RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN KEIZER KAREL Definitief ontwerp toelichtingsnota en stedenbouwkundige voorschriften

Stad Grote Markt 1 B - 8930 Menen

Grontmij nv Gent, juni 2012

Verantwoording

Titel : RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN KEIZER KAREL Subtitel : Definitief ontwerp toelichtingsnota en stedenbouwkundige voorschriften Projectnummer : 282943 Referentienummer : 282943 Revisie : 04 Datum : Juni 2012

Auteur(s) : Eveline Vandenbogaerde - Cindy Vandenbogaerde – Sil Goossens E-mail adres : [email protected]

Gecontroleerd door : Sil Goossens Paraaf gecontroleerd :

Goedgekeurd door : Griet Van Waes Paraaf goedgekeurd :

Contact : Grontmij Belgium nv Meersstraat 138A B-9000 Gent T +32 9 241 59 20 F +32 9 241 59 30 [email protected] www.grontmij.be

282943_Definitief ontwerp Pagina 2 van 112

Gezien en voorlopig goedgekeurd door de gemeenteraad in vergadering van 27-02-2012 Zegel van de Op bevel, gemeente

De Secretaris, De Burgemeester, Eric Algoet Gilbert Bossuyt

Het college van burgemeester en schepenen verklaart dat onderhavig RUP voor eenieder ter inzage heeft gelegen Zegel van de van 21-03-2012 tot 19-05-2012 gemeente Namens het college Op bevel, De Secretaris, De Burgemeester, Eric Algoet Gilbert Bossuyt

Gezien en definitief aangenomen door de gemeenteraad in vergadering van Zegel van de Op bevel, gemeente

De Secretaris, De Burgemeester, Eric Algoet Gilbert Bossuyt

Verantwoordelijk ruimtelijk planner, Sil Goossens

282943_Definitief ontwerp Pagina 3 van 112

Inhoudsopgave

1 INLEIDING ...... 8 1.1 Opdracht ...... 8 1.2 Probleemstelling en doel ...... 9

2 SITUERING VAN HET PLANGEBIED ...... 10 2.1 Situering op macro-niveau ...... 10 2.2 Situering van het plangebied op meso-niveau...... 11 2.3 Situering van het plangebied op micro-niveau...... 12

3 FOTOREPORTAGE...... 13

4 PLANNINGSCONTEXT ...... 28 4.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (1997) ...... 28 4.1.1 Menen: geselecteerd als kleinstedelijk gebied op provinciaal niveau ...... 29 4.1.2 Regio : stedelijk netwerk op Vlaams niveau – Regio Menen-Kortrijk-: grensoverschrijdend stedelijk netwerk ...... 30 4.1.3 Menen: economisch knooppunt ...... 30 4.1.4 Lijninfrastructuur...... 30 4.1.4.1 Wegeninfrastructuur ...... 30 4.1.4.2 Spoorwegennet ...... 31 4.1.4.3 Waterwegeninfrastructuur...... 31 4.2 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen (2002) ...... 31 4.2.1 Deelstructuren ...... 31 4.2.1.1 Nederzettingsstructuur ...... 31 4.2.1.2 De verkeersstructuur ...... 32

282943_Definitief ontwerp Pagina 4 van 112

4.3 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Menen (2005) ...... 32 4.3.1 Informatief gedeelte...... 32 4.3.2 Richtinggevend ...... 33 4.3.2.1 De stationsomgeving ...... 33 4.3.2.2 Compacte stadskern ...... 34 4.3.2.3 Menging van woontypes ...... 34 4.3.2.4 Bijkomende woningen ...... 34 4.3.2.5 Stedelijke woonomgeving ...... 35 4.3.3 Beleidskader voor woningprogrammatie ...... 35 4.4 Afbakening kleinstedelijk gebied Menen ...... 36 4.5 Decreet Grond- en pandenbeleid ...... 36 4.5.1 Verwezenlijking van het sociaal woonaanbod ...... 36 4.5.2 Verwezenlijking van bescheiden woonaanbod ...... 37

5 JURIDISCH KADER ...... 39 5.1 Gewestplan ...... 39 5.2 Algemeen bouwreglement - Stedenbouwkundige verordening voor de stad Menen (BS 11-12-2008 en latere wijzigingen) ...... 40 5.3 Diverse planologische initiatieven ...... 40 5.3.1 BPA ...... 42 5.3.2 PRUP ...... 44 5.4 Verkavelingsvergunningen ...... 44 5.5 Natuurbeschermingsgebieden ...... 46 5.6 Beschermde monumenten en landschappen, relictzones en lijnrelicten ...... 46 5.6.1 Inventaris bouwkundig erfgoed ...... 47 5.6.2 Inventaris wereldoorlogerfgoed ...... 50 5.7 Wegen en water ...... 50 5.7.1 Rooilijnplannen...... 51 5.7.2 Atlas der buurtwegen ...... 53 5.7.3 Waterlopen...... 55 5.7.4 Openbaar vervoer ...... 55 5.8 Andere ...... 56

6 ANALYSE VAN DE BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR ...... 57 6.1 Begrenzing van het plangebied ...... 57 6.2 Historische ontwikkeling ...... 58

282943_Definitief ontwerp Pagina 5 van 112

6.2.1 De Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden en het prinsbisdom Luik door Joseph Jean François graaf de Ferraris (terreinopnamen 1771 – 1778) ...... 58 6.2.2 De Vandermaelenkaart (gedrukt in 1850) ...... 58 6.2.3 Stratenpatroon en architectuur ...... 58 6.3 Kenmerken van het plangebied ...... 60 6.3.1 Afwijkende functies binnen het plangebied ...... 60 6.3.2 Type woonbebouwing binnen het plangebied ...... 61 6.3.3 Bouwlagen binnen het plangebied ...... 62 6.3.4 Bouwdiepte ten opzichte van de rooilijn binnen het plangebied ...... 63 6.3.5 Woondensiteit binnen het plangebied ...... 64 6.3.6 Eigendomsstructuur sociale huur- en koopwoningen ...... 65

7 ANALYSE VAN DE INDIVIDUELE NODEN PER BEDRIJF ...... 66 7.1 VARAM NV – Ieperstraat 172 – 8930 Menen ...... 67 7.2 SUPERMARKT DE KROON BVBA – Ieperstraat 214 – 8930 Menen ...... 67 7.3 BERTEN LUC BVBA – Ieperstraat 408 – 8930 Menen ...... 67 7.4 ’T WIT HOF – Ieperstraat 428 – 8930 Menen ...... 67 7.5 ELECTROLYSE BVBA – Ieperstraat 412 – 8930 Menen ...... 67 7.6 PERSYN NV – Hogeweg 72 – 8930 Menen ...... 67 7.7 VERHELLE MAINTENANCE BVBA – Hogeweg 85 – 8930 Menen ...... 67 7.8 BLONDEEL ADRIEN – Hogeweg 227 – 8930 Menen ...... 68 7.9 WOOD EXTERIEUR BVBA – Hogeweg 239 – 8930 Menen...... 68 7.10 DETAFORM NV – Hogeweg 265 – 8930 Menen...... 68 7.11 HOUTBUIGERIJ DESMET – Veldstraat 7 – 8930 Menen ...... 68

8 VISIE & CONCEPTVORMING ...... 69 8.1 Duidelijke voorschriften voor de bestaande woonzones ...... 69 8.2 Bieden van ruimtelijke ontwikkelingsperspectieven voor de bestaande bedrijven ...... 69 8.3 Ontwikkeling van potentiezones ...... 70 8.4 Nieuwe mogelijkheden voor zones voor gemeenschapsvoorzieningen...... 71 8.5 Trage verbinding...... 71

9 GABARIETEN ...... 72

10 DECRETALE BEPALINGEN ...... 73

282943_Definitief ontwerp Pagina 6 van 112

10.1 Opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden ...... 73 10.1.1 Gewestplan ...... 73 10.1.2 Bijzonder plan van aanleg ...... 73 10.1.3 Verkavelingen ...... 73 10.1.4 Rooilijnplannen...... 73 10.2 Ruimtebalans ...... 74 10.3 Watertoets...... 74 10.3.1.1 Het plangebied is grotendeels mee opgenomen in de zoneringsplannen in het centraal gebied...... 77 10.3.1.2 Enkel de hoeve ten westen van het plangebied is opgenomen in individueel te optimaliseren buitengebied...... 78 10.4 Resultaat onderzoek tot m.e.r...... 78 10.5 Register planbaten-planschade-compensatie ...... 78

11 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN ...... 80 11.1 Op te heffen verkavelingen en BPA’s...... 80 11.2 Algemene bepalingen ...... 81 11.3 Specifieke voorschriften mbt de categorie “wonen”, subcategorie “woongebied” ...... 84 11.3.1 Artikel 01: zone voor wonen in nabijheid van de kern van Menen ...... 84 11.3.2 Artikel 02: zone voor residentieel wonen ...... 87 11.3.3 Artikel 03: zones voor meergezinswoningen ...... 92 11.3.4 Artikel 04: projectzone ...... 93 11.4 Specifieke voorschriften mbt de categorie “bedrijvigheid” ...... 98 11.4.1 Artikel 05: zone voor bedrijvigheid ...... 98 11.4.2 Artikel 06: parkzone...... 101 11.5 Specifieke voorschriften mbt de categorie “gemeenschaps- en nutsvoorzieningen” ...... 103 11.5.1 Artikel 07: zone voor gemeenschapsvoorzieningen...... 103 11.6 Specifieke voorschriften mbt de categorie “lijninfrastructuur” ...... 105 11.6.1 Artikel 08: Zone voor spoorinfrastructuur (in overdruk) ...... 105

12 BIJLAGEN ...... 106 12.1 Bijlage 1: Ontheffing planMER-plicht...... 106 12.2 Bijlage 2: Beslissing dienst veiligheidsrapportering ...... 108 12.3 Bijlage 3: bezwaren en opmerkingen naar aanleiding van het openbaar onderzoek ...... 109

Aanpassingen naar aanleiding van het openbaar onderzoek zijn aangeduid met een gele markering

282943_Definitief ontwerp Pagina 7 van 112

1 INLEIDING

1.1 Opdracht x in voorkomend geval een overzicht van de conclusie van: a) het planmilieueffectenrapport; De opdracht bestaat uit het opmaken van een ruimtelijk uitvoeringsplan b) de passende beoordeling; “Keizer Karel” overeenkomstig het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, en latere wijzigingen, de c) het ruimtelijk veiligheidsrapport; uitvoeringsbesluiten en de ter zake door de Vlaamse Regering en het d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; agentschap RO-Vlaanderen verstrekte richtlijnen, rekening houdend met x in voorkomend geval, een register, al dan niet grafisch, van de de gemeentelijke ruimtelijke structuur. percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, ver- Artikel 2.2.2 van de codex ruimtelijke ordening bepaalt de inhoud van het meld in artikel 2.6.1, een planbatenheffing, vermeld in artikel ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP), met name: 2.6.4, of een compensatie, vermeld in boek 6, titel 2 of titel 3, x een grafisch plan dat aangeeft voor welk gebied of welke gebie- van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en den het plan van toepassing is; pandenbeleid. x de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en/of het beheer, en, desgevallend, Volgens artikel 2.2.13 §2 worden de RUP’s opgemaakt ter uitvoering van de normen, vermeld in art 4.1.12 en 4.1.13 van het decreet van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Het gemeentelijk ruimtelijk struc- 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid; tuurplan van Menen is op 2 juni 2005 goedgekeurd door de Bestendige Deputatie van de provincie West-Vlaanderen. Dit structuurplan is de basis x een weergave van de feitelijke en juridische toestand; voor dit RUP. Het RUP dient bovendien te kaderen in de gewenste ruimte- x de relatie met het ruimtelijk structuurplan of de ruimtelijke struc- lijke structuur van het RSV en het PRS. tuurplannen waarvan het een uitvoering is; x in voorkomend geval, een zo mogelijk limitatieve opgave van de Gelijktijdig met de herziening van het decreet Ruimtelijke Ordening wordt voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en een bijhorend decreet Grond- en Pandenbeleid uitgewerkt waarin het die opgeheven worden; recht van de burger op betaalbaar en sociaal wonen, decretaal wordt ver- ankerd.

282943_Definitief ontwerp Pagina 8 van 112 INLEIDING

1.2 Probleemstelling en doel

Binnen het plangebied zijn er vandaag verschillende BPA’s en verkavelin- gen van toepassing. Dit zorgt voor een administratieve last gezien er tel- kens verschillende documenten dienen geconsulteerd te worden. Bijko- mend blijkt dat er bij aanvragen tot stedenbouwkundige vergunningen vandaag vrij veel openbaar onderzoek moet worden opgestart. De verschillende documenten zorgen bovendien voor onduidelijkheid bij de bevolking.

Om dit probleem te verhelpen heeft het gemeentebestuur beslist om een ruimtelijk uitvoeringsplan “Keizer Karel” op te maken, dit om het volledige plangebied te ordenen.

Het plan zal soepel worden opgevat om flexibiliteit op lange termijn toe te laten. De gemeente opteert om een reeks meer gedetailleerde voorschrif- ten (naar ruimtelijke aspecten) niet verordenend in dit ruimtelijk uitvoe- ringsplan op te nemen, deze voorschriften komen wel voor in de gemeen- telijke stedenbouwkundige verordening algemeen bouwreglement.

Dit RUP zal het nieuwe juridische kader vormen met een grote rechtsze- kerheid voor de burger.

282943_Definitief ontwerp Pagina 9 van 112

2 SITUERING VAN HET PLANGEBIED

2.1 Situering op macro-niveau

De stad Menen ligt in het zuiden van de provincie West-Vlaanderen, tegen de grens van Frankrijk, waar de Leie de natuurlijke grens vormt. Menen is gelegen in de stedelijke agglomeratie van Kortrijk.

Menen ligt op 17 km van , op 22 km van Rijsel (Frankrijk), op 56 km van Brugge en op 66 km van Gent.

Menen wordt doorsneden door enkele verkeersaders zijnde de autosnel- weg A19 (Ieper-Kortrijk) en de E 17 (Antwerpen-Rijsel) en heeft een ge- makkelijke aansluiting op de E403 (Brugge-Moeskroen). De spoorlijn -Gent loopt door de kern van Menen en heeft er een station. De spoorlijn Kortrijk-Moeskroen-Tourcoing-Roubaix-Rijsel door- kruist de deelgemeente Lauwe en Rekkem.

Figuur 1: Situering Menen

282943_Definitief ontwerp Pagina 10 van 112 SITUERING VAN HET PLANGEBIED

2.2 Situering van het plangebied op meso-niveau Het plangebied wordt omringd ten noorden en ten westen door een open- ruimtegebied. Noordelijk komt eveneens een ambachtelijk bedrijf voor en Menen fusioneerde in 1977 met Lauwe en Rekkem en heeft in totaal een meer naar het centrum een woongebied. De zuidelijke zijde grenst aan de oppervlakte van 3310 ha, waarvan Menen 1650 ha beslaat, Lauwe 870 ha spoorweg met aangrenzend een industriezone en westelijk een woonzone. en Rekkem 790 ha. Oostelijk gelegen bevindt zich de stationsomgeving met aansluitend de binnenstad van Menen. Menen wordt begrensd door (Wervik en Geluwe) in het westen, (Wevelgem en Moorsele) in het noorden, Kortrijk (Marke en Aalbeke) in het oosten en Frankrijk (Neuville-en-Ferrain en Halluin) in het zuiden. De Leie, een bevaarbare waterloop, vormt de noordelijke grens van Lauwe en snijdt Menen in twee.

Figuur 3: Situering RUP Keizer Karel Figuur 2: Aanduiding RUP Keizer Karel op topografische kaart

282943_Definitief ontwerp Pagina 11 van 112 SITUERING VAN HET PLANGEBIED

2.3 Situering van het plangebied op micro-niveau

Het plangebied zelf bevindt zich in de hoofdgemeente Menen, ten westen van het centrum. Het gebied wordt geflankeerd door de N8 ten noorden, de spoorweg ten zuiden en een open ruimte gebied ten westen. Het plan- gebied wordt getypeerd door verschillende woonzones waartussen ver- spreid functies van openbaar nut en bedrijvigheid voorkomt.

Figuur 2: Topografische kaart van het plangebied Figuur 3: Orthofoto van het plangebied

282943_Definitief ontwerp Pagina 12 van 112

3 FOTOREPORTAGE

Ieperstraat (overweg aan het Café ‘Tramstil- Ieperstraat Ieperstraat Ieperstraat (ventweg tussen Engelandstraat NMBS-station en kruispunt met stand’ (Ieperstr. en Generaal Lemanstraat) Zandputstraat) –Zandputstr.)

