Landelijk Noord in toekomstperspectief

Beleidsplan Centrale Dorpenraad Landelijk Noord 2009 - 2011

1 INHOUD

Samenvatting

1. Inleiding

1.1 Karakteristiek van Landelijk Noord

2 . Het beleid voor het Waterlandse Landschap

2.1 Het Rijk 2.2 De Provincie 2.3 De Gemeente

3 . Het beleid van de CDR voor Landelijk Noord

3.1 Het landschap 3.2 Ruimtelijke kwaliteit en cultuurhistorie 3.3 Waterrijk Landelijk Noord 3.4 Karakteristieke bebouwing

4. De dorpen

5. Cultuur en Kunst

6. Dragers van het open landschap

7. Recreatie

8. Verkeer

9. Integrale aanpak

9.1 Integrale landschapsvisie met centrale regie

10. Tot besluit

11. De dorpen in Beeld

11.1 11.2 11.3 11.4 11.5

2

Samenvatting

Landelijk Noord is een cultuurveenweidegebied grenzend aan het noorden van de stad en wordt gekenmerkt als een Nationaal Landschap. Omdat Landelijk Noord als nationaal landschap is aangewezen kunnen de cultuurhistorische kenmerken in grote lijnen gewaarborgd blijven. Dit betekent niet dat het gebied veilig is gesteld. In de verschillende beleidsnota‟s van rijk, provincie, stad en stadsdeel komt naar voren dat overheden streven naar behoud door ontwikkeling. Binnen dit thema kan de overheid op eigen wijze hier haar eigen invulling aan geven. Hoewel de CDR de invulling van de overheden grotendeels onderschrijft mist zij een visie op ontwikkelingen en ziet het landschap veranderen. De CDR zet met dit beleidsplan de beleidsvoornemens uiteen en doet richtinggevende uitspraken over de toekomstige ontwikkelingen van Landelijk Noord.

Kernpunten van dit beleidsplan voor het gebied zijn:

Behoud en versterking van het cultuurveenweidegebied, het water en de dorpen door een ruimtelijk kwaliteitsbeleid. Behoud en versterking van het landschap door duurzame grondgebonden landbouw. Bevordering van sociale cohesie door cultuur- en kunstactiviteiten. Stimulering van de bewustwording bij recreanten: in Landelijk Noord recreëer je te voet of met de fiets. Verkeersproblematiek oplossen in bestemmingsplan en verkeerscirculatieplan Behoud door ontwikkeling door een integrale aanpak. Integrale aanpak door het opstellen van een integrale landschapsvisie met een centrale regie. Beleidsvoornemens van de dorpsraden Ransdorp, Durgerdam, Schellingwoude, Holysloot en Zunderdorp.

3

1. Inleiding

Voor u ligt het beleidsplan 2009 -2011 van de Centrale Dorpenraad Landelijk Noord (CDR) De CDR is een stichting voor bewonersparticipatie en bestuurlijke ondersteuning van de inwoners van Landelijk Noord. De CDR is opgericht in 1957. De voorzitters van de dorpsraden Schellingwoude, Durgerdam, Ransdorp, Zunderdorp en Holysloot vormen het Dagelijks Bestuur van de CDR. Alle inwoners van Landelijk Noord kunnen zich verkiesbaar stellen voor deze dorpsraden. De verhoudingen tussen de CDR en het Stadsdeel Amsterdam Noord zijn vastgelegd in een convenant. In dit convenant is de CDR gerechtigd in het meespreken en meedenken met het ambtelijk apparaat en met het bestuur van het stadsdeel over aangelegenheden waarover nog geen bestuurlijk besluit is genomen. De CDR wordt vanaf het begin betrokken bij het bestuurlijke besluitvormingsproces met betrekking tot alle zaken die Landelijk Noord direct of indirect raken. De door de CDR uit te brengen adviezen hebben op ieder niveau in het besluitvormingsproces gewicht.1

De rol van de CDR als adviesgevend orgaan is van groot belang. Als door de bevolking van Landelijk Noord gekozen legitieme vertegenwoordiging kan zij als geen ander inzetten voor een evenwichtiger stellingname in de diversiteit van belangen zoals renderende agrarische bedrijfsvoering versus natuurbehoud, recreatief belang van het gebied versus verstoring van rust en ruimte. De uiteindelijke keuzes worden gemaakt op het bestuurlijk niveau van de diverse overheden. De rol van de Centrale Dorpenraad is een adviserende.

