Gemeente Brakel RUP Industrieterrein Screening

Aanvraag tot ontheffing plan-m.e.r.-plicht

Gemeente Brakel Marktplein 1 9660 Brakel

Sweco nv Brussel, februari 2018

7823710002_05_screening, revisie e

Verantwoording

Titel : RUP Industrieterrein

Subtitel : Screening - Aanvraag tot ontheffing plan-m.e.r.-plicht

Projectnummer : 7823710002

Referentienummer : 7823710002_05_screening

Revisie : e

Datum : Februari 2018

Auteur(s) : Patrick Roothaer, Thomas Telen E-mail adres : [email protected]

Gecontroleerd door : Patrick Roothaer

Paraaf gecontroleerd :

Goedgekeurd door :

Paraaf goedgekeurd :

Contact : Sweco Belgium nv Arenbergstraat 13, bus 1 B-1000 Brussel T +32 2 383 06 40 F +32 2 513 44 52 [email protected]

7823710002_05_screening, revisie e

Inhoudsopgave

1 Inleiding ...... 5 1.1 Inhoud ...... 5 1.2 Aanleiding tot de opmaak van het RUP ...... 5 1.3 Wijzigingen na de adviesronde ...... 6

2 Ruimtelijke context ...... 7 2.1 Situering en afbakening van het plangebied ...... 7 2.2 Beschrijving van de omgeving van de bedrijvenzone ...... 8 2.3 De bedrijvenzone ...... 10 2.4 Beschrijving van het plangebied ...... 12

3 Relevante elementen uit de planningscontext ...... 14 3.1 Bovenlokale structuurplannen ...... 14 3.2 Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan ...... 14 3.3 Juridische en planologische context ...... 15 3.4 Planologisch attest NV Aldi ...... 15

4 Doelstellingen, reikwijdte en detailleringsgraad van het RUP ...... 16 4.1 Nadere uitwerking van de doelstellingen van het RUP ...... 16 4.2 Vergelijking met de bestaande situatie ...... 18 4.3 Vergelijking met de referentiesituatie ...... 18 4.4 Relevante alternatieven ...... 18

5 Aftoetsing van de plan-MER plicht ...... 20 5.1 DABM van toepassing ...... 20

7823710002_05_screening, revisie e

Inhoudsopgave (vervolg)

5.2 Project-m.e.r.-plicht ...... 20 5.3 Conclusie ...... 20

6 Screening van de milieueffecten ...... 21 6.1 Het behouden van de bestemming als lokaal bedrijventerrein...... 21 6.2 De geselecteerde percelen bijkomend bestemmen voor kleinhandel...... 22 6.3 Het vastleggen van extra randvoorwaarden...... 29 6.4 Archeologisch erfgoed ...... 32 6.5 Mogelijk cumulatieve effecten ...... 32

7 Externe mensveiligheid ...... 33

8 Grensoverschrijdende effecten ...... 34

9 Conclusie ...... 35

10 Adviezen ...... 36 10.1 Provinciebestuur Oost-Vlaanderen ...... 37 10.2 Vlaamse Overheid – Departement Omgeving ...... 38 10.3 Agentschap voor Natuur en Bos ...... 39 10.4 Departement MOW ...... 40 10.5 Departement MOW – Tweede advies ...... 41

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 4 van 41

1 Inleiding

1.1 Inhoud 1.2 Aanleiding tot de opmaak van het RUP

Sinds 1 juni 2008 dient er bij de opmaak van RUP’s formeel rekening De rechtstreekse aanleiding voor de opmaak van het RUP is het positief gehouden te worden met het onderzoek van milieueffecten die de realisatie planologisch attest dat op 18 juli 2011 door het college van de gemeente van de bestemmingen in dit RUP kunnen teweegbrengen. In de praktijk Brakel werd afgeleverd aan de N.V. Aldi voor de locatie langs de betekent dit dat voor elk RUP minimaal een ‘onderzoek tot m.e.r.’ moet Geraardsbergsestraat. Conform de bepalingen uit de Codex is de gemeente uitgevoerd worden. De resultaten van het ‘onderzoek tot m.e.r.’ geven aan verplicht om na de afgifte van een positief planologisch attest een RUP voor of de opmaak van een plan-MER al dan niet noodzakelijk is. Bijkomend de site op te maken. worden de resultaten aangewend om de ruimtelijke keuzes die in het RUP gemaakt worden inhoudelijk te versterken en te onderbouwen. Zuivere kleinhandel in een KMO-zone is een zonevreemde activiteit. Dit was de aanleiding voor de N.V. Aldi om voor de winkel in Brakel een Dit document is opgebouwd uit volgende onderdelen: planologisch attest aan te vragen. Op de industriezone zijn naast de Aldi • Situering en beschrijving van het plangebied echter nog andere detailhandelszaken aanwezig. Daarom heeft de gemeente • Relevante elementen van de context (ruimtelijk en juridisch- beslist om het RUP uit te breiden naar de globale problematiek van de beleidsmatig) kleinhandel op de KMO-zone. De scope is evenwel beperkt tot de ‘pure’ • Beschrijving van de doelstellingen, reikwijdte en detailleringsgraad van detailhandel. Kleinhandel als complementaire activiteit aan een andere het RUP (zone-eigen) hoofdactiviteit en gemengde klein- en groothandel maken geen • Aftoetsing plan-MER-plicht van rechtswege onderwerp uit van dit RUP. Op basis van deze visie werden 3 • Screening van de verwachte aanzienlijke milieueffecten, rekening kleinhandelszaken geselecteerd om in dit RUP op te nemen: de Aldi, de houdend met de doelstellingen van het plan en de kwetsbaarheid van de Brico Plus (Handy Home) en de Aveve. omgeving • Eindconclusie

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 5 van 41

Inleiding

1.3 Wijzigingen na de adviesronde

Het onderzoek tot m.e.r. werd voor advies voorgelegd aan diverse instanties. Wijzigingen die zijn aangebracht naar aanleiding van deze adviezen zijn aangeduid met 2 dubbele strepen en cursief, zoals in onderstaand voorbeeld.

Wijzigingen aangebracht na de adviesronde.

Op 13 juli 2017 besliste de Dienst Milieueffectenrapportagebeheer tot uitstel van beslissing over de plan-MER-plicht. Met name voor het aspect mobiliteit werd het dossier niet als volledig beschouwd.

De wijzigingen die zijn aangebracht naar aanleiding van het uitstel tot beslissing, zijn aangeduid in cursief met gele markering, zoals in onderstaand voorbeeld.

Wijzigingen aangebracht naar aanleiding van het uitstel tot beslissing.

De verschillende adviezen zijn opgenomen in bijlage.

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 6 van 41

2 Ruimtelijke context

2.1 Situering en afbakening van het plangebied figuur 1: afbakening plangebieden

Het plangebied bestaat uit twee delen van het industrieterrein gelegen langs de N493, de Geraardsbergsestraat. Ten westen van het centrum van Brakel sluit de N493 aan op de N8, die met verbindt.

De Geraardsbergsestraat vormt de zuidelijke grens van de kern van Brakel. Het centrum van de kern ligt ongeveer 400 meter ten noorden van het industrieterrein. Ten zuiden van de Geraardsbergsestraat ligt de deelkern Opbrakel. Het centrum van deze kern ligt op circa 300 meter ten westen van het industrieterrein.

Het eerste deel van het plangebied ligt aan de noordwestelijke rand van de bedrijvenzone. Het grenst aan de Geraardsbergsestraat en de woonwijk rondom de Edgar Tinelstraat. Het bestaat uit 3 percelen. Het meest noordelijke is ingenomen door het warenhuis Aldi, het meest zuidelijke door de doe-het-zelf zaak Brico Plus. Het perceel tussen beide winkels in is niet bebouwd. Het tweede deel van het plangebied ligt aan de zuidoostelijke rand van het industrieterrein, tussen de Industrielaan en het Mijnwerkerspad. In dit gedeelte is de kleinhandelszaak Aveve gevestigd.

