw functies op lange termijn (2) 1

Er wordt een zone gevrijwaard voor zorgwonen en diensten via de sociale economie.

293354, Revisie Pagina 52 van 135 Gezien de doorsteek wordt gezien als de opsplitsing tussen deel 2 (nieuwe Zorgwoningen zijn 'normaal uitziende' woningen maar die bewoond worden functies op lange termijn en deel 4 (nieuwe PVT’s), is ook de zonering tussen door ex-patiënten die nog in zekere mate zorgbehoevend zijn en de nabijheid beide delen variabel. De inrichtingsvoorschriften (bebouwingspercentage, van het Ziekenhuis nodig hebben. Dergelijke woningen kunnen niet binnen de verhardingspercentage,…) moeten dus op elkaar afgestemd worden, zodoen- grenzen van de eigenlijke ziekenhuiscampus (zone D) voorzien worden omdat de dat dit variabel karakter geen ruimtelijke consequenties heeft. de bewoners een verschillend statuut hebben dan de ziekenhuispatiënten. Voorbij de doorsteek wordt de huidige Heirweg gedowngraded tot een weg ln het kader van de sociale rehabilitatie is het belangrijk dat (ex-patiënten te- voor voet- fiets en dienstenverkeer. rug aan de slag kunnen via een zinvolle werkvorm. Het PC St-Amandus wenst in de zone A enkele diensten uit te bouwen die via sociale economie zullen uitgebaat worden. Met sociale economie worden initiatieven bedoeld die in 8.1.4 Nieuwe Psychiatrische Verzorgingstehuizen of PVT’s (4) hun doelstellingen de realisatie van bepaalde maatschappelijke meerwaarden vooropstellen (voorrang van arbeid op kapitaal, maatschappelijke inbedding, Op korte termijn wordt een eerste PVT voor ca. 30 bedden voorzien ter hoog- duurzaamheid). Het zal hier dan gaan over tewerkstelling van kansengroepen, te van de huidige looppiste. De piste was minder gelinkt aan de functies van in casu (ex-psychiatrische patiënten). het psychiatrisch centrum, enkel de veel gebruikte sportfaciliteiten worden behouden. De PVT zal ook een uitbreiding kennen tot 60 bedden. Dit is een Deze diensten dienen ook gezien te worden tegen het licht van de ontwikke- langetermijnsvisie die evenwel ook in één beweging op korte termijn reeds lingen die rond Het Aanwijs als toegangspoort tot Bulskampveld zullen plaats- zou kunnen worden ingevuld. De PVT’s zullen kunnen worden ontsloten via grijpen. Het kan hier gaan over een eenvoudige vorm van horeca maar ook de nieuwe doorsteek. bv. een fietspunt (eenvoudige herstelling van fietsen van passanten), voorzie- ningen voor een Blotevoetenpad (een mogelijk initiatief van Regionaal Land- Het betreft hier geen uitbreiding van het ziekenhuis, maar een verplaatsing schap Houtland, enz. van de capaciteit naar de rand van de campus overeenkomstig de richtlijnen Deze initiatieven zullen uiteraard ontwikkeld worden in samenspraak en in van de overheid, bevoegd voor welzijn en zorg. samenwerking met de Gemeente en de Provincie. De campus op zich zal niet uitbreiden in capaciteit, maar eerder inkrimpen en Deze zone wordt voorzien in de zone tussen het oorspronkelijke kruispunt reorganiseren/optimaliseren. Aanwijs en de nieuwe doorsteek, gezien hun functie op zich zelfstandiger werkt t.o.v. het psychiatrisch centrum.

8.1.3 Nieuwe doorsteek (3)

De nieuwe doorsteek die in het kader van de heraanleg van kruispunt Aanwijs zal worden gerealiseerd wordt vastgelegd in het RUP, zij het met een variabe- le en indicatieve aanduiding om zoveel mogelijk flexibiliteit toe te laten.

293354, Revisie Pagina 53 van 135 8.2 Behouden bestaande kwaliteiten

8.2.1 Apart karakter van de zone voor sport

In de loop der jaren zijn op de site enkele indoor en outdoor sportmogelijkhe- den gecreëerd . Deze sportfaciliteiten zijn door hun ligging aan de Reigerlostraat apart bereik- baar. In functie van de nieuwe infrastructuren (doorsteek, PVT,…) zal het out- door sportgebeuren worden beperkt, zolang aan de vraag kan beantwoord 4 worden van het Psychiatrisch centrum zelf. 3 De link met het psychiatrisch centrum zal steeds blijven bestaan, echter zal deze zone als aparte deelzone binnen de zone voor gemeenschapsvoorzie- ningen worden bekeken, m.a.w. het eventuele reorganiseren van de sport- functie op termijn en met een aparte toegang binnen ditzelfde gebied.

Gezien de functie en de ligging iets verder van Bulskampveld, kan de bezet- ting iets hoger worden toegestaan.

293354, Revisie Pagina 54 van 135 8.2.2 Kwalitatief campusmodel

De huidige inrichting van de psychiatrische instelling volgt grotendeels het campusmodel en is hierdoor ook extra waardevol. Bij een campusmodel worden de gebouwen opgesteld langs een assenstelsel met de interne wegenis. Belangrijke accenten van het campusmodel, die ze- ker moeten worden behouden zijn: x Duidelijke en leesbare structuur

Een psychiatrische instelling, zoals deze herbergt vele uiteenlopende func- ties (zie bestaande toestand). Het campusmodel leent zich tot het onder- verdelen in verschillende clusters binnen het geheel, telkens duidelijk af- gebakend. Hierdoor kunnen nauw aaneensluitende functies ook ruimtelijk gekoppeld worden. Daarom wordt gestreefd naar een verderzetting van deze kwaliteit. x Orthogonale karakter van de wegenis, eventueel versterkt met bomenrijen.

De huidige interne wegenis is richtinggevend voor de toekomst, evenwel is het niet gewenst deze effectief zo in te tekenen. Wel belangrijk is het be- houd van de versterkte weergave van de orthogonale structuur door de groene assen langs deze wegen. Zo zijn er drie noord-zuid-verbinding aanwezig op het terrein die worden versterkt door een bomenrij. Het behoud en de versterking van deze bo- menrij staan voorop. x Binnentuinen, terrassen, duidelijk afgebakende parkings,…

Momenteel heerst in de inrichting een goed evenwicht tussen bebou- wing/verharding/groeninrichtingen. Dit geeft het plangebied niet alleen een kwalitatief uitzicht, maar zorgt er ook voor dat de site volledig geïnte- greerd is in zijn omgeving.

293354, Revisie Pagina 55 van 135 Deze kwaliteit kan enkel behouden blijven indien de percentages bebou- wing/verharding/groeninrichtingen min of meer gelijk blijven, zonder dat de flexibiliteit op de site verdwijnt.

Het gaat om volgende bestaande percentages ( in m² en bij benadering)

Bebouwing Verharding groen TOTAAL

1 Projectzone 163 308 954 1425 2 Zone voor gemeenschaps- voorzieningen A: Zone voor alternatieve 19 1460 7840 9319 zorgwoonvormen en dien- (incl. tennisvel- sten den) B: Solitaire zorgzone 0 0 (zonder piste) 19359 19359 C: Sportzone 2344 3131 (incl. sport) 7724 13198 D: Zorgzone 4360 70080 176439 290121 E: Rustzone 0 0 19364 19364 3 Zone voor park 19630 19630

TOTAAL 372417 x Groene karakter

Een campusmodel heeft steeds een groot aandeel groene ruimte. De or- thogonale structuur werkt deeltuinen, gekoppeld aan de specifieke bebou- wing in de hand. Deze tuinen hebben een grote waarde, toch is het niet gewenst de tuinen op zich als te behouden aan te duiden in dit RUP. De waarde van de tui- nen hangt steeds samen met de waarde van aanliggende gebouwen ener- zijds en de waarde van de gehele site in zijn geheel anderzijds. Enige flexibiliteit in dat opzicht is noodzakelijk.

293354, Revisie Pagina 56 van 135 x Flexibiliteit

Bij dit alles is het zeer belangrijk dat bij de omzetting naar het grafisch plan en de stedenbouwkundige voorschriften voldoende flexibiliteit wordt be- houden. Gezien bij elke stedenbouwkundige aanvraag een aftoetsing zal moeten gebeuren met het waardevol erfgoed, zullen eventuele aanpassin- gen in principe voldoende beperkt worden in hun mogelijkheden; het moet in deze context nog mogelijk zijn om creatieve ruimtelijk goed inpasbare voorstellen te doen.

8.2.3 Ontsluiting en parkeren

De gemeente heeft samen met de eigenaars van de site een ontsluitings- en parkeervisie ontwikkeld voor de toekomst. Deze visie is sterk onderbouwd en dient vertaald te worden naar het grafisch plan en de stedenbouwkundige voorschriften. hoofdontsluitingen

Recent zijn enkele kleinere parkeerclusters verwijderd i.f.v. het vergroten van de grotere parkeerclusters. In deze visie wordt resoluut de kaart getrokken om het parkeren te minimali- seren, en te clusteren zo veel mogelijk aansluitend bij de Reigerlostraat. Het doel van deze nieuwe visie is het creëren van een maximale veiligheid en duidelijkheid/zichtbaarheid en het beperken van toegangen van op de open- Nieuwe parking bare weg. Er worden 3 grote hoofdparkings voorzien t.o.v. de huidige toe- doorsteek Heirweg stand. x T.h.v. de sporthal wordt de parking binnenkort uitgebreid tot ca. 60 par- keerplaatsen (momenteel te lage capaciteit). x Personeelsparking, recent uitgebreid van ca. 56 tot ca. 112 parkeerplaat- sen (ter compensatie van 2 parkings/80 plaatsen die verdwenen). x Centrale parking, met momenteel reeds ca. 150 parkeerplaatsen

Ter hoogte van de centrale parking zal i.f.v. de veiligheid en het terugschroe- ven van het aantal toegangen de ontsluiting op de Reigerlostraat tot 1 beperkt worden.

293354, Revisie Pagina 57 van 135 Het aantal parkeerplaatsen i.f.v. de huidige activiteiten blijft dus dezelfde. Voor zorgplaatsen zijn geen kencijfers bekend voor verkeersgeneratie. De Meer nog, er zijn dus reeds grote inspanningen geleverd om het parkeren te verkeersgeneratie wordt bepaald aan de hand van het aantal benodigde par- clusteren, en in te planten op een dergelijke wijze dat er zo weinig mogelijk keerplaatsen voor een verzorgingstehuis: interne circulatie aanwezig is. In het verder streven naar een dergelijke inrich- x Indien we uitgaan van een turn over van 3 (aantal maal per etmaal dat een ting worden in dit RUP volgende voorwaarden opgelegd: parkeerplaats bezet is) en 2 ritten per parkeerplaats (heen en terug), be- x Samen moeten deze voornoemde parkings verplicht 80 % van alle par- draagt de verkeersgeneratie 180 mvt/etmaal, hetgeen slechts een relatief keerplaatsen opvangen. (enkele kleinere parkeerplaatsen blijven mogelijk beperkte verkeersintensiteit betekend, die bovendien zal verdeeld zijn over i.f.v. optimalisering binnen het plangebied). de gehele dag. x Op de campus geldt een volledig rijverbod voor gemotoriseerd verkeer, behoudens volgende uitzonderingen: Zone A q Dringende hulp of interventie (hulpdiensten, artsen,…) x In zone A betreft het zorgwonen met diensten via sociale economische. De q Interne voertuigen (voedingsdienst, huishoudelijke dienst, technische exacte in vulling is echter nog niet bekend. De exacte grootte van de zone dienst, IT-dienst,…) echter ook nog niet. q Patiëntenvervoer x We kunnen wel een inschatting maken van de bebouwing. Indien we uit- q Laden en lossen van goederen. gaan van een zone van 1ha waarbij max. 1500m² bebouwing met twee bouwlagen hoog kan worden ingericht, wat neerkomt op max. 3000m² Zowel het personeel, de patiënten als bezoekers dienen gebruik te maken vloeroppervlakte. Als we uitgaan van een maximale invulling met woon- van de beschikbare parkings. zorgvormen (en bijhorende faciliteiten) kunnen we rekenen met ca. 15 zorgwoningen per 1000m² BVO, hetgeen neerkomt op ca. 45 zorgwonin- Er wordt 1 nieuwe hoofdparking t.h.v. van de nieuw in ter richten PVT inge- gen. richt, bereikbaar via de nieuwe doorsteek naar Heirweg, er wordt momenteel x Voor een serviceflat wordt gerekend met 0,7 parkeerplaatsen per zorgwo- ingeschat (op basis van het aantal bedden) dat een parkeerplaats van 30 par- ning, hetgeen hier neerkomt op ca. 32 parkeerplaatsen extra. keerplaatsen voldoende moet zijn. x Afhankelijk van de functie zou het aantal nodige parkeerplaatsen iets kun- nen vergroten. Daarom is het nuttig rekening te houden met maximaal 40 Dit wordt als volgt berekend: extra parkeerplaatsen. Zone B x Zorgplaatsen zullen alleen verkeer genereren ten gevolge van bezoekers Ten opzichte van het huidige aantal parkeerplaatsen en verkeersbewegingen, en zorg, volgens de kencijfers van CROW 182 gaat het om 0,5 tot 0,7 par- kunnen we stellen dat deze uitbreiding (bij een maximale berekening!) slechts keerplaatsen per wooneenheid (afhankelijk van het soort verzorgingste- beperkt de mobiliteit zal verhogen. huis). x Er worden een PVT’s gepland van elk ca. 60 bedden op lange termijn. Ge- zien het om psychiatrisch centrum gaat, kan geoordeeld worden dat 0,5 parkeerplaatsen voldoende is. Er zullen dus op basis van de mogelijkhe- den voor dit gebied ca. 30 parkeerplaatsen nodig zijn.

293354, Revisie Pagina 58 van 135 8.2.4 Bereikbaarheidsprofiel:

Het gebruik van de fiets wordt zoveel mogelijk gestimuleerd, dit zowel voor het vervoer van en naar het werk als voor de verplaatsingen op het terrein zelf.

De laatste jaren zijn nieuwe fietsenstallingen geplaatst, verspreid over het ter- rein waarbij het streefdoel is om in de buurt van elk gebouw een goed uitge- ruste fietsstalling ter beschikking te hebben. Dit wordt de komende jaren ver- der geëvalueerd en waar nodig uitgebreid.

In de nabije toekomst wenst PC Sint-Amandus ook een systeem voor car- pooling aan te bieden voor de werknemers die met de wagen naar het werk komen.

Op vergunningsniveau zal dit binnen de uitbreiding aan bod moeten komen. De gemeente zal de vergunningsaanvragen dan ook telkens af toetsen aan de hand van voorgaande betrachtingen, evenwel zullen we dit in functie van de vrijheid aan inrichting nog niet opleggen. Er wordt wel voorgeschreven dat bij de inrichtingsstudie (die informatief bij de vergunningsaanvraag wordt gevoegd) aandacht moet gaan naar het optimali- seren van de bereikbaarheid binnen het plangebied, waarbij extra aandacht moet gaan naar de inrichting van fietsenstallingen en stimuleren van collectief vervoer en niet-gemotoriseerd vervoer.

293354, Revisie Pagina 59 van 135 8.2.5 Groene overgang

Speciaal aan deze site is de goede inpassing in zijn omgeving. De omliggen- de zones lopen bijna letterlijk over in het plangebied. De groenzone ter hoogte van ’t Blommeke is een aanzet naar achterliggende beboste zones, groene lijnstructuren lopen door in de omliggende percelen. Park met recreatief Groene tuinen lopen over in de omliggende openruimtestructuur. medegebruik De huidige structuur is optimaal geïntegreerd. Gezien we het percentage groen op de site ongeveer zullen vastleggen als te behouden naar de toe- komst toe én gezien de huidige inrichtingsstructuur richtinggevend is (een ta- bula rasa is hier niet mogelijk).

Er is dus voor het grootste deel van het plangebied geen landschappelijke inpassing meer nodig aan de rand van het gebied, de gehele site werkt als Landschappelijke inpassing landschappelijke overgang. richting Bulskampveld Ter hoogte van de westelijke hoek wordt een landschappelijke inpassing ge- vraagd, op basis van de huidige toestand richting Bulskampveld.

In het noordoosten is een park aanwezig als overgang naar omliggende bos- sen, dit moet worden behouden in parkvorm met laagdynamische recreatief medegebruik.

Er zijn reeds gesprekken aan de gang om de komende jaren een volledige visie uit te werken m.b.t. de groenzones op het terrein. Daarbij wordt de nadruk gelegd op het bekomen van een natuurlijke omge- ving, geïntegreerd in het omliggende landschap, met bijzondere aandacht voor het herstel van de dreven en het versterken van de parkstructuur. Hiervoor zal onder andere worden samengewerkt met Regionaal Landschap Houtland en de VLM.