In dit beleidsplan verwoorden wij de huidige visie van de CDR op het nationaal cultuurlandschap Landelijk Noord. Dit beleidsplan is een richtlijn voor de inbreng van de CDR aan het overleg- en besluitvormingsproces en vormt een uitgangspunt voor de adviezen aan het stadsdeel Amsterdam-Noord en andere partijen die betrokken zijn bij de ontwikkeling van Landelijk Noord.

1 Convenant, Centrale Dorpenraad Landelijk Noord & stadsdeel Amsterdam-Noord, 2007

4

1.1 Karakteristiek van Landelijk Noord

Landelijk Noord maakt deel uit van een Nationaal Landschap. Het kenmerkende, vooralsnog als open aan te merken veenweide gebied met daarin de dorpen Ransdorp, Durgerdam, Schellingwoude, Holysloot en Zunderdorp wordt als uniek beschouwd en is van grote landschappelijke en cultuurhistorische betekenis.

Het huidige landschap is het typische Waterlandse Landschap, dat grenst aan de duidelijk zichtbare stad Amsterdam. Het landschap is een karakteristieke weerspiegeling van de ontstaansgeschiedenis van het veenweidegebied door de cultivering van het veenmoeras tot veenweidegebied. Kenmerkend voor het veenweidegebied zijn de boerenbedrijven, droogmakerijen, meren en brede watergangen. In het gebied liggen de historische dorpen. Niet alleen de karakteristieke dorpen en het veenweidegebied bepalen het ruimtelijk beeld. Het is duidelijk zichtbaar dat de afgelopen dertig jaar steeds meer verdichting van het landschap plaatsvindt. Ook voorzieningen als wegen, natuur, hoogspanningsmasten, recreatie, en een uitdijende agrarische bebouwing zijn duidelijk zichtbaar en voelbaar.

De unieke kenmerken die dit gebied in zich heeft zijn kernkwaliteiten die behouden en versterkt moeten worden. Landelijk Noord is een dynamisch cultuurhistorisch gebied. Hier wordt geleefd en gewerkt. De CDR staat voor het behoud en de ontwikkeling van het open veenweidelandschap met haar karakteristieke dorpen en stelt een beleid voor dat de kernkwaliteiten van het gebied behoud, versterkt en ontwikkelt zonder dat dit ten koste gaan van de leefbaarheid.

De CDR is voor sociale en economische ontwikkeling van Landelijk Noord maar met behoud van haar cultuurhistorische kwaliteiten. Willen we deze kwaliteiten behouden dan moeten we zoeken naar samenhang van de diverse elementen die van invloed zijn op het wonen, werken, leven en recreëren in Landelijk Noord.

Het ruimtelijk beleid voor Landelijk Noord is constant in beweging. In de nota's van rijk, provincie, regio stad en Stadsdeel komt duidelijk naar voren dat betrokken overheden streven naar het behoud en bescherming van de unieke kenmerken en kwaliteiten van Waterland en Landelijk Noord. Het centrale thema dat in deze plannen domineert is "behoud door ontwikkeling".

