Schiebroek product cultuurhistorische verkenning opdrachtgever Gemeente

versie 12 juli 2018 auteurs Lara Voerman & Evelien van Es voorblad ‘De tuinstadbouwplannen te Schiebroek’ Rotterdamsch nieuwsblad 3 oktober 1928

colofon

onderzoek Joost Emmerik, stedenbouwkundige 2 Evelien van Es, architectuurhistoricus Lara Voerman, architectuurhistoricus

opdrachtgever Gemeente Rotterdam

begeleiding Marie José van Ansem Inhoud

Inleiding 5

6

2. Analyse 28

3. Waardering 36

4. Aanbevelingen 52

Bronnen 53

3 4 Inleiding

Aanleiding Sinds 2007 brengt de gemeente Rotterdam de geschiedenis, waarde- De cultuurhistorische verkenning bestaat uit drie onderdelen; de histori- volle architectuur en ruimtelijke karakteristieken van haar deelgebieden sche ontwikkeling, de ruimtelijke analyse en de cultuurhistorische waar- in beeld door middel van cultuurhistorische verkenningen. Deze histo- dering van Schiebroek. rische verkenningen met hun waarderingen en aanbevelingen worden In het eerste deel, de historische ontwikkeling, is inzichtelijk gemaakt hoe beschermende maatregelen in bestemmingsplannen. Ten behoeve van tuinstad Schiebroek. het bestemmingsplan Schiebroek is door Bureau monumenten en cul- In het tweede deel is het ruimtelijk beeld van de huidige wijk Schiebroek tuurhistorie opdracht gegeven voor het maken van een cultuurhistorische nader geanalyseerd. De stedenbouwkundige structuur wordt geduid en verkenning. Deze verkenning is opgesteld volgens het ‘Handboek op- er wordt een beeld van de bebouwing gegeven. Dit wordt onder andere stellen en borgen Cultuurhistorische Verkenningen. Kennen, borgen en gedaan door een beschrijving van de verschillende bouwperiodes die te benutten van gebouwd Rotterdams erfgoed als ontwikkelkracht voor de onderscheiden zijn. stad’. In het handboek is een standaard voor het proces en het opstellen In het derde deel zijn de structuurelementen en de bebouwing cultuur- van cultuurhistorische verkenningen en het vertalen van de benoemde historisch gewaardeerd. Op basis van de waardering worden een aantal waarden en aanbevelingen naar ruimtelijke plannen vastgelegd. - men voor de bepaling van de waarde van de stedenbouwkundige struc- Aanpak tuur en de architectuur van de wijk. De waardering en aanbevelingen zijn - bedoeld voor de borging van cultuurhistorische waarden in het bestem- 5 zoek verricht. Bureau Oudheidkundig Onderzoek van Gemeentewerken mingsplan en bieden concrete uitgangspunten voor herontwikkeling. kaarten die een indruk geven van de laatmiddeleeuwse inrichting van het gebied, negentiende-eeuwse kadastrale kaarten die de verkave- lingsstructuur van de voormalige polders en de toenmalige bebouwing nauwkeurig laten zien, particuliere stratenplannen, stedenbouwkundige z’n weerslag in een overzicht van de ontwikkelingsgeschiedenis van het gebied, een ruimtelijke analyse en uiteindelijk een waardering op struc- tuur- en objectniveau. Om inzicht te krijgen in het huidige ruimtebeeld van de wijken is veldwerk verricht. 1. Biografie

De middeleeuwse polder ringssloten werden haaks op de rivieren, weteringen, Bewoning van het gebied waar nu de Rotterdam- se wijk Schiebroek ligt gaat tenminste terug tot de Vervolgens werd het gebied bedijkt. Op de kop- vroege Middeleeuwen.1 De bodem van het - pen van de kavels werden boerderijen gebouwd. Zo gebied bestond uit klei-op-veen. In de achtste en ontstond het slagenlandschap met vaak langgerekte, negende eeuw ontstonden nederzettingen op de smalle kavels en lintbebouwing langs de paden die kleioevers van rivieren en veenstromen. In de tiende evenwijdig aan de dijken liepen. In de loop van de dertiende eeuw breidden de bedijkingen zich uit en klei-op-veengebieden ten behoeve van akkerbouw en - veeteelt door het graven van sloten werden ontgon- legd, waardoor de dijken in de oude dijkengordel nen. Bewoning concentreerde zich niet alleen langs waterlopen als de Rotte, maar ook langs ontginnings- het gehele Schiegebied ontgonnen en opgedeeld in assen als de Kleiweg. Door de kunstmatige ontwa- ambachten. Een ambacht was een lokaal gerechtsdis- tering kwam het maaiveld steeds lager te liggen. trict waar een schout het landsheerlijk gezag verte- De laaggelegen gebieden waren kwetsbaar voor genwoordigde en het bestuur en de lage rechtspraak - gebied dan ook regelmatig geteisterd door storm- Schiebroek vallen samen met de vroegere begrenzing 6 vloeden. De zware stormvloeden in 1134 en 1163 van de ambachtsheerlijkheid Schiebroek. veroorzaakten overstromingen die in grote delen van gemaakt door Jan Jansz. Stampioen de Oude, toont de ambachtsheerlijkheid Schiebroek. De middeleeuw- se polder bevat structuren die vandaag de dag nog steeds bestaan, zoals de Vlietsloot, de Kleiweg en de december 1163 was veroorzaakt, namen de graven Wildersekade. De Vlietsloot is een veenstroom die de natuurlijke grens tussen de ambachtsheerlijkheden Schiegebied. De uitgave van gronden viel onder de volgt een oude kreekrug - een met zand gevulde gebied werd opgedeeld in zogenoemde copen. Een getijdegeul - tussen de Schie en de Rotte. Parallel aan cope was een pachtovereenkomst tussen een land- de kreekrug liep mogelijk een dijk die deel uitmaakte 1. Uit archeologisch onderzoek door BOOR heer en een ontginner over het te ontginnen gebied. gebleken dat langs de geulen en op de De copen werden gescheiden door ontwateringsslo- eeuw werd aangelegd. Deze dijk zou hebben aange- sloten op de oudste, veronderstelde dam in de Rotte. om de waterhuishouding van het gebied te regelen, Voor zover bekend, werd de Kleiweg voor het eerst kunnen voorkomen. maar vormden dus ook de kavelgrenzen. De ontwate- in 1419 genoemd: Cleyweg. De Wildersekade is een 7

Schieland bestond in het midden van de 18de-eeuw uit veenplas- sen waarin lange, smalle stroken land steken (ribben) waarop de turf te drogen werd gelegd. Uit- snede kaart van Schieland-Krim- penerwaard door Isaak Tirion, 1745.

De Adrianalaan was een karrepad langs een poldertocht, 1928. kade die tenminste uit de vroege zeventiende eeuw percelen met bebouwing. De rest van het gebied was dateert. De kade diende als compartimenteringsdijk ten prooi gevallen aan het water. tussen de Schiebroekse Polder en Boterdorpse Polder ter voorkoming dat bij een dijkdoorbraak alle polders inundeerden. In opdracht van de ambachtsheerlijkheid Schiebroek maakte een landmeter van Schieland in 1771 een Door voortgaande inklinking werd het gebied te plan voor de droogmaking van de Schiebroekseplas. drassig voor akkerbouw en werd daarom benut voor Droogmaking van uitgeveend plassengebied bleek - - vooral toen de graanprijzen stegen door de toene- ven door ‘droog steken’ was in dit natte gebied niet mende vraag naar broodgraan. In 1772 werd een meer mogelijk; de grondwaterspiegel was bereikt. De begin gemaakt met de droogmaling van de Schie- - broekseplas door de Buyte Watering uit te graven teit, maar moest met een andere methode worden Schiebroekse droogmakerij bestond uit een ringvaart als buitenboezem om de middeleeuwse polder. Lood- - 8 - ning een belangrijke inkomstenbron. Door het diepe molens pompten het water uit de droogmakerij naar baggeren ging echter steeds meer land verloren. de ringvaart die in verbinding staat met de Bergse Plassen en de Rotte. Omdat de Schiebroekse Polder het landschap werd aangetast en het slecht voor de - - turven gewoon door. In de achttiende eeuw was de één tot vier genummerde toch- Schiebroekse Polder een uitgeveende plas, een van - de vele plassen van het Schielands Plassengebied. kerij evenwijdig aan de ringvaart en in het zuidelijke Op de kaart uit 1745, van uitgever Isaak Tirion, is deel aan de Kleiweg. Ter hoogte van de molengang komen beide basisrichtingen in een hoekverdraaiing aangevreten: het gebied van Schieland en Krimpe- bijeen. nerwaard bestaat uit een grote hoeveelheid plassen met gekartelde oevers, het meeste land is verdwenen. - Van Schiebroek restten alleen nog de Schiebroek- gemalen. De Schiebroekse Polder ligt ruim 5 meter seweg, de Kleiweg en de Wildersekade. Langs de Schiebroekseweg en de Kleiweg lagen nog wat kleine polders in Schieland. De drooggemalen gebieden 9

