west-vlaamse intercommunale | baron ruzettelaan 35 | 8310 brugge | tel (050) 36 71 71 | fax (050) 35 68 49 | www.wvi.be 05461 Gemeente Vleteren RUP Centrale begraafplaats Verzoek tot raadplaging plan_id: JULI 09 1. Inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer
Initiatiefnemer: Gemeente Vleteren Kasteelstraat 39 8640 Vleteren contactpersoon: Mevr. Marie Christine Parret [email protected] 057 / 40 00 99
Opdrachthouder: Wvi Baron Ruzettelaan 35 8310 Assebroek contactpersoon: Johan Michielssens [email protected] Ann Van Ackere [email protected] Koenraad Mahieu [email protected]
2 verzoek tot raadpleging | JULI ‘09 | wvi 2. Beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen plan en in voorkomend geval redelijke alternatieven voor het plan of on- derdelen ervan
Het RUP “Centrale begraafplaats” betreft het aanleggen van een begraafplaats voor de gemeente Vleteren in de kern van Oostvleteren. Het RUP omvat de begraafplaats zelf bestaande uit een zone voor de graven, een buf- ferzone en een nutsgebouwtje voorzien worden (afscheidsruimte, berging). Er wordt een parking voorzien die ook dienst kan doen tijdens activiteiten in de kern van de gemeente en een tuinzone met eventueel een bijkomende ontsluiting voor aanpalende buren.
2.1. Beslissing tot opmaak Bij gemeenteraadsbeslissing werd de wvi aangesteld als ontwerper van het RUP .
2.2. Doelstelling De doelstellingen van het RUP “Centrale begraafplaats” is de nood op te vangen aan ruimte voor een centrale begraafplaats. Dit RUP geeft een invulling aan punt 2.4.3.6 “Nieuwe locatie voor begraafplaats”.van het goedge- keurde GRS. Uit het onderzoek in het informatief deel blijkt dat er op korte termijn nood is aan bijkomende ruimte voor een be- graafplaats te Vleteren. De nood is het hoogst voor de kern Oostvleteren. De kernen Oostvleteren, Westvleteren en Woesten hebben allen een begraafplaats nabij of rond de kerk. De gemeente wenst één centrale begraafplaats te realiseren voor de vol- ledige gemeente.
2.3. Situering van het plangebied
Het plangebied wordt begrensd door:
In het noorden: de Kasteelweg
In het oosten: agrarisch gebied
In het zuiden: de tuinen van de woningen langs de Reningestraat
In het westen: de tuinen van de woningen langs de Kasteelweg
Het op te maken RUP bestrijkt een gebied van ca 2ha
zone voor begraafplaats
zone voor voetwegen, ontsluiting aangelanden
tuinzone
bufferzone
Kaart : situering plangebied
2.4. Mogelijke alternatieven - nulalternatief
2.4.1. Mogelijke alternatieven
De opmaak van het RUP kadert binnen het GRS, definitief aanvaard en goedgekeurd door de Bestendige Deputatie op 24 april 2008. Er zijn geen alternatieven mogelijk omwille van de hogere planniveau’s en omwille van de aanwezigheid van een vogelrichtlijngebied.
Er zijn verschillende locaties onderzocht op basis van volgende criteria:
ontsluiting van de locatie
watergevoeligheid
natuurwaarde
landbouwwaarde
compactheid wvi | JULI ‘09 | verzoek tot raadpleging 3 landschapswaarde
functievermenging
bestemming
oppervlakte
De lokatie Kasteelweg (Oostvleteren) werd uiteindelijk weerhouden om volgende redenen:
aansluitend bij de dorpskern
goede ontsluitingsmogelijkheid
beperkte impact op bestaande landbouwstructuren
geen conflicten met andere functies.
2.4.2. Nulalternatief
Indien het RUP niet wordt opgemaakt, kan de gemeente niet voldoen aan hun wettelijke verplichtingen om in te staan voor het begraven van de afgestorvenen uit de gemeente.
Het plangebied blijft in gebruik als agrarisch gebied indien het RUP niet wordt opgemaakt.