5

2. Het beleid voor het Waterlandse landschap

2.1 Het Rijk

Het Rijk heeft de nota Ruimte opgesteld vanuit een internationaal concurrentieperspectief. De Nota heeft als wens de economische ecologische, sociaal-culturele waarden van de ruimte te versterken en duurzaam te ontwikkelen. Men spreekt van duurzame ruimtelijke ontwikkeling als aan elk van deze waarden gelijkwaardig en in onderlinge samenhang recht wordt gedaan en daarmee de aantrekkelijkheid van de ruimte voor bewoners, bezoekers en ondernemers toeneemt. De Nota stelt bevordering en ontwikkeling van krachtige steden en een vitaal platteland voor. De zorg wordt uitgesproken over de afname van agrarische bedrijven door de liberalisering van de wereldmarkt. Dit leidt tot leegstand van bedrijfsgebouwen en afname van de leefbaarheid en vitaliteit van het platteland. De "blijvende bedrijven zullen naar verwachting doorgroeien of hun economische activiteiten verbreden.

In combinatie met de mogelijke consequenties van klimaatsverandering en de daling van de bodem zijn deze ontwikkelingen van grote invloed op het ruimtegebruik, water- en bodembeheer en de ecologische en landschappelijke ontwikkeling in grote delen van Nederland. Het kabinet geeft zich rekenschap van de grote veranderingen die grote delen van Nederland te wachten staan en creëert in deze nota de ruimtelijke voorwaarden voor een vitaal platteland. Het gaat daarbij om de middelen en de inzet enerzijds te richten op een vernieuwd sociaal-economisch draagvlak met behoud van de sociaal-culturele identiteit en anderzijds gericht bij te dragen aan kwaliteitsborging en -verbetering van de groene ruimte (water, natuur, toerisme, recreatie en landschapsontwikkeling). Belangrijk is dat iedereen kan meedoen om een goede toekomst van het platteland te garanderen.

Landelijk Noord is onderdeel van een nationaal landschap en beschikt over unieke kernkwaliteiten. Het uitgangspunt voor nationale landschappen is "behoud door ontwikkeling", dat zoveel betekent dat ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk zijn, mits de kernkwaliteiten van het landschap worden behouden of versterkt.2

2.2 De provincie

Het Streekplan Noord-Holland Zuid is gericht op behoud en versterking van het landschap. Er worden voor Waterland duidelijke keuzes gemaakt voor het veenweidegebied:

Versterking van het waterrijke en open karakter en het vergroten van de mogelijkheden van extensieve recreatie. De contrasten tussen het veenweidegebied met daartussen de droogmakerijen moeten behouden blijven. Ook het contrast tussen meer en minder waterrijke veenweiden moet herkenbaar blijven. Bepalend voor het landschapsbeeld zijn de plassen, dijken, rietkragen, boerderijen, bruggen, karakteristieke dorpen, deze behoeven aandacht. Waterland is een Nationaal Landschap, voor het verstedelijkingsbeleid geldt dat er zeer beperkte ruimte is voor stedelijke uitbreiding en bebouwing. Hiervoor heeft de provincie middels "rode contouren" aangegeven waar nog wel gebouwd mag worden. Waterland krijgt een hoge waardering op het gebied van archeologie en cultuurhistorie. Dit betekent dat bij de ontwikkeling van het gemeentelijk beleid hiermee rekening gehouden moet worden.

2 Nota Ruimte, Ministerie van VROM, 2006

6 Een belangrijk speerpunt is de recreatie en het toerisme. Extensieve ontwikkeling is mogelijk. Voor campings, jachthavens, en recreatiewoningen geldt dat deze beperkt mogen uitbreiden. 3

