Publicatieblad C 89 van de Europese Unie

63e jaargang Uitgave in de Nederlandse taal Mededelingen en bekendmakingen 18 maart 2020

Inhoud

IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

2020/C 89/01 Wisselkoersen van de euro — 17 maart 2020 ...... 1

V Bekendmakingen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

2020/C 89/02 Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9705 — EXOR / GEDI) (1) ...... 2

ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

2020/C 89/03 Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie ...... 4

2020/C 89/04 Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie ...... 18

2020/C 89/05 Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie ...... 26

NL (1) Voor de EER relevante tekst.

18.3.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 89/1

IV

(Informatie)

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

EUROPESE COMMISSIE

Wisselkoersen van de euro (1) 17 maart 2020

(2020/C 89/01)

1 euro =

Munteenheid Koers Munteenheid Koers

USD US-dollar 1,0982 CAD Canadese dollar 1,5512 JPY Japanse yen 117,50 HKD Hongkongse dollar 8,5274 DKK Deense kroon 7,4732 NZD Nieuw-Zeelandse dollar 1,8420 GBP Pond sterling 0,90823 SGD Singaporese dollar 1,5691 KRW Zuid-Koreaanse won 1 365,21 SEK Zweedse kroon 10,9593 ZAR Zuid-Afrikaanse rand 18,2288 CHF Zwitserse frank 1,0561 CNY Chinese yuan renminbi 7,7095 ISK IJslandse kroon 154,40 HRK Kroatische kuna 7,5823 NOK Noorse kroon 11,5063 IDR Indonesische roepia 16 681,66 BGN Bulgaarse lev 1,9558 MYR Maleisische ringgit 4,7777 CZK Tsjechische koruna 26,985 PHP Filipijnse peso 56,563 HUF Hongaarse forint 347,04 RUB Russische roebel 82,3460 PLN Poolse zloty 4,4628 THB Thaise baht 35,461 RON Roemeense leu 4,8418 BRL Braziliaanse real 5,5280 TRY Turkse lira 7,1286 MXN Mexicaanse peso 25,0491 AUD Australische dollar 1,8287 INR Indiase roepie 81,5670

(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers. C 89/2 NL Publicatieblad van de Europese Unie 18.3.2020

V

(Bekendmakingen)

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

EUROPESE COMMISSIE

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9705 — EXOR / GEDI)

(Voor de EER relevante tekst)

(2020/C 89/02)

1. Op 24 februari 2020 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen: — EXOR N.V. (“EXOR”, Nederland); — GEDI Gruppo Editoriale S.p.A (“GEDI”, Italië).

EXOR verkrijgt uitsluitende zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening over GEDI.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.

2. De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn: — EXOR: holding met investeringen in verschillende sectoren (autofabricage, productie van bedrijfsvoertuigen voor de landbouwsector, herverzekeringen en professioneel voetbal); — GEDI: uitgeverij, digitale communicatie, reclame, radio en tv.

3. Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4. De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

Zaak M.9705 — EXOR / GEDI

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”). 18.3.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 89/3

E-mail: [email protected]

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie Directoraat-generaal Concurrentie Griffie voor concentraties 1049 Brussel BELGIË C 89/4 NL Publicatieblad van de Europese Unie 18.3.2020

ANDERE HANDELINGEN

EUROPESE COMMISSIE

Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

(2020/C 89/03)

Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 (1) van de Commissie

MEDEDELING VAN DE GOEDKEURING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING

“Anjou”

Referentienummer: PDO-FR-A0820-AM02

Datum van mededeling: 14 november 2019

BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING

1. Geografisch gebied

Het geografische gebied wordt als volgt gewijzigd:

“a) Alle fasen van de productie (...) vinden plaats in het geografische gebied dat zich uitstrekt over het grondgebied van de volgende gemeenten (op basis van de officiële geografische code van 2018):

— departement Deux-Sèvres: Argenton-l’Église, Bouillé-Loretz, Brion-près-Thouet, Louzy, Mauzé-Thouarsais, Oiron, Saint-Cyr-la-Lande, Sainte-Radegonde, Sainte-Verge, Saint-Martin-de-Mâcon, Saint-Martin-de-Sanzay, Thouars, Tourtenay, Val-en-Vignes (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Bouillé-Saint-Paul en Cersay);

— departement Maine-et-Loire: Allonnes, Angers, Antoigné, Artannes-sur-Thouet, Aubigné-sur-Layon, Beaulieu- sur-Layon, Bellevigne-en-Layon (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Champ-sur-Layon, Faveraye- Mâchelles, Faye-d’Anjou, Rablay-sur-Layon en Thouarcé), Blaison-Saint-Sulpice (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Blaison-Gohier en Saint-Sulpice), , Brain-sur-Allonnes, Brézé, Brissac Loire Aubance (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Alleuds, Brissac-Quincé, Charcé-Saint-Ellier-sur- Aubance, Chemellier, Coutures, Luigné, Saint-Rémy-la-Varenne, Saint-Saturnin-sur-Loire en Vauchrétien), Brossay, Cernusson, Chacé, Chalonnes-sur-Loire, Champtocé-sur-Loire, Chaudefonds-sur-Layon, Chemillé-en- Anjou (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Chanzeaux, La Jumellière en Valanjou), Cizay-la- Madeleine, Cléré-sur-Layon, Le Coudray-Macouard, Courchamps, Denée, Dénezé-sous-Doué, Distré, Doué-en- Anjou (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Brigné, Concourson-sur-Layon, Doué-la-Fontaine, Forges, Meigné, Montfort, Saint-Georges-sur-Layon en Les Verchers-sur-Layon), Épieds, Fontevraud-l’Abbaye, Les Garennes sur Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Juigné-sur-Loire en Saint-Jean-des- Mauvrets), Gennes-Val-de-Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Chênehutte-Trèves-Cunault, Gennes, Grézillé, Saint-Georges-des-Sept-Voies en Le Thoureil), Huillé, Ingrandes-Le Fresne sur Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeente Ingrandes), Jarzé Villages (voormalig grondgebied van de deelgemeente Lué-en-Baugeois), Louresse-Rochemenier, Lys-Haut-Layon (voormalig grondgebied van de

(1) PB L 9 van 11.1.2019, blz. 2. 18.3.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 89/5

deelgemeenten Cerqueux-sous-Passavant, La Fosse-de-Tigné, Nueil-sur-Layon, Tancoigné, Tigné, Trémont en Vihiers), Mauges-sur-Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeenten La Chapelle-Saint-Florent, Le Mesnil-en-Vallée, Montjean-sur-Loire, La Pommeraye, Saint-Florent-le-Vieil, Saint-Laurent-de-la-Plaine en Saint-Laurent-du-Mottay), Mazé-Milon (voormalig grondgebied van de deelgemeente Fontaine-Milon), Montilliers, Montreuil-Bellay, , Mozé-sur-Louet, Mûrs-Erigné, Orée d’Anjou (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Bouzillé, Champtoceaux, Drain, Landemont, Liré en La Varenne), Parnay, Passavant-sur-Layon, La Possonnière, Le Puy-Notre-Dame, Rochefort-sur-Loire, Rou-Marson, Saint-Cyr-en- Bourg, Sainte-Gemmes-sur-Loire, Saint-Georges-sur-Loire, Saint-Germain-des-Prés, Saint-Just-sur-Dive, Saint- Macaire-du-Bois, Saint-Melaine-sur-Aubance, , Savennières, Soulaines-sur-Aubance, Souzay- Champigny, Terranjou (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Chavagnes, Martigné-Briand en Notre- Dame-d’Allençon), Tuffalun (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Ambillou-Château, Louerre en Noyant-la-Plaine), , Les Ulmes, Val-du-Layon (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Saint- Aubin-de-Luigné en Saint-Lambert-du-Lattay), Varennes-sur-Loire, Varrains, Vaudelnay, Villevêque;

— departement Vienne: Berrie, Curçay-sur-Dive, Glénouze, Pouançay, Ranton, Saint-Léger-de-Montbrillais, Saix, Ternay, Les Trois-Moutiers.

De cartografische documenten voor het geografische gebied kunnen worden geraadpleegd op de website van het “Institut National de l’Origine et de la Qualité”.”

b) Alle fasen van de productie van wijnen die in aanmerking komen voor de aanduiding “gamay”, vinden plaats in het geografische gebied dat zich uitstrekt over het grondgebied van de volgende gemeenten (op basis van de officiële geografische code van 2018):

— departement Deux-Sèvres: Argenton-l’Église, Bouillé-Loretz, Brion-près-Thouet, Louzy, Mauzé-Thouarsais, Saint-Cyr-la-Lande, Sainte-Radegonde, Sainte-Verge, Saint-Martin-de-Sanzay, Thouars, Val en Vignes (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Bouillé-Saint-Paul en Cersay);

— departement Maine-et-Loire: Allonnes, Angers, Aubigné-sur-Layon, Beaulieu-sur-Layon, Bellevigne-en-Layon (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Champ-sur-Layon, Faveraye-Mâchelles, Faye-d’Anjou, Rablay- sur-Layon en Thouarcé), Blaison-Saint-Sulpice (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Blaison-Gohier en Saint-Sulpice), Bouchemaine, Brain-sur-Allonnes, Brissac Loire Aubance (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Alleuds, Brissac-Quincé, Charcé-Saint-Ellier-sur-Aubance, Chemellier, Coutures, Luigné, Saint- Rémy-la-Varenne, Saint-Saturnin-sur-Loire en Vauchrétien), Cernusson, Chalonnes-sur-Loire, Champtocé-sur- Loire, Chaudefonds-sur-Layon, Chemillé-en-Anjou (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Chanzeaux, La Jumellière en Valanjou), Cléré-sur-Layon, Denée, Dénezé-sous-Doué, Doué-en-Anjou (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Brigné, Concourson-sur-Layon, Doué-la-Fontaine, Forges, Montfort, Saint- Georges-sur-Layon en les Verchers-sur-Layon), Les Garennes sur Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Juigné-sur-Loire en Saint-Jean-des-Mauvrets), Gennes-Val-de-Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Chênehutte-Trèves-Cunault, Gennes, Grézillé, Saint-Georges-des-Sept-Voies en Le Thoureil), Huillé, Ingrandes-Le Fresne sur Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeente Ingrandes), Jarzé Villages (voormalig grondgebied van de deelgemeente Lué-en-Baugeois), Louresse-Rochemenier, Lys-Haut-Layon (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Les Cerqueux-sous-Passavant, La Fosse-de-Tigné, Nueil-sur- Layon, Tancoigné, Tigné, Trémont en Vihiers), Mauges-sur-Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeenten La Chapelle-Saint-Florent, Le Mesnil-en-Vallée, Montjean-sur-Loire, La Pommeraye, Saint- Florent-le-Vieil, Saint-Laurent-de-la-Plaine en Saint-Laurent-du-Mottay), Mazé-Milon (voormalig grondgebied van de deelgemeente Fontaine-Milon), Montilliers, Mozé-sur-Louet, Mûrs-Erigné, Orée d’Anjou (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Bouzillé, Champtoceaux, Drain, Landemont, Liré, La Varenne), Passavant- sur-Layon, La Possonnière, Rochefort-sur-Loire, Sainte-Gemmes-sur-Loire, Saint-Georges-sur-Loire, Saint- Germain-des-Prés, Saint-Macaire-du-Bois, Saint-Melaine-sur-Aubance, Savennières, Soulaines-sur-Aubance, Terranjou (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Chavagnes, Martigné-Briand en Notre-Dame- d’Allençon), Tuffalun (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Ambillou-Château, Louerre en Noyant-la- Plaine), Val-du-Layon (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Saint-Aubin-de-Luigné en Saint-Lambert- du-Lattay), Varennes-sur-Loire, Villevêque;

De cartografische documenten voor het geografische gebied kunnen worden geraadpleegd op de website van het “Institut National de l’Origine et de la Qualité”.” ”.

Redactionele wijziging: in de nieuwe lijst van gemeenten is rekening gehouden met fusies en andere wijzigingen in de administratieve zonering die hebben plaatsgevonden sinds de homologatie van het productdossier. Omwille van de rechtszekerheid wordt in deze lijst verwezen naar de huidige versie van de officiële geografische code, die jaarlijks door het INSEE wordt bijgewerkt. De omtrek van het geografische gebied blijft volledig gelijk.

Om het publiek beter te informeren wordt tot slot vermeld dat de cartografische documenten voor het geografische gebied kunnen worden geraadpleegd op de website van het “Institut National de l’Origine et de la Qualité”.