Contour plangebieden RUP

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 7 van 41

Ruimtelijke context

2.2 Beschrijving van de omgeving van de bedrijvenzone hoofdzakelijk woningen in gesloten bebouwing en gegroepeerde bebouwing in de achterliggende zone. Deze kant sluit qua functie en typologie aan bij Beide plangebieden maken deel uit van een bedrijventerrein tussen de het centrum van Brakel. Een specifieke functie is het zwembad, tegenover kernen van Nederbrakel en Opbrakel. De bedrijvenzone wordt omringd door het plangebied. zowel residentiële gebieden en open ruimte. Ten noordoosten bevindt zich de kern van Nederbrakel. Dit is de belangrijkste kern van de gemeente en Ten noordwesten van het plangebied bevinden zich woonwijken met tevens het administratieve en commerciële hart van Brakel. eengezinswoningen in open en halfopen bebouwing. Deze wijken vormen een continu bebouwd gebied tussen de kernen van Brakel en Opbrakel. De De Geraardsbergsestraat vormt min of meer de zuidelijke grens van deze woonwijk langs de Edgar Tinelstraat grenst onmiddellijk aan de kern. De bebouwing langs deze straat is zeer gevarieerd, zowel qua functies bedrijvenzone en ook aan het noordwestelijke deel van het plangebied. als qua typologie. Wonen en handel zijn de dominerende functies. Aan de zuidwestelijke zijde van de straat, aansluitend bij het industrieterrein, Ten zuidoosten van de bedrijvenzone begint de open ruimte. Het domineren de bedrijfsfuncties. Op de hoek met de Industrielaan liggen twee Mijnwerkerspad is de grens tussen de open ruimte en de bedrijvenzone. bedrijven. Tussen het bedrijf op de hoek en de Aldi is er een vrijliggend Deze weg bevindt zich op een talud, en volgt het tracé van een oude perceel. Vlakbij de Aldi, die is opgenomen in dit RUP, is de Colruyt een spoorlijn. tweede kleinhandelszaak. Tussen beide winkels staan 5 kleine woningen in gesloten bebouwing. Aan de noordoostelijke zijde van straat staan

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 8 van 41

Geraardsbergsestraat Geraardsbergsestraat met eengezinswoningen rechts Mijnwerkerspad vooraan

Mijnwerkerspad op talud Edgar Tinelstraat Woonwijk Edgar Tinelstraat

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 9 van 41

2.3 De bedrijvenzone

Het bedrijventerrein tussen Nederbrakel en Opbrakel heeft een totale oppervlakte van 26 ha. Vanaf de Geraardsbergsestraat strekt het zich in zuidwestelijke richting uit over een afstand van bijna 1 kilometer. In de andere richting varieert van de breedte van 200 tot circa 380 meter.

De Industrielaan is de centrale ontsluitingsweg doorheen de bedrijvenzone. Deze laan sluit aan op de Geraardsbergsestraat. Ze volgt het tracé van de Zwalmbeek / Dorenbosbeek, die in de bedrijvenzone overwelfd is. Bijna alle percelen worden ontsloten via de Industrielaan. Het Aldi warenhuis binnen het plangebied van het RUP is één van de weinige uitzonderingen hierop. De winkel wordt rechtstreeks via de Geraardsbergsestraat ontsloten.

Het bedrijventerrein kan min of meer in twee deelzones gesplitst worden. Het noordoostelijke deel sluit aan bij de Geraardsbergsestraat en de kern van Nederbrakel. Het heeft een gemengde invulling want naast bedrijvigheid zijn er ook kleinhandel en voorzieningen. Voorbeelden zijn een keuringsstation, een tankstation, het terrein van de rijschool en het containerpark. Dit noordoostelijke deel is praktisch volledig benut. Het zuidwestelijke deel ligt aan de kant van de kern van Opbrakel. Dit deel werd recentelijk grotendeels ingevuld, hoofdzakelijk met vestigingen van lokale bedrijven. Ongeveer 4 ha van de bedrijvenzone is nog niet ingevuld.

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 10 van 41

Industrielaan Hoek Industrielaan met Geraardsbergsesteenweg Containerpark

Lokale bedrijven op de bedrijvenzone Lokale bedrijven op de bedrijvenzone Noordelijke rand bedrijventerrein

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 11 van 41

2.4 Beschrijving van het plangebied Het braakliggende terrein in het plangebied is begroeid met gras. De Edg. Tinelstraat geeft uit op dit terrein. Er staat een grote treurwilg op de Het plangebied bestaat uit twee delen. Een eerste bevat de terreinen van de perceelsgrens ter hoogte van het einde van deze straat. kleinhandelszaken Aldi en Brico Plus met het braakliggend terrein dat tussen beide gelegen is. Een tweede deel bevat de terreinen van de kleinhandelszaak Aveve, die ontsloten wordt via de Industrielaan. Het gebouw sluit aan bij de garage De Aldi wordt ontsloten via de Geraardsbergsestraat. De inrit bevindt zich ‘Moderne’. Het gebouw van Aveve bestaat uit twee delen. Een eerste loods naast 5 gegroepeerde woningen, geïsoleerd tussen het terrein van de Aldi en met een zadeldak (hoogte 5 meter), waarin zich de toegang tot de winkel van de Colruyt. Het terrein van de Aldi is volledig verhard. De geasfalteerde bevindt. Het tweede aangrenzende gebouw heeft een plat dak en is 6 meter parking bevindt zich vooraan op het terrein. De parkeerstroken worden hoog. Dit gebouw wordt gebruikt als stockeerruimte. Het sluit aan op een gescheiden door middel van lage hagen. Ook op de perceelsgrenzen ruimte in open lucht waar ook verkoopsartikelen worden uitgestald. bevinden zich hagen. Deze toestand was echter voor de verbouwingswerken werden aangevat. Het terrein was niet meer betreedbaar tijdens een recent Vóór de beide gebouwen is het terrein verhard. Een gedeelte wordt gebruikt plaatsbezoek (september 2012). Het gebouw bevindt zich achteraan op het als parking (een 10 tal plaatsen), een ander als opslag van verkoopsartikelen. perceel. Het bevat slechts 1 verdieping is circa 3 meter hoog. Ten oosten van Ten oosten van het gebouw bevindt zich een talud, waarop de voetgangers- het terrein bevindt zich nog een braakliggend perceel begroeid met gras. Dit en fietsersweg ‘Mijnwerkerspad’ loopt. Dit vormt tevens de overgang naar bevindt zich niet meer in het plangebied. de open ruimte. Het talud is begroeid met hoogstammen en struiken. Vanaf de Mijnwerkerspad is er geen toegang mogelijk tot de Aveve. De Brico Plus wordt ontsloten langs de Industrielaan en heeft een geasfalteerde parking aan de voorkant van het gebouw. De parking biedt een Aan de achterkant van beide gebouwen is het terrein eveneens verhard. Hier 30 tal plaatsen. Naast het gebouw is een verhard gedeelte afgebakend en wordt allerlei materiaal opgeslagen. Verder zuidwaarts is er nog een wordt gebruikt als stockeerruimte in open lucht. Het overige deel van het secundaire toegang tot de loods vanaf de Industrielaan. Dit is waarschijnlijk terrein is begroeid met gras. Het gebouw bevindt zich ongeveer in het bedoeld voor leveringen. De uiterst zuidelijke rand lijkt niet in gebruik door midden van het terrein, zodat er een afstand is tussen de achtertuinen van de de winkel en bestaat uit struweelopslag. Eveneens aan de zuidelijke rand van woningen in de Edg. Tinelstraat en het gebouw van de Brico Plus. het perceel meandert de Dorenbosbeek alvorens overwelfd te worden door de Industrielaan.

