NFM36 (05) 023-028 Smit.Indd 23 29-11-11 13:00 Figuur 3
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
DE INVASIEVE NOORD-amerikaanse PAUWVLIEG CALLOPISTROMYIA ANNULIPES NIEUW VOOR NEDERLAND (DIPTERA: ULIDIIDAE) John T. Smit & Ben Hamers Prachtvliegen zijn nauw verwant aan boorvliegen, waar ze vaak mee worden verward door de opvallende vleugeltekening. Het vlekkenpatroon is echter meestal duidelijk anders. Dit geldt echter niet voor de hier nieuw gemelde soort, de pauwvlieg Callopistro- myia annulipes. Deze uit Noord-Amerika afkomstige prachtvlieg is in het veld makkelijk te onderscheiden van een boorvlieg aan de karakteristieke manier waarop de dieren hun vleugels spreiden. Hieraan dankt de soort zijn uit het Engels vertaalde Nederlandse naam. aanvulling komt het aantal soorten prachtvliegen inleiding dat uit Nederland bekend is op 17 (Smit 010). Prachtvliegen (Ulidiidae) zijn over het algemeen kleine vliegjes (4-10 mm) waarvan de meeste soor- herkenning ten een opvallende vleugeltekening hebben. Ze zijn nauw verwant aan boorvliegen (Tephritidae) en Het genus Callopistromyia Hendel, 1907 bevat worden hier vaak mee verward. Veel soorten hebben slechts twee soorten: C. annulipes en C. strigula echter een minder samenhangend vlekkenpatroon (Loew, 187) die beiden beperkt waren tot het op de vleugels zodat ze makkelijk van boorvliegen Nearctische gebied (Steyskal 1975). Dit genus is te onderscheiden zijn. Dit geldt echter niet voor van alle andere prachtvliegen te onderscheiden Callopistromyia annulipes (Macquart, 1855). Deze aan de hand van de volgende kenmerken (zie soort heeft een typische Tephritis-achtige vleugel- Smit (010) voor de terminologie): tekening, een vrijwel geheel donkere vleugel met • Het gehele lichaam 'gemarmerd', grijswit talloze doorzichtige vlekjes (fig. 1). Deze uit Noord- bestoven afgewisseld met donkere vlekken. Amerika afkom stige soort is in 011 voor het eerst • Het schildje heeft geen glimmend zwarte in Nederland waargenomen. Met deze fraaie vlekken. Figuur 1. Vooraanzicht van het Nederlandse mannetje van Callo- pistromyia annulipes, Kunderberg, 6.v.001. Foto Ben Hamers. Figure 1. Frontal view of the Dutch male of Callopistromyia annulipes, Kunderberg, 6.v.001. Photo Ben Hamers. smit & hamers ‒ CALLOPISTROMYIA ANNULIPES nieuw voor nederland NFM36 (05) 023-028 Smit.indd 23 29-11-11 13:00 Figuur . Pterocalla spec. uit Madre de Dios, Peru met de Figuur . Callopistromyia annulipes in rusthouding, karakteristieke vleugelhouding voor dit genus, zoals ook Teverenerheide (Duitsland), 0.v.011. Callopistromyia strigula deze laat zien. Foto John T. Smit. Foto Ben Hamers. Figure . Pterocalla spec. from Madre de Dios, Peru in Figure . Callopistromyia annulipes in resting position, its display position characteristic for this genus, which Teverenerheide (Germany), 0.v.011. is shown by Callopistromyia strigula as well. Photo Ben Hamers. Photo John T. Smit. • De schenen zijn bruingeel met enkele zwarte houding van de vleugels en de zeer gelijkende ringen. vleugeltekening werd C. strigula voorheen tot • De vleugeltekening is Tephritis-achtig, vrijwel het Neotropische genus Pterocalla Rondani, 1848 geheel donker met talloze doorzichtige vlekken. gerekend (Steyskal 1975), die allemaal deze • Ader R1 op de distale helft beborsteld. karakteristieke vleugelhouding laten zien. • De anaalcel (cup) met een zeer lange distale Callopistromyia annulipes heeft zeer brede vleugels punt, ongeveer zo lang als het resterende deel en veel meer en ook grotere doorzichtige vlekken. van ader AN. Steyskal (1975) en Kameneva & Korneyev (007) • De dwarsader DM-Cu s-vormig gebogen. geven een tabel voor het onderscheid tussen beide soorten. Steyskal (1979) geeft figuren van de man- Het enige genus in de familie Ulidiidae dat ook nelijke genitaliën, de legboor van de vrouwtjes en in Europa voorkomt en qua habitus enigzins op de verschillen tussen de poppen van beide soorten. Callopistromyia lijkt is Pseudotephritis Johnson, Kameneva & Korneyev (007) geven figuren van 180. Alleen P. corticalis (Loew, 187) komt in beide soorten, waaronder beide vleugeltekeningen Europa voor. Deze heeft echter een veel minder en de genitaliën. Uit Europa is tot nog toe alleen uitgebreide vleugeltekening en dwarsader DM-Cu C. annulipes gemeld. is altijd recht. gedrag Het onderscheid tussen beide soorten van het genus Callopistromyia zit hem met name in de Naast alle bovengenoemde morfologische kenmer- vleugelvorm, -tekening en -houding. Callopistro- ken is de soort in het veld makkelijk te herkennen myia strigula heeft veel smallere vleugels en een aan de zeer karakteristieke manier waarop de overheersend donkere vleugeltekening met veel vleugels gespreid worden, zoals in figuur 1. minder en veel kleinere doorzichtige vlekken. Dit gedrag is al gemeld door Banks (1904). Bovendien houdt deze soort