Zijderveldselaan 76-78 te rapport 2918

Zijderveldselaan 76-78 te Zijderveld (gemeente )

Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek

J.M. Blom

2

Colofon

ADC Rapport 2918

Zijderveldselaan 76-78 te Zijderveld (gemeente Vianen) Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek

Auteur: J.M. Blom

In opdracht van: Geonius Milieu B.V.

© ADC ArcheoProjecten, Amersfoort, 15 december 2011 Foto’s en tekeningen: ADC ArcheoProjecten, tenzij anders vermeld

Status onderzoek: definitief, 15 december 2011

Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers. ADC ArcheoProjecten aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek.

Autorisatie: J. Huizer

ISSN 1875-1067

ADC ArcheoProjecten Postbus 1513 3800 BM Amersfoort Tel 033-299 81 81 Fax 033-299 81 80 Email [email protected]

3

Inhoudsopgave

Administratieve gegevens van het plangebied 4 Samenvatting 5 1 Inleiding 7 2 Bureauonderzoek 7 2.1 Doelstelling en vraagstelling 7 2.2 Methodiek 7 2.3 Resultaten 8 2.4 Conclusie 10 2.5 Gespecificeerde verwachting 10 3 Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O) 11 3.1 Doelstelling en vraagstelling 11 3.2 Methodiek 11 3.3 Resultaten Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O) 12 3.4 Conclusies 13 4 Aanbeveling 13 Literatuur 14 Geraadpleegd kaartmateriaal 14 Geraadpleegde websites 14 Lijst van afbeeldingen en tabellen 14 Bijlage 1 Boorgegevens 21

4

Administratieve gegevens van het plangebied

Provincie: Gemeente: Vianen Plaats: Zijderveld Toponiem: Zijderveldselaan 76-78 Kadastrale gegevens: Vianen sectie H nr 803 Kaartblad: 38F Oppervlakte plangebied 4500 m2 Coördinaten: 135.995/440.132 (NW); 136.046/440.101 (NO); 136.007/440.036 (ZO); 135.954/440.065 (ZW) Bevoegde overheid: gemeente Vianen Deskundige namens de bevoegde overheid: dhr. P.C. de Boer (regio-archeoloog Milieudienst ZO-Utrecht) ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer (CIS-code): 49219 ADC-projectcode: 4131167 Periode van uitvoering: november 2011 Beheer en plaats documentatie: ADC ArcheoProjecten bv, Amersfoort Beheer en plaats digitale documentatie (e-depot): http://persistent-identifier.nl/?identifier=urn:nbn:nl:ui:13-ovsp-5e

5

Samenvatting

In opdracht van Geonius Milieu B.V. heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Zijderveldselaan 76-78 in Zijderveld (gemeente Vianen). In het plangebied wil de opdrachtgever nieuwbouw realiseren. VVoor deze activiteit moet de initiatiefnemer een omgevingsvergunning aanvragen.

Het plangebied is gelegen op de afzettingen van de Zijderveld meandergordel. Op basis van deze ligging kunnen archeologische waarden uit perioden vanaf het Neolithicum aanwezig zijn. Op grond van waarnemingen in de omgeving worden specifiek resten uit de Bronstijd verwacht. De archeologische waarden worden, op basis van dezelfde waarnemingen, verwacht op een diepte van enkele decimeters beneden maaiveld, in oeverafzettingen van de Zijderveld meandergordel. Op basis van historische gegevens en oude kaarten wordt de kans op de aanwezigheid van archeologische waarden uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd klein geacht.

Teneinde deze verwachting te toetsen werd in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Hieruit is gebleken dat in het plangebied inderdaad afzettingen van de Zijderveld meandergordel aanwezig zijn. Boven de oeverafzettingen van de rivier is een enkele decimeters dikke vegetatiehorizont aangetroffen, waarin houtskoolbrokken en zandlaagjes zijn waargenomen. De top hiervan bevindt zich op een diepte van 40 tot 55 cm –mv. Deze wordt afgedekt door komafzettingen van de Zijderveld meandergordel.

ADC ArcheoProjecten adviseert om in het plangebied een inventariserend veldonderzoek uit te voeren door middel van het aanleggen van proefsleuven (IVO-P), teneinde gaafheid, omvang, datering en conservering van archeologische resten te onderzoeken. Het archeologisch niveau betreft een enkele decimeters dikke vegetatiehorizont op de oeverafzettingen van de Zijderveld meandergordel, waarvan de top zich tussen 40 en 55 cm –mv bevindt.

De exacte invulling van de werkzaamheden dient te worden vastgelegd in een door de bevoegde overheid goed te keuren Programma van Eisen (PvE).

Wij wijzen u erop dat de bevoegde overheid op basis van dit rapport een selectiebesluit neemt. De mogelijkheid bestaat dat dit selectiebesluit afwijkt van het door ons opgestelde advies.

6

Tabel 1. Overzicht van de verschillende (pre)historische perioden.

