RUP “Den Baa” Gemeente Rumst Verzoek tot raadpleging Juni 2017

COLOFON

Opdracht:

RUP ‘Den Baa’ Verzoekt tot raadpleging

Opdrachtgever:

Gemeente Rumst Koningin Astridplein 12 2840 Rumst

Opdrachthouder: Antea nv Roderveldlaan 2600 Berchem (Antwerpen)

T : +32(0)3 221 55 00 F : +32 (0)3 221 55 01 www.anteagroup.be BTW: BE 414.321.939 RPR Antwerpen 0414.321.939 IBAN: BE81 4062 0904 6124 BIC: KREDBEBB

Antea Group is gecertificeerd volgens ISO9001

Identificatienummer:

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx

Datum: status / revisie:

April 2017 Verzoek tot raadpleging Juni 2017 Definitief dossier

Vrijgave:

Koen Janssens, Expert ruimtelijk planner

Projectmedewerkers:

Koen Janssens; Expert ruimtelijk planner Wouter Impens, ruimtelijk planner

 Antea Belgium nv 2017 Zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Antea Group mag geen enkel onderdeel of uittreksel uit deze tekst worden weergegeven of in een elektronische databank worden gevoegd, noch gefotokopieerd of op een andere manier vermenigvuldigd.

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 2

INHOUDE

DEEL I - UITWERKING RUP ...... 5

1 INLEIDING ...... 6 1.1 OPDRACHTOMSCHRIJVING ...... 6 1.2 SITUERING ...... 6 1.3 AFBAKENING PLANGEBIED ...... 7 2 JURIDISCH KADER ...... 8 2.1 SAMENVATTENDE TABEL ...... 8 2.2 GEWESTPLAN ...... 9 2.3 GEWESTELIJK RUP ‘’ GEBIEDEN VAN HET GEACTUALISEERD SIGMAPLAN “CLUSTER DIJLEMONDING”” . 9 2.4 BUURT- EN VOETWEGEN ...... 11 2.5 BOUWMISDRIJVEN ...... 11 3 BELEIDSKADER EN RELEVANTE STUDIES ...... 12 3.1 STRUCTUURPLANNING ...... 12 3.2 CULTUREEL ERFGOED ...... 15 3.3 OPEN RUIMTEBELEID ...... 17 3.4 MOBILITEIT ...... 18 3.5 INTEGRAAL WATERBEHEER ...... 19 4 ONDERZOEK EN ANALYSE ...... 22 4.1 PLANGEBIED OP MACROSCHAAL ...... 22 4.2 PLANGEBIED OP MICROSCHAAL ...... 23 4.3 RUIMTELIJK VOORKOMEN EN FUNCTIONEREN DEELZONES ...... 23 5 VISIE ...... 33 5.1 ALGEMENE VISIE ...... 33 5.2 STRUCTUURSCHETS ...... 34 5.3 GEBIEDSGERICHTE VISIE PER DEELGEBIED ...... 34

DEEL II - MILIEU EFFECTEN ...... 36

6 VERZOEK TOT RAADPLEGING ...... 37 6.1 KADERING ...... 37 6.2 BESCHRIJVING PLAN EN AFBAKENING PLANGEBIED ...... 37 6.3 BEPALEN VAN DE PLAN-MER-PLICHT ...... 38 7 POTENTIËLE MILIEUEFFECTEN VAN HET PLAN ...... 39 7.1 INLEIDING ...... 39 7.2 BODEM EN GRONDWATER ...... 39 7.3 OPPERVLAKTEWATER ...... 41 7.4 FAUNA EN FLORA ...... 44 7.5 LANDSCHAP, BOUWKUNDIG ERFGOED EN ARCHEOLOGIE ...... 45 7.6 MENS ...... 48 7.7 LEEMTEN IN DE KENNIS ...... 49 7.8 GRENSOVERSCHRIJDENDE EFFECTEN ...... 49 8 CONCLUSIE VAN HET VERZOEK TOT RAADPLEGING ...... 50

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 3

BIJLAGEN 51

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 4

DEEL I - UITWERKING RUP

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 5

1 Inleiding

1.1 Opdrachtomschrijving De aanleiding om het RUP op te maken is ingegeven door de plannen van een sociale huisvestingsmaatschappij om een sociaal woonproject te realiseren aan de Kerkstraat. Het woongebied is grotendeels ingevuld maar er kan onderzocht worden waar er verder kan worden verdicht en waar er meer dynamiek mogelijk is. Een aantal waardevolle groen- en erfgoedelementen dienen te worden beschermd.

1.2 Situering

Figuur 1 Situering studiegebied Het studiegebied maakt deel uit van de kern Rumst. Er is vlotte ontsluiting naar de E19 en N1 in het oosten. Ten zuiden is er een groene ruimte die aan de Beneden- gelegen is, ten noorden is er recreatie en bedrijvigheid.

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 6

1.3 Afbakening plangebied

Figuur 2 afbakening plangebied op orthofoto (meest recent IV) en het GRB 2017 Bij de afbakening werd in het noorden en oosten de aslijn van de weg genomen, ten zuidwesten de perceelgrenzen en ten zuidoosten deels de contour van het gewestelijke RUP en deels de perceelgrens gevolgd.

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 7

2 Juridisch kader

2.1 Samenvattende tabel

Type plan Kenmerken

Gewestplan Gewestplan nr. 14 Antwerpen (KB 03-10-1979 en latere wijzigingen)

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen Ten zuiden grenst het plangebied aan het RUP ‘Gebieden van het geactualiseerd Sigmaplan “cluster Dijlemonding”’ (21-01-2011)

Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen geen

Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen geen

Algemene plannen van aanleg geen

Bijzondere plannen van aanleg geen

Verkavelingsvergunningen Op te vragen bij gemeente

Gemeentelijke rooilijnplannen Op te vragen bij gemeente

Gewestelijke rooilijnplannen geen

Habitatrichtlijngebieden geen

Vogelrichtlijngebieden geen

Gebieden van het VEN – 1e fase Ten zuiden ligt het gen ‘De samenvloeiing -Dijle-Nete’ (21-01-2011).

Beschermde monumenten geen

Beschermde landschappen Beschermde landschap ‘Zennegat-Battenbroek: fase 5’ ten zuiden van het plangebied. (18-10- 1993)

Beschermde stads- en dorpsgezichten geen

Vastgestelde ankerplaatsen / Ten zuiden van het plangebied ankerplaats erfgoedlandschappen ‘Zennegat – Battenbroek’ (25-07-2008) en erfgoedlandschap sinds 21-01-2011

Beschermingszones grondwaterwinningen geen

Polders en wateringen geen

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 8

Buurt – en voetwegen Chemin nr. 15: deels huidige Kerkstraat Overige opgenomen in publiek domein. Herbevestigde agrarische gebieden geen

2.2 Gewestplan

Figuur 3 gewestplan 2014, IV Het plangebied is volledig in woongebied gelegen. Ter hoogte van het gebied voor gemeenschapsvoorzieningen is de grens gelegd op de as van de weg en dient het gewestplan op die plaats te worden geïnterpreteerd. Ten zuiden van het plan gebied ligt de grens grotendeels op de contour van het gewestelijke RUP aldaar en wordt ook hier geïnterpreteerd dat dit de grens van het woongebied is. Verschillende leidingen zijn als lijnelement aangeduid op het gewestplan: - ‘Bestaande hoogspanningsleidingen’ (noord-zuid); - ‘Bestaande afzonderlijke leidingen’ (oost-west).

2.3 Gewestelijk RUP ‘’ Gebieden van het geactualiseerd Sigmaplan “cluster Dijlemonding”” Goedgekeurd op 21-01-2011.

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 9

Figuur 4 Gewestelijk RUP ‘’ Gebieden van het geactualiseerd Sigmaplan “cluster Dijlemonding”” Het deel dat aan voorliggend RUP grenst, is natuurgebied met een overdruk ‘grote eenheid natuur’ (VEN-gebied). Volgende doelstellingen werden meegenomen bij de opmaak van het RUP: - uitvoering geven aan de richtinggevende en bindende bepalingen het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) inzake de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur zoals nader uitgewerkt in de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos in de regio Zenne-Dijle- Pajottenland; - de realisatie van een aantal gecontroleerde overstromingsgebieden mogelijk maken voor het gebied rond de Dijlemonding, zoals vastgelegd in het Geactualiseerd Sigmaplan; - de ‘ankerplaats’ Zennegat-Battenbroek opnemen als ‘erfgoedlandschap’ in de zin van het landschapsdecreet.

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 10

2.4 Buurt- en voetwegen

Figuur 5 Uittreksel uit de atlas van de Buurt- en Voetwegen (IV) De atlassen van de Buurtwegen werden opgemaakt in opvolging van de wet van 10 april 1841. Deze wet op de buurtwegen is nog steeds van kracht. Het overgrote deel van de buurtwegen werden opgenomen in het openbare domein. Het meest zuidelijke deel van chemin nr. 15 (langsheen de Nete-arm) is niet meer bestaand, dit is vandaag tuinruimte.

2.5 Bouwmisdrijven Op te vragen bij de gemeente

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 11

3 Beleidskader en relevante studies

3.1 Structuurplanning 3.1.1 Rumst in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) vormt het kader voor het ruimtelijk beleid in Vlaanderen. Voor de gemeenten en provincies is dit plan richtinggevend. Rumst is een gemeente in het buitengebied. Doelstellingen: - het vrijwaren van het buitengebied voor haar essentiële functies landbouw, natuur, bosbouw, wonen en werken op het niveau van het buitengebied; - het tegengaan van versnippering van de open ruimte; - het bundelen van de ontwikkeling in de kernen van het buitengebied; - het ontwikkelen van landbouw, natuur en bossen in goed gestructureerde gebieden; - het bereiken van gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit; - het afstemmen van het ruimtelijk beleid en van het milieubeleid op basis van het fysisch systeem; - het bufferen van de natuurfunctie in het buitengebied. In het buitengebied vinden de hieronder beschreven functies een plaats. Voor elk van deze functies worden de belangrijkste doelstellingen en ontwikkelingsperspectieven weergegeven. Gewenste natuurlijke structuur: - Het Vlaams gewest zal de gebieden van de natuurlijke structuur afbakenen; - Een gebiedsgericht ruimtelijk beleid voor de gebieden van de natuurlijke structuur; - Een ruimtelijk-ecologische basiskwaliteit voor de ecologische infrastructuur; - Herwaarderen van bestaande bossen; Gewenste nederzettingsstructuur: - Verschillende soorten nederzettingen worden onderscheiden: kernen (hoofddorpen en woonkernen), het bebouwd perifeer landschap, linten en verspreide bebouwing. - Streefdoel voor de verdeling van bijkomende woningen is 65% in het stedelijk gebied en 35% in de kernen van het buitengebied. Het provinciaal structuurplan zal voor iedere gemeente het aantal benodigde bijkomende woningen aangeven. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan zal de lokalisatie van gebieden voor nieuw te bouwen woningen met fasering en minimale en maximale dichtheden aangeven. In het buitengebied is te streven naar een woningdichtheid van minimaal 15 woningen per hectare. - Geen verdere aangroei van linten en verspreide bebouwing. Gewenste landschapsstructuur: - Er wordt een indicatieve selectie van structurerende landschapselementen en - componenten opgemaakt, die richtinggevend zijn voor de aard, de grootte en de vormgeving van wijzigingen in het ruimtegebruik. - Formuleren van gedifferentieerde ontwikkelingsperspectieven voor af te bakenen karakteristieke elementen en componenten van het landschap (bakens, structurerende reliëfcomponenten en markante terreinovergangen), gave landschappen en open ruimteverbindingen. Tot slot komen nog andere activiteiten voor in het buitengebied. Voor Rumst zijn van belang: - Gewenste structuur voor recreatie en toerisme; de ontwikkelingsmogelijkheden worden bepaald door de impact op de natuurlijke en agrarische structuur.

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 12

- Gewenste structuur voor gemeenschaps- en nutsvoorzieningen; de aan het wonen gekoppelde gemeenschaps- en nutsvoorzieningen worden geconcentreerd in de kernen van het buitengebied. Andere moeten aansluiten bij het landschap en mogen de structuurbepalende functies niet aantasten. - Gewenste waterwinning en ontginning; deze zijn in hoofdzaak gebonden aan geologische en hydrogeologische voorwaarden. Op basis van een ruimtelijke afweging worden de ramingen naar ruimtebehoefte voor delfstoffen vastgelegd in gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen.

3.1.2 Rumst in het Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen Het RSPA werd goedgekeurd op 10 juli 2001 en partieel herzien in 2011. Rumst ligt in de hoofdruimte van de Antwerpse fragmenten, binnen de deelruimten Antwerpse gordel en Mechels rasterlandschap. Op het vlak van de ruimtelijk – natuurlijke structuur worden de samenvloeiing Schelde –Rupel en Zennegat en tussen Zennegat en samenvloeiing beide Netes als natuurverbindingsgebieden geselecteerd. De oude spoorwegberm -Boom wordt als een ecologische structuur van bovenlokaal belang geselecteerd. De gemeente Rumst wordt geselecteerd als gemeente met een hoofddorp type III met als woonkernen Reet, Rumst en Terhagen. Bijkomende woningen kunnen slechts worden gerealiseerd in functie van de opvang van de natuurlijke aangroei. De gemeente heeft daarbij de mogelijkheid voor het ontwikkelen van een bijkomend lokaal bedrijventerrein enkel voor herlocatie van zonevreemde lokale bedrijven of historisch gegroeide bedrijven. Nete en Rupel vormen onderdeel van het provinciaal toeristisch - recreatief netwerk “Steden en stromen”. De kracht van het netwerk buiten de steden is o.a. te vinden langs de rivieren Nete en Rupel die onderdeel vormen van het gebundeld netwerk. De samenvloeiing van Dijle, Nete en Rupel wordt als baken op provinciaal niveau weerhouden. E19 en A12 zijn onderdelen van het hoofdwegennetwerk dat de gemeente van noord naar zuid doorkruist. Het optimaliseren en verder uitbouwen van de N171 dient te gebeuren conform de opgemaakte streefbeeldstudie. De Bussestraat – Lage Vosbergstraat is geselecteerd als secundaire weg type II. De gemeente beschouwt deze verbinding van lokaal belang en heeft de suggestie geformuleerd om de selectie door de provincie op te heffen. De N1 is geselecteerd als secundaire weg type III.

3.1.3 Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Rumst Het structuurplan werd goedgekeurd door de Deputatie op 8 september 2005.

Ruimtelijke ontwikkeling van het baksteenlandschap Het baksteenlandschap wordt gekenmerkt door de industriële erfenis. Woonkernen en bedrijventerreinen liggen naast elkaar en worden omgeven door belangrijke natuurlijke elementen verbonden aan de kleigroeven en de rivieren. De gewenste ruimtelijke structuur gaat o.a. uit van een verbetering van de woonkwaliteit van de kernen, het versterken van de natuurlijke structuur en het benutten van de recreatieve mogelijkheden. Rupel en Nete zijn bovenlokale waterlopen die ruimtelijk structurerend zijn. Ze hebben zowel landschappelijke, ecologische, economische als recreatieve betekenis. De mogelijkheden van de rivieren moeten optimaal benut worden. Volgende concepten worden geformuleerd: - compacte kernen richten naar het water; - realisatie groene band aan de Rupel, de Nete en de cuesta; - het compacte karakter van Rumst en Terhagen behouden met respect voor groenzones;

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 13

- natuurontwikkeling in verlaten kleigroeven; - optimaliseren ruimtelijke organisatie bedrijventerreinen; - alternatieve ontsluiting voor het vrachtverkeer; - herinrichting van de woonkernen. Op de volgende concepten wordt verder ingegaan in functie van de uitbouw van het projectgebied.