2.5. Afbakening van het toepassingsgebied en de plan-merplicht
Fase 3: Bepaling van de plicht tot opmaak van een plan-mer
Bij plannen en programma’s die ‘van rechtswege’ onderworpen zijn aan de plan-MER-plicht is er geen voorafgaande toetsing vereist daar er op onweerlegbare wijze wordt vermoed dat deze plannen en programma’s aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Men onderscheidt twee groepen van plannen en programma’s: a) plannen en programma’s, of de wijziging ervan, die tegelijkertijd - een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde projecten - niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhouden - betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening of grondgebruik (artikel 4.2.3, §2, 1° D.A.B.M.); b) plannen en programma’s of de wijziging ervan waarvoor, gelet op de mogelijke betekenisvolle effecten op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist is (artikel 4.2.1, tweede lid D.A.B.M.).
Het RUP is niet van rechtswege onderworpen aan de plan-mer-plicht want het vormt niet het kader voor de toeken- ning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I of II van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10-12-2004, het regelt het gebruik van een relatief klein gebied op lokaal niveau (totale oppervlakte RUP is ca.2ha, het houdt geen kleine wijziging (omzetting van agrarisch gebied naar zone voor gemeenschapsvoorzieningen) in en het heeft betrekking op de ruimtelijke ordening namelijk het omzetten van agrarisch gebied naar een zone voor gemeenschapsvoorzieningen zijnde een begraafplaats. De rand van het plangebied valt in het Vogelrichtlijngebied IJzervallei. De overlapping van het plangebied met het Vogelrichtlijngebied is klein en zal ingericht worden als bufferzone met streekeigen inheemse beplanting om verval- sing van de flora in het vogelrichtlijngebied te vermijden. Hierdoor is er geen negatieve invloed op het Vogelrichtlin- gebied en geen passende beoordeling vereist (zie deel 3.3 de biodiversiteit, fauna en flora).
Conclusie: Het RUP valt onder de screeningsplicht.
4 verzoek tot raadpleging | JULI ‘09 | wvi 3. Een beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzien- lijke milieu-effecten van het voorgenomen plan of programma
Hier wordt een overzicht gevraagd van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het plan of programma op:
de gezondheid en veiligheid van de mens
de ruimtelijke ordening
de biodiversiteit
de fauna en flora
de energie- en grondstoffenvoorraden
de bodem
het water
de atmosfeer
de klimatologische factoren
het geluid
het licht
de stoffelijke goederen
het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed
het landschap
de mobiliteit
de samenhang tussen de genoemde factoren
Er wordt gebruik gemaakt van een ingreepeffectenschema. De effecten waarvan vermoed wordt dat ze waarschijn- lijk significant zijn worden verder meer in detail onderzocht. Op de effecten die vermoedelijk niet significant zijn worden minder diep ingegaan
Ingreepeffectenschema Ingreep Omvang in ruimte en tijd Lucht Geluid en trillingen Licht, warmte stralingen Bodem Water Geur Landschap Mobiliteit Fauna en flora Opp (m²) Duur Aanlegfase Aanleg nutsvoorzieningen, T N* N* N P/N* P/N* N P/N* N P/N* parking, wegenis en groen- zone Aanleg begraafplaats T N* N* N P/N* P/N* N P/N* N P/N*
Exploitatiefase Begraafplaats P N N N N N* N N* N* N*
N: niet significant effect – N*: waarschijnlijk niet significant effect, effect zeer beperkt in ruimte en omvang, zeer lokaal effect – S: (waarschijnlijk) significant effect – T: tijdelijk effect – P: permanent effect – O: positief effect – V: verder onderzoek noodzakelijk bij vergunningsaanvraag
wvi | JULI ‘09 | verzoek tot raadpleging 5 3.1. De gezondheid en de veiligheid van de mens
Referentie
Het doel van het RUP is het omzetten van agrarisch gebied naar een zone voor gemeenschapsvoorzieningen zijnde een begraafplaats.
Het plangebied is een gebied met functie openbaar nut
Er zijn geen Seveso-inrichtingen binnen het plangebied aanwezig.
Binnen een perimeter van 2 km rond het plangebied zijn geen Seveso-inrichtingen aanwezig.
Kaart: gewestplan
Beschrijving effect Binnen het plangebied zal een gedeelte aangelegd worden als parkeerplaats, er zal een klein nutsgebouwtje voor- zien worden (afscheidsruimte, berging) en verder worden er grafvelden voorzien die fasegewijs zullen uitgerust worden
Milderende maatregelen
Het kerkhof moet voldoen aan het besluit van de Vlaamse regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria zodat omwonenden geen negatieve invloed ondervinden van de begraafplaats.