Punt 6 van het enig document betreffende het geografische gebied wordt dienovereenkomstig gewijzigd. C 89/6 NL Publicatieblad van de Europese Unie 18.3.2020

2. Afgebakend perceelgebied In hoofdstuk I, deel IV, punt 2, van het productdossier worden na de woorden “5 september 2007” de woorden “en 19 januari 2017” toegevoegd. Doel van deze wijziging is de data toe te voegen waarop de bevoegde nationale autoriteit een wijziging van het afgebakende perceelgebied binnen het geografische productiegebied heeft goedgekeurd. Met de afbakening van het perceelgebied wordt bepaald welke percelen binnen het geografische productiegebied geschikt zijn voor de productie van de betrokken beschermde oorsprongsbenaming. In hoofdstuk I, deel IV, punt 2, van het productdossier worden de woorden “4 september 1996” vervangen door de woorden “4 en 5 september 1996”. Deze wijziging is een correctie van de data waarop de nationale instantie het afgebakende perceelgebied heeft goedgekeurd. Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

3. Gebied in de onmiddellijke nabijheid In hoofdstuk I, deel IV, punt 3, wordt de lijst van gemeenten vervangen door: — departement Indre-et-Loire: Saint-Nicolas-de-Bourgueil; — departement Loire-Atlantique: Ancenis, Le Loroux-Bottereau, Le Pallet, La Remaudière, Vair-sur-Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeente Anetz), Vallet; — departement Maine-et-Loire: Orée d’Anjou (voormalig grondgebied van de deelgemeente Saint-Laurent-des-Autels), Saint-Martin-du-Fouilloux. Voor de aanduiding “gamay” wordt de lijst van gemeenten vervangen door: — departement Deux-Sèvres: Saint-Martin-de-Mâcon, Tourtenay; — departement Indre-et-Loire: Saint-Nicolas-de-Bourgueil; — departement Loire-Atlantique: Ancenis, Le Loroux-Bottereau, Le Pallet, La Remaudière, Vair-sur-Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeente Anetz), Vallet; — departement Maine-et-Loire: Antoigné, Artannes-sur-Thouet, Brézé, Brossay, Chacé, Cizay-la-Madeleine, Le Coudray-Macouard, Courchamps, Distré, Doué-en-Anjou (voormalig grondgebied van de deelgemeente Meigné), Épieds, Fontevraud-l’Abbaye, Montreuil-Bellay, Montsoreau, Orée d’Anjou (voormalig grondgebied van de deelgemeente Saint-Laurent-des-Autels), Parnay, Le Puy-Notre-Dame, Rou-Marson, Saint-Cyr-en-Bourg, Saint-Just- sur-Dive, Saint-Martin-du-Fouilloux, Saumur, Souzay-Champigny, Turquant, Les Ulmes, Varrains, Vaudelnay; — departement Vienne: Berrie, Curçay-sur-Dive, Glénouze, Pouançay, Ranton, Saint-Léger-de-Montbrillais, Saix, Ternay, Les Trois-Moutiers. Daarbij is rekening gehouden met verschillende fusies van gemeenten die hebben plaatsgevonden sinds de laatste versie van het productdossier. De omtrek van het “gebied in de onmiddellijke nabijheid” blijft volledig gelijk. Punt 9 van het enig document betreffende de aanvullende voorwaarden wordt dienovereenkomstig gewijzigd.

4. Agromilieubepaling In hoofdstuk I, deel VI, punt 2, wordt het volgende toegevoegd: “Tussen de rijen moet een gecontroleerde – spontane of ingezaaide – bodemvegetatie aanwezig zijn; bij gebrek daaraan moet de grond zodanig worden bewerkt dat de spontane vegetatie onder controle kan worden gehouden of wordt aangetoond dat gebruik is gemaakt van biologische bestrijdingsmiddelen die zijn gehomologeerd door de met wijnbouw belaste overheidsinstantie. Wanneer op een perceel biologische bestrijdingsmiddelen worden gebruikt, is het verboden om op datzelfde perceel andere herbiciden te gebruiken. ”. Deze wijziging moet worden gezien in het kader van de huidige ontwikkeling van agro-ecologische praktijken bij de exploitanten op de wijngaarden van Anjou. Ze weerspiegelt de toenemende aandacht voor milieuoverwegingen in de technische procedés. Door de aanwezigheid van een plantendek of de toepassing van mechanisch wieden of het gebruik van biologische bestrijdingsmiddelen te bevorderen, zal deze wijziging ertoe leiden dat minder chemische herbiciden worden gebruikt. Zo kunnen de bodems van de wijngaarden beter worden beschermd en kunnen de natuurlijke functies ervan (vruchtbaarheid, biodiversiteit, biologische zuivering) worden behouden, hetgeen bijdraagt aan de kwaliteit en de authenticiteit van de wijn en het concept van “terroir” versterkt. Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document. 18.3.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 89/7

5. Besluit tot opening van de oogsttijd In hoofdstuk I, deel VII, punt 1, van het productdossier wordt de volgende zin geschrapt: “De begindatum voor de druivenoogst wordt vastgesteld volgens de bepalingen van artikel D. 645-6 van de “Code rural et de la pêche maritime” (Frans wetboek landbouw en zeevisserij).”. Het is tegenwoordig niet meer nodig om een begindatum voor de oogst vast te stellen, aangezien de exploitanten nu over een breed scala aan hulpmiddelen beschikken om de rijpheid van de druiven zo goed mogelijk te kunnen beoordelen. Elke exploitant beschikt over een aantal eigen en gedeelde apparaten en voorzieningen om de optimale datum voor de aanvang van het oogsten van elk perceel nauwkeurig te bepalen in het licht van de productiedoel­ stellingen. Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

6. Suikergehalte In hoofdstuk I, deel IX, punt 1, onder c), worden de woorden “na gisting” ingevoegd. Deze wijziging wordt aangebracht om elke verwarring met het suikergehalte vóór gisting te vermijden; het is namelijk van belang te verduidelijken dat de controle van dit gehalte na de gisting moet plaatsvinden. Punt 4 van het enig document wordt dienovereenkomstig gewijzigd.

7. Wijziging van de oenologische procedés In hoofdstuk I, deel IX, punt 1, onder d), van het productdossier worden de woorden “Voor witte en roséwijnen” ingevoegd vóór “het gebruik van houtspaanders is verboden” en wordt de volgende zin toegevoegd: “Voor rode wijnen is het gebruik van houtspaanders verboden, behalve tijdens de vinificatie”. Door deze wijziging wordt het verbod op het gebruik van eikenhoutspaanders tijdens de vinificatie van rode wijnen opgeheven. Hiermee willen de producenten het typische karakter van de onder de benaming vallende wijnen versterken als zijnde fruitige en soepele wijnen, die al op jonge leeftijd gedronken kunnen worden. Wanneer bij de vinificatie houtspaanders worden gebruikt, brengen de tannines daarvan het fruitige aroma beter tot uiting en geven zij de wijnen meer structuur doordat zij voor volheid en een lange afdronk zorgen; een ander effect van deze tannines is dat de rode kleur bij veroudering stabiel blijft. De houtspaanders mogen enkel worden gebruikt tijdens de vinificatiefase; voor het opvoeden van de wijn is het nog steeds verboden ze te gebruiken. Punt 5 van het enig document wordt dienovereenkomstig gewijzigd.

8. Capaciteit van de gistingsruimte In hoofdstuk I, deel IX, punt 1, onder e), wordt de zin “Elke exploitant beschikt over een gistingsruimte met een capaciteit van minstens 1,4 keer de gemiddelde opbrengst van het bedrijf over de laatste vijf jaar.” vervangen door de volgende zin: “Elke exploitant beschikt over een gistingsruimte met een capaciteit van minstens 1,4 keer het gemiddelde tot wijn verwerkte volume van de laatste vijf jaar.”. In het productdossier werd niet verwezen naar een capaciteit (uitgedrukt in hl of m3) maar naar een opbrengst, d.w.z. een oogstvolume gedeeld door de productieoppervlakte (uitgedrukt in bijvoorbeeld hl/ha). Door de wijziging kan deze inconsistentie betreffende de grootheden worden verholpen zonder inhoudelijke wijzigingen (nog steeds minstens 1,4 keer het gemiddelde door het bedrijf tot wijn verwerkte volume van de voorgaande jaren). Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

9. In het verkeer brengen van de wijn Hoofdstuk I, deel IX, punt 5, onder b), betreffende de datum van het in verkeer brengen van de wijnen tussen erkende entrepothouders wordt geschrapt. Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

10. Verband met het geografische gebied Het deel over het verband is herzien om het aantal gemeenten bij te werken (bijvoorbeeld 70 in plaats van 126 voor het departement Maine-et-Loire). Punt 6 van het enig document wordt dienovereenkomstig gewijzigd. C 89/8 NL Publicatieblad van de Europese Unie 18.3.2020

11. Overgangsmaatregel De niet langer geldende overgangsmaatregelen zijn geschrapt. In hoofdstuk I, deel XI, wordt het volgende toegevoegd: “De bepalingen betreffende de verplichte gecontroleerde – spontane of ingezaaide – bodemvegetatie tussen de rijen; of bij gebrek daaraan, de verplichting voor de exploitant om de grond te bewerken of biologische bestrijdingsmiddelen te gebruiken teneinde te zorgen voor een gecontroleerde spontane vegetatie, gelden niet voor wijngaardpercelen die op de datum van goedkeuring van dit productdossier reeds bestonden en waarop de afstand tussen de rijen kleiner is dan of gelijk is aan 1,7 meter. “. De overgangsmaatregel moet ervoor zorgen dat reeds bestaande wijnpercelen die niet zijn aangeplant overeenkomstig de agromilieubepalingen, niet worden benadeeld. In wijngaarden met een hoge dichtheid, die worden gekenmerkt door een afstand tussen de rijen van hoogstens 1,7 meter, kunnen het onderhoud van permanente bodemvegetatie of de bewerking van de bodem immers tot technische problemen leiden (mechanisatie, materieel, gereedschap). Bij de lage wijnstokken verhoogt het plantendek ook het risico op vorstschade in het voorjaar. Hoe hoger de beplantingsdichtheid van de wijnstokken, hoe groter bovendien de impact van de bodembedekking op de watervoorziening van de wijnstokken. De wijnstokken die na de homologatie van het productdossier worden aangeplant, moeten echter voldoen aan de ingevoerde agromilieubepalingen, ongeacht de beplantingsdichtheid en de afstand tussen de rijen. Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

12. Bijhouden van een register In hoofdstuk II, deel II, punt 3, wordt “potentieel” vervangen door “natuurlijk”. Naar analogie met de formulering in alle productdossiers voor het gebied Anjou Saumur, worden de uitdrukkingen “potentieel gehalte” of “graden” vervangen door de formulering “natuurlijk alcoholvolumegehalte”. Deze wijzigingen zorgen voor een betere leesbaarheid van deze productdossiers. De harmonisatie van de bepalingen betreffende het bijhouden van een register is bedoeld om de opstelling van het inspectieplan en de controle van de registers te vergemakkelijken. Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

13. Voornaamste te controleren punten Hoofdstuk III is herzien om te zorgen voor samenhang in de tekst over de te controleren punten in de productdossiers uit de streek Anjou Saumur. Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

ENIG DOCUMENT

1. Naam van het product Anjou

2. Type geografische aanduiding BOB – beschermde oorsprongsbenaming

3. Categorieën wijnbouwproducten 1. Wijn 5. Mousserende kwaliteitswijn

4. Beschrijving van de wijn(en)

Niet-mousserende witte wijnen Ze hebben: — een natuurlijk alcoholvolumegehalte van minstens 11 %; — een gehalte aan fermenteerbare suikers, na gisting, van ten hoogste 3 g/l, of ten hoogste 8 g/l wanneer het totaalgehalte aan zuren, uitgedrukt in gram wijnsteenzuur per liter, niet meer dan 2 gram per liter lager is dan het gehalte aan fermenteerbare suikers. Het totaal alcoholvolumegehalte na verrijking bedraagt niet meer dan 12,5 %. Het gehalte aan vluchtige zuren, het totaalgehalte aan zuren en het totale gehalte aan zwaveldioxide komen overeen met de in de Europese regelgeving vastgestelde gehalten. 18.3.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 89/9

Over het algemeen zijn de niet-mousserende witte wijnen droog, maar ze kunnen soms fermenteerbare suikers bevatten en als “demi-sec” (halfdroog), “moelleux” (halfzoet) of “doux” (zoet) worden aangemerkt. De aromatische expressie van de wijnen is veelal intens, met bloemenaroma’s (meidoorn, seringen, linde, kamille, ...) en fruitigere toetsen (citrusvruchten, pruimen, peren, gedroogd fruit, ...). Het zijn wijnen met een volle smaak, een stevige body en een frisse en verfijnde afdronk.