Ruimtelijke ontwikkeling kern Rumst Rumst is een welomlijnde woonkern waarvan de draagkracht wordt afgestemd op de omliggende natuur en landschap. Een verdere verdichting dient selectief te gebeuren. De draagkracht naar bedrijvigheid en woningbouw is beperkt voor het gemeentelijke deelgebied. Het voorzieningenapparaat wordt er afgestemd op de deelgebieden. Inbreidingsprojecten kunnen gerealiseerd worden op vrijstaande terreinen binnen de woonkernen en moeten de woonkwaliteit en de aantrekkingskracht van de kernen verhogen. Hierbij wordt bijzondere aandacht besteed aan de inrichting van het openbaar domein. Zowel gemeente als particulieren kunnen hierbij het initiatief nemen.

Gewenste ruimtelijke structuur van de kern De kern van Rumst heeft van oudsher een compact karakter. De kleinere arbeidswoningen rondom de centra van de kernen herinneren aan het verleden met de talrijke steenbakkerijen en de kleigroeven die het landschap typeerden. De compacte bebouwing is ook nu nog waardevol mits een goede ontwikkeling van het openbaar domein rondom de woningen. Bestaande en nieuwe groenzones binnen de bestaande bebouwde ruimte kunnen hierin een belangrijke rol spelen. De St. Pieterskerk wordt geselecteerd als baken. Door het vrachtverkeer af te leiden naar alternatieve ontsluitingsroutes kan de dorpskern van Rumst heringericht worden. Het dorpskarakter wordt hierbij benadrukt, waarbij de verblijfsfunctie voorop staat. Voornamelijk de buurt van de Tuinwijk kan hierdoor een nieuwe uitstraling krijgen.

Visie op de nederzettingsstructuur

Figuur 6 Gewenste nederzettingenstructuur (GRS) Woonkern Woonkernen zijn nederzettingen waar een bepaalde uitrusting (voorzieningen, bereikbaarheid) voor dagelijkse behoeften aanwezig is en waar een zeker draagvlak heerst om deze voorzieningen in stand te houden. Rumst wordt geselecteerd als woonkern.

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 14

Binnen deze ruimtelijke beleidscategorie wordt wonen als hoofdfunctie voorop gesteld. De vestiging van andere functies is mogelijk, bij voorkeur in de centrumgebieden. De Molenbergstraat wordt geselecteerd als centrumgebied. Het gebied wordt gekenmerkt door een concentratie van kleinhandel, diensten en functies. Deze concentratie wordt verder versterkt, waarbij het wonen boven winkels wordt gestimuleerd. Diverse functies zijn mogelijk en dit op maat van de kern. De inrichting van de weg en het openbaar domein worden afgestemd op de centrumfunctie. De opmaak van een RUP voor het centrumgebied van Rumst wordt voorop gesteld. Aandacht voor renovatie van de oude kern De renovatie zal in belangrijke mate gerealiseerd worden door particulier initiatief. Overwogen kan worden om hiervoor bepaalde stimulansen (financiële, technische en administratieve steun, …) uit te werken. Op kleine schaal kan een aankoopbeleid door de overheid worden uitgewerkt. Door het verbeteren van de omgevingskwaliteit, door het heraanleggen van straten en pleinen, bijkomende groenvoorzieningen e.d. door de gemeente wordt de renovatie van bepaalde gebieden gestimuleerd. Inbreiding ter versterking van de kern Inbreidingsprojecten voor het versterken van de kern bouwen niet heel de kern vol. De aanwezigheid van een aantal kwaliteitsvolle open ruimten, die passen in de structuur van de kern, zijn belangrijk voor de leefbaarheid ervan.

Conclusie GRS Het plangebied maakt deel uit van de woonkern Rumst. De woonkernen dienen compact te zijn met respect voor de groene ruimten. Verdere verdichting dient selectief te gebeuren. Op vrije terreinen kunnen verdichtingsprojecten, deze moeten de woonkwaliteit verhogen en er dient aandacht te zijn voor de inrichting van het publieke domein. Het is niet de bedoeling om de hele kern vol te bouwen.

3.2 Cultureel Erfgoed

Landschapsatlas In de ‘Landschapsatlas van Vlaanderen’ - opgemaakt door de afdeling Monumenten en Landschappen van de Vlaamse Gemeenschap en verschenen in het voorjaar van 2001 werden behalve ankerplaatsen ook relictzones, puntrelicten en lijnrelicten geselecteerd. Het geheel vormt een historische momentopname van de Vlaamse landschappen op het eind van de 20e eeuw. Ze geeft een gedetailleerde inventaris van ruimtelijke zones waar gave en herkenbare relicten van de traditionele landschappen nog voorkomen. Hij bestrijkt het volledige Vlaamse grondgebied met uitzondering van de stedelijke kernen en de dicht bebouwde agglomeraties. De landschapsatlas is een onmisbaar instrument bij de bescherming van landschappen.

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 15

Figuur 7 Landschapsatlas Het plangebied is deels in de relictzone “Zennevallei met haar beemden ten noorden van het Brussels Gewest” gelegen, de herenwoning met parkachtige tuin is mee opgenomen in de relictzone. Ten zuiden is er het erfgoedlandschap “Zennegat – Battenbroek” gelegen (21-01-2011). De Nete is opgenomen als lijnelement.

Beschermingen / inventaris onroerend erfgoed Hier wordt al het definitief juridisch beschermd erfgoed opgenomen. Het gaat om beschermde monumenten, landschappen, stads- of dorpsgezichten, archeologische zones en Unesco werelderfgoed.

Figuur 8 beschermd erfgoed / inventaris bebouwd erfgoed (agentschap Onroerend Erfgoed)

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 16

Binnen het plangebied komen geen beschermingen voor. De kerk is opgenomen als monument, ten zuiden ligt het beschermde landschap “Zennegat-Battenbroek - 5de fase” (18-10-1993) In de vastgestelde inventaris onroerend erfgoed zijn een aantal eengezinswoningen langsheen de Kerkstraat en Ekkergatstraat opgenomen. “Het gaat om een reeks van vijf seriewoningen circa 1920 gebouwd door de trammaatschappij ten behoeve van de pendelaars. Gekoppelde eengezinswoningen met kleine tuin; kleurig baksteenmetselwerk met ronde of segmentboogvensters onder groot zadeldak (nok loodrecht op de straat).”

3.3 Open ruimtebeleid 3.3.1 Biologische waarderingskaart De biologische waarderingskaart vormt een basisdocument voor iedereen die betrokken is bij natuurbehoud, ruimtelijke planning, milieueffectrapportage, landschapszorg, e.d. Het is de enige beschikbare gebied dekkende inventaris van de Vlaamse biotopen en wordt daarom algemeen aangewend als referentiekader. Ze vormt nuttige informatie betreffende de toestand en betekenis van het natuurlijk milieu.

Figuur 9 Biologische waarderingskaart, versie 2010 (INBO) Het volledige plangebied is biologisch minder waardevol. Ten zuiden van het plangebied vinden we complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen. Een strook ten noorden bestaande uit bomenrijen is aangegeven als biologisch waardevol.

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 17

3.3.2 Natura 2000 In uitvoering van de Europese richtlijn 79/409/EEG (vogelrichtlijn) en 92/43/EEG (habitatrichtlijn) werden een aantal bijzondere beschermingszones afgebakend ter bescherming van het vogelbestand en de instandhouding van habitat en wilde fauna en flora. Binnen deze gebieden wordt er een specifiek beleid gevoerd en worden er ruimtelijke beperkingen opgelegd ten aanzien van nieuwe ontwikkelingen. De afbakening van de habitatrichtlijngebieden werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 17/08/2002 en werd verder aangevuld met latere besluiten. De goedkeuring van de vogelrichtlijngebieden werd op 17/10/1988 gepubliceerd in het staatsblad en werd aangevuld met latere besluiten. Het plangebied is niet in de omgeving van een SBZ gelegen.

3.3.3 VEN/IVON Het gebiedsgericht beleid van het natuurdecreet houdt de ontwikkeling van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) en het Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk (IVON) in. Het natuurdecreet legt de voorschriften en geboden in VEN en IVON vast.

Figuur 10 VEN-gebieden (IV) Het plangebied grenst in het zuiden aan een Grote Eenheid Natuur “De Samenvloeiing Rupel-Dijle- Nete” (21-1-2011)

3.4 Mobiliteit 3.4.1 Mobiliteitsplan Rumst Recente versie op te vragen bij de gemeente indien relevant.

3.4.2 Provinciaal fietsrouteplan Het "Bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk" is een programma dat i.s.m. de provincie werd opgestart. Het heeft tot doel een concept van fietsroutenetwerk op te stellen. In dit concept worden de belangrijkste gemeentelijke/stedelijke kernen en attractiepolen met elkaar verbonden. Het gaat hier over een functioneel routenetwerk omdat het betrekking heeft op de zgn. "functionele" verplaatsingen (werken, onderwijs volgen, winkelen...) en niet op het fietsen als ontspanning.

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 18

Figuur 11 Provinciaal fietsrouteplan (2008)

Het plangebied is goed ontsloten door een functionele en aansluitend een alternatieve fietsroute.

3.4.3 Openbaar vervoer

Figuur 12 Aanduiding plangebied binnen het busnetwerk Rumst (De Lijn) Centraal in het plangebied zijn er bushaltes gelegen, het gaat om de routes ‘Antwerpen – Boom – Rumst – ’, de ‘snelbus – Rumst – Mechelen’ en ‘Lier – – Rumst’.

3.5 Integraal waterbeheer Binnen Vlaanderen vormt het ‘decreet integraal waterbeleid’ van 18 juli 2003 het kader waarbinnen het waterbeleid moet gevoerd worden. Het is een kaderdecreet dat de grote lijnen voor het beleid uitzet. De concretisering gebeurt via uitvoeringsbesluiten.

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 19

Op 9 september 2005 keurde de Vlaamse Regering het eerste uitvoeringsbesluit bij het decreet Integraal Waterbeleid goed. Dit besluit zorgt voor de geografische indeling van de watersystemen binnen het Vlaamse Gewest door de afbakening ervan in stroomgebieden, bekkens en deelbekkens. Daarnaast omvat het de noodzakelijke bepalingen voor de formele oprichting van de overlegstructuren op de verschillende niveaus.

3.5.1 Waterlopen

Figuur 13 waterlopen per categorie (VHA 2015) Ten zuiden van het plangebied loopt een niet geklasseerde waterloop zonder naam, het gaat om een voormalige Nete-arm.

3.5.2 Stroomgebiedbeheerplan Stroomgebied beheerplannen voor Schelde en Maas bepalen wat Vlaanderen zal doen om de toestand van de waterlopen en het grondwater te verbeteren en ons beter te beschermen tegen overstromingen. Ze geven uitvoering aan de Europese kaderrichtlijn Water (2000) en aan de Overstromingsrichtlijn (2007). Op 18 december 2015 stelde de Vlaamse Regering de stroomgebied beheerplannen voor Schelde en Maas voor de periode 2016-2021 vast. Het studiegebied situeert zich in het Netebekken. Er zijn geen acties opgenomen voor het plangebied.

3.5.3 Watertoets Op 1 maart 2012 trad er een aangepast uitvoeringsbesluit met betrekking tot de watertoets in werking. Dit uitvoeringsbesluit legt nadere regels vast voor de toepassing van en de adviesprocedure bij de watertoets.

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 20

Figuur 14 Overstromingskaart 2014 (IV) Binnen het plangebied zijn geen overstromingsgevoelige zones, ter hoogte van de Nete zijn er verschillende zones mogelijk overstromingsgevoelig.

3.5.4 Signaalgebieden Signaalgebieden zijn nog niet ontwikkelde gebieden waar een tegenstrijdigheid kan bestaan tussen de geldende bestemmingsvoorschriften en de belangen van het watersysteem. De signaalgebieden werden voor de eerste maal aangeduid in de bekkenbeheerplannen 2008-2013. Een van de opdrachten van de bekkenstructuren was deze signaalgebieden te evalueren naar effectief huidig bodemgebruik en eventuele aanpassingen met betrekking tot de bestemming ervan. Het plangebied is niet gelegen in een signaalgebied.

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 21

4 Onderzoek en analyse

4.1 Plangebied op macroschaal

Figuur 15 aanduiding plangebied op macroschaal Het plangebied bevindt zich aan de rand van de kern Rumst en is omgeven door een veelheid aan functies met een randstedelijk karakter. Als woongebied heeft het de voorzieningen van de kern en de ontsluiting via de E19 onmiddellijk ten oosten. Ten zuiden is er de Nete met aangrenzend een natuurgebied, ten noorden recreatie en een begraafplaats, meer naar het noorden een bedrijventerrein.

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 22

4.2 Plangebied op microschaal

Figuur 16 plangebied op orthofoto, meest recent (IV) Het plangebied bedraagt zo’n 8,8 ha. Het plangebied bestaat volledig uit woongebied maar met een diverse typologie. Het gebied bevat een aanzienlijke groene ruimte en is omgeven door waardevolle groene ruimten. Meer naar het centrum van de kern toe is het woongebied sterker verdicht en verhard.

4.3 Ruimtelijk voorkomen en functioneren deelzones Bron: eigen fotomateriaal en google streetview

Deelzone Kerkhofstraat

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 23

Vrijstaande woning op de hoek met Kruislei Zicht op de Kerkhofstraat

Een recente woning heeft een meer Oudere, meest voorkomende typologie hedendaagse typologie

Idem, hier drie geclusterde woningen Tot vier geclusterde woningen naar de Ekkergatstraat toe

Representatieve toegang begraafplaats aan de Begraafplaats aan de overzijde (buiten overzijde (buiten plangebied) plangebied) Aan de Kerkstraat vinden we in hoofdzaak een typologie met eenvoudige geclusterde woningen die gelijkmatig zijn ingeplant met voortuinen van gelijke afmetingen. In meer recente ontwikkelingen werd de typologie vervangen door meer hedendaagse vrijstaande woningbouw. De groene voortuinen, het groen ingerichte begraafplaats aan de overzijde en het ruime voetpad met laanbomen zorgen voor een groen en open karakter, er is een gevoel van ruimte.

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 24

Deelzone Parktuin

Toegang herenhuis aan Kerkstraat

Gefilterd zicht op herenhuis aan Kruislei Straatbeeld hekwerk rond het domein aan de Kruislei

Dwars op de straat georiënteerde rij Tuinruimte van deze woningen (zuidzijde) woningen (noordzijde)

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 25

Voorliggende woning langsheen de straat De parktuin is bosrijk en heeft een hekwerk aan de straatzijde. Er is een gefilterd zicht op het statige herenhuis bestaande uit drie bouwlagen. De functie is momenteel zuiver residentieel. Ten noorden ligt een cluster met kleine woningen die vermoedelijk oorspronkelijk bij het herenhuis hoorden als kleine hoeve en/of bediendenwoningen. Een lang volume is dwars op de straat georiënteerd. Dit volume heeft twee bouwlagen maar heeft een asymmetrisch zadeldak dat aan de noordzijde lager komt zodat er daar maar één bouwlaag is. De woning langsheen de straat heeft twee bouwlagen en een iets lagere schuur. De omgeving is groen en boomrijk door de laanbeplanting en de ruime parkachtige tuin. Het park is een groene long voor de ruimere omgeving maar is niet toegankelijk.