293354, Revisie Pagina 60 van 135 8.2.6 Bebouwing 8.2.8 Zonevreemde structuren bestendigen

De toekomstvisie van PC Sint-Amandus is vastgelegd in een globale visie op De serre die aanwezig is op het terrein is momenteel zonevreemd gelegen in het huidige terrein. Hierbij wordt gestreefd naar een ruimtelijke herschikking landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Het gebied waar de serre zich van de bestaande afdelingen/diensten en het samenbrengen van gelijkaardi- bevindt, sluit echter nauw aan bij de rest van de site en is niet dieper gelegen ge afdelingen en functies. Zo zullen o.a. de facilitaire diensten, momenteel dan o.a. het gebouw met magazijn + apotheek + medische technische dien- verspreid over het terrein, samengebracht worden in één facilitair gebouw en sten in het noordoosten van het plangebied. Ook de buitenopslagruimte en worden ook ergotherapiediensten gecentraliseerd. tuinen net daarachter in het westen gelegen, worden mee opgenomen in het plangebied, gezien deze percelen deel uitmaakt van de huidige werking van De bouw van nieuwe gebouwen gaat samen met de afbraak van bestaande het psychiatrisch centrum. gebouwen, waarbij de totale bebouwde oppervlakte in deelzone D gelijk zal Het is dan ook gewenst deze serre mee op te nemen in de zone voor ge- blijven, of zelfs zal afnemen. meenschapsvoorzieningen en openbaar nut. Hierbij wordt in het kader van de opname van de site in de inventaris onroe- De boskapel die ten noorden hiervan gelegen is, maakt onlosmakelijk deel uit rend erfgoed steeds afgetoetst met de betrokken diensten van erfgoed, of de van de filosofie van het zorgcentrum en heeft momenteel reeds een bepaalde gevraagde sloop/bouw voldoende rekening houdt met de huidige waarde van symbolische waarde voor de site. Het wordt daarom ook mee opgenomen in de site. het plangebied, ondanks zijn ligging net buiten de logische grens van de site. In de voorschriften zal dan ook een specifieke aanduiding worden gemaakt. 8.2.7 Waardevol erfgoed

Gezien de erfgoedwaarde die de bebouwing op het terrein heeft, maar ook gezien er geen beschermingen aan zijn verbonden, wordt een specifieke be- scherming geboden in het RUP, waarbij toch aanpassingen e.d. mogelijk blij- ven. In samenspraak met onroerend erfgoed heeft PC Sint-Amandus een visie uit- gewerkt voor de architectuur van haar gebouwen. Het Gebouw Sint-Vincentius zal volgens het Vlaams Instituut Onroerend Erf- goed (VIOE) niet afgebroken mogen worden. Hierbij is bijvoorbeeld m.b.t. de oude bouw, de lange voorgevel beeldbepalend en dient deze behouden te blijven, terwijl latere uitbouwen eventueel wel mogen verdwijnen. In functie van de watertoren worden de voorschriften omtrent hoogte genuan- ceerd.

293354, Revisie Pagina 61 van 135 Samenvattende visieschets

293354, Revisie Pagina 62 van 135 9.5 Indicatieve aanduiding ‘te versterken dreven’ 9 Structuurschets Langsheen enkele orthogonale interne wegenis worden de bestaande bomen- rijen minimaal behouden en indien mogelijk versterkt.

Ook in functie van aangrenzende paden/wegenis worden deze aangeduid. In de voorschriften zal ook een maximaal percentage aan verharding en be- bouwing worden toegevoegd.

9.6 Overdruk ‘te behouden en te versterken groenstructuur’ 9.1 Projectzone Ook de groene tuinen in dit campusmodel dienen zoveel als mogelijk behou- den te blijven. De opwaardering van de toegangspoort tot Bulskampveld, zorgt voor een ho- gere dynamiek en aangepaste inrichting in de nabije omgeving. De huidige woning wordt ondergebracht in een projectzone, waarbij ook horeca mogelijk 9.7 Overdruk ‘te versterken landschappelijke overgang wordt gemaakt. De korrel en dimensies van de bebouwing dienen echter wel Zone E en een deel van Zone A en B dienen te worden voorzien van een gelijk te blijven. landschappelijke overgang naar naastliggend Bulskampveld. Zij krijgen een aparte overdruk zie groene aanduiding. 9.2 Zone voor gemeenschapsvoorzieningen Er zijn in de site van het psychiatrisch centrum duidelijk drie verschillende zo- nes op te merken, we benoemen deze in deelzones A, B, C, D en E: x A Zone voor alternatieve zorgwoonvormen en diensten (overdruk) x B Solitaire zorgzone (overdruk) x C Sportzone (overdruk) x D Zorgzone (overdruk) x E Rustzone(overdruk)

9.3 Zone voor park Zone voor park met laagdynamisch recreatief medegebruik

9.4 Indicatieve aanduiding ‘nieuwe verbinding’ In functie van de nieuwe doorsteek richting Heirweg om gemotoriseerd en niet gemotoriseerd verkeer

293354, Revisie Pagina 63 van 135 10 DECRETALE BEPALINGEN

10.1 Opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruim- telijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN

10.1.1 Gewestplan CATEGORIE : Gemeenschaps- & nutsvoorzieningen 1. Zone voor projectzone 14 a 25 ca Beernem is gelegen in het gewestplan Brugge-Oostkust (KB van 7 april 2. Zone voor gemeenschaps- en nutsvoorzieningen 35 ha 13 a 60 ca 1977). Het gewestplan bij Besluit van de Vlaamse Regering van 19/09/1996 3. Zone voor park 1 ha 96 a 30 ca gedeeltelijk gewijzigd. Deze wijziging heeft geen betrekking op het plange- bied.De volgende bestemmingen van het gewestplan, die terug te vinden zijn TOTAAL 37 ha 24 ca 16 a in het plangebied, worden opgeheven: Tabel 2. Ruimtebalans x 0200 Gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut x 0500 Parkgebieden x 0901 Landschappelijk waardevolle agrarische gebieden 10.3 Watertoets1 10.2 Ruimtebalans Om te weten welke gebieden gevoelig zijn voor overstromingen en welke mil- BESTEMMINGSZONE OPPERVLAKTE (HA) derende maatregelen er kunnen opgelegd worden bovenop de gewestelijke GEWESTPLAN verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzie- 0200 Gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en 24 ha 70 a 91 ca ningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater worden de bo- openbaar nut venstaande kaarten bekeken. De volgende analyse werd gemaakt: 0500 Parkgebied 2 ha 31 a 97 ca 0901 Landschappelijk waardevol agrarische gebied 10 ha 21 a 28 ca

TOTAAL 37 ha 24 ca 16 a 1 bron: onderzoek tot m.e.r.

293354, Revisie Pagina 64 van 135 Kaart 1: Waterwingebied Kaart 2: Overstromingsgevoelige gebieden

Figuur 17: Waterwingebied ‘Beernem’ Figuur 18: Watertoetskaart met situering van de Waterlopen

293354, Revisie Pagina 65 van 135 Kaart 3: Infiltratiegevoeligheid Kaart 4: Grondwaterstromingsgevoeligheid

Figuur 19: Watertoets - Infiltratiegevoeligheidskaart Figuur 20: Watertoets - grondwaterstromingsgevoeligheidskaart

293354, Revisie Pagina 66 van 135 Kaart 5: Erosiegevoeligheid Kaart 6: Zoneringskaart

Figuur 21: Watertoets - grondwaterstromingsgevoeligheidskaart Figuur 22: Zoneringsplan Vlaamse Milieu Maatschappij

293354, Revisie Pagina 67 van 135 WATERLOPEN buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect van deze plan- Er zijn geen (gecatalogiseerde) waterlopen in en naast het plangebied gele- optie conform de bepalingen inzake integraal waterbeheer beperkt is. gen. Binnen de plangrenzen wordt een mogelijks overstromingsgevoelig gebied aangeduid ten zuidoosten van het plangebied. Het overige gedeelte wordt als niet overstromingsgevoelig aanzien. WATERWINGEBIED

Het plangebied ligt deels in beschermingszone III rond de openbare drinkwa- INFILTRATIEGEVOELIGHEID terwinning van Beernem. De specifieke regeling van handelingen binnen wa- terwingebied en de beschermingszone (I,) II en III is terug te vinden in: Bijna het volledige plangebied wordt aangeduid als infiltratiegevoelig. x het besluit van de Vlaamse Regering, dd. 27 maart 1985, houdende re- Er zal een maximaal gebruik van waterdoorlatende materialen worden voor- glementeringen van de handelingen binnen de waterwingebieden en de geschreven en/of het RUP zal een afwatering van het hemelwater naar de beschermingzones; niet verharde delen of naar een eigen opvang vooropstellen. Het RUP zal ook x het besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1991,houdende vast- de voorwaarde opleggen dat rekening dient gehouden te worden met de ste- stelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (Vla- denbouwkundige verordening inzake afkoppelen van hemelwater. rem I); x het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene WINTERBED en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem I;I); x in de uitvoering van het mestactieplan ter zake (MAP). Niet van toepassing. Het zoneringstype betekend dat het indirect lozen, deponeren of opslaan op of in de bodem, het uitstrooien en het vervoeren van stoffen van lijst I of II van EROSIEGEVOELIGHEID gevaarlijke stoffen voor lozing in grondwater (VLAREM I bijlage 2c) verboden zijn. Nauwelijks aanwezig in en/of in de omgeving van het plangebied.

OVERSTROMINGSGEVOELIGHEID ZONERINGSKAART Het plangebied is mee opgenomen in de zoneringsplannen in het centraal Volgens de geografische indeling van het watersysteem bevindt het plange- gebied wat de woningen langsheen Fort betreft. bied zich niet in een risicozone voor overstroming. De groene zone betreft het collectief te optimaliseren buitengebied, de rode het individueel te optimaliseren buitengebied. Aangezien in het RUP wordt opgenomen dat de aanvraag tot een steden- bouwkundige vergunning getoetst moet worden aan de gewestelijke steden- bouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen,

293354, Revisie Pagina 68 van 135 Het algemene uitgangsprincipe is dat hemelwater op volgende wijze (in volg- orde van prioriteit) wordt aangewend:

1. opvang voor hergebruik; 2. infiltratie op eigen terrein; 3. buffering met vertraagd lozen in een oppervlaktewater of een kunst- matige afvoerweg voor hemelwater; 4. lozing in de regenwaterafvoerleiding (RWA) in de straat.

SIGNAALGEBIEDEN

Er zijn geen signaalgebieden die deel uitmaken van het plangebied of aanlig- gend gelegen zijn van het plangebied.

293354, Revisie Pagina 69 van 135 10.4 Resultaat onderzoek tot m.e.r. x Bodem en integraal waterbeleid:

Er werd een onderzoek tot m.e.r. opgemaakt om de milieu-impact van het q Er wordt verwacht dat de effecten van het RUP op de bodem weinig tot RUP te onderzoeken. Het onderzoek tot m.e.r. besluit dat de milieu-impact geen effect zullen hebben. Bovendien zal het RUP rekening houden van die aard is dat er geen plan-MER dient te worden opgemaakt. met de voorschriften zoals bepaald in de Vlarem-wetgeving. q De nodige maatregelen dienen te worden getroffen voor de afvoer van De dienst MER heeft hierover het uiteindelijke woord. Het screeningsdossier het afvalwater via een gescheiden rioleringsstelsel. wordt bij het RUP gevoegd. q Extra verhardingen in functie van parkeren, pleinen e.d. moeten zo ge- De conclusies uit het onderzoek tot m.e.r. worden hierna nog eens opgelijst: realiseerd worden dat de verhardingen worden beperkt tot het strikte minimum, zoals zones voor zware belastingen en/of veelvuldig gebruik, Voor de herbestemming die binnen het planologisch kader van het RUP zul- verhardingen boven ondergrondse constructies, en dergelijke. len kunnen gerealiseerd worden is er van rechtswege geen planMER-plicht q Bij de aanleg en heraanleg van verharde oppervlakte dienen de princi- gezien het gemeentelijk RUP: pes van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake infiltra- x (geen) kader vormt voor bijlage I of bijlage II of bijlage III projecten (over- tie en buffering van hemelwater toegepast te worden. eenkomstig art. 4.2.3 § 2.1 van het DABM); x geen kader vormt voor de noodzaak van een passende beoordeling (over- q Om de kwaliteit van het infiltrerend water in de beschermingszone type eenkomstig art. 4.2.1 – 2de lid van het DABM). III te kunnen controleren dienen er open infiltratievoorzieningen aange- legd te worden (grachten, wadi’s,…). Ondergrondse infiltratievoorzie- Er zijn ook geen aanzienlijke milieu-effecten te verwachten want: ningen worden niet toegelaten omdat controle op de kwaliteit en het x De impact van de bestemmingswijzigingen en de activiteiten die in dit pla- verwijderen van eventuele verontreinigingen veel moeilijker zijn. nologisch kader kunnen worden gerealiseerd hebben slechts een beperkte potentiële impact op de milieu-effecten. x Fauna en flora: x De beschermingen in de nabijheid worden niet aangetast, in het plan wor- q Bedoeling is om de bestaande waardevolle delen van het plangebied den maatregelen genomen naar het behoud ervan. groen te houden en het huidige terrein te behouden. Hierbij wordt het x Er zijn geen bijzondere kwetsbaarheden die de te verwachten milieu- huidige perceel in parkgebied bestendigd, de tuinen zullen zoveel mo- impact zwaarder zullen doen doorwegen. gelijk worden behouden. Er dient bijgevolg geen planMER opgemaakt te worden voor het RUP. q Er wordt opgelegd dat enkel uitbreidingen worden toegelaten binnen de binnen de logische grenzen van het Psychiatrisch centrum. Wel dienen een aantal aandachtspunten meegenomen te worden in de verde- q De beoordeling van de mogelijke hinder naar de belangrijke bescher- re uitwerking van het grafisch plan en de stedenbouwkundige voorschriften mingen zoals habitatrichtlijngebieden en dergelijke gebeurt in de voor- het RUP: toets.

293354, Revisie Pagina 70 van 135 q Het RUP neemt op dat bij aanplantingen van bomen, struiken en hagen 10.5 Register planbaten-planschade-compensatie gekozen moet worden uit streekeigen en standplaatsgebonden soorten. Planschade en –baten van toepassing op het RUP q Eventuele bijkomende bebouwing en/of verharding mag de biologische waarden van het plangebied niet bedreigen. Volgens art. 2.2.2 van de Codex Ruimtelijke Ordening dd. 27 maart 2009, dient in een RUP een register te worden opgenomen, al dan niet grafisch, van q Inperken van het ecotoopverlies door een goede landschappelijke in- de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanlei- passing. Hierbij wordt wel toegelaten alle bestaande constructies te be- ding kan geven tot een planschadevergoeding, vermeld in art. 2.6.1, een houden, waaronder een kapel en een serre. planbatenheffing, vermeld in artikel 2.6.4, of een compensatie, vermeld in boek 6, titel 2 of 3, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid. x Landschap en archeologie: q Aangeven hoe omgegaan dient te worden met de gebouwen opgeno- Normaliter is er planbaten van toepassing indien de bestemmingswijziging van een zone die onder de categorie van gebiedsaanduiding “landbouw” valt, men in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. In de stedenbouw- naar een zone die onder de categorie van gebiedsaanduiding “wonen” wordt kundige voorschriften moet een bepaalde bescherming worden gege- omgevormd maar wanneer het perceel de dag voorafgaand aan de inwerking- ven, waarbij wordt aangegeven hoe met de waardevolle elementen treding van het ruimtelijk uitvoeringsplan, dan wel het bijzonder plan van aan- dient omgegaan te worden, opdat deze een duurzame toekomst kunnen leg, een zonevreemde, hoofdzakelijk vergunde en niet-verkrotte woning be- krijgen. treft in de zin van artikel 4.4.10 is er geen planbatenheffing verschuldigd. Dit is hier het geval. x Landbouw: Voor wat betreft de herbestemming van 'agrarisch gebied' naar 'gebied voor q Er wordt verwacht dat de effecten van het RUP op de landbouw weinig gemeenschapsvoorzieningen' is er geen sprake van planbaten (cfr. VCRO), tot geen effect zullen hebben. noch van planschade.

Voor wat betreft de herbestemming van ‘agrarisch gebied’ naar ‘gebied voor x Mens: wonen’ is er wel sprake van mogelijke planbaten, de eigenaars krijgen echter geen extra bouwmogelijkheden. q Er wordt verwacht dat de effecten van het RUP op de mens weinig tot geen effect zullen hebben. Regelgeving omtrent kapitaal- of gebruikersschade:

Het dossier onderzoek tot m.e.r. en de resultaten ervan worden opgenomen in - De regeling over de kapitaalschadecompensatie is te vinden in artikel 6.2.1 het verder besluitvormingsproces over het RUP. tot en met 6.3.3 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid. De voorwaarden, de randvoorwaarden en de wijze waarop de vergoedingen bepaald worden, zijn geregeld in het besluit van de Vlaamse

293354, Revisie Pagina 71 van 135 Regering van 3 juli 2009 houdende de oprichting van de kapitaalschadecom- missies en tot regeling van de kapitaalschadecompensatie.

- De regeling van de gebruikerscompensatie is te vinden in het decreet van 27 maart 2009 houdende vaststelling van een kader voor de gebruikerscompen- satie bij bestemmingswijzigingen, overdrukken en erfdienstbaarheden tot openbaar nut. De voorwaarden, de randvoorwaarden en de wijze waarop de vergoedingen bepaald worden, zijn geregeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 houdende vaststelling van een kader voor gebrui- kerscompensatie bij bestemmingswijzigingen, overdrukken en erfdienstbaar- heden van openbaar nut.

293354, Revisie Pagina 72 van 135 ONDERZOEK TOT m.e.r.

293354, Revisie Pagina 73 van 135 1 INLEIDING 1.1 Alternatieven

Voor dit plan is enkel het nulalternatief mogelijk, gezien de specifieke locatie- gebonden factoren. Een dergelijke campus werkt pas optimaal indien alle faci- liteiten geclusterd zijn gelegen. Bovendien is het geheel als campus opgenomen op de inventaris onroerend erfgoed.

Het nulalternatief houdt in dat er geen gevolg wordt gegeven aan enkele uit- spraak die gedaan zijn in het richtinggevend gedeelte van het GRS: Met de inwerkingtreding van het besluit van de Vlaamse regering van 11 april x Zo zullen enkele delen van het plangebeid hierdoor in een niet-geëigende 2008 is er meer duidelijkheid geschapen omtrent de integratie van milieueffec- zone blijven liggen, waardoor dit bij de aanvraag van vergunningen tot tenrapportage (m.e.r.) in het planproces van een ruimtelijk uitvoeringsplan problemen kan leiden. (RUP). x Ook de uitbreidingen die worden voorzien in het RUP werden zo opgeno- men in het richtinggevend gedeelte van het GRS. Vanaf 1 juni 2008 dient er bij de opmaak van RUP’s formeel rekening gehou- x De inkleding van het geheel in zijn omgeving wordt ook beschreven in het den te worden met het onderzoek van milieueffecten die de realisatie van de GRS. bestemmingen in dit RUP kunnen teweegbrengen. In de praktijk betekent dit dat voor elk RUP minimaal een ‘onderzoek tot m.e.r.’ dient uitgevoerd te wor- Gezien de directe link tussen te bestendigen en uit te breiden faciliteiten zal den. instituut ook bestemmingsmatig in zijn geheel kunnen worden bekeken. De resultaten van het ‘onderzoek tot m.e.r.’ geven aan of de opmaak van een plan-MER al dan niet noodzakelijk is. Bijkomend worden de resultaten aan- Ook het opnemen van de woningen ten zuiden van het plangebied is plaats- gewend om de ruimtelijke keuzes die in de RUP’s gemaakt worden inhoudelijk gebonden, gezien de opname hiervan het gevolg is van de opwaardering van te versterken en te onderbouwen. parking Aanwijs als toegang tot Bulskampveld.

