KINDVRIENDELIJK

Eindrapport

VVJ | Vereniging Vlaamse Jeugddiensten vzw | Ossenmarkt 3 | 2000 Antwerpen T 03 821 06 06 | E [email protected] | W www.vvj.be

Inhoud Kindvriendelijke steden en gemeenten ...... 5

Wat is wat en wie is wie ...... 5

Assessment van kindvriendelijkheid ...... 6

Niet vrijblijvend...... 6

What’s in it for me? ...... 7

Temse in het kort ...... 8

In dit rapport ...... 13

Fase 1 Kindvriendelijkheid in kaart

Methodisch...... 15

Een staat van kindvriendelijkheid ...... 16

Welzijn: werken, kinderopvang en hulpverlening ...... 17

Wonen ...... 25

Veiligheid ...... 27

Onderwijs en scholen ...... 30

Vrije tijd (spel, recreatie, cultuur en sport)...... 36

Mobiliteit en verkeer ...... 46

Milieu ...... 51

Gezondheid ...... 53

Stadsplanning en openbare werken ...... 55

Gemeentelijk beleid maken voor kinderen en jongeren, participatie en burgerschap van kinderen en jongeren ...... 60

Uitdagingen na fase 1 ...... 70

Keuze prioritaire thema’s voor fase 2 ...... 75

Fase 2: Belevingsonderzoek ...... 78

Prioriteiten ...... 78

Gebruikte methodieken ...... 78

Analyse ...... 85

Profiel bevraagde kinderen, tieners en jongeren ...... 85

Beleving van de openbare ruimte ...... 87

Verkeer en mobiliteit ...... 87

Milieu, open en groene ruimte ...... 94

Vrije tijd beleven in de openbare ruimte ...... 100

Andere aspecten in de openbare ruimte die kinderen en jongeren beïnvloeden in hun beleving ...... 113

Openbare gebouwen ...... 115

Inspraak en participatie ...... 116

Kennis van de jeugddienst, jeugdraad, JOC...... 116

Rapport kindvriendelijk Temse p2 | 141

Welke voorbeelden van inspraak en participatie kennen kinderen en jongeren? ...... 117

Hoe zien en beleven kinderen en jongeren (beleids)participatie? Hoe zien zij hun stem in gemeentelijk beleid? ...... 118

Over welke thema’s willen kinderen en jongeren graag mee nadenken?...... 119

Hoe kan de gemeente meer inspraak en participatie organiseren? ...... 119

En nog… ...... 122

Strategische aanbevelingen ...... 131

Thematische aanbevelingen ...... 131

Prioritaire aanbevelingen ...... 135

Rapport kindvriendelijk Temse p3 | 141

INLEIDING

Rapport kindvriendelijk Temse p4 | 141

Kindvriendelijke steden en gemeenten

De aandacht voor de kindvriendelijkheid van steden komt niet zomaar uit de lucht gevallen. Tijdens de tweede conferentie van de Verenigde Naties over ‘Human Settlements’ (Habitat II) in 1996 werd een resolutie gestemd om steden ‘voor iedereen leefbaar’ te maken. De conferentie verklaarde daarenboven dat ‘het welbevinden van kinderen de ultieme indicator is voor een gezonde woonomgeving, een democratische gemeenschap en een goed bestuur’. Zo ontstond de Child Friendly Cities beweging. Een wereldwijd initiatief, gerelateerd aan de im- plementatie van het Internationaal Kinderrechtenverdrag.

Na een testfase in verschillende landen leverde de beweging in het najaar van 2011 een instrumentarium af dat gericht is op een ‘assessment van kindvriendelijkheid’, zeg maar een toets van de kindvriendelijkheid van de stad of gemeente. In Vlaanderen bestaat met het Netwerk Kindvriendelijke Steden al een jarenlange betrokkenheid op de beweging en de initiatieven rond kindvriendelijkheid.

Wat is wat en wie is wie De term ‘kindvriendelijk’ is een containerbegrip. Het gaat om het leefbaarder maken van steden en gemeenten voor kinderen en jongeren. ‘Leefbaarheid’ krijgt echter een andere invulling afhankelijk van ieders voorgaande ervaringen, contacten en leefomstandigheden. Om voorbij te gaan aan de individuele interpretatie, operationali- seren we ‘kindvriendelijkheid’, in navolging van UNICEF, op basis van de rechten van het kind1. Aangezien ook België het Kinderrechtenverdrag geratificeerd heeft en de realisatie van kinderrechten in de eerste plaats ge- beurt in (lokaal) beleid, is voor deze basis gekozen. Het verdrag heeft betrekking op alle kinderen en jongeren tot 18 jaar.

Child Friendly Cities heeft een kindvriendelijke stad omschreven2 als een stad die ernaar streeft om alle rech- ten van het kind, zoals omschreven in het IVRK, te vertalen naar het lokale beleid. Kinderen en jongeren moeten integraal deel uitmaken van de hele stad. Het beleidsdoel is kinderen volwaardig te laten deelnemen aan de sa- menleving, in al hun levensdomeinen (onderwijs, mobiliteit, ruimtelijke planning, hulpverlening, gezondheid, mi- lieu, ontspanning, sport, enz.). Kindvriendelijkheid is een kwaliteit van de stad in al haar aspecten.

Een kindvriendelijk beleid vertrekt vanuit de visie dat kinderen volwaardige medeburgers zijn van onze samen- leving. In de praktijk betekent dit dat de beleidsmakers hun beslissingen, initiatieven en budgetten toetsen aan de kinderrechten. In een kindvriendelijke stad zijn kinderen volwaardige deelnemers aan de samenleving en wordt met hun belangen rekening gehouden in het volledige beleidsproces. Het mag duidelijk zijn dat kindvrien- delijkheid over alle beleidsdomeinen heen gaat én enkel samen met kinderen en jongeren vastgesteld kan wor- den. Een kindvriendelijk beleid is met andere woorden een horizontaal beleid en werkt integraal.

Kinderrechten en kindvriendelijkheid mogen niet beperkt worden tot de juridische, en eerder statische, beteke- nis van ‘het hebben van rechten’. De betekenis van de kinderrechten gaat uit van de interactie tussen kinderen en hun omgeving: rechten als begin van dialoog. Die omgeving heeft betrekking op de volledige leefwereld van kinderen en jongeren3.

1 U vindt het Kinderrechtenverdrag op de website van het Kinderrechtencommissariaat http://www.kinderrechtencommissari- aat.be 2 Omschrijving zoals opgenomen op http://www.childfriendlycities.org/en/overview/what-is-a-child-friendly-city. 3 De Visscher, Reynaert, Bouverne-De Bie (2012) Kinderrechten als referentiekader voor ‘kindvriendelijkheid’: opvattingen en discussies in Tijdschrift voor Jeugd en Kinderrechten 12/1, p 40-52.

Rapport kindvriendelijk Temse p5 | 141

Tot slot kunnen we vaststellen dat noden veranderen. Ook die van kinderen. Dit heeft impact op hoe de rechten van het kind geconcretiseerd (moeten) worden. Kinderrechten zijn een na te streven norm, maar te bekijken bin- nen de reële context. Kindvriendelijkheid is dan een dynamisch, veranderlijk proces waarin steeds nieuwe aspec- ten en uitdagingen worden toegevoegd. Het is geen statisch, te bereiken doel.

Assessment van kindvriendelijkheid Het doel van dit project is het ontwikkelen van een assessmentsysteem en -procedures die de kindvriendelijk- heid van het beleid in kaart brengen, ondersteunen en stimuleren. Het toetsingskader van het project bestaat uit een operationalisering van de kinderrechten.

Assessment als methode lijkt hierbij het meest opportuun: kinderrechten en kindvriendelijkheid laten zich niet zomaar vertalen in exacte cijfers, maar komen minstens zo sterk tot hun recht in processen en (doelgerichte) tra- jecten. Kinderrechten en kindvriendelijkheid kunnen niet louter kwantitatief gemeten worden. De kwalitatieve component in de assessment bestaat uit inspraakprocessen van kinderen, jongeren en hun omgeving en uit het formuleren van uitdagingen en inschattingen van het lokale beleid.

Via een assessmentsysteem en -procedure die de kindvriendelijkheid van het beleid in kaart brengt ondersteunt en stimuleert, hebben steden en gemeenten een houvast om het perspectief van kinderen en jongeren in be- langrijke beslissingen van het bestuur aan bod te laten komen en te waarborgen. De ‘assessment’ gebeurt in ver- schillende fasen en bij verschillende doelgroepen. Als ‘conditio sine qua non’ geldt een brede gedragenheid van het belang van kindvriendelijkheid: niet alleen het college of het managementteam moeten het idee genegen zijn, alle andere gemeentelijke diensten moeten ook betrokken worden. Er is dus lokaal een sterke trekker nodig, al dan niet de jeugdconsulent.

Het eindresultaat zijn aanbevelingen die kunnen resulteren in een langetermijnstrategie om de kindvriendelijk- heid van de stad of gemeente op enkele concrete vlakken te versterken.

Niet vrijblijvend De aangegeven omschrijving van kindvriendelijk beleid en kindvriendelijke steden, heeft enkele aannames tot gevolg die meteen voorwaarden zijn om te werken aan kindvriendelijkheid: 1. Assessment van kindvriendelijkheid is geen eenmalige gebeurtenis, maar maakt deel uit van een (lange ter- mijn) proces waarbij verbetering en evaluatie voorop staan. Kortom, een kindvriendelijke stad voert niet een- malig een analyse uit die de behoeften in kaart brengt en vervolgens het beleid hierop afstemt, maar borgt dit structureel binnen de gemeentelijke of stedelijke werking. 2. Deze borging omvat minimaal de politieke wil om aan de slag te gaan met de resultaten van de assessment en het op die manier tot meer te maken dan een papieren oefening. 3. De assessment dekt alle beleidsdomeinen met als bedoeling de aanwezigheid en coherentie van kindvriende- lijk beleid in alle beleidsdomeinen te verhogen. 4. Participatie van alle stakeholders moet gegarandeerd worden. De assessment mag geen eenzijdig verhaal van beleidsverantwoordelijken worden. Kindvriendelijkheid kan enkel in kaart gebracht worden vanuit de leefwe- reld en dus de betrokkenheid van kinderen, jongeren en hun omgeving.

Rapport kindvriendelijk Temse p6 | 141

What’s in it for me?

Waarom zouden we ons zorgen maken over de kindvriendelijkheid van steden?

• België is een bindend engagement aangegaan voor de implementatie van de rechten van het kind 4. • Naast een vergrijzing, komt er ook een vergroening op ons af. We moeten instaan voor het welbevinden van alle burgers, dus ook van deze groeiende maar al te vaak onmondige groep van kinderen en jongeren. • ‘Kindvriendelijk’ is ook gewoon ‘mensvriendelijk’. Veilige wegen, zuivere lucht, voldoende onderwijs- en op- vangmogelijkheden komen iedereen ten goede. • Steden en gemeenten houden graag de gezinnen met kinderen binnen hun grenzen. Zij zorgen mee voor een frisse dynamische, creatieve en duurzame omgeving.

Wanneer is een stad kindvriendelijk?

Kindvriendelijkheid is, zoals boven vermeld, het leefbaarder maken van steden en gemeenten voor kinderen en jongeren door middel van het vertalen en implementeren van de rechten van het kind naar het lokale beleid en de lokale praktijk. Concreet kan kindvriendelijkheid omschreven worden in vier componenten:

1. Kinderen mogen er zijn Kinderen kunnen zelfstandig en veilig van de publieke ruimte en infrastructuur gebruik maken. Ze horen tot het natuurlijke straatbeeld. Typische kinderactiviteiten als spelen horen thuis in de stad en krijgen aanda cht van de beleidsmakers. 2. Kinderen kunnen er komen Via veilige wandel- en fietsroutes of openbaar vervoer moeten scholen, buurthuizen, sportverenigingen en andere voorzieningen gemakkelijk te bereiken zijn voor kinderen en jongeren. 3. Kinderen kunnen er zinvolle dingen doen Kinderen worden aangemoedigd om op diverse manieren deel te nemen aan de samenleving en worden daar- bij ondersteund indien nodig. Er is een divers aanbod, om zowel actief als passief te kunnen aan deelnemen. 4. Kinderen kunnen er iets betekenen In een kindvriendelijke stad is er een actieve en constante dialoog tussen beleidsmakers enerzijds en kinderen en jongeren anderzijds. Aangezien de jeugd een snel veranderende en heel gevarieerde doelgroep is, is het (jeugd)beleid van een kindvriendelijke stad voortdurend in beweging. Via kinder- en jeugdparticipatie in aller- lei vormen en op allerlei manieren moeten signalen, ideeën en meningen worden verzameld.

4 In het Internationaal Verdrag van de Rechten van het Kind wordt een kind gedefinieerd als een persoon jonger dan 18 jaar. Overal in dit rapport waar ‘kinderen’ staat, bedoelen we dus ‘kinderen en jongeren’.

Rapport kindvriendelijk Temse p7 | 141

Temse in het kort

Temse situeert zich binnen de Vlaamse Ruit Brussel-Gent-Antwerpen-Leuven en behoort administratief tot de provincie Oost-Vlaanderen en het arrondissement Sint-Niklaas en historisch tot het Land van Waas.

De gemeente is ingeplant tussen het groenrijke Schelde- en Durmelandschap en wordt via de Scheldebruggen verbonden met en Klein-Brabant. De buurgemeenten van Temse zijn , , , Sint-Niklaas en . Als kleinstedelijk gebied op provinciaal niveau heeft Temse een uitrustingsgraad die ver- gelijkbaar is met de zwak uitgeruste kleine steden.

Temse is een middelgrote gemeente die bestaat uit vier deelgemeenten: Temse (= kerngemeente), Tielrode, El- versele en Steendorp, samen een oppervlakte van 3.991 ha, waarvan iets meer dan 20% woongebied, 11% groenzone en ca. 2% recreatiegebied. Bewoning, industrie en ambachten zijn vooral gecentraliseerd in de kern- gemeente.

Rapport kindvriendelijk Temse p8 | 141

Concentratie in de centrumgemeente De gemeente Temse telde op 1 januari 2014 29.073 inwoners, nl. 14.353 mannen (49,37%) en 14.720 vrouwen (50,63%). Ruim 66% van de bevolking woont in de centrumgemeente.

Deelgemeente Totaal Procent Temse 19.438 66,59 Steendorp 3.493 12,02 Tielrode 3.878 13,14 Elversele 2.248 7,74 Algemeen totaal 29.073 100

Hoge bevolkingsdichtheid en sterke bevolkingsaangroei De bevolkingsdichtheid bedraagt 728 inwoners per km2. Hiermee is Temse een vrij sterk verstedelijkt gebied (gemiddelde Belfius-indeling: 634 en Vlaams Gewest: 474 inwoners per km2).

Tussen 2004 en 2014 groeide de bevolking van Temse aan met 2.951 eenheden, wat neerkomt op een bevol- kingsgroei van 11,4%. In dezelfde periode steeg de bevolking in Vlaanderen en de gemeenten uit de ‘Belfius’clus- ter (sterk verstedelijkte gemeenten met lage inkomens) met respectievelijk en slechts 6,6% en 6,7%. Vooral vanaf 2007 constateren we in Temse een sterke bevolkingstoename. De ontwikkeling van de woonzone op de vroegere terreinen van de Boelwerf (De Zaat) is hier uiteraard niet vreemd aan.

Volgens de prognoses van de Vlaamse studiedienst zal de bevolking tegen 2030 nog fors aangroeien: • globaal: een stijging met ca. 11,30% • 0-18 jarigen: stijging tussen 8 en 15% • 19-59 jarigen: stijging tussen 0 en 5% • 60-plussers: stijging tussen 40 en 60%.

Vergrijzing en vergroening De grootste bevolkingsgroep, zowel bij mannen als bij vrouwen, situeert zich tussen 40 en 55 jaar (geboren in de jaren ’60-‘70).

Bevolkingspyramide Temse 2014

Mannen 2014 Vrouwen 2014

Ook in Temse komt de vergrijzing van de bevolking meer en meer tot uiting, aangezien de grote groep ‘babyboo- mers’ (geboren na Wereldoorlog II) geleidelijk aan opschuift naar deze oudere bevolkingsgroepen. In 2004 waren er 4.064 65-plussers, in 2014 groeide deze groep aan tot 5.117 personen. Het aandeel 65-plussers t.o.v. de ac- tieve bevolking (= grijze druk) ligt in Temse (29.86%) lager dan het Vlaamse gemiddelde (32,18%).

Naast de verdergaande vergrijzing is echter ook een uitgesproken trend van vergroening merkbaar. Het percen- tage 0-19 jarigen t.o.v. de actieve bevolking (= groene druk) ligt in Temse met 39,81% beduidend hoger dan het Vlaamse gemiddelde (36,60%).

In onderstaande tabel wordt de bevolkingsprojectie weergegeven voor 0-30jarigen. Tegen 2030 zal de leeftijds- groep van 0- tot 30jarigen aangroeien met 7,5%.

leeftijd 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2025 2030 0-2 1 020 1 008 996 997 1 008 1 031 1 058 1 123 1 117

Rapport kindvriendelijk Temse p9 | 141

3-5 1 104 1 084 1 056 1 050 1 037 1 025 1 024 1 120 1 137 6-11 2 019 2 072 2 167 2 183 2 208 2 213 2 178 2 097 2 242 12-17 2 008 1 985 1 919 1 906 1 942 1 973 2 055 2 245 2 113 18-23 2 144 2 154 2 133 2 135 2 077 2 081 2 042 2 014 2 259 24-29 1 946 1 966 2 032 2 098 2 152 2 176 2 180 2 122 2 006 0-17 6 151 6 149 6 139 6 136 6 195 6 242 6 314 6 585 6 608

Jongeren Van het totaal aantal inwoners was op 01.01.2014 23,44% jonger dan 19 jaar. Het grootste aantal kin- deren en jongeren woont in de centrumgemeente.

Deelgemeente Aantal -19 % Temse 4.786 70,22 Steendorp 719 10,55 Tielrode 798 11,70 Elversele 513 7,53 Algemeen totaal 6.816 100

Van het totaal aantal kinderen en jongeren heeft bijna 6% (405) jongeren -19 jaar een vreemde nationaliteit. Ook deze groep woont voornamelijk in de centrumgemeente. Ruim 34 % (140) van deze jongeren is jonger dan 4 jaar.

Temse Steendorp Tielrode Elversele TOTAAL 0-4 jaar 119 10 6 5 140 5-9 jaar 85 7 7 2 101 10-14 jaar 68 10 3 2 83 15-19 jaar 73 5 2 1 81 TOTAAL 345 32 18 10 405

Toename in het aantal huishoudens Net zoals in heel Vlaanderen is tussen 2004 en 2014 een gestage toename van het aantal huishoudens merkbaar (13,9% in Temse t.o.v. 9,1 % in Vlaanderen). De stijging vond vooral plaats bij de een- en tweepersoonshuishoudens. In 2014 waren er in Temse 11.945 huishoudens. Volgens de prognose zal dit tegen 2030 oplopen tot 13.789 huishoudens. Dit betekent nog een aangroei van 11,60%.

Grote diversiteit Begin 2014 telde Temse 1.593 personen met een vreemde nationaliteit (91 verschillende na- tionaliteiten). Ruim 81% van deze personen woont in de centrumgemeente, 25% of 405 van deze personen is jonger dan 19 jaar.

Deelgemeente Aantal % Temse 1.294 81,23 Steendorp 152 9,54 Tielrode 100 6,28 Elversele 47 2,95 TOTAAL 1.593 100

Inkomen In 2011 bedroeg het gemiddeld inkomen per inwoner € 16.830. Dit ligt boven het gemiddelde van ver- gelijkbare Belfius-gemeenten (€ 15.866) maar onder het Vlaamse gemiddelde (€ 17.146).

Werkloosheid In april 2015 telde Temse 1.102 niet-werkende werkzoekenden. Dit betekent dat 8,06% van de beroepsactieve bevolking werkloos was.

Rapport kindvriendelijk Temse p10 | 141

Gerechtigden op leefloon In 2014 waren er 328 aanvragen voor een leefloon. Aan 207 personen werd een leef- loon toegekend, aan 121 mensen werd dit geweigerd. 48% of 100 personen waren mannen, 52% of 107 perso- nen waren vrouwen.

Leeftijd Leeftijd Mannen Vrouwen TOTAAL % -25 jaar 29 34 63 30% 25-50 jaar 15 17 32 15% +50 jaar 56 56 112 55%

Gezinssituatie en leeftijd Leeftijd Mannen Vrouwen TOTAAL Alleenstaande personen -25 jaar 6 10 16 25-50 jaar 27 11 38 +50 jaar 6 8 14 Samenwonende personen -25 jaar 15 10 25 25-50 jaar 11 4 15 +50 jaar 4 8 12 Personen met gezinslast -25 jaar 8 14 22 25-50 jaar 18 41 59 +50 jaar 5 1 6

Kansarme geboorten Kansarmoede is een toestand waarbij mensen beknot worden in hun kansen om vol- doende deel te hebben aan maatschappelijk hooggewaardeerde goederen, zoals onderwijs, arbeid, huisvesting. Het gaat hierbij niet om een eenmalig feit, maar om een duurzame toestand die zich voordoet op verschillende terreinen, zowel materiële als immateriële . De door Kind & Gezin gehanteerde criteria zijn: het maandinkomen van het gezin, de arbeidssituatie van de ouders, de opleiding van de ouders, de huisvesting, de ontwikkeling van de kinderen en de gezondheid. Wanneer een gezin aan drie of meer van deze zes criteria beantwoord, wordt het als kansarm beschouwd. De evolutie is jammer genoeg overal stijgend, ook in Temse met in 2013 12,1% kansarme geboorten (t.o.v. 6,6% in 2003 en 7% in 2008).

Kansengroepen in het onderwijs De relatieve aanwezigheid van indicatorleerlingen schommelt in Temse tus- sen de 41% en de 44%. Enkele scholen scoren hoger dan dit gemiddelde, bij twee scholen is er zelfs sprake van concentratiescholen met percentages rond de 90%. Het Oost-Vlaamse gemiddelde schommelt rond de 30%.

Meerjarenplan Het meerjarenplan van Temse is opgebouwd rond 11 strategische en 28 operationele doelstellingen, 9 doelstel- lingen zijn aangeduid als prioritair beleid.

SD 1. De gemeente is financieel gezond op korte en lange termijn OD 1. De implementatie van het volledige beleids- en beheersconcept, zowel beleidsmatig als fi- nancieel, binnen de gemeentelijke organisatie

SD 2. Efficiënte en klantvriendelijke dienstverlening en toegankelijke infrastructuur OD 2. De burgers worden ontvangen in een klantvriendelijke infrastructuur OD 3. De burgers correct en op eigentijdse wijze informeren

Rapport kindvriendelijk Temse p11 | 141

OD 4. Inspraak en participatie voor gemeenteraadsleden, doelgroepen en inwoners OD 5. De gemeentediensten staan garant voor een moderne en efficiënte werking

SD 3. Veiligheid als basis OD 6. Het gemeentebestuur onderneemt samen met de politiezone Kruibeke-Temse veiligheidsbe- vorderende maatregelen OD 7. Operationeel houden van het gemeentelijk brandweerkorps

SD 4. Temse is ruimtelijk geordend op maat van zijn inwoners OD 8. Temse is een aangename gemeente om in te wonen OD 9. Temse is een aangename gemeente om in te werken, te ondernemen en te winkelen

SD 5. Een gezonde en groene omgeving als basisvoorwaarden voor leefkwaliteit OD 10. Voorzien in een duurzame en groende leefomgeving

SD 6. De gemeentelijke openbare werken staan in functie van veiligheid, verkeerscirculatie en toegang tot nutsvoorzieningen OD 11. Een goed uitgeruste wegeninfrastructuur gaat samen met zorg voor verkeersveiligheid en waterbeheersing

SD 7. Temse biedt een breed, toegankelijk en kwaliteitsvol vrijetijdsaanbod OD 12. De gemeente behoudt en optimaliseert het vrijetijdsaanbod voor alle doelgroepen OD 13. De vrijetijdsdiensten zetten inwoners aan tot levenslang en levensbreed leren OD 14. Temse bevestigt zich als typische Scheldegemeente gericht op eendags- en verblijfstoerisme OD 15. Temse beschikt over goed uitgebouwde vrijetijdsdiensten, die instaan voor een gedragen en geïntegreerd vrijetijdsbeleid  Het label kindvriendelijke gemeente verwerven

SD 8. Het vrijetijdsbeleid versterkt het sociale weefsel binnen de gemeente OD 16. Temse voorziet ruimte en middelen voor de organisatie van gemeenschapsvormende activitei- ten OD 17. Verenigingen en vrijwilligers worden actief ondersteund OD 18. Temse zet in op lokaal erfgoedbeleid als bindmiddel van lokale verankering

SD 9. Temse is een lerende gemeente met inwoners die hun volle potentieel waarmaken en hun talenten ontplooien OD 19. Het gemeentebestuur zet in op onderwijs en voorziet in een optimale lesomgeving in haar eigen onderwijsvoorzieningen OD 20. Alle leerlingen in Temse gaan naar school OD 21. De gemeente versterkt en ondersteunt ouders en scholen bij de opvoeding, zodat alle leerlingen in Temse gelijke onderwijskansen genieten OD 22. Het Nederlands is een taal die door alle inwoners van Temse begrepen en gesproken wordt

SD 10. De gemeente participeert in gezinsondersteuning en kwaliteitsvolle kinderopvang OD 23. Het lokaal beleid bouwt samen met relevante actoren een kwalitatief verantwoorde kinderop- vang uit OD 24. Het aanbod preventieve gezinsondersteuning is gecentraliseerd en staat voor kwaliteitsvolle en laagdrempelige dienstverlening

Rapport kindvriendelijk Temse p12 | 141

SD 11. Temse voert een geïntegreerd sociaal beleid OD 25. Er is een gedragen lokaal sociaal beleid in nauwe samenwerking met het OCMW OD 26. Een actief gezondheidsbeleid middels preventie en sensibilisering OD 27. Er is een gedragen lokaal sociaal beleid ter ondersteuning van de thuiswonende ouderen en personen met een handicap OD 28. Via het integratiebeleid versterkt de gemeente de sociale samenhang in Temse

In dit rapport

In dit rapport leest u het proces ‘Temse kindvriendelijke gemeente’ zoals doorlopen in 2015-2016. Het proces bevat 2 grote fases. In een eerste fase brengen we de ‘staat van kindvriendelijkheid’ van Temse in kaart. Door middel van een grondige analyse maken we een stand van zaken op en leggen de grootste werkpunten bloot. Deze werkpunten worden in een tweede fase diepgaander geanalyseerd op basis van de belevingswereld van kinderen en jongeren. Beide fases worden omstandig beschreven in dit rapport, zowel methodisch als de resultaten. We ronden dit rapport af met een reeks aanbevelingen die de voorzet kunnen vormen voor de opmaak en implementatie van een ‘strategie kindvriendelijkheid’.

Rapport kindvriendelijk Temse p13 | 141

Fase 1

Kindvriendelijkheid in kaart

Rapport kindvriendelijk Temse p14 | 141

Methodisch

In een eerste fase van het project wordt op basis van een vragenlijst, focusgesprekken en cijfermateriaal een beeld gevormd van de ‘staat van kindvriendelijkheid’. Hiervoor doen we een beroep op alle stedelijke diensten, op het middenveld en uiteraard op kinderen en jongeren. De thema’s hebben betrekking op de volledige leefwe- reld van kinderen en jongeren: welzijn, ruimte, mobiliteit, milieu, gezondheid, vrije tijd, onderwijs, …

Het cijfermateriaal vinden we terug in • Meerjarenplan 2014-2019 gemeente Temse • Gemeentelijke profielschets Temse – najaar 2014 • Omgevingsanalyse Lokaal OverlegPlatform basisonderwijs – werkingsgebied Temse (2013) • Lokale Inburgerings- en Integratiemonitor Temse – editie 2015 • Jaarverslag 2014 – OCMW • Werkdocument dienst bevolking - Demografische gegevens 2014 • Gemeentefiches Steunpunt Sociale Planning – Demografie Temse • Werking GAS in 2014- eindrapportering • Cijfers De Lijn • Cijfers politie • SVR – projecties van de bevolking van de huishoudens voor Vlaamse steden en gemeenten, 2015-2030 • www.temse.be • www.lokalestatisieken.be • www.aps.vlaanderen.be • www.statbel.fgov.be • www.oost-vlaanderen.be

We vullen deze cijfers aan met: Een vragenlijst ‘Kindvriendelijk beleid’ die we voorlegden aan alle gemeentelijke diensten, aan het brede mid- denveld en aan de jeugdraad. De vragenlijst peilde voornamelijk naar de inschatting van respondenten over de verschillende thema’s. • 226 respondenten namen deel aan de enquête die afgenomen werd in de periode april – mei 2015. • 35,8% van de respondenten waren mannen (n=81), 64,2% waren vrouwen (n=145). • 9,7% was 15-24 jaar (n=22), 21,2% was 25-34 jaar (n=48), 61,9% 35-64 jaar (n=140), 7,1% tenslotte was 65+ (n=16). • 37,6% (n=85) van de respondenten werkt voor de gemeente. 62,4% (n=141) werkt niet voor de gemeente. • Zij die niet voor de gemeente werken, zijn voornamelijk inwoners van de gemeente, leerkrachten en vrijwil- ligers in de jeugd- of een andere sector. • Van de respondenten die werken voor de gemeente heeft 70,9% (n=56) een uitvoerende functie, 11,4% (n=9) een beleidsfunctie, 12,7% (n=10) een leidinggevende functie en 5,1% (n=4) een bestuursfunctie. Volgende diensten zijn vertegenwoordigd onder de respondenten: jeugd, buitenschoolse kinderopvang, schoonmaak, secretariaat, preventie, gunningen, ruimtelijke ordening, burgerzaken, cultuur, sport, onderwijs, lokale dien- sten economie, senioren, bibliotheek, groen en milieu, communicatie, integratie, technische dienst, personeel, toerisme, sociale zaken, mobiliteit.

Aangezien de vragenlijst vragen over de volledige leefwereld van kinderen en jongeren en alle beleidsdomeinen bevat, waren de respondenten vrij om enkel in te vullen waar ze zich vertrouwd mee voelden. De meeste vragen werden dan ook niet door alle respondenten beantwoord. Wat wordt er meegenomen in de analyse? • We geven volledige tabellen weer en maken melding van enkele opvallendheden: ofwel als er door de meer- derheid een groot tekort wordt ervaren • ofwel die vragen waar een grote verdeeldheid bestaat tussen de respondenten

Rapport kindvriendelijk Temse p15 | 141

• ofwel vragen waar een groot verschil bestaat tussen de antwoorden van respondenten die wel voor de ge- meente werken en respondenten die niet voor de gemeente werken.

Naast de resultaten van de vragenlijst plaatsen we de resultaten van de controlevragenlijsten die afgenomen werden bij een groep kinderen en jongeren. Het is in deze fase niet de bedoeling om reeds op grote schaal en diepgaand bevragingen te organiseren bij kinderen en jongeren. Deze tijdsintensieve onderneming plannen we in een tweede fase waarin we enkele thema’s kunnen uitdiepen met kinderen en jongeren. Wel willen we in deze fase naast de cijfers en de vragenlijst (die door volwassenen wordt ingevuld) al enkele signalen kunnen plaatsen van enkele tientallen kinderen en jongeren.

De samenstelling van de controlegroep kinderen (-12 jaar) was als volgt: • n= 26 • leeftijd 4 jaar (n=1), 7 jaar (n=9), 8 jaar (n=5), 9 jaar (n=4), 10 jaar (n=3), 11 jaar (n=3) • Geslacht 9 meisjes, 15 jongens • Plaats afname: basisschool de Vierklaver, gemeentelijke jeugdwerking ‘t Clubhuis

De samenstelling van de controlegroep jongeren (+12 jaar) zag er uit als volgt: • n= 13 • leeftijd 14 jaar (n=3), 15 jaar (n=3), 16 jaar (n=3), 17 jaar (n=3) (1 niet geregistreerd) • Geslacht 5 meisjes, 7 jongens (1 niet geregistreerd) • Plaats afname: JOC De Nartist, Speelkaai (begeleiders vanuit het jeugdwerk werden bevraagd)

De resultaten van de vragenlijst en controlegroepen vormden voeding voor verschillende focusgesprekken. Ge- sprekken over de inhoudelijke thema’s vonden plaats met: → De gemeentelijke diensten5 → Het middenveld6 → Jongeren7 Stellingen uit de vragenlijst met een opmerkelijk antwoordpatroon werden opgelijst voor de focusgesprekken. De deelnemers konden zelf aangeven over welke stellingen en welke thema’s ze in gesprek wilden gaan. De ge- meentelijke diensten bespraken stellingen uit de thema’s welzijn, wonen, vrije tijd, mobiliteit, milieu, gezond- heid, stadsplanning, gemeentelijk beleid maken voor kinderen en jongeren en participatie&burgerschap. De fo- cusgroep middenveld besprak de thema’s welzijn, onderwijs, vrije tijd, mobiliteit, stadsplanning, gemeentelijk beleid maken voor kinderen en jongeren en participatie&burgerschap. De jeugdraad ten slotte ging het gesprek aan over welzijn, veiligheid, onderwijs, vrije tijd, mobiliteit, milieu, gemeentelijk beleid maken voor kinderen en jongeren en participatie&burgerschap.

Een staat van kindvriendelijkheid

In dit luik lichten we de verschillende thema’s toe die betrekking hebben op de leefwereld van kinderen en jon- geren. We starten met bestaande cijfergegevens. Vervolgens voegen we de analyse toe van de vragenlijst die rondgestuurd werd. We leggen naast die resultaten de resultaten van de controlegroepen bij kinderen en jonge-

5 Bestaande uit Gemeentesecretaris, groendienst, cultuurbeleidscoördinator, ruimteiljke ordening, sociale zaken en BKO, inte- gratie en onderwijsopbouwwerk OCMW, mobiliteit, JOC De Nartist, diensthoofd secretariaat ne clusterverantwoordelijke, jeugddienst. 6 Bestaande uit de sportraad, Minaraad, vzw TAKVA, vzw Turkse socio-culturele vereniging, Tourikia, basisschool Elversele, cul- tuurraad, Curieus, oudercomité BS De Vierklaver, BS De Vierklaver, Freinetschool de Kolibri, BS de Klimroos – de Wijsneus, LOP BaO Temse, kinderopvang OCMW Temse, sociale dienst OCMW Temse, onderwijsopbouwwerk OCMW Temse. 7 Bestaande uit Chiro Overal, voorzitter jeugdraad, (voormalige) leden jeugdraad, Scouts, speelplein

Rapport kindvriendelijk Temse p16 | 141

ren. Tot slot voegen we interpretaties en opvattingen toe uit de focusgesprekken met de gemeentelijke dien- sten, het middenveld en de jeugdraad. Aan het einde van elk thema formuleren we mogelijke beleidsuitdagin- gen.

Welzijn: werken, kinderopvang en hulpverlening

De cijfers Stijgend aantal gebruikers kinderopvang Vooral in de buitenschoolse opvang ziet men al jaren een stijgend aan- tal kinderen gebruik maken van de opvang zonder dat de middelen worden aangepast: de locaties bleven bijna uitsluitend onveranderd en het personeelscontingent bleef bevroren. Waar in het Vlaamse Gewest het aantal opvangplaatsen sinds 2010 met meer dan 10% gestegen is, bleef dit in Temse onveranderd.

In Temse zijn momenteel 6 opvangplaatsen voor Buitenschoolse Kinderopvang (Elversele, Tielrode, Temse-cen- trum, Hollebeek, Velle en Steendorp). Per dag worden gemiddeld 420 verschillende kinderen opgevangen. Tijdens de zomervakantie is enkel de centrale opvangplaats in de centrumgemeente geopend. Door het stijgend aantal gebruikers en het wettelijk bepaald aantal opvangplaatsen voor de locatie, wordt de laatste jaren met voorinschrijvingen gewerkt waarbij de -6 jarigen voorrang krijgen op oudere kinderen. + 6 jari- gen kunnen aansluiten bij de gemeentelijke speelpleinwerking.

Lokaal Overleg Kinderopvang en loket kinderopvang Het overleg moet een krachtig instrument worden om het lokaal beleid kinderopvang te vormen, sturen en evalueren. Het gemeentebestuur werkt aan de oprichting van een loket kinderopvang dat de organisatie van de kinderopvang van baby’s en peuters in kaart brengt.

Kansarmoede en eenoudergezinnen In 2013 leefden volgens Kind & Gezin8 12,1% van de jonge kinderen in Temse geboren in een kansarm gezin. Dit is een stijging van 5% op 5 jaar tijd (2008: 7%). Deze cijfers liggen iets lager dan in vergelijkbare Belfius-gemeenten (13,9%) maar hoger dan het Vlaamse cijfer (11,2%). Temse telde op 1 januari 2012 14,08% eenoudergezinnen, waarvan 4/5de alleenstaande moeders; een tendens die al jaren in opmars is. Het OCMW krijgt jaarlijks via het kinder/kansarmoedeplan ongeveer € 56.000 aan middelen om de kansarmoede terug te dringen, dit o.a. door de aanstelling van een kansenwerker.

Jeugdwerkloosheid In april 2015 kende Temse een werkloosheidsgraad van 8,06%. Hiervan zijn 20,9% of 230 jongeren -25 jaar bij. Ten opzichte van 2014 is dat een stijging van 3,6%.

Jongeren met een leefloon In 2014 waren er 328 aanvragen voor een leefloon. Aan 207 personen werd een leef- loon toegekend, aan 121 mensen werd dit geweigerd. 48% of 100 personen waren mannen, 52% of 107 perso- nen waren vrouwen. 30% of 63 mensen waren jongeren dan 25 jaar.

Maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren Temse krijgt voor de beleidsperiode 2014-2019 jaarlijks onge- veer € 50.000 aan middelen voor de strijd tegen maatschappelijke kwetsbaarheid bij kinderen en jongeren. Met de extra middelen werd een jeugdwerker aangeworven die instaat voor de bevordering van de participatie aan het jeugdwerk van maatschappelijk achtergestelde kinderen en jongeren. Voor deze extra middelen komen alleen de gemeenten in aanmerking die scoren op de indicatoren voor maat- schappelijke achterstelling. Ze werden geselecteerd op basis van zeven sociaalgeografische indicatoren die

8 De door Kind & Gezin gehanteerde criteria zijn: het maandinkomen van het gezin, de arbeidssituatie van de ouders, de oplei- ding van de ouders, de huisvesting, de ontwikkeling van de kinderen en de gezondheid. Wanneer een gezin aan drie of meer van deze zes criteria beantwoord, wordt het als kansarm beschouwd.

Rapport kindvriendelijk Temse p17 | 141

maatschappelijk kwetsbaarheid bij kinderen en jongeren bepalen. De selectie geldt voor de volledige beleidsperi- ode 2014-2019. De berekening gebeurde op basis van de cijfers 2009, 2010 en 2011. De indicatoren blijven gel- dig voor zes jaar. Na zes jaar worden ze opnieuw berekend. De zeven indicatoren zijn:

1. het gemiddelde aantal kinderen geboren in kansarme gezinnen, volgens de typologie van Kind en Gezin 2. het gemiddelde aantal jongeren onder maatregel, zonder of met kosten, binnen de bijzondere jeugdbij- stand 3. het gemiddelde aantal uitkeringsgerechtigde volledig werklozen jonger dan 25 jaar 4. het gemiddelde aantal leefloners jonger dan 25 jaar 5. het gemiddelde aantal kinderen en jongeren die onderwijs volgen in de types 1, 3 en 8 van het buiten- gewoon lager onderwijs, opgeteld bij het aantal leerlingen in de types 1, 2 en 3 van het buitengewoon secundair onderwijs 6. het gemiddelde aantal jongeren in het deeltijds onderwijs 7. het gemiddelde aantal jongeren in het gewoon voltijdse secundair beroepsonderwijs.

De indicatoren 5, 6 en 7 tellen maar voor een derde mee. Als de relatieve kwetsbaarheid bij kinderen en jonge- ren van een bepaalde gemeente hoger is dan het aandeel van die gemeente in het totale aantal inwoners jonger dan 25 jaar (in het Nederlandse taalgebied), wordt die gemeente geselecteerd.

BASISTABEL 1: Absolute gegevens 5. jongeren 6. 3. kinderen in bijzondere bestaansmin 7. leerlingen 8. leerlingen 9. leerlingen 1. jongeren kansarm 4. langdurige jeugdbijstan . jongeren buitengewoo deeltijds voltijds 0-25 gezin jonge UVW d <25 jaar n onderwijs beroeps beroeps

Gemeente Temse 8562 31 116 98 36 198 38 358 Totaal 1755318 6876 19.658 22.970 7031 36946 7.404 71.822

BASISTABEL 2: Relatieve (ongewogen) gegevens 5. jongeren 6. 3. kinderen in bijzondere bestaansmin 7. leerlingen 8. leerlingen 9. leerlingen 1. jongeren kansarm 4. langdurige jeugdbijstan . jongeren buitengewoo deeltijds voltijds 0-25 gezin jonge UVW d <25 jaar n onderwijs beroeps beroeps gemiddelde

Gemeente Temse 0,49% 0,45% 0,43% 0,59% 0,51% 0,54% 0,51% 0,50% 0,50% Totaal 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%

BASISTABEL 3: Relatieve gewogen gegevens 5. jongeren 6. 3. kinderen in bijzondere bestaansmin 7. leerlingen 8. leerlingen 9. leerlingen 1. jongeren kansarm 4. langdurige jeugdbijstan . jongeren buitengewoo deeltijds voltijds 0-25 gezin jonge UVW d <25 jaar n onderwijs beroeps beroeps som

Gemeente NIET 20,00% 20,00% 20,00% 20,00% 6,67% 6,67% 6,67% 100,01% Temse 0,49% 0,09% 0,09% 0,12% 0,10% 0,04% 0,03% 0,03% 0,50% Totaal 100,00% 20,00% 20,00% 20,00% 20,00% 6,67% 6,67% 6,67% 100,01%

Resultatentabel 1: Percentages geselecteerde gemeenten 5. jongeren 6. 3. kinderen in bijzondere bestaansmin 7. leerlingen 8. leerlingen 9. leerlingen 1. jongeren kansarm 4. langdurige jeugdbijstan . jongeren buitengewoo deeltijds voltijds 0-25 gezin jonge UVW d <25 jaar n onderwijs beroeps beroeps

Gemeente Temse 0,49% 0,09% 0,09% 0,12% 0,10% 0,04% 0,03% 0,03% Totaal 39,75% 14,57% 11,33% 11,17% 13,78% 3,18% 3,76% 2,89%

Rapport kindvriendelijk Temse p18 | 141

Resultatentabel 2: Relatieve percentages geselecteerde gemeenten 5. jongeren 6. 3. kinderen in bijzondere bestaansmin 7. leerlingen 8. leerlingen 9. leerlingen 2. LCD's -25 kansarm 4. langdurige jeugdbijstan . jongeren buitengewoo deeltijds voltijds jaar gezin jonge UVW d <25 jaar n onderwijs beroeps beroeps som

Gemeente 20,00% 20,00% 20,00% 20,00% 6,67% 6,67% 6,67% 100,01% Temse 0,12% 0,15% 0,21% 0,15% 0,07% 0,06% 0,08% 0,84% Totaal 20,00% 20,00% 20,00% 20,00% 6,67% 6,67% 6,67% 100,01%

Sociale toelagen Het gemeentebestuur voorziet in een aantal sociale toelagen waar ook kinderen en jongeren van kunnen genieten - geboortepremie (€ 25) - Grote gezinnen teruggavepremie - Sociaal pedagogische toelage voor gehandicapte kinderen - Vakantietoelage aan gehandicapten Het gemeentelijk reglement voor de erkenning en subsidiering van het jeugdwerk voorziet ook in de terugbeta- ling van lidgeld, kamp- en weekendgeld en aankoop uniform voor maatschappelijk achtergestelde kinderen en jongeren.

Preventieve gezinsondersteuning en opvoedingsondersteuning Via de stuurgroep van den Boodt (laagdrempe- lige speel- en ontmoetingsplaats voor kinderen en hun ouders), waaraan geparticipeerd wordt door het gemeen- tebestuur via het diensthoofd sociale zaken/BKO, integratiedienst en jeugddienst, wordt de oprichting van een Huis van het Kind uitgewerkt en gerealiseerd vertrekkende vanuit het OCMW. Ouders met vragen over de opvoeding van hun kinderen vanaf 3 jaar kunnen een spreekuur aanvragen bij vzw De Keerkring. Voor ouders van kindjes jonger dan 3, is er het spreekuur van Kind en Gezin via de Kind en Gezin- lijn. OCMW Temse beschikt over een dienst Kinderopvang voor zieke en gehandicapte kinderen en helpt gezinnen ook bij het aanvragen van studietoelagen. Daarnaast kunnen personen met een beperkt inkomen bij het OCMW terecht voor een tussenkomst in bepaalde kosten voor hun kinderen, zoals schoolkosten, raadpleging of tussen- komst in de kosten voor een zorgverlener (diëtist, orthodontist,…). Ook een tussenkomst in de aankoop van een bril, speciale prothese, hoorapparaat of andere aangepaste hulpmiddelen die veel kosten, is mogelijk.

Jongeren Advies Centrum In Temse is er geen JAC. Het dichtstbijzijnde JAC is in buurgemeente Sint-Niklaas ge- vestigd.

Een divers Temse In Temse leven veel verschillende nationaliteiten (91) en culturen samen. Begin 2014 waren 1.593 personen met een vreemde nationaliteit geregistreerd, 25% of 405 van deze personen zijn jongeren dan 19 jaar. Ruim 34% (140) van deze kinderen en jongeren zijn jongeren dan 4 jaar. Er leven in Temse al zo’n 3 generaties met een migratieachtergrond uit Marokko en Turkije. Deze laatste voelen zich op en top Temsenaren maar ijveren voortdurend om ook hun eigenheid een plaats te kunnen geven. De Ma- rokkaanse en Turkse gemeenschappen in Temse zijn sterk georganiseerd, ook op vlak van jeugd- en kinderwer- king. Sinds begin jaren ’90 vestigen zich steeds meer Roma in Temse. Roma is een etniciteit en geen nationaliteit, er is dus geen officiële registratie van het aantal Roma. Begin 2013 werd het aantal Roma in Temse geschat op 367 personen, waarvan de meerderheid (ongeveer 196 personen) minderjarig was. Het gaat dus vaak over heel jonge en grote gezinnen. Deze groep zorgt voor nieuwe uitdagingen op vlak van integratie, en dan voornamelijk binnen het levensdomein onderwijs. Sinds 2012 is er ook een duidelijk instroom van Oost-Europeanen, voornamelijk Polen en Bulgaren, die zich hier nu zonder moeite kunnen vestigen met een geldige arbeidskaart.

Rapport kindvriendelijk Temse p19 | 141

Integratiedienst en aanbod voor kinderen De gemeentelijke Integratiedienst werkt aan het bevorderen van ge- lijkheid van kansen voor alle inwoners door inspraak en samenwerking te stimuleren. Zij organiseren ook tal van activiteiten voor kinderen: - Taaltovenaars: ‘taalbad’ voor anderstalige kinderen tijdens de schoolvakanties met directe aansluiting op sportkampen en speelpleinwerking. - Voorleesuurtjes in de bibliotheek - Ondersteuning Clubhuiswerking, spel op woensdagnamiddag op het speelplein, in samenwerking met de Jeugddienst - Fietslessen voor vrouwen en kinderen - Activiteiten i.k.v. de Week van de Opvoeding - Activiteiten i.k.v. de Dag tegen Racisme

Wat zegt het MJP? • De gemeente participeert in gezinsondersteuning en kwaliteitsvolle kinderopvang door o.a. samen met rele- vante actoren een kwalitatief verantwoorde kinderopvang uit te bouwen (organisatie Lokaal overleg Kinderop- vang, oprichting en actieve deelname Loket Kinderopvang en ondersteuning dagopvang van 0 tot 3 jaar en het verder uitbouwen van de buitenschoolse opvang en het stimuleren van vakantieopvang door o.a. overleg op te starten met scholen om het opvangaanbod uit te bouwen, te versterken en te laten beantwoorden aan de re- ële vraag). • Het gemeentebestuur maakt een prioriteit van een gedragen lokaal sociaal beleid in nauwe samenwerking met het OCMW (Sociaal Huis) en onderzoekt de invoering van een kansenpas. • De vrijetijdsdiensten nemen laagdrempelige initiatieven met bijzondere aandacht voor kansengroepen (uit- bouw speel-o-theek, stimuleren buiten spelen, aangepast tarief voor maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren bij jeugdactiviteiten, terugbetaling lidgeld – kamp- en weekendgeld en aankoop uniform binnen het gemeentelijke reglement betreffende de erkenning en subsidiering van het jeugdwerk) • Op de jeugddienst wordt een jeugdwerker aangesteld ter bevordering van de participatie aan het jeugdwerk van maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren • De sociale toelagen blijven behouden • Het gemeentebestuur wil het aanbod voor preventieve gezinsondersteuning centraliseren door o.a. actief bij te dragen tot de oprichting van een Huis van het Kind. • De gemeente versterkt de sociale samenhang via het integratiebeleid door het regisseren van een toeganke- lijke dienstverlening voor nieuwkomers (integratiedienst, samenwerking met partnerdiensten…), ontmoeting en verdraagzaamheid tussen buurtbewoners van diverse herkomst te faciliteren (wijkcheque, sociale wande- ling voor nieuwkomers, ondersteuning ‘Platform Integratie Temse’ als overlegorgaan)… • Nederlands moet begrepen en gesproken worden door alle inwoners (organisatie voorleesuurtjes, taalbad in korte schoolvakanties…) • De vrijetijdsdiensten nemen laagdrempelige initiatieven met bijzondere aandacht voor kansengroepen (onder- steuning Clubhuiswerking, taalstimulering tijdens de speelpleinwerking, stimuleren buiten spelen, actief promo maken om kansengroepen naar jeugdwerk toe te leiden…)

De vragenlijst 143 respondenten vulden één of meerdere vragen in binnen het thema. 83 respondenten sloegen het thema over.

waar eerder eerder niet Aantal waar niet waar reacties waar

Het brede publiek kan een overzicht krijgen van de sociale 50 65 15 2 132 diensten die er zijn en welke hulp ze aanbieden.

Er is een plaats waar families financiële hulp kunnen vragen 57 43 9 2 111 of hulp voor andere belangrijke behoeftes zoals voeding.

Rapport kindvriendelijk Temse p20 | 141

waar eerder eerder niet Aantal waar niet waar reacties waar

Er zijn programma’s om -18-jarigen aan werk te helpen (bv. 18 38 36 5 97 deeltijds onderwijs, vakantiewerk).

Er zijn vertrouwenspersonen of –diensten die kinderen en jongeren beschermen tegen misbruik, geweld en verwaarlo- 17 38 31 5 91 zing.

Er is een strategie om kinderen en jongeren te helpen die uit- 8 36 32 11 87 gesloten, gediscrimineerd of gepest worden te helpen.

Kinderen en jongeren met speciale behoeften (bv. kinderen met een leerachterstand, met een handicap, anderstalige kin- 23 31 36 6 96 deren en jongeren,…) kunnen terecht in sociale voorzienin- gen.

Er is een strategie om kinderen en jongeren met individuele 6 19 41 11 77 (psychologische) problemen en vragen op te vangen.

Alle diensten die werken aan het welzijn van kinderen en jon- 6 34 47 11 98 geren, zijn afgestemd op elkaar.

Er is een methode om de behoeften aan betaalbare opvang 15 27 25 10 77 voor jonge kinderen regelmatig te meten. Er wordt bijgehouden hoeveel beschikbare plaatsen er zijn in 37 35 11 6 89 de kinderopvang.

Kinderen en jongeren worden in het lokale samenleven ge- respecteerd ongeacht hun kleur, religie, nationaliteit, cultuur 35 53 14 6 108 of beperking.

Kinderen en jongeren worden gerespecteerd in hun eigen- 37 46 19 3 105 heid en specifieke kenmerken van hun leefwereld.

6 stellingen worden verdeeld ingeschat. Ongeveer evenveel respondenten zeggen dat onderstaande stellingen kloppen, als dat er zijn die zeggen dat ze niet kloppen: • Er zijn programma’s om -18-jarigen aan werk te helpen. • Er zijn vertrouwenspersonen of –diensten die kinderen en jongeren beschermen tegen misbruik, geweld en verwaarlozing. • Er is een strategie om kinderen en jongeren te helpen die uitgesloten, gediscrimineerd of gepest worden te helpen. • Alle diensten die werken aan het welzijn van kinderen en jongeren, zijn afgestemd op elkaar. • Kinderen en jongeren met speciale behoeften kunnen terecht in sociale voorzieningen. • Er is een methode om de behoeften aan betaalbare opvang voor jonge kinderen regelmatig te meten.

Slechts 1 stelling wordt eerder negatief beantwoord: op de vraag of er een strategie is om kinderen en jongeren met individuele problemen en vragen op te vangen, antwoordt 68% dat dit niet het geval is.

Als we de opmerkingen van de respondenten bekijken, gaan die heel vaak over het feit dat er misschien wel aan- bod is, maar dat dat te weinig bekend gemaakt wordt, dat er te weinig afstemming is en dat de drempel voor sommige inwoners wellicht te hoog is.

Rapport kindvriendelijk Temse p21 | 141

Wanneer we de antwoorden opsplitsen volgens ‘werkt voor de gemeente’ en ‘werkt niet voor de gemeente’, worden vijf stellingen verschillend beantwoord. Telkens schatten ambtenaren de stellingen positiever in dan niet ambtenaren. Bovendien zijn het telkens stellingen die hierboven al werden aangehaald als negatief of verdeeld beoordeeld. We kunnen dus stellen dat, wanneer m.b.t. welzijn een stelling niet positief wordt ingeschat, dit toe te schrijven is aan de respondenten die niet werken voor de gemeente. • Er zijn programma’s om -18-jarigen aan het werk te helpen • Kinderen en jongeren met speciale behoeften kunnen terecht in sociale voorzieningen. • Er is een strategie om kinderen en jongeren met individuele (psychologische) problemen en vragen op te van- gen. • Alle diensten die werken aan het welzijn van kinderen en jongeren, zijn afgestemd op elkaar. • Er is een methode om de behoeften aan betaalbare opvang voor jonge kinderen regelmatig te meten.

Op de vraag of ze weten waar ze naartoe kunnen wanneer ze zich niet goed in hun vel voelen, antwoorden dan wel 16 kinderen uit de controlegroep dat dat meestal of altijd waar is, toch zijn er ook 8 onder hen die stellen dat dat helemaal nooit zo is. De jongeren zijn positiever: 10 van de 12 stelt dat ze meestal of altijd weten waar naar- toe, 2 van hen zegt dat slecht soms te weten. Geen enkele jongere zegt dit nooit te weten.

De gesprekken

Gemeentelijke diensten Programma’s om -18jarigen aan het werk te helpen, zijn ook voor de focusgroep niet gekend. De VDAB zit nu wel intern dus er kan eventueel doorverwezen worden. Door de afwezigheid van secundaire scholen komen er over het thema minder vragen. Wel komen er heel wat vragen over vakantiewerk. Vroeger maakte de gemeente een eigen brochure met een overzicht van alle bedrijven in de buurt die vakantiewerkers zochten. Dit was helaas veel werk voor wat het aanbod uiteindelijk nog was. Tegenwoordig wordt doorverwezen naar de FOD, zij hebben een hele duidelijke brochure met telkens de meest recente informatie. Vanaf de herfstvakantie 2015 zal het interna- tionaal comité een zitdag hebben op maandag, met onder andere het work-up traject voor -25jarigen van andere nationaliteiten.

Het Huis van het Kind kan een ideaal vertrekpunt zijn om het welzijnsaanbod op elkaar af te stemmen. In de eer- ste plaats is het Huis van het Kind een virtueel huis waar het aanbod van de verschillende partners geraadpleegd kan worden. Langs de andere kant is elke fysieke locatie van de verschillende partners, met hun specifieke mede- werkers (jeugddienst, OCMW,…) een Huis van het Kind waar alle mensen met hun vragen terecht kunnen. Intern wordt er dan direct, via een platform, en zonder omwegen doorverwezen, afspraken gemaakt,… wanneer ie- mand bv. een vertrouwensband heeft met de jeugddienst, kan die via de jeugddienst ook in contact staan met alle andere partners van het Huis van het Kind waar hij of zij anders niet kan of wil geraken. Het Huis van het Kind zal een communicatiebureau inzetten om alle info aan alle verschillende doelgroepen bekend te maken.

Door een mengelmoes van culturen/leeftijden leer je elkaar beter kennen. Helaas worden oude arbeidersstraten nu veeleer een clustering. Je kan bijna spreken van de Turkse straat, de straat waar vooral Roma wonen,… Op De Zaat wonen vooral ouderen en jonge gezinnen met werkende ouders. Overal een mengelmoes zou beter zijn voor de integratie, om elkaar beter te leren kennen. In Temse wonen heel wat verschillende culturen en gods- diensten samen. Veel frustraties komen er omdat je een andere cultuur niet kent en wat je niet kent, maakt je op één of andere manier bang of nerveus. Bij initiatieven als Temse kleurt (allochtone en autochtone verenigingen werken samen aan een grote markt met verschillende activiteiten) zal iedereen die interesse heeft een kijkje ko- men nemen en moeite doen om contacten te leggen. Racisten hebben hun oordeel en zullen altijd bij dat oor- deel blijven, geen enkele activiteit zal dat kunnen veranderen. De vraag wordt gesteld of dit niet vooral een probleem is van volwassenen? Kinderen maken er geen probleem van om samen te spelen, samen te leven. Op het speelplein worden hier mooie voorbeelden van gezien: kin- deren die ’s middags mee aan tafel zitten maar niet mee-eten omdat het Ramadan is en als je dat even uitlegt, hebben andere kinderen daar veel respect en bewondering voor. Vanaf de leeftijd van jongeren komen er soms

Rapport kindvriendelijk Temse p22 | 141

wel spanningen. Soms komen er enkele allochtonen naar het jeugdhuis en die lijken niet meteen geaccepteerd te worden. Jaren geleden is geprobeerd om jongeren van verschillende culturen samen te brengen in de jeugdhuis- werking, maar daar werd vanaf gestapt. Ze hebben andere interesses en een andere levenswijze. Vroeger was er een Clubhuiswerking voor allochtone jongens en een aparte meisjeswerking. Die werkingen draaiden toen goed omdat er sterke figuren achter stonden. Helaas was er geen opvolging en zwakte de werking af. Als de nood er is om iets soortgelijks opnieuw op te starten, zal de vraag wel gesteld worden en kan dat opnieuw herbekeken worden. Tweejaarlijks is er een bedanking voor alle vrijwilligers die betrokken zijn bij de gemeentelijke dienstver- lening: jong en oud. Maar vrijwilligers van allochtone origine komen niet. Voelen ze zich dan niet betrokken? Maar ook die betrokkenheid komt van twee kanten: ook Vlamingen blijven vaak hangen rond de eigen vereni- ging; het is niet voor iedereen even gemakkelijk om vlot contacten te gaan leggen met andere culturen.