2.3 De Gemeente

In het najaar van 2008 wordt het nieuwe bestemmingsplan op basis van de nieuwe wet Ruimtelijke Ordening van het Stadsdeel Noord gepresenteerd. Op dit moment is alleen een concept voorontwerpbestemmingsplan beschikbaar. Hoewel de uiteindelijke versie nog niet gereed is wordt er in dit conceptvoorontwerp een richting aangeven die binnen het kader van de nota's van Rijk en Provincie past. Het bestemmingsplan neemt globaal de visie over van "Rijk en Provincie"behoud door ontwikkeling" en geeft aan welke instrumenten zij hiervoor wil inzetten. De gemeente baseert mede haar beleid op de Landschapsvisie die in 2001 is opgesteld. In het conceptvoorontwerp wordt een tweesporenbeleid voorgesteld waarmee ontwikkelingen gestuurd en begeleid kunnen worden. In het eerste spoor wordt maximaal ingezet op de handhaving van het huidige veenweide- en droogmakerijlandschap door actieve ondersteuning van een duurzame en verbrede landbouw. In het tweede spoor wordt ingezet op de ontwikkeling van een hoogwaardig natuur en recreatielandschap. Dit spoor wordt gevolgd wanneer de landbouw, ondanks de mogelijkheden die geboden worden voor schaalvergroting en verbreding, er niet in slaagt om het gebied duurzaam te exploiteren.4 Aangezien het bestemmingsplan nog niet definitief is kunnen we in dit beleidsplan hierover nog geen conclusies getrokken worden.

Naast het bestemmingsplan zijn gemeenten verplicht een beeldkwaliteitsplan op te stellen. Het Stadsdeel Noord heeft een concept beeldkwaliteitsplan opgesteld. Het document geeft een redelijk compleet overzicht van de huidige ontwikkelingen maar scoort een onvoldoende waar het gaat om de ambities ten aanzien van de beeldkwaliteit en de daarvoor benodigde sturingsmechanismen. Juist waar het gaat om behoud door ontwikkeling mist het beeldkwaliteitsplan een visie op ontwikkelingen met de bijbehorende regie (on) mogelijkheden.5

3 Streekplan Noord-Holland Zuid, Provincie Noord Holland, 2002 4 Concept voorontwerp bestemmingsplan, Stadsdeel Amsterdam Noord, 13 februari 2007 5 Beeldkwaliteitsplan, Stadsdeel Amsterdam-Noord, 12 maart 2008

7

3. Het beleid van de CDR voor Landelijk Noord

In de nota's van Rijk, Provincie en Gemeente staat een visie beschreven die wij grotendeels kunnen onderschrijven. Hoewel in elke nota behoud door ontwikkeling een speerpunt vormt missen wij een visie op ontwikkelingen en zien het landschap zienderogen veranderen. Een duidelijk ontwikkelingspad met een centrale regie ontbreekt terwijl de dynamiek toeneemt. Het beleid van de CDR kent twee belangrijke uitgangspunten die in dit beleidsplan verder uitgewerkt worden:

1. Hoe behouden en ontwikkelen we het waardevolle open veenweidelandschap met de karakteristieke dorpen en hun agrarische bedrijvigheid de karakteristieke dorpen?

2. Hoe kunnen we de leefbaarheid voor de bewoners en werkers bewaken en ontwikkelen?

In de volgende hoofdstukken geeft de CDR haar visie op de ontwikkelingen die het landschap aangaan. Wij doen beleidsvoorstellen om deze ontwikkelingen te sturen en geven aan welke instrumenten hiervoor nodig zijn.

3.1 Het landschap

Ten eerste neemt de vraag naar ruimte steeds meer toe zowel voor "stedelijke" functies als woningbouw, recreatievoorzieningen, infrastructuur maar ook voor functies als water en natuur. Ten tweede, moet er gewaakt worden voor een afname van het aantal agrarische bedrijven en moet de – eventueel onvermijdelijke - schaalvergroting van deze bedrijven zorgvuldig begeleid worden. Ontegenzeggelijk is er een verstedelijking van agrarische gebouwen en percelen. Deze worden door stedelingen opgekocht en krijgen vervolgens weinig of geen Waterlandse bouwkenmerken meer mee. En ten derde vindt er in de landbouw een toenemende verbreding, bijvoorbeeld zorgboerderijen plaats. Daarbij bestaat de behoefte aan nieuwe gebouwen. Deze ontwikkelingen hoeven per definitie niet negatief te zijn maar leggen een druk op het cultuurhistorische landschap. Duidelijke doelen moeten aangeven hoe het behoud en de ontwikkeling van dit landschap gestuurd kunnen worden. Om dit te realiseren is een integrale visie nodig waar alle ontwikkelingen en doelen worden geformuleerd, geconcretiseerd en waarbij regiemogelijkheden worden geïnventariseerd.