Deelzone Kerkstraat zuid

Zicht op de hoek vanaf de Tiburstraat Ruime vrijstaande woning op de hoek

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 26

Ruim bijgebouw enkel langs achteren bereikbaar Meest oostelijke deel heeft nog groene tuinstroken en doorzichten naar de groene Nete-arm

Horecazaak, inmiddels gesloten Deel Kerkstraat naar zuidelijk deel aan Oude Nete- arm

De zuidelijk gelegen Kerkstraat ontsluit Achterliggende bebouwing / zone voor sociaal voornamelijk garages woonproject

Ontsluiting garages idem

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 27

Ook woonruimten naar achteren gebouwd Zicht op de aansluitende Kapellenlei

Zicht op groenzone Oude Nete-arm, deze is niet idem toegankelijk

Apotheek aan de Kerkstraat verder door naar het Aansluitend een woningencluster zuiden De invulling van deze zone is erg divers met vrijstaande woningen, halfopen en gesloten bebouwing en open ruimte. Door de bereikbaarheid van de woningen langs achteren is er fors naar achteren gebouwd, veelal garages. Het gaat voornamelijk om eengezinswoningen, meer naar het centrum toe komen er meergezinswoningen voor. Aan de Kerkstraat geven de parktuin en bebouwd erfgoed onder de vorm van de ‘tramwoningen’ het straatbeeld een extra cachet. Het zicht op de open ruimte van de Oude Nete-arm is erg waardevol, dit natuurgebied is niet toegankelijk.

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 28

Deelzone Kerkstraat noord

“Tramwoningen” aan de Kerkstraat idem De woningen in deze zone bestaan uit een zeer specifieke typologie, gebouwd voor het personeel van de tramlijn destijds (bouwjaar 1920). Zie ook H3.2 ‘Cultureel erfgoed’. De woningen zijn vrij goed bewaard.

Deelzone Tuinwijk zuid

Zicht op Tuinwijk met rechts het zuidelijk deel idem

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 29

Ingang Lochtveld idem

Aansluitende voetgangersdoorsteek Appartementsbouw aan de Kerkstraat

idem Aan Tuinwijk is er een meer hedendaagse invulling met halfopen bebouwing (2 bouwlagen), aan Lochtveld in het binnengebied is er vrijstaande woningbouw met 1 bouwlaag (waarvan één binnen het plangebied). Aan dit deel van de Kerkstraat is er appartementsbouw met drie bouwlagen en een plat dak. Zowel Tuinwijk als dit deel van de Kerkstraat geeft een vrij versteende indruk. Lochtveld biedt toegang aan woningen binnen het bouwblok gelegen, hier is nog verdere verdichting mogelijk. Er zijn voetgangersdoorsteken naar Kerkveld en Tuinwijk.

Deelzone Tuinwijk noord

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 30

Ekkergatstraat Laanbeplanting in de Ekkergatstraat

Geclusterde woningen aan Ekkergatstraat Groen openbaar domein aan de overzijde

Kapperszaak aan Tuinwijk Geclusterde woningen aan Tuinwijk

Recentere meergezinswoning aan Tuinwijk Deze zone bestaat volledig uit geclusterde woningen met twee bouwlagen, meer recent is er een meergezinswoning opgericht waarbij een derde bouwlaag deels in het dak werd voorzien. Het straatbeeld aan de Ekkergatstraat en Doelhaagstraat geeft een groene indruk dankzij aanplantingen op het openbare domein. Tuinwijk geeft eerder een versteend beeld, ook dit deel van het bouwblok is minder groen door grotere ontwikkelingen.

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 31

Deelzone Ekkergatstraat noord

Rijwoningen ten noorden van de Ekkergatstraat Idem

Idem Deze zone bestaat uit een onafgebroken rij woningen met gelijke bouwhoogte die vrij divers zijn uitgevoerd. Achter de woningen is er opvallend veel bijgebouwd, de tuinruimte achter de woningen (zie luchtfoto) is erg verhard. Het straatbeeld geeft een rustige, groene indruk.

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 32

5 Visie

5.1 Algemene visie Het plangebied maakt deel uit van de woonkern Rumst en heeft als hoofdfunctie wonen. Het GRS stelt beperkte en lokaal afgewogen verdichting voorop maar met respect voor de open en groene ruimten. Het openbare domein speelt hier een belangrijke rol. Inbreidingsprojecten kunnen, maar dienen de woonkwaliteit te verhogen. Het woongebied is zo goed als volledig ingevuld maar bevat een aantal kwaliteiten die in een RUP kunnen worden bestendigd. Zo is er de parkachtige tuin als groene long en de ‘tramwoningen’ als boeiend erfgoed uit het begin van vorige eeuw. Ook de groene ruimten – buiten het plangebied – ten zuiden aan de Nete-arm of ten noorden als groen ingericht begraafplaats, hebben onmiskenbaar hun waarde. Gebiedsgericht kan op specifiek plaatsen een verdere verdichting worden gerealiseerd. Dit zijn enerzijds ruimten waar de kwalitatieve inrichting van het openbare domein en de aanwezigheid van een open en groen karakter, voldoende draagkracht bieden voor een sterkere verdichting. Anderzijds zijn enkele drukkere straten dichter bij het centrum van de kern uitermate geschikt om meer functies op te nemen en een zekere verdichting toe te laten, wonen blijft echter steeds de hoofdfunctie. Elk deelgebied heeft zo zijn specifieke kwaliteiten die in een meer gebiedsgerichte afweging verder worden uitgewerkt.

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 33

5.2 Structuurschets

Figuur 17 structuurschets

5.3 Gebiedsgerichte visie per deelgebied

Zone voor kernversterking Deze zone sluit meer aan bij het centrum van de kern wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van meerdere functies (o.a. handel en horeca) en meergezinswoningen. Er is drukker verkeer en algemeen meer dynamiek. De visie is dat hier meer functies kunnen worden toegelaten, echter steeds complementair aan het wonen. Daarnaast wordt een ook een zekere verdichting vooropgesteld door een extra bouwlaag toe te laten.

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 34

Zone voor wonen Het gaat om woongebied dat gelegen is tegenover een ruim uitgebouwd openbaar domein en groene ruimte van de begraafplaats enerzijds en gelegen is tegenover bebouwd erfgoed. Hier gaat het om de buitenste schil van de kern met voornamelijk residentiële functie met beperkte mogelijkheden voor aan wonen verwante voorzieningen. Het aantal woonlagen wordt in de hele zone beperkt tot 2. I. . In het noordelijk deel wordt voornamelijk de bestaande toestand bevestigd; II. In het zuidelijke deel wordt het huidige profiel behouden om het erfgoed zoveel mogelijk in zijn waarde te laten. Op die plek kan wel dieper op het perceel worden gebouwd, gezien de ontsluiting aan de achterzijde en het zicht op de groene ruimte aldaar. Hier worden meergezinswoningen toegelaten.

Zone voor woonstraat Hier gaat het om drie zones waar het straatprofiel smaller is en/of de dynamiek eerder rustig is. Er is geen doorgaand verkeer, dit zijn echte woonstraten. Deze woonstraten zijn over het algemeen erg verdicht, maar er is geen ruimte voor een hogere dynamiek. A. De Ekkergatstraat. Hier kan de gesloten en geclusterde bebouwing met een beperkt profiel (2 bouwlagen + dak) behouden blijven; B. Appartementen met drie bouwlagen, ook deze typologie kan hier behouden blijven (Kerkstraat). C. Een zone binnen in het bouwblok. Hier zijn nog mogelijkheden voor verdere verdichting. Belangrijk aspect is hier de privacy van aangrenzende woningen, het profiel wordt dan ook beperkt tot één bouwlaag, cf. de bestaande woning in deze deelzone (Lochtveld).

Zone voor wonen met cultuurhistorisch karakter De tramwoningen zijn opgenomen als bebouwd erfgoed in de vastgestelde inventaris en dienen zoveel mogelijk in hun oorspronkelijke typologie behouden te worden. Beperkte uitbreidingen zijn mogelijk maar dan achteraan. Bijgebouwen zoveel mogelijk aansluitend achteraan bij de woningen met een beperkt profiel (plat dak).

Zone voor woonpark Het gaat om enerzijds het herenhuis met de parkachtige tuin en de kleine woningen ten noorden die vermoedelijk oorspronkelijk bij het domein hoorden, anderzijds wordt de zone doorgetrokken over de Kerkstraat. Hier wordt behoud van de waardevolle elementen vooropgesteld, verdichting is niet aan de orde. Een beperkte uitbreiding van de bestaande woningen blijft wel mogelijk. Voor het ruime herenhuis kunnen een aantal bijkomende functies (kantoor, B&B) zodat instandhouding gegarandeerd blijft.

Zone voor project Hier worden randvoorwaarden voor een sociaal huisvestingsproject uitgewerkt. Deze locatie is in zekere zin een scharnier tussen de zone voor wonen en de meer dynamische zone voor kernversterking. Er is dan ook een sterkere verdichting mogelijk en eventueel een beperkt aantal functies in samenhang met het wonen zoals een handelszaak of kantoortje. Het profiel blijft echter beperkt tot twee bouwlagen.

Zone voor openbaar domein en wegenis De verdere verdichting van de kern dient te gebeuren met voldoende aandacht voor het openbare domein, hier worden mogelijkheden vastgelegd voor een kwalitatieve inrichting. Naast de louter functionele verkeerscirculatie worden er ook mogelijkheden voorzien voor spel- en verblijfsruimte.

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 35

DEEL II - MILIEU EFFECTEN

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 36

6 Verzoek tot raadpleging

6.1 Kadering In het kader van de wettelijke verplichting1 voor het RUP ‘Den Baa’ te Rumst wordt een screening van mogelijk aanzienlijke effecten uitgevoerd. In het licht hiervan en overeenkomstig hoofdstuk II artikel 3 §1 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s, raadpleegt de initiatiefnemer (gemeente Rumst) op eigen initiatief en uiterlijk op het ogenblik dat hij de doelstellingen en de reikwijdte van het voorgenomen plan kan afbakenen, de volgende instanties:  1° de deputatie van de provincie, waarop het voorgenomen plan of programma milieueffecten kan hebben;  2° de betrokken instanties afhankelijk van de ligging en de mogelijk te verwachten aanzienlijke effecten van het voorgenomen plan of programma op in voorkomend geval de gezondheid en veiligheid van de mens, de ruimtelijke ordening, de biodiversiteit, de fauna en flora, de energie- en grondstoffenvoorraden, de bodem, het water, de atmosfeer, de klimatologische factoren, het geluid, het licht, de stoffelijke goederen, het cultureel erfgoed met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed, het landschap en de mobiliteit.

6.2 Beschrijving plan en afbakening plangebied

Initiatiefnemer Het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Rumst is initiatiefnemer van het ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Den Baa’, en bijgevolg ook van de screening van de plan-MER-plicht.

Planomschrijving Voor een situering van het plangebied wordt verwezen naar hoofdstuk 1.2. Een omschrijving van de doelstellingen en visie van het RUP wordt gegeven in hoofdstuk 5.

Planalternatieven Het RUP wordt ingegeven door de visie geformuleerd in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) Rumst. Het gaat om een stedenbouwkundig kader voor een bestaand woonweefsel, een alternatievenonderzoek werd niet gevoerd.

1 De Vlaamse Regering keurde op 12 oktober 2007 het besluit betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s goed. Dit besluit geeft uitvoering aan het decreet van 27 april 2007, het zogenaamde plan-MER-decreet, en trad in werking op 1 december 2007.

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 37

6.3 Bepalen van de plan-MER-plicht Met de goedkeuring van het besluit betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s door de Vlaamse Regering op 12 oktober 2007, moet de initiatiefnemer van een plan met – mogelijk – aanzienlijke milieueffecten, zoals bijvoorbeeld ruimtelijke uitvoeringsplannen, deze milieueffecten en eventuele alternatieven in kaart brengen. Stap 1: valt het plan onder de definitie van een plan of programma zoals gedefinieerd in het Decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid (DABM)? >> RUP’s vallen onder deze definitie; Stap 2: valt het plan onder het toepassingsgebied van het DABM? >> dit is het geval indien:  Het plan het kader vormt voor de toekenning van een vergunning (stedenbouwkundige, milieu-, natuur-, kap-,…) aan een project;  Het plan mogelijk betekenisvolle effecten heeft op speciale beschermingszones waardoor een passende beoordeling vereist is. Het RUP vormt het kader op basis waarvan de stedenbouwkundige vergunning toegekend wordt. Het RUP ‘Den Baa’ valt bijgevolg onder het toepassingsgebied van het DABM. Stap 3: valt het plan onder de plan-MER-plicht? >> Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen:  Plannen die “van rechtswege” plan-MER-plichtig zijn (geen voorafgaande “screening”); - Plannen die het kader vormen voor projecten uit bijlage I, II of III van het BVR van 10 december 2004 en wijziging van 1 maart 2013 én niet gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau noch een kleine wijziging inhouden én betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening (een RUP voldoet per definitie aan deze laatste voorwaarde); - Plannen waarvoor een passende beoordeling vereist is, uitgezonderd deze die het gebruik bepalen van een klein gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging inhouden.  Plannen die niet onder de vorige categorie vallen en waarvoor geval per geval moet geoordeeld worden of ze aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben >> “screeningplicht”  Plannen voor noodsituaties (niet plan-MER-plichtig, maar hier niet relevant). Het is niet uit te sluiten dat het RUP ‘Den Baa’ betrekking heeft op een project vermeld in Bijlage II en/of III van het BVR van 10/12/2004 en wijziging van 1 maart 2013. Het RUP vormt mogelijk het kader voor projecten onder één van de rubrieken van bijlage III van het project-m.e.r.-besluit van maart 2013, namelijk ‘10b “Stadsontwikkelingsprojecten, met inbegrip van de bouw van winkelcentra en parkeerterrein”. Er kan thans gemotiveerd worden dat het RUP het gebruik regelt op lokaal niveau (het gaat slechts om een klein gebied in de gemeente Rumst - 4,4%) en een kleine wijziging inhoudt, omdat ten opzichte van het gewestplan geen grote functiewijzigingen optreden; Voor niet van rechtswege plan-MER-plichtige RUP’s dient geval per geval een screeningsprocedure doorlopen te worden teneinde een conclusie te kunnen maken omtrent eventuele plan-MER-plicht.

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 38

7 Potentiële milieueffecten van het plan

7.1 Inleiding Het RUP ‘Den Baa’ biedt een stedenbouwkundig kader voor een bestaand woonweefsel met een aantal beschermingen, mogelijkheden tot verdichting en aan wonen verwante functies vanuit een visie waarvoor het Gemeentelijke Ruimtelijke Structuurplan Rumst richtinggevend is. Na inhoudelijke afwegingen werd er een grafisch plan en bijhorende voorschriften opgemaakt. Voorliggend verzoek tot raadpleging onderzoekt in welke mate de uitvoering van dit plan mogelijk significante milieueffecten met zich meebrengen.

7.2 Bodem en grondwater 7.2.1 Referentiesituatie

Bodemkaart

Figuur 7-1 Bodemkaart Het volledig plangebied heeft een ‘antropogene’ bodem, deze is in het verleden reeds grondig verstoord.

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 39

Bodemonderzoeken

Figuur 7-2 bodemonderzoeken In 2000 werd er een oriënterend bodemonderzoek verricht aan de tuinwijk, het gaat om een het magazijn van een bedrijf (Vliegramenexpert). Meer naar het oosten werd een bodemsanering afgerond, op die plaats staat nu een meergezinswoning.

Grondwaterkwetsbaarheid

Figuur 7-3 Grondwaterkwetsbaarheid Het plangebied is aangeduid als ‘weinig kwetsbaar’.

Grondwaterwinning Het plangebied is niet in een beschermingszone van een grondwaterwinning gebied gelegen.