Algemene analytische kenmerken Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) 9,5 Minimale totale zuurgraad Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

Niet-mousserende rode wijn De wijnen hebben: — een natuurlijk alcoholvolumegehalte van minstens 10,5 %; — een gehalte aan fermenteerbare suikers, na gisting, van ten hoogste 3 g/l; — voor de wijnen die in aanmerking komen voor de aanduiding “gamay”, aangevuld met de aanduiding “primeur” of “nouveau”: een gehalte aan fermenteerbare suikers, na gisting, van ten hoogste 2 g/l. Voor de rode wijnen moet de malolactische gisting verplicht worden voltooid. Het appelzuurgehalte van de rode wijnen die in bulk in de handel worden gebracht of zich in het verpakkingsstadium bevinden, is lager dan of gelijk aan 0,4 g/l. Het totale alcoholvolumegehalte na verrijking bedraagt niet meer dan 12,5 %. Het gehalte aan vluchtige zuren, het totaalgehalte aan zuren en het totale gehalte aan zwaveldioxide komen overeen met de in de Europese regelgeving vastgestelde gehalten, maar het gehalte aan vluchtige zuren van elke partij onverpakte wijn die voor de aanduiding “primeur” of “nouveau” in aanmerking komt, bedraagt ten hoogste 10,2 milli- equivalent per liter. De opvoeding van de rode wijn loopt ten minste tot 15 januari van het jaar dat volgt op het oogstjaar. De niet-mousserende rode wijnen hebben een mooie tanninestructuur. Hun aromatische expressie is tamelijk intens, met voornamelijk toetsen van rode vruchten. De wijnen hebben een zekere structuur, maar toch moet de lichtheid dominant blijven. Het zijn aangename wijnen die het best binnen drie jaar na de oogst worden gedronken.

Algemene analytische kenmerken Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) Minimale totale zuurgraad Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

Mousserende wijn De mousserende wijnen zijn wit of rosé. De basiswijnen die bestemd zijn voor de productie van mousserende witte wijnen en roséwijnen hebben een natuurlijk alcoholvolumegehalte van minstens 10,5 %. De nog niet verrijkte basiswijnen die bestemd zijn voor de bereiding van mousserende wijnen, hebben een effectief alcoholvolumegehalte van ten hoogste 12 %. De nog niet verrijkte basiswijnen hebben na gisting een gehalte aan fermenteerbare suikers (glucose + fructose) van ten hoogste 24 g/l. De verrijkte basiswijnen hebben na gisting een gehalte aan fermenteerbare suikers (glucose + fructose) van ten hoogste 5 g/l. C 89/10 NL Publicatieblad van de Europese Unie 18.3.2020

De verrijkte basiswijnen die bestemd zijn voor de productie van mousserende witte wijnen en roséwijnen, hebben een totaal alcoholvolumegehalte van ten hoogste 11,6 %. Na de koolzuurontwikkeling en vóór toevoeging van de dosagelikeur bedraagt het totale alcoholvolumegehalte van de wijnen niet meer dan 13 %. Het gehalte aan vluchtige zuren, het totaalgehalte aan zuren en het totale gehalte aan zwaveldioxide komen overeen met de in de Europese regelgeving vastgestelde gehalten. De mousserende wijnen zijn wit of rosé. Ze worden gekenmerkt door hun finesse, niet alleen qua koolzuuront­ wikkeling, maar ook qua aromatische expressie en smaakstructuur.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

Minimale totale zuurgraad

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

5. Wijnbereidingsprocedés

a. Essentiële oenologische procedés

Beplantingsdichtheid – plantafstand Teeltmethode De minimale beplantingsdichtheid bedraagt 4 000 wijnstokken per hectare. De afstand tussen de rijen mag niet meer dan 2,50 m bedragen en de afstand tussen de wijnstokken binnen eenzelfde rij niet minder dan 1 m. De gecontroleerde oorsprongsbenaming mag worden gebruikt voor de oogst van wijngaardpercelen met een beplantings­ dichtheid van minder dan 4 000 wijnstokken/ha, maar minstens 3 300 wijnstokken/ha, op voorwaarde dat de voorschriften in het productdossier inzake opbinding en hoogte van de bladeren worden nageleefd. De afstand tussen de rijen van deze percelen mag niet meer dan 3 m bedragen en de afstand tussen de wijnstokken binnen eenzelfde rij niet minder dan 1 m.

Voorschriften inzake het snoeien en leiden van de wijnstokken Teeltmethode De wijnstokken worden uiterlijk op 30 april gesnoeid volgens de gemengde snoeimethode, overeenkomstig de voorschriften van het productdossier betreffende het maximale aantal ogen per wijnstok en het maximale aantal ogen op de langgesnoeide legger voor elk druivenras. De hoogte van het opgebonden gebladerte, gemeten tussen de ondergrens van de bladeren (minstens 0,40 m boven de grond) en de bovengrens van de snoei (minstens 0,20 m boven de bovenste opbinddraad), is minstens 0,6 keer de afstand tussen de rijen. De percelen met een beplantingsdichtheid van minder dan 4 000, maar minstens 3 300 wijnstokken per hectare voldoen bovendien aan de volgende voorschriften betreffende het leiden van de wijnstokken: de staken waaraan de opbinddraad is vastgemaakt, moeten minstens 1,90 m boven de grond uitsteken; de opbinddraad bestaat uit vier niveaus; de bovenste draad bevindt zich minstens 1,85 m boven de grond.

Irrigatie Teeltmethode Irrigatie is verboden.

Verrijking Specifiek oenologisch procedé Voor de rode wijnen zijn subtractieve verrijkingstechnieken toegestaan en het maximumpercentage gedeeltelijke concentratie ten opzichte van de gebruikte hoeveelheid is vastgesteld op 10 %. Het totale alcoholvolumegehalte van de niet-mousserende wijnen na verrijking bedraagt niet meer dan 12,5 %. 18.3.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 89/11

De verrijkte basiswijnen die bestemd zijn voor de productie van mousserende witte wijnen en roséwijnen, hebben een gehalte aan fermenteerbare suikers van ten hoogste 5 g/l en een totaal alcoholvolumegehalte van ten hoogste 11,6 %.

Gebruik van houtspaanders Specifiek oenologisch procedé Voor witte wijnen en roséwijnen is het gebruik van houtspaanders verboden. Voor rode wijnen is het gebruik van houtspaanders verboden, behalve tijdens de vinificatie. De basiswijnen die bestemd zijn voor de bereiding van mousserende rosé mogen worden geproduceerd met behulp van maceratie of het laten “bloeden” van de druiven. Naast de bovengenoemde bepalingen moeten de wijnen, wat oenologische procedés betreft, voldoen aan de verplichtingen die zijn vastgesteld op Europees niveau en in het wetboek landbouw en zeevisserij.

Voor de wijnbereiding geldende beperking Bij de bereiding van rosé is het gebruik van kool voor oenologische doeleinden, als afzonderlijk product of in mengsels, verboden.

b. Maximumopbrengsten Niet-mousserende witte wijnen 65 hectoliter per hectare Niet-mousserende rode wijn 65 hectoliter per hectare Moussende witte wijnen en roséwijnen 76 hectoliter per hectare Met aanduiding “gamay” 72 hectoliter per hectare

6. Afgebakend geografisch gebied a) Alle fasen van de productie van wijnen die in aanmerking komen voor de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Anjou” vinden plaats in het geografische gebied dat zich uitstrekt over het grondgebied van de volgende gemeenten (op basis van de officiële geografische code van 2018): — departement Deux-Sèvres: Argenton-l’Église, Bouillé-Loretz, Brion-près-Thouet, Louzy, Mauzé-Thouarsais, Oiron, Saint-Cyr-la-Lande, Sainte-Radegonde, Sainte-Verge, Saint-Martin-de-Mâcon, Saint-Martin-de-Sanzay, Thouars, Tourtenay, Val-en-Vignes (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Bouillé-Saint-Paul en Cersay); — departement Maine-et-Loire: Allonnes, Angers, Antoigné, Artannes-sur-Thouet, Aubigné-sur-Layon, Beaulieu- sur-Layon, Bellevigne-en-Layon (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Champ-sur-Layon, Faveraye- Mâchelles, Faye-d’Anjou, Rablay-sur-Layon en Thouarcé), Blaison-Saint-Sulpice (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Blaison-Gohier en Saint-Sulpice), Bouchemaine, Brain-sur-Allonnes, Brézé, Brissac Loire Aubance (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Alleuds, Brissac-Quincé, Charcé-Saint-Ellier-sur- Aubance, Chemellier, Coutures, Luigné, Saint-Rémy-la-Varenne, Saint-Saturnin-sur-Loire en Vauchrétien), Brossay, Cernusson, Chacé, Chalonnes-sur-Loire, Champtocé-sur-Loire, Chaudefonds-sur-Layon, Chemillé-en- Anjou (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Chanzeaux, La Jumellière en Valanjou), Cizay-la- Madeleine, Cléré-sur-Layon, Le Coudray-Macouard, Courchamps, Denée, Dénezé-sous-Doué, Distré, Doué-en- Anjou (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Brigné, Concourson-sur-Layon, Doué-la-Fontaine, Forges, Meigné, Montfort, Saint-Georges-sur-Layon en Les Verchers-sur-Layon), Épieds, Fontevraud-l’Abbaye, Les Garennes sur Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Juigné-sur-Loire en Saint-Jean-des- Mauvrets), Gennes-Val-de-Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Chênehutte-Trèves-Cunault, Gennes, Grézillé, Saint-Georges-des-Sept-Voies en Le Thoureil), Huillé, Ingrandes-Le Fresne sur Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeente Ingrandes), Jarzé Villages (voormalig grondgebied van de deelgemeente Lué-en-Baugeois), Louresse-Rochemenier, Lys-Haut-Layon (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Cerqueux-sous-Passavant, La Fosse-de-Tigné, Nueil-sur-Layon, Tancoigné, Tigné, Trémont en C 89/12 NL Publicatieblad van de Europese Unie 18.3.2020

Vihiers), Mauges-sur-Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeenten La Chapelle-Saint-Florent, Le Mesnil- en-Vallée, Montjean-sur-Loire, La Pommeraye, Saint-Florent-le-Vieil, Saint-Laurent-de-la-Plaine en Saint- Laurent-du-Mottay), Mazé-Milon (voormalig grondgebied van de deelgemeente Fontaine-Milon), Montilliers, Montreuil-Bellay, Montsoreau, Mozé-sur-Louet, Mûrs-Erigné, Orée d’Anjou (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Bouzillé, Champtoceaux, Drain, Landemont, Liré en La Varenne), Parnay, Passavant-sur-Layon, La Possonnière, Le Puy-Notre-Dame, Rochefort-sur-Loire, Rou-Marson, Saint-Cyr-en-Bourg, Sainte-Gemmes- sur-Loire, Saint-Georges-sur-Loire, Saint-Germain-des-Prés, Saint-Just-sur-Dive, Saint-Macaire-du-Bois, Saint- Melaine-sur-Aubance, Saumur, Savennières, Soulaines-sur-Aubance, Souzay-Champigny, Terranjou (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Chavagnes, Martigné-Briand en Notre-Dame-d’Allençon), Tuffalun (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Ambillou-Château, Louerre en Noyant-la-Plaine), Turquant, Les Ulmes, Val-du-Layon (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Saint-Aubin-de-Luigné en Saint-Lambert- du-Lattay), Varennes-sur-Loire, Varrains, Vaudelnay, Villevêque;

— departement Vienne: Berrie, Curçay-sur-Dive, Glénouze, Pouançay, Ranton, Saint-Léger-de-Montbrillais, Saix, Ternay, Les Trois-Moutiers.