Er wordt een buffer voorzien tussen de begraafplaats en de woningen.
Conclusie
In de omgeving van het RUP liggen geen Seveso-bedrijven, zodat bewoners en/of bedrijven in het plangebied geen risico’s lopen verbonden aan dergelijke bedrijven.
Het RUP vormt niet het kader voor de oprichting van Seveso-bedrijven, zodat de omwonenden niet blootge- steld worden aan de risico’s die dergelijke bedrijven met zich meebrengen.
De uitvoering van het RUP zal geen bijkomende risico’s voor de gezondheid en de veiligheid van de omwonen- den opleveren.
6 verzoek tot raadpleging | JULI ‘09 | wvi 3.2. De ruimtelijke ordening
Referentie
De gemeente Vleteren situeert zich in de westhoek, het plangebied in de deelgemeente Oostvleteren. Volgens het RSV behoort Vleteren tot het buitengebied, volgens het PRS is de kern van Oostvleteren geselecteerd als bedrijfsondersteunend hoofddorp, d.w.z. dat de kern een ondersteunende rol heeft voor wonen en werken alsook voor voorzieningen.
Het gemeentelijk RUP geeft uitvoering aan het GRS en staat onderaan de hiërarchie van de ruimtelijke uitvoe- ringsplannen.
Beschrijving effect De doelstellingen van het RUP “Centrale begraafplaats” is de nood op te vangen aan ruimte voor een centrale begraafplaats.
Milderende maatregelen Om de hinder voor de omwonenden te beperken wordt voorzien in een voldoende ruime parkeerplaats, die ook polyvalent kan gebruikt worden voor andere activiteiten in de kern. Daarnaast wordt aandacht besteed aan een voldoende inkleding van de begraafplaats in de omgeving.
Conclusie Geen aanzienlijk effect
wvi | JULI ‘09 | verzoek tot raadpleging 7 3.3. De biodiversiteit, de fauna en de flora
Referentie
Binnen het plangebied van onderhavig RUP zijn geen biologisch waardevolle gebieden gelegen.
De rand van het plangebied aan de de oostkant ligt (ongeveer 1400m²) binnen het vogelrichtlijngebied IJzer- vallei. Er bevinden zich geen habitatrichtlijngebieden in de onmiddellijke omgeving
Het plangebied ligt niet in de omgeving van een gebied van het VEN/IVON
Het plangebied is momenteel effectief in gebruik als landbouwgebied
Kaart : biologische waarderingskaart
Beschrijving effect
Een strook van de begraafplaats, die ingericht wordt als bufferzone, komt in vogelrichtlijngebied te liggen.
Een begraafplaats brengt geen activiteiten met zich mee die veel lawaai of licht veroorzaken en zo het vogel- richtlijngebied verstoren.
Milderende maatregelen
De strook die binnen vogelrichtlijngebied ligt zal ingericht worden als bufferzone met streekeigen inheemse beplanting om vervalsing van de flora in het vogelrichtlijngebied te vermijden. Wilgen passen bij de grach- tenstructuur die voorzien wordt in het ontwerp van de inrichting. Voor de hagen komen volgende soorten in aanmerking:
als dominante soort
Beuk
Eenstijlige meidoorn
Haagbeuk
Hulst
Kwets
Palmboompje
Sleedoorn
Taxus
Vlier 1 Wilde liguster
Zachte berk
als bijsoorten
Aalbes
Boerenjasmijn
8 verzoek tot raadpleging | JULI ‘09 | wvi Dauwbraam
Framboos
Gewone es
Gladde iep
Hazelaar 1 Heggenroos
Hollandse linde 1 Hondsroos 1 Hop 1 Kamperfoelie
Kerspruim 1 Klimop
Kroosjes
Kruisbes
Kweepeer
Mispel
Petersleievlier
Sering
Sneeuwbes
Theeboompje 1 Tweestijlige meidoorn 1 Wilde peer
Winterlinde
Zomerlinde
Zomereik
Zuurbes
Zwarte bes
(bron: Zwaenepoel, A. (2005) Inventaris van traditionele hagen als leidraad voor natuur- en landschapsbe- houd en -herstel in West-Vlaanderen. Wvi, in opdracht van de Provincie West-Vlaanderen, 334p.)