Generaal Lemanstraat Vredesplein Generaal Lemanstraat (voorbij Vredesplein, Generaal Lemanstraat - Hoge- richting Binnenhof en Hogeweg) weg

282943_Definitief ontwerp Pagina 13 van 112 FOTOREPORTAGE

Binnenhof (foto vanuit Ho- Kleuterschool, Binnenhof Zetelfabriek VARAM, Binnenhof Hogeweg (richting Wervikstraat, Hogeweg (richting Wervikstaat) geweg) net voorbij Vogelzang)

Groothandel Garuda, Hogeweg Hogeweg (overweg en zijstraat Acacialaan (foto vanuit Eikenlaan) Acacialaan (binnengebied) Binnenhof)

282943_Definitief ontwerp Pagina 14 van 112 FOTOREPORTAGE

Olmenlaan Olmenlaan (kruispunt met Eikenlaan) Lindenlaan Diksmuidestraat (toegang voor voetgangers en fietsers)

Veurnestraat Wilgenlaan (vanuit Keizer Karelstraat) Wilgenlaan Wilgenlaan

Wilgenlaan Wilgenlaan (vanuit Keizer karelstraat, kruispunt Ijzerplein (Ijzerstraat en Vlaanderenstraat) Wilgenlaan met Olmenlaan)

282943_Definitief ontwerp Pagina 15 van 112 FOTOREPORTAGE

Narcissenlaan (kruispunt met Keizer Karel- Narcissenlaan (kruispunt met Krokus- Narcissenlaan (doodlopend stuk Anjersweg (foto richting Narcissenlaan) straat) senlaan) straat)

Speelterrein Speelterrein Anjersweg – Magnoliaweg – Irisweg – Magrietenweg

Magrietenweg Magrietenweg (foto richting Krokussen- Krokussenlaan (richting Tulpenlaan) Krokussenlaan (richting Ieperstraat) laan)

282943_Definitief ontwerp Pagina 16 van 112 FOTOREPORTAGE

Krokussenlaan (doodlopend stuk straat, Elektriciteitshuisje in Krokus- Zicht vanuit Krokussenlaan op boerderij ’t Zicht op boerderij ’t Wit Hof (toegang vanuit richting Ieperstraat) senlaan (restruimte gebruikt als Wit Hof (adres: Ieperstraat 428) Ieperstraat, groenten- en fruitverkoop) trage weg, ook fietsers)

Oprit boerderij ’t Wit Hof en achterkant Oprit boerderij (kijkrichting Ieperstraat) Afgebroken bebouwing (kijkrichting Ieperstraat (kijkrichting Ieperstraat rechts, elektriciteitshuisje Ieperstraat links, richting Geluwe) naar Menen centrum)

Ieperstraat 424 Ieperstraat fietspad (richting Menen cen- Ieperstraat 418 Ieperstraat 416 en 414 trum)

282943_Definitief ontwerp Pagina 17 van 112 FOTOREPORTAGE

Ieperstraat 412 en 410 Ieperstraat 408 (Luc Berten bvba) Ieperstraat (net voor Keizer Karelstraat, Ieperstraat 392 t.e.m. 402 richting Menen centrum)

Ieperstraat – Keizer Karelstraat (frituur ‘Den Ieperstraat 372 (net over kruispunt met Ieperstraat (overkant van de weg rich- Ieperstraat (overkant van de weg richting Eik’) Keizer Karelstraat) ting Menen centrum) Geluwe)

282943_Definitief ontwerp Pagina 18 van 112 FOTOREPORTAGE

Keizer Karelstraat - Narcissenlaan Keizer Karelstraat Keizer Karelstraat (richting Ieperstraat) Keizer Karelstraat

Keizer Karelstraat Keizer Karelstraat Keizer Karelstraat 124 - 128 Keizer Karelstraat 110 - 116

Keizer Karelstraat Keizer Karelstraat 104 - 108 Keizer Karelstraat 104 - 108 Keizer Karelstraat

282943_Definitief ontwerp Pagina 19 van 112 FOTOREPORTAGE

Keizer Karelstraat Keizer Karelstraat 133 - 135 (richting Keizer Karelstraat 150 & 135 - 139 - 141 (+ Boerderij in Wilgenlaan Ieperstraat) begin van Wilgenlaan)

Boerderij in Wilgenlaan Hogeweg (vanaf rondpunt met Wil- Hogeweg (zicht op kruising met Wilgenlaan Hogeweg genlaan) en toegang wijkcentrum ‘De Koekuit’)

Wilde Rozenlaan Jasmijnlaan Sneeuwklokjesweg Sneeuwklokjesweg

282943_Definitief ontwerp Pagina 20 van 112 FOTOREPORTAGE

Sneeuwklokjesweg – Tul- Tulpenlaan (uiteinde west) Tulpenlaan Tulpenlaan Azaleaweg penlaan

Fuchsiaweg Ranonkelweg Ranonkelweg – Irisweg – Chrysantenweg Irisweg (trage weg naar Ranonkel- weg en Chrysantenweg)

Irisweg (trage weg naar Magrietenweg, An- Amarylissenweg Amarylissenweg (zicht achter de huizen, west- Amarylissenweg – Lelieweg jersweg en Magnoliaweg) zijde)

282943_Definitief ontwerp Pagina 21 van 112 FOTOREPORTAGE

Lelieweg Lelieweg Vuurdoornweg Vuurdoornweg – Narcissen- Begoniaweg laan en Vuurdoornweg – Begoniaweg

Begoniaweg – Tulpenlaan Tulpenlaan Tulpenlaan Chrysantenweg

Chrysantenweg – Ranonkelweg & Irisweg en Chrysantenweg – Magnoliaweg Tulpenlaan – Goudbloemstraat Goudbloemstraat

282943_Definitief ontwerp Pagina 22 van 112 FOTOREPORTAGE

Goudbloemstraat Hyacintstraat Hyacintstraat Pad tussen Hogeweg – Hyacint- straat – Madeliefjesweg

Park aan Madeliefjesweg - Jasmijnlaan Zicht uit het park, door Madeliefjesweg naar hout- Seringenweg (dichtgemaakte trage doorgang) firma

282943_Definitief ontwerp Pagina 23 van 112 FOTOREPORTAGE

Vogelzang (richting Hogeweg) Vogelzang Wijkcentrum ‘De Koekuit’ Wijkcentrum ‘De Koekuit’

Westhoeklaan - Hogeweg Hogeweg Hogeweg Hogeweg

282943_Definitief ontwerp Pagina 24 van 112 FOTOREPORTAGE

Hogeweg Hogeweg Hogeweg Ter Couter (richting Hogeweg)

Ter Couter Ter Couter Scoutslokalen en speelterrein Speelterrein

Speelterrein en brug over Westhoeklaan Scoutslokalen en speelterrein (richting spoor- Vinkenstraat Vinkenstraat lijn)

282943_Definitief ontwerp Pagina 25 van 112 FOTOREPORTAGE

Parkietenlaan Parkietenlaan Parkietenlaan (vanuit Valkenlaan) Valkenlaan

Valkenlaan – Koekuitstraat Koekuitstraat Koekuitstraat Koekuitstraat - Koekuitstraat

Leeuwerikenlaan Leeuwerikenlaan Koekuitstraat – Leeuwerikenlaan Koekuitstraat – Koekuitstraat

282943_Definitief ontwerp Pagina 26 van 112 FOTOREPORTAGE

Zwaluwenstraat Zwaluwenstraat C. Cappellestraat C. Cappellestraat

C. Cappellestraat C. Cappellestraat Veldstraat Veldstraat

Veldstraat Veldstraat Veldstraat

282943_Definitief ontwerp Pagina 27 van 112

4 PLANNINGSCONTEXT

4.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (1997) x de selectieve uitbouw van de stedelijke gebieden, het gericht verweven en bundelen van functies en voorzieningen waaronder Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) is een beleidsdocument de economische activiteiten binnen de stedelijke gebieden; dat werd goedgekeurd door de Vlaamse regering in september 1997 en daarbij gaat absolute prioriteit naar een zo goed mogelijk gebruik door het Vlaams parlement in november 1997. en beheer van de bestaande stedelijke structuur; x het behoud en waar mogelijk de versterking van het buitenge- Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen geeft het wettelijk kader aan bied en een bundeling van wonen en werken in de kernen van waarin de ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden. Het uitgangspunt is het het buitengebied; streven naar een duurzame ruimtelijke ontwikkeling. Naast informatieve en x concentreren van economische activiteiten in die plaatsen die richtinggevende bepalingen worden ook bindende bepalingen vastgelegd. deel uitmaken van de bestaande economische structuur van Het RSV vormt de inhoudelijke basis voor provinciale en gemeentelijke Vlaanderen; uitvoeringsinstrumenten en -plannen. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaan- optimaliseren van de bestaande verkeers- en vervoersinfrastruc- deren wordt verder geconcretiseerd in het Provinciaal Structuurplan. x tuur waarbij de ruimtelijke condities worden gecreëerd voor het

verbeteren van het collectief vervoer en de organisatie van ver- In het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen wordt de gewenste ruimtelijke voersgenererende activiteiten op punten die ontsloten worden ontwikkeling aangegeven voor structuurbepalende elementen en compo- door openbaar vervoer; nenten op Vlaams niveau: de stedelijke gebieden en netwerken, het bui- tengebied, de gebieden voor economische activiteiten en de lijninfrastruc- turen.

De visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Vlaanderen wordt kernachtig verwoord in de metafoor “Vlaanderen, open en stedelijk”. Het RSV streeft namelijk naar een duidelijk onderscheid tussen openheid en stedelijkheid. Concreet richt het ruimtelijk beleid op Vlaams niveau zich op:

282943_Definitief ontwerp Pagina 28 van 112 PLANNINGSCONTEXT

Stedelijke gebieden zijn gebieden waar intense ruimtelijke, culturele en socio-economische samenhang en verweving bestaat tussen de verschil- lende maatschappelijke activiteiten (wonen, werken, recreëren, ...), waar dichte bebouwing overheerst en waar het wenselijk is ontwikkelingen te concentreren. Het beleid is erop gericht de toekomstige groei van deze maatschappelijke activiteiten prioritair in deze gebieden op te vangen. Bij een stedelijk gebiedenbeleid zijn ontwikkeling, concentratie en verdichting uitgangspunten, maar steeds met respect voor de draagkracht van het stedelijk gebied. Dit betekent een beleid gericht op het creëren van een aanbod aan bijkomende woningen in een kwalitatieve woonomgeving, het kwantitatief en kwalitatief voorzien van ruimte voor economische activitei- ten, het versterken van het stedelijk functioneren (diensten, gemeen- schapsvoorzieningen, stedelijke voorzieningen, ...) en het stimuleren van andere vormen van mobiliteit.

Figuur 4: Schematische weergave van de ruimtelijke visie op Vlaanderen De relatief zwakke morfologische structuur met stedelijk karakter en het relatief zwakke voorzieningenapparaat en uitrustingsniveau in de kleinste- delijke gebieden op provinciaal niveau duwt deze stedelijke gebieden in 4.1.1 Menen: geselecteerd als kleinstedelijk gebied op provinciaal een concurrentiële positie door de huidige ruimtelijke ontwikkelingen in niveau aangrenzende goed-uitgeruste kernen van het buitengebied. Het ruimtelijk beleid voor de kleinstedelijke gebieden op provinciaal niveau is erop ge- In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen werden de stedelijke gebieden richt de bestaande stedelijke morfologische structuur en het stedelijk func- geselecteerd. Zij worden in vier klassen ingedeeld: grootstedelijke, regio- tioneren terug voldoende economische, sociale en ruimtelijke draagkracht naalstedelijke, structuurondersteunende kleinstedelijke en kleinstedelijke te geven. Dit is slechts mogelijk door enerzijds een doorgedreven kernver- gebieden. sterkend beleid met alle prioriteit naar inbreiding en het valoriseren van de bestaande stedelijke potenties (bestaande natuurelementen, het historisch Menen werd geselecteerd als kleinstedelijk gebied op provinciaal niveau karakter, de sterke stedelijke voorzieningen, ...) en anderzijds door een (niveau 3C: zwak uitgeruste kleine stad). De stedelijke gebieden worden complementair beleid in de aangrenzende goed uitgeruste kernen van het afgebakend in ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP). De Provincie stuurt buitengebied. de afbakeningsprocessen van de kleinstedelijke gebieden. Het afbake- Veel aandacht moet gaan naar de kwalitatieve verbetering van het wo- ningsproces van het kleinstedelijk gebied van Menen is in het voorjaar van ningpatrimonium, de stedelijke voorzieningen en de stedelijke economi- 2008 door de provincie West-Vlaanderen gestart. Op dit moment wordt sche structuur veeleer dan naar een ruimtelijke ontwikkeling met alleen vooroverleg gepleegd en wordt een afbakeningsvoorstel opgemaakt. een kwantitatieve uitbreiding die opnieuw de stedelijke kern beconcurreert.

282943_Definitief ontwerp Pagina 29 van 112 PLANNINGSCONTEXT

4.1.2 Regio Kortrijk: stedelijk netwerk op Vlaams niveau – Regio 4.1.4 Lijninfrastructuur Menen-Kortrijk-Waregem: grensoverschrijdend stedelijk net- werk Het beleid gaat uit van een geïntegreerde benadering van ruimtelijke orde- ning, mobiliteit en infrastructuur. Hierbij zijn bereikbaarheid, leefbaarheid, Door hun ligging en hun functie zijn bepaalde stedelijke gebieden een on- het vergroten van de Multi-modaliteit en het optimaliseren van de bestaan- derdeel van een groter geheel: het stedelijk netwerk. Het stedelijk netwerk de infrastructuur van belang. is een complementair en samenhangend geheel van stedelijke gebieden en van structuurbepalende elementen van het buitengebied die verbonden 4.1.4.1 Wegeninfrastructuur zijn door infrastructuur (wegen, spoorwegen, kanalen, ...). Stedelijke net- werken zijn op hun beurt structuurbepalend voor de Vlaamse ruimte. Het RSV stelt een categorisering van wegen voor en selecteert de wegen Omwille van de bestaande ruimtelijke structuur en omwille van het belang op internationaal en Vlaams niveau (de ‘hoofdwegen’ en ‘primaire wegen’). voor de gewenste ruimtelijke structuur moet het stedelijk netwerk beleids- matig als één geheel worden behandeld en nader worden uitgewerkt. Het x Hoofdwegen: stedelijk netwerk is aldus een beleidsmatig begrip. De E17 (Antwerpen-LO - Rijsel) en E403 (A17) (-Doornik) zijn geselecteerd als hoofdweg. De regio Kortrijk bestaat uit de stedelijke gebieden Menen, Kortrijk, Ware- x Primaire wegen: gem en Roeselare. Dit netwerk is structuurbepalend door haar ligging en De A19 (Kortrijk-Ieper), R8 -noord (vak Kortrijk West-Noord-Oost) en de samenhang van infrastructurele, economische, ecologische functioneleen/ N32 (Menen - Menen-Oost) een deel van de N58 worden als primaire weg of fysiek-ruimtelijke kenmerken. II geselecteerd. De N58 is gelegen in de omgeving van het projectgebied, maar niet aan- De regio Menen-Kortrijk-Waregem wordt onderkend als onderdeel van het liggend. De Menenstraat maakt verbinding tussen het projectgebied en grensoverschrijdend stedelijk netwerk Kortrijk-Rijsel-Roubaix-Tourcoing- deze N58. Deze straat heeft hierdoor de functie van een toegangsweg van Moeskroen. Dit grensoverschrijdend netwerk is structuurbepalend omwille aan de snelweg tot het centrum van Menen, zonder hierbij een primair ka- van de versterking van de economische structuur, versterking van de ste- delijke ontwikkeling in de stedelijke gebieden en de versterking van de in- rakter te hebben. ternationale verbinding langs spoor en autosnelwegennet. Gezien deze toegangsweg geen woonwijk doorkruist, maar er enkel langs loopt, geeft dit een goede aansluiting tot centrum en autosnelweg vanuit de 4.1.3 Menen: economisch knooppunt wijken binnen het plangebied, zonder hierbij negatieve effecten te weeg te brengen. Menen is als kleinstedelijk gebied een economisch knooppunt. Een eco- x Secundaire wegen: nomisch knooppunt is een gebied met een hoog aandeel aan werkgele- De secundaire wegen worden behandeld in het Provinciaal Ruimtelijk genheid. Economische knooppunten vormen samen met de poorten de Structuurplan West-Vlaanderen. bestaande ruimtelijk-economische structuur van Vlaanderen. x Lokale wegen: Het zijn de plaatsen waar het wenselijk is economische activiteiten te con- De lokale wegen worden behandeld in het gemeentelijk ruimtelijk struc- centreren. Een economisch knooppunt is aldus een beleidsmatig begrip. tuurplan Menen.

282943_Definitief ontwerp Pagina 30 van 112 PLANNINGSCONTEXT

4.1.4.2 Spoorwegennet De visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de provincie wordt opgebouwd vanuit een integrerende benadering. Het Ruimtelijk Structuur- Het RSV selecteert de lijn 75 (Rijsel-Kortrijk-Gent-Antwerpen) als plan Vlaanderen vormt het beleidskader. Er wordt een verdere invulling hoofdspoorweg voor personenvervoer. gegeven aan de specifieke taken van het provinciaal niveau. 4.1.4.3 Waterwegeninfrastructuur De ruimtelijke visie voor de provincie West-Vlaanderen gaat uit van de Het hoofdwaterwegennet voldoet grotendeels aan de in Europees verband ruimtelijke verscheidenheid. Van oudsher hebben de verschillende regio’s beschreven minimumklasse IV. De Leie en afeidingskanaal behoren hier- van West-Vlaanderen een sterke eigenheid. De provincie kiest om de ruim- toe. telijke verscheidenheid te behouden en zelfs te versterken.

Om deze verscheidenheid te realiseren hanteert de provincie een aantal 4.2 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen ruimtelijke principes. Deze principes vormen de basis voor het verder uit- (2002) werken van de deelstructuren en de deelruimten. x fysisch systeem als drager voor verscheidenheid; x selectieve ontwikkeling van hoogdynamische activiteiten in gedif- ferentieerd kernenpatroon; x gebiedsgericht netwerk van lijninfrastructuur; x deelruimten als bevestiging van diversiteit

De gewenste ruimtelijke structuur wordt uitgewerkt aan de hand van acht deelstructuren en elf deelruimtes. Daarnaast worden enkele maatre- gelen en acties alsook enkele specifieke beleidskaders vooropgesteld.

4.2.1 Deelstructuren

De gewenste ruimtelijke ontwikkeling wordt uitgewerkt volgens deelstructu- ren.

4.2.1.1 Nederzettingsstructuur

Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen geeft verder in- vulling aan het principe van de gedeconcentreerde bundeling. Bijkomende wooneenheden worden gebundeld in stedelijke gebieden, hoofddorpen en woonkernen. Menen is op Vlaams niveau geselecteerd als

kleinstedelijk gebied. Figuur 5: schematische visie op de gewenste ruimtelijke structuur van West-Vlaanderen

282943_Definitief ontwerp Pagina 31 van 112 PLANNINGSCONTEXT

In het PRS WVL wordt een toedeling gedaan van het pakket bijkomende 4.3 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Menen (2005) wooneenheden over verschillende gemeenten. Voor de volledige gemeen- te Menen bedraagt het pakket 1200 bijkomende wooneenheden voor de Het GRS van Menen werd goedgekeurd door de bestendige Deputatie op periode 1991-2007. Hiervan moet minstens 75% gerealiseerd worden in 2 juni 2005 met uitsluiting van de stelling dat Menen voor de planperiode het af te bakenen stedelijk gebied. binnen het stedelijk gebied geen bijkomende sociale woningen bouwt.