Middenveld Er zijn vertrouwenspersonen voor kinderen en jongeren via het OCMW, de scholen, het CLB,… maar in de praktijk is dat toch minder evident. Een kind kiest zelf zijn vertrouwenspersoon. Het is belangrijk dat er dan verenigingen zijn die buiten de school een werking hebben zodat kinderen daar ook hun/een vertrouwenspersoon vinden. In Freinetschool De Kolibrie wordt gestart met een piloottraject van het CLB om drempelverlagend te werken naar ouders, om er voor te zorgen dat voor hen de stap kleiner wordt om naar het CLB te gaan. Bij Tourikia komen veel mama’s over de vloer. In het begin bleven ze heel lang hangen. Er werd hen duidelijk gemaakt dat ze voor en na de werking terecht konden voor vragen e.d. In deze formele contacten groeit ook een soort vertrouwen waarbij sommige mama’s al eens een probleem aankaarten. Heel vaak verwijst Tourikia dan door naar andere partners. Sterke ouders pakken een probleem vaak zelf aan door bijvoorbeeld naar de zorgjuf of de directie te gaan, maar voor veel ouders is dat moeilijk omwille van de taalbarrière of door eigen negatieve schoolervaringen in het verleden.

Er zijn verschillende diensten die werken rond welzijn, maar wie zijn ze en zijn ze wel voldoende op elkaar afge- stemd? Het Huis van het Kind kan daar misschien oplossingen in bieden.

Er wordt in Temse geprobeerd om de verschillende culturele gemeenschappen samen te brengen, bijvoorbeeld via Temse Kleurt ter gelegenheid van de Dag tegen Racisme, maar dat is niet makkelijk. De jonge generatie staat hier wel al veel meer voor open dan de oudere generatie. Maar bij open activiteiten zie je steeds weer dezelfde mensen en dat is moeilijk te doorbreken. Ook binnen de huidige migratie- en vluchtelingenproblematiek is com- municatie en meer contact hebben met elkaar belangrijk. Onwetendheid voedt angst dus we moeten communi- ceren en samenbrengen om mensen minder bang te maken. Ook naar kinderen toe is dat een heel belangrijke boodschap, en moeten we dat duidelijk en op hun maat brengen.

Jeugdraad Kinderen kunnen op school een vertrouwenspersoon vinden in de (zorg)leerkracht. Ook het CLB is er en signa- leert dikwijls al een probleem vooraleer kinderen er mee naar buiten komen. Er is geen JAC in Temse waar je als kind of jongeren even kan binnen lopen. Daarvoor moet je al naar Sint-Niklaas. Hoe gaat de leiding van jeugdverenigingen er mee om wanneer een kind hen in vertrouwen neemt voor een of ander probleem? Weet je dan als jeugdleiding waar naar toe? De koepels van de jeugdverenigingen zijn voor sommigen al een vrij hoge drempel. Ook de jeugddienst kan voor jeugdverenigingen een aanspreekpunt zijn hier- voor.

Welke diensten werken er allemaal rond welzijn? Voor een gemeente kan het goed zijn om een algemene strate- gie voorop te stellen, bijvoorbeeld aan de hand van enkele welzijnstopics zoals pesten. Die strategie kan dan ver- der verspreid worden en gebruikt worden door verschillende verenigingen in Temse.

Temse is niet erg groot. In Sint-Niklaas zijn er bv. meer voorzieningen voor kinderen en jongeren met speciale behoeften. Het is heel belangrijk dat de info over het aanbod daar, ook in Temse beschikbaar is. Het aanbod is te

Rapport kindvriendelijk Temse p23 | 141

weinig bekend. Communicatie is erg nodig. En dan gaat het niet enkel over te weinig communicatie, maar ook dat de communicatie duidelijk niet altijd aankomt, dus niet voldoende doelgroepgericht is.

Het is straf dat kinderen al voelen dat niet alle kinderen met respect behandeld worden, ongeacht cultuur, gods- dienst, handicap,... Dat wil toch zeggen dat ze daar op school, in hun vrije tijd of in hun thuissituatie al mee ge- confronteerd worden. Ook op de speelpleintjes zal dat gebeuren. Discriminatie gebeurt ook langs twee zijden; niet enkel door autochtone, maar ook door allochtone kinderen en jongeren. Dit thema moet een blijvend aan- dachtspunt zijn voor het beleid, respect hebben voor elkaar, ongeacht culturele verschillen. Het is straf dat dit thema vandaag de dag nog altijd speelt. Kinderen die dagelijks geconfronteerd worden met kinderen van alloch- tone afkomst, andere nationaliteit of cultuur, zullen minder problemen hebben om samen te leven en verdraag- zaam te zijn.

Welzijn uitgedaagd Temse krijgt te maken met heel wat uitdagingen op vlak van welzijn. Het aantal geboorten in kansarme gezinnen stijgt sterk de laatste jaren en ook het aantal éénoudergezinnen stijgt. 1/5de van de werklozen binnen Temse zijn jonger dan 25 jaar en van de leefloontrekkenden is 30% jonger dan 25 jaar. Er wonen 91 verschillende nationali- teiten samen en 25% van de inwoners met een vreemde nationaliteit is jonger dan 19 jaar. De gemeente zet al middelen in om met deze tendensen om te gaan. Het OCMW krijgt middelen om om te gaan met kinderarmoede, de jeugddienst stelde een jeugdwerker aan die werkt aan de participatie van maatschappelijk kwetsbare kin- deren en jongeren aan het jeugdwerk, de integratiedienst heeft een mooi aanbod naar kinderen en jongeren,… Maar het is duidelijk dat de gemeente blijvend aandacht moet hebben voor bovenstaande uitdagingen. Temse krijgt eveneens te maken met een vergroening. Één van de gevolgen hiervan is dat de vraag naar kinder- opvang stijgt. De gemeente moet alert zijn voor de noden en behoeften van deze stijgende groep jonge inwo- ners. Bovendien wordt de nood aan flexibele kinderopvang groter, onder andere door het hoger aantal éénou- dergezinnen. Op vlak van kinderopvang moet het lokaal overleg kinderopvang en het loket kinderopvang vol- doende ondersteund en omkaderd worden om met deze uitdagingen om te kunnen gaan. Met 91 verschillende nationaliteiten heeft Temse heeft een erg diverse bevolking. De Turkse en Marokkaanse gemeenschappen zijn sterk georganiseerd want al sinds lang aanwezig in de gemeente. Maar de gemeente krijgt ook te maken met een nieuwe instroom van nationaliteiten (Oost-Europees) en met Roma die moeilijker hun weg vinden in het onderwijs, het vrijetijdsaanbod,… In elke focusgroep kwam zeer sterk naar boven dat er een meerwaarde kan liggen in deze mengelmoes aan culturen. Eveneens een duidelijk gedragen gevoel echter, is het feit dat er te weinig interactie en samenspel is tussen de verschillende culturen. Net op dit thema komt een aantal keer naar voor dat kinderen volwassenen iets kunnen leren. Kinderen staan doorgaans meer open voor en gaan flexibeler om met diversiteit en verschillen. Er worden heel wat initiatieven genomen om verschillende cul- turen samen te brengen, maar dat lijkt momenteel niet (voldoende) te werken. Kunnen kinderen en jongeren het goede voorbeeld geven en kan, door het initiëren van activiteiten, evenementen of andere initiatieven vanuit kinderen en jongeren, een boodschap gegeven worden aan alle andere inwoners van Temse? Hoe denken kin- deren en jongeren uit Temse over dit thema? Hoe willen zij samenleven met andere culturen bevorderen? Wat hebben zij te vertellen over dit thema dat duidelijk sterk leeft binnen de gemeente? Hierbij moet de gemeente, uiteraard, sterk inzetten op het luisteren naar kinderen en jongeren uit andere culturen. Hoe voelen zij zich bin- nen de gemeente? Hoe kijken zij naar het samenleven van al die diverse culturen in Temse? Er leven wat bezorgdheden rond afstemming van, communicatie over en laagdrempeligheid van het aanbod aan sociale voorzieningen binnen Temse. Het Huis van het Kind zal hier wellicht oplossingen bieden. De ge- meente moet voldoende investeren in de werking van het Huis van het Kind om blijvend tegemoet te kunnen komen aan deze bezorgdheden. Sint-Niklaas heeft als stad, o.a. op vlak van sociale voorzieningen, een ruimer aanbod dan gemeente Temse (bv. JAC, voorzieningen voor kinderen en jongeren met bijzondere behoeften). Dit aanbod kan sterker gecommuniceerd worden om inwoners van Temse erop te wijzen dat ook zij beroep kunnen doen op het aanbod dat aanwezig is in Sint-Niklaas. 1 stelling binnen de vragenlijst werd duidelijk negatief beantwoord: is er een strategie om kinderen en jongeren met individuele problemen op te vangen? Kinderen en jongeren uit de toetsgroepen bleken overwegend positief

Rapport kindvriendelijk Temse p24 | 141

in hun oordeel of ze bij iemand terecht kunnen wanneer ze ergens mee zitten. Binnen de verschillende focus- groepen kwam telkens naar voor dat kinderen en jongeren zélf hun vertrouwenspersoon kiezen: dat kan een leerkracht zijn, iemand van het CLB, leiding van de jeugdbeweging,… Een vertrouwenspersoon aanstellen vanuit de gemeente lijkt dus geen nood te zijn. Wel kan het een belangrijke taak zijn van de gemeente om na te denken hoe ze o.a. leiding van de jeugdbeweging maar ook leerkrachten of anderen, kunnen versterken in hun positie als vertrouwenspersonen van kinderen en jongeren. Voelen zij zich voldoende gewapend om om te gaan met deze rol als vertrouwenspersoon? Kan vanuit de gemeente hierin ondersteuning geboden worden? Binnen de groep werklozen en leefloontrekkenden in Temse, is een vrij groot aandeel min25jarigen te bespeu- ren. Programma’s om min18jarigen aan het werk te helpen, bestaan er niet. Wel wordt er doorverwezen naar de VDAB of naar de FOD om vragen over werk voor jongeren op te vangen en komt er een zitdag van het nationaal comité op maandag, waar onder andere het work-uptraject voor -25jarigen van andere nationaliteiten een plek zal krijgen. Is er nog nood aan meer ondersteuning rond dit thema? Wat denken jongeren hier zelf over?

Wonen

De cijfers Stijgende prijzen en stijgende vraag Temse kent een hoge bevolkingsdichtheid, 728 inwoners/km². Deze ligt veel hoger dan het Vlaamse gemiddelde van 474 inwoners/km² en 634 inwoners/km² in vergelijkbare Belfius-ge- meenten. Er zijn ongeveer 11.756 bewoonde woongelegenheden, waarvan 60% à 70% wordt bewoond door de eigenaar, 10% à 20% wordt gehuurd van particulieren of vennootschappen en meer dan 10% wordt verhuurd van sociale huisvestingsmaatschappijen of andere openbare instellingen. De gemiddelde verkoopprijs van een flat bedroeg in 2013 € 238.809 en voor een woning € 197.235. Dat is meer dan een verdubbeling ten opzichte van het jaar 2003 (respectievelijk € 81.473 en € 86.078). Demografische ontwikkelingen beïnvloeden de vraag naar woningen. Zowel het stijgende bevolkingscijfer als de gezinsverdunning hebben een invloed op de stijgende vraag naar woningen. Jaarlijks dient een woningaanbod van 150 wooneenheden te worden gerealiseerd. Voor de periode 2008-2012 werd de woonbehoefte in het stedelijk gebied geschat op minimaal 337 woongele- genheden, in het buitengebied werd de woningbehoefte geschat op maximaal 236 woongelegenheden. Voor de periode 2012-2017 wordt de woningbehoefte in het stedelijk gebied geschat op minimaal 446 woonge- legenheden, voor het buitengebied op maximaal 312 woongelegenheden. Diverse woonprojecten en inbreidingsprojecten zullen in de toekomst tegemoetkomen aan de toenemende, maar ook diversifiërende bevolking.

Sociale woningmarkt Temse is voorlopig vrijgesteld voor het verplicht realiseren van een bijkomend sociaal huuraanbod. Op 1 januari 2008 (nulmeting) bedroeg het aandeel sociale huur 10,77%. In 2012 beschikte Temse over een sociaal huuraanbod van 11,06%. Het aandeel blijft vrij stabiel en ligt beduidend hoger dan het Vlaamse en provinciale gemiddelde. Het gaat over 911 huurwoningen en 433 huurappartementen. Op basis van deze ge- gevens is een voorlopige projectstop beslist m.b.t. de Bouwmaatschappij. De klemtoon voor de volgende jaren ligt voornamelijk op renovatie van het huidige aanbod.

Wat zegt het MJP? Het MJP stelt dat Temse een aangename gemeente moet zijn om in te wonen. Dit wil het be- stuur voornamelijk verwezenlijken door in te zetten op: • ‘kwalitatief wonen’ door o.a. het toekennen van aanvullende renovatie- en/of verbeteringspremies en het te- rugdringen van verkrotting • ‘betaalbaar wonen’ door o.a. het vrijmaken van potentiele woonlocaties, voorkomen en bestrijden van leeg- stand • ‘sociaal grond- en woningbeleid’ door o.a. het aandeel sociaal woonaanbod blijven behouden

Rapport kindvriendelijk Temse p25 | 141

De vragenlijst 112 respondenten vulden één of meerdere vragen in binnen het thema. 114 respondenten sloegen het thema over.

waar eerder eerder niet Aantal waar niet waar reacties waar

Er zijn acties om betaalbaar, geschikt en kindgericht wonen 11 38 28 7 84 mogelijk te maken voor iedereen.

De kwaliteit van woningen waarin kinderen en jongeren le- 4 29 37 13 83 ven wordt regelmatig opgevolgd en beoordeeld.

Families hebben een huis dat ze kunnen betalen en dat hen 11 46 24 3 84 niet meteen kan afgenomen worden.

De huizen waar kinderen en jongeren wonen hebben basis- 40 51 5 0 96 voorzieningen als leidingwater, gas, elektriciteit,

Huizen hebben voldoende ruimte voor kinderen en jongeren. 10 42 32 3 87

Hoewel er geen enkele stelling negatief wordt beoordeeld, kan er ook geen uitermate positief beeld geschetst worden. Telkens beantwoordt minstens 1/3de van de respondenten de stellingen negatief. De stelling over de aanwezigheid van basisvoorzieningen is de enige uitzondering. De opvolging en beoordeling van de kwaliteit van woningen waarin kinderen en jongeren opgroeien, krijgt binnen dit thema de meeste negatieve antwoorden.

In de opmerkingen van de respondenten bemerken we enkele van hun bezorgdheden m.b.t. wonen: • Sociale woningen zijn krap en er is een grote wachtlijst • De huisvestingsituatie van Roma is slecht • Ook gezinnen met kinderen worden het huis uit gezet

We bemerken geen verschillend antwoordenpatroon voor respondenten die wel en die niet voor de gemeente werken.

Alle vragen m.b.t. wonen worden door de kinderen en jongeren uit de controlegroepen opmerkelijk positief be- antwoord. De vragen gaan voornamelijk over basiscomfort, maar ook over plaats hebben om te spelen of school- taken te maken thuis en zich veilig voelen thuis.

De gesprekken

Gemeentelijke diensten Respondenten zeggen dat sociale woningen krap zijn en er een grote wachtlijst is, maar Temse heeft in vergelij- king met de rest van Vlaanderen een heel groot aanbod aan sociale woningen.

Wonen uitgedaagd Als gevolg van demografische ontwikkelingen, stijgt de vraag naar woningen en dus ook de prijs. Deze demogra- fische trends lijken zich in de toekomst te blijven verder zetten. Het bestuur moet zich hiervan bewust zijn en blijvend nadenken over de impact hiervan op de woningmarkt. Respondenten die de vragenlijst invulden, signaleerden nog enkele problemen. Aangezien binnen de focusgroe- pen niet gekozen werd het gesprek aan te gaan over het thema ‘wonen’, zijn er binnen dit rapport weinig extra

Rapport kindvriendelijk Temse p26 | 141

informatie of verklaringen te geven. De gemeente kan wel het initiatief nemen de bezorgdheden ter harte te ne- men en te onderzoeken:  Hoewel het aanbod sociale woningen eerder groot is in Temse, is een signaal dat we meenemen uit de opmerkingen die kwamen bij het invullen van de vragenlijst dat sociale woningen krap zijn en dat de wachtlijsten te groot zijn. Inzetten op communicatie over het aanbod kan deze perceptie bijstellen.  Roma lijken geconfronteerd te worden met een slechte huisvestingssituatie.  Iemand geeft aan dat het voorkomt dat gezinnen met kinderen het huis uit worden gezet.

Veiligheid

De cijfers Misdrijven In 2013 werden 616 gevallen van diefstal en afpersing geregistreerd, dat zijn er 21,2 per 1.000 inwo- ners. Temse scoort hiermee lager dan in vergelijkbare gemeenten uit de Belfiusstudie en het Vlaamse Gewest (31,2 per 1.000 inwoners). Temse scoort dan weer hoger bij misdrijven tegen de lichamelijke integriteit ( 7,1 per 1.000 inwoners) en gewelddadige misdrijven tegen de eigendom (9,3 per 1.000 inwoners).

GAS-boetes Naast de lokale politie kunnen ook 6 gemachtigde gemeentelijke ambtenaren inbreuken op het politiereglement vaststellen. Aantal vaststellingen 2009 2010 2011 2012 2013 2014 Lokale Politie (= pv’s) 17 76 73 54 57 35 Gemeentelijke ambtenaren (=be- 1 51 77 61 33 31 stuurlijk verslag) Totaal 18 127 150 115 90 66

In 2014 werden 66 vaststellingen opgemaakt. Deze 66 GAS-pv’s/bestuurlijke verslagen werden overgemaakt aan de provinciale sanctionerende ambtenaren. In 2014 behandelden de provinciale ambtenaren 72 dossiers. In 44 dossiers (= 61% van de dossiers) werden administratieve geldboetes opgelegd. In 6 dossiers werd de bemidde- lingsprocedure toegepast, onder begeleiding van de bemiddelingsambtenaar van het gerechtelijk arrondisse- ment . Wanneer we de behandelde GAS-dossiers opsplitsen volgens type van de inbreuken, dan blijken sluikstort/onregelmatig buitenplaatsen vuilnis (51%) en lawaai (22%) de belangrijkste overlastvormen.

Type dossier Aantal % Sluikstort/onregelmatig buitenplaatsen vuilnis 37 51,39 Lawaai 16 22,22 Wildplassen 4 5,56 Wildplakken affiches 3 4,17 Bevuilen openbare weg 3 4,17 Graffiti 3 4,17 Beschadiging onroerende goederen 3 4,17 Afvalverbranding 1 1,39 Loslopende hond 1 1,39 Vervuilde woning 1 1,39 Totaal 72 100,00

Woninginbraken In 2014 werd aangifte gedaan van 337 woninginbraken. In 2013 waren dat er 317, in 2012 264.

Rapport kindvriendelijk Temse p27 | 141

Verslavende middelen Wanneer we kijken naar het aantal aanvankelijke dossiers en PV’s rond bezit, handel, fa- bricatie en in- en uitvoer van drugs, merken we dat die de voorbije 7 jaar rond de 91 schommelen. 2013 kende een hoog aantal dossiers (136) en in 2008 merken we het laagste aantal dossiers de voorbije jaren (71). In 2014 telde de politie 92 dossiers en PV’s.

Drugpunt Waas Drugpunt Waas is een door de provincie gesubsidieerde preventiedienst die werkzaam is in 6 gemeenten (Sint-Niklaas, Beveren, Temse, Kruibeke, en Sint-Gillis-Waas).

Wat zegt het MJP? Een prioritaire doelstelling binnen het MJP is het nemen van veiligheidsbevorderende maat- regelen binnen de politiezone door o.a. het engagement blijvend te investeren in het politiekorps en kleine cri- minaliteit en overlast zowel preventief als repressief te bestrijden (o.a. door afstemming GAS-wetgeving op poli- tiereglement, aanstellen sanctionerend ambtenaar).

De vragenlijst 128 respondenten vulden één of meerdere vragen in binnen het thema. 98 respondenten sloegen het thema over.

waar eerder eerder niet Aantal waar niet waar reacties waar

Het veiligheidsbeleid van de gemeente heeft aandacht voor 20 55 21 6 102 kinderen en jongeren en hun eigenheid.

Kinderen, jongeren en hun ouders weten waar ze klacht kun- 16 48 26 4 94 nen indienen en hulp kunnen krijgen als ze in gevaar zijn.

Kinderen en jongeren voelen zich beschermd tegen pesten. 4 38 39 8 89

Kinderen en jongeren voelen zich gewapend om om te gaan 4 42 44 5 95 met verslavende middelen (alcohol, tabak en andere drugs).

Kinderen en jongeren voelen zich beschermd tegen geweld en 3 32 42 4 81 misbruik (zowel verbaal, fysiek als seksueel).

Er zijn volwassenen buiten de familie met wie kinderen en jon- geren vrij kunnen praten over misbruik of geweld en van wie ze 4 45 32 3 84 hulp kunnen krijgen.

Kinderen en jongeren kennen de gevaren van het gebruik van 14 39 41 10 104 het internet.

Er is bemiddeling voor minderjarigen als ze een gemeentelijke 6 23 28 5 62 administratieve sanctie of GAS-boete riskeren.

Er is een persoon/dienst van de politiezone die verantwoorde- lijk is voor kinderen en jongeren (bv. een jeugdsectie, jeugdaf- 19 29 16 5 69 deling of jeugdbrigade).

De gemeente heeft in haar rampenplan aandacht voor kin- 7 27 19 1 54 deren en jongeren.

Heel wat stellingen, 6 van de 10, worden verdeeld beantwoord, nl.

Rapport kindvriendelijk Temse p28 | 141

• Kinderen en jongeren voelen zich beschermd tegen pesten. • Kinderen en jongeren voelen zich gewapend om om te gaan met verslavende middelen. • Kinderen en jongeren voelen zich beschermd tegen geweld en misbruik. • Er zijn volwassenen buiten de familie met wie kinderen en jongeren vrij kunnen praten over misbruik of ge- weld en van wie ze hulp kunnen krijgen. • Kinderen en jongeren kennen de gevaren van het gebruik van het internet. • Er is bemiddeling voor minderjarigen als ze een gemeentelijke administratieve sanctie of GAS-boete riskeren. Evenwel wordt geen enkele stelling duidelijk negatief beoordeeld.

Voor heel wat stellingen blijkt wel dat niet-ambtenaren een negatiever antwoordenpatroon vertonen dan amb- tenaren. Dit valt het sterkst op voor de stelling of er bemiddeling is voor minderjarigen wanneer ze een GAS- boete riskeren. Dit kan wijzen op het feit dat die bemiddeling er is, maar dat dit niet bekend is bij de burger.

Aan -12jarigen werden zeven vragen gesteld m.b.t. veiligheid. Vijf vragen werden overwegend positief beant- woord: • Ik weet waar ik naartoe kan om hulp te vragen wanneer ik bang ben. • Ik ken de risico’s van het internet. • Ik voel me veilig in mijn buurt. • Ik kan op straat lopen zonder gepest te worden. • Er zijn volwassenen buiten mijn familie waarmee ik over alles kan praten. Twee stellingen zorgen voor meer verdeeldheid bij de kinderen: • Ik voel me beschermd tegen misbruik en geweld. • In mijn buurt en gemeente wordt iedereen met respect behandeld en niet verschillend naar kleur, godsdienst, nationaliteit, handicap,… De jongeren waren positief w.b. hun kennis van de gevaren van het internet en hun veiligheidsgevoel in de buurt. Verdeeldheid bestond over de vraag ‘als ik gevaar voel, weet ik waar ik dit kan vertellen en hulp kan krijgen’ 7 van de 13 jongeren stelt dat ze dit niet goed weten. Slechts 2 van de 12 jongeren uit de controlegroep zegt dat ze nog nooit in aanraking zijn gekomen met verslavende middelen. Een grote meerderheid (9 van de 12 jongeren) stelt evenwel dat ze zich beschermd voelen tegen de gevaren van verslavende middelen.

De gesprekken

Jeugdraad Het Lokaal Overleg Drugs zet in op omgaan met verslavende middelen, en de acties die werden opgezet vanuit het overleg waren redelijk succesvol. Het drugoverleg heeft een divers publiek aan leden, maar het aantal geïn- teresseerde jongeren is beperkt. Misschien kunnen er meer jongeren aangetrokken worden in een jeugdwelzijns- overleg? Maar voelen jongeren zich wel aangesproken tot dit soort overlegstructuren? Ook scholen zitten niet in het drugoverleg, ze geven zelf aan dat dit niet echt voor hen is. Het LOP is dan wellicht meer geschikt om het thema met scholen te bespreken. Het LOP zet al sterk in op pesten, misschien kunnen de volgende jaren meer aandacht gegeven worden aan andere thema’s. Een weerbaarheidsproject kan van daaruit gestimuleerd worden, met ondersteuning vanuit de gemeentelijke diensten. Pesten, verslavende middelen en geweld en misbruik zijn heel belangrijke thema’s waar de gemeente sterk op moet inzetten. Ook op verschillende niveaus: preventief, sensibiliserend,..; heel positief bijvoorbeeld was de bijdrage van Drugpunt op de Parkfeesten, waarbij jongeren via een spelletje konden ondervinden welke invloed drank op hun reacties heeft. Ook is er een infoavond ge- weest voor ouders en jeugdwerkers over drugs en druggebruik. Helaas was er toen heel weinig volk aanwezig. Misschien was de drempel te hoog. Sommige ouders durven niet naar zo’n infoavond komen omdat anderen dan misschien denken dat hun kinderen aan de drugs zitten. Er loopt ook al jaren het MEGA-project in het basison- derwijs. Dat is een project gedragen door de lokale politie, dat kinderen weerbaar wil maken. Misschien moeten we ook iets dergelijks organiseren met de oudste groepen in de jeugdbeweging? Want niet al deze kinderen gaan in Temse naar school. Ook op de leeftijd van 11 à 12 jaar moet je immers al voldoende inzetten op weerbaar- heid, want ook deze kinderen komen in contact met drugs. En wanneer zijn naar het secundair onderwijs gaan

Rapport kindvriendelijk Temse p29 | 141

buiten de gemeente, opent voor hen een totaal nieuwe wereld: gezellige pleintjes, cafés, drank, roken, drugs,… Dit werd ook bevestigd door de politie. Er zijn voorbeelden bekend van kinderen uit het 5 de en 6de leerjaar die ingezet worden om drugs te dealen op school. De directie van het Lyceum (de enige secundaire school in de ge- meente) zet sterk in op een drugbeleid op school. Er worden verschillende sensibiliserende acties opgezet op school i.s.m. politie en andere diensten. Ook in het jeugdhuis is het belangrijk in te zetten op weerbaarheid. Meer dan vroeger gaan jongeren achter het hoekje een jointje roken, drinken heel wat pintjes af op een avond en roken zich te pletter. Heel vaak zijn het de jeugdige vrijwilligers die moeten optreden tegen leeftijdsgenoten wanneer ze te ver gaan, en dat is niet voor iedereen even makkelijk. De jeugddienst moet ook meer inzetten op bewustwording.

Veiligheid uitgedaagd Er bestaat bemiddeling voor minderjarigen die een GAS-boete riskeren, maar dat gegeven lijkt niet gekend te zijn bij inwoners die niet werken voor de gemeente. Inzetten op communicatie rond de aanpak van GAS-boetes lijkt aangewezen. Enkel kinderen waren positief over de vraag of ze met iemand buiten de familie over alles kunnen praten. Jonge- ren en respondenten van de vragenlijst reageerden eerder verdeeld. We kunnen hier opnieuw verwijzen naar wat onder het thema ‘welzijn’ gesteld werd rond vertrouwenspersonen voor kinderen en jongeren: “Binnen de verschillende focusgroepen kwam telkens naar voor dat kinderen en jongeren zélf hun vertrouwenspersoon kie- zen: dat kan een leerkracht zijn, iemand van het CLB, leiding van de jeugdbeweging,… Een vertrouwenspersoon aanstellen vanuit de gemeente lijkt dus geen nood te zijn. Wel kan het een belangrijke taak zijn van de gemeente om na te denken hoe ze o.a. leiding van de jeugdbeweging maar ook leerkrachten of anderen, kunnen versterken in hun positie als vertrouwenspersonen van kinderen en jongeren. Voelen zij zich voldoende gewapend om om te gaan met deze rol als vertrouwenspersoon? Kan vanuit de gemeente hierin ondersteuning geboden worden?” In de toetsgroep jongeren wordt aangegeven dat een groot deel van hen al in aanraking is gekomen met versla- vende middelen. Het Drugpunt speelt hierin een belangrijke rol, maar ook het LOP zou het thema kunnen opne- men in haar werking, zoals de focusgroep jeugdraad voorstelt. Het MEGA-project van de politie in lagere scholen heeft eveneens een grote meerwaarde, en zou uitgebreid kunnen worden naar bijvoorbeeld jeugdwerkingen. De focusgroep jeugdraad pleit er tenslotte voor om meer in te zetten op weerbaarheid van kinderen en jonge- ren. Ook hierin kan het LOP een rol spelen, maar ook het Huis van het Kind zou rond dit thema kunnen naden- ken: op welke domeinen voelen kinderen en jongeren dat ze zich nog kunnen versterken? Waarin willen zij meer ondersteund worden en waartegen willen ze zich sterker wapenen?

Onderwijs en scholen

De cijfers Kansengroepen in het onderwijs De relatieve aanwezigheid van indicatorleerlingen schommelt in Temse tussen de 41% en de 44%. Enkele scholen scoren hoger dan dit gemiddelde, bij twee scholen is er zelfs sprake van con- centratiescholen met percentages rond de 90%. Het Oost-Vlaamse gemiddelde schommelt rond de 30%.

Regulier aanbod Het onderwijslandschap in Temse bestaat voornamelijk uit basisonderwijs. Het basisonderwijs telt 11 scholen op 15 vestigingsplaatsen: • Deelgemeente Elversele: 1 school, 1 vestigingsplaats • Deelgemeente Tielrode: 2 scholen, 2 vestigingsplaatsen • Deelgemeente Steendorp: 1 school, 2 vestigingsplaatsen • Centrumgemeente Temse: 7 scholen, 10 vestigingsplaatsen

2012 2013 2014

Rapport kindvriendelijk Temse p30 | 141

Aantal lln. kleuters 1.313 1.282 1.264 Aantal kleuters tussen 2,5 en 5 jaar 1.351 1.328 1.281 Aandeel lln. kleuters t.o.v. kleuterpopulatie 97,2 96,5 98,7 2012 2013 2014 Aantal lln. lager onderwijs 1.792 1.814 1.864 Aantal kinderen tussen 6 en 11 jaar 1.942 1.953 2.019 Aandeel lln. t.o.v. 6 – 11 jarigen 92,3 92,9 92,3

Er blijft sinds het schooljaar 2010-2011 één middelbare school over, nl. het Lyceum aan de Stroom. Vanaf school- jaar 2013-2014 werken ze samen met De Vierklaver. Daar is nu ook een middenschool – 1ste graad ASO – geves- tigd. Veel leerlingen uit Temse trekken voor hun middelbare opleiding naar Sint-Niklaas, Bornem, Kruibeke en Hamme.

2012 2013 2014 Aantal lln. secundair onderwijs 212 193 201 Aantal kinderen tussen 12 en 17 jaar 2.068 2.047 2.008 Aandeel lln. t.o.v. 12 – 17 jarigen 10,3 9,4 10,0

Schoolse vertraging9 Sinds 2006 is een duidelijk daling van de schoolse vertraging in het lager onderwijs merk- baar (2006: 17% - 2014 14,1%). Binnen het secundair onderwijs is een omgekeerde trend waar te nemen. Sinds 2006 is een duidelijke stijging merkbaar met een hoogtepunt van 68,50% in 2013. In 2014 daalde deze naar 60%. Dit percentage ligt veel hoger dan het Vlaamse gemiddelde van 28.50%. Dit gegeven heeft o.a. te maken met het feit dat vanaf het schooljaar 2010-2011 er nog slechts één secundaire school (met een hoge concentratie aan leerlingen van vreemde origine) in Temse is.

Gelijke onderwijskansen Temse komt voor het voeren van een flankerend onderwijsbeleid in aanmerking voor extra Vlaamse middelen (ong. € 14.000) omwille van een hogere relatieve aanwezigheid van indicatorleerlingen. De relatieve aanwezigheid van indicatorleerlingen schommelt in Temse tussen de 41% en 44%. Enkele scholen scoren zelfs hoger dan dit gemiddelde, bij 2 scholen is er sprake van concentratiescholen met percentages rond 90%. Het Oost-Vlaamse gemiddelde schommelt rond de 30%. Om mee te werken aan het creëren van gelijke onderwijskansen en om in te zetten op ouderbetrokkenheid bij het onderwijsgebeuren werkt binnen de dienst onderwijs (gemeentebestuur) en de dienst onderwijsopbouw- werk (OCMW) een team van brugfiguren. Zij organiseren projecten rond huiswerk en taalstimulering.

Lokaal Overleg Het Lokaal Overlegplatform (LOP) voor het basisonderwijs in Temse coördineert het gelijke kan- senonderwijsbeleid. Er wordt op verschillende thema’s ingezet. Zo is kleuterparticipatie een belangrijke zaak voor het LOP en de gemeente. In Temse zijn vrijwel alle kleuters ingeschreven in een school. Er wordt o.a. ge- werkt aan een regelmatige en stipte aanwezigheid op school en de regelmatige deelname van alle leerlingen aan het onderwijs en wordt een spijbelbeleid uitgewerkt. De coördinatie van het inschrijvingsbeleid in de scholen van Temse ligt momenteel ook bij het LOP. Elk jaar wor- den met alle scholen van Temse duidelijke afspraken gemaakt voor het hele grondgebied over de wettelijk be- paalde voorrangsregels.

Uitdagingen voor het onderwijsbeleid • Diversiteit van de leerlingen en hun ouders, maar ook het stijgend aantal kinderen waarvan de thuistaal niet Nederlands is.

9 Schoolse vertraging of schoolse achterstand is de vertraging die een leerling oploopt in zijn schoolloopbaan ten opzichte van de groep leerlingen van hetzelfde geboortejaar.

Rapport kindvriendelijk Temse p31 | 141

• Nakend capaciteitsprobleem kan het gevolg zijn van een stijging met 15% (prognose 2030) van het aantal in- woners tussen 0 en 18 jaar.

Andere aanwezige voorzieningen in Temse • Ondersteunende diensten → CLB’s: beide onderwijsnetten hebben een CLB dat actief is in Temse → Onderwijsopbouwwerk: een team van brugfiguren dat zich inzet om kwetsbare leerlingen en hun gezin te ondersteunen op weg naar meer gelijke onderwijskansen → LOP: is een door de Vlaamse overheid gecoördineerd overlegorgaan, dat instaat voor het realiseren van ge- lijke onderwijskansen. Aan het LOP nemen o.a. scholen, CLB’s, oudercomités…deel. • Vrijetijdsonderwijs → Academie en Vaktekenschool: in het hoofdfiliaal in Temse volgen gemiddeld 160 kinderen onder de 18 jaar les. De hoofdschool is gevestigd in de centrumgemeenten, en heeft 4 wijkafdelingen: Elversele, Tielrode, Velle, Steendorp. → Academie voor Muziek, Woord en Dans: tijdens het schooljaar 2013-2014 telde de school 362 leerlingen → CVO (centrum voor volwassenonderwijs)

Wat zegt het MJP? • Het gemeentebestuur zet in op onderwijs en voorziet in een optimale lesomgeving in de eigen onderwijsvoor- zieningen o.a. door een mooi aanbod en infrastructuur te garanderen in het vrijetijdsonderwijs, door een on- derwijsdienst op te starten met een onderwijsbeleidsmedewerker die instaat voor een flankerend onderwijs- beleid, LOP, samenwerking met onderwijsopbouwwerk OCMW, gemeentelijke diensten bouwen mee aan het brede schoolverhaal… • Alle leerlingen in Temse gaan naar school. Aan deze doelstelling werkt men o.a. door in te zetten op regelma- tige schooldeelname van kinderen (spijbeloverleg, spijbelactieplan, controle op leerplicht, werkgroep kleuter- participatie via het LOP…) en voldoende plaats te garanderen voor alle kinderen om in Temse naar school te kunnen gaan • Gelijke onderwijskansen worden gegarandeerd door ondersteuning van scholen en ouders (brugfiguur onder- wijs, samenwerking OCMW, organisatie projecten taalstimulering en ouderbetrokkenheid… • Taalstimulering vormt een prioritaire doelstelling binnen het MJP.

De vragenlijst 121 respondenten vulden één of meerdere vragen in binnen het thema. 105 respondenten sloegen het thema over.

waar eerder eerder niet Aantal waar niet waar reacties waar

Er is een persoon of dienst die toezicht houdt op de inschrijving en deelname aan onderwijs van alle groepen van kinderen en 38 39 10 2 89 jongeren en die uitsluiting tegen gaat.

Er is een persoon of dienst die toezicht houdt op gezinnen die het financieel moeilijk hebben om hun kinderen en jongeren in 18 46 13 5 82 te schrijven.

Kinderen en jongeren kunnen hun mening geven op school (bv. 47 39 15 4 105 via een leerlingenraad).

Rapport kindvriendelijk Temse p32 | 141

waar eerder eerder niet Aantal waar niet waar reacties waar

Een kind of jongere kan terecht kan terecht bij een onafhanke- lijke persoon in de school voor vertrouwelijk advies en begelei- 45 39 10 4 98 ding.

Kinderen en jongeren krijgen gezondheidsvoorlichting op 62 36 3 1 102 school.

Kinderen en jongeren krijgen seksuele voorlichting op school. 65 39 1 0 105

Er bestaan manieren om spijbelaars te begeleiden. 28 33 15 6 82

Er bestaan manieren om kinderen en jongeren te begeleiden 22 31 20 8 81 die schoolmoe zijn.

Er wordt gezorgd voor een stimulerende en veilige schoolom- 44 52 8 5 109 geving.

Er bestaan maatregelen die ervoor zorgen dat zoveel mogelijk 41 34 13 2 90 kleuters naar school gaan.

Er is een persoon of dienst die bij houdt hoeveel beschikbare 39 32 6 6 83 plaatsen er zijn in de scholen.

Er bestaan andere vormen van onderwijs voor kinderen en jon- geren die niet naar school kunnen (bijvoorbeeld door ziekte of 31 24 14 7 76 schorsing).

Ouders kunnen hun kinderen naar betaalbare scholen laten 41 47 10 3 101 gaan, dicht bij huis.

Kinderen en jongeren hebben betaalbare boeken, papieren, 38 43 11 4 96 schrijfgerief en ander materiaal voor school.

Leerkrachten luisteren naar ideeën van kinderen en jongeren. 34 39 12 6 91

Op school hebben kinderen en jongeren tijd om te spelen, te 53 33 9 3 98 sporten, te rusten en tijd door te brengen met hun vrienden.

De toiletten op school zijn proper, kinderen en jongeren kun- 27 41 21 2 91 nen ze makkelijk en veilig gebruiken.

Er zijn op school volwassenen bij wie kinderen en jongeren zich veilig voelen, en met wie ze kunnen praten over hun proble- 35 44 10 2 91 men en gevoelens.

Op school worden alle kinderen en jongeren gerespecteerd on- 37 47 12 2 98 geacht hun kleur, religie, nationaliteit of cultuur.

Kinderen en jongeren met een beperking worden gerespec- teerd op school. Alle kinderen en jongeren worden gelijk be- 33 41 12 2 88 handeld.

Kinderen en jongeren gebruiken de schoolbibliotheek of de bi- 43 45 10 1 99 bliotheken van de gemeente of de stad.

Rapport kindvriendelijk Temse p33 | 141

waar eerder eerder niet Aantal waar niet waar reacties waar

Ouders kunnen hun mening geven over de beslissingen die de 31 46 11 5 93 school neemt.

Kinderen en jongeren respecteren elkaar op school. Ze worden 10 40 33 9 92 niet gepest of lastig gevallen.

De scholen zijn toegankelijk voor kinderen en jongeren met 10 42 27 8 87 een fysieke en/of mentale beperking.

De meeste stellingen worden overwegend positief beantwoord. Twee stellingen laten meer verdeeldheid zien: • Kinderen en jongeren respecteren elkaar op school. Ze worden niet gepest of lastig gevallen. • De scholen zijn toegankelijk voor kinderen en jongeren met een fysieke en/of mentale beperking.

Er wordt geen significant verschillend antwoordpatroon vastgesteld tussen ambtenaren en niet-ambtenaren.

Ook aan kinderen en jongeren werden heel wat vragen gesteld m.b.t. onderwijs. Vier van de 16 stellingen kregen een negatieve beoordeling van de kinderen: • Ik heb op school geleerd wat mijn rechten of de Rechten van het Kind zijn. • Op school zijn er propere toiletten die ik gemakkelijk kan gebruiken. • Ik kan mijn mening zeggen over beslissingen die de school neemt. • Op mijn school zitten ook kinderen en jongeren met een handicap. De jongeren zijn positiever, op twee stellingen na werden alle stellingen positief beoordeeld. Over twee stellingen bestond verdeeldheid: • Ik heb op school geleerd wat mijn rechten zijn en wat het Kinderrechtenverdrag is. • Op mijn school zitten ook kinderen en jongeren met een handicap. Kinderen en jongeren zijn dus positiever dan de volwassen respondenten over de vraag of kinderen en jongeren elkaar respecteren op school.

De gesprekken Middenveld De scholen die op de focusgroep aanwezig zijn, zijn goed gemengde scholen waar multiculturaliteit een feit is. Het LOP zet heel erg in op een zo goed mogelijk evenwicht binnen de verschillende scholen. Helaas is dat even- wicht ver zoek.

Op de gemengde scholen is er een echt actief beleid rond pestgedrag. Er wordt voortdurend gewerkt rond het thema. Maar het woord ‘pesten’ wordt door kinderen vaak nogal snel in de mond genomen. Vaak zeggen ze dat ze gepest worden wanneer het eigenlijk meer over plagen gaat. Maar ook volwassenen zien bepaalde dingen soms zwaarder dan dat ze zijn. Soms zijn kinderen in hun eigen taal tegen elkaar bezig, waarbij een volwassen denkt dat de situatie gaat ontploffen. Als je dan vraagt wat er aan de hand is, blijkt dat er niets gaande is maar dat ze gewoon op een bepaalde manier met elkaar communiceren. Tot slot zijn het ook vaak de ouders die het probleem vaak groter maken dan de kinderen zelf. De grootste problemen op school zijn de problemen om half 9 en om half 4 aan de schoolpoort, waarbij ouders vaak in de lucht gaan over ‘ruzies’ tussen hun kinderen.

Als school ben je wettelijk verplicht het gebouw toegankelijk te maken voor kinderen en jongeren met een be- perking. In sommige scholen is er al wat meer werk aan de winkel dan in andere, maar alles wat nodig en haal- baar is voor een school, gebeurt ook. Het inclusief onderwijs is er al langer dan vandaag, het komt nu gewoon extra in de kijker door het M-decreet.

Rapport kindvriendelijk Temse p34 | 141

Op dit moment is er in Temse geen nood aan het organiseren van aangepast schoolvervoer voor kinderen en jon- geren met een beperking, maar in het kader van het M-decreet is dit wel iets wat de gemeente in het oog moet houden. Eventueel kan nu al nagedacht worden hoe dat dan eventueel georganiseerd kan worden. Het zal ook een opdracht zijn voor lokale besturen om over het M-decreet signalen te geven naar de Vlaamse overheid. Het leerlingenvervoer wordt nu gratis aangeboden voor leerlingen in het buitengewoon onderwijs, het zou kunnen dat met het M-decreet die behoefte ook ontstaat binnen het normale onderwijs. En als die behoefte er komt, is het belangrijk signalen te geven zodat de Vlaamse overheid daar ook aandacht voor zou hebben. Nu wordt de boodschap gegeven dat als ouders van kinderen met een beperking consequent kiezen voor inclusie, zij ook de gevolgen van die inclusie zelf moeten dragen. En dat betekent ook dat ze zelf instaan voor het vervoer en de ver- plaatsing. Zo tref je dan weer vooral die kinderen met een beperking uit een kansarme omgeving.

De school heeft een voorbeeldfunctie op vlak van inspraak. In de Freinetschool zit de overlegstructuur ingebak- ken in het systeem, het is een wezenlijk onderdeel van de schoolstructuur. Er zijn klassenraden, leerlingenraden en schoolraden van de kinderen zelf. Kinderen leren wat het betekent om democratisch mee te denken en mee te beslissen over het beleid. Ook andere scholen hebben een leerlingenraad met een afvaardiging van leerlingen vanaf het 2de leerjaar om samen dingen te organiseren. Tegenwoordig is het wel zo dat er heel gemakkelijk kri- tiek komt op zaken die effectief democratisch worden beslist. Facebook bevordert dit alleen maar, het is veel makkelijker om daar kritiek te spuien zonder face to face te gaan.

Jeugdraad Er zijn nog een aantal scholen met te weinig diversiteit. Dit is een thema waarop het LOP sterk inzet. De sprei- ding van allochtone kinderen hangt misschien ook amen met de buurten waarin scholen gelegen zijn. Op de cen- trumscholen is er meer diversiteit dan in de deelgemeenten.

Ook het gebrek aan propere toiletten op school kan aangekaart worden bij het LOP. Het probleem van vuile toi- letten zit ook wel vaak bij de perceptie van kinderen. Wanneer er gebruik gemaakt wordt van regenwater om toiletten te spoelen, associëren kinderen dat met vuil water bijvoorbeeld. Feit is ook dat veel scholen een verou- derde infrastructuur hebben. En kinderen hebben meer respect voor nieuwe infrastructuur: op het speelplein werd het sanitair blok gerenoveerd en opgefrist, en kinderen dragen er nu meer zorg voor.

Dat kinderen zeggen dat ze geen kinderen met een handicap tegenkomen op school, ligt wellicht deels aan het feit dat kinderen ADHD, autisme,… niet als handicap zien maar eerder als ‘moeilijke kinderen’. Het M-decreet maakt meer dan vroeger mogelijk dat op de scholen ook kinderen en jongeren met een handicap zitten. Dit is een thema waar het bestuur weinig aan kan doen, behalve zorgen dat alle activiteiten voor iedereen open staan.

Kinderen en jongeren uit de toetsgroepen zijn positiever dan volwassenen over de stelling dat kinderen en jonge- ren elkaar respecteren op school. Dat is een boodschap die we moeten gebruiken: volwassenen zijn pessimisti- scher dan kinderen en jongeren. Volwassenen kunnen nog veel leren van kinderen en jongeren!

De jeugddienst wordt momenteel niet betrokken bij de werking van het LOP, maar er zijn een aantal thema’s waar ook de jeugddienst mee kan op inzetten en mee aan de slag kan gaan.

Onderwijs uitgedaagd Temse heeft een hoge relatieve aanwezigheid van indicatorleerlingen in haar scholen. Op basis daarvan krijgt de gemeente extra middelen voor het voeren van flankerend onderwijsbeleid, wat heel wat kansen biedt maar die ook genomen moeten worden. De dienst onderwijs van de gemeente en onderwijsopbouwwerk vanuit het OCMW zijn partners om hier rond samen na te denken. Temse heeft een heel diverse bevolking, en op sommige scholen is dat ook goed te zien aan de leerlingen. Maar niet alle scholen zijn even gemengd. Er zijn enkele concentratiescholen, en andere scholen waar weinig diversi- teit te merken is. De gemeente kan, samen met de scholen, nadenken hoe ze ervoor kan zorgen dat op elke school een mix van kinderen uit verschillende culturen te zien is.

Rapport kindvriendelijk Temse p35 | 141

Het LOP zet zich al in op verschillende thema’s. Zoals reeds aangekaart binnen het thema ‘veiligheid’, zou het LOP zich ook kunnen buigen over ruimere thema’s zoals het gebruik van verslavende middelen of weerbaarheid bij kinderen en jongeren. De jeugddienst kan betrokken worden bij de werking van het LOP, om samen te werken rond deze en andere thema’s. Zowel kinderen als jongeren uit de controlegroepen stellen dat ze niet (voldoende) te weten krijgen over de kin- derrechten. Aangezien de kinderrechten de basisvormen van kindvriendelijk beleid, is het aangewezen het thema sterker op de agenda van de scholen te zetten. Zowel volwassen respondenten als kinderen en jongeren uit de toetsgroepen stellen dat er weinig kinderen en jongeren met een beperking op school zitten in Temse. Het M-decreet kan hierin in de toekomst verandering brengen. Een duidelijk signaal vanuit de focusgroep middenveld aan het lokaal bestuur is om hieromtrent tijdig duidelijke signalen te sturen naar de Vlaamse Overheid. Een voorbeeld van een nood die momenteel nog niet bestaat, maar met de komst van het M-decreet kan ontstaan, is de nood aan aangepast schoolvervoer. Moet die nood ingelost worden door het lokaal bestuur of door de ouders zelf? De kinderen uit de controlegroep stellen dat ze onvoldoende hun mening kunnen geven over beslissingen die de school neemt. Nochtans haalt de focusgroep middenveld aan dat scholen een voorbeeldfunctie hebben op vlak van inspraak en participatie. Dit thema kan samen met de scholen en de leerlingen opgenomen worden, bin- nen een strategie kindvriendelijkheid van de gemeente. Waarover willen leerlingen hun mening kwijt? Via welke kanalen? En wat zien scholen werkbaar hierin?

Vrije tijd (spel, recreatie, cultuur en sport)

De cijfers Gemeentelijk jeugdwerk • Inclusieve speelpleinwerking tijdens de zomervakantie: tijdens de zomer van 2014 bereikte de speelpleinwer- king gemiddeld 150 kinderen per dag en zo’n 710 verschillende kinderen op één zomer. Gemiddeld waren er 5 à 10 inclusiekindjes10 per dag aanwezig, gemiddeld 40% van de deelnemers behoort tot de groep van kinderen en jongeren in maatschappelijk kwetsbare situaties. Deze laatste groep vindt de laatste jaren beter de weg naar het speelplein door activiteiten van onderwijsopbouwwerk (OCMW) en de integratiedienst. Sinds vorig jaar wordt er actief aan taalstimulering gedaan. Voor de voor- en naopvang wordt nauw samengewerkt met BKO. De monitorenploeg bestaat uit gemiddeld 80 jongeren waarvan 8 hoofdmonitoren, onder begeleiding van de jeugddienst. De monitoren hebben een afzonderlijke jaarwerking om de contacten ook tijdens het jaar warm te houden. Vanaf de zomer 2015 wordt de halve dagwerking geïntroduceerd. In de zomer van 2015 kwamen 623 verschillende kinderen spelen op het speelplein. De zomer van 2015 telde 36 speelpleindagen. Gemiddeld kwamen 140 kinderen per dag spelen, ongeveer 12 kinderen per dag verkozen de halve dagwerking. 82 kinderen konden genieten van het sociaal tarief → Via het Lokaal Opvang Initiatief (OCMW) werden 2 kinderen toegeleid naar het speelplein → Via het project Taaltovenaars (OCMW/Integratiedienst) werden 16 kinderen toegeleid naar het speelplein → Via de sociale dienst van het OCMW werden 9 kinderen toegeleid naar het speelplein → Via Onthaal- Oriëntatie- en Observatiecentrum De Morgenster werden een 10-tal verschillende kinderen en jongeren toegeleid naar het speelplein 91 kinderen konden genieten van het 3-kids tarief. Dit tarief werd toegekend aan gezinnen waarvan 3 of meer- dere kinderen tegelijkertijd deelnamen aan de speelpleinwerking. Dagelijks stonden 20 monitoren en 2 hoofdmonitoren in voor de spelbegeleiding.

10 Inclusiekindjes zijn kindjes die extra aandacht en begeleiding vragen. In de eerste plaats zijn dit kinderen met autisme en/of één of andere vorm van ADHD, kinderen met een mentale beperking, kinderen met een fysieke beperking. Daarbij worden ook enkele anderstalige kinderen opgevangen (doorverwezen via OCWM, LOI, Integratiedienst) die extra speluitleg en begeleiding nodig hebben. In 2015 was er een grote groep 7&8 jarigen (soms 50 kinderen per dag), deze groep kende ook het grootst aan- tal inclusiekinderen.

Rapport kindvriendelijk Temse p36 | 141

• Grabbelpas11 tijdens de korte schoolvakanties. Grabbelpasactiviteiten zijn voornamelijk in trek bij kleuters. Het gemiddeld aantal deelnemers per activiteit is 25. • Buitenspeeldag: jaarlijks wordt een Buitenspeeldag georganiseerd, een gratis spelnamiddag op het speelplein. Meer dan 700 kinderen kwamen in 2014 buitenspelen. Er kwam van heel veel ouders en kinderen de vraag om meerdere keren per jaar een buitenspeeldag te organiseren. De Buitenspeeldag van 2015 werd door storm- weer afgelast en verplaatst naar woensdag 9 september. 900 kinderen kwamen buitenspelen op het grote groene plein waar ze zich konden uitleven met springkastelen, knutselactiviteiten, een boomgaard, pleinspe- len… • Dag van de Jeugdbeweging: op de Dag van de Jeugdbeweging wordt traditioneel een oproep gedaan naar alle leden van de jeugdbeweging om in uniform naar school te gaan. De Jeugddienst en Jeugdraad trekken die dag op scholenronde om alle kinderen in uniform een gadget te overhandigen, alle anderen krijgen een brochure met het aanbod lokaal jeugdwerk. In JOC De Nartist wordt een kleinere activiteit voorzien voor jeugdleiding. • Jeugd Temse in Beweging met speelkaai: reeds meer dan 10 jaar wordt in samenwerking met de Jeugdraad en alle jeugdverenigingen van Temse ‘Jeugd Temse in Beweging’ georganiseerd: een jeugdweekend vol activitei- ten quiz, fuif, spel en traditioneel een reuzengrote gratis speelstraat op de Wilfordkaai met de verkiezing van een jeugdbelleman en jeugdbellevrouw. • Speel-o-theek Speelboel: met steun van het Impulsfonds voor migrantenbeleid werd in 2008 een speel-o-theek ingericht. Deze werd te groot en verhuisde in 2013 naar JOC De Nartist. Met de instap in het bibliotheekuit- leensysteem, werden alle leden van de bibliotheek automatisch lid van de speel-o-theek. Ondertussen werd ook een zaterdagopening geïntroduceerd. • Jeugdhuiswerking De Nartist: jongerenontmoetingscentrum JOC De Nartist opende voor het eerst haar deuren in 1993. Een volledige nieuwbouw werd geopend in 2006. Het jeugdhuis is in de eerste plaats een ontmoe- tingsplaats voor jongeren uit Temse waar jongeren kansen krijgen om te ontmoeten, te doen en zelf te organi- seren. In het jeugdhuis zijn 2 beroepskrachten tewerkgesteld die aanvullende activiteiten organiseren en de vrijwilligerswerking ondersteunen en uitbouwen. De infrastructuur van JOC De Nartist kan ook gehuurd wor- den door particulieren en verenigingen uit Temse. • Financiële ondersteuning aan individuele jongeren m.b.t. het jeugdwerk: individuele jongeren kunnen bij de jeugddienst een aanvraag indienen voor de terugbetaling van de onkosten voor het volgen van kadervorming. Jaarlijks wordt hiervoor een budget van €4.000 voorzien. De voorbije jaren werden alle aanvragen voor 100% terugbetaald. Verder kunnen individuele en groepen van jongeren aanspraak maken op een projecttoelage voor de organisatie van vernieuwende activiteiten en evenementen. Het reglement voorziet ook in de terugbe- taling van lidgeld, kamp- en weekendgeld en aankoop uniform voor kinderen en jongeren in maatschappelijk kwetsbare situaties. • Uitleenpunt: de jeugddienst beschikt over een uitleendienst waar het jeugdwerk gratis kan ontlenen. Het aan- bod bestaat uit tenten, beamers, walkietalkies, fuifkoffers, braadslee, buttonmachine en geluidsmeters. • Jeugdcultuurprojecten vb. Het Geluid van Temse – Temse’s Got Talent – Tekenwedstrijd + heruitgave strip Fretalop, Cultuurcaffee…

Sport De sportdienst ondersteunt de werking van de sportclubs en hun jeugdwerkingen en organiseert verschil- lende sportieve evenementen en activiteiten voor kinderen en jongeren: sportkampen, (kleuter)schoolsportda- gen, netbaltornooi, handbaltornooi, scholenveldloop, zwemcursussen, Temse loopt naar de Marathon met een snoepjesloop…

Cultuur Het cultuurcentrum zorgt voor een schoolprogrammatie met theater en film. Verder organiseert ze fa- milievoorstellingen, kinder- en familieworkshops, geeft jong talent podiumkansen, filmnamiddagen, rondleidin- gen in theaterzaal Roxy en Administratief Centrum De Zaat… De cultuurbeleidscoördinator organiseert en ondersteunt tal van grote en kleinere evenementen en activiteiten waarbij gemeenschapsvorming een prioriteit is. Binnen de Week van de Amateurkunsten, De Week van de

11 Grabbelpas is de verzamelnaam van creatieve activiteiten en workshops.

Rapport kindvriendelijk Temse p37 | 141

Smaak, Erfgoeddag…worden activiteiten voorzien die men aantrekkelijk en op maat van kinderen en jongeren probeert te maken.

Bibliotheek De bibliotheek in Temse is een laagdrempelige basisvoorziening in de gemeente. Specifiek voor kin- deren worden voorleesuurtjes (i.s.m. onderwijsopbouwwerk OCMW), thema-activiteiten, rondleidingen en klas- bezoeken georganiseerd i.k.v. de Jeugdboekenweek. Er worden boekenkoffers ontleend aan scholen, er is het makkelijk lezenplein voor kinderen met leesmoeilijkheden. Kinderen en jongeren kunnen er tegen een zeer laag tarief gebruik maken van een pc met internetverbinding. De bibliotheek had tot enkele jaren terug een hoofdfiliaal in de centrumgemeente en 4 uitleenposten in de deel- gemeenten. Gezien de geringe belangstelling en de nabijheid van de hoofdbibliotheek werden de uitleenposten stopgezet.

Jeugdverenigingen Temse heeft 9 erkende jeugdbewegingen die aangesloten zijn bij de gemeentelijke Jeugd- raad. Deze genieten een financiële, logistieke (onderhoud terreinen, kampvervoer, verminderd tarief voor huur gemeentelijke infrastructuur en materialen uitleendienst…) en informatieve ondersteuning. Ze worden onder- steund via de dienstverlening van de jeugddienst en de werking van de jeugdraad. Tijdens het werkjaar 2013-2014 waren in totaal 890 kinderen tussen 6 en 25 jaar aangesloten bij een jeugdbewe- ging. Het gemeentebestuur biedt financiële ondersteuning aan erkende jeugdbewegingen via het gemeentelijk regle- ment betreffende de erkenning en subsidiering van het jeugdwerk. Dit reglement voorziet in een basistoelage, een werkingstoelage, een tussenkomst in huurkosten en aankopen voor o.a. brandveiliger maken van jeugdloka- len, een toelage voor verbouwing en/of nieuwbouw, een toelage voor kadervorming en een projecttoelage. Er zijn ook nog tal van andere specifieke jeugdwerkorganisaties, niet erkend door het gemeentebestuur en/of niet aangesloten bij de gemeentelijke jeugdraad zoals allochtone jongerenorganisaties binnen de moskeevereni- gingen, Clubhuiswerking, jeugdafdelingen binnen de politieke partijen.