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 40

7.2.2 Mogelijke effecten Door de mogelijkheden in het plangebied – verdere verdichting van het woonweefsel – maakt een verstoring van de bodem en het grondwater mogelijk.

Profielverstoring Het volledige plangebied heeft een reeds verstoorde bodem zonder profiel.

Bodemverdichting Bijkomende verdichting van de reeds verstorende bodem wordt niet verwacht.

Effecten op grondwater en bodemkwaliteit Door het insijpelen van polluenten kan er bodemverontreiniging ontstaan, de reeds uitgevoerde bodemonderzoeken kunnen wijzen op mogelijke calamiteiten in het verleden. De aan wonen verwante voorzieningen zijn niet van dien aard dat een significante bodemverontreiniging te verachten is. Bovendien wordt in de stedenbouwkundige voorschriften uitdrukkelijk verboden: “bedrijfsactiviteiten gericht op productie en stapelen van goederen of op de verkoop van brandstoffen, giftige en/of explosieve stoffen”. Indien aan de wetgeving ter zake wordt voldaan (VLAREM, mestdecreet, verordening hemelwater, etc.) zijn er geen problemen te verwachten.

7.2.3 Milderende maatregelen Bijkomende maatregelen naast deze die al in het RUP werden genomen, worden niet nodig geacht.

7.2.4 Conclusie Vanuit de discipline bodem en grondwater worden geen aanzienlijke effecten verwacht.

7.3 Oppervlaktewater 7.3.1 Referentiesituatie Dit werd reeds besproken bij de uitwerking RUP onder hoofdstuk 3.5, enkel de overige watertoetskaarten zijn hieronder opgenomen.

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 41

Watertoetskaarten: Erosiegevoeligheid

Figuur 7-4 Erosiegevoeligheid Een strook zuidelijk in het plangebied is erosiegevoelig, dit is echter bestaande (verharde) wegenis en tuinruimte. Grondwaterstromingsgevoeligheid

Figuur 7-5 grondwaterstromingsgevoeligheid

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 42

Het plangebied is voor het overgrote deel ‘matig gevoelig voor grondwaterstroming’ (type 2). Meer naar de Nete-arm toe is het gebied ‘zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1). Infiltratiegevoeligheid

Figuur 7-6 infiltratiegevoeligheid Het plangebied is grotendeels infiltratiegevoelig, het gebied meer naar de Nete-arm toe is niet infiltratiegevoelig.

7.3.2 Mogelijke effecten De watertoetskaarten tonen een vrij gunstig beeld van de waterhuishouding voor het plangebied, enkel de quotatie ‘zeer gevoelig voor grondwaterstroming’ is een aandachtspunt indien grote ondergrondse constructies worden opgericht. Dit is echter niet te verwachten gezien het eerder beperkte profiel van de woningen die kunnen worden gerealiseerd. Aangezien in de voorschriften bepalingen werden opgenomen m.b.t. het gebruik van waterdoorlatende materialen en mits er wordt gehouden aan de geldende regelgeving m.b.t. infiltratievoorzieningen etc., kan worden aangenomen dat de toename aan bebouwde oppervlakte geen significante wijziging in de waterhuishouding zal veroorzaken. Ook is er voldoende tuinruimte om het hemelwater op te vangen, te hergebruiken, infiltreren of bufferen indien nodig. In de stedenbouwkundige voorschriften wordt ervan uitgegaan dat elke stedenbouwkundige vergunning dient te voldoen aan de randvoorwaarden zoals opgenomen in de gewestelijke verordening van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor hemelwaterputten, infiltratie- en buffervoorzieningen.

7.3.3 Milderende maatregelen Bijkomende maatregelen naast deze die al in het RUP werden genomen, worden niet nodig geacht.

7.3.4 Conclusie Vanuit de discipline oppervlaktewater worden geen aanzienlijke effecten verwacht.

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 43

7.4 Fauna en Flora 7.4.1 Referentiesituatie Deze discipline werd deels beschreven onder hoofdstuk 3.3

Biologische waarderingskaart Het volledige plangebied is biologisch minder waardevol.

VEN Het plangebied grenst in het zuiden aan een Grote Eenheid Natuur “De Samenvloeiing Rupel-Dijle- Nete”

Natura 2000 Het plangebied is niet in de omgeving van een SBZ gelegen.

7.4.2 Mogelijke effecten De natuurwaarden in het plangebied zijn beperkt. In het RUP worden een ruime parktuin bestendigd is groene ruimte, deze vormt een groene stapsteen in de bebouwde omgeving. Het effect wordt positief beoordeeld. Het VEN gebied is buiten het plangebied gelegen en niet toegankelijk. Om de eventuele impact op het VEN-gebied te kunnen inschatten wordt een verscherpte natuurtoets opgemaakt. 7.4.3 Verscherpte natuurtoets Het plangebied grenst in het zuiden aan een Grote Eenheid Natuur “De Samenvloeiing Rupel-Dijle- Nete” In het Natuurdecreet verwijzen artikels 25 en 26bis naar een aantal voorschriften en geboden in VEN- gebied. De procedure voor VEN-afweging (de zgn. Natuurtoets) wordt hierna schematisch weergegeven. In onderstaande uiteenzetting is volgens deze momenteel gangbare afwegingsprocedure geoordeeld of er onvermijdelijke / onherstelbare schade optreedt aan dit VEN-gebied ten gevolge van de geplande voorgenomen activiteit. Sinds 1 september 2009 is het Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot soortenbescherming en soortenbeheer (het Soortenbesluit) van kracht. Bijlage 1 van dit Soortenbesluit vermeldt de soorten waarop de beschermingsbepalingen van het besluit van toepassing zijn en de categorisering van de soorten.

Is er verandering? Neen, tenzij heel beperkt. Grenzend aan het VEN-gebied komt er verdichting onder de vorm van een sociaal woningproject (zone voor project) en het bestaande woonweefsel kan beperkt nog verder verdichten, het aantal bouwlagen blijft echter beperkt tot 2. De 2 grote tuinen in het oosten van het plangebied grenzend aan het VEN-gebied worden bestendigd samen met de parktuin ten noorden van de Kerkstraat. Het is de bedoeling dat dit deel van het plangebied zijn groene invulling behoudt, dit heeft eerder een positieve invloed. De achterzijde van de woningen grenzend aan het VEN-gebied wordt deels ontsloten met een verharde weg, hier zijn een aantal garages gerealiseerd. Het RUP bestendigd deze ontsluiting en voorziet een bijkomende trage wegen ontsluiting meer naar het westen. Het VEN-gebied zelf wordt niet ontsloten. Bijkomende mobiliteit zal erg beperkt.

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 44

Is de verandering nadelig? Geluidsverstoring omwille van mobiliteit ter hoogte van het plangebied kan nadelig zijn voor fauna, zeker wat betreft avifauna tijdens het broedseizoen. Gezien het hier gaat om een erg beperkte toename van de huidige mobiliteit, is de impact zeer beperkt of onbestaande. Lichtverstoring kan nadelig zijn voor de voorkomende jagende vleermuissoorten. Een algemeen voorschrift in het RUP verplicht de bouwheer expliciet om strooilicht te vermijden.

Is deze schade vermijdbaar en/of herstelbaar (bv. qua uitvoering, locatie)? Gezien de schade door uitvoering RUP zeer beperkt of onbestaande wordt beoordeeld, worden geen alternatieven of herstelmaatregelen onderzocht.

Zijn schadebeperkende maatregelen noodzakelijk? Gezien de schade door uitvoering RUP zeer beperkt of onbestaande wordt beoordeeld, worden geen alternatieven of herstelmaatregelen nodig geacht.

Besluitend kunnen we zeggen dat ten aanzien van de verscherpte natuurtoets er, wanneer de maatregelen zoals voorzien in het RUP bij realisatie van de uitbreiding, gevolgd worden, er geen bijkomende maatregelen nodig zijn.

7.4.4 Milderende maatregelen Bijkomende maatregelen naast deze die al in het RUP werden genomen, worden niet nodig geacht.

7.4.5 Conclusie Vanuit de discipline fauna en flora zijn geen aanzienlijke negatieve milieueffecten te verwachten.

7.5 Landschap, Bouwkundig erfgoed en Archeologie 7.5.1 Referentiesituatie Deze discipline werd reeds grotendeels beschreven onder hoofdstuk 3.2

Landschapsatlas Het plangebied is deels in de relictzone “Zennevallei met haar beemden ten noorden van het Brussels Gewest” gelegen, de herenwoning met parkachtige tuin is mee opgenomen in de relictzone. Ten zuiden is er het erfgoedlandschap “Zennegat – Battenbroek” gelegen (21-01-2011). De Nete is opgenomen als lijnelement.

Beschermingen (landschap, dorpsgezicht, stadsgezicht en monumenten) / Bouwkundig erfgoed: Binnen het plangebied komen geen beschermingen voor. Ten zuiden ligt het beschermde landschap “Zennegat-Battenbroek - 5de fase” (18-10-1993) In de vastgestelde inventaris onroerend erfgoed zijn een aantal eengezinswoningen langsheen de Kerkstraat en Ekkergatstraat opgenomen. “Het gaat om een reeks van vijf seriewoningen circa 1920 gebouwd door de trammaatschappij ten behoeve van de pendelaars. Gekoppelde eengezinswoningen met kleine tuin; kleurig baksteenmetselwerk met ronde of segmentboogvensters onder groot zadeldak (nok loodrecht op de straat).”

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 45

Archeologie inventaris van vastgestelde archeologische zones. In de inventaris van archeologische zones worden zones opgenomen waarvan we op basis van waarnemingen en wetenschappelijke argumenten kunnen aannemen dat ze hoogstwaarschijnlijk archeologische waarde hebben. De inventaris is dus gebaseerd op huidige kennis en inzichten. De archeologische zones vertegenwoordigen slechts een gekend deel van het archeologisch bodemarchief. Ze geven zeker geen volledig overzicht van ‘hét archeologisch erfgoed’ in Vlaanderen.

Figuur 7 inventaris archeologische zones (OE, toestand maart ’17) Ten zuiden van het plangebied (1800m) is een archeologische zone te vinden, het gaat om ‘Zennegat’: “De archeologische zone Zennegat omvat een prehistorische vindplaats, aan de rand van een vroegere meander van de Zenne/Dijle. De artefacten (voornamelijk vuursteen en aardewerk) duiden op een aanwezigheid vanaf het vroeg-/middenmesolithicum, met een zwaartepunt van de bewoning in het laatneolithicum tot de vroege bronstijd (circa 2500 tot circa 1800 voor Christus).” Gebieden waar geen archeologisch erfgoed te verwachten valt De gebieden worden afgebakend op basis van waarnemingen of feiten waaruit kan besloten worden dat er voor dat gebied geen archeologie te verwachten valt. De kaart wordt vanaf 1 januari 2017 via een versnelde vaststellingsprocedure tweemaandelijks vastgesteld door het agentschap.

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 46

Figuur 8 gebieden waar geen archeologie te verwachten valt (OE, toestand maart ’17) Het plangebied is niet gelegen in een zone waar geen archeologie te verwachten valt.

7.5.2 Mogelijke effecten Landschap In het plangebied en de ruimere omgeving zijn er belangrijke landschapswaarden. Deze situeren zich voornamelijk ten zuiden van het plangebied, in de omgeving van de Nete-arm. Op verschillende plaatsen zijn er in het plangebied doorzichten naar dit groene gebied, het is echter niet toegankelijk. De ontsluitingsweg (zuidelijke Kerkstraat) wordt bestendigd in het RUP, bijkomend wordt een trage wegverbinding ingetekend waar nu tuinzones rechtstreeks aan het groengebied grenzen, en er dus geen doorgang is. Dit wordt positief beoordeeld. Bijkomend wordt een ruime parktuin in het plangebied bestendigd die fungeert als een groene long voor het woongebied en een zekere beeldkwaliteit heeft, ook al is deze niet toegankelijk. Dit wordt eveneens positief beoordeeld. Erfgoed De tramwoningen die in de vastgestelde inventaris zijn opgenomen, worden in het RUP beschermd. Herbouw is enkel mogelijk bij heirkracht, uitbreidingen kunnen enkel beperkt aan de achterzijde, bij werken of nieuwe functies dient er steeds rekening te worden gehouden met erfgoedwaarden. Dit wordt positief beoordeeld. Archeologie Het RUP vormt een kader voor beperkte verdichting van een woongebied en dus voor projecten waar vergravingen van de bodem kunnen voorkomen. Het risico bestaat dus steeds dat archeologisch erfgoed in de bodem verstoord wordt, hoewel kan gesteld worden dat de bodem in de meeste gevallen reeds sterk is aangetast door werken in het verleden. De aanwezigheid van dergelijk erfgoed kan niet met zekerheid vastgesteld of ingeschat worden, in principe dient hier steeds een vooronderzoek (boringen of proefsleuven) uitsluitsel over te geven. Er zijn niet onmiddellijk aanwijzigingen dat er archaeologica in de omgeving aanwezig zijn. Sinds 01/06/2016 is het onderdeel archeologie van het onroerend erfgoeddecreet van kracht. Vanaf dan kan het zijn dat bij een verkavelingsvergunning of stedenbouwkundige vergunning verplicht een

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 47

bekrachtigde archeologienota moet zitten. De vrijstelling van een archeologisch vooronderzoek bij aanvraag van een verkavelingsvergunning of stedenbouwkundige vergunning is afhankelijk van een aantal criteria en drempels en dient op projectniveau onderzocht te worden. Gezien er voldoende juridische maatregelen zijn ten aanzien van archeologie worden er geen aanzienlijke effecten verwacht.

7.5.3 Milderende maatregelen Bijkomende maatregelen naast deze die al in het RUP werden genomen, worden niet nodig geacht. 7.5.4 Conclusie Vanuit de discipline landschap, erfgoed en archeologie worden geen aanzienlijke effecten verwacht.

7.6 Mens 7.6.1 Referentiesituatie Voor een ruimtelijke analyse en doelstellingen van het plan wordt verwezen naar de hoofdstukken 4 en 5. 7.6.2 Mogelijke effecten

Sociaalorganisatorische aspecten In principe wijzigen de functies in het plangebied niet. Het bestaande woonweefsel krijgt een meer gedetailleerd juridisch kader waarbinnen er mogelijkheden zijn voor verdichting onder de vorm van meergezinswoningen en aan woningen verwante functies. Op andere plekken wordt de open ruimte of erfgoed net beschermd tegen verdichting. Het plan beoogt een goede ruimtelijke ordening voor het gebied met een aantal restricties inzake bebouwing en functies. Er wordt aandacht besteed aan voldoende groen, een kwalitatief openbaar domein en de doorwaadbaarheid van de plek. In die zin is er een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit te verwachten. In het plan zijn reeds een aantal voorzieningen op het niveau van de kern aanwezig. Na afweging wordt het verder uitbouwen van het voorzieningenapparaat op specifieke plaatsen verder mogelijk gemaakt.

Mobiliteit Dichter naar het centrum van de kern zijn er meer aan wonen verwante functies mogelijk (zone voor kernversterking), deze zullen op termijn mogelijk meer verkeer genereren – hoewel deze op het niveau van de kern bedoeld zijn en in principe op wandelafstand gelegen zijn. Hier zijn tevens meergezinswoningen mogelijk. Gezien het woongebied volledig ingevuld is en er maar zeer beperkt kan worden verdicht (bij herbouw dan), is een kwantitatieve berekening van bijkomende mobiliteit niet mogelijk. Het RUP beoogt een kwalitatieve ordening van een bestaand woongebied en voorziet geen nieuwe ontwikkelingen op korte termijn. In de meer dense woonstraten zoals de Ekkergaststraat wordt het parkeren meer afgewenteld op het openbare domein, deze straten zijn echter volledig gerealiseerd zodat er geen bijkomende drukte te verwachten is.

