omgevingsdienst

HAAGLANDEN Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E [email protected] 1 www.odh.nl Zaaknummer 00492778 Ons Kenmerk ODH-2017-00120269 Datum 0 9 FEB. 2018 Beschikking Wet natuurbescherming - Beheer en schadebestrijding Onderwerp Op 31 juli 2017 hebben wij van de Faunabeheereenheid Zuid-Holland een aanvraag om ontheffing ontvangen als bedoeld in artikel 3.26, derde lid, van de Wet natuurbescherming. Ontheffing wordt gevraagd van de krachtens artikel 3.26, tweede lid, van de Wet natuurbescherming gestelde regels, namelijk het verbod opgenomen in artikel 3.16, eerste lid, aanhef en onder c, van het Besluit natuurbescherming: het verbod om een geweer te gebruiken ter uitoefening van het bepaalde bij of krachtens de Wet natuurbescherming, binnen de afpalingsknng van een eendenkooi als bedoeld in artikel 3.21, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wet natuurbescherming. Ontheffing is gevraagd voor de afpalingsknngen van de eendenkooien: Pijnacker; Gijbelandse Kooi, ; Roodnat, Oud Alblas; Schipluiden; Vlaardingen; ; De Korte Broek, ; Gemeente Nederiek; Ameide; Berkenwoude en . De ontheffing wordt gevraagd om beheer en schadebestrijding met het geweer mogelijk te maken volgens het geldende beheerplan en bij de bestrijding van exoten en venwilderde dieren, te weten: de grauwe gans, kolgans, brandgans, Canadese gans, knobbelzwaan, wilde eend, fazant, haas, houtduif, kauw, zwarte kraai, vos, exoten en verwilderde dieren zoals opgenomen in aanwijzingsbesluit met kenmerk PZH- 2012-349284462 (m.u.v. de verwilderde kat). Ontheffing wordt aangevraagd voor een periode van zes jaar.

Besluit

Wij besluiten:

I. de aangevraagde ontheffing te verlenen;

II. de voorschriften 1 tot en met 4 te verbinden aan deze ontheffing; III de aanvraag van 31 juli 2017 en de aanvullende gegevens van 27 oktober 2017, 18 december 2017 en 16 januari 2018 onderdeel te laten zijn van deze ontheffing;

IV. dat deze ontheffing geldig is tot en met 31 januari 2024.

Ondertekening Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor dezen.

ing. L. Hopman Hoofd Toetsling & Vergunningverlening Milieu van de Omgevingsdienst Haaglanden omgevingsdienst HAAGLANDEN

Rechtsmiddelen Voor de mogelijkheid rechtsmiddelen aan te wenden tegen deze beschikking wijzen wij op de desbetreffende tekst in het begeleidende schrijven.

2/8 omgevingsdienst HAAGLANDEN

VOORSCHRIFTEN

1 Ontheffinghouder zal de uitvoerder alleen toestemming geven voor gebruik van deze ontheffing op basis van schriftelijke toestemming van de kooiker van de eendenkooi ter plaatse.

2 Indien de kooiker in de schriftelijke toestemming zoals bedoeld in voorschrift 1 voonvaarden stelt aan de uitvoering van de schadebestrijding, zal ontheffinghouder deze voorwaarden in de doorschrijving opnemen.

3 De uitvoerder van de ontheffing kan zich bij de uitvoering van de bestrijding door andere uitvoerders laten vergezellen.

4 De uitvoerder van de ontheffing dient (een kopie van) de ontheffing bij zich te dragen, alsmede (een kopie van) overige ontheffingen die aan hem zijn doorgeschreven.