Periode Tijd in jaren

Nieuwe tijd 1500 - heden Middeleeuwen: 450 – 1500 na Chr. Late Middeleeuwen 1050 - 1500 na Chr. Vroege Middeleeuwen 450 - 1050 na Chr. Romeinse tijd: 12 voor Chr. – 450 na Chr. Laat-Romeinse tijd 270 - 450 na Chr. Midden-Romeinse tijd 70 - 270 na Chr. Vroeg-Romeinse tijd 12 voor Chr. - 70 na Chr. IJzertijd: 800 – 12 voor Chr. Late IJzertijd 250 - 12 voor Chr. Midden-IJzertijd 500 - 250 voor Chr. Vroege IJzertijd 800 - 500 voor Chr. Bronstijd: 2000 - 800 voor Chr. Late Bronstijd 1100 - 800 voor Chr. Midden-Bronstijd 1800 - 1100 voor Chr. Vroege Bronstijd 2000 - 1800 voor Chr. Neolithicum (Jonge Steentijd): 5300 – 2000 voor Chr. Laat-Neolithicum 2850 - 2000 voor Chr. Midden-Neolithicum 4200 - 2850 voor Chr. Vroeg-Neolithicum 5300 - 4200 voor Chr. Mesolithicum (Midden-Steentijd): 8800 – 4900 voor Chr. Laat-Mesolithicum 6450 - 4900 voor Chr. Midden-Mesolithicum 7100 - 6450 voor Chr. Vroeg-Mesolithicum 8800 - 7100 voor Chr. Paleolithicum (Oude Steentijd): tot 8800 voor Chr. Laat-Paleolithicum 35.000 - 8800 voor Chr. Midden-Paleolithicum 300.000 – 35.000 voor Chr. Vroeg-Paleolithicum tot 300.000 voor Chr.

Bron: Archeologisch Basis Register 1992

7

1 Inleiding

In opdracht van Geonius Milieu B.V. heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Zijderveldselaan 76-78 in Zijderveld (gemeente Vianen). In het plangebied wil de opdrachtgever nieuwbouw realiseren. VVoor deze activiteit moet de initiatiefnemer een omgevingsvergunning aanvragen.

De gemeente Vianen heeft een vastgesteld archeologisch beleid.1 Op grond van het gemeentelijk beleid valt het plangebied in de zone met een hoge archeologische verwachting. Om in deze zone een omgevingsvergunning te kunnen verkrijgen moet de initiatiefnemer een rapport overleggen waarin naar oordeel van de bevoegde overheid de archeologische waarde van het plangebied voldoende is vastgesteld.

Het vaststellen van de archeologische waarde van een plangebied dient in heel Nederland te gebeuren op grond van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA versie 3.22).2 De gemeente kan hierop aanvullende uitvoeringskaders vaststellen. De gemeente Vianen heeft – voor zover bekend - geen aanvullende uitvoeringskaders vastgesteld voor het uitvoeren van archeologisch onderzoek, noch zijn deze voor dit project afzonderlijk opgesteld. Dit bureauonderzoek is dus gebaseerd op de algemene criteria die in de KNA staan geformuleerd.

Het bureauonderzoek is uitgevoerd op 1 en 3 november 2011 en het booronderzoek op 29 november 2011. Meegewerkt hebben: J.M. Blom (prospector), N. de Jonge (fysisch geograaf) en J. Huizer (senior prospector).

2 Bureauonderzoek

2.1 Doelstelling en vraagstelling Het bureauonderzoek vormt de eerste stap in het vaststellen van de archeologische waarde van het gebied. Het doel van bureauonderzoek is het verwerven van informatie, aan de hand van bestaande bronnen, over bekende en/of verwachte archeologische waarden, binnen een omschreven gebied, om daarmee te komen tot een gespecificeerde, archeologische verwachting.

Voor het bureauonderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld: - Zijn mogelijk archeologische waarden in het plangebied aanwezig, en zo ja, wat is de specifieke archeologische verwachting?

Indien mogelijk archeologische waarden aanwezig zijn: - Is het plangebied voldoende onderzocht? Zo nee, welke vorm van nader archeologisch onderzoek is nodig?

2.2 Methodiek Het onderzoek is uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.2 Landbodems, protocol 4002 Bureauonderzoek.

Het bureauonderzoek bestaat uit de volgende elf processtappen: 1. Afbakenen plan- en onderzoeksgebied en vaststellen consequenties van mogelijk toekomstig gebruik; 2. Aanmelden onderzoek bij Archis; 3. Vermelden (en toepassen) overheidsbeleid; 4. Beschrijven huidig gebruik; 5. Beschrijven historische situatie en mogelijke verstoringen; 6. Beschrijven mogelijke aanwezigheid bouwhistorische waarden in de ondergrond;

1 Huizer, Van Benthem & Benjamins 2007. 2 SIKB 2010.

8

7. Beschrijven bekende archeologische en aardwetenschappelijke waarden; 8. Opstellen gespecificeerde verwachting; 9. Opstellen standaardrapport bureauonderzoek; 10. Afmelden onderzoek bij Archis: overdracht onderzoeksgegevens; 11. Aanleveren digitale gegevens bij e-Depot.