De cartografische documenten voor het geografische gebied kunnen worden geraadpleegd op de website van het “Institut National de l’Origine et de la Qualité”.”

b) Alle fasen van de productie van wijnen die in aanmerking komen voor de aanduiding “gamay”, vinden plaats in het geografische gebied dat zich uitstrekt over het grondgebied van de volgende gemeenten (op basis van de officiële geografische code van 2018):

— departement Deux-Sèvres: Argenton-l’Église, Bouillé-Loretz, Brion-près-Thouet, Louzy, Mauzé-Thouarsais, Saint-Cyr-la-Lande, Sainte-Radegonde, Sainte-Verge, Saint-Martin-de-Sanzay, Thouars, Val en Vignes (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Bouillé-Saint-Paul en Cersay);

— departement Maine-et-Loire: Allonnes, Angers, Aubigné-sur-Layon, Beaulieu-sur-Layon, Bellevigne-en-Layon (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Champ-sur-Layon, Faveraye-Mâchelles, Faye-d’Anjou, Rablay- sur-Layon en Thouarcé), Blaison-Saint-Sulpice (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Blaison-Gohier en Saint-Sulpice), Bouchemaine, Brain-sur-Allonnes, Brissac Loire Aubance (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Alleuds, Brissac-Quincé, Charcé-Saint-Ellier-sur-Aubance, Chemellier, Coutures, Luigné, Saint- Rémy-la-Varenne, Saint-Saturnin-sur-Loire en Vauchrétien), Cernusson, Chalonnes-sur-Loire, Champtocé-sur- Loire, Chaudefonds-sur-Layon, Chemillé-en-Anjou (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Chanzeaux, La Jumellière en Valanjou), Cléré-sur-Layon, Denée, Dénezé-sous-Doué, Doué-en-Anjou (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Brigné, Concourson-sur-Layon, Doué-la-Fontaine, Forges, Montfort, Saint- Georges-sur-Layon en les Verchers-sur-Layon), Les Garennes sur Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Juigné-sur-Loire en Saint-Jean-des-Mauvrets), Gennes-Val-de-Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Chênehutte-Trèves-Cunault, Gennes, Grézillé, Saint-Georges-des-Sept-Voies en Le Thoureil), Huillé, Ingrandes-Le Fresne sur Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeente Ingrandes), Jarzé Villages (voormalig grondgebied van de deelgemeente Lué-en-Baugeois), Louresse-Rochemenier, Lys-Haut-Layon (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Les Cerqueux-sous-Passavant, La Fosse-de-Tigné, Nueil-sur- Layon, Tancoigné, Tigné, Trémont en Vihiers), Mauges-sur-Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeenten La Chapelle-Saint-Florent, Le Mesnil-en-Vallée, Montjean-sur-Loire, La Pommeraye, Saint- Florent-le-Vieil, Saint-Laurent-de-la-Plaine en Saint-Laurent-du-Mottay), Mazé-Milon (voormalig grondgebied van de deelgemeente Fontaine-Milon), Montilliers, Mozé-sur-Louet, Mûrs-Erigné, Orée d’Anjou (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Bouzillé, Champtoceaux, Drain, Landemont, Liré, La Varenne), Passavant- sur-Layon, La Possonnière, Rochefort-sur-Loire, Sainte-Gemmes-sur-Loire, Saint-Georges-sur-Loire, Saint- Germain-des-Prés, Saint-Macaire-du-Bois, Saint-Melaine-sur-Aubance, Savennières, Soulaines-sur-Aubance, Terranjou (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Chavagnes, Martigné-Briand en Notre-Dame- d’Allençon), Tuffalun (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Ambillou-Château, Louerre en Noyant-la- Plaine), Val-du-Layon (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Saint-Aubin-de-Luigné en Saint-Lambert- du-Lattay), Varennes-sur-Loire, Villevêque;

De cartografische documenten voor het geografische gebied kunnen worden geraadpleegd op de website van het “Institut National de l’Origine et de la Qualité”.”

7. Voornaamste wijndruivenras(sen)

Gamay N

Chenin B

Grolleau gris G 18.3.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 89/13

Grolleau N

Cabernet franc N

Cabernet sauvignon N

Pineau d’aunis N

8. Beschrijving van het (de) verband(en)

1. Informatie over het geografische gebied

Niet-mousserende wijnen

a) Beschrijving van de natuurlijke factoren die bijdragen tot het verband

Het geografische gebied strekt zich uit over twee grote geologische formaties, waar de wijngaarden voornamelijk gelegen zijn op de hellingen langs de rivieren en op een aantal plateaus: in het westen de precambrische en paleozoïsche sokkel van het Armoricaans Massief; in het oosten het mesozoïsche en cenozoïsche substraat van het Bekken van Parijs, dat bovenop de sokkel werd afgezet. Die geologische bijzonderheid onderscheidt het westelijke deel van het geografische gebied, dat wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van schist en met name leisteen, plaatselijk ook wel “Anjou noir” genoemd, en het oostelijke deel van het geografische gebied, waar de tufkrijtsteen (Saumur) opvalt, plaatselijk ook wel “Anjou blanc” genoemd.

Het geografische gebied is van oudsher verbonden met de voormalige provincie Anjou, en bestrijkt (in 2018) hoofdzakelijk de zuidelijke helft van het departement Maine-et-Loire (70 gemeenten) en de noordelijke delen van de departementen Deux-Sèvres (14 gemeenten) en Vienne (9 gemeenten). In het noorden van Maine-et- Loire zijn er nog een aantal plekken die deel uitmaken van het geografische gebied, getuigend van een tijd waarin in het hele departement wijn werd verbouwd.

De bodems van de voor de druivenoogst afgebakende percelen zijn ontstaan uit verschillende geologische formaties. Die verschillen weliswaar sterk van elkaar, maar het gaat over het algemeen om arme gronden met matige waterreserves. Daarnaast vertonen de bodems ook een gunstig thermisch gedrag.

Het geografische gebied heeft een gematigd zeeklimaat, met relatief kleine temperatuurverschillen als gevolg van de relatieve nabijheid van de Atlantische Oceaan, de warmteregulerende rol die de Loire en haar zijrivieren spelen, en de aanplanting van de wijngaarden op de heuvels. Het gaat hier om de spreekwoordelijke “douceur angevine” (“milde klimaat van Anjou”) die met name tot uiting komt tijdens de winter, de lange lente, en de herfst. De zomer kent daarentegen geregeld hoge temperaturen. De op het noordwesten/zuidoosten gerichte heuvels bieden bescherming tegen de wind uit het westen, die vaak vochtige lucht meebrengt. Er valt dan ook weinig neerslag in het geografische gebied, dat van het föhneffect profiteert doordat het dankzij het hogere reliëf van Choletais en Mauges wordt beschermd tegen de vochtige lucht die afkomstig is van de oceaan. De jaarneerslag bedraagt er ongeveer 585 mm, tegenover ongeveer 800 mm in Choletais.

b) Beschrijving van de menselijke factoren die bijdragen tot het verband

Het bestaan van een wijngaard in Anjou wordt vanaf de eerste eeuw na Christus en tot op heden erkend. De wijnstok gedijt er goed, getuige enkele regels uit een gedicht van Apollonius (6e eeuw): “Niet ver van Bretagne ligt een stad op een rots, rijk aan de druiventrossen van Ceres en Bacchus, die haar naam Andégave (Angers) heeft ontleend aan een Griekse naam.” Gedurende de hele middeleeuwen ontwikkelt de wijnbouw van Anjou zich en worden wijngaarden aangeplant onder auspiciën van de kloosters aan de oevers van de Loire en rondom Angers, maar het is vooral vanaf de 12e en 13e eeuw dat de plaatselijke wijnbouw faam verwerft. Dankzij de invloed van het koninkrijk van Hendrik II en Eleonora van Aquitanië komt de “wijn van Anjou” op de mooiste tafels te staan.

De productie maakt vanaf de 16e eeuw een sterke groei door dankzij de komst van Nederlandse wijnmakelaars die op zoek zijn naar wijnen voor hun land en hun koloniën. De Nederlanders slaan grote voorraden in en de handel kent in de 18e eeuw een zodanige bloei dat de rivier Layon, die het geografische gebied doorkruist, wordt gekanaliseerd om het vervoer te bevorderen. De goede reputatie van de “vins d’Anjou” leidt echter tot afgunst en er worden allerlei belastingen ingevoerd (droit de cloison, de boîte, d’appetissement, de huitième, de passe-debout, ...) die de handel schaden. De verwoestingen die de Vendée-opstand met zich meebrengt, betekenen de doodsteek voor het wijnbouwgebied. In de loop van de 19e eeuw leeft de streek opnieuw op. In 1881 bestrijkt het wijnbouwgebied 45 000 hectare, waarvan in 1893, als gevolg van de phylloxeraplaag, slechts 10 000 hectare overblijft. C 89/14 NL Publicatieblad van de Europese Unie 18.3.2020

“L’Anjou” is voornamelijk vermaard vanwege de productie van witte wijnen van het druivenras chenin B. Niettemin neemt de aanplant van caberbet franc N, en even later die van cabernet sauvignon N, een hoge vlucht na de phylloxeracrisis. De vinificatie is aan het begin van de 20e eeuw vooral gericht op de bereiding van “rouget”, de lokale naam voor een lichte wijn die in cafés wordt geschonken, hetgeen de aanzet vormt tot de transformatie van de wijngaarden in Anjou. De rassen grolleau N en grolleau gris G, die lichtgekleurde clairets opleveren, en in mindere mate gamay N en pineau d’aunis N, dragen bij aan de ontwikkeling van een aanzienlijke productie van emblematische roséwijnen, die bekendheid en erkenning genieten onder de gecontroleerde oorsprongsbenamingen “Cabernet d’Anjou” en “Rosé d’Anjou”. De tweede stap in deze transformatie berust op de ervaring die de producenten hebben opgedaan met het beheer van al deze druivensoorten. Dankzij observatie en analyse van welke rassen en welke locaties het best op elkaar zijn afgestemd, inschatting van het potentieel van de geoogste druiven en een goede beheersing van vinificatie­ technieken, komt de productie van rode wijnen vanaf de jaren 60 tot ontwikkeling.

2 Informatie over de kwaliteit en de kenmerken van het product

Niet-mousserende wijnen Niet-mousserende wijnen met de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Anjou” bestaan in de varianten witte wijn, rode wijn en rosé. Over het algemeen is de witte wijn droog, maar hij kan soms fermenteerbare suikers bevatten en als “demi-sec” (halfdroog), “moelleux” (halfzoet) of “doux” (zoet) worden aangemerkt. De aromatische expressie van de wijn is veelal intens, met bloemenaroma’s (meidoorn, seringen, linde, kamille, ...) en fruitigere toetsen (citrusvruchten, pruimen, peren, gedroogd fruit, ...). Het zijn wijnen met een volle smaak, een stevige body en een frisse en verfijnde afdronk. De roséwijnen, die worden aangeboden onder de gecontroleerde oorsprongsbenamingen “Cabernet d’Anjou” en “Rosé d’Anjou”, bevatten fermenteerbare suikers en hebben een min of meer zoet karakter. Hun intense aroma’s getuigen van de kenmerken van de specifiek voor die wijn gebruikte druivenrassen. Het fruitige aspect (perzik, aardbei, citrusvruchten...) blijft evenwel onmiskenbaar. In de mond vertonen de wijnen de juiste balans tussen frisheid en een volle smaak. Ze hebben een intense afdronk (in het bijzonder de rosés met de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Cabernet d’Anjou”). De rode wijnen hebben een mooie tanninestructuur. Hun aromatische expressie is tamelijk intens, met voornamelijk toetsen van rode vruchten. De wijnen hebben een zekere structuur, maar toch moet de lichtheid dominant blijven. Het zijn aangename wijnen die het best binnen drie jaar na de oogst worden gedronken. De rode wijnen met de aanduiding “gamay” zijn fris, levendig en licht. Ze ontwikkelen karakteristieke aroma’s, veelal van fruit. Over het algemeen worden ze het best jong gedronken.

3. Oorzakelijke interacties

Niet-mousserende wijnen De combinatie van de noordelijke ligging, een bijzonder landschap, een mild klimaat en een authentieke aard- en bodemgesteldheid verlenen de wijnen een eigen smaakkarakter dat in de frisheid ervan tot uiting komt. De diversiteit van de wijnbouwlocaties, met gevarieerde aard- en bodemgesteldheden, heeft ervoor gezorgd dat de producenten voor elk van de belangrijke plaatselijke druivenrassen de optimale omstandigheden konden vinden. Door observatie en analyse van het gedrag van hun wijnstokken kunnen de wijnbouwers een geschikte locatie voor de wijngaard bepalen. Terwijl het geheel aan omstandigheden in Anjou de voornaamste kenmerken van het druivenras chenin B tot uiting doet komen in witte droge wijnen, stellen de zonovergoten, zuidelijk gerichte hellingen het in staat de complexiteit van oudere wijnen te evenaren. Als de klimaatomstandigheden in het naseizoen bovendien gunstig zijn, kunnen met het ras halfzoete (“moelleux”) of zoete (“doux”) wijnen worden gemaakt. Op dezelfde manier nemen de variëteiten grolleau N, grolleau gris G of pineau d’aunis N de zanderige en grindhoudende heuvels en terrassen in ten behoeve van de productie van fruitige rosés, terwijl de variëteiten cabernet franc N en cabernet sauvignon N goed gedijen op locaties met ondiepe bodems of bruine gronden en met een regelmatige watertoevoer met het oog op de productie van volle rosés met een lange afdronk, of voor de productie van rode wijnen met een zekere robuustheid, die gedurende een korte tijd worden gerijpt, zoals bepaald in het productdossier. Tot slot gaat voor de aanplant van het druivenras gamay N de voorkeur uit naar percelen met bodems die zijn gevormd op de precambrische rotsen te midden van de streek “Anjou noir”, en niet naar locaties in “Anjou blanc”, zoals blijkt uit de geografische eenheid die in het productdossier nader wordt afgebakend voor rode wijnen die in aanmerking komen voor de aanduiding “gamay”. 18.3.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 89/15

De knowhow van de producenten, die het resultaat is van de ervaring van verschillende generaties, komt eveneens tot uitdrukking in de keuze van technische procedés voor de wijnbereiding en de assemblage van de druivenrassen, in het licht van de productiedoelstellingen en het wijnjaar. De gediversifieerde productie vormt een troef voor de ontsluiting van verschillende markten. De wijnen worden niet alleen in Frankrijk gedronken, met name door de inwoners van de stad Angers en haar omgeving, in Bretagne en Normandië, maar ook in het buitenland. Zo dragen de wijnen met de gecontroleerde oorsprongsbenamingen “Anjou”, “Cabernet d’Anjou” en “Rosé d’Anjou” aanzienlijk bij aan de positie van “Val de Loire” als zevende grootste exportregio van Frankrijk.