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 48

Hinder, gezondheid en Veiligheid De activiteiten die in het RUP mogelijk worden gemaakt – beperkte verdichting en aan wonen verwante functies – geven geen directe aanleiding tot problemen met gezondheid of veiligheid. De mogelijke toename van mobiliteit zal mogelijk bijkomende hinder veroorzaken voor het omliggende woonweefsel, doch deze wordt niet significant geacht. Er worden via het RUP geen activiteiten mogelijk gemaakt die significante luchtverontreiniging kunnen veroorzaken. De verkeersgeneratie is niet van dien aard dat er een overschrijding zou zijn van de geldende normen (NOX, fijn stof, SO2,…). Er geen Seveso bedrijven binnen een 2km perimeter gelegen. Gezien in het RUP een bestaand bedrijf beperkt kan uitbreiden en er binnen het RUP Seveso wordt uitgesloten, wordt er geen significante impact op de veiligheidsbeoordeling verwacht.

7.6.3 Milderende maatregelen Gezien de impact niet significant wordt beoordeeld, worden er geen milderende maatregelen voorgesteld. 7.6.4 Conclusie Er worden geen aanzienlijk negatieve effecten verwacht voor de discipline mens.

7.7 Leemten in de kennis Er zijn niet onmiddellijk leemten vastgesteld die ervoor zorgen dat een effect niet kan worden beoordeeld.

7.8 Grensoverschrijdende effecten Gelet op de ligging van het plangebied (>5km ten aanzien van land/gewestgrens) en de beperkingen opgelegd door de stedenbouwkundige voorschriften voor de verschillende bestemmingszones, wordt geconcludeerd dat er geen gewest- of landgrensoverschrijdende effecten zullen voorkomen n.a.v. het RUP “Den Baa”.

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 49

8 Conclusie van het verzoek tot raadpleging

Op basis van de op dit moment beschikbare informatie kan worden besloten dat voor het RUP “Den Baa” te Rumst, er geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten zijn. Het RUP “Den Baa”, dat voorwerp vormt van dit onderzoek tot milieueffectenrapportage, valt volgens voorgaand effectenonderzoek bijgevolg niet onder de plan-MER-plicht zoals voorzien in het plan-MER- decreet van 27/04/2007.

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 50

BIJLAGEN

Bijlage 1 grafisch plan en stedenbouwkundige voorschriften

Bijlage 2 rappelmail

Bijlage 3 lijst instanties, adviezen en adviezenmatrix

4211603019_verzoek_tot_raadpleging.docx juni ’17 RUP ‘Den Baa’ te Rumst 51 Legende contour dimensionering (m) gebouwen_grb_2017 percelen_grb_2017 bestemming lijn - indicatieve aanduiding Art. 8: trage wegen verbinding bestemming overdruk recht van voorkoop bestemming grondvlak Art. 1: zone voor kernversterking Art. 2: zone voor wonen Art. 3: zone voor woonstraat # # #Art. 4: zone voor wonen met cultuurhistorisch karakter # # #Art. 5: zone voor woonpark Art. 6: zone voor project Art. 7: zone voor openbaar domein en wegenis K

r u

i s

l e

i

t

a

a

r

t

s

g

a

a

h

l

e o D Art.2-A

at Art.5-A ra st of kh er K # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # Art. 7 t straa # # # # # # # # # # # # # # # # # # Kerk # # # # # # # # # A#rt.# 4 # # # # # # # Art.3-A Art.5-B Ekkersgatstraat # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # Art.3-A # # # # # # # # # # # # # # # # # # RUP Den Baa # # # # # # # # # # # # # # # A#rt#.2-B# # # # # # # # # # # # # # # # # # # Rumst # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # Art. 6 # # # # # # # # #12 # # # # # # # # # Art. 1 # # # # # # # # # # # # # # # # # # Art. 6 Grafisch plan - voorontwerp t a a tr Tuinwijk s rk e K

Art.3-A Art.3-A Art. 1 Antea Group Roderveldlaan 1 2600 Antwerpen d l e Tel.: +32 (0)3 221 55 00 Art.3-C v t h [email protected] c o L

Art.3-C Art.3-B t a a r t s g a a lh e o Kenmerk: 4211605002_gp D Art.3-B Datum: 21/04/2017 3 Plannr.: 3/3 Formaat: A1 Schaal: 1:1.000

Ruimtelijk planner, Koen Janssens °

0 25 50 100 m

RUP “Den Baa” Gemeente Rumst April 2017 - Voorontwerp Stedenbouwkundige Voorschriften

COLOFON

Opdracht:

RUP ‘Den Baa’

Opdrachtgever:

Gemeente Rumst Koningin Astridplein 12 2840 Rumst

Antea Belgium nv Roderveldlaan 1 2600 Berchem (Antwerpen) Tel 03/221 55 00 Fax 03/221 55 01 www.anteagroup.be kwaliteitslabel ISO 9001:2000

Identificatienummer:

4211603014.docx/wim

Datum: status / revisie: Feb 2017 concept April 2017 voorontwerp

Vrijgave:

Koen Janssens, Projectleider

Projectmedewerkers:

Koen Janssens, Expert ruimtelijk planner Wouter Impens, ruimtelijk planner

Antea Group 2017 Zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever mag geen enkel onderdeel of uittreksel uit deze tekst worden weergegeven of in een elektronische databank worden gevoegd, noch gefotokopieerd of op een andere manier vermenigvuldigd.

Inhoud

Inhoud 3 Artikel 0 Algemene bepalingen 4 Artikel 1 Zone voor kernversterking 10 Artikel 2 Zone voor wonen 15 Artikel 3 Zone voor woonstraat 21 Artikel 4 Zone voor wonen met cultuurhistorisch karakter 26 Artikel 5 Zone voor woonpark 29 Artikel 6 Zone voor project 34 Artikel 7 Zone voor openbaar domein en wegenis 37 Artikel 8 Trage wegen verbinding 38

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 3 van 38

RUP ‘Den Baa’ - Rumst april ’17

Artikel 0 Algemene bepalingen

Toelichtend gedeelte Verordenend gedeelte

0.1 Voorschriften

Het ruimtelijk uitvoeringsplan legt de bestemming, inrichting en/of beheer vast van het gebied waarop het plan van toepassing is. De stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en/of het beheer en het grafische plan zijn gelijkwaardig en hebben dezelfde verordenende kracht. 0.2 Schaal en maatvoering De schaal en de daaruit afgeleide maten van het plan zijn indicatief. Het grafisch plan is opgemaakt op basis van GRB ondergrond. De werkelijke afmetingen zullen, daar waar noodzakelijk, door een opmeting ter plaatse worden vastgesteld. De op het plan expliciet weergegeven maten zijn bindend. 0.3 Bestaande gebouwen en constructies

Aan de bestaande hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte en niet-verkrotte gebouwen, die al of niet voldoen aan de stedenbouwkundige voorschriften van dit ruimtelijk uitvoeringsplan, kunnen onderhouds-, instandhoudings- en verbouwingswerken uitgevoerd worden binnen het bestaande vergunde volume. Uitbreiding van het bestaande vergunde volume is toegelaten voor zover de nieuwe volumes beantwoorden aan de inrichtings- en beheervoorschriften van dit ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bij herbouw van het gebouw moet de nieuwe bebouwing beantwoorden aan de inrichtingsvoorschriften voorschriften van dit ruimtelijk uitvoeringsplan. De bestaande hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte functies kunnen behouden blijven. Nieuwe functies moeten beantwoorden aan de stedenbouwkundige voorschriften van dit ruimtelijk uitvoeringsplan.

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 4 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

0.4 Nieuwe gebouwen en constructies

Alle constructies en gebouwen op te richten langsheen het openbaar domein, kunnen slechts gerealiseerd worden indien dit een voldoende uitgeruste weg is. 0.5 Gebouwen en constructies voor openbaar nut

Binnen het gehele plangebied is de aanleg van ondergrondse nutsleidingen zoals elektriciteit, gas, water, multimedia en riolering toegestaan. Kleinschalige gebouwen en/of constructies dienstig voor gemeenschapsvoorzieningen of openbaar nut, kunnen in elke bestemmingszone worden toegelaten ongeacht de voorschriften van de betreffende zone, mits de kleinschaligheid hiervan gewaarborgd is en mits ze in hun exploitatie en/of gebruik geen fundamentele afbreuk doen aan de kwaliteit van de omgeving en aan de voorschriften van het betrokken gebied.

0.6 Aandacht voor beeldkwaliteit en integratie in de omgeving De vergunningverlenende overheid bepaalt bij elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning of voldaan wordt aan de vereiste beeldkwaliteit en de integratie in de

omgeving. Beide aspecten worden getoetst en gemotiveerd in het dossier. De toetsing van de beeldkwaliteit gebeurt op het vlak van de vorm, kleur, materiaalgebruik en integratie van het ontwerp in de bestaande omgeving. Doel is

het uitwerken van een samenhangend geheel dat de kwaliteit en de identiteit van de gevels ten aanzien van het omliggende (bebouwd) landschap en het publieke domein versterkt.

0.7 Duurzaam (ver)bouwen Alle verbouwingen, nieuwe gebouwen, constructies en infrastructuur dienen op een duurzame wijze te worden opgericht. De vergunningverlenende overheid bepaalt bij elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning of hieraan wordt voldaan. Bij de beoordeling hiervan worden daarbij minstens de volgende criteria afgewogen:

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 5 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

Zuinig ruimtegebruik: - Het bouwen van nieuwe gebouwen op een compacte manier. - Het vermijden van onbenutte restruimten.

- Het verweven van meerdere functies binnen eenzelfde ruimte.

Waterhuishouding:

- Het gebruik van (semi-)waterdoorlatende verhardingen bij het aanleggen van buiteninfrastructuur. Elementverharding dient te worden uitgevoerd met een ruime voeg en uitsparingen in de elementen, zodat het water maximaal kan

infiltreren. Bepaalde delen kunnen volledig aangelegd worden in niet- waterdoorlatende verhardingen in functie van vigerende sectorale wetgeving, veiligheidsvoorschriften, een ongeschikte bodemgesteldheid, milieutechnische

redenen of normen voor de toegankelijkheid voor andersvaliden. - Niet-functionele verharde oppervlakten moeten vermeden worden. Reliëf: - Bij wijzigingen of nieuwe realisaties op het terrein dient maximaal uitgegaan van het behoud van het bestaande reliëf, waarbij rekening wordt gehouden

met de overgang naar de aanpalende percelen. - Eventuele reliëfwijzigingen mogen de natuurlijke waterhuishouding van het (ruimere) gebied niet verstoren.

Opwekken van hernieuwbare energie

- Constructies voor het opwekken van hernieuwbare energie dienen te worden

geïntegreerd in de gebouwen.

0.8 Verlichting De verlichting van de gebouwen en terreinen dient te gebeuren in functie van veiligheid en toegankelijkheid. Bij de plaatsing van de verlichting en de keuze van het type verlichting dient rekening gehouden te worden met het beperken van de lichthinder voor de omgeving. De verlichting wordt bij voorkeur neerwaarts gericht, strooilicht dient te worden vermeden.

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 6 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

0.9 Begripsomschrijving

Ten behoeve van de leesbaarheid van de voorschriften is volgende verklarende begrippenlijst opgenomen: Bebouwingspercentage: (terreinbezetting) de verhouding van het grondoppervlak van één of meer bouwwerken op één zone ten aanzien van de oppervlakte van de zone.

Bestaande activiteiten: de vergunde, hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte bedrijfsactiviteiten op het moment van goedkeuring van voorliggend RUP. Bestemming: een doeleinde van ruimtegebruik gedetailleerd tot op het niveau van een zone, met behulp van voor het ruimtegebruik bindende voorschriften. Bijgebouw: het bouwwerk of gebouw dat aansluit bij het hoofdgebouw of er los van staat, in gebruik voor de berging van goederen, gebruiksmiddelen, voertuigen, enz., die inherent verbonden zijn aan de bestemming voorzien in de bestemmingszone. Het bijgebouw kan niet los van het hoofdgebouw bestaan. Bouwdiepte: de diepte in meter tussen de uiterste voorgevel, samenvallend of evenwijdig met de bouwlijn en de uiterste achtergevel, aan de buitenkant gemeten inclusief balkons en/of terrassen. Bouwhoogte: de totale hoogte van een bouwwerk inclusief bovenzijde nok. Bouwlaag: een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke hoogte of bij benadering op gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, met uitsluiting van onderbouw en zolder (ook al is deze bewoonbaar).

Elementverharding: een verharding van het grondoppervlak door het gebruik van natuurstenen, betonstenen, klinkers, grasraattegels of andere vaste elementen in verband gelegd met een open voeg; Gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijke met wanden omsloten ruimte vormt.

Hoofdgebouw: het gebouw dat door zijn constructie, afmetingen of gebruik als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken, met inbegrip van de verdiepingen.

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 7 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

Kavel: een kadastraal bekend aaneengesloten stuk grond toebehorend aan één eigenaar of een groep eigenaars dat samen met de gebouwen een ononderbroken

ruimtelijk geheel vormen.

Kleine landschapselementen (KLE): alle individuele biotische onderdelen met een beperkte oppervlakte of een klein volume, die het landschap mee opbouwen en er een inhoud en identiteit aan geven.

Kroonlijst: de snijlijn tussen een rechtopstaande gevel en een hellend dakvlak.

Kroonlijsthoogte: hoogte van een bouwwerk gemeten vanaf het maaiveld tot de bovenkant van de kroonlijst of de dakrand bij een plat dak. Losse verharding: een verharding van het grondoppervlak door het gebruik van niet gebonden granulaten zoals dolomiet, boskiezel of steenslag. Nevenbestemming: een bestemming die slechts in ondergeschikte mate toelaatbaar is naast de eerstgenoemde bestemming en daardoor steeds minder dan de helft van de hoofdbestemming bedraagt. Nok: het hoogste gedeelte van een hellend dak van een gebouw. Openbaar nut: een functie die het algemeen nut dient. Op dezelfde plaats: de nieuwe woning moet opgericht worden op minstens drie kwart van de oppervlakte van de bestaande woning, met inbegrip van de woningbijgebouwen die er fysisch één geheel mee vormen. Publiciteitsinrichting: Publiciteitsinrichtingen maken reclame voor een niet ter plaatse gevestigde firma of activiteit. Bijvoorbeeld de naam van een biermerk op een café. Rooilijn: de grens tussen het openbaar domein en de aanpalende eigendommen. Uithangbord: Uithangborden maken bekend welke activiteit ter plaatse wordt uitgeoefend. Bijvoorbeeld de naam van een automerk op de gevel van de garage. Verbouwen: aanpassingswerken doorvoeren binnen het bestaande bouwvolume van een constructie waarvan de buitenmuren voor tenminste zestig procent behouden worden.

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 8 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

Vergunde constructie: een constructie waarvan de kenmerken en functies overeenstemmen met de stedenbouwkundige vergunning(en) en andere bouwvergunning(en) die ervoor zijn afgeleverd. Verhardingen: Alle bodembedekkingsmaterialen en –behandelingswijzen die het grondoppervlak hard en minder waterdoorlatend maken. Verhardingspercentage: verhouding van alle verharde oppervlaktes samen ten aanzien van het terrein Verkrot: woningen, gebouwen of constructies worden beschouwd als verkrot als ze niet voldoen aan de elementaire eisen van stabiliteit op het moment van de eerste vergunningsaanvraag tot ver- of herbouwen. Vloeroppervlakte: de som van de vloeroppervlakken of de denkbeeldige oppervlakte indien er geen vloerplaat aanwezig is, op alle bouwlagen in een gebouw – gemeten tussen de buitenzijde van de gevels – boven het maaiveld vanaf een vrije hoogte van 1.50m, terrassen niet inbegrepen. Woongelegenheid: een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden. Zichtgevel: van op het openbaar domein of van in de tuinzone waarneembare gevel die afgewerkt dient te worden met duurzame gevelmaterialen zoals baksteen, … Zone: het op het plan omlijnd en met een kleur of grafisch teken aangeduid gebiedsdeel dat voor een bepaald, door de voorschriften vastgesteld, gebruik bestemd is.