De processtappen 1 tot en met 7 leveren gegevens op basis waarvan processtap 8, de gespecificeerde verwachting wordt opgesteld. De gespecificeerde verwachting kan worden beschouwd als een belangrijke conclusie van het bureauonderzoek, omdat hierin wordt aangegeven of, en zo ja, welke archeologische waarden worden verwacht, indien relevant weergegeven op een kaart.

De resultaten van processtappen 1 tot en met 8 worden behandeld in de paragrafen 3.1 tot en met 3.5. Processtap 9 resulteert in het voorliggende rapport. De processtappen 10 en 11 hebben betrekking op het voor derden openbaar maken van de resultaten van het bureauonderzoek bij onder meer Archis en het e-Depot.

2.3 Resultaten 2.3.1 Afbakening plan- en onderzoeksgebied en vaststellen van de consequenties van het mogelijk toekomstige gebruik Het plangebied ligt aan de Zijderveldselaan 76-78 in Zijderveld (gemeente Vianen) en heeft een oppervlakte van 4500 m2. De exacte locatie is weergegeven in afbeeldingen 1 en 2.

Van het plangebied zelf zijn onvoldoende archeologische en aardkundige gegevens beschikbaar om een uitspraak te kunnen doen over de archeologische verwachting. Daarom zijn tevens gegevens betrokken uit de directe omgeving, waarmee het onderzoeksgebied kan worden gedefinieerd als het gebied binnen een straal van ca. 1000 m rondom het plangebied.

In het plangebied is nieuwbouw gepland. Er zal een woning met bijgebouw aan de straatzijde van het plangebied worden gerealiseerd. De woning zal een oppervlakte krijgen van maximaal 150 m2, het bijgebouw krijgt een oppervlakte van 75 m2 (zie afb. 5). Hierachter zal een tuin en paardenweide worden aangelegd. Exacte inrichtingsplannen zijn nog niet bekend.

De consequentie van de voorgenomen ingreep is dat eventuele waardevolle archeologische resten in de ondergrond mogelijk worden aangetast.

2.3.2 Beschrijving huidig gebruik Het plangebied is momenteel in gebruik als grasland.

2.3.3 Beschrijving van de historische situatie, mogelijke verstoringen en ondergrondse bouwhistorische waarden De historische situatie is op verschillende kaarten als volgt:

Bron Historische situatie Kadastrale minuut uit 1811-32 weiland Bonnekaarten uit 1873, 1874, 1879, 1882, weiland 1894, 1902, 1916, 1925 en 19283 Topografische kaart uit 1959, 1981 en 19894 weiland KennisInfrastructuur CultuurHistorie (KICH)5 geen elementen

3 Bureau Militaire Verkenningen 1873, 1874, 1879, 1882, 1894, 1902, 1916, 1925 en 1928. 4 Topografische dienst. 5 http://www.kich.nl

9

Het dorp Zijderveld ontstond aan het einde van de 13e eeuw als gevolg van de systematische cope- ontginningen die in het gebied plaatsvonden. De bisschop van Utrecht had als eigenaar van het gebied reeds enkele eeuwen lang tegen betaling stukken veenwildernis ter ontginning uitgegeven. Deze stukken land worden “cope” genoemd. Op 11 april 1284 besloten lokale machthebbers samen de dijkbouw, afwatering en boezembeheer van het gebied te beheren.6

Het gebied ten oosten van Zijderveld werd in west-oost verlopende kavels ontgonnen, terwijl het gebied ten westen ervan vanuit de huidige Zijderveldselaan in zuid-noord verlopende kavels in cultuur werd gebracht. Het is waarschijnlijk dat vanuit deze weg alleen in noordelijke richting is ontgonnen. De bebouwing lag slechts aan één kant, de noordelijke. Aan dezelfde zijde lagen vanaf de late Middeleeuwen verhoogde woonplaatsen. Deze verhoogde woonplaatsen zijn voor een groot gedeelte nog altijd bewoond.7

Op basis van deze historische bronnen en oude kaarten wordt aangenomen dat het plangebied niet bebouwd is geweest sinds de ontginningen in de Late Middeleeuwen (zie afb. 3).