Mousserende wijn Voor de productie van mousserende wijnen wordt gebruikgemaakt van de ervaring met de historische productie van niet-mousserende witte wijnen. In de 15e eeuw merken de producenten dat wijn die in de winter wordt gebotteld, na een tweede, door de eerste hoge temperaturen veroorzaakte gisting begint te parelen zonder zijn aromatische finesse te verliezen. Door de beheersing van de tweede gisting op fles, hetzij veroorzaakt door de fermenteerbare suikers van de gedeeltelijk gegiste most, hetzij door toevoeging van een liqueur de tirage, komt aan het begin van de 19e eeuw de productie van mousserende wijnen tot ontwikkeling. Gunstig daarvoor is de aanwezigheid van in tufkrijtsteen uitgegraven wijnkelders, waar de wijnen bij een constante lage temperatuur kunnen worden bewaard en opgevoed. De mousserende wijnen worden gekenmerkt door hun finesse, niet alleen qua koolzuurontwikkeling, maar ook qua aromatische expressie en smaakstructuur. De productie van mousserende wijnen past in dezelfde context. De producenten constateerden dat verpakte en in kelders bewaarde wijnen aan het einde van de winter opnieuw konden vergisten. Empirisch inzicht in die “tweede spontane gisting” leidde in de eerste plaats tot de productie van “parelwijn”, met name van het druivenras chenin B. Dit laatrijpend druivenras beschikt over bepaalde kenmerken, frisheid en subtiele aroma’s die het bijzonder geschikt maken voor de bereiding van mousserende wijnen. Die geschiktheid wordt sinds het begin van de 19e eeuw benut, met name onder invloed van Jean-Baptiste Ackerman en zijn bekwaamheid in wijnbereiding aan de hand van een “tweede gisting op fles”. Er gaat bijzondere aandacht uit naar het oogstproces. Bij de oogst verzekert men een optimale rijpheid en een goed evenwicht tussen suikers en zuren, wat belangrijk is voor de frisheid, een degelijke koolzuurontwikkeling en een goed bewaarpotentieel. Bovendien komen de ondergrondse kelders, in het bijzonder in “Anjou blanc”; goed van pas bij de bereiding van deze wijnen, omdat voor hun opslag en verwerking grote ruimten en optimale omstandigheden qua licht, luchtvochtigheid en temperatuur vereist zijn. Deze nauwgezetheid en dit technisch procedé worden toegepast op blauwe druivensoorten, voor een kleinschaligere productie van mousserende roséwijnen. Dankzij de ervaring die sinds meer dan een eeuw is opgedaan, beschikken de bereiders van mousserende wijn vandaag de dag over een perfect beheerste knowhow van de samenstelling van hun cuvees. De opvoeding op de wijnmoer gedurende ten minste negen maanden draagt bij aan de complexiteit van de wijnen.

9. Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten)

Gebied in de onmiddellijke nabijheid Rechtskader: EU-wetgeving Soort aanvullende voorwaarde: Afwijking betreffende de productie in het afgebakende geografische gebied Beschrijving van de voorwaarde: Het gebied in de onmiddellijke nabijheid waar de vinificatie en bereiding van wijnen die in aanmerking komen voor de gecontroleerde oorsprongsbenamingen “Cabernet d’Anjou” en “Rosé d’Anjou”, de vinificatie, bereiding en opvoeding van de niet-mousserende wijnen die in aanmerking komen voor de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Anjou” en de vinificatie, bereiding, opvoeding en verpakking van de mousserende wijnen die in aanmerking komen voor de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Anjou” bij wijze van uitzondering mogen plaatsvinden, strekt zich uit over het grondgebied van de volgende gemeenten (op basis van de officiële geografische code van 2018): — departement Indre-et-Loire: Saint-Nicolas-de-Bourgueil; — departement Loire-Atlantique: Ancenis, Le Loroux-Bottereau, Le Pallet, La Remaudière, Vair-sur-Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeente Anetz), Vallet; — departement Maine-et-Loire: Orée d’Anjou (voormalig grondgebied van de deelgemeente Saint-Laurent-des-Autels), Saint-Martin-du-Fouilloux. C 89/16 NL Publicatieblad van de Europese Unie 18.3.2020

Gebied in de onmiddellijke nabijheid voor de aanduiding “gamay” Rechtskader: EU-wetgeving Soort aanvullende voorwaarde: Afwijking betreffende de productie in het afgebakende geografische gebied Beschrijving van de voorwaarde: Het gebied in de onmiddellijke nabijheid waar de vinificatie en de bereiding van de wijnen die in aanmerking komen voor de aanduiding “gamay” bij wijze van uitzondering mogen plaatsvinden, strekt zich uit over het grondgebied van de volgende gemeenten (op basis van de officiële geografische code van 2018): — departement Deux-Sèvres: Saint-Martin-de-Mâcon, Tourtenay; — departement Indre-et-Loire: Saint-Nicolas-de-Bourgueil; — departement Loire-Atlantique: Ancenis, Le Loroux-Bottereau, Le Pallet, La Remaudière, Vair-sur-Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeente Anetz), Vallet; — departement Maine-et-Loire: Antoigné, Artannes-sur-Thouet, Brézé, Brossay, Chacé, Cizay-la-Madeleine, Le Coudray-Macouard, Courchamps, Distré, Doué-en-Anjou (voormalig grondgebied van de deelgemeente Meigné), Épieds, Fontevraud-l’Abbaye, Montreuil-Bellay, Montsoreau, Orée d’Anjou (voormalig grondgebied van de deelgemeente Saint-Laurent-des-Autels), Parnay, Le Puy-Notre-Dame, Rou-Marson, Saint-Cyr-en-Bourg, Saint-Just- sur-Dive, Saint-Martin-du-Fouilloux, Saumur, Souzay-Champigny, Turquant, Les Ulmes, Varrains, Vaudelnay; — departement Vienne: Berrie, Curçay-sur-Dive, Glénouze, Pouançay, Ranton, Saint-Léger-de-Montbrillais, Saix, Ternay, Les Trois-Moutiers.

Verpakking Rechtskader: Nationale wetgeving Soort aanvullende voorwaarde: Verpakking in het afgebakende geografische gebied Beschrijving van de voorwaarde: De tweede gisting van de mousserende wijnen vindt uitsluitend plaats in glazen flessen. De bewaartijd in flessen op de wijnmoer mag niet korter zijn dan 9 maanden. De mousserende wijnen worden bereid en verkocht in de flessen waarin de tweede gisting heeft plaatsgehad, met uitzondering van wijnen die worden verkocht in flessen met een inhoud van maximaal 37,5 centiliter of meer dan 150 centiliter.

Etikettering Rechtskader: Nationale wetgeving Soort aanvullende voorwaarde: Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering Beschrijving van de voorwaarde: Alle facultatieve aanduidingen waarvan het gebruik, krachtens Europese bepalingen, door de lidstaten mag worden geregeld, worden op de etiketten aangebracht in lettertekens die maximaal tweemaal zo hoog, breed en dik zijn als de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming. De gecontroleerde oorsprongsbenaming kan worden aangevuld met de geografische benaming “Val de Loire” volgens de regels die in het productdossier zijn vastgelegd. De lettertekens van de geografische benaming “Val de Loire” mogen niet groter of breder zijn dan twee derde van de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming. 18.3.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 89/17

Met aanduiding “gamay” Rechtskader: Nationale wetgeving Soort aanvullende voorwaarde: Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering Beschrijving van de voorwaarde: De naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming wordt gevolgd door de aanduiding “gamay” voor wijnen die voldoen aan de in het productdossier voor de aanduiding “gamay” vastgestelde bijzondere voorwaarden. De aanduiding “gamay” moet op de etiketten worden aangebracht na de naam van de gecontroleerde oorsprongs­ benaming in lettertekens van dezelfde kleur die niet groter of breder zijn dan twee derde van de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming. De aanduiding “gamay” kan worden aangevuld met de aanduiding “primeur” of “nouveau” bij wijnen die voldoen aan de specifieke voorwaarden voor die aanduidingen in het productdossier. Op de wijnen met de aanduiding “primeur” of “nouveau” moet het jaartal worden vermeld. Niet-mousserende witte wijnen Rechtskader: Nationale wetgeving Soort aanvullende voorwaarde: Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering Beschrijving van de voorwaarde: Op de handelsdocumenten, de vervoersbewijzen en de etikettering van de niet-mousserende witte wijnen moet de vermelding “demi-sec” (halfdroog), “moelleux” (halfzoet) of “doux” (zoet) worden aangebracht, naargelang van het gehalte aan fermenteerbare suikers (glucose en fructose) in de wijn, zoals gedefinieerd in de Europese regelgeving. Op het etiket worden deze vermeldingen in hetzelfde gezichtsveld aangebracht als de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming. Kleinere geografische eenheid Rechtskader: Nationale wetgeving Soort aanvullende voorwaarde: Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering Beschrijving van de voorwaarde: Op het etiket van de wijnen met de gecontroleerde oorsprongsbenaming mag de naam van een kleinere geografische eenheid worden vermeld op voorwaarde dat het gaat om een plaatsnaam die is opgenomen in het kadaster en die naam vermeld staat op de oogstaangifte. De lettertekens van de betrokken plaatsnaam mogen niet groter of breder zijn dan de helft van de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming. Link naar het productdosser https://info.agriculture.gouv.fr/gedei/site/bo-agri/document_administratif-c7cad5d3-da9f-4088-aebd-c22f0626c5c3 C 89/18 NL Publicatieblad van de Europese Unie 18.3.2020

Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

(2020/C 89/04)

Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie (1).

MEDEDELING VAN DE GOEDKEURING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING

“Gros Plant du Pays nantais”

Referentienummer: PDO-FR-A0275-AM01

Datum van de mededeling: 24 december 2019

BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING

1. Geografisch gebied Redactionele wijzigingen: de nieuwe lijst van bestuurlijke entiteiten houdt rekening met fusies of andere wijzigingen in de administratieve zonering sinds de goedkeuring van het productdossier. Omwille van de rechtszekerheid wordt in deze lijst verwezen naar de huidige versie van de officiële geografische code, die jaarlijks door het INSEE wordt gepubliceerd. Om het publiek beter te informeren wordt tot slot vermeld dat de cartografische documenten voor het geografische gebied kunnen worden geraadpleegd op de website van het INAO. Voorts wordt het geografische gebied als volgt gewijzigd: — er worden drie gemeenten toegevoegd (La Boissière-du-Doré, Saint-Fiacre-sur-Maine en Saint-Hilaire-de-Loulay) die op basis van de aldaar toegepaste productiemethoden en de aanwezige wijngaarden in aanmerking komen voor de gecontroleerde oorsprongsbenaming; — er worden 14 gemeenten geschrapt (Saint-Rémy-en-Mauges, Le Marillais, Saint-Florent-le-Vieil, Saint-Germain-sur- Moine, Le Pellerin, Rouans, Vue, Machecoul, Saint-Etienne-de-Mer-Morte, Saint-Même-le-Tenu, Pornic, Cheix-en- Retz, Touvois en Bouguenais) in het kader van een beperking van het wijnbouwgebied tot de zones waar hoogwaardige wijngaarden zijn behouden. Bijgevolg wordt ook het enig document gewijzigd wat het afgebakende geografische gebied betreft.

2. Afgebakend perceelgebied De beschrijving van het afgebakend perceelgebied wordt als volgt gewijzigd: — in de Franse tekst wordt het woord “délimité” (afgebakend) vervangen door “de production” (productie-); — de volgende datums worden toegevoegd: 3 mei 2017 en 15 november 2018; — de voorschriften inzake de perceelbepaling worden geschrapt. De wijziging houdt verband met de overgang van perceelbepaling naar afbakening van de percelen. Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

3. Gebied in de onmiddellijke nabijheid In hoofdstuk 1, deel IV, punt 3, wordt de lijst van gemeenten vervangen door: — Departement Loire-Atlantique: Boussay, Chaumes-en-Retz (enkel voor het grondgebied van de deelgemeente Arthon-en-Retz), Couffé, Ligné, Loireauxence (enkel voor het grondgebied van de deelgemeente Varades), La Marne, Mésanger, Paulx, Rezé.

(1) PB L 9 van 11.1.2019, blz. 2. 18.3.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 89/19

— Departement Maine-et-Loire: Beaupréau-en-Mauges (enkel voor het grondgebied van de deelgemeente Gesté), Montrevault-sur-Èvre (enkel voor het grondgebied van de deelgemeenten La Boissière-sur-Evre, Le Fuilet et Le Puiset-Doré). De wijziging houdt rekening met de opname van bepaalde gemeenten in het geografische gebied en met gemeentefu­ seringen. Bijgevolg wordt ook het enig document gewijzigd wat de andere essentiële voorwaarden betreft.