Sportverenigingen In 2013 voldeden 68 sportverenigingen aan de erkenningsvoorwaarden van de gemeente Temse. Deze verenigingen vertegenwoordigen 34 verschillende sportdisciplines en 3.782 sporters, waarvan 1.424 jeugdleden (-18 jaar). Alle 68 verenigingen zijn aangesloten bij de sportraad. De sportverenigingen genieten eveneens een financiële, logistieke en promotionele ondersteuning en worden ook ondersteund door de dienstverlening van de sportdienst en de werking van de sportraad. Het reglement sportsubsidie voorziet o.a. in een financiële ondersteuning gericht op het verhogen van de kwali- teit van de jeugdsportbegeleiders en –coördinatoren.

Socio-Culturele verenigingen De gemeente telt 75 erkende socio-culturele verenigingen, gaande van amateur- kunsten (muziek, toneel, dans), erfgoedverenigingen en hobbyclubs tot socio-culturele organisaties (vb. ouderco- mités scholen). Deze verenigingen zijn aangesloten bij de cultuurraad. Enkele van deze werkingen hebben een eigen jeugdwerking. Ook via het vrijetijdsonderwijs (Academie en Vaktekenschool en Academie voor Muziek, Woord & Dans) worden veel kinderen bereikt, 336 in 2014.

Jeugdinfrastructuur • JOC De Nartist: bestaat uit een aan de nieuwe geluidsnormen aangepaste polyvalente zaal (220m²) met aange- paste geluidsinstallatie (discobar en PA) en instuifruimte (70 m²), een repetitieruimte met opbergkasten, een backstageruimte, een materiaalruimte met stoelen, tafels en podiumelementen, een vergaderruimte en een speel-o-theek. • Jeugdlokalen en terreinen: bijna alle jeugdverenigingen hebben een eigen dak boven hun hoofd, veelal in de vorm van een recht van opstal of een huurovereenkomst met het gemeentebestuur. Deze speelterreinen zijn niet publiek toegankelijk maar kunnen wel gebruikt worden voor gemeentelijke activiteiten zoals speelplein- werking, BKO,…

Rapport kindvriendelijk Temse p38 | 141

• Speelpleintjes en speelbossen: Temse beschikt over 29 openbare speelpleintjes, 10 speelpleintjes die beperkt toegankelijk zijn (BKO, jeugdverenigingen) en 5 speelbosjes. Deze liggen verspreid over het grondgebied van Temse.

Speelterreinen De groendienst probeert snel in te spelen op zowel kleine (ik wil graag een glijbaan in ons buurt- parkje) als structurele vragen (waarom een speelterrein in een nieuwe residentiële wijk met vooral oudere wel- gestelde mensen). De sociale dimensie van een buurt-wijk-dorp-gemeente speelt hier een belangrijke rol. Het studiewerk van het OCMW en het LOP zijn een grote hulp. Dit in combinatie met de juiste interpretatie van de demografische gegevens op meso- en microschaal zorgen voor een goede voorstudie. Deze voorkennis wordt zoveel mogelijk getoetst aan de buurt en de gebruikers. Dit gebeurt via de jeugddienst, jeugdraad, verenigingen, buurtoverleg en aanwezigheid op het terrein. De hoeksteen van dit beleid is een juiste inplanting van het juiste terrein met speelmogelijkheden die meegroeien met de buurt, maar ook controle en snelle herstelling. Dit laat- ste ontmoedigt vandalisme op lange termijn. Het vervaardigen en herstellen van speelterreinen en speeltoestel- len gebeurt via een sociale werkplaats. De gemeente heeft een verspreid aanbod aan speelterreinen en speeltuigen (op 38 verschillende plaatsen, ver- spreid over de hele gemeente). Dit kan verder uitgebouwd worden met aandacht voor de behoefte aan meer natuurlijke en avontuurlijke speelmogelijkheden.

Sportinfrastructuur De gemeente Temse beschikt over 3 sporthallen, 1 groot openlucht sportcentrum (met o.a. een skatepark), een zwembad en tal van voetbal, basket- en petanqueterreinen. Het zwembad gaat eind 2015 dicht voor de bouw van een volledig nieuw zwembad.

Cultuurcentrum Het cultuurcentrum beschikt over een gespreide infrastructuur die ook ter beschikking gesteld wordt voor het verenigingsleven (theaterzaal, polyvalente zaal, tentoonstellingsruimten…).

Inspraak, samenwerking en overleg Inspraak en beleidsadvisering worden in Temse opgenomen door de Jeugd- raad, de Cultuurraad, de Sportraad en Ouderenadviesraad. Voor de bibliotheek en het cultuurcentrum zijn er aparte adviesorganen. De cluster Vrije Tijd en Welzijn komt geregeld samen rond bepaalde gezamenlijk initiatieven (meerjarenplan, Pretgazet). Jaarlijks wordt een overleg gepland met alle scholen om het gemeentelijk vrijetijdsaanbod voor te stellen. De Jeugdraad is in Temse voornamelijk een jeugdwerkoverleg en bereikt weinig tot geen niet-georganiseerde jeugd. De Jeugdraad komt maandelijks samen maar geeft weinig adviezen op eigen initiatief. Enkel de verplichte adviezen (zoals advies op het Meerjarenplan, advies op de subsidies aan het Jeugdwerk) worden vanuit het be- stuur aan de jeugdraad gevraagd. De Jeugddienst is steeds aanwezig op de bijeenkomsten en vormt de directe schakel tussen jeugdwerk en beleid. Er werd enkele jaren een Kinderraad in het leven geroepen maar deze was een kort leven beschoren. De Kinder- raad stond open voor alle kinderen uit de gemeente, er werd reclame gemaakt op scholen, in verenigingen… Lo- catie van de Kinderraad was het JOC, op woensdagnamiddag. Dat bleek geen goed tijdstip te zijn door de vele activiteiten van kinderen op woensdagnamiddag. Er is nog steeds de intentie om soortgelijk initiatief in de toe- komst opnieuw op te starten. De Jeugddienst werkt nauw samen met verschillende diensten uit de cluster Vrije Tijd en Welzijn voor de organi- satie van verschillende activiteiten: Pretgazet (alle gemeentelijke diensten), Cultuurcaffee (cultuur), afstemming sportkampen en grabbelpas tijdens de korte schoolvakanties (sportdienst), aanvullende activiteiten en work- shops in BKO tijdens de korte schoolvakanties (BKO), Speel-o-theek (sociale dienst en integratiedienst), Clubhuis- werking (integratiedienst).

Prioriteiten kinderen n.a.v. opmaak meerjarenplan Bij de opmaak van het meerjarenplan organiseerde de Jeugddienst een gerichte bevraging naar de schoolgaande kinderen en jongeren in de gemeente (2.000 exemplaren). Aan de hand van een wenskaart met de tekst ‘Als ik

Rapport kindvriendelijk Temse p39 | 141

burgemeester was’ konden kinderen en jongeren hun wens of droombeeld voor Temse neerschrijven, tekenen, schilderen… Er werden bijna 1.000 wenskaarten terugbezorgd. Alle wensen werden getoond aan het grote pu- bliek op de Speelkaai van zondag 26 mei. Top 3 van wensen 1. Groen & natuur: meer groene plekjes, meer bos 2. Veiligheid: veilige voet- en fietspaden, minder verkeer aan de scholen 3. Recreatie: extra speelplekjes, speelbossen, skatepark, zwembad

Wat zegt het MJP? Het MJP stelt dat de vrijetijdsdiensten een aanbod uitbouwen specifiek voor kinderen en jon- geren en laagdrempelige initiatieven nemen met bijzondere aandacht voor kansengroepen. De inspraak wordt gegarandeerd door de ondersteuning van de adviesraden en de jaarlijkse (inspraak)activitei- ten die de jeugddienst organiseert om kinderen en jongeren betrokken te houden bij het jeugd(werk)beleid van de gemeente. Prioriteit is dat de verenigingen en hun vrijwilligers actief worden ondersteund (subsidies, logistiek en inhoude- lijk).

De vragenlijst 131 respondenten vulden één of meerdere vragen in binnen het thema. 95 respondenten sloegen het thema over.

waar eerder eerder niet Aantal waar niet waar reacties waar

Kinderen en jongeren kunnen in hun vrije tijd deelnemen aan 90 36 2 0 128 georganiseerde activiteiten.

Er zijn plekken waar kinderen en jongeren spontaan (niet ge- 55 47 14 9 125 organiseerd) kunnen spelen dicht bij huis.

Er zijn naschoolse activiteiten voor kinderen en jongeren. 65 39 9 4 117

Er zijn plaatsen in de gemeente waar kinderen en jongeren in 60 44 14 3 121 contact kunnen komen met de natuur.

Kinderen en jongeren kunnen in contact komen met andere 45 49 17 3 114 culturen of religies.

Wie sport, cultuur en spel organiseert in de gemeente, ver- 41 54 10 3 108 trekt vanuit de leefwereld van kinderen en jongeren.

Wie verantwoordelijk is voor de sport-, cultuur- en spelvoor- zieningen, recreatieve ruimtes en speelzones, zorgt ervoor 52 54 2 4 112 dat ze kwalitatief en veilig zijn.

Ook kinderen en jongeren met een beperking kunnen ge- bruikmaken van de recreatieve ruimtes en deelnemen aan de 20 44 24 5 93 activiteiten.

Er bestaat een strategie om burgers bewust te maken van het 19 27 22 12 80 spel en samen zijn van kinderen en jongeren.

Kinderen en jongeren hebben voldoende tijd om te spelen, te 31 55 15 6 107 rusten en zich te amuseren.

Rapport kindvriendelijk Temse p40 | 141

De stellingen binnen het thema vrije tijd worden opmerkelijk positief beoordeeld. De enige stelling waar wat ver- deeldheid over bestaat, is de stelling ‘er bestaat een strategie om burgers bewust te maken van het spel en sa- men zijn van kinderen en jongeren’. 43% van de respondenten stelt dat dit niet het geval is.

Dit is ook de enige stelling waarbij het antwoordpatroon tussen ambtenaren en niet-ambtenaren verschilt. Daar waar 70% van de respondenten die werken voor de gemeente van oordeel is dat die strategie bestaat, is dat bij respondenten die niet werken voor de gemeente maar 50%.

Ook de kinderen uit de controlegroep beantwoorden de vragen m.b.t. vrije tijd grotendeels positief. De enige stelling die negatief wordt ingeschat is ‘de plaatsen waar ik speel, worden ook gebruikt door kinderen met een handicap’. De kinderen zijn het niet eens over de stelling ‘ik doe mee aan activiteiten of projecten met andere kinderen buiten de school’ (de helft van de kinderen zegt ‘waar’, de andere helft ‘niet waar’) en in mindere mate over de stelling ‘ik kan meedoen aan georganiseerde activiteiten in mijn buurt die ik graag doe (ongeveer 4 op 10 stelt dat dit niet klopt). De jongeren uit de controlegroep beantwoorden dan weer drie van de 7 stellingen negatief, namelijk: • De plaatsen waar ik afspreek of sport, worden ook gebruikt door jongeren met een handicap. • Er zijn plaatsen in mijn gemeente waar ik in contact kom met de natuur. • Ik kom in contact met activiteiten of initiatieven van andere culturen of godsdiensten. Interessant is dat kinderen wel aangeven voldoende in contact te komen met de natuur, daar waar jongeren dat dus niet vinden. Als er gevraagd wordt naar de plek die kinderen en jongeren hebben om te spelen, te sporten, af te spreken met vrienden,… dan zijn zij daar eerder positief over. 8 van de 26 kinderen zegt evenwel dat ze vinden dat er niet ge- noeg plek is. Bij de jongeren zijn dat er 4 van de 13.

De gesprekken Gemeentelijke diensten Door een mengelmoes van culturen/leeftijden leer je elkaar beter kennen. Helaas worden oude arbeidersstraten nu veeleer een clustering. Je kan bijna spreken va de Turkse straat, de straat waar vooral Roma wonen,… Op De Zaat wonen vooral ouderen en jonge gezinnen met werkende ouders. Overal een mengeloes zou beter zijn voor de integratie, om elkaar beter te leren kennen. In Temse wonen heel wat verschillende culturen en godsdiensten samen. Veel frustraties komen er omdat je een andere cultuur niet kent en wat je niet kent, maakt je op één of andere manier bang of nerveus. Bij initiatieven als Temse kleurt (allochtone en autochtone verenigingen werken samen aan een grote markt met verschillende activiteiten) zal iedereen die interesse heeft een kijkje komen ne- men en moeite doen om contacten te leggen. Racisten hebben hun oordeel en zullen altijd bij dat oordeel blij- ven, geen enkele activiteit zal dat kunnen veranderen. De vraag wordt gesteld of dit niet vooral een probleem is van volwassenen? Kinderen maken er geen probleem van om samen te spelen, samen te leven. Op het speelplein worden hier mooie voorbeelden van gezien: kin- deren die ’s middags mee aan tafel zitten maar niet mee-eten omdat het Ramadan is en als je dat even uitlegt, hebben andere kinderen daar veel respect en bewondering voor. Vanaf de leeftijd van jongeren komen er soms wel spanningen. Soms komen er enkele allochtonen naar het jeugdhuis en die lijken niet meteen geaccepteerd te worden. Jaren geleden is geprobeerd om jongeren van verschillende culturen samen te brengen in de jeugdhuis- werking, maar daar werd vanaf gestapt. Ze hebben andere interesses en een andere levenswijze. Vroeger was er een Clubhuiswerking voor allochtone jongens en een aparte meisjeswerking. Die werkingen draaiden toen goed omdat er sterke figuren achter stonden. Helaas was er geen opvolging en zwakte de werking af. Als de nood er is om iets soortgelijks opnieuw op te starten, zal de vraag wel gesteld worden en kan dat opnieuw herbekeken worden. Tweejaarlijks is er een bedanking voor alle vrijwilligers die betrokken zijn bij de gemeentelijke dienstver- lening: jong en oud. Maar vrijwilligers van allochtone origine komen niet. Voelen ze zich dan niet betrokken? Maar ook die betrokkenheid komt van twee kanten: ook Vlamingen blijven vaak hangen rond de eigen vereni- ging; het is niet voor iedereen even gemakkelijk om vlot contacten te gaan leggen met andere culturen.

Rapport kindvriendelijk Temse p41 | 141

De jeugddienst zette jaren in op het aantrekken van allochtone kinderen en jongeren naar de jeugdbewegingen. Temse kreeg immers extra middelen om maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren toe te leiden naar het jeugdwerk. Deels is dat gelukt via de Pretcamionette en het Clubhuis, maar uiteindelijk werd dat toch opgege- ven. Je kan kinderen en jongeren niet verplichten om te participeren en de draagkracht vanuit de allochtone ge- meenschap moet ook voldoende zijn.

Op De Zaat is er duidelijk een probleem tussen ouderen en kinderen; kinderen willen voetbaldoelen, oudere buurtbewoners petanqueterreinen. Toch wordt er steeds een behoeftepeiling gedaan vooraleer een speelplein wordt ingericht/ingepland. De gemeente probeert er voor te zorgen dat iedereen zijn deel van het openbaar do- mein kan claimen, een plek kan hebben waar hij zich goed voelt.

Nog steeds te weinig kinderen en jongeren weten wat er in de gemeente aan speel- en ontmoetingsplekken is, ondanks het feit dat er al verschillende keren een overzicht van gegeven is in de Pretgazet. Er leeft het plan om voor de jeugdverenigingen een brochure te maken met een overzicht van de verschillende speelplekken, met hun voorzieningen en mogelijkheden. Maar die brochure alleen zal niet genoeg zijn; er is ook het plan hen fysiek mee te nemen naar de verschillende speelplekken. Communicatie alleen is dus niet voldoende, we moeten ook nadenken over hoe we kinderen en jongeren zo ver krijgen ook echt naar de plekken te gaan. Ook zijn er heel veel mooie stukjes openbaar groen die ouders, kinderen en jongeren nog onvoldoende weten zijn. In Temse is er veel openbaar groen, behalve in het centrum.

Kinderen mogen vaak ook niet alleen gaan spelen op een speelpleintje. Net zoals bij het thema verkeersveilig- heid, zijn ouders vaak overbeschermend. Kinderen en jongeren gaan vaak ook negatief beoordelen als ze beperkt worden op hun speel- of hangplek, bijvoorbeeld wanneer ze niet mogen voetballen, wanneer er klachten komen over hangende jongeren,…

De mensen van de groendienst deden een studie over het aanbod van speelterreinen in Temse, en dat aanbod is groot. Er zijn nog wel wat blinde vlekken, voornamelijk in de deelgemeenten, maar daar wordt verder aan ge- werkt. Er wordt in Temse gewerkt met een actieradius: hoe kleiner het kind, hoe minder ver de kinderen en hun ouders zouden moeten stappen om tot een speelpleintje te komen. De radius vergroot met de leeftijd.

De groendienst is heel actief bezig rond de inplanting en aanleg van (nieuwe) speelterreinen. Jaarlijks worden heel wat mankracht en budget geïnvesteerd om deze bespeelbaar te houden. Elke week worden speeltuinen en speeltuigen gecontroleerd om mankementen meteen te kunnen aanpakken. Jaarlijks wordt er een grote veilig- heidsronde gepland met de groendienst, jeugddienst, mobiliteit, politie en preventieadviseur om de algemene veiligheid van de verschillende speelomgevingen te controleren. Op elk speelterrein hangen ook de contactgege- vens van de groendienst om gebreken meteen te kunnen melden. Binnen de week worden deze verholpen, zelfs binnen de 24 uur wanneer het echt heel gevaarlijk is voor spelende kinderen.

Middenveld Er wordt in Temse geprobeerd om de verschillende culturele gemeenschappen samen te brengen, bijvoorbeeld via Temse Kleurt ter gelegenheid van de Dag tegen Racisme, maar dat is niet makkelijk. De jonge generatie staat hier wel al veel meer voor open dan de oudere generatie. Maar bij open activiteiten zie je steeds weer dezelfde mensen en dat is moeilijk te doorbreken. Ook binnen de huidige migratie- en vluchtelingenproblematiek is com- municatie en meer contact hebben met elkaar belangrijk. Onwetendheid voedt angst dus we moeten communi- ceren en samenbrengen om mensen minder bang te maken. Ook naar kinderen toe is dat een heel belangrijke boodschap, en moeten we dat duidelijk en op hun maat brengen.

Er wordt niet voldoende gedaan aan positieve beeldvorming rond kinderen en jongeren, om verzuring tegen te gaan; er zijn mensen die zich storen aan spelende kinderen, aan groepsgedrag van bepaalde jongeren, aan jonge- ren die rondhangen. Het is een uitdaging om mensen met een negatief beeld, te overtuigen van de goede zaak van iets. Toch is dat erg nodig om kinderen zich welkom te laten voelen.

Rapport kindvriendelijk Temse p42 | 141

De plekken waar jongeren rondhangen, vormen een probleem. Zo hangen er elke ochtend jongeren rond aan het OCMW. Maar jongeren kiezen zelf hun hangplek. Hangplekken maken en voorzien is not done, dan komen ze er toch niet naartoe. Vroeger hadden we zelf ook onze eigen hangplekken: onder de brug, achter het ziekenhuis, achter de kaaimuur,… Jongeren hangen het liefst rond op plekken waar het eigenlijk niet mag. En dat deden we dus vroeger ook, maar de tolerantiegrens van mensen naar jongeren toe is tegenwoordig veel kleiner. En de kleur van de groep jongeren doet er helaas ook nog steeds toe. Ook de gedragingen van veel jongeren, o.a. hun uitbundig groepsgedrag, zien vele ouderen tegenwoordig als bedreigend. Ook hier is een boodschap van posi- tieve beeldvorming belangrijk. Het gaat hier echter verder dan enkel communicatie. We moeten proberen om generaties samen te brengen, elkaar beter te leren kennen. Mensen persoonlijk aanspreken om naar gezamen- lijke activiteiten te komen, werkt. Maar het vraagt wel tijd om te groeien.

De plekken om te spelen en groene ruimtes in Temse lijken af te nemen. Heel wat bestaande speelterreinen of speeltuigen in de gemeente zijn op initiatief van de buurt weg gehaald. Bijvoorbeeld de Volksplaats, dat is nu een groot stenen veld waar niets op mag gedaan worden, en dat door één proteststem. Dit ligt aan de verzuring; ou- dere mensen zijn bang van voetballende kinderen. Het is ook een buurt waar veel vreemdelingen wonen, blijk- baar hadden ook daardoor veel mensen schrik. De groendienst is met zulke situaties bezig. Er zijn toen ook effec- tief gesprekken geweest met de buurt en uiteindelijk een stemming.

De sportraad, die er ook is voor de ongeorganiseerde sporter, heeft de gemeente gevraagd een oplijsting te ma- ken van hoeveel sportgrond de laatste 15 jaar verdwenen is, maar het antwoord laat nog op zich wachten. 1 van de vragen van de sportraad, cultuurraad, seniorenraad en jeugdraad aan het bestuur is om bij de ontwikkeling van nieuwe sites in de gemeente ook duidelijk aan de promotoren op te leggen dat er een bepaald percentage van het oppervlak vrijgehouden moet worden voor recreatie.

Vanuit vzw TAKVA leeft de nood om dingen in de sporthal te kunnen organiseren wanneer het buiten geen mooi weer is. De sporthal is echter vaak bezet, vooral tijdens het sportseizoen. Via het concept ‘brede school’ zouden de sporthallen van scholen echter ook een uitweg kunnen bieden. Niet voor elke school zal het even praktisch zijn om op de vraag in te spelen, maar het loont de moeite om de vraag te kunnen stellen. Ook de infrastructuur van JOC De Nartist staat tegen een zeer voordelig tarief ter beschikking voor allerlei activiteiten. Dat zijn zaken die nog te weinig gekend zijn bij verschillende verenigingen. Toch is het ook belangrijk om sportinfrastructuur niet enkel voor sportclubs voor te behouden, maar ook voor kinderen, jongeren en verenigingen.

Niet iedereen kent het aanbod aan speel- en groene plekken in de gemeente. Zelfs jeugdbewegingen vaak niet. In de Pretgazet, die 4keer per jaar verdeeld wordt over alle lagere schoolkinderen, wordt voor elke zomer een gemeenteplan opgenomen waarop alle speelpleintjes en speelbossen worden aangeduid, aangevuld met enkele foto’s. Het blijft een aandachtspunt voor het bestuur om hierover beter te communiceren naar de buitenwereld.

De clubhuiswerking op het speelplein op woensdagnamiddag geeft kinderen de kans om in een veilige omgeving te kunnen spelen zonder dat ze over straat moeten lopen.

De communicatie over activiteiten, niet alleen vanuit de gemeente maar ook vanuit het middenveld, komt niet altijd terecht. ‘Temse loopt de Marathon’ bijvoorbeeld, is een activiteit die voor alle kinderen, jongeren en vol- wassenen open staat. Voor de activiteit is heel veel reclame gemaakt, maar de info stroomt blijkbaar niet goed door en komt niet altijd bij de ouders terecht. En de ouders zijn cruciaal. Een kind mag nog zo enthousiast zijn over iets, als de ouders er niet in mee willen gaan dan zullen de kinderen ook niet deelnemen. Er wordt ook nog veel te veel op papier meegegeven. Ouders krijgen elke dag wel iets via de boekentas van de kinderen en worden overladen met informatie. De meeste ouders zullen echter niet uit zichzelf gaan kijken op bijvoorbeeld de web- site van de gemeente wat er allemaal te doen is. Facebook is een goed medium voor jongeren, maar zitten kan- sengroepen wel op facebook? Gimme is wel een mooi platform voor berichten van scholen, sportorganisaties, jeugdorganisaties, gemeentelijke diensten,…

Rapport kindvriendelijk Temse p43 | 141

Jeugdraad Het is straf dat kinderen al voelen dat niet alle kinderen met respect behandeld worden, ongeacht cultuur, gods- dienst, handicap,... Dat wil toch zeggen dat ze daar op school, in hun vrije tijd of in hun thuissituatie al mee ge- confronteerd worden. Ook op de speelpleintjes zal dat gebeuren. Discriminatie gebeurt ook langs twee zijden; niet enkel door autochtone, maar ook door allochtone kinderen en jongeren. Dit thema moet een blijvend aan- dachtspunt zijn voor het beleid, respect hebben voor elkaar, ongeacht culturele verschillen. Kinderen die dage- lijks geconfronteerd worden met kinderen van allochtone origine, andere nationaliteit of cultuur, zullen minder problemen hebben om samen te leven en verdraagzaam te zijn. Jeugdverenigingen zetten in op het aantrekken van allochtone kinderen, maar dat lukt niet helemaal. Er worden wel enkele nieuwe leden van allochtone origine aangetrokken, maar in verhouding met het aantal allochtone kinderen en jongeren die wonen in Temse zijn dat er bitter weinig. Bij de Scouts en de Chiro zijn er al allochtone jongeren geweest die in de leiding hebben ge- staan, er is zelfs ooit een allochtone voorzitter van de jeugdraad geweest. Onze cultuur is doorbakken van de jeugdbeweging, maar voor andere culturen is de stap naar zo’n jeugdwerking vaak te groot. Op de Buitenspeel- dag bereiken we dan weer veel allochtone kinderen en ook op het speelplein stijgt het aantal jaar na jaar. Waarom dan niet in de jeugdbeweging? Heeft dat een te katholieke bijklank? Het valt ook op dat er bij grotere evenementen weinig allochtone kinderen, jongeren en ouders te zien zijn. Ook in het JOC zijn ze welkom maar komen ze niet. Een reden zal liggen in het feit dat er alcohol geschonken wordt. Het moet van twee kanten ko- men. De invloed van ouders in dit thema is groot: uitspraken die zij doen, nemen kinderen over. Zo worden al- lochtonen dikwijls geassocieerd met terreur. Dit brengt angst mee, en dit voedt angst naar vreemdelingen. An- derzijds zijn allochtonen dikwijls ook te gefocust op het feit dat ze anders zijn. Ook in een aantal scholen is er weinig diversiteit. Dit is een thema waar het LOP sterk op inzet. De spreiding van allochtone kinderen hangt mis- schien ook samen met de buurten waar scholen gelegen zijn. Op de centrumscholen is er meer diversiteit dan in de scholen in de deelgemeenten.

Op het speelplein werkt inclusie, maar het is zeer tijdsintensief en zwaar voor de vrijwilligers en monitoren. Dit jaar was de groep van 7-8jarigen erg groot en er zaten veel inclusiekindjes in de groep. In de loop van het jaar wordt de inclusiewerking geëvalueerd en bijgestuurd waar nodig om de werking zo aangenaam mogelijk te ma- ken voor iedereen, monitoren en kinderen. De werking wordt sterk ondersteund door de Vlaamse Dienst Speel- pleinwerking. Er worden verschillende infomomenten en vormingen georganiseerd voor monitoren. Nog een idee kan zijn om iemand uit het vak een paar dagen te laten meelopen en monitoren bij te sturen, tips te geven waar nodig. Het inclusief speelplein is een heel mooi en fijn project. Jammer dat zo’n zaken vaak vanuit een persoonlijk initia- tief of engagement moeten komen; het wordt allemaal weinig onderbouwd en ondersteund van bovenaf. De sportraad van Temse paste hun subsidiereglement wel aan en beloont sportverenigingen die inzetten op G- sport.

Dat jongeren uit de controlegroepen zeggen dat ze weinig in contact komen met de natuur is jammer, want er is in Temse veel mooie natuur. Maar niet iedereen kent die plekjes. Veel heeft te maken met onwetendheid en communicatie. Tijdens de Highlandgames met de jeugdraad, die doorgingen op de Roomkouter, schrok men er- van hoe fantastisch die plek is.

Vrije tijd uitgedaagd Kinderen en jongeren uit de toetsgroepen waren erg positief over het thema vrije tijd, behalve wanneer het ging over het in contact komen met kinderen van andere culturen of met een handicap. Ook in de focusgroepen bleek, met nadruk op een mix van verschillende culturen, dat dit leeft binnen de gemeente. Zoals al aan bod kwam binnen het thema ‘welzijn’, heeft Temse met 91 verschillende nationaliteiten een erg diverse bevolking. De Turkse en Marokkaanse gemeenschappen zijn sterk georganiseerd want al sinds lang aanwezig in de ge- meente. Maar de gemeente krijgt ook te maken met een nieuwe instroom van nationaliteiten (Oost-Europees) en met Roma die moeilijker hun weg vinden in het onderwijs, het vrijetijdsaanbod,… In elke focusgroep kwam

Rapport kindvriendelijk Temse p44 | 141

zeer sterk naar boven dat er een meerwaarde kan liggen in deze mengelmoes aan culturen. Eveneens een duide- lijk gedragen gevoel echter, is het feit dat er te weinig interactie en samenspel is tussen de verschillende cultu- ren. Net op dit thema komt een aantal keer naar voor dat kinderen volwassenen iets kunnen leren. Kinderen staan doorgaans meer open voor en gaan flexibeler om met diversiteit en verschillen. Er worden heel wat initia- tieven genomen om verschillende culturen samen te brengen, maar dat lijkt momenteel niet (voldoende) te wer- ken. Kunnen kinderen en jongeren het goede voorbeeld geven en kan, door het initiëren van activiteiten, evene- menten of andere initiatieven vanuit kinderen en jongeren, een boodschap gegeven worden aan alle andere in- woners van Temse? Hoe denken kinderen en jongeren uit Temse over dit thema? Hoe willen zijn samenleven met andere culturen bevorderen? Wat hebben zij te vertellen over dit thema dat duidelijk sterk leeft binnen de gemeente? Hierbij moet de gemeente, uiteraard, sterk inzetten op het luisteren naar kinderen en jongeren uit andere culturen. Hoe voelen zij zich binnen de gemeente? Hoe kijken zij naar het samenleven van al die diverse culturen in Temse? Hoe kijken kinderen en jongeren uit andere culturen naar het samenspelen en –zijn met alle kinderen en jongeren uit de gemeente? Vinden zij voldoende hun gading in het huidige aanbod? Pleiten zij voor ‘inclusie’ in wat er al bestaat of is het net zinvol dat ze eigen werkingen hebben, zoals dat bijvoorbeeld al het ge- val is voor de Turkse gemeenschap? Overigens, blijkt het speelplein hierin een good practice te zijn. Het speel- plein bereikt kinderen met diverse achtergronden: uit verschillende culturen, maatschappelijk kwetsbare kin- deren, kinderen met een beperking,… Een analyse van wat maakt dat het op het speelplein wel lukt om al deze kinderen met elkaar in contact te laten komen, kan ons iets leren over wat er werkt om een grotere mix te berei- ken. Temse heeft een aanbod aan groene en speelplekken, en hierover wordt ook gecommuniceerd via bijvoorbeeld de Pretgazet. In de focusgroepen kwam een aantal keer naar voor dat die plekken niet altijd bekend lijken te zijn bij kinderen en jongeren. In de toetsgroepen kwam dit minder sterk naar voren, al haalden de jongeren wel aan dat ze te weinig in contact komen met de natuur. Ook in eerdere bevragingen bleek dat kinderen en jongeren nood hebben aan meer groen, extra speelplekken,... In de meerjarenplanning nam de gemeente het engagement op om meer in te zetten op o.a. het aanplanten van bossen en aanleggen van speelbossen. De gemeente kan bin- nen een belevingsonderzoek haar oor te luisteren leggen bij kinderen en jongeren om te weten te komen hoe ze het speelaanbod en de groene ruimten beleven, of ze het aanbod voldoende kennen, of de communicatie hier- over anders moet, of de plekken wel aantrekkelijk genoeg zijn voor hen,… Er is ook heel wat infrastructuur in de gemeente zoals sportzalen, jeugdhuis, bibliotheek, scholen,… maar er blij- ken nog wel wat kansen te liggen in het samengebruik van deze infrastructuur. Zo kan binnen het concept ‘Brede School’ de ruimtes die scholen hebben, ook buiten de schooluren optimaler benut worden, mits een goede samenwerking en afstemming hierover tussen de verschillende partners. En ook hier weer kan communi- catie op maat van kinderen en jongeren soelaas bieden: JOC De Nartist bijvoorbeeld heeft lokalen, maar weten verenigingen, kinderen en jongeren wel dat die er zijn en dat die gebruikt kunnen worden? Ook op vlak van bewustmaking van de bevolking van het spel en samenzijn van kinderen en jongeren lijkt nog wat werk op de plank te liggen. De gemeente heeft in het verleden te maken gekregen met speelplekken die ver- dwenen of spel dat verboden werd doordat er protest kwam vanuit de buurt. Uit de vragenlijst bleek dit ook het enige te zijn wat negatief geëvalueerd werd: er wordt onvoldoende ingezet op tolerantie voor spelende, han- gende,… kinderen en jongeren. Uit de focusgroepen kwam naar voor dat generatiekloven aan de oorsprong kun- nen liggen: er is vaak onbegrip tussen de jongeren en de oudere generaties. In concrete situaties, wanneer er bijvoorbeeld een nieuw pleintje wordt aangelegd of bij een conflict, wordt reeds geprobeerd verschillende groe- pen samen te zetten. Maar binnen bijvoorbeeld het belevingsonderzoek binnen dit traject, kan vanuit een neu- tralere startpositie, waarbij er dus geen concrete belangen zijn die verdedigd moeten worden, een gesprek plaats vinden tussen verschillende generaties. Om kennis te maken, om gewoon met elkaar te babbelen, om in gesprek te gaan over samenleven in Temse, om te leren over elkaars interesses, noden, behoeften en belangen en hoe verschillende generaties elkaar daarin kunnen aanvullen of ondersteunen,…

Rapport kindvriendelijk Temse p45 | 141

Mobiliteit en verkeer

De cijfers Bereikbaarheid Temse is een knooppunt van transportverbindingen en –mogelijkheden. De ontsluiting gebeurt via de E 17 en de gewestwegen N16, N41 en N419. Deze verkeersaders zorgen voor een snelle verbinding met Brussel, Antwerpen, Gent en de Nederlandse grens. Ook met het openbaar vervoer is de gemeente vlot bereik- baar vanuit de omliggende gemeenten. 9 lijnen, waaronder 1 sneldienst en 1 belbus, bedienen Temse en deelge- meenten. Op 1 weekdag telden al deze lijnen in 2012 zo’n 25.524 op- en afstapbewegingen (= +/- 12.760 unieke reizigers). Alleen op het grondgebied van Temse gaat het over 4.430 op- en afstapbewegingen (ongeveer 2.215 unieke reizigers)

Aantal personenwagens In 2014 telde Temse 490 personenwagens per 1.000 inwoners. Hier is een sterk stij- gende trend merkbaar (net zoals in heel Vlaanderen). Meer voertuigen op de wegen impliceert ook meer kans op ongevallen.

Snelheidsovertredingen In 2014 werden op het grondgebied van Temse 66447 voertuigen gecontroleerd op snelheidsovertredingen. 5342 voertuigen werden geflitst (8%). In 2013 werden 4006 van de 43065 gecontro- leerde voertuigen geflitst (9%).

Verkeersongevallen In 2013 werden 167 verkeersongevallen geregistreerd, waar bij 40 ongevallen fietsers be- trokken waren. In 2007 kende het aantal ongevallen een hoogtepunt, nl. 201. Nadien is dit cijfer terug gaan da- len. Terwijl we in het Vlaamse gemiddelde en bij vergelijkbare gemeenten een stelselmatige daling zien, schom- melt het aantal verkeersongevallen sterk in Temse de voorbije 10 jaar. T.o.v. 10 jaar geleden is er bovendien slechts een heel geringe daling waar te nemen. Bovendien stijgt ook het aandeel ongevallen met fietsers. Daar waar dit aandeel voor Vlaanderen nagenoeg stabiel is, waren er in Temse in 2013 30% meer ongevallen met fiet- sers dan in 2005 (40 vs 31).

Verkeersveiligheid bij kinderen en jongeren Uit een bevraging van kinderen en jongeren in 201312 bleek ook hun roep naar meer veilige fiets- en voetpaden. Het bestuur houdt bij de (her)aanleg van wegen steeds meer rekening met goede fiets- en voetgangersvoorzie- ningen. Zo ontstaat in Temse geleidelijk aan een fietsnetwerk dat oog heeft voor zowel het functioneel als recre- atief fietsgebruik. Alle schoolomgevingen werden geanalyseerd, kleine aanpassingen en ingrepen werden gerealiseerd om de schoolomgevingen veiliger te maken voor de zwakke weggebruiker. Rond verkeersveiligheid worden verschillende acties opgezet voor en samen met kinderen en jongeren: met toe- ters en bellen naar school, fietscontroles op school, fietslessen voor kinderen, mobiel verkeerspark, ontwerpen van ‘Graag Traag’ verkeersborden voor de schoolomgeving…

Wat zegt het MJP? Prioritair in het MJP is een goed uitgeruste weginfrastructuur die samengaat met zorg voor o.a. verkeersveiligheid (verder uitbouwen netwerk ‘Trage Wegen’, nieuwe voetpaden, een straat op mensen- maat, het optimaliseren van fietsinfrastructuur…).

12 Bij de opmaak van het meerjarenplan organiseerde de Jeugddienst een gerichte bevraging naar de schoolgaande kinderen en jongeren in de gemeente (2.000 exemplaren). Aan de hand van een wenskaart met de tekst ‘Als ik burgemeester was’ kon- den kinderen en jongeren hun wens of droombeeld voor Temse neerschrijven, tekenen, schilderen… Er werden bijna 1.000 wenskaarten terugbezorgd. Alle wensen werden getoond aan het grote publiek op de Speelkaai van zondag 26 mei.

Rapport kindvriendelijk Temse p46 | 141

De vragenlijst 124 respondenten vulden één of meerdere vragen in binnen het thema. 102 respondenten sloegen het thema over.

waar eerder eerder niet Aantal waar niet waar reacties waar

De gemeente heeft aandacht voor de noden van kinderen en 32 44 22 13 111 jongeren in het verkeer.

De gemeente neemt maatregelen om kinderen en jongeren 35 41 15 10 101 zelfstandiger met het verkeer te laten omgaan.

De gemeente heeft een strategie, aangepast aan de noden van kinderen en jongeren, om het verkeer te regelen in een 27 39 17 10 93 woonomgeving.

Het is veilig voor kinderen en jongeren om in de gemeente te 8 39 52 20 119 fietsen en te wandelen.

Kinderen en jongeren voelen zich veilig op de bus of op an- 8 44 20 10 82 dere openbaar vervoer.

Er is aangepast vervoer voor kinderen en jongeren met een 11 25 26 8 70 beperking.

1 stelling wordt eerder negatief beoordeeld. 61% van de respondenten stelt dat het niet voldoende veilig is voor kinderen en jongeren om in de gemeente te fietsen of te wandelen. Uit de commentaren blijkt dat veel respon- denten voornamelijk het centrum van Temse aankaarten als onveilig. Over 1 stelling bestaat verdeeldheid, nl. over de stelling dat er aangepast vervoer is voor kinderen en jongeren met een beperking.

Wanneer we de antwoordpatronen van ambtenaren versus niet-ambtenaren erop nakijken, valt wel op dat niet- ambtenaren negatiever beoordelen. Dit is het meest opvallend voor de stelling over aangepast vervoer voor kin- deren en jongeren met een beperking. 67% van de ambtenaren zegt dat de stelling klopt, tegenover 43% van de niet-ambtenaren.

Aan kinderen en jongeren werden 3 vragen gesteld m.b.t. verkeersveiligheid. Er werd gevraagd of ze het veilig vinden om het openbaar vervoer te gebruiken, om te wandelen in de gemeente en om te fietsen in de ge- meente. Op elke vraag zeggen 9 of 10 kinderen (dat zijn er 3 à 4 op 10) dat ze dat nooit of bijna nooit veilig vin- den. De jongeren zijn milder in hun oordeel, vooral dan wat betreft het openbaar vervoer (11 van de 13 jongeren voelt zich meestal of altijd veilig) en wandelen in de gemeente (alle jongeren voelen zich meestal of altijd veilig). Over de fietsveiligheid in de gemeente zijn de jongeren wel verdeeld: 5 van hen zeggen dat ze zich slechts af en toe veilig voelen wanneer ze fietsen in Temse.

De gesprekken Gemeentelijke diensten Volwassenen zijn vaak gevoeliger wanneer er kinderen bij betrokken worden. ‘Een omgeving waar het goed is voor kinderen, is goed voor iedereen’. Deze stelling moeten we misschien wat meer benadrukken in een ver- keersoverleg, want iedereen wil toch dat zijn kinderen veilig zijn op straat.

Rapport kindvriendelijk Temse p47 | 141

Er kunnen geen auto’s blijven bij komen. Het beleid moet meer en meer toekomstgericht nadenken over ruimte- lijke ordening, over planning en inrichting van wegen. We komen uit een cultuur van de jaren 70 met brede stra- ten, voldoende verkeersplaatsen,… In de buurten die toen ontwikkeld werden, zijn er weinig veiligheidsproble- men. Tegenwoordig zijn de bouwgronden veel duurder en proberen promotoren in nieuwe verkavelingen zoveel mogelijk percelen te verkopen. Maar hoe meer percelen, hoe kleiner de percelen, hoe minder parkeerplaatsen, hoe smaller de straten,… De gemeente heeft hierin iets te zeggen. Elke inrichting van openbaar domein moet goedgekeurd worden door de gemeenteraad. Maar er bestaan nog geen voorschriften die criteria geven voor het aantal parkeerplaatsen per huis, per appartement,… In andere gemeenten is dat wel. Als een bouwpromotor voor elk appartement een parkeerplaats of garage moet voorzien, blijft er niet veel leefruimte meer over. Boven- dien zijn er gemiddeld 1,4 auto’s per woning. In die optiek is 1 parkeerplek per woning niet eens voldoende.

Het is belangrijk om het aanbod openbaar vervoer te behouden en eventueel uit te breiden. Er moet ook ingezet worden op meer mensen aan te zetten de bus of trein te nemen i.p.v. de auto. Om fietsen aan te moedigen moet de omgeving meer fietsvriendelijk gemaakt worden. Kinderen en jongeren geven aan dat ze fietsen in de ge- meente niet veilig vinden. Daar moet dus echt meer werk van gemaakt worden. De bedenking wordt wel ge- maakt of kinderen hun eigen mening zeggen wanneer ze zeggen dat fietsen niet veilig is, of dat ze dat zeggen omdat ze nooit anders horen. Dat kan meegenomen worden bij een bevraging: wat bedoelen kinderen precies met het niet veilig voelen?

Het onveiligheidsgevoel in het verkeer komt uiteraard door drukker verkeer, maar er leeft ook het gevoel dat onervarenheid van de jonge fietsers, dat gevoed wordt door overbescherming van de ouders, meespeelt. Het kan dan ook wel interessant zijn om iets aan te bieden aan ouders: hoe leer ik mijn kinderen goed en veilig fiet- sen? Ook kan ingezet worden op kennis van de verkeersregels bij iedereen. Een kind mag op het voetpad fietsen, maar er zijn mensen die niet weten dat dit mag en dit afreageren op de kinderen bijvoorbeeld. Er wordt opgemerkt dat kinderen die met de fiets naar school gaan minder lijken aan te geven zich niet veilig te voelen als fietser in Temse. Het zijn vooral kinderen die occasioneel de fiets nemen, die zich minder veilig zouden voelen. Dit blijkt uit de fietsexamens die afgelegd worden. De dienst mobiliteit en de politie organiseerden on- langs fietscursussen en een levend verkeerspark. Dit initiatief werd positief onthaald bij zowel de scholen als bij kinderen. Als bestuur is het belangrijk om scholen en kinderen te ondersteunen om kinderen bewust te leren omgaan met het verkeer en hen bewust te leren deelnemen aan het verkeer. Niet alle ouders hebben de tijd of de mogelijkheid om hun kind met de fiets naar school te brengen. Wanneer het zwembad dicht gaat en de zwemlessen wegvallen, kan er vanuit de gemeente een extra aanbod verkeerslessen komen naar de scholen om kinderen meer vertrouwd te maken met fietsen in het verkeer. Scholen moeten nauwer betrokken worden bij de thematiek.

De Trage Wegen kunnen een manier zijn om veiliger naar school te fietsen. Deze staan ook op de scholenroute- kaart, die aangeeft over de hele gemeente welke wegen het veiligst zijn om naar school te fietsen of te wande- len.

Middenveld Niet enkel het centrum van Temse is verkeersonveilig. Ook de deelgemeenten (bv. Tielrode, Elversele) zijn niet altijd veilig. Je verplaatsen van de deelgemeenten (bv. Tielrode) naar het centrum is ook onveilig. De fietsover- steekplaatsen zijn niet altijd duidelijk aangegeven. Het plaatsen van verkeerslichten zou een oplossing kunnen zijn. Wat betreft Elversele, heeft de gemeente de laatste jaren goed geluisterd naar de noden en behoeften. De gemeente heeft ook al heel wat gedaan, maar botst daarbij vaak op de muur van het gewest. De school in El- versele ligt vlakbij een gewestweg en bepaalde werken die daar eerst moeten gebeuren, houden alles tegen wat moet gebeuren in het centrum.

Rapport kindvriendelijk Temse p48 | 141

Veiligheid rond de school is een wederkerend groot probleem. De schoolomgeving rond de Freinetschool in Tiel- rode bijvoorbeeld, is absoluut niet veilig. De zwakke weggebruikers, voetgangers en fietsers, hebben er geen vei- lig gevoel. De Freinetschool is een school die op de rand ligt. De modale fietser die fietst van Tielrode naar het centrum van Temse kan dat niet op een veilig manier doen. De school bevordert fietsen en doet alle uitstappen met de fiets. Maar dat is niet evident. Er is geen enkele basisschool in Groot-Temse die gesitueerd is in een min of meer veilige omgeving. Als mobiliteit er een probleem is, moet je proberen het teveel aan mobiliteit te voor- komen. De gemeente kan voor een stuk mee inzetten op het overtuigen van ouders om te kiezen voor een school in de eigen buurt. Op die manier ga je de mobiliteit al voor een stukje terug dringen. De eigen buurt is voor de kinderen ook een meer bekende en vertrouwde omgeving waar ze zich geruster en veilig voelen. De scholen proberen de buurtschoolreflex aan te moedigen maar er is nog veel werk aan de winkel. De scholen zijn dan ook vragende partij aan het bestuur om dit heel straf te ondersteunen.

De veiligheid en drukte aan scholen is een gekend probleem. Schoolomgevingen zijn heel kwetsbare omgevin- gen. Er komen op een vrij korte tijdspanne heel wat mensen en verkeer samen. Vanuit het gemeentebestuur zijn er al wat suggesties gedaan naar de directies om bv. de schoolpoort iets vroeger open te doen om de drukte meer te spreiden. Maar zo verleg je het probleem wellicht naar een ander moment. De schoolpoort vroeger ope- nen betekent ook dat scholen meer toezicht moeten organiseren. Ook voor oudere kinderen is het gevaarlijk om zich naar de school te begeven. Velen gaan buiten Temse naar de secundaire school. Vooral het fietstraject naar Sint-Niklaas is gevaarlijk. Naar Bornem en Bazel is het iets veiliger.

Om aan de problematiek tegemoet te komen, werd in het verleden een schoolroutekaart opgesteld en verdeeld. Deze is tot bij de scholen geraakt en wordt actief gebruikt. De leerlingen kregen een kaart mee naar huis. De kaart duidt niet enkel de veiligste routes en de knelpunten naar/tussen de basisscholen aan, maar ook de routes naar Sint-Niklaas en Bornem werden hierin opgenomen. Bij de opmaak van de kaart werd aan scholen gevraagd foto’s te nemen van de gevaarlijke/moeilijke punten in hun schoolomgeving, om deze op te nemen op de route- kaart. Misschien is het een goed idee om de kaart nog eens aan te halen en na te kijken of ze nog up to date is.

Een oplossing zou georganiseerd fietspoolen kunnen zijn. In plaats van stadswachten in te zetten aan oversteek- plaatsen, hen inzetten om op bepaalde plaatsen te verzamelen en dan in groep en onder begeleiding naar school te fietsen. Jongeren doen dit zelf al, op eigen initiatief, in groep fietsen naar Sint-Niklaas of naar Bornem. Maar dan nog moet je veilig op de verzamelplek kunnen komen. Er zou een soort van schakelfietsnetwerk moeten zijn waarbij je van punt naar punt kan rijden en aanpikken waar nodig, net zoals overstappen van de ene op de an- dere trein.

In Sint-Niklaas zijn ze bezig met de ontwikkeling van fiets-o-strades waarbij vooral wordt gekeken naar oude spoorwegen. In Temse is de spoorweg nog steeds in gebruik maar het idee is goed en het is misschien interes- sant om eens te informeren bij Sint-Niklaas om mee op die kar te springen. Er kan misschien meteen bekeken worden hoe te voorzien in een goede fietsontsluiting met Temse. Er zijn al gesprekken met Sint-Niklaas en het Gewest, en er is beslist om vanuit Temse ook een deel te investeren over de viaduct. De Vlaamse overheid stimuleert nu vooral de uitwerking van lange-afstands-fietspaden langs spoorwegen, spoorlijn 45 was daar ook een stuk van maar dan zijn er veel onteigeningen noodzakelijk.

Ook wanneer kinderen en jongeren zich willen verplaatsen in hun vrije tijd, is er een mobiliteitsprobleem: als ze naar de jeugdbeweging, de sportclub, de bibliotheek,… gaan. Het probleem is dat Temse geen ringweg heeft, en iedereen door het centrum moet. Het centrum is ook een sluipweg bij file op de E17 of de N16. Mochten ouders hun kind met een gerust hart alleen op pad kunnen sturen met de fiets, dan zouden er meer fietsers en minder mobiliteit zijn. 1 keer per jaar, tijdens de week van de mobiliteit, lukt het beter om je met de fiets veilig te ver- plaatsen. Dan zie je ook veel meer fietsers in het straatbeeld.

Eén van de oorzaken van het mobiliteitsprobleem ligt in het tweeverdienersschap: het is voor veel ouders niet evident om hun kinderen altijd met de fiets of te voet naar school te brengen. Dan mag je nog zoveel inzetten op

Rapport kindvriendelijk Temse p49 | 141

mobiliteit en ook al willen we dat zelf heel graag: ouders moeten op tijd op hun werk geraken. Het mobiliteits- probleem is op die manier ook een probleem van deze tijd, niet alleen van Temse.

Wat betreft aangepast vervoer voor kinderen en jongeren met een beperking, denkt de focusgroep dat dit over het schoolvervoer gaat. Sommige scholen hebben een eigen bus. In het bijzonder onderwijs is er dikwijls wel aangepast vervoer en worden kinderen thuis opgehaald met een speciaal busje. Op dit moment is er in Temse geen nood aan het organiseren van aangepast vervoer, maar in het kader van het M-decreet is dit wel iets wat de gemeente in het oog moet houden. Eventueel kan nu al nagedacht worden hoe dat dan eventueel georgani- seerd kan worden. Het zal ook een opdracht zijn voor lokale besturen om over het M-decreet signalen te geven naar de Vlaamse overheid. Het leerlingenvervoer wordt nu gratis aangeboden voor leerlingen in het buitenge- woon onderwijs, het zou kunnen dat met het M-decreet die behoefte ook ontstaat binnen het normale onder- wijs. En als die behoefte er komt, is het belangrijk signalen te geven zodat de Vlaamse overheid daar ook aan- dacht voor zou hebben. Nu wordt de boodschap gegeven dat als ouders van kinderen met een beperking conse- quent kiezen voor inclusie, zij ook de gevolgen van die inclusie zelf moeten dragen. En dat betekent ook dat ze zelf instaan voor het vervoer en de verplaatsing. Zo tref je dan weer vooral die kinderen met een beperking uit een kansarme omgeving.

Dat respondenten die niet voor de gemeente werken negatiever zijn over mobiliteit dan mensen die wel voor de gemeente werken, is logisch. Ambtenaren zijn beter op de hoogte van wat er intern reilt en zeilt. Mensen die niet voor de gemeente werken, weten ook niet altijd goed waar ze terecht moeten voor al die informatie. Het lijkt ook dikwijls of er niet veel gebeurt, maar er zijn altijd wel kleine zaken die gebeuren maar die niet meteen opvallen.

Hopelijk kan een traject zoals dit, waarbij een groot draagvlak is vanuit het middenveld, de ambtenarij belang- rijke signalen doen geven naar de besturen om dit blijvend onder de aandacht te houden en de knelpunten aan te pakken.

Jeugdraad Niet alleen jongeren vinden het onveilig om te fietsen of te wandelen in Temse. Ook volwassenen, ouders vinden dat. Vooral de wegen naar de scholen zijn heel onveilig, bijvoorbeeld de viaduct naar Sint-Niklaas. Alle straten zijn doorgaand verkeer, terwijl het veel veiliger zou zijn voor fietsers en aan bepaalde scholen om het doorgaand verkeer te minimaliseren?

Mobiliteit uitgedaagd Mobiliteit, met een sterke nadruk op de fietsveiligheid binnen Temse, blijkt een erg duidelijk pijnpunt te zijn bin- nen de verschillende gesprekken en analyses. Het aantal ongevallen met fietsen stijgt, respondenten van de vra- genlijst schatten het niet voldoende veilig voor kinderen en jongeren om zich te verplaatsen in de gemeente, kin- deren en jongeren uit de toetsgroepen waren negatief over de fietsveiligheid en in elke focusgroep kwam naar voren dat Temse op dit vlak slecht scoort. Het centrum is druk en krijgt veel verkeer te verwerken, maar ook de deelgemeenten worden in de gesprekken aangekaart als fietsonveilig. Ook de schoolomgevingen krijgen te ma- ken met te veel en te druk verkeer. Er wordt door de gemeente al ingezet op de problematiek. Er is bijvoorbeeld de schoolroutekaart. Deze kan opnieuw bekeken en up-to-date gemaakt worden. Maar ook op weg naar en van vrijetijdsbestedingen moeten kinderen en jongeren zich veilig en zo zelfstandig mogelijk kunnen verplaatsen. Het is daarom belangrijk om ook ruimer een zicht te krijgen op de verschillende routes die kinderen en jongeren ne- men, en tegelijkertijd mee te nemen wat hun beleving is van mobiliteit en verkeersveiligheid. Mobiliteitsproblemen, een stijgend aantal auto’s op de baan en dus minder plek voor de zwakke weggebruiker,… het zijn problemen waarmee elke gemeente in meer of mindere mate te maken krijgt en het is in die zin, zoals geformuleerd werd in 1 van de focusgroepen, geen probleem van Temse maar een probleem van deze tijd. Toch mag duidelijk zijn dat voor Temse dit probleem erg nijpend is. Het bestuur zou kunnen inzetten op het ontwikke- len van een lange termijnvisie met het oog op duurzame mobiliteit. Zo kan er ingezet worden op het ontwikke- len van voorschriften vanuit de gemeente voor bouwpromotoren; wil je in onze gemeente bouwen, dan dien je

Rapport kindvriendelijk Temse p50 | 141

je te houden aan enkele criteria. Het aantal parkeerplekken per huis/appartement/… kan een voorbeeld van een criterium zijn. Vanuit de focusgroepen kwamen al enkele goeie, concrete voorstellen om als gemeente meer in te zetten op fietsveiligheid, zoals extra fietscursussen en verkeerslessen aanbieden vanuit de gemeente en de politie. Belang- rijk is om niet enkel te focussen op kinderen en jongeren. Er werd namelijk eveneens gesteld dat ook volwasse- nen baat kunnen hebben bij een opfrissing van de verkeersregels. Kinderen mogen bijvoorbeeld op het voetpad fietsen, maar daarvan is niet iedereen zich bewust. Ook het organiseren van fietspoolen of mee op de kar van de fiets-o-strades springen zijn concrete voorstellen waarover de gemeente zich kan buigen.

Milieu

De cijfers Energieprestatiecertificaat De gemiddelde EPC-waarde voor bestaande residentiële gebouwen lag in 2013 op 396,86. Dit ligt onder het Vlaams gemiddelde en onder het gemiddelde van vergelijkbare gemeenten. Voor nieuwbouw woningen echter, ligt deze gemiddelde waarde met 79,14 hoger dan in de rest van Vlaanderen en vergelijkbare gemeenten.

Acties met kinderen en jongeren De groen- en milieudienst hebben enkele jaarlijks terugkerende activiteiten met kinderen en jongeren: • Moord in de poel: een natuureducatief spel voor alle leerlingen van het 5de en 6de leerjaar. Spelenderwijs le- ren ze over het bruisende leven dat spontaan ontstaat in een poel. • Brooddozenverdeling: bij het begin van het nieuwe schooljaar krijgen alle leerlingen uit het 1ste leerjaar een gratis brooddoos in het kader van minder afval op school. • Afval sorteren: alle leerlingen van het 1ste leerjaar leren via spel goed te sorteren • Composteren: op vraag van de scholen worden voor verschillende leeftijden lessen gegeven over composteren van groen- en tuinafval. • Geboortebossen: elk jaar worden alle driejarigen (in Tielrode alle boorlingen) uitgenodigd om een boom te planten in het geboortebos in Tielrode, Elversele, Steendorp of Temse De groen- en milieudienst kan voor alle activiteiten rekenen op de vrijwillige inzet van de natuurouders. Natuur- ouders ondersteunen leerkrachten van de kleuter- en basisschool bij de organisatie van milieu- en natuuractivi- teiten tijdens de schooluren in en rondom de school (knutselen, gaan mee op zeeklassen, stellen zelf lessenpak- ketten samen…). Vanuit de groendienst worden de natuurouders ondersteund met een cursus de enkele basis- technieken aanreikt hoe kinderen te leren over natuur en milieu. Temse heeft 2 erkende MOS-scholen. MOS staat voor Milieu Op School en helpt scholen om op een pedagogisch verantwoorde manier een eigen milieuzorgsysteem uit te bouwen.

Prioriteiten kinderen n.a.v. opmaak meerjarenplan Bij de opmaak van het meerjarenplan organiseerde de Jeugddienst een gerichte bevraging naar de schoolgaande kinderen en jongeren in de gemeente (2.000 exemplaren). Aan de hand van een wenskaart met de tekst ‘Als ik burgemeester was’ konden kinderen en jongeren hun wens of droombeeld voor Temse neerschrijven, tekenen, schilderen… Er werden bijna 1.000 wenskaarten terugbezorgd. Alle wensen werden getoond aan het grote pu- bliek op de Speelkaai van zondag 26 mei. Top 3 van wensen 1. Groen & natuur: meer groene plekjes, meer bos 2. Veiligheid: veilige voet- en fietspaden, minder verkeer aan de scholen 3. Recreatie: extra speelplekjes, speelbossen, skatepark, zwembad Kinderen bleken echt oog te hebben voor afval op straat, willen meer vuilbakken, zuiverdere lucht en proper wa- ter,… M.a.w. kinderen willen een properdere gemeente.

Rapport kindvriendelijk Temse p51 | 141

Wat zegt het MJP? Temse wil voorzien in een duurzame en groene leefomgeving door o.a. het aanplanten van bossen en aanleggen van speelbossen, het verder uitbouwen van het areaal aan geboortebossen, het verder uit- werken van een steeds mee-evoluerend speelweefsel voor alle gebruikers.

De vragenlijst 110 respondenten vulden één of meerdere vragen in binnen het thema. 116 respondenten sloegen het thema over.

waar eerder eerder niet Aantal waar niet waar reacties waar

Het milieubeleidsplan van de gemeente heeft aandacht voor 9 35 19 7 70 kinderen en jongeren.