Kortom, de CDR vindt per definitie dat alle ontwikkelingen gezien moeten worden in het kader van een ruimtelijk kwaliteitsbeleid.

8 3.2 Ruimtelijke kwaliteit en cultuurhistorie

Ontwikkelingen op het gebied van infrastructuur, verstedelijking, natuurontwikkeling, landbouw en waterbeheersing zijn vaak heel ingrijpend. In het verleden zijn soms grote ingrepen uitgevoerd zoals bijvoorbeeld de ruilverkaveling. Nu en in de toekomst zijn dergelijke ontwikkelingen denkbaar. Te denken valt aan intensivering van de landbouw of juist het verdwijnen ervan, ontwikkelingen in het IJmeer (aanlanding van snelweg Almere), het wel of niet voorrang geven aan natuurontwikkeling e.a.

Deze ontwikkelingen moeten gezien worden in een kader van ruimtelijke kwaliteit in relatie tot cultuurhistorie. Het landschap en de dorpen zijn door de eeuwen heen door menselijk handelen ontstaan. Door deze historisch gegroeide situatie heeft het landschap met de dorpen een herkenbare cultuurhistorische identiteit gekregen. Deze culturele identiteit is zoals wij het gebied herkennen en waarderen. Dit is geen individueel belang maar van de hele samenleving. De overheid behartigt het algemeen belang. Cultuurhistorische kwaliteiten dienen daarom dan ook volwaardig in de ruimtelijke ontwikkeling te worden betrokken. De samenleving mag dus van de overheid verwachten dat zij een ruimtelijk kwaliteitsbeleid voert en daarover voortdurend in contact blijft met de bewoners van het betreffende gebied.

Hoe groter de ruimtelijke waarde van een gebied, hoe krachtiger het ruimtelijk kwaliteitsbeleid ingezet kan worden. Landelijk Noord maakt deel uit van een Nationaal Landschap, bevat een aantal beschermde dorpsgezichten en monumenten en is uit cultuurhistorisch, landschappelijk/ecologisch oogpunt zeer waardevol. Het is dus een gebied dat zeker in aanmerking komt voor een intensief ruimtelijk kwaliteitsbeleid in relatie tot cultuurhistorie. Bovendien is het landschap zo open dat vrijwel elke ingreep zichtbaar is vanuit de openbare ruimte, dus ook wat er gebeurt aan de achterkanten van woonhuizen in de dorpen en op de boerenerven. De bebouwing en alle andere elementen in de dorpen en in het landschap moeten deze openheid waardig zijn.6

Ruimtelijk kwaliteitsbeleid steunt naar onze mening op drie peilers:

1. Beeldkwaliteit: een visie op de kwaliteit die we voor ogen hebben. Hoe ziet het gewenste landschap en de bebouwing eruit? 2. Regie: het geheel is meer dan de som der delen. We moeten zorgen dat ontwikkelingen in een groter geheel passen. Wie coördineert en begeleidt individuele burgers en ondernemers bij het nemen van hun beslissingen. 3. regelingen: er moeten adequate procedures zijn om alle dagelijkse ingrepen in de openbare ruimte in goede banen te leiden. De belangrijkste instrumenten zijn het bestemmingsplan en de Welstandsnota.