2.3.4 Beschrijving van bekende archeologische en aardwetenschappelijke waarden De volgende aardwetenschappelijke informatie is bekend van het plangebied:

Bron Informatie Geologie8 Fm. v. Echteld / Fm. v. Nieuwkoop; rivierklei en -zand met inschakelingen van veen (Ec2) Geomorfologie9 rivierinversierug (3K26) Bodemkunde10 kalkloze poldervaaggronden (Rn47C, Gt III) Meandergordels11 Zijderveld meandergordel (ca. 4170 tot 3365 v. Chr.) Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN)12 hoogteligging plangebied ca. 0,5 m +NAP

Ongeveer 11.500 jaar geleden ging de laatste ijstijd over in de relatief warme periode waarin we ons nu bevinden, het Holoceen. Deze temperatuurstijging had tot gevolg dat de ijskappen uit het Weichselien langzaam begonnen af te smelten en de zeespiegel sterk begon te stijgen. Ook de vegetatie veranderde van een open, koudeminnende vegetatie naar een gesloten berkenbos.13 De relatieve zeespiegelstijging zorgde in het rivierengebied voor een overgang van netto insnijding naar netto accumulatie. De rivierafvoeren werden regelmatiger waardoor de rivieren volgens een meanderend rivierpatroon gingen stromen. Een meanderende rivier wordt gekenmerkt door slechts één, vaak sterk kronkelende, rivierbedding. De afzettingen gevormd door deze rivieren bestaan uit bedding- , oever- en komafzettingen en worden gerekend tot de Formatie van Echteld.14 Het plangebied ligt op afzettingen van de Zijderveld meandergordel, die actief was van ca. 4170 tot 3365 v. Chr. De top van de beddingafzettingen ligt op maximaal 2 m –NAP, hetgeen betekent dat de beddingafzettingen ter plaatse van het plangebied maximaal 2,5 m –mv zijn gelegen. Door inklinking van het zware sediment en veen buiten de relatief lichte en zandige afzettingen van de Zijderveld meandergordel hoog in het landschap komen te liggen.

In het plangebied zijn de volgende archeologische (indicatieve) waarden en ondergrondse bouwhistorische waarden vastgesteld:

6 Huizer et al. 2007. 7 Huizer et al. 2007. 8 De Mulder et al. 2003. 9 Alterra 2006. 10 Stichting voor Bodemkartering 1981. 11 Berendsen & Stouthamer 2001. 12 http://www.ahn.nl/viewer 13 Berendsen 2004. 14 De Mulder et al. 2003

10

Bron Omschrijving Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden hoge indicatieve archeologische waarde (IKAW) Archeologische beleidsadvieskaart gemeente Vianen waardevolle kades en dijken; hoge verwachting resten ondieper dan 1,5 m –mv of niet bekend Archeologische Monumenten Kaart (AMK) AMK-terrein 6762: nederzetting Bronstijd AMK-terrein 6764: nederzetting Bronstijd/IJzertijd waarnemingen ARCHISII (Archeologisch Informatie 26097 aardewerk en hutteleem Bronstijd Systeem) 26098 aardewerk, bot en zandstenen Bronstijd/IJzertijd 26198 hutteleem en houtskool Bronstijd vondstmeldingen ARCHISII geen onderzoeksmeldingen ARCHISII geen

De ligging van deze waarden is weergegeven in afb. 4.

De hoge waardering op de landelijke en gemeentelijke (indicatieve) verwachtingskaart is gebaseerd op de ligging van het plangebied op de afzettingen van de Zijderveld meandergordel en aan de laatmiddeleeuwse ontginningsas van de Zijderveldselaan.

Op de afzettingen van de Zijderveld meandergordel zijn binnen het onderzoeksgebied twee archeologische monumenten gelegen. De eerste betreft een terrein van hoge archeologische waarde dat ruim 200 m ten zuidoosten van het plangebied is gelegen. Hier is op de afzettingen van het systeem een cultuurlaag uit de Bronstijd aangetroffen. In een proefput is op ca. 35 cm diepte een bewoningslaag aangetroffen, bestaande uit een donkergekleurde zavelachtige laag waarin veel grofkorrelig zand aanwezig was. Boven deze laag bevond zich een bruin, aangeslibd dek van rivierklei. Naast de rug was veen aanwezig. In het proefputje zijn zeer veel stukjes huttenleem en een enkel scherfje ontdekt.15

Ruim 800 m ten zuidoosten van het plangebied is, eveneens op afzettingen van de Zijderveld meandergordel, een terrein van hoge archeologische waarde gelegen. Hier zijn sporen van bewoning uit de Brons- en IJzertijd aangetroffen. De bewoningsresten uit de IJzertijd bevinden zich in de bovenste 0,45 meter van een zandige kleilaag direct onder het maaiveld. De resten uit de Bronstijd bevinden zich ook, op een diepte van 0,45 tot 0,85 meter beneden het maaiveld, in de kleilaag. Naast aardewerk zijn ook (on)verbrand bot en natuurstenen artefacten gevonden.16

2.4 Conclusie Voor het bureauonderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld: - Zijn mogelijk archeologische waarden in het plangebied aanwezig, en zo ja, wat is de specifieke archeologische verwachting? Ja, er zijn mogelijk archeologische waarden in het plangebied aanwezig. De specifieke archeologische verwachting luidt als volgt:

2.5 Gespecificeerde verwachting Het plangebied is gelegen op afzettingen van de Zijderveld meandergordel. Op basis van deze ligging kunnen archeologische waarden uit perioden vanaf het Neolithicum aanwezig zijn. Op grond van waarnemingen in de omgeving worden specifiek resten uit de Bronstijd verwacht. De archeologische waarden worden, op basis van dezelfde waarnemingen, verwacht op een diepte van enkele decimeters beneden maaiveld, in oeverafzettingen van de Zijderveld meandergordel. De resten manifesteren zich naar verwachting als een archeologische laag, bestaande uit een vermenging van onder meer kleine fragmenten aardewerk, houtskool en bot met het oorspronkelijke substraat. Het is echter ook mogelijk dat de waarden ondieper liggen en zijn

15 AMK-terrein 6762, waarnemingen 26097 en 26198. 16 AMK-terrein 6764, waarneming 26098.

11

opgenomen in de bouwvoor. De beperkte beschikbare gegevens laten niet toe, het complextype en de omvang van de verwachte resten nader te specificeren.

Op basis van historische gegevens en oude kaarten wordt de kans op de aanwezigheid van archeologische waarden uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd klein geacht.

Indien mogelijk archeologische waarden aanwezig zijn: - Is het plangebied voldoende onderzocht? Zo nee, welke vorm van nader archeologisch onderzoek is nodig? Nee, het plangebied is niet voldoende onderzocht. Geadviseerd wordt een verkennend booronderzoek uit te voeren.

3 Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O)

3.1 Doelstelling en vraagstelling De bij het Inventariserend Veldonderzoek toegepaste methoden zijn conform de KNA, versie 3.2 Landbodems, in het bijzonder specificatie VS03 (booronderzoek). Uitgangspunt van het inventariserend veldonderzoek is de gespecificeerde verwachting zoals die is opgesteld in het bureauonderzoek. De strategie voor het veldonderzoek is hierop gebaseerd, alsmede op het voor dit onderzoek opgestelde Plan van Aanpak.

Het doel van het inventariserende veldonderzoek is het aanvullen en toetsen van de op basis van het bureauonderzoek opgestelde gespecificeerde verwachting.17

Het doel van dit onderzoek is het verkennen van de bodemopbouw. Daarmee toetsen we de volgende delen van het specifieke archeologische verwachtingsmodel:

a) in het plangebied zijn intacte afzettingen van de Zijderveld stroomgordel aanwezig b) in de oeverafzettingen van de Zijderveld meandergordel is een archeologische laag aanwezig

De rapportage is opgesteld conform specificatie VS05. Het inventariserend veldonderzoek vond plaats door middel van een verkennend booronderzoek.

Ten behoeve van het inventariserend veldonderzoek is een plan van aanpak (PvA) opgesteld conform KNA (Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie) specificatie VS01.18

Hierin zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld:

- Zijn de genoemde hypotheses, zoals vermeld in de specifieke archeologische verwachting, juist? - Moet de specifieke archeologische verwachting worden aangepast? Zo ja, op welke wijze? - Is het plangebied voldoende onderzocht? Zo nee, welke vorm van nader archeologisch onderzoek is nodig?

3.2 Methodiek In het plangebied zijn grondboringen uitgevoerd met als doel het bepalen van de bodemopbouw en eventuele bodemverstoringen. Dit is de verkennende fase van het inventariserend veldonderzoek.

Het verkennen van de bodemopbouw gebeurt door de bodemtextuur en, indien relevant, bodemkundige horizonten systematisch te beschrijven. Eventuele afwijkingen van de verwachte bodemopbouw zoals vastgesteld op grond van het bureauonderzoek, en andere niet-natuurlijke

17 Zie paragraaf 2.5. 18 Het PvA is opgesteld door J.M. Blom, prospector op 21 november 2011 en geaccordeerd door J. Huizer, senior prospector.

12

bodemkenmerken kunnen er aanleiding toe geven om (delen van) het plangebied als verstoord te beschouwen.

Er zijn vijf boringen verspreid over het plangebied uitgevoerd met een 7 cm Edelmanboor en een 3 cm guts tot maximaal 160 cm.

De bodemtextuur en archeologische indicatoren zijn beschreven volgens SBB 5.1 van het NITG- TNO waarin ondermeer de standaard classificatie van bodemmonsters volgens NEN5104 wordt gehanteerd.19 De X- en Y-coördinaten zijn bepaald aan de hand van de lokale topografie en ingemeten met behulp van een meetlint. De hoogte van het maaiveld ter plaatse van de boringen is bepaald aan de hand van AHN-beelden.

3.3 Resultaten Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O) 3.3.1 Lithologische beschrijving De locatie van de boringen is weergeven in afb. 5. De boorgegevens worden gepresenteerd in bijlage 1. In afb. 6 is een dwarsprofiel (noordwest-zuidoost) weergegeven. De bodemopbouw in het plangebied is vrij homogeen. Roestvlekken zijn tot maximaal 110 cm –mv aanwezig. Er kunnen van beneden naar boven 4 lagen worden onderscheiden:

1) zeer fijn tot zeer grof zand, kalkrijk 2) sterk siltige klei, kalkrijk/kalkloos 3) zwak tot matig siltige klei, sterk humeus, kalkloos 4) matig tot sterk siltige klei, kalkloos

Het diepste niveau dat is aangetroffen betreft zeer fijn tot zeer grof zand. De top hiervan varieert sterk, van 70 cm in het zuidwesten tot 150 cm in het noordoosten van het plangebied. Dit niveau is kalkrijk.