De kwaliteit van water en lucht in de gemeente wordt regel- 8 24 17 4 53 matig gecontroleerd.

Er wordt op vaste tijdstippen gecontroleerd welke gevolgen mogelijke milieugevaren (zoals de kwaliteit van water en 0 18 21 8 47 lucht) hebben op kinderen en jongeren.

De gemeente moedigt burgers aan om milieubewust en duur- 25 49 15 6 95 zaam te leven.

Afval en vervuild water worden vermeden in de gemeente 20 38 23 7 88 (bv. door voldoende vuilbakken te plaatsen).

Er gebeuren inspanningen om de gemeente schoon en duur- 28 49 12 5 94 zaam te maken.

1 stelling wordt eerder negatief beoordeeld. 62% van de respondenten stelt dat het niet klopt dat op vaste tijd- stippen gecontroleerd wordt welke gevolgen mogelijk milieugevaren hebben op kinderen en jongeren.

Respondenten die niet werken voor de gemeente, beoordelen de stellingen negatiever dan ambtenaren. Dit geldt meer bepaald voor volgende stellingen: • Het milieubeleidsplan van de gemeente heeft aandacht voor kinderen en jongeren. • De kwaliteit van water en lucht in de gemeente wordt regelmatig gecontroleerd. • Er wordt op vaste tijdstippen gecontroleerd welke gevolgen mogelijke milieugevaren hebben op kinderen en jongeren. • Afval en vervuild water worden vermeden in de gemeente.

Aan kinderen en jongeren werden drie vragen gesteld m.b.t. het milieu. 17 van de 26 kinderen uit de controle- groep stelt dat er te veel afval op straat ligt. Bij de jongeren zijn dat er maar liefst 11 van de 13. 18 kinderen zeg- gen dat de beken, kanalen en rivieren niet proper zijn. Ook jongeren zijn hierover niet tevreden: 10 van hen stelt dat de waterwegen in Temse niet proper zijn. De derde vraag wordt iets positiever beoordeeld; minder dan de helft van de kinderen (10 van de 26) stelt dat de lucht in de gemeente niet schoon is en stinkt. Bij de jongeren zijn dat er 5 van de 13.

De gesprekken Gemeentelijke diensten Afval en sluikstorten is een groot probleem in Temse. Dat heeft ook het grootste aandeel in de GAS-boetes. Vooral op wachtplaatsen, zoals aan verkeerslichten, is het probleem groot. De nieuwe netheidscampagne en de veegplannen spelen in op de bewustmaking van de burgers. Vanuit Buurthuis de Boodt was er interesse om mee

Rapport kindvriendelijk Temse p52 | 141

te werken en ook een keer per jaar een netheidscampagne op te zetten. Ook het Lyceum doet dit jaarlijks binnen haar projectweken; afval oprapen in de straten rondom de school. Jaarlijks is er ook een zwerfvuilactie en scho- len en verenigingen worden telkens opnieuw uitgenodigd om hieraan deel te nemen. Maar telkens komt er ook de opmerking vanuit de scholen en verengingen dat het niet de bedoeling mag zijn om kinderen te misbruiken om alle rommel op te ruimen. Net daarom is de nieuwe netheidscampagne er gekomen. Een klein deel van het project is de straten net maken, een ander groot deel zet voornamelijk in op sensibilisering. In sommige gemeen- ten krijgen jeugdverenigingen een bepaald bedrag per kilo afval dat ze opruimen. Zo misbruik je niet, maar be- loon je.

Het is wel positief dat de kinderen en jongeren uit de controlegroepen milieu aanhalen als een thema waarover ze niet bijzonder positief zijn. Kinderen lijken hier echt meer mee bezig te zijn dan volwassenen. Dit is misschien wel een thema waar kinderen de volwassenen dingen kunnen aanleren. De jongste generaties wordt het er bijna ingepompt van geen vuil op staat te gooien. Oudere generaties hebben als kind nooit gehoord van sorteren, re- cycleren,… Kinderen en jongeren van nu zijn veel bewuster opgegroeid met o.a. die sorteergedachte.

Jeugdraad Misschien denken mensen van de gemeente die instaan voor milieu dat ze aandacht hebben voor kinderen en jongeren, ook al hebben ze dat niet echt. Worden kinderen en jongeren wel voldoende betrokken bij het milieu- beleid? Vroeger kregen de jeugdbewegingen compostbakken en kregen ze een opleiding in composteren, maar dat sprak niet echt aan. De bakken werden gebruikt, maar voel je je daardoor betrokken bij het milieubeleid? Op het speelplein staan tijdens de zomer verschillende vuilbakken om te sorteren. Tijdens die periode wordt er door alle verenigingen gesorteerd. Maar als ze weg zijn, steekt iedereen weer alles in één zak. Kunnen de sorteerbak- ken er niet standaard worden geplaatst?

Temse ligt er tegenover een aantal jaren geleden properder bij. De gemeente heeft nu ook een netheidscam- pagne waarbij ze op verschillende momenten hele buurten opruimt en schoonveegt. En dat werkt wel. Er kunnen misschien wel nog meer vuilbakken geplaatst worden zodat mensen daarin hun vuil kunnen werpen, i.p.v. op straat. Maar het bestuur wil juist de keuze maken om steeds minder vuilbakken te plaatsen om het probleem van sluikstorten tegen te gaan.

Vooral kinderen liggen wakker van het milieu. Het thema krijgt dan ook aandacht op tv, op Karrewiet, op school,… De beleving is voor hen op die manier veel intenser.

Milieu uitgedaagd Het komt een aantal keer terug (binnen de bevraging i.k.v. het meerjarenplan, uit de quickscan en uit de focus- groepen) dat kinderen en jongeren het milieu aankaarten als een belangrijk thema en als iets wat ze niet altijd even positief beleven. Kinderen en jongeren lijken meer dan volwassenen bezig te zijn met het thema en zich bewust te zijn van de impact ervan. Kinderen zouden in deze zin dan ook een voorbeeld kunnen zijn voor volwas- senen, zonder hiermee te zeggen dat kinderen en jongeren ge/misbruikt moeten worden om de gemeente pro- per te houden. De gemeente zou kinderen en jongeren hierin zelf het initiatief kunnen geven: hoe gaan jullie, als generatie die bewuster omgaat met milieu, natuur en duurzaamheid, volwassenen de boodschap geven even bewust om te gaan met milieu en natuur? Hoe kunnen we duidelijk maken aan volwassenen hoe belangrijk de thematiek is? Welke oplossingen zien zij nog om Temse properder te maken?

Gezondheid

De cijfers Aanbod medische zorg Temse telt 26 huisartsen en 11 apotheken. Er bevindt zich ook een campus van het AZ Nicolaas. De spreiding over de deelgemeenten ziet er als volgt uit:

Rapport kindvriendelijk Temse p53 | 141

26 huisartsen 11 apotheken Temse: 13 Temse: 7 Tielrode: 4 Tielrode: 1 Elversele: 2 Elversele: 1 Steendorp: 6 Steendorp: 1 Velle: 1 Velle: 1 ²

Lokaal Drug Overleg Temse maakt deel uit van Drugpunt Waas. Drugpunt Waas is een intergemeentelijk samen- werkingsverband tussen de gemeenten Beveren, Kruibeke, Sint-Gillis-Waas, Sint-Niklaas, Stekene en Temse. Door Drugpunt Waas werd een intergemeentelijke preventiewerker aangeworven die in elke gemeente een drugoverleg zou opstarten en/of begeleiden. Het Lokaal Drugoverleg in Temse wordt getrokken door de intergemeentelijke preventiewerker in samenwerking met de Jeugddienst. In het overleg zitten verschillende partijen rond de tafel (gemeentebestuur, jeugdraad, sportraad, dokters, apothekers, allochtone zelforganisaties, Rode Kruis, onderwijs…) en werken gezamenlijke projecten uit vb. campagne rond cannabisgebruik, medicatiegebruik…

De vragenlijst 109 respondenten vulden één of meerdere vragen in binnen het thema. 11 respondenten sloegen het thema over.

waar eerder eerder niet Aantal waar niet waar reacties waar

Er is kwalitatieve gezondheidszorg in de gemeente. 29 43 11 2 85

Er zijn initiatieven om de kennis te verbeteren over gezonde 18 44 17 3 82 voeding voor kinderen en jongeren.

Kinderen en jongeren met een beperking krijgen de 5 22 26 5 58 juiste/aangepaste zorg.

In de gemeente worden mensen bewust gemaakt van de ge- 17 35 27 2 81 varen van alcohol en andere drugs.

Er is een plaats waar ouders advies kunnen krijgen over de 20 44 9 4 77 gezondheid en de ontwikkeling van hun kind.

Er is betaalbare opvang voor zieke kinderen in de gemeente. 19 23 17 7 66

Er is in de gemeente een plaats waar kinderen, jongeren en hun ouders terecht kunnen voor een preventieve controle en 16 24 19 3 62 wanneer ze ziek zijn.

Kinderen, jongeren en hun ouders kennen het aanbod gees- 4 21 30 15 70 telijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren.

Er is een plek of persoon die kinderen en jongeren opvangt 6 25 22 10 63 als dat nodig is.

Er zijn plaatsen waar families eten kunnen krijgen als ze dit 8 24 21 8 61 zelf niet kunnen betalen.

1 stelling wordt eerder negatief beoordeeld. 64% van de respondenten stelt dat kinderen, jongeren en hun ou- ders niet voldoende op de hoogte zijn van het aanbod geestelijke gezondheidszorg.

Rapport kindvriendelijk Temse p54 | 141

Over drie stellingen bestaat verdeeldheid: • Kinderen en jongeren met een beperking krijgen de juiste/aangepaste zorg. • Er is een plek of persoon die kinderen en jongeren opvangt als dat nodig is. • Er zijn plaatsen waar families eten kunnen krijgen als ze dit zelf niet kunnen betalen.

Respondenten die niet werken voor de gemeente, beoordelen de stellingen iets negatiever dan respondenten die wel werken voor de gemeente.

Aan kinderen en jongeren werd de vraag gesteld of ze weten waar ze naartoe kunnen in de gemeente wanneer ze ziek zijn. Opvallend is dat de helft van de kinderen zegt dat ze dat niet weten. Bij de jongeren zijn dat er 3 op 13. Op de vraag of ze weten waar ze naartoe kunnen wanneer ze zich niet goed in hun vel voelen, antwoorden dan wel 16 kinderen dat dat meestal of altijd waar is, toch zijn er ook 8 onder hen die stellen dat dat helemaal nooit zo is. De jongeren zijn positiever: 10 van de 12 stelt dat ze meestal of altijd weten waar naartoe, 2 van hen zegt dat slecht soms te weten. Geen enkele jongeren zegt dit nooit te weten. Aan de jongeren werd nog ge- vraagd of ze weten waar ze naartoe kunnen voor informatie over veilige seks. Tien van hen zegt dit te weten, twee jongeren stellen dat ze dit niet zo goed weten.

De gesprekken Gemeentelijke diensten In Temse zelf is geen aanbod geestelijke gezondheidszorg. Dat aanbod centraliseert zich voornamelijk in Sint- Niklaas. Er bestaan zo veel verschillende organisaties met een aanbod, dat het voor mensen meestal niet hele- maal duidelijk is wie wat doet. Iemand die met een specifiek probleem naar de huisarts gaat, zal wel doorverwe- zen worden naar het aanbod. Het kan ook een hoge drempel zijn om zelf meteen naar zo’n organisatie te stap- pen. Scholen hebben een belangrijke rol. Zij kunnen informeren over het aanbod. Vanuit de onderwijsdienst werd een lijst bezorgd aan de scholen met een overzicht van de verschillende organisaties. Ook medewerkers van de gemeente moeten weten waar mensen terecht kunnen met bepaalde vragen of problemen.

Binnen het Lokaal Drug Overleg is er al sprake geweest van de oprichting van een Jeugdwelzijnsoverleg, maar dit werd nog niet uitgewerkt. Qua afstemming en doorverwijzing is er zeker wel een rol weg gelegd voor het Huis van het Kind. Ook jeugdwerkers kunnen voor kinderen en jongeren een belangrijk aanspreekpunt zijn voor bij- voorbeeld pesten. Het is ook heel belangrijk dat zij op de hoogte zijn van het aanbod, wat niet altijd het geval is.

Gezondheid uitgedaagd Het aanbod (geestelijke) gezondheidzorg blijkt niet altijd even goed gekend te zijn bij kinderen, jongeren en hun ouders. Dat kwam naar voor uit de analyse van de vragenlijst, maar ook kinderen uit de toetsgroep blijken niet altijd te weten waar ze naartoe kunnen wanneer ze ziek zijn of wanneer ze zich niet goed in hun vel voelen. Dit kan deels liggen in het feit dat Temse zelf geen aanbod geestelijke gezondheidszorg heeft, en dat hiervoor uitgeweken moet worden naar Sint-Niklaas. Belangrijk is dan dat kinderen en jongeren die daar nood aan heb- ben, op een goeie manier doorverwezen worden naar dat aanbod. Scholen en jeugdwerkers kunnen hierin een belangrijke rol spelen, maar moeten dan wel voldoende ondersteund worden om die rol volwaardig op te ne- men.

Stadsplanning en openbare werken

De cijfers Hoge bevolkingsdichtheid en sterke bevolking aangroei De bevolkingsdichtheid bedraagt 728 inwoners per km2. Hiermee is Temse een vrij sterk verstedelijkt gebied (gemiddelde Belfius-indeling: 634 en Vlaams Gewest: 474 inwoners per km2).

Rapport kindvriendelijk Temse p55 | 141

Bebouwde oppervlakte In 2014 was de totaal bebouwde oppervlakte in Temse 1040 ha. De totaal bebouwde oppervlakte stijgt evenredig met het Vlaams gemiddelde en het gemiddelde in vergelijkbare gemeenten.

Groene ruimte De natuurlijke structuur van het grondgebied van Temse wordt hoofdzakelijk gevormd door de uitgestrekte natuurgebieden in de onmiddellijke omgeving van de Schelde en de , de voormalige kleiont- ginningsgebieden op de Wase cuesta, enkele valleigebieden van geklasseerde waterlopen en de talrijke water- poelen (met waardevolle amfibieënpopulaties) in het landelijk gebeid. Het betreft meer specifiek: - de Roomakker in Tielrode - de bronbosjes te Elversele - groot en klein broek te Elversele en het GOG Tielrode (Sigmaprojecten) - het Scheldepark te Temse - de Oost-Sive/Schousselbroekpolder te Temse en Steendorp - het Gelaagpark en de Roomkoutersite te Steendorp - de Vuurkouter te Steendorp - het fort van Steendorp - de vallei van de Barbierbeek (Temse-Velle) - diverse ecologische waardevolle poelen in het landelijk gebied van Temse

Uit de gemeentelijke enquête (april 2013) en uit de bevraging van kinderen (postkaarten ‘Als ik burgemeester was, dan…’) blijkt duidelijk een behoefte aan groen. Het merendeel van de bevolking vraagt naar groen in de on- middellijke omgeving.

Sportaccommodatie Meer en meer gaat het bestuur de uitdaging aan om sportaccommodatie te verenigen met natuurbeleving. De fit-o-meter en Finse piste zijn hierbij al een stap in de goede richting. Het drukbezochte skatepark is ingeplant op de sportvelden in de centrumgemeente. De infrastructuur moet ech- ter worden gemoderniseerd en vernieuwd. Mogelijk wordt gekeken naar een nieuwe inplanting dichter bij het jeugdhuis.

Speelterreinen De groendienst probeert snel in te spelen op zowel kleine (ik wil graag een glijbaan in ons buurt- parkje) als structurele vragen (waarom een speelterrein in een nieuwe residentiële wijk met vooral oudere wel- gestelde mensen). De sociale dimensie van een buurt-wijk-dorp-gemeente speelt hier een belangrijke rol. Het studiewerk van het OCMW en het LOP zijn een grote hulp. Dit in combinatie met de juiste interpretatie van de demografische gegevens op meso- en microschaal zorgen voor een goede voorstudie. Deze voorkennis wordt zoveel mogelijk getoetst aan de buurt en de gebruikers. Dit gebeurt via de jeugddienst, jeugdraad, verenigingen, buurtoverleg en aanwezigheid op het terrein. De hoeksteen van dit beleid is een juiste inplanting van het juiste terrein met speelmogelijkheden die meegroeien met de buurt, maar ook controle en snelle herstelling. Dit laat- ste ontmoedigt vandalisme op lange termijn. Het vervaardigen en herstellen van speelterreinen en speeltoestellen gebeurt via een sociale werkplaats. De gemeente heeft een verspreid aanbod aan speelterreinen en speeltuigen (op 38 verschillende plaatsen, ver- spreid over de hele gemeente). Dit kan verder uitgebouwd worden met aandacht voor de behoefte aan meer natuurlijke en avontuurlijke speelmogelijkheden. Onderstaand plannetje geeft het gemeenteplan weer, waar alle speelpleintjes worden aangeduid met een , en speelbosjes met een groen mannetje

Rapport kindvriendelijk Temse p56 | 141

Prioriteiten kinderen n.a.v. opmaak meerjarenplan Bij de opmaak van het meerjarenplan organiseerde de Jeugddienst een gerichte bevraging naar de schoolgaande kinderen en jongeren in de gemeente (2.000 exemplaren). Aan de hand van een wenskaart met de tekst ‘Als ik burgemeester was’ konden kinderen en jongeren hun wens of droombeeld voor Temse neerschrijven, tekenen, schilderen… Er werden bijna 1.000 wenskaarten terugbezorgd. Alle wensen werden getoond aan het grote pu- bliek op de Speelkaai van zondag 26 mei. Top 3 van wensen 1. Groen & natuur: meer groene plekjes, meer bos 2. Veiligheid: veilige voet- en fietspaden, minder verkeer aan de scholen 3. Recreatie: extra speelplekjes, speelbossen, skatepark, zwembad

Wat zegt het MJP? Temse wil voorzien in een duurzame en groene leefomgeving door o.a. het aanplanten van bossen en aanleggen van speelbossen, het verder uitbouwen van het areaal aan geboortebossen, het verder uit- werken van een steeds mee-evoluerend speelweefsel voor alle gebruikers.

De vragenlijst 114 respondenten vulden één of meerdere vragen in binnen het thema. 112 respondenten sloegen het thema over.

waar eerder eerder niet Aantal waar niet waar reacties waar

Er is regelmatig een beoordeling en opvolging hoe veilig en 9 37 14 13 73 bespeelbaar de woonomgeving van kinderen en jongeren is.

Rapport kindvriendelijk Temse p57 | 141

waar eerder eerder niet Aantal waar niet waar reacties waar

De gemeente plant, ontwerpt en verbetert de openbare 7 33 18 19 77 ruimte, en luistert hiervoor naar kinderen en jongeren.

De gemeente houdt rekening met de behoeften van kinderen en jongeren met een beperking als ze de openbare ruimte 2 35 24 13 74 plant, ontwerpt en verbetert.

De gemeente zorgt ervoor dat mensen van verschillende leef- 17 36 15 12 80 tijden de publieke ruimte samen kunnen gebruiken.

Temse is een aangename plek voor kinderen en jongeren om 13 38 36 12 99 te spelen of rond te hangen.

Er zijn voldoende openbare toiletten die kinderen en jonge- 3 7 25 65 100 ren veilig en gemakkelijk kunnen gebruiken.

De plaatsen om te spelen in de gemeente zijn ook ontworpen 2 13 38 21 74 voor kinderen en jongeren met een fysieke beperking.

Drie stellingen worden verdeeld beantwoord; ongeveer evenveel respondenten zeggen dat volgende stellingen kloppen, als dat er zijn die zeggen dat dat niet zo is: • De gemeente plant, ontwerpt en verbetert de openbare ruimte, en luistert hiervoor naar kinderen en jonge- ren. • De gemeente houdt rekening met de behoeften van kinderen en jongeren met een beperking als ze de open- bare ruimte plant, ontwerpt en verbetert. • Temse is een aangename plek voor kinderen en jongeren om te spelen of rond te hangen. Twee stellingen worden duidelijk negatief beoordeeld: • Er zijn voldoende openbare toiletten die kinderen en jongeren veilig en gemakkelijk kunnen gebruiken. • De plaatsen om te spelen in de gemeente zijn ook ontworpen voor kinderen en jongeren met een fysieke be- perking. Bovendien valt op dat de twee overige stellingen, die eerder positief worden beoordeeld, nog een relatief hoog aantal respondenten heeft dat ‘niet waar’ antwoordt.

Wanneer we de respondenten opdelen naar ‘werken voor de gemeente’ en ‘niet werken voor de gemeente’ zijn diegenen die niet werken voor de gemeente negatiever over de eerste vier stellingen. Wat betreft de stellingen ‘De gemeente is een aangename plek voor kinderen en jongeren om te spelen of rond te hangen’; ‘Er zijn voldoende openbare toiletten die kinderen en jongeren veilig en gemakkelijk kunnen gebruiken’ en ‘De plaatsen om te spelen in de gemeente zijn ook ontworpen voor kinderen en jongeren met een fysieke beper- king’ zijn ambtenaren even negatief als niet-ambtenaren.

Een grote meerderheid van de kinderen zegt dat er onvoldoende openbare toiletten zijn die ze veilig kunnen ge- bruiken. Hetzelfde merken we bij de jongeren. Als er gevraagd wordt naar de plek die kinderen en jongeren hebben om te spelen, te sporten, af te spreken met vrienden,… dan zijn zij daar eerder positief over. 8 van de 26 kinderen zegt evenwel dat ze vinden dat er niet ge- noeg plek is. Bij de jongeren zijn dat er 4 van de 13.

De gesprekken

Rapport kindvriendelijk Temse p58 | 141

Gemeentelijke diensten Er zijn geen openbare toiletten, maar er lijkt ook geen vraag naar te zijn.

Nog steeds te weinig kinderen en jongeren weten wat er in de gemeente aan speel- en ontmoetingsplekken is, ondanks het feit dat er al verschillende keren een overzicht van gegeven is in de Pretgazet. Er leeft het plan om voor de jeugdverenigingen een brochure te maken met een overzicht van de verschillende speelplekken, met hun voorzieningen en mogelijkheden. Maar die brochure alleen zal niet genoeg zijn; er is ook het plan hen fysiek mee te nemen naar de verschillende speelplekken. Communicatie alleen is dus niet voldoende, we moeten ook nadenken over hoe we kinderen en jongeren zo ver krijgen ook echt naar de plekken te gaan.

Kinderen mogen vaak ook niet alleen gaan spelen op een speelpleintje. Net zoals bij het thema verkeersveilig- heid, zijn ouders vaak overbeschermend. Kinderen en jongeren gaan vaak ook negatief beoordelen als ze beperkt worden op hun speel- of hangplek, bijvoorbeeld wanneer ze niet mogen voetballen, wanneer er klachten komen over hangende jongeren,…

Er wordt in Temse gewerkt met een actieradius: hoe kleiner het kind, hoe minder ver de kinderen en hun ouders zouden moeten stappen om tot een speelpleintje te komen. De radius vergroot met de leeftijd. Er is de voorbije jaren echt wel werk gemaakt van voldoende aanbod, het kan nog steeds meer en er zijn nog enkele blinde vlek- ken die moeten aangepakt worden. Langs de andere kant zijn er heel veel mooie stukjes openbaar groen die ou- ders, kinderen en jongeren nog onvoldoende weten zijn. In Temse is er veel openbaar groen, behalve in het cen- trum.

Op De Zaat is er duidelijk een probleem tussen ouderen en kinderen; kinderen willen voetbaldoelen, oudere buurtbewoners petanqueterreinen. Toch wordt er steeds een behoeftepeiling gedaan vooraleer een speelplein wordt ingericht/ingepland. De gemeente probeert er voor te zorgen dat iedereen zijn deel van het openbaar do- mein kan claimen, een plek kan hebben waar hij zich goed voelt.

Middenveld De plekken om te spelen en groene ruimtes in Temse lijken af te nemen. Heel wat bestaande speelterreinen of speeltuigen in de gemeente zijn op initiatief van de buurt weg gehaald. Bijvoorbeeld de Volksplaats, dat is nu een groot stenen veld waar niets op mag gedaan worden, en dat door één proteststem. Dit ligt aan de verzuring; ou- dere mensen zijn bang van voetballende kinderen. Het is ook een buurt waar veel vreemdelingen wonen, blijk- baar hadden ook daardoor veel mensen schrik. De groendienst is met zulke situaties bezig. Er zijn toen ook effec- tief gesprekken geweest met de buurt en uiteindelijk een stemming.

De sportraad, die er ook is voor de ongeorganiseerde sporter, heeft de gemeente gevraagd een oplijsting te ma- ken van hoeveel sportrond de laatste 15 jaar verdwenen is, maar het antwoord laat nog op zich wachten. 1 van de vragen van de sportraad, cultuurraad, seniorenraad en jeugdraad aan het bestuur is om bij de ontwikkeling van nieuwe sites in de gemeente ook duidelijk aan de promotoren op te leggen dat er een bepaald percentage van het oppervlak vrijgehouden moet worden voor recreatie.

Niet iedereen kent het aanbod aan speel- en groene plekken in de gemeente. Zelfs jeugdbewegingen vaak niet. In de Pretgazet, die 4keer per jaar verdeeld wordt over alle lagere schoolkinderen, wordt voor elke zomer een gemeenteplan opgenomen waarop alle speelpleintjes en speelbossen worden aangeduid, aangevuld met enkele foto’s. Het blijft een aandachtspunt voor het bestuur om hierover beter te communiceren naar de buitenwereld.

Via de jeugdraad is er inspraak over onder andere de planning, maar ongeorganiseerde jeugd wordt weinig be- trokken. De jeugdraad is een belangrijk orgaan maar vertegenwoordigt niet alle kinderen en jongeren. De meeste mensen die een suggestie of problemen hebben, vinden nog te weinig de weg naar de gemeentelijke diensten om dit aan te geven.

Rapport kindvriendelijk Temse p59 | 141

Interne communicatie tussen diensten is belangrijk. Op de eerste schooldag werd in een buurt met twee scholen een schoonmaakactie gehouden, en op de buitenspeeldag werd er gewerkt aan de parking van het speelplein. Het is een groot aandachtspunt voor de diensten om rekening te houden met elkaars activiteiten. Anderzijds zul- len werken, schoonmaakacties,... wel altijd voor iemand niet goed uitkomen.

Wat betreft toegankelijkheid van gebouwen voor kinderen met een beperking, zijn de nieuwe gebouwen OK, maar er zijn nog een aantal plaatsen waar verbetering mogelijk is. Het is tegenwoordig ook wettelijk verplicht dat gebouwen toegankelijk moeten zijn voor mensen met een beperking.

Stadsplanning uitgedaagd Temse heeft een aanbod aan groene en speelplekken, en hierover wordt ook gecommuniceerd via bijvoorbeeld de Pretgazet. In de focusgroepen kwam een aantal keer naar voor dat die plekken niet altijd bekend lijken te zijn bij kinderen en jongeren. In de toetsgroepen kwam dit minder sterk naar voren, al haalden de jongeren wel aan dat ze te weinig in contact komen met de natuur. Ook in eerdere bevragingen bleek dat kinderen en jongeren nood hebben aan meer groen, extra speelplekken,... In de meerjarenplanning nam de gemeente het engagement op om meer in te zetten op o.a. het aanplanten van bossen en aanleggen van speelbossen. De gemeente kan bin- nen een belevingsonderzoek haar oor te luisteren leggen bij kinderen en jongeren om te weten te komen hoe ze het speelaanbod en de groene ruimten beleven, of ze het aanbod voldoende kennen, of de communicatie hier- over anders moet, of de plekken wel aantrekkelijk genoeg zijn voor hen,… De groendienst gaat bij de aanleg van speelpleintjes in gesprek met kinderen en jongeren, en dit levert ook re- sultaten op. Vanuit de vragenlijst wordt het signaal gegeven dat dit voor stadsplanning in het algemeen meer mag gebeuren. Ook bij de (her)aanleg van wegen, het inplanten van nieuwe wijken enzovoort, zijn kinderen en jongeren een te weinig gehoorde partner. En nog concreter, kan er meer geluisterd worden naar kinderen en jongeren met een beperking wanneer de openbare ruimte gepland, ontworpen of verbeterd wordt. Kinderen en jongeren geven zelf aan dat ze weinig in contact komen met kinderen met een beperking op plekken waar ze spelen of samen zijn. Wanneer deze plekken ingericht worden samen met kinderen met een beperking, wordt tegemoet gekomen aan wat zij nodig hebben om mee te kunnen spelen en samen te kunnen zijn met hun leef- tijdsgenoten.

Gemeentelijk beleid maken voor kinderen en jongeren, participatie en burgerschap van kinderen en jongeren

De cijfers Jeugdraad De Jeugdraad is in Temse voornamelijk een jeugdwerkoverleg en bereikt weinig tot geen niet-georga- niseerde jeugd. De Jeugdraad komt maandelijks samen maar geeft weinig adviezen op eigen initiatief. Enkel de verplichte adviezen worden vanuit het bestuur aan de jeugdraad gevraagd (Vb.: advies op het Meerjarenplan, advies op de subsidies aan het Jeugdwerk). De Jeugddienst is steeds aanwezig op de bijeenkomsten en vormt de directe schakel tussen jeugdwerk en beleid. Er werd enkele jaren een Kinderraad in het leven geroepen maar deze was een kort leven beschoren. De Kinder- raad stond open voor alle kinderen uit de gemeente, er werd reclame gemaakt op scholen, in verenigingen… De locatie van de Kinderraad was het JOC, en de kinderraad ging door op woensdagnamiddag. Dit bleek geen goed tijdstip door de vele activiteiten van kinderen op woensdagnamiddag. Er is nog steeds de intentie om soortgelijk initiatief in de toekomst opnieuw op te starten.

Inspraakacties De jeugddienst organiseert verschillende inspraakacties om kinderen en jongeren betrokken te houden bij het jeugd(werk)beleid van de gemeente - 2x per jaar overleg met groepsleiding (groepsleiding jeugdverenigingen en hoofdmonitoren speelplein) - Maandelijkse kernvergadering JOC De Nartist - Wekelijks kinderparlement tijdens de speelpleinwerking

Rapport kindvriendelijk Temse p60 | 141

- Aanwezigheid en aanspreekbaar tijdens Speelkaai, Buitenspeeldag…

Bevraging opmaak meerjarenplan Bij de opmaak van het meerjarenplan organiseerde de Jeugddienst een ge- richte bevraging naar de schoolgaande kinderen en jongeren in de gemeente (2.000 exemplaren). Aan de hand van een wenskaart met de tekst ‘Als ik burgemeester was’ konden kinderen en jongeren hun wens of droom- beeld voor Temse neerschrijven, tekenen, schilderen… Er werden bijna 1.000 wenskaarten terugbezorgd. Alle wensen werden getoond aan het grote publiek op de Speelkaai van zondag 26 mei.

Top 3 van wensen 1. Groen & natuur: meer groene plekjes, meer bos 2. Veiligheid: veilige voet- en fietspaden, minder verkeer aan de scholen 3. Recreatie: extra speelplekjes, speelbossen, skatepark, zwembad

De vragenlijst

Gemeentelijk beleid maken voor kinderen en jongeren 96 respondenten vulden één of meerdere vragen in binnen het thema. 130 respondenten sloegen het thema over.

waar eerder eerder niet Aantal waar niet waar reacties waar

Er bestaat een manier om de rechten van kinderen en jon- 7 33 21 4 65 geren in het stedelijk beleid op te nemen.

Er is een jeugdraad, een commissie en/of een ander overleg dat het beleid rond kinderen en jongeren bespreekt en 57 27 1 1 86 hierover raad geeft, of dat dat beleid mee ontwikkelt.

De mening van kinderen en jongeren staat in de besluiten 3 15 27 13 58 van het gemeentebestuur.

Gemeenteraadsleden kennen de rechten van kinderen en 4 23 18 6 51 jongeren.

Mensen die werken voor de gemeente, kennen de rechten 7 29 21 4 61 van kinderen en jongeren.

De gemeente stemt haar communicatie af op kinderen en 9 22 22 12 65 jongeren.

Enkel de stelling ‘er is een jeugdraad dat beleid bespreekt, er raad over geeft of dat beleid mee ontwikkelt’ wordt duidelijk positief beoordeeld. Over de andere stellingen zijn de respondenten verdeeld en de stelling ‘de mening van kinderen en jongeren staat in de besluiten van het gemeentebestuur’ wordt negatief beoordeeld.

Wanneer we de respondenten opsplitsen naar al dan niet werken voor de gemeente, dan merken we dat ze bo- venstaande vragen grotendeels hetzelfde beantwoorden. Enkel de stelling ‘Er bestaat een manier om de rechten van kinderen en jongeren in het stedelijk beleid op te nemen’ en vooral ‘De gemeente stemt haar communicatie af op kinderen en jongeren’ beoordelen niet-ambtenaren negatiever.

Rapport kindvriendelijk Temse p61 | 141

Gegevens verzamelen over kinderen en jongeren 55 respondenten vulden één of meerdere vragen in binnen het thema. 171 respondenten sloegen het thema over.

waar eerder eerder niet Aantal waar niet waar reacties waar

Alle beschikbare gegevens over kinderen, jongeren en gezin- 2 20 14 5 41 nen zijn verzameld in een centrale databank.

De gemeente verzamelt zelf gegevens over kinderen, jonge- 7 26 9 6 48 ren en gezinnen.

Dankzij de beschikbare gegevens kan de gemeente de leef- omstandigheden van kinderen, jongeren en gezinnen verge- 3 16 11 6 36 lijken in verschillende buurten.

De beschikbare gegevens bevatten ook informatie over kin- 1 16 11 6 34 deren en jongeren zonder (verblijfs)papieren.

De gemeente stelt gegevens over kinderen, jongeren en ge- 4 13 9 14 40 zinnen ter beschikking aan wie hiervoor interesse heeft.

Op 1 stelling na (‘de gemeente verzamelt zelf gegevens over kinderen, jongeren en gezinnen’), worden alle stel- lingen verdeeld beantwoord. Ongeveer de helft van de respondenten schat ze negatief in, de andere helft posi- tief. Wanneer we de respondenten opdelen naar al dan niet werken voor de gemeente, dan blijkt dat hierin geen ver- schil waar te nemen is; ambtenaren beantwoorden de stellingen gelijkaardig als niet-ambtenaren.

Coördineren van gemeentelijke acties voor kinderen en jongeren 77 respondenten vulden de vraag in binnen het thema. 149 respondenten sloegen het thema over.

waar eerder eerder niet Aantal waar niet waar reacties waar

Eén persoon of één dienst coördineert alle acties voor kin- 20 27 18 12 77 deren en jongeren.

Een kleine meerderheid van de respondenten (61%) stelt dat er 1 persoon of dienst is die alle acties coördineert. Ambtenaren en niet-ambtenaren beantwoorden de stelling gelijkaardig.

Actieplannen voor kinderen en jongeren 58 respondenten vulden één of meerdere vragen in binnen het thema. 168 respondenten sloegen het thema over.

waar eerder eerder niet Aantal waar niet waar reacties waar

In het meerjarenplan van de gemeente staan doelstellingen 11 29 8 3 51 of acties voor/over kinderen en jongeren.

Rapport kindvriendelijk Temse p62 | 141

waar eerder eerder niet Aantal waar niet waar reacties waar

Er is een specifiek actieplan voor/over kinderen en jongeren, 7 25 10 5 47 dat verankerd is in het globale beleid.

Beleidsmaatregelen worden afgetoetst op hun effecten op 0 21 16 7 44 kinderen en jongeren.

De stelling ‘beleidsmaatregelen worden afgetoetst op hun effecten op kinderen en jongeren’ wordt verdeeld be- antwoord.

Budget voor kinderen en jongeren 64 respondenten vulden de vraag in binnen het thema. 162 respondenten sloegen het thema over.

waar eerder eerder niet Aantal waar niet waar reacties waar

In het budget van de gemeente zijn structurele middelen voorzien voor kinderen en jongeren*. (*niet enkel bij de 16 35 9 4 64 jeugddienst, maar ook bij andere diensten zoals onderwijs, preventie, mobiliteit,…)

Een grote meerderheid van de respondenten (bijna 80%) schat de stelling positief in. Bij opsplitsing van de res- pondenten naar al dan niet werken voor de gemeente, blijkt dat dit hoge cijfer voornamelijk te danken is aan ambtenaren: 96% van hen schat de stelling positief is, daar waar het percentage bij niet-ambtenaren beduidend lager ligt (70%).

Publiek en professioneel bewustzijn van kinderen en jongeren en de rechten van het kind 82 respondenten vulden één of meerdere vragen in binnen het thema. 144 respondenten sloegen het thema over.

waar eerder eerder niet Aantal waar niet waar reacties waar

Er worden inspanningen geleverd om burgers te sensibilise- 4 20 28 12 64 ren over de rechten van het kind.

Alle personen die werken met kinderen en jongeren kunnen deelnemen aan vormingen (bv. artsen, verplegers, advoca- 15 27 19 9 70 ten, rechters, politie, psychologen, sociaal werkers, leer- krachten, gemeentelijke diensten,…).

De stelling ‘er worden inspanningen geleverd om burgers te sensibiliseren over de rechten van het kind’ wordt door 63% van de respondenten negatief ingeschat. Hoewel zowel ambtenaren als niet-ambtenaren overwegend negatief inschatten, ligt dat percentage hoger bij niet-ambtenaren dan bij ambtenaren (respectievelijk 68% en 54% stelt dat de sensibilisering niet voldoende gebeurt).

Rapport kindvriendelijk Temse p63 | 141

Belangenbehartiging voor kinderen en jongeren 51 respondenten vulden de vraag in binnen het thema. 175 respondenten sloegen het thema over.

waar eerder eerder niet Aantal waar niet waar reacties waar

Er is een ombudspersoon voor kinderen en jongeren in de ge- 3 7 13 28 51 meente.

De stelling wordt duidelijk negatief ingeschat. 65% van de ambtenaren en 86% van de niet-ambtenaren schat in dat er geen ombudspersoon voor kinderen en jongeren is.

Gemeenschapsvorming 78 respondenten vulden één of meerdere vragen in binnen het thema. 148 respondenten sloegen het thema over.

waar eerder eerder niet Aantal waar niet waar reacties waar

De gemeente werkt regelmatig samen met het lokale mid- 17 33 13 2 65 denveld.

De gemeente werkt regelmatig samen met de adviesraden. 30 32 8 2 72

Beide stellingen worden overwegend positief beantwoord, zowel door ambtenaren als door niet-ambtenaren. Niet-ambtenaren beoordelen voornamelijk de eerste stelling echter in grotere mate negatief dan ambtenaren (respectievelijk 31% en 8%).

Burgerschap 73 respondenten vulden één of meerdere vragen in binnen het thema. 153 respondenten sloegen het thema over.

waar eerder eerder niet Aantal waar niet waar reacties waar

Kinderen, jongeren en hun ouders helpen met projecten om 7 24 23 6 60 hun buurt en gemeente te veranderen.

Kinderen, jongeren en hun ouders zijn betrokken bij de plan- 1 14 34 10 59 nen en beslissingen van de gemeente.

De gemeente vraagt kinderen, jongeren en hun ouders naar 3 18 25 13 59 hun mening over hun leefwereld of hun leefomgeving/buurt.

Kinderen, jongeren en hun ouders geven hun mening over het budget dat de gemeente besteedt aan acties voor kin- 0 8 28 18 54 deren en jongeren.

Rapport kindvriendelijk Temse p64 | 141

waar eerder eerder niet Aantal waar niet waar reacties waar

De gemeente communiceert voortdurend met kinderen en jongeren als zij haar beleid voorbereidt, uitvoert en evalu- 0 14 26 17 57 eert.

De stellingen m.b.t. burgerschap worden duidelijk negatief beoordeeld. Over de stelling ‘Kinderen, jongeren en hun ouders helpen met projecten om hun buurt en gemeente te veranderen’ bestaat er nog enigszins verdeeld- heid, maar de andere stellingen worden allemaal negatief ingeschat. De stelling m.b.t. de inspraak van kinderen en jongeren in budgetten wordt het vaakst negatief beoordeeld (85%). Splitsen we op naar al dan niet werken voor de gemeente, dan zien we geen verschillend antwoordpatroon op- duiken.

Ook kinderen en jongeren werden in deze fase bevraagd over participatie en burgerschap. Al snel valt op dat dat geen enkele stelling door de -12jarigen positief wordt beoordeeld. Twee stellingen krijgen nog evenveel nega- tieve als positieve reacties (‘ik ken veel kinderen die niet in mijn buurt wonen’ en ‘bij de gemeente weet ik waar ik naartoe kan met mijn vragen’) maar de overige vier stellingen m.b.t. het thema worden allemaal negatief be- oordeeld (‘ik help mee om mijn buurt te verbeteren’; ‘ik word betrokken bij de plannen en beslissingen die over mijn gemeente of buurt genomen worden’ (deze stelling kreeg op twee kinderen na van alle kinderen een nega- tieve beoordeling); ‘de burgemeester luistert naar de wensen van kinderen’ en ‘ik heb al eens gehoord over de rechten van het kind’). Ook bij de +12jarigen is dit thema het thema bij uitstek dat negatief beoordeeld wordt. Op één stelling na, wer- den alle stellingen negatief ingeschat. Zowel de vragen omtrent de kennis van de kinderrechten, de mate waarin ze door het gemeentebestuur betrokken worden bij beslissingen, de mate waarin hun mening wordt gevraagd als de betrokkenheid op de buurt en buiten de buurt worden allen negatief ingeschat door de jongeren uit de controlegroep. Over de stelling ‘ik weet waar ik bij de gemeente terecht kan met vragen’ bestaat enige verdeeld- heid: 7 jongeren zeggen dat dit niet zo is, 6 jongeren stellen dat ze dat wel weten.

De gesprekken

Gemeentelijke diensten Het is een aandachtspunt om ervoor te zorgen dat wie werkt voor de gemeente, de rechten van kinderen en jon- geren kennen. Dit is een voorwaarde voor het uitstippelen van een kindvriendelijk beleid. Ook kinderen en jon- geren zelf moeten beter op de hoogte zijn van hun rechten. In de Pretgazet kan stilgestaan worden bij het pro- ject kindvriendelijke gemeente en bij de kinderrechten. Ook de scholen hebben een rol te spelen hierin. Als er klachten binnen komen, is de achterliggende reden vaak onverdraagzaamheid, tussen verschillende bevol- kingsgroepen of naar kinderen en jongeren. Als dienst en bestuur moet je dan naar klagers toe informeren over de rechten van kinderen en jongeren, bijvoorbeeld het recht op spel. Kinderen en jongeren kunnen uit het ge- drag van sommige volwassenen leren: wie het langst of het hardst roept, wordt gehoord.

Er zijn buurten waar kinderen wel betrokken zijn op hun buurt, weten wat er leeft. De Sompershoekwijk is hier- van een voorbeeld. Daar is veel groene (speel)ruimte, de kinderen kennen elkaar, weten wie er in de wijk woont en wat er speelt. In andere wijken is dat minder. Het gevoel leeft dat de betrokkenheid groter is in wijken waar veel verschillende culturen met elkaar samen leven. Maar het heeft even goed te maken met hoe een buurt is ingericht. In een heel lange straat, in lintbebouwing, ben je minder betroken dan in een meer ingerichte buurt met een pleintje.

Rapport kindvriendelijk Temse p65 | 141

Kinderen, jongeren en hun ouders om hun mening vragen is een belangrijk werkpunt voor de gemeente. De ge- meente moet op een geïntegreerde en constructieve manier naar buurten, mensen, bevolkingsgroepen toestap- pen en moet intern nadenken hoe dit best te organiseren is.

Bij de opmaak van het meerjarenplan werd eerder beperkt ingezet op participatie door middel van een alge- mene vragenlijst voor de hele bevolking, een postkaartactie bij kinderen en een korte bevraging van de adviesra- den. Participatie blijft een groot werkpunt binnen het bestuur.

De groendienst organiseert vaak buurtoverleg met kinderen erbij, en dat is telkens zeer zinvol gebleken. Je kan meteen constructieve feedback geven; soms zijn kinderen teleurgesteld omdat er bijvoorbeeld niet meteen iets met hun idee wordt gedaan maar wel met het idee van een buurmeisje of –jongen. Het is dan heel belangrijk dit ook naar hen op een duidelijke manier te communiceren waarom precies het andere idee voorgaat op hun idee. Buurtoverleg voor het aanleggen van speelpleintjes kent een aantal succesverhalen maar heeft ook al een paar keer gefaald. Je moet iedereen meekrijgen om op deze manier iets tot een goed einde te kunnen brengen en het is vaak ook heel tijdrovend. Bovendien verlopen vergaderingen met de buurt niet altijd even netjes en is dat niet meteen het ideale forum om kinderen te horen. Wat in het verleden al heeft gewerkt, is het concept dat kin- deren samen met hun ouders in de buurt deur tot deur gaan om een nieuw project uit te leggen. In een buurt met veel oude buurtbewoners, waar enige tegenkanting verwacht werd, is er met elkaar gepraat en heeft deze werkwijze gewerkt. Met een open communicatie en met kinderen zelf bereik je veel meer dan zomaar iets neer te poten.

Er is een duidelijke link met een ander punt dat geregeld terugkomt, namelijk het gebrek aan communicatie. Hoe meer je communiceert, hoe meer inbreng je krijgt; ook dikwijls zonder dat je specifiek naar die inbreng hebt ge- vraagd. Het is dus belangrijk dat de gemeente duidelijk communiceert en uitlegt waarom bepaalde beslissingen worden genomen en waarom dingen gebeuren. De gemeenteraad besliste bv. om geen balspelen meer toe te laten op de Volksplaats en laat een bordje plaatsen ‘balspelen verboden’. Er moet dan ook ingezet worden op communicatie om duidelijk te maken aan de kinderen, jongeren en buurtbewoners waarom nu net dat bordje daar staat. De gemeenschapswachten zijn naar het speelplein gegaan om kinderen en jongeren uitleg te geven. Dit gebeurt ook standaard tijdens de zomermaanden: de gemeenschapswachten rijden dan langs de speelplein- tjes en spreken kinderen en jongeren aan over waarop ze moeten letten. Belangrijk is open communicatie. Goede communicatie is intensief en hiervoor heb je voldoende personeelskrachten nodig. Communicatie moet ook van twee kanten komen: de doelgroep moet open staan voor de communicatie. Elke materie vraagt ook een andere aanpak van communiceren. Methodisch werken is belangrijk: soms is het nuttig vooraf een aantal belang- rijke spelers te spreken, al een concept voor te bereiden voordat je het voorlegt aan een grote groep. Bovendien gaat het hier om een jonge doelgroep die een specifieke aanpak vereist. De Pretgazet (die intussen vijf jaar loopt) is een kinderkrant die al het gemeentelijk (vrijetijds)aanbod voor kinderen bundelt, maar die ook communiceert over zaken die gebeuren in de gemeente en die interessant zijn voor kinderen. Kinderen zelf ken- nen de Pretgazet en ook de mascottes die op verschillende evenementen in het straatbeeld of op school ver- schijnen en soms wordt er ook even aandacht besteed aan de gazet in de klas. Ouders vallen wel nog heel vaak uit de lucht. Het is belangrijk om niet op te geven om te blijven communiceren, ook al krijg je al eens het deksel op de neus. Op de deur gaan mensen gezichten kennen en kunnen plaatsen bij een bepaalde dienst. Zo wordt het steeds makkelijker om te communiceren (bv. ‘Joke van de jeugddienst’ of ‘Wim van de groendienst’). Niet enkel externe communicatie is belangrijk, ook intern moeten diensten meer gaan communiceren. Het is jammer dat de jeugddienst niets afweet van een ingrijpende beslissing op een speelplein en er dus ook niet bij betrokken wordt. Interne communicatie moet erop gericht zijn samen aan oplossingen te werken.

Uit het voorbeeld van het verbod op balspelen komt ook het gevoel dat de gemeente misschien meer moet in- zetten op het versterken van kinderen en jongeren in zulke situaties: hoe kunnen ze meer voor zichzelf en hun

Rapport kindvriendelijk Temse p66 | 141

rechten opkomen? Oplossingen kunnen ook meer vanuit een kindvriendelijke bril bekeken worden: i.p.v. balspe- len te verbieden kan met de verschillende dienste (groen, ruimtelijke ordening, mobiliteit) nagedacht worden; hoe kunnen we balspelen toch veilig laten doorgaan?

Een kindergemeenteraad kan binnen deze thematiek een rol spelen: de stem van kinderen meer laten horen. Het concept van een kindergemeenteraad werd door het college niet goedgekeurd, men geloofde er niet in dat wat kinderen zouden aanbrengen, nuttig zou zijn. Een kinderraad kon wel. Die stond voor iedereen open, maar het moment van samenkomst was niet perfect. De kinderraad ging door op woensdagmiddag, wanneer veel kin- deren al andere activiteiten hebben. Misschien is een samenwerking met de scholen meer aangewezen. De scho- len hierin meekrijgen, vormt wel een uitdaging. Wat nu wekelijks al gebeurt, is een parlement tijdens de speel- pleinwerking. Kinderen en jongeren kunnen dan hun ei kwijt over de werking (goede en slechte dingen, ideeën meegeven,…) en dat werkt. Misschien moeten we zo ook iets uitdenken en op geregelde tijdstippen naar scholen trekken om kinderen te horen.

Middenveld Er wordt de vraag gesteld of gemeenteraadsleden en ambtenaren de rechten van het kind wel kennen. Er wordt gehoopt dat dit wel het geval is.

De communicatie van de gemeente is niet afgestemd op alle lagen van de bevolking. Kansarmen en Roma wor- den bijvoorbeeld niet bereikt door de communicatie. Maar dit geldt niet enkel voor de gemeente. Ook voor scho- len is dat een moeilijk te bereiken doelgroep. Brugfiguren doen heel veel inspanningen om kansarmen te berei- ken. Maar soms is er toch nog miscommunicatie of is er weinig participatie vanuit de doelgroep zelf. Het is een moeilijk proces om ouders het gevoel te geven dat hun aanwezigheid en hun contact met de school enorm be- langrijk zijn. De gemeente zou kunnen investeren door bijvoorbeeld een samenwerkingsovereenkomst op te stel- len met samenlevingsopbouw, die op dit vlak heel veel expertise hebben.

In de jeugdraad zitten jongeren die zich hiervoor kandidaat stellen. Er wordt gevraagd om vanuit de gemeente meer moeite te doen om ook bewust kinderen en jongeren te selecteren uit kansarme gezinnen, uit Romagroe- pen, zodat er ook naar hen geluisterd kan worden. De naamlijst van de leden van de jeugdraad zal geen weer- spiegeling zijn van de kinderen en jongeren in Temse. De jeugdraad is voornamelijk samengesteld uit jeugdvere- nigingen en jongeren die roots hebben in een jeugdvereniging. De minimumleeftijd is 16 jaar. Jeugdverenigingen hebben een motief om in een jeugdraad te zetelen. Het is belangrijk om ook andere doelgroepen te overtuigen dat ook zij een motief kunnen hebben. Het gaat hen misschien zelfs moeten uitgelegd worden, wat hun motief kan zijn.

Ooit was er een kinderraad, die open stond voor iedereen. Die ging door in het jeugdcentrum op woensdagna- middag. Dat bleek niet het meest ideale moment. Heel veel kinderen hebben op woensdagmiddag al andere acti- viteiten. Een geschikt moment vinden is dan ook heel moeilijk. De gemeente speelt met het idee een kinderraad op te richten, met medewerking van de scholen. Via de scholen en eventuele leerlingenraden, worden kinderen dan afgevaardigd in een grote kinder(gemeente)raad om op geregelde tijdstippen, eventueel tijdens schoolmo- menten, inspraak- en overlegmomenten te organiseren. De Vlaamse onderwijskoepel heeft begeleiders diversi- teit om in scholen leerlingenraden te helpen opstarten en effectief te laten werken. Natuurlijk moeten scholen hier in de eerste plaats voor open staan. Leerlingenraden kunnen leuk zijn, maar er moet ook effectief iets mee gedaan worden.

Jeugdraden en kinderraden zijn mooie concepten, waarbij kansarme kinderen jammer genoeg vaak weinig aan- sluiting vinden. In Temse zijn kansarme kinderen een belangrijke doelgroep, want Temse scoort slecht op vlak van kansarmoede. Vooral bij gratis activiteiten is het duidelijk dat deze doelgroepen wel en meer worden be- reikt. De Buitenspeeldag is daar een heel mooi voorbeeld van.

Rapport kindvriendelijk Temse p67 | 141

Kinderen uit kansarme gezinnen gaan vaak al uit zichzelf minder zeggen, vragen stellen of vertellen. Ze hebben vaak ouders die niet of weinig betrokken zijn of zelf sterk genoeg zijn om hun kinderen regelmatig te bevragen. Ze zijn meestal met heel andere thema’s bezig, om te overleven. Ze gaan dus zeker niet spontaan dingen komen vertellen, ze gaan wel naar activiteiten waar ze zichzelf kunnen zijn, waar ze kunnen (buiten)spelen en kunnen ravotten. Ook Tourikia bereikt met hun Clubhuiswerking op het speelplein op die manier veel kinderen. Tijdens de Clubhuiswerking, elke woensdag tussen 2 en 4 op het speelplein, kunnen kinderen ongedwongen komen spe- len. Er wordt extra aandacht gegeven aan kinderen die het wat moeilijker hebben met taal. Er wordt (Neder- lands) gepraat, geluisterd naar hun mening en verhalen, extra uitleg gegeven en vooral heel veel gespeeld. De gesprekken gaan over het gewone leven en over de kinderen zelf: wat ze allemaal doen, hoe ze hier terecht ge- komen zijn, hoe ze zich voelen, hoe ze zich veelal bekeken voelen,… En dan hoor je vaak dingen die je niet ver- wacht. Op zulke plekken voelen kinderen zich veilig, het is een plek waar ze zichzelf kunnen zijn met een vertrou- wenspersoon erbij. Het is heel belangrijk, wanneer je met kinderen wil praten en alle kinderen een stem wil ge- ven, dat je dat doet waar kinderen zich veilig voelen, met een vertrouwenspersoon in de buurt (bv. in de Klas, via de werking van het Clubhuis). Kansarme kinderen hebben niet altijd een goed voorbeeld via de ouders, maar zien in de juf of meester misschien wel een rolmodel of een mooi voorbeeld.

Het idee wordt geopperd om een overlegplatform op te richten waarbij bijvoorbeeld 2 (kansarme) leerlingen uit de 3de graad van alle scholen in Temse op gesprek kunnen komen bij de jeugdconsulent en/of de schepen. Dat ze hun eigen mening kunnen geven waar dan oprecht naar wordt geluisterd zodat zij ook het gevoel krijgen dat wat ze zeggen, serieus genomen wordt. Want we verwachten wel dat deze kinderen binnen een paar jaar in deze ge- meente gaan moeten werken, moeten samenleven met heel veel andere mensen en culturen enzovoort.

De kinderen bij vzw TAKVA willen vooral kind zijn en zich van de rest niet te veel hoeven aan te trekken. Er zijn binnen de Turkse gemeenschap al lessen na de schooluren (taal, cultuur,…), de kinderen willen voor de tijd die hen nog rest vooral kind zijn en spelen. Ze gaan misschien niet snel gemotiveerd zijn om dan nog eens rond de tafel te zitten om meningen te geven.

Jeugdraad De jeugd leest het gemeentelijk infoblad niet. Als je het boekje open doet, ontmoet je eerst 30 jubilarissen en pas 30 pagina’s later lees je andere belangrijke info. Daar komen jongeren vaak niet toe. En die info die uiteinde- lijk belangrijk is voor jeugd staat veel te klein en te weinig uitgebreid opgenomen.

De jeugdraad is een instrument dat (samen)werkt, dat vooral het jeugdwerk bereikt en bedient maar dat weinig ongeorganiseerde jongeren bereikt en kan betrekken. Het concept van de jeugdraad werd onlangs vernieuwd in de hoop het meer dynamisch te maken en open te trekken naar meer en andere jongeren dan enkele zij die be- trokken zijn bij het jeugdwerk. De jeugdraad heeft enkel een adviserende rol, en geeft niet vaak eigen adviezen, eigenlijk enkel de ‘verplichte nummertjes’. Aan wat ligt dit? Wordt de jeugd redelijk verwend waardoor er te weinig adviezen (kunnen) gefor- muleerd worden?

In deze eerste fase werd er met kinderen gesproken in ‘controlegroepen’. Kan dat niet structureler gedaan wor- den? Misschien via de leerlingenraden? Op het speelplein wordt er wekelijks een parlement georganiseerd waar- uit dikwijls heel fijne dingen en ideeën naar boven komen. We hebben toch ook ooit een kinderraad gehad? Als scholen hierin mee zouden werken, scoren ze meteen vakoverschrijdende eindtermen.

Geen idee of de gemeenteraadsleden de rechten van kinderen en jongeren kennen. De meeste mensen zullen de kinderrechten wel kennen, maar denken ze er wel bewust over na of een bepaalde beslissing al dan niet strookt met de rechten van het kind? Zoals de situatie op de Volksplaats, waar een gigantisch plein wordt aangelegd maar waar je niet met de bal mag spelen. Krijgen nieuwe gemeenteraadsleden een soort handleiding die ze ge- durende hun mandaat moeten volgen? Het is misschien een idee om de rechten van het kind te bundelen en te overhandigen aan een nieuw bestuur in de toekomst.

Rapport kindvriendelijk Temse p68 | 141

Er is geen ombudspersoon voor kinderen en jongeren in Temse. Voor jeugdbewegingen is dat Joke: als zij een vraag hebben, wordt er naar haar gebeld. Maar dat is dan weer gericht op jeugdwerk. Is er wel een aparte om- budspersoon nodig? Zie welzijn: dan komen we weer tot de vertrouwenspersonen in scholen. Misschien is de ombudsfunctie meer iets voor de partners van het Huis van het Kind.

Er zijn heel veel verschillende vormen van participatie. Bijvoorbeeld E-participation: dat is een participatievorm die komt overgewaaid uit Finland. Daar is het geografisch erg moeilijk om jongeren samen te krijgen. Nu het hier moeilijker wordt om jongeren te engageren om meer buiten te komen, naar een maandelijkse vergadering te komen,… zijn er grote kansen weggelegd voor E-participation.