Het kerkhof wordt ontworpen in overleg met de groendienst zodat het mogelijk is om het te onderhouden zon- der gebruik van pesticiden.
De groenbuffer en de langsgracht kunnen bijkomende mogelijkheden bieden aan de fauna in de omgeving.
Conclusie Het plangebied ligt voor een klein gedeelte binnen Vogelrichtlijngebied. In het plangebied en bevindt er zich dus waardevolle fauna of flora die verloren dreigen te gaan bij de aanleg van de begraafplaats. Door de inrichting van die strook als bufferzone met streekeigen beplanting wordt negatieve invloed op het Vogelrichtlijngebied beperkt
1 Alleen aanplanten met oorspronkelijk inheems materiaal wvi | JULI ‘09 | verzoek tot raadpleging 9 Kaart: VEN/IVON Kaart: Vogel- en habitatrichtlijngebieden
3.4. De energie- en grondstoffenvoorraden
Referentie In de omgeving van het plangebied liggen geen ontginningsgebieden.
Conclusie De ontwikkeling van het plangebied als verkaveling heeft geen gevolgen voor de verdere exploitatie van enige ontginningsgebieden. Geen aanzienlijk effect.
3.5. De bodem
Referentie
Bodemkaart: droge zandleem
Landbouwtyperingskaart: hoge waardering
GAS-kaart: Het plangebied behoort tot de gewenste agrarische structuur
Erosiekaarten: enkele kleine stukjes van het plangebied zijn erosiegevoelig
VLAREBO-activiteiten: Er zijn geen VLAREBO-activiteiten gekend in het plangebied. Het gebied is momenteel al in gebied als landbouwgebied.
In het studiegebied zijn geen bedrijven of activiteiten gevestigd onderworpen aan de milieuvergunningsplicht klasse 1 en waarvoor OVAM adviesbevoegdheid heeft.
Er zijn bij de gemeentediensten geen gegevens bekend over gronden binnen het plangebied die zijn opgeno- men in het register van verontreinigde gronden of het Gronden- en Informatieregister
Beschrijving effect
Een beperkt stuk waardevol agrarisch gebied van ca 2ha gaat verloren.
Een beperkt deel van de infiltratiecapaciteit van de bodem gaat verloren.
Milderende maatregelen
De begraafplaats moet voldoen aan de bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria zodat de bodem en waterverontreini- ging beperkt worden
Het RUP vormt niet het kader voor Vlarebo-activiteiten.
10 verzoek tot raadpleging | JULI ‘09 | wvi Conclusie Geen aanzienlijke effecten mits het nemen van milderende maatregelen.
Kaart: bodemkaart Kaart: erosiegevoeligheid
Kaart: gewenste agrarische structuur Kaart: landbouwtyperingskaart
wvi | JULI ‘09 | verzoek tot raadpleging 11 3.6. Het water
Referentie
Door het plangebied stroomt de Garmijnsbeek (niet geklasseerde waterloop) van oost naar west en een beek van 3de categorie van noord naar zuid.
Het plangebied, behoort tot het bekken van de IJzer en het deelbekken van het Hoppeland. Op 30 januari 2009 hechtte de Vlaamse Regering haar definitieve goedkeuring aan het bekkenbeheerplan. Het deelbekkenbeheer- plan is momenteel nog niet definitief vastgesteld.
Binnen het plangebied bevinden zich geen waterwingebieden en beschermingszones type I, II of III, afgeba- kend volgens het Besluit van de Vlaamse Regering van 27-03-1985 houdende nadere regelen voor de afbake- ning van waterwingebieden en de beschermingszones.
Het plangebied ligt in het oppervlaktewaterwingebied Blankaart. De waterlopen in het plangebied moeten vol- doen aan de waterkwaliteitsnormen voor water bestemd voor drinkwaterproductie.
Er zijn geen waterkwaliteitsgegevens beschikbaar over de waterlopen in de onmiddellijke omgeving.