Schiebroek maakte een landmeter van Schieland in 1771 een plan voor de droog- making van de Schiebroekseplas. Links de toen bestaande situatie, in het midden een - de plan. tussen de tochten werden het eerste, tweede, derde, - en investeerden juist in woningbouw voor gegoede Rotterdammers. Particuliere ondernemingen middeleeuwse polder waren alleen de Kleiweg, de namen het voortouw, ook in Schiebroek, waar het op Wildersekade en de Vlietsloot nog herkenbaar; deze de stevige kleigrond goed en goedkoop – want zon- middeleeuwse structuren vormden de contouren van der noodzaak tot heien – bouwen was. - stuk grond, diep in de Schiebroekse Polder. Met regeringssteun en borgstelling van de gemeente kon Verschoor. Zo’n ‘tuinstad’ was in die jaren een popu- lair uitbreidingsmodel. Geïnspireerd op de Engelse de late achttiende eeuw lintbebouwing. De lintbebou- Garden City – een complete woonsamenleving in een - de zich tot de bewoningskern van Schiebroek. In de gebouwde voorbeelden in architectuur en steden- 10 late negentiende eeuw ontwikkelde zich bovendien - - derd woningen, voornamelijk eengezinswoningen een aantal laat negentiende-eeuwse tuinderswonin- gen. winkels. Verschoor was een bekende tuindorpbouwer: De molens van de molengang werden in 1914 ver- hij ontwierp onder meer het Burgemeester-Vernède- vangen door een elektrisch gemaal. Een gedenk- park te Voorschoten, tuindorp Meerdervaart in Zwijn- de droogmakerij: “Eerst een moeras daarna een plas toen land voor ‘t vee nu burgerstee”. - kels, gesitueerd rondom vier pleintjes ten noorden een ‘tuinstad-misère’ van de Borchsateplein. Ondanks de in 1908 geopen- Terwijl aan het begin van de twintigste eeuw op - de Rotterdamse zuidelijke Maasoever gestaag een ningen waren de verbindingen naar de te bouwen tuinstad zeer matig – de dichtstbijzijnde haltes lagen randgemeenten een andere ontwikkeling. De dan Rotterdam Hofplein naar Scheveningen waren de verbindingen naar de te bouwen tuinstad haltes lagen aan de Kleiweg en in het dorpje

- De Maasbode 23 mei 1922

11

op een half uur wandelen van de dorpskern van Schiebroek aan de Kleiweg, 1928. karakteristiek en herkenbaar ensemble aan de Adri- over het karrepad Adrianalaan – maar er werd met analaan. smart uitgekeken naar de geplande treinhalte Adri- Het eerste uitbreidingsplan van Schiebroek - Verslaggevers van het Rotterdamsch Nieuwsblad bezochten in 1922 de eerste – en wat later zou blijken om ruimtelijke ontwikkelingen te sturen, volgde de enige – 104 gebouwde woningen van de tuin- stad.2 Ze roemden deze ‘bijna Amerikaansche on- derneming’ vanwege de ruime en groene opzet van - het plan: de doorkijkjes naar de ‘weelderige akkers raad werd goedgekeurd en in 1924 door Gedepu- - opzet baseerde zich op de landschappelijke onder- siast werd de architectuur van de middenstandswo- grond: polder- en molentochten werden uitgegraven, ningen omschreven, die nogal sober was en ‘plomp’ verbreed en ingericht als lommerrijke singels. De 12 singels en de haaks erop liggende wegen vormden woningnood in Rotterdam in deze jaren op zijn piek bouwvelden voor middenstandswoningen, met in het centrum van vrijwel elk bouwveld ruimte voor een MaasbodeDe uitgestrekte - „tuinstad” Schiebroek ligt nog verlaten als een doode terplas was gedacht voor villabouw, terwijl de meest zuidelijke punt was bestemd voor gesloten bouwblok- een bestaan als van kluizenaars op een eiland. En ken met arbeiderswoningen, die een overgangszone inmiddels worden de nieuwgebouwde kazerne- en vormde naar het meer stedelijke . De gevangenisachtige étagewoningen aan den buiten- bijbehorende bouwverordening was streng om het kant onzer goede stad, zoo gauw ze bewoonbaar zijn, gewenste tuindorpkarakter te kunnen realiseren. De door huurders bestormd, terwijl daar ginds de ver terreinen aangeduid met een lichtrode kleur voor van elkaar gebouwde, zon-doorlichte vrije tuinstad- huisjes, als een ongekende en onbegeerde weelde liggen in het heerlijk isolement hunner landelijke met eengezinshuizen van een ‘uitgesproken landelijk 3 2. ‘Tuinstad Schiebroek’, in: Rotterdamsch omgeving’. nieuwsblad, 3 juni 1922. De ongekleurde terreinen waren bestemd voor een- 3. - waarna de gemeente de gehele onderneming moest kundig dagblad, 21 augustus 1922. overnemen. Ondanks de ‘tuinstad-misère’ zijn de 104 woningen gebouwd worden. Op kruispunten was plek Voet 2005

13

De Adrianalaan werd verbreed en bestemd Voet 2005

Het eerste uitbreidingsplan van Schiebroek, - - - - verordening. Bij zijn installatie als burgemeester van - ben zorg te dragen, dat het weinige natuurschoon, dat de omgeving van Rotterdam biedt, zoo ongerept en plichten waren. Om dit plan wel tot een succes te maken – wat het niet zou worden, het werd maar voor bouwverordening [...] stellen ons in de gelegenheid een klein deel uitgevoerd – zorgde de gemeente voor een dam op te werpen tegen de aanzwellende steen- enzee. [...] Geen duimbreeds zal van het uitbreidings- verbinding met Rotterdam tot stand kwam.5 De Ring- - toekomst worden een gezond, aangenaam en ruim - aangelegd woonoord’.4 gen Wilgenplaslaan kwam tot stand. Symbool voor de verschuiving van het zwaartepunt van het dorp naar De huidige Lindesingel, Kastanjesingel, Meidoorn- de polder was de verplaatsing van het raadhuis van singel en Wilgenlaan – oude poldertochten – zijn de Kleiweg – het historische dorpscentrum – naar een locatie aan de Ringdijk vlakbij het in aanbouw zijnde 14 - tuindorp. De realisatie van het ontwerp van gemeen- tearchitect Russcher werd mogelijk gemaakt door een van de Adrianalaan, aan de Ribeslaan, Lijsterbeslaan, - de Acacialaan en Prunuslaan. In 1924 bouwde de pij verplichtte zich tot aanleg van straten, openbare woningbouwvereniging Onderling Belang de eerste sociale woningen in Schiebroek aan de De Villeneu- vestraat en de Adrianalaan: vier blokken van vier wo- karakteristieke elementen in de openbare ruimte. De van Schiebroek – royale woningen aan de singels, in Molenvliet was een ontwikkelaar, geen bouwmaat- schappij. De grond werd in kleine stukken uitgege- - ven: de reden dat het gebied rondom de Molenvijver plannen een leidraad blijven. – het enige deel dat van de grootste plannen daad- - ners toelaten van beneden- en bovenwoningen, terwijl het 4. Rotterdamsch nieuwsblad, 22 november - lange tijd de bedoeling was dat hier enkel eengezins- 1924. lenvliet. Zij kocht een langgerekte strook grond tussen woningen met tuin gebouwd zouden worden. 5. Rotterdamsch nieuwsblad, 3 oktober 1928. de Ringdijk en de spoorlijn. De lat lag hoog: in drie De enige gerealiseerde bebouwing van de N.V. 15 1938.