Gemeentelijk beleid maken voor kinderen en jongeren, participatie, burgerschap van kinderen en jongeren uitgedaagd Uit de analyse blijkt dat de gemeente nog heel wat stappen kan zetten op de thema’s inspraak en participatie, burgerschap, kinderrechten en samen met kinderen en jongeren gemeentelijk beleid maken. De kinderrechten lijken onvoldoende gekend te zijn, zowel door politici, ambtenaren, burgers als kinderen en jongeren zelf. Dat de gemeente met dit traject wil inzetten op kindvriendelijkheid, is de uitgelezen kans om ook de kinderrechten, die de basis vormen van kindvriendelijkheid, meer in de verf te zetten. Samen met kinderen en jongeren beleid maken, meer naar kinderen en jongeren luisteren en hun mening im- plementeren in beleid, vormt een duidelijke uitdaging. Er zijn al heel wat initiatieven die kunnen gelden als good practice: buurtoverleg i.k.v. nieuwe speelterreinen, kinderparlement op het speelplein, clubhuiswerking van Tou- rikia waar ook maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren zich veilig voelen om te praten over allerhande thema’s. Wat kan de gemeente van deze initiatieven meenemen om structureel inspraak in en participatie aan het gemeentelijk beleid van kinderen en jongeren te garanderen? Maar belangrijker: hoe zien kinderen en jonge- ren hun inbreng in gemeentelijk beleid zelf? Hoe, wanneer, waarover, hoe vaak,… willen zij hun stem laten ho- ren? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat ook maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren of kinderen en jon- geren met een vreemde afkomst hun stem kunnen laten horen? Wat zeggen zij nodig te hebben om kwijt te kun- nen wat ze kwijt willen? Er bestond bijvoorbeeld ooit een kinderraad en er wordt gespeeld met de idee opnieuw een kinderraad op te richten. Belangrijk is om eerst na te gaan hoe kinderen zelf tegenover deze methodiek staan en of alle kinderen aansluiting vinden bij een inspraakplatform als een kinderraad. Het belang van goeie communicatie kwam in meerdere thema’s naar boven. Ook binnen dit thema moet er op- nieuw voldoende aandacht gaan naar de manier waarop de gemeente communiceert, als belangrijke stap in zin- volle inspraak en participatie. Meer inzetten op eerlijke, open communicatie over de beslissingen van het be- stuur, ook naar kinderen en jongeren, kan een belangrijk engagement zijn. Daarbij moet ook goed nagedacht worden hoe de gemeente specifiek naar kinderen en jongeren communiceert. Deze jonge doelgroep heeft vaak nood aan een andere soort communicatie dan andere doelgroepen. Nog meer in de diepte kan nagedacht wor- den hoe naar bepaalde kansengroepen, op een erg toegankelijke manier, gecommuniceerd kan worden. Wat werkt en wat niet? Welke communicatie komt terecht, welke kanalen slaan bijvoorbeeld aan en welke kanalen spreken niet aan voor maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren? Ook de betrokkenheid van kinderen en jongeren op hun buurt lijkt een uitdaging te vormen: respondenten uit de vragenlijst maar ook kinderen en jongeren uit de toetsgroep geven te kennen dat de betrokkenheid op de buurt beter kan. Uit de focusgroep met de gemeentelijke diensten kwam naar voor dat er buurten zijn waar kin- deren zich wel sterk betrokken voelen. Geopperd wordt dat dit te maken heeft met een goeie mix aan verschil- lende culturen die er samenwonen, en met de manier waarop de buurt ingericht wordt. Er kan een analyse ge- maakt worden of dit klopt, en wat nu precies maakt dat de betrokkenheid in sommige buurten groter is dan in andere, om van daaruit te leren hoe de gemeente ook in andere buurten een sterkere betrokkenheid kan cre- ëren.

Rapport kindvriendelijk Temse p69 | 141

Uitdagingen na fase 1

Welzijn uitgedaagd Temse krijgt te maken met heel wat uitdagingen op vlak van welzijn. Het aantal geboorten in kansarme gezinnen stijgt sterk de laatste jaren en ook het aantal éénoudergezinnen stijgt. 1/5de van de werklozen binnen Temse zijn jonger dan 25 jaar en van de leefloontrekkenden is 30% jonger dan 25 jaar. Er wonen 91 verschillende nationali- teiten samen en 25% van de inwoners met een vreemde nationaliteit is jonger dan 19 jaar. De gemeente zet al middelen in om met deze tendensen om te gaan. Het OCMW krijgt middelen om om te gaan met kinderarmoede, de jeugddienst stelde een jeugdwerker aan die werkt aan de participatie van maatschappelijk kwetsbare kin- deren en jongeren aan het jeugdwerk, de integratiedienst heeft een mooi aanbod naar kinderen en jongeren,… Maar het is duidelijk dat de gemeente blijvend aandacht moet hebben voor bovenstaande uitdagingen. Temse krijgt eveneens te maken met een vergroening. Één van de gevolgen hiervan is dat de vraag naar kinder- opvang stijgt. De gemeente moet alert zijn voor de noden en behoeften van deze stijgende groep jonge inwo- ners. Bovendien wordt de nood aan flexibele kinderopvang groter, onder andere door het hoger aantal éénou- dergezinnen. Op vlak van kinderopvang moet het lokaal overleg kinderopvang en het loket kinderopvang vol- doende ondersteund en omkaderd worden om met deze uitdagingen om te kunnen gaan. Met 91 verschillende nationaliteiten heeft Temse heeft een erg diverse bevolking. De Turkse en Marokkaanse gemeenschappen zijn sterk georganiseerd want al sinds lang aanwezig in de gemeente. Maar de gemeente krijgt ook te maken met een nieuwe instroom van nationaliteiten (Oost-Europees) en met Roma die moeilijker hun weg vinden in het onderwijs, het vrijetijdsaanbod,… In elke focusgroep kwam zeer sterk naar boven dat er een meerwaarde kan liggen in deze mengelmoes aan culturen. Eveneens een duidelijk gedragen gevoel echter, is het feit dat er te weinig interactie en samenspel is tussen de verschillende culturen. Net op dit thema komt een aantal keer naar voor dat kinderen volwassenen iets kunnen leren. Kinderen staan doorgaans meer open voor en gaan flexibeler om met diversiteit en verschillen. Er worden heel wat initiatieven genomen om verschillende cul- turen samen te brengen, maar dat lijkt momenteel niet (voldoende) te werken. Kunnen kinderen en jongeren het goede voorbeeld geven en kan, door het initiëren van activiteiten, evenementen of andere initiatieven vanuit kinderen en jongeren, een boodschap gegeven worden aan alle andere inwoners van Temse? Hoe denken kin- deren en jongeren uit Temse over dit thema? Hoe willen zij samenleven met andere culturen bevorderen? Wat hebben zij te vertellen over dit thema dat duidelijk sterk leeft binnen de gemeente? Hierbij moet de gemeente, uiteraard, sterk inzetten op het luisteren naar kinderen en jongeren uit andere culturen. Hoe voelen zij zich bin- nen de gemeente? Hoe kijken zij naar het samenleven van al die diverse culturen in Temse? Er leven wat bezorgdheden rond afstemming van, communicatie over en laagdrempeligheid van het aanbod aan sociale voorzieningen binnen Temse. Het Huis van het Kind zal hier wellicht oplossingen bieden. De ge- meente moet voldoende investeren in de werking van het Huis van het Kind om blijvend tegemoet te kunnen komen aan deze bezorgdheden. Sint-Niklaas heeft als stad, o.a. op vlak van sociale voorzieningen, een ruimer aanbod dan gemeente Temse (bv. JAC, voorzieningen voor kinderen en jongeren met bijzondere behoeften). Dit aanbod kan sterker gecommuniceerd worden om inwoners van Temse erop te wijzen dat ook zij beroep kunnen doen op het aanbod dat aanwezig is in Sint-Niklaas. 1 stelling binnen de vragenlijst werd duidelijk negatief beantwoord: is er een strategie om kinderen en jongeren met individuele problemen op te vangen? Kinderen en jongeren uit de toetsgroepen bleken overwegend positief in hun oordeel of ze bij iemand terecht kunnen wanneer ze ergens mee zitten. Binnen de verschillende focus- groepen kwam telkens naar voor dat kinderen en jongeren zélf hun vertrouwenspersoon kiezen: dat kan een leerkracht zijn, iemand van het CLB, leiding van de jeugdbeweging,… Een vertrouwenspersoon aanstellen vanuit de gemeente lijkt dus geen nood te zijn. Wel kan het een belangrijke taak zijn van de gemeente om na te denken hoe ze o.a. leiding van de jeugdbeweging maar ook leerkrachten of anderen, kunnen versterken in hun positie als vertrouwenspersonen van kinderen en jongeren. Voelen zij zich voldoende gewapend om om te gaan met deze rol als vertrouwenspersoon? Kan vanuit de gemeente hierin ondersteuning geboden worden?

Rapport kindvriendelijk Temse p70 | 141

Binnen de groep werklozen en leefloontrekkenden in Temse, is een vrij groot aandeel min25jarigen te bespeu- ren. Programma’s om min18jarigen aan het werk te helpen, bestaan er niet. Wel wordt er doorverwezen naar de VDAB of naar de FOD om vragen over werk voor jongeren op te vangen en komt er een zitdag van het nationaal comité op maandag, waar onder andere het work-uptraject voor -25jarigen van andere nationaliteiten een plek zal krijgen. Is er nog nood aan meer ondersteuning rond dit thema? Wat denken jongeren hier zelf over?

Wonen uitgedaagd Als gevolg van demografische ontwikkelingen, stijgt de vraag naar woningen en dus ook de prijs. Deze demogra- fische trends lijken zich in de toekomst te blijven verder zetten. Het bestuur moet zich hiervan bewust zijn en blijvend nadenken over de impact hiervan op de woningmarkt. Respondenten die de vragenlijst invulden, signaleerden nog enkele problemen. Aangezien binnen de focusgroe- pen niet gekozen werd het gesprek aan te gaan over het thema ‘wonen’, zijn er binnen dit rapport weinig extra informatie of verklaringen te geven. De gemeente kan wel het initiatief nemen de bezorgdheden ter harte te ne- men en te onderzoeken:  Hoewel het aanbod sociale woningen eerder groot is in Temse, is een signaal dat we meenemen uit de opmerkingen die kwamen bij het invullen van de vragenlijst dat sociale woningen krap zijn en dat de wachtlijsten te groot zijn. Inzetten op communicatie over het aanbod kan deze perceptie bijstellen.  Roma lijken geconfronteerd te worden met een slechte huisvestingssituatie.  Iemand geeft aan dat het voorkomt dat gezinnen met kinderen het huis uit worden gezet.

Veiligheid uitgedaagd Er bestaat bemiddeling voor minderjarigen die een GAS-boete riskeren, maar dat gegeven lijkt niet gekend te zijn bij inwoners die niet werken voor de gemeente. Inzetten op communicatie rond de aanpak van GAS-boetes lijkt aangewezen. Enkel kinderen waren positief over de vraag of ze met iemand buiten de familie over alles kunnen praten. Jonge- ren en respondenten van de vragenlijst reageerden eerder verdeeld. We kunnen hier opnieuw verwijzen naar wat onder het thema ‘welzijn’ gesteld werd rond vertrouwenspersonen voor kinderen en jongeren: “Binnen de verschillende focusgroepen kwam telkens naar voor dat kinderen en jongeren zélf hun vertrouwenspersoon kie- zen: dat kan een leerkracht zijn, iemand van het CLB, leiding van de jeugdbeweging,… Een vertrouwenspersoon aanstellen vanuit de gemeente lijkt dus geen nood te zijn. Wel kan het een belangrijke taak zijn van de gemeente om na te denken hoe ze o.a. leiding van de jeugdbeweging maar ook leerkrachten of anderen, kunnen versterken in hun positie als vertrouwenspersonen van kinderen en jongeren. Voelen zij zich voldoende gewapend om om te gaan met deze rol als vertrouwenspersoon? Kan vanuit de gemeente hierin ondersteuning geboden worden?” In de toetsgroep jongeren wordt aangegeven dat een groot deel van hen al in aanraking is gekomen met versla- vende middelen. Het Drugpunt speelt hierin een belangrijke rol, maar ook het LOP zou het thema kunnen opne- men in haar werking, zoals de focusgroep jeugdraad voorstelt. Het MEGA-project van de politie in lagere scholen heeft eveneens een grote meerwaarde, en zou uitgebreid kunnen worden naar bijvoorbeeld jeugdwerkingen. De focusgroep jeugdraad pleit er tenslotte voor om meer in te zetten op weerbaarheid van kinderen en jonge- ren. Ook hierin kan het LOP een rol spelen, maar ook het Huis van het Kind zou rond dit thema kunnen naden- ken: op welke domeinen voelen kinderen en jongeren dat ze zich nog kunnen versterken? Waarin willen zij meer ondersteund worden en waartegen willen ze zich sterker wapenen?

Onderwijs uitgedaagd Temse heeft een hoge relatieve aanwezigheid van indicatorleerlingen in haar scholen. Op basis daarvan krijgt de gemeente extra middelen voor het voeren van flankerend onderwijsbeleid, wat heel wat kansen biedt maar die

Rapport kindvriendelijk Temse p71 | 141

ook genomen moeten worden. De dienst onderwijs van de gemeente en onderwijsopbouwwerk vanuit het OCMW zijn partners om hier rond samen na te denken. Temse heeft een heel diverse bevolking, en op sommige scholen is dat ook goed te zien aan de leerlingen. Maar niet alle scholen zijn even gemengd. Er zijn enkele concentratiescholen, en andere scholen waar weinig diversi- teit te merken is. De gemeente kan, samen met de scholen, nadenken hoe ze ervoor kan zorgen dat op elke school een mix van kinderen uit verschillende culturen te zien is. Het LOP zet zich al in op verschillende thema’s. Zoals reeds aangekaart binnen het thema ‘veiligheid’, zou het LOP zich ook kunnen buigen over ruimere thema’s zoals het gebruik van verslavende middelen of weerbaarheid bij kinderen en jongeren. De jeugddienst kan betrokken worden bij de werking van het LOP, om samen te werken rond deze en andere thema’s. Zowel kinderen als jongeren uit de controlegroepen stellen dat ze niet (voldoende) te weten krijgen over de kin- derrechten. Aangezien de kinderrechten de basisvormen van kindvriendelijk beleid, is het aangewezen het thema sterker op de agenda van de scholen te zetten. Zowel volwassen respondenten als kinderen en jongeren uit de toetsgroepen stellen dat er weinig kinderen en jongeren met een beperking op school zitten in Temse. Het M-decreet kan hierin in de toekomst verandering brengen. Een duidelijk signaal vanuit de focusgroep middenveld aan het lokaal bestuur is om hieromtrent tijdig duidelijke signalen te sturen naar de Vlaamse Overheid. Een voorbeeld van een nood die momenteel nog niet bestaat, maar met de komst van het M-decreet kan ontstaan, is de nood aan aangepast schoolvervoer. Moet die nood ingelost worden door het lokaal bestuur of door de ouders zelf? De kinderen uit de controlegroep stellen dat ze onvoldoende hun mening kunnen geven over beslissingen die de school neemt. Nochtans haalt de focusgroep middenveld aan dat scholen een voorbeeldfunctie hebben op vlak van inspraak en participatie. Dit thema kan samen met de scholen en de leerlingen opgenomen worden, bin- nen een strategie kindvriendelijkheid van de gemeente. Waarover willen leerlingen hun mening kwijt? Via welke kanalen? En wat zien scholen werkbaar hierin?

Vrije tijd uitgedaagd Kinderen en jongeren uit de toetsgroepen waren erg positief over het thema vrije tijd, behalve wanneer het ging over het in contact komen met kinderen van andere culturen of met een handicap. Ook in de focusgroepen bleek, met nadruk op een mix van verschillende culturen, dat dit leeft binnen de gemeente. Zoals al aan bod kwam binnen het thema ‘welzijn’, heeft Temse met 91 verschillende nationaliteiten een erg diverse bevolking. De Turkse en Marokkaanse gemeenschappen zijn sterk georganiseerd want al sinds lang aanwezig in de ge- meente. Maar de gemeente krijgt ook te maken met een nieuwe instroom van nationaliteiten (Oost-Europees) en met Roma die moeilijker hun weg vinden in het onderwijs, het vrijetijdsaanbod,… In elke focusgroep kwam zeer sterk naar boven dat er een meerwaarde kan liggen in deze mengelmoes aan culturen. Eveneens een duide- lijk gedragen gevoel echter, is het feit dat er te weinig interactie en samenspel is tussen de verschillende cultu- ren. Net op dit thema komt een aantal keer naar voor dat kinderen volwassenen iets kunnen leren. Kinderen staan doorgaans meer open voor en gaan flexibeler om met diversiteit en verschillen. Er worden heel wat initia- tieven genomen om verschillende culturen samen te brengen, maar dat lijkt momenteel niet (voldoende) te wer- ken. Kunnen kinderen en jongeren het goede voorbeeld geven en kan, door het initiëren van activiteiten, evene- menten of andere initiatieven vanuit kinderen en jongeren, een boodschap gegeven worden aan alle andere in- woners van Temse? Hoe denken kinderen en jongeren uit Temse over dit thema? Hoe willen zijn samenleven met andere culturen bevorderen? Wat hebben zij te vertellen over dit thema dat duidelijk sterk leeft binnen de gemeente? Hierbij moet de gemeente, uiteraard, sterk inzetten op het luisteren naar kinderen en jongeren uit andere culturen. Hoe voelen zij zich binnen de gemeente? Hoe kijken zij naar het samenleven van al die diverse culturen in Temse? Hoe kijken kinderen en jongeren uit andere culturen naar het samenspelen en –zijn met alle kinderen en jongeren uit de gemeente? Vinden zij voldoende hun gading in het huidige aanbod? Pleiten zij voor ‘inclusie’ in wat er al bestaat of is het net zinvol dat ze eigen werkingen hebben, zoals dat bijvoorbeeld al het ge- val is voor de Turkse gemeenschap? Overigens, blijkt het speelplein hierin een good practice te zijn. Het speel-

Rapport kindvriendelijk Temse p72 | 141

plein bereikt kinderen met diverse achtergronden: uit verschillende culturen, maatschappelijk kwetsbare kin- deren, kinderen met een beperking,… Een analyse van wat maakt dat het op het speelplein wel lukt om al deze kinderen met elkaar in contact te laten komen, kan ons iets leren over wat er werkt om een grotere mix te berei- ken. Temse heeft een aanbod aan groene en speelplekken, en hierover wordt ook gecommuniceerd via bijvoorbeeld de Pretgazet. In de focusgroepen kwam een aantal keer naar voor dat die plekken niet altijd bekend lijken te zijn bij kinderen en jongeren. In de toetsgroepen kwam dit minder sterk naar voren, al haalden de jongeren wel aan dat ze te weinig in contact komen met de natuur. Ook in eerdere bevragingen bleek dat kinderen en jongeren nood hebben aan meer groen, extra speelplekken,... In de meerjarenplanning nam de gemeente het engagement op om meer in te zetten op o.a. het aanplanten van bossen en aanleggen van speelbossen. De gemeente kan bin- nen een belevingsonderzoek haar oor te luisteren leggen bij kinderen en jongeren om te weten te komen hoe ze het speelaanbod en de groene ruimten beleven, of ze het aanbod voldoende kennen, of de communicatie hier- over anders moet, of de plekken wel aantrekkelijk genoeg zijn voor hen,… Er is ook heel wat infrastructuur in de gemeente zoals sportzalen, jeugdhuis, bibliotheek, scholen,… maar er blij- ken nog wel wat kansen te liggen in het samengebruik van deze infrastructuur. Zo kan binnen het concept ‘Brede School’ de ruimtes die scholen hebben, ook buiten de schooluren optimaler benut worden, mits een goede samenwerking en afstemming hierover tussen de verschillende partners. En ook hier weer kan communi- catie op maat van kinderen en jongeren soelaas bieden: JOC De Nartist bijvoorbeeld heeft lokalen, maar weten verenigingen, kinderen en jongeren wel dat die er zijn en dat die gebruikt kunnen worden? Ook op vlak van bewustmaking van de bevolking van het spel en samenzijn van kinderen en jongeren lijkt nog wat werk op de plank te liggen. De gemeente heeft in het verleden te maken gekregen met speelplekken die ver- dwenen of spel dat verboden werd doordat er protest kwam vanuit de buurt. Uit de vragenlijst bleek dit ook het enige te zijn wat negatief geëvalueerd werd: er wordt onvoldoende ingezet op tolerantie voor spelende, han- gende,… kinderen en jongeren. Uit de focusgroepen kwam naar voor dat generatiekloven aan de oorsprong kun- nen liggen: er is vaak onbegrip tussen de jongeren en de oudere generaties. In concrete situaties, wanneer er bijvoorbeeld een nieuw pleintje wordt aangelegd of bij een conflict, wordt reeds geprobeerd verschillende groe- pen samen te zetten. Maar binnen bijvoorbeeld het belevingsonderzoek binnen dit traject, kan vanuit een neu- tralere startpositie, waarbij er dus geen concrete belangen zijn die verdedigd moeten worden, een gesprek plaats vinden tussen verschillende generaties. Om kennis te maken, om gewoon met elkaar te babbelen, om in gesprek te gaan over samenleven in Temse, om te leren over elkaars interesses, noden, behoeften en belangen en hoe verschillende generaties elkaar daarin kunnen aanvullen of ondersteunen,…

Mobiliteit uitgedaagd Mobiliteit, met een sterke nadruk op de fietsveiligheid binnen Temse, blijkt een erg duidelijk pijnpunt te zijn bin- nen de verschillende gesprekken en analyses. Het aantal ongevallen met fietsen stijgt, respondenten van de vra- genlijst schatten het niet voldoende veilig voor kinderen en jongeren om zich te verplaatsen in de gemeente, kin- deren en jongeren uit de toetsgroepen waren negatief over de fietsveiligheid en in elke focusgroep kwam naar voren dat Temse op dit vlak slecht scoort. Het centrum is druk en krijgt veel verkeer te verwerken, maar ook de deelgemeenten worden in de gesprekken aangekaart als fietsonveilig. Ook de schoolomgevingen krijgen te ma- ken met te veel en te druk verkeer. Er wordt door de gemeente al ingezet op de problematiek. Er is bijvoorbeeld de schoolroutekaart. Deze kan opnieuw bekeken en up-to-date gemaakt worden. Maar ook op weg naar en van vrijetijdsbestedingen moeten kinderen en jongeren zich veilig en zo zelfstandig mogelijk kunnen verplaatsen. Het is daarom belangrijk om ook ruimer een zicht te krijgen op de verschillende routes die kinderen en jongeren ne- men, en tegelijkertijd mee te nemen wat hun beleving is van mobiliteit en verkeersveiligheid. Mobiliteitsproblemen, een stijgend aantal auto’s op de baan en dus minder plek voor de zwakke weggebruiker,… het zijn problemen waarmee elke gemeente in meer of mindere mate te maken krijgt en het is in die zin, zoals geformuleerd werd in 1 van de focusgroepen, geen probleem van Temse maar een probleem van deze tijd. Toch mag duidelijk zijn dat voor Temse dit probleem erg nijpend is. Het bestuur zou kunnen inzetten op het ontwikke- len van een lange termijnvisie met het oog op duurzame mobiliteit. Zo kan er ingezet worden op het ontwikke- len van voorschriften vanuit de gemeente voor bouwpromotoren; wil je in onze gemeente bouwen, dan dien je

Rapport kindvriendelijk Temse p73 | 141

je te houden aan enkele criteria. Het aantal parkeerplekken per huis/appartement/… kan een voorbeeld van een criterium zijn. Vanuit de focusgroepen kwamen al enkele goeie, concrete voorstellen om als gemeente meer in te zetten op fietsveiligheid, zoals extra fietscursussen en verkeerslessen aanbieden vanuit de gemeente en de politie. Belang- rijk is om niet enkel te focussen op kinderen en jongeren. Er werd namelijk eveneens gesteld dat ook volwasse- nen baat kunnen hebben bij een opfrissing van de verkeersregels. Kinderen mogen bijvoorbeeld op het voetpad fietsen, maar daarvan is niet iedereen zich bewust. Ook het organiseren van fietspoolen of mee op de kar van de fiets-o-strades springen zijn concrete voorstellen waarover de gemeente zich kan buigen.

Milieu uitgedaagd Het komt een aantal keer terug (binnen de bevraging i.k.v. het meerjarenplan, uit de quickscan en uit de focus- groepen) dat kinderen en jongeren het milieu aankaarten als een belangrijk thema en als iets wat ze niet altijd even positief beleven. Kinderen en jongeren lijken meer dan volwassenen bezig te zijn met het thema en zich bewust te zijn van de impact ervan. Kinderen zouden in deze zin dan ook een voorbeeld kunnen zijn voor volwas- senen, zonder hiermee te zeggen dat kinderen en jongeren ge/misbruikt moeten worden om de gemeente pro- per te houden. De gemeente zou kinderen en jongeren hierin zelf het initiatief kunnen geven: hoe gaan jullie, als generatie die bewuster omgaat met milieu, natuur en duurzaamheid, volwassenen de boodschap geven even bewust om te gaan met milieu en natuur? Hoe kunnen we duidelijk maken aan volwassenen hoe belangrijk de thematiek is? Welke oplossingen zien zij nog om Temse properder te maken?

Gezondheid uitgedaagd Het aanbod (geestelijke) gezondheidzorg blijkt niet altijd even goed gekend te zijn bij kinderen, jongeren en hun ouders. Dat kwam naar voor uit de analyse van de vragenlijst, maar ook kinderen uit de toetsgroep blijken niet altijd te weten waar ze naartoe kunnen wanneer ze ziek zijn of wanneer ze zich niet goed in hun vel voelen. Dit kan deels liggen in het feit dat Temse zelf geen aanbod geestelijke gezondheidszorg heeft, en dat hiervoor uitgeweken moet worden naar Sint-Niklaas. Belangrijk is dan dat kinderen en jongeren die daar nood aan heb- ben, op een goeie manier doorverwezen worden naar dat aanbod. Scholen en jeugdwerkers kunnen hierin een belangrijke rol spelen, maar moeten dan wel voldoende ondersteund worden om die rol volwaardig op te ne- men.

Stadsplanning uitgedaagd Temse heeft een aanbod aan groene en speelplekken, en hierover wordt ook gecommuniceerd via bijvoorbeeld de Pretgazet. In de focusgroepen kwam een aantal keer naar voor dat die plekken niet altijd bekend lijken te zijn bij kinderen en jongeren. In de toetsgroepen kwam dit minder sterk naar voren, al haalden de jongeren wel aan dat ze te weinig in contact komen met de natuur. Ook in eerdere bevragingen bleek dat kinderen en jongeren nood hebben aan meer groen, extra speelplekken,... In de meerjarenplanning nam de gemeente het engagement op om meer in te zetten op o.a. het aanplanten van bossen en aanleggen van speelbossen. De gemeente kan bin- nen een belevingsonderzoek haar oor te luisteren leggen bij kinderen en jongeren om te weten te komen hoe ze het speelaanbod en de groene ruimten beleven, of ze het aanbod voldoende kennen, of de communicatie hier- over anders moet, of de plekken wel aantrekkelijk genoeg zijn voor hen,… De groendienst gaat bij de aanleg van speelpleintjes in gesprek met kinderen en jongeren, en dit levert ook re- sultaten op. Vanuit de vragenlijst wordt het signaal gegeven dat dit voor stadsplanning in het algemeen meer mag gebeuren. Ook bij de (her)aanleg van wegen, het inplanten van nieuwe wijken enzovoort, zijn kinderen en jongeren een te weinig gehoorde partner. En nog concreter, kan er meer geluisterd worden naar kinderen en jongeren met een beperking wanneer de openbare ruimte gepland, ontworpen of verbeterd wordt. Kinderen en jongeren geven zelf aan dat ze weinig in contact komen met kinderen met een beperking op plekken waar ze spelen of samen zijn. Wanneer deze plekken ingericht worden samen met kinderen met een beperking, wordt

Rapport kindvriendelijk Temse p74 | 141

tegemoet gekomen aan wat zij nodig hebben om mee te kunnen spelen en samen te kunnen zijn met hun leef- tijdsgenoten.

Gemeentelijk beleid maken voor kinderen en jongeren, participatie, burgerschap van kinderen en jongeren uitgedaagd Uit de analyse blijkt dat de gemeente nog heel wat stappen kan zetten op de thema’s inspraak en participatie, burgerschap, kinderrechten en samen met kinderen en jongeren gemeentelijk beleid maken. De kinderrechten lijken onvoldoende gekend te zijn, zowel door politici, ambtenaren, burgers als kinderen en jongeren zelf. Dat de gemeente met dit traject wil inzetten op kindvriendelijkheid, is de uitgelezen kans om ook de kinderrechten, die de basis vormen van kindvriendelijkheid, meer in de verf te zetten. Samen met kinderen en jongeren beleid maken, meer naar kinderen en jongeren luisteren en hun mening im- plementeren in beleid, vormt een duidelijke uitdaging. Er zijn al heel wat initiatieven die kunnen gelden als good practice: buurtoverleg i.k.v. nieuwe speelterreinen, kinderparlement op het speelplein, clubhuiswerking van Tou- rikia waar ook maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren zich veilig voelen om te praten over allerhande thema’s. Wat kan de gemeente van deze initiatieven meenemen om structureel inspraak in en participatie aan het gemeentelijk beleid van kinderen en jongeren te garanderen? Maar belangrijker: hoe zien kinderen en jonge- ren hun inbreng in gemeentelijk beleid zelf? Hoe, wanneer, waarover, hoe vaak,… willen zij hun stem laten ho- ren? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat ook maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren of kinderen en jon- geren met een vreemde afkomst hun stem kunnen laten horen? Wat zeggen zij nodig te hebben om kwijt te kun- nen wat ze kwijt willen? Er bestond bijvoorbeeld ooit een kinderraad en er wordt gespeeld met de idee opnieuw een kinderraad op te richten. Belangrijk is om eerst na te gaan hoe kinderen zelf tegenover deze methodiek staan en of alle kinderen aansluiting vinden bij een inspraakplatform als een kinderraad. Het belang van goeie communicatie kwam in meerdere thema’s naar boven. Ook binnen dit thema moet er op- nieuw voldoende aandacht gaan naar de manier waarop de gemeente communiceert, als belangrijke stap in zin- volle inspraak en participatie. Meer inzetten op eerlijke, open communicatie over de beslissingen van het be- stuur, ook naar kinderen en jongeren, kan een belangrijk engagement zijn. Daarbij moet ook goed nagedacht worden hoe de gemeente specifiek naar kinderen en jongeren communiceert. Deze jonge doelgroep heeft vaak nood aan een andere soort communicatie dan andere doelgroepen. Nog meer in de diepte kan nagedacht wor- den hoe naar bepaalde kansengroepen, op een erg toegankelijke manier, gecommuniceerd kan worden. Wat werkt en wat niet? Welke communicatie komt terecht, welke kanalen slaan bijvoorbeeld aan en welke kanalen spreken niet aan voor maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren? Ook de betrokkenheid van kinderen en jongeren op hun buurt lijkt een uitdaging te vormen: respondenten uit de vragenlijst maar ook kinderen en jongeren uit de toetsgroep geven te kennen dat de betrokkenheid op de buurt beter kan. Uit de focusgroep met de gemeentelijke diensten kwam naar voor dat er buurten zijn waar kin- deren zich wel sterk betrokken voelen. Geopperd wordt dat dit te maken heeft met een goeie mix aan verschil- lende culturen die er samenwonen, en met de manier waarop de buurt ingericht wordt. Er kan een analyse ge- maakt worden of dit klopt, en wat nu precies maakt dat de betrokkenheid in sommige buurten groter is dan in andere, om van daaruit te leren hoe de gemeente ook in andere buurten een sterkere betrokkenheid kan cre- ëren.

Keuze prioritaire thema’s voor fase 2 De strategische werkgroep kindvriendelijkheid boog zich op 27 oktober 2015 over de verschillende uitdagingen die naar voren kwamen uit fase 1. Zij zaten samen om te bepalen met welke thema’s/uitdagingen we in een tweede fase naar kinderen en jongeren stappen om te weten te komen hoe zij de thema’s of uitdagingen bele- ven en hoe we van daaruit conclusies kunnen trekken voor een strategie kindvriendelijkheid.

Volgende thema’s werden aangeduid als prioritair:

Rapport kindvriendelijk Temse p75 | 141

• Beleving van kinderen en jongeren van de openbare ruimte: We willen heel open naar kinderen en jongeren toegaan om te weten te komen hoe zij de publieke ruimte beleven. Wat vinden ze belangrijk? Wat zijn aan- dachtspunten? Hoe voelen ze zich in verschillende inrichtingen van publieke ruimtes? Hoe ziet hun ‘droom- wijk’ eruit? Wat moet er dan aanwezig zijn? En wat niet? Deze en vele andere vragen kunnen we ons stellen en moeten we voorleggen aan kinderen en jongeren om van daaruit als gemeente een visie rond de inrichting van publieke ruimte uit te kunnen werken. • Participatie van kinderen en jongeren: we willen als gemeente meer beleid maken met input van kinderen en jongeren. Daarvoor willen we eerst te weten komen hoe kinderen en jongeren zelf hun inbreng in het beleid zien. Waarover willen ze mee nadenken? Wanneer willen ze betrokken worden? Via welke kanalen willen ze aangesproken worden? Hoe moet een terugkoppeling volgens hen verlopen over wat er met hun inbreng ge- daan werd? • Mobiliteit en (fiets)veiligheid: het leeft zeer sterk dat fietsen niet voldoende veilig is in Temse. In een eerste fase hoorden we voornamelijk de stem van volwassenen. Maar hoe beleven kinderen en jongeren dit? Hoe voelen zij zich wanneer ze door Temse fietsen? Wat kan er anders en beter in hun optiek? • Werkloosheid bij jongeren: het is frappant dat een groot aandeel van de werklozen en leefloontrekkende jon- ger is dan 25 jaar. Welke rol kan de gemeente spelen om deze problematiek het hoofd te bieden?

Momenteel wordt een gunning uitgeschreven voor een ‘fietsscan’. Er zal dus een traject lopen rond fietsveilig- heid in Temse. De strategische werkgroep stelt voor op dit thema niet in te zetten in het belevingsonderzoek, maar wel het advies te geven aan het schepencollege om binnen de gunning, en binnen de opdracht voor de or- ganisatie die de fietsscan zal uitvoeren, duidelijk te maken dat men kinderen en jongeren moet betrekken en de kindvriendelijkheidsbril opgezet moet worden: wanneer kinderen en jongeren veilig door Temse kunnen fietsen, dan is het veilig voor iedereen. Op zeer korte termijn wordt een beleidsmedewerker ‘werk en sociale economie’ aangeworven. De strategische werkgroep stelt voor deze aanstelling af te wachten om te bekijken welke rol de beleidsmedewerker kan spelen in de problematiek van werkloosheid bij -25jarigen.

Dit maakt dat de strategische werkgroep kindvriendelijkheid twee thema’s naar voor schuift om samen met kinderen en jongeren te onderzoeken in een belevingsonderzoek:

• Beleving van kinderen en jongeren van de openbare ruimte • Participatie van kinderen en jongeren aan het gemeentelijk beleid

Andere bezorgdheden waarmee we niet rechtstreeks aan de slag gaan in belevingsonderzoek maar die zeker een plek moeten krijgen binnen de uiteindelijke strategie kindvriendelijkheid: • Communicatiebeleid: er is nood aan een doorlichting van het communicatiebeleid van de gemeente. Hoe kan de gemeente gerichter, rekening houdend met verschillende doelgroepen en profielen, communiceren zodat de juiste informatie bij de juiste doelgroepen terecht komen? • Kennis van de kinderrechten: er moet ingezet worden op een goeie kennis en begrip van de kinderrechten bij iedereen in de gemeente. • Bewustmaking van spel en samenzijn van kinderen en jongeren: de gemeente moet een strategie ontwikkelen om iedereen in de gemeente bewust te maken van de rechten, noden en belangen van kinderen en jongeren.

Rapport kindvriendelijk Temse p76 | 141

KINDVARDSBERGEN

Rapport fase Fase 2

Belevingsonderzoek

Rapport kindvriendelijk Temse p77 | 141

Inleiding

In een tweede fase wordt er op enkele van de thema’s, namelijk die thema’s die als prioriteiten naar voor kwa- men uit de eerste fase, dieper ingegaan met kinderen en jongeren. Vanuit hun belevingswereld formuleren we uitdagingen en schuiven we oplossingen naar voor.

We hernemen eerst de gekozen prioriteiten, vooraleer we ingaan op de methodieken die gebruikt werden om de prioritaire thema’s te bevragen bij kinderen en jongeren in Temse.

Prioriteiten

Volgende thema’s werden door de strategische werkgroep kindvriendelijkheid aangeduid als prioritair: • Beleving van kinderen en jongeren van de openbare ruimte: We willen op een open manier naar kinderen en jongeren toegaan om te weten te komen hoe zij de publieke ruimte beleven. Wat vinden ze belangrijk? Wat zijn aandachtspunten? Hoe voelen ze zich in verschillende inrichtingen van publieke ruimtes? Hoe ziet hun ‘droomwijk’ eruit? Wat moet er dan aanwezig zijn? En wat niet? Deze en vele andere vragen kunnen we ons stellen en moeten we voorleggen aan kinderen en jongeren om van daaruit als gemeente een visie rond de inrichting van publieke ruimte uit te kunnen werken. • Participatie van kinderen en jongeren: we willen als gemeente meer beleid maken met input van kinderen en jongeren. Daarvoor willen we eerst te weten komen hoe kinderen en jongeren zelf hun inbreng in het beleid zien. Waarover willen ze mee nadenken? Wanneer willen ze betrokken worden? Via welke kanalen willen ze aangesproken worden? Hoe moet een terugkoppeling volgens hen verlopen over wat er met hun inbreng ge- daan werd?

Gebruikte methodieken De analyse die gebeurt binnen fase 2 van het traject kindvriendelijke gemeente, betreft een kwalitatieve analyse. De bedoeling van deze analyse is niet om veralgemeenbare resultaten op te leveren. Wel willen we aan de hand van verschillende methodieken een diepgaand beeld verkrijgen van de beleving, de ervaringen en ideeën van kinderen en jongeren op vlak van de gekozen prioriteiten. Met de output gaat de gemeente aan de slag in het maken van haar beleid.

Er werden 13 verschillende methodieken/inspraakmomenten ingezet om te peilen naar de beleving van kinderen en jongeren op vlak van openbare ruimte en inspraak en participatie. In totaal werden 1461 kinderen en jonge- ren betrokken de verschillende inspraakmomenten13, die plaats vonden van december 2015 t.e.m. januari 2016.

-12 jaar

Muurschrijfproject Handbaltornooi Voor leerlingen van het 4de leerjaar

Elk jaar organiseert de sportdienst een handbaltornooi voor de leerlingen uit het 4 de leerjaar. In de gang van de sporthal werden verschillende panelen met stellingen opgesteld. De deelnemers aan het hand- baltornooi konden heel vrijblijvend hun ding schrijven op de panelen.

13 Met de briefkaartenactie, waarbij briefkaarten werden verstuurd door leerlingen tussen 6 en 12 jaar, bestaat de mogelijk- heid dat leerlingen die reeds in een klasgesprek deelnamen aan het belevingsonderzoek, ook een briefkaart stuurden en zo dub- bel geteld werden.

Rapport kindvriendelijk Temse p78 | 141

Bij aanvang van het tornooi werd het project kindvriendelijke gemeente en de bedoeling van de panelen kort toegelicht door een collega van de sportdienst.

Een overzicht van de materialen die op de panelen werden opgehangen:

Het gemeentebestuur van Temse wil haar gemeente meer kindvriendelijk maken! Ze wil nog meer rekening gaan houden met de rechten van het kind bij de uitvoering van het beleid. Daarom werkt de Jeugddienst momenteel aan het project ‘kindvriendelijke gemeente’. Ze onderzoekt hoe kind- vriendelijk onze gemeente is en wat we allemaal nog extra kunnen doen om ze meer kindvriendelijk te maken. In dit onderzoek is de stem én mening van alle kinderen en jongeren uit onze gemeente heel belangrijk! Help jij ons mee om Temse nog meer kindvriendelijk te maken?

Welke (groene, speel of andere) plekken ken je in Temse?

Welke plekken gebruik je in Temse?

Hoe ziet jouw droombuurt eruit!

HEEL BELANGRIJK !!! 1. We willen heel graag je eigen persoonlijke gedacht horen! 2. Er bestaan GEEN foute antwoorden! 3. Als je wil mag je je naam en school vermelden bij je antwoord(en) maar dat is zeker niet verplicht Heel erg bedankt voor de fijne medewerking!

Bedenkingen bij deze methodiek: Doordat de kinderen bij deze activiteit vooral gefocust waren op het winnen van het handbaltornooi werden vooral groepskreten op de flappen genoteerd. Slechts een klein deel van de leerlingen deed echt moeite iets van zichzelf neer te schrijven. Het was ook heel duidelijk dat het muurschrijven in groepjes werd gedaan, er werden heel veel identiek dezelfde dingen genoteerd.

Wenskaartenactie Voor kinderen van 6 tot en met 12 jaar

De wenskaarten werden verdeeld over alle leerlingen van alle lagere scholen in Temse. De directie en leerkrachten kregen er een begeleidend briefje bij waarop het hele concept van de wenskaarten werd uitgelegd. In de scholen werden de wenskaarten opgehaald op vrijdag 5 februari.

Rapport kindvriendelijk Temse p79 | 141

Verder werden er wenskaarten verdeeld via de bibliotheek, de website www.jeugd-temse.be en de Facebookpa- gina van de Jeugddienst.

Alle wensen worden verwerkt door de Jeugddienst. We engageren ons om volgend jaar een antwoord te sturen naar zoveel mogelijk wensers met een overzichtje wat we voor hun wens al hebben kunnen doen, zo kunnen we navragen of ze er iets van gemerkt hebben, of ze het (niet) goed vinden…

Het gemeentebestuur van Temse werkt aan een Kindvriendelijke Gemeente. Jij kan ons hiermee helpen! Als kind ben jij de expert!

Stel… jij bent burgemeester van onze gemeente. Wat zou jij doen om van Temse een kindvriendelijke gemeente te maken? Wat vind jij belangrijk voor kinderen in onze gemeente?

Klasgesprek rond participatie Klasgesprek voor het 4de, 5de en 6de leerjaar

1. Voorstelling Jeugddienst 2. Voorstelling project kindvriendelijke gemeente (a.d.h.v. de Kinderrechtenrap’) 3. Klasgesprek rond kinderrechten: Hebben jullie ooit al van kinderrechten gehoord? Wat zijn kinderrechten? Wie kent voorbeelden van kinderrechten? Eventueel vullen we de voorbeelden van de klas verder aan. 4. We gaan dieper in op het recht op informatie, recht op een eigen mening en recht op participatie. Met heel de klas gaan we op zoek wat deze 3 rechten eigenlijk betekenen. 5. We leggen de kinderen uit dat we in Temse al een inspraakorgaan hebben voor jongeren, de Jeugdraad. Voor kinderen hebben we zoiets nog niet. Maar…

We zijn wel benieuwd of - Jullie op school voorbeelden van inspraak en participatie kennen - Indien ja: hoe is dat georganiseerd, welke thema’s komen er aan bod, wat zijn de resultaten, vin- den jullie dit fijn, vinden jullie dat echt nodig… - Indien nee: vinden jullie dit jammer, vinden jullie dit toch nodig… - …

Rapport kindvriendelijk Temse p80 | 141

We zijn ook benieuwd of - Jullie in de vrije tijd voorbeelden van participatie en inspraak kennen - Indien ja: hoe is dat georganiseerd, welke thema’s komen er aan bod, wat zijn de resultaten, vin- den jullie dit fijn, vinden jullie dat echt nodig… - Indien nee: vinden jullie dit jammer, vinden jullie dit toch nodig… - …

Mochten jullie de kans krijgen om in de gemeente mee te praten en mee te denken over het jeugdbeleid (uitleggen wat jeugdbeleid is) van de gemeente Temse - Vinden jullie dit nodig - Hoe willen jullie aangesproken worden, hoe moet die inspraak georganiseerd worden - Over welke thema’s wil je zeker meepraten - …

Bedenkingen bij deze methodiek: Niet alle klassen waren even spraakzaam. Als het gesprek moeilijk op gang komt krijgen de leerlingen een wit blad waarop ze een eigen collage aan ideeën, woorden, tekeningen… kunnen neerschrijven.

MAP-IT Klasworkshop voor 1ste t.e.m. 6de leerjaar

1. Voorstelling Jeugddienst 2. Voorstelling project kindvriendelijke gemeente (a.d.h.v. de Kinderrechtenrap’) 3. De klas wordt in groepjes verdeeld en krijgt de opdracht op het gemeenteplan volgende dingen te zoeken: de school, hun huis, de weg naar school, andere herkenningspunten in Temse… 4. Alle leerlingen gaan terug op hun plaats zitten, samen doorlopen we de PowerPoint. De PowerPoint doorloopt verschillende thema’s (verkeer/veiligheid, sport(infrastructuur), vrije tijd/buiten spelen, groen en milieu en openbare gebouwen en plaatsen). Per thema wordt een collage van foto’s geprojecteerd. De kinderen praten over wat ze zien en bedenken samen wat het thema zou kunnen zijn. Er worden enkele richtvragen gesteld om het gesprek om gang te brengen. 5. Na de presentatie en het gesprek krijgen alle kinderen een wit blad waarop ze een persoonlijke (woord)te- kening kunnen maken rond de thema’s die aanbod kwamen (hun huis & (speel)omgeving, de school(omge- ving), de weg naar school, hun vrijetijdsbesteding (spel, sport…), groen en natuur en hun beleving van een aantal openbare plaatsen in de gemeente (bibliotheek, BKO, muziek- en tekenschool, JOC, AC De Zaat, ge- meentehuis…) 6. De leerlingen die willen mogen hun persoonlijke tekening voorstellen aan de klas. Om af te sluiten (en indien nog voldoende tijd) kan elk kind een persoonlijke boodschap voor de burgemeester inspreken.

Fictieve bustoer Klasworkshop voor 3de kleuterklas, 1ste en 2de leerjaar

1. Voorstelling Jeugddienst 2. Voorstelling project kindvriendelijke gemeente (a.d.h.v. de Kinderrechtenrap’) 3. De klas wordt ingericht als bus, het voorraam is een projectiescherm. Een buschauffeur nodigt de kinderen uit voor een ritje door Temse. Samen rijden ze langs verschillende plaatsen en worden verschillende situaties gesimuleerd door foto’s te projecteren (schoolomgeving, speelpleintjes, overstekende fietsers, gemeentelijke gebouwen, bekende na- tuurplekjes, de scheldebrug…)

Rapport kindvriendelijk Temse p81 | 141

De buschauffeur vraagt telkens aan de kinderen of ze de plekjes kennen, wat ze ervan denken, hoe ze zich daar voelen… 4. Na de busrit krijgen alle busreizigers 3 groene en 3 rode duimen. De foto’s die werden vertoond tijdens de busrit liggen verspreid in het klaslokaal. De reizigers mogen een groene duim leggen op dingen die ze goed/fijn/tof/aangenaam vinden, een rode duim bij dingen die ze niet kennen/niet leuk vinden/gevaarlijk vinden. Om af te sluiten (en indien nog voldoende tijd) mag elk kind een tekening maken van zijn/haar droombuurt.

+12 jaar

Muurschrijfproject JOC De Nartist Voor jongeren vanaf 14 jaar (jeugdhuisbezoekers)

In de instuifruimte van JOC De Nartist hangen prikborden voor JOC-info. Een ideale plek om een flappen en stel- lingen op te hangen en de jonge bezoekers op een laagdrempelige manier naar hun ideeën, meningen, bemer- kingen te vragen. De beroepskrachten van JOC De Nartist gaven de tappers van dienst telkens de nodige achtergrondinformatie bij het project en de flappen, zo konden bezoekers met vragen ook bij hen terecht.

Een overzicht van de materialen die op de panelen werden opgehangen: Het gemeentebestuur wil meer jongeren betrekken bij het maken/uitvoeren van het beleid o Over welke beleidsthema’s wil jij mee nadenken/praten/discussiëren/ gehoord worden? o Hoe willen jullie betrokken worden? Op welke manier willen jullie je zegje kunnen doen?

Welke infrastructuur/ruimte/omgeving spreekt jou aan in Temse? Waarom wel? Waarom niet?

Welke (groene/speel/hang of andere) ruimten ken jij in Temse?

Welke (groene/speel/hang of andere) ruimten gebruik jij in Temse?

Hoe ziet jouw droombuurt eruit? Wat moet er zeker aanwezig zijn? Wat niet?

Muurschrijfproject What’s up jeugdvriendelijke gemeente Voor jongeren vanaf 16 jaar, bezoekers What’s Up Jeugdvriendelijke gemeente

Op vrijdag 8 januari was er een nieuwe Open Jeugdraad in het thema ‘Jeugdvriendelijke gemeente’. Er werd via verschillende kanalen promotie gemaakt voor deze activiteit, alle jongeren waren welkom! De Jeugddienst en JOC De Nartist maakten van de gelegenheid gebruik om er ook de nieuwjaarsreceptie te orga- niseren. Alle aanwezigen werden getrakteerd op een glas en krijgen een korte introductie in het project kind- en jeugdvriendelijke gemeente en werden uitgenodigd zeker de panelen eens te bekijken.

Een overzicht van de materialen die op de panelen werden opgehangen:

Rapport kindvriendelijk Temse p82 | 141

Welke infrastructuur/ruimte/omgeving spreekt jou aan in Temse? Waarom wel? Waarom niet?

Welke (groene, speel of andere) plekken ken je in Temse? Welke plekken gebruik je in Temse?

Hoe ziet jouw droombuurt eruit?

Speeddaten met de jeugddienst Voor jongeren vanaf 16 jaar, bezoekers What’s Up Jeugdvriendelijke gemeente

Op vrijdag 8 januari was er een nieuwe Open Jeugdraad in het thema ‘Jeugdvriendelijke gemeente’. Er werd via verschillende kanalen promotie gemaakt voor deze activiteit, alle jongeren waren welkom! De Jeugddienst en JOC De Nartist maakten van de gelegenheid gebruik om er ook de nieuwjaarsreceptie te orga- niseren. Alle aanwezigen werden getrakteerd op een glas en krijgen een korte introductie in het project kind- en jeugdvriendelijke gemeente en werden uitgenodigd voor een speeddate met de Jeugddienst.

Samen met de medewerkers van de Jeugddienst praten de deelnemers over volgende: • Hoe zien jongeren hun inbreng in het beleid? • Over welke beleidsthema’s willen jongeren mee nadenken? • Wanneer/hoe willen jongeren betrokken worden? • Via welke kanalen willen jongeren aangesproken worden? • Hoe moet een terugkoppeling volgens jongeren verlopen over wat er met hun inbreng gedaan werd? • Is de werking van de Jeugddienst voldoende gekend? Waarom wel? Waarom niet?

Speeddaten met de jeugdraad Voor jongeren vanaf 16 jaar, bezoekers What’s Up Jeugdvriendelijke gemeente

Op vrijdag 8 januari was er een nieuwe Open Jeugdraad in het thema ‘Jeugdvriendelijke gemeente’. Er werd via verschillende kanalen promotie gemaakt voor deze activiteit, alle jongeren waren welkom! De Jeugddienst en JOC De Nartist maakten van de gelegenheid gebruik om er ook de nieuwjaarsreceptie te orga- niseren. Alle aanwezigen werden getrakteerd op een glas en krijgen een korte introductie in het project kind- en jeugdvriendelijke gemeente en werden uitgenodigd voor een speeddate met de Jeugddienst.

Samen met het coördinatieteam van de Jeugdraad praten de deelnemers over volgende:

Rapport kindvriendelijk Temse p83 | 141

• Is de werking van de Jeugdraad voldoende gekend? Waarom wel/waarom niet? • Welke thema’s vind jij HOT en moeten zeker op de Jeugdraadagenda? • Wat is voor jou een ideale Jeugdraad? • Op welke manier kan de Jeugdraad een kanaal zijn om jongeren meer inspraak te geven in het beleid? • Is er voldoende terugkoppeling over adviezen en inbreng van de Jeugdraad? • Bestaat er een terugkoppeling?

Speeddaten met JOC De Nartist Voor jongeren vanaf 16 jaar, bezoekers What’s Up Jeugdvriendelijke gemeente

Op vrijdag 8 januari was er een nieuwe Open Jeugdraad in het thema ‘Jeugdvriendelijke gemeente’. Er werd via verschillende kanalen promotie gemaakt voor deze activiteit, alle jongeren waren welkom! De Jeugddienst en JOC De Nartist maakten van de gelegenheid gebruik om er ook de nieuwjaarsreceptie te orga- niseren. Alle aanwezigen werden getrakteerd op een glas en krijgen een korte introductie in het project kind- en jeugdvriendelijke gemeente en werden uitgenodigd voor een speeddate met de Jeugddienst.

Samen met de beroepskrachten van JOC De Nartist praten de deelnemers over volgende: • Hebben jongeren voldoende inspraak in het beleid/de werking van JOC De Nartist? • Over welke beleidsthema’s willen jongeren meer inspraak krijgen? • Wanneer/hoe willen jongeren betrokken worden? • Op welke manier kan het JOC een kanaal zijn om jongeren meer inspraak te geven in het beleid? Als er inbreng is, op welke manier moet er dan teruggekoppeld worden over wat er met hun inbreng werd ge- daan?

Slam Poetry Creatieve workshop onder begeleiding van ‘Woord Omhoog’

Slam Poetry is een combinatie van een aantal disciplines, een aantal kunstvormen: voordracht, dichtkunst en performance. Bij het slamdichten maakt de dichter gebruik van intonatie, ritme en lichaamstaal. Een slamgedicht wordt meestal gekarakteriseerd door toegankelijkheid, ritme en lichaamstaal. Tijdens een workshop Slam Poetry worden de deelnemers getriggerd om een tekst te maken over wat hen bezig- houdt, over hoe ze hun inbreng in het beleid zien, hoe ze betrokken willen worden, hoe ze willen dat er met hen gecommuniceerd wordt… Daarna volgt een reeks amusante en energieke groepsoefeningen die de stimulans vor- men om tot resultaat te komen. Op het einde van de workshop tonen de deelnemers hun ‘spoken word-resul- taat’ aan elkaar/publiek. De begeleider heeft tijdens de workshop aandacht voor iedereen in de groep. Hij gaat ervan uit dat voor iedereen een manier bestaat om zich met een goed gevoel te kunnen uiten.

Groepsgesprek rond participatie en inspraak – jeugdwerkoverleg In een groepsgesprek werd aan jeugdwerkers gevraagd hoe zij hun inspraak in en participatie aan het beleid er- varen, in het algemeen en via het jeugdwerkoverleg. Ze mochten ook suggesties doen voor meer of andere vor- men van inspraak en participatie

Klasgesprek participatie/mijn droombuurt Voor tieners en jongeren in het middelbaar onderwijs

1. Voorstelling Jeugddienst 2. Voorstelling project kind- en jeugdvriendelijke gemeente

Rapport kindvriendelijk Temse p84 | 141

3. In groepjes bekijken de jongeren het gemeenteplan. Zoeken hun eigen huis, de school, persoonlijke herken- ningspunten. 4. Op flappen schrijven ze bij onderstaande stellingen hun persoonlijke antwoorden: - Wonen jullie graag in Temse? - Wat en welke infrastructuur/ruimte/omgeving spreekt jou aan in Temse? Waarom wel? Waarom niet? - Welke (groene/speel/hang of andere) ruimten ken jij in Temse? - Welke (groene/speel/hang of andere) ruimten gebruik jij in Temse? Waar hangen jullie tieners zoal rond in onze gemeente? - Hoe ziet jouw droombuurt eruit? Wat moet er zeker aanwezig zijn? Wat niet? 5. Wanneer dit niet vlot loopt, krijgen alle leerlingen een eigen blad waarop ze hun ding kunnen neerschrij- ven/tekenen. 6. Om af te sluiten worden aan de tieners/jongeren nog volgende vragen voorgelegd: - Als jullie de kans krijgen om mee beleid te gaan voeren, samen met de schepenen en de burge- meester, over welke thema’s willen jullie mee denken, praten, discussiëren… - Willen jullie meewerken aan een meer jeugdvriendelijk beleid? Waarom? - Hoe willen jullie dit georganiseerd zien (via de school, de vrijetijd…) Hoe willen jullie betrokken worden? - Wat vinden jullie belangrijk voor kinderen en jongeren in onze gemeente?

Analyse

Profiel bevraagde kinderen, tieners en jongeren In totaal werden 1461 kinderen en jongeren betrokken bij het belevingsonderzoek14. Er werd zoveel mogelijk geprobeerd leeftijd, geslacht, woonplaats en onderwijsniveau te registreren. Dit lukte echter niet altijd. Er wordt steeds meegegeven over hoeveel van het totaal aantal bevraagde kinderen we wel de gegevens konden registre- ren.

3 methodieken waren erg open, waardoor voor die methodieken veel gegevens niet geregistreerd konden wor- den. Het muurschrijfproject, waaraan 239 kinderen deelnamen, liet niet toe om het geslacht en de woonplaats te registreren. Overigens geldt voor deze methodiek dat 239 kinderen konden participeren, maar we er geen zicht op hebben hoe veel van hen effectief iets neerschreven. Voor het muurschrijfproject tijdens What’s up werd van 150 jongeren enkel geregistreerd dat ze ouder zijn dan 16 maar niet het onderwijsniveau, de woonplaats en het geslacht. Aan de wenskaartactie namen 492 kinderen deel, van wie we de woonplaats niet konden registreren.

• Verhouding jongens-meisjes: 456-509 (van 496 kinderen en jongeren werd het geslacht niet geregistreerd)

• De leeftijdsverdeling wordt weergegeven in onderstaande tabel. Van 95 kinderen en jongeren werd de leeftijd niet geregistreerd. Leeftijd Aantal 0 t.e.m. 6 jaar 118 4 jaar 25 5 jaar 25 6 jaar 68

14 Met de briefkaartenactie, waarbij briefkaarten werden verstuurd door leerlingen tussen 6 en 12 jaar, bestaat de mogelijk- heid dat leerlingen die reeds in een klasgesprek deelnamen aan het belevingsonderzoek, ook een briefkaart stuurden en zo dub- bel geteld werden.