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 12 van 41

Site Aldi (in verbouwing) Vrij perceel tussen Aldi en Brico Plus Vrij perceel tussen Aldi en Brico Plus

Brico Plus (Brico) Ingang van de Aveve winkel Achterzijde Aveve

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 13 van 41

3 Relevante elementen uit de planningscontext

3.1 Bovenlokale structuurplannen De uitbreiding mag niet de creatie van een groter klantenbereik tot doel hebben. • Brakel is volgens het RSV gelegen in het buitengebied. • In het Ruimtelijk Structuurplan van de provincie Oost Vlaanderen wordt de gemeente Brakel opgenomen in de deelruimte ‘Zuidelijk 3.2 Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Openruimtegebied’. Het beleid is gericht op het leefbaar maken als openruimtegebied en verdere verstedelijking te voorkomen. Specifiek voor dit bedrijventerrein wenst de gemeente het huidige terrein te • In het Zuidelijk Openruimtegebied liggen de kleinstedelijke gebieden optimaliseren. Men wenst het bestaande bedrijventerrein voldoende te van , , , Ninove en Geraardsbergen bufferen ten opzichte van de omliggende bebouwing, landschappen en de gelijkmatig verspreid. Ze hebben elk hun eigen ommeland van eerder beschermde site van de Verrebeekmolen. Inzake de zonevreemde kleine landelijke dorpen. Brakel vult als goed uitgeruste kern dit net van kleinhandel vermeld het GRS dat deze hun huidige locatie kunnen steden aan. behouden, gezien het gebrek aan alternatief binnen de kern van Brakel. • Nederbrakel en Opbrakel worden geselecteerd als hoofddorp • De Dorenbosbeek is geselecteerd als bovenlokale ecologische De deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen heeft in de zitting van 25 infrastructuur. mei 2011 het GRS van Brakel definitief goedgekeurd, evenwel met • De N8 Oudenaarde – Brakel – Ninove is geselecteerd als een secundaire uitsluiting van enkele passages. In het kader van dit RUP zijn de passages weg type 2. betreffende de kleinhandel op de bedrijvenzone relevant. Daarom moet bij de opmaak van een RUP voor kleinhandel vastgelegd worden hoe met de • Nieuwe grootschalige detailhandel moet gesitueerd worden in de tegenstrijdigheid tussen enerzijds de optie om grootschalige detailhandel toe stedelijke gebieden. Daarvoor kunnen desgevallend specifieke zones te laten op de bedrijvenzone en anderzijds het streven naar een versterking voor kleinhandel bestemd en ingericht worden. van het winkelgebied in de kern van Brakel wordt omgegaan. • Voor de bestaande grootschalige detailhandel buiten de stedelijke

gebieden wordt een restrictief beleid gevoerd. Niettemin kunnen deze Niettegenstaande de uitgesloten passages, geeft het GRS nog steeds een handelszaken nog beperkt uitbreiden om hun voortbestaan te garanderen. beleidskader voor het behoud van de grootschalige detailhandel op het

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 14 van 41

Relevante elementen uit de planningscontext

bedrijventerrein. Zo vermeldt pagina 38 van het richtinggevend deel dat en het magazijn met 114 m². Er worden tevens 21 extra parkeerplaatsen bestaande grootschalige detailhandelszaken behouden kunnen blijven op de gecreëerd. Het college heeft beslist dat deze werken op korte termijn voor huidige locatie, gezien het gebrek aan alternatief binnen de kern van Brakel. vergunning in aanmerking komen.1

De werken op lange termijn omvatten een tweede uitbreiding met 195 m² 3.3 Juridische en planologische context bijkomende winkeloppervlakte en 161 m² extra opslagruimte. De totale bebouwde oppervlakte van de winkel neemt hierdoor toe tot 1.902 m². Er • Brakel behoort tot het gewestplan Oudenaarde, vastgesteld bij KB van wordt ook een herschikking van de parking vooropgesteld. De gevraagde 24 februari 1977. Het plangebied ligt voor het overgrote deel in zone werken op lange termijn worden gunstig geadviseerd. Het college verbindt voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s en voor een klein deel in er zich evenwel toe dat ze bij de opmaak van een RUP de problematiek van parkgebied. handelszaken op het bedrijventerrein zal onderzoeken voor de volledige • Er zijn geen algemene of bijzondere plannen van aanleg van kracht. Er bedrijvenzone en dit zal koppelen aan enerzijds de behoefte aan lokale zijn evenmin gewestelijke, provinciale of gemeentelijk RUP’s van bedrijvigheid en anderzijds een globale visie op detailhandel. toepassing op het plangebied. • Ten zuidoosten van het industrieterrein is het VEN-gebied ‘de Bronbossen en bovenlopen van de Vlaamse Ardennen’ gelegen. Het bevindt zich op circa 500 meter van het plangebied met Brico Plus en Aldi en grenst aan het terrein van de Aveve. • Het habitatrichtlijngebied ‘Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuidvlaamse bossen’ bevindt zich ten zuidoosten, en grenst aan het terrein van de kleinhandelszaak Aveve.

3.4 Planologisch attest NV Aldi

Het college van burgemeester en schepenen heeft op 18 juli 2011 een gunstig planologisch attest afgeleverd aan de NV Aldi. Het planologisch attest is gunstig betreffende het behoud op de huidige locatie.

De aangevraagde werken op korte termijn voorzien in een optimalisatie van het bestaande winkelpand. De verkoopsruimte wordt uitgebreid met 260m²

1 Deze vergunning is inmiddels verleend dd. 31/01/2012

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 15 van 41

4 Doelstellingen, reikwijdte en detailleringsgraad van het RUP

4.1 Nadere uitwerking van de doelstellingen van het RUP figuur 2: deelgebieden

Het RUP geeft uitvoering aan volgende doelstellingen: • Het behouden van de bestemming als lokaal bedrijventerrein. • De geselecteerde percelen expliciet bijkomend bestemmen voor kleinhandel. • Het vastleggen van enkele randvoorwaarden betreffende ontsluiting en buffering.

4.1.1 Mogelijkheden voor bedrijvigheid

Qua bedrijvigheid blijven de deelzones bestemd voor lokale bedrijvigheid. Het is een gemengd bedrijventerrein. Autonome kantoren en agrarische bedrijvigheid worden uitgesloten, Seveso-bedrijven eveneens. Dit laatste betreft zowel hoge drempel als lage drempel inrichtingen.

4.1.2 Mogelijkheden voor kleinhandel

Voor de concrete mogelijkheden voor kleinhandel gelden verschillende mogelijkheden per deelgebied. Dit is een gevolg van het verschil in ligging en van de verschillende planologische context.

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 16 van 41

Doelstellingen, reikwijdte en detailleringsgraad van het RUP

4.1.2.1 Deelzone A: Aldi De groenbuffer langs het Mijnwerkerspad moet het fiets- en wandelpad afschermen van de bedrijven- en kleinhandelszone en bijdragen tot de Het college van burgemeester en schepenen heeft op 18 juli 2011 een gunstig landschappelijke afwerking van de zone ten opzichte van de open ruimte. planologisch attest afgeleverd aan de NV Aldi. Het planologisch attest is Deze buffer is 4 meter breed. gunstig zowel betreffende het behoud op de huidige locatie, de gewenste uitbreiding op korte termijn als de gewenste uitbreiding op lange termijn. In De deelzones A en B grenzen aan de Edgar Tinelstraat, een lokale het kader van behoorlijk bestuur van de gemeente en rechtszekerheid voor ontsluitingsweg van de aangrenzende woonwijk. Het is niet wenselijk om de de onderneming, moet het RUP een juridisch-planologisch kader vormen bedrijven- en kleinhandelszone langs de deze straat en wijk te ontsluiten. voor de goedgekeurde visie op lange termijn. Het RUP laat daarom Ontsluitingen langs de Geraardsbergsestraat en de Industrielaan zijn wel kleinhandel toe met een oppervlaktebeperking tot 1.000 m² toegelaten. vloeroppervlakte, uit te breiden tot 2.000 m² voor bestaande vestigingen.

4.1.2.2 Deelzone B: Brico 4.1.4 Detailleringsgraad van het RUP

De bestaande handelszaak Brico is zowel qua gebouw als qua functie Naast bovenstaande bepalingen formuleert het RUP nog bijkomende vergund. Het RUP voorziet daarom het behoud van de handelsfunctie. Het inrichtingsvoorschriften: huidige winkelgebouw heeft een oppervlakte van 1.440 m². In functie van • bebouwingspercentage max 70%; een verdere exploitatie en groei is een uitbreiding van de winkel tot 2.150 • groenpercentage min 10%; m² vloeroppervlakte mogelijk. • gebouwen op minstens 4 meter achter de rooilijnen langs de straten; • gebouwen zijn maximaal 2.000 m² groot en 8 meter hoog. 4.1.2.3 Deelzone C: Aveve Handelszaken moeten voldoen aan een parkeernorm. Per 100 m² bruto In deze deelzone wordt kleinhandel toegelaten doch beperkt tot 1.000 m² vloeroppervlakte moeten 5 parkeerplaatsen worden voorzien. De bruto vloeroppervlakte. minimumnorm moet er voor zorgen dat de parkeerbehoefte op het eigen terrein kan worden opgevangen. Door ook ene maximum in te voeren wordt vermeden dat te veel ruimte wordt ingenomen door overgedimensioneerde 4.1.3 Randvoorwaarden betreffende ontsluiting en buffering parkings. De parkeernorm is gebaseerd op de parkeerkencijfers voor winkels

volgens CROW / ASVV 2004. Het RUP voorziet een groenstrook van 4 meter breed aan de kant van de woningen, verminderd tot 2 meter over de eerste 50 meter langs de

Geraardsbergsestraat omdat het perceel daar smaller is.