Het document is opgebouwd uit volgende stappen: Indien het RUP niet wordt opgemaakt, zorgt dit voor een stand still, die niet kan anticiperen op en voorwaarden kan stellen voor de ontwikkelingen die het x Aftoetsing m.e.r.-plicht van rechtswege psychiatrisch centrum en zijn omgeving meemaken. x Scoping van milieu-effecten 1.2 Grensoverschrijdende effecten x Verdere noodzakelijke uitdieping van bepaalde aspecten per cluster x Eindconclusie Gezien de ligging van het plangebied en de aard van het RUP zijn er geen grensoverschrijdende effecten te verwachten.

293354, Revisie Pagina 74 van 135 1.3 Initiatiefnemer

Gemeentebestuur Beernem Bloemendalestraat 112 B – 8730 Beernem

1.4 Resultaten raadpleging

Lijst adviesinstanties voor SCRPL13187 – RUP Psychiatrisch Centrum te Beernem Aanpassingen n.a.v. de opmerkingen worden aangeduid met een blauwe kleur. Andere aanpassingen n.a.v. de plenaire vergadering, die reeds werd georganiseerd, werden niet in kleur aangeduid. Adviesinstantie Dienst Opmerking Aanpassing in RUP

Provinciebestuur West- Dienst Ruimtelijke Planning Gunstig, Vlaanderen Enkele bemerkingen in de screening die geen invloed hebben op de motiveringen in de nota. x Zowel bij de beschrijving van de alternatieven p65 Desbetreffende hoofdstukken worden aangepast n.a.v. als bij de aangegeven activiteiten p 66 worden de de opmerking. bestaande toestand en de geplande activiteiten niet duidelijk weergegeven. x Bij de motivering p67 wordt gesteld dat tussen het Desbetreffende nuance wordt aangevuld. plangebied en de SBZ geen directe relaties zijn. Dit is niet helemaal correct. De horeca die wordt voor- zien is juist i.f.v. de SBZ.

ANB - West-Vlaanderen Gunstig zonder opmerkingen

293354, Revisie Pagina 75 van 135 VLM Regio West Gunstig, VLM raadt aan om de perimeter van het RUP ruimer te nemen, zodanig dat: x De park- en groenfuncties in de omgeving (in ei- Het RUP wordt niet opgemaakt i.f.v. het landinrich- gendom van PC Sint-Amandus) die zijn gelegen in tingsproject, maar wel i.f.v. de werking van het aan- agrarisch gebied mee kunnen genomen worden in eensluitend gehele instituut Psychiatrisch centrum. het RUP (vb. visvijver, de huidige buffer,…). x De bestaande bebouwing t.h.v. het kruispunt Aan- De reden waarom niet alle bebouwing langs het kruis- wijs de extra mogelijkheden tot RECA zou kunnen punt zijn opgenomen, maar enkel deze percelen aan- krijgen. sluitend bij het PC: x Het gebied morfologisch duidelijk aansluit bij het PC x De beoogde horeca ook gericht zal zijn op het PC x Eén van de twee huidige panden bewoond wordt door mensen verbonden met het PC. x De weg Blommeke is openbaar qua gebruik, maar Het eigendomsstatuut zou niet veranderen door dit in privaat van eigendom. Het RUP zou de weg een het RUP mee op te nemen, enkel de bestemming. openbaar eigendomsstatuut kunnen geven. (voor- We nemen enkel deze gebieden mee op, die onlosma- zien in het inrichtingsplan Sint-Amandus en een kelijk aan de werking van het instituut gekoppeld kun- taakstelling toegewezen aan de gemeente Beer- nen worden. nem.)

293354, Revisie Pagina 76 van 135 Departement Landbouw en Afdeling Duurzame Land- Voorwaardelijk gunstig op voorwaarde dat aan volgen- Visserij bouwontwikkeling West- de opmerkingen wordt voldaan: Vlaanderen x De maatregelen die genomen zouden worden om het overtollige regenwater te bufferen en/of ver- traagd af te voeren, dienen binnen de grenzen van het plangebied voorzien te worden. In geen geval kan het omliggend agrarisch gebied hiermee belast worden x Binnen het gebied is een landbouwperceel aanwe- zig dat in landbouwgebruik is. In uitvoering van het RUP en gelet op de instantie die het perceel regi- streert, zal er het RUP weinig effect hebben op de bedrijfsvoering en dient dit niet verder onderzocht te worden.

Ruimte Vlaanderen – APL Gunstig zonder opmerkingen - West-Vlaanderen Onroerend Erfgoed - West- Gunstig Vlaanderen Enkel in het zuiden van het plangebied werd een pro- Er zal in de verdere procedure zeker rekening worden jectzone voorgesteld met tegenstrijdige voorschriften. gehouden met dit feit, er is verkeerdelijk herbouw ge- Hoe zal hier mee omgegaan worden ? schreven waar verbouw bedoeld werd.

In de screening op p. 87 wordt gesteld dat er een visie De tekst is aangepast, zodat duidelijk beschreven uitgewerkt is voor de architectuur van de gebouwen in wordt dat het een overleg met desbetreffende diensten samenwerking met ons. M’n collega weet enkel van betreft waarop de architectuur van de gebouwen werd een gesprek dat in het verleden heeft plaatsgevonden. besproken. Een overleg waaruit een ongeschreven Een ‘visienota’ is er volgens ons nooit opgemaakt, of visie ontstaan is, waarbinnen dit RUP steeds gekaderd lees ik het verkeerd ? blijft. Onderling overleg met de betrokken erfgoeddien- sten is nog steeds aangewezen en noodzakelijk is.

Agentschap Wonen- Afdeling Wonen Gunstig zonder opmerkingen Vlaanderen

293354, Revisie Pagina 77 van 135 Departement MOW t.a.v. Fernand Desmyter, se- Gunstig. cretaris-generaal Er zijn geen opmerkingen op het deel verzoek tot raadpleging. Er zijn enkele opmerkingen op de andere delen van de nota: x p 23: Er zijn wel secundaire wegen ter hoogte van Ok, wordt aangepast het plangebied, nl. secundaire weg type II N370 sluit aan bij het projectgebied. x p 33: Het herleggen van de bushaltes dient verder Ok, wordt aangepast afgetoetst te worden met de vertegenwoordigers van De Lijn x p 51: In de nota wordt nergens vermeld over hoe- veel parkeerplaatsen het precies gaat. Is er zicht op Hoofdstuk 7, 7.2 ‘huidige ruimtelijke structuur’ en de parkeerbehoefte en hoe werd deze dan inge- hoofdstuk 8, 8.2 ‘behouden bestaande kwaliteiten’ schat? worden aangevuld i.f.v. van de opmerkingen. x De bereikbaarheid van het PC en maatregelen op het plangebied wordt onderbelicht (fietsbereikbaar- Ook de voorschriften zullen n.a.v. deze opmerkingen heid, fietsstallingen – cijfermatig bepaald, stimule- aangepast worden. ren van fietsen naar het werk – vergoedingen e.d., …) x Kan er een inschatting worden gemaakt van het bijkomend aantal verkeersbewegingen ten gevolge van de bijkomende ontwikkelingen / weerslag op de capaciteit en doorstroming van de gewestweg.

OVAM Afdeling Bodembeheer, Gunstig, Dienst Databeheer Er worden enkele standaardopmerkingen en informa- tie omtrent bodemattesten gegeven VMM Afdeling Operationeel Water- Gunstig beheer De voorziene maatregelen om kwaliteitscontrole moge- Ok, hiermee zal rekening gehouden worden. lijk te maken, dienen ook bindend opgelegd te worden in de voorschriften.

293354, Revisie Pagina 78 van 135 2 Aftoetsing plan-MER-plicht van Het plan biedt het kader voor de toekenning van een vergunning voor een rechtswege project opgesomd in bijlage I, II of III van het project-m.e.r.-besluit. Het RUP bepaalt echter het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau, waarbij voornamelijk de huidige toestand wordt bestendigd en een kleine wijziging wordt doorgevoerd. Naast het zone-eigen maken van de huidige en de ge- plande activiteiten van het Psychiatrisch Centrum, biedt het RUP eveneens de mogelijkheid voor horeca, het oprichten van nieuwe woonzorgfuncties en voor de nieuwe ontwikkeling van alternatieve woonvormen. Aangezien deze ont- wikkelingen beschouwd kunnen worden als ‘stadsontwikkeling’ en het RUP slechts een kleine wijziging inhoudt, is het RUP screeningsgerechtigd.

2.3 Noodzaak tot passende beoordeling 2.1 DABM van toepassing 2.3.1 Inleiding Het Ruimtelijk uitvoeringsplan vormt het kader voor het toekennen van ste- denbouwkundige vergunningen. Het RUP valt dus onder de definitie van een De passende beoordeling wordt voorgeschreven volgens artikel 36ter van het plan of programma en onder het toepassingsgebied zoals gedefinieerd in het decreet Natuurbehoud, en is van toepassing indien het plan betekenisvolle Decreet houdende de Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid (DABM). impact kan hebben op speciale beschermingszones. Met speciale bescher- mingszones worden de habitatrichtlijnen en de vogelrichtlijngebieden bedoeld. Samen vormen zij het Natura2000 gebied. Voor deze gebieden gelden een 2.2 Plan-MER plicht aantal verplichtingen zoals het uitvoeren van beschermingsmaatregelen, de monitoring van effecten (ook van activiteiten buiten het gebied zelf, maar met Er dient te worden afgetoetst of het RUP het kader kan vormen voor de toe- invloed op het gebied) en het opstellen van een passende beoordeling. kenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlagen I, II en III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, aangevuld Ten gevolge van de decreetswijziging van de plan-MER regelgeving van 8 met het besluit van 1 maart 2013, houdende vaststelling van categorieën van mei 2009 heeft de initiatiefnemer van een plan, ook in het geval dat voor een projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage (B.S. 17/02/2005). plan een passende beoordeling noodzakelijk is, de mogelijkheid via een on- derzoek tot m.e.r. aan te tonen dat ten gevolge van het plan geen aanzienlijke De activiteiten die binnen het planologische kader van het RUP zullen kunnen milieueffecten mogelijk zijn indien het plan een klein gebied op lokaal niveau gerealiseerd worden, zijn: betreft of een kleine wijziging inhoudt. Bij noodzaak van een passende beoor- x Wonen met horeca deling dient in het onderzoek tot m.e.r. dan ook aangetoond te worden dat het x Gemeenschapsvoorzieningen plan een klein gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging betreft. Indien x Groen dit niet het geval is, moet een plan-MER worden opgemaakt:

293354, Revisie Pagina 79 van 135 x Het plangebied is niet gelegen in een speciale beschermingszone (SBZ). Nachtegaal. De vijvers zijn van groot belang voor de zeldzame Poelkikker en x Het plangebied is wel aangrenzend gelegen aan een SBZ, nl. het habita- libellen, zoals de Viervlek en de Smaragdlibel. trichtlijngebied S “Bossen, heiden en valleigebieden van zandig Vlaande- ren: westelijk deel” (BE2500004). 2.3.3 Motivering

Om de waarde van dit habitatrichtlijngebied weer te geven is het noodzakelijk x Tussen het plangebied en het SBZ is slechts één grote relatie, nl. de hore- ook te vermelden dat aanliggend gebied ook deel uitmaakt van een Vlaams ca die in dit RUP wordt voorzien, is i.f.v. de SBZ Bulskampveld. Ecologisch Netwerk (VEN) en in beperkte mate erkend is als natuurreservaat: x Behalve deze schakel gaat het duidelijk over twee ruimtelijk duidelijk afge- x VEN “De Valleien, bossen en heiderelicten van de oostelijke Brugse veld- bakende sites, met een zeer verschillende ruimtelijke inrichting, waarbij bij zone” (GEN120); beide plangebieden de nieuwe ontwikkelingen zich ter hoogte van het x erkend natuurreservaat “Heideveld-Bornebeek” (E-348). kruispunt tussen de Reigerlostraat en de Heirweg bevinden.

2.3.2 Beschrijving gebied

Het deelgebied van dit SBZ-H, dat grenst aan het voorliggend plangebied, betreft het Bulskampveld-Lippensgoed. Het is het grootste aaneengesloten bosgebied in West-Vlaanderen. In het Bulskampveld domineren naaldbomen zoals Grove den, Corsicaanse den, Lork en Douglasspar. Inheemse loofbo- men, zoals Zomereik, Ruwe berk, Beuk, Vuilboom en Wilde lijsterbes, winnen er stilaan terrein. In de struik- en kruidlaag komen er ondermeer Bleeksporig bosviooltje, Ruige veldbies, Braam, Adelaarsvaren, Valse salie en mossen voor. Sporen van de vroegere heidebegroeiing vind je vooral in de dreefber- men, op kapvlaktes en in het erkend natuurreservaat “Heideveld-Bornebeek”, beheerd door Natuurpunt.

Binnen het domeinbos ligt nog een groot vengebied (25 ha, Eendeputten of Aanwijsputten). er komen heel wat waterminnende planten, zoals Ronde zon- nedauw, Moeraswolfsklauw en Gewone dopheide, voor.

Het heide- en boslandschap kan heel wat schuchtere dieren, zoals Levendba- rende hagedis en Ree, bekoren. Het bosgebied vormt het habitat voor o.a. diverse spechten, zoals de Grote bonte specht, de Groene specht en de Zwarte specht, roofvogels, zoals de Buizerd, de Sperwer, de Bosuil, de Boomvalk, de Torenvalk en de Havik, en talrijke zangvogels, waaronder de

293354, Revisie Pagina 80 van 135 x De Heirweg vormt de grens tussen beide gebieden, de dynamiek op deze locatie is laag, waardoor er geen hinder aanwezig is richting SBZ. x Het psychiatrisch centrum is een historisch gegroeide site, met een groene inrichting (bomenrijen, kleine groenstructuren, …).

Er worden ook enkele milderende maatregelen getroffen: x Om de dynamiek op het gedeelte van de Heirweg, gelegen langsheen de SBZ niet te verhogen, wordt niet toegelaten dat er extra toegangen voor gemotoriseerd verkeer tot deze weg worden ingericht vanuit de site psy- chiatrisch centrum. x Om te benadrukken dat de dynamiek binnen het plangebied zo laag moge- lijk dient te zijn ter hoogte van de grens met de SBZ, wordt hier een zone ingetekend waarbij geen bebouw en verharding kan toegelaten worden en waarbij een landschappelijke overgang aanwezig dient te zijn. x Ter hoogte van de reeds gebouwde gebieden wordt dit beperkt tot het mo- gelijke, namelijk als ‘te versterken dreefstructuur’. x De dynamiek in het grootste gedeelte van het plangebied wordt zoveel als mogelijk beperkt, de aanwezige bebouwing wordt in zijn geheel opgeno- men in de inventaris bouwkundig erfgoed. Aanpassingen gebeuren steeds in samenspraak met onroerend erfgoed. x Binnen het plangebied wordt vooral het behoud van de huidige toestand beoogd, dit wordt vertaald in maximale oppervlakte aan verharding, be- bouwing e.d. x Het groene karakter binnen het plangebied wordt zoveel mogelijk behou- den, hieromtrent worden volgende overdrukken opgenomen: q te behouden en te versterken groenstructuur; q te versterken dreven.

Figuur 23: situering Habitatrichtlijngebieden

293354, Revisie Pagina 81 van 135 2.3.4 Besluit

Volgende eindconclusie wordt getrokken: x Ten aanzien van de beschermde habitats en soorten van de Habitatricht- lijn en de Vogelrichtlijn, VEN, worden gezien de aard van deze plangebie- den (bestendiging van de bestaande toestand) en omwille van de milde- rende maatregelen geen negatieve effecten verwacht. x Het plan zal geen verstorend effect hebben.

2.4 Conclusie aftoetsing plan-MER plicht

Het RUP valt onder de definitie van een plan of programma en onder het toe- passingsgebied zoals gedefinieerd in het Decreet houdende de Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid (DABM). Gezien het onderzoek tot noodzaak passende beoordeling blijkt dat er geen passende beoordeling noodzakelijk is en het plan een klein gebied op lokaal niveau inhoud en het plangebied en zijn directe omgeving niet in habitat- of vogelrichtlijngebied is gelegen, is er geen passende beoordeling noodzakelijk. Het plan vormt niet het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I,II of III van het project-m.e.r.-besluit van 10 december 2004, aangevuld met het besluit van 1 maart.

Het RUP is derhalve screeningsgerechtigd.