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 9 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

Artikel 1 Zone voor kernversterking

Toelichtend gedeelte Verordenend gedeelte

Categorie van gebiedsaanduiding: wonen

Bestemmingsvoorschriften

De zone is bestemd voor wonen en aan wonen verwante voorzieningen in gesloten en halfopen bebouwing. Onder aan het wonen verwante voorzieningen wordt verstaan: detailhandel, horeca, kleine bedrijven, openbare/private nutsvoorzieningen en diensten, sociaal-culturele inrichtingen en recreatieve voorzieningen; deze worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. Horecazaken worden beperkt tot een oppervlakte van 250m². Deze voorzieningen kunnen niet bestaan zonder de aanwezigheid van een woonfunctie in het pand.

Zijn absoluut verboden: bedrijfsactiviteiten gericht op productie en stapelen van goederen of op de verkoop van brandstoffen, giftige en/of explosieve stoffen. Het oprichten van zowel eengezinswoningen als meergezinswoningen is toegestaan. Bijgebouwen worden toegestaan in de zone, deze kunnen niet zonder de aanwezigheid van het hoofdgebouw bestaan. Inrichtingsvoorschriften

Op de verdiepingen dient er maximaal de continuïteit van de huisvesting verzekerd te worden. Ingeval één of meerdere bovenverdiepingen bestemd worden voor huisvesting dient de toegang hiertoe verzekerd te worden via een afzonderlijke, van de straat te bereiken ingang.

De inrichting van een handels- of horecazaak kan enkel geschieden op het gelijkvloers. Nieuwe constructies en gebouwen kunnen opgetrokken worden conform de inrichtingsvoorschriften. Bij verbouwen of uitbreiden van bestaande gebouwen is het

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 10 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

uitwerken van één architecturaal geheel, zowel wat betreft volume, stijl als bouwmaterialen noodzakelijk.

Hoofdgebouwen Plaatsing hoofdgebouwen De voorgevelbouwlijn van nieuw op te richten gebouwen dient de voorgevelbouwlijn van gebouwen op de aanpalende percelen te volgen. Indien geen voorgevelbouwlijn

van gebouwen op de aanpalende percelen aanwezig is, dient de voorgevelbouwlijn van de nieuw op te richten gebouwen op de grens van het openbaar domein, desgevallend de rooilijn te staan of op maximum 5m uit de rooilijn. Voorgevels worden verplicht georiënteerd naar het voorliggend openbaar domein. Er dient bij halfopen bebouwing één bouwvrije zijtuinstrook van minimaal 3m te worden voorzien. Bij open bebouwing dienen twee bouwvrije zijtuinstroken van minimaal 3m te worden voorzien. Afmetingen Binnen de zone zijn bij nieuwbouw en uitbreiding maximaal drie bouwlagen toegelaten. Het aantal volledige woonlagen wordt beperkt tot drie, een gedeeltelijke woonlaag kan eventueel onder het dakvolume worden ingericht.

Inzake het volume worden volgende afmetingen vooropgesteld:

 Voor nieuwe gebouwen geldt: een bouwdiepte van minimum 9,00 m en maximum 17,00 m bedraagt op het niveau van het maaiveld; minimum 9m en maximum13 m voor de tweede bouwlaag; 9,00 m voor de derde bouwlaag.  De kroonlijsthoogte bedraagt maximum 9,60m; de nokhoogte bedraagt maximum 14,00m

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 11 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

35° - 55°

3m

9,6m 3m

3,6m

Minimum profiel 9m 4m 4m Maximum profiel 17m

Voor meergezinswoningen kunnen bijkomend volgende afmetingen:  Voor nieuwe gebouwen geldt: een bouwdiepte van minimum 9,00 m en maximum 15,00 m bedraagt op het niveau van het maaiveld en de tweede bouwlaag; 9,00 m voor de derde bouwlaag.

 De kroonlijsthoogte bedraagt maximum 9,60m; de nokhoogte bedraagt maximum 14,00m

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 12 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

35° - 55°

3m

9,6m 3m

3,6m

Minimum profiel 9m 6m Maximum profiel 15m

Dakvorm De dakvorm is een zadeldak, boogvormig dak of plat dak, een schilddak is enkel toegestaan op kop- en hoekgebouwen. De dakvorm, kroonlijst en de materialen van de zichtbare gevels moeten evenwel harmonieus aansluiten op voorkomende aanpalende gebouwen. Er dient een kwalitatieve en esthetisch verantwoorde aansluiting te gebeuren.

Een zadeldak heeft een dakhelling tussen 35° en 55° en bedekt 9,00 m van het gebouw vanaf de voorgevel. De nok van het dak is parallel met de voorgevel georiënteerd. Een dakterras bovenop de eerste bouwlaag is toegestaan. Een dakterras bovenop de tweede en derde bouwlaag is enkel toegestaan als het inpandig wordt gerealiseerd.

Dakuitbouwen kunnen zodanig worden gerealiseerd dat:

- de totale breedte maximaal 1/3 van de kroonlijstlengte bedraagt; - de maximale hoogte van ½ van de dakhoogte bedraagt.

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 13 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

Materialen Voor alle buitengevels en de bedekking van schuine daken wordt gebruik gemaakt van duurzame en esthetische materialen. Alle vrije gevels dienen beschouwd en

afgewerkt te worden als zichtgevels.

Bijgebouwen

De gebouwen dienen zo veel mogelijk te worden geplaatst in aansluiting met het

hoofdgebouw. Alle bijgebouwen bestaan uit maximum 1 bouwlaag met een kroonlijsthoogte tot 3m en een nokhoogte tot 4m50. De gezamenlijke bebouwde oppervlakte van de bijgebouwen bedraagt maximaal 75 m². Aanleg van het terrein Het niet bebouwde deel van de zone dient als tuin, parking of binnenplaats te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. Afsluitingen Houten afsluitingen en muurconstructies in gevelsteen met een maximale hoogte van 2,00 m worden toegelaten op de perceelgrens achter de woning. Betonnen afsluitingen worden niet toegestaan. Overige afsluitingen zijn maximaal 2,00 m hoog en worden en bestaan uit streekeigen en inheemse levende hagen. Dit eventueel in combinatie met hekwerk of een draadafsluiting van geplastificeerde draad met een maximum hoogte van 2,00 m.

Recht van voorkoop (overdruk) Op de percelen in het gebied aangeduid met de overdruk ‘recht van voorkoop’ is een Nog onduidelijk of het recht van voorkoop kan worden ingesteld voor recht van voorkoop als bedoeld in hoofdstuk IV, afdeling 1 van de Vlaamse Codex een sociale huisvestingsmaatschappij. Deze moet een vennootschap Ruimtelijke Ordening van toepassing. Voorkooprecht wordt gegeven aan de zijn, ‘erkend’ door het bestuur cf. de Codex gemeente Rumst, het autonoom gemeentebedrijf en aan de sociale huisvestingsmaatschappij ‘Goed wonen Rupelstreek’, in die volgorde. Het voorkooprecht wordt ingesteld voor een termijn van 15 jaar.

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 14 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

Artikel 2 Zone voor wonen

Toelichtend gedeelte Verordenend gedeelte

categorie van gebiedsaanduiding: wonen

Bestemmingsvoorschriften

Binnen de zone voor wonen wordt het onderscheid gemaakt tussen:

- deelzone A: deel van de zone aan de Kerkhofstraat; - deelzone B: deel van de zone aan de Kerkstraat.

Deze zijn met het overeenkomstige symbool aangeduid op het grafische plan.

Deelzone zone A is bestemd voor eengezinswoningen en aan wonen verwante voorzieningen in open, halfopen en gesloten bebouwing. De aan wonen verwante voorzieningen worden beperkt tot 100 m². Deelzone zone B is bestemd voor zowel eengezinswoningen als meergezinswoningen en aan wonen verwante voorzieningen in open, halfopen en gesloten bebouwing. De aan wonen verwante voorzieningen worden beperkt tot 100 m². Meergezinswoningen zijn enkel toegestaan op kavels met een minimum breedte van 10m. Onder aan het wonen verwante voorzieningen wordt verstaan: detailhandel, horeca, kleine bedrijven, openbare/private nutsvoorzieningen en diensten, sociaal-culturele inrichtingen en recreatieve voorzieningen; deze worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. Deze voorzieningen worden toegelaten indien ze zich beperken tot het gelijkvloers en ze kunnen niet bestaan zonder de aanwezigheid van een woonfunctie in het pand. Zijn absoluut verboden: bedrijfsactiviteiten gericht op productie en stapelen van goederen of op de verkoop van brandstoffen, giftige en/of explosieve stoffen.

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 15 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

Inrichtingsvoorschriften indien het gelijkvloers een andere bestemming heeft dan wonen, dient de toegang hiertoe verzekerd te worden via een afzonderlijke, van de straat te bereiken ingang. Nieuwe constructies en gebouwen kunnen opgetrokken worden conform de inrichtingsvoorschriften. Bij verbouwen of uitbreiden van bestaande gebouwen is het uitwerken van één architecturaal geheel, zowel wat betreft volume, stijl als bouwmaterialen noodzakelijk. Hoofdgebouwen Plaatsing Deelzone A De voorgevelbouwlijn van nieuw op te richten gebouwen dient de voorgevelbouwlijn van gebouwen op de aanpalende percelen te volgen. Indien geen voorgevelbouwlijn van gebouwen op de aanpalende percelen aanwezig is, dient de voorgevelbouwlijn van de nieuw op te richten gebouwen op 8,00 m van het openbaar domein, desgevallend de rooilijn te staan. Voorgevels worden verplicht georiënteerd naar het voorliggend openbaar domein. Er dient bij halfopen bebouwing één bouwvrije zijtuinstrook van minimaal 3m te worden voorzien. Bij open bebouwing dienen twee bouwvrije zijtuinstroken van minimaal 3m te worden voorzien. Deelzone B De voorgevelbouwlijn van nieuw op te richten gebouwen dient op de grens met het openbare domein, desgevallend de rooilijn te staan. Voorgevels worden verplicht georiënteerd naar het voorliggend openbaar domein ten noorden van de deelzone. Er dient bij halfopen bebouwing één bouwvrije zijtuinstrook van minimaal 3m te worden voorzien. Bij open bebouwing dienen twee bouwvrije zijtuinstroken van minimaal 3m te worden voorzien.

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 16 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

Afmetingen Binnen de zone zijn bij nieuwbouw en uitbreiding maximaal twee bouwlagen toegelaten. Het aantal volledige woonlagen wordt beperkt tot drie, waarbij een derde woonlaag onder het zadeldak kan gerealiseerd worden. Deelzone A Inzake het volume worden volgende afmetingen vooropgesteld: - Voor nieuwe gebouwen geldt: maximaal twee bouwlagen waarvan de bouwdiepte minimum 9,00 m en maximum 17,00 m bedraagt op het niveau van het maaiveld; minimum 9m en maximum13 m voor de tweede bouwlaag; - De kroonlijsthoogte bedraagt maximum 6,60m; de nokhoogte bedraagt maximum 11,00m.

35° - 55°

3m

6,6m

3,6m

Minimum profiel 9m 4m 4m Maximum profiel 17m

Deelzone B Inzake het volume worden volgende afmetingen vooropgesteld: - Voor nieuwe gebouwen geldt: maximaal twee bouwlagen waarvan de bouwdiepte minimum 9,00 m bedraagt op het niveau van het maaiveld en er tot tegen de achterliggende ontsluitingsweg kan worden gebouwd; minimum 9m en maximum13 m voor de tweede bouwlaag; - De kroonlijsthoogte bedraagt maximum 6,60m; de nokhoogte bedraagt maximum 11,00m. Grenzend aan de ‘zone voor project’ (artikel 6) kan er een

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 17 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

hogere kroonlijsthoogte en/of nokhoogte om een esthetisch verantwoorde aansluiting te realiseren.

35° - 55°

3m

6,6m

3,6m

Minimum profiel 9m 4m Maximum profiel tot tegen achterliggende ontsluiting

Voor meergezinswoningen kunnen bijkomend volgende afmetingen:  Voor nieuwe gebouwen geldt: een bouwdiepte van minimum 9,00 m en maximum 15,00 m bedraagt op het niveau van het maaiveld en de tweede bouwlaag.  De kroonlijsthoogte bedraagt maximum 6,60m; de nokhoogte bedraagt maximum 11,00m

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 18 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

35° - 55°

3m

6,6m

3,6m

Minimum profiel 9m 6m

Maximum profiel 15m

Dakvorm De dakvorm is een zadeldak, boogvormig dak of plat dak, een schilddak is enkel toegestaan op kop- en hoekgebouwen. De dakvorm, kroonlijst en de materialen van de zichtbare gevels moeten evenwel harmonieus aansluiten op voorkomende aanpalende gebouwen. Er dient een kwalitatieve en esthetisch verantwoorde aansluiting te gebeuren. Een zadeldak heeft dakhelling tussen 35° en 55° en bedekt 9,00 m van het gebouw vanaf de voorgevel. De nok van het dak is parallel met de voorgevel georiënteerd. Een dakterras bovenop de eerste en tweede bouwlaag is enkel toegestaan als het inpandig wordt gerealiseerd. In deelzone II dienen de dakterrassen op de 1e bouwlaag niet inpandig te zijn. Dakuitbouwen kunnen zodanig worden gerealiseerd dat: - de totale breedte maximaal 1/3 van de kroonlijstlengte bedraagt; - de maximale hoogte van ½ van de dakhoogte bedraagt.

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 19 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

Materialen Voor alle buitengevels en de bedekking van schuine daken wordt gebruik gemaakt van duurzame en esthetische materialen. Zowel voor als achtergevel dienen beschouwd en afgewerkt te worden als zichtgevels. Bijgebouwen De gebouwen dienen zo veel mogelijk te worden geplaatst in aansluiting met het hoofdgebouw. Alle bijgebouwen bestaan uit maximum 1 bouwlaag met een kroonlijsthoogte tot 3m en een nokhoogte tot 4m50. - In deelzone I dient minimaal 10m bouwvrije tuinruimte worden gevrijwaard en bedraagt de gezamenlijke bebouwde oppervlakte van de bijgebouwen maximum 75m²; gemotiveerd afwijken inzake bouwvrije tuinruimte is enkel mogelijk voor hoekpercelen. - In deelzone II kunnen bijgebouwen tot op de achterste perceelgrenzen worden gerealiseerd. Aanleg van het terrein Het niet bebouwde deel van de zone dient als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. Afsluitingen Houten afsluitingen en muurconstructies in gevelsteen met een maximale hoogte van 2,00 m worden toegelaten op de perceelgrens achter de woning tot maximum 3m achter de achtergevelgrens voor wat betreft gekoppelde gevels. Betonnen afsluitingen worden niet toegestaan. Overige afsluitingen zijn maximaal 2,00 m hoog en worden en bestaan uit streekeigen en inheemse levende hagen. Dit eventueel in combinatie met hekwerk of een draadafsluiting van geplastificeerde draad met een maximum hoogte van 2,00 m.