‘De tuinstadbouwplannen Symbool voor de grootse ambities was de ver- te Schiebroek’ Rotterdamsch nieuwsblad 3 oktober 1928 - de singels moest laag blijven, maar Russcher wilde dingsplan aan de binnenpleinen boven- en benedenwoningen toelaten, een woningtype dat in deze periode zeer in te maken met een herziening van het uitbreidings- trek was, omdat het goedkoper was in bouw en huur- plan, die in 1932 werd getekend door gemeentear- prijs. Langs alle straten zouden voortuinen bijdragen chitect Russcher. De belangrijkste reden om het plan aan het tuinstedelijk karakter. Openbare gebouwen te herzien was dat Rotterdam een wegenplan had projecteerde hij op prominente plekken, zoals op vastgesteld dat tot ver buiten haar gemeentegrenzen de binnenpleinen moesten komen. waarvan een aantal over Schiebroeks grondgebied. - Een belangrijke plek was het plein bij de nieuw ge- je op de kaart aangegeven – maar volgde verder projecteerde treinhalte Wilgenplas, genoemd naar de het rechtlijnige stelsel van de tot singels vergraven gelijknamige plas aan de andere zijde van het spoor. poldertochten, vooral omdat dat al grotendeels tot - groenaanleg volgde hij het plan uit 1932 en ontwierp graving voor de naastgelegen spoorbaan, twee jaar telkens rechthoekige plantsoenen middenin de be- - 16 bouwingsvelden. Russcher lichtte toe: ‘Omdat zowel - - viaduct te verbreden. Stedenbouwkundige Russcher grote aaneengesloten natuurparken zullen worden greep de attractie en de treinhalte aan om deze plek geschapen, is het groen in onze gemeente meer te benadrukken door een groot stationsplein waar verstrooid ontworpen, voortbouwend op de gedach- tegang van de ontwerper van het bestaande uit- toegankelijkheid vanuit de stad te vergroten werd een breidingsplan.’6 Langs de spoorbaan kwamen brede secundaire route uit het plan al direct uitgevoerd: de begroeide groenstroken ‘zodanig dat iedere reiziger 6. meter brede klinkerstraat liep door de weilanden en het ambacht en de gemeente Schiebroek, ter plaatse werkelijk door een tuinstad te sporen’.7 was een snelle route van de stad naar het attractie- inv. nr. 614, Memorie van toelichting Russcher vatte de gehele gemeente op als één grote park. behoorende bij het ontwerp tot herziening tuinstad met een open en landelijke bebouwing, maar van het Uitbreidingsplan, mei 1932. 7. was daar minder rigide in dan zijn voorganger Zaaijer. De Vaste Commissie voor de Uitbreidingsplannen het ambacht en de gemeente Schiebroek, – de provinciale commissie die kort daarvoor was inv. nr. 614, Memorie van toelichting twintig laten verleiden tot de bouw van gestapelde ingesteld en alle gemeentelijke uitbreidingsplannen behoorende bij het ontwerp tot herziening beoordeelde – had kritiek op sommige, inmiddels van het Uitbreidingsplan, mei 1932. Daar kwam nu een einde aan. De bebouwing langs al wat ouderwetse, planonderdelen, zoals de geïso- 17

Na kritiek van de Vaste Commissie voor de Uitbreidingsplannen werd in 1934 een her- Rotterdamsch Dagblad 20 juli 1933

Het conceptuitbreidingsplan voor de ge- meente Schiebroek van H. Russcher uit 1932 bouwde voort op de uitgangspunten van leerde plantsoenen op de binnenpleinen, het grote - zeshoekige plein waar te veel wegen op uitkwamen Wilgenplaslaan – aangelegd om de stadsbussen en Russcher paste het plan aan en kreeg goedkeuring. In 1934 werd het gepubliceerd in de Schiebroekse de Wilgenplas te brengen – kreeg na de Tweede We- Gemeentegids. De zwarte lijnen en blokjes gaven de straten en bebouwing aan die al waren aangelegd. In zijn herziene plan koppelde Russcher de groenge- - In 1949 werd het Uitbreidingsplan Schiebroek vast- wegen. Een element dat in de naoorlogse plannen gesteld dat de verspreid liggende buurten uit de overgenomen zou worden was de aanleg van een vooroorlogse periode aan elkaar bond. Schiebroek - - - plan was volgens de Dienst Stadsontwikkeling nood- zakelijk ‘opdat een grotere samenhang met de stad op de plankaart staan. Ook de aanbeveling om de kan worden verkregen en een meer organisch geheel boven- en benedenwoning te weren werd niet over- kan ontstaan’.8 genomen, er was te veel vraag naar deze goedkopere huisvesting. naoorlogse woningnood dwong een veel dichtere en Gorter, sinds 1947 werkzaam bij de Dienst, staat te hoe weinig er van de opeenvolgende plannen terecht Deze titel had het plan niet voor niets: omdat Schie- broek volgens de Dienst Stadsontwikkeling wel erg 8. - ver van de Rotterdamse werkgebieden lag, de ver- - - bindingen over weg te wensen overlieten en door de ken te Rotterdam, inv. nr. 206, Toelichting kernen: de historische kern aan de Kleiweg in het nabijheid van luchthaven , was het de zuiden, het Adrianalaankwartier in het noorden en het bedoeling dat hier een ‘kleine, doch volledige wijk uitbreidingsplan in onderdelen Schiebroek, zou ontstaan, geheel toegerust met eigen sociale en januari 1949. de vooroorlogse periode een onmiskenbare invloed culturele voorzieningen.’9 Drie van elkaar verschillen- 9. - - op het huidige karakter van Schiebroek. De ruimte- ken te Rotterdam, inv. nr. 206, Toelichting noordelijke deel werd, met het oog op de ontwikke- structuur van poldertochten die de wijk structureren lingen van de luchthaven Rotterdam, bestemd voor uitbreidingsplan in onderdelen Schiebroek, – en die in de naoorlogse plannen is doorgezet – , agrarische en recreatieve doeleinden. In het midden- januari 1949. het principe van laagbouw aan de singels, het groene Stapelkamp 2006

19

- baar is het raamwerk van singels op basis van de onderliggende poldertochten en de ver uit elkaar liggende woonbuurten. Stapelkamp 2006

woonwijk voor arbeiders en middenstanders. In het door de wijk behielden zo hun eenduidige bebou- meest zuidelijke deel, een zeventig hectare groot open bebouwing. In de velden die tussen de singels - overbleven projecteerde Gorter drie samenhangende plaats in was er op de Rechter Maasoever woonbuurten voor arbeidersgezinnen. De eerste was voornamelijk laagbouw. In de overige twee buurten werd gebouwd voor een meer gevarieerde bevol- - king dan die waar de voormalige gemeente voor de baar zou blijven, nu echter als Rotterdamse woonwijk. well to do Geheel in het westen, aan het uiteinde van de Adri- - bejaarden, alleenstaanden, kleine, grote en zeer grote jecteerd. gezinnen. Ook tot de bouwtypen drong die variatie door: er kwamen portiek- en galerijwoningen, een- Een verwevenheid van oud en nieuw gezinshuizen voor de meer gegoede Rotterdammer, maar ook voor grote gezinnen, en maisonnettes. De met plaats voor 2577 woningen. De destijds op veel bouwblokken werden geordend rondom een centrale 20 plekken, maar zeker in Rotterdam, gebruikelijke ma- ‘buurttuin’, waar een school, speelplaatsen en wan- nier van stedenbouwen was om nieuwe wijken op te delgelegenheid was.10 Landschapsarchitect Paul Schil- delen in ‘buurten’, kleinere overzichtelijke eenheden peroort was verantwoordelijk voor het ontwerp van de waarbinnen mensen woonden, naar school en naar openbare ruimte, dat een getrapte opbouw kende: de kerk gingen, hun boodschappen konden doen en van gemeenschappelijke tuin, naar buurttuin tot wijk- een aantal woonstraten doorbrak de monotonie van principe: het was de intentie dat zich op deze manier de lange rijen woningen die zo kenmerkend was voor hechte samenlevingen vormden. Deze ‘wijkgedach- de vooroorlogse plannen en zorgde voor ingekaderde te’ was ook voor Schiebroek het ordeningsprincipe, zichten. maar hier moest het geprojecteerd worden op het bestaande rechthoekige stramien van singels en be- De Peppelweg als ruggengraat staande vooroorlogse bebouwing. Gorter deed een Een van de belangrijkste nieuwe toevoegingen was aantal slimme ontwerpingrepen, waardoor bestaande 10. - tot . Geschiedenis - en toekomst van de naoorlogse wijken in - geerde aan de ene kant als scheiding tussen het oude Rotterdam, Amsterdam 2005, p. 108. gen van twee lagen doorgezet – de lange lijnen dwars en het nieuwe Schiebroek en aan de andere kant als van de Adrianalaan over, 1957. Voet 2005

21

Uitbreidingsplan in onderdelen ‘Schiebroek’, Dienst Stadsontwikkeling Rotterdam, 1947.