293354, Revisie Pagina 82 van 135 2.5 Kwetsbare gebieden 2.5.1 Relevantie voor de diverse milieudisciplines De aanwezigheid van bijzonder beschermde gebieden geeft weliswaar een idee van belangrijke te beschermen waarden, maar geeft vaak onvoldoende Aangezien voorgaande werkwijze de specifieke eigenheid van het gebied de kwetsbaarheid van een gebied weer. De kwetsbaarheid van een gebied is slechts beperkt in rekening brengt, wordt er uitgegaan van het voorzorgsbe- echter mede bepalend voor de te verwachten milieueffecten. Een gedetail- ginsel op dit vlak. Dit betekent dat – als er twijfel is over de kwetsbaarheid van leerde beschrijving van de kenmerken van het plangebied is in dit stadium van – er wordt uitgegaan van een ‘worst case’ inschatting van de kwetsbaarheid. het onderzoek niet zinvol. Daarom wordt de kwetsbaarheid van het plange- bied gekarakteriseerd aan de hand van beschikbaar kaartmateriaal, dat een Rekening houdend met de aard van het plan, de aanwezige en geplande ont- ruwe indicatie hiervan weergeeft. wikkelingen in de omgeving en de aard van/afstand tot kwetsbare gebieden, wordt het risico op milieueffecten beoordeeld en worden eventueel maatrege- Om de kwetsbaarheid in kaart te brengen, raadplegen we volgend kaartmate- len voorgesteld per relevante milieudiscipline die eventuele (aanzienlijke) mili- riaal: eu-effecten moeten voorkomen. x Overstromingskaart, watertoetskaart en waterlopenkaart; x Volgens de bodemkaart aangegeven gebieden met een zeer slechte De bespreking gebeurt dus aan de hand van de verschillende milieudiscipli- drainage en/of een bijzondere gevoeligheid (zeer natte grodnen – nes: bodem en grondwater, oppervlaktewater, fauna & flora, landschap, drainageklasse f, g of i – en veen- en poelgronden); bouwkundig erfgoed & archeologie, mens-socio-organisatorische aspecten x Volgens de biologische waarderingskaart waardevolle of zeer waar- (met inbegrip van mens zelf, landbouw, verkeer geluid, lucht, devolle gebieden; …).Onderstaande tabel geeft de relevantie van de diverse milieudisciplines x Volgens de landschapsatlas aangegeven relictzones en ankerplaat- per type van bijzonder beschermde of kwetsbare gebieden weer. Voor de dis- sen – eventueel aangevuld met informatie uit de inventaris van het ciplines zonder X wordt – op basis van de eerste screening – verwacht dat bouwkundig erfgoed en de centraal archeologische inventaris (CAI); een bespreking van deze disciplines beperkt tot niet relevant is in functie van x Stiltegebieden; mogelijke effecten ten aanzien van de bijzondere bescherming of kwetsbare x Volgens de landbouwtyperingskaart aangegeven landbouwgronden gebieden. met een hoge of zeer hoge waardering; x Landbouwgronden gelegen binnen de herbevestigde agrarische ge- Disciplines met (X) kunnen evenwel in sommige gevallen nuttige informatie bieden (HAG’s); aanleveren in functie van disciplines met X of kunnen – weliswaar eerder on- x Volgens topografische kaarten en gewestplan aangegeven wooncon- dergeschikte – indirecte effecten omvatten. In dat geval kunnen ze summier centraties. worden uitgewerkt – ondermeer in functie van de noodzaak voor andere dis- ciplines (bvb discipline bodem in functie van de discipline water). Een uitzon- Eventuele verkeersgeneratie kan een invloed hebben op de disciplines geluid, dering vormt de discipline mobiliteit. Voor deze discipline worden alle ontwik- mobiliteit, lucht, mens, en fauna & flora. kelingen die een belangrijk verkeersgenererend karakter (kunnen) hebben tevens opgenomen bij de beoordeling. Externe mensveiligheid wordt als een afzonderlijk hoofdstuk behandeld.

293354, Revisie Pagina 83 van 135 Disciplines g i d r e i e n t g u a o k l w o r - w e e d u t h o n a c b o a r w r r a , e g o t l p n k n F a t e a i e l h e & d v c t i r m e d a s t l i i e s e o n d h u b p n d l g c u n f o e p e o a a u r B O F L e M G L M

Bijzonder beschermd gebied

Speciale beschermingszones, Ramsar-gebieden, VEN-gebieden, beschermde duingebieden, natuurgebieden, bosgebieden, agrarische gebieden (X) (X) X (X) (X) met ecologisch belang of ecologische waarde Valleigebieden, brongebieden X X (X) Overstromingsgebieden X Waterwingebieden X X Beschermd landschap, stads- of dorpsgezicht, monument of archeologische zone, erfgoedlandschap X Kwetsbare gebieden Overstromingsgevoelige gebieden, (Open) gerangschikte waterlopen X Drainageklasse f, g of I of poelgronden (bodemkaart) X Waardevolle of zeer waardevolle gebieden (BWK) (X) (X) X (X) (X) Relictzones en ankerplaatsen (landschapsatlas), inventaris bouwkundig erfgoed en CAI X Stiltegebieden X Woonconcentraties (X) (X) (X) X Landbouwgronden met een hoge of zeer hoge waardering (landbouwtyperingskaart) of aangeduid als HAG X

X: bespreking discipline is direct en in belangrijke mate relevant in functie van mogelijke aanzienlijke effecten; (X): bespreking discipline is mogelijk in belangrijke mate relevant in functie van mogelijke indirecte aanzienlijke effecten (bijvoorbeeld de disciplines geluid en water in functie van de mogelijke impact op natuurgebied).

293354, Revisie Pagina 84 van 135 2.6 Discipline Bodem en Water

In functie van de opmaak van het dossier ‘afkoppeling van hemelwater voor de gebouwen en terreinen van het Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus’, werd reeds heel wat onderzoek verricht voor de waterhuishouding. We verwij- zen dus bij dit onderdeel ook soms naar dit document.

2.6.1 Beschrijving en analyse plangebied

Bijzonder beschermde gebieden

Het plangebied ligt deels in beschermingszone III rond de openbare drinkwa- terwinning van Beernem. De specifieke regeling van handelingen binnen wa- terwingebied en de beschermingszone (I,) II en III is terug te vinden in: x het besluit van de Vlaamse Regering, dd. 27 maart 1985, houdende re- glementeringen van de handelingen binnen de waterwingebieden en de beschermingzones; x het besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1991,houdende vast- stelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (Vla- rem I); x het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem I;I); x in de uitvoering van het mestactieplan ter zake (MAP).

Het zoneringstype betekend dat het indirect lozen, deponeren of opslaan op of in de bodem, het uitstrooien en het vervoeren van stoffen van lijst I of II van gevaarlijke stoffen voor lozing in grondwater (VLAREM I bijlage 2c) verboden zijn.

Om de kwaliteit van het infiltrerend water in de beschermingszone type III te kunnen controleren dienen er open infiltratievoorzieningen aangelegd te wor- den (grachten, wadi’s,…). Ondergrondse infiltratievoorzieningen worden niet toegelaten omdat controle op de kwaliteit en het verwijderen van eventuele Figuur 24: Waterwingebied ‘Beernem’ verontreinigingen veel moeilijker zijn.

293354, Revisie Pagina 85 van 135 Bodemonderzoek

Voor de site van het psychiatrisch centrum (dossiernummer 12679) werden in het laatste decennium een oriënterend bodemonderzoek (OBO, 2005) en twee beschrijvende bodemonderzoeken (BBO, 2009 en 2011) uitgevoerd.

De percelen 306 X, 306 W en 299 D dienen op basis van het oriënterend en het beschrijvend bodemonderzoek opgenomen in het register van verontrei- nigde gronden. In de onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de verschillende verontreinigingen op de site van het psychiatrisch centrum:

Situering Perceelnr. Omschrijving verontreiniging(en) Status Kleine kapel 306 X - nieuwe verontreiniging van het vaste deel - bodemsanering is van de bodem en het grondwater t.h.v. de noodzakelijk ondergrondse stookolietank Grote Kapel 306 X - historische verontreiniging t.h.v. de onder- - bodemsanering is grondse stookolietank noodzakelijk - vaste deel van de bodem met minerale olie - grondwater met minerale olie en BTEX Sporthal 306 X - nieuwe verontreiniging van het vaste deel - bodemsanering is van de bodem en het grondwater met mine- noodzakelijk rale olie t.h.v. de ondergrondse stookolietank gebouw Heilig 306 X - gemengde, overwegend historische veront- - bodemsanering is Hart reiniging van het vaste deel van de bodem niet noodzakelijk met minerale olie t.h.v. het vulpunt van de twee stookolietanks in de kelder van het gebouw gebouw Sint- 306 W - nieuwe verontreiniging van het vaste deel - bodemsanering is Arnoldus van de bodem en het grondwater met mine- noodzakelijk rale olie t.h.v. de ondergrondse stookolietank achter de 299 D - gemengde, overwegend historische veront- - bodemsanering is serre reiniging van het vaste deel van de bodem noodzakelijk met minerale olie t.h.v. de verdeelinstallatie van de reservetank voor stookolie Figuur 25: Bodemkaart

293354, Revisie Pagina 86 van 135 Bodem en drainage

Het plangebied is gelegen in de zandstreek. Het plangebied en zijn omgeving omvatten overwegend vochtige zandbodems.

Het plangebied wordt grotendeels aangeduid als antropogene gronden. De antropogene grond refereert aan de invloed van menselijke activiteiten op de grond.

De meest gevoelige bodems zijn diegene met drainageklassen f, g, h of i. De- ze bodemsoorten komen niet voor in het plangebied. De drainageklasse van de antropogene grond is evenwel niet bepaald.

Uit de resultaten van een aantal boorstaten, uitgevoerd t.h.v. en nabij het plangebied, blijkt de volgende geologische opbouw:

Diepte Afzettingen Omschrijving (m-mv) 4 à 7 Quartaire afzettingen (grijs)geel zand 20 à 29 Lid van Vlierzele (Formatie van (grijs)groen fijn zand, lokaal kleihoudend Gentbrugge) 24 à 30 Lid van (Formatie van grijsgroene, sterk zandhoudende klei, met lokaal Gentbrugge) zandsteenbanken (veldsteen) 29 à 33,5 Lid van Merelbeke (Formatie van blauwgrijze tot donkergrijze klei met dunne zand- Gentbrugge) lenzen 39 - 52 Lid van Egem (Formatie van ) grijsgroen, zeer fijn zand met kleilagen en zand- steenbanken

293354, Revisie Pagina 87 van 135 Grondwater

Bij het opstellen van het OBO (zie eerder) werd de grondwaterstand opgeme- ten. Hieruit blijkt dat het grondwater in het plangebied terug te vinden is op ca. 0,25 tot 3 m-mv. Lokaal komt het grondwater zelfs boven het maaiveld uit. Nabij het plangebied bevindt zich langs de Heirweg op ca. 900 m ten westen een meetpunt (155/73/48) van het Grondwatermeetnet (dov.vlaanderen.be). Uit de gegevens van dit meetpunt blijkt dat de grondwaterstand er varieert van 1,38 tot 2,78 m-mv. De nota dossier ‘afkoppeling van hemelwater voor de gebouwen en terreinen van het Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus’ haalt een mail aan van het Agentschap Natuur en Bos-West –Vlaanderen (dd 29-11-2013) waarin ge- meld wordt dat er geen concreet aantoonbare verdrogingseffecten werden vastgesteld in de omliggende waardevolle gebieden. Gezien de aard van het RUP en het feit dat het op te pompen volume zal niet vergroten, zullen er geen effecten op het grondwater zijn.

Oppervlaktewater

Het plangebied behoort tot het bekken van de Brugse Polders, meer bepaald het deelbekken van de Rivierbeek. Het gebied ten oosten van de N370/ Rei- gerlostraat behoort tot het deelbekken van de Brugse Vaart. Het gebied watert in hoofdzaak af naar de Bulskampveldbeek (WO.15., 3de categorie). Het zuidelijk deel van het plangebied watert via een naamloze wa- terloop af naar de Bornebeek (WO.11., 2de categorie). De waterkwaliteits- doelstelling van deze waterlopen is basiskwaliteit. De percelen van het plangebied zijn op de Watertoetskaart aangeduid als niet overstromingsgevoelig. Lokaal in de valleigebieden komen er een aantal per- celen voor die aangeduid zijn als mogelijks overstromingsgevoelig.

Winterbed

Het plangebied ligt niet in de winterbedding van een waterloop.

Figuur 26: Watertoetskaart met situering van de Waterlopen

293354, Revisie Pagina 88 van 135 Zoneringsplan Vlaamse Milieu Maatschappij

Het plangebied is volledig mee opgenomen in het centraal gebied op het zo- neringsplan van de VMM. Dit houdt in dat het plangebied reeds aangesloten is op een zuiveringsstation.

Volgende zaken zijn van toepassing voor het centraal gebied: x Aansluitingsplicht: Als de woning gelegen is in het centraal gebied, dan is er in de straat afvalwaterriolering aanwezig die verbonden is met een ope- rationele waterzuiveringsinstallatie. In dit gebied is men verplicht om het afvalwater aan te sluiten op de afvalwaterriool. Hiervan kan enkel worden afgeweken als deze aansluiting dient te gebeuren via gronden van derden. In dat geval moet een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (IBA) geïnstalleerd worden. Een aansluiting van het afvalwater op de af- valwaterriool via een pomp is technisch haalbaar en is dus geen reden om af te wijken van de aansluitingsplicht. x Scheiding van afvalwater en hemelwater: De rioleringsaansluiting is af- hankelijk van het rioleringsstelsel in de straat en de ouderdom van de wo- ning. Sinds 1999 bestaat er in Vlaanderen een stedenbouwkundige veror- dening die verplicht om bij nieuwbouw en verbouwingen het afvalwater en het hemelwater op eigen terrein te scheiden en een hemelwaterput te voorzien. Afhankelijk van het rioleringsstelsel wordt het afvalwater en het hemelwater gescheiden geloosd of nog gemengd op één riool. Bij renova- tie of heraanleg van de riool in de straat zal de optimale scheiding van af- valwater en hemelwater worden nagestreefd. Afvalwater en hemelwater moeten gescheiden zijn op het ogenblik dat de rioleringswerken in de straat zijn uitgevoerd.

De scheiding van afvalwater en hemelwater dient te gebeuren volgens de volgende regels: q voor bestaande gebouwen in een gesloten bebouwing is, bij de aanleg van een gescheiden riolering, de scheiding tussen het afvalwater en het hemelwater, afkomstig van dakvlakken en grondvlakken, enkel verplicht indien daarvoor geen leidingen onder of door het gebouw moeten wor- den aangelegd; Figuur 27: Zoneringsplan Vlaamse Milieu Maatschappij

293354, Revisie Pagina 89 van 135 q voor bestaande gebouwen in een (half)open bebouwing is, bij de aanleg koppeling van het gebied. Hierbij wordt zoveel als mogelijk gestreefd naar een van een gescheiden riolering, een volledige scheiding van het afvalwa- opvang voor herbruik en infiltratie op eigen terrein. ter en het hemelwater verplicht; q voor nieuwe gebouwen of bij grondige verbouwingen is een volledige Signaalgebieden: scheiding van het afvalwater en het hemelwater en de bouw van een hemelwaterput steeds verplicht. Er zijn geen signaalgebieden in of in de onmiddellijke omgeving van het plan- gebied gelegen. Scheiding van hemelwater en afvalwater en hergebruik van hemelwater is de sleutelfactor om te komen tot een efficiënt en duurzaam (afval)waterbeleid. Dit zorgt immers voor: 2.6.2 Algemene beoordeling discipline bodem en water x een verdere aanvulling van de grondwatertafel, zodat onze watervoorra- den gegarandeerd blijven; x De nodige maatregelen dienen te worden getroffen voor de afvoer van het x een vermindering van de overstortfrequentie, zodat er bij hevige regenval afvalwater via een gescheiden rioleringsstelsel. minder riolen gaan overstorten in oppervlaktewater, waardoor de water- x Extra verhardingen in functie van parkeren, pleinen e.d. moeten worden kwaliteit dus verbetert; beperkt tot een minimum, daarom dient een maximale oppervlakte aan x een verminderde menging van het afvalwater en proper hemelwater, zodat verharding worden opgelegd,die slechts een beperkte uitbreiding toelaat. het onverdunde afvalwater efficiënter kan getransporteerd en gezuiverd x Nieuwe verhardingen moeten zoveel mogelijk worden aangelegd in water- worden. Wat dus zowel economisch als ecologisch voordelig is; doorlatende verhardingen x een lager drinkwaterverbruik. Wanneer u gratis hemelwater gaat gebrui- x Bij de aanleg en heraanleg van verharde oppervlakte dienen de principes ken, in plaats van drinkwater, reduceert u het gebruik van dit kostbare van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake infiltratie en drinkwater en kan u een belangrijke besparing realiseren op de drinkwater- buffering van hemelwater toegepast te worden. factuur. x Ondergrondse constructies die bemalingen met zich meebrengen zijn niet toegestaan, tenzij bij de bouwaanvraag kan worden aangetoond dat met Het algemene uitgangsprincipe is dat hemelwater op volgende wijze (in volg- een gesloten bouwput en een retourbemaling de grondwaterstromingen en orde van prioriteit) wordt aangewend: de grondwaterkwaliteit niet significant zullen wijzigen in de directe en on- x opvang voor hergebruik; middellijke omgeving van de bouwput en daar buiten. x infiltratie op eigen terrein; x Om de kwaliteit van het infiltrerend water in de beschermingszone type III x buffering met vertraagd lozen in een oppervlaktewater of een kunstmatige te kunnen controleren dienen er open infiltratievoorzieningen aangelegd te afvoerweg voor hemelwater; worden (grachten, wadi’s,…). Ondergrondse infiltratievoorzieningen wor- x lozing in de regenwaterafvoerleiding (RWA) in de straat. den niet toegelaten omdat controle op de kwaliteit en het verwijderen van eventuele verontreinigingen veel moeilijker zijn. Vanuit het feit dat een nota ‘afkoppeling van hemelwater voor de gebouwen en terreinen van het Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus’ werd opgemaakt, is het duidelijk dat gestreefd wordt naar een goede waterhuishouding met af-

293354, Revisie Pagina 90 van 135 2.6.3 Conclusie

Op basis van voorgaande bespreking kan gesteld worden dat de impact van het plan heel beperkt zal zijn (mits te voldoen aan voorgaande randvoorwaar- den).

De effecten kunnen daarom als verwaarloosbaar beoordeeld worden.

