Antonio Vivaldi (1678-1741 )

Magnificat (RV 610)

1. . Magnificat anima mea Dominum! Groot maakt mijn ziel de Heer!

2. Et exsultavit Et exsultavit spiritus meus in Deo salutari En verrukt is mijn geest om God, mijn meo. Verlosser. Quia respexit humilitatem ancillae suae; Omdat hij de nederigheid van zijn dienstmaagd ecce enim ex hoc beatam me dicent omnes aanschouwde: zie maar, van nu af prijzen alle generationes. geslachten mij zalig. Quia fecit mihi magna, qui potens est, Omdat hij, die machtig is, grote dingen aan et sanctum, et sanctum nomen eius. mij heeft gedaan, en heilig is zijn naam.

3. Et misericordia Et misericordia eius a progenie in En barmhartig is hij van geslacht tot geslacht progenies timentibus eum. voor wie hem erkennen.

4. Fecit potentiam. Fecit potentiam in brachio suo, Hij heeft macht uitgeoefend met zijn arm, dispersit superbos mente cordis sui. hoogmoedigen heeft hij in hun denken verstrooid. 5. Deposuit potentes Deposuit potentes de sede et exaltavit Hij stootte machtigen van hun troon en humiles. eenvoudigen verhief hij.

6. Esurientes Esurientes implevit bonis et divites dimisit Behoeftigen schonk hij overvloed en rijken inanes. zond hij met lege handen weg.

7. Suscepit Israel Suscepit Israel puerum suum recordatus Hij ontfermde zich over zijn dienaar Israel, zijn misericordiae suae. barmhartigheid indachtig.

8. Sicut locutus est Sicut locutus est ad patres nostros, Zoals gezegd is aan onze vaderen, Abraham et semini eius in sæcula. aan Abraham en zijn nageslacht voor altijd.

9. patri Gloria Patri et Filio et Spiritui sancto. Eer aan de Vader, de Zoon en de Heilige Sicut erat in principio, et nunc, et semper, Geest. Zoals het was in het begin, en nu, en et in sæcula sæculorum. Amen. altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

Pagina 1 van 1 tekst cr 172 a.vivaldi, magnificat (rv 610) CR 172 1-4-2019