4.2.1.2 De verkeersstructuur 4.3.1 Informatief gedeelte

De uitgangspunten bij de gewenste structuur van verkeer en vervoer zijn: x Het categoriseren van het wegennet; x De ontwikkeling van een bovenlokaal fietsroutenetwerk; x Een geïntegreerd regionaal openbaar vervoer ontwikkelen; x Een vervoersstructuur afstemmen op de gewenste ontwikkeling van de deelruimte

De categorisering van wegen gebeurt in drie categorieën. x Secundaire weg type I met als hoofdfunctie verbinden op boven- lokaal en lokaal niveau; x Secundaire weg type II met als hoofdfunctie verzamelen op bo- venlokaal en lokaal niveau; x Secundaire weg type III met als hoofdfunctie verbinden voor openbaar vervoer en fietsverkeer op bovenlokaal en lokaal ni- veau

Op het grondgebied van Menen selecteerde het PRS-WV volgende wegen als secundaire weg II: x N8 (van kruispunt J. en M. Sabbestraat (Menen) tot de R8 (Kort- rijk)) x N32 (van R32 (Roeselare-Zuid tot de N32b (Menen)) Figuur 6: Bestaande ruimtelijke structuur van deelgebied Menen x N32c (van N32 tot A19(afrit 2 Menen)) x N366 (van N32c (Menen) tot Dronckaertstraat (Menen- Rek- kem)) x Dronckaertstraat (van N366-N58 (Menen-Rekkem)) x N58 (van Dronckaertstraat tot A14 afrit 1)

282943_Definitief ontwerp Pagina 32 van 112 PLANNINGSCONTEXT

4.3.2 Richtinggevend Een variatie in grootte en comfort van het woningenaanbod moet de aan- trekkelijkheid voor verschillende bewonersgroepen versterken. De trend van het opsplitsen van kwalitatieve woningen in kleinschalige en ongeriefe- lijke appartementen wordt in de hand gehouden, zodat de herenhuizen terug gewaardeerd worden als bouwstenen van de stad.

Er wordt gesuggereerd aan de hogere overheid om in het beleid omtrent de restpercelen aansluitend op het woongebied de mogelijkheid tot kwali- tatieve randafwerking te voorzien. Deze restpercelen worden ingezet om de woonstructuur te verdichten en kan het aansnijden van nieuwe gronden buiten de woonstructuur beperken. Deze restpercelen moeten dan ook bij het aanbod in rekening worden gebracht.

4.3.2.1 De stationsomgeving

Het station is aangeduid als knooppunt van regionaal vervoer door de ho- gere overheid. Vanuit de hogere overheid wordt grote aandacht gehecht aan de uitwisseling tussen de verschillende vervoerswijzen. Menen geeft zijn visie op de verdere ruimtelijke ontwikkeling van het stati- on en de stationsomgeving als verfijning en suggestie voor de hogere overheid als volgt: Er zijn vanuit Frankrijk concepten om de light-rail vanuit Rijsel door te trek- ken tot Halluin. Mits gebruik te maken van deze potentie door het station Figuur 7: Gewenste ruimtelijke structuur van deelgebied Menen van Menen te verbinden met dat van Halluin kan het vervoersknooppunt Menen wil verder werken aan het imago van haar woonkwaliteit. Door het Menen-station hierdoor een belangrijkere positie innemen. aanbod aan woonmogelijkheden verder te differentiëren, met aandacht voor de omgevingskwaliteiten, wil de gemeente een stijlvol woonmilieu Qua functies en bebouwing kan de stationsomgeving verder verdichten. aanbieden. Het huidige huisvestingsbeleid wordt sterk in de hand gehou- De stationsomgeving wordt een verdichte en gedifferentieerde woonomge- den. ving, nabij het station en de voorzieningen in de binnenstad.

De gemeente wil verder werken aan de opwaardering van de nog verwaar- De stationsomgeving kan ook een plaats zijn voor kantoren, handel en an- loosde woonwijken. Wijken die te dicht bebouwd zijn, met woningen van dere centrumfuncties. Functieverweving staat voorop. Een heraanleg van slechte kwaliteit en met eenzijdige bewonersgroepen, moeten worden op- het openbaar domein is hier noodzakelijk. Recent werd de voorzijde van gefrist. Waar nodig moeten bijkomende open ruimten gecreëerd worden. Naast renovatie moet er aandacht zijn voor nieuwbouw en een aanbod van residentieel wonen.

282943_Definitief ontwerp Pagina 33 van 112 PLANNINGSCONTEXT

het station heraangelegd met aandacht voor de verblijfsfunctie1, parkeren Bij het versterken van de woonstructuur wordt in eerste instantie gezocht en het voorzien van veilige bus-opstapplaatsen (zie ook planningscontext: naar inbreidingsmogelijkheden binnen het bestaand weefsel Europese projecten). (verdichting, invulling van nog onbebouwde binnengebieden, toelaten van Bijzondere aandacht gaat eveneens uit naar groenvoorzieningen in deze hoogbouw, het stimuleren van grotere bebouwingsdichtheden, vervanging buurt. van gebouwen en terreinen die hun gebruikswaarde verloren hebben). Via vervangingsbouw en renovatie wordt de woonkwaliteit verhoogd. Om impulsen te geven aan de nodige stadsvernieuwing in de stationsom- Verlaten sites en in onbruik geraakte panden krijgen een nieuwe invulling. geving kan een strategisch project worden opgezet. Dergelijk strategisch Buurten met nog onbebouwde percelen worden verdicht door een reeks project is gericht op de herinrichting van de stationsomgeving met oog van kleinschalige inbreidingsprojecten. voor circulatie, de relatie tussen de verschillende vervoerswijzen, de relatie met het stadscentrum, de herinrichting van de achterkant van het station Andere buurten, met overdreven densiteiten worden ontpit of door vervan- met de begraafplaats als stedelijk park en de integratie van de woonverka- gingsbouw hervormd tot buurten met kwalitatieve vormen van dichtheid. velingen, het herdefiniëren van de zone van het voormalig rangeerstation en de verhoging van de kwaliteit van het openbaar domein in het alge- 4.3.2.3 Menging van woontypes meen. Een menging van woningtypes staat voorop. De gemeente wil werk maken Concreet worden deze problematieken al grotendeels in 2 HSTInterregpro- van het op de markt brengen van ruimere stadswoningen, die ook aantrek- jecten behandeld, worden projectvoorstellen geformuleerd en delen van de kelijk zijn voor gezinnen met kinderen. Belangrijk daarbij is het beschermen stationsomgeving gerealiseerd. Daarnaast maakt het bestuur werk van de van de bestaande herenhuizen tegen huisjesmelkers. herwaardering van het bestaand patrimonium door renovatie van de hoek- De verdere versnippering van dit woningpatrimonium tot kleine eenzijdige panden, en door een verhoging van de woondensiteit na te streven. woontypes wordt tegengegaan.

Vanuit de stationsomgeving moeten bijkomende zachte verbindingen 4.3.2.4 Bijkomende woningen worden gerealiseerd naar de stadskern en de woonwijken in Menen. Nieuwe wooneenheden worden ingepast in het kleinschalig weefsel met 4.3.2.2 Compacte stadskern respect voor de cultuurhistorische waarde van de omgeving. Wanneer de inbreidingsmogelijkheden niet volstaan wordt er gezocht naar Met compacte stadskernen wordt er een groter draagvlak gecreëerd voor geschikte locaties aan de rand van het woonweefsel. Bij de creatie van het openbaar vervoer en andere voorzieningen. Tegelijkertijd wordt de nieuwe woongelegenheden staat een menging van betaalbare woningen openheid niet verder versnipperd door verlinting of verspreide bebouwing. en andere woongelegenheden voorop. De realisatie van betaalbare wo- In het centrum van Menen wordt een hoge dichtheid nagestreefd. Aan de ningen kan ook door private ontwikkelaars worden aangeboden. Er wordt rand ervan ligt de dichtheid lager. m.a.w. gekozen voor de realisatie van gemengde woonprojecten.

1 Het GRS dateert uit 2005, aanvullend kan hierbij vermeld worden dat ondertussen ook de achterzijde van de stationsomgeving werd heraangelegd.

282943_Definitief ontwerp Pagina 34 van 112 PLANNINGSCONTEXT

4.3.2.5 Stedelijke woonomgeving 4.3.3 Beleidskader voor woningprogrammatie

Ook verder werken aan de inrichting van het openbaar domein, met een verblijfsvriendelijk karakter, zal de stad als aantrekkelijke woonomgeving versterken.

Ter versterking van de woonkwaliteit wordt verder gewerkt aan de verbete- ring van de groenstructuur in en door de woonwijken en in en aan de ran- den van het centrum. De groenvoorzieningen zijn niet alleen van belang in het straatbeeld maar hebben ook een sociale functie. Deze plaatsen die- nen voor kinderen en volwassenen om te spelen en te kuieren. Bij de uit- bouw van de groenstructuur dient de aandacht ernaar uit te gaan dat er voldoende sociale controle mogelijk is. Het bestuur wil werken aan de beeldwaarde van de woonwijken door prio- ritair de hoekpercelen, reeksen naast elkaar liggende verwaarloosde wo- ningen of andere in het oog springende percelen op te waarderen.

Figuur 8: specifiek beleidskader woningenprogrammatie – invulling van de taakstelling Menen De dichtheden worden gedifferentieerd: in het centrum streeft de gemeen- te naar hoge woningendichtheden, in combinatie met een kwalitatief open- baar domein en openbare groenvoorzieningen. Voor het stedelijk gebied is de richtdichtheid 25 woningen per ha.

282943_Definitief ontwerp Pagina 35 van 112 PLANNINGSCONTEXT

4.4 Afbakening kleinstedelijk gebied Menen x Sociale koopwoningen en kavels Het aantal sociale koopwoningen en kavels kent geen eenduidige be- Het afbakeningsproces van het kleinstedelijk gebied van Menen is in het rekening per gemeente. Hierbij geldt een provinciaal objectief. In sa- voorjaar van 2008 gestart. Op dit moment wordt vooroverleg gepleegd en menspraak met de gemeente zal de deputatie een verdelingschema wordt een afbakeningsvoorstel opgemaakt. opstellen. Voor Menen houdt dit in dat er nog 5 sociale kavels en 106 sociale koopwoningen moeten gerealiseerd worden tegen 2020. 4.5 Decreet Grond- en pandenbeleid x Sociale huurwoningen Het decreet Grond- & Pandenbeleid van 27 maart 2009 trad in werking op Het decreet voorziet in een berekening van het aantal sociale huurwo- 1 september 2009 en heeft gevolgen voor nieuwe woonontwikkelingen. ningen per gemeente. Deze berekening voorziet in drie stappen: Het decreet moet betaalbaar wonen beter mogelijk maken. Er wordt ge- vraagd dat lokale besturen aantoonbare initiatieven nemen om het aanbod 1) gemeentelijk objectief na de decretale verdeling op provinciaal ni- aan sociale huur-, koopwoningen en sociale kavels te verhogen, onder veau, meer door de eigen gronden daarvoor te gebruiken en het – in bepaalde 2) de beperking van het sociaal huurobjectief tot een aanbod sociale gevallen- verplicht opleggen van sociale lasten. huurwoningen van 9% 3) de inhaalbeweging. Het decreet kan worden opgedeeld in twee grote blokken. Enerzijds zijn er maatregelen die het aanbod aan sociale woningen fors laten stijgen en Dit totale richtcijfer per gemeente kent een aantal uitstel- en afwijkingsmo- anderzijds omvat het ontwerp van decreet tal van fiscale stimuli die het gelijkheden, waarvan de gemeente gebruik kan maken. aandeel aan verwaarloosde of verkrotte woningen drastisch laten dalen. Gemeenten die hun sociaal objectief bereikt hebben of geen sociaal objec- In ‘Boek 4’ van het decreet worden de maatregelen beschreven die zullen tief toebedeeld kregen, kunnen met een woonbeleidsconvenant alsnog een ingezet worden om ‘betaalbaar wonen’ te kunnen realiseren: aantal sociale huurwoningen realiseren, indien zij dit willen. Dit woonbe- leidsconvenant moet met de Vlaamse overheid aangegaan worden.

4.5.1 Verwezenlijking van het sociaal woonaanbod Hieronder wordt het richtcijfer voor het aantal sociale huurwoningen weer-

gegeven voor de gemeente Menen: Eén van die maatregelen voorziet in een sociaal objectief per gemeente.

Dit objectief legt een aantal te realiseren sociale woningen op per gemeen- Huishoudens op 01 januari 2008 13 744 te voor de periode 2009-2020. Sociaal huuraanbod volgens de nulmeting 1 478

Aandeel sociaal huuraanbod volgens de nulmeting 10.75% Het sociaal objectief bestaat uit sociale huurwoningen, sociale koopwonin- Stap 1: De Provinciale Verdeling voor West-Vlaanderen 228 gen en sociale kavels. De drie categorieën samen vormen het sociaal ob- Stap 2: de beperking van het sociaal huuraanbod tot een aan- 0 jectief. bod sociale woningen van 9% (richtcijfer voor 2020, behou-

dens afwijkingen voor 2025)

Stap 3: Bijkomende inhaalbeweging behoudens afwijkingen 0

282943_Definitief ontwerp Pagina 36 van 112 PLANNINGSCONTEXT

(richtcijfer voor 2025) De gemeente kan deze percentages verfijnen in een gemeentelijk regle- Het richtcijfer dat bekomen wordt, is afhankelijk van het aantal huishou- ment Sociaal Wonen, dat dezelfde rechtskracht en bindende waarde heeft dens en het huidige sociale huuraanbod in de gemeente. Op deze manier als een stedenbouwkundige verordening. werd het sociaal huuraanbod gelijkmatig verdeeld over de verschillende gemeenten. Vanaf de bekendmaking van een gemeentelijk bericht waaruit blijkt dat het bindend sociaal objectief verwezenlijkt is, kan afgezien worden van het Om dit sociaal objectief te realiseren, worden normen opgelegd voor de opleggen van een percentage sociaal woonaanbod, of kan een lager per- volgende soorten projecten: centage gehanteerd worden. x verkavelingen van ten minste 10 loten bestemd voor woningbouw, of met een grondoppervlakte groter dan 5000m², ongeacht het aantal lo- RUP’s en plannen van aanleg die een bestemmingswijziging naar woon- ten; gebied doorvoeren voor meer dan 5000m², dienen hogere percentages te x groepswoningbouwprojecten waarbij ten minste 10 woongelegenhe- realiseren, voor zover voldaan is aan de bepaalde voorwaarden (zie art. den ontwikkeld worden; 4.1.12 van het grond- en pandenbeleid). x de bouw of herbouw van appartementsgebouwen warbij ten minste Gezien het RUP Keizer Karel geen woongebied bijcreëert (planmatig), 50 appartementen gecreëerd worden; moeten we hiermee geen rekening bij de opmaak van het RUP. x verkavelingen, groepswoningbouwprojecten en projecten voor de bouw of herbouw van appartementsgebouwen die niet voldoen aan de drie De verkavelaar/ bouwheer kan deze ‘sociale last” verwezenlijken door: bovenvermelde voorwaarden, maar waarvoor een verkavelingsvergun- x uitvoering in ‘natura’; ning of stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd door een x de voor het vooropgestelde sociaal woonaanbod vereiste gronden aan verkavelaar of een bouwheer wiens project aansluit op andere, door een sociale woonorganisatie door te verkopen; dezelfde verkavelaar of bouwheer te ontwikkelen gronden, die samen x verhuring van binnen een verkaveling of een bouwproject verwezenlijk- met de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft, een oppervlakte te woningen aan een sociaal verhuurkantoor; van meer dan een halve hectare beslaan. x onder bepaalde voorwaarden door middel van een storting van een sociale bijdrage In elk van bovenvermelde soorten projecten, worden een sociaal woon- aanbod verwezenlijkt dat gelijk is aan: 4.5.2 Verwezenlijking van bescheiden woonaanbod x ten minste 20% en ten hoogste 40% van het aantal te verwezenlijken In het decreet wordt er gestreefd naar een verwezenlijking van minimum- woningen en/of kavels, indien de gronden eigendom zijn van Vlaamse percentages van bescheiden woonaanbod. besturen of Vlaamse semipublieke rechtspersonen; x ten minste 10% en ten hoogste 20% van het aantal te verwezenlijken Bescheiden woonaanbod is het aanbod aan kavels en woningen, met uit- woningen en/of kavels, indien de gronden in eigendom zijn van overige sluiting van het sociaal woonaanbod, dat bestaat uit: natuurlijke rechtspersonen. x kavels met een oppervlakte van ten hoogste 500m² x woonhuizen met een bouwvolume van ten hoogste 550m³

282943_Definitief ontwerp Pagina 37 van 112 PLANNINGSCONTEXT

x overige woongelegenheden met een bouwvolume van ten hoogste RUP’s en plannen van aanleg kunnen eigenstandig procentuele objec- 240m³. tieven en voorschriften vaststellen met betrekking tot de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod in de schoot van de types verkavelin- Er worden normen opgelegd voor de volgende soorten projecten (idem gen, groepswoningen en appartementsbouw zoals hierboven vermeld. sociaal woningaanbod): x verkavelingen van ten minste 10 loten bestemd voor woningbouw, of Zij kunnen maximale oppervlakte- en volumenormen zoals vastgesteld in met een grondoppervlakte groter dan 5000m², ongeacht het aantal lo- de definitie voor bescheiden woonaanbod, verder beperken. Deze normen ten; kunnen worden gemoduleerd in functie van de gezinssamenstelling. x groepswoningbouwprojecten waarbij ten minste 10 woongelegenhe- den ontwikkeld worden; De verkavelaar/bouwheer kan deze ‘last” verwezenlijken door: x de bouw of herbouw van appartementsgebouwen warbij ten minste x uitvoering in ‘natura’; 50 appartementen gecreëerd worden; x de voor het vooropgestelde bescheiden woonaanbod vereiste gronden x verkavelingen, groepswoningbouwprojecten en projecten voor de bouw aan een sociale woonorganisatie of een openbaar bestuur door te ver- of herbouw van appartementsgebouwen die niet voldoen aan de drie kopen; bovenvermelde voorwaarden, maar waarvoor een verkavelingsvergun- x verhuring van binnen een verkaveling of een bouwproject verwezenlijk- ning of stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd door een te woningen aan een sociaal verhuurkantoor; verkavelaar of een bouwheer wiens project aansluit op andere, door x door middel van een storting van een bijdrage dezelfde verkavelaar of bouwheer te ontwikkelen gronden, die samen met de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft, een oppervlakte van meer dan een halve hectare beslaan.

In elk van bovenvermelde soorten projecten, wordt een bescheiden woon- aanbod verwezenlijkt dat gelijk is aan: x 40% van het aantal te verwezenlijken woningen en/of kavels, indien de gronden eigendom zijn van Vlaamse besturen of Vlaamse semipublie- ke rechtspersonen; x 20% van het aantal te verwezenlijken woningen en/of kavels, indien de gronden in eigendom zijn van overige natuurlijke rechtspersonen.