293354, Revisie Pagina 91 van 135 2.7 Discipline Fauna en flora

2.7.1 Beschrijving en analyse plangebied

Bijzonder beschermde gebieden

Het plangebied grenst aan een Habitatrichtlijngebied (Natura 2000), dat bo- vendien opgenomen is binnen het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) en in beperkte mate erkend is als natuurreservaat: x SBZ-H “Bossen, heiden en valleigebieden van zandig Vlaanderen: weste- lijk deel” (BE2500004) x VEN “De Valleien, bossen en heiderelicten van de oostelijke Brugse veld- zone” (GEN120) x erkend natuurreservaat “Heideveld-Bornebeek” (E-348)

Het deelgebied van dit SBZ-H en GEN, dat grenst aan het voorliggend plan- gebied, betreft het Bulskampveld-Lippensgoed. Het is het grootste aaneenge- sloten bosgebied in West-Vlaanderen. In het Bulskampveld domineren naald- bomen zoals Grove den, Corsicaanse den, Lork en Douglasspar. Inheemse loofbomen, zoals Zomereik, Ruwe berk, Beuk, Vuilboom en Wilde lijsterbes, winnen er stilaan terrein. In de struik- en kruidlaag komen er ondermeer Bleeksporig bosviooltje, Ruige veldbies, Braam, Adelaarsvaren, Valse salie en mossen voor. Sporen van de vroegere heidebegroeiing vind je vooral in de dreefbermen, op kapvlaktes en in het erkend natuurreservaat “Heideveld- Bornebeek”, beheerd door Natuurpunt.

Binnen het domeinbos ligt nog een groot vengebied (25 ha, Eendeputten of Aanwijsputten). er komen heel wat waterminnende planten, zoals Ronde zon- nedauw, Moeraswolfsklauw en Gewone dopheide, voor.

Binnen het domeinbos ligt nog een groot vengebied (25 ha, Eendeputten of Aanwijsputten). er komen heel wat waterminnende planten, zoals Ronde zon- nedauw, Moeraswolfsklauw en Gewone dopheide, voor.

Figuur 28: situering Habitatrichtlijngebieden

293354, Revisie Pagina 92 van 135 Het heide- en boslandschap kan heel wat schuchtere dieren, zoals Levendba- rende hagedis en Ree, bekoren. Het bosgebied vormt het habitat voor o.a. diverse spechten, zoals de Grote bonte specht, de Groene specht en de Zwarte specht, roofvogels, zoals de Buizerd, de Sperwer, de Bosuil, de Boomvalk, de Torenvalk en de Havik, en talrijke zangvogels, waaronder de Nachtegaal. De vijvers zijn van groot belang voor de zeldzame Poelkikker en libellen, zoals de Viervlek en de Smaragdlibel.

In of in de nabijheid van het plangebied komen geen Ramsar- of Beschermde Duingebieden voor.

De beoordeling van de mogelijke hinder naar de belangrijke beschermingen zoals habitatrichtlijngebieden werd reeds gedaan in het onderzoek tot nood- zaak passende beoordeling (zie eerder) hierin werd geconcludeerd dat geen passende beoordeling vereist was en dat voldoende milderende maatregelen genomen worden: x Er wordt niet toegelaten dat er extra toegangen voor gemotoriseerd ver- keer vanuit de site psychiatrisch centrum tot de bestaande Heirweg (deel aangrenzend aan Bulskampveld) worden ingericht. x Er wordt een zone ingetekend waarbij geen bebouw en verharding kan toegelaten worden en waarbij een landschappelijke overgang aanwezig dient te zijn ter hoogte van de grens met het Bulskampveld. x Ter hoogte van de reeds gebouwde gebieden met deze grens wordt dit beperkt tot het mogelijke, namelijk als ‘te versterken dreefstructuur’. x De aanwezige bebouwing wordt in zijn geheel opgenomen in de inventaris bouwkundig erfgoed. Aanpassingen gebeuren steeds in samenspraak met onroerend erfgoed. Binnen het grootste deel van het plangebied wordt daarom het behoud van de huidige toestand beoogd. x Nieuwe dynamiek is enkel nodig t.h.v het kruispunt Reigerlos- traat/Heirweg. x Het groene karakter binnen het plangebied wordt zoveel mogelijk behou- den, hieromtrent worden volgende overdrukken opgenomen: q te behouden en te versterken groenstructuur; q te versterken dreven. Figuur 29: situering VEN-gebieden

293354, Revisie Pagina 93 van 135 BWK

Het plangebied bevat in hoofdzaak biologisch minder waardevol ecotopen met biologisch waardevolle elementen. Het domein van het psychiatrisch centrum is namelijk parkachtig (kp) ingericht en omvat diverse bomenrijen (kb, kbf, kb- pica, kbq, kbt). Enkele percelen omvatten biologisch waardevolle en zeer waardevolle ecotopen. Het betreft hier zuur eikenbos (qs), struweelopslag (sz), verruigde graslanden (hr), loofhoutaanplant (n) en naaldhoutaanplanten (pa, ppms).

Het plangebied grenst aan een aantal complexen met biologisch waardevolle en zeer waardevolle ecotopen. Het betreft hier de volgende gebieden:

Naam Situering Biologisch waardevolle en zeer waardevoille ecotopen Hontzucht- ten noor- zuur eikenbos (qs), zuur beukenbos (fs), loofhoutaanplanten (n), Blommeke den struweelopslag (sz), eutrofe plassen (ae, aer) en naaldhoutaan- planten (pa, pms, ppmb) Lippensgoed- ten zuid- - zuur eikenbos (qs), zuur beukenbos (fs), nitrofiel alluviaal elzen- Bulskampveld westen bos (vn), loofhoutaanplanten (n), droge struikheidevegetaties (cg), struweelopslag (sz), poelen (ao) en naaldhoutaanplanten (pa, pmb, pms, ppmb, ppms) - faunistisch voornaam gebied Aanwijs- ten zuid- - zuur eikenbos (qs), eiken-berkenbos (qb), zuur beukenbos (fs), Vagevuur oosten loofhoutaanplanten (n), populieraanplanten (lhb), struweelopslag (sz) en naaldhoutaanplanten (pa, pmb, pms, ppmb) - faunistisch voornaam gebied

Het RUP voorziet in een bestendiging van de belangrijke groene ruimten op het terrein, zoals daar zijn, het parkgebied in het noorden van het plangebied, en bepaalde overgangszones in het westen van het plangebied. De voorziene inbreidingen (met nieuwe verzorgingstehuizen en mogelijkheden voor alterna- tieve woonzorgvormen), wordt ingeplant op een locatie waar momenteel geen waardevolle gebieden aanwezig zijn. Hierdoor zal de impact van het RUP op de biologische waardering zal klein zijn. Er Figuur 30: Biologische waarderingskaart wordt gestreefd naar behoud van de natuurwaarden binnen het plangebied.

293354, Revisie Pagina 94 van 135 Eco-kwetsbaarheid

Het plangebied bestaat hoofdzakelijk uit weinig tot niet kwetsbare gebieden, met die nuance dat het parkgebied in het noorden van het plangebied wel meestal als (zeer) kwetsbaar wordt beschouwd (uitgezonderd bij verdroging).

Het gebied wordt wel omringd door kwetsbaar tot zeer kwetsbaar gebied.

Het is aldus belangrijk, dat het RUP geen grote effecten zal hebben, hierbij is het belangrijk dat het noordelijk parkgebied ook aldus bestendigd wordt. Ook is het belangrijk dat er geen uitbreidingen e.d. komen, enkel inbreidingen blij- ven mogelijk.

Op die manier zal het effect van het RUP op deze Het effect van het RUP op deze aspecten zal beperkt blijven.

Figuur 31: Eco-kwetsbaarheidskaarten

293354, Revisie Pagina 95 van 135 2.7.2 Algemene beoordeling discipline Fauna en Flora

Bedoeling is om de bestaande waardevolle delen van het plangebied groen te houden en het huidige terrein te behouden. Hierbij wordt het huidige perceel in parkgebied bestendigd, de tuinen zullen zoveel mogelijk worden behouden.

Er wordt opgelegd dat enkel uitbreidingen worden toegelaten binnen de bin- nen de logische grenzen van het Psychiatrisch centrum, waarbij zoveel moge- lijk gelinkt aan de bestaande wegenis en bebouwingsstructuur.

De overgang naar achterliggende waardevolle gebieden dient te worden vast- gelegd, zodoende een landschappelijke overgang te verkrijgen, hierbij wordt wel toegelaten alle bestaande constructies te behouden, waaronder een kapel en een serre.

De beoordeling van de mogelijke hinder naar de belangrijke beschermingen zoals habitatrichtlijngebieden werd reeds gedaan in het onderzoek tot nood- zaak passende beoordeling (zie eerder) hierin werd geconcludeerd dat geen passende beoordeling vereist was en dat voldoende milderende maatregelen genomen worden.

Het RUP neemt op dat bij aanplantingen van bomen, struiken en hagen geko- zen moet worden uit streekeigen en standplaatsgebonden soorten.

Eventuele bijkomende bebouwing en/of verharding mag de biologische waar- den van het plangebied niet bedreigen.

2.7.3 Conclusie

Op basis van voorgaande bespreking kan gesteld worden dat de impact van het plan beperkt zal zijn. Er zijn door de mogelijkheden binnen het RUP geen aanzienlijke milieu-effecten te verwachten. De impact van het plan kan dus als niet aanzienlijk negatief worden beoordeeld.

293354, Revisie Pagina 96 van 135 2.8 Discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie

2.8.1 Beschrijving en analyse plangebied

Bijzonder beschermde gebieden

Binnen het plangebied werden geen bijzonder beschermde gebieden (be- schermde monumenten, landschappen, stads- en dorpsgezichten of archeo- logische zones) aangeduid.

Landschapsatlas

Het plangebied van het RUP is volledig gelegen binnen de relictzone ‘Oude veldgebieden: Hoogveld, Blekkerbos, Bulskampveld’ (R34005). Verder komen er geen punt- of lijnrelicten, of ankerplaatsen voor.

Ten zuiden grenst het plangebied aan de ankerplaats ‘Bulskampveld – Sint- Pietersveld’ (A34001). Verder komen er nabij het plangebied een aantal puntrelicten voor: ‘Reygerlo kasteel’ (P30132, 490 m ten oosten), ‘Reygerlo hoeve’ (P30133, 215 m ten oosten), ‘Kasteel Hondzocht’ (P30134, 350 m ten noorden) en ‘Kasteel Bulskampveld’ (P30135, 1.300 m ten westen).

Nabij het plangebied komen geen lijnrelicten voor.

Het plangebied is gelegen binnen het traditioneel landschap ‘Oude veldgebie- den van Aalter’ (212030). De structuurdragende matrix van de ‘Oude veldge- bieden‘ wordt gevormd door vlakke gebieden met microreliëfselementen en een dambordpatroon van bossen en open landbouwgebieden. De zichtbare open ruimten zijn er klein tot middelmatig van omvang en worden begrensd door de vegetatie (dreven en bossen). De bebouwing komt er als storende elementen voor in zowel de bossen als de open gebieden. De aanwezige dre- ven zijn sterk ruimtebepalend.

Figuur 32: Landschapsatlas

293354, Revisie Pagina 97 van 135 Beschermde monumenten, landschappen, stads- en dorpsgezichten

Het plangebied van het RUP is niet gelegen t.h.v. of nabij beschermde land- schappen, stads- en dorpsgezichten. De dichtst bijgelegen beschermde land- schappen, stads- en dorpsgezichten bevinden zich op ca. 3 km tot het plan- gebied.

Ten oosten van het plangebied situeert zich het beschermde monument ‘vm. “Goed van de Bogaerde” (hekpijlers, boerenhuis, stalvleugel en schuur)’ (OW001998, op ca. 155 m).

Figuur 33: Beschermde monumenten, landschappen, stads- en dorpsgezichten

293354, Revisie Pagina 98 van 135 Inventaris bouwkundig erfgoed

De gebouwen van het psychiatrisch centrum zijn opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Ook het hoekpand en de boerenarbeiderswo- ning op de hoek van de Reigerlostraat en de Heirweg zijn opgenomen binnen de inventaris van het bouwkundig erfgoed.

Verder komen er langs de Reigerlostraat een aantal woningen, hoeves en kastelen (Reigerlo, Hontzocht en Zurkel) voor die eveneens opgenomen zijn in de inventaris van het bouwkundig erfgoed.

Archeologisch erfgoed

Binnen of in de nabijheid van het plangebied komen geen gekende archeolo- gische sites voor. Gezien het belang om oog te hebben voor het archeolo- gisch erfgoed, zal in het RUP aangegeven worden dat bij geplande grondwer- ken in het plangebied voorafgaand overleg is aangewezen met de bevoegde archeologische diensten zodat een archeologisch vooronderzoek kan voor- zien worden indien nodig. Bij waardevolle archeologische sporen biedt de vi- gerende wetgeving een decretaal kader.

Figuur 34: Overzichtskaart inventaris bouwkundig erfgoed

293354, Revisie Pagina 99 van 135 2.8.2 Algemene beoordeling discipline landschap, bouwkundig erfgoed fie van het zorgcentrum en momenteel reeds een grote symbolische waarde en archeologie heeft voor de site. Deze constructie wordt daarom ook mee opgenomen in het plangebied, ondanks zijn ligging net buiten de logische grens van de site. Gezien de erfgoedwaarde die de bebouwing op het terrein heeft, maar ook gezien er geen beschermingen aan zijn verbonden, wordt een specifieke be- In de voorschriften zullen deze constructies een specifieke aanduiding krijgen. scherming geboden in het RUP, waarbij toch aanpassingen e.d. mogelijk blij- ven. De beoordeling van de mogelijke hinder naar de belangrijke beschermingen In samenspraak met onroerend erfgoed heeft PC Sint-Amandus een visie uit- zoals habitatrichtlijngebieden en dergelijke gebeurt in de voortoets, die con- gewerkt voor de architectuur van haar gebouwen. Hierbij is bijvoorbeeld m.b.t. cludeert dat het plan op zich geen aantasting vormt van de bestaande land- sommige oudere bebouwing, de lange voorgevel steeds beeldbepalend en schapsstructuur. dient deze behouden te blijven, terwijl latere uitbouwen eventueel wel mogen verdwijnen. Sommige constructies op het terrein zijn symbolisch van grotere waarde en dienen behouden te blijven (zoals de watertoren). 2.8.3 Conclusie

In beide gevallen is een aftoetsing bij de cel erfgoed noodzakelijk, er wordt Op basis van voorgaande bespreking kan gesteld worden dat de impact van bijgevolg bij elke stedenbouwkundige vergunningsaanvraag verplicht advies het plan als niet aanzienlijk negatief kan beoordeeld worden ten opzichte van te vragen. de huidige situatie. Er worden randvoorwaarden gesteld aan toekomstige ontwikkelingen om de impact op de aanwezige waarden tot een minimum te Ter hoogte van het kruispunt Aanwijs echter betreft het een specifieke aan- beperken en de inpassing binnen de gegeven waardevolle omgeving te opti- passing van de onmiddellijke omgeving. Er worden dan ook andere functies maliseren. Deze maatregelen worden geïntegreerd in de voorschriften van het toegelaten ter bevordering van het toeristisch karakter van de opwaardering RUP. van het onthaalplein.

Algemeen is het de bedoeling het grootste deel van de bestaande inrichting te behouden/bestendigen en de bestaande groene zones ook zo te behouden. Wel worden enkele mogelijkheden tot uitbreiding toegestaan, echter zonder daarmee nieuwe gebieden aan te snijden, gezien het belang van het land- schap in de omgeving. Om diezelfde reden zal een specifieke landschappelijke inpassing worden opgelegd, waarbij we wel moeten nuanceren dat enkele bestaande construc- ties, gelegen ter hoogte van de grens naar omliggend landschap toch behou- den kunnen blijven.

Het gaat meer specifiek over een serre, gelegen in het oosten, ter hoogte van de plangrens en een boskapel, dat onlosmakelijk deel uitmaakt van de filoso-

293354, Revisie Pagina 100 van 135 2.9 Discipline mens-socio-organisatorische aspecten

2.9.1 Beschrijving en analyse plangebied

Landbouwtyperingskaarten

Volgens de score op de landbouwtyperingskaart krijgt het plangebied in hoofdzaak een zeer lage waardering op vlak van landbouw. De waardering binnen het omgevend studiegebied is eerder laag tot matig op vlak van land- bouw. Enkele percelen in de westrand van het plangbied en de landbouwper- celen ten westen, krijgen op de landbouwtyperingskaart een hoge waardering

Herbevestigd agrarisch gebied (HAG)

Het plangebied en het omgevend studiegebied maken geen deel uit van het herbevestigd agrarisch gebied.

Stiltegebied / geluidsaspecten

Noch het plangebied, noch de ruime omgeving van het plangebied maakt deel uit van een stiltegebied. Er kan dus besloten worden dat het RUP geen in- vloed zal hebben op ongeschonden gebieden inzake geluid. Met betrekking tot geluid is er voorts ten gevolge van de toegelaten activitei- ten in het RUP weinig hinder te verwachten mede omdat het eveneens be- staande zonevreemde activiteiten betreft die zone-eigen worden gemaakt.

Figuur 35: Landbouwtyperingskaart

293354, Revisie Pagina 101 van 135 Overig ruimtegebruik (gemeenschapsvoorzieningen, wonen, recreatie, natuur en landschap)

Het RUP wijzigt de bestemming van het gebied van landschappelijk agrarisch gebied naar: x Zone voor gemeenschaps- en nutsvoorzieningen x Zone voor wonen

De kaart met de gewenste ruimtelijke structuur laat duidelijk zien dat het plan- gebied, zoals opgenomen in het RUP, helemaal structureel aangetast is en dus kan uitgesloten worden uit het agrarisch gebied.