4. Beplantingsdichtheid In het punt dat betrekking heeft op de beplantingsdichtheid: — wordt het getal 6 500 vervangen door 5 000; — wordt het getal 1,5 vervangen door 2,2; — worden de woorden “meer dan of gelijk aan 1 meter” vervangen door “0,9 tot 1,1 meter”. Deze wijziging houdt verband met de evolutie van het materieel en de wijnbouwpraktijken. De grotere afstand tussen de rijen zal een stimulans bieden voor de toepassing van agro-ecologische praktijken, zoals groenbedekking en ploegen tussen de rijen, en van fytosanitaire behandelingen met terugwinningspanelen. De standaarduitrusting voor die toepassingen in de wijnbouw is ontworpen voor een afstand tussen de rijen van twee meter. Deze teeltmethode is geschikt voor het opbrengstniveau en de kwaliteit die worden beoogd voor wijnen met deze AOC (die fris, licht, rins enz. zijn). Bijgevolg wordt ook het enig document gewijzigd wat de teeltwijze betreft.

5. Beheer van de wijngaard Bij de regels inzake het opbinden wordt vermeld dat de hoogte van de loofwand ten minste gelijk is aan: — 0,6 maal de afstand tussen de rijen als die ten hoogste 1,5 meter bedraagt; — 0,65 maal de afstand tussen de rijen als die meer dan 1,5 meter bedraagt. De loofhoogte wordt gemeten tussen de onderste grens van het loof, op minstens 0,3 meter boven de grond, en het hoogste snoeipunt. De wijziging sluit aan bij de wijziging van de beplantingsdichtheid en maakt het mogelijk de verhouding blad/vrucht (SECV/PR) constant te houden. Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

6. Warmtebehandeling Het verbod op warmtebehandelingen waarbij de wijn op een temperatuur van meer dan 40 °C wordt gebracht, wordt opgeheven. Daardoor kunnen de exploitanten de nodige technische middelen inzetten bij moeilijke jaargangen met afwijkende organoleptische kenmerken (“schimmelsmaak”). Met de techniek van het verwarmen van most (zogeheten thermovinificatie) blijkt de wijn minder te verarmen dan bij de toepassing van mesoporeuze kool voor oenologisch gebruik. Bijgevolg wordt ook het enig document gewijzigd wat de specifieke oenologische procedés betreft.

7. Verpakking Het einde van de periode waarin de wijnen met de vermelding “sur lie” (op moer) worden verpakt, wordt gewijzigd van 30 november naar 31 december. Met deze wijziging kan de bottelperiode van wijnen met de vermelding “sur lie” met een maand worden verlengd om de afzetperiode van deze categorie te optimaliseren zonder afbreuk te doen aan de frisheid die typisch is voor wijnen met deze vermelding. Bijgevolg wordt ook het enig document gewijzigd wat de andere essentiële voorwaarden betreft.

8. In verkeer brengen van de wijn Hoofdstuk 1, deel IX, punt 5, onder b), betreffende de datum vanaf welke de wijn tussen erkende entrepothouders in verkeer mag worden gebracht, wordt geschrapt. Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document. C 89/20 NL Publicatieblad van de Europese Unie 18.3.2020

9. Verband met het geografische gebied

In het deel over het verband wordt het aantal betrokken gemeenten geactualiseerd (69 in plaats van 92). Er wordt verduidelijkt dat de beplantingsdichtheid gemiddeld tot hoog is.

De verwijzing naar de badplaats Pornic wordt geschrapt en de naam van de gemeente Bourgneuf wordt gecorrigeerd (de woorden “en Retz” worden geschrapt).

Bijgevolg wordt het enig document gewijzigd wat het verband met het geografisch gebied betreft.

10. Overgangsmaatregel

— Punt 1 wordt vervangen door de volgende tekst:

“Mits de overige bepalingen van dit productdossier worden nageleefd, mag voor de oogst van met wijnstokken beplante percelen die zijn uitgesloten van het afgebakende perceelgebied van de gecontroleerde oorsprongs­ benaming, die zijn geïdentificeerd aan de hand van hun kadastrale referentie en hun oppervlakte, de gecontroleerde oorsprongsbenaming worden gebruikt totdat zij zijn gerooid, maar uiterlijk:

— tot en met de oogst van 2021 voor de gemeenten waarvan het afgebakende perceelgebied door het Institut national de l’origine et de la qualité is goedgekeurd tijdens een bijeenkomst van het bevoegde nationale comité tussen 21 mei 1996 en 25 mei 2000;

— tot en met de oogst van 2031 voor de gemeenten waarvan het afgebakende perceelgebied door het Institut national de l’origine et de la qualité is goedgekeurd tijdens de bijeenkomst van het bevoegde nationale comité op 3 mei 2017.”

Met deze wijziging wordt een geleidelijke aanpassing van het wijngaardgebied beoogd.

De overgangsmaatregel met betrekking tot de leimethode wordt ingetrokken.

De overgangsmaatregel voor de samenstelling van de wijngaard wordt gewijzigd door de woorden “op de datum van goedkeuring van het productdossier” te vervangen door “16 november 2011”.

Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

11. Etiketteringsvoorschriften

Aan deel XII wordt het volgende punt toegevoegd: “c) Op het etiket van de wijnen met de gecontroleerde oorsprongs­ benaming mag de naam van een kleinere geografische eenheid worden vermeld mits:

— het gaat om een plaatsnaam die is opgenomen in het kadaster;

— die naam vermeld staat op de oogstaangifte.

De in het kadaster opgenomen plaatsnaam wordt vermeld in tekens die niet hoger, breder of dikker zijn dan de helft van de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming. Hij staat in hetzelfde gezichtsveld als de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming.”

Bijgevolg wordt ook het enig document gewijzigd wat de andere essentiële voorwaarden betreft.

12. Aangifteverplichtingen

De uiterste datum voor de aangifte van een claim wordt verlengd van 15 december tot 31 december.

Ook worden redactionele wijzigingen aangebracht in hoofdstuk II, deel I, punt 2, en deel II, punt 2.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

13. Voornaamste te controleren punten

Hoofdstuk 3 is herzien om te zorgen voor een coherente omschrijving van de voornaamste te controleren punten in de productdossiers voor de streek rond Nantes.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document. 18.3.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 89/21

ENIG DOCUMENT

1. Naam van het product Gros Plant du Pays nantais

2. Type geografische aanduiding BOB – Beschermde oorsprongsbenaming

3. Categorieën wijnbouwproducten 1. Wijn

4. Beschrijving van de wijn(en) De wijnen zijn wit, droog en niet-mousserend. De wijnen hebben: — een minimaal natuurlijk alcoholvolumegehalte van 9 %; — een maximaal gehalte aan fermenteerbare suikers (glucose en fructose) van 4 gram per liter; — een maximaal gehalte aan vluchtige zuren van tien milli-equivalenten per liter; — een maximaal totaal alcoholvolumegehalte na verrijking van 11 %. Het totale zuurgehalte en het totale zwaveldioxidegehalte van de wijn en het totale effectieve alcoholvolumegehalte zijn in overeenstemming met de in de communautaire regelgeving vastgestelde drempels. De wijnen zijn wit, droog en niet- mousserend. Ze zijn lichtgeel van kleur, bij jonge wijnen soms met groene reflecties. Hun smaakbalans is rins, met een overwegende frisheid en lichtheid. Ze ontwikkelen subtiele, in hoofdzaak fruitige of florale aroma’s, die vaak vergezeld gaan van een jodiumgeur.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) Minimale totale zuurgraad Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

5. Wijnbouwpraktijken

a. Essentiële oenologische procedés

Teeltwijze De minimale beplantingsdichtheid bedraagt 5 000 wijnstokken per hectare. De afstand tussen de rijen is minder dan of gelijk aan 2,2 meter en de afstand tussen de wijnstokken in eenzelfde rij bedraagt 0,9 tot 1,1 meter. De wijnstokken worden gesnoeid tot maximaal 14 ogen per stok: — hetzij door korte snoei (Royat-snoei, gobeletsnoei, palmetsnoei); — hetzij door enkele Guyot-snoei. C 89/22 NL Publicatieblad van de Europese Unie 18.3.2020

De snoei moet vóór de uitbotting of vóór fase 5 van de schaal van Eichhorn en Lorentz hebben plaatsgevonden.

Bij de vruchtzetting mag het aantal vruchtdragende takken van dat jaar niet meer dan twaalf per wijnstok bedragen.

Specifieke oenologische procedés

Bij de warmtebehandeling van de oogst mag de temperatuur niet dalen tot onder ‐ 5 °C.

Het totale alcoholvolumegehalte na verrijking is niet hoger dan 11 %.

Wat de oenologische procedés betreft, moeten de wijnen voorts voldoen aan de eisen van de communautaire regelgeving en het Franse wetboek landbouw en zeevisserij.

b. Maximale opbrengsten

75 hectoliter per hectare

6. Afgebakend geografisch gebied

Alle productiestappen vinden plaats in het geografische gebied dat door het Institut national de l’origine et de la qualité tijdens de bijeenkomst van het bevoegde nationale comité op 20 juni 2018 is goedgekeurd. Op de datum van goedkeuring van dit productdossier door het bevoegde nationale comité bestond dit gebied uit het grondgebied van de volgende gemeenten, op basis van de officiële geografische code van 2018:

— Departement Loire-Atlantique: Aigrefeuille-sur-Maine, Ancenis, Basse-Goulaine, La Bernerie-en-Retz, Le Bignon, La Boissière-du-Doré, Bouaye, Brains, Carquefou, Le Cellier, La Chapelle-Heulin, Château-Thébaud, Chaumes-en- Retz (enkel voor het grondgebied van de deelgemeente Chéméré), La Chevrolière, Clisson, Corcoué-sur-Logne, Divatte-sur-Loire, Geneston, Gétigné, Gorges, La Haie-Fouassière, Haute-Goulaine, Le Landreau, Legé, La Limouzinière, Le Loroux-Bottereau, Maisdon-sur-Sèvre, Mauves-sur-Loire, Monnières, Montbert, Les Moutiers-en- Retz, Mouzillon, Oudon, Le Pallet, La Planche, Pont-Saint-Martin, Port-Saint-Père, La Regrippière, La Remaudière, Remouillé, Saint-Aignan-Grandlieu, Saint-Colomban, Sainte-Pazanne, Saint-Fiacre-sur-Maine, Saint-Géréon, Saint- Hilaire-de-Chaléons, Saint-Hilaire-de-Clisson, Saint-Julien-de-Concelles, Saint-Léger-les-Vignes, Saint-Lumine-de- Clisson, Saint-Lumine-de-Coutais, Saint-Mars-de-Coutais, Saint-Philbert-de- Grand-Lieu, Les Sorinières, Thouaré- sur-Loire, Vair-sur-Loire, Vallet, Vertou, Vieillevigne, Villeneuve-en-Retz.

— Departement Maine-et-Loire: Mauges-sur-Loire (enkel voor het grondgebied van de deelgemeente La Chapelle- Saint-Florent), Montrevault-sur-Èvre (enkel voor het grondgebied van de deelgemeente La Chaussaire), Orée d’Anjou, Sèvremoine (enkel voor het grondgebied van de deelgemeenten Saint-Crespin-sur-Moine en Tillières).

— Departement Vendée: Cugand, Rocheservière, Saint-Étienne-du-Bois, Saint-Hilaire-de-Loulay, Saint-Philbert-de- Bouaine.

7. Voornaamste wijndruivenras(sen)

Montils B

Colombard B

Folle blanche B

8. Beschrijving van het (de) verband(en)

Beschrijving van de natuurlijke factoren die bijdragen tot het verband

Het geografische gebied heeft een reliëf dat is gevormd door het dichte netwerk van waterlopen ten zuiden en ten oosten van Nantes. De streek rond Nantes, van de uitlopers van Les Mauges in het oosten tot aan de Atlantische Oceaan in het westen en van de Loire in het noorden tot de vlakten van de Vendée in het zuiden, bestaat afwisselend uit hellingen met wijngaarden en valleien waar aan veeteelt wordt gedaan. De wijngaarden bevinden zich bij voorkeur op de heuvels en de hellingen rond het meer van Grand-Lieu en rond de rivieren die erin uitmonden, en ook op de hellingen in het moerasland van Goulaine en in de Loirevallei. Dit gebied is het meest westelijke deel van de grote wijngaarden van de Val de Loire en bestaat uit 69 gemeenten van de departementen Loire-Atlantique, Maine-et-Loire en Vendée. 18.3.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 89/23

De ondergrond van het gebied bestaat uit oude en complexe geologische structuren, met afwisselend plutonische formaties (graniet, gabbro) en metamorfe gesteenten (gneis, glimmerschist, amfiboliet, eclogiet), soms bedekt met zand-grindafzettingen uit het tertiair. Bij erosie van deze diverse gesteenten ontstaan vaak zure, gezonde, goed geventileerde, weinig vruchtbare bodems, met veel grofkorrelige bestanddelen (zand, keien, grind), een goede natuurlijke drainage en een matige waterreserve. In aansluiting op de lokale gebruiken is het afgebakende perceelgebied voor de druivenoogst strikt beperkt tot de steilste hellingen met ondiepe zandgronden.