3/8 omgevingsdienst HAAGLANDEN OVERWEGINGEN

Aanleiding Op 31 juli 2017 hebben wij van de Faunabeheereenheid Zuid-Holland (hierna: FBE) een aanvraag om ontheffing ontvangen als bedoeld in artikel 3.26, derde lid, van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb). Ontheffing wordt gevraagd van de krachtens artikel 3.26, tweede lid, aanhef en onder a, van de Wnb gestelde regels, namelijk het verbod opgenomen in artikel 3.16, eerste lid, aanhef en onder c, van het Besluit natuurbescherming: het verbod om een geweer te gebruiken ter uitoefening van het bepaalde bij of krachtens de Wnb binnen de afpalingskring van een eendenkooi als bedoeld in artikel 3.21, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wnb. Ontheffing is gevraagd voor de afpalingskringen van de eendenkooien: Pijnacker; Gijbelandse Kooi, Brandwijk; Roodnat, Oud Alblas; Schipluiden; Vlaardingen; Giessenlanden; De Korte Broek, Liesveld; Gemeente Nederiek; Ameide; Berkenwoude en Zederik. De ontheffing wordt gevraagd om beheer en schadebestrijding met het geweer mogelijk te maken volgens het geldende beheerplan en bij de bestrijding van exoten en venwilderde dieren, te weten: de grauwe gans, kolgans, brandgans, Canadese gans, knobbelzwaan, wilde eend, fazant, haas, houtduif, kauw, zwarte kraai, vos, exoten en verwilderde dieren zoals opgenomen in aanwijzingsbesluit met kenmerk PZH-2012-349284462 (m.u.v. de verwilderde kat). Ontheffing wordt aangevraagd voor een periode van zes jaar.

Procedure Titel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 5.1 van de Wnb zijn toegepast op deze beschikking.

Doordat de aangeleverde gegevens onvolledig waren, is de procedure op 25 September 2017 opgeschort en is verzocht om aanvullende gegevens.

Op 27 oktober 2017, 18 december 2017 en 16 januari 2018 hebben wij aanvullende gegevens ontvangen.

De procedure is op 18 december 2017 hervat. Toetsingskader en grondslag beschikking De grauwe gans, kolgans, brandgans, Canadese gans, knobbelzwaan, wilde eend, fazant, haas, houtduif, kauw, zwarte kraai en vos zijn: - van nature in Nederland in het wild levende vogels en beschermd op grond van artikel 1 van de Vogelrichtlijn; of - in het wild levende soorten opgenomen in onderdeel A, genoemd in de bijlage, behorende bij artikel 3.10 van de Wnb.

Op grond van artikel 3.1, eerste lid, van de Wnb is het verboden de grauwe gans, kolgans, brandgans, Canadese gans, knobbelzwaan, wilde eend, fazant, houtduif, kauw en zwarte kraai opzettelijk te doden.

Op grond van artikel 3.10, eerste lid, onderdeel a, van de Wnb is het verboden de haas en vos opzettelijk te doden.

Exoten en verwilderde dieren vallen niet onder het beschermingsregime van de voorgenoemde artikelen. Dit betekent dat het niet verboden is om deze dieren te doden. Het is echter niet toegestaan om zonder meer het geweer te gebruiken. Voor het gebruik van het geweer moet onder de oude wet een aanwijzingsbesluit als bedoeld in artikel 67, eerste lid, van de Flora- en faunawet zijn verleend dan wel onder de nieuwe wet per 1 januari 2017 een opdracht als bedoeld in artikel 3.18, eerste lid, van de Wnb zijn gegeven. Voor deze soorten geldt overigens wel de algemene zorgplichtbepaling op grond van artikel 1.11 van de Wnb.

Het afpalingsrecht is een oud zakelijk recht dat anderen dan de kooiker belet om verstoringen te veroorzaken binnen de afpalingsknng van een eendenkooi. In artikel 3.30, vijfde lid, van de Wnb is geregeld dat het verboden is voor ieder ander dan de kooiker van een eendenkooi, of degene die handelt met

4/8 omgevingsdienst HAAGLANDEN toestemming van die kooiker, om binnen de afpalingskring van die kooi handelingen te verrichten waardoor eenden binnen de afpalingsknng kunnen worden verontrust. Het verbod om het geweer te gebruiken binnen de afpalingsknng vloeit hieruit voort en is geregeld in artikel 3.26, tweede lid, aanhef en onder a, van de Wnb juncto artikel 3.16, eerste lid, aanhef en onder c, van het Besluit natuurbescherming: het verbod een geweer te gebruiken ter uitoefening van het bepaalde bij of krachtens de Wnb binnen de afpalingskring van een eendenkooi als bedoeld in artikel 3.21, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wnb. In artikel 3.26, derde lid, van de Wnb is bepaald dat wij ontheffing kunnen verlenen van de in artikel 3.26, tweede lid, aanhef en onder a, van de Wnb gestelde regels, rekening houdend met belangen van veiligheid, volksgezondheid, welzijn en milieu.