Vanaf de bekendmaking van een gemeentelijk bericht waaruit blijkt dat het bindend sociaal objectief verwezenlijkt is, kan afgezien worden van het opleggen van een percentage sociaal woonaanbod, of kan een lager per- centage gehanteerd worden.

282943_Definitief ontwerp Pagina 38 van 112

5 JURIDISCH KADER

5.1 Gewestplan

Het gewestplan Ieper-Poperinge (KB 14/08/1979, gedeeltelijk gewijzigd op 11/01/1995 en op 10/11/1998 onder het gewestplan Kortrijk) heeft betrek- king op Menen.

Het volledige plangebied valt volgens het gewestplan in zone met be- stemming woongebied met uitzondering van de in het westen van het plangebied gelegen zone met bestemming ambachtelijke bedrijven en kmo’s en het groen ingekleurde parkgebied gelegen in het zuiden naast de spoorweg.

Figuur 9: gewestplan

282943_Definitief ontwerp Pagina 39 van 112 JURIDISCH KADER

5.2 Algemeen bouwreglement - Stedenbouwkundige veror- 5.3 Diverse planologische initiatieven dening voor de stad Menen (BS 11-12-2008 en latere wij- zigingen) Type plan In het plangebied Aangrenzend

De stedenbouwkundige verordening van de stad Menen ging van kracht Algemeen Plan van / / op 11 december 2008. Deze verordening is van toepassing op het volledi- Aanleg ge grondgebied van Menen dus ook op het volledige plangebied van het Bijzonder Plan van Nr 1a Keizer Karel- Nr 2a Guido Gezellel- RUP Keizer Karel. Deze verordening is er mede gekomen om de woon- Aanleg straat MB 30/07/1982 aan MB 03/09/1999 kwaliteit binnen Menen te helpen verhogen en dit op een duidelijke, een- vormige manier. Nr 1a Keizer Karel- De stedenbouwkundige verordening van de gemeente legt naast de ge- straat herziening MB westelijke en provinciale verordeningen bijkomende stedenbouwkundige 25/09/1992 voorschriften op die specifiek van toepassing zijn op het grondgebied van de gemeente Menen. Nr 10 Uitbreiding Kei-

zer Karelstraat MB De verordening legt onder meer bijkomende stedenbouwkundige voor- 22/09/1982 schriften op inzake de minimale breedte van het bouwperceel, normen met betrekking tot oppervlaktes, het te voorziene aantal parkeerplaatsen; de voorwaarden voor het plaatsen van een garagepoort in de voorgevel, de Nr 10 Uitbreiding Kei- mogelijkheden met betrekking tot bijgebouwen alsook de hoogte van tuin- zer Karelstraat her- afsluitingen. ziening MB 25/09/1992 Het voorschrift met betrekking tot kroonlijsthoogte, nokhoogte en aantal Gewestelijk Ruimte- geen geen bouwlagen bij nieuwbouw of verbouwingen (art 18) werd geschrapt door lijk Uitvoeringsplan de Bestendige Deputatie op 20 november 2008. Provinciaal Ruimte- geen PRUP Menen West (in lijk Uitvoeringsplan opmaak)

Gemeentelijk Ruimte- geen geen lijk Uitvoeringsplan

282943_Definitief ontwerp Pagina 40 van 112 JURIDISCH KADER

Figuur 10: BPA's in Menen Figuur 11: Ruimtelijke uitvoeringsplannen in Menen

282943_Definitief ontwerp Pagina 41 van 112 JURIDISCH KADER

5.3.1 BPA

Figuur 12: BPA Uitbreiding Keizer Karelstraat MB 22/09/1982 Figuur 13: BPA Keizer Karelstraat MB 30/07/1982

282943_Definitief ontwerp Pagina 42 van 112 JURIDISCH KADER

Figuur 14: BPA Uitbreiding Keizer Karelstraat wijziging MB 25/09/1992 Figuur 15: BPA Keizer Karelstraat wijziging MB 25/09/1992

282943_Definitief ontwerp Pagina 43 van 112 JURIDISCH KADER

5.3.2 PRUP 5.4 Verkavelingsvergunningen

Figuur 16: PRUP Menen West in opmaak – voorontwerp dec. 2011

282943_Definitief ontwerp Pagina 44 van 112 JURIDISCH KADER

Figuur 17: Verkavelingen (binnen het plangebied)

282943_Definitief ontwerp Pagina 45 van 112 JURIDISCH KADER

5.5 Natuurbeschermingsgebieden

Type In het plangebied Aangrenzend

Vogelrichtlijngebieden Geen Geen Habitatrichtlijngebieden Geen Geen

Gebieden van het Vlaams zie plan bestaande juridische toestand Ecologisch Netwerk – 1°fase RAMSAR Geen Geen

5.6 Beschermde monumenten en landschappen, relictzones en lijnrelicten

Type In het plangebied Beschermd monumen- Geen ten en dorpsgezichten

Relictzones en lijnrelic- Geen

ten

282943_Definitief ontwerp Pagina 46 van 112 JURIDISCH KADER

5.6.1 Inventaris bouwkundig erfgoed

Locatie: Ieperstraat 424 Locatie: Ieperstraat 170 Locatie: Ieperstraat 162 Locatie: Ieperstraat 152

Relict ID: 55834 Relict ID: 55832 Relict ID: 55831 Relict ID: 55830

Naam: Villa ‘Lentedroom’ Naam: Winkel-woonhuis Naam: Burgerhuis Naam: Burgerhuis

Beschrijving: Villa z.g. 'LENTEDROOM' uit de jaren Beschrijving: Winkel-woonhuis uit Beschrijving: Burgerwoning van ca. Beschrijving: Opvallende 1930-1940, aansluitend bij de cottage-architectuur, de jaren 1930 met opvallend kleurrijk 1900. Lijstgevel van rode baksteen. burgerwoning met parement naar ontwerp van "DUTOIT WILLEM" cf. plint van parement. Pui van groengeglazuurde Twee rechtertraveeën oplopend in van groene natuursteen. Be- muurtje. Witbeschilderde baksteenbouw getypeerd tegels. trapgevel. Aangepaste begane houden schrijnwerk met rijk door de puntgevels met o.m. vakwerk, de erkerach- grond en linkertravee. glas-in-lood. tige vensters rustend op consoles en de zadelda- ken.

282943_Definitief ontwerp Pagina 47 van 112 JURIDISCH KADER

Locatie: Ieperstraat 144 Locatie: Hogeweg 60 Locatie: Hogeweg 72 Locatie: Hogeweg 213 Locatie: Hogeweg 223

Relict ID: 55828 Relict ID: 55781 Relict ID: 55782 Relict ID: 55783 Relict ID: 55784

Naam: Herberg Naam: Burgerhuis Naam: Burgerhuis Naam: Gebouw, schuur Naam: Burgerhuis

Beschrijving: Herberg uit de Beschrijving: Kleine Beschrijving: Burgerwo- Beschrijving: Voormalige schuur. Een- Beschrijving: Deels vrij- jaren 1920. Lijstgevel van gedi- burgerwoning van ca. ning van ca. 1900. Brede voudige verankerde baksteenbouw onder staande burgerwoning uit versifieerde baksteen gerit- 1900. Enkelhuis met lijstgevel met gecemen- pannen zadeldak. Gesloten gevel gerit- de jaren 1930. Fraai uitge- meerd door pilasters. Getoogde fraai uitgewerkte be- teerd parement. Benadruk- meerd door blinde vensters met afzaten. werkte bakstenen lijstge- vensters met behouden pleisterde lijstgevel cf. te begane grond door de Aflijnende muizentandfries. Centraal bre- vel met siermetselwerk en schrijnwerk. omlijstingen, borstwe- schijnvoegen. Getoogde de rechthoekige poortdoorgang met erbo- rijkelijk gebruik van grani- ring en muurdammen. bovenvensters in geriem- ven laadluik. to. Behouden schrijnwerk. de omlijsting. Rechthoekig portaal met erboven beglaasde nis met heiligenbeeld. Glas-in- loodbovenlicht.

282943_Definitief ontwerp Pagina 48 van 112 JURIDISCH KADER

Locatie: Ch. Cappellestraat 10 Locatie: Ch. Cappellestraat 14 (in verbouwing) Locatie: Ch. Cappellestraat 20 Î afgebroken en 16 (grijs geschilderd)

Relict ID: 55700 Relict ID: 55701 Relict ID: 55702

Naam: Arbeidershuis Naam: Eenheidsbebouwing van twee arbeiders- Naam: Arbeidershuisje huisjes

Beschrijving: Dwars op de straat ingeplant 19de- Beschrijving: Eenheidsbebouwing van twee ar- Beschrijving: Arbeidershuisje vermoedelijk van 1876 cf. eeuws arbeidershuisje. Verankerde baksteen- beidershuisjes van elk drie traveeën en één bouwplan. Roodgekaleide verankerde bakstenen lijstge- bouw met witgeschilderde voor- en achtergevel bouwlaag. Verankerde baksteenbouw onder vel met benadrukte witte voegen. op gepikte plint. Getoogde vensters; één opka- pannen zadeldak. Getoogde muuropeningen; nr. mer. 14 met behouden schrijnwerk.

282943_Definitief ontwerp Pagina 49 van 112 JURIDISCH KADER

5.6.2 Inventaris wereldoorlogerfgoed 5.7 Wegen en water

Type In het plangebied Aangrenzend Gewestwegen N8 – Menen-Ieper N8 – Menen-Ieper Provinciewegen / / Rooilijnplannen Nr. 3 Hogeweg Nr. 128 Wervikstraat GG 15/06/1954 GG 20/06/1949 Nr. A 579/1 GG 30/08/1962 Buurtwegen Nr. 3, 8 Spoorwegen geen Lijn 69 Kortrijk - Po- peringe Bevaarbare waterlopen geen geen Onbevaarbare waterlo- Krulbeek, geklas- geen pen seerd 2e categorie Overstromingsgebieden Van nature uit wa- Van nature uit water- terloop loop

Figuur 18: Inventaris wereldoorlogerfgoed relicten

282943_Definitief ontwerp Pagina 50 van 112 JURIDISCH KADER

5.7.1 Rooilijnplannen

Nr. 3 Hogeweg deel A

Nr. 3 Hogeweg deel B

Nr. 3 Hogeweg deel C

Figuur 19: Rooilijnplannen in en aangrenzend met het plangebied

282943_Definitief ontwerp Pagina 51 van 112 JURIDISCH KADER

Wervikstraat nr. 128 deel A

Wervikstraat nr. 128 deel B

Wervikstraat nr. 128 deel D (stationsplein Menen) Wervikstraat nr. 128 deel C

282943_Definitief ontwerp Pagina 52 van 112 JURIDISCH KADER

5.7.2 Atlas der buurtwegen

Buurtweg 3 rooilijnenplan 15/06/1954 Buurtweg 8 Voetweg 45 gedeeltelijke afschaffing 29/03/2001 Voetweg 46 gedeeltelijke afschaffing 17/05/2001 Voetweg 47 afschaffing 21/11/1996 Voetweg 48 gedeeltelijke afschaffing 17/05/2001

Figuur 20: Atlas der buurtwegen (paarse aanduidingen wijzigingen)

Figuur 21: Voetweg 45 gedeeltelijke afschaffing (rode aanduiding tussen G-H)

282943_Definitief ontwerp Pagina 53 van 112 JURIDISCH KADER

Figuur 23: Niet-afgeschafte of gewijzigde buurtwegen

Figuur 22: Voetweg 46 en 48 gedeeltelijke afschaffing (rode aanduiding)

282943_Definitief ontwerp Pagina 54 van 112 JURIDISCH KADER

5.7.3 Waterlopen 5.7.4 Openbaar vervoer

Figuur 25: De Lijn 2006

Figuur 24: Overstromingskaart van nature overstroombare gebieden Figuur 26: NMBS netplan

282943_Definitief ontwerp Pagina 55 van 112 JURIDISCH KADER

Het gebied heeft een goede ontsluiting op vlak van openbaar vervoer. Het meest oostelijke deel van het plangebied is gelegen op minder dan 500m van het station. Het station wordt door de Lijn bovendien verbonden met het plangebied via Lijn 44 (Menen Station – Sint-Jozef / Ter Beke / Nieuwe Tuinwijk). Lijn 84 (Ieper – Wervik – Menen -Moeskroen) geeft het plange- bied verbinding met de belangrijkste omliggende gemeenten-steden en lijn 43 Menen – Komen doorkruist het gebied niet maar is op wandelafstand gelegen. Bovendien zijn de haltes op deze lijnen verspreid over het plangebied. We kunnen dus spreken van een zeer goede ontsluiting met het openbaar ver- voer.

5.8 Andere

Type In het plangebied Aangrenzend Vastgestelde bouwover- tredingen Toegekende milieu- en exploitatievergunningen Onbewoonbare en onge- schikt verklaarde wonin- gen Geïnventariseerde leeg- Ieperstraat 352, stand en/of verwaarloos- 410, 298, 218, 426 de bedrijfsruimten, wo- en 308. ningen en andere ge- bouwen Recht van voorkoop

282943_Definitief ontwerp Pagina 56 van 112

6 ANALYSE VAN DE BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR

6.1 Begrenzing van het plangebied

Het plangebied wordt begrensd door enerzijds de spoorlijn 69 Kortrijk- Poperinge ten zuidoosten, de N8-Ieperstraat ten noordoosten en een ge- deelte van de afbakeningslijn van het kleinstedelijkgebied Menen.

282943_Definitief ontwerp Pagina 57 van 112 ANALYSE VAN DE BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR

6.2 Historische ontwikkeling 6.2.2 De Vandermaelenkaart (gedrukt in 1850)

6.2.1 De Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden en het prinsbisdom Luik door Joseph Jean François graaf de Ferraris (terreinopnamen 1771 – 1778)

Figuur 27: Ferrariskaart

Figuur 28: Uittreksel uit de Vandermaelenkaart

Zowel op de Ferrariskaart als de Vandermaelenkaart zijn nog geen ontwik- kelingen te zien in het plangebied. In 1830 telt Menen zo’n 8.000 inwoners, het is een kleine stad met nauwelijks bebouwing in de omgeving van de vestingsmuren. In 1852 worden de vestingen gedeeltelijk ontmanteld. De ontmanteling van de vestingen en de bevolkingsaangroei heeft het be- woningspatroon ingrijpend gewijzigd.

6.2.3 Stratenpatroon en architectuur

De huidige stadskern ligt tussen de spoorlijn Ieper-Kortrijk en de Leie, de

oorspronkelijke kerngemeente. Op het einde van de 19de eeuw kwam er

een zuidelijke stadsuitbreiding.

De stad telt vooral in het zuiden een groot aantal arbeiderswoningen uit het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw. Daarnaast ook 18de- en 19de-eeuwse bebouwing bestaande uit meerdere herenhuizen en burgerwoningen met al dan niet bepleisterde of gecementeerde neo-

282943_Definitief ontwerp Pagina 58 van 112 ANALYSE VAN DE BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR

classicistische lijstgevels. Opvallend is het grote aantal gevels te Menen en omgeving bekleed door het atelier Guilmain Fr.

Ook komen er tal van typische interbellumwoningen voor. Tijdens deze periode komen verschillende architectuurstromingen tot uiting, zowel in de nieuwbouw als bij het grote aantal nieuwe gevelparementen. Hierbij maak- te men gebruik van historiserende stijlen, art deco en geometrische art deco en van een meer vooruitstrevende architectuur aansluitend bij het modernisme.

Opvallend is het monopolie van de plaatselijke architecten in de Menense interbellumarchitectuur. Meest voorkomende architect is G. Boghemans

(1891-1984). Hij staat in voor de verwezenlijking van tal van woonhuizen waaronder 450 volkswoningen in de wijk "Ons Dorp", kleine burgerwonin- gen en voor de uitvoering van verschillende openbare gebouwen zoals de school in de wijk "Ons Dorp" en het badhuis.

Ook na de Tweede Wereldoorlog blijft de tuinwijk het voorbeeld van goede stedenbouw en sociale woningbouw. De tuinwijk wordt echter in hoofdzaak een ruimtelijk model voor volkswoningbouw en niet langer de drager van een integraal maatschappelijk model. Vandaar dat hier en daar sociale tuinwijkjes worden geregen aan de bestaande stad zoals de Nieuwe Tuin- wijk als een nieuw stadssegment tussen twee radialen (de spoorweg en de Ieperstraat).

Het noordelijke stadsdeel wordt gekenmerkt door verspreide hoevebouw. Het geringe aantal hoeves heeft een 19de-eeuws of vroeg 20ste-eeuws uitzicht. De meeste hoeves zijn nog in bedrijf, o.m. akkerbouw met tabaks- teelt en rundveebedrijven. In het zuiden van de gemeente, verdwenen heel wat hoeves door de aanleg van verschillende wijken voor grensarbeiders 2 en het industriegebied Menen Grensland.

2 Bron: inventaris van bouwkundig erfgoed en Wonen in Welvaart: Bruno De Meulder

282943_Definitief ontwerp Pagina 59 van 112 ANALYSE VAN DE BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR

6.3 Kenmerken van het plangebied

6.3.1 Afwijkende functies binnen het plangebied

Hiernavolgend worden een aantal (uiterlijke) verschijningsvormen en ken- merken van het plangebied opgelijst teneinde in een latere fase de meest geschikte voorschriften te kunnen bepalen per gebied.

Het plangebied bestaat overwegend uit al ingevulde woonpercelen met eengezinswoningen en tussenliggend openbaar domein onder de vorm van straten, pleintjes en parkjes (openbaar groen). De groene publieke ruimte is gelijkmatig verdeeld binnen het plangebied. Sommige panden in de Ieperstraat, de Generaal Lemanstraat en de Hogeweg worden ook in- genomen door andere functies zoals winkeltjes, een apotheek, … Vrij vaak zijn de binnengebieden ingenomen door bedieningsstraten met garageboxen.

Tussen het weefsel komen plaatselijk enkele bedrijven (met een ruime concentratie in het westen van het plangebied) en gemeenschapsvoorzie- ningen voor. In het plangebied bevinden zich eveneens twee boerderijen waarvan één centraal in het plangebied.

Figuur 29: aanwezige functies De twee radialen: Ieperstraat en Hogeweg met de verbindende straten Wilgenlaan, Keizer Karelstraat en Generaal Lemanstraat vormen de hoofdassen binnen het plangebied.

282943_Definitief ontwerp Pagina 60 van 112 ANALYSE VAN DE BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR

6.3.2 Type woonbebouwing binnen het plangebied

Het plangebied wordt qua bouwtypologieën duidelijk in twee gesplitst.