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 17 van 41

Doelstellingen, reikwijdte en detailleringsgraad van het RUP

4.2 Vergelijking met de bestaande situatie In deelzone C is de bestaande kleinhandelsfunctie niet vergund. Het RUP voorziet dus een mogelijkheid tot (gedeeltelijke) regularisatie. Deze optie In de drie deelzones is de functie kleinhandel reeds aanwezig. werd afgewogen ten opzichte van volgende alternatieven: • Deelzone A: er is een bestaande supermarkt met een oppervlakte van 1.460 m². Het RUP laat een verdere uitbreiding tot 2.000 m² toe. Alternatief 1: herlokalisatie van de winkel naar het perceel tussen Aldi en • Deelzone B: er is een bestaande doe-het-zelf zaak met een oppervlakte Brico/. van 1.440 m². Het RUP laat een verdere uitbreiding tot 2.150 m² toe. Dit wordt beschouwd als een ruimtelijk gunstige oplossing, waarbij een • Deelzone C: er is een bestaande handelszaak aanwezig. Het RUP laat een beperkte bundeling en concentratie van handel ontstaat, langs de oppervlakte tot 1.000 m² toe. Dit is kleiner dan de huidige oppervlakte. Geraardsbergsesteenweg, aansluitend bij de kern van Brakel en vlot Bovendien is kleinhandel enkel toegelaten in functie van de bestaande bereikbaar vanuit de verschillende kernen binnen de gemeente, ook met de handelszaak. fiets en het openbaar vervoer. Uit overleg is echter gebleken dat deze oplossing op korte termijn niet realiseerbaar is omdat de grond niet Per deelzone is slechts één kleinhandelszaak toegelaten. Dit is eveneens een verworven kan worden. Ook de praktische en financiële haalbaarheid zijn bevestiging van de huidige situatie. Op het onbebouwde gedeelte van zone een probleem. B kunnen zich dus geen bijkomende kleinhandelszaken vestigen. Het gedeelte mag wel ontwikkeld worden voor uitbreiding van de bestaande Alternatief 2: herlokalisatie van het verkoopsgedeelte naar het perceel tussen kleinhandel of voor lokale bedrijvigheid. Aldi en Brico, behoud van de huidige site als magazijn. In deze configuratie moet een strikte scheiding gemaakt worden tussen het verkoopsgedeelte en het magazijn. De winkel op het nieuwe gedeelte wordt 4.3 Vergelijking met de referentiesituatie beperkt tot 1.000 m². Ook deze oplossing stuit op het probleem van de grondverwerving. Bovendien ligt ze organisatorisch niet voor de hand. De bestemming lokale bedrijvigheid is een bevestiging van de bestaande bestemmingsvoorschriften volgens het gewestplan. Via het RUP wordt Alternatief 3: behoud van een beperkte oppervlakte kleinhandel op de kleinhandel toegevoegd als toelaatbare bestemming. huidige locatie. In dit alternatief verkleint de oppervlakte detailhandel van ongeveer 2.000 m² nu naar maximaal 1.000 m². Bovendien geldt de mogelijkheid voor 4.4 Relevante alternatieven kleinhandel enkel voor de (feitelijk) bestaande winkel, niet voor andere kleinhandelszaken. Het gedeelte van het RUP dat betrekking heeft op deelzone A betreft de planologische vertaling van een positief planologisch attest. Hiervoor Uiteindelijk bleek binnen een redelijke termijn enkel alternatief 3 haalbaar. kunnen geen alternatieven in overweging genomen worden. De keuze houdt naast de ruimtelijke aspecten ook rekening met de uitvoerbaarheid en haalbaarheid. Er moet bij de betrokkenen voldoende draagvlak zijn om de oplossing op plan ook te realiseren. Tenslotte mag ook

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 18 van 41

Doelstellingen, reikwijdte en detailleringsgraad van het RUP

een aspect als lokale werkgelegenheid niet uit het oog worden verloren. Uit de toepassing van het afwegingkader blijkt dat deze optie ook ruimtelijk kan verdedigd worden. De winkel, die qua ontsluiting praktisch uitsluitend gericht is op autoverkeer, blijft vlot bereikbaar via de Industriezone. Gezien het mobiliteitsprofiel is een ligging verder van de kern en de Geraardsbergsesteenweg geen probleem omdat (in tegenstelling tot bijvoorbeeld een supermarkt) weinig mensen met de fiets of het openbaar vervoer komen. Bovendien moet bij de beoordeling steeds voor ogen worden gehouden dat de kleinhandel geen nieuwe functie is maar een bijkomende functie ten opzichte van de basisbestemming ‘lokale bedrijvigheid’, die ook nog steeds toegelaten is.

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 19 van 41

5 Aftoetsing van de plan-MER plicht

5.1 DABM van toepassing Vlaamse Ardennen’ gelegen. Het bevindt zich op circa 500 meter van het plangebied met Brico Plus en Aldi en grenst aan het terrein van de Aveve. Een ruimtelijk uitvoeringsplan vormt het kader voor het toekennen van stedenbouwkundige vergunningen. Het RUP valt dus onder de definitie van Het habitatrichtlijngebied ‘Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere een plan of programma zoals gedefinieerd in het Decreet houdende de Zuidvlaamse bossen’ bevindt zich ten zuidoosten, en grenst aan het terrein Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid (DABM). van de kleinhandelszaak Aveve.

Enkel plangebied C ligt vlakbij of grenzend aan habitatrichtlijngebied. Ten 5.2 Project-m.e.r.-plicht opzichte van de bestaande toestand, legt het RUP een beperking van de handelsactiviteit op. Daarnaast blijft lokale bedrijvigheid toegelaten als De project-m.e.r.-plicht wordt afgetoetst op basis van het besluit van de bestemming. Dit is conform de huidige bestemmingsplannen. Vlaamse Regering houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage, meer bepaald de bijlagen I, II 5.3 Conclusie en III aan het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 en het besluit van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.- De opmaak van een passende beoordeling is niet nodig. Het plan vormt een screening. De uitvoering van het RUP, valt onder de rubriek 10a kader voor de toekenning van een vergunning voor (een) project(en) ‘Industrieterreinontwikkeling’ van de bijlage III van besluit van de Vlaamse opgesomd in de bijlage III van besluit van de Vlaamse Regering van 10 Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage. Het RUP betreft onderworpen aan milieueffectrapportage, namelijk voor de rubriek 10a echter een kleine wijziging van een bestaande (planologische) toestand. ‘Industrieterreinontwikkeling’. Er wordt echter gemotiveerd dat het plan een beperkte wijziging van een bestaande (planologische) toestand betreft. Het Het plangebied ligt niet in VEN-gebied. Ten zuidoosten van het RUP is derhalve screeningsgerechtigd. industrieterrein is het VEN-gebied ‘de Bronbossen en bovenlopen van de

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 20 van 41

6 Screening van de milieueffecten

De basisdoelstellingen van het RUP zijn het behoud van de bestemming 3. Het vastleggen van enkele randvoorwaarden betreffende lokaal bedrijventerrein en bijkomend bestemmen voor kleinhandel onder ontsluiting en buffering. voorwaarden.