Beoordeling

Aanvraag De ontheffing wordt gevraagd om beheer en schadebestrijding met het geweer mogelijk te maken volgens het geldende faunabeheerplan en bij de bestrijding van exoten en verwilderde dieren. Er wordt ontheffing gevraagd om de bestrijding mogelijk te maken van een twaalf inheemse diersoorten, te weten: de grauwe gans, kolgans, brandgans, Canadese gans, knobbelzwaan, wilde eend, fazant, haas, houtduif, kauw, zwarte kraai en vos. Daarnaast wordt gevraagd om ontheffing voor de bestrijding van exoten en verwilderde dieren, zoals opgenomen in het aanwijzingsbesluit met kenmerk PZH-2012-349284462 (m.u.v. de verwilderde kat).

Beoordeling Beheer en/of schadebestrijding van de aangevraagde inheemse diersoorten is reeds mogelijk op basis van de volgende vermelde ontheffing(en) en/of vrijstelling(en): 1. Grauwe gans, kolgans, brandgans en Canadese gans; - ontheffing met kenmerk ODH-2015-00745305 en PZH-2016-570065450 (beheer grauwe gans, kolgans, brandgans en Canadese gans in de zomerperiode); - ontheffing met kenmerk ODH-2015-00726168 en PZH-2016-553941540 (schadebestrijding grauwe gans en kolgans in de winterpenode); - vrijstelling zoals bedoeld in artikel 3.3, tweede lid, van de Wnb, in samenhang met artikel 5.2 van de Verordening uitvoering Wet natuurbescherming Zuid-Holland (provinciale vrijstelling voor bestrijding grauwe gans, kolgans, brandgans en Canadese gans in de zomerperiode, alsmede schadebestrijding grauwe gans en kolgans in de winterperiode); - vrijstelling zoals bedoeld in artikel 3.15, tweede lid, van de Wnb, juncto artikel 3.1 van de Regeling natuurbescherming (landelijke vrijstelling voor bestrijding van de Canadese gans); 2. Knobbelzwaan ontheffing met kenmerk ODH-2013-00007007, aangepast per besluiten met kenmerken ODH- 2014-00588359, PZH-2014-490784911, ODH-2015-00669368 en PZH-2016-557640156; - vrijstelling zoals bedoeld in artikel 3.3, tweede lid, van de Wnb, in samenhang met artikel 5.2 van de Verordening uitvoering Wet natuurbescherming Zuid-Holland (provinciale vrijstelling); 3. Wilde eend; - ontheffing met kenmerk ODH-2014-00166702 en ODH-2014-00621808; 4. Fazant; - ontheffing met kenmerk ODH-2014-00162026 en ODH-2015-00672339; 5. Haas; - ontheffing met kenmerk ODH-2014-00159568 en ODH-2015-00663267; 6. Houtduif, kauw, zwarte kraai en vos; - vrijstelling zoals bedoeld in artikel 3.15, tweede lid, van de Wnb, juncto artikel 3.1 van de Regeling natuurbescherming (landelijke vrijstelling);

5/8 omgevingsdienst HAAGLANDEN Exoten en verwilderde dieren De bestrijding van een aantal exoten en verwilderde dieren in de provincie Zuid-Holland is mogelijk op basis van het aanwijzingsbesluit met kenmerk PZH-2012-349284462 van 3 September 2012. In dit aanwijzingsbesluit hebben wij een categorie van personen aangewezen om de stand te beperken van de volgende soorten: nijigans, gedomesticeerde grauwe gans, Indische gans, rosse stekelstaart, gedomesticeerde rotsduif, Amerikaanse nerts, marterhond, wasbeer, muskusrat, beverrat en verwilderde kat. Per besluit van 20 april 2015 met kenmerk ODH-2015-00016238 hebben wij echter besloten om het gebruik van het geweer bij de bestrijding van de verwilderde kat niet langer toe te staan. Ontheffing is dan ook aangevraagd voor alle soorten genoemd in het aanwijzingsbesluit, met uitzondering van de verwilderde kat.