Via het estuarium van de Loire wordt het klimaat van de streek rond Nantes sterk beïnvloed door de oceaan. De temperatuur varieert weinig in de loop van het jaar. Door de zeer zachte winters warmt de bodem in het voorjaar snel op. In de zomer zorgt een zeebries ervoor dat de temperatuur niet te hoog oploopt, waardoor de frequentie en de intensiteit van de hittegolven worden beperkt. De neerslag is vrij goed gespreid over het hele jaar, met toch duidelijk minder regen in de zomer. Het aantal uren zonneschijn ligt hoog voor deze breedtegraad.

Beschrijving van de menselijke factoren die bijdragen tot het verband

De wijnstreek rond Nantes kent een zeer oude wijnbouwtraditie en behoorde in de middeleeuwen tot de grootste wijnstreken in Frankrijk. Onder invloed van de handel met Nederland verschoven de activiteiten in de 16e eeuw naar distillatie. Folle blanche B, een druivenras uit de Charente dat erom bekend staat fijne gedistilleerde dranken voort te brengen, komt op dat moment meer in trek en vervangt de inheemse druivenrassen. In de natuurlijke omstandigheden van de streek rond Nantes blijkt het druivenras geschikt voor de productie van witte wijnen. De naam “Gros Plant” komt voor de eerste keer voor in een document uit 1732 als omschrijving van deze wijnen, die in het westen van Frankrijk erg in trek zijn. In het midden van de 19e eeuw, wanneer de distillatie in de streek rond Nantes in betekenis afneemt, zijn er nog 20 000 hectaren bebouwd voor de “Gros Plant”.

Na de phylloxera-crisis worden, naast folle blanche B, andere druivenrassen uit de Charente aangeplant, namelijk montils B en colombard B, zij het in minder grote hoeveelheden. Om de kracht van de natuurlijk vruchtbare planten te beheersen, houden de producenten zich aan strenge regels: een gemiddelde tot hoge beplantingsdichtheid, korte snoei en een strikte beperking van het aantal vruchtdragende takken. Zij selecteren de percelen die voor de productie worden ingezet op basis van hun geschiktheid voor vroegrijpe druiven, hun lage waterreserves en hun beperkte vruchtbaarheid. De kwaliteit van de wijn neemt toe naarmate de opbrengsten afnemen. Dankzij de promotieactiviteiten van de in 1948 opgerichte “confrérie bachique des Bretvins” en de inspanningen van de eerste, in 1951 opgerichte vakvereniging wordt de “Gros Plant du Pays nantais” bij beslissing van 26 februari 1954 erkend als “appellation d’origine vin délimité de qualité supérieure”. Daardoor hebben de wijnen in heel Frankrijk aan bekendheid gewonnen.

Om rijkere en complexere wijnen te kunnen produceren, hanteren de exploitanten een specifiek technisch vinificatietraject, de “méthode nantaise”, waarbij de wijnen gedurende ten minste één winter op de moer rijpen zonder te worden overgeheveld, een techniek die is ontstaan uit de gewoonte van de producenten om een vat van hun beste wijn op de moer te bewaren voor familiefeesten in het volgende voorjaar. Deze rijpingsmethode geeft de wijnen rondheid en vetheid, met name door de verrijking met mannoproteïnen en andere verbindingen die het gevolg zijn van de autolyse van de gistcelwanden. Bovendien blijven met deze methode, die berust op het feit dat de wijn geen behandeling ondergaat en in een met kooldioxide geladen atmosfeer wordt bewaard, waardoor oxidatieverschijnselen en het vrijkomen van vluchtige verbindingen sterk worden beperkt, de aroma’s die zich tijdens de alcoholische gisting hebben gevormd, minstens tot het voorjaar behouden. De regelgeving voor de traditionele aanduiding “sur lie” (op moer) is vastgelegd in 1977 en bijgevolg wordt de wijn sinds 1994 gebotteld in dezelfde wijnkelders als die waarin de vinificatie heeft plaatsgevonden, een praktijk die is bedoeld om de wijnen minder vaak over te hevelen.

In 2009 bedroeg de productieoppervlakte voor deze gecontroleerde oorsprongsbenaming bijna 1 500 hectare en jaarlijks wordt ongeveer 100 000 hectoliter wijn gemaakt door 600 producenten. Meer dan een derde daarvan draagt de vermelding “sur lie” (op moer). Wijnen met de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Gros Plant du Pays nantais” zijn wit en niet-mousserend. Ze zijn lichtgeel van kleur, bij jonge wijnen soms met groene reflecties. Hun smaakbalans is rins, met een overwegende frisheid en lichtheid. Ze ontwikkelen subtiele, in hoofdzaak fruitige of florale aroma’s, die vaak vergezeld gaan van een jodiumgeur.

De wijnen met de vermelding “sur lie” zijn doorgaans evenwichtig in de mond, neigend naar rondheid en een complexer geurenboeket, en ze kunnen een licht parelend effect vertonen door resten van het koolzuurgas dat zich tijdens de alcoholische gisting heeft gevormd. Om de frisheid, de rijke aroma’s en het endogene koolzuurgas in de wijn te behouden, worden ze tijdens de rijping beschermd tegen oxidatie. Omdat het koolzuurgasgehalte te hoog is voor het verpakken in flexibel materiaal, moeten ze worden gebotteld, hetgeen de nodige zorg vereist. De aanwezigheid in de streek van Nantes van de druivenrassen die de gecontroleerde oorsprongsbenaming haar originaliteit verlenen, houdt zowel verband met de geografische ligging als met de geschiedenis van Nantes. In deze grote havenstad, waar de Loire in de Atlantische Oceaan uitmondt, kwam al vroeg een bloeiende wijnhandel met Noord-Europese agglomeraties tot stand. Deze uiterst belangrijke marktplaats trok tal van handelaren aan, vooral uit Nederland, wat een beslissende bijdrage heeft geleverd aan de expansie van het druivenras folle blanche B in het geografische gebied. Later werden twee andere druivenrassen met een soortgelijk agronomisch gedrag aangeplant, namelijk montils B en colombard B. C 89/24 NL Publicatieblad van de Europese Unie 18.3.2020

De bodem- en klimaatkenmerken van de streek rond Nantes hebben het mogelijk gemaakt om van deze wijndruiven evenwichtige witte wijnen met subtiele aroma’s te maken. Dankzij de grove, zure bodems in het geografische gebied, die rusten op graniet, gneis, glimmerlei of zandsteenachtige afzettingen, en de zachte winters in de streek rond Nantes, kan de groeicyclus van de wijnstokken vroeg in het jaar op gang komen en zijn de druiven vroeg rijp. Door de noordelijke ligging van de wijngaarden voor de gecontroleerde oorsprongsbenaming en de invloed van de oceaan blijven de temperaturen in het voorjaar laag en blijven de precursoren van de aroma’s in de druiven behouden.

Om de geselecteerde druivenrassen aan te passen aan de natuurlijke omstandigheden van de streek rond Nantes konden de lokale marktdeelnemers voortbouwen op de alom aanwezige knowhow over de wijnbouw, die gebaseerd is op een eeuwenoude traditie van handel in fijne wijnen. De technische keuzes, zowel bij de selectie van de te beplanten percelen als bij de beheersing van de kracht van de wijnstokken, maken het mogelijk om rijpe en gezonde druiven te oogsten door optimaal gebruik te maken van de weinig vruchtbare bodems en de overvloedige zonneschijn in het geografische gebied.

Door de “méthode nantaise” te gebruiken, d.w.z. rijping van de wijnen op de moer zonder te worden overgeheveld, kunnen de geurmoleculen die zich tijdens de fermentatie hebben gevormd, ten volle tot uiting komen in de wijnen. Het klimaat met zijn milde winters bevordert de wisselwerking met de moer, waardoor de wijnen rijker worden. Wijnen met de vermelding “sur lie” krijgen door die manier van rijping een voller karakter, fijne en subtiele fruitige en florale aroma’s, en een licht parelend effect dat wordt veroorzaakt door de resten van het koolzuurgas dat zich aan het einde van de gisting heeft gevormd. Om het voordeel van deze rijping te behouden en elke oxidatie te vermijden, hebben de exploitanten een bijzondere verpakkingsmethode ontwikkeld, namelijk een directe botteling in de wijnkelders waar de vinificatie plaatsvindt. Deze traditionele praktijk, die de behandeling van het product tot een minimum beperkt, is uitstekend geschikt om de delicate geurcomponenten van de wijnen te behouden.

De “Gros Plant du Pays nantais” is een wijn van de Loire, “vlak bij de oceaan” aangezien het geografische gebied zich uitstrekt tot de baai van Bourgneuf, met een rinse smaak in de mond en meestal ook een jodiumaroma, waardoor hij prima past bij schaaldieren en oesters. De producenten hebben zich er steeds voor ingezet om deze associatie tussen de wijnen en de lokale gastronomie te promoten, met als gevolg de erkenning als “appellation d’origine vin délimité de qualité supérieure” in 1954. Ook vandaag is de ligging van de wijngaarden aan de kust, tussen Bretagne en de Vendée, een commerciële troef. Het zomertoerisme heeft in grote mate bijgedragen aan de bekendheid van de wijn, en aan het beeld van een wijn die uiterst geschikt is om te drinken bij vis en schaaldieren.

9. Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten)

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Afwijking betreffende de productie in het afgebakende geografische gebied

Beschrijving van de voorwaarde:

Het gebied in de onmiddellijke nabijheid waar bij wijze van uitzondering de vinificatie en bereiding van de wijn en de vinificatie, bereiding, rijping en verpakking van wijnen met de vermelding “sur lie” mogen plaatsvinden, bestaat uit het grondgebied van de volgende gemeenten (op basis van de officiële geografische code van 2018):

— Departement Loire-Atlantique: Boussay, Chaumes-en-Retz (enkel voor het grondgebied van de deelgemeente Arthon-en-Retz), Couffé, Ligné, Loireauxence (enkel voor het grondgebied van de deelgemeente Varades), La Marne, Mésanger, Paulx, Rezé.

— Departement Maine-et-Loire: Beaupréau-en-Mauges (enkel voor het grondgebied van de deelgemeente Gesté), Montrevault-sur-Èvre (enkel voor het grondgebied van de deelgemeenten La Boissière-sur-Evre, Le Fuilet et Le Puiset-Doré).

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen met betrekking tot de etikettering

Beschrijving van de voorwaarde: 18.3.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 89/25

De naam mag worden aangevuld met de vermelding “sur lie” voor de wijnen die voldoen aan de productievoorwaarden die daarvoor in het productdossier zijn vastgesteld. De naam mag worden aangevuld met de geografische aanduiding “Val de Loire” volgens de regels die daarvoor in het productdossier zijn vastgesteld. De lettertekens van de vermelding “sur lie” en de geografische naam “Val de Loire” mogen niet hoger, breder of dikker zijn dan de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming. Wijnen met de vermelding “sur lie” worden gepresenteerd met de aanduiding van het oogstjaar. Op het etiket van de wijnen met gecontroleerde oorsprongsbenaming mag de naam van een kleinere geografische eenheid worden vermeld op voorwaarde dat: — het gaat om een plaatsnaam die is opgenomen in het kadaster; — die naam vermeld staat op de oogstaangifte. De in het kadaster opgenomen plaatsnaam wordt vermeld in tekens die niet hoger, breder of dikker zijn dan de helft van de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming. Hij staat in hetzelfde gezichtsveld als de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming. Rechtskader: Nationale wetgeving Soort aanvullende voorwaarde: Verpakking in het afgebakende geografische gebied Beschrijving van de voorwaarde: Om de kenmerken die voortvloeien uit de wijze van vinificatie en rijping te behouden, en in het bijzonder de frisheid, de aromatische complexiteit en het licht parelend effect vanwege het gehalte aan endogeen koolzuurgas, en om de overheveling te beperken, worden wijnen met de vermelding “sur lie” tussen 1 maart en 31 december van het jaar dat volgt op het jaar van de oogst in de wijnkelders gebotteld.

Link naar het productdossier

https://info.agriculture.gouv.fr/gedei/site/bo-agri/document_administratif-347ec668-4e57-45b4-b27e-0cf1ba019400 C 89/26 NL Publicatieblad van de Europese Unie 18.3.2020

Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

(2020/C 89/05)

Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie (1).