De bestaande singelstructuren werden in dit Voet 2005 verbindend element, als ruggengraat: alle routes, het Rozenlaanviaduct in 1954, overlast van Zestienho- bestaand en nieuw, kwamen nu uit op dit wijkcen- ven was er in deze zuidpunt niet, en het belangrijkste: trum. De ruimtelijke compositie was ijzersterk. De vier de gronden waren vrijwel geheel in het bezit van de bouwlagen hoge bouwblokken, die de op een aantal gemeente, zodat er op zeer korte termijn gestart kon plekken geknikte route begeleiden, verbonden de worden met de bouw. belangrijkste ruimten in één vloeiende beweging: het - Eén geheel - - genplaslaan’ vormde het kader voor de uitbreiding. De wijkgedachte was ook in deze planopzet leidraad, maar op een meer pragmatische manier. De indeling elementen tot stand kwamen – onderscheidde de door architect W.F. Fiolet ontworpen bebouwing langs dwong een stedenbouwkundige en architectoni- ritmiek en detaillering. toepassing van nieuwe bouwsystemen. Toch was dit stedenbouwkundig ontwerp geen typisch tabu- Schiebroek-Zuid ‘een onverwachte uitbreiding’ la rasa-plan. De Dienst Stadsontwikkeling lichtte in 22 - - Schiebroek ernstige bezwaren bestonden.11 Bode- in nauwe aansluiting met het bestaande Schiebroek monderzoek wees uit dat de grond door verwachte ontworpen, zodat het hiermede één geheel zal vor- verzakkingen niet geschikt zou zijn om te begraven en men en het reeds grotendeels voltooide wijkcentrum dat de voor ophoging benodigde hoeveelheden zand van Schiebroek mede voor deze uitbreiding dienst zal van ver aangevoerd zou moeten worden. Ophoging doen.’12 Stedenbouwkundige Gorter was wederom 11. zou hoge kosten met zich mee brengen. Daarnaast verantwoordelijk voor het ontwerp. Zoals uit het citaat werd de woningnood in de stad almaar dringender. hiervoor blijkt, vatte hij Schiebroek – oud en nieuw – Werken te Rotterdam, inv. nr. 210, Toelich- De Dienst Stadsontwikkeling maakte een complete nadrukkelijk op als één geheel. Op dit geheel paste ting behorende bij het uitbreidingsplan in ommezwaai in het denken over Schiebroek. De be- hij de wijkgedachte toe, waarbij het wijkcentrum zich - - plaslaan, 1957. herkenbaar moest houden, maakte op de tekeningen dels met recreatieve voorzieningen sloten Schiebroek 12. plaats voor een woonwijk voor duizenden gezinnen. - Werken te Rotterdam, inv. nr. 210, Toelich- De argumenten die er eind jaren veertig voor pleitten staande poldertochten werden omgewerkt tot singels ting behorende bij het uitbreidingsplan in Schiebroek als een compacte, dorpse woongemeen- en brede vijverpartijen en structureerden de wijk in - schap te ontwikkelen, gingen niet meer op. De be- oost-westrichting. Schiebroek-Zuid werd in het plan plaslaan, 1957. reikbaarheid was sterk verbeterd door de aanleg van 23

Maquette van de uitbreiding, dienst Stads- ontwikkeling.

‘omgeving Wilgenplaslaan’, dienst Stadsont- wikkeling, 1957. zuiden van de Teldersweg. De woningen waren over- waren langgerekte groenzones langs het Meijersplein wegend bedoeld voor arbeidersgezinnen, maar in de en de Teldersweg met daarin ruimte voor buurtvoor- noordpunt projecteerde de Dienst een buurtje met zieningen als een kerk, scholen en buurtwinkels. De middenstandswoningen, die – aldus de ontwerpers – buurtwinkels waren zo gesitueerd dat geen van de zo op een organische manier aansloot bij de bestaan- de jaren dertig middenstandswoningbouw. de dagelijkse boodschappen. De Meidoornsingel scheidde de buurten van elkaar. De singel zou de wijk in noordelijke richting verbinden met Bergschenhoek Rond 1960 werd er voor het eerst ‘echte’ hoogbouw en in westelijke richting onder het spoor door met in Schiebroek Zuid geprojecteerd: er kwamen zes gekomen – de Melanchtonweg nam in 1967 deze geven aan bejaarden, de drie andere voor ‘norma- le’ bewoning. Het Vrije Volk nog aan dit streven. De overige onderdelen van het plan voor deze hoogbouw in Schiebroek steunde op - twee overwegingen, de ene van stedenbouwkundi- de Wilgenplaslaan en Wilgenlei en de historische ge, de andere van economische aard: ‘De Dienst van Ringdijk. Kortom: Schiebroek-Zuid werd niet ontwor- Stadsontwikkeling stelt zich op het standpunt, dat 24 pen als een wijk op zich, maar als een uitbreiding van deze uitloper van de Rotterdamse bebouwing zich de wijk met twee woonbuurten met eigen buurtvoor- door enkele verticale accenten moet onderscheiden zieningen. van het omringende gebied. Daarnaast pleit het tekort aan bouwrijpe grond in de gemeente voor een Wonen in Schiebroek-Zuid zo doelmatig mogelijk gebruik van de beschikbare - oppervlakte, waaraan het best kan worden voldaan pel, deed zijn intrede in Schiebroek. De wooneenheid door ‘in de hoogte’ te bouwen.’13 Deze ‘verticale is een verkavelingsmethode waarbij verschillende accenten’ werden op stedenbouwkundig belangrijke bouwblokken met verschillende woningtypen telkens plekken geprojecteerd: aan de Abeelweg als marke- in een gelijke constellatie werden geordend, rondom een gemeenschappelijke tuin. De stempels zijn ont- sloten met een cul-de-sac, waar ook geparkeerd kon worden. Gorter ontwierp zes verschillende varianten, die in series van drie, soms twee, herhaald werden. op de hoek van de Wilgenlei en Meidoornsingel en kwamen buurtjes die een eigen logica kenden, zoals 13. het cluster eengezinswoningen rondom de Loder- was er gelukkig mee. De leden van de Wijkraad voor dagblad, 2 juni 1960. 25

- den van Schiebroek, dienst Stadsontwikke- ling, 1958.

- winkelcentra, 1962. Voet 2005 etagebouw, die naar hun mening het tuinstadkarakter Geheel aan de noordrand werd rond 1990 het voor- zou aantasten, met name in het noorden van Schie- malige terrein van de rioolwaterinrichting aan de broek. De dienst Stadsontwikkeling hield voet bij stuk: stedenbouwkundige opzet van het woonbuurtje her- begrenzing van het stedelijk gebied’ en voldeden be- innert aan de ronde vorm van de waterzuivering. ter dan ‘een onduidelijke uitloop van de bebouwing in de het polderland.’14

De generaties tuinsteden en hun ruimtelijke structuur decennia een aantal ingrepen gedaan die met name een aantal woningbouwplannen gerealiseerd op de groene locaties in Schiebroek-zuid, namelijk langs de Donkersingel, de Ringdijk en aan het Meijersplein. 26 - telijke logica van de wijk. De woningen aan de Melan- chtonweg bijvoorbeeld zetten de mooie zichtlijn naar de nieuwbouw aan de Donkersingel, waar de voorma- lige buurttuin onherkenbaar is geworden. Sommige woningen grenzen met de achtertuinen aan de singel, niet strokend met het uitgangspunt van de singel- bebouwing dat al sinds de jaren twintig leidend is 14. geweest in de opbouw van de wijk. In Schiebroek-Midden, in de woonbuurten ten zuiden - van de Peppelweg, is op twee wat grotere plekken ning Uitbreidingsplan Schiebroek, 20 mei sloop-nieuwbouw gepleegd. De originele structuur 1960. 15. is daarbij grotendeels intact gebleven, maar de open het ambacht en de gemeente Schiebroek, bebouwing in het groen is ingewisseld voor mono- inv. nr. 614, Memorie van toelichting lithische bouwblokken en eengezinswoningen met behoorende bij het ontwerp tot herziening eigen tuinen. van het Uitbreidingsplan, mei 1932. De Meidoornsingel, 1966. Voet 2005