Hierbij wordt benadrukt dat de beoordeling van de mogelijke milieueffecten gebeurt ten opzichte van de planologische referentietoestand. Ten opzichte 6.1 Het behouden van de bestemming als lokaal van deze toestand brengt het RUP slechts zeer beperkte wijzigingen aan. Het bedrijventerrein. plangebied behoud zijn bestemming, waarbij de bestemming kleinhandel mogelijk wordt gemaakt voor enkele bestaande kleinhandelszaken. Het RUP gaat uit van het behoud van de bestaande planologische bestemming. Een invulling van de percelen voor lokale bedrijvigheid blijft Er worden bijkomende randvoorwaarden vastgelegd betreffende ontsluiting, steeds mogelijk. Aangezien de bestemming lokale bedrijvigheid een waterhuishouding en buffering naar de omgeving. Er kan dan ook verwacht bevestiging is van de bestaande bestemmingsvoorschriften volgens het worden dat er voor veel milieudisciplines eerder positieve effecten zullen gewestplan zijn er geen negatieve effecten op het milieu te verwachten. zijn ten gevolge van het realiseren van de bepalingen uit het plan en dat er dus geen negatieve, laat staan significant negatieve effecten op het milieu Zuivere kantoorfuncties, agrarische bedrijven en Seveso-bedrijven zijn zullen zijn. volgens de voorschriften niet toegelaten. Door de inplanting van belastende activiteiten te verbieden worden mogelijke negatieve effecten op de De beschrijving van mogelijke milieueffecten wordt gestructureerd volgens omgeving uitgesloten. de opgegeven basisdoelstellingen van het RUP: 1. Het behouden van de bestemming als lokaal bedrijventerrein. 2. De geselecteerde percelen expliciet bijkomend bestemmen voor kleinhandel.

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 21 van 41

Screening van de milieueffecten

6.2 De geselecteerde percelen bijkomend bestemmen voor (bijkomende) kleinhandel) voor de opmaak van een mobiliteitstoets. Tevens kleinhandel. geldt een verrekend voertuigequivalent van 50 pae/uur als kritische waarde. In dit geval wordt de mobiliteitstoets geïntegreerd in de mer-screening. De percelen, opgenomen in het RUP betreffen bestaande kleinhandelszaken waarvoor planologisch de toegelaten functies worden verruimd. Vanwege de enorme diversiteit aan winkeltypes is het niet evident om richtcijfers rond verkeersgeneratie te gebruiken. Naar verkeer is het aantal 6.2.1 Mogelijke effecten op het verkeer bezoekers uiteraard maatgevend. Volgende cijfers kunnen als richtcijfers

gebruikt worden: 6.2.1.1 Bestaande toestand • Aantal bezoekers: 22 à 45 per 100 m² bvo per dag Er is een goede aansluiting op het lokale en bovenlokale wegennet. In het • Aantal werknemers: 0,5 à 2 per 100 m² per dag kader van het verbreden en verdiepen van het gemeentelijk mobiliteitsplan • Aantal leveringen (vrachtverkeer): 1 per dag à 1 per week per winkel. werd in 2012 een eerste concept beleidsplan gemaakt. In de nota wordt vastgesteld dat de industriezone goed ontsloten is via de Industrielaan en de Volgens OVG (4.2) gebeurt ongeveer 50% van de verplaatsingen voor het omleidingsweg N8c. De Industrielaan is een lokale weg type IIb. Ze dient motief winkelen als autobestuurder. Op basis van de verdeling van het specifiek voor de ontsluiting van de industriezone. De omleidingsweg N8c aantal verplaatsingen volgens vertrekuur gebeurt het merendeel van de niet- is een secundaire weg type II. Deze vervullen een verbindings- en werkgerelateerde verplaatsingen tussen 8 en 19u, dus over een periode van verzamelfunctie op zowel bovenlokaal als lokaal niveau. De N8c heeft een 11 uur. zeer belangrijke rol om het centrum en de centrumstraten zoveel mogelijk te ontlasten. Alle doorgaand verkeer moet deze route volgen in plaats van Voor de gemiddelde verkeersgeneratie door bedrijven geldt dezelfde gebruik te maken van de (vroegere) doortocht. bedenking als voor winkels. Ze is afhankelijk van type en oppervlakte van het bedrijf en van het aantal werknemers. Voor bedrijven geldt dat het De omleidingsweg N8c heeft echter enkele kritische punten dicht bij elkaar: aantal vrachtbewegingen maatgevend is. Het aantal vrachtvoertuigen op de winkels Colruyt en Aldi en de industriezone (met onder andere het dagbasis bedraagt gemiddeld 17 per bedrijf op een gemengd containerpark en het keurings- en examencentrum, …). Vooral het links bedrijventerrein. Op basis van de verdeling van het aantal verplaatsingen afslaande verkeer naar de winkels en de industriezone zorgt op drukke volgens vertrekuur gebeurt het merendeel van de werkgerelateerde momenten voor doorstromingsproblemen. verplaatsingen tussen 6 en 17u, dus over een periode van 11 uur.

6.2.1.2 Inschatting verkeersgeneratie Winkels genereren ten opzichte van bedrijven dus meer verkeer. Het gaat echter om meer autoverkeer en minder vrachtverkeer. Bovendien zullen de Het richtlijnenboek ‘Mobiliteitseffectenstudies, mobiliteitstoets en Mober’ cijfers zeer sterk afhankelijk zijn van de omvang en de aard van zowel de van het departement MOW, afdeling Beleid, Mobiliteit en winkels als de bedrijven. Verkeersveiligheid, hanteert onder andere de grenswaarde van 750 m² bvo

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 22 van 41

Screening van de milieueffecten

6.2.1.3 Evaluatie ten opzichte van de bestaande planologische geval zijn er geen effecten ten opzichte van de huidige planologische toestand referentietoestand.

In eerste instantie wordt de geplande situatie volgens het RUP vergeleken met de bestaande planologische situatie. 6.2.1.4 Evaluatie ten opzichte van de bestaande feitelijke toestand

Ten opzichte van de bestaande feitelijke toestand zijn de effecten eveneens beperkt. In de deelzones A en B zijn er reeds vergunde kleinhandelsactiviteiten. De bestaande kleinhandelszaken kunnen uitbreiden tot maximaal ca. 2.000 m² bruto vloeroppervlakte (bvo).

De tabel toont zelfs in het minimaal scenario (22 bezoekers per 100 m² bvo Voor deelzone C is kleinhandel enkel toegestaan in functie van de bestaande per dag) een toename van het aantal verkeersbewegingen. Er moet echter kleinhandelszaak met een maximale oppervlakte van 1.000m². Het beperken rekening gehouden worden met volgende factoren: van de toegelaten oppervlakte kleinhandelsfunctie betekent een beperking • De verruiming van de bestemmingsmogelijkheden naar kleinhandel ten opzicht van de huidige situatie met ca. 2.000 m² winkeloppervlakte. Ten heeft slechts betrekking heeft op 2 deelzones, overeenkomend met 7% opzichte van de vergunde toestand is dit strikt genomen een bijkomende van de totale oppervlakte van de bedrijvenzone. Ook hieruit kan afgeleid winkelactiviteit omdat de bestaande kleinhandel niet vergund is. worden dat de globale impact van de bestemmingsverruiming niet doorslaggevend zal zijn in relatie tot mogelijke verkeerseffecten Per deelzone is slechts één kleinhandelszaak toegelaten, waardoor het veroorzaakt door de bedrijvenzone als geheel. Hetzelfde geldt voor oprichten van bijkomende kleinhandelszaken en daarmee verbonden afgeleide effecten zoals geluid of lawaai. mobiliteitseffecten uitgesloten is. • Het RUP voert geen bestemmingswijziging door, maar geeft bijkomende bestemmingsmogelijkheden. Ook een scenario waarbij alle percelen in Ten opzichte van de bestaande feitelijke toestand valt er slechts een kleine het plangebied ingenomen zijn door bedrijvigheid blijft mogelijk. In dit toename van het verkeer te verwachten.

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 23 van 41

Screening van de milieueffecten

Ook het scenario waarbij alle percelen in het plangebied ingenomen zijn deze waarde toe voor het volledige RUP dan bekomen we een behoefte van door bedrijvigheid blijft mogelijk. In dit geval zal de situatie verbeteren 257 plaatsen. (minder verkeer) ten opzichte van de bestaande feitelijke toestand.

6.2.1.5 Evaluatie op basis van de parkeerbehoefte voor kleinhandel

In de bestaande feitelijke toestand zijn er circa 100 parkeerplaatsen in deelzone A, 26 in deelzone B en 45 in deelzone C. Dit komt neer op een totaal van 171 plaatsen of een gemiddelde van 3,5 parkeerplaatsen per 100 m² BVO kleinhandel.