de vleugels nooit Hij refereert daarbij aan een opmerking van recht boven het lichaam maar in een hoek van Harris (186), die deze manier van vleugels tonen 90° zijwaarts afstaand van het lichaam, vergelijk- exact beschrijft zoals dat alleen gezien wordt bij baar met figuur . Door deze karakteristieke C. annulipes. Hij noemt echter geen specifieke 4 6 ‒ 011 NFM36 (05) 023-028 Smit.indd 24 29-11-11 13:00 soortnaam, maar verhaalt in het algemeen over de verschillende manieren van gedragingen bij pracht- en boorvliegen: ‘Some of them are in the habit of suddenly raising their wings perpendicu- larly above their backs, and running along a few steps with them spread like the tail of a peacock’ (Harris 186, p. 60). De soort wordt in het Engelse taalgebied dan ook wel peacock fly genoemd. Dit gedrag wordt vooral getoond wanneer het dier benaderd wordt door een soort- genoot, een ander insect of bijvoorbeeld de vinger van een entomoloog of fotograaf. Normaal zitten de dieren op bijvoorbeeld boomstammen met gesloten vleugels, waarbij het vlekkenpatroon op zowel de vleugels als het lichaam voor een goede camouflage zorgt (fig. ). De soort kan soms zo massaal optreden dat het opsteken van de vleugels zelfs de aandacht van niet-entomologen trekt (Merz & Van Gyseghem 008, Steyskal 1979). Figuur 4. De vindplaatsen van Callopistromyia annulipes Als Nederlandse naam stellen we pauwvlieg voor. in Nederland. Bron: landelijk prachtvliegenbestand -Nederland. 4 Callopistromyia annulipes voorkomen Figure . Records of in the Netherlands. Source: national Ulidiidae database Callopistromyia annulipes komt wijdverspreid -Nederland. voor in zijn oorspronkelijke verspreidingsgebied: Noord-Amerika en het uiterste zuiden van Canada (Steyskal 1979). In 008 werd de soort biologie nagenoeg gelijktijdig gemeld uit zowel Zwitserland (Merz 008) als Duitsland (Merz & Van Gyse- Callopistromyia annulipes lijkt een erg lange vlieg- ghem 008). Sindsdien zijn er op de verschillende tijd te hebben. In Pennsylvania in Noord-Amerika fora aanvullende waarnemingen gepost uit Duits- is de soort aangetroffen van half april tot half land, Frankrijk en zelfs uit Italië. Op 4 juli 010 oktober (Frost 198, 199). Hier is in de jaren 197 en 0 april 011 werd een exemplaar aangetroffen en 198 een monitoring uitgevoerd met vallen op de Teverenerheide in Duitsland, net over de waarbij melasse (een stroopachtige siroop, wat een Nederlandse grens bij Brunssum. Op 6 mei 011 bijproduct is van suikerproductie uit suikerriet werd het eerste exemplaar voor Nederland aange- of suikerbieten) als lokmiddel werd gebruikt. troffen, op de Kunderberg (Amersfoortcoördinaten Dit leverde respectievelijk 08 en 117 exemplaren 194-19) (fig. 1 en ). Op 7 juni werd een tweede op. Frost (199) geeft een fenogram voor exemplaar aangetroffen in het Meerssenerbroek C. annulipes, waaruit geen duidelijke generaties ( 181-0) (fig. 4). Daarnaast zijn er nog enkele af te leiden zijn. Het lijkt er op dat deze soort van aanvullende waarnemingen gedaan in dezelfde het vroege voorjaar tot diep in het najaar aange- gebieden, 17 en 9 juli en 1 augustus op de Kun- troffen kan worden en dat de generaties naadloos derberg en op 7 augustus in het Meerssenerbroek. in elkaar over gaan. Alle Nederlandse waarnemingen, evenals die van Ook in Europa lijkt de soort een lange vliegtijd de Teverenerheide zijn van Ben Hamers, die de te hebben, het vroegst waargenomen exemplaar soort gefotografeerd maar niet verzameld heeft. dateert van april in 007 in Zwitserland (Merz smit & hamers ‒ CALLOPISTROMYIA ANNULIPES nieuw voor nederland 5 NFM36 (05) 023-028 Smit.indd 25 29-11-11 13:00 008). Daarnaast maken Merz & Van Gyseghem deze veroorzaakt in de kersenteelt in Noord- (008) melding van grote aantallen van deze soort Amerika is vooralsnog geen sprake. Tot nog toe op 7 augustus 007 en zelfs exemplaren uit is R. cingulata alleen aangetroffen op zijn oor- oktober. spronkelijke waardplant Amerikaanse vogelkers Prunus serotina (Smit & Dijkstra 008). De larven van C. annulipes zijn saprofaag en leven onder schors van verschillende loofbomen. Gezien de grote aantallen van C. annulipes in In Noord-Amerika zijn imago’s waargenomen op Duitsland (Merz & Van Gyseghem 008) en de een stervende Populus deltoides, vrouwtjes zijn gelijkende klimatologische omstandigheden tussen ei-afzettend waargenomen op dode Robinia pseudo- Europa en Noord-Amerika, moet aangenomen acacia en poppen zijn verzameld achter schors van worden dat deze soort zich inmiddels in Europa een dode Acer negundo (Steyskal 1979). Het lijkt gevestigd heeft. Vanwege de recente uitbreiding er dus op dat C. annulipes niet kieskeurig is wat en de weinig kritische biotoopkeuze zou de soort boomsoort betreft. zich op korte termijn sterk kunnen gaan uit- breiden in Nederland en Europa. discussie literatuur Callopistromyia annulipes