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 20 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

Artikel 3 Zone voor woonstraat

Toelichtend gedeelte Verordenend gedeelte

categorie van gebiedsaanduiding: wonen Bestemmingsvoorschriften Binnen de zone voor wonen wordt het onderscheid gemaakt tussen: - deelzone A: deel van de zone aan de Ekkergatstraat, Doelhaagstraat en Tuinwijk; - deelzone B: deel van de zone aan de Kerkstraat; - deelzone C: deel van de zone aan Lochtveld. Deze zijn met het overeenkomstige symbool aangeduid op het grafische plan. De deelzones A en C zijn bestemd voor eengezinswoningen. Binnen de deelzone B zijn zowel eengezinswoningen als meergezinswoningen toegestaan. Functies anders dan wonen worden niet toegelaten. Inrichtingsvoorschriften Nieuwe constructies en gebouwen kunnen opgetrokken worden conform de inrichtingsvoorschriften. Bij verbouwen of uitbreiden van bestaande gebouwen is het uitwerken van één architecturaal geheel, zowel wat betreft volume, stijl als bouwmaterialen noodzakelijk. Hoofdgebouwen Plaatsing Deelzone A & B De voorgevelbouwlijn van nieuw op te richten gebouwen dient de voorgevelbouwlijn van gebouwen op de aanpalende percelen te volgen. Indien geen voorgevelbouwlijn van gebouwen op de aanpalende percelen aanwezig is, dient de voorgevelbouwlijn

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 21 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

van de nieuw op te richten gebouwen op maximum 5,00 m van het openbaar domein, desgevallend de rooilijn te staan. Voorgevels worden verplicht georiënteerd naar het voorliggend openbaar domein. Er dient bij halfopen bebouwing één bouwvrije zijtuinstrook van minimaal 3m te worden voorzien. Deelzone C De inplanting van het hoofdgebouw is vrij. Voorgevels worden verplicht georiënteerd naar het voorliggend openbaar domein. Er dient bij halfopen bebouwing één bouwvrije zijtuinstrook van minimaal 3m te worden voorzien. Bij open bebouwing dienen twee bouwvrije zijtuinstroken van minimaal 3m te worden voorzien. Afmetingen Deelzone A Binnen de deelzone A is bij nieuwbouw en uitbreiding maximaal twee bouwlagen toegelaten. Het aantal volledige woonlagen wordt beperkt tot drie, waarbij een derde woonlaag onder het zadeldak kan gerealiseerd worden. Inzake het volume worden volgende afmetingen vooropgesteld: - Voor nieuwe gebouwen geldt: maximaal twee bouwlagen waarvan de bouwdiepte minimum 9,00 m en maximum 17,00 m bedraagt op het niveau van het maaiveld; minimum 9m en maximum13 m voor de tweede bouwlaag. - De kroonlijsthoogte bedraagt maximum 6,60m; de nokhoogte bedraagt maximum 11,00m

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 22 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

35° - 55°

3m

6,6m

3,6m

Minimum profiel 9m 4m 4m Maximum profiel 17m

Deelzone B Binnen de deelzone B zijn bij nieuwbouw en uitbreiding maximaal drie bouwlagen toegelaten. Inzake het volume worden volgende afmetingen vooropgesteld:  Voor nieuwe gebouwen geldt: een bouwdiepte van minimum 9,00 m en maximum 17,00 m op het niveau van het maaiveld; minimum 9m en maximum 15m voor de tweede en derde bouwlaag.  De kroonlijsthoogte bedraagt maximum 9,60m.

Deelzone C Binnen de deelzone C is bij nieuwbouw maximaal 1 bouwlaag toegelaten. Het aantal volledige woonlagen wordt beperkt tot twee, waarbij een tweede woonlaag onder het zadeldak kan gerealiseerd worden. Inzake het volume worden volgende afmetingen vooropgesteld: - Voor nieuwe gebouwen geldt: maximaal één bouwlaag waarvan de bouwdiepte minimum 9,00 m en maximum 17,00 m bedraagt op het niveau van het maaiveld;

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 23 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

- De kroonlijsthoogte bedraagt maximum 3,60m; de nokhoogte bedraagt maximum 8,00m

35° - 55°

3,6m

Minimum profiel 9m

Maximum profiel 17m

Dakvorm Deelzone A & C De dakvorm is een zadeldak, boogvormig dak of plat dak, een schilddak is enkel toegestaan op kop- en hoekgebouwen. De dakvorm, kroonlijst en de materialen van de zichtbare gevels moeten evenwel harmonieus aansluiten op voorkomende aanpalende gebouwen. Er dient een kwalitatieve en esthetisch verantwoorde aansluiting te gebeuren. Een zadeldak heeft dakhelling tussen 35° en 55° en bedekt 9,00 m van het gebouw vanaf de voorgevel. De nok van het dak is parallel met de voorgevel georiënteerd. Dakuitbouwen kunnen zodanig worden gerealiseerd dat:  de totale breedte maximaal 1/3 van de kroonlijstlengte bedraagt;  de maximale hoogte van ½ van de dakhoogte bedraagt. Deelzone B Een plat dak is verplicht. Een dakterras bovenop de eerste bouwlaag is toegestaan. Een dakterras bovenop de tweede en derde bouwlaag is enkel toegestaan als het inpandig wordt gerealiseerd.

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 24 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

Materialen Voor alle buitengevels en de bedekking van schuine daken wordt gebruik gemaakt van duurzame en esthetische materialen. Zowel voor als achtergevel dienen beschouwd en afgewerkt te worden als zichtgevels. Bijgebouwen De gebouwen dienen zo veel mogelijk te worden geplaatst in aansluiting met het hoofdgebouw. Alle bijgebouwen bestaan uit maximum 1 bouwlaag met een kroonlijsthoogte tot 3m en een nokhoogte tot 4m50. In deelzone B hebben de bijgebouwen verplicht een plat dak. De gezamenlijke bebouwde oppervlakte van de bijgebouwen bedraagt maximaal 75 m². Aanleg van het terrein Het niet bebouwde deel van de zone dient als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. Afsluitingen Houten afsluitingen, muurconstructies in gevelsteen met een maximale hoogte van 2,00 m worden toegelaten op de perceelgrens achter de woning tot maximum 3m achter de achtergevelgrens voor wat betreft gekoppelde gevels. Betonnen afsluitingen worden niet toegestaan. Overige afsluitingen zijn maximaal 2,00 m hoog en worden en bestaan uit streekeigen en inheemse levende hagen. Dit eventueel in combinatie met hekwerk of een draadafsluiting van geplastificeerde draad met een maximum hoogte van 2,00 m.

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 25 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

Artikel 4 Zone voor wonen met cultuurhistorisch karakter

Toelichtend gedeelte Verordenend gedeelte

Bestemmingsvoorschriften De zone is bestemd voor het behoud van de bestaande ééngezinswoningen met een cultuurhistorisch karakter en de daarbij horende tuinen. Nevenfuncties zijn toegestaan met een totale oppervlakte van 100m², indien de uitbating ervan geen abnormale hinder en/of risico betekent voor de omgeving en ze het cultuurhistorisch karakter van de woningen niet aantasten. In de zone zijn volgende nevenfuncties toegestaan: - diensten

- vrije beroepen - gastenkamers

Inrichtingsvoorschriften Het behoud van het geheel aan bebouwing binnen de zone wordt omwille van de cultuurhistorische betekenis vooropgesteld. Het waardevolle karakter van de gebouwengroep als architecturaal geheel moet behouden blijven:

- de oorspronkelijke gehelen van bebouwing dienen maximaal in hun totaliteit behouden te blijven, en/of in de oorspronkelijke staat hersteld te worden; - de oorspronkelijke kroonlijsthoogten en dakvormen moeten voor de bestaande gebouwen maximaal behouden blijven; - de oorspronkelijke plaatsing t.o.v. de voorliggende openbare weg en de wijze van aansluiting aan de aanpalende gebouwen binnen de zone blijven maximaal behouden.

Bij het uitvoeren van instandhoudings- en onderhoudswerken en verbouwingen dient er steeds rekening te worden gehouden met het karakteristieke bouwkundig erfgoed. De beoogde werken dienen steeds te worden afgetoetst aan het specifieke architecturale karakter van het gebouw. Bij verbouwen of uitbreiden van bestaande

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 26 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

gebouwen is het uitwerken van één architecturaal geheel, zowel wat betreft volume, stijl als bouwmaterialen noodzakelijk.

Hoofdgebouwen Afmetingen Een beperkte uitbreiding van het bestaande vergunde volume kan worden toegestaan aan de achterzijde van de woning indien noodzakelijk voor het goede

functioneren van de woning, mits gepaste integratie in het oorspronkelijke volume. Voor de kroonlijsthoogte en nokhoogte gelden de bestaande hoogtes als uitgangspunt. Dakvorm De dakvorm op het hoofdvolume is verplicht een zadeldak. Voor de realisatie van een nieuw zadeldak zijn de afmetingen en uitzicht van het bestaande zadeldak het uitgangspunt. Dakterrassen of dakuitbouwen zijn niet toegestaan. Materialen Voor alle buitengevels en de bedekking van schuine daken wordt gebruik gemaakt van duurzame en esthetische materialen. Alle gevels dienen beschouwd en afgewerkt te worden als zichtgevels. Herbouwen van hoofdgebouwen Herbouwen van individuele gebouwen of waardevolle architecturale elementen is enkel toegelaten indien dit genoodzaakt wordt omwille van de gehele of gedeeltelijke vernieling of beschadiging ervan door een plotse ramp, buiten de wil van de eigenaar, en voor zover geen andere waardevolle architecturale elementen worden aangetast. Bijgebouwen Bijgebouwen dienen zo veel mogelijk aan te sluiten bij de hoofdgebouwen en hebben verplicht een plat dak. De gezamenlijke bebouwde oppervlakte van de bijgebouwen bedraagt maximaal 75 m².

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 27 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

Materialen Voor alle buitengevels wordt gebruik gemaakt van duurzame en esthetische materialen. Alle gevels dienen beschouwd en afgewerkt te worden als zichtgevels. Aanleg van het terrein Het niet bebouwde deel van de zone dient als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. De ruimte voor de voortuin dient als representatieve voortuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. Afsluitingen zijn maximaal 2,00 m hoog en worden en bestaan uit streekeigen en inheemse levende hagen. Dit eventueel in combinatie met hekwerk of een draadafsluiting van geplastificeerde draad met een maximum hoogte van 2,00 m.

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 28 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

Artikel 5 Zone voor woonpark

Toelichtend gedeelte Verordenend gedeelte

categorie van gebiedsaanduiding: wonen

Bestemmingsvoorschriften

Binnen de zone voor wonen wordt het onderscheid gemaakt tussen:

- deelzone A: deel van de zone ten noorden van de Kerkstraat; - deelzone B: deel van de zone ten zuiden van de Kerkstraat.

Deze zijn met het overeenkomstige symbool aangeduid op het grafische plan.

De zone is bestemd voor het behoud van de bestaande woningen in een parkachtige tuin die een belangrijke groenfunctie vervult voor zijn omgeving. De zone is bestemd voor eengezinswoningen. In deelzone B is het mogelijk om per perceel zoals bekend bij goedkeuring RUP, een bijkomende woning te realiseren voor zover deze geclusterd wordt met de bestaande woning en het groene karakter van het perceel behouden blijft. Deelzone A Voor de woningen aan de Kruislei is enkel een residentiële functie mogelijk. Voor het herenhuis zijn bijkomend volgende functies mogelijk: - Kantoor, diensten of vrije beroepen; - Toeristische logies met een maximum van 8, met uitsluiting van elke vorm van restaurant of café. Deelzone B Er zijn aan wonen verwante voorzieningen mogelijk. De aan wonen verwante voorzieningen worden beperkt tot 100 m².

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 29 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

Inrichtingsvoorschriften Enkel Deelzone A Het behoud van het geheel aan bebouwing binnen de zone wordt omwille van de architecturale en landschappelijke waarde vooropgesteld. De bouwfysische toestand van een gebouw kan niet aangegrepen worden om het gebouw te laten afbreken. Het waardevolle karakter van de gebouwengroep als architecturaal geheel moet behouden blijven:

- de oorspronkelijke gehelen van bebouwing dienen maximaal in hun totaliteit behouden te blijven, en/of in de oorspronkelijke staat hersteld te worden; - de oorspronkelijke kroonlijsthoogten en dakvormen moeten voor de bestaande gebouwen maximaal behouden blijven; - de oorspronkelijke plaatsing t.o.v. de voorliggende openbare weg en de wijze van aansluiting aan de aanpalende gebouwen binnen de zone blijven maximaal behouden.

Bij het uitvoeren van instandhoudings- en onderhoudswerken, ver- en herbouw dient er steeds rekening te worden gehouden met het waardevolle architecturale en landschappelijke karakter. De beoogde werken dienen steeds te worden afgetoetst aan het specifieke architecturale karakter van het gebouw. Bij verbouwen of uitbreiden van bestaande gebouwen is het uitwerken van één architecturaal geheel, zowel wat betreft volume, stijl als bouwmaterialen noodzakelijk. Hoofdgebouwen Plaatsing Deelzone A Bij eventuele herbouw dient het nieuwe gebouw op dezelfde plaats te worden ingeplant als het huidig bestaande. Deelzone B Woningen dienen maximaal te worden geclusterd.

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 30 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

Voorgevels worden verplicht georiënteerd naar het voorliggend openbaar domein ten noorden van de deelzone.

Afmetingen

Deelzone A

Herenhuis

Een beperkte uitbreiding van het bestaande vergunde volume kan worden

toegestaan aan de achterzijde van de woning indien noodzakelijk voor het goede functioneren van de woning, mits gepaste integratie in het oorspronkelijke volume. Het bestaande volume kan hierbij éénmalig met maximum 10% uitbreiden, de bestaande afmetingen inzake hoogte en aantal bouwlagen zijn richtinggevend.

Overige woningen

Het specifieke kleinschalige karakter van deze woningen dient te worden

gewaarborgd, het bestaande volume dient te worden behouden. Het bestaande volume kan hierbij éénmalig met maximum 20% uitbreiden, de bestaande afmetingen inzake hoogte en aantal bouwlagen zijn richtinggevend.

Deelzone B

De gebouwen hebben maximaal 2 bouwlagen met een maximale kroonlijsthoogte

van 6,60m en een maximale nokhoogte van 11,00m.

Dakvorm

De dakvorm op het hoofdvolume is verplicht een zadeldak. Voor de realisatie van een nieuw zadeldak zijn de afmetingen van het bestaande zadeldak het uitgangspunt. Dakuitbouwen kunnen zodanig worden gerealiseerd dat: - de totale breedte maximaal 1/3 van de kroonlijstlengte bedraagt; - de maximale hoogte van ½ van de dakhoogte bedraagt.

Materialen

Voor alle buitengevels en de bedekking van schuine daken wordt gebruik gemaakt

van duurzame en esthetische materialen. Alle gevels dienen beschouwd en afgewerkt te worden als zichtgevels.