Combineren we het huidige winkelaanbod met de maximale toekomstige Aangezien het huidige aanbod aan parkeerplaatsen doorgaans niet tot oppervlakte kleinhandel volgens het RUP, dan moeten er in de problemen leidt en in de aanvraag tot planologisch attest voor de Aldi- kleinhandelszones 198 parkeerplaatsen zijn, een beperkte toename met 27 supermarkt geen bijkomende parkeerplaatsen voorzien worden, lijkt het eenheden ten opzichte van de huidige toestand. redelijk om de huidige parkeernorm van 5 parkeerplaatsen per 100 m² BVO aan te houden. Bovendien ligt deze norm tussen het minimum en het Passen we de CROW kencijfers voor kleinhandel toe, zijn er tussen de 141 maximum volgens de CROW-kengetallen (respectievelijk 4,3 en 6,6). en de 203 parkeerplaatsen nodig2. Deze raming houdt rekening met het behoud van het huidige type winkels (respectievelijk supermarkt, bouwmarkt In een scenario waarbij alle kleinhandelszones door supermarkten of en tuincentrum). Van deze drie types winkels, heeft de supermarkt de vergelijkbare winkels zouden ingevuld worden, bekomt men zo een aanbod grootste parkeerbehoefte. Dit leidt tot een mogelijk scenario waarbij alle van 257 parkeerplaatsen (+ 86 t.o.v. de huidige situatie). In een scenario deelzones voor kleinhandel volgens het RUP door een supermarkt zouden waarbij de kleinhandelszones ingenomen blijven door de huidige type worden ingenomen. In dit scenario zijn er volgens de CROW kencijfers 294 winkels wordt de parkeerbehoefte ingeschat op 198 plaatsen (+ 27 t.o.v. de à 340 parkeerplaatsen nodig. huidige situatie).

In de aanvraag tot planologisch attest voor de Aldi supermarkt werd de Er kan geen vergelijking gemaakt worden met de planologische parkeerbehoefte onderzocht en gemotiveerd. In de gewenste ontwikkeling op referentiesituatie omdat de huidige bestemmingsplannen geen parkeernorm lange termijn zijn er 96 parkeerplaatsen voor 1.950 m² winkeloppervlakte. opleggen. Dit is een parkeernorm van 5 parkeerplaatsen voor 100 m² BVO. Passen we

2 Op basis van de ligging van het plangebied worden de kencijfers voor de zones ‘weinig stedelijk’ en ‘schil centrum’ toegepast.

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 24 van 41

Screening van de milieueffecten

Voor projecten waarbij de drempel van 200 parkeerplaatsen wordt Vestiging supermarkt Aldi (deelzone A) overschreden, is een MOBER vereist. In dit geval gaat het echter om individuele projecten, die ook bij toepassing van de maximale parkeernorm, ¾ Huidige situatie de drempel van 200 parkeerplaatsen niet overschrijden. Enkel in geval van gemeenschappelijke parking voor de zones A en B, is het mogelijk dat de Het gemiddeld aantal bezoekers per dag bedraagt 761. De piekdagen zijn drempelwaarde wordt overschreven. In dit geval zal aan de woensdag (922) en zaterdag (1.090). Het aantal klanten in de ochtendspits vergunningsaanvraag een project-MOBER toegevoegd moeten worden. Er (7u-9u) is verwaarloosbaar. Tijdens weekdagen komt 37% tijdens de bestaan geen verplichtingen omtrent het uitvoeren van een plan-MOBER bij avondspits (16u-19u), op zaterdag is dat 27%. Het merendeel van de klanten de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen. In geval een ruimtelijk komt dus buiten de spitsuren. Slechts 50% van de klanten komt per auto. Bij uitvoeringsplan plan-MER-plichtig is, wordt het MOBER geïntegreerd in de de andere vervoerswijzen scoort de fiets het hoogste (25%). Ten opzichte plan-MER. van het verkeer gegenereerd door de klanten, is dat veroorzaakt door de werknemers verwaarloosbaar. Het gaat om gemiddeld 9 werknemers op een Het inrichten van gemeenschappelijke parkings is overigens aan te bevelen weekdag, 11 op een zaterdag. Daarnaast zijn er gemiddeld 20 leveringen per vanuit het principes van zuinig ruimtegebruik. Het RUP maakt het week. combineren van parking bij verschillende kleinhandelsvestigingen mogelijk doch niet verplicht. ¾ Toekomstige situatie

Na realisatie van de maximale uitbreiding wordt het gemiddeld aantal 6.2.1.6 Vergelijking huidig en toekomstig mobiliteitsprofiel van de bezoekers per dag geraamd op 786, een stijging met 3%. Er zal één extra bestaande kleinhandel personeelslid zijn. Men verwacht geen stijging van het aantal leveringen.

Op basis van een bevraging bij de bestaande kleinhandelszaken3, wordt het Vestiging Brico+ doe-het-zelf zaak (deelzone B) huidige en toekomstige mobiliteitsprofiel beschreven. Bij het huidige mobiliteitsprofiel, wordt de reële verkeersgeneratie bepaald op basis van de ¾ Huidige situatie bestaande winkeloppervlakte. Het toekomstige mobiliteitsprofiel is een inschatting van de verkeersgeneratie indien de maximaal toelaatbare Het gemiddeld aantal bezoekers per dag bedraagt 249. De piekdag is de winkeloppervlakte gerealiseerd zou worden in de zones A en B (een de zone zaterdag (360). Het aantal klanten in de ochtendspits (7u-9u) is C kan de winkeloppervlakte niet toenemen). verwaarloosbaar. Ca. 21% van de klanten komt tijdens de avondspits (16u- 19u). Het merendeel van de klanten (75%) komt dus buiten de spitsuren. Ruim 90% van de klanten komt met de auto. Ten opzichte van het verkeer gegenereerd door de klanten, is dat veroorzaakt door werknemers

3 Schriftelijke bevraging in de periode december 2017 – januari 2018

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 25 van 41

Screening van de milieueffecten

verwaarloosbaar. Het gaat om gemiddeld 3 werknemers op een weekdag, 4 • De aanwezigheid van kleinhandel heeft geen impact op het verkeer in op een zaterdag. Daarnaast zijn er gemiddeld 50 leveringen per week. de ochtendspits. Er is een beperkt negatief effect op de verkeersintensiteiten in de avondspits, doch het merendeel van de ¾ Toekomstige situatie klanten bezoekt de bestaande winkels buiten de spitsuren. Na realisatie van de maximale uitbreiding wordt het gemiddeld aantal • De piekbelasting valt op zaterdag. Op deze dag is er veel minder tot bezoekers per dag geraamd op 263, een stijging met 5%. Er zal één extra geen woon-werk en woon-schoolverkeer. personeelslid zijn. Het aantal leveringen zou toenemen met 5 per week. • Uit de bevraging blijkt dat, met name in het geval van de supermarkt, veel klanten niet per auto komen maar gebruik maken van alternatieve Vestiging Aveve Tuincentrum (deelzone C) vervoerswijzen, vooral de fiets.

• De effecten op het gebied van verkeer veroorzaakt door werknemers ¾ Huidige situatie en leveringen is verwaarloosbaar tot beperkt. Het gemiddeld aantal bezoekers per dag bedraagt 246. De piekdag is de zaterdag (390). Het aantal klanten in de ochtendspits (7u-9u) is Uit de bevraging blijkt tevens dat de uitbreidingen die het RUP toelaat voor verwaarloosbaar. Ca. 25% van de klanten komt tijdens de avondspits (16u- 2 van de 3 bestaande kleinhandelszaken, geen aanzienlijk negatieve effecten 19u). Het merendeel van de klanten (75%) komt dus buiten de spitsuren. op de verkeersgeneratie zal veroorzaken. Bijna alle klanten (97%) komen met de auto. Ten opzichte van het verkeer gegenereerd door de klanten, is dat veroorzaakt door werknemers verwaarloosbaar. Het gaat om gemiddeld 5 werknemers op een weekdag, 4 6.2.1.7 Alternatieve vervoerswijzen op een zaterdag. Daarnaast zijn er gemiddeld 35 leveringen per week. De Geraardsbergsestraat ligt op het tracé van het openbaar busvervoer van De Lijn. De meest nabije haltes liggen op ca. 170 meter van de rand van ¾ Toekomstige situatie deelzone A. Aan weerszijden van de weg zijn er aanliggende fietspaden en voetpaden. De bestaande situatie is dus gunstig voor het gebruik van Het toekomstig profiel werd niet bevraagd daar het RUP in deze deelzone alternatieve vervoerswijzen zoals fiets en openbaar vervoer. Uit de geen uitbreiding van de kleinhandel toelaat; op termijn moet de bevraging blijkt trouwens dat ongeveer de helft van de klanten van de Aldi- winkeloppervlakte zelfs afgebouwd worden. vestiging niet met de auto naar de winkel komt.