Ten oosten van de Wilgenlaan - Keizer Karelstraat komt voornamelijk aan- eengeschakelde bebouwing voor. Het gesloten karakter past best bij de typologie van de binnenstad. De appartementsgebouwen in de Wilgenlaan vormen de vreemde eend in de bijt.

De westelijke zijde wordt voornamelijk getypeerd door alleenstaande be- bouwing. Noordelijk binnen deze zone komt eveneens meer gekoppelde woningbouw voor. Figuur 30: woontypologieën

282943_Definitief ontwerp Pagina 61 van 112 ANALYSE VAN DE BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR

6.3.3 Bouwlagen binnen het plangebied

Het plangebied is overwegend ingenomen door gebouwen bestaande uit één à twee bouwlagen. Plaatselijk komen er accenten van drie bouwlagen tussen dit weefsel voor, meer specifiek de appartementsblokken in de Wil- genlaan, een aantal panden in de Hogeweg, de Generaal Lemanstraat en de Ieperstraat. Het voorkomen van panden met vier bouwlagen blijft be- perkt tot één woning in de Ieperstraat, het betreft een gebouw opgenomen in de inventaris van onroerend erfgoed.

Ook hier kan duidelijk een onderscheid gemaakt worden tussen de oost- en de westkant van de Wilgenlaan. Uit voorgaand plan blijkt dat de globale bouwhoogtes ten westen van de Wilgenlaan lager liggen dan de bouwhoogtes ten oosten van deze laan. De oostelijke kant leunt dichter tegen de kern van Menen en de stati- onsomgeving. Westelijk sluit de bebouwing aan op het openruimtegebied rond Menen. Hier loopt eveneens de begrenzing van het kleinstedelijk ge- bied Menen.

Figuur 31: bouwlagenplan

282943_Definitief ontwerp Pagina 62 van 112 ANALYSE VAN DE BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR

6.3.4 Bouwdiepte ten opzichte van de rooilijn binnen het plangebied

Wanneer de voorbouwlijn van de bouwwerken samenvalt met de rooilijn is de visuele beleving van het straatbeeld volledig anders dan wanneer de voorbouwlijn voorafgegaan wordt door een voortuinstrook. Straten waarin de percelen aan één of aan beide zijden geen voortuinstrook bevatten, komen stedelijker, minder groen over.

Hierom werd een oplijsting gemaakt van de gebouwen die op de voorste perceelsgrens werden gebouwd en deze die teruggetrokken werden ge- bouwd.

De grootste concentratie aan percelen zonder voortuinstrook3 bevindt zich tegen de kern van Menen. De percelen bebouwd op de rooilijn komen voor in de Ieperstraat en dit ter hoogte van de zone tussen de Generaal Le- manstraat en de spoorweg. De oostelijke percelen in de Generaal Le- manstraat en de zuidelijke percelen in de Hogeweg tot aan de Vogelzang zijn eveneens allen aangelegd zonder voortuinstrook. In het westen van de Hogeweg en in een klein gedeelte van de Keizer Karelstraat komen aan beide zijden van de straat percelen voor met bebouwing op de rooilijn.

Binnen het plangebied komen echter overwegend percelen voor met voor- tuinstrook wat het volledige gebied een vrij groene indruk verschaft. Figuur 32: aan- of afwezige voortuinstrook

3 Het betreft hier geen juridische situatie louter een visuele waarneming.

282943_Definitief ontwerp Pagina 63 van 112 ANALYSE VAN DE BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR

6.3.5 Woondensiteit binnen het plangebied

Uit een steekproef binnen het plangebied blijkt dat het westen van het plangebied een lagere densiteit kent dan het oosten. De zone grenzend aan het openruimtegebied heeft een densiteit van ongeveer 13 woningen per hectare waar de zone grenzend aan het centrum van Menen een den- siteit kent van ongeveer 26 woningen per hectare.

De gemiddelde grootte van een perceel in het westen van het plangebied is bijna dubbel zo groot als de gemiddelde perceelsgrootte in het oosten. De gemiddelde grootte bedraagt respectievelijk 590m² ten opzichte van 265m².

Concluderend kunnen we stellen dat het plangebied ten oosten van de Keizer Karelstraat (aaneengesloten bebouwing met voortuinstrook en overwegend twee bouwlagen, kleinere percelen) vormelijk de overgang maakt tussen de binnenstad van Menen (aaneengesloten bebouwing zon- der voortuinstrook en meerdere bouwlagen) en het westelijk gedeelte van het plangebied (open bebouwing met overwegend één bouwlaag en voor- tuinstrook, ruimere percelen).

Figuur 33: woondichtheidanalyse

282943_Definitief ontwerp Pagina 64 van 112 ANALYSE VAN DE BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR

6.3.6 Eigendomsstructuur sociale huur- en koopwoningen

Figuur 34: sociale woningen analyse

282943_Definitief ontwerp Pagina 65 van 112

7 ANALYSE VAN DE INDIVIDUELE NODEN PER BEDRIJF

Binnen het plangebied komen een groot aantal bedrijven voor. Om de indi- e Tabel 1: lijst aangeschreven bedrijven 1 ronde (A = antwoord; GA = geen ant- viduele noden van deze bedrijven te kennen werd een vraag om inlichting woord; T = terug naar afzender) onder de vorm van een enquête verstuurd aan de verschillende bedrijfslei- ders. Er wordt in de tabel telkens aangegeven of de enquête al of niet ingevuld werd. 2 bedrijven antwoordden niet. 6 brieven werden teruggestuurd naar Volgende bedrijven werden aangeschreven: afzender, deze bedrijven bestaan op heden niet meer. De adressen wer- den gecontroleerd en nogmaals 2 bedrijven werden aangeschreven: VARAM NV - Ieperstraat 172 A De Kroon supermarkt BVBA - Ieperstraat 214 A De heer Delaplace - Hogeweg 148 GA De heer Luc Berten BVBA - Ieperstraat 408 A De heer Verhelle - Hogeweg 89 T Bonte vleeshandel - Ieperstraat 412 T Tabel 2: lijst aangeschreven bedrijven 2de ronde (A = antwoord; GA = geen ant- De heer Jean-Marie Vancayseele - Ieperstraat 412 T woord; T = terug naar afzender) ’T Wit Hof - Ieperstraat 428 A Electrolyse BVBA - Ieperstraat 412 A 4 De heer Georges Coel en compagnie - Ieperstraat 432 T Uiteindelijk vulden 10 bedrijven de enquête in. Een samenvatting per be- De heer Silveer Persyn - Hogeweg 72 A drijf wordt hierna opgelijst. De heer Michel Verhelle - Hogeweg 87 GA De heer Christian Lycke - Hogeweg 89 T De heer Norbert Salomez - Hogeweg 148 T De heer Adrien Blondeel - Hogeweg 227 A Wood Exterieur - Hogeweg 239 A Woodstoxx / Decospan Holding - Hogeweg 245 GA Detaform NV - Hogeweg 265 A Houtbuigerij Desmet - Veldstraat 7 A De heer Roger Bruneel - Keizer Karelstraat 101 T 4 In bijlage: de ingevulde enquêtes

282943_Definitief ontwerp Pagina 66 van 112 ANALYSE VAN DE INDIVIDUELE NODEN PER BEDRIJF

7.1 VARAM NV – Ieperstraat 172 – 8930 Menen 7.4 ’T WIT HOF – Ieperstraat 428 – 8930 Menen

VARAM NV is een zetelfabriek gevestigd in de Ieperstraat 172. In 1948 ’t Wit hof is een kleinhandel in groenten en fruit. Het bedrijf is in 1995 op- werd het bedrijf opgericht, sedert 1964 bevindt het zich op huidige locatie. gestart op deze locatie. De kleinhandel is gevestigd in een oude hoeve Momenteel wordt de zetelfabriek omringd door overwegend residentiële met binnenkoer die omgevormd werd tot winkel, hierbij werd niets gewij- bebouwing. Om te voldoen aan verdere uitbreidingsbehoeften werd een zigd aan het exterieur van de hoeve. Op het terrein is er ruimte voor 10 perceel in de Industrielaan te Menen aangekocht. Het bedrijf wenst op wagens, 3 fietsen en 1 vrachtwagen. Er is geen uitbreidingsbehoefte op termijn volledig naar dit terrein te verhuizen waardoor de gronden in de korte, noch lange termijn. Ieperstraat / Binnenhof vrijkomen.

7.5 ELECTROLYSE BVBA – Ieperstraat 412 – 8930 Menen 7.2 SUPERMARKT DE KROON BVBA – Ieperstraat 214 – 8930 Menen Het vennootschap Electrolyse werd opgericht in 1991. Het betreft een be- drijf voor het plaatsen van elektrische installaties en zonnepanelen. Pas De supermarkt bestaat al op deze locatie sinds 1970. In 2007 werd een vanaf 1996 is het bedrijf gevestigd in de Ieperstraat, de gebouwen worden uitbreiding gerealiseerd, zowel van de gebouwen als de winkeloppervlakte. gehuurd. Er is geen ruimtelijke uitbreidingswens op huidige terreinen. Vandaag kampt de supermarkt Delhaize opnieuw met een grote parkeer- druk waardoor de wens bestaat om de parking nog in 2010 te verruimen. Deze uitbreiding van ongeveer 15 parkeerplaatsen wordt gepland op de 7.6 PERSYN NV – Hogeweg 72 – 8930 Menen terreinen van de voormalige One-dollar-shop (Ieperstraat 230-232). Het bedrijf werd opgericht in 1965 door Silveer Persyn die handelde in aardappelen, sproeistoffen en kolen. Er werden ook garages verhuurd en 7.3 BERTEN LUC BVBA – Ieperstraat 408 – 8930 Menen een benzinestation uitgebaat. Persyn NV werd in 1991 opgericht. De BVBA Persyn Gino, een groothandel in transport van aardappelen kwam Het betreft een bedrijf voor installatie van verwarming, klimaatregeling en erbij in 1996. Er zijn geen uitbreidingsmogelijkheden op het terrein. Het ventilatie (NACE 43.222). Het bedrijf is sinds 1981, met het oprichten van bedrijf heeft echter wel plannen om de bestaande activiteiten te vergroten. een woning en een loods, op huidige locatie gevestigd. Verschillende Wat deze uitbreiding precies inhoudt wordt niet gespecificeerd. Het bedrijf bouwfases volgden elkaar op, respectievelijk in 1985, 1992, 2000 en re- heeft geen plannen om zich te herlokaliseren. centelijk (2006) werd nog een uitbreiding van het bureel vergund. Er is geen uitbreidingsbehoefte, noch uitbreidingsmogelijkheid op korte of lange termijn op huidige terreinen: Ieperstraat 406 en 408. 7.7 VERHELLE MAINTENANCE BVBA – Hogeweg 85 – 8930 Menen

Het betreft een bedrijf die aan metaalbewerking doet. Het bedrijf werd op- gestart in 1930 en is in 1990 overgenomen door de zonen die zich op de

282943_Definitief ontwerp Pagina 67 van 112 ANALYSE VAN DE INDIVIDUELE NODEN PER BEDRIJF

huidige locatie vestigden. Langs de Hogeweg ligt het woonhuis. In de tuin- gestage groei van de gebouwen in de loop van de jaren. De totale opper- zone bevindt zich de werkplaats. Er zijn 4 parkeerplaatsen voor 3 wagens vlakte van het bedrijventerrein bedraagt 41 900m² waarvan 12 401m² be- en 1 vrachtwagen. Er is ook ruimte voorzien voor 4 fietsen. Het laden en bouwd. Er zijn 40 plaatsen voorzien voor de wagen, 40 voor de fiets en 10 lossen gebeurt op het terrein. Er is geen uitbreidingsbehoefte en ook geen voor de vrachtwagen. Laden en lossen gebeurt op eigen terrein. De eige- uitbreiding mogelijk op het terrein, de activiteiten worden eveneens niet naar geeft aan dat er op korte termijn een uitbreidingsbehoefte is van uitgebreid. De vrees bij de eigenaar is dat, gezien de gebouwen in woon- 2000m² aan opslagruimte en op lange termijn nogmaals 8000m² eveneens gebied liggen, er in de toekomst niet meer zal mogen gewerkt worden voor opslagruimte. Hiervoor zou er volgens de eigenaar nog plaats zijn op waardoor het pand een deel van zijn verhuur- of verkoopswaarde verliest. het onbebouwde gedeelte van de terreinen. De eigenaar wenst de activi- teiten eveneens uit te breiden naar opslag voor hout.

7.8 BLONDEEL ADRIEN – Hogeweg 227 – 8930 Menen 7.11 HOUTBUIGERIJ DESMET – Veldstraat 7 – 8930 Menen Het betreft een tuinbouwbedrijf opgericht in 1963. In het gebouw langs de Hogeweg wordt eveneens gewoond. Op het terrein kunnen 4 wagens ge- Sedert 1946 is Houtbuigerij Desmet een toonaangevende producent van parkeerd worden en 1 bestelwagen. Laden en lossen gebeurt op het ter- gebogen houtonderdelen. Het bedrijf is stelselmatig gegroeid, eerst op de rein. Het bedrijf voorziet geen uitbreiding op korte noch op lange termijn. locatie Hogeweg 281, daarna in de Veldstraat 7 waar de meeste gebou- wen zich vandaag bevinden. De totale oppervlakte van de bedrijfsterreinen bedragen op vandaag 23 700m² waarvan 16 666m² bebouwd. Het laden 7.9 WOOD EXTERIEUR BVBA – Hogeweg 239 – 8930 Menen en lossen gebeurt op eigen terrein. Er zijn 80 parkeerplaatsen voor de wa- gen voorzien, evenveel voor de fiets en nogmaals 10 voor de vrachtwa- Het betreft een houtschrijnwerkerij opgericht in 1945. Het bedrijf werd in gens. De korte en lange termijn behoefte naar uitbreiding werd reeds be- 2003 opgenomen binnen Wood-exterieur. Op korte termijn worden geen sproken bij 7.10 Detaform (zelfde invuller enquête). De eigenaar wenst de uitbreidingen overwogen. Op middellange en lange termijn zal het bedrijf activiteiten eveneens uit te breiden naar opslag en distributie van meube- worden gereorganiseerd waarbij uitbreiding op het onbebouwde gedeelte len. van het perceel wordt overwogen.

7.10 DETAFORM NV – Hogeweg 265 – 8930 Menen

Dataform NV is een bedrijf die zich gespecialiseerd heeft in het vervaardi- gen van fineer en panelen op basis van hout. Het bedrijf werd opgestart in 1982 op huidige locatie. NV Detaform heeft de terreinen en de gebouwen overgenomen van het bedrijf Menotex NV. Door de overname van deze gebouwen werd het mogelijk de schilfineerproduktie van Houtbuigerij Desmet uit te breiden en te moderniseren. De eigenaar spreekt van een

282943_Definitief ontwerp Pagina 68 van 112

8 VISIE & CONCEPTVORMING

8.1 Duidelijke voorschriften voor de bestaande woonzones wenste ruimtelijke ontwikkelingen. Hierin zijn de volgende elementen struc- turerend: In de eerste plaats moet gestreefd worden naar een samenhangend ge- heel van duidelijke voorschriften voor de bestaande woonzones, zodat x de breedte van het openbaar domein; de woonkwaliteit er beschermd en verbeterd kan worden. x de plaats van de voorbouwlijn; Hierbij wordt er onderscheid gemaakt tussen meer open wonen westelijk x de aanwezigheid van voortuinen; binnen het plangebied, en de aaneengesloten bewoning ten oosten in het x het gabariet van de bebouwing; plangebied. x de dakvorm van de gebouwen; x het woningtype (open of gesloten bebouwing, woningen of appar- In de Ieperstraat, de verbindingsstraat (N8) tussen Menen en Ieper, kun- tementen, …); nen iets meer nevenfuncties toegelaten worden. x de functionele invulling (wonen, voorzieningen, kleinhandel, …); Het is de bedoeling van het ruimtelijk uitvoeringsplan om het behoud van x het beeldbepalend karakter van de gebouwen; een kwalitatieve woonomgeving in de onmiddellijke nabijheid van het cen- x de relatie tussen het gebouw en de straat; trumgebied van Menen te garanderen. x de architecturale volumewerking.

In de eerste plaats zal het RUP de toegelaten gabarieten bepalen. De ste- Het is voor deze elementen dat het ruimtelijk uitvoeringsplan de steden- denbouwkundige voorschriften worden selectief uitgewerkt voor de ele- bouwkundige voorschriften vastlegt. menten die noodzakelijk zijn om de vooropgestelde doelstellingen voor de ruimtelijke ontwikkeling van het plangebied te realiseren. De thema’s aan- gesneden binnen het Algemeen Bouwreglement - Stedenbouwkundige 8.2 Bieden van ruimtelijke ontwikkelingsperspectieven voor verordening voor de stad Menen worden binnen het RUP niet opnieuw de bestaande bedrijven aangesneden. Het vastleggen van de rooilijnen en de gabarieten gebeurt op basis van de Alle bedrijven binnen het plangebied beschikken over voldoende ruimte concrete problematiek die zich stelt in het gebied en op basis van de ge- om hun activiteiten ter plaatse verder uit te voeren of eventueel uit te brei- den. Het RUP beoogt het behoud van de huidige activiteiten in het plange-

282943_Definitief ontwerp Pagina 69 van 112 VISIE & CONCEPTVORMING

bied. Momenteel is het terrein ontsloten d.m.v. een verbindingsweg tussen de Veldstraat en de Hogeweg. Dit wil zeggen dat de verkeersafwikkeling van het terrein verdeeld is tussen een buurtweg met weinig/geen bebou- wing, die verbinding maakt met de Menenstraat en de Lokale weg Hoge- weg. De afwikkeling zal dus niet langs de woonwijken lopen. Er is geen aparte bereikbaarheid voor fietsers. Het is opportuun deze toegangen fietsvriendelijk te maken

8.3 Ontwikkeling van potentiezones

Binnen het plangebied staan er mogelijks op korte of op lange termijn een aantal wijzigingen op til. Deze wijzigingen worden opgevangen in enkele projectzones en/of zones voor gemeenschapsvoorzieningen.

Projectzones binnen dit RUP moeten steeds worden voorafgegaan door Bestaande toestand toevoeging van een globaal inrichtingsplan, waarbij enkele kwalitatieve criteria aan bod komen. Deze moet worden opgemaakt binnen enkele glo- bale parameters, opgenomen in de voorschriften.