Hierbij is een pakket sterk siltige klei aangetroffen. Dit niveau is 30 tot 55 cm dik. In een aantal boringen zijn deze afzettingen kalkrijk, in andere is het kalkloos. De sterk siltige klei ontbreekt overigens in boring 2. Hier ligt pakket 3 direct op pakket 1.

Pakket 3 betreft een 15 tot 40 cm dikke sterk humeuze laag. In boringen 2 en 3 zijn hierin houtskoolbrokken aangetroffen en in boring 2 daarnaast zeer dunne zandlaagjes.

Pakket 4 tenslotte betreft de bovenste 40 tot 55 cm van de bodem en bestaat uit matig tot sterk siltige klei. De top hiervan is in een aantal boringen humeus.

3.3.2 Interpretatie In het plangebied zijn afzettingen van de Zijderveld meandergordel aangetroffen. Pakket 1 wordt geïnterpreteerd als de beddingafzettingen van dit systeem. Hierboven zijn oeverafzettingen van de rivier afgezet, de sterk siltige klei van pakket 2. In boring 2 zijn de oeverafzettingen vermoedelijk opgenomen in pakket 3, een vegetatiehorizont. De aanwezig van houtskoolbrokken en dunne zandlaagjes in deze laag duidt erop dat hier sprake is van een mogelijk archeologissch niveau. De vegetatiehorizont is afgedekt door komafzettingen van de Zijderveld meandergordel. Hierin heeft zich een dunne bouwvoor ontwikkeld.

19 Bosch 2005; Nederlands Normalisatie-Instituut 1989.

13

3.4 Conclusies De in de Inleiding gestelde onderzoeksvragen kunnen op basis van de bereikte resultaten als volgt worden beantwoord:

- Zijn de genoemde hypotheses, zoals vermeld in de specifieke archeologische verwachting, juist? Ja, de genoemde hypotheses zijn juist. In het plangebied zijn intacte afzettingen van de Zijderveld meandergordel aangetroffen. Op de oeverafzettingen van dit systeem is een mogelijke archeologische laag aanwezig. Het betreft een vegetatiehorizont waarin houtskool en een zandbijmenging is aangetroffen, die in het gehele plangebied aanwezig is. De top van deze vegetatiehorizont bevindt zich tussen 40 en 55 cm –mv.

- Moet de specifieke archeologische verwachting worden aangepast? Zo ja, op welke wijze? Nee, de specifieke archeologische verwachting hoeft niet te worden aangepast. In de vegetatiehorizont kunnen archeologische waarden daterend uit perioden vanaf het NNeolithicum worden aangetroffen. Op basis van vondsten in de omgeving worden met name archeologische waarden uit de Bronstijd verwacht.

- Is het plangebied voldoende onderzocht? Zo nee, welke vorm van nader archeologisch onderzoek is nodig? Het plangebied is niet voldoende onderzocht. Geadviseerd wordt een proefsleuvenonderzoek uit te voeren ten einde de archeologische waarden die mogelijk in de vegetatiehorizont aanwezig zijn, in kaart te brengen en te begrenzen.

4 Aanbeveling

ADC ArcheoProjecten adviseert om in het plangebied een inventariserend veldonderzoek uit te voeren door middel van het aanleggen van proefsleuven (IVO-P), teneinde gaafheid, omvang, datering en conservering van archeologische resten te onderzoeken. Het archeologisch niveau betreft een enkele decimeters dikke vegetatiehorizont op de oeverafzettingen van de Zijderveld meandergordel waarvan de top zich tussen 40 en 55 cm –mv bevindt. Deze vegetatiehorizont is in het gehele plangebied aanwezig.

De exacte invulling van de werkzaamheden dient te worden vastgelegd in een door de bevoegde overheid goed te keuren Programma van Eisen (PvE).

Wij wijzen u erop dat de bevoegde overheid op basis van dit rapport een selectiebesluit neemt. De mogelijkheid bestaat dat dit selectiebesluit afwijkt van het door ons opgestelde advies.

14

Literatuur

Alterra, 2006: Geomorfologische Kaart van Nederland, schaal 1:50.000, Wageningen. Berendsen, H.J.A. & E. Stouthamer, 2001: Palaeogeographic development of the Rhine-Meuse delta, The . Assen, Koninklijke Van Gorcum. Bosch, J.H.A., 2005: Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode, Versie 5.2. Utrecht (TNO-rapport, NITG 05-043-A). Huizer, J., A. van Benthem & M. Benjamins, 2007: De archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart van de gemeente Vianen, rapport H 018, Amersfoort. Mulder, E.F.J. de, M.C. Geluk, I. Ritsema, W.E. Westerhoff & T.E. Wong, 2003: De ondergrond van Nederland, Geologie van Nederland, deel 7, Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen TNO, Groningen/Houten. Nederlands Normalisatie-Instituut, 1989: Geotechniek, classificatie van onverharde grondmonsters NEN 5104. Delft. Stichting voor Bodemkartering, 1981: Bodemkaart van Nederland schaal 1:50.000, blad 38 Oost Gorinchem, Wageningen.