Voor de Kannunikbeek waar de Garmijnsbeek in uitmondt is er een meetpunt van de VMM t.h.v. de Reninge- straat (976073). In 2005 werd er een BBI van 5 bepaald of matige kwaliteit en in 2007 een prati-index van 1,42 of aanvaardbaar
Kaart: overstromingsgevoelige gebieden Kaart: infiltratiegevoelige gebieden
Kaart: grondwaterstromingsgevoelige gebieden
12 verzoek tot raadpleging | JULI ‘09 | wvi Zoneringsplannen: Het plangebied is niet ingekleurd maar grenst ten oosten aan collectief te optimaliseren gebied en ten zuiden en westen aan centraal gebied.
Watertoetskaarten:
Het RUP is niet gelegen in een ‘overstromingsgevoelig gebied’.
Matig gevoelig voor grondwaterstroming.
Het plangebied is gecategoriseerd als infiltratiegevoelig gebied
Het plangebied behoort niet tot het winterbed van een grote rivier.
De meest nabijgelegen grondwaterwinning ligt op 250m van het plangebied
Beschrijving effect
Er is kans op grondwaterverontreiniging en oppervlaktewaterverontreiniging door het gebruik van pesticiden en uitspoeling uit graven.
Door de aanleg van bijkomende verhardingen zal er enerzijds minder water in de bodem sijpelen, wat aanlei- ding geeft tot verdroging en anderzijds zal het hemelwater versneld van afgevoerd worden, wat aanleiding geeft tot een hogere belasting van de ontvangende waterlopen.
Milderende maatregelen
Er zal een gescheiden riolering aangelegd te worden op de site voor de afvoer van een beperkte hoeveelheid huishoudelijke afvalwater. De te voorziene afvalwaterriool (DWA) dient aangesloten te worden op de bestaande afvalwaterriool in de Kasteelweg. De RWA-riool kan aangesloten worden op de Garmijnsbeek.
Door de inrichting als “park” begraafplaats met veel groene ruimte zal de verharde oppervlakte beperkt blijven.
De verharding dient waterdoorlatend uitgevoerd te worden.
De gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, buffer- en infiltratievoorzieningen en de gescheiden afvoer van afvalwater en hemelwater legt op dat het opgevangen hemelwater in eerste instan- tie nuttig moet toegepast worden (hemelwaterput) en indien dit niet kan, ter plaatse geïnfiltreerd of als laatste keuze gebufferd en vertraagd afgevoerd.
Volgens het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van begraaf- plaatsen en crematoria moeten graven zich tenminste 30 cm boven de gemiddeld hoogste grondwaterstand bevinden. Hierdoor wordt de kans op grondwaterverontreiniging en overstroming verkleind en verstoring van de grondwaterstroming uitgesloten.
Het onderhoud van de begraafplaats zal gebeuren door de gemeentelijke diensten waardoor het pesticidenge- bruik onder controle kan gehouden worden
Het RUP vormt niet het kader voor de aanleg van grote ondergrondse constructies die de grondwaterstroming kunnen verstoren.
Conclusie Geen aanzienlijke effecten, mits het nemen van milderende maatregelen.
wvi | JULI ‘09 | verzoek tot raadpleging 13 3.7. De atmosfeer en de klimatologische factoren
Beschrijving effect
Tijdelijke stofhinder mogelijk bij de aanleg van de begraafplaats
Luchtverontreiniging mogelijk bij de aanleg van de begraafplaats
De aanleg van een parking zal niet meer verkeer genereren. Het bijkomende verkeer van en naar de begraaf- plaats zal vooral ter gelegenheid van begrafenissen en allerheiligen zijn.
Conclusie Dit effect is eerder kleinschalig.
3.8. Het geluid
Beschrijving effect
Tijdelijke geluidshinder mogelijk bij de aanleg van de begraafplaatss
Het verkeer naar zowel de begraafplaats als de bijhorende multifunctionele parking zal samenvallen met activi- teiten in de kern en ten hoogste tijdelijk voor geluidshinder zorgen
De aanleg van een parking zal niet meer verkeer genereren. Het bijkomende verkeer van en naar de begraaf- plaats zal vooral ter gelegenheid van begrafenissen en allerheiligen zijn
Conclusie Dit effect is eerder kleinschalig.
3.9. Het licht
Beschrijving effect
geen bijkomende lichthinder
Conclusie Geen aanzienlijk effect
14 verzoek tot raadpleging | JULI ‘09 | wvi 3.10. De stoffelijke goederen
Beschrijving effect
Een deel van het plangebied wordt ingericht als tuinzone en bijkomende ontsluiting voor aanpalende buren
Er wordt een buffer voorzien tussen de woningen en de begraafplaats.