Volgende wijzigingen maken deel uit van het plangebied. x De terreinen van het bedrijf VARAM ter hoogte van Ieperstraat - Bin- nenhof komen vrij te liggen. Dit biedt de mogelijkheid om de zone verder in te vullen als gemengd woongebied. De bebouwingswijze, de plaat- sing, de afmetingen en het voorkomen van deze gebouwen moeten worden gemotiveerd aan de hand van de globale inrichtingsstudie. Bin- nen de voorschriften wordt wel gestreefd naar een minimale dichtheid van 25wo/ha.

Volgende beelden illustreren de visie omtrent deze invulling en worden opgenomen als indicatief inrichtingsvoorstel.

Mogelijke nieuwe invulling

282943_Definitief ontwerp Pagina 70 van 112 VISIE & CONCEPTVORMING

x De site van de rijksbasisschool ter hoogte van Olmenlaan – Eikenlaan biedt mogelijkheden om na het eventueel verdwijnen van deze gemeen- schapsfunctie bijkomende woningen op te richten rondom een plein voor de ruimere omgeving. Dit wordt bewerkstelligd met het opnemen van een bezettingsgraad, een maximale bouwhoogte en een maximale woondichtheid.

8.4 Nieuwe mogelijkheden voor zones voor gemeenschaps- voorzieningen

Langs de Westhoeklaan krijgen twee zones mogelijkheden tot aanpassin- gen, zij het met dezelfde draagkracht zoals deze vandaag aanwezig is op de locaties. Het betreft een eigendom van de kerkfabriek en een gebied met inrichtingen voor het verenigingsleven. 3D beeld Door middel van het opnemen van een bezettingsgraad, een minimum oppervlakte aan groene inrichtingen en een maximale bouwhoogte, zal de kwaliteit en draagkracht bewaakt worden. x De paardenfokkerij ter hoogte van de Wilgenlaan biedt de mogelijkheid om de omliggende bebouwingstypologie verder door te trekken wanneer de huidige functie wordt stopgezet. De zone wordt opgenomen binnen 8.5 Trage verbinding. de omliggende zones voor bebouwing. Deze nieuwe inrichtingen bieden plaats voor enkele cruciale verbindingen x Langsheen de Charles Cappellestraat is er nog een mogelijkheid om voor de zwakke weggebruiker. Deze verbindingen worden op het grafisch een kleinschalige verkaveling te realiseren. Hierbij moet rekening wor- plan aangeduid met een indicatieve aanduiding. den gehouden met de beekvallei en de achterliggende overstromings- gevoelige gebieden. Er worden dan ook extra voorwaarden gesteld via de voorschriften.

282943_Definitief ontwerp Pagina 71 van 112

9 GABARIETEN

Het ruimtelijk uitvoeringsplan legt voor het plangebied ‘Keizer Karel’ toege- De toegelaten gabarieten vormen een onderdeel van de stedenbouwkun- laten gabarieten voor de hoofdgebouwen vast. Het toegelaten gabariet dige voorschriften. De aanduiding van de gabarieten is een beperkende creëert een maximale bebouwingsenveloppe. Elke vorm van nieuwe be- bepaling en creëert geen automatisch recht om deze volledig in te nemen bouwing moet gebeuren binnen dit gabariet. Binnen deze enveloppe is de met bebouwing. Elke aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning schikking van de bouwvolumes vrij te bepalen. Binnen het aangegeven moet getoetst worden aan de totaliteit van de stedenbouwkundige voor- gabariet hoeft het hoofdgebouw niet uit één aaneengesloten volume te schriften. Zo kunnen onder meer de volgende beperkingen opgelegd wor- bestaan. den aan de bouwvolumes binnen een bepaald gabariet: Volgende figuren geven weer welke de mogelijkheden er theoretisch mo- gelijk zijn binnen een gabariet, en indien er in de stedenbouwkundige o verplichte voorbouwlijn: de voorbouwlijn van het hoofdgebouw voorschriften geen bijkomende beperkingen zouden zijn opgelegd: bevindt zich verplicht op deze lijn o vaste nokrichting: de richting van de nok bij hellende daken bevindt zich verplicht in de aangeduide richting o bouwdiepte o …

282943_Definitief ontwerp Pagina 72 van 112

10 DECRETALE BEPALINGEN

10.1 Opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het 10.1.3 Verkavelingen ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden De bestaande goedgekeurde, niet-vervallen verkavelingen, die gedeeltelijk 10.1.1 Gewestplan of volledig gelegen zijn binnen in het plangebied, worden gewijzigd door middel van dit ruimtelijk uitvoeringsplan. Het betreft: 1027/1, 1027/2, Menen is opgenomen in het gewestplan Ieper-Poperinge (KB 14/08/1979, 1027/3, 1042/1, 1042/2, 1042/3, 1042/4, 1042/5, 1100/1, 1100/2, 1103/1, gedeeltelijk gewijzigd op 11/01/1995 en op 10/11/1998 onder het gewest- 1121/1, 1135/1, 1199/1, 1199/2, 1199/3, 121.347/2, 121.375/2, 121.375/3, plan Kortrijk). De volgende bestemmingen van het gewestplan, die terug te 121.376/2, 121.394/1, 121.398/1, 121.398/2, 121.398/3, 121.398/4, vinden zijn in het plangebied, worden opgeheven: 121.398a/1, 121.398a/2, 121.411/1, 121.421/1, 121.428/1, 121.434/1, 121.434/2, 121.434/3, 121.434/4, 121.434/5, 121.434/6, 121.446/1, x 0100 woongebied 121.456/1, 121.456/2, 121.456/3, 121.456/4, 121.459/1, 121.459/2, x 0500 parkgebieden 121.463/1, 121.463/2 x 1100 ambachtelijke bedrijven en kmo’s. 10.1.4 Rooilijnplannen 10.1.2 Bijzonder plan van aanleg Het nieuwe ruimtelijk uitvoeringsplan heft de bestaande rooilijnplannen op, De volgende plannen van aanleg worden opgeheven: die gelden voor het plangebied. Hiervoor zal de wettelijke procedure ge- volgd worden. x Nr 1a Keizer Karelstraat MB 30/07/1982 x Nr 1a Keizer Karelstraat herziening MB 25/09/1992 ROOILIJNPLAN DATUM VAN x Nr 10 Uitbreiding Keizer Karelstraat MB 22/09/1982 GOEDKEURING x Nr 10 Uitbreiding Keizer Karelstraat herziening MB 25/09/1992. 2.45_106_1 NR 3 Hogeweg 15/06/1954 2.45_102_1 NR A 579/1 30/08/1962 Tabel 1. Lijst van rooilijnplannen die geheel of gedeeltelijk opgeheven worden.

282943_Definitief ontwerp Pagina 73 van 112 DECRETALE BEPALINGEN

10.2 Ruimtebalans Zone voor spoorinfrastructuur 1,4

BESTEMMINGSZONE OPPERVLAKTE TOTAAL 106,6 ha (HA) Tabel 2. Ruimtebalans GEWESTPLAN 5 10.3 Watertoets woongebied 97,2 parkgebieden 1,2 Ambachtelijke bedrijven en kmo’s 8,2

TOTAAL 106,6 ha

RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN CATEGORIE 1: WONEN 1. Zone voor wonen in de nabijheid van de kern Me- 38,4 nen 2. Zone voor residentieel wonen 48 3. Zone voor sociaal wonen 1,1 4. Projectzone 3,2

CATEGORIE 2: BEDRIJVIGHEID 5. Zone voor bedrijvigheid 8,5

CATEGORIE 6: OVERIG GROEN

6. Zone voor beekvallei 2,9 7. Parkzone

CATEGORIE 8: GEMEENSCHAPSVOORZIENINGEN

8. Zone voor gemeenschapsvoorzieningen 3,1 Figuur 35: overstromingskaart CATEGORIE 9: LIJNINFRASTRUCTUUR 5 bron: onderzoek tot m.e.r.

282943_Definitief ontwerp Pagina 74 van 112 DECRETALE BEPALINGEN

Figuur 36: overstromingsgevoelige gebieden

Figuur 37: infiltratiegevoeligheid Om te weten welke gebieden gevoelig zijn voor overstromingen en welke milderende maatregelen er kunnen opgelegd worden bovenop de gewes- telijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratie-voorzieningen, buf- fervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater wor-

282943_Definitief ontwerp Pagina 75 van 112 DECRETALE BEPALINGEN

den de bovenstaande kaarten bekeken. De volgende analyse werd ge- Oppervlaktewaterkwaliteit maakt:

OVERSTROMINGSGEVOELIGHEID

De overstromingskaart toont van nature overstroombare gebieden binnen het RUP-gebied. Aan de zuidelijke grens situeert zich een overstroombaar gebied deels vanuit waterloop deels vanuit waterloop/modder. Centraal in het plangebied komt er nog zo’n zone voor.

Aangezien in het RUP wordt opgenomen dat de aanvraag tot een steden- bouwkundige vergunning getoetst moet worden aan de gewestelijke ste- denbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzie- ningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en he- melwater kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk ef- fect van deze planoptie conform de bepalingen inzake integraal waterbe- heer beperkt is.

Een heel beperkt deel van het studiegebied rond de Krulbeek is mogelijk overstromingsgevoelig. Het risico op overstroming is hier echter in beperk- te mate aanwezig. INDIVIDUEEL TE OPTIMALISEREN BUITENGEBIED (ROOD)

INFILTRATIEGEVOELIGHEID COLLECTIEF TE OPTIMALISEREN BUITENGEBIED (GROEN) CENTRAAL GEBIED (ORANJE GEARCEERD) Vrijwel het volledige plangebied wordt aangeduid als infiltratiegevoelig. Figuur 38: zoneringskaart Om dit effect zo veel mogelijk te beperken zal het RUP een beperking in verharde oppervlakte opleggen. Daarnaast zal een maximaal gebruik van waterdoorlatende materialen worden voorgeschreven en/of een afwatering Waarom en hoe afvalwater en hemelwater scheiden? van het hemelwater naar de niet verharde delen of naar een eigen opvang vooropstellen. Mogelijk gebruik van groendaken zal eveneens worden af- Scheiding van hemelwater en afvalwater en hergebruik van hemelwater is gewogen. Het RUP zal ook de voorwaarde opleggen dat rekening dient de sleutelfactor om te komen tot een efficiënt en duurzaam (af- gehouden te worden met de stedenbouwkundige verordening inzake af- val)waterbeleid. Dit zorgt immers voor: koppelen van hemelwater.

282943_Definitief ontwerp Pagina 76 van 112 DECRETALE BEPALINGEN

x een verdere aanvulling van de grondwatertafel, zodat onze water- van het afvalwater op de afvalwaterriool via een pomp is technisch haal- voorraden gegarandeerd blijven; baar en is dus geen reden om af te wijken van de aansluitingsplicht. x een vermindering van de overstortfrequentie, zodat er bij hevige regenval minder riolen gaan overstorten in oppervlaktewater, 2. Scheiding van afvalwater en hemelwater waardoor de waterkwaliteit dus verbetert; x een verminderde menging van het afvalwater en proper hemelwa- De rioleringsaansluiting is afhankelijk van het rioleringsstelsel in de straat ter, zodat het onverdunde afvalwater efficiënter kan getranspor- en de ouderdom van de woning. teerd en gezuiverd worden. Wat dus zowel economisch als ecolo- gisch voordelig is; Sinds 1999 bestaat er in Vlaanderen een stedenbouwkundige verordening een lager drinkwaterverbruik. x die verplicht om bij nieuwbouw en verbouwingen het afvalwater en het hemelwater op eigen terrein te scheiden en een hemelwaterput te voor- Het algemene uitgangsprincipe is dat hemelwater op volgende wijze (in zien. Afhankelijk van het rioleringsstelsel zal het afvalwater en het hemel- volgorde van prioriteit) wordt aangewend: water gescheiden moeten geloosd worden of nog gemengd moeten ge- loosd worden op één riool. Voor het type stelsel dat aanwezig is in de 1. opvang voor hergebruik; straat kan er contact opgenomen worden met de technische dienst van de 2. infiltratie op eigen terrein; gemeente of de rioolbeheerder. Bij renovatie of heraanleg van de riool in 3. buffering met vertraagd lozen in een oppervlaktewater of een de straat zal de optimale scheiding van afvalwater en hemelwater worden kunstmatige afvoerweg voor hemelwater; nagestreefd. Afvalwater en hemelwater moeten gescheiden zijn op het 4. lozing in de regenwaterafvoerleiding (RWA) in de straat. ogenblik dat de rioleringswerken in de straat zijn uitgevoerd. De scheiding van afvalwater en hemelwater dient te gebeuren volgens de 10.3.1.1 Het plangebied is grotendeels mee opgenomen in de zone- volgende regels: ringsplannen in het centraal gebied. x voor bestaande gebouwen in een gesloten bebouwing is, bij de aanleg

van een gescheiden riolering, de scheiding tussen het afvalwater en Volgende zaken zijn van toepassing in het centraal gebied: het hemelwater, afkomstig van dakvlakken en grondvlakken, enkel ver-

plicht indien daarvoor geen leidingen onder of door het gebouw moeten 1. Aansluitingsplicht worden aangelegd;

x voor bestaande gebouwen in een (half)open bebouwing is, bij de aan- Als een woning gelegen is in het centraal gebied of het collectief geoptima- leg van een gescheiden riolering, een volledige scheiding van het af- liseerd buitengebied, dan is er in de straat afvalwaterriolering aanwezig die valwater en het hemelwater verplicht. verbonden is met een operationele waterzuiveringsinstallatie. In dit gebied Voor nieuwe gebouwen of bij grondige verbouwingen is een volledige wordt er verplicht om het afvalwater aan te sluiten op de afvalwaterriool. x Hiervan kan enkel worden afgeweken als deze aansluiting dient te gebeu- scheiding van het afvalwater en het hemelwater en de bouw van een ren via gronden van derden. In dat geval moet een individuele behande- hemelwaterput steeds verplicht. lingsinstallatie voor afvalwater (IBA) geïnstalleerd worden. Een aansluiting

282943_Definitief ontwerp Pagina 77 van 112 DECRETALE BEPALINGEN

10.3.1.2 Enkel de hoeve ten westen van het plangebied is opgenomen 10.4 Resultaat onderzoek tot m.e.r. in individueel te optimaliseren buitengebied. Bijgevolg kunnen we besluiten dat er geen plan-MER moet worden Volgende zaken zijn van toepassing in het individueel te optimaliseren bui- opgemaakt. tengebied. Deze conclusie werd ondersteund door de dienst MER. De ontheffing van 1. Zuiveringsplicht de planMER-plicht is in bijlage gevoegd.

Als een woning in dit gebied ligt, is er geen aansluiting op een operationele afvalwaterzuiveringsinstallatie. Op dit ogenblik kunnen zich 3 situaties 10.5 Register planbaten-planschade-compensatie voordoen: Volgens art. 2.2.2 van de Codex Ruimtelijke Ordening dd. 27 maart 2009, x lozing in een riool (in vele gevallen een ingebuisde gracht) die niet dient in een RUP een register te worden opgenomen, al dan niet grafisch, is aangesloten op een zuiveringsinstallatie van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die x lozing in een gracht aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, vermeld in art. 2.6.1, x indirecte lozing in de bodem (sterfput). een planbatenheffing, vermeld in artikel 2.6.4, of een compensatie, ver- meld in boek 6, titel 2 of 3, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende Het afvalwater zal moeten gezuiverd worden door een individuele behan- het grond- en pandenbeleid. delingsinstallatie voor afvalwater (IBA). Nog aan te leggen IBA's moeten voorzien zijn van het Europese keurmerk CE. Voor België wordt dit geïnte- Binnen de zone met bestemming woongebied op het gewestplan zijn er greerd in het BENOR-certificaat. Meer informatie en een lijst van IBA's die enkele wijzigingen met de bestemmingen in het RUP: beschikken over dit keurmerk kan u terugvinden op www.certipro.be. Reeds bestaande IBA's die voldoen aan de huidige milieuwetgeving kun- Parkzone: het betreft hier gebieden die altijd werden ingericht als publieke nen behouden blijven. De datum waarop deze installaties moeten operati- ruimte en dus geen perceelsnummer hebben, of groene zones in eigen- oneel zijn, zal in onderling overleg met de gemeente/rioolbeheerder en dom van de gemeente. Er zullen geen planbaten of planschade mogelijk VMM worden vastgelegd. Indien in het gebouw slechts sporadisch afval- zijn. water wordt geproduceerd kan men eveneens opteren voor een gesloten opvangsysteem (zonder overloop naar oppervlaktewater) met periodieke Enkele zones voor gemeenschapsvoorzieningen: het gaat hier om be- ophaling. staande situaties, bovendien is er een BPA geldig die de woonzone van het gewestplan op deze locaties verfijnt tot zones voor openbaar nut. Er zal dus geen planschade/planbaten mogelijk zijn. Sinds 1 januari 2008 kunnen gemeenten of rioolbeheerders deze indivi- duele saneringsplicht op zich nemen en instaan voor de plaatsing van een IBA. Indien de gemeente of rioolbeheerder niet instaat voor de plaatsing, Eén gebied van openbaar nut binnen dit BPA wordt nu bestemd als ge- beheer en onderhoud van de IBA, dient men zelf een IBA te plaatsen. meenschapsvoorziening met nabestemming wonen, maar is in het ge- westplan ingekleurd als woonzone. Het BPA is een verfijning van het ge- westplan.