Rapport kindvriendelijk Temse p85 | 141

7 t.e.m.12 jaar 1.054 7 jaar 106 8 jaar 132 9 jaar 289 10 jaar 290 11 jaar 173 12 jaar 46 13 t.e.m. 18 jaar 47 13 jaar 12 14 jaar 7 15 jaar 10 16 jaar 8 17 jaar 8 18 jaar 2 Ouder dan 18 jaar 15 19 jaar 1 Tussen 18 en 25 jaar (niet gespecifi- 14 eerd) 16+ (niet gespecifieerd) 150

• Onderwijsniveau (van 296 jongeren werd het onderwijsniveau niet geregistreerd): Kleuteronderwijs 52 Lager onderwijs 1062 Middelbaar ASO 16 Middelbaar TSO / Middelbaar BSO 35 Hoge school / Universiteit /

• Woonplaats (van 950 kinderen en jongeren werd de woonplaats niet geregistreerd): Woonplaats Aantal Temse centrum 182

Deelgemeentes Temse 104 Elversele 27 Tielrode 25 Steendorp 52

Temse – niet gespecifieerd 198 50 hiervan gaan naar school in deelgemeente Tiel- rode 26 hiervan gaan naar school in deelgemeente El- versele

Buiten Temse Sint-Niklaas 8 Hamme 5 Bornem 3

Rapport kindvriendelijk Temse p86 | 141

Rupelmonde 3 Kruibeke 2 1 Oppuurs 1 1 Bazel 1 Puurs 1 Borgerhout 1

• Er werd niet expliciet gevraagd naar de maatschappelijke kwetsbaarheid van de betrokken kinderen en jonge- ren. Veel van de inspraakmomenten gingen door in of via 8 verschillende scholen. In onderstaande tabel is te- rug te vinden welk percentage indicatorleerlingen elke deelnemende school heeft: GOK (zonder IND (MET Naam TL TB OM TNN ST TNN) TNN) % IND LLn Lyceum aan de Stroom nb nb nb nb nb nb nb 70,50% nb Vrije Basisschool Tielrode 0 4 17 11 31 41 47 21,08% 223 Vrije Basisschool Priester Poppe 2 0 31 5 34 49 51 24,17% 211 Vrije Basisschool Sint- Amelberga- school (lager) 4 8 115 123 112 143 163 59,06% 276 Vrije Basisschool Sint- Amelberga- school (kleuter) 0 14 93 94 75 108 115 62,50% 184 Vrije Basisschool Heilig Hart (lager) 0 7 65 39 82 105 109 67,28% 162 Vrije Basisschool Heilig Hart (kleuter) 0 7 31 20 30 46 50 58,14% 86 GO! basisschool De Vierklaver Temse 3 15 116 97 126 177 194 59,15% 328

TL = Thuisloos TB = Trekkende bevolking (Roma’s) OM = Onderwijsniveau moeder (geen diploma secundair onderwijs of getuigschrift van het zesde middelbaar) TNN = Thuistaal niet Nederlands ST = Studietoelage

Beleving van de openbare ruimte Hoe beleven kinderen en jongeren de openbare ruimte in Temse? Via verschillende methodieken konden kin- deren en jongeren hun eigen accenten leggen in hoe ze de ruimte in Temse op dit moment beleven en welke za- ken ze anders willen zien. Verkeer speelt een heel belangrijke rol in hoe kinderen en jongeren de ruimte beleven, net als vervuiling, milieu en groene ruimte. Uiteraard leggen kinderen en jongeren ook sterk de nadruk op speel- en sportruimte in de gemeente, en hoe ze hun vrije tijd in de openbare ruimte beleven. Maar kinderen en jonge- ren halen ook verschillende aspecten aan die niet strikt ‘ruimtelijk’ zijn, zoals hoe ze zich voelen wanneer ze in die ruimte zijn (veilig of net onveilig) of ze gaan door op wat ze vinden van school- versus speeltijd of vrije tijd. Wanneer op een open manier gevraagd wordt wat kinderen en jongeren anders willen zien in de gemeente, grij- pen veel kinderen zelfs niet in de eerste plaats naar ruimtelijke onderwerpen, maar hebben ze het bijvoorbeeld opvallend vaak over zorg dragen voor anderen, over het feit dat iedereen het goed moet hebben, over armoede of over de opvang van vluchtelingen in de gemeente. Aan deze thema’s wijden we een apart deel van het rap- port, nog naast de prioritaire thema’s.

Verkeer en mobiliteit Jongeren maar vooral kinderen leggen sterk de nadruk op verkeer wanneer hen gevraagd wordt wat er anders kan in de gemeente. Wanneer kinderen bijvoorbeeld gevraagd wordt wat ze zouden veranderen wanneer ze bur-

Rapport kindvriendelijk Temse p87 | 141

gemeester zouden zijn, komen in de antwoorden opvallend vaak verkeersgerelateerde thema’s terug (verkeers- ongevallen verminderen, minder auto’s, veiligere fietspaden,…). En wanneer kinderen goeie en slechte punten mogen geven aan beelden uit de openbare ruimte (dat waren gebouwen, speelplekken, standbeelden,…) dan werd over het algemeen erg verdeeld geantwoord; wat voor sommige kinderen leuk is in de openbare ruimte, is voor anderen overbodig of zelfs storend. De Boelwerfkraan bijvoorbeeld vonden kinderen uit de 3de kleuterklas geweldig, de kinderen uit het eerste leerjaar vonden daar niet veel speciaals aan. Maar de foto's waar verkeerssi- tuaties op afgebeeld staan, kregen steevast de slechtste punten van de kinderen en opvallend veel 'rode dui- men'. Dit heeft deels te maken met het feit dat dat minder ‘neutrale’ beelden waren zoals de afbeelding van een kraan dat eerder wel is (er was een afbeelding van een file bij en een afbeelding van een vrouw die oversteekt met de fiets op een drukke baan), maar toch wekten de beelden opvallend meer negatieve connotaties op bij de kinderen.

We halen binnen het thema verkeer achtereenvolgens aan: • Aspecten aan het verkeer die kinderen en jongeren als onveilig beleven • Specifieke plekken in Temse die kinderen en jongeren als onveilig ervaren • Weg naar school en schoolomgeving • Welke oplossingen zien kinderen en jongeren voor een betere mobiliteit

Aspecten aan het verkeer die kinderen en jongeren als onveilig beleven Wat binnen alle inspraakmomenten sterk opvalt wanneer het gaat over verkeer, is dat kinderen heel erg bezig zijn met het aspect van ‘oversteken’. Wanneer ze specifieke plekken die ze onveilig vinden in het verkeer aanha- len, verduidelijken ze vaak dat ze een bepaalde baan bijvoorbeeld onveilig vinden om over te steken. Maar ook wanneer kinderen vertellen dat ze de bijvoorbeeld weg naar school wel veilig vinden, verduidelijken ze daarbij opvallend vaak dat dat komt omdat ze niet (vaak) moeten oversteken, omdat er voldoende zebrapaden zijn of omdat er gemachtigde opzichters zijn die hen helpen oversteken. Wanneer kinderen het hebben over hoe het verkeer anders kan, neemt ‘hulp bij oversteken’ daar een belangrijke plek in, a.d.h.v. duidelijkere zebrapaden, gemachtigde opzichters en meer verkeerslichten. Tegelijkertijd tonen de kinderen aan dat ze zich er wel erg be- wust van zijn hoe je veilig moet oversteken. Zo kregen kinderen uit de kleuterklas en het eerste en tweede leer- jaar volgende foto te zien tijdens een fictieve bustoer:

Enkele reacties bij het zien van de foto klonken als volgt: “Dat is heel gevaarlijk! Er is geen zebrapad. Die mevrouw moet eerst kijken en op het voetpad blijven” (3de Kleuterklas SAS) “De fietser doet heel gevaarlijk! Er is geen oversteekplaats dus die moet wel zo oversteken. Je moet al- tijd goed naar links en rechts kijken” (1ste leerjaar Heilig Hart) Enkele kindjes geven aan dat ze dit soms ook durven te doen, hoewel ze weten dat het gevaarlijk is. Ze zeggen dat de fietser niet goed oversteekt, dat ze eerst moet kijken en op een zebrapad oversteken. (1ste leerjaar BS Tielrode) “Die doet het helemaal verkeerd! Die moet van haar fiets stappen en dan heel goed kijken” (2de leerjaar BS Tielrode) “Ze vergeet te kijken wat er komt: een auto! Het is gevaarlijk! Ze had moeten oversteken op het zebra- pad” (1ste leerjaar BS Elversele) De kinderen geven heel mooi aan hoe je je als zwakke weggebruiker moet gedragen om veilig over te steken, maar schatten de situatie tegelijkertijd ook in vanuit het inzicht dat de fietser wel onvoorzichtig moet overste- ken, omdat er geen zebrapad is. De beleving van zich niet veilig te voelen bij het oversteken, is dus niet te herlei- den tot het gevoel niet te weten wat te doen bij het oversteken. Wel tot het gebrek aan zebrapaden, lichten en tot het gedrag van andere weggebruikers.

Rapport kindvriendelijk Temse p88 | 141

Kinderen en jongeren halen vaak aan dat ze te weinig plek hebben op de weg om te fietsen, maar ook wanneer ze te voet zijn. De nood aan meer en bredere voet- en fietspaden leeft sterk bij de jeugd in Temse. Ook geven ze aan dat de plek voor voetgangers en fietsers niet altijd gerespecteerd wordt door andere weggebruikers. Bussen en auto’s rijden soms erg dicht tegen het voetpad, en vaak staan auto’s op het voetpad, fietspad of het zebrapad geparkeerd.

Hiermee deels samenhangend, komt het beeld van ‘koning auto’ erg vaak aan bod in gesprekken met kinderen en jongeren: er zijn volgens hen te veel auto’s, mensen zouden vaker de fiets moeten nemen of te voet moeten gaan. Bovendien rijden auto’s vaak te snel en te roekeloos. In een klasgesprek met het 5de middelbaar verwoor- den jongeren het zonder er doekjes om te winden “Er zijn veel zotte en roekeloze chauffeurs in Temse”.

Kinderen en jongeren halen ook de staat van de wegen aan. Putten in het voetpad of in de rijbaan zijn gevaarlijk en moeten sneller hersteld worden. Wanneer er aan de baan wordt gewerkt, ervaren kinderen dat overigens ook als gevaarlijk, zo vertelt L. (10 jaar) “Ik voel me wel veilig maar er moet minder gewerkt worden op de baan want het is wel gevaarlijk". Men zou dit kunnen lezen als een tegenstelling maar we interpreteren dat herstellingen aan de baan, uiteraard, nodig zijn maar dat het (zeker voor kinderen) belangrijk is om wegenwerken goed te signaleren, op elkaar af te stemmen en veilig te omkaderen (door bijvoorbeeld snelheidsbeperkingen voor auto’s op plekken waar gewerkt wordt, veilige oversteekplaatsen te organiseren aan de werken,…).

Specifieke plekken in Temse die kinderen en jongeren als onveilig ervaren Kinderen en jongeren brachten heel wat plekken aan die ze in de gemeente als onveilig ervaren wanneer ze zich in het verkeer begeven. We nemen deze plekken en de omschrijving in hun bewoordingen over.

Temse “Kruispunten en de N16 specifiek zijn gevaarlijke plekken omdat er veel auto's komen en die komen dan alle- maal van verschillende kanten.” (Klasgesprek 4de leerjaar) “Het Foort is onveilig want er rijden te veel auto's" (A., 10jaar) “In de Schoolstraat moet een extra zebrapad komen” (E., 11 jaar) "Mijn straat was vroeger super maar dit jaar niet meer veilig omdat er bijna iemand omver gereden is" (phille- mon Haumanstraat) (O., 10 jaar) "Op het kruispunt aan de Tempo Lunch moeten meer verkeerslichten komen" (A., 11 jaar) "Te veel auto's langs het zebrapad aan het kleine poortje van de school" (Heilig Hart) (A., 10 jaar) "Van de Hoogkamerstraat naar Het Heilig Hart is een drukke weg om over te steken" (N., 10 jaar) "Ik wil graag dat er stoplichten komen in de Hoogkamerstraat want er zijn te veel ongelukken!" (R., 11 jaar) "In de rozenlaan moet een zebrapad komen, vooral met de werken nu" (A., 11 jaar) "Ik wil graag dat langs de wijk van Koning Boudewijnlaan niet te veel auto's rijden" (L., 9 jaar) "Ons gezin gaat vaak wandelen op de dijk. Als we met andere gezinnen gaan moeten we vaak stoppen voor de wielrenners?. Het is ook gevaarlijk want ze rijden heel snel. Jullie zouden misschien zeggen dat ze … km/uur mogen rijden en op dagen dat ze niet mogen fietsen of dat ze alleen maar 's morgens mogen fietsen. volgens mij hebben ook andere gezinnen er last van" (A., 11 jaar) "Ik wil een zebrapad aan de Rozenlaan omdat ik anders moeilijk kan oversteken" (A., 11 jaar) "Aan de Roeland Lefèvrestraat moeten er stoplichten komen omdat er 2 botsingen zijn gebeurd op 3 dagen tijd" (C., 11 jaar) "Mensen die 's nachts zat zijn en veel te snel rijden in de Frans Smetstraat is niet leuk" (J., 11 jaar)

Elversele Over de Dorpstraat zeggen kinderen → "Ik wil meer verkeersveiligheid in Dorpstraat" (K., 9 jaar) → "In de dorpstraat staan er geen lichten" (T., 9 jaar)

Rapport kindvriendelijk Temse p89 | 141

→ “In Elversele fietspaden aanleggen in de Dorpstraat” (L., 11 jaar) De schoolomgeving van de Priester Poppe school in Elversele wordt door meerdere kinderen als onveilig erva- ren (klasgesprekken 1ste leerjaar en 4de leerjaar); “De omgeving rond de Priester Poppe school in Elversele is geen veilige plek omdat er een heel drukke en grote baan is. Er rijden heel veel auto's, er is veel file. Het is niet veilig om de straat over te steken. Er moet ook iemand komen die helpt om over te steken. De parking aan de school is altijd druk. Je moet er goed uitkijken om in en uit te stappen” “Aan de wegel aan het Durmedal moet een rood licht komen” (Y., 9 jaar) “Er is veel file in Elversele op de Grote Weg. Daar gebeuren ook veel ongelukken en botsingen” (klasgesprek 1ste leerjaar) “In Elversele moeten betere voetpaden komen” (H., 11 jaar) "De Nieuwe Steenweg is gevaarlijk omdat er vaak ongelukken gebeuren en er file is" (T., 9 jaar) “Aan de Duivenhoek moet iemand komen om fietsers en voetgangers te helpen oversteken” (klasgesprek 1ste middelbaar) "In de Stokthoekstraat wil ik minder druk verkeer" (T., 11 jaar)

Tielrode “Soms rijden de auto's veel te snel aan de schoolpoort en dat is niet leuk. Het is normaal een rustig straatje, enkel bij het begin en einde van de school is het er erg druk” (bs Tielrode) (klasgesprek 1ste leerjaar) "De auto's rijden heel snel in de straat van de school aan de bakker en de beenhouwer" (st. amelbergaschool) (N., 9 jaar) Over de Burg. Heymanstraat zeggen kinderen → “De Burg. Heymanstraat is een heel gevaarlijke straat. De auto's rijden daar heel erg hard.”. (klasgesprek 1ste leerjaar) → “ De Burg. Heymanstraat is niet zo veilig, er gebeuren veel ongelukken. Het is wel veiliger als er een opzich- ter staat om te helpen met oversteken” (klasgesprek 2de leerjaar) “De Gentstraat en B.A. Heymanstraat zijn veel te druk, het is er niet veilig om over te steken” (klasgesprek 3de leerjaar) “De Lange Baan is niet veilig, er is veel file en teveel auto's en vrachtwagens” (klasgesprek 4de leerjaar) “Op het terrein van het Waesmeer moeten auto's kinderen voorrang geven: auto's rijden daar te roekeloos en er spelen veel kleine kinderen” (klasgesprek 1ste middelbaar)

Steendorp “De Kapelstraat is een gevaarlijke weg met veel auto's, er moeten meer lichten komen om te kunnen overste- ken” (klasgesprek 4de leerjaar) "Het is niet veilig omdat er tussen de warandestraat, Lepelstraat en de Gelaagstraat veel ongelukken gebeu- ren!" (E., 9 jaar)

De weg naar school en de schoolomgeving Hierboven lazen we al dat heel wat plekken die kinderen en jongeren specifiek benoemen als onveilig in het ver- keer, in de schoolomgeving of op weg naar school liggen. Zoals eerder al aangehaald, vinden kinderen de weg naar school vaak onveilig omwille van de gevaren die ze associëren met het oversteken van (drukke) banen. "Ik vind de weg naar school niet veilig. Er moeten meer lichten en zebrapaden komen" (L., 9 jaar) “Ik vind naar school gaan niet veilig, er moet een zebrapad komen” (M., 10 jaar) ‘Ik vind het niet veilig om over te steken aan de baan” (J., 9 jaar) “Ik vind de weg naar school niet zo veilig omdat ik te veel moet oversteken en mijn zus luistert nooit en steekt soms gewoon over” (F., 11 jaar) Een kindje vindt de weg naar school niet veilig omdat hij een heel drukke straat moet oversteken en er geen lichten zijn. (klasgesprek 2de leerjaar) Andere redenen waren druk verkeer, snelheid van auto’s en geen of onveilige fietspaden.

Rapport kindvriendelijk Temse p90 | 141

Heel wat kinderen mogen niet te voet of met de fiets naar school, omwille van het onveilige verkeer. K., 10 jaar, zegt bijvoorbeeld “Ik kom met de auto naar school, dan is er minder gevaar op de weg maar moeten we wel langer wach- ten”. Nochtans willen kinderen graag (alleen) met de fiets naar school komen. Dat merken we onder andere wanneer kinderen hun wenskaart insturen ‘als ik burgemeester was, dan’: “Zorg ik overal voor veilige fietspaden zodat ik alleen naar mijn oma en opa en naar school mag fietsen” (C, 8 jaar) “Zou ik meer fietspaden leggen, dan kan ik met de fiets naar school komen of naar mijn oma fietsen” (J., 10 jaar) “Zou ik veilige fietspaden leggen vanaf mijn huis tot op het school” (L., 8 jaar) Toch moet ook gezegd worden dat een aanzienlijk deel van de kinderen en jongeren die bevraagd werden toch te voet of met de fiets naar school komt. De overgrote meerderheid van de bevraagde kinderen wonen dan ook in Temse en zijn, qua afstand, in de mogelijkheid om te voet of met de fiets te komen.

Niet alle kinderen voelen zich echter onveilig op de weg van en naar school. Enkele kinderen verduidelijken wat maakt dat ze zich veilig voelen. Daarbij valt op dat het gevoel van veiligheid door veel kinderen wordt bepaald door hoe vaak ze moeten oversteken en hoe veilig ze kunnen oversteken. Andere redenen zijn rustig verkeer, zichtbaarheid of een korte afstand tussen huis en school. “Ik ga veilig naar school, het is maar 100 meter of zo” (K., 9 jaar) “Ik vind het veilig om naar school te gaan. Er zijn geen hinderingen en weinig auto’s” (J., zit in het 4de leerjaar) “Ik ga met de fiets naar school. Ik voel me daarbij veilig want in mijn straat zijn niet zo veel auto’s” (R., 10 jaar) “Ik kom te voet naar school. Ik voel me dan veilig omdat ik een fluohesje draag” (N, 10 jaar) “Ik voel me dan veilig. Er zijn zebrapaden en politie” (B., 11 jaar) “Ik vind het voor mij veilig om naar school te gaan want ik moet niet oversteken en de school is dicht bij mijn huis” (B., 9 jaar) “Ik vind het veilig om naar school te komen omdat ik niet veel moet oversteken” (C., 9 jaar) “Ik vind het veilig omdat er zebrapaden zijn” (L., 10 jaar) “Ik vind het veilig want er is een zebrapad” (M., 9 jaar) Een aparte vermelding krijgen gemachtigde opzichters: Kinderen geven erg vaak aan dat ze het enorm appreci- ëren wanneer gemachtigde opzichters in de schoolomgeving, maar ook elders, hen helpen om over te steken.

Oplossingen Wat willen kinderen en jongeren anders zien in het verkeer?

Met stip op 1 staat de verwachting dat er meer, betere, bredere en veiligere voet- en fietspaden moeten ko- men. Kinderen en jongeren geven duidelijk te kennen dat ze ervaren dat ‘hun’ plek binnen het verkeer te sterk beperkt wordt. Dat maakt het voor hen niet enkel onveilig, maar heeft voor heel wat kinderen ook de conse- quentie dat ze van hun ouders niet (alleen) mogen fietsen. Een greep uit wat kinderen en jongeren hierover ver- telden: “Ik zou de voetpaadjes een beetje rechter en breder doen. Sommige zijn heel dun!” (S., 11 jaar) “Er moet met een rode kleur nog eens over de fietspaden gegaan worden, zodat het weer duidelijk is” (C., 11 jaar) “Er moet in sommige wegen een aparte fietsplaats zijn” (I., zit in het 5de leerjaar) N., 11 jaar, pleit niet enkel voor meer plek voor fietsers of voetgangers, maar ook en concreet voor personen met een handicap in een rolstoel of ‘scooter’ in het verkeer: “Als ik burgemeester was, dan zou ik een pad voor gehandicapten maken die op een scooter rijden, om- dat ze het gevaar nemen wanneer ze gewoon op straat rijden”

Rapport kindvriendelijk Temse p91 | 141

Minder auto’s en minder druk verkeer is eveneens een rode draad doorheen de verhalen van kinderen en jon- geren (Dit halen ze overigens niet enkel aan wanneer ze over mobiliteit vertellen, maar ook wanneer ze hun zor- gen delen over het milieu). Wanneer in een klasgesprek bijvoorbeeld wordt gevraagd wat Temse écht nodig heeft om kindvriendelijk te zijn, halen klassen aan dat Temse dan ‘meer fietsen en minder auto’s’, ‘minder auto’s en minder verkeer’ of ‘autovrije straten en minder verkeer’ moet hebben. Het idee van autovrije straten, zones of periodes is er één dat bij heel wat kinderen leeft. P., 11 jaar, zegt bij- voorbeeld “Als ik burgemeester was dan zou ik een autoloze dag invoeren. Op zaterdag zouden er geen auto’s mo- gen rijden; dat is ook veel beter voor het milieu”. L., 11 jaar, verwoordt het nog extremer: “Ik wil dat Temse helemaal afgesloten wordt van auto’s. Iedereen kan alleen nog te voet of met de fiets gaan”.

Voor een aantal kinderen zijn het vooral de vrachtwagens die hen schrik aanjagen in het verkeer. Enkele voor- stellen die kinderen doen om kinderen te beschermen tegen het gevaar van vrachtwagens: “Een aparte weg maken voor camions” (G., 10 jaar) “Op de plaatsen waar kinderen spelen mogen geen vrachtwagens rijden” (J., 11 jaar)

Om minder auto’s in het verkeer te hebben, willen kinderen en jongeren dat er vanuit de gemeente meer gesti- muleerd wordt om de fiets te nemen of te voet te gaan. “Als ik burgemeester was, dan zou ik willen dat iedereen te voet of met de fiets gaat. Alleen als je ver weg moet dan pas met de auto gaan!” (E., 10 jaar) “Als ik burgemeester was, dan zou ik zeggen dat iedereen wat minder met de auto gaat en wel gaat stappen” (A., 7 jaar) Kinderen en jongeren halen een aantal keer het idee aan om vanuit de gemeente huurfietsen aan te bieden, in hun eigen bewoordingen weliswaar. “Iedereen van Temse heeft een pasje en er staan fietsen en dan kan je een fiets lenen” (J., 11 jaar) “Ik zou fietsen van de gemeente geven en mensen voor 1€ erop laten rijden” (J, 11 jaar) Sommige kinderen pleiten er ook voor meer routes te voorzien voor fietsers. I., 9 jaar stelt voor om “Fietsroutes te maken en de mensen aanzetten dat ze meer met de fiets komen” A., 10 jaar, weet bovendien dat er heel wat organisaties bestaan die ijveren voor meer fietsen en stappen, en raadt de gemeente aan om die organisaties meer aan te spreken en in te zetten. Een aantal keer halen kinderen en jongeren aan dat er meer kan ingezet worden op openbaar vervoer: “Er moeten meer bushaltes komen” (I., 12 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik trams zetten op de wegen” (H., 11 jaar) “Het openbaar vervoer moet goedkoper gemaakt worden” (H., 10 jaar)

Uit wat hierboven al bleek rond het belang dat kinderen hechten aan oversteken als het gaat over verkeersveilig- heid, hoeft het niet te verwonderen dat ze vaak maatregelen naar voren schoven die het oversteken veiliger maken. Kinderen pleiten erg vaak voor meer zebrapaden en meer verkeerslichten. Wanneer kinderen uit verschillende klassen van het 1ste leerjaar hun droombuurt mogen weergeven bijvoorbeeld, dan nemen zebrapaden en ver- keerslichten daar een prominente plek in.

Rapport kindvriendelijk Temse p92 | 141

S. en S., beide 10 jaar, zouden dan weer een heel duidelijke regel invoeren: “In elke straat zou er een zebrapad moeten komen” De zebrapaden die er al zijn, moeten ook duidelijker en veiliger gemaakt worden; “De zebrapaden moeten vaker herschilderd worden” (C., 12 jaar) “Er moet meer verlichting bij de zebrapaden gezet worden zodat er minder ongelukken gebeuren” (E., 11 jaar) Het inzetten van gemachtigd opzichters bij drukke oversteekplaatsen is iets wat heel wat kinderen heel erg kun- nen appreciëren. Mochten zij kunnen kiezen, zouden er nog meer opzichters ingezet worden. Zo pleit G., 11 jaar ervoor om “Zeker bij elke school een gemachtigd opzichter te plaatsen”

De gemeente moet volgens kinderen en jongeren meer doen om de snelheid van auto’s in te perken. Zo zegt R., 11 jaar: “Als ik burgemeester was dan zou ik willen dat mensen wat trager rijden en ik zou borden plaatsen dat ze wat trager moeten rijden!!!”

Rapport kindvriendelijk Temse p93 | 141

Enkele kinderen plakken hier ook een concrete snelheidslimiet op van 30 of 40 kilometer per uur. Voor de ene moet dat zeker gelden in speelstraten, voor de andere vooral in wijken, en sommige kinderen lijken te vinden voor een algehele snelheidsbeperking voor auto’s. Het controleren en bestraffen van mensen die te snel rijden, is voor sommige kinderen iets dat meer moet ge- beuren: “Er moeten veel meer alcoholtesten en meer flitspalen komen” (A., 11 jaar) “Als ik burgemeester was, dan zou ik vragen aan de politie om flitspalen te zetten” (N., 7 jaar) “Ik zou graag meer flitspalen willen op plaatsen waar ze te snel rijden” (C., 11 jaar) Andere kinderen pleiten er dan weer eerder voor om meer te sensibiliseren i.p.v. te bestraffen: “Meer borden van 30/uur plaatsen en meer borden met ‘je mag hier op straat spelen’ op” (S., 4de leer- jaar) “Meer borden in de schoolomgeving plaatsen met ‘graag traag’ erop” (L., 11 jaar)

Milieu, open en groene ruimte Zeer snel al viel op dat kinderen en jongeren erg begaan zijn met het milieu en veel belang hechten aan groene ruimte in de gemeente.

Groene ruimte in Temse De overgrote meerderheid van de kinderen en jongeren die bevraagd werden, vindt dat er te weinig groene ruimte is in Temse. De meesten benoemen dit in algemene bewoordingen: er is te weinig groen, er moet meer natuur zijn, meer bomen, planten en bloemen, moestuinen, er moeten minder bomen gehakt en meer bossen geplant worden. R., 9 jaar verwoordt het als volgt: “Er is geen groen voor de kinderen. Ze moeten (nu) stoppen met bouwen!” Wanneer kleuters en kinderen uit het eerste leerjaar maar ook jongeren van 16 jaar en ouder hun droombuurt mogen tekenen of beschrijven, dan komt veel groen, natuur, dieren, bloemen en bomen in voor.

Rapport kindvriendelijk Temse p94 | 141

En wanneer in klasgesprekken gevraagd wordt wat Temse echt moet hebben om kindvriendelijk te zijn, zijn kin- deren daarover duidelijk: er moet meer natuur zijn in de gemeente. V., 11 jaar, en F., 11 jaar, beschrijven heel mooi het belang van meer groen: “Er moet meer groen zijn in Temse!!! En met volkstuinen, bossen en dieren wordt het een prachtig dorp!” “Als ik burgemeester zou zijn, dan zou ik veel meer parkjes, bomen, bloemen,… planten in de gemeente. Bomen die zijn goed voor onze zuurstof. Bloemen zijn mooi. Het is ook heel rustgevend na een lange werkdag even in een parkje een mooie wandeling te maken” Heel wat kinderen weten ook dat meer groen en natuur, belangrijk is voor het milieu en voor vogels, konijnen en andere diersoorten: “Er moeten meer grote vogelhuisjes en konijnenholen zijn, zodat vele dieren daar kunnen wonen. Zo gaan de diertjes minder op straat lopen en gaan ze minder snel dood. Al dat groen is ineens goed voor het milieu!” (L., 11j) “Als ik burgemeester zou zijn, dan zou ik meer bossen zetten voor de dieren. Ik zorg ervoor dat de go- rilla’s, olifanten, tijgers niet meer bedreigd worden. en voor de vogels in de winter zet ik bolletjes met zaad in elk parkje” (G., 9 jaar) Mocht E., 10 jaar, burgemeester zijn, zou ze de volgende maatregel nemen om meer groen in Temse te krijgen: “Dan zou iedereen 1 of meer bomen in de tuin moeten hebben (als je geen tuin hebt dan kan dat niet)”

Sommige kinderen halen ook concrete plekken aan waarvan zij vinden dat er meer groene ruimte moet zijn. Daarbij valt op dat deelgemeente Elversele vaak aan bod komt. • “In de Akkerstraat is niet veel natuur, alleen een paar boompjes” (N., 10 jaar) • “Er is geen natuur in Elversele” (K., 9 jaar) • “Meer bos in Elversele” (T., 11 jaar) • “In Elversele wil ik graag een parkje” (R., 11 jaar) • “Ik wil graag wat meer bloemen en bomen in Elversele dat het wat mooier wordt” (M., 11 jaar) • “Als ik burgemeester zou zijn dan zou ik in de Bokmolenstraat in Elversele een groot bos planten” (L., 11 jaar) • “In de Bokmolenstraat zou ik op een veld een bos van maken” (L., 10 jaar) • “Het rondpunt in Elversele per seizoen andere planten op planten” (L., 11 jaar)

Rapport kindvriendelijk Temse p95 | 141

• “In de Doornwijk moet veel meer groen komen” (A., 11 jaar) • “Er moeten bossen en parken komen in de Schoolstraat” (B., 11 jaar) • “Er moeten bossen en parken komen in de Schoolstraat” (B., 11 jaar) • “Er is niet genoeg natuur in Tielrode. Wel te veel fabrieken” (klasgesprek 2de leerjaar BS Tielrode)

Nochtans heeft Temse heel wat groene plekken. Wanneer er gepolst werd naar enkele van die plekken en of kin- deren of jongeren die groene plekken kennen, bleek dat dat vaak niet het geval was. In de gesprekken die in klassen gebeurden, werd gevraagd of de kinderen het geboortebos kenden. In slechts 2 klassen (1 in Tielrode en 1 in Steendorp) waren er kinderen die van het bestaan van het bos afwisten omdat ze er zelf een boompje hebben. In alle andere klassen was het geboortebos onbekend. Ook Provinciaal domein De Roomakker was bij de meeste kinderen niet gekend. 1 klas wist wel van het bestaan ervan af, doordat ze er met de klas op uitstap waren geweest. Natuurgebied De Roomkouter, inclusief het natuurhuis, was bij niemand bekend, alleszins niet bij naam. Wan- neer verder uitgelegd werd waar de Roomkouter ligt en wat daar te doen is, herkennen ze de plek en zeggen kin- deren het een fijne plek te vinden. Het Gelaagpark is bij kinderen meer bekend, vooral de Kiep halen ze aan bij naam en vinden ze een fijne plek om te spelen. In 2 klassen werd ook de Durmetuin aangehaald. Een klas uit het 1ste leerjaar wisten waar de tuin ligt en dat er heel oude bomen staan die beschermd zijn. In de andere klas lieten de kinderen verstaan dat ze niet begrepen wat er zo bijzonder was aan die tuin.

Evenwicht tussen open en bebouwde ruimte Er leeft bij de jeugd in Temse duidelijk een nood aan meer evenwicht tussen open ruimte en bebouwde ruimte. Het is duidelijk dat voor kinderen dat evenwicht zoek is: huizen, winkels,… zijn nodig, ook in hun droombuurt krij- gen die een plek. Maar nu hebben ze het gevoel dat de omgeving volgebouwd wordt. Enkele van de vele citaten hierover: “Minder bouwen! Minder gebouwen! Minder fabrieken! (S., 4de leerjaar) “Geen fabrieken (niet meer zo veel)” (L., 11 jaar) “Minder huizen, er zijn genoeg gebouwen” (A., 10 jaar) “Stop met nog meer huizen en appartementen bouwen” (E., 11 jaar) “Minder steen en huizen” (E., 12 jaar) “Minder stenen” (E., 12 jaar) “Minder gebouwen aan de Schelde” (R., 10 jaar) “Er is geen groen voor de kinderen. Ze moeten (nu) stoppen met bouwen!” (R., 9 jaar) Veel kinderen leggen de link tussen het steeds meer volbouwen van de openbare ruimte, en de verminderde speelmogelijkheden voor hen: “Minder wegen en meer speeltuinen” (R., 10 jaar) “In de Frans Smetstraat moeten er geen huizen komen maar wel een speeltuin voor de kinderen die daar wonen“ (B., 11 jaar) “Er staan aan de kraan van de Boelwerf veel huizen maar er is geen plaats meer om buiten te spelen, dat vinden we niet leuk. Er is wel nog genoeg plaats om een speeltuin te maken” (klasgesprek 1ste leer- jaar) Ook de link met de de natuur ontgaat heel wat kinderen niet: “Er is wel veel natuur in de gemeente maar die verdwijnt omdat ze maar huizen blijven bouwen” (Klas- gesprek 5de leerjaar) “Minder huizen, meer bossen!” (N., 8 jaar) “Meer bos, minder bouwen” (A., 10 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik veel meer natuur bouwen en minder gebouwen” (J., 12 jaar) “Wat ik zou willen veranderen is de Steenbakkerij in Steendorp. Ze gaan daar een woonzone maken, maar het zou toch beter zijn om daar een park te zetten. We zijn hier al met zoveel, als dan dat park er komt trekt dat veel volk en dat park is beter voor het milieu” (L., 11 jaar)

Rapport kindvriendelijk Temse p96 | 141

“Ik zou de Steenbakkerij tot een mooi park verbouwen” (R., 11 jaar) Fabrieken moeten het vaak ontgelden (dat bleek al in het thema natuur en milieu), maar ook (hoge) apparte- menten blijken kinderen absoluut geen fijn zicht te vinden. “Ik zou graag minder appartementen willen” (B., 7 jaar) “Ik zou de appartementenbouw in het Hemelrijk stoppen. Er staan er al veel en als er nog meer komen wordt het veel te druk” (O., 12 jaar) “Minder appartementen bouwen op de Zaat” (B., 10 jaar) “De appartementen op de Zaat moeten weg. Dit is niet zo mooi met al die appartementen” (W., 11 jaar)

Nochtans heeft M., 11 jaar, daar een andere visie over. Ze lijkt te erkennen dat appartementsblokken doorgaans visueel niet het meest aantrekkelijk zijn, maar wel net een oplossing kunnen bieden voor het alsmaar meer vol- bouwen van de open ruimte. Haar voorstel is een mooi compromis: “Als ik burgemeester zou zijn, dan zou ik mooi, kleurrijke appartementen bouwen in plaats van villa’s, rijhuizen,… Want dan kunnen er meer mensen op een kleinere plek wonen. De plek die dan vrijkomt kunt u gebruiken als park, speelplein,…”

Vervuiling in Temse Ook de thema’s (milieu)vervuiling, zorg dragen voor de natuur, sluikstorten,... kwamen opvallend vaak naar vo- ren in de gesprekken, vooral met kinderen. De jeugd in Temse ligt duidelijk wakker van de vervuiling die ze dage- lijks opmerken. Ze vinden de gemeente vuil, niet proper, de natuur wordt vervuild, er is te veel CO2-uitstoot en uitstoot van uitlaatgassen, … Een greep uit de dingen die kinderen hierover vertellen: “Temse is niet proper want er is natuurvervuiling” (E., zit in het 4de leerjaar) “Ik vind het milieu erg vuil” (W., zit in het 4de leerjaar) “Ik wil minder CO2” (M., 9 jaar) “Ik wil minder uitlaatgassen!” (M., 8 jaar) “Er moeten milieuvriendelijkere straten komen” (A., 11 jaar) “Ik wil meer vuilnisbakken omdat er geen vuil in mijn droomwijk mag zijn en ik wil geen vervuiling” (L., 12 jaar) “Als ik burgemeester was dan zorg ik voor een propere straat” (A., 6 jaar)

Kinderen benadrukken dat ze vinden dat mensen erg veel vuil zomaar op straat gooien. “Ik wil de burgemeester vertellen dat Temse soms heel vuil is door het afval dat anderen achterlaten” (J., 10 jaar) “Ik zie veel afval op straat en op de stoep” (O., zit in het 4de leerjaar) “Ik vind dat de natuur erg vuil is. Ik zie altijd brikjes en andere dingen” (S., zit in het 4de leerjaar) “Temse is niet zo proper want er zijn te veel mensen die afval gooien” (A., 10 jaar) “Ik vind dat er te veel afval is in Temse want als ik naar mijn sport ga zie ik soms dingen dat ik zeg van ‘waarom gooien mensen dat nu op de grond’” (L., 10 jaar) “De mensen moeten zorg dragen voor de natuur en geen papier op de grond gooien” (S., 11 jaar) Sommige kinderen zijn blijkbaar ook goed op de hoogte van de terminologie die gebruikt wordt en gebruiken zelf letterlijk de woorden ‘sluikstorten of ‘zwerfvuil’. O., die in het 4de leerjaar zit, zegt bijvoorbeeld “Er is altijd zo veel zwerfvuil op de grond dus ik wil meer vuilbakken” En A., 11 jaar “Ik wil dat mensen minder sluikstorten” F., 11 jaar, ondernam zelf eens een experiment en vertelt: “Toen ik onderweg van school naar huis eens alles van papier dat we tegenkwamen meenam, zaten mijn handen en zakken vol papier en flesjes” Sigaretten(pakjes) op straat worden overigens het meest vernoemd. Daaraan storen kinderen zich blijkbaar het vaakst. Een greep uit wat kinderen hierover vertellen: “Als ik burgemeester zou zijn dan mag niemand sigaretten op straat gooien” (A., 11 jaar)

Rapport kindvriendelijk Temse p97 | 141

“Als ik burgemeester was dan mag niemand nog sigaretten roken of op straat gooien” (Z., 7 jaar) “Als ik burgemeester was dan zorg ik ervoor dat er niet gerookt wordt en dat er geen vuil op de grond wordt gegooid” (L., 11jaar) “Er liggen veel sigarettenpakjes en blikjes op de grond” (klasgesprek 1ste leerjaar) “Er liggen veel te veel sigaretten op het voetpad” (E., 11 jaar) “Temse is vies. Er ligt veel kauwgom en sigaretten op de grond” (klasgesprek 1ste middelbaar) Ook hondenpoep op straat en op speelplekken frustreert kinderen. “De mensen kuisen de kakjes van hun hond niet op en dat is niet leuk om dat te zien” (F., 11 jaar) “Er mogen geen honden meer plassen bij de speeltuinen voor kinderen” (T., 11 jaar)

Kinderen zijn zich bewust van de gevolgen die deze vervuiling heeft op het klimaat. Zo zegt N., 9 jaar, hierover “Ik wil minder fabrieken! Dat er minder vuile lucht is en dat er terug wat natuur is en dat er weer nor- male winters zijn en terug de normale lente is en de zomer en de herfst! Dat er geen stinkende lucht is dus ‘dag vuile lucht en hallo frisse lucht!’” B., 10 jaar, legt nog uit “Het klimaat is belangrijk want dieren kunnen er dood van gaan en de natuur kan er slecht van worden”

Kinderen en jongeren schuiven enkele plekken expliciet naar voren omdat ze in hun beleving erg vervuild zijn: “Mijn buurt is vuil, er ligt veel afval en veel sigarettenpeuken in het bushokje” (R., 9 jaar, woont in de Clement D’Hoogelaan) “Vuile buurt, veel afval” (T., 10 jaar, woont in de Scheldestraat) “Ik vind dat het Dakkapark proper moet zijn” (K., 9 jaar) “In mijn straat, de Hoogkamerstraat, is er veel vuil” (J., 9 jaar) “Er is te veel afval in de buurt” (E., 10 jaar, woont in de Panneellaan) “Geen afval op de grond gooien want op de speeltuin dicht bij mijn huis is er veel afval” (R., 10 jaar, woont in de Albrecht Rodenbachlaan) “Steendorp is soms wel vuil” “De parking aan de SpeGT ligt er vaak heel vuil bij” (werd genoteerd bij het muurschrijfproject, 16+ jaar) “Ik wil graag wat meer vuilbakken in Elversele dat er minder vuil op straat en stoep ligt” (M., 11 jaar) “De schelde moet properder worden” (B., 11 jaar) “Temse is niet proper, er zijn veel auto’s en afval, veel blikjes langs de dijk” (klasgesprek 6de leerjaar)

Oplossingen Kinderen schuiven heel wat oplossingen naar voor die er volgens hen voor kunnen zorgen dat er vervuiling is in de gemeente.

Veruit het vaakst kwam aan bod dat kinderen en jongeren meer vuilbakken in het straatbeeld willen. “Ik zou graag extra vuilbakken willen want er zijn luie mensen en die gooien anders hun papiertjes in de natuur en ik wil dat niet” (J., 8 jaar) “Meer vuilbakken plaatsen zodat de aarde niet meer vuil is” (E., 12 jaar) Enkele kinderen pleiten er expliciet voor om aan speeltuinen veel meer vuilbakken te plaatsen. Ze storen er zich aan dat de plekken die zij gebruiken om te spelen, vervuild worden. Eénmalig werd ook het Fort van Steendorp aangehaald: langs de wandelpaden zou O., 12 jaar, meer vuilbakken willen zien. S., 11 jaar, vindt ook dat er meer moet gedaan worden om mensen met een hond aan te zetten hondenpoep op te ruimen: “Ik zou overal van die stokken leggen met plastic zakken erin voor mensen die een hond hebben die hun drol daar in kunnen stoppen”

Heel veel kinderen benadrukken dat de industrie erg vervuilend is voor het milieu, en willen graag dat er minder fabrieken zouden zijn. J., 10 jaar zegt dat als ze burgemeester zou zijn, zij

Rapport kindvriendelijk Temse p98 | 141

“Alle fabrieken zou dicht doen want dat is milieuvervuilend” Niet enkel voor de natuur zijn fabrieken belastend, ook voor een goeie gezondheid van haar inwoners is het van belang dat er in Temse minder fabrieken zijn, weet L., 10 jaar: “Zorgen dat er minder fabrieken zijn en dat er zo gezonde mensen komen”

Ook de auto werd door veel kinderen aangewezen als grote vervuiler. Ze zouden graag zien dat er minder met de auto gereden wordt en meer met de fiets. “Ik vind dat meer kinderen en ouders te voet of met de fiets moeten komen want als ze met de auto gaan komen er meer CO2gassen in de lucht” (E., zit in het 4de leerjaar) “Er moeten meer fietsen zijn want het is beter voor de natuur want er zijn veel uitlaatgassen van auto’s want het is helemaal niet goed voor de natuur” (B., 10 jaar) “Meer fietsen en minder vieze rook!” (A., 7 jaar)

Het bestaan van elektrische auto’s leeft bij kinderen. Ze zouden graag zien dat de elektrische auto meer zijn in- gang vindt in het straatbeeld. “Minder auto’s met benzine en meer auto’s met elektriciteit” (B., 10 jaar) “Er moeten meer elektriciteitsopladers zijn voor elektrische auto’s” (T., 12 jaar) X., 9 jaar, zou nog het liefst zien dat de auto’s kunnen vliegen omdat ze daardoor in 1 klap niet vervuilend zijn én geen plek innemen in het verkeer: “Als ik burgemeester was, dan zou ik zorgen voor vliegdozen. Dat zijn vliegende auto’s die alleen elektri- citeit gebruiken zodat de lucht zuiver blijft”

Ook het bestraffen van de vervuilers komt aan bod: “Zet op plekken waar veel afval is camera’s en stuur dan de mensen die afval laten vallen naar de politie en geef ze een boete. Zo leren ze het!” (Z., 10 jaar) “Ze moeten camera’s zetten om te kijken wie de grote boodschap van honden niet opruimt en dan een boete geven” (L., 12 jaar) “Hogere boetes voor sluikstorten” (V., 11 jaar) “Meer controle in onze gemeente voor sluikstorten” (H., 11 jaar) “Doe iets aan de natuur: als je iets op straat gooit dan wordt het leven voor jou heel duur” (E., 11 jaar) D., 8 jaar, heeft nog een alternatieve manier van bestraffing dan het geven van boetes: “Iedereen die alles in de natuur gooit zet ik 2 dagen in een bikini in de gevangenis”

Kinderen halen heel wat kleine ingrepen in het dagdagelijks leven aan die, wanneer elke inwoner er zich aan zou houden, een grote verbetering voor het milieu zou betekenen: “Minder papierwerk en meer e-mails zodat je de bomen kan sparen” (M., 11 jaar) “Minder water verspillen” (N., 8 jaar) “Iedereen moet blijven sorteren en alles op de juiste plek zetten: flessen bij flessen en papier bij papier” (R., 12 jaar)

De gemeente zou meer kunnen inzetten op sensibilisering van haar inwoners om meer bij te dragen aan een beter milieu. H., 10 jaar oud, zou, mocht zij burgemeester zijn, tips geven aan mensen en hen motiveren met het idee dat een betere natuur meer kansen geeft aan kinderen om buiten te spelen, in de natuur: “Ik zou wat meer aan de mensen vragen om zich in te zetten voor het milieu zodat er meer kinderen bui- ten kunnen spelen. En ik vind dat er iets aan gedaan moet worden want zo kan het niet verder. Verwar- mingen moeten zachter, deuren dicht doen,… Zo kunnen we het milieu ook al een stuk helpen”.

Kinderen weten heel goed dat een propere natuur, ook dieren ten goede komt. De gemeente heeft volgens heel wat kinderen de verantwoordelijkheid om ook voor de dieren te zorgen; zoals door het plaatsen van vogelhuis- jes.

Rapport kindvriendelijk Temse p99 | 141

De gemeente kan sterker inzetten op alternatieve energiebronnen zoals windmolens. Die krijgen bijvoorbeeld een plek in de droombuurt van Y., 10 jaar.

De gemeente kan ook meer investeren in personeel om vervuiling tegen te gaan: “Als ik burgemeester was dan zou ik meer mensen inzetten om papiertjes en ander vuil weg te doen van de stoep” (S., 8 jaar) “Meer mensen die vuilbakken leeg maken” (N., 10 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik natuuroppassers aannemen” (L., 11 jaar)

Eénmalig werd voorgesteld om een opruimactie te doen met de scholen in Temse.

Vrije tijd beleven in de openbare ruimte

Als kinderen en jongeren vertellen over hun ervaringen in de openbare ruimte, hadden zij het uiteraard ook vaak over hoe zij in die ruimte hun vrije tijd beleven en hoe ze, om die vrije tijd optimaal in te kunnen vullen, de open- bare ruimte ingericht willen zien. Binnen dit thema gaan we achtereenvolgens in op • Welke ruimtes gebruiken kinderen en jongeren? • Speelmogelijkheden in de gemeente • Hoe willen kinderen en jongeren de openbare ruimte ingericht zien?

Welke ruimtes gebruiken kinderen en jongeren Kinderen gebruiken uiteraard plekken die expliciet zijn ingericht als speelruimte, zoals • het skatepark • het Dakkapark • het Scheldepark • speeltuinen (in de Edward de Sutterlaan, Eeckhoutdriesstraat, Begonialaan,…)

Rapport kindvriendelijk Temse p100 | 141

• voetbalpleinen (bv. aan de Eeckhoutdriesstraat)

Ook publieke ruimte die niet expliciet als speelplek is ingericht, gebruiken kinderen om te spelen, te fietsen,…: • het bos aan het zwembad, bossen in het algemeen (kleuters gaven bijvoorbeeld expliciet aan graag in bossen te spelen) • Het plein aan de Zaat • De scheldedijk (om te fietsen, te wandelen, te picknicken) • De parking in de Kouterstraat • De Kiep (“daar kan je veel kampen bouwen”) • Het kasteel

Jongeren (12+) geven aan volgende plekken in de openbare ruimte te gebruiken om hun vrije tijd door te bren- gen. Opvallend was dat de KSV – voetbalterreinen hen het vaakst aanspraken, en dat ze het geregeld hadden over winkels en horecazaken wanneer hen gevraagd werd welke plekken in de gemeente hen aanspraken: • Café ’t Schrijverke • Broodjeszaak Tempo Lunch (kwam in 2 verschillende klassen op de middelbare school aan bod) • Supermarkten: Aldi, Lidl, Colruyt, GB • Action • Ege Pita en Coban Pita • Frietchinees • Frituur den Bengie • King Pizza

Ook pleinen, parken en bossen kwamen aan bod: • Bos van Janssens (Scheldepark) • De speelbossen in Steendorp • Het parkje in de Azalealaan • Het veld van de Highland Games (Roomkouter) • Domein De Roomacker • Daccapark • Dennebos/speelbos achter KWB Elversele • Pleintje in de Pieter Dierickxlaan

Tot slot haalden jongeren nog volgende plekken aan die ze gebruiken in de gemeente: • Hollebeekwijk • Jeugdhuis / JOC De Nartist • Het bos in de Akkerstraat • De dijk van Elversele naar Tielrode • Kaai • Waterzuivering • Waesmeer (Had in 1 klas wel de negatieve connotatie van gettobuurt, omwille van de caravans) • SpeGT • Geheime plaatsjes • Zwembad • Het centrum van Temse • Sompershoekwijk • Cliviawijk • Sporthal Temsica

In een klasgesprek haalden leerlingen uit het eerste middelbaar nog aan dat ze ook graag rondhangen in/aan het shoppingcentrum en het station in Sint-Niklaas, en in Antwerpen.

Rapport kindvriendelijk Temse p101 | 141

Speelmogelijkheden Vinden kinderen dat ze voldoende speelmogelijkheden hebben in de gemeente en/of in de eigen buurt? De meeste kinderen vinden van niet. Dat wijten ze aan 3 oorzaken: Ze mogen van hun ouders niet (alleen) buiten spelen in de openbare ruimte, enkele kinderen geven aan te weinig tijd te hebben, en er zijn onvoldoende speel- plekken (in de buurt).

Heel wat kinderen geven aan dat hun ouders ongerust zijn en niet willen dat ze (alleen) naar speeltuintjes of pleintjes gaan om te spelen. Dat hangt vaak samen met het feit dat kinderen te ver moeten gaan naar de betref- fende speelplek (zie verder). Ook het feit dat jongeren de speelplekken gebruiken, lijkt ouders soms angst in te boezemen. Enkele kinderen vertellen: “Ik mag niet naar het speelpleintje in de buurt omdat mama en papa dan heel ongerust zijn” (N., 9 jaar) “Ik woon niet dicht bij een speeltuin en als ik het had dan is mijn mama bezorgd om me en mag ik niet alleen gaan spelen” (N., 10 jaar) “Ik mag van mama en papa niet alleen naar een speelpleintje omdat dat ver is” (H., 9 jaar,) “Ik mag niet alleen naar de speeltuinen omdat ik mijn weg nog niet weet” (J., 10 jaar) “Er zijn leuke speelpleintjes maar ik mag niet alleen omdat er meestal veel grote jongens skateboarden” (S., 10 jaar)

Er zijn kinderen die aangaven aan te voelen dat ze niet voldoende tijd hebben om (buiten) te spelen. In een klas- gesprek in een 5de leerjaar bijvoorbeeld, gaven de leerlingen op de vraag ‘wat moet er in Temse zijn om echt kindvriendelijk te zijn?” het antwoord “tijd om te spelen”. L., die in het 4 de leerjaar zit, vertelt “Er zijn genoeg speeltuinen maar ik heb niet altijd genoeg tijd” En N., die eveneens in het 4de leerjaar zit, zegt “Ik heb geen tijd om te spelen” K., 10 jaar pleit dan ook in het algemeen voor “Meer vrije tijd” Veel kinderen halen in dit kader aan dat naar school gaan en veel huiswerk moeten maken hun vrije tijd fel in- perkt. Heel wat kinderen geven aan dat de verhoudingen anders zouden mogen liggen. Zo zegt C., 8 jaar, over de verhouding huiswerk-vrije tijd: “Ik wil minder huiswerk en veel meer vrije tijd” Of Q., 10 jaar: “Als ik burgemeester zou zijn, dan was er veel tijd om te spelen en minder huiswerk” Ook over de verhouding naar school gaan – vrije tijd werd heel wat gezegd. Enkele reacties “Schooldagen wisselen met vakantiedagen en weekend, behalve voor de grote vakantie” (I., 10 jaar) “5 dagen weekend, 2 dagen school” (Z., 11 jaar) “Als ik burgemeester zou zijn dan zou ik van woensdag een dag maken waar de kinderen niet naar school moeten” (L., 12 jaar) Heel wat kinderen pleiten er ook voor om de schooldagen in te korten door ze later te laten beginnen of vroeger te laten stoppen. In het 3de en 4de middelbaar BSO van het Lyceum aan de Stroom gingen leerlingen aan de slag met Slam Poetry. 1 van de resultaten klonk als volgt: “Minder schooluren zijn makkelijk te verduren, want nu krijgen we rare kuren die te lang duren. Tussen al deze muren zijn we niet meer bij te sturen; ze blijven maar op ons afvuren”

De belangrijkste reden die kinderen aangaven die ervoor zorgt dat er weinig speelmogelijkheden zijn in de open- bare ruimte, vormt het feit dat ze vinden dat er te weinig speelplekken zijn, in het algemeen of speelplekken die voldoende dicht in hun buurt liggen. “Ik moet veel lopen van bij mij thuis om naar de dichtstbijzijnde speeltuin te gaan” (L., 10 jaar) “Als ik burgemeester zou zijn dan zorg ik ervoor dat kinderen plaats hebben om te spelen” (G., 9 jaar)

Rapport kindvriendelijk Temse p102 | 141

“De meeste kindjes hebben geen speeltuigen of speelpleintjes in de buurt. Ze willen wel heel graag een eigen speelplekje bij hen in de buurt” (observatie klasgesprekken 1ste en 2de leerjaar Tielrode en El- versele) Kinderen pleiten er veelvuldig voor om er aandacht voor te hebben dat elk kind dicht bij huis buiten kan spelen. Zeker kinderen die geen tuin hebben, moeten hun uitlaatklep vinden dicht bij huis. “We willen voor iedereen een tuin om in te spelen of veel speelpleintjes in de buurt” (klasgesprek 2 klas- sen 5de leerjaar) Wanneer in klasgesprekken werd gevraagd wat Temse echt moet hebben om kindvriendelijk te zijn, kwam daar telkens in naar voor dat Temse meer speelruimte moet hebben, en dat ervoor moet gezorgd worden dat elke buurt in de gemeente haar speelruimte heeft. Sommige kinderen gaan nog iets verder en willen in elke straat een speelplek, zoals S., 11 jaar, die zegt “Meer speelpleinen in Temse, in elke straat 1”

Ook jongeren geven aan meer ruimte in de gemeente te willen hebben. Bij hen gaat het dan niet meer om spe- len, maar wel om af te spreken en samen te zijn met vrienden of om te sporten. “Ik wil meer kunnen afspreken op pleintjes en meer pleintjes in de gemeente” (L., 12 jaar)

Kinderen en jongeren geven soms ook specifiek aan welke plekken volgens hen te weinig speelmogelijkheden hebben in Temse: “Er zijn geen goede speeltuinen in de buurt” (N., 9 jaar, woont in de Stationstraat) “Ik wil meer speelplek in de Dorpstraat” (M., 10 jaar) “Ik wil meer speeltuinen in Steendorp” (A., 9 jaar) “Ik wil een grote speeltuin in Elversele” (I., 10 jaar) “Ik heb geen speelplein in de Hollebeekstraat” (K., 4de leerjaar) “Dicht bij mijn straat staat een pleintje en bij dat pleintje staat niks, het is een leeg plein” (E., 9 jaar, woont in de Clement D’Hooghelaan) “Bij mij in de buurt is er geen speelplein. Ik ga nergens spelen omdat er geen speelplein is” (T, 4de leer- jaar, woont in de Smesstraat) “Ik heb bij mij thuis geen speelplek maar het is niet erg, bij mijn oma en moeke zijn er speeltuinen” (N., 10 jaar, woont in de Hoogkamerstraat) “Er zijn weinig speeltuinen in mijn straat. Ik mag nooit alleen naar een speeltuin want dat is te ver” (L., 10 jaar, woont in de Panneellaan) “Ik heb geen speelplek in mijn buurt” (R., 9 jaar, woont in de industriezone) “In de Frans Smetstraat moeten er geen huizen komen maar wel een speeltuin voor de kinderen die daar wonen” (B., 11 jaar) “Ik wil meer pleintjes in de Gentstraat” (R., 11 jaar) “Ik vind dat er meer speelpleintjes moeten komen in de Kapelstraat” (E., 9 jaar) “Er moeten meer speelpleinen komen” (L., 10 jaar, woont in de Gelaagstraat) “Ik heb geen speelplek in de buurt en dat vind ik niet leuk” (P., 7 jaar, woont in de Heirputstraat) “Ik wil veel speelpleintjes in mijn buurt” (M., 9 jaar, woont in de Polderstraat) “Ik wil graag meer speelpleintjes in de buurt” (E., 10 jaar, woont in de Vredestraat) “In de Stokthoekstraat wil ik een speelpleintje” (T., 11 jaar) “Ik zou meer speeltuigen willen in de Lasserslaan” (N., 9 jaar) “Ik mag van mama en papa niet alleen naar een speelpleintje omdat dat ver is” (H., 9 jaar, woont in de Scheldestraat) “Wij willen heel graag een nieuw park in de Philemon Haumanstraat waar het bos is” (H., 12 jaar)

De omgeving rond De Zaat kwam erg vaak naar voren in gesprekken met kinderen als plek met heel wat potenti- eel om speelruimte te bieden: “Op De Zaat kunnen meer speeltuinen komen want nu is dat gewoon gras en als we daar spelen is het niet druk” (E., 12 jaar)

Rapport kindvriendelijk Temse p103 | 141

“Een grote speeltuin voor de Zaat” (M., 8 jaar) “Een trampoline op het Frans Boelplein” (Y., 11 jaar) “Om de 2 weken een voetbaltornooi op De Zaat” (J., 11 jaar) “Ik wil iets voor kinderen op De Zaat omdat De Zaat zo groot is en daar niets voor kinderen is” (Z., 8 jaar) Zie boven: Panneellaan en Lasserslaan liggen eveneens in de omgeving rond De Zaat.

Ook de schoolomgevingen schuiven kinderen en jongeren vaak naar voren wanneer ze het hebben over meer speelmogelijkheden; na school kunnen ze daar nog even rondhangen of –spelen. “Ik zou graag meer speeltuintjes willen in de omgeving van de scholen” (L., 10 jaar) “Ik wil in de buurt van Elversele een parkje waar we na school naartoe kunnen” (H., 11 jaar) “Ik wil graag meer ontspanning in de buurt van scholen” (G., 11 jaar) “Ik zou graag meer speeltuintjes willen in de omgeving van de scholen” (L., 10 jaar)

Wat de scholen betreft: enkele kinderen doen ook voorstellen om de speelplaatsen een andere invulling te ge- ven. “In alle scholen een grote speelplaats met veel speelgoed en glijbanen, een zandbak en een voetbal- goal” (H., 12 jaar) “Ik wil graag leukere speelplaatsen” (T., 11 jaar” “Op school wil ik graag een voetbalveld met gras en een groot voetbalveld” (N., 10 jaar) A., 11 jaar, besluit dan ook “Als ik burgemeester was, dan zou ik scholen meer ondersteunen zodat ze nieuwe speeltuintoestellen zouden kunnen kopen”

Ook de omgeving rond het zwembad kan tot slot meer benut worden volgens kinderen: “Het park aan het zwembad is mooi maar er mogen nog meer speeltuigen komen” (klasgesprek 1ste leerjaar) “Naast het zwembad een groot speelplein maken zoals in Bornem” (N., 12 jaar) “Een groter park maken naast het zwembad” (muurschrijfproject 4de leerjaren) “Een grote speeltuin naast het zwembad waar je kan eten en ook de allerkleinsten mogen er in” (L., 8 jaar)

We hoorden in het belevingsonderzoek nooit dat kinderen of jongeren zich niet welkom voelen in de openbare ruimte. Onrechtstreeks misschien, wanneer kinderen en jongeren vragen naar meer voetbalnetten omdat anders hun bal tegen auto’s en op straat belandt (zie verder). 1 meisje pleit wel voor meer borden waar op staat “Hier mag je op straat spelen”.