Eendenkooien Er zijn meerdere eendenkooien op verschillende locaties in de provincie aanwezig. Deze aanvraag is gebaseerd op de eendenkooien die op 31 december 2016 op grond van artikel 56 van de Flora- en faunawet waren geregistreerd. De eendenkooien die geen afpalingskring (meer) hebben, zijn niet in deze aanvraag meegenomen. Er is ontheffing gevraagd voor het gebruik van het geweer in de afpalingskring van 11 eendenkooien. De locatie en/of naam en de bijbehorende grootte van de afpalingskring is opgenomen in tabel 1.

Tabel 1 Overzicht van de eendenkooien en de bijbehorende afpalingskringen Grootte afpalingskring Nr Naam kooi en/of plaats Locatie vanuit het midden gemeten (in meter) Gemeente Pijnacker-Nootdorp, kadastrale 1 Pijnacker gemeente Pijnacker, sectie D, nr. 109, 110 en 1130 264 Gemeente molenwaard, kadastrale yemeente — 2 Gijbelandse Kooi, Brandwijk 753 Brandwijk, sectie H, nr. 479 Gemeente Molenwaard, kadastrale gemeente 3 Roodnat, Oud Alblas Oud Alblas, sectie A, nr. 122, 129, 130,137, 1130 138, 140 en 1814 Gemeente Midden-Delfland, kadastrale 4 Schipluiden gemeente Schipluiden, sectie D, nr 358, 361, 1130 391 en 400 Gemeente Vlaardingen, kadastrale gemeente 5 Vlaardingen 1130 Vlaardingen, sectie N, nr 219 Gemeente Giessenlanden, kadastrale gemeente 6 Giessenlanden 753 Giessenlanden, sectie A, nr. 85 en 86 Gemeente Molenwaard, kadastrale gemeente 7 De Korte Broek, Liesveld , sectie A, nr. 2013, 2014, 2015 en 1130 2016 Gemeente Krimpenerwaard, kadastrale gemeente Lekkerkerk, sectie D, nr. 744 t/m 783, 8 Gemeente Nederiek 925 t/m 945, 952 t/m 964, 966 t/m 978, 1039, 753 1040, 1047, 1049 t/m 1052, 1069, 4188, 4189, 4398, 4462, 4463, 4521, 4621 en 4638 Gemeente Zederik, kadastrale gemeente 9 Ameide 753 Ameide, sectie C, nr 227 Gemeente Krimpenerwaard, kadastrale 10 Berkenwoude 753 gemeente Berkenwoude, sectie B, nr. 2083 Gemeente Zederik, kadastrale gemeente 11 Zederik 560 Lexmond, sectie A, nr 96

6/8 omgevingsdienst HAAGLANDEN Instemming kooikers Het is een ieder, ander dan de kooiker of degene die handelt met toestemming van die kooiker, verboden binnen de afpalingskring van die kooi handelingen te verrichten, waardoor eenden binnen de afpalingskring kunnen worden verontrust. Wij achten het dan ook van belang dat de FBE de betreffende kooikers op de hoogte heeft gesteld van onderhavige ontheffingsaanvraag, en zich ervan hebben vergewist dat zij geen bezwaar hebben tegen beheer en schadebestrijding binnen de afpalingskring van hun eendenkooi. Voor de eendenkooien met de nummers 1, 4, 5, 9 en 11 zijn eerder door ons ontheffingen afgegeven. Voor deze kooien gaan we ervan uit dat de kooikers ook tegen deze ontheffing geen bezwaar hebben. De eendenkooien met nummers 4, 8, 9 en 10 zijn in het beheer van terreinbeherende organisaties die vertegenwoordigd zijn in het bestuur van de FBE. Het bestuur heeft ingestemd met het indienen van deze aanvraag, waardoor mag worden verondersteld dat zij tegen deze ontheffing geen bezwaar hebben. De kooikers van de eendenkooien met nummers 2, 3, 6 en 7 hebben desgevraagd per e-mail bevestigd geen bezwaar te hebben tegen de inwilliging van onderhavige aanvraag.