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 31 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

Bijgebouwen

Deelzone A

Herenhuis

De plaatsing van bijgebouwen tot maximum 150,00m² is toegestaan voor zover in overeenstemming met de plaatselijke goede ruimtelijke ordening. Het gebouw bestaat uit maximum 1 bouwlaag met een kroonlijsthoogte tot 3,00m en een

nokhoogte tot 5,00m. In de voor- en zijtuin van het herenhuis zijn geen bijgebouwen toegelaten. Overige woningen De plaatsing van 1 bijgebouw per woning tot maximum 40,00m² is toegestaan, waarbij bestaande bijgebouwen binnen de maximum bebouwde oppervlakte begrepen zijn. Het gebouw bestaat uit maximum 1 bouwlaag met een kroonlijsthoogte tot 3,00m en een nokhoogte tot 4,50m en kan niet zonder het hoofdgebouw bestaan. Deelzone B Alle bijgebouwen bestaan uit maximum 1 bouwlaag met een kroonlijsthoogte tot 3m en een nokhoogte tot 4m50. De bijgebouwen kunnen tot op de achterste perceelgrens worden gebouwd. Materialen Voor alle buitengevels wordt gebruik gemaakt van duurzame en esthetische materialen. Alle gevels dienen beschouwd en afgewerkt te worden als zichtgevels. Aanleg van het terrein Het niet bebouwde deel van de zone dient als groenzone met een parkachtig karakter te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. Bestaande waardevolle bomen worden maximaal gevrijwaard.

Verhardingen kunnen enkel in functie van de noodzakelijke toegangen tot de gebouwen worden aangelegd of in het kader van educatief en recreatief medegebruik.

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 32 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

Afsluitingen zijn maximaal 2,00m hoog en worden en bestaan uit streekeigen en inheemse levende hagen. Dit eventueel in combinatie met hekwerk met een

maximum hoogte van 2,00m.

Het is verboden goederen, afval, wrak(ken), container(s), caravan(s) en dergelijke meer te plaatsen in de niet-bebouwde delen van het perceel. Nu is het westelijk perceel 77 % onbebouwd en oostelijk perceel 82% In deelzone B dient minimaal 40% van het terrein een groene invulling te krijgen. onbebouwd.

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 33 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

Artikel 6 Zone voor project

Toelichtend gedeelte Verordenend gedeelte

categorie van gebiedsaanduiding: wonen

Bestemmingsvoorschriften Inzake wonen wordt gedacht aan meergezinswoningen, wonen voor doelgroepen, … De zone is bestemd voor wonen, horeca, handel, openbare/private nutsvoorzieningen en diensten, sociaal-culturele inrichtingen en recreatieve voorzieningen; voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Zijn absoluut verboden: bedrijfsactiviteiten gericht op productie en stapelen van goederen of op de verkoop van brandstoffen, giftige en/of explosieve stoffen.

Inrichtingsvoorschriften De inrichting van het gebied wordt benaderd als projectzone waarbij een volledig nieuwe invulling mogelijk wordt.

Ingeval één of meerdere bovenverdiepingen bestemd worden voor huisvesting dient de toegang hiertoe verzekerd te worden via een afzonderlijke, van de straat te bereiken ingang. De inrichting van een handels- of horecazaak kan enkel geschieden op het gelijkvloers.

Nieuwe constructies en gebouwen kunnen opgetrokken worden conform de inrichtingsvoorschriften. Bij verbouwen of uitbreiden van bestaande gebouwen is het uitwerken van één architecturaal geheel, zowel wat betreft volume, stijl als bouwmaterialen noodzakelijk.

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 34 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

Hoofdgebouwen

Plaatsing

De voorgevelbouwlijn van nieuw op te richten gebouwen dient op de grens met het openbare domein, desgevallend de rooilijn te staan of op maximum 5m uit de rooilijn. Bebouwingsvoorschriften Inzake het volume worden volgende afmetingen vooropgesteld: - Binnen de zone zijn bij nieuwbouw maximaal twee bouwlagen toegelaten. Een bijkomend volume onder het dak is mogelijk;

- B/T: een maximale terreinbezetting van 0.75; - V/T: een maximale vloer/terreinindex van 2;

- Een minimale semi – publieke zone of private groenzone van 0,15; - Een maximale kroonlijsthoogte van 8,00m en een nokhoogte van 12,40m

Bij de ontwikkeling van het gebouw dient in het algemeen rekening gehouden te worden met de ruimtelijke en functionele aspecten, privacy, lichtinval, toegankelijkheid en brandveiligheid ook ten aanzien van de aanpalende gebouwen. De leefbaarheid staat voorop, het moet er aangenaam wonen zijn.

De minimale nuttige vloeroppervlakte (exclusief terras) per woongelegenheid bedraagt 80m². Een mix van woninggrootten wordt hierbij nagestreefd. Voor iedere woongelegenheid wordt een privaat bruikbaar terras of tuinzone voorzien van minimum 10m². De terrassen dienen binnen het gevel- of dakvlak en binnen het maximum toelaatbare bouwvolume opgevangen te worden, uitsprongen zijn niet toegestaan. Dakvorm De dakvorm is vrij. Er dient een kwalitatieve en esthetisch verantwoorde aansluiting te gebeuren met de aanpalende gebouwen.

Een hellend dak heeft een dakhelling tussen de 35° en 55°.

Materialen

Voor alle buitengevels en de bedekking van schuine daken wordt gebruik gemaakt van duurzame en esthetische materialen.

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 35 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

Bijgebouwen

De gebouwen dienen zo veel mogelijk te worden geplaatst in aansluiting met het hoofdgebouw. Alle bijgebouwen bestaan uit maximum 1 bouwlaag met een kroonlijsthoogte tot 3m en een nokhoogte tot 4m50.

De bijgebouwen kunnen tot op de achterste perceelgrenzen worden gerealiseerd.

Aanleg van het terrein Het niet bebouwde deel van de zone dient als groene ruimte, parking of binnenplaats te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. Afsluitingen Houten afsluitingen, muurconstructies in gevelsteen met een maximale hoogte van 2,00 m worden toegelaten op de perceelgrens achter de woning. Betonnen afsluitingen worden niet toegestaan.

Recht van voorkoop (overdruk) Op de percelen in het gebied aangeduid met de overdruk ‘recht van voorkoop’ is een recht van voorkoop als bedoeld in hoofdstuk IV, afdeling 1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van toepassing. Voorkooprecht wordt gegeven aan de gemeente Rumst, het autonoom gemeentebedrijf en aan de sociale huisvestingsmaatschappij ‘Goed wonen Rupelstreek’, in die volgorde. Het voorkooprecht wordt ingesteld voor een termijn van 15 jaar.

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 36 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

Artikel 7 Zone voor openbaar domein en wegenis

Toelichtend gedeelte Verordenend gedeelte

Categorie van gebiedsaanduiding: lijninfrastructuur Bestemmingsvoorschriften De zone voor wegen, straten en voetwegen vervult een verkeersfunctie voor gemotoriseerd en niet gemotoriseerd verkeer. De inrichting en het beheer van het openbaar domein kan tevens gericht zijn op het creëren van een aangename verblijfsomgeving met eventueel zit- en spelmogelijkheden in een groen kader. Inrichtingsvoorschriften Het openbaar domein wordt aangelegd en ingericht overeenkomstig de goedgekeurde gemeentelijke reglementeringen. Alle constructies zijn er verboden, met uitzondering van verlichtingsapparatuur, straatmeubilair, e.d. Binnen het openbaar domein kunnen ondergrondse nutsleidingen aangelegd worden. Om de verblijfsfunctie op bepaalde plekken te accentueren, verschilt de verharding en het materiaal gebruik in kleur of type van de verharding geschikt voor gemotoriseerd verkeer. De aanleg van beplanting is tevens mogelijk. De keuze voor het verharden van rijweg, fietspaden en parkeerstroken is vrij; voetpaden worden aangelegd in betontegels, betonstraatstenen of andere kleinschalige materialen. Voor het aanplanten van nieuwe straatbomen wordt gebruik gemaakt van bomen met een stamomtrek van min. 16/18.

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 37 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

Artikel 8 Trage wegen verbinding

Toelichtend gedeelte Verordenend gedeelte

Categorie van gebiedsaanduiding: // Bestemmingsvoorschriften Deze zone vervult een verkeersfunctie voor langzaam verkeer. De bestemming is aangeduid als een indicatieve lijn op het grafische plan.

Inrichtingsvoorschriften De effectieve realisatie op het terrein kan verschoven worden t.o.v. de aanduiding op het grafisch plan, indien dit ruimtelijk verantwoord is. De zone heeft een breedte van 3,00m in functie van de realisatie van het lokaal recreatief en/of functioneel langzaam netwerk en kan over een breedte van max. 2,5m verhard worden. De verhardingen dienen aangelegd te worden in losse natuurlijke materialen zoals boskiezel of grind. Alle constructies in deze zone zijn verboden, met uitzondering van verlichtingsapparatuur, nutsvoorzieningen en straatmeubilair.

4211603014.docx - stedenbouwkundige voorschriften 38 van 38

RUP ‘Den Baa’ – Rumst april ’17

Provinciebestuur Departement Dienst Koningin 2018 Ruimtelijkeplanni Antwerpen Ruimtelijke Ruimtelijke Elisabethlei Antwerpen ng@provincieantwe Ordening en Planning 22 rpen.be Mobiliteit Ruimte Vlaanderen – t.a.v. K. Toebak Anna Lange 2018 [email protected] APL – Antwerpen of V. Peeters Bijnsgebouw Kievitstraat Antwerpen deren.be 111-113 bus 52 Onroerend Erfgoed – t.a.v. Marc De Anna Lange 2018 antwerpen.oe@rwo. Antwerpen Borgher Bijnsgebouw Kievitstraat Antwerpen vlaanderen.be 111-113 bus 52 Agentschap Wonen- Afdeling Wonen t.a.v. Hilde Afdelingshoofd Koning 1210 Brussel [email protected] Vlaanderen Van den Bosch Albert II- n.be laan 19 bus 40

1/1

Overzicht uitgebrachte adviezen screening RUP “Den Baa“

Datum verzending screening naar dienst MER-beheer: 06-04-2017 Datum ontvangst lijst adviesinstanties MER-beheer: 24-04-2017 Datum verzending screening naar adviesinstanties: 06-04-2017

Opmerking: vet en cursief gedrukte tekst geeft de reactie weer op het ontvangen advies

Adviesinstantie Datum Samenvatting advies ontvangst advies

Provinciebestuur 02-05-2017 Gunstig advies Antwerpen - Departement Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit

Dep. Omgeving – APL – 05-05-2017 Gunstig advies Antwerpen

Onroerend Erfgoed – 27-04-2017 Gunstig advies Antwerpen

Agentschap Wonen- 20-05-2017 Gunstig advies Vlaanderen

ANB Antwerpen 27-04-2017 Gunstig advies

4211603019_adviezenmatrix.docx - plan-MER-screening RUP ‘Den Baa’ te Rumst DEPARTEMENT OMGEVING Ulil IHIU KIN 111fl 0111 UI0II IN 110111111 Hifi UHI lUI 10111fl V2017N002895

Vlaamse overheid College van burgemeester en schepenen Anna Bijnsgebouw Koningin astridplein 12 Lange Kievitstraat 111-113 bus 52 2840 RUMST 2018 ANTWERPEN België T 03 224 65 20 www.ruimtevlaanderen.be

uw bericht van contactgegevens ons kenmerk datum Ellen Van de Water 214/11037/112.1 [email protected] uw kenmerk 03 224 65 17 bijlagen 03 MEI 2017

Betreft Gemeente RUMST. gemeentelijk RUP ten Baa' : verzoek tot raadpleging in het kader van een onderzoek tot milieueffectrapportage ligging kadastsaal: onderwerp: Den Baa aanvrager.

Geacht college.

Het betreffende 'Verzoek tot raadpleging' werd door het departement Omgeving ontvangen op 06/04/2017.

In toepassing van artikel 4.2.5 van het decreet van 27 april 2007 inzake de milieueffectrapportage over plannen en programmas en van artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programmas, vindt u hierbij het advies van het departement in verband met de ingeschatte effecten op de ruimtelijke ordening.

De screeningnota maakt een voldoende inschatting van de mïlieueffecten voor de ruimtetijke ordening.

Dit advies vervangt geenszins het advies van het departement Omgeving in toepassing van artikel 2.2.13 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Hoogachtend.

lËNrENl

Voor het departement. IN: 5MEI2017 Kirsten De Reu Adjunct van de directeur GEMEENTEBESTUUR RUMST

' \ Vlaanderen Ç \ is omgeving ( pagina 1 van 1 R C 111111 1111ff III!! 11111 11111 1111111 til 111ff hill IlIlHhIIl 11111 liii liii Provincie V2017N002779 IN 02 PUIEI 2017 Â Antwerpen EMEENTEBESTUUR RUMST

Departement Ruimte, Erfgoed en Mobiliteit Gemeentebestuur Rumst Dienst Ruimtelijke Planning Koningin Astridplein 10/12 2840 Rumst

datum 27 april 2017 ons kenmerk GemRUP-2017-0023 - Poststuk PU-2017-00073265 contactpersoon STEVENS Els 1 T 03 240 66 19 EIs.STEVENS©Drovincieantwerpen. be onderwerp Gemeentelijk RUP 'Den Baa' te Rumst: Advies n.a.v. plan-MER-screening

Geachte,

Als bijlage vindt u het advies van de dienst Ruimtelijke Planning met betrekking tot het verzoek tot raadpleging.

Hoogachtend.

Het diensthoofd,

Miranda Coppens

Bijlage: advies screeningsdossier

Koningin Elisabethiel 22 1 2018 Antwerpen T 03 240 66 23 1 F 03 240 66 79 hoofdstuk III van de wet van 10 april 1841 op de buurtwegen en niet volgens de procedure voorzien in het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van rooilijnen. Een digitale atlas van buurtwegen kan worden gevonden op http: //www.provincieantwerøen. be/aanbod/drom/dienst- stedenbouwkund icie-beroenen/buurt-en-voetweclen.html (enkel de aanduidingen op de analoge documenten hebben juridisch bindende kracht).

Visum:

Mir nda Coppens D nsthoofd Ruimtelijke Planning

2

Vlaamse overheid

Adviezen en Vergunningen Antwerpen Antea Belgium Lange Kievitstraat 111-113 bus 63 T.a.v. Wouter Impens 2018 ANTWERPEN Diestsevest 98

3000 Leuven T 03 224 63 14 [email protected]

uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk bijlagen 6/4/2017 MER/17-206808 vragen naar/e-mail telefoonnummer datum [email protected] 03 224 94 80 27/04/2017 Karolien Van Kerckhove

BETREFT: plan MER screening

Onderwerp Verzoek tot raadpleging RUP Den Baa (Rumst)

Datum van ontvangst 6/4/2017

Situering

Adres Omgeving Kerkstraat te Rumst

Aanvrager

Naam Antea Belgium voor gemeente rumst Adres Zie boven

Beschermingsstatus Grenzend aan VEN

Rechtsgrond Dit advies wordt verstrekt door het Agentschap voor Natuur en Bos op basis van de volgende wetgeving: Artikel 4.2.5. decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid Artikel 3, 3° besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma's

Bespreking MER screening (discipline Fauna Flora) Het toekomstig RUP voorziet het uitbreiden van de mogelijkheden tot het realiseren van een sociaal woonproject. De huidige bestemming van het gebied is woongebied. Het plangebied grenst aan VEN-gebied. In het toekomstig plan wordt aandacht besteed aan het behoud van groenelementen en het vermijden van verstoring van aanpalend VEN- gebied.

Conclusie 1 Het Agentschap voor Natuur en Bos stelt vast dat er voldoende werd aangetoond dat er geen aanzienlijke milieueffecten op aanwezige natuurwaarden zullen veroorzaakt worden en gaat akkoord met de inhoud van de screeningsnota.

Hoogachtend,

Els Wouters Adjunct Directeur – Adviezen en Vergunningen Antwerpen

1 Het Agentschap voor Natuur en Bos spreekt zich enkel uit over de uitwerking van de discipline fauna en flora en dus niet over de wenselijkheid van het plan/project voor natuur.

pagina 2 van 2