Amsterdamse School
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Load more
										Recommended publications
									
								- 
												  VRIENDENWANDELING 29 MEI 2016 M.Hollenkamp VRIENDENWANDELING AMSTERDAMSE SCHOOL EN ICONEN & SYMBOLEN Welkom Bij De Jaarlijkse Vriendenwandeling Van StadsherstelVRIENDENWANDELING 29 MEI 2016 M.Hollenkamp VRIENDENWANDELING AMSTERDAMSE SCHOOL EN ICONEN & SYMBOLEN Welkom bij de jaarlijkse Vriendenwandeling van Stadsherstel. Graag laten we u zien wat Stadsherstel onder andere met uw hulp heeft gerealiseerd. U kunt bijzondere en historische panden niet alleen aan de buitenkant be- wonderen, maar ook binnen een kijkje nemen. THEMA AMSTERDAMSE SCHOOL Vandaag brengen we een ode aan ‘100 jaar Amsterdamse School’. In Amsterdam-Zuid, West maar ook in het centrum van Amsterdam zijn prachtige Amsterdamse School voorbeelden te bewon- deren. Daarnaast sluit deze wandeling aan bij het thema van de landelijke Open Monumentendag: ‘Iconen en Symbolen’. Met deze wandeling is onder andere het restauratieproject Spinhuissteeg 12 te bezichtigen, het Hodshon-Dedelhofje en het Amsterdamse Schoolmonument Rioolgemaal F. PANDEN OP DE ROUTE Alle Stadsherstelpanden zijn te herkennen aan het blauwe Stadsherstellogo op het pand. In dit boekje zijn de panden als volgt te herkennen: 1 Panden geopend voor bezoek 3 Stadsherstel panden op de route 2 Panden op de route WANDELING EN BORREL Om teleurstelling te voorkomen is het goed te weten dat het laatste pand op de route is geopend tot 17.00 uur. Het drankje is zoals aangekondigd niet bij Rioolgemaal F maar bij De Duif. Daar bieden we u een hapje en een drankje aan. Projectleider Paul Morel geeft om 13.30, 14.30 en om 15.30 uur in De Duif een korte lezing over Stadsherstel. We wensen u veel wandelplezier toe en danken u voor uw bijdrage als Vriend. Uw steun en betrok- kenheid zijn van groot belang voor Stadsherstel. Niet alleen omdat u de projecten van Stadsher- stel ondersteunt maar u draagt ook letterlijk bij aan het bewaren van gebouwd erfgoed in en om Amsterdam voor nu en de toekomst.
- 
												  Piet Kramer Bruggenbouwer Van De Amsterdamse SchoolPiet Kramer Bruggenbouwer van de Amsterdamse School Sebas Baggelaar Pim van Schaik 4 Bruggen als kunstwerken De bruggen van architect Piet Kramer zijn ware kunstwerken. In Amsterdam en Amstelveen komen we er talrijke tegen. Een argeloze fietser zet er zonder te kijken zijn fiets tegen aan, vaak niet beseffend hoe mooi de bruggen zijn. Daarom is het goed dat er nu eindelijk een boek is verschenen over de bruggen van Piet Kramer. Het zal velen de ogen openen. Piet Kramer heeft over zichzelf gezegd dat hij voornamelijk vanuit zijn inspiratie werkte en zich in de eerste plaats als kunstenaar zag. Bouwwerken moesten voor hem een eenheid zijn, waaraan verschillende kunstdisciplines een bijdrage konden leveren. Het was een opvatting die aansloot bij de kunst- en architectuurstijl van de Amsterdamse School die in het begin van de twintigste eeuw furore maakte. Piet Kramer behoorde tot de grote inspiratoren van de Amsterdamse School. Hij heeft menig bouwwerk in die stijl gerealiseerd, waaronder De Bijenkorf in Den Haag en – samen met zijn vriend Michel de Klerk – het Dageraadcomplex in Amsterdam-Zuid. Voor Kramer was het interieur even belangrijk als de buitenkant, daarom ontwierp hij ook meubels. Net als bij zijn bouwwerken zien we bij zijn meubels veel organische rondingen en een verrassend kleur- en materiaalgebruik. Als parttime medewerker bij de Dienst der Publieke Werken van Amsterdam ging Kramer zich vanaf 1916 met het ontwerpen van bruggen bezig houden. De bruggen moesten aansluiten bij de omgeving en zijn daardoor zeer verschillend. Ook zitbanken, kiosken, lantaarns en de typografische nummering werden bij het ontwerp betrokken, Kramer dacht zelfs na over het aansluitende groen.