MEDEDELING VAN DE GOEDKEURING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING

“TORO”

Referentienummer: PDO-ES-A0886-AM03

Datum van mededeling: 18 december 2019

BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING

1. Wijziging van de fysisch-chemische kenmerken naar soort wijn

Beschrijving en motivering Deze wijziging betreft punt 2, onder a), van het productdossier en punt 1.4 van het enig document. Wegens nieuwe tendensen in de wijnproductie, die voortvloeien uit de beschikbaarheid van veiligere technologie, en wegens de nieuwe voorkeuren van de consument moet het gehalte reducerende suikers van witte en roséwijnen worden gewijzigd van 4 in 9 gram per liter. In het geval van rode wijnen is uit uitgebreide ervaring met wijnproductie evenzo gebleken dat wijnen met de DO (BOB) “Toro” een lager totaal suikergehalte hebben, zonder dat de kwaliteit eronder lijdt. Daarom is de maximumwaarde teruggebracht van 6 naar 4 gram per liter. De parameter inzake het gehalte aan droge stof is geschrapt aangezien deze parameter overbodig is. Deze wijziging, waarbij het enig document wordt aangepast, wordt als een standaardwijziging beschouwd omdat de fysisch-chemische kenmerken worden aangepast. Het gaat niet om een substantiële wijziging van het beschermde product, dat de kenmerken en het profiel behoudt die zijn omschreven onder het verband en die resulteren uit het samenspel tussen natuurlijke en menselijke factoren. Derhalve wordt ervan uitgegaan dat deze wijziging niet onder de in artikel 14, lid 1, van Verordening (EU) 2019/33 bedoelde categorieën valt.

2. Wijziging van de productievoorwaarden: extractieopbrengst

Beschrijving en motivering Deze wijziging betreft punt 3, b.1), van het productdossier en punt 1.5.1 van het enig document. Door nieuwe technieken in wijnmakerijen, koeling en het gebruik van vacuümfilters voor de classificatie van most is het de afgelopen paar jaar mogelijk geworden meer sap uit de druiven te verkrijgen zonder drukverhogingen die de kwaliteit in het gedrang zouden brengen. Dit levert heel goede resultaten en een hogere opbrengst op terwijl tegelijkertijd het in het productdossier vereiste kwaliteitsniveau behouden blijft. Om die reden wordt voorgesteld de extractieopbrengst te verhogen van 70 naar 72 liter wijn per 100 kg druiven. Deze wijziging, waarbij het enig document wordt aangepast, wordt als een standaardwijziging beschouwd omdat het beschermde product niet substantieel is gewijzigd; dit product behoudt de kenmerken en het profiel die zijn omschreven onder het verband en die voortvloeien uit het samenspel tussen natuurlijke en menselijke factoren. Derhalve wordt ervan uitgegaan dat het niet gaat om een wijziging in de zin van artikel 14, lid 1, van Verordening (EU) 2019/33.

3. Verhoging van de opbrengst van verdejo en actualisering van de maximumopbrengst in hectoliter per hectare

Beschrijving en motivering Deze wijziging betreft punt 5 van het productdossier en punt 1.5.2 van het enig document.

(1) PB L 9 van 11.1.2019, blz. 2. 18.3.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 89/27

Vooruitgang in de moderne wijnteelt heeft geleid tot hogere productieopbrengsten (kg/ha) zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de kwaliteit van de grondstof. In het specifieke geval van het druivenras verdejo lag de in het productdossier van de BOB “Toro” bedoelde maximumopbrengst beduidend lager dan de gemiddeld in het gebied behaalde opbrengsten. Dit bracht de nettomarge van de wijnproducenten en bijgevolg de winstgevendheid van de wijngaarden in gevaar. Om die reden wordt een verhoging van 6 900 kg/ha naar 9 000 kg/ha voorgesteld. Als gevolg van de verhoging van de extractieopbrengst (vorige wijziging) zijn ook de opbrengsten in hectoliter per hectare bijgewerkt. Deze wijziging, waarbij het enig document wordt aangepast, wordt als een standaardwijziging beschouwd omdat het beschermde product niet substantieel is gewijzigd; dit product behoudt de kenmerken en het profiel die zijn omschreven onder het verband en die voortvloeien uit het samenspel tussen natuurlijke en menselijke factoren. Het gaat dus niet om een wijziging in de zin van artikel 14, lid 1, van Verordening (EU) 2019/33.

4. Uitbreiding van de redenen voor verpakking in het afgebakende gebied

Beschrijving en motivering Deze wijziging betreft punt 8, b.2), van het productdossier en punt 1.9 van het enig document. Punt 8, b.2), van het productdossier is geherformuleerd om de redenen voor verpakking (botteling) in het afgebakende gebied toe te voegen overeenkomstig artikel 4, lid 2, van de nieuwe Verordening (EU) 2019/33. Dit wordt als een standaardwijziging beschouwd die een wijziging van het enig document behelst, aangezien een en ander in de praktijk reeds verplicht was. Deze wijziging brengt derhalve geen verdere beperkingen mee voor het in de handel brengen van het product. Het gaat slechts om een herformulering met het oog op de inachtneming van de geldende wetgeving. Derhalve wordt ervan uitgegaan dat het niet gaat om een wijziging in de zin van artikel 14, lid 1, van Verordening (EU) 2019/33.

5. Aanpassing aan de regels inzake de verificatie van de naleving van het productdossier

Beschrijving en motivering Deze wijziging betreft punt 9 van het productdossier. Aanpassing aan de bepalingen van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34 van de Commissie van 17 oktober 2018, en met name artikel 19 van laatstgenoemde verordening, waarin is bepaald dat de jaarlijkse verificatie wordt verricht door de bevoegde autoriteit of de controleorganen om de naleving van het productdossier te controleren. Deze wijziging maakt deel uit van een noodzakelijke bijwerking van het productdossier om ervoor te zorgen dat het voldoet aan de criteria van norm UNE-EN-ISO 17065. Het gaat dus om een standaardwijziging die geen wijziging van het enig document meebrengt, aangezien het geen wijziging is in de zin van artikel 14, lid 1, van Verordening (EU) 2019/33.

ENIG DOCUMENT

1. Naam van het product Toro

2. Type geografische aanduiding BOB – beschermde oorsprongsbenaming

3. Categorieën wijnbouwproducten

1. Wijn

4. Beschrijving van de wijn(en) WIJN – WIT EN ROSÉ De witte wijnen hebben een strogele kleur en rijke, evenwichtige en fruitige aroma’s. Wanneer de wijnen in het vat rijpen, vermengen die kenmerken zich met de rokerige en geroosterde houttoetsen. De roséwijnen zijn aardbei- tot frambooskleurig en hebben aroma’s van bosvruchten. C 89/28 NL Publicatieblad van de Europese Unie 18.3.2020

Als het restsuikergehalte van de wijnen 5 gram/liter of meer bedraagt, mogen ze een maximaal gehalte aan zwaveldioxide van 250 milligram/liter bevatten. De in dit punt bepaalde fysisch-chemische kenmerken moeten in ieder geval voldoen aan de limieten van de EU- regelgeving.

Algemene analytische kenmerken Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) 11 Minimale totale zuurgraad 3,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per 18 liter) Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per 200 liter)

WIJN – ROOD De rode wijnen hebben een donker kersenrode kleur en aroma’s van rode en wilde vruchten en zijn rijk, evenwichtig en goed gestructureerd. Wanneer de wijnen rijpen, krijgen ze houttoetsen van het vat. De rode wijnen van “Toro” zijn in vergelijking met die uit andere gebieden gestructureerder, meer tannineachtig, minder zuur, met in de neus tonen van rijp fruit. De in dit punt bepaalde fysisch-chemische kenmerken moeten in ieder geval voldoen aan de limieten van de EU- regelgeving.

Algemene analytische kenmerken Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) 12,5 Minimale totale zuurgraad 3,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per 20 liter) Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per 150 liter)

5. Wijnbereidingsprocedés

a. Essentiële oenologische procedés WIJNBEREIDINGSPROCEDÉS Specifiek oenologisch procedé — Minimaal potentieel alcoholgehalte van de druiven: 10,5 % vol. — Maximale extractieopbrengst: 72 liter per 100 kg druiven. WIJNBEREIDINGSPROCEDÉS Wijnbereidingsbeperkingen De witte wijnen mogen uitsluitend worden bereid uit witte druivensoorten (malvasía castellana en verdejo). De roséwijnen moeten worden bereid uit de toegestane blauwe en witte soorten (primaire en secundaire soorten). De rode wijnen moeten worden bereid uit de soorten tinta de toro (voor ten minste 75 %) en garnacha. WIJNBEREIDINGSPROCEDÉS Teeltmethode — Minimale beplantingsdichtheid: 500 wijnstokken/hectare — De wijnstokken worden geleid in gobelet- of spaliervorm. — Gemengde aanplant, d.w.z. een aanplant waarbij niet elke soort afzonderlijk kan worden geoogst, is verboden. 18.3.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 89/29

b. Maximumopbrengsten Garnacha tinta, malvasía castellana (doña blanca) en verdejo 9 000 kilogram druiven per hectare Garnacha tinta, malvasía castellana (doña blanca) en verdejo 64,80 hectoliter per hectare Tinta de toro 6 000 kilogram druiven per hectare Tinta de toro 43,20 hectoliter per hectare

6. Afgebakend geografisch gebied Het geografische gebied van de BOB “Toro” ligt in het uiterste westen van de regio Castilië en León, ten zuidoosten van de provincie Zamora, en omvat een deel van de natuurgebieden Tierra del Vino, Valle del Guareña en Tierra de Toro. Het grenst aan de vlakten van Tierra del Pan en Tierra de Campos en beslaat 62 000 hectare. Het omvat de volgende gemeenten: In de provincie Zamora: Argujillo, La Bóveda de Toro, Morales de Toro, El Pego, Peleagonzalo, El Piñero, San Miguel de la Ribera, Sanzoles, Toro, Valdefinjas, Venialbo en Villabuena del Puente. In de provincie Valladolid: San Román de Hornija, Villafranca del Duero, de kavels van Villaester de Arriba en Villaester de Abajo en de gemeente Pedrosa del Rey.

7. Voornaamste wijndruivenras(sen) VERDEJO DOÑA BLANCA – MALVASÍA CASTELLANA TEMPRANILLO – TINTA DE TORO

8. Beschrijving van het (de) verband(en) De klimatologische omstandigheden (extreme koude in de winter, een hoog aantal uren zonneschijn en extreme temperaturen) beperken de productiviteit van de wijnstok. De verschillende bodemsoorten zijn zanderige leem (beplanting afhankelijk van het bodemtype) hebben een neutrale pH-waarde en bevatten weinig organisch materiaal; om die reden voegen de wijnbouwers het toe in de vorm van bodemverbeteraars. Zowel de klimatologische omstandigheden als de bodemtypes zijn bepalend voor de aroma’s, de structuur en het hoge alcoholgehalte van de wijnen. Bovendien leidt het hoge ijzergehalte van de bodem in combinatie met de toepassing van het gobelet- leisysteem en de hoge leeftijd van de wijngaard tot de opmerkelijk hoge hoeveelheid kleurstoffen die deze wijnen bevatten.

9. Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten) Rechtskader: Nationale wetgeving Type aanvullende voorwaarde: Verpakking in het afgebakende geografische gebied Beschrijving van de voorwaarde: Tot het wijnbereidingsproces behoren ook het bottelen en daaropvolgend het rijpen van de wijnen. Daarom kunnen de in dit productdossier beschreven organoleptische en fysisch-chemische kenmerken alleen worden gewaarborgd als alle behandelingen van de wijn in het productiegebied plaatsvinden. Het bottelen van wijnen met de BOB “Toro” is een van de factoren die van cruciaal belang zijn om de in het productdossier vermelde kenmerken te verkrijgen. Daarom, en met het oog op de waarborging van de kwaliteit en oorsprong en met het oog op de controle wordt dit gedaan in wijnmakerijen en bottelarijen die in het productiegebied gevestigd zijn. C 89/30 NL Publicatieblad van de Europese Unie 18.3.2020

Rechtskader: Nationale wetgeving Type aanvullende voorwaarde: Aanvullende bepalingen betreffende etikettering Beschrijving van de voorwaarde: De traditionele aanduiding “OORSPRONGSBENAMING” mag op de etikettering worden gebruikt in plaats van “BESCHERMDE OORSPRONGSBENAMING”. Op de etikettering van de wijnen mogen de vermeldingen “ROBLE” (eik) en “FERMENTADO EN BARRICA” (gegist in het vat) worden gebruikt. Voor de rode wijnen mogen de traditionele aanduidingen “CRIANZA”, “RESERVA” en “GRAN RESERVA” worden gebruikt, op voorwaarde dat is voldaan aan de in de geldende wetgeving vastgelegde voorwaarden.

Link naar het productdossier

www.itacyl.es/documents/20143/342640/PPta+Mod+PCC+DO+TORO+Rev+2.docx/9d4323ba-0af4-a645-ea7e- 0856f899275a?

ISSN 1977-0995 (elektronische uitgave) ISSN 1725-2474 (papieren uitgave)

Bureau voor publicaties van de Europese Unie 2985 Luxemburg LUXEMBURG NL