282943_Definitief ontwerp Pagina 78 van 112 DECRETALE BEPALINGEN

Het betreft volgend gebied: x De regeling over de kapitaalschadecompensatie is te vinden in artikel 6.2.1. en volgende van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid. x De regeling over de gebruikerscompensatie is te vinden in het decreet van 27 maart 2009 houdende vaststelling van een kader voor de ge- bruikerscompensatie bij bestemmingswijzigingen, overdrukken en erf- dienstbaarheden tot openbaar nut.

x De regeling over de planschade is te vinden in artikel 2.6.1 en volgende van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. x De regeling over de planbatenheffing is te vinden in artikel 2.6.4 en volgende van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

282943_Definitief ontwerp Pagina 79 van 112

11 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

11.1 Op te heffen verkavelingen en BPA’s

Thema Nr. Verordenende voorschriften Toelichting en interpretatie

1. De bestaande goedgekeurde, niet-vervallen verkavelingen, die gedeeltelijk of volledig gelegen zijn binnen in het plangebied, worden opgeheven door mid- del van dit ruimtelijk uitvoeringsplan. Het betreft: 1027/1, 1027/2, 1027/3, 1042/1, 1042/2, 1042/3, 1042/4, 1042/5, 1100/1, 1100/2, 1103/1, 1121/1, 1135/1, 1199/1, 1199/2, 1199/3, 121.347/2, 121.375/2, 121.375/3, 121.376/2, 121.394/1, 121.398/1, 121.398/2, 121.398/3, 121.398/4, 121.398a/1, 121.398a/2, 121.411/1, 121.421/1, 121.428/1, 121.434/1, 121.434/2, 121.434/3, 121.434/4, 121.434/5, 121.434/6, 121.446/1, 121.456/1, 121.456/2, 121.456/3, 121.456/4, 121.459/1, 121.459/2, 121.463/1, 121.463/2

2. De volgende bestaande plannen van aanleg, die geheel of gedeeltelijk gele- gen zijn binnen het plangebied worden door middel van dit RUP opgeheven: x Nr 1a Keizer Karelstraat MB 30/07/1982 x Nr 1a Keizer Karelstraat herziening MB 25/09/1992 x Nr 10 Uitbreiding Keizer Karelstraat MB 22/09/1982 x Nr 10 Uitbreiding Keizer Karelstraat herziening MB 25/09/1992

282943_Definitief ontwerp Pagina 80 van 112 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

11.2 Algemene bepalingen

Thema Nr. Verordenende voorschriften Toelichting en interpretatie

Rooilijnen 3. De bestaande rooilijnplannen op, die gedeeltelijk of volledig gelegen zijn bin- nen in het plangebied, worden opgeheven. Hiervoor zal de wettelijk vastgelegde procedure gevolgd worden Het betreft: 2.45_106_1 NR 3 Hogeweg, goedgekeurd op 15/06/1954 2.45_102_1 NR A 579/1, goedgekeurd op 30/08/1962.

Bestaande situatie 4. Binnen de bestaande vergunde of vergund geachte en niet-verkrotte gebou- wen, die niet voldoen aan de stedenbouwkundige voorschriften van dit ruim- telijk uitvoeringsplan, kunnen onderhouds-, renovatie- en instandhoudings- werken uitgevoerd worden binnen het bestaand volume. Bij herbouw of nieuwbouw van een hoofdzakelijk vergund, niet verkrot gebouw of een deel van een dergelijk gebouw, moet de nieuwe bebouwing beantwoorden aan de stedenbouwkundige voorschriften van dit ruimtelijk uitvoeringsplan.

5. De bestaande vergunde of vergund geachte activiteiten kunnen behouden blijven. Nieuwe activiteiten moeten beantwoorden aan de stedenbouwkundi- ge voorschriften van dit ruimtelijk uitvoeringsplan.

282943_Definitief ontwerp Pagina 81 van 112 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Thema Nr. Verordenende voorschriften Toelichting en interpretatie

Bebouwing 6. De vergunningverlenende overheid kan steeds gemotiveerd bijkomende randvoorwaarden opleggen bij de toekenning van een stedenbouwkundige vergunning in functie van de goede ruimtelijke ordening. De overeenstem- ming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

Het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van de aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspec- ten en het bodemreliëf, op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doel- stellingen inzake duurzame ruimtelijke ordening.

Wegenis 7. De op het plan aangeduide wegen zijn gebaseerd op de bestaande toestand en zijn niet bindend bij eventuele herprofilering of herinrichting.

Inplantingen van open- 8. Het oprichten van beperkte gebouwen en infrastructuur voor openbaar nut is Openbare nutsvoorzieningen: elektrici- toegelaten in alle zones, ongeacht de bestemming, maar wel rekening hou- teitscabines, tramhaltes en busstations, baar nut parkeerplaatsen,... dend met de inrichtingsvoorschriften van de betreffende zone. De inplanting

mag de bestemming van de betreffende zone evenmin hinderen. Hun nood- zaak moet om technische of maatschappelijke redenen kunnen aangetoond worden door een verklarende en gemotiveerde nota, die wordt toegevoegd bij de vergunningsaanvraag.

Waterhuishouding en 9. In alle bestemmingzones zijn werken en handelingen, voorzieningen en in- integraal waterbeheer richtingen toegelaten die nodig zijn voor het voorkomen van wateroverlast voor zover zij conform de principes van natuurtechnische milieubouw gebeu- ren en passen binnen een integraal waterbeheer.

282943_Definitief ontwerp Pagina 82 van 112 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Thema Nr. Verordenende voorschriften Toelichting en interpretatie

Het algemene uitgangsprincipe is dat hemelwater op volgende wijze (in vol- gende van prioriteit) wordt aangewend: 1. opvang voor hergebruik 2. infiltratie op eigen terrein 3. buffering met vertraagd lozen in een oppervlaktewater of een kunstmati- ge afvoerweg voor hemelwater 4. lozing in de regenwaterafvoerleiding in de straat.

Het afvalwater wordt gescheiden van het hemelwater en afgevoerd naar de

openbare riolering.

Grachten en waterlopen worden ingericht en beheerd met het oog op zowel de vlotte afvoer van het regenwater als een goede ecologische kwaliteit. Oeververstevigingen met harde materialen blijven echter steeds mogelijk in functie van o.a. de stabiliteit van de oevers, de beschikbare ruimte, de aard van de grond, de naastliggende gebouwen en/of wegenis,….

Reliëfwijzigingen 10. Het reliëf kan enkel worden gewijzigd in functie van de bestemming. Bij elke aanvraag van reliëfwijziging worden de bouwtechnische redenen van de reli- ëfwijziging aangetoond.

Aanplantingen van bo- 11. Bij aanplantingen van bomen, struiken en hagen moet een keuze gemaakt men, struiken en hagen worden uit streekeigen soorten.

282943_Definitief ontwerp Pagina 83 van 112 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

11.3 Specifieke voorschriften mbt de categorie “wonen”, subcategorie “woongebied”

11.3.1 Artikel 01: zone voor wonen in nabijheid van de kern van Menen

Thema Nr. Verordenende voorschriften Toelichting en interpretatie

A. Bestemmingsvoorschrift 12. Het gebied is bestemd voor wonen en aan het wonen verwante activiteiten en Wonen: woningen en de bijbehorende voorzieningen. uitrusting zoals tuinen, tuinhuisjes, gara- ges, garagestraat, ...

Onder aan het wonen verwante activiteiten en voorzieningen worden ver- De woongebieden zijn naast het wonen staan: handel en horeca, dienstverlening, openbare groene ruimten en open- ook bestemd voor openbare ruimtes (groe- bare verharde ruimten, openbare nutsvoorzieningen en gemeenschapsvoor- ne en verharde) en voor aan het wonen verwante voorzieningen. zieningen, socioculturele voorzieningen, kleinschalige recreatieve voorzienin- gen, kantoren en kleinschalige ambachtelijke bedrijven. Openbare groene ruimten: parken, speel- pleinen, graspartijen, bermen, groenvoor- De bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toe- ziening, …

gestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. Openbare verharde ruimten: straten, plei- nen, parken, …

Socioculturele voorzieningen: cultureel centrum, gemeenschapscentrum, voorzie- ningen voor jeugdwerking, volkstuintjes, ...

Kleinschalige recreatieve voorzieningen: speelpleinen, …

Handel: winkels, grootschalige kleinhandel met uitzondering van groothandel, ...

282943_Definitief ontwerp Pagina 84 van 112 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Thema Nr. Verordenende voorschriften Toelichting en interpretatie

B. Inrichtingsvoorschrift 13. Enkel bebouwing in een gesloten bebouwingspatroon zijn toegelaten tenzij de Dergelijke onafgewerkte situaties kunnen huidige bebouwing een andere bebouwingswijze verantwoordt. Er mogen onder andere blijvende blinde wachtgevels geen onafgewerkte situaties worden bestendigd of gecreëerd. zijn. Het inrichten van meergezinswoningen is niet toegestaan.

14. Volgend gabariet is van toepassing tenzij een uitzondering werd aangeduid Het toegelaten gabariet creëert een maxi- op het grafisch plan: male bebouwingsenveloppe. x voorbouwlijn: hoogte maximaal 6 m; x nok: hoogte maximaal 12 m.

Elke vorm van nieuwe bebouwing moet gebeuren binnen dit gabariet. Binnen deze enveloppe is de schikking van de bouwvo- lumes vrij te bepalen. Voorbeelden:

12 m

6 m

rooilijn verplichte voorbouwlijn

Voorbouwlijn op de rooilijn of conform de omgeving

De maximale kroonlijsthoogte aan de gevel bedraagt 6m. Voor hoekpercelen en/of percelen waar voor- en achterkant palen aan het openbaar domein, geldt de maximale kroonlijsthoogte van 6m voor alle gevels die aansluiten aan

282943_Definitief ontwerp Pagina 85 van 112 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Thema Nr. Verordenende voorschriften Toelichting en interpretatie

of frontaal zichtbaar zijn van op het openbaar domein. De maximale dakhel- ling bedraagt 50°. Voor deze woongebouwen geldt een maximaal aantal bouwlagen van 3.

De bouwdiepte moet gekozen worden in functie van het garanderen van vol- doende lichtinval, bezonning en privacy voor de nabijgelegen bebouwing.

Een afwijking van de kroonlijsthoogte kan toegestaan worden tot 50 cm. Dit kan enkel in functie van een harmonieuze overgang met de aanpalende pan- den.

Indien aan beide aanpalende zijden van een bouwproject of gebouw eenzelf- de nokrichting voorkomt, die zichtbaar is van op het openbaar domein, moet de dakconstructie van de nieuwbouw of de herbouw dezelfde nokrichting aanhouden.

15. Bij nieuwe bebouwing moet in de aanvraag tot stedenbouwkundige vergun- ning worden aangetoond dat rekening wordt gehouden met de gewenste ruimtelijke structuur en de omringende bebouwing.

16. Het gebied heeft een gemiddelde woningendichtheid van minstens 25 wonin- gen per hectare.

17. Overdruk cultuurhistorisch waardevol gebouw Het cultuurhistorisch waardevol gebouw, op het grafisch plan aangeduid met een zwarte asterisk, kan naast onderhouds- en instandhoudingswerken ver- bouwd en uitgebreid worden met respect voor de cultuurhistorische waarde van het gebouw. Vormgeving en materiaalkeuze zijn esthetisch verantwoord en in harmonie met de bestaande waardevolle elementen. Alle kenmerken

282943_Definitief ontwerp Pagina 86 van 112 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Thema Nr. Verordenende voorschriften Toelichting en interpretatie

waaraan het gebouw zijn cultuurhistorische waarde te danken heeft, moeten behouden blijven.

11.3.2 Artikel 02: zone voor residentieel wonen

Thema Nr. Verordenende voorschriften Toelichting en interpretatie

A. Bestemmingsvoorschrift 18. Het gebied is bestemd voor wonen en aan het wonen verwante activiteiten en Wonen: woningen en de bijbehorende voorzieningen. uitrusting zoals tuinen, tuinhuisjes, gara- ges, garagestraten, ...

Onder aan het wonen verwante activiteiten en voorzieningen worden ver- De woongebieden zijn naast het wonen staan: handel en horeca, dienstverlening, openbare groene ruimten en open- ook bestemd voor openbare ruimtes (groe- bare verharde ruimten, openbare nutsvoorzieningen en gemeenschapsvoor- ne en verharde) en voor aan het wonen verwante voorzieningen. zieningen, socioculturele voorzieningen, kleinschalige recreatieve voorzienin- gen, kantoren en kleinschalige ambachtelijke bedrijven. Openbare groene ruimten: parken, speel-

282943_Definitief ontwerp Pagina 87 van 112 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Thema Nr. Verordenende voorschriften Toelichting en interpretatie

pleinen, graspartijen, bermen, groenvoor- De bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toe- ziening, …

gestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. Openbare verharde ruimten: straten, plei- nen, parken, …

socioculturele voorzieningen: cultureel centrum, gemeenschapscentrum, voorzie- ningen voor jeugdwerking, volkstuintjes, ...

Kleinschalige recreatieve voorzieningen: speelpleinen, …

Handel: winkels, grootschalige kleinhandel met uitzondering van groothandel, ...

B. Inrichtingsvoorschrift 19. Enkel bebouwing in een open of half-open bebouwingspatroon zijn toegelaten Dergelijke onafgewerkte situaties kunnen tenzij de huidige bebouwing een andere bebouwingswijze verantwoordt. Er onder andere blijvende blinde wachtgevels mogen geen onafgewerkte situaties worden bestendigd of gecreëerd. zijn. Wanneer de keuze kan worden gemaakt tussen halfopen of open bebouwing, moet vooraf worden uitgemaakt of ook de aangrenzende percelen bebouw- baar blijven binnen de voorschriften van het RUP. Dit betekent dat halfopen bebouwing alleen kan wanneer: x ofwel op het aanpalende perceel een vrije zijtuinstrook wordt geëerbie- digd of moet geëerbiedigd worden. x ofwel het aanpalende perceel binnen deze zone een vrijliggend perceel is van minstens 9 m met aanbouwmogelijkheid aan de andere zijkavelgrens. Indien gekozen wordt voor halfopen bebouwing (wanneer er dus aanbouw- mogelijkheid is op het aanliggende perceel), dan moeten de zijgevels, die ge- legen zijn op de zijkavelgrenzen, als wachtgevels (zonder openingen) worden opgetrokken.

Het inrichten van meergezinswoningen is niet toegestaan.

282943_Definitief ontwerp Pagina 88 van 112 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Thema Nr. Verordenende voorschriften Toelichting en interpretatie

20. Volgend gabariet is van toepassing tenzij een uitzondering werd aangeduid Het toegelaten gabariet creëert een maxi- op het grafisch plan: male bebouwingsenveloppe. x voorbouwlijn: hoogte maximaal 6 m; x nok: hoogte maximaal 12 m.

Elke vorm van nieuwe bebouwing moet gebeuren binnen dit gabariet. Binnen deze enveloppe is de schikking van de bouwvo- lumes vrij te bepalen. Voorbeelden:

12 m

6 m

rooilijn verplichte voorbouwlijn

Voorbouwlijn op de rooilijn of conform de omgeving

282943_Definitief ontwerp Pagina 89 van 112 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Thema Nr. Verordenende voorschriften Toelichting en interpretatie

De maximale kroonlijsthoogte aan de gevel bedraagt 6m. Voor hoekpercelen en/of percelen waar voor- en achterkant palen aan het openbaar domein, geldt de maximale kroonlijsthoogte van 6m voor alle gevels die aansluiten aan of frontaal zichtbaar zijn van op het openbaar domein. De maximale dakhel- ling bedraagt 50°. Voor deze woongebouwen geldt een maximaal aantal bouwlagen van 3.

De bouwdiepte moet gekozen worden in functie van het garanderen van vol- doende lichtinval, bezonning en privacy voor de nabijgelegen bebouwing.

Een afwijking van de kroonlijsthoogte kan toegestaan worden tot 50 cm. Dit kan enkel in functie van een harmonieuze overgang met de aanpalende pan- den.

Indien aan beide aanpalende zijden van een bouwproject of gebouw eenzelf- de nokrichting voorkomt, die zichtbaar is van op het openbaar domein, moet de dakconstructie van de nieuwbouw of de herbouw dezelfde nokrichting aanhouden

21. Bij nieuwe bebouwing moet in de aanvraag tot stedenbouwkundige vergun- ning worden aangetoond dat rekening wordt gehouden met de gewenste ruimtelijke structuur en de omringende bebouwing.

22. Het gebied heeft een gemiddelde woningendichtheid van minstens 15 wonin- gen per hectare.

23. Overdruk zone voor landschappelijke inpassing De zone wordt vrijgehouden als openbare erfdienstbaarheid om onderhouds- werken mogelijk te maken. Binnen deze strook wordt doorgang verleend aan

282943_Definitief ontwerp Pagina 90 van 112 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Thema Nr. Verordenende voorschriften Toelichting en interpretatie

uitvoerend personeel en materieel. Hindernissen en aanplanten die de ruimings- en onderhoudswerken kunnen belemmeren worden niet toegelaten.

24. Overdruk cultuurhistorisch waardevol gebouw Het cultuurhistorisch waardevol gebouw, op het grafisch plan aangeduid met een zwarte asterisk, kan naast onderhouds- en instandhoudingswerken ver- bouwd en uitgebreid worden met respect voor de cultuurhistorische waarde van het gebouw. Vormgeving en materiaalkeuze zijn esthetisch verantwoord en in harmonie met de bestaande waardevolle elementen. Alle kenmerken waaraan het gebouw zijn cultuurhistorische waarde te danken heeft, moeten behouden blijven.

25. Overdrukzone voor collector Er wordt een zone gereserveerd voor de collector van Aquafin. Elke bebou- De aanduiding van deze zone is ge- wing, niet in functie van de collector, en inplanting van hoogstammige bomen baseerd op grondinnemingsplannen zijn in deze zone verboden. van Aquafin.

282943_Definitief ontwerp Pagina 91 van 112 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

11.3.3 Artikel 03: zones voor meergezinswoningen

Thema Nr. Verordenende voorschriften Toelichting en interpretatie

A. Bestemmingsvoorschrift 26. Het gebied is bestemd voor wonen kaderend in één totaalproject Wonen: woningen en de bijbehorende uitrusting zoals tuinen, tuinhuisjes, gara- ges, ...

B. Inrichtingsvoorschrift 27. Enkel meergezinswoningen zijn toegelaten.

28. Inplanting: Richtinggevend wordt meegege- x Bouwhoogte: maximum 3 bouwlagen ven dat een gelijkgrondse bouw- x Bouwhoogte garages en bijgebouwen: max. 4m hoogte laag een maximale bruto hoogte heeft van 4 m; vanaf x Bebouwing: maximum 50% de eerste verdieping geldt een x Groenaanleg: minimum 25% maximale bruto hoogte van 3,5 m.

29. De bebouwingswijze, de plaatsing, de afmetingen en het voorkomen van ge- bouwen zijn vrij te kiezen. Bij de bebouwingswijze, de plaatsing, de afmetingen en het voorkomen van het gebouw moet maximaal rekening worden gehouden met een harmonische integratie van de gebouwen in de omgeving.