Conclusie Geen aanzienlijk negatief effect, positief effect voor enkele aanpalende buren.
3.11. Het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeolo- gisch erfgoed
Referentie
Binnen het plangebied zijn geen beschermde monumenten gelegen. 100m ten oosten van het plangebied ligt de beschermde St- Amatuskerk (KB 20/02/1939).
Binnen het plangebied, noch in de omgeving zijn beschermde landschappen gelegen. Binnen het plangebied, noch in de omgeving zijn beschermde dorpsgezichten gelegen.
Conclusie Geen aanzienlijke effecten
Kaart: beschermde monumenten en landschappen
wvi | JULI ‘09 | verzoek tot raadpleging 15 3.12. Het landschap
Referentie
In het plangebied zijn geen ankerplaatsen
In het plangebied zijn geen relictzones
Het plangebied is momenteel in gebruik voor landbouw
Kaart: ankerplaatsen en relictzones
Beschrijving effect
Het uitzicht voor de omwonenden verandert.
Er wordt een buffer van streekeigen bomen en struiken aangeplant in het Vogelrichtlijngebied.
Milderende maatregelen
De begraafplaats wordt ingericht als “park” begraafplaats met veel groen en hagen. Op deze manier wordt de overgang met het agrarisch landschap optimaal.
Er wordt ook een buffer voorzien tussen de omwonenden en de begraafplaats.
Conclusie Geen aanzienlijke effecten, mits het nemen van milderende maatregelen.
16 verzoek tot raadpleging | JULI ‘09 | wvi 3.13. De mobiliteit
Referentie Bestaande ontsluitingswegen De parking en de hoofdtoegang van de begraafplaats wordt voorzien in het noorden van het plangebied via de Kasteelweg. Een voetgangersdoorsteek en bijkomende ontsluiting voor aangelanden wordt voorzien langs de Kas- teelweg in het westen van het plangebied.
Bestaande verkeersintensiteiten: In de kasteelweg is er op heden behalve bij evenementen in het zaaltje weinig verkeer. Door het terrein loopt de “sentier nr 16”; dit is een voetweg, onverhard van ca 1.50meter breedte.
Kaart: atlas der buurtwegen
Beschrijving effect Het verkeer naar zowel de begraafplaats als de bijhorende multifunctionele parking zal samenvallen met plechtig- heden en activiteiten in de gemeente en ten hoogste af en toe voor mobiliteitsproblemen zorgen
Milderende maatregelen De parking bij de begraafplaats kan ook gebruikt worden bij activiteiten in de gemeente en zal daardoor de omlig- gende straten ontlasten. In het inrichtingsplan van de begraafplaats wordt rekening mee gehouden met de bestaande voetweg.
Conclusie De bijkomende autobewegingen in de spits zijn aan de lage kant en kunnen niet als een aanzienlijk effect be- schouwd worden.
