Afb. 1 Links: vicdani Kosuge, 1980 van Cebu, Filippijnen (coII. ZBM 52441); rechts: Anga- ria sphaerula (Kiener, 1839).

Will em Faber Angaria's Foto's Theo Stre ngers

In de loop van ve le jaren heeft Vic tor Dan in Ma­ gesteld nilla zich gewij d aa n het verzamelen va n sc hel­ Angaria vicdani is een tamelij k ze ldzame soort , pen . Het behoeft geen verwondering te wekken, die aa nvankeli jk uitslu itend bekend was van de dat hij juist van de Fi lippijnen een zeer fraaie col­ Filippijnen, maar sede rt kort (KOSUGE, 1985) ook lectie met verschillende interessante soorten en van Okinawa, wa ar enig e exemplaren op een vormen hee ft opgebouwd. Op zijn verzoek heeft diepte van 35 m zijn verzameld. Het Zeebiolo­ de Japanse ma lacoloog Sadao Kosuge de verza­ gisch Museu m in Sc heveni ngen laat u een fraa i meling van Dan bes tudeerd. Die studie leidde tot exemplaar van deze soort zien (Afb. 1 en 2). het ontdekken van en ige nieuwe soorten, die - Laten we de oorspronkelijke beschrijving van hoe kan het anders - zi jn genoemd naar degene Kosuge globaal volg en om een indruk te krijgen die deze verzameling heeft bijeengebracht: Vic ­ van de bijzonderheden tor Dan . Een van die ni euwe soorten is Angaria De sc help is laag con isc h, voorzien van een in vicdani Kosu ge , 1980 en het is deze fraa ie soort, he t oog lopende sculptuur en nogal flink en ste ­ die u in dit artikel in het bijzonder wordt voor- vig gebouwd De protoconch is glad en vlak, vita marina zeebiologische dokumentatie juli-a ug. 1985 buikpotigen 397 e •

Afb. 2 (boven) Angaria vicdani met la nge ste- Afb. 4 forma melanacan- kels. tha, een vorm met lange stekels. Afb. 3 (onder) Angaria sphaerula met minder lange stekels en sterke axiale plooien op de schouder.

haast ingebed in de volgende windingen. De ning is ronc met een inbochting bi j de sutuur. De eerste drie wind ingen vormen een afgeplatte top bu iten lip heeft inkepingen, die corresponderen en zijn ook bijna glad met sporen van uitsteek­ met de stekelsculptuur van de laatste omgang. sels. De volgende omgangen , die meer naar on­ De binnenzijde van de mondopening is parel­ deren lopen, dragen axiale richels boven de moer. schouder. Op de hoekige schouder ziet men Angaria vicdani valt op door haar fraaie kleur: de scherpe stekels. Onder de schouder bestaat de oudste windingen zijn opaalwit, de overige geel­ sculptuur uit 7 - 9 spiraal rijen van lange scherp achtig zalmkleurig of roze, de basis en de navel gepunte stekels van verschillende grootte. De hebben een diep roze kleur, de stekels op de langste stekels bevinden zich op de schouder schouder zijn afwisselend roze en wit gevlekt, • van de laatste winding, ongeveer 13 in getaL De­ terwijl de schubachtige stekels op de omgangen ze lange stekels strekken zich eerst horizontaal geel zijn. uit om dan naar boven om te buigen. Meestal zijn De soort is aanzienlijk breder dan hoog, vooral ze gevorkt. Elke stekel van deze schelp bestaat als de stekels worden meegeteld: ca 30 mm uit gevouwen plaatjes met de nauwe spleet naar hoog en met stekels ru im 60 mm breed. Angaria de mondopening gericht. 1\an de basis bevinden vicdani vertoont in algemene vorm gel ij kenis met zich nog twee rijen stekels. Verder kenmerkt de Angaria sphaerula (Kiener, 1839), maar onder­ schelp zich door een wijde naveL De mondope- scheidt zich daarvan door de langere stekels en