Conclusies 6.2.1.8 Afgeleide effecten

Voor de huidige situatie geldt dat de impact van het verkeer gegenereerd Er zijn bij verkeer ook afgeleide effecten op het gebied van geluid en lucht door de kleinhandel beperkt is omwille van volgende redenen: (vervuiling). In het algemeen kan gesteld worden dat vrachtverkeer nadeliger is voor geluidsoverlast en luchtvervuiling dan autoverkeer.

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 26 van 41

Screening van de milieueffecten

Anderzijds is het aantal bewegingen bij bedrijven lager dan bij winkels. Ook figuur 3: biologische waarderingskaart hier zijn er dus geen elementen waaruit rechtstreeks besloten kan worden dat het bijkomend toelaten van de functie kleinhandel aanleiding zal geven tot aanzienlijk negatieve effecten.

6.2.2 Mogelijke effecten in andere disciplines

Plangebied C grenst aan het VEN-gebied en Habitatrichtlijngebied, het zuidelijke deel is aangeduid als biologisch waardevol gebied. Het beperken van de handelsactiviteit ten opzichte van de huidige situatie sluit negatieve effecten op de aangrenzende VEN- en habitatrichtlijngebieden uit. Het RUP heeft dus eerder een positief effect op de natuurwaarden van de aangrenzende gebieden.

6.2.3 Conclusie

De effecten ten gevolge van het bijkomend bestemmen van enkele percelen voor kleinhandel (als overdruk, met tegelijk ook het behoud van de huidige bestemming als KMO-zone), worden beoordeeld ten opzichte van de huidige planologische situatie, de huidige feitelijke situatie en de relevante scenario’s voor de toekomstige situatie. De bijkomende bestemming heeft vooral impact op de verkeersaspecten. Er kan echter gemotiveerd worden dat de effecten niet aanzienlijk zullen zijn. Bron: Geopunt.be

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 27 van 41

Screening van de milieueffecten

Bovendien zijn er maatregelen mogelijk om de situatie verder te verbeteren: figuur 4: VEN-gebieden, Natura 2000 • Het verbieden van links afslaand verkeer op de Geraardsbergsestraat ter hoogte van het plangebied, kan de doorstroming van het verkeer verbeteren. Dit kan eenvoudig gerealiseerd worden door een aangepaste signalisatie en wegmarkering zoals volle witte lijn ter hoogte van de inrit van de parking van de huidige Aldi-vestiging en/of ter hoogte van het kruispunt met de Industrielaan. Het afslagverbod kan ook afgedwongen worden door het aanbrengen van een verhoogde middenberm. Aangezien de N8c een gewestweg is vallen de overwogen maatregelen niet onder de bevoegdheid van de gemeente. De ingrepen liggen tevens buiten het plangebied van het RUP en kunnen dus evenmin via de verordenende bepalingen van het RUP afgedwongen worden. • Een mogelijk bijkomende maatregel is de aanleg van een rond punt ter hoogte van het kruispunt van de Industrielaan met de Spoorwegstraat (of verder oostelijk). Hierdoor ligt de zone tussen twee rotondes en kunnen links afdraaiende bewegingen vermeden worden door telkens door te rijden naar het meest nabije rond punt om zo op het tegenoverliggende rijvak te komen. Deze oplossing is in het kader van deze mer-screening te beschouwen als een suggestie die mogelijks verder onderzocht kan worden. Ook hierbij geldt dat de N8c een gewestweg is waardoor de overwogen maatregelen niet onder de bevoegdheid van de gemeente vallen. De overwogen ingreep ligt tevens buiten het plangebied van het RUP en kan dus evenmin via de verordenende bepalingen van het RUP afgedwongen worden.

• De parking in deelzone A niet rechtstreeks ontsluiten via de Bron: Geopunt.be Geraardsbergsestraat maar intern via de bedrijvenzone en de Industrielaan. Dit reduceert het aantal aansluitingen op de Geraardsbergsestraat en komt de veiligheid en verkeersdoorstroming op deze weg ten goede. Dit vereist evenwel een gemeenschappelijk parking of op zijn minst een gemeenschappelijk ontsluiting van de parkings in de zones A en B. Het RUP maakt het combineren van parking bij verschillende kleinhandelsvestigingen mogelijk doch niet verplicht.

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 28 van 41

Screening van de milieueffecten

• De parking in deelzone A combineren met de parking van de Om eventuele (visuele) hinder te vermijden legt het RUP langsheen het aangrenzende kleinhandel (vestiging Colruyt, buiten het plangebied van woongebied een groenstrook op met een breedte van 4 meter. Gelet op de het RUP). Dit reduceert eveneens het aantal aansluitingen op de beperkte perceelbreedte wordt de breedte over de eerste 50 meter vanaf de Geraardsbergsestraat en komt de veiligheid en verkeersdoorstroming op Geraardsbergsestraat verminderd tot 2 meter. Dit beperkt vooral eventuele deze weg ten goede. Het RUP maakt het combineren van beide parkings hinder op het gebied van ruimtelijke en landschappelijke inpassing. mogelijk doch niet verplicht. • Het (verder) stimuleren van alternatieve vervoerswijzen om het Het RUP laat toe om de buffer te doorbreken, enkel om een verbinding te autogebruik te reduceren. Hiervoor kunnen zowel overheden als maken tussen de parking van de Aldi supermarkt met de aangrenzende bedrijven en handelaars initiatieven nemen. Een mogelijke maatregel is parking van de Colruyt supermarkt. Hierdoor zou het aantal aansluitingen het verplaatsen van de bushalte naar een locatie die dichter bij de op de Geraardsbergsestraat kunnen gereduceerd worden tot één aansluiting kleinhandelszone (deelzones A en B) ligt. voor beide parkings, met een gunstig effect op de mobiliteit.

De groenbuffer langs het Mijnwerkerspad moet het fiets- en wandelpad 6.2.4 Niet weerhouden ontsluitingsalternatieven afschermen van de bedrijven- en kleinhandelszone en bijdragen tot de landschappelijke afwerking van de zone ten opzichte van de open ruimte. Volgende ontsluitingsalternatieven hebben geen of een beperktere invloed op de N8c en op de doorstroming van het verkeer op deze ringweg: Deze te realiseren groenstrook is eveneens 4 meter breed en valt deels samen • De deelzones A en B kunnen in theorie (gezamenlijk) ontsloten worden met de biologisch waardevolle zone en het habitatrichtlijngebied. Door de via de Edgar Tinelstraat. Dit is echter een lokale ontsluitingsweg van bepalingen van het RUP zal deze zone grotendeels behouden blijven met een woonwijk. Vanuit milieustandpunt (o.a. de verkeersleefbaarheid in mogelijk gunstige effecten voor fauna en flora in het gebied. Ook op het de woonwijk) is dit geen gunstig alternatief. Dit alternatief wordt niet gebied van landschap en erfgoed worden sterk negatieve effecten vermeden. weerhouden en ook expliciet uitgesloten via de voorschriften van het RUP. De deelzones A en B grenzen aan de Edgar Tinelstraat, een lokale ontsluitingsweg van de aangrenzende woonwijk. Ontsluitingen van de bedrijven- en kleinhandelszone langs de deze straat en wijk zijn niet toegelaten en zijn verplicht te voorzien langs de Industrielaan of de 6.3 Het vastleggen van extra randvoorwaarden. Geraardsbergsestraat. De opgelegde ontsluiting stemt overeen met de bestaande situatie, waardoor er geen effecten op het vlak van mobiliteit te In het algemeen is de landschappelijke impact van de bedrijvenzone geen verwachten zijn. In de aangrenzende woonwijk zullen er geen effecten zijn gevolg van het RUP omdat de bestemming reeds vastgelegd is in het ten gevolge van het verkeer van en naar de plangebieden. gewestplan. Bovendien is de bestemming al grotendeels gerealiseerd. Bijkomende bepalingen in het RUP helpen mee de impact van de De Zwalmbeek / Dorenbosbeek stroomt doorheen de bedrijvenzone doch bedrijvenzone op het vlak van landschap, waterhuishouding en mobiliteit te niet door de plangebieden zoals opgenomen in het RUP. Ten zuiden van het beperken.