Gebruik geweer Ontheffing wordt aangevraagd voor bestrijding van grauwe gans, kolgans, brandgans, Canadese gans, knobbelzwaan, wilde eend, fazant, haas, houtduif, kauw, zwarte kraai, vos, exoten en verwilderde dieren.

De soorten die op deze ontheffing binnen de afpalingsknngen kunnen worden bestreden zijn alien vrijgesteld in het kader van artikel 3.15, tweede lid, van de Wnb juncto artikel 3.1 van de Regeling natuurbescherming (Canadese gans, vos, houtduif, kauw, zwarte kraai), vrijgesteld in het kader van artikel 3.3, tweede lid, van de Wnb (grauwe gans, brandgans, kolgans, Canadese gans, knobbelzwaan), dan wel aangewezen in het kader van artikel 3.18, van de Wnb (exoten en verwilderde dieren), of ontheven in het kader van artikel 3.17, van de Wnb (grauwe gans, brandgans, kolgans, Canadese gans, knobbelzwaan, wilde eend, fazant, haas). Bij het nemen van die besluiten is al beoordeeld of de door betreffende diersoorten veroorzaakte schade voldoende aanleiding vormde tot het nemen van het besluit, of er andere bevredigende opiossingen omtrent de door deze dieren veroorzaakte schadeproblematiek bestaan en/of dat (voor de inheemse soorten) de gunstige staat van instandhouding niet in gevaar komt. Deze ontheffing kan dan ook enkel worden gebruikt in combinatie met een geldende vrijstelling, aanwijzing of ontheffing. Indien er voorwaarden in het desbetreffende besluit zijn opgenomen, zijn deze uiteraard onverminderd van kracht.

Ter beoordeling resteert of wij ontheffing kunnen verlenen van de in artikel 3.26, tweede lid, aanhef en onder a, van de Wnb gestelde regels, namelijk het verbod een geweer te gebruiken binnen de afpalingskring van een eendenkooi. Bij de ontheffingverlening dienen wij rekening te houden met belangen van veiligheid, volksgezondheid, welzijn en milieu. Nu het gebruik van het geweer binnen de afpalingskring van een eendenkooi geen extra risico's voor de voormelde belangen met zich meebrengt ten opzichte van de reeds verleende ontheffingen, vrljstellingen en aanwijzing, zien wij geen reden om de gevraagde ontheffing niet te verlenen.

De uitvoering Deze ontheffing kan enkel gebruikt worden in combinatie met een geldende vrijstelling, aanwijzing of ontheffing. Vanzelfsprekend wordt de schadebestrijding in het geval van inheemse diersoorten uitgevoerd conform het bijbehorende faunabeheerplan, zoals vastgelegd in artikel 3.12, eerste lid, van de Wnb. Conform de bepaling in artikel 3.12, achtste lid, van de Wnb wordt gerapporteerd over het gebruik van deze ontheffing in het jaarlijkse verslag.

Voordat de FBE deze ontheffing mag doorschrijven, dient de desbetreffende kooiker schriftelijke toestemming te hebben gegeven voor het gebruik van deze ontheffing. Dit is vastgelegd in voorschrift 1. De kooiker kan voorwaarden stellen aan de schadebestrijding. Hierbij valt te denken aan beperkingen aan schadebestrijding in bepaalde tijden van het jaar, of het uitsluiten van bepaalde gebieden. Wij hebben in voorschrift 2 vastgelegd dat de FBE deze beperkingen in de doorschrijving naar de uitvoerder van de ontheffing opneemt.

7/8 omgevingsdienst HAAGLANDEN

Samenhangende besluiten Er kunnen nog andere bepalingen van kracht zijn, op grond waarvan vergunningen, toestemmingen, ontheffingen of meldingen benodigd zijn om de gevraagde activiteit te kunnen uitvoeren. Die mogelijkheid geldt bijvoorbeeld voor uitvoering van deze ontheffing in/bij Natura 2000-gebieden. Hiervoor zijn wij bevoegd gezag.

Conclusie Op grond van het vorenstaande kan de gevraagde ontheffing op grond van artikel 3.26, derde lid, van de Wnb worden verleend.

8/8