wvi | JULI ‘09 | verzoek tot raadpleging 17 3.14. De samenhang tussen de genoemde factoren
Conclusie Geen aanzienlijk effect
18 verzoek tot raadpleging | JULI ‘09 | wvi 4. Relevante gegevens met inbegrip van de redenen waarom de ini- tiatiefnemer meent geen plan-mer te moeten opmaken overeen- komstig art. 4.2.6, §1, 5° van het DABM
Het RUP “Centrale begraafplaats” betreft het aanleggen van een begraafplaats voor de gemeente Vleteren in de kern van Oostvleteren. Binnen het plangebied zal een gedeelte aangelegd worden als multifunctionele parkeerplaats, er zal een klein nutsgebouwtje voorzien worden (afscheidsruimte, berging) en verder worden er grafvelden voorzien die fasegewijs zullen uitgerust worden. Een strook van de begraafplaats komt in vogelrichtlijngebied te liggen. Deze zone zal ingericht worden als buf- ferzone met streekeigen inheemse beplanting om vervalsing van de flora in het vogelrichtlijngebied te vermijden. Door de inrichting van die strook als bufferzone met streekeigen beplanting is er geen negatieve invloed op het Vogelrichtlijngebied. Er zijn geen aanzienlijke effecten voor de gezondheid en de veiligheid van de mens, de ruimtelijke ordening, cultu- reel erfgoed en energie- en grondstoffenvoorraden en er is geen lichthinder. Een beperkt stuk waardevol agrarisch gebied gaat verloren. Door de aanleg van bijkomende verhardingen zal er enerzijds minder water in de bodem sijpelen, wat aanleiding geeft tot verdroging en anderzijds zal het hemelwater versneld van afgevoerd worden, wat aanleiding geeft tot een hogere belasting van de ontvangende waterlopen. Door de inrichting als “park” begraafplaats met veel groene ruimte zal de verharde oppervlakte beperkt blijven. De verharding dient bovendien waterdoorlatend uitgevoerd te worden. Er is kans op grondwaterverontreiniging en oppervlaktewaterverontreiniging door het gebruik van pesticiden en uitspoeling uit graven. Volgens het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria moeten graven zich tenminste 30 cm boven de gemiddeld hoogste grondwaterstand bevinden. Hierdoor wordt de kans op grondwaterverontreiniging en overstroming verkleind en verstoring van de grondwaterstroming uitgesloten. Het onderhoud van de begraafplaats zal gebeuren door de gemeentelijke diensten waardoor het pesticidengebruik onder controle kan gehouden worden. Bij de aanleg wordt rekening gehouden met het feit dat de begraafplaats zonder gebruik van pesticiden moet kunnen onderhouden worden. Het verkeer naar zowel de begraafplaats als de bijhorende multifunctionele parking zal samenvallen met activi- teiten in de kern en ten hoogste tijdelijk een effect op de luchtkwaliteit, geluid of mobiliteit hebben. De parking bij de begraafplaats kan ook gebruikt worden bij activiteiten in de gemeente en zal daardoor de omliggende straten ontlasten. In het inrichtingsplan van de begraafplaats wordt rekening mee gehouden met de bestaande voetweg. Een deel van het plangebied wordt ingericht als tuinzone en bijkomende ontsluiting voor aanpalende buren zodat er voor hen een positief effect is. De begraafplaats wordt ingericht als “park” begraafplaats met veel groen en hagen. Op deze manier wordt de over- gang met het agrarisch landschap optimaal.
Er kan dus gesteld worden dat er geen aanzienlijke effecten moeten verwacht worden.
wvi | JULI ‘09 | verzoek tot raadpleging 19 5. In voorkomend geval een beoordeling of het voorgenomen plan of programma grensoverschrijdende of gewestgrensoverschrij- dende aanzienlijke milieueffecten kan hebben
Het betreft het aanleggen van een centrale begraafplaats in de kern van Oostvleteren in de gemeente Vleteren. Het plangebied heeft een totale oppervlakte van ca 2ha. Er worden geen effecten verwacht die de gewestgrens of de landsgrens zullen overschrijden.
20 verzoek tot raadpleging | JULI ‘09 | wvi procedure ligging op topografische kaart (bron: NGI) schaal 1:10.000 RUP gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in vergadering van ...... De Secretaris, De Burgemeester Benaderende oppervlaktes: zegel der gemeente de oppervlakte van onderhavig RUP was in het gewestplan Ieper Poperinge (MB 14-08-1997) bestemd als:
agrarisch landschappelijk waardevol gebied procedure ligging op topografische kaart (bron: NGI) schaal 1:10.000 een klein gedelte woongebied met kulturele, historische en / of esthetische waarde gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in vergadering van ...... De Secretaris, De Burgemeester Het totale plangebied heeft een oppervlakte van 02ha08a 00ca. zegel der gemeente het college van burgemeester en schepenen verklaart dat onderhavig RUP voor eenieder ter inzage heeft gelegen van ...... tot ...... Onderverdeeld in de volgende zones Benaderende oppervlakte De Secretaris, De Burgemeester zegel der gemeente Zone begraafplaats 01Ha24a93ca waarvan parkeerzone en voorzieningen (gearceerd gedeelte) 00Ha22a63ca het college van burgemeester en schepenen verklaart dat onderhavig RUP voor eenieder ter inzage heeft gelegen van ...... tot ...... De Secretaris, De Burgemeester Bufferzone 00Ha66a73ca zegel der gemeente gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in vergadering van ...... De Secretaris, De Burgemeester wegenis 00hA06A93CA zegel der gemeente
Tuinzone 00HA09A41CA gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in vergadering van ...... TOTAAL: 02Ha08a00ca De Secretaris, De Burgemeester zegel der gemeente datum aanpassing | fase datum aanpassing | fase dd-mm-jjjj
Kasteelweg datum aanpassing | fase datum aanpassing | fase dd-mm-jjjj 1.