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 29 van 41

Screening van de milieueffecten

deelgebied ‘Aveve’ stroomt de Verrebeek in de Zwalmbeek. Beide figuur 5: overstromingsgevoelige gebieden waterlopen zijn gecategoriseerd als 2de categorie. Het noordwestelijke deelgebied ligt gedeeltelijk in effectief overstromingsgevoelig en gedeeltelijk in mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het zuidoostelijk deelgebied ligt volledig in mogelijk overstromingsgevoelig gebied maar buiten de effectief overstromingsgevoelige gebieden.

Ten opzichte van de huidige toestand kan in het plangebied bijkomende bebouwing en verharding gerealiseerd worden. Elk bouwproject moet echter voldoen aan de gewestelijke en provinciale verordeningen ter zake. Het algemeen uitgangsprincipe is dat hemelwater in eerste instantie zoveel mogelijk gebruikt wordt. In tweede instantie moet het resterende hemelwater worden geïnfiltreerd of gebufferd, zodat in laatste instantie slechts een beperkt debiet vertraagd wordt afgevoerd.

Bron: AGIV, watertoetskaart 2011

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 30 van 41

Screening van de milieueffecten

Vanwege de ligging in overstromingsgevoelig gebied, bevat het RUP figuur 6: Ferrariskaart (1771-1778) bijkomende bepalingen voor bouwen in overstromingsgevoelig gebied.

Bebouwing in effectief overstromingsgevoelige zones zoals aangeduid op de watertoetskaarten, moet voldoen aan volgende principes van het ‘overstromingsveilig bouwen’: • Ondergrondse ruimtes voor opslag zijn verboden; • Ondergrondse stookolietanks zijn verboden; • De waterafvoer van een gebouw moet steeds verzekerd zijn; • De vloerhoogte van de benedenverdieping bevindt zich minstens 0,30 meter boven het maaiveld van het omliggende terrein; • Terreinophogingen zijn beperkt tot wat strikt noodzakelijk is voor de toegang tot het gebouw.

Het compenseren van alle ingenomen ruimte voor water is verplicht. figuur 7: Vandermaelenkaart (1846-1854) Rekening houdend met de verordenende bepalingen in het RUP en de specifieke voorschriften die het ‘overstromingsveilig bouwen’ en het compenseren van alle ingenomen ruimte voor water verplichten in de effectief overstromingsgevoelige gebieden, worden geen significante effecten op de waterhuishouding verwacht.

Het RUP is in hoofdzaak een bestendiging van de bestaande situatie en legt bijkomende bepalingen op om de impact op gebied van landschap, natuur, water en mobiliteit van de bedrijvenzone, ten opzichte van de omliggende woonzone en de open ruimte te beperken. Negatieve effecten op de omgeving worden hierdoor uitgesloten, op enkele vlakken zorgt het RUP zelfs voor een lichte verbetering ten opzichte van de bestaande situatie.

Bron: Geopunt.be

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 31 van 41

Screening van de milieueffecten

6.4 Archeologisch erfgoed

Binnen het plangebied bevinden zich geen archeologische zones. Dit betekent echter niet dat er geen archeologisch erfgoed aanwezig zou kunnen zijn. Op historische kaarten is bebouwing aanwezig ter hoogte van deelzone C, wellicht is een deel hiervan reeds verdwenen bij de aanleg van de voormalige spoorlijn 82 (nu het Mijnwerkerspad).

Het RUP heeft betrekking op een gebied waar de bodem wellicht al verstoord is door de aanleg van de bedrijvenzone en het ophogen van bepaalde delen van het terreinen.

Rekening houdend met bovenstaande elementen wordt geen significante impact op archeologisch erfgoed verwacht. Bijkomend worden eventuele negatieve effecten op archeologisch erfgoed vermeden door het toepassen van de vigerende wetgeving betreffende archeologisch vooronderzoek. Om de archeologische potentie in te schatten, moet voorafgaandelijk aan werken met ingrepen in de bodem een archeologisch vooronderzoek gebeuren en een archeologienota aan elke vergunningsaanvraag worden toegevoegd.

6.5 Mogelijk cumulatieve effecten

Voorgaande paragrafen tonen aan dat de uitvoering van de doelstellingen van het RUP geen significant negatieve effecten tot gevolg zal hebben. Verschillende kleinere of zeer lokale effecten versterken elkaar niet, zodat ook geen cumulatieve effecten te verwachten zijn.

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 32 van 41

7 Externe mensveiligheid

In het plangebied en de ruime omgeving zijn geen Seveso-inrichtingen aanwezig. Het RUP maakt in het plangebied de inrichting ervan niet mogelijk. In de voorschriften wordt de vestiging van hoge- en lagedrempel Seveso-inrichtingen expliciet verboden.

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 33 van 41

Grensoverschrijdende effecten

8 Grensoverschrijdende effecten

Rekening houdend met de ligging van het plangebied en de beperkte aard van mogelijke effecten, zijn er geen grensoverschrijdende effecten te verwachten.

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 34 van 41

Conclusie

9 Conclusie

Het plan vormt een kader voor de toekenning van een vergunning voor (een) In de verschillende disciplines zijn er geen significante effecten te project(en) opgesomd in de bijlage III van besluit van de Vlaamse Regering verwachten omdat het RUP de basisbestemming van het gebied van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van (bedrijvenzone) niet wijzigt en dat deze bestemming reeds grotendeels projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, namelijk voor de gerealiseerd is. rubriek 10a ‘Industrieterreinontwikkeling’. Er wordt echter gemotiveerd dat het plan een beperkte wijziging van een bestaande (planologische) toestand De conclusies van de screening worden bijgetreden in de uitgebrachte betreft. Het RUP is derhalve screeningsgerechtigd. adviezen van de provincie, het Departement Omgeving en ANB. De oorspronkelijke screening werd nader uitgewerkt op basis van het advies Het RUP gaat uit van een bestendiging van de bestaande situatie, waarbij de van het Departement MOW. Wijzigingen die zijn aangebracht naar oorspronkelijke planologische bestemming behouden blijft en kleinhandel aanleiding van de uitgebrachte adviezen zijn aangeduid met 2 dubbele als functie mogelijk wordt voor enkele bestaande kleinhandelszaken. strepen en cursief. Bijkomend worden enkele voorwaarden opgelegd met betrekking tot bufferzones, water en ontsluiting. Ten behoeve van een bijkomende adviesaanvraag aan het Departement MOW werden bijkomende wijzigingen en aanvullingen doorgevoerd. Deze De uitvoering van het RUP zal aanleiding geven tot globaal positieve zijn in gele kleur gemarkeerd. effecten op de omgeving, op het vlak van landschap, natuur, water en mobiliteit omdat het RUP, naast het mogelijk maken van de Er kan op basis van de aangevulde screening besloten worden dat er bij de kleinhandelsfunctie, ook verschillende randvoorwaarden voor de inrichtring uitvoering van het RUP geen aanzienlijk negatieve effecten worden van de zone oplegt. verwacht in de verschillende disciplines en er geen plan-MER moet worden opgemaakt.

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 35 van 41

10 Adviezen

Aan de Dienst Milieueffectenrapportagebeheer werd een selectie van relevante adviesinstanties gevraagd. Aan 4 instanties werd advies gevraagd. In totaal werden 4 antwoorden ontvangen. Alle ontvangen antwoorden en adviezen zijn hierna ingevoegd.

Antwoord Geen antwoord

ontvangen ontvangen Provinciebestuur Oost-Vlaanderen X Vlaamse Overheid – Departement Omgeving X Agentschap voor Natuur en Bos X Departement MOW X

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 36 van 41

Adviezen

10.1 Provinciebestuur Oost-Vlaanderen

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 37 van 41

Adviezen

10.2 Vlaamse Overheid – Departement Omgeving

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 38 van 41

Adviezen

10.3 Agentschap voor Natuur en Bos

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 39 van 41

Adviezen

10.4 Departement MOW

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 40 van 41

Adviezen

10.5 Departement MOW – Tweede advies

7823710002_05_screening, revisie e

Pagina 41 van 41