Hoewel naar bestemming er dus een duidelijk verlies aan ruimte is voor land- bouw, beoogt het RUP in hoofdzaak het zone-eigen maken van bestaande zonevreemde activiteiten. De uitbreiding die wordt mogelijk gemaakt, is inge- pland binnen het gebied dat momenteel reeds in eigenlijk gebruik is van het Psychiatrisch centrum, dat ook binnen de logische grenzen van het centrum ligt en dat bovendien rechtstreeks aansluit bij enerzijds de wegenis en ander- zijds de heropwaardering van het kruispunt aanwijs tot toeristisch-recreatief knooppunt.

De zone waar wonen wordt toegelaten , is momenteel reeds in gebruik als woning en is vergund (geacht). In functie van de heropwaardering van het kruispunt, wordt toegelaten de bestemming uit te breiden tot horeca, gekop- peld aan het toeristisch karakter van het nieuwe knooppunt.

Figuur 36: Gewenste agrarische structuur

293354, Revisie Pagina 102 van 135 Mobiliteit en bereikbaarheid

Deze opdracht loopt samen met een procedure die uitgevoerd wordt met be- trekking tot het landinrichtingsproject “de Brugse Veldzone”. Het planpro- gramma van het Veldgebied Brugge probeert een antwoord te bieden op de uitdagingen voor de toekomst voor dit economisch, landschappelijk en ecolo- gisch waardevolle gebied . In het landinrichtingsproject Bulskampveld gaat alle aandacht naar het ont- wikkelen van het historische Bulskampveld. Het is een uitdaging om bos-, na- tuur- en landbouwfuncties in evenwicht met elkaar te houden in dit gebied. x aansluiting van de Heirweg op de N370 te verschuiven in noordelijke rich- In het inrichtingsplan wordt voorgesteld om parking Aanwijs op te waarderen ting, waardoor: tot een toeristisch recreatief onthaalplein voor het landschapspark Bulskamp- q de Heirweg i.p.v. een schuine aansluiting op de N370 een loodrechte veld. In functie van dit onthaalplein wordt ook de Heirweg heraangelegd en de aansluiting op de N370 krijgt; wege Reigerlostraat in functie van het heroriënteren en veiliger maken van het q beide wegen een afzonderlijke aansluiting op de N370 krijgen; in- en uitgaand verkeer van de parking en de andere gebruikers van het park. q het deel van de Heirweg dat buiten gebruik gesteld wordt dan kan be- houden blijven in functie van de fietsverbinding parking Aanwijs- De Heirweg is een lokale weg type II, de Torenweg is een lokale weg type III. Heirweg. Niettegenstaande deze beide wegen in hun categorisering enkel een lokale functie hebben, blijkt in de praktijk wel dat zowel Torenweg als Heirweg toch een verbindende functie kunnen hebben voor noord-zuid georiënteerd ver- keer. Vooral de Heirweg kan daarbij nog functioneren als sluipweg tussen de N368 en de N370. Verkeerstellingen uitgevoerd op de Heirweg geven aan dat er zowel ochtend- als avondpieken zijn in het verkeer wat wijst op de sluipverkeerfunctie. Deze pieken qua sluipverkeer zijn echter veel groter op weekenddagen en hebben voornamelijk te maken met toeristisch-recreatief verkeer van en naar het provinciedomein Lippensgoed-Bulskampveld.

In het goedgekeurde inrichtingsplan Sint-Amandus worden volgende maatre- gelen genomen: x het anders bewegwijzeren van het provinciedomein vanaf de E40 x het nemen van snelheidsremmende maatregelen op de Heirweg q aanpassen van profiel van de N370

293354, Revisie Pagina 103 van 135 x In en uitrit verplaatsen tezamen langs de N370 verder weg van de Toren- bule van het landschapspark vormt een belangrijke schakel in het recreatieve weg netwerk x Bushalte verschuiven met als voordeel dat ook Sint-Amandus beter bereikt kan worden. x Hertraceren recreatieve paden in de omgeving van de onthaalpoort. Lucht

Met betrekking tot luchtpollutie zijn er ten gevolge van de toegelaten activitei- ten in het RUP geen bijkomende risico’s te verwachten.

Externe mensveiligheid

Er zijn geen Seveso-inrichtingen aanwezig binnen het plangebied van het RUP. Er kunnen eveneens geen Seveso-inrichtingen worden opgericht binnen het plangebied.

Er is een aandachtsgebied aanwezig binnen het plangebied van het RUP: met name een zorgfunctie

Er bevinden zich geen hoge, noch lage drempel seveso-bedrijven binnen de straal van 2km rond het plangebied.

Op basis van deze korte toetsing kan ingeschat worden dat voor wat het as- pect externe mensveiligheid betreft, er geen aanzienlijke effecten te verwach- ten zijn ten gevolge van voorliggend ruimtelijk uitvoeringsplan en dat er bijge- volg geen ruimtelijk veiligheidsrapport vereist is. Door het kruispunt uit elkaar te halen, de in- en uitrit van de parking te bunde- len en de recreatieve oversteek naast de toegang van de parking te situeren wordt het aantal oversteekbewegingen op de N370 verminderd en is de af- 2.9.2 Algemene beoordeling discipline mens-socio-organisatorische aspecten stand tussen de kruisingen groter. Landbouw T.h.v. de huidige ingang van de parking Aanwijs en de Heirweg zelf kan dan Het voorgenomen plan vormt geen aantasting van de bestaande landbouw- een verkeersvrij plein aangelegd worden waar alle onthaalvoorzieningen en structuren. Het gebied is momenteel niet gebruik als landbouwgrond (hoewel info voor het landschapspark Bulskampveld kan gebundeld worden. De vesti-

293354, Revisie Pagina 104 van 135 het wel een agrarische bestemming heeft) en werd ook niet herbevestigd als agrarisch gebied. Hoewel naar bestemming een duidelijk verlies aan ruimte is voor landbouw, beoogt het RUP in hoofdzaak het zone-eigen maken van bestaande zone- vreemde activiteiten en is er naar effectief ruimtegebruik geen sprake van ver- lies aan landbouwgrond.

Woon- en leefmilieu De genomen planopties zijn in overeenstemming met de beleidsvisies die voor het gebied en de omgeving zijn opgesteld.

Bedoeling is om het bestaande woonzorgcentrum op het plangebied verder uit te bouwen, zonder hierbij de omgeving, noch de eigen waarde te schaden.

Ook worden enkele aanpassingen doorgevoerd i.f.v. landinrichtingsproject Bulskampveld, waardoor de bestaande aanliggende woonfunctie kan worden uitgebouwd met een horecafunctie.

Gezien het plan voornamelijk een optimalisatie inhoudt van wat er op vandaag is, zijn er geen bijkomende effecten te verwachten op de gezondheid en vei- ligheid van de mens. De toegelaten functiewijzigingen zijn niet van die aard dat er aanzienlijke effecten te verwachten zijn op de gezondheid en veiligheid van de mens.

2.9.3 Conclusie

Gezien de doelstellingen van het RUP en de aard van de voorziene activitei- ten zijn er geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten. Gezien het plan voornamelijk een optimalisatie inhoudt ten opzichte van de huidige situatie wordt de impact als verwaarloosbaar tot positief beoordeeld. Er worden rand- voorwaarden gesteld aan toekomstige activiteiten om hinder voor de omge- ving tot een minimum te beperken. Deze maatregelen worden geïntegreerd in de voorschriften van het RUP.

293354, Revisie Pagina 105 van 135 3 Eindconclusie x Bodem en integraal waterbeleid: q Er wordt verwacht dat de effecten van het RUP op de bodem weinig tot geen effect zullen hebben. Bovendien zal het RUP rekening houden met de voorschriften zoals bepaald in de Vlarem-wetgeving. q De nodige maatregelen dienen te worden getroffen voor de afvoer van het afvalwater via een gescheiden rioleringsstelsel. q Extra verhardingen in functie van parkeren, pleinen e.d. moeten zo ge- realiseerd worden dat de verhardingen worden beperkt tot het strikte minimum, zoals zones voor zware belastingen en/of veelvuldig gebruik, Voor de herbestemming die binnen het planologisch kader van het RUP zul- verhardingen boven ondergrondse constructies, en dergelijke. len kunnen gerealiseerd worden is er van rechtswege geen planMER-plicht q Bij de aanleg en heraanleg van verharde oppervlakte dienen de princi- gezien het gemeentelijk RUP: pes van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake infiltra- x (geen) kader vormt voor bijlage I of bijlage II of bijlage III projecten (over- tie en buffering van hemelwater toegepast te worden. eenkomstig art. 4.2.3 § 2.1 van het DABM); x geen kader vormt voor de noodzaak van een passende beoordeling (over- q Om de kwaliteit van het infiltrerend water in de beschermingszone type eenkomstig art. 4.2.1 – 2de lid van het DABM). III te kunnen controleren dienen er open infiltratievoorzieningen aange- legd te worden (grachten, wadi’s,…). Ondergrondse infiltratievoorzie- Er zijn ook geen aanzienlijke milieu-effecten te verwachten want: ningen worden niet toegelaten omdat controle op de kwaliteit en het x De impact van de bestemmingswijzigingen en de activiteiten die in dit pla- verwijderen van eventuele verontreinigingen veel moeilijker zijn. nologisch kader kunnen worden gerealiseerd hebben slechts een beperkte potentiële impact op de milieu-effecten. x Fauna en flora: x De beschermingen in de nabijheid worden niet aangetast, in het plan wor- q Bedoeling is om de bestaande waardevolle delen van het plangebied den maatregelen genomen naar het behoud ervan. groen te houden en het huidige terrein te behouden. Hierbij wordt het x Er zijn geen bijzondere kwetsbaarheden die de te verwachten milieu- huidige perceel in parkgebied bestendigd, de tuinen zullen zoveel mo- impact zwaarder zullen doen doorwegen. gelijk worden behouden.

Er dient bijgevolg geen planMER opgemaakt te worden voor het RUP. q Er wordt opgelegd dat enkel uitbreidingen worden toegelaten binnen de binnen de logische grenzen van het Psychiatrisch centrum.

Wel dienen een aantal aandachtspunten meegenomen te worden in de verde- q De beoordeling van de mogelijke hinder naar de belangrijke bescher- re uitwerking van het grafisch plan en de stedenbouwkundige voorschriften mingen zoals habitatrichtlijngebieden en dergelijke gebeurt in de voor- het RUP: toets.

293354, Revisie Pagina 106 van 135 q Het RUP neemt op dat bij aanplantingen van bomen, struiken en hagen gekozen moet worden uit streekeigen en standplaatsgebonden soorten. q Eventuele bijkomende bebouwing en/of verharding mag de biologische waarden van het plangebied niet bedreigen. q Inperken van het ecotoopverlies door een goede landschappelijke in- passing. Hierbij wordt wel toegelaten alle bestaande constructies te be- houden, waaronder ook een kapel en een serre. x Landschap en archeologie: q Aangeven hoe omgegaan dient te worden met de gebouwen opgeno- men in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. In de stedenbouw- kundige voorschriften moet een bepaalde bescherming worden gege- ven, waarbij wordt aangegeven hoe met de waardevolle elementen dient omgegaan te worden, opdat deze een duurzame toekomst kunnen krijgen. x Landbouw: q Er wordt verwacht dat de effecten van het RUP op de landbouw weinig tot geen effect zullen hebben. x Mens: q Er wordt verwacht dat de effecten van het RUP op de mens weinig tot geen effect zullen hebben.

Het dossier onderzoek tot m.e.r. en de resultaten ervan worden opgenomen in het verder besluitvormingsproces over het RUP.

293354, Revisie Pagina 107 van 135 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Pagina 108 van 135 1 Algemene stedenbouwkundige voorschriften

1.1 Algemene bepalingen

Verordenende voorschriften Toelichting

Bestaande situatie: Binnen de bestaande vergunde of vergund geachte en niet-verkrotte gebouwen, die niet voldoen aan de stedenbouwkundige voorschriften van dit ruimtelijk uitvoerings- plan, kunnen onderhouds-, renovatie- en instandhoudingswerken uitgevoerd worden binnen het bestaand volume. Een uitbreiding van de bestaande bebouwing buiten de stedenbouwkundige voorschriften van dit ruimtelijk uitvoeringsplan is daarentegen niet toegelaten. Bij herbouw of nieuwbouw van een hoofdzakelijk vergund, niet verkrot ge- bouw of een deel van een dergelijk gebouw, moet de nieuwe bebouwing beantwoor- den aan de stedenbouwkundige voorschriften van dit ruimtelijk uitvoeringsplan.

De bestaande vergunde of vergund geachte activiteiten kunnen behouden blijven. Nieuwe activiteiten moeten beantwoorden aan de stedenbouwkundige voorschriften van dit ruimtelijk uitvoeringsplan.

Pagina 109 van 135 Verordenende voorschriften Toelichting

Inplantingen van openbaar nut: Het oprichten van beperkte gebouwen en infrastructuur voor openbaar nut is toegela- ten in alle zones, ongeacht de bestemming. De inplanting mag de bestemming van de betreffende zone niet verhinderen. Hun noodzaak moet om technische of maatschap- pelijke redenen kunnen aangetoond worden door een verklarende en gemotiveerde nota, die wordt toegevoegd bij de vergunningsaanvraag.

Grondwater Het plangebied is gelegen in waterwingebied type III, er moet dus aan be- Het indirect lozen, deponeren of opslaan op of in de bodem, het uitstrooien en het ver- paalde regelgeving worden voldaan, dit voorschrift wordt in functie hiervan voeren van gevaarlijke stoffen voor lozing in grondwater zijn verboden. opgelegd, de regelgeving stelt nl. het volgende: “Het indirect lozen, deponeren of opslaan op of in de bodem, het uitstrooien en het vervoeren van stoffen van lijst I of II van gevaarlijke stoffen voor lo- zing in grondwater (VLAREM I bijlage 2c) verboden zijn.”

Waterhuishouding en integraal waterbeheer: In alle bestemmingzones zijn werken en handelingen, voorzieningen en inrichtingen toegelaten die nodig zijn voor het voorkomen van wateroverlast voor zover zij conform de principes van natuurtechnische milieubouw gebeuren en passen binnen een inte- graal waterbeheer.

Het algemene uitgangsprincipe is dat hemelwater op volgende wijze (in volgende van prioriteit) wordt aangewend: x opvang voor hergebruik

Pagina 110 van 135 Verordenende voorschriften Toelichting x infiltratie op eigen terrein x buffering met vertraagd lozen in een oppervlaktewater of een kunstmatige afvoer- weg voor hemelwater x lozing in de regenwaterafvoerleiding in de straat.

Het afvalwater wordt gescheiden van het hemelwater en afgevoerd naar de openbare riolering.

In functie van o.a. de stabiliteit van de oevers, de beschikbare ruimte, de Grachten en waterlopen worden ingericht en beheerd met het oog op zowel de vlotte aard van de grond, de naastliggende gebouwen en/of wegenis … afvoer van het regenwater als een goede ecologische kwaliteit. Oeververstevigingen met harde materialen blijven echter steeds mogelijk. Om de kwaliteit van het infiltrerend water in de waterwinbeschermingszone Ondergrondse infiltratievoorzieningen zijn niet toegelaten. type III te kunnen controleren dienen er open infiltratievoorzieningen aange- legd te worden (grachten, wadi’s,…). Ondergrondse infiltratievoorzieningen worden niet toegelaten omdat controle op de kwaliteit en het verwijderen van eventuele verontreinigingen veel moeilijker zijn.

Bemaling Ondergrondse constructies die bemalingen met zich meebrengen zijn niet toegestaan, tenzij bij de bouwaanvraag kan worden aangetoond dat met een gesloten bouwput en een retourbemaling de grondwaterstromingen en de grondwaterkwaliteit niet significant zullen wijzigen in de directe en onmiddellijke omgeving van de bouwput en daar bui- ten.

Pagina 111 van 135 Verordenende voorschriften Toelichting

Reliëfwijzigingen: Reliëfwijzigingen worden enkel toegestaan in functie van de waterhuishouding. Het betreft een vlak terrein, waar reliëfwijzigingen niet wenselijk zijn.

Materialen: De kleur en aard van de gebruikte zichtbaar blijvende materialen dient zodanig geko- De voorgevelhoogte, dakhelling, nokpeil en de aard en kleur van de materi- zen te worden, dat het totale uitzicht van de gebouwen op esthetisch verantwoorde alen voor gevels en dakbedekking, zoals voorzien in de bouwaanvraag wijze in de omgeving passen en dit rekening houdende met de reeds gerealiseerde waarvoor de eerste vergunning wordt afgeleverd, zijn bepalend voor het en/of vergunde bouwstijlen in de nabije omgeving. huizenblok, waarvan het vergunde gebouw deel uitmaakt.

Verhardingen Nieuwe verhardingen, niet zijnde belangrijke interne ontsluitingen dienen zoveel als Het gaat hierbij om o.a. nieuwe parkings, nieuwe pleinvorming, terrassen,… mogelijk worden aangelegd in waterdoorlatende verhardingen.

Groenaanleg Bij aanplanten van bomen, struiken en hagen moet gekozen worden uit streekeigen en plaatsgebonden soorten.

Pagina 112 van 135 1.2 Categorie Wonen

1.2.1 Artikel 01: Projectzone

Verordenende voorschriften Toelichting

Bestemmingsvoorschriften:

Hoofdbestemming: x Maximaal 2 woongelegenheden Er zijn momenteel 2 woongelegenheden aanwezig, het betreft historisch x Gemeenschaps- en nutsvoorzieningen vergund geachte woningen, het juridisch aanbod blijft dus gelijk. x Horeca

Nevenbestemming: De heraanleg van het kruispunt en de opwaardering van de parking tot toe- x Maximaal 8 gastenkamers ristisch onthaalplein zorgen voor enorme potenties op deze locatie. x Kantoorfunctie met een maximale oppervlakte van 100m² Het is gewenst hier ook andere functies toe te laten, gelinkt aan de onthaal- x Vrij beroep functie, zoals horeca of gemeenschapsvoorzieningen x Diensten met een maximale oppervlakte van 100m²

Alle nevenbestemmingen moeten verenigbaar zijn met en ondergeschikt aan de woon- functie. Nevenbestemmingen bedragen gezamenlijk maximaal 30% van de vloerop- pervlakte.