tekenaar Karen Demol Kasteelweg datum opname BT 4 november 2008 onderlegger bron: CadMap 1-1-2008 eigendom: AAPD Kadaster 1. disclaimer de ontwerper is niet verantwoordelijk voor de absolute ligging van de planelementen de nauwkeurigheid van de kaart wordt bepaald door de kwaliteit van de brongegevens tekenaar Karen Demol
datum opname BT Kasteelweg4 november 2008 onderlegger bron: CadMap 1-1-2008 4. eigendom: AAPD Kadaster 1.
disclaimer de ontwerper is niet verantwoordelijk voor de absolute ligging van de planelementen de nauwkeurigheid van de kaart wordt bepaald door de kwaliteit van de brongegevens 05461 legende Kasteelweg 4. grens van het RUP
1. percelen Kasteelweg privaat karakter 05461 legende Martin Vandewynckelstraat overkapping 2. grens van het RUP 4. waterpartijen Kasteelstraat gemeente Vleteren percelen Kasteelweg 3. deelgemeente Oostvleteren zone voor begraafplaats privaat karakter Martin Vandewynckelstraat zone voor voetwegen ontsluiting aangelanden overkapping 2. 4. tuinzone Kasteelweg RUP Centrale Begraafplaats gemeente Vleteren waterpartijen Kasteelstraat Oostvleterendorp Voorontwerp bufferzone 3. bestemmingsplan deelgemeente Oostvleteren zone voor begraafplaats zonegrens zone voor voetwegenMartin Vandewynckelstraat ontsluiting aangelanden versie 10 juni 2009 tuinzone Kasteelweg RUP_nnnnn_rrr_sssss_vvvvv RUP Centrale Begraafplaats Oostvleterendorp Voorontwerp bufferzone Bijgaand bij het besluit van de Deputatie van de Kerkstraat Provincie West-Vlaanderen houdende $gedeeltelijke$ bestemmingsplan goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Reningestraat '$naam rup$' ($gemeente$) zonegrens Martin Vandewynckelstraat Goedkeuringsbeslissing met ref.: $NR. RP/DEP/2008/xxx$ versie 10 juni 2009 Brugge, $dd-mm-jjjj$
RUP_nnnnn_rrr_sssss_vvvvv 21 De Provinciegriffier De Gouverneur-voorzitter wvi | JULI ‘09 | verzoek tot raadpleging (Get.) Hilaire OST (Get.) Paul BREYNE Bijgaand bij het besluit van de Deputatie van de Kerkstraat Provincie West-Vlaanderen houdende $gedeeltelijke$ goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Reningestraat '$naam rup$' ($gemeente$)
Goedkeuringsbeslissing met ref.: $NR. RP/DEP/2008/xxx$ Voor eensluidend afschrift, Brugge, $dd-mm-jjjj$ Namens de Deputatie
De Provinciegriffier De Gouverneur-voorzitter (Get.) Hilaire OST (Get.) Paul BREYNE
Stephaan Barbery Adjunct-adviseur Dienst ruimtelijke planning
Voor eensluidend afschrift, Namens de Deputatie Hendrik Deberghstraat
Stephaan Barbery Schaal 1:1.000 Adjunct-adviseur Dienst ruimtelijke planning 0 20 40 m Geert Sanders David Vandecasteele Johan Michielssens coördinator Hendrik Deberghstraat west-vlaamse intercommunale | baron ruzettelaan 35 | 8310 brugge | tel (050) 36 71 71 | fax (050) 35 68 49 | www.wvi.be algemeen directeur cel ruimtelijke planning ruimtelijk planner
Schaal 1:1.000
0 20 40 m Geert Sanders David Vandecasteele Johan Michielssens coördinator
west-vlaamse intercommunale | baron ruzettelaan 35 | 8310 brugge | tel (050) 36 71 71 | fax (050) 35 68 49 | www.wvi.be algemeen directeur cel ruimtelijke planning ruimtelijk planner