398 vi ta mari na zeebiologische dokumentatie juli-aug. 1985 buikpotigen Afb. 5 Rechts boven: A. vicdani; rechts onder: A. sphaerula; overige: A. delphinus: midden links. forma tyria Reeve afkomstig van Dampier, W. -Australië; midden rechts: forma melanacantha Reeve, de middelste exemplaren - boven van Australië, N. W.-Cape en onder van Japan - zijn door Reeve A. atrata genoemd. de minder geschouderde windi ngen (Afb, I, 2 teurs va n de onderfamilie Angarii nae, deel ui t­ en 3). makende va n de Trochidae. Cochlus Mu s. Ca­ GES LACHT ANGAR IA lonn, 1797, Delphinula Lam., 1803, Praxidice Ra ­ fin esque, 1815, Scalator Gistel, 1848 en Angarus Het geslacht Angaria (Bolten) RÖdin g, 1798 is Gray, 1857 zijn alle synoniemen. De tot dit volgens sommige auteurs het enige geslacht van geslacht behorende soort en zij n planteneters. de familie Angariidae en volgens andere au- De typesoort va n dit geslacht is Angaria delphi- vita marina zeebiologische dokumentatie sept.·okt. 1985 buikpotigen 399 e • Afb. 6 Links: A delphinus van Japan (coII. IBM 9462); midden: A delphinus forma tyria (coII. IBM 50507); rechts. A delphinus, syn. A atrata, van Japan (coII. IBM 3863).

nus (L, 1758) (Afb. 5, 6), een meer bekende ve, delphinula L Reeve, die toch al de meeste soort ui t de Indo- Pacific. Het algemene beeld synoni emen op zijn naam heeft, onderscheidt va n deze door Linnae us als Turbo delphinus aan­ ook nog twee formae: forma melanacantha (A fb. geduide soort wordt gevormd door een enigszins 4 en 5) (syn. Angaria imperialis Reeve, 1843) en afgeplatte bovenzijde, die soms nauwelijks boven forma tyria (A fb. 5 en 6). De enige tot nu toe alge­ de bovenzijde van de mondopening uitsteekt. De meen als afzonderlij ke soort aangemerkte Anga­ overige windingen zij n voorzien va n spiraalri­ ri a's zijn de reeds genoe mde Angaria sphaerula chels met min of meer geprononceerde knob­ met gebogen en afgeplatte stekels en de fraaie be ls en stekels. Ook deze op een tu lband gelij­ Angaria vicdani. Maar enkele auteurs zetten kende soort heeft een wijde en diepe navel en zelfs bij Angaria sphaerula een vraagteken als een ronde, parelmoeren mondopening. Het oper­ zelfstandige soort. Zouden deze auteurs gelijk culum is dun, hoornig en multispiraal. De spiraal hebben, dan kan men zich zelfs afvragen of alle loopt tegengesteld aa n die van de schelp. De Angaria's niet tot slechts een soort moeten wor­ kleur is buitengewoon va ri abel en gaat van bruin­ den gerekend. Maar voorlopig gaat men daar geel en violetroze tot donkerbruin en donkervio­ niet van uit. • let, terwijl de stekels zelfs naar het zwart kunnen neigen. Deze grote va riabili teit in vorm, in sculp­ LITERATUUR tuur en in kleur heeft aanleiding gegeven tot een KOSUGE, Sadao, 1980. Study on the Collection ot Mr flink aantal soortbeschrijvingen, die de moderne Victor Dan (I). Bull.lnsLMalac.Tokyo, 1(3): 38- literatuur nagenoeg al le als synoniemen be­ 39 schouwt: laciniata Lam., distorta L., nodulosus 1985. Newly Recorded or Noteworthy Molluscs Gmelin, aculeata Reeve, formosa Reeve, incisa trom Okinawa Islands (Ryukyu Group) (1) . Reeve, atrata Reeve, (Afb. 5 en 6),nodosa Ree- Bull.lnsLMalac.Tokyo 2 (2): 24 .

400 vita marina zeebiologische dokumentatie sepL-okL 1985 buikpotigen