Geraadpleegd kaartmateriaal

Bureau Militaire Verkenningen, 1873, 1876, 1894, 1902, 1916 en 1925: Vianen, blad 485, 1:25.000. Bureau Militaire Verkenningen, 1874, 1879, 1882 en 1928: , blad 506, 1:25.000.

Geraadpleegde websites http://archis2.archis.nl http://www.ahn.nl/viewer http://www.kich.nl http://www.watwaswaar.nl

Lijst van afbeeldingen en tabellen

Afb. 1 Locatie van het plangebied Afb. 2 Detailkaart van het plangebied Afb. 3 Locatie van het plangebied op de Veldminuut uit 1849 Afb. 4 Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden, AMK-terreinen en ARCHIS-meldingen Afb. 5 Boorpuntenkaart Afb. 6 Noordwest-zuidoost profiel

Tabel 1. Overzicht van de verschillende (pre)historische perioden.

15

IJSSELSTEINIJSSELSTEINIJSSELSTEIN UT UUUTUTTT

BENBEBENSCHOPSCHOPSCHOP 'T'T'T GOIJGOIJGOIJ TULLTULLTULL ENENEN TTT W WAALAALAAL

SCHALSCHALSCHALKKKWIJKWIJK OSSENWOSSENWAAAARDARDARD ZHZHZH LOPIKERKAPELLOPIKERKAPELLOPIKERKAPEL 445000 445000 445000 445000 445000 445000 445000 445000 445000 VIANENVIANENVIANEN UTUTUT HAGESTEINHAGESTEIN

JAARSJAARSJAARSVVVELDELDELD

EVERDINGENEVERDINGENEVERDINGEN LEXMONDLEXMONDLEXMOND EVERDINGENEVERDINGENEVERDINGEN

CULEMCULEMBBORBORORGG

HEIHEI ENEN BOEICOPBOEICOP ZIJDERVZIJDERZIJDERVVEELDELDLD 440000 440000 440000 ZIJDERVZIJDERZIJDERVVEELDELDLD 440000 440000 440000 ZIJDERVZIJDERZIJDERVVEELDELDLD 440000 440000 440000

SCHOONREWOERDSCHOONREWOERDSCHOONREWOERD MEERKERKMEERKERK

LEERBROELEERBROLEERBROEEKK

NIEUWLNIEUWLAANDND LEERDAMLEERDAMLEERDAM 435000 435000 435000 435000 435000 435000 435000 435000 435000

BEBEBEEEESDSDSD RUMPTRUMPT DEIDEILLL RRHENOIJHENOIJ RUMPTRUMPT DEIDEILLL RRHENOIJHENOIJ ENSPIJKENSPIJKENSPIJK 000 252525000000 mmm AAASSSSPPERENPERENEREN OOSTERWIJKOOSTERWIJK ACQUOIJACQUOIJACQUOIJ OOSTERWIJKOOSTERWIJK GELLICUMGELLICUM HOOGBHOOGBLLLOKLANDOKLAND GELLICUMGELLICUM HEUKELUMHEUKELUM 130000130000130000 135000135000135000 140000140000140000 1450014500000

Legenda ©© ADCADC 22001111 Locatie van het plangebied

bron: Geodan

Afb. 1 Locatie van het plangebied

16

440750 440750 440750 440750 440750 440750 440750 440750 440750

AA cchth hthttee

440500 440500 440500 rrr 440500 440500 440500 rrr 440500 440500 440500 rrrkkaa ddedee

ZZ ZZiiijjj jjjddee eerrrvv

440250 440250 440250 vv 440250 440250 440250 ee 440250 440250 440250 ee eellldd ssee lllaaaa aann 440000 440000 440000 440000 440000 440000 440000 440000 440000 439750 439750 439750 439750 439750 439750 439750 439750 439750

PP rrroo oovviii iiinncc cciiiee ggrrr rrreneenn nss 000 200200 mmm 439500 439500 439500 439500 439500 439500 439500 439500 439500

135500135500135500 135750135750135750 136000136000 131313666250250250 136500136500136500

Legenda

Plangebied ©© ADCADC 20112011

Afb. 2 Detailkaart van het plangebied

17

440750 440750 440750 440750 440750 440750 440750 440750 440750 440500 440500 440500 440500 440500 440500 440500 440500 440500 440250 440250 440250 440250 440250 440250 440250 440250 440250 440000 440000 440000 440000 440000 440000 440000 440000 440000 439750 439750 439750 439750 439750 439750 439750 439750 439750