Hoe willen kinderen en jongeren de openbare (speel)ruimte ingericht zien?

Kinderen en jongeren gaven heel erg veel input over hoe zij de openbare ruimte zien, wat ze leuk vinden en wat minder. Van sportplekken naar water en zwembaden, van rustige plekken om te ‘chillen’ naar het belang van winkels voor de jeugd in Temse, kinderen en jongeren lieten het allemaal de revue passeren.

De (speel)plekken die er zijn in de openbare ruimte, kunnen volgens kinderen en jongeren af en toe anders inge- richt worden. Wat stellen ze voor? Niet toegespitst op een concrete locatie in de gemeente, horen we onder an- dere volgende voorstellen: “Ik wil graag een grote trampoline en glijbaan om kinderen blij te maken” (E., 9 jaar) “Er kunnen schommels bij komen en schommelbanden” (L., 4de leerjaar) “Ik wil dat er een straatje komt waar we spelletjes kunnen spelen met vrienden” (R., 9 jaar) “Ik zou graag een groot park willen met banken, schommels en een wip en als het gaat regenen een heel mooi afdak” (M., 9 jaar)

Rapport kindvriendelijk Temse p104 | 141

Soms halen kinderen ook concrete plekken aan, die ze graag anders ingericht zien: “Ik zou graag een nieuwe wipplank willen in het parkje in de Azalealaan” (M., 8 jaar) “Het speeltuintje in mijn wijk moet een beetje leukere dingen hebben” (A., 10 jaar, woont in de Azalea- laan) “Ik vind dat in de Oeverstraat een reusachtig speelplein met trampolines en een schommel moet ko- men” (M., 9 jaar) “Ik wil een heel grote trampoline op de markt” (J., 9 jaar) “Het pleintje in de wijk langs de Koning Boudewijnlaan leuker maken” (L., 9 jaar) “Bij ons een nieuwe schommel, de vorige werd afgebroken” (A., 11 jaar, woont in de Koning Boudewijn- laan) “In het park Verbeeck is het saai” (E., 10 jaar) “In de Roomkouter moeten er nog schommels komen” (M., 10 jaar) “Ik wil graag een strand bij de schelde” (W., 11 jaar) “Je kan in het midden van de dijk een speeltuin zetten of een boomhut” (C., 12 jaar)

Qua speeltuigen horen we trampolines, grote glijbanen en schommels het vaakst terug komen. Ook ‘avontuurlij- kere’ invullingen komen echter regelmatig aan bod, zowel bij meisjes als bij jongens. Een greep uit de voorstel- len: “Terug zandbergen op de kaai leggen om in te spelen” (muurschrijfproject 16+) “Meer klimrekken of –muren” (klasgesprek 4de leerjaar) “Meer bomen zodat we ons beter kunnen verstoppen” (E., 11 jaar) “Een groot bos om op survivals te gaan” (M., 11 jaar) “Meer bossen en hout om kampen te bouwen en allerlei dingen” (E., 12 jaar) “Een parcours met klimdingen” (S., 10 jaar) “Ik zou graag in Elversele een natuurpark willen met een doolhof” (M., 11 jaar) Heel erg vaak vernoemden kinderen boomhutten: dat concept prikkelt hen omwille van het avontuurlijke, maar J., 11 jaar bekijkt het ook anders: “Ik wil graag een bos met een boomhut waar kinderen rustig kunnen hangen” Ook een speelbos werd een aantal keer vernoemd.

Pretparken en binnenspeeltuinen komen wellicht weinig verrassend geregeld aan bod in wat kinderen graag wil- len in de gemeente: “Een klein pretparkje en een grote binnenspeeltuin met glitterschuifaf” (J., 9 jaar)

‘Oudere’ kinderen, tussen 10 en 12 jaar, halen aan dat het aanbod aan speeltuigen soms ruimer mag zijn. Vaak hebben ze de indruk dat de speeltuinen eerder zijn toegespitst op kleinere kinderen. “Ik vind dat het speelplekje te kinderachtig is en ik wil een nieuw speelplekje” (F., 11 jaar, woont in de Aragonialaan) “De bestaande speelplekken zijn vooral voor kleine kindjes, soms voelen ze zich al wat te oud voor de speeltuigen op de speelplekjes” (klasgesprek 4de leerjaar) Het valt ook op dat wanneer kinderen richting 12 jaar gaan, maar nog niet tot ‘de 12plussers’ behoren, ze opval- lend vaak gewag maken van de nood aan een eigen plek in de vorm van een ‘clubhuis’. “Clubhuizen voor tieners” ( S., 11 jaar) “Ik zou een clubhuis willen voor alle kinderen in Steendorp” (R., 11 jaar) “Een clubhuis waar allemaal mensen samen komen” (M., 11 jaar) Ook in een klasgesprek in het 5de middelbaar was er sprake van het oprichten van een clubhuis: “Een clubhuis om samen activiteiten te doen” E., 11 jaar, ziet het zelfs al erg concreet voor zich: “Ik zou een clubhuis willen voor kinderen van Steendorp. Het moet gezellig zijn en er moet een toilet zijn. Graag een waterkraan, een frigo en een microgolfoven hebben. Maar niet iedereen mag er zomaar

Rapport kindvriendelijk Temse p105 | 141

binnen. Ze moeten een sleutel hebben en wie de deur laat openstaan moet de volgende keer eten mee- brengen”

Toch houden vele van deze 10-12jarigen tegelijkertijd erg veel rekening met aanbod voor kleinere kinderen wanneer ze meegeven hoe zij speelplekken zouden inrichten. Vaak zijn het meisjes die de link leggen naar speel- mogelijkheden voor de kleinsten. Enkele voorbeelden: “Bij mijn oma in de buurt, in de Schoolstraat, is er een pleintje van hout. Liefst wat plastiek en touw er- over doen om aan iets te geraken (voor mijn kleine zus)” (Z., 10 jaar) “Een glijbaan voor grote kinderen en een glijbaan voor kleine kinderen” (I., 9 jaar) “Ik wil een speelhuisje voor de kleine kinderen” (E., 9 jaar) “Als ik burgemeester was, dan maakte ik een parkje met een fonteintje en een speeltuintje voor de kleintjes” (M., 11 jaar) D., 8 jaar, is de enige jongen die zich kenbaar zorgen maakt om de allerkleinsten die komen spelen op de speel- plekken: “Als ik burgemeester was dan maakte ik een parkje voor baby’s met voldoende bescherming”

Ook +12-jarigen erkennen dat (kleine) kinderen speelplek nodig hebben, aangepast aan hun leeftijd. Maar tege- lijkertijd benadrukken ze dat ook zij behoefte hebben aan een eigen plek. De ruimtes die er zijn in Temse, zijn vaak toegespitst op kinderen. Nogmaals: ze erkennen het belang ervan, maar missen plekken die afgestemd zijn op wat zij nodig hebben om hun vrije tijd te beleven in de openbare ruimte in Temse. R., 12 jaar, wou graag nog een concrete situatie aankaarten hier omtrent: “Ik wil graag een voetbalveldje in mijn straat. De gemeente had dit beloofd maar heeft een klein hou- ten speelhuisje gebouwd” (R., 12 jaar, woont in de Weelstraat) Enkele voorstellen die jongeren nog doen over hoe een plek kan ingericht worden om aan hun specifieke noden rond ‘samen zijn’ te voldoen: “Hangplekjes met een graffitimuur” (K., 13 jaar) “Een speeltuin met een hangplek waar je graffiti mag spuiten, met bankjes, een meertje en een basket – en voetbalterrein” (J., 12 jaar) “Meer gezellige parkjes zoals in het buitenland” (muurschrijfproject 16+) “Meer pleintjes in het centrum van Temse” (klasgesprek 5de middelbaar) “Meer gezellige cafeetjes” (muurschrijfproject 16+) “Een loungebar” (klasgesprek 5de middelbaar) “Meer voorzieningen gericht naar de Islamitische cultuur zoals halal-eetzaken, zwembaden per ge slacht” (klasgesprek 3de en 4de middelbaar) In een klasgesprek in het 5de middelbaar zagen de leerlingen een ideale wijk overigens als een wijk waar centraal een plein ligt, en de straten daar rond geordend zijn. Bij +12jarigen neemt voetballen een belangrijke plek in in hun vrijetijdsbesteding in de openbare ruimte. “Een plaats om te voetballen en te spelen (zoals KSV)” (H., 15 jaar) “Meer parken met voetbalgoalen” (H., 12 jaar) “Er moeten meer pleintjes met voetbalgoalen komen” (klasgesprek 5de middelbaar) “Meer voetbalpleinen in de Sompershoekwijk” (klasgesprek 5de middelbaar) Hier onder gaan we verder in op plekken om te voetballen in de gemeente.

De jeugd in Temse blijkt sportief te zijn. Heel wat kinderen en jongeren geven hun droombuurt of wijk vorm door sportieve invullingen. Ze weten ook dat bewegen gezond is en zouden dat zelf meer stimuleren. Wanneer L., 8 jaar) burgemeester zou zijn, dan “Zou ik zeggen dat de kinderen niet lui in de zetel moeten hangen maar moeten sporten” Naast voetballen, fietsen, wandelen, skateparken en schaatsbanen (dewelke het vaakst voorkwamen en we hier- onder verder bespreken) kwamen ook nog volgende invullingen aan bod: • Fit-o-meters • Beachpleinen

Rapport kindvriendelijk Temse p106 | 141

• Sporthallen (waarin verschillende sporten zoals paardrijden, krachtbal, dansen, turnen, muurklimmen,… uitge- oefend kunnen worden) • Tennisvelden • Atletiekpistes (binnen en buiten) • Korfbalpalen • Een rolschaatpiste op de dijk • Een groot turnterrein • Bowlinghal

Voetballen is voor veel kinderen en jongeren (niet enkel jongens, overigens) een leuk en belangrijk tijdverdrijf. Heel er vaak horen we dan ook de nood terugkomen naar meer plekken in de gemeente om te voetballen of naar meer goals op bestaande pleinen. Concrete voorstellen van kinderen daar rond luiden: “Waarom mogen er geen goalen in de Lasserslaan? Daar is genoeg ruimte” (klasgesprek 6de leerjaar) “Op de boelwerfpleinen ook een voetbalveldje” (J., 11 jaar) “Ik wil dat er in Steendorp een voetbalveld komt met kunstgras” (Y., 9 jaar) “Ik zou het fijn vinden als er een voetbalpleintje komt in Steendorp” (C., 10 jaar) “Meer goalen met netten op pleinen zetten wat goalen zonder netten zijn gevaarlijk: bal tegen auto’s, op straat,…” (klasgesprek 6de leerjaar) “Zien dat op speelpleintjes de ballen niet op straat kunnen rollen, dat is niet veilig” (klasgesprek 5de leer- jaar) “Er kan een extra speeltuin komen met kunstgras voetbalveld” (E., 5de leerjaar) “Meer speelpleinen waar je kan voetballen met vrienden” (J., 10 jaar)

Heel wat kinderen vragen meer ruimte om te fietsen, of om te mountainbiken: “Een fietspark om te fietsen zou leuk zijn” (E., 9 jaar) “Een crossparcours voor BMX” (N., 10 jaar) “Een mountainbikeparcours” (A., 11 jaar) “Graag een stoer en prachtig parcours” (Poetry Slam 3de en 4de middelbaar) “Een fiets- en steppark” (muurschrijfproject 4de leerjaren) “Een nieuw fietspark voor de gemeente” (G., 9 jaar)

Ook een skatepark kwam vaak naar voren in de wensen van kinderen “Een groot skatepark waar je ook mag fietsen” (klasgesprek 5de leerjaar) “In mijn droombuurt is een skatepark” (J., 10 jaar) “Een skatepark in Tielrode” (A., 6 jaar) “Dat er aan de Sint-Jorisstraat een skatepark komt” (S., 10 jaar)

Veel kinderen brachten aan dat een schaatsbaan in de winter voor leuk tijdverdrijf kan zorgen: “Een schaatsbaan naast de Zaat” (R., 9 jaar) “Ik zou graag in de winter in Temse een schaatsbaan hebben dat je eerst water legt en dan laten bevrie- zen en dan kunnen we schaatsen” (J., 8 jaar) “Ik zou graag een ijspiste hebben in Elversele” (J., 8 jaar)

Ook wandelen komt, misschien eerder onverwacht, vaak aan bod in wat kinderen graag doen en waarvoor ze expliciete ruimte willen. Vaak hangt dat voor kinderen samen met een duidelijke aanwezigheid van ‘de natuur’ (bossen, dieren, vijvers,…). “Ik wil een groot park met een bos waar je kan wandelen” (F., 9 jaar) “Een groot parkje waar veel natuur en bloemen zijn waar de mensen van Temse kunnen wandelen” (Z., 9 jaar) “Ik wil graag meer wandelpaden” (A.,7 jaar)

Rapport kindvriendelijk Temse p107 | 141

“Als ik burgemeester was dan maakte ik een super groot bos met vijvers en eenden. Je kan erin verdwa- len zo groot!” (S., 10 jaar) “Ik wil graag een parkje met mooie vijvertjes en bloemetjes waar de mensen van Temse kunnen wande- len” (I., 9 jaar)

Toch valt ook op dat, waar de meerderheid van kinderen en jongeren pleiten voor speelplekken, leuke speeltui- nen, ruimtes om actief te sporten enzovoort, er toch ook heel wat kinderen én jongeren zijn die aanhalen nood te hebben aan rustige plekken, plaatsen waar ze kunnen ‘chillen’ en tot rust kunnen komen of een wandeling te maken. “Stille kinderen willen een prachtig park om te chillen” (Slam Poetry 3de en 4de middelbaar) “Ik wil graag meer rustige plekken, leesplekken” (S., 8 jaar) “Ik wil graag een leeshoek” (Y., 10 jaar) “Ik wil graag een paar parkjes in Elversele met natuur en waar je rust hebt” (M., 11 jaar) “Ik wil graag een parkje waar je eens rustig kan wandelen” (L., 12 jaar” “Als ik burgemeester was dan zou ik in Elversele een mooi park maken waar het heel rustgevend is en veel groen (bomen, planten) maar ook plaatsen voor dieren, bankjes, een zwembad, veel natuur. Ik wil daar ook genoeg vuilbakken want ik wil niet dat iedereen zijn afval daar op de grond gooit. We moeten dat dan goed onderhouden. We kunnen er ook een speeltuin zetten” (L., 12 jaar) “Als ik burgemeester zou zijn dan opende ik een groot speelplein met een skatepark en je kan er ook rus- tig zitten en wandelen” (J., 11 jaar)

Qua ‘infrastructuur’ verwijzen veel kinderen daaraan verbonden dan ook naar een tekort aan banken op ver- schillende plekken: in de parken, op de pleintjes, aan voetbalvelden,… Ook picknickbanken zouden kinderen graag vaker zien in Temse. Enkele kinderen vermelden ook nog picknickweides of –parken als plekken die hen zouden aantrekken.

Ook de aanwezigheid van dieren valt sterk op in de verhalen en tekeningen van kinderen. Dat gebeurt onder ver- schillende vormen: dierentuinen, kinderboerderijen, dierenasielen,…

Rapport kindvriendelijk Temse p108 | 141

Enkele citaten hierover: “Ik wil een zoo in de buurt, en een vijver met Piranha’s” (S., 3de leerjaar) “Meer dierenstallen omdat er veel dieren mishandeld worden en hier komen ze tot rust” (V., 11 jaar) “Een kinderboerderij (maar zonder kippen)” (S., 10 jaar) “Meer schattige dierenboerderijen” (S., 7 jaar) “Een speeltuin met kippen” (Y., 7 jaar) Kinderen die zelf een hond hebben halen aan dat ze het jammer vinden dat de hondenweiden verdwenen blijken te zijn. Ze halen aan dat ‘de hondenweiden allemaal terug open moeten gaan’. Z., 11 jaar, zegt hierover: “In Temse zijn alle hondenweiden weg en mijn hond speelt altijd met de bal. Maar nu is alles weg en dus we kunnen niet meer spelen in de hondenweiden want in de winter in onze tuin is het nat en modderig dus kunnen we niet meer met de bal en daar konden we het wel dus alsjeblieft. Anders is hij wild en hij wilt in de hondenweiden.”

We kunnen er niet omheen. Het onderwerp ‘zwembad’ leeft heel erg sterk bij kinderen en jongeren in Temse. Ze zijn er heel erg mee bezig dat het oude zwembad werd afgebroken, er nu tijdelijk geen zwembad meer is en een nieuw wordt gebouwd. Voor de jeugd van Temse, van jong tot oud, neemt het zwembad een belangrijke plek in in in hoe zij hun vrijetijd beleven in de gemeente. In de verschillende droombuurt-tekeningen zagen we bijvoor- beeld vaak dat een zwembad een prominente en letterlijk centrale plek in nam.

Rapport kindvriendelijk Temse p109 | 141

In 1 klas uit het eerste leerjaar tekende zelfs elke leerling een zwembad in zijn of haar droombuurt. Heel wat kinderen zijn ongeduldig en kunnen niet wachten tot het zwembad opnieuw open gaat: “Als ik burgemeester was dan zou ik het zwembad sneller afmaken zodat het snel kan opengaan” (L., 6 jaar) “Ik zou graag willen dat het zwembad vroeger terug open gaat” (R., 11 jaar) “Graag een extra zwembad tot het nieuwe er is” (S., 10 jaar) “Jammer dat het zwembad wordt afgebroken. Nu moeten we heel lang wachten op een nieuw en wach- ten is niet leuk want dat duurt veel te lang” (klasgesprek 1ste leerjaar) De kinderen gaven ook vaak mee hoe zij het zwembad ingericht willen zien. Daarin namen (veel en grote, specta- culaire) glijbanen een prominente plaats in:

Rapport kindvriendelijk Temse p110 | 141

“Ik wil graag een super leuk zwembad met wel 10 glijbanen” (L., 9 jaar) “Een zwembad met een 15dubbele glijbaan” (A., 9 jaar) “Een nieuw leuk zwembad met leuke glijbanen en een springplank en een stukje tropisch zwembad” (E., 9 jaar) “Een zwembad met glijbaan, springplank, bubbelbad en douches” (A., 9 jaar) “Een zwembad zoals in Beveren met doolhofglijbaan met banden” (S., 10 jaar) Ook binnen dit thema waren enkele oudere kinderen die ook dachten aan de kleinere kinderen, die ook hun ga- ding moeten vinden in hun ‘droomzwembad”: “Een zwembad met veel glijbanen maar ook een apart deeltje voor de kleine kindjes” (M., 9 jaar) F., 9 jaar, heeft nog een extra idee om sfeer te maken in het nieuwe zwembad: “Als ik burgemeester was dan zou ik elke zondag in het zwembad een discobal hangen” Heel wat kinderen pleiten ook voor een openluchtzwembad of een zwemmeer: “Ik zou van dat afgebroken zwembad een openluchtzwembad maken” (G., 9 jaar” “Een nieuwe zwemvijver in Temse” (M., 11 jaar)

Niet enkel een zwembad, maar water in het algemeen is voor veel kinderen en jongeren een aantrekkelijke fac- tor in een stad of gemeente. Heel wat kinderen en jongeren maakten dit duidelijk wanneer ze hun droombuurt tekenden of bespraken: fonteinen, rivieren, meren, stranden… namen vaak een belangrijke plek in. “Ik wil graag meer rivieren en meren in Temse (het moet wel mooi zuiver water zijn)” (L., 12 jaar) “Ik wil graag een park met vijver en fonteinen” (D., 11 jaar) “Een super groot bos met vijvers en eenden zou leuk zijn” (S., 10 jaar) “Ik wil graag meer strand en water (maar geen regen)” (E., 12 jaar) Om die reden wellicht komt ‘de Schelde’ als waterloop ook vaak aan bod in gesprekken en tekeningen. De aan- wezigheid van water, zonder daar noodzakelijk in te moeten zwemmen, vinden kinderen leuk. Om die reden von- den leerlingen uit het eerste leerjaar de brug over de Schelde bijvoorbeeld leuk: “Het is leuk om over te wandelen want dan kan je het water onder je voeten zien”

Rapport kindvriendelijk Temse p111 | 141

Standbeelden zijn, vooral voor de kleinsten, een heel leuke spelprikkel. De kinderen geven aan dat ze het leuk vinden wanneer er standbeelden staan in de gemeente. Vooral dan standbeelden waarop ze kunnen klimmen zoals dit standbeeld van een leeuw:

Wanneer kinderen uit de kleuterklas of het eerste leerjaar een foto van het standbeeld te zien kregen, bleek dat een grote meerderheid van hen er al op geklommen of gezeten hebben, of de leeuw al geknuffeld hebben. Kleu- ters uit het 3de kleuterklasje dachten ook na over waarom het standbeeld van de leeuw daar stond: “Die leeuw staat daar omdat die daar gestorven is. Die staat daar om te bewaken” Het standbeeld van de Kaailopers die diezelfde kinderen te zien kregen, bleek veel minder populair:

In tegenstelling tot het standbeeld van de leeuw, kregen we hier geen reacties dat kinderen het beeld gebruiken om te spelen, te klimmen, te knuffelen,… De kaailopers blijken voor kinderen veel minder aantrekkelijk te zijn. Een laatste standbeeld dat de revue passeerde, was het standbeeld van een reiziger onderweg, aan het station. 1 meisje van 10 jaar oud vond het standbeeld wellicht wat kleurloos en saai en haalde aan dat “Pipi Langkous bij het station gerestaureerd moet worden”

Het plaatsen van (stand)beelden in de openbare ruimte zet kinderen dus niet enkel aan tot spelen, wanneer deze beelden zich daartoe lenen tenminste, maar prikkelt blijkbaar ook de fantasie; een reiziger wordt Pipi Langkous, een leeuw staat er om te beschermen.

Rapport kindvriendelijk Temse p112 | 141

Om het thema ‘hoe willen kinderen en jongeren de (speel)plekken in Temse ingericht zien’ te beëindigen, citeren we graag nog G., 9 jaar, die nadenkt over hoe kinderen met een handicap ook kunnen meespelen in de open- bare ruimte: “Als ik burgemeester was, dan zou ik ervoor zorgen dat de kinderen in een rolstoel ook een speelplaats hebben. Ik ga glijbanen maken met in de plaats van een trap, een platte kant”

Andere aspecten in de openbare ruimte die kinderen en jongeren beïnvloeden in hun beleving

Kinderen en jongeren halen niet enkel speelse of vrijetijdsaspecten aan wanneer ze hun ervaringen in de open- bare ruimte delen. Achtereenvolgens komen aan bod • Winkels • Parkeerplek • Meer kleur en sfeer in het straatbeeld • (On)veiligheidsgevoel

Winkels Heel erg veel 10- tot 16jarigen halen het belang van winkels aan in de gemeente. Dat lijkt verrassend want we zijn snel geneigd om jeugd te linken met speelruimte, open ruimte enzovoort. Uiteraard vinden zij dat belangrijk, maar we kunnen er ook niet naast kijken dat uit het belevingsonderzoek naar voren kwam dat heel wat kinderen en jongeren winkels een belangrijke plek toedingen in hoe zij de gemeente beleven. Heel wat winkels passeerden de revue: speelgoed- snoep-, lego- en gamewinkels zijn daarvan de meest evidente want lijken het meest aan te sluiten bij de leefwereld van kinderen en jongeren. Maar ook bakkers, kledingwin- kels, mediawinkels, muziekzaken, meubelwinkels, kappers, fietsenwinkels, schoonheidssalons, boekenzaken, nachtwinkels, fastfoodrestaurants, winkels met halaleten en zelfs een aardbeienwinkeltje kregen van veel 10- tot 16jarigen, vooral meisjes, een plek in hun ‘droombuurt’ of ‘droomgemeente’. Ook voor het idee van een winkel- centrum bleken heel wat tieners gewonnen. Nog enkele specifieke noden die leefden bij de jongeren: In Steendorp blijkt er een gemis te zijn aan winkels. Dit is de enige deelgemeente die concreet benoemd werd. 2 van de reacties hierover klinken: “Ik zou een winkel laten bouwen in Steendorp want we moeten altijd naar Rupelmonde of Temse gaan” (N., 11 jaar) “Een supermarkt in Steendorp, wij moeten altijd naar een ander dorp” (P., 12 jaar) Af en toe wordt er gepleit voor winkels en eetgelegenheden die enkel voor kinderen zijn: “Een restaurant voor alleen kinderen” (Y., 9 jaar) “Een winkel voor alleen maar kinderen” (A., 11 jaar) “Meer winkels voor kinderen” (L., 10 jaar) 3 tieners pleitten er tot slot voor om de openingsuren van winkels te veranderen: “Ik zou graag willen dat de winkels in de week later openblijven” (R., 11 jaar) “Ik wil graag winkels die elke dag en elk moment open zijn” (M., 13 jaar) “Als ik burgemeester was dan zouden elke zondag alle winkels open zijn” (S., 10 jaar) Om het thema ‘winkels’ af te sluiten laten we tot slot nog N., 7 jaar aan het woord, die vertelt wat zij zeker zou doen mocht zij burgemeester worden: “Als er nieuwe solden zijn dan doe ik ze open’

Parkeerplek Enkele kinderen halen de nood aan meer parking aan. Het komt niet vaak voor in de verhalen van kinderen, maar voldoende om toch te vermelden. De kinderen verwoorden het heel kort en zonder veel uitleg als ‘meer parkeer-

Rapport kindvriendelijk Temse p113 | 141

plaats’ of ‘meer parking’. Behalve M., 9 jaar, die voorstelt om dan wel meer parking te voorzien maar niet boven- gronds. Zo nemen de wagens geen ruimte in. Bovendien ziet ze die ondergrondse parkings ook als iets behoorlijk spectaculairs: “Als ik burgemeester was dan zou ik alle parkingen ondergronds maken en dan moet je auto in een reu- zelift rijden. Dan kom je helemaal naar boven en dan sta je op de hoogste verdieping en dan kan je alles en iedereen zien. Dan kom je helemaal beneden met de lift als je met de auto bent en als je te voet was dan kon je met een reuzeroltrap naar beneden”

Meer kleur en sfeer in het straatbeeld Het straatbeeld in het algemeen kan in Temse volgens kinderen best wel meer kleur en sfeer gebruiken. Kin- deren komen met volgende creatieve voorstellen: “De lampen die op straat staan discolampen in zetten” (S., 8 jaar) “Meer kleur en lichtjes in de straten” (A., 13 jaar) “Versiering op straat” (C., 12 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik muziek in de straten laten horen” (Y., 10 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik de stad veel kleurrijker maken, proberen niet te veel zwart en duis- ternis” (M., 9 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik ervoor zorgen dat Temse een stad wordt waar je direct naartoe wil. Ik zou vlagjes hangen zodat iedereen zich thuis voelt” (M., 11 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik veel meer leven en veel meer entertainment in Temse brengen” (F., 9 jaar)

(On)veiligheidsgevoel Het kwam eerder weinig aan bod, maar voldoende om ook aan dit thema aandacht te wijden. Enkele kinderen gaven aan zich niet altijd veilig te voelen op straat, in parken,… De concrete plekken die kinderen aanhalen: “Ik voel me niet veilig op het Waesmeer omdat daar iemand vermoord is” (Z., 8 jaar) “Mijn pleintje is echt heel gevaarlijk” (S., 4de leerjaar, woont in de Parklaan) “Aan het zwembad in het bos meer verlichting en meer politie, dan voelen we veiliger als we daar af- spreken” (J., 11 jaar) “Meer verlichting in de A. Rodenbachlaan, het is daar echt nodig!” (Y., 11 jaar) Plekken waar niet veel mensen zijn, lijken kinderen soms af te schrikken. Zo zegt S., 10 jaar “Ik wil meer mensen op de weg, dan heb ik minder schrik” Of E., 12 jaar “Ook al heb ik nooit iets gehoord of zo dat er iets ergs of engs is gebeurd maar als ik alleen over straat wandel voel ik me niet zo veilig” Een andere factor die maakt dat kinderen zich niet overal even veilig voelen, is te weinige verlichting op som- mige plekken. Zo vraagt onder andere J., 10 jaar “Meer verlichting in steegjes en kleine straten” Enkele kinderen en jongeren pleiten voor meer ‘blauw’ op straat: “Er zou meer politie moeten patrouilleren” (klasgesprek 1ste middelbaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik meer politie inzetten” (H., 10 jaar” “Meer agenten in de straten” (M., 9 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik meer politie op wacht zetten en dieven langer in de gevangenis zet- ten, meer auto’s laten rijden dat je niet weet dat het de politie is” (M., 11 jaar) Hoewel niet alle kinderen de politie enkel zouden inzetten om repressief te zijn en dievenbendes achterna te zitten: “Als ik burgemeester was dan zou ik agenten op straat zetten om arme mevrouwen te helpen” (T., 7 jaar) Anderen benadrukken net expliciet dat ze zich wel veilig voelen “Ik ben heel blij in Temse en voel me veilig” (I., 9 jaar)

Rapport kindvriendelijk Temse p114 | 141

“Ik voel me altijd veilig omdat ik altijd bij mijn mama of papa ben” (C., 11 jaar) Tot slot nog een stukje uit wat H., 11 jaar, vertelde. Zij voelt zich niet onveilig door dieven of criminelen, maar door iets helemaal anders: “Ik verzoek (geen bevel) de werken in de Dorpstraat een beetje te laten vooruitgaan want ik ben een beetje bang dat die kraan op ons huis zou vallen”

Openbare gebouwen Ook de openbare gebouwen in Temse kwamen aan bod in de verschillende gesprekken. Achtereenvolgens be- spreken we • De Zaat • Het gemeentehuis • De bibliotheek • De Roxy

De omgeving rond de Zaat kwam eerder al aan bod als een plek die meer potentieel heeft om benut te worden als ruimte voor kinderen en jongeren. Ook het gebouw zelf kan volgens kinderen ‘kindvriendelijker’ ingericht worden. Nu beleven ze het gebouw als een plek die enkel voor volwassenen is: “AC De Zaat is voor zaken, zaken en zaken en enkel voor volwassenen” (R., 9 jaar) “De Zaat is voor grote mensen” (A., 10 jaar) “Ik vind dat er in De Zaat boekjes mogen liggen voor de kinderen voor het wachten” (J., 9 jaar) “Ik wil graag een speelhoek in de Zaat” (E., 9 jaar) Het gebouw is overigens wel erg bekend bij de kinderen. Wanneer ze een foto te zien kregen, wisten ze allemaal dat de burgemeester er werkt en de politiediensten daar zijn. Andere gemeentelijke diensten werden niet be- noemd. “Luc De Ryck is de burgemeester en die werkt daar” (klasgesprek 4de leerjaar) “Daar woont de politie. Daar werkt de burgemeester” (klasgesprek 3de kleuterklas) “De politie woont daar. Sommigen zijn er al geweest voor een boete” (klasgesprek 1ste leerjaar) “De politie en de gemeente is daar. Helemaal bovenaan is de bureau van de burgemeester. De meeste kinderen zijn er al eens geweest, voor een paspoort, een boete of de opendeurdag van de politie” (klas- gesprek 2de leerjaar) “Enkele kindjes zijn er al eens met mama en papa geweest om op reis te kunnen gaan” (klasgesprek 1ste leerjaar) “De politie zit op De Zaat” (klasgesprek 3de leerjaar) Heel veel kinderen blijken er geregeld over de vloer te komen met hun ouders, en hebben er heel wat tijd wach- tend doorgebracht. Reden te meer volgens hen om het gebouw ook meer naar hun leefwereld in te richten. “Het is daar doodsaai want je moet er gewoon wachten en wachten en wachten” (klasgesprek 1ste leer- jaar)

In verschillende klasgesprekken kregen kinderen ook een foto van het gemeentehuis te zien. Wat zeggen kin- deren over dat gebouw? “Dat staat op de markt, naast de kerk. Het is een heel mooi gebouw. De kinderen weten niet waarvoor het gebruikt wordt” (klasgesprek 3de kleuterklas) “Het gebouw is gekend bij de leerlingen. Het is leuk daar als de sint komt. Die deelt dan ballen en snoep- jes uit. Iemand heeft al eens een bezoekje gebracht aan de klokken in de toren” (klasgesprek 1ste leer- jaar) “Het gemeentehuis is niet zo gekend, wordt wat verward met de kerk. Ze weten dat je er kan trouwen. 2 kindjes zijn al helemaal in de toren geklommen om naar de klokken te gaan kijken” (klasgesprek 1ste leerjaar) “Het gemeentehuis wordt verward met de kerk” (klasgesprek 2de leerjaar) “Toen het zangstonde was met de jeugdverenigingen op de markt mochten ze naar het toilet op het ge- meentehuis. De sint komt er ook” (klasgesprek 3de leerjaar)

Rapport kindvriendelijk Temse p115 | 141

De bibliotheek is voor de meerderheid van de kinderen op lagere schoolleeftijd en uit de 3 de kleuterklas een erg fijne plek. Ze komen er graag, en de 1 al wat vaker dan de ander. We hoorden heel vaak dat de bib (heel) leuk of top is. “De bib is leuk. Er zijn kei leuke boeken en strips” (M., 10 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik veel bibliotheken inrichten” (F., 9 jaar) Toch hebben sommige kinderen ook voorstellen om de bib een nog fijnere plek te maken: “De kinderhoek van de moeken mag wat groter” (Z., 8 jaar) “Er mogen meer computers komen” (klasgesprek 4de leerjaar) “In de bib mogen vampierboeken komen want ik hou van vampiers” (N., 10 jaar) “Ik wil dat er meer griezelboeken komen in de bib” (A., 11 jaar) Bij de kinderen die in de deelgemeenten wonen, leeft het enigszins dat de bibliotheken daar verdwenen zijn. “Vroeger gingen alle kinderen naar de bib in Steendorp. Het filiaal is nu gesloten en de kinderen gaan nog maar weinig naar de bib in Temse” (klasgesprek 4de leerjaar) “Vroeger gingen ze vaker naar de bib toen die nog in Elversele was, Temse is soms wat ver” (klasgesprek 4de leerjaar) “Terug een bib in Elversele!” (N., 9 jaar) In een klasgesprek in het 1ste middelbaar kwam de bibliotheek ter sprake en daar bleek dat de leerlingen minder affiniteit vertonen met de bib dan jongere kinderen. De meesten gaven aan enkel naar de bib te gaan als het echt moest, en dan nog was dat met tegenzin.

Ook wat betreft De Roxy zien we dat lagere schoolkinderen daar graag komen en er positieve associaties mee zien, terwijl de klas uit het eerste middelbaar daar sceptischer tegenover staat: de leerlingen gaan liever naar de cinema in Sint-Niklaas. We merken ook dat vanaf kinderen 11 jaar zijn, ze vaker opmerken graag een bioscoop of cinema in de gemeente te hebben. Wellicht vinden zij minder aansluiting bij de Roxy dan jongere kinderen. Maar -12jarigen vinden de Roxy dus meestal wel fijn om te komen. De kinderen gaan er naar de film of het to- neel met familie/ouders of met de klas. Kindjes uit de 3de kleuterklas herinneren zich goed dat ze er ooit zelf eens op het podium mochten zitten. Ook voor de Roxy hebben enkele kinderen voorstellen ter verbetering: “Ik wil meer comedy of horrorfilms in de Roxy, modernere films” (L., 10 jaar) “Meer nieuwe fims in de Roxy” (T., 10 jaar) “We willen graag meer inspraak in het programma van de Roxy” (klasgesprek 5de leerjaar)

Inspraak en participatie

Kennis van de jeugddienst, jeugdraad, JOC In de klasgesprekken met klassen uit het 4de, 5de en 6de leerjaar werd gevraagd of ze de jeugddienst kennen. In elke klas zaten wel leerlingen die de jeugddienst kenden, namelijk van • Speelpleinwerking de SpeGT • De jeugddienst organiseert dingen voor kinderen • Ze helpen de leiders van de Chiro en Scouts, de jeugdbeweging • De pretcamionette • De pretgazet • De buitenspeeldag • Het is een dienst van de gemeente die instaat voor de kinderen in Temse, om het voor hen leuker te maken In de speeddates met de jeugddienst werd nog opgemerkt dat de jeugddienst veel doet voor de jeugd in Temse, maar de kinderen en jongeren maar weinig daarvan weten en dat dat een jammere zaak is.

Rapport kindvriendelijk Temse p116 | 141

In de speeddates werd ook gevraagd naar hoe goed de jeugdraad bekend is bij kinderen en jongeren in Temse. Daar werd opgemerkt dat bij de jeugdbewegingen de jeugdraad gekend is. Bij niet georganiseerde jeugd is de jeugdraad te weinig gekend. Maar ook de bekendheid van de jeugdraad bij jeugdbewegingen wordt gerelativeerd. De leden kennen de jeugd- raad eigenlijk niet en ook bij de leiding van de verschillende jeugdbewegingen is niet altijd even goed bekend wat de jeugdraad dan juist doet. Veel leiding bekijkt de jeugdraad meer als een ‘klachtenmoment’.

In de klasgesprekken met de klassen uit het 1ste en het 5de middelbaar werd nog gevraagd of ze JOC De Nartist kennen en er naartoe gaan. De leerlingen kennen het JOC allemaal. De leerlingen uit het eerste middelbaar ken- nen het JOC van de Megafuif, een fuif voor alle leerlingen uit het 6de leerjaar. De jongeren uit het 5de middelbaar kennen het JOC wel maar geven aan er niet vaak uit te gaan. Op de speeddate met het JOC gaven jongeren nog aan dat er steeds voorrang zou moeten gegeven worden aan de jeugd om het JOC te reserveren, en dat men zoveel mogelijk moet vermijden om met onnodige strenge maat- regelen i.v.m. politie bijvoorbeeld te werken.

Welke voorbeelden van inspraak en participatie kennen kinderen en jongeren? Kinderen en jongeren halen voorbeelden aan waarin ze hun stem mogen geven of mee dingen mogen beslissen: op school, in de vrije tijd, in de jeugdraad/het jeugdwerkoverleg.

Op school Op heel wat scholen bestaat er een leerlingenparlement of een leerlingenraad. De kinderen zijn daar steeds en- thousiast over. Drie klasgesprekken gingen door in scholen zonder leerlingenraad. In 1 van die klassen werd dat een gemis gevonden, een andere klas was er eerder gelaten over: “Als we iets willen, dan mogen we dat vragen. Dat is alles.” Hoe worden de raden samengesteld en hoe werkt de raad? De klassen vertellen: “Er is 1 leerling per klas. Deze leerling doet een bevraging in de klas en neemt ideeën mee om te bespre- ken in het leerlingenparlement” “Er worden elk jaar verkiezingen gehouden wie in de leerlingenraad mag zitten. De leerlingenraad komt elke maand samen.” “Er worden verkiezingen gehouden, wie de meeste kruisjes heeft mag naar de leerlingenraad” “De kleuterspeelplaats moest een nieuwe glijbaan krijgen, dat hebben we op de leerlingenraad verteld en gevraagd aan de juf. Die heeft dat dan besproken met de directeur”

Welke resultaten hadden de verschillende raden al gehad? “Er kwam een voetbaltafel, een speelhuisje, een pingpongtafel, een nieuw klimrek, een speeltjes- en leeshoek, kunstgras,…” “Ze organiseren dingen en doen dingen om de school beter te maken en ze helpen kindjes als er ruzie is” “De leerlingenraad doet samen met de juf dingen om de school beter te maken voor de leerlingen, bij- voorbeeld de speelgoedkoffers” “Er wordt nu elke vrijdagmiddag muziek gespeeld op de speelplaats, er kwam een lijn waar niemand meer door mocht”

In de vrije tijd Kinderen hebben af en toe in hun vrijetijdsbestedingen ‘iets in de pap te brokken’. In de jeugdbeweging: “In de VKSJ/KS/KLJ mogen we af en toe een beetje mee beslissen over het programma voor de komende weken” “In de jeugdbeweging mogen we soms mee kiezen wat we gaan spelen” Op de speelpleinwerking: “Op het speelplein in de zomer is er een parlement waar we onze eigen ideeën kunnen zeggen” In de sportclub: “In de boxclub mogen we soms zelf een eigen training verzinnen”

Rapport kindvriendelijk Temse p117 | 141

In JOC De Nartist, hoewel de inspraak in de werking en programmatie ervan beter kan, bleek uit de speeddate: “Er is voldoende inspraak via de kern, maar niet rechtstreeks door verschillende jongeren” “Waarom heeft de jeugd geen inspraak bij het kiezen van een nieuwe beroepskracht?” “Er kan een betere communicatie zijn over de kernvergaderingen, wanneer die doorgaan bv. (dat kan in de affichekast van het JOC gehangen worden” “Opnieuw JOC-info zoals vroeger”

Binnen de jeugdraad of het jeugdwerkoverleg In het groepsgesprek met het jeugdwerk en in de speeddate met de jeugdraad, hadden jongeren het over hoe de jeugdraad werkt en hoe die werking nog beter kan verlopen. Daarbij kwam vooral naar boven dat de samenstel- ling van de jeugdraad diverser mag zijn. “Op de jeugdraadbijeenkomsten is er voldoende mogelijkheid om ideeën kwijt te kunnen” “Goed engagement en motivatie van het coördinatieteam jeugdraad en jeugddienst om jeugdverenigin- gen inspraak te geven” “Het vernieuwde concept van de jeugdraad werkt beter” “Besluiten van de jeugdraad komen niet altijd serieus over” “Meer aandacht voor diversiteit binnen de jeugdraad” “Er mag meer mix zijn in de jeugdraad. Nu komen er bijna geen buitenstaanders of niet-georganiseerde jongeren naar de open jeugdraad en de allochtone jeugd is bijvoorbeeld niet vertegenwoordigd” “Een lange jeugdraad is niet oK”

Hoe zien en beleven kinderen en jongeren (beleids)participatie? Hoe zien zij hun stem in gemeentelijk beleid?

Kinderen Kinderen hebben vaak een sterke visie op hoe er met hun mening omgegaan wordt. Er wordt te weinig naar hen geluisterd, terwijl ze vaak een mening hebben en die ook graag kwijt willen: “Ik vind dat kinderen een eigen mening moeten hebben!” (M., 9 jaar) “Ik wil dat er meer aan ons gedacht wordt!” (S., 4de leerjaar) “Ik wil dat er geluisterd wordt naar ons omdat ik denk dat sommige volwassenen niet zo’n leuke dingen gaan doen” (M., 9 jaar) “Er moet echt meer naar ons geluisterd worden omdat er soms echt goede ideeën zijn om voor te stel- len” (J., 9 jaar) “Er moet echt geluisterd worden naar de kinderen hun mening” (Z., 9 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik een beetje meer keuze geven aan de kinderen om iets te beslissen bv. recht over mijn huis staan 2 grasvelden met speelgoed of meer verlichting bij de zebrapaden zodat er minder ongelukken gebeuren” (E., 11 jaar) I., 9 jaar, heeft positieve verwachtingen, nu de gemeente naar heel veel kinderen geluisterd heeft binnen het traject kindvriendelijke gemeente: “Ik vind het heel goed dat jullie meer gaan luisteren naar de mening van kinderen”

Jongeren Ook jongeren hadden het over hoe zij zich voelen bij hoe er met hun stem en mening omgegaan wordt in Temse. In een klasgesprek met een klas uit het eerste middelbaar, horen we “Ze hebben het gevoel dat de burgemeester en schepenen vooral luisteren naar volwassenen en te wei- nig naar kinderen en jongeren. Ze vinden het belangrijk dat er naar hen geluisterd wordt” In 1 klasgesprek in het 5de middelbaar, waren de leerlingen gelatener: “Ze zijn eigenlijk tevreden over wat er nu is, ze liggen niet echt wakker van politiek en gemeentelijk be- leid” In het groepsgesprek met het jeugdwerk kwam naar boven dat

Rapport kindvriendelijk Temse p118 | 141

“Er meer aan kinderen gevraagd mag worden wat hun ideeën zijn en hoe zij de dingen zien” In het 3de en 4de middelbaar gingen leerlingen nog aan de slag met Slam Poetry, en tweemaal kwam naar voren dat ze meer in debat of gesprek willen gaan met het gemeentelijk beleid: “We willen een duidelijk debat op een grote rode mat” “De gemeente vroeg ons raad. Nee… dat kan geen kwaad. Ja hoor, echt aan 4VV want wij zijn meer dan Ok!! Dit is geen mop!! Onze goeden raad was TOP! Zo zeggen wij ook iets over Temse en het beleid, al wat we willen konden we kwijt. Want Meneer Mike leerde ons speciale gedichten maken, AMAAII hoorde jij ook onze hersenen kraken!! Voor sommige duurde het uren en zij kregen hun kuren ;-) Maar de meesten gaven niet op en bleven met de woorden verder borduren. Echte SLAM-Rapsters werden we niet, maar we zeiden wel alles netjes op de beat. Ook leerden we over de moeilijke 'alliteraties', en werkten we zo verder aan onze gemeentelijke relaties, Op het einde brachten we onze zelfgemaakte Slam-Poetry met grote zwier, voor de mensen van de gemeente want dat deed hun veel plezier!” In een speeddate met de jeugddienst klonk nog een duidelijke kritiek naar hoe het beleid communiceert naar en met kinderen en jongeren; Jongeren die aangesloten zijn bij een jeugdbeweging en op die manier nog een link hebben met de jeugdraad, weten misschien enigszins hoe het beleid werkt. Maar voor andere kinderen en jonge- ren vrezen ze dat het koffiedik kijken is: “We kunnen via de jeugdraad wel zaken aanbrengen, maar dit zijn eerder kleine en praktische zaken. Het gevoerde jeugdbeleid is niet duidelijk zichtbaar. Als je niet in een jeugdbeweging zit heb je hier ze- ker geen zicht op. Jongeren die niet in een jeugdbeweging zitten weten helaas bitter weinig over hoe een beleid er uit ziet, laat staan wat het is…”

Over welke thema’s willen kinderen en jongeren graag mee nadenken? Wanneer we aan kinderen en jongeren vroegen waarover ze graag mee willen beslissen in de gemeente, dan zijn daar enkele heel duidelijke lijnen in te trekken.

Wellicht het meest haalden kinderen en jongeren de thema’s milieu, natuur en groen aan als thema waarover ze inspraak willen en als thema dat ze erg belangrijk vinden en meer aandacht verdient.

Ook Verkeersveiligheid kwam vaak naar voren. Daarover liggen kinderen en jongeren duidelijk wakker, en ze willen graag vaker gehoord worden over hoe zij de mobiliteit in de gemeente ervaren en welke oplossingen ze zien.

Kinderen en jongeren willen ook graag meepraten over hoe (speel)plekken in de gemeente ingericht worden. Sport kwam als thema in 3 klasgesprekken (in het 4de leerjaar, het 1ste middelbaar en het 5de middelbaar) aan bod.

In een klasgesprek met 2 klassen uit het 5de leerjaar kwam nog naar boven dat de kinderen graag mee nadenken over hoe het nieuwe zwembad er uit zal zien.

Jongeren haalden ook nog vrije tijd, feesten en evenementen en meepraten over de actualiteit aan.

Hoe kan de gemeente meer inspraak en participatie organiseren? Kinderen en jongeren gaven enkele ideeën mee waarmee de gemeente aan de slag kan om de mening van kin- deren en jongeren te weten te komen.

De gemeente kan inzetten op het online bevragen van kinderen en jongeren. In klasgesprekken met het 5de leer- jaar haalden leerlingen aan dat ze via laptops hun mening zouden kunnen geven op vragen van de gemeente. I. uit het 5de leerjaar vindt dan weer dat er “Een websaaid moet komen waar iedereen zijn eigen mening kan zeggen” Sociale media spreken jongeren uiteraard aan, in een klasgesprek met het eerste middelbaar en in de speed- dates gaven jongeren aan dat ze graag communiceren via Facebook, Instagram, internet. In de speeddate met de

Rapport kindvriendelijk Temse p119 | 141

jeugddienst werd ook gezegd dat de gemeente jongeren via mail op de hoogte brengt van veranderingen en ideeën en daarover de mening van jongeren kan vragen.

Hoewel we vaak, niet onterecht, geneigd zijn kinderen te benaderen op een speelse, informele manier, spreekt het kinderen soms ook best wel aan om op een formele manier hun mening kunnen geven. Zo zeggen leerlingen in een klasgesprek met een klas uit het 4de leerjaar “In een vergaderzaal naar elkaars ideeën luisteren” R., 6 jaar, stelt nog voor om “Kinderen te ontvangen in het gemeentehuis” En S., 8 jaar, zou als hij burgemeester was “Veel brieven schrijven. Er mogen veel mensen bij mij op bezoek komen en ik zou een normaal gesprek hebben en familie bezoeken”

Andere kinderen vinden het dan weer fijner om op informele plekken samen te komen om hun mening te kun- nen geven. Wellicht samenhangend met het gegeven dat natuur en milieu een belangrijk thema is, kwamen de leerlingen van een klas uit het 4de leerjaar tot de volgende locatie waar ze graag willen samen komen om hun mening te geven: “In een parkje in de natuur, in het natuurhuis in Steendorp bijvoorbeeld”

Een kinderraad is een relatief formeel orgaan dat volgens sommige kinderen een goed idee kan zijn. “Een gemeenteraad voor kinderen omdat er geluisterd moet worden naar wat kinderen allemaal willen en belangrijk vinden” (klasgesprek 5de leerjaar) “Om de maand een raad om dingen te bespreken die belangrijk zijn voor ons” (A., 11 jaar)

In een klasgesprek met het eerste middelbaar en het groepsgesprek met het jeugdwerk, haalden jongeren aan dat een (vaste) ideeënbus in de gemeente voor kinderen en jongeren een laagdrempelige manier kan zijn om je mening kwijt te kunnen.

De school wordt nog aangehaald als partner om kinderen en jongeren te betrekken bij het gemeentelijk beleid. Het belevingsonderzoek toont dit overigens ook aan: heel veel inspraakmomenten gebeurden in of via de scho- len. Ook via gezinnen en jeugdbewegingen kan men kinderen en jongeren bereiken.

De Pretgazet is een fijn medium, maar er wordt voorgesteld om die in de Nieuwe Omroeper te steken zodat alle kinderen die in Temse wonen deze krijgen; Nu krijgen enkel de kinderen die in Temse naar school gaan een exemplaar.

De Pretgazet bestaat voor kinderen in Temse, er zou ook een jongerenkrant kunnen komen vanuit de gemeente om te communiceren met jongeren die in Temse wonen of naar school gaan.

Binnen dit belevingsonderzoek was 1 van de methodieken speeddaten met de jeugddienst, jeugdraad en het JOC. Dat vonden de deelnemers een leuke, laagdrempelige en ideale manier om mensen van de gemeente te leren kennen en er mee in gesprek te gaan.

De jeugdraad kan enkele dingen aanpassen, om nog beter te werken en de stem van meer jongeren te weten te komen en te laten doorwegen: • De jeugdraad ad hoc openstellen voor mensen zonder banden met het jeugdwerk maar met interesse in het beleid, om over bepaalde thema’s mee te komen denken. • de belangen van de jeugdraad meer laten doorwegen en meer inbreng vragen van de jeugdraad in het ge- meentelijk beleid. • Jeugdraad op verplaatsing organiseren

Rapport kindvriendelijk Temse p120 | 141

• De jeugdraad kan veel meer naar de mening van ongeorganiseerde jongeren vragen en luisteren, door bijvoor- beeld stemmingen en poll’s te organiseren

Kinderen en jongeren vragen ook voor meer erkenning en positieve bekrachtiging vanuit de gemeente, voor wie ze zijn en voor hun mening. N., 8 jaar, verwoordt het als volgt: “Als ik burgemeester was, dan zou ik meer liefde tonen voor de kinderen, bijvoorbeeld door een stand- beeld voor hen te maken” En in het groepsgesprek met het jeugdwerk wordt gezegd “De gemeente moet meer de resultaten laten zien van de inbreng van de jeugdraad” “De gemeente kan ons mondeling meer positief bekrachtigen”

Rapport kindvriendelijk Temse p121 | 141

En nog… Dat een strategische werkgroep kindvriendelijkheid prioritaire thema’s kiest en voor een groot deel op die thema’s gericht inspraak organiseert, sluit niet uit dat kinderen en jongeren wanneer ze aan het woord komen ook veel andere onderwerpen aansnijden die voor hen belangrijk zijn. En dat kan je interpreteren als een extra sterk signaal; er wordt niet specifiek gevraagd naar hoe kinderen bijvoorbeeld staan tegenover armoede, en toch pikken ze er zelf dat thema uit. Enkel het thema ‘kinderrechten’ werd aangebracht door de begeleiders.

Kinderrechten In de klasgesprekken met de klassen uit het 4de, 5de en 6de leerjaar werd telkens gepolst naar de kennis die de leerlingen hebben van de kinderrechten. Daarbij viel op dat de klassen uit het 4de leerjaar telkens aangaven nog nooit iets over de kinderrechten gehoord te hebben. De klassen uit het 5de en 6de leerjaar wisten wel allemaal dat er zo iets bestaat als de kinderrechten. Op school hadden ze er al over geleerd. De leerlingen uit het 4de leerjaar mochten wel nadenken over welke rechten ze dan denken dat er bestaan voor kinderen. Volgende rechten brachten ze aan: • Recht op een naam • Recht om te spelen • Recht op een huis • Recht op verzorging • Recht op bescherming tegen geweld De klassen die wel al over de kinderrechten geleerd hadden, konden volgende rechten opsommen: • Recht op bescherming tegen geweld • Recht op een eigen mening • Recht op een huis en eten • Recht op familie • Recht op een naam • Recht op spelen • Recht om naar school te gaan • Recht op vrijheid • Recht op privacy • Recht op verenigingen maken • Recht op arbeid • Recht op verzorging • Recht op medische zorg • Recht op bescherming tegen oorlog

Wat vinden kinderen en jongeren in het algemeen van wonen in Temse Sommige kinderen en jongeren lieten in de gesprekken weten wat ze er nu van vinden om in Temse te wonen. Hoewel vaak blijkt dat kinderen en jongeren heel wat zaken aankaarten die beter kunnen in de gemeente, klonk hun eindbalans meestal heel positief: “Ik vind Temse heel leuk en als ik naar een andere stad moet gaan is dat zonde” (I., 9 jaar) “Ik woon heel graag in Temse” (IA, 9 jaar) “Ik vind Temse leuk want het is er rustig” (A., 10 jaar) “Ik vind Temse top omdat ik hier gelukkig ben” (R., 9 jaar) “Ik ben gelukkig in Temse” (K., 4de leerjaar) “Temse is een super leuke gemeente” (L., 4de leerjaar) “Dit is goed aan Temse: de huizen zijn heel goed en de diertjes zijn perfect” (J., 10 jaar) “Het is fijn en super leuk in Temse” (R., 11 jaar) “Ik woon graag in Temse. Temse is geen grote gemeente” (T., 11 jaar)

Rapport kindvriendelijk Temse p122 | 141

”We wonen graag in Temse. Het is een gewone gemeente maar veel rustiger dan in de stad” (klasge- sprek 5de middelbaar) Sommige kinderen en jongeren waren kritischer: “Ik vind Temse stom, het moet mooi zijn bij de parken en zeker in het Dakapark en er kunnen nog meer sporten komen” (I., 4de leerjaar) “Ik vind Temse saai want er valt niets te beleven” (S., 4de leerjaar) “Ik vind Temse te klein en ik wil dat het groter wordt” (S., 11 jaar) “Temse moet heeeeeel groter worden” (M., 11 jaar) “Temse is saai en te druk” (klasgesprek 1ste middelbaar) “De jongeren doen niet veel, hangen wat in de wijk, gaan niet zoveel uit. In Temse is er voor hen niet veel te doen” (klasgesprek 5de middelbaar)

Oorlog, vrede en vluchtelingen Heel wat kinderen gaven aan bezig te zijn met het thema dat dagdagelijks de kranten en journaals beheerst: mensen die op de vlucht gaan voor oorlog en geweld. Ook zij pikken dagelijks op wat er allemaal omgaat in te wereld, en brachten dat tot uiting in veel methodieken, vooral in de wenskaartenmethodiek waarin ze mochten zeggen wat zij zouden doen als ze burgemeester zouden zijn. Een greep uit de reacties: “Vrede op aarde, dat is mijn wens” (F., 8 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik in de stad vlaggen zetten waar ‘vrede’ op staat” (B., 11 jaar) “Ik zou meer vrede, vrijheid en geen oorlog willen” (J., 11 jaar) ”Als ik burgemeester was dan wou ik dat er meer vrede was op aarde” (F., 9 jaar) “Nooit meer een wereldoorlog (jammer dat dit niet kan)” (M., 9 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik de wereld verbeteren voor minder oorlog, meer vriendschap en minder vluchtelingen” (C., 8 jaar) “Ik wou dat we allemaal lief waren en geen terroristen zijn” (M., 9 jaar) “Dat er geen oorlog is in België en in andere landen” (R., 12 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik alle winkels van wapens dicht doen voor een maand of 2 of voor altijd” (S., 11 jaar) Ook de aanwezigheid van vluchtelingen in ons land houdt kinderen in Temse bezig. De meesten kijken daar posi- tief tegenover en vinden dat we hen moeten helpen “Graag een opvanghuis voor vluchtelingen!” (Y., 10 jaar) “Vluchtelingen die het moeilijk hebben opvangen in Temse” (J., 11 jaar) “Als ik burgemeester was, dan zou ik alle vluchtelingen in België een gratis huis geven, hen gratis eten geven en gratis kledij geven” (B., 11 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik alle vluchtelingen in onze gemeente laten” (N., 10 jaar) 2 kinderen waren niet positief over vluchtelingen, de angst voor terroristische aanvallen zat er bij 1 van hen sterk in: “Geen vluchtelingen in Temse” (L., 11 jaar) “De grenzen sluiten want de mensen van IS hebben nu vrij spel om naar alle landen te gaan” (L., 11 jaar)

Iedereen in de gemeente moet zich goed voelen, het goed hebben Het is heel mooi om te zien dat veel kinderen het belangrijk vinden dat iedereen zich goed voelt in de gemeente en voorstellen deden om ervoor te zorgen dat iedereen zijn plek vindt in de gemeente en gelijke kansen heeft.