- 
												  Amsterdam SchoolPRESS FEATURE Amsterdam School In 2016 we are celebrating 100 years of the Amsterdam School. Though the name may suggest otherwise, this architectural style in fact refers to a period in which several architects pursued new ideals regarding architecture, design and building a better society. The pioneers were three befriended architects: Joan van der Mey, Michel de Klerk and Piet Kramer. They came to international prominence with buildings such as Het Schip and the Scheepvaarthuis. The style also spread to other parts of the Netherlands, with notable examples including Park Meerwijk in Bergen, Hilversum Town Hall, and the former Radio Kootwijk transmitter park in the Veluwe region. The Amsterdam School is most renowned for its construction of high- quality working class dwellings, with a style characterised by extensive and creative use of brickwork, decorated facades and cast iron details. Bridges and churches were also built in this style. Hildo Krop, the principal sculptor of the Amsterdam School movement, created sculptures for countless bridges and public buildings in Amsterdam. These can still be admired throughout the entire Amsterdam region. The movement was not only manifested in architecture but also in interior objects such as lamps, clocks, mirrors, doorknobs, textiles and furniture, for example by furniture makers Harry Dreesen and Louis Deen. The Amsterdam School architectural style was applied widely in the 1910s and 1920s, but was to be overshadowed in Amsterdam by the Bauhaus and De Stijl movements following the Second World War. A renewed interest in the style emerged towards the end of the 1960s, however, and a whole century later we are now celebrating the 100th anniversary of the Amsterdam School.
- 
												  Eindwerkstuk Kunstgeschiedenis Anne Pellikaan Juni 2020Oosterse kunst in Wendingen Een onderzoek naar de manier waarop Oosterse kunst beschreven en afgebeeld wordt in het maandblad Wendingen tussen 1918-1931. Naam: Anne Pellikaan Studentnummer: 7038518 E-mail: [email protected] / [email protected] Begeleider: D.R.E. van de Vijver Juni 2020 Bachelorscriptie kunstgeschiedenis, faculteit geesteswetenschappen, Universiteit Utrecht Samenvatting In dit onderzoek is getracht om antwoord te geven op de vraag: Op welke manier wordt Oosterse kunst beschreven en verbeeld in het tijdschrift Wendingen: maandblad voor bouwen en sieren tussen 1918 en 1931? De aanleiding daarvoor was het gebruik van Oosterse vormentaal in ontwerpen van kunstenaars die tot de Amsterdamse School worden gerekend. Uit literatuuronderzoek is gebleken dat tijdschriften behoorden tot de middelen voor deze kunstenaars om in aanraking te komen met Oosterse kunsten. Het tijdschrift Wendingen kan gezien worden als spreekbuis van een jonge generatie kunstenaars waarin ideeën en kennis werd uitgewisseld. Binnen het oriëntalismedebat wordt ook wel gesteld dat het Oosten een geheel westerse constructie is, gebaseerd op koloniale machtsverhoudingen. Anderzijds wordt gesteld dat deze verhoudingen veel complexer liggen en dat er sprake is van wederzijdse uitwisseling. Middels Foucaultiaanse discoursanalyse is getracht deze verhoudingen, binnen de artikelen en afbeeldingen over Oosterse kunst in Wendingen, bloot te leggen. Het is een eerste stap van waaruit een betere duiding van de Oosterse inspiraties binnen de Amsterdamse School kan worden gegeven. Allereerst is er gekeken naar de ontstaansgeschiedenis van Wendingen, waaruit is gebleken dat het vanaf het begin de bedoeling is geweest om Oosterse kunst een plek te bieden in het maandblad. Uit literatuuronderzoek bleek dat in Nederland, Indische kunst het hoogst werd gewaardeerd.