27

Het Kemperpad, een wandelroute tussen twee wooneenheden door, 1961. Voet 2005

Woon- en winkelblokken aan de Teldersweg, 1962. Voet 2005 2. Analyse

Het landschap als onderlegger De grenzen, historische routes en de inrichting van Schiebroek is te karakteriseren als één wijk, waar ge- de Schiebroekse Polder met de langgerekte polder- tochten zijn in grote mate sturend geweest voor de gewerkt met het idee hier een tuinstad te scheppen. huidige opzet van de wijk. De in 1780 drooggemaak- invloed gehad op het huidige karakter van Schie- oostelijke grens van de wijk: de Ringdijk, de oude dijk landschappelijke structuur van poldertochten die de en vaart om de droogmakerij. In het noorden wordt wijk structureren – en die in de naoorlogse plannen de grens gevormd door de Wildersekade, een com- is doorgezet – , het principe van laagbouw aan de partimenteringsdijk uit de vroege zeventiende eeuw singels en het karakter van ruim opgezette tuinstad. tussen de Schiebroekse Polder en de Boterdorpse van en voortbouwen op de vooroorlogse tuinstad, vormde de waterkerende grens tussen de Schiebroek- anderzijds over het introduceren van een aanvullend concept van woonbuurten rondom een buurttuin - 28 breedte herinnert aan de oude molengang waar drie molens het water uit de droogmakerij richting de ring- lagen doorgezet – de lange lijnen dwars door de wijk - behielden zo hun eenduidige bebouwingsbeeld van nalen, de oorspronkelijk van één tot vier genummerde In de velden die tussen de singels overbleven werden 1923 de tuinstad Schiebroek structureerden als brede drie samenhangende woonbuurten voor arbeidersge- singels: de Lindesingel, de Kastanjesingel, de Mei- zinnen geprojecteerd rond een ‘buurttuin’. doornsingel en de Donkersingel. De karakteristieke hoekverdraaiing van deze poldertochten ter plaat- en nieuw – nadrukkelijk op als één geheel. Op dit geheel werd de wijkgedachte toegepast, waarbij het wijkcentrum zich reeds aan de Peppelweg bevond. waar een karrepad langs ontstond, werd in het eerste - sloten Schiebroek zowel in het zuiden als in het noor- - voor de oorlog – omgewerkt tot singels en brede vij- verpartijen en structureerden de wijk in oost-westrich- ting. Schiebroek-Zuid werd in het plan opgedeeld

molengang poldertocht dijk onderzoeksgebied

29 Het systeem van openbare ruimten De singels Zoals gezegd is Schiebroek – weliswaar in een aantal - - ten Lindesingel, Kastanjesingel, Meidoornsingel en Donkersingel, ingericht met heester- en boombeplan- openbare ruimten, te onderscheiden die elk bijdragen ting, vormt het stedenbouwkundig raamwerk van de aan het beeld van een lommerrijke tuinstad: waarde toegekend aan de recreatieve en esthetische De groene zoom betekenis ervan. De eerste projectontwikkelaars in de Schiebroek wordt vrijwel volledig omzoomd door jaren twintig van de vorige eeuw waren verplicht plan- groenzones. Dit concept vindt zijn oorsprong in de nen aan te leveren voor de inrichting van het groen jaren dertig als essentieel element van de tuinstad. In langs de singels, zodat al direct iets van het beoogde het stedenbouwkundig plan van 1932 werden brede tuinstandbeeld tot stand zou komen. Gecombineerd begroeide groenstroken langs de spoorbaan voor- met de lage eengezinswoningen erlangs is het beeld - verkeersader den indruk zal verkrijgen, ter plaatse werkelijk door een tuinstad te sporen’.15 Ook in het in de polder heb je eindeloze zichten over de singels. noorden en langs de historische Ringdijk zouden 30 groenzones als grenzen bijdragen aan het tuinstad- - moderne opvattingen over tuinsteden, die van elkaar gescheiden werden door groenzones. De aanzet tot markering met hoogbouw. de groene zoom werd uitgebouwd door de groenzo- nes langs het spoor – en tussen het industrieterrein en De serie openbare ruimten ter weerszijden van de Peppelweg introduceerde een geheel eigen logica van openbare laten, nu echter als Rotterdamse woonwijk. Uiteinde- ruimten. Diverse wijk- en buurtparken en openbare lijk is hier Schiebroek-Zuid gebouwd, maar het idee ruimtes werden door de Peppelweg aan elkaar ver- bonden: het wijkpark Meidoornweide aan de Ringdijk, waar het Melanchtonpark werd ingericht. Geheel in - het noorden is het Schiebroeksepark ingericht als tuinen en het voormalige stationsplein bij de halte recreatiegebied en als overgang naar het polderland- - schap. aankomen.

groene zoom Peppelweg & Wilgenplaslaan groene ruimtes aan de Peppelweg & Wilgenplaslaan groene singels gemeenschappelijke tuinen

31 Peppelweg

Wilgenplaslaan Secundair systeem van gemeenschappelijke tuinen boerderijen en tuinderswoningen. Bijzondere bebou- Onmisbaar in het idee van een naoorlogse tuinstad wing uit deze periode zijn het baarhuisje op de voor- is de gemeenschappelijke tuin, de eerste schakel in de serie openbare ruimten die samenhangt met het Ringdijk 43 en het elektrisch gemaal aan de Wilgenlei overnam. tuin was het tapijt waarop de verschillende bouwblok- Bouwperiode 1920-1945 verstilde ruimte tussen de blokken en gebruiksgroen In de periode van 1920 tot aan de Tweede Wereld- voor de allerkleinsten, vaak met een door een heg van de eer- gemeenschappelijke tuinen zijn geen ruimten op zich, maar staan altijd in verbinding met andere groenzo- de bebouwing, hoe dichter deze bij het uitgangspunt nes, in het geval van Schiebroek vaak met een van de singels. - De compositie van ruimten aan de Wilgenplaslaan geschakelde woningen, een sobere architectuur met 32 - - - - veel stedelijker karakter door de lange gevelwanden ne karakter van de Wilgenplaslaan wordt gevormd en eenduidige architectuur. Typische elementen zijn - zicht op de kruisende singels en een aantal voorruim- kels gevestigd waren. Kenmerkend voor het bebou- tes bij gebouwen. wingsbeeld is het onderscheid in bebouwing tussen de secundaire zijstraten en langs de singels. Langs de Bebouwingsperioden singels mocht volgens de bouwverordening bij het uitbreidingsplan slechts gebouwd worden met eenge- Bouwperiode tot 1920 zinshuizen van een ‘uitgesproken landelijk karakter’, De oudste bebouwing in Schiebroek is te vinden voorbeelden daarvan staan langs de Lindesingel, Wil- gensingel en het oostelijk uiteinde van de Wilgenlei. is er een bijzondere samenhang tussen het smalle dan in de straten erachter, een principe dat zich in de knotbomen en de lintbebouwing van laat negentien- vroeg-naoorlogse periode doorzette. de-eeuwse en vroeg twintigste-eeuwse kleinschalige Bebouwingsperioden