Pagina 113 van 135 Verordenende voorschriften Toelichting

Inrichtingsvoorschriften: Authentieke karakter en waardevolle elementen: (niet) toegelaten werken: Het betreft een lage boerenarbeiderswoning oorspronkelijk met een bijho- rend bakhuisje gelegen langs de Reigerlostraat. Beide staan opgetekend x Alle toegelaten werken, handelingen en wijzigingen moeten steeds rekening op het primitief kadasterplan van 1830 samen met een achterliggend land- houden met het maximale behoud van het authentieke erfgoedkarakter van de gebouw (huisnr 2). aanwezige panden en zijn waardevolle elementen. Dit laatste werd volgens het kadaster circa 1879 omgevormd tot een afzon- x Bijkomende hoofdgebouwen zijn niet mogelijk derlijk woonhuis. x Het opsplitsen van percelen is verboden Boerenarbeiderswoning van vijf traveeën en één bouwlaag onder pannen zadeldak gevat tussen puntgevels afgewerkt met muurvlechtingen. Veran- kerde beschilderde baksteenbouw boven een lage gepekte plint. Op de hoeken voorzien van geblokte muurkettingen. De gevel is opengewerkt met rechthoekige muuropeningen voorzien van vernieuwd schrijnwerk. De ach- tergevel is voorzien van een opkamertravee.

x Behoud van de bestaande bebouwing wordt vooropgesteld In functie van de goede plaatselijke ruimtelijke ordening is het gewenst dat x Onderhouds-, renovatie- en instandhoudingswerken en uitbreidingen aan het het noordelijk deel van het plangebied, dat aansluit bij een wijk met open bestaande hoofdgebouw (met inbegrip van de bijgebouwen die fysisch één ge- bebouwingspatroon, een lagere dichtheid en dus minder dens bebouwings- heel vormen met het hoofdgebouw) zijn toegestaan: patroon wordt ingericht (niet meer dan 2 aaneengeschakelde woningen). q Voor zover het bruto bouwvolume max. 1000m³ bedraagt q Voor zover de werken/uitbreidingen beantwoorden aan de inrichtingsvoor- schriften qua bebouwingswijze, plaatsing, afmetingen en voorkomen van de bebouwing.

Pagina 114 van 135 Verordenende voorschriften Toelichting

q In functie van wijzigingen naar functie zoals aangegeven in de bestemmings- voorschriften.

Inplanting hoofdgebouw: In dit specifieke geval wil dit zeggen dat beide hoofdgebouwen niet mogen x Open bebouwingsvorm gekoppeld worden aan elkaar. x Bouwhoogte: Als referentiepeil geldt steeds het oorspronkelijk maaiveld van ter plaatse. q De hoofdgebouwen hebben maximaal een bouwlaag + dak. Met het oorspronkelijk maaiveld bedoelt men het maaiveld zoals op het q De maximale kroonlijsthoogte bedraagt 3,00 m tijdstip van de inwerkingtreding van het RUP. q de maximale nokhoogte 7,00 m. x Dakhelling: hellend (minimaal 30°, maximaal 60°)

Inplanting bijgebouwen

x Maximaal 1 bijgebouw per perceel. x Inplanting mits verantwoorde aansluiting op hoofdgebouw en omliggende be- bouwing x Maximaal 1 bouwlaag x Plaatsing t.o.v. de zij- en achterperceelsgrenzen: op minimum 1m afstand of op de perceelsgrens mits koppeling met bijgebouw van de aanpalende buur. x Maximaal 40m² per bijgebouw x Dakhelling: hellend (minimaal 30°, maximaal 60°) x Bij hellende daken bedraagt de kroonlijsthoogte maximaal 3 meter, de nokhoog- te maximaal 3,50 meter.

Pagina 115 van 135 Verordenende voorschriften Toelichting

Niet-bebouwde delen x Niet-bebouwde en verharde delen bij een woning worden ingericht als tuin. Ver- hardingen worden uitgevoerd in duurzame waterdoorlatende materialen, tenzij dit om erfgoedredenen, technische redenen of milieuoogpunt niet verantwoord is.

Parkeren Gezien de inrichting van de bebouwing, het gewenste behoud van de erf- x Er wordt minstens één autobergplaats of autostaanplaats voorzien per woonge- goedwaarde en de nieuwe onthaalzone die zal worden ingericht voor Buls- legenheid. kampveld, zullen geen extra parkeermodaliteiten worden opgelegd.

Pagina 116 van 135 1.3 Categorie openbaar nut en gemeenschapsvoorzieningen

1.3.1 Artikel 02: Zone voor gemeenschapsvoorzieningen

Verordenende voorschriften Toelichting

Bestemmingsvoorschriften:

Bestemming: De zone voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut bestaat uit x Gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut i.f.v. het bestaande psychia- reeds bestaande en nog op te richten gemeenschapsvoorzieningen. De trisch centrum, onderverdeeld in volgende deelzones: reeds bestaande gemeenschapsvoorziening betreft het psychiatrisch cen- q Deelzone A is bestemd voor de inplanting van zorgwoningen en diensten via trum. sociale economie. Zorgwoningen zijn niet toegelaten in de andere deelzones Enkele bestaande functies met een polyvalent karakter zijn hier ook aanwe- q Deelzone B is bestemd voor de inplanting van een Psychiatrisch Verzor- zig i.f.v. het bestaande psychiatrisch centrum. Deze blijven mogelijk zolang gingstehuis. ze ondergeschikt blijven aan de hoofdfunctie. Het betreft hier o.a. het sport- q Deelzone C is bestemd voor de inrichting van sportinfrastructuur, deze func- gebeuren, het cultureel gebeuren, … tie is niet toegestaan in de andere deelzones. q Deelzone D is bestemd voor de bestaande zorgzone Psychiatrisch Centrum Zorgwonen zijn 'normaal uitziende' woningen maar die bewoond worden q Deelzone E is bestemd voor de landschappelijke inpassing t.o.v. Bulskamp- door ex-patiënten die nog in zekere mate zorgbehoevend zijn en de nabij- veld heid van het Ziekenhuis nodig hebben. Dergelijke woningen kunnen niet binnen de grenzen van de eigenlijke ziekenhuiscampus (zone D) voorzien worden omdat de bewoners een verschillend statuut hebben dan de zieke- huispatiënten.

Pagina 117 van 135 Verordenende voorschriften Toelichting

Met sociale economie worden initiatieven bedoeld die in hun doelstellingen de realisatie van bepaalde maatschappelijke meerwaarden vooropstellen (voorrang van arbeid op kapitaal, maatschappelijke inbedding, duurzaam- heid). Het zal hier dan gaan over tewerkstelling van kansengroepen, in ca- su (ex-psychiatrísche patiënten). Het kan hier gaan over een eenvoudige vorm van horeca maar ook bv. een fietspunt (eenvoudige herstelling van fietsen van passanten), voorzieningen voor een Blotevoetenpad (een mogelijk initiatief van Regionaal Landschap Houtland, enz.

In de deelzone D kan maximaal 1 conciërgewoning worden ingericht i.f.v. de aanwezi- De conciërgewoning wordt toegelaten i.f.v. controle, bewaking en veiligheid ge activiteit. op het domein. In de deelzones A of B kan gezien hun gedeeltelijk zelfstandig karakter en ligging ook Deelzones A en B zijn zowel qua inplanting als qua functie gedeeltelijk los- maximaal 1 conciërgewoning worden ingericht i.f.v. de aanwezige activiteiten. gekoppeld van deelzone D. Daarom is het nuttig hier ook een aparte conci- ërgewoning toe te laten.

Inrichtingsvoorschriften:

Zonegrens De zonegrens tussen A en B kan maximaal over een afstand van 30m mee verschui- ven samen met nieuwe verbinding tussen de Heirweg en de Reigerlostraat. De grens tussen beide zones dient wel steeds gelijk te lopen met de inplanting van de Heirweg.

Pagina 118 van 135 Verordenende voorschriften Toelichting

Bezetting Algemeen: De oprichting van accommodatie nodig voor de aanleg van een tuin, park, speelruimte,… (speeltuigen, banken, …) maakt geen deel uit van de bebouwing en/of verharding, voor zover het geen verharding en of Deelzone A en B: bebouwing heeft. x Bebouwing deelzone B max. 3000m² Zone A en B zijn samen ca. 28 678 m² groot x Bebouwing deelzone A max. 1500m² Ze worden samen bekeken, gezien de zonegrens tussen beide zones kan x Verharding deelzone B max. 2000 m² verkleinen/vergroten samen met de eventuele verschuiving van de nieuwe x Verharding deelzone A max. 1500 m² Heirweg. 3000m² grondoppervlakte voor bebouwing is ruim voldoende voor 60 bed- den Deelzone C: x De huidige bebouwing kan maximaal met 500m² worden uitgebreid i.f.v. de De zone C is ca. 13 199 m² groot, momenteel is er ca. 2344 m² bebouwing goede organisatie en/of veiligheidsnormen binnen het gebouw. en 3131m² verharding aanwezig. x De verharding kan beperkt worden uitgebreid in functie van parkeren tot maxi- Gezien de functie en de inrichting van een parking op deze locatie is op maal 3500m² verharding. deze locatie een iets densere bezetting toegelaten.

Deelzone D: x De oppervlakte aan bebouwing en verharding mag niet verhogen. Bij elke ste- De zone D is ca. 309485 m² groot, momenteel is er ca. 43 018 m² bebou- denbouwkundige bouwaanvraag voor nieuwe bebouwing moet worden aange- wing en ca 113182 m² verharding aanwezig. toond dat de totale bebouwde en verharde oppervlakte niet wordt verhoogd. Er kan wel toegelaten worden dat tijdelijk de bebouwing en verharding verhoogd, indien kan aangetoond worden dat deze oppervlakte later zal worden gecom-

Pagina 119 van 135 Verordenende voorschriften Toelichting

penseerd.

Deelzone E: x Geen bebouwing x Verharding is slechts toegestaan in functie van paden voor niet-gemotoriseerd verkeer en diensten voor max. 5% van de ruimte

Bebouwing:

Deelzone A en B:

x Bouwhoogte: q De hoofdgebouwen hebben maximaal twee bouwlagen + dak. q De maximale kroonlijsthoogte bedraagt 8,00 m De aanwezige bebouwing binnen het plangebied, deel uitmakend van de q De maximale nokhoogte 12,00 m site psychiatrisch centrum is richtinggevend en heeft overwegend een der- q De bebouwing moet ingericht worden op minimum dezelfde afstand van de gelijke inplanting. perceelsgrens (van de percelen niet zijnde in eenzelfde eigendom) als zijn hoogte (= 45°-regel). . x De bebouwing moet ingericht worden evenwijdig en/of haaks op de Reigerlos- traat. x De dakvorm is vrij

Deelzone C wijkt af van deelzone A en B, gezien de specifieke functie Deelzone C: waarbij extra dimensies moeten kunnen worden toegelaten. x Bouwhoogte:

Pagina 120 van 135 Verordenende voorschriften Toelichting

q De hoofdgebouwen hebben maximaal twee bouwlagen + dak. q De maximale kroonlijsthoogte bedraagt 10 m q De maximale nokhoogte 12,00 m q De bebouwing moet ingericht worden op minimum dezelfde afstand van de perceelsgrens (van de percelen niet zijnde in eenzelfde eigendom) als zijn hoogte (= 45°-regel). Sommige oudere bebouwing heeft een lange voorgevel, deze is steeds x De bebouwing moet ingericht worden evenwijdig en/of haaks op de Reigerlos- beeldbepalend en dient behouden te blijven, terwijl latere uitbouwen even- traat. tueel mogen worden aangepast. x De dakvorm is vrij Sommige constructies op het terrein zijn symbolisch van grotere waarde en dienen in hun volledigheid behouden te blijven Deelzone D: x De bestaande bebouwingswijze is richtinggevend x De bestaande erfgoedwaarde van de bebouwing moet behouden blijven. bebouwingswijze = bouwhoogte, bouwdiepte, footprint, … x Elke vergunningsaanvraag moet worden getoetst aan het advies van de betrok- ken adviesinstantie omtrent erfgoed. Sommige oudere bebouwing heeft een lange voorgevel, deze is steeds x Voor nieuwe bebouwing gelden volgende regels: beeldbepalend en dient behouden te blijven, terwijl latere uitbouwen even- q Nieuwe bebouwing kan nooit hoger worden ingericht dan de bestaande om- tueel mogen worden aangepast. liggende bebouwingsstructuur. Sommige constructies op het terrein zijn symbolisch van grotere waarde en q De bebouwing moet ingericht worden op minimum dezelfde afstand van de dienen in hun volledigheid behouden te blijven. perceelsgrens (van de percelen niet zijnde in eenzelfde eigendom) als zijn hoogte (= 45°-regel). x Volgende constructies moeten in hun huidige vorm bewaard blijven: .

Pagina 121 van 135 Verordenende voorschriften Toelichting

q Watertoren q Kloosterkapel q Bewoners- en patiëntenkapel Binnen deze constructies kunnen enkel onderhouds-, renovatie- en instand- houdingswerken worden uitgevoerd binnen het bestaand volume. Herbouw is mogelijk binnen hetzelfde bestaande volume.

Deelzone E: x Geen bebouwing toegestaan

Inrichtingsstudie Een project is bepalend voor de ontwikkeling van het gebied indien één van volgende uitspraken gelden voor de vergunningsaanvraag: Bij elke stedenbouwkundige vergunningsaanvraag voor een project dat bepalend is x Als de algemene interne mobiliteitsstructuur moet aangepast worden voor de globale ontwikkeling van het gebied, met uitzondering van een stedenbouw- x Indien er een aanpassing is bij de ontsluiting op de gewestweg. kundige vergunning waarvoor een eenvoudige dossiersamenstelling volstaat, wordt x Bij de sloop van een bestaand gebouw of bouw van een nieuw gebouw een globale inrichtingsstudie gevoegd. x Indien de aanvraag belangrijke erfgoedwaarden betreft. Elke nieuwe vergunningsaanvraag kan een bestaande inrichtingsstudie of een aange- x Indien de aanvraag een aanpassing van minimaal 10 parkeerplaatsen paste nieuwe inrichtingsstudie bevatten. inhoud.

De inrichtingsstudie omvat een ontwerp van hoe de gevraagde aanpassingen zich Aan de hand van de inrichtingsstudie moet de aanvrager aantonen dat een verhouden ten opzichte van de inrichting van de volledige betreffende zone. kwalitatief project wordt gerealiseerd, rekening houdend met de bestaande

Pagina 122 van 135 Verordenende voorschriften Toelichting

Bij een inrichtingsstudie moet minstens aandacht besteed zijn aan volgende kwalitatie- situatie en waarbij voldoende mogelijkheden blijven om een kwalitatief pro- ve beoordelingscriteria: ject te realiseren op aanpalende delen. x Integratie belangrijke erfgoedwaarden Deze inrichtingstudie bevat informatie over: x architecturale kwaliteit in relatie tot de erfgoedwaarde x inplanting, volume en functies van de bestaande en nieuwe bebouwing x maximaal behoud relatie tuin-paviljoen x ontsluiting, interne circulatie en verblijfsruimten voor vershillende soor- x maximaal behoud groenstructuren ten verkeer (gemotoriseerd verkeer, fietsters, voetgangers) x zichtrelatie met de omgeving x situering en types van groene ruimten x mobiliteits en parkeerstructuur m.b.t. minimale hinder x situering en types van verhardingen zoals pleinen, paden, parkeerplaat- x Bereikbaarheid van het plangebied i.f.v. fietsers sen x Stimuleren van het collectief vervoer en niet-gemotoriseerd vervoer x Situering van fietstoegangen, fietsparkeerplaatsen,… x duurzaam materiaal-, energie- en watergebruik x situering van spel- en speelvelden met bijhorende accommodatie x waterdoorlatendheid van de verharding x de wateropvang en –buffering x de relatie met de omliggende percelen De inrichtingsstudie geeft ook aan hoe het voorgenomen project zich verhoudt tot wat x (eventueel) gefaseerde realisatie al gerealiseerd is in de zone en/of tot de mogelijke ontwikkeling van de rest van de x … zone. De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende over- heid met het oog op het beoordelen van de aanvraag in het kader van de goede ruim- telijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied. De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de aanvraag en wordt zodanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepas- selijke procedure voor de behandeling van de aanvragen.

Pagina 123 van 135 Verordenende voorschriften Toelichting

Elke nieuwe aanvraag kan een bestaande inrichtingsstudie of een aangepaste of nieuwe inrichtingsstudie bevatten.

Parkeren en ontsluiting x Parkeren dient geclusterd voor te komen. x Minimaal 80 % van alle parkeerplaatsen moeten worden voorzien binnen de in- Zie verder dicatieve zones voor hoofdparking. x Er mogen vanuit deze zone geen nieuwe ontsluitingen voor gemotoriseerd ver- keer worden geënt op de bestaande Heirweg. x Eventuele nieuwe ontsluitingsmogelijkheden binnen het gebieden dienen de De huidige inrichting is gebaseerd op een raster met ontsluitingen haaks huidige inrichtingstructuur te volgen. en/of evenwijdig met de Reigerlostraat.

x In zone C en D kunnen samen maximaal 350 parkeerplaatsen worden ingericht Dit cijfer is gebaseerd op de bestaande toestand en toekomstvisie zoals weergegeven in de toelichtingsnota.

x In zone A en B kunnen samen maximaal 70 parkeerplaatsen worden ingericht Dit cijfer is gebaseerd op een berekening van: x De inrichting van een PVT met 60 bedden in zone B x i.f.v. een berekening op basis van een maximale bebouwde in- richting van zone A

Pagina 124 van 135 Verordenende voorschriften Toelichting

Indicatieve aanduiding hoofdtoegang

Ter hoogte van deze indicatieve aanduiding worden de hoofdtoegangen tot het plan- De huidige inrichting van het plangebied en zijn omgeving is gericht op een gebied en tot de hoofdparkingen ingericht. hoofdtoegang, zoals zij momenteel aanwezig is, het is dan ook gewenst dit De aansluiting op de openbare weg, zoals aangeduid op het grafisch plan, kan maxi- te behouden en vast te leggen. maal 20m uit zijn as verschuiven Andere toegangen tot de openbare weg moeten steeds ondergeschikt zijn aan deze toegang.