- 
												  Cuypers, EGHHNummer Toegang: CUYZ Cuypers, E.G.H.H. (Eduard Gerardus Hendricus Hubertus) / Archief Het Nieuwe Instituut (c) 2000 This finding aid is written in Dutch. 2 Cuypers, E.G.H.H. (Eduard Gerardus Hendricus CUYZ Hubertus) / Archief CUYZ Cuypers, E.G.H.H. (Eduard Gerardus Hendricus 3 Hubertus) / Archief INHOUDSOPGAVE BESCHRIJVING VAN HET ARCHIEF......................................................................5 Aanwijzingen voor de gebruiker.......................................................................6 Citeerinstructie............................................................................................6 Openbaarheidsbeperkingen.........................................................................6 Archiefvorming.................................................................................................7 Geschiedenis van het archiefbeheer............................................................7 Geschiedenis van de archiefvormer.............................................................7 Cuypers, Eduard Gerardus Hendricus Hubertus.......................................7 Fermont, Arthur Amandus........................................................................8 Hulswit, Marius Jan...................................................................................8 Manier van ordenen.........................................................................................9 Bronnen.........................................................................................................10 BESCHRIJVING VAN DE SERIES
- 
												  Amsterdamse School in GroningenAMSTERDAMSE SCHOOL IN GRONINGEN Norma van der Horst met bijdragen van Eric Bos boekwerk & partners InhoudI Amsterdamse School in Amsterdam 7 Woord Vooraf 9 Vormprincipes 12 Decoratieve Bouwstijl 15 Amsterdamse School in Provincie Groningen 19 Naar Groningen 21 Ter Apel 22 In de stad 24 De Ploeg 25 ... En de provincie 26 Amsterdamse School in Stad en Ommeland 29 Architecten 247 Woordenlijst 249 Bronvermelding 251 Colofon 252 5 WOORD VOORAF De Amsterdamse School in Groningen werd in Amsterdam geboren in het kantoor van architect Eduard Cuypers (1859-1927) aan de Jan Luijkenstraat 2, recht tegenover de zijkant van het Rijksmuseum. Eduard was een neef van de beroemde en omstreden Pierre (Petrus) Cuypers, de architect van het Rijksmuseum, die bezig was Nederland zoveel mogelijk vol te bouwen met katholieke bolwerken in neogotische stijl. Honderd kerkontwerpen maakte Pierre Cuypers, waarvan er zeventig verspreid over Nederland werden gebouwd. Ook Eduard die het vak van oom Pierre had geleerd, hield zich aanvankelijk met neogotische bouwkunst bezig, met het treinstation in ’s Hertogenbosch uit 1896 als meest in het oog springend voorbeeld. Waarna, in 1909, het naar zijn ontwerp gebouwde, in rode baksteen opgetrokken station van Veendam van een meer zakelijke bouwopvatting zou getuigen. In de als archaïsch omschreven ideeënprincipes van Pierre Cuypers bleken achteraf allerlei kiemen aanwezig waaruit zijn leerlingen een heel nieuwe bouwstijl ontwikkelden die, wat Berlage en De Klerk betref, sterk van elkaar verschilden. Het rationalisme van Berlage ging uit van een ruimte-ideaal en streefde ernaar de vorm in overeenstemming met de inhoud te brengen. De Amsterdamse School stelde zich daar, in de persoon van Joan van der Mey en in mindere mate van Michel de Klerk, tegen teweer.