tot 1920 1920 - 1945 1945 - 1970 1970 - heden

33 gerealiseerd door Patrimoniums Woningstichting, die in het stedenbouwkundig stramien van singels en architectenbureau Jos en Leo de Jonge en J. van Bok- zijstraten. Behalve de situering op een hoek werd er - een onderdelen van verschillende bouwsystemen: Schokbeton gevelplaten, vloeren van holle bouwsteen uitwerking. In architectuur sloten kerken en scholen zich aan bij het gewenste tuinstadkarakter: ze beston- In de laat naoorlogse periode – de realisatie van het wijkdeel ten zuiden van de Wilgensingel/Wilgen- Bouwperiode 1945-1970 schaal gebouwd met bouwsystemen, waardoor een Langs de singels en de Ringdijk werd het karakter van - de bestaande bebouwing doorgezet, wat resulteerde in gevelwanden van lage middenstandsbouw met intrede in Schiebroek. De wooneenheid is een verka- een grote eenheid in de architectonische uitwerking. velingsmethode waarbij verschillende bouwblokken met verschillende woningtypen telkens in een gelijke en balkons breidde zich hier uit met karakteristieke constellatie werden geordend, rondom een gemeen- 34 betonnen omlijstingen rond deuren en vensters. Ook schappelijke tuin. De stempels zijn ontsloten met een langs de Peppelweg lag de architectuurstandaard cul-de-sac, waar ook geparkeerd kon worden. Er zijn hoog. Langgerekte bouwblokken van vier verdiepin- zes verschillende varianten, die in series van drie, gen hoog en winkels op de begane grond onder- soms twee, herhaald zijn. De ontwerpaandacht zit enerzijds in de evenwichtige compositie van hogere en detaillering. De strokenbouw van gestapelde woningen bestemd voor arbeiders op de woonvelden – nooit hebben twee aangrenzende bouwblokken - men in vroege bouwsystemen gerealiseerd, de reden ruimte en de openbare gebouwen: kerken en scholen, dat er een grote eenheid in architectuur bestaat, die in voorzieningenzones geclusterd werden. met – meer dan in het zuidelijk deel van Schiebroek – een bijzondere ritmiek, geleding van de gevels en verbijzondering van entreepartijen. Ter weerszijden onderscheidende stedenbouwkundige ordening werd van het Ganzerikplein bouwde Woningbouwvereni- bedacht, bijvoorbeeld een kamstructuur van een- ging Onderling Belang 663 woningen en 30 winkels in het systeem Pronto, een panelensysteem van met baksteen beklede betonelementen. De buurt rondom rondom de Klaprooslaan. het noordwestelijk uiteinde van de Peppelweg werd 35

tot 1920 1920-1945 1945-1970 1970 - heden Bouwperiode 1970-nu Waardering structuurelementen - Waardevolle structuurelementen zijn de dragers van aliseerd op de groene locaties in Schiebroek-zuid, het gebied, de bepalende routes en de lange lijnen namelijk langs de Donkersingel, de Ringdijk en aan die de ruimte op bepalende wijze vormen. Waarde- - volle openbare ruimten zijn belangrijke ontmoetings- namelijk eengezinswoningen die niet meegaan in de plekken. ruimtelijke logica van de wijk. 3. Waardering en aanbevelingen Als beeldbepalende historische structuurlijnen zijn De waardering is bedoeld als inspiratiebron voor aangemerkt: nieuwe ontwikkelingen én krijgt een vertaling in het - de voormalige poldertochten Lindesingel, Kastan- bestemmingsplan ter bescherming van waardevol jesingel, Meidoornsingel en Donkersingel als struc- - turerende elementen die zorgen voor samenhang ning, de ruimtelijke analyse, zijn de kenmerken geïn- ventariseerd. In deel 3, de waardering, wordt de ruim- telijke kwaliteit van het onderzoeksgebied integraal name in het vooroorlogse en vroeg naoorlogse gewaardeerd. De ruimtelijke kwaliteit van Schiebroek wordt bepaald door structuurelementen, de inrichting over de singels. In de zichtlijn over de Kastanjesingel 36 van de openbare ruimte en de bebouwing. Op de waarderingskaart worden alle waardevolle structuure- het Kastanjeplein een waardevol element. De karak- lementen, openbare ruimte, bebouwing en ensembles teristieke opgemetselde duikers zijn aangemerkt als aangegeven. De oude polderstructuren, de ontwor- - de ruimtelijke dragers van Schiebroek. - De Wilgenlei en Wilgensingel als herinnering aan de oude molengang waar drie molens het water uit de droogmakerij richting de ringvaart pompten en waarde twee verkavelingsrichtingen samenkomen. - - bouw en bijzondere bebouwing, zoals kerk, scholen en bejaardenhuizen. - de Ringdijk en Ringvaart als de oude dijk en vaart om de lager gelegen droogmakerij, met overwe- gend bebouwing aan één zijde waardoor verre zich- met een vrij talud en kenmerkende hoogteverschil- Waardering structuurelementen

groene zoom

Wildersekade serie ruimten Peppelweg singels gemeenschappelijke tuinen

Schiebroeksepark beeldbepalende historische structuurlijnen beeldbepalende ontworpen routes

Lindesingel

Buurttuin Adrianalaan 37 Kastanjesingel Rododendronplein

Buurttuin Kastanjeplein Peppelweg Meidoornsingel Meidoornweide

Molenvijver Wilgenlei en -singel

Wilgenplaslaan Ringdijk

Donkersingel len. Gevarieerd bebouwingsbeeld met woonhuizen woonbebouwing haaks op en parallel aan de route. - markeren deze centrale as: bij het binnenrijden van - de wijk, halverwege op de kruising met de Mei- deel van de groene band die de hele wijk omzoomt. doornsingel en aan het noordelijke uiteinde. Alle - voorzieningenzones liggen aan de Wilgenplaslaan, de voormalige Schiebroekse Polder en de Polder van groene voorzones met hagen en bomen en een vaart en kleinschalige lintbebouwing en verre zich- groene trambaan. ten. Onderdeel van de groene band die de hele wijk omzoomt. Als beeldbepalende openbare ruimten zijn aange- - de Adrianalaan als voormalig karrepad langs een merkt: - planmatige bebouwing van de tuinstad Schiebroek die uitkomt in de in de jaren zestig ontworpen Wil- gebouwd. Kleinschalige lintbebouwing aan één genplaslaan en het Schiebroeksepark, en doorloopt zijde langs het noordwestelijke uiteinde. in het groene talud van de Ringdijk. Deze groene - de Wildersekade, een compartimenteringsdijk uit de zoom rondom de bebouwing is typerend voor de 38 vroege zeventiende eeuw tussen de Schiebroekse Rotterdamse tuinsteden. Polder en de Boterdorpse Polder. Waardevol smal - het systeem van tot singels vergraven poldertoch- - ten, met groenzones met heester- en boombe- schiedenis van Schiebroek als middeleeuwse polder. Als beeldbepalende ontworpen routes zijn aange- - de parken en openbare ruimte die door de Pep- merkt: pelweg met elkaar worden verbonden: het wijkpark - de Peppelweg. Stedenbouwkundig van waarde Meidoornweide aan de Ringdijk, het wijkcentrum vanwege de ijzersterke ruimtelijke compositie. De vier bouwlagen tellende hoge bouwblokken, die de voormalige stationsplein bij de halte Wilgenplas op een aantal plekken geknikte route begeleiden, verbinden de belangrijkste openbare ruimten in één vloeiende beweging. maar na het verplaatsen van de metrohalte een wat - de Wilgenplaslaan. Van waarde als begin jaren der- tig aangelegde snelle route van de stad naar het at- - - Ringdijk zijn ontworpen plekken: ze zijn gemarkeerd door bebouwing aan één zijde en een open, groen ingerichte ruimte aan de andere zijde. De open, Waardering objecten en ensembles

gemeentelijk monument beeldbepalend object waardevol ensemble onderzoeksgebied

Berberisweg

Adrianalaan Schoolstraat

Larikslaan

Kastanjesingel 39 Peppelweg

Kastanjeplein

Meidoornsingel Ringdijk Spinbolplein

Wilgenplaslaan Wilgenlei

Asserweg Lindesingel Donkersingel Peppelweg

40

Kastanjesingel Wilgenlei Wilgensingel Adrianalaan Peppelweg

Meidoornsingel Ringdijk Wildersekade Wilgenplaslaan Groene zoom - Ringdijk Molenvijver Openbare ruimten Peppelweg - Meidoornweide

41

Groene zoom - spoortalud - analaan

Kastanjeplein

Systeem van singels - Donkersingel Meijersplein groene plekken zijn essentieel voor de beleving van Bij de selectie van beeldbepalende objecten is ge- bruik gemaakt van de standaard die de Rijksdienst - de centrale buurttuin die hier gedacht was. waarderen van gebouwen. Met deze standaard kun- - de Molenvijver als herinnering aan de grootse nen de monumentale waarden van een gebouw hel- der en eenduidig vastgesteld worden. De standaard vooroorlogs voorbeeld van de karakteristieke ‘buurt- is in principe ontwikkeld voor de aanwijzing van een tuin’, de centrale groenruimte die in de naoorlogse gebouw als monument. De rijks- en gemeentelijke plannen zo belangrijk werd als structurerend ruimte- monumenten in het onderzoeksgebied zijn eerder vol- lijk element. - het Kastanjeplein als zeshoekig plein met vijver en hand om deze standaard ook voor beeldbepalende - objecten te hanteren. De waardering is gebaseerd op men. - denis vormen de basis van de waardering van het Waardering objecten en ensembles - In Schiebroek bevinden zich twee gemeentelijke torische; architectuur- en kunsthistorische; situationele monumenten; er zijn geen rijksmonumenten in dit 42 zeldzaamheid. Daarnaast spelen ook geestelijke, geo- beeldbepalende objecten en waardevolle ensembles - aangegeven. sche ontwikkelingen een rol in de waardering.