000 200200200 mmm 439500 439500 439500 439500 439500 439500 439500 439500 439500

135500135500135500 135750135750135750 136000136000136000 131313666250250250 136500136500136500

Legenda

Plangebied

©© ADCADC 20112011

Afb. 3 Locatie van het plangebied op de Velddminuut uit 1849

18

440500 440500 440500 440500 440500 440500 440500 440500 440500 440000 440000 440000 440000 440000 440000 440000 440000 440000

26.09726.097 6.762 26.19826.198 439500 439500 439500 439500 439500 439500 439500 439500 439500

26.09826.098 000 250250250 mm 6.764 ©© ADCADC 20112011

131313555500500500 136000136000136000 136500136500136500

Legenda ARCHIS-meldingen (jul 2011)

Hoge indicatieve archeologische waarde Bronstijd

Middelhoge indicatieve archeologische waarde IJzertijd Onderzoeksmelding Lage indicatieve archeologische waarde

AMK-terrein van hoge archeologische waarde

Plangebied ©© ADCADC 20112011

Afb. 4 Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden, AMK-terreinen en ARCHIS-meldingen

440050440050 440100440100 440150440150440150 Legenda 440050440050 440100440100 440150440150440150 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Toeko Boorpu Plange

m bied nt met nummer met nt stige bebouwing stige 135950 135950 135950 135950 135950 135950 135950 135950 135950

20 m 20 m 20 m 20 20 m 20 m 20 m 20 20 m 20 m 20 m

2 2 2 2 2 2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 136000 136000 136000 136000 136000 136000 136000 136000 136000 4 4 4 4 4 4 4 4 4 3 3 3 3 3 3 3 3 3 5 5 5 5 5 5 5 5 5 A fb. 5 1360 1360 1360 1360 1360 1360 1360 1360 1360 5 5 5 5 5 5 5 5 5 B B 0 0 0 0 0 0 0 0 0 oorpuntenk © ADC 2 © ADC 2 © ADC 2 © ADC © ADC 2 © ADC © ADC 2 © ADC 2 © ADC © ADC 2 © ADC 2 © ADC 2 © ADC a a 0 0 0 0 0 0 011 011 011 ar 11 11 11 19 11 11 11 t

20

1 43

Legenda

Beddingafzettingen Vegetatiehorizont ©© ADCADC 20201111 Oeverafzettingen ©© ADCADC 20201111 Komafzettingen

Afb. 6 Noordwesst-zuidoost profiel

Bijlage 1 Boorgegevens nummer maaiveldhoog NAP te (cm) bovengrens mv) (cm onder ondergrens mv) (cm onder grondsoort bijmenging zandmediaan kleur kalkgehalte vieuw vormingen antropogene bijmengingen overig

1 69 0 35 klei sterk siltig bruin-grijs kalkloos bouwvoor 35 50 klei matig siltig bruin-grijs kalkloos weinig roestvlekken weinig plantenresten 50 70 klei matig siltig;sterk humeus donker-grijs kalkloos weinig roestvlekken 70 100 klei sterk siltig licht-grijs kalkloos spoor roestvlekken 100 120 zand zwak siltig matig fijn licht-grijs kalkrijk veenbrokjes ;weinig plantenresten 2 57 0 15 klei sterk siltig;matig humeus donker-grijs-bruin kalkloos bouwvoor 15 45 klei matig siltig;zwak humeus bruin-grijs kalkloos spoor roestvlekken 45 70 klei zwak siltig;sterk humeus donker-grijs kalkloos weinig houtskoolbrokken hele dunne zandlaagjrs 70 85 zand matig siltig zeer grof licht-bruin-grijs kalkrijk 3 52 0 20 klei sterk siltig;matig humeus donker-bruin-grijs kalkloos bouwvoor 20 45 klei matig siltig licht-grijs-bruin kalkloos 45 70 klei zwak siltig;sterk humeus donker-grijs kalkloos weinig houtskoolbrokken 70 110 klei sterk siltig licht-grijs-bruin kalkrijk kalkrijk vanaf 80 110 130 zand zwak siltig zeer fijn licht-grijs kalkrijk 4 46 0 40 klei sterk siltig bruin-grijs kalkloos weinig roestvlekken 40 55 klei zwak siltig;sterk humeus donker-grijs kalkloos spoor roestvlekken 55 110 klei sterk siltig licht-grijs kalkloos weinig roestvlekken kalkrijk vanaf 100 110 130 zand zwak siltig matig fijn licht-grijs kalkrijk weinig plantenresten 5 64 0 40 klei sterk siltig donker-bruin-grijs kalkloos weinig roestvlekken bouwvoor 40 55 klei matig siltig licht-bruin-grijs kalkloos weinig roestvlekken 55 95 klei zwak siltig;sterk humeus donker-grijs kalkloos 95 140 klei matig siltig grijs kalkloos 140 150 klei sterk siltig grijs kalkrijk weinig zandlagen;spoor plantenresten 150 160 zand zwak siltig matig grof grijs kalkrijk

21