Heel wat kinderen kaarten aan dat veel mensen het slecht hebben en in armoede moeten leven. Het houdt hen erg bezig dat ook deze mensen een goed leven moeten kunnen hebben in de gemeente. Enkele reacties: “Als ik burgemeester was dan ging er meer aandacht naar de armen in de stad” (J., 7 jaar) “Arme mensen moeten ook naar school kunnen” (A., 11 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik de kinderen van een arm gezin een woonplaats geven” (E., 11 jaar)

Rapport kindvriendelijk Temse p123 | 141

“Als ik burgemeester was dan zou ik alle arme mensen een huis geven met eten en drinken en dan zou ik ze ook heel veel geld geven” (M., 9 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik iedereen een job geven voor geld” (B., 11 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik de arme mensen op straat ook een kans geven door ze een woning te schenken” (J., 11 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik de arme mensen 50€ geven” (R., 8 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik een geldinzameling doen voor dakloze mensen” (Y., 11 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik acties laten doen voor de armen en ze een onderdak geven en ze een gratis woning en eten en drinken geven zodat ze gezonder verder kunnen leven” (T., 10 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik meer geld laten geven aan de mensen die niet goed zitten en met problemen zitten die bijna geen voedsel kunnen kopen omdat ze te veel rekeningen moeten betalen” (F., 10 jaar) “Als ik burgemeester was dan kregen arme kinderen of mensen brood of eten in de gemeente” (T., 8 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik alle armen eten en drinken geven en zelf rijk worden en de helft van dat geld aan hun geven en kleren geven. Ik zou bijna alles veranderen” (O., 10 jaar) “Ik wou dat er in ons land geen arme mensen zijn en dat ik mensen kan helpen” (N., 7 jaar)

Iedereen moet op school, financieel, op gezondheidsvlak… dezelfde kansen hebben, halen kinderen aan. Enkele voorstellen daarvoor: “Als ik burgemeester zou zijn, dan zorg ik ervoor dat iedereen gelijk is” (G., 9 jaar) “Als ik burgemeester was, dan had iedereen even veel geld” (Y., 7 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik ervoor zorgen dat alle kinderen naar school kunnen gaan” (J., 10 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik plek maken voor de arme mensen dat hun kinderen naar school kunnen gaan” (B., 10 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik ervoor zorgen dat alle mensen kunnen werken dat ze geld verdie- nen en dat ze voor hun gezin kunnen zorgen” (B., 10 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou het ziekenhuis veel goedkoper zijn want sommige mensen die heel ziek zijn hebben geen geld. Daarom moeten er meer ziekenhuizen en goedkopere zijn” (L., 9 jaar)

Rapport kindvriendelijk Temse p124 | 141

Meer gelukkige mensen is wat veel kinderen overschouwend willen: “Ik wil graag meer lollige mensen” (Z., 11 jaar) “iedereen gelukkig ” (E., 12 jaar) “Meer blijheid op de wereld” (C., 8 jaar) “Als ik burgemeester was, dan zou ik zorgen voor het allerbelangrijkste; mensen een goed gevoel ge- ven” (J., 11 jaar)

Rapport kindvriendelijk Temse p125 | 141

Pesten Kinderen van lagere schoolleeftijd haalden regelmatig aan dat ze vinden dat er te veel gepest en ruzie gemaakt wordt. “Ik vind het belangrijk dat iedereen overeen komt en niet vecht” (T., 4de leerjaar) “Mensen moeten meer overeen komen en ook kinderen moeten zelf hun ruzies oplossen” (A., 10 jaar) “Iedereen moet vriendelijker zijn voor elkaar, elkaar niet pesten en slagen” (F., 9 jaar) “Ik wil graag een antipestkantoor” (S., 10 jaar) “Ik wil graag minder mensen zie elkaar beschuldigen ” (E., 12 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik ervoor zorgen dat iedereen goed overeen komt in Temse” (R., 11 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou er geen ruzie meer zijn en wordt er niet geschopt” (F., 6 jaar) “Als ik burgemeester was dan waren we allemaal vriendjes van elkaar” (R., 6 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik de mensen liever maken” (K., 7 jaar) Naar elkaar luisteren en met elkaar praten is voor kinderen vaak dé sleutel om overeen te komen: “Er moet meer naar elkaar geluisterd worden want anders loopt het mis” (L., 9 jaar) “De kinderen moeten praten over goede dingen zoals niet pesten, vriendelijk zijn en niet uitschelden” (G., 9 jaar) “Als ik burgemeester was dan zouden de mensen alleen nog lieve dingen mogen zeggen tegen elkaar” (S., 8 jaar) De scholen kunnen een belangrijke rol spelen, zegt J., 11 jaar: “Als ik burgemeester was dan zou ik ervoor zorgen dat elke school in Steendorp een antipestplan heeft” (J., 11 jaar)

Aanbod aan activiteiten in de gemeente Wanneer kinderen en jongeren vertellen over hoe ze de publieke ruimte in Temse beleven, kwam heel vaak ook naar voor welke activiteiten ze doen en hobby’s ze hebben, en welke andere activiteiten ze nog graag zouden hebben in de gemeente.

Sommige kinderen gaven aan meer sporten te willen hebben in Temse. Paardrijden, ropeskipping en hockey kwamen daarbij aan bod. De kinderen die die sporten beoefenen, doen dat in een andere gemeenten en willen dat in het ideale geval liever in de eigen gemeente kunnen doen.

Rapport kindvriendelijk Temse p126 | 141

Enkele kinderen deden voorstellen voor activiteiten die ook zorgen voor meer verbondenheid onder de inwo- ners van Temse: “We willen een groot ontbijt voor iedereen in Temse om elkaar beter te leren kennen” (klasgesprek 4de leerjaar) “Een ontbijt in de feestzaal voor alle mensen die in deze gemeente wonen” (E., 9 jaar) “Elk jaar een buurtfeest geven met gezelschapsspelletjes, lekker eten en drinken” (L., 9 jaar) “Een feest voor Temse omdat we mogen tonen dat we een goede gemeente zijn” (J., 11 jaar) “Activiteiten organiseren zodat de verschillende culturen elkaar beter kunnen leren kennen” (gesprek met het jeugdwerk)

Ook wedstrijden of tornooien kwamen vaak aan bod in de voorstellen van kinderen en jongeren, waarbij ‘voet- baltornooien’ het vaakst vernoemd werden: “Het sportkind van het jaar” (R., 9 jaar) “Als ik burgemeester zou zijn, dan zou ik om de 2 weken een voetbaltornooi houden op De Zaat” (J., 11 jaar) “Een natuurwedstrijd of een fietswedstrijd” (L., 9 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik meer wedstrijden houden in Temse, bv. een snoepjesloop, een loop- wedstrijd, een voetbaltornooi,… Meer dingen om te doen in Temse” (G., 10 jaar) “Kent u nog de speelkaai misschien? Daar kunnen we leuke wedstrijden organiseren” (I., 9 jaar)

Hiervoor kwam al aan bod dat ruimte zich meer moet lenen voor wandelen en fietsen. Wandelen en fietsen ko- men ook hier opnieuw naar boven: “Natuurwandelingen” (M., 9 jaar) “Meer wandelen en fietsen want dat is goed voor kinderen en volwassenen” (L., 10 jaar) “Je kan om de 2 weken een fietsroute houden rond de dijk waar je veel natuur tegenkomt” (T., 11 jaar)

Fuiven en discotheken kwamen vanaf de leeftijd van 10 jaar vaak aan bod: “Liefste burgemeester, wij zouden graag een tienerfuif hebben, elke maand 1, dank u wel!” (S., 10 jaar) “Meer fuiven in de buurt” (T., 10 jaar) “Meer avonddingen bv. fuiven” (V., 11 jaar) “Ik wil meer feesten in Temse en op die feesten wil ik leukere dingen doen” (V., 12 jaar) “Veel feestjes organiseren voor jongeren” (H., 11 jaar) “Meer disco’s” (W., 11 jaar) “Tot 23 u feesten met muziek” (M., 13 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik feestplicht laten bestaan, zodat elk kind 2 keer in de week naar een feest kan gaan” (E., 11 jaar) “Een discotheek in de gemeente” (klasgesprekken 3de en 4de middelbaar) “Een optreden van een goede DJ voor een uniek publiek, echt wel ziek” (Slam Poetry 3de en 4de middel- baar) Enkele kinderen vielen op door hun interesse in feesten op jonge leeftijd: “Als ik burgemeester was, dan zou ik in Temse een DJ-festival organiseren” (E., 7 jaar) “Ik wil graag een discofuif” (N., 8 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik elke vrijdagavond een kinderfuif geven” (K., 8 jaar) “Als ik burgemeester zou zijn dan zou ik elke zaterdag een discofeestje geven vanaf 5 tot 15 jaar” (N., 9 jaar)

De Schelde en de Kaai meer benutten als plek om activiteiten te organiseren: “In de zomer een leuke activiteit aan de kaai” (J., 11 jaar) “Halloween kan misschien gevierd worden op de Schelde met allemaal griezels” (L., 10 jaar)

Rapport kindvriendelijk Temse p127 | 141

“Ik zou graag hebben dat er om de drie maanden een activiteit is voor kinderen aan de Schelde” (A., 10 jaar)

Naast sportievelingen, blijken er ook heel wat artistiekelingen te zijn onder de jeugd van Temse. Ook zij zien graag meer activiteiten afgestemd op hun talenten: “Meer dans- en muzieklessen” (klasgesprekken 3de en 4de middelbaar” “Ik speel muziek voor het publiek. Ik wil graag dansen maar ik krijg geen kansen. Hip hop non stop, het zit in mijn kop. Dit is geen mop” (Slam Poetry 3de en 4de middelbaar) “Een podium in Temse” (D., 10 jaar)

Ook kermis komt veel voor in wat kinderen leuk vinden. “Meer kermis bij goed weer” (S., 11 jaar) “Om de maand kermis” (S., 11 jaar) “Als de kermis aan het gemeentehuis staat dan vind ik dat het groter moet zijn met grotere attracties, dat zou veel leuker zijn voor grotere kinderen” (E., 12 jaar)

Ook volgende voorstellen voor activiteiten kwamen een aantal keer naar voor: • Paintballen/paintballdag • Laserschieten • Freerunning in de sporthal • Kermissen • Spelletjesweekend • Festivals • “Een reuzegrote knikkerbaan” (B., 6 jaar) • “Meer verkleden” (M., 7 jaar) • “Ik zou graag meer geocatchingschatten in Temse aanleggen” (L., 10 jaar) • “Veel opendeurdagen om te zien hoe alles werkt” (S., 10 jaar) • “Elke maand een sportdag” (R., 10 jaar) • “Elk jaar in de zomer een activiteit zoals de pretcamionette” (Y., 11 jaar) • “In het park een groot bosspel” (V., 11 jaar) • “Een zomerbar met hangmatten en Ketnetmuziek” (M., 9 jaar) • “Gratis animatie in het park” (L., 11 jaar) • “Elke week een speelkaai openmaken” (S., 10 jaar) • “Dat de spelotheek langer open blijft” (E., 10 jaar) • “Als ik burgemeester was dan zou er een gamedag komen en op die dag moet iedereen minstens 2 uur of meer games hebben gespeeld. Het is wel maar 1 keer per jaar” (S., 10 jaar)

Als afsluiter nog dit voorstel van A., 9 jaar, die helemaal heeft uitgedacht welk initiatief voor haar nog ontbreekt in een kindvriendelijk Temse: “Als ik burgemeester zou zijn dan zou elke zondag kinderdag worden. De kinderen worden opgehaald door een werknemer van het gemeentehuis (er worden 10 tot 20 werknemers gestuurd). Alle vervoer- middelen en activiteiten zijn gratis. Alleen de drankjes en snacks kosten 3€ per stuk. De vriendjes en vriendinnetjes worden samen gezet en door elkaar. Als ze ziek zijn op die dag dan worden ze verzorgd door een verpleegster. Kinderen die niet mee willen, hoeven niet”

De initiatieven en activiteiten die al bestaan, moeten volgens jongeren ook beter bekend gemaakt worden. Er mag meer reclame gemaakt worden zodat de jeugd warm gemaakt wordt voor verschillende activiteiten vanuit de gemeente maar ook van het jeugdwerk. Over het bestaande jeugdwerkaanbod mag volgens het jeugdwerk ook meer reclame gemaakt worden naar de allochtone gemeenschap.

Rapport kindvriendelijk Temse p128 | 141

Goedkoper sporten De jeugd in Temse blijkt behoorlijk sportief te zijn, brachten we eerder al aan. Wanneer ze het hadden over de sporten die ze beoefenen, kwam bij sommige kinderen naar boven dat sporten in de gemeente goedkoper mag zijn, in het algemeen maar soms ook met specifieke doelgroepen in hun achterhoofd: “Een nieuwe sporthal waar iedereen zonder te betalen kan gaan sporten” (L., 10 jaar) “Goedkoper voetballidmaatschap” (J., 7 jaar) “Ik vind dat sporten veel goedkoper moet zijn” (M., 9 jaar) “Ik vind dat sport voor vluchtelingen gratis moet zijn” (K., 9 jaar) “Als ik burgemeester zou zijn dan zou ik veel sportkampen organiseren. De kinderen zouden niet moeten betalen, zo kunnen arme kinderen ook plezier hebben” (R., 9 jaar) Een aantal keer benadrukten kinderen ook dat, wanneer het nieuwe zwembad er is, de inwoners van Temse min- der of zelfs niets moeten betalen om te komen zwemmen. In een klasgesprek met een klas uit het 5de leerjaar bleken de leerlingen zelfs voorstander te zijn om alle hobby’s in Temse gratis te maken.

Tot slot… Nog enkele afsluitende, opmerkelijke voorstellen en wensen van kinderen in Temse die niet meteen te categori- seren waren in voorgaande thema’s: “Geen vogelstront meer op je hoofd” (F., 10 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik ervoor zorgen dat er een portaal was in iedereen zijn tuin waarmee je naar jouw fantasiewereld kan en al je wensen laten uitkomen” (X., 9 jaar) “Meer kerstmannen” (Y., 8 jaar) “Meer ijskarren in de zomer” (Z., 10 jaar) “Ik wil een standbeeld van mijn eigen” (J., 7 jaar) “Als ik burgemeester was dan zouden limousines als taxi’s dienen” (I., 9 jaar) “Minder elektromateriaal” (A., 10 jaar) “Meer schijnende zon” (Z., 11 jaar) “Altijd zon, ’s nachts regen” (K., 10 jaar) “Een sneeuwkanon” (F., 10 jaar) “Als ik burgemeester was dan zou ik uit de douche en in het bad frisdrank laten lopen en met de derde kraan kan je dan kiezen welke soort frisdrank” (X., 9 jaar) “Ik zou graag mijn eigen gemeentehuis hebben” (S., 8 jaar)

Rapport kindvriendelijk Temse p129 | 141

Aanbevelingen

Rapport kindvriendelijk Temse p130 | 141

Strategische aanbevelingen

1. De ‘natuur’ van de meerjarenplanning en de Beleids- en Beheerscyclus valt samen met de ‘natuur’ van kind- vriendelijkheid. Het gaat namelijk over beleidsoverschrijdend beleid, ‘voorbij de hokjes’ denken. We advise- ren dan ook om het afgelegde traject rond ‘kindvriendelijke gemeente Temse’ te zien als opportuniteit in de opmaak van het volgende meerjarenplan en de ondervermelde aanbevelingen te vertalen in een ‘strategie kindvriendelijk beleid’. Deze strategie kan opgenomen worden als strategische doelstelling, of kan transver- saal over alle strategische doelstellingen vermeld worden.

2. Het werkkader voor kindvriendelijk lokaal beleid wordt gevormd door het Internationaal Verdrag van de Rechten van het Kind. In het begin van het rapport omschreven we die kinderrechten als een dynamisch iets. Afhankelijk van context en leefomstandigheden krijgen die kinderrechten vorm. Dit brengt automatisch met zich mee dat ook een kindvriendelijk beleid intrinsiek dynamisch is. We sturen dan ook aan om de strategie kindvriendelijk beleid te zien als een cyclisch proces. Een regelmatige evaluatie en nauwgezette opvolging van de voortgang van de strategie is aangewezen. Deze evaluatie kan samenvallen met de evaluatie van de meer- jarenplanning zodat bijsturing onmiddellijk resultaat kan kennen in beleidsacties.

3. De voortgang van de strategie kindvriendelijk beleid wordt in het beste geval ‘gemonitord’ door een strate- gisch platform kindvriendelijkheid. In dit platform zetelen vertegenwoordigers van de verschillende stedelijke diensten. Aangezien kindvriendelijk beleid intrinsiek een geïntegreerd beleid is, is een breed gedragen gevoel van eigenaarschap en verantwoordelijkheid noodzakelijk. Daarnaast mag uiteraard de stem van kinderen en jongeren zelf niet ontbreken in een continue evaluatie en opvolging van het beleid.

4. Tenslotte nog dit: verschillende actoren waren betrokken bij de opmaak van dit rapport, en hebben dus hun inbreng gehad in een mogelijke beleidskeuze kindvriendelijk beleid: het brede middenveld, kinderen en jonge- ren, verschillende stadsdiensten. Het getuigt van respectvol beleid als er ook voorzien wordt in een regelma- tige terugkoppeling met deze actoren van het gepland beleid of genomen initiatieven.

Thematische aanbevelingen

Mogelijke kansen en opportuniteiten waarop de gemeente kan inspelen, uitdagingen die de gemeente kan aan- gaan en keuzes die ze kan maken m.b.t. de niet prioritaire thema’s/beleidsdomeinen:

5. Temse krijgt te maken met heel wat uitdagingen o.v.v. welzijn (stijging aantal geboorten in kansarmoede, stij- ging aantal éénoudergezinnen, proportioneel veel -25jarigen onder de werklozen en leefloontrekkenden, 91 verschillende nationaliteiten onder de inwoners, 1/4de van de inwoners met een vreemde nationaliteit is jon- ger dan 19). De gemeente zet al middelen in om met deze tendensen om te gaan (middelen bestrijding kin- derarmoede, integratiedienst, jeugdwerker) maar het is duidelijk dat er blijvend aandacht moet gaan naar de net genoemde uitdagingen die een grote impact hebben om de meer kwetsbare kinderen en jongeren uit Temse.

6. Er is een stijging waar te nemen van het aantal geboorten in kansarmoede. Via onderstaande link is een bro- chure te vinden van VVSG, die de gemeente kan hanteren wanneer ze lokaal wil inzetten op kinderarmoede http://www.vvsg.be/sociaal_beleid_en_werk/kinderarmoede/Documents/Brochure%20kinderar- moede%202016/VVSG_brochure_Kinderarmoede.pdf

Rapport kindvriendelijk Temse p131 | 141

7. De bevolking van Temse ondergaat een vergroening. Één van de gevolgen is dat de vraag naar kinderopvang stijgt. De gemeente moet alert zijn voor de noden en behoeften van deze stijgende groep jonge inwoners. Bovendien wordt de nood aan flexibele kinderopvang groter, onder andere door het stijgend aantal éénou- dergezinnen. Het lokaal overleg kinderopvang en het loket kinderopvang moeten voldoende ondersteund en omkaderd worden om deze uitdagingen aan te kunnen gaan.

8. Met 91 verschillende nationaliteiten heeft Temse een erg diverse bevolking, met ook een toestroom van nieuwe nationaliteiten (Oost-Europa en Roma). Kinderen en jongeren die opgroeien in Temse, groeien dus op een in erg diverse gemeente. Deze mix aan culturen kan een heel sterke meerwaarde zijn, maar momenteel lijkt er te weinig interactie te zijn tussen verschillende culturen en achtergronden. De gemeente kan er voor kiezen sterker in te zetten op het verhogen van deze interactie, en kan hiervoor vertrekken vanuit de doel- groep kinderen en jongeren. Hen van jongs af aan leren omgaan met diversiteit kan zorgen voor een duur- zaam effect voor de gemeente. Dat kan, onder andere, door initiatief te nemen rond intercultureel leren (http://www.jint.be/Infotheek/Inhoudelijkeondersteuning/Intercultureelleren.aspx).

9. De speelpleinwerking van de gemeente kan gehanteerd worden als goede praktijk in het bereiken van een divers publiek. De SPeGt bereikt kinderen met diverse achtergronden: uit verschillende culturen, maatschap- pelijk kwetsbare kinderen, kinderen met een beperking,… Wat maakt dat het op het speelplein lukt om al deze kinderen met elkaar in contact te laten komen? Waarop zetten zij in en wat kunnen we daaruit leren voor andere initiatieven vanuit de gemeente?

10. Er leven bezorgdheden rond de afstemming van, communicatie over en laagdrempeligheid van het aanbod aan sociale voorzieningen voor kinderen en jongeren binnen Temse. Het Huis van het Kind, dat nog wordt op- start, zal hierin wellicht oplossingen kunnen bieden. De gemeente moet voldoende investeren in de werking van het Huis van het Kind om blijvend tegemoet te kunnen komen aan deze bezorgdheden.

11. Sint-Niklaas heeft als stad, o.a. op vlak van sociale voorzieningen en geestelijke gezondheidszorg, een ruimer aanbod dan gemeente Temse, zoals een JAC, voorzieningen voor kinderen en jongeren met bijzondere be- hoeften,… Ook kinderen en jongeren uit Temse kunnen op dat aanbod beroep doen. Dit aanbod kan, in sa- menwerking met stad Sint-Niklaas, sterker gecommuniceerd worden naar de inwoners van Temse. Belangrijk is ook dat kinderen en jongeren die daar nood aan hebben, op een goeie manier doorverwezen worden naar dat aanbod. Scholen en jeugdwerkers kunnen hierin een belangrijke rol spelen, maar moeten voldoende on- dersteund worden om die rol volwaardig te kunnen opnemen.

12. Er lijkt geen strategie te bestaan om kinderen en jongeren met individuele problemen op te vangen. We kun- nen uit het traject afleiden dat er geen nood is aan het aanstellen van een vertrouwenspersoon voor kinderen en jongeren vanuit de gemeente, aangezien kinderen en jongeren zelf hun vertrouwenspersoon lijken te kie- zen: een leerkracht, leider uit de jeugdvereniging, trainer,… Maar voelen zij zich wel voldoende gewapend om om te gaan met deze rol van vertrouwenspersoon voor kinderen en jongeren? Kennen zij bijvoorbeeld de so- ciale kaart van Temse en omgeving, om kinderen en jongeren eventueel te kunnen doorverwijzen? De ge- meente kan het als belangrijke taak zien om deze personen te coachen, te versterken of bij te staan in hun rol als vertrouwenspersoon voor kinderen en jongeren.

13. Binnen de groep werklozen en leefloontrekkenden in Temse, is een aanzienlijk aandeel -25jarigen te bespeu- ren. Er werd recent een beleidsmedewerker ‘werk, sociale en lokale diensteneconomie’ aangeworven. Het is zeer zinvol om deze medewerker toe te voegen aan de strategische werkgroep kindvriendelijkheid, om van daaruit na te denken over en te werken aan de problematiek van werkloosheid bij -25jarigen.

14. Heel wat kinderen uit het belevingsonderzoek gaven aan sterk bezig te zijn met het thema dat dagdagelijks de kranten en journaals beheerst: mensen die op de vlucht gaan voor oorlog en geweld. Ook zij pikken op wat er allemaal omgaat in te wereld, reflecteren daar over, maken zich zorgen over wat er omgaat in de wereld. De

Rapport kindvriendelijk Temse p132 | 141

gemeente kan een rol opnemen in het correct informeren van kinderen over het thema, rechtstreeks of via scholen, jeugdverenigingen,... Inspiratie en educatieve pakketten zijn te vinden via https://www.aivl.be/sub- thema/vluchtelingencrisis-uitgelegd

15. Kinderen blijken heel solidair te zijn met vluchtelingen, en willen graag meer initiatieven om hen te helpen. De gemeente kan initiatieven, onder andere vanuit kinderen en jongeren, aanmoedigen, faciliteren en onder- steunen. Inspiratie hiervoor kan gevonden worden in de vele initiatieven die de laatste jaren werden geregi- streerd via http://www.gastvrijegemeente.be/

16. Kinderen uit het belevingsonderzoek beseffen dat heel wat kinderen opgroeien in armoede, en geven duide- lijk te kennen dat ze dit erg oneerlijk vinden; elk kind zou dezelfde kansen moeten krijgen. Ook over dit moei- lijk thema reflecteren kinderen dus heel duidelijk, ze geven aan dat ze open staan om hierover mee na te den- ken. Ook over deze thematiek bestaat heel wat materiaal om met kinderen aan de slag te gaan, bijvoorbeeld via de link http://www.welzijnszorg.be/educatie/ga-zelf-aan-de-slag

17. Kinderen van lagere schoolleeftijd halen geregeld aan dat ze vinden dat er te veel gepest en ruzie gemaakt wordt. Naar elkaar luisteren en met elkaar praten vinden ze zelf dé sleutel om met elkaar overeen te blijven komen. Kinderen geven ook aan dat scholen een belangrijke rol kunnen spelen in de pestproblematiek. Inspi- ratie om als gemeente, al dan niet samen met de scholen, rond het thema aan de slag te gaan, is onder an- dere te vinden op http://www.kieskleurtegenpesten.be/ en http://www.zit- dazo.be/?gclid=CJq1qJnGkMwCFcrjGwodf7sB4w#!pesten/mo7lp

18. Als gevolg van demografische ontwikkelingen, stijgt de vraag naar en dus ook de prijs van woningen. Deze de- mografische trends lijken zich in de toekomst verder te blijven zetten. Het bestuur moet zich hiervan bewust zijn, en blijvend werken rond de structurele impact hiervan op de woningmarkt.

19. Er bestaat bemiddeling voor minderjarigen die een GAS-boete riskeren, maar dat gegeven lijkt niet gekend te zijn bij inwoners die niet werken voor de gemeente. Inzetten op communicatie rond de aanpak van GAS-boe- tes lijkt aangewezen.

20. Op korte termijn wordt het politiereglement herwerkt. Het zou bijzonder sterk zijn om inspraak hierin van kin- deren en jongeren niet enkel te laten lopen via de jeugdraad, maar open te trekken naar een diverse groep kinderen en jongeren uit Temse.

21. Veel jongeren komen, vroeg of laat, in aanraking met verslavende middelen. Het Drugpunt speelt een belang- rijke rol in het weerbaar maken van jongeren om hiermee om te gaan, maar ook het LOP zou het thema kun- nen opnemen in haar werking. Het MEGAproject van de politie in lagere scholen heeft eveneens een grote meerwaarde, en zou uitgebreid kunnen worden naar bijvoorbeeld jeugdwerkingen of sportverenigingen.

22. Temse heeft een hoge relatieve aanwezigheid van indicatorleerlingen in haar scholen. Op basis daarvan krijgt de gemeente extra middelen voor het voeren van flankerend onderwijsbeleid, wat heel wat kansen biedt maar die ook genomen moeten worden. De dienst onderwijs van de gemeente en het onderwijsopbouwwerk vanuit het OCMW zijn noodzakelijke partners om hier rond samen te werken en structurele plannen rond uit te denken.

23. Temse heeft een erg diverse bevolking, wat zich in sommige scholen goed afspiegelt, en in andere bijna niet. De gemeente kan, samen met de scholen, nadenken hoe ze ervoor kan zorgen dat er op alle scholen een mix van culturen is, en zo overal een afspiegeling van de samenleving in Temse te zien is. Door hier rond aan de slag te gaan, zet de gemeente eveneens aanbeveling 7 kracht bij.

Rapport kindvriendelijk Temse p133 | 141

24. Zowel uit fase 1 als uit fase 2 blijkt dat kinderen en jongeren niet steeds voldoende op de hoogte zijn van het kinderrechtenverdrag en wat dat voor hen kan betekenen. Aangezien de kinderrechten de basis vormen van een kindvriendelijke gemeente, is het aangewezen het thema sterker op de agenda te zetten. Dat kan bijvoor- beeld door de kinderrechten te bekijken en te implementeren als extra hefboom voor scholen om de kernop- drachten voor het onderwijs waar te maken (www.unicef.be/nl/kinderrechten-als-antwoord-op-de-uitdagin- gen-voor-ons-onderwijs/). Een lesmap over ‘filosoferen over de kinderrechten’ voor kleuter- en lagere school, is te vinden op http://www.kinderrechten.be/sites/kom/files/bestanden/lesmap_filosoferen_over_kinder- rechten.pdf

25. Momenteel zitten weinig kinderen en jongeren met een beperking op school in Temse. Het M-decreet kan hierin in de toekomst verandering brengen. Een duidelijk signaal vanuit de focusgroep middenveld aan het lokaal bestuur luidt om hieromtrent tijdig duidelijke signalen te sturen naar de Vlaamse Overheid. Een voor- beeld van een nood die momenteel nog niet bestaat, maar met de komst van het M-decreet kan ontstaan, is de nood aan aangepast schoolvervoer. Moet die nood ingelost worden door het lokaal bestuur of door de ou- ders zelf? Een belangrijke keuze, want als hiervoor naar de ouders gekeken wordt, installeer je een mogelijk uitsluitingsmechanisme o.b.v. de financiële draagkracht van het gezin.

26. De kinderen uit de controlegroep in fase 1, stellen dat ze onvoldoende hun mening kunnen geven over beslis- singen die de school neemt. Tijdens het belevingsonderzoek bleek dat in die scholen waar geen leerlingenraad bestond, de nood daaraan wel aangevoeld wordt. Scholen kunnen een voorbeeldfunctie opnemen op vlak van inspraak en participatie van kinderen en jongeren in hun leefwereld (waarvan de school een groot deel uit- maakt) en in zaken die hen sterk aanbelangen. De gemeente kan deze thematiek samen met de scholen opne- men en ze kan de scholen hierin ondersteunen en omkaderen.

27. Er liggen heel wat uitdagingen voor o.v.v. onderwijs. Aan te raden is voldoende links te leggen tussen de stra- tegie kindvriendelijkheid en het beleidsdomein onderwijs. Zo kan het LOP en de strategische werkgroep kind- vriendelijkheid bekijken hoe deze twee platforms elkaar kunnen versterken en/of aanvullen door bijvoorbeeld een vertegenwoordiger van het LOP af te vaardigen in de strategische werkgroep kindvriendelijkheid, en an- dersom.

28. Zonder dat er expliciet naar gevraagd werd, deden kinderen en jongeren tijdens het belevingsonderzoek heel wat suggesties naar aanbod en activiteiten voor kinderen en jongeren in Temse. De gemeente heeft hiermee een schat aan informatie om zich op te baseren wanneer ze werk wil maken van een vrijetijdsaanbod waarbij kinderen en jongeren aansluiting vinden.

29. Niet enkel kinderen en jongeren (zie aanbeveling 23), maar ook gemeenteraadsleden, schepenen en ambte- naren kunnen een betere kennis opbouwen van de kinderrechten. Het kinderrechtenverdrag en de principes daar rond, zoals het actorschap van kinderen en jongeren, kunnen ook nog veel sterker uitgedragen worden bij de bevolking en het middenveld van Temse. Nu de gemeente werk wil maken van kindvriendelijk beleid, is het de ideale gelegenheid om ook de kinderrechten sterker onder de aandacht te brengen.

Rapport kindvriendelijk Temse p134 | 141

Prioritaire aanbevelingen: Beleving van kinderen en jongeren van de openbare ruimte; participatie van kinderen en jongeren aan het gemeentelijk beleid

Mogelijke kansen en opportuniteiten waarop de gemeente kan inspelen, uitdagingen die de gemeente kan aan- gaan en keuzes die ze kan maken m.b.t. de prioritaire thema’s:

30. Er liggen nog heel wat kansen en mogelijkheden binnen het samengebruik van bestaande infrastructuur zoals sportzalen, jeugdhuis, bibliotheek, scholen,… De ruimtes in scholen kunnen buiten de schooluren bijvoorbeeld nog beter benut worden. Of de lokalen in JOC de Nartist kunnen gebruikt worden door alle kinderen en jonge- ren in Temse, maar dit wordt momenteel niet voldoende gecommuniceerd. De gemeente kan een oplijsting maken van alle ruimtes die op deze manier beter benut kunnen worden, en een actieplan opstellen rond sa- mengebruik van lokalen in de gemeente.

31. Uit fase 1 bleek dat er nog werk op de plank ligt op vlak van bewustmaking van de bevolking van het spel en samenzijn van kinderen en jongeren. De gemeente kreeg in het verleden te maken met speelplekken die ver- dwenen of spel dat verboden werd doordat er protest kwam vanuit de buurt. Een kindvriendelijke gemeente tracht in zulke conflicten steeds alle partijen bij elkaar te brengen om constructief de dialoog aan te gaan en te werken naar een oplossing waarin alle partijen zich kunnen vinden, eerder dan het eenzijdig verbieden van spel. Generatiekloven lijken bij de conflicten vaak aan de basis te liggen. De gemeente kan stappen onderne- men om de kloof tussen verschillende generaties te dichten, in eerste instantie door contacten te bevorderen. Door in te zetten op intergenerationele initiatieven, kan de gemeente de brug maken tussen verschillende generaties. Inspiratie kan gevonden worden in initiatieven die jeugddienst Deurne organiseert, met kin- deren/jongeren en ouderen tezamen (p.18-19 Dropzone september 2014: https://www.vvj.be/documen- ten/dropzone/dropzone-september-2014).

32. Tijdens het belevingsonderzoek gaven kinderen en jongeren weer welke plekken in de gemeente ze vaak ge- bruiken in hun vrije tijd. Voor kinderen gaat dat veelal over speelpleinen en parkjes, jongeren halen ook de voetbalterreinen en allerhande horecazaken en winkels aan. De gemeente kan deze kennis inzetten wanneer ze beleid wil maken rond jeugdruimte: welke plekken gebruiken kinderen en jongeren effectief, en waar moe- ten we dus expliciet aandacht hebben voor de noden en belangen van kinderen en jongeren? Wat betreft jon- geren, kan de gemeente hiervoor samen zitten met de middenstand in Temse: jongeren beleven een deel van hun vrije tijd bij hen; hoe kan de gemeente ook voor een kindvriendelijke reflex zorgen bij bijvoorbeeld fri- tuuruitbaters, winkeliers,…

33. Niet alle kinderen in de gemeente geven aan over voldoende speelmogelijkheden te beschikken. Een eerste reden die ze daarvoor aangeven, is de ongerustheid van ouders. Ouders willen dan niet dan hun kinderen (al- leen) naar speeltuintjes of pleintjes gaan. Dat hangt vaak samen met het feit dat kinderen te ver moeten gaan naar de betreffende speelplek (zie aanbeveling 34), of omdat er ook oudere kinderen en jongeren naar de pleintjes gaan. De gemeente kan hierin een sensibiliserende rol opnemen. De boodschap daarbij moet zeker rekening houden met de logische reflex van ouders om het beste met hun kinderen voor te hebben, maar moet ook overbrengen dat dat vaak niet in het belang van het kind is. In een kindvriendelijke gemeente krij- gen kinderen de mogelijkheid en de ruimte om grenzen te verleggen, dingen te ondernemen, ‘er op uit te gaan’,…

Rapport kindvriendelijk Temse p135 | 141

34. Kinderen halen ook aan dat hun speelmogelijkheden begrensd zijn door een gebrek aan tijd. Hun agenda’s zitten dan vaak volgepland met school-huiswerk-sport-muziek-familiebezoek-… waardoor er geen tijd over- blijft om op eigen initiatief er op uit te trekken om te gaan spelen op pleintjes, in straten,… Vooral het teveel aan huiswerk halen kinderen expliciet aan. De balans in tijd die ze spenderen aan school en vrije tijd, is voor velen van hen zoek. De gemeente kan een rol opnemen in het informeren en sensibiliseren van de scholen om zich bewuster te zijn van deze balans, en te wijzen op valkuilen en kansen. Op volgende link zijn enkele inzich- ten te vinden over de hoeveelheid huiswerk die leerlingen krijgen, en tips die de gemeente kan overbrengen aan scholen, inclusief checklists voor leerkrachten en directies https://www.allesoverjeugd.be/opinie/goed- huiswerk-geven.

35. De vaakst gehoorde reden die kinderen aangaven voor een gebrek aan speelmogelijkheden in de gemeente, luidt dat er te weinig speelplekken (dichtbij huis) zijn. De gemeente heeft momenteel al aandacht voor de na- bijheid van speelplekken voor alle kinderen maar dit zal een aandachtspunt moeten blijven, bijvoorbeeld bij de inplanting van nieuwe wijken. Inzetten op communicatie van de bestaande speelplekken is daarnaast eveneens aan te raden. In het belevingsonderzoek geven kinderen concrete plekken aan waarvan ze vinden dat er te weinig mogelijkheid is om te spelen. Deze plekken kunnen in eerste instantie onder de loep geno- men worden; is er wel degelijk een tekort aan speelplekken op die locaties, of zijn die er wel en dus te weinig gekend?

36. De omgeving rond de Zaat kwam in gesprekken met kinderen en jongeren vaak aan bod als plek die veel po- tentieel biedt als jeugdruimte, maar die daarvoor te weinig benut wordt. Ook de schoolomgevingen (inclusief de speelplaatsen) en de omgeving rond het zwembad kunnen volgens kinderen meer en anders benut worden als speel- en ontmoetingsplek voor kinderen en jongeren. De gemeente kan, samen met kinderen en jonge- ren, bekijken hoe de kansen die deze plekken bieden voor de kinderen en jongeren uit Temse, beter benut kunnen worden.

37. Ook het administratief centrum de Zaat zelf kan kindvriendelijker ingericht worden. De Zaat, een gebouw dat er is voor de hele bevolking van Temse, beleven kinderen nu als een gebouw ‘voor volwassenen en saaie din- gen’. Kinderen komen er vaak met hun ouders en brengen er best wat wachttijd door. Met enkele simpele ingrepen kan het gebouw uitstralen dat ook kinderen er welkom zijn.

38. Kinderen en jongeren gaven in het belevingsonderzoek ontzettend veel input over hoe speel- en ontmoetings- plekken (anders) kunnen ingericht worden. Hier ligt een schat aan informatie die de gemeente kan benutten bij het vormgeven van de openbare ruimte, omdat het een heel mooi beeld geeft van waar kinderen en jonge- ren aandacht voor hebben, wat ze belangrijk vinden, waar ze mee bezig zijn en hoe ze hun vrije tijd vorm wil- len geven, gaande van het belang van sport voor heel wat kinderen en jongeren uit Temse, tot standbeelden die voor de jongste kinderen vaak een belangrijke speelimpuls zijn (ter inspiratie: in Sint-Niklaas ging men aan de slag met bespeelbare kunst http://www.hln.be/regio/nieuws-uit-sint-niklaas/mercatorpark-krijgt-kunst- om-op-te-spelen-a1905382/) tot de aantrekkingskracht van dieren, water en nog veel meer.

39. Kinderen en jongeren bleken enorm bezig te zijn met het nieuwe zwembad dat er komt in Temse. Ook hier kwam heel veel input over hoe zij dat nieuwe zwembad zien en wat ze belangrijk vinden. De gemeente kan, afhankelijk van hoever de planning hieromtrent staat, te rade gaan bij kinderen en jongeren voor de precieze invulling ervan.

40. Kinderen en jongeren pleiten voor ‘meer sfeer’ in het straatbeeld, en geven mooie voorbeelden van out of the box denken hieromtrent, zoals het plaatsen van discolampen in de lantaarnpalen op straat of muziek in alle straten. Maar ook ‘simpelweg’ meer verlichting, meer kleur en meer groen brengen in de straten, komt tege- moet aan deze wens van kinderen en jongeren. Met de brochure ‘VerOOOver de straat’ (via http://k-s.be/me- dialibrary/purl/nl/8783065/Een%20hartverOOOverende%20straat!.pdf) kan de gemeente, nog ruimer dan

Rapport kindvriendelijk Temse p136 | 141

enkel het sfeeraspect, nadenken over hoe we de straten meer ‘open kunnen zetten’ voor kinderen en jonge- ren. Door het benutten van de straten als speel-, ontdek- en ontmoetingsplek voor kinderen en jongeren, komt de gemeente bovendien tegemoet aan de nood van veel kinderen aan meer speelplek in de gemeente (zie aanbeveling 34).

41. Kinderen en jongeren gaven in het traject zeer sterk aan dat groen en milieu een bijzonder belangrijk thema is voor hen. Over het algemeen hebben kinderen en jongeren het gevoel dat er te weinig groen is in de ge- meente, en dat er te veel vervuiling is. Wil de gemeente inzetten op kindvriendelijkheid, dan is het duidelijk dat dit thema een aandachtspunt dient te worden in een strategie kindvriendelijkheid.

42. Kinderen en jongeren in Temse maken zich duidelijk zorgen over het evenwicht tussen open en bebouwde ruimte. Dat evenwicht geraakt volgens hen zoek. Door het steeds verder volbouwen van de ruimte, gaan speel- en natuurplekken verloren. De uitdaging die hier voorligt, is geen makkelijke uitdaging. De demografi- sche ontwikkelingen, de verstedelijking,… zijn trends waar ook Temse mee te maken krijgt. Toch kan de ge- meente denkprocessen hier rond opstarten, vetrekkende vanuit het duidelijk signaal van kinderen en jonge- ren: hoe kunnen we, met de blik op de toekomst, als gemeente garanderen dat de kinderen van vandaag én de kinderen van morgen kunnen opgroeien in een omgeving die niet volledig volgebouwd is? Eerder dit jaar vond het congres ‘Open ruimte, Open blik’ plaats. Via http://www.vrp.be/nl/17-en-18-03-2016.-congres- open-ruimte-open-blik/ kunnen lezingen en filmpjes van het congres ter inspiratie dienen.

43. In haar meerjarenplan nam de gemeente reeds het engagement om meer in te zetten op o.a. het aanplanten van bossen en het aanleggen van speelbossen. Kinderen en jongeren hebben een heel duidelijk beeld over de aanwezigheid van groen in de gemeente. Wanneer de gemeente deze plekken ontwikkelt, betekent het een duidelijke meerwaarde om dit te doen samen met kinderen en jongeren. Dat bevordert in één klap de laag- drempeligheid en bekendheid van deze plekken bij de doelgroep (zie aanbeveling 43).

44. Temse heeft een aanbod aan groene plekken en speelplekken, maar dat aanbod is niet altijd even goed be- kend bij kinderen, jongeren en hun ouders. De gemeente kan nadenken over een begrijpbare en bruikbare communicatie over deze plekken naar de doelgroep.

45. ‘Meer groen’ in de gemeente, hoeft voor kinderen en jongeren niet enkel te impliceren dat er meer bossen, parken,… moeten komen. Kinderen en jongeren pleiten evenzeer voor ‘simpelweg’ meer bomen, bloemen, planten,… op straat, in tuinen, op de speelplaats,… Kleinere ingrepen dus, die zorgen voor een groene uitstra- ling van de gemeente. De gemeente kan dit signaal steeds in het achterhoofd houden bij de (her)aanleg van wegen, de inrichting van (nieuwe) wijken,…

46. Kinderen en jongeren halen ook concrete plekken aan waarvan zij vinden dat er te weinig groen is. De meeste van deze plekken liggen in deelgemeente Elversele. De gemeente kan deze lijst met plekken onder de loep nemen en bekijken welke inspanningen kunnen gebeuren om meer groen te integreren in de betreffende straten en wijken.

47. Kinderen en jongeren ergeren zich aan het feit dat er te makkelijk vervuild wordt; sigarettenpakjes op straat, hondenpoep en –plas op speelpleintjes, verontreinigde lucht,… De gemeente kan sterker inzetten op sensibili- sering hier rond. Daarbij kunnen kinderen en jongeren mee een goeie boodschap geven, aangezien uit het belevingsonderzoek blijkt dat ze heel goed weten uit te drukken welke impact vervuiling heeft, niet enkel op hun leef- en speelomgeving maar ook op het milieu, de natuur, het klimaat. Een strengere bestraffing met nultolerantie voor sluikstorten kan, naast een goeie sensibilisering, eveneens een deel van de oplossing zijn.

48. Inwoners kunnen volgens kinderen en jongeren ook sterker gesensibiliseerd worden in het zorg dragen voor het milieu en de natuur in het algemeen. De gemeente kan een informatiecampagne opzetten die inwoners

Rapport kindvriendelijk Temse p137 | 141

helpt om via kleine ingrepen in het dagdagelijks leven een zinvolle bijdrage te doen aan een beter milieu en klimaat.

49. Kinderen en jongeren doen ook heel ambitieuze voorstellen voor het milieu. Inzetten op hernieuwbare ener- gie (windmolens krijgen zelfs een plek in droombuurttekeningen), meer elektrische wagens op de weg,… Ook dit sterk signaal kan de gemeente ter harte nemen door een duurzaam klimaatactieplan op lange termijn uit te denken.

50. Met acties als ‘Bijzondere gemeente’ of dierenhotels in het Natuurhuis in Steendorp, speelt Temse reeds in op de vraag van kinderen om meer zorg te dragen voor de ‘fauna’ in de gemeente. De gemeente kan er steeds voor kiezen de kaart van dieren nog sterker te trekken, bv. door het informeren van de inwoners rond het be- lang van broed- en eetplaatsen voor vogels en hoe ze hierin zelf iets kunnen betekenen (https://www.natuur- punt.be/een-vogelvriendelijke-tuin).

51. Kinderen en jongeren formuleren een duidelijke nood aan meer vuilbakken: op straat, aan bushaltes, op speelplekken, langs wandelpaden,… en manieren om hondenpoep tegen te gaan. De Gemeente kan een ana- lyse van haar ‘vuilbakkenbeleid’ maken om in de spelen op deze duidelijke nood: op welke plekken staan on- voldoende vuilbakken? Hoe kunnen we zwerfvuilproblemen rond vuilbakken tegen gaan? Kunnen we hiervoor samenwerken met de buurt? Hoe pakken we het hondenpoepprobleem aan? Hoe kunnen we inwoners moti- veren en aansporen om vuilnis in de vuilnisbakken te deponeren? (creatieve inspiratie hiervoor op volgend filmpje http://www.thefuntheory.com/worlds-deepest-bin).

52. In het belevingsonderzoek kwamen enkele specifieke plekken naar voren die kinderen en jongeren beleven als vervuild. De gemeente kan deze lijst bekijken en beslissen wat er mogelijk is om vervuiling hier tegen te gaan.

53. Mobiliteit, met een sterke nadruk op de mobiliteit van zwakke weggebruikers, blijkt een duidelijk pijnpunt te zijn in de gemeente. Dat bleek heel sterk uit de eerste fase, en zo mogelijk nog meer uit het belevingsonder- zoek met kinderen en jongeren. Kinderen en jongeren geven hiermee een sterk signaal naar de gemeente: wil Temse inzetten op kindvriendelijkheid, dan is een veilige, vlotte mobiliteit een speerpunt in haar beleid.

54. Er bestaat reeds een schoolroutekaart, die inmiddels aan een update toe is. Aan te raden is om deze kaart uit te breiden naar een speelweefselkaart, die alle routes die kinderen nemen, ook in hun vrije tijd, in kaart bren- gen en kinderen en jongeren kan helpen in het uitstippelen van de veiligste en meest vlotte routes.

55. Vooral situaties waarin kinderen moeten oversteken, beleven kinderen als gevaarlijk en stresserend. Ze bena- drukken heel sterk het belang van veilige en voldoende oversteekplaatsen. Wanneer de gemeente werk maakt van het in kaart brengen van de belangrijkste routes die kinderen en jongeren nemen, kan hierbij een sterk aandachtspunt zijn om de huidige oversteekplaatsen op te lijsten en te optimaliseren. Welke plekken hebben nood aan extra oversteekplaatsen, zebrapaden, lichten? Welke oversteekplaatsen moeten opnieuw aangepakt worden door ze bijvoorbeeld beter te verlichten ’s avonds of door zebrapaden te herschilderen? Waar en wanneer kunnen we gemachtigde opzichters inzetten om kinderen te helpen met oversteken?

56. Ook wegenwerken ervaren kinderen als onveilig. Belangrijk is om deze goed te signaleren, op elkaar af te stemmen en veilig te omkaderen door bijvoorbeeld snelheidsbeperkingen op te leggen voor auto’s op plekken waar gewerkt wordt of bij gewijzigde verkeerssituaties omwille van de werken of veilige en duidelijke over- steekplaatsen voor voetgangers en fietsers in te richten aan de werken.

57. Er leeft ook een duidelijke nood aan meer, bredere en veilige fiets- en voetpaden bij kinderen en jongeren in Temse. De plek van de zwakke weggebruiker wordt te sterk beperkt. De gemeente kan hier structureel aan

Rapport kindvriendelijk Temse p138 | 141

werken door bij elke heraanleg van wegen steeds te garanderen dat er voldoende plek wordt vrijgemaakt voor voetgangers en fietsers.

58. De gemeente kan sterker inzetten op het sensibiliseren van autobestuurders. Kinderen en jongeren geven aan dat zij vaak onvoldoende rekening houden met de plek en de veiligheid van fietsers en voetgangers door te snel te rijden, te parkeren op zebra- of voetpaden,…. Ook volwassen burgers zijn partner in een kindvriende- lijke stad, en mogen op hun verantwoordelijkheden gewezen worden hierin. Naast sensibiliseren kan de ge- meente er ook voor kiezen hierop vaker en consequenter te bestraffen.

59. Kinderen en jongeren vinden het verkeer in Temse te druk, er zijn te veel auto’s. Ze pleiten ervoor dat de ge- meente er werk van maakt meer mensen op de fiets te krijgen of korte afstanden te voet af te leggen. Ze doen hiervoor enkele voorstellen. Naast sensibiliseren kunnen autovrije straten, zones of periodes een deel van de oplossing zijn. Ook het aanbieden van huurfietsen vanuit de gemeente, met goedkope abonnementen, is een voorstel dat vanuit verschillende kinderen komt. De gemeente kan de denkoefening maken hoe ze, door deze en/of andere maatregelen in te zetten, zoveel mogelijk op deze problematiek kan inspelen. In één klap heeft dit ook positieve gevolgen voor de bezorgdheden van kinderen en jongeren rond vervuiling: door- dat meer mensen de fiets nemen en minder de auto, werkt de gemeente aan minder verontreinigde lucht.

60. Kinderen en jongeren halen heel wat specifieke plekken aan die ze als verkeersonveilig beleven. De gemeente kan deze signalen ter harte nemen en onderzoeken wat ze kan doen om die concrete plekken aan te pakken.

61. Op korte termijn zal in Temse een traject lopen rond fietsveiligheid. Binnen deze opdracht is het sterk aan te raden kinderen en jongeren te betrekken en de kindvriendelijkheidsbril op te zetten: wanneer kinderen en jongeren veilig door Temse kunnen fietsen, dan is het veilig voor iedereen.

62. De gemeente kan inzetten op verkeerslessen, fietscursussen,… om de verkeersregels op te frissen en vaardig- heden in het verkeer te ontwikkelen. Belangrijk hierbij is dat niet enkel gefocust wordt op kinderen en jonge- ren. Ook volwassenen hebben hier baat bij. Een voorbeeld dat werd gegeven is de regel dat kinderen op het voetpad mogen fietsen. Veel volwassenen zijn zich hiervan niet bewust, en gaan ervan uit dat het kind hier de regels overtreedt.

63. Kinderen en jongeren willen, vanaf een bepaalde leeftijd het liefst van al (alleen) te voet en vooral met de fiets naar school. Maar door het onveilige verkeer wordt dat vaak niet toegelaten. De gemeente kan fiets- poolen organiseren (zie bijvoorbeeld http://www.mobiel21.be/nl/content/poolen-samen-veilig-en-milieu- vriendelijk-naar-school of een creatieve invulling hiervan op http://www.hln.be/hln/nl/38/Familie/article/de- tail/2518947/2015/11/09/S-Cool-bus-stuurt-kinderen-met-de-fietsbus-naar-school.dhtml) of mee op de kar springen van de fiets-o-strades. Ook een ‘pedibus’ is een manier om kinderen op een fijne manier, zonder auto naar school te kunnen laten gaan (https://www.gezinsbond.be/Gezinspolitiek/Paginas/Hier-komt-de- Pedibus.aspx). Door het inzetten op deze aanbeveling, en in te gaan op deze duidelijke wens van kinderen en jongeren, zorgt de gemeente in 1 klap voor minder drukke en veiligere schoolomgevingen (zie aanbeveling 64).

64. Ook hier is sensibilisering, in dit geval van ouders, een taak die de gemeente op zich kan nemen. Een goedbe- doelde maar daarom geen reflex in het belang van het kind is om kinderen niet (alleen) met de fiets naar school, naar de sportclub, naar oma en opa,… te laten gaan. Nochtans is bewezen dat de beste manier om het aantal ongelukken met fietsen te verminderen, meer mensen aan het fietsen te krijgen is. Door vaker te fiet- sen, verhogen kinderen niet enkel hun vaardigheden als fietser. Bovendien gaan andere weggebruikers meer rekening houden met fietsers wanneer er simpelweg meer van hen op de baan zijn. De gemeente kan, in sa- menwerking met de scholen, inzetten op het sensibiliseren hier rond en ouders aanspreken op hun rol hierin. Via http://www.mobiel21.be/sites/default/files/2013-11%20Kind%20op%20fiets-2.pdf is een brochure te vin- den die op dit idee inspeelt.

Rapport kindvriendelijk Temse p139 | 141

65. De schoolomgevingen worden vaak aangegeven als verkeersonveilig door een teveel aan auto’s op een te korte tijdspanne. De gemeente is zich reeds bewust van dit probleem en er werden in het verleden al zaken ondernomen zoals de suggestie naar de directies om de schoolpoort iets vroeger open te doen om de drukte meer te spreiden. De gemeente moet dit als een blijvend aandachtspunt beschouwen en steeds, met alle be- trokkenen (scholen, ouders, kinderen en jongeren) nadenken hoe dit nijpend probleem aangepakt kan wor- den. Inspiratie kan gevonden worden bij bijvoorbeeld stad Gent, die werkt met schoolstraten (https://mobili- teit.stad.gent/schoolstraat) of stad Leuven, waar de Octopusstraat ingevoerd werd (https://www.ket- net.be/karrewiet/4-maart-2016-eerste-octopusstraat-ter-wereld). In het Werkboek Schoolomgeving staan praktijkvoorbeelden opgelijst, inclusief voor- en nadelen (http://www.vlaanderen.be/nl/publicaties/de- tail/werkboek-schoolomgeving-samen-werken-aan-een-duurzame-en-verkeersveilige-schoolomgeving).

66. Er wordt te weinig beleid gemaakt samen met kinderen en jongeren. Nochtans gaven kinderen en jongeren in het belevingsonderzoek duidelijk te kennen erg begaan te zijn met een waaier aan thema’s, zoals het milieu, mobiliteit, de vluchtelingenproblematiek,… en frisse ideeën te hebben. Tegelijkertijd geven ze aan dat ze het gevoel hebben dat er veel te weinig naar hen geluisterd wordt. Een duidelijk signaal naar de gemeente dat kinderen en jongeren voor vele thema’s, mits de juiste omkadering en begeleiding, een competente en erva- ringsdeskundige partner kunnen en willen zijn in het maken van keuzes en beslissingen in Temse. De ge- meente kan dit signaal ter harte nemen door kinderen en jongeren veel meer als partner te bekijken en te benaderen in het uitdenken, ontwikkelen en evalueren van beleid. Een kindvriendelijke gemeente engageert zich om structurele inspraak in en participatie aan het gemeentelijk beleid van kinderen en jongeren te garan- deren. Er zijn overigens initiatieven in de gemeente die kunnen gelden als praktijkvoorbeelden: buurtoverleg i.k.v. nieuwe speelterreinen, het kinderparlement op het speelplein, de clubhuiswerking van Tourikia waar ook maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren zich veilig voelen om over allerhande thema’s te pra- ten,… Daarbij is het steeds belangrijk om ervoor te zorgen dat ook maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren, ongeorganiseerde kinderen en jongeren, anderstalige jeugd,… hun stem kunnen laten horen door voldoende te diversifiëren in methodieken, momenten en plekken waarop kinderen en jongeren naar hun mening gevraagd worden,…

67. Een eerste stap in eerlijke, zinvolle en goede participatie, is communicatie. Een belangrijk engagement dat de gemeente kan nemen is meer inzetten op eerlijke, open communicatie over de beslissingen van het bestuur naar kinderen en jongeren. Belangrijk is om deze communicatie te voeren op een manier die bruikbaar, be- grijpbaar, betekenisvol en herkenbaar is voor de doelgroep. De communicatie moet ook toegankelijk zijn voor kansengroepen (bv. nieuwkomers, kinderen en jongeren met een mentale beperking,…).

68. Kinderen en jongeren benoemen zelf de volgende thema’s als thema’s waarin ze meer gehoord willen wor- den, een sterkere stem in willen hebben en graag mee rond willen nadenken: Milieu, natuur en groen; ver- keersveiligheid; het inrichten van (speel)ruimte in de gemeente; vrije tijd (sport, evenementen, feesten,…). De gemeente weet hiermee dat voor deze thema’s een hoop ervaringsdeskundige en enthousiaste kinderen en jongeren klaar staan om mee te denken, oplossingen te formuleren,… Een kans die een kindvriendelijke ge- meente moet grijpen.

69. De groendienst gaat bij de aanleg van speelpleintjes in gesprek met kinderen en jongeren, en die manier van werken levert mooie resultaten op. Kinderen en jongeren hebben een sterke visie op de invulling van ruimte. De gemeente kan meer inzetten op het bevragen van kinderen en jongeren, niet enkel bij de aanleg van speelpleintjes maar ook bij het inplanten van nieuwe wijken, de (her)aanleg van wegen enzovoort. Wanneer kinderen en jongeren mee kunnen beslissen over hoe buurten, pleinen, schoolomgevingen,… ingericht wor- den, zal hun betrokkenheid op en verantwoordelijkheidszin over deze plekken enkel toenemen. Kinderen en jongeren met een beperking hebben vaak nog bijzondere noden. Ook bij hen het oor te luisteren leggen, zorgt ervoor dat de ruimte in Temse voor àlle kinderen en jongeren toegankelijk is. Via http://www.speeltuin- bende.nl/ alvast een schat aan informatie voor het toegankelijk inrichten van speelplekken.

Rapport kindvriendelijk Temse p140 | 141

70. De bibliotheek en theaterzaal de Roxy zijn twee openbare gebouwen waar kinderen graag komen, maar waar- bij ze wel aangeven meer inspraak te willen in het aanbod aan boeken en films. De gemeente kan in de toe- komst het initiatief nemen om meer haar oor te luisteren te leggen bij kinderen bij de aankoop van nieuwe boeken, het vastleggen van (film)voorstellingen,…

71. Kinderen en jongeren deelden in het belevingsonderzoek enkele ideeën over hoe de gemeente hen kan be- vragen over of betrekken bij het beleid; Online tools, een combinatie van speelse en ‘formele’ methodieken en plekken, ideeënbussen, scholen, gezinnen en jeugdbewegingen als partners in beleidsparticipatie van kin- deren en jongeren,… De gemeente kan met deze ideeën aan de slag wanneer ze een plan uitdenkt voor de participatie van kinderen en jongeren aan het lokale beleid.

72. De kinderen uit de controlegroep in fase 1 stellen dat ze onvoldoende hun mening kunnen geven over beslis- singen die de school neemt. Tijdens het belevingsonderzoek bleek dat in die scholen waar geen leerlingenraad bestond, de nood daaraan wel aangevoeld wordt. Scholen kunnen een voorbeeldfunctie opnemen op vlak van inspraak en participatie van kinderen en jongeren in hun leefwereld en in zaken die hen sterk aanbelangen. Via volgende link een artikel dat handelt over het inzicht dat het niet volstaat om burgerzin droogweg in de eindtermen van scholen te zetten, maar om verder te gaan en en leerlingen op school zelf te laten ervaren wat democratie is: https://www.klasse.be/40486/burgerzin-leer-uurtje-theorieles/#.Vxkag34wWuI.mailto. De gemeente kan deze thematiek samen met de scholen opnemen en ze kan, binnen haar stategie kindvriende- lijkheid, de scholen hierin ondersteunen.

Rapport kindvriendelijk Temse p141 | 141