- Een waardevol ensemble is een compositorisch ge- de elementen die in hoge mate kenmerkend zijn - - verkerend in redelijk gave conditie. Beeldbepalende bare ruimten die een onderlinge samenhang hebben. objecten hebben geen wettelijke bescherming, maar Deze onderlinge samenhang is historisch gegroeid zijn wel waardevol. Ze krijgen in principe een planolo- gische bescherming in het bestemmingsplan. Behoud gekomen en uit zich in een herkenbare ruimtelijke en hergebruik zijn daarbij het uitgangspunt. Er is een - aantal objecten door de gemeente geselecteerd om devolle ensembles zijn in hoge mate kenmerkend te worden aangewezen als gemeentelijk monument. Tot het moment van daadwerkelijke aanwijzing zijn verkeren in redelijk gave conditie. deze objecten niet wettelijk beschermd. In deze ver- kenning zijn ze als beeldbepalend benoemd. 43 Gemeentelijk monument Ringdijk 43 Waardevol ensemble Peppelweg

Waardevol ensemble Plataanweg, Adrianalaan, Ligusterweg, Larikslaan, Palmweg Rijksmonumenten Fiolet ontworpen bebouwing langs de Peppelweg - miek en detaillering. De bebouwing ter weerszijden Gemeentelijke monument van de Standerdlaan is meegenomen als hoogwaar- - dig voorbeeld van etagebouw met een sterke relatie met de gemeenschappelijke tuinen. 1903. Beeldbepalende objecten Waardevolle ensembles - Adrianalaan 175, woonhuis, 1916. Cultuurhistorisch - Plataanweg, Adrianalaan, Ligusterweg, Larikslaan, van waarde als onderdeel van de vroegste bebou- Palmweg, de enige 104 gebouwde woningen be- wing aan de Adrianalaan. Bijzondere baksteendetail- horende tot het plan voor de ‘tuinstad Schiebroek’, lering. architect W. Verschoor, 1921. Cultuurhistorisch van - Adrianalaan 239-245, De Villeneuvestraat 2-18, waarde als eerste planmatig aangelegde bebou- Prunuslaan 42-46, ensemble van vier woonblokken wing in de Schiebroekse Polder. Stedenbouwkundig van de woningbouwvereniging Onderling Belang, van waarde vanwege de sterke samenhang en de 1924. Cultuurhistorisch waardevol als de eerste so- ciale woningen in Schiebroek. Waarde als ensemble 44 gekoppelde woningen met ruime tuinen, versprin- van vier woningblokken. Architectonisch waardevol gende rooilijn in de Palmweg. Architectonisch van vanwege de markante kapvorm, schoorstenen en waarde door de samenhang in sobere vormgeving zorgvuldige detaillering. - - singen en entreepartijen. Uiterst bijzondere en nog en herkenbaar voorbeeld van vroeg 20ste-eeuwse gave typologie van de bungalowwoning: woning lintbebouwing. Van waarde vanwege de zorgvuldige met één bouwlaag en een kap, gelegen in een zeer architectonische vormgeving. ruime tuin. - Adrianalaan 301, woonhuis, 1923. Stedenbouw- - Peppelweg. Stedenbouwkundig van waarde van- kundig van waarde door de ligging op een ruime, wege de ijzersterke ruimtelijke compositie. De vier groene kavel, als markering van de hoek Adriana- bouwlagen tellende hoge bouwblokken, die de op een aantal plekken geknikte route begeleiden, van vroeg 20ste-eeuwse lintbebouwing. verbinden de belangrijkste openbare ruimten in één - vloeiende beweging: de groene ruimte rondom de - Broer, 1956. Stedenbouwkundig van waarde door - de plaatsing aan het begin van de Adrianalaan, de plaatsing op pilotis, de evenwichtige vormgeving stationsplein. De grotendeels door architect W.F. en de gevelindeling. De recente antracietkleur doet Adrianalaan 239-245, De Villeneuvestraat 2-18, Adrianalaan 301 Berberisweg 350 Prunuslaan 42-46

45

Adrianalaan 175 Adrianalaan 378-382

Adrianalaan 295 Asserweg 360, Donkersingel 179 - Asserweg 360, Donkersingel 179, schoolgebouw van de omgeving. - - Van waarde als bouwwerk in lokale bouwtrant langs met E. Groosman, 1961. Cultuurhistorisch van waar- de als eerste in Rotterdam gerealiseerd lagere ‘sys- oorspronkelijke landelijke karakter van de omge- zou door heel Rotterdam een grote serie scholen in de bescherming. systeembouw gerealiseerd worden. Architectonisch - waarde als kleinschalige tuinderswoningen in loka- - Berberisweg 350, voormalige internaat voor kinde- - van de omgeving. kaas, B. van Veen, L. Kruijne, 1971. Door hoogte - en langgerektheid markering van de noordrand van waarde als kleinschalige tuinderswoning in lokale Schiebroek. Typologische waarde door de opde- 46 paviljoens met woon- en slaapvertrekken, onderling van de omgeving. verbonden door luchtbruggen. Architectonisch - - waarde als kleinschalige woning met schuren in lo- rizontale gevelgeleding, de opengewerkte hoeken en het kleurgebruik. - van de omgeving. - - - rant, jaren ’20. Stedenbouwkundig van waarde door karakter van de omgeving. en Adrianalaan, de kleine schaal en baksteenarchi- - tectuur zijn typisch voor vroeg 20ste-eeuwse lintbe- waarde als boerderij in lokale bouwtrant met opka- bouwing. - aan het oorspronkelijke landelijke karakter van de G. Feenstra, 1958. Stedenbouwkundig van waarde omgeving. vanwege de prominente ligging op het Kastanje- - plein, met groot waterplein. Architectonisch en ty- met opkamer, kaasschuur, tredmolenschuur en pologisch zeer waardevol als markant en zorgvuldig vormgegeven protestantse wederopbouwkerk. - Kastanjesingel 80, voormalig wijkgebouw, architect Larikslaan 188-190 Kastanjesingel 107

47

Kastanjeplein 8-28 Kerstroosstraat 4-14, Peppelweg 56-92

Kastanjesingel 80

Larikslaan 182-184 onbekend, 1965. Van waarde als onderdeel van - Larikslaan 188-190, voormalige rooms-katholieke voormalig parochiaal voorzieningencluster met kerk en scholen en de prominente ligging op een straat- 1932. Cultuurhistorisch en stedenbouwkundig van waarde als onderdeel van een voormalig parochiaal verdeling van volumes en gevelindeling. voorzieningencluster met kerk en scholen. Archi- - Kastanjesingel 107, voormalig bijkantoor van de tectonisch waardevol door de zakelijke baksteenar- Spaarbank Rotterdam, architectenbureau Vermeer chitectuur, de klokkentoren als markering van de entree. waarde door de situering op de hoek van twee - Larikslaan 192 en Vuurpijlstraat 27, voormalige - rooms-katholieke meisjesschool Lieve Vrouwe van devol vanwege de lichtgele baksteen, de opbouw Fatima en kleuterschool Sint Bernadette, architect G. de Regt, 1955. Cultuurhistorisch en stedenbouw- bankvolume en de woningen erboven. kundig van waarde als onderdeel van een voormalig - Kerstroosstraat 4-14, Peppelweg 56-92, woningen parochiaal voorzieningencluster met kerk en scho- en winkels, architect W.F. Fiolet, 1958. Stedenbouw- kundig van waarde als begeleiding van de Peppel- en herkenbaar voorbeeld van een kleuterschool weg en pleinwand van het Rhododendronplein, de met vensterpartijen op het zuiden. Architectonisch 48 knik in het bouwblok benadrukt die in de Peppel- waardevol vanwege de sobere, maar zorgvuldige weg. Dit blok onderscheidt zich van de buurpanden vormgeving. langs de Peppelweg door de architectonische vorm- - geving, de gevelritmiek, de gave entreepartijen en jr., 1941. Cultuurhistorisch waardevol als een van - de drie vooroorlogse kerkgebouwen in de tuinstad en pastorie, architect C.F.L. van der Lubbe, 1941. Schiebroek. Sobere architectonische uitvoering, met Cultuurhistorisch waardevol als een van de drie bijzonder rond venster, hoge schoorsteen en houten vooroorlogse kerkgebouwen in de tuinstad Schie- klokkentoren. broek. Cultuurhistorisch en stedenbouwkundig van - Lindesingel, Kastanjesingel, Meidoornsingel, Wil- waarde als onderdeel van een voormalig parochi- genlei, Wilgensingel, bakstenen duikers, omstreeks aal voorzieningencluster met kerk en scholen en 1925. Stedenbouwkundige- en ensemblewaarde. de prominente ligging op een straathoek nabij het Architectonische waarde door de zorgvuldige vorm- wijkcentrum, architectonisch waardevol vanwege geving. - moest passen in deze omgeving met enkel laag- met consistorie, architect J.C. Teeuw, 1940. Cul- bouw – met uitgebouwde kapel en klokkentoren, tuurhistorisch waardevol als een van de drie voor- baksteenarchitectuur en de zorgvuldige detaillering oorlogse kerkgebouwen in de tuinstad Schiebroek. Stedenbouwkundig van waarde door de parallelle Larikslaan 192, Vuurpijlstraat 27