Indicatieve aanduiding hoofdparking

Ter hoogte van deze indicatieve aanduiding worden de hoofdparkingen aangeduid Het betreft een zone waarbinnen de parking moet afgebakend worden. Dit Samen moeten zij minimaal 80% van alle parkeerplaatsen binnen het plangebied in- wil niet zeggen dat de volledige zone als parking kan worden ingericht (zie houden. eerder parkeren en ontsluiting). Door deze indicatieve aanduiding wordt nagestreefd de parkings vooral Deze grens van deze zones kan maximaal 10m verschuiven t.o.v. zijn indicatieve aan- t.h.v. de toegang tot het domein en geclusterd te realiseren.

Pagina 125 van 135 Verordenende voorschriften Toelichting duiding

Indicatieve aanduiding boskapel

Ter hoogte van deze indicatieve aanduiding dient ter bescherming van de bestaande boskapel. Er kunnen onderhouds-, renovatie- en instandhoudingswerken worden uitgevoerd bin- nen het bestaand volume. Herbouw is mogelijk binnen hetzelfde bestaande volume. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

Indicatieve aanduiding te versterken dreven

Het gaat om bestaande dreefstructuren en/of mogelijke uitbreidingen van bestaande dreefstructuren.

Pagina 126 van 135 Verordenende voorschriften Toelichting

Ter hoogte van deze indicatieve aanduiding moet de dreefstructuur maximaal worden Een dreefstructuur betreft een pad/weg met dubbele bomenrij langs weers- behouden en indien mogelijk worden versterkt. zijden van het pad/weg.

Indicatieve aanduiding nieuwe verbinding

Ter hoogte van deze indicatieve aanduiding moet een verbindingsweg voor gemotori- seerd verkeer worden aangelegd van de Reigerlostraat tot de Heirweg.

Deze verbinding, zoals aangeduid op het grafisch plan, kan maximaal 30m uit zijn as verschuiven. De weg dient een minimale breedte van 5m te hebben. De toegang tot de bestaande openbare wegenis moet verkeersveilig ingericht worden.

Overdruk te behouden en te versterken groenstructuur

Ter hoogte van deze overdruk moet de huidige groenstructuur zoveel als mogelijk be- Onder de huidige groenstructuren worden o.a. de huidige parkinrich-

Pagina 127 van 135 Verordenende voorschriften Toelichting houden worden. Indien groenstructuren verdwijnen, moeten deze op een andere loca- ting en groene tuinen bedoeld tie binnen deze zone gecompenseerd worden, waarbij de huidige orthogonale inrich- ting van het plangebied niet verstoord mag worden.

Overdruk te versterken landschappelijke overgang

Ter hoogte van deze overdruk moet een landschappelijke overgang minimaal behou- den en indien mogelijk versterkt worden naar het waardevolle naastliggende gebied Bulskampveld.

Deze zone moet aan volgende randvoorwaarden voldoen: x Bebouwing is verboden, uitgezonderd bestaande bebouwing x Verharding is slechts toegestaan in functie van paden voor niet-gemotoriseerd zie ook algemene bepaling omtrent bestaande vergunde bebouwing verkeer en diensten én in functie van de nieuwe inrichting tussen de Reigerlos- traat en de Heirweg

Pagina 128 van 135 1.4 Categorie overig groen

1.4.1 Artikel 03: Zone voor park

Verordenende voorschriften Toelichting

Bestemmingsvoorschriften:

Het gebied is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de De recreatieve functie verwijst in deze context naar de absolute wens tot natuur, het natuurlijk milieu en bos, waarbij laagdynamisch recreatief medegebruik gebruik als wandel en rustpark voor het psychiatrisch centrum. wordt toegestaan.

Alle werken, handelingen en wijzigingen nodig of nuttig voor deze functies zijn toegela- ten.

De genoemde werken, handelingen en wijzigingen zijn toegelaten voor zover de ruim- telijke samenhang in het gebied, de cultuurhistorische waarden, waarden landschaps- waarden en natuurwaarden in het gebied bewaard blijven.

Inrichtingsvoorschriften:

toegelaten werken: Het recreatief medegebruik mag slechts een beperkte impact hebben op de Voor zover de ruimtelijke-ecologische draagkracht van het gebied niet overschreden natuurwaarde van het gebied: wordt, zijn volgende werken, handelingen en wijzigingen eveneens toegelaten: Kleinschalige infrastructuur voor het toegankelijk maken van het gebied, Het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur voor het al dan niet toegankelijk ma-

Pagina 129 van 135 Verordenende voorschriften Toelichting

ken van het gebied voor recreatief medegebruik, waaronder het aanleggen, inrichten bestaat uit o.a. toegangspoortjes, wegwijzers, verbodsborden, afsluitingen. of uitrusten van onverharde paden voor niet-gemotoriseerd verkeer. Kleinschalige infrastructuur voor recreatief medegebruik zijn o.a. informa- tieborden, zitbanken, picknicktafels, vuilnisbakken, schuilhutten, … Niet toegelaten: x Verharding x Bebouwing

Pagina 130 van 135 BIJLAGEN

Pagina 131 van 135 1 Bijlage 1: Verslag plenaire vergadering

Pagina 132 van 135 Verslag plenaire vergadering

Plaats en datum opmaak Referentienummer Kenmerk Gent, 6 december 2013 293354_PV#0004

Plaats en datum bespreking PC Sint-Amandus, 5 december 2013

Aanwezig Naam Organisatie / Functie E-mailadres Johan De Rycke Burgemeester Beernem [email protected] Ann Loobuyck Technische dienst Beernem [email protected] Carlos Keerman Technische dienst Beernem [email protected] Tanja Vanhove Provincie W-Vl [email protected] Jan Vanderstraeten Ruimte Vlaanderen [email protected] Sil Goossens Projectleider Grontmij [email protected]

Verontschuldigd Agentschap onroerend erfgoed Departement LNE Departement landbouw en visserij Agentschap Wegen en Verkeer en Afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid ANB VMM

Betreft 293354 RUP Psychiatrisch Centrum – plenaire vergadering

1 Overzicht adviezen

Schriftelijk ingediende adviezen voor aanvang plenaire vergadering: x Departement Ruimte Vlaanderen: gunstig mits voorwaarden x Provincie West-Vlaanderen: voorwaardelijk gunstig x GECORO: gunstig x Agentschap Wegen en Verkeer en Afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid x Departement landbouw en visserij: gunstig x VMM: gunstig x Agentschap onroerend erfgoed: gunstig mits voorwaarden x LNE Afdeling gebiedsgericht beleid: gunstig x LNE Afdeling Veiligheidsrapportage: geen veiligheidrapportage nodig

Adviezen niet ontvangen: x De Lijn West-Vlaanderen x ANB liet wel verstaan akkoord te gaan met de planopties

2 Bespreking adviezen van niet aanwezig adviesinstanties

De ontvangen adviezen van niet aanwezige adviesinstanties worden overlopen. De belangrijkste zaken worden opgelijst. Referentienummer Pagina 293354_PV#0004 2 van 4

GECORO Gunstig. Er moet gewaakt worden dat de Heirweg verkeersluw wordt en blijft.

Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) en Afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid (BMV) Gunstig advies op voorwaarde dat er rekening wordt gehouden met de opmerkingen: x Advies AWV: Het voorontwerp RUP is gelegen langs de gewestweg N370. De rooilijn is gele- gen op 7,75m uit de as der rijweg. De zone van achteruitbouw is vastgesteld op 8m achter de rooilijn. De achteruitbouwstrook dient opgenomen te worden voor nieuwbouw in de voorschrif- ten van zone 1 en 2. q Advies BMV op het verzoek tot raadpleging (mer-screening p64 tot 94): Gunstig advies x Advies BMV op de toelichtingsnota + voorschriften: q P 23 Er sluit wel een secundaire weg aan bij het plangebied, nl. de N370, secundaire weg type II. Dit zal worden aangepast q P. 33 Het voorstel om de bushalte tussen het PC Sint-Amandus en het Bulskampveld te leggen moet afgetoetst worden met de Lijn. Dit zal toelichtend worden aangevuld. q P. 51 In de nota wordt niet vermeld om hoeveel parkeerplaatsen het gaat bij de geclusterde parkings. Is er zicht op de behoefte? P 45-46 wordt het huidige aantal parkeerplaatsen belicht. Het is correct dat er nood is aan een behoefte-inschatting en beperking in de voorschriften van het aantal bijkomende par- keerplaatsen in zone A en B. Dit zal worden aangevuld. q De bereikbaarheid van het plangebied wordt onderbelicht – er ontbreekt een beschrijving van de bereikbaarheid met openbaar vervoer en met de fiets + bijhorende maatregelen zo- als fietsenstallingen, fietsvoorzieningen in het plangebied… Er zal een aanvulling gebeuren in de nota, waarin enkele zaken hieromtrent worden belicht. Er zal aan PC Sint-Amandus worden gevraagd welke maatregelen er hieromtrent zullen worden genomen. q Kan er een inschatting worden gemaakt van het bijkomend aantal verkeersbewegingen ten gevolge van de nieuwe bijkomende ontwikkelingen. De nodige cijfers zullen aan PC Sint-Amandus gevraagd worden. Er zal een korte inschat- ting worden toegevoegd aan de toelichtingsnota.

LNE – dienst veiliheidsrapportage Er moet geen veiligheidsrapport worden opgemaakt.

LNE – Afdeling gebiedsgericht beleid Gunstig mits voorwaarden: x Het onderzoek tot mer is nog niet afgerond, er moet uiterlijk voor de voorlopige vaststelling een beslissing genomen zijn omtrent de mer-plicht. x Een aantal zaken die zijn opgenomen in het verzoek tot mer, krijgen onvoldoende vertaling in de stedenbouwkundige voorschriften: q Nieuwe verhardingen dienen zoveel als mogelijk worden aangelegd in waterdoorlatende verhardingen q Bij aanplanten van bomen, struiken en hagen moet gekozen worden uit streekeigen en plaatsgebonden soorten. Beide maatregelen kunnen opgenomen worden in de algemene bepalingen. Dit zal worden aangevuld in de voorschriften. x Er wordt aangegeven dat de dynamiek op de Heirweg niet mag verhogen en dat er geen extra toegangen voor gemotoriseerd verkeer tot deze weg mogen worden ingericht vanuit de site. Echter is er een indicatieve aanduiding voor nieuwe verbinding tot deze Heirweg ingericht met een gebundelde parking aan. De opmerking berust op een misverstand. De huidige Heirweg wordt voor een deel gedown- graded in functie van de nieuwe ontwikkeling van het kruispunt aanwijs. Hierbij zal het gemo- Referentienummer Pagina 293354_PV#0004 3 van 4

toriseerd verkeer worden verplicht de nieuwe verbinding (zoals indicatief aangeduid op het plan) te volgen. In functie van het SBZ is dit zeker een milderende maatregel, omdat het ver- keer zal verschuiven richting psychiatrisch centrum. x I.f.v de dreefstructuur wordt de formulering ‘minimaal behoud’ best vervangen door ‘maximaal behoud’. Ok x Daarbij worden nog enkele aanbevelingen gegeven n.a.v. het milieuvriendelijker en duurza- mer maken van het plan en zijn voorschriften.

VMM Gunstig zonder opmerkingen

3 Bespreking adviezen van aanwezig adviesinstanties op de vergadering

De belangrijkste punten uit de adviezen van de Provincie West-Vlaanderen en Ruimte Vlaande- ren worden aangehaald en besproken: x Het is niet gewenst voor elke vergunningsaanvraag een inrichtingsstudie te eisen. Het is no- dig toe te voegen onder welke voorwaarden een inrichtingsstudie noodzakelijk is. Dit zal worden aangevuld. x Het is aangewezen om termen als dreefstructuur en groenstructuur te definiëren. Dit zal worden aangevuld. x Gezien de huidige bestemming van het gebied heeft deze zone een lage ruimtelijke impact. Om deze te behouden wordt aangedrongen om de voorschriften meer specifiek op de huidige bestemming als psychiatrisch centrum te enten. Dit zal worden aangepast. De gemeente vraagt wel om een nuance aan te brengen bij deze aanpassing, zodat het huidige polyvalente karakter van enkele functies aanwezig op het ter- rein steeds mogelijk blijven, het gaat hier om bv. theaterzaal, sportzaal,… waarin ook andere verenigingen e.d. gebruik van maken. Hiermee wordt akkoord gegaan. x In de toelichtingsnota wordt niet verduidelijkt waarom uitbreidingen worden toegestaan. Een uitbreiding kan enkel vanuit een bestaande noodzaak voor het ziekenhuis. Waarom zijn de 30 bedden nodig op korte en lange termijn,… Het GRS stelt dat een beperkte uitbreiding langs de Reigerlostraat mogelijk is en de sportin- frastructuur kan behouden blijven. De huidige uitbreiding is nogal ruim. Er zal een verantwoording worden gevraagd aan het PC. De behoefte zal worden aangevuld in de toelichtingsnota, waarbij de voorschriften zullen worden aangepast aan de werkelijke behoefte. x Per deelzone wordt een conciërgewoning toegelaten, de werkelijke behoefte dient gemoti- veerd te worden en aangepast in de voorschriften. De behoefte zal worden nagevraagd aan het PC, het is wel duidelijk dat bijvoorbeeld in zone E geen conciërgewoning kan worden toegestaan. x Het is niet duidelijk wat wordt bedoeld met ‘diensten via de sociale economie’ en waarom ‘alternatieve woonzorgvormen’ in de zone A hun plaats krijgen. De mogelijkheid om zorgwonen te realiseren is in strijd met het PRS, gezien Reigerlo geen geselecteerde kern is. De functie zorgwonen wordt best geschrapt. Er moet duidelijkheid komen over de effectieve invulling, waarbij ook de behoefte ervan moet worden aangetoond. Deze zaken worden eerst nagevraagd bij het PC. x Het gebied is niet gelegen in HAG, maar wel in een actiegebied type II van het AGNAS, waarbij de Vlaamse Overheid overweegt om na verder onderzoek een RUP op te starten. Het tegengaan van verdere lintbebouwing wordt hierin ook opgenomen en wordt niet geduid in de nota. De landschappelijke overgang en het versterken van de groenstructuur lijken wel aan te sluiten bij de opties op Vlaams niveau (onder voorbehoud van deelzone A en B). Het nieuwe tracé voor de Heirweg maakt ook dat dit een aparte entiteit is. Is dit gewenst. In feite zijn de uitbreidingsmogelijkheden in A en B niet gering en een versterking van de lint- bebouwing. Er is ook duidelijk minder belang gehecht aan de landschappelijke overgang in deelzone A en B. Referentienummer Pagina 293354_PV#0004 4 van 4

De werking van het PC wordt door de gemeente duidelijk gemaakt op de vergadering. Hierbij moet een onderscheid gemaakt worden tussen toegankelijke functies, zeer afhankelijk van el- kaar en van het PC en afgesloten zelfstandigere functies. Deze geslotenheid uit zich ook in de inplanting op het terrein en de inrichting. Deze uitleg is zeer verhelderend voor de aanwe- zigen het is dan ook noodzakelijk deze hele filosofie en bijkomende visie ook dieper uit te werken in de nota. Er zal aan het PC worden gevraagd een duidelijke weergave te geven van de huidige en toe- komstige werking hieromtrent. In functie van de landschappelijke overgang zal een zone worden aangeduid ter hoogte van de overgang naar het SBZ. x De bestemming horeca ter hoogte van het kruispunt Aanwijs is in principe conform het ad- dendum PRS. Er wordt wel gevraagd deze horecafunctie te motiveren vanuit de algemene vi- sie op het Bulskampveld (in relatie tot andere aanwezig horeca) en in de TL te verwijzen naar het beleid uit het PRS voor openluchtrecreatieve groene domeinen. Is het gewenst dit los te bekijken van de twee andere hoekpanden aan de overzijde van de Reigerlostraat. In functie van de optie horeca in het projectgebied dient eerst intern op de provincie nog eens afgetoetst te worden of het bespreken hiervan geen provinciale bevoegdheid is. De reden waarom enkel deze percelen zijn opgenomen kan worden gemotiveerd vanuit het feit dat: Het gebied morfologisch duidelijk aansluit bij het PC De beoogde horeca ook gericht zal zijn op het PC Eén van de twee huidige panden bewoond wordt door mensen verbonden met het PC. Dit is een duidelijke motivatie. x Voor deelzone E zijn geen inrichtingsvoorschriften aanwezig? Dit wordt aangepast. x Enkele zones voor hoofdparking sluiten niet aan bij de hoofdontsluiting. Er is getracht een goed evenwicht te vinden tussen voldoende vrijheid behouden naar inrich- ting en voldoende voorwaarden opleggen naar kwalitatieve inrichtingen. In functie van de op- merking zal een nuance worden gelegd in de soort parking, hun ontsluitingen en de hoeveel- heid parkeerplaatsen en soort ontsluiting die mogelijk gemaakt worden bij de nieuwe parkings in zone A en B.

4 Afspraken x Het verslag wordt verdeeld onder de aanwezigen. x De mer-procedure wordt verder gezet. x De gemeente vraagt op basis van dit verslag enkele zaken na bij het PC Sint-Amandus x Op basis van de adviezen, het verslag en info van PC Sint-Amandus werkt Grontmij de nota verder uit in functie van de voorlopige vaststelling.

Opgemaakt door Grontmij, Gent 6 december 2013

Sil Goossens Projectleider Planning & Design Services 2 Bijlage 2: Reacties op verlag plenaire vergadering

Pagina 133 van 135

3 Bijlage 3: Adviezen mer-screening

Pagina 134 van 135

4 Advies Dienst Veiligheidsrapportering

Pagina 135 van 135