282943_Definitief ontwerp Pagina 92 van 112 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

11.3.4 Artikel 04: projectzone

Thema Nr. Verordenende voorschriften Toelichting en interpretatie

A. Bestemmingsvoorschrift 30. Het gebied is bestemd voor wonen en aan het wonen verwante activiteiten en Wonen: woningen en de bijbehorende uitrusting zoals tuinen, tuinhuisjes, garages, ... voorzieningen. De woongebieden zijn naast het wonen ook bestemd voor openbare ruimtes (groene en Onder aan het wonen verwante activiteiten en voorzieningen worden verstaan: verharde) en voor aan het wonen verwante handel en horeca, dienstverlening, openbare groene ruimten en openbare voorzieningen.

verharde ruimten, openbare nutsvoorzieningen en gemeenschapsvoorzienin- Openbare groene ruimten: parken, speelpleinen, gen, socioculturele voorzieningen, kleinschalige recreatieve voorzieningen, graspartijen, bermen, groenvoorziening, … kantoren en kleinschalige ambachtelijke bedrijven. Openbare verharde ruimten: straten, pleinen, parken, … De bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toe- socioculturele voorzieningen: cultureel centrum, gestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. gemeenschapscentrum, voorzieningen voor jeugdwerking, volkstuintjes, ...

Kleinschalige recreatieve voorzieningen: speel- pleinen, …

Handel: winkels, grootschalige kleinhandel met uitzondering van groothandel, ...

282943_Definitief ontwerp Pagina 93 van 112 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Thema Nr. Verordenende voorschriften Toelichting en interpretatie

B. Inrichtingsvoorschrift 31. Bij elke aanvraag tot stedenbouwkundig attest of stedenbouwkundige vergun-

ning, met uitzondering van een stedenbouwkundige vergunning waarvoor een eenvoudige dossiersamenstelling volstaat, dient een globale inrichtingsstudie voor de volledige betreffende zone te worden gevoegd bij het aanvraagdos- sier. Aan de hand van de globale inrichtings- studie moet de aanvrager aantonen dat De globale inrichtingsstudie maakt deel uit van het aanvraagdossier. Het is een kwalitatief project wordt gerealiseerd, een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog rekening houdend met de bestaande situ- atie en waarbij voldoende mogelijkheden op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het licht van de goede blijven om een kwalitatief project te reali- ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften. seren op aanpalende delen.

De globale inrichtingsstudie geeft een ontwerp van inrichting weer voor de vol- ledige betreffende zone met aanduiding van: x inplanting, volume en functies van de bestaande en nieuwe bebouwing

x ontsluitingswegen, interne circulatie en verblijfsruimten voor verschillende soorten verkeer (gemotoriseerd verkeer, fietsers en/of voetgangers) Types groene ruimten zijn bomengroepen en -rijen, hagen, heestergroepen, vaste x situering en types van groene ruimten plantenborders, gazon enz. x situering en types van verhardingen zoals pleinen, paden, parkeerplaatsen x Verantwoording van de inplanting van deze verhardingen. x Verantwoording van het aantal parkeerplaatsen x situering van spel- en speelvelden met bijbehorende accommodatie x inplanting van kleinschalige infrastructuur x de relatie met de omliggende percelen x de eventuele fasering in de realisatie van het gebied.

Hierbij komen volgende kwalitatieve criteria aan bod: x oriëntatie en bezonning x privacyaspecten x diversiteit van aanbod

282943_Definitief ontwerp Pagina 94 van 112 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Thema Nr. Verordenende voorschriften Toelichting en interpretatie

x kwalitatieve aanleg publiek domein x architecturale kwaliteit duurzaam materiaal-, energie- en watergebruik.

32. De bebouwingswijze, de plaatsing, de afmetingen en het voorkomen van ge- bouwen zijn vrij te kiezen en worden gemotiveerd aan de hand van de globale inrichtingsstudie. Hierbij moet maximaal rekening worden gehouden met een harmonische integratie van de gebouwen in de omgeving.

33. De zones I en III zijn voorzien voor een gemengd woonproject. De zone I heeft een gemiddelde woondichtheid van maximum 15 woningen per hectare. De zone III heeft een gemiddelde woondichtheid van minstens 25 woningen per hectare. De zone II is voorzien voor een onderwijsinstelling met als nabestemming een project met betaalbaar wonen met een dichtheid van minstens 25 woningen per hectare. Deze nabestemming treedt in werking op het moment dat er een stedenbouw- kundige vergunning wordt afgeleverd waarbij geen bestemming als gemeen- schapsvoorziening voorzien wordt.

34. Voor zone I geldt volgende: Onder verharde oppervlakte worden o.a. x Er dient een open buffer opwaarts het afvoerstelsel van de Krulbeek te verstaan: daken, wegenis, parking, … worden voorzien van min. 410m³/ha verharde oppervlakte en een maxi- maal lozingsdebiet naar de Krulbeek van 5l/sec/ha. De opvangcapaciteit Met deze buffer opwaarts het afvoerstelsel van de RWA-collectoren mag hierbij niet in rekening worden gebracht. van de Krulbeek wordt volgende bedoeld: x Deze buffer kan eventueel ondergebracht worden in een andere zone. - Het water dient gebufferd te worden op de eigen terreinen vooraleer het naar de Krulbeek wordt gestuurd; - Met opwaartse buffering wordt be- doeld dat het water moet gebufferd wor- den vooraleer het uitmondt in de beek;

282943_Definitief ontwerp Pagina 95 van 112 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Thema Nr. Verordenende voorschriften Toelichting en interpretatie

dé belangrijkste voorwaarde hierbij is dat de ruimte die het water nu nodig heeft bij hevige neerslag, die ingenomen wordt door de verkaveling, gecompenseerd moet worden.

35. Langs de (overwelfde) waterloop moet vanaf de oeverrand een vijf meter bre- de strook volledig vrij blijven van elke nieuwe bebouwing en aanplanting. Ophogingen mogen niet steiler aangelegd worden dan onder talud 4/4 en na deze ophoging met de vrije strook nog 5m breed zijn. Afsluitingen zijn binnen de bouwvrije strook niet toegestaan om de toegang tot de waterloop steeds te bewaren.

36. Indicatieve aanduiding voetweg Langsheen dit traject wordt een voetweg aangelegd ten behoeve van traag verkeer dat het gebied wil doorkruisen. Deze voetweg wordt aangeduid met De aanbevolen breedte ligt tus- een streeplijn op het grafisch plan en kan maximaal 5m uit zijn as verschuiven. sen 2,5 en 3,5m De voetweg heeft een minimale breedte van 2,5m en is verhard met water- doorlatende materialen. Binnen deze zone kan de voetweg ook uitzonderlijk worden opgenomen bin- nen een secundaire ontsluiting van het projectgebied.

37. Overdruk zone voor landschappelijke inpassing De zone wordt vrijgehouden als openbare erfdienstbaarheid om onderhouds- werken mogelijk te maken. Binnen deze strook wordt doorgang verleend aan uitvoerend personeel en materieel. Hindernissen en aanplanten die de ruimings- en onderhoudswerken kunnen belemmeren worden niet toegelaten.

38. Overdrukzone voor collector Er wordt een zone gereserveerd voor de collector van Aquafin. Elke bebou- De aanduiding van deze zone is ge- baseerd op grondinnemingsplannen

282943_Definitief ontwerp Pagina 96 van 112 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Thema Nr. Verordenende voorschriften Toelichting en interpretatie

wing, niet in functie van de collector, en inplanting van hoogstammige bomen van Aquafin. zijn in deze zone verboden.

282943_Definitief ontwerp Pagina 97 van 112 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

11.4 Specifieke voorschriften mbt de categorie “bedrijvigheid”

11.4.1 Artikel 05: zone voor bedrijvigheid

Thema Nr. Verordenende voorschriften Toelichting en interpretatie

A. Bestemmingsvoorschrift 39. Dit gebied is bestemd voor ambachtelijke bedrijven die voor de omgeving geen De beoordeling van het milieuhinderend abnormale hinder veroorzaken. karakter dient te gebeuren op basis van de geldende milieuwetgeving.

Kantoren, studie- en vergaderruimten, detailhandel en verkoopsruimte in func- tie van de bedrijfsvoering zijn toegelaten voor zover zij ondergeschikt zijn en gekoppeld aan de productieactiviteit van de individuele bedrijven.

Per bedrijf is één bedrijfswoning toegelaten. De bedrijfswoning dient geïncor- poreerd te zijn in het bedrijfsgebouwencomplex, uitgezonderd indien het een bestaande bedrijfswoning betreft, bestaande bedrijfswoningen kunnen behou- den blijven op de huidige locatie.

De bedrijfswoning is bestemd voor de huisvesting van het gezin van de be- drijfsleider of van aan het bedrijf verbonden bewakingspersoneel. De woning kan niet los van het bedrijf bestaan,

Grootschalige industriële activiteiten, zoals afvalverwerkingsinstallaties, slach- terijen, composteringsbedrijven zijn niet toegelaten. Transport-, distributiebe- drijven en seveso-bedrijven zijn evenmin toegelaten.

B. Inrichtingsvoorschrift 40. Elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning binnen onderhavig gemeen- telijk RUP zal beoordeeld worden aan de hand van volgende toetsingscriteria:

282943_Definitief ontwerp Pagina 98 van 112 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Thema Nr. Verordenende voorschriften Toelichting en interpretatie

x zuinig ruimtegebruik x eenheid in architectuur x kwalitatieve aanleg van het perceel x kwalitatief kleur- en materiaalgebruik x landschappelijke integratie x waterbeheersing x mobiliteitsimpact. x Garantie tot een goede fietsbereikbaarheid vanuit het centrum en de omlig- gende wijken.

41. Maximaal gabariet: x Kroonlijsthoogte: max. 6m x Nokhoogte: max. 9m

42. Minimaal 40% van de percelen moet bezet worden, parkeer- en groenvoorzie- Zorgvuldig ruimtegebruik wordt gereali- ningen niet meegerekend. seerd door een optimale perceel bezetting. Onder ‘bezetting’ wordt verstaan: gebou- wen, dienstwegen, bufferbekken, toegela- ten stapeling in open lucht, andere eco- nomische functionele constructies (ener- gie, afval, …).

43. Elk ambachtelijk bedrijf moet instaan voor haar eigen behoeften aan parkeer- voorzieningen, laad- en losplaatsen en dit zowel voor bedrijfswagens, leveran- ciers, voertuigen van personeel als voor bezoekers. In functie van de behoef- ten, op basis van de bedrijfsactiviteiten, dienen voldoende parkeerplaatsen voorzien te worden.

44. Ieder bedrijf is verplicht bijzondere aandacht te besteden aan de architecturale Er wordt gestreefd naar samenhang van kwaliteit van het geheel van zijn gebouwen. materialen en kleur van de verschillende

282943_Definitief ontwerp Pagina 99 van 112 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Thema Nr. Verordenende voorschriften Toelichting en interpretatie

De gebouwen moeten op goede wijze worden geïntegreerd in de ruimere om- gebouwen. Er moet bijzondere aandacht worden geving. besteed aan de overgang naar aanpalen- de woningen.

45. De niet gebruikte terreingedeelten moeten goed onderhouden worden. Dit im- pliceert eveneens dat de opslag van goederen maximaal binnen het bedrijfs- gebouw dient georganiseerd te worden. De opslag buiten het bedrijfsgebouw is slechts beperkt toegelaten onder de volgende voorwaarden: x De opslag mag in geen geval het esthetische aspect van de omgeving schaden. Het bedrijf dient daartoe preventief de passende maatregelen te nemen. x De opslag mag niet hinderlijk zijn voor de aanpalende bedrijven en de om- geving. x De opslag mag niet zichtbaar zijn van op het openbaar domein.

282943_Definitief ontwerp Pagina 100 van 112 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

11.4.2 Artikel 06: parkzone

Thema Nr. Verordenende voorschriften Toelichting en interpretatie

A. Bestemmingsvoor- 46. De zone is bestemd voor het behoud, de aanleg en het beheer van groene schrift ruimtes en/of de Krulbeek als structurerend groenelement waarbinnen spel- en speelactiviteiten toegelaten zijn.

B. Inrichtingsvoorschrift 47. De zone wordt ingericht als groene ruimte. In de zone kunnen constructie en verhardingen worden ingericht in functie van Deze constructies zijn onder meer verlich- ting, bewegwijzering, speeltoestellen, de bestemming. De constructies en verhardingen zijn beperkt en onderge- zitbanken, trimtoestellen, … schikt aan de natuurlijke aanleg van de zone. In deze zone is geen bebouwing toegelaten.

48. Langsheen de Krulbeek wordt een zone van 5 m breed vrijgehouden als openbare erfdienstbaarheid om onderhoudswerken mogelijk te maken. Binnen deze strook wordt doorgang verleend aan uitvoerend personeel en materieel. Hindernissen en aanplanten die de ruimings- en onderhoudswerken kunnen belemmeren worden niet toegelaten. De oeverzone zal op een beek- en biotoopvriendelijke wijze worden aangelegd en onderhouden.

282943_Definitief ontwerp Pagina 101 van 112 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Thema Nr. Verordenende voorschriften Toelichting en interpretatie

49. Overdrukzone voor collector Er wordt een zone gereserveerd voor de collector van Aquafin. Elke bebou- De aanduiding van deze zone is ge- wing, niet in functie van de collector, en inplanting van hoogstammige bomen baseerd op grondinnemingsplannen van Aquafin. zijn in deze zone verboden.

50. Indicatieve aanduiding voetweg Langsheen dit traject wordt een voetweg aangelegd ten behoeve van traag verkeer dat het gebied wil doorkruisen. Deze voetweg wordt aangeduid met een streeplijn op het grafisch plan en kan maximaal 5m uit zijn as verschuiven. De aanbevolen breedte ligt tus- De voetweg heeft een minimale breedte van 2,5 m en is verhard met water- sen 2,5 en 3,5m doorlatende materialen.

282943_Definitief ontwerp Pagina 102 van 112 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

11.5 Specifieke voorschriften mbt de categorie “gemeenschaps- en nutsvoorzieningen”

11.5.1 Artikel 07: zone voor gemeenschapsvoorzieningen

Thema Nr. Verordenende voorschriften Toelichting en interpretatie

A. Bestemmingsvoor- 51. De zone is bestemd voor gemeenschapsvoorzieningen. Volgende functies schrift worden toegelaten binnen deze zone: openbare dienstverlening, openbare

nutsvoorzieningen en gemeenschapsvoorzieningen, tuinen, wegenisaanleg, openbaar groen.

In de deelzone I is bijkomend ook volgende woonfuncties toegelaten: x wonen in functie van conciërgewoning of exploitatiewoning en soci- aal-culturele inrichtingen.

B. Inrichtingsvoorschrif- 52. Bij nieuwe bebouwing moet in de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning Deelzone III moet samen bekeken worden ten worden aangetoond dat rekening wordt gehouden met de gewenste ruimtelijke met projectzone III (mobiliteit, ontsluiting, …). structuur en de omringende bebouwing. Deelzone I en II kunnen samen bekeken worden.

53. Zone I: x Bouwhoogte: max. 2 bouwlagen + dak

282943_Definitief ontwerp Pagina 103 van 112 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Thema Nr. Verordenende voorschriften Toelichting en interpretatie

x Maximum 20% bebouwing x Minimum 50% groenaanleg

54. Zone II : x Voorzien voor noodzakelijke infrastructuur voor het verenigingleven. x Bouwhoogte: max. 2 bouwlagen + dak x Maximum 5% van de zone II mag worden bebouwd. x Minimum 70% groenaanleg

55. Zone III: x Zone voor de noodzakelijke infrastructuur voor een onderwijsinstel- ling/kinderopvang x Bouwhoogte: Max. 2 bouwlagen + dak

56. Overdrukzone voor collector Er wordt een zone gereserveerd voor de collector van Aquafin. Elke bebou- De aanduiding van deze zone is ge- wing, niet in functie van de collector, en inplanting van hoogstammige bomen baseerd op grondinnemingsplannen van Aquafin. zijn in deze zone verboden.

57. Indicatieve aanduiding voetweg Langsheen dit traject wordt een voetweg aangelegd ten behoeve van traag verkeer dat het gebied wil doorkruisen. Deze voetweg wordt aangeduid met een streeplijn op het grafisch plan en kan maximaal 5m uit zijn as verschuiven De aanbevolen breedte ligt tus- De voetweg heeft een minimale breedte van 2,5m en is verhard met water- sen 2,5 en 3,5m doorlatende materialen. Binnen deze zone kan de voetweg ook uitzonderlijk worden opgenomen bin- nen een secundaire ontsluiting van het projectgebied.

282943_Definitief ontwerp Pagina 104 van 112 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

11.6 Specifieke voorschriften mbt de categorie “lijninfrastructuur”

11.6.1 Artikel 08: Zone voor spoorinfrastructuur (in overdruk)

Thema Nr. Verordenende voorschriften Toelichting en interpretatie

A. Bestemmingsvoorschrift 58. Dit gebied is bestemd voor spoorweginfrastructuur en aanhorigheden. Onder aanhorigheden van spoorwegen wordt onder andere verstaan: Spooruitrustingen zoals sporen, bovenlei- Daarnaast zijn alle werken, handelingen en wijzigingen met het oog op de dingen, seininrichting, kabelwerken, alle ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructu- grond- en kunstwerken voor de realisatie ren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, recreatienetwerk voor niet- van de dragende structuur, alle gebouwen gemotoriseerd verkeer toegelaten. en andere constructies, met noodzakelijke toegangswegen, die verband houden met het onderhoud en de exploitatie van de spoorlijn zoals tractieonderstations, secti- oneerposten, seinposten, onderhoudsplat- formen, dienstlokalen, communicatie, alle toegangs- en langswegen ten behoeve van onderhouds- en veiligheidsdoelein- den, alle voorzieningen op het gebied van veiligheid en eventuele ventilatie zoals evacuatieschachten, afsluitingen, ventila- tie-uitrustingen, de infrastructuren voor de afwatering van de spoorbedding zoals grachten, duikers, pompstations.

282943_Definitief ontwerp Pagina 105 van 112

12 BIJLAGEN

12.1 Bijlage 1: Ontheffing planMER-plicht

282943_Definitief ontwerp Pagina 106 van 112 BIJLAGEN

282943_Definitief ontwerp Pagina 107 van 112 BIJLAGEN

12.2 Bijlage 2: Beslissing dienst veiligheidsrapportering

282943_Definitief ontwerp Pagina 108 van 112 BIJLAGEN

12.3 Bijlage 3: bezwaren en opmerkingen naar aanleiding van het openbaar onderzoek

282943_Definitief ontwerp Pagina 109 van 112 BIJLAGEN

282943_Definitief ontwerp Pagina 110 van 112 BIJLAGEN

282943_Definitief ontwerp Pagina 111 van 112 BIJLAGEN

282943_Definitief ontwerp Pagina 112 van 112