Meidoornsingel 50 Ringdijk 50

49

Larikslaan 215 Meidoornsingel 206 Schoolstraat 18

Lindesingel, Kastanjesingel, Meidoornsingel, Wilgenlei, Wilgensingel - duikers Peppelweg 20-34, Paltroklaan 2-32, Bovenkrui- erlaan 1-7, Paltroklaan 3-47, Molenstraat 18-48 ligging aan de Meidoornsingel, in een groene uit- Cultuurhistorisch waardevol als onderdeel van de loper van het wijkpark Meidoornweide. Architecto- eerste bebouwing van tuinstad Schiebroek en eerste nisch van waarde door de sobere, maar zorgvuldige schoolgebouw . Stedenbouwkundig van waarde als baksteenarchitectuur met enkele bijzondere elemen- ten, zoals de ronde vensters en klokkentoren. deze naam draagt. Typologisch en architectonisch - Meidoornsingel 206, rooms katholieke kerk De van waarde door de bijzondere vensterindeling op 1964. Stedenbouwkundig waardevol door de mar- Bouwen. - - Spinbolplein 1-7, woningen, 1955. Stedenbouwkun- doornsingel/Wilgenplaslaan. Typologisch waardevol dig uiterst waardevol als gevelwand van het voor- als voorbeeld van de zoektocht naar nieuwe vormen liggende plantsoen, dat hier werd geprojecteerd van kerkbouw in de jaren zestig, met gemeen- om voldoende vrije ruimte rondom het voormalige - raadhuis te houden. Bijzondere ligging dwars op bouw. Architectonisch van waarde door de gesloten de dijk, trapjes overbruggen het hoogteverschil en gevelopbouw, de markante ‘dozen’ die op verschil- geven toegang tot de voordeuren. Architectonisch lende plekken uit de gevel steken, de dakvorm en van waarde door het evenwichtige gevelbeeld met de glas-in-lood-vensters. uitstekende erkers, balkons en terug liggende en- 50 - Peppelweg 20-34, Paltroklaan 2-32, Bovenkruierlaan treepartij. 1-7; Paltroklaan 3-47; Molenstraat 18-48, drie ga- - Sleedoornlaan 35, voormalige school voor het stedenbouwkundig waardevol als begeleiding van J. Krammer-Kret, 1935, uitbreiding met gang en het wijkpark Meidoornweide. Uitermate gave en als bij de naastgelegen openbare school zijn de lo- - onisch waardevol vanwege de zeer zorgvuldige uit- van Loghem publiceerde in 1936 over de school in werking van de gevels met lichte baksteen, bijzon- De 8 en Opbouw. - Wilgenlei 4, elektrisch gemaal, 1906. Cultuurhisto- doorlopende plinten met balkons en trapopgangen. - Ringdijk 50, voormalig raadhuis van Schiebroek, geschiedenis van de Schiebroekse Polder, verving vormgegeven. herinnering aan het verleden als randgemeente van Rotterdam. Prominente ligging aan de Ringdijk. - Schoolstraat 18, voormalige openbare lagere school, architecten De Groot en Russcher, 1927. Spinbolplein 1-7 Van Bijnkershoekweg 95-97

51

Sleedoornlaan 35 Wilgenlei 4 4. Aanbevelingen

De aanbevelingen bieden concrete uitgangspunten - met elkaar in verbinding staande gemeenschappelijke ties verwerkt om de beeldbepalende kwaliteiten te tuinen, groene singels, buurttuinen en een wijkpark. versterken. Ingrepen moeten zich altijd verhouden tot dit herken- Voor gedetailleerde aanbevelingen met betrekking bare systeem. tot de groenstructuur wordt verwezen naar de rappor- tage van atelier Quadrat Cultuurhistorische kenmer- ken, ruimtelijke karakteristieken en ontwerpaanbeve- door op het onderscheid tussen laagbouw van een- lingen openbare ruimte Schiebroek Rotterdam gezinswoningen langs de singels en een middelhoog- - Schiebroek is te karakteriseren als één wijk, waar ge- sen. gewerkt met het idee hier een tuinstad te scheppen. Bouw in Schiebroek Zuid voort op de stempel als het Ook al verschillen de uitwerkingen van dat uitgangs- belangrijkste ruimtelijke ordeningsprincipe. Er zijn zes - verschillende varianten, die in series van drie, soms ten is in bebouwingsbeeld een andere wereld dan de - slag, die vanuit cultuurhistorie leidraad zou moeten 52 van wonen in een groene, rustige omgeving stond zijn voor herontwikkeling: de ontwerpaandacht zit altijd voorop en zou dat bij herontwikkelingen ook in de evenwichtige compositie van hogere en lage- moeten zijn. De verwevenheid van oud en nieuw is in Schiebroek bouwhoogte. altijd een belangrijk thema geweest, en een belangrijk aandachtspunt in elk opeenvolgend stedenbouwkun- als ‘verticale accenten’ op stedenbouwkundig be- logische wijze tot elkaar moeten verhouden als de langrijke plekken: aan de Abeelweg als markering vooroorlogse tot de naoorlogse uitbreidingen. - intact. Bewaak en versterk de samenhang en kwaliteit in hoek van de Wilgenlei en Meidoornsingel en langs de architectuur en inrichting van de openbare ruimte Benader hoogbouw als langs de lange lijnen: het raamwerk van tot singels een totaalopgave. Maak een visie voor het geheel en vergraven poldertochten Lindesingel, Kastanjesingel, bepaal van daaruit wat de toegevoegde waarde is van Meidoornsingel en Donkersingel. eventueel nieuw toe te voegen hoogbouw. Bronnen

Versterk de stedenbouwkundige samenhang tussen - 31-01 Archieven van het ambacht en de gemeente weg. Eén van de meest vertroebelde ruimten is het Schiebroek plein aan de Soldanellestraat, nu ingenomen door 294-01 Archieven van de Commissie Plaatselijke Wer- een supermarkt. Bij herontwikkeling zou herstel van ken en de Dienst van Gemeentewerken te Rotterdam de vorm en betekenis dit plein weer een schakel in Openbare Werken te Rotterdam is ontworpen als een van de belangrijke steden- bouwkundige ruimten in de wijk. Omdat de halte is Atelier Quadrat Cultuurhistorische kenmerken, ruim- telijke karakteristieken en ontwerpaanbevelingen openbare ruimte Schiebroek Rotterdam, Rotterdam 2018. terug kunnen brengen. J. Fens, Gebouwd in de wijk. Monumenten en andere - historische gebouwen in , Schiebroek, broek Midden en Zuid en de overgang van de twee , Rotterdam 1983 53 grotere betekenis kunnen krijgen – in een nieuw in- tot Ommoord. Geschiedenis en toekomst van de na- richtingsontwerp, maar ook in de programmering - als oorlogse wijken in Rotterdam, Amsterdam 2005, centraal punt in de wijk. A. van der Schoor, De dorpen van Rotterdam, van ontstaan tot annexatie, Rotterdam 2013

Gesprek met: De Vereniging Stedebouwkundig Wijkbehoud, d.d. 17 april 2018.