6 Bij het opstellen van deze paragraaf is onder meer gebruik gemaakt van het onderzoek „Landbouw in een leesbaar landschap, hoe gangbare en biologische landbouwbedrijven bijdragen aan landschapskwaliteit‟, Karina Hendriks en Derk Jan Stobbelaar, 2003, Uitgeverij Blauwdruk, Wageningen. Eén van de onderzochte landschappen is Waterland

9 Beleidsvoorstel landschap

Willen we het landschap open houden en de cultuurhistorische elementen waarborgen dan moeten we definiëren wat wij voor ogen hebben. De CDR heeft de volgende wensbeelden voor een open cultuurveenweidelandschap:

Geen uitbreiding met natuurgebied of ontwikkeling naar stedelijk landschap het bomen en struikwasbestand moet kritisch worden bezien. De verbouw van hooggewassen zoals maïs is landschapsvreemd en weidevogelvijandig. Alternatieven moeten worden onderzocht. Paardenvoorzieningen inpassen, geen landschapsverstorende hekken. Per saldo nul bebouwing. Zorgvuldige inpassing van gebouwen. Geen recreatie-eilanden in het IJmeer. Geen horizonvervuiling zoals windturbines, hoogspanningsmasten, campings Het landschap mag niet verder worden verdicht.

Aandacht voor:

Opruimen van recreatiegroen. Specifieke veenweideflora en fauna. Verruiging van het grasland tegengaan ivm duurzaam weidevogelbeheer. Gespreide maaidata waar mogelijk ivm broedseizoen. Meer koeien in de wei, paarden met mate. Verrommeling tegengaan.

3.3 Waterrijk Landelijk Noord

Landelijk Noord maakt deel uit van Waterland. Door haar cultuurhistorische geschiedenis is het landschapspatroon met de sloten, dieën en aeën ontstaan en heeft het landschap hier haar naam aan te danken. Het water heeft vanaf de middeleeuwen tot medio vorige eeuw een transportfunctie vervuld voor de agrarische sector. Brede sloten waren cruciaal voor het vervoeren van oogst, melk en verweiden van vee. Met de komst van de mechanisering in de agrarische sector is het belang van transport over het water komen te vervallen. Tegenwoordig vindt alle transport over de weg plaats. Er komen steeds meer vaste verbindingen tussen de weilanden en wegen zoals dammen en duikers. Voor de agrariërs is de breedte van de sloten geen noodzaak meer, sloten worden zelfs steeds smaller door het uittrappen van land door het vee. Het veenweidelandschap is gebaat met een hoog waterpeil. Een hoog waterpeil staat op gespannen voet met de grondgebonden landbouw. Agrariërs prefereren voor het gebruik van het land een lager waterpeil. De CDR pleit ervoor om heel nauwgezet een gedifferentieerd waterpeil te handhaven zodat het Waterlandse cultuurlandschap niet verdwijnt, klink wordt vertraagd en boeren hun activiteiten kunnen handhaven.

Volgermeer en Burkmeer De Volgermeer, voorheen een gifstortplaats wordt op dit moment gesaneerd. Na de sanering zal de Volgermeer te zien zijn als een platte, grotendeels onbegroeide heuvel. Op deze heuvel worden natte percelen ingericht (“sawa‟s”), waarin veen moet gaan groeien. Dit natuurgebied zal beheerd moeten gaan worden. De CDR is positief over de plannen rond de inrichting van het gebied maar wil wel graag betrokken blijven als er wegen en paden

10 aangelegd worden. Dit gebied is bij uitstek geschikt voor langzaam verkeer en ongeschikt voor gemotoriseerd verkeer. Ook biedt het beheer van het gebied kansen voor de agrarische sector. Dit gebied is bij uitstek geschikt om door agrariërs te laten beheren.

Om de waterrijkdom te behouden en te versterken hanteert de CDR de volgende uitgangspunten:

Beleidsvoorstel behoud waterrijkdom

Historisch slotenpatroon. Slotenpatroon verbreden waar mogelijk.

Aandacht voor:

Geen demping van sloten. Geen vermeerdering van dammen. Agrarisch beheer van de Volgermeer en Burkmeer. Inheems waterfauna. Gedifferentieerd waterpeil. Ecologische waterverbindingen creëren. Inrichting van de Volgermeer en Burkmeer voor langzaam verkeer.

3.4 Karakteristieke bebouwing

Het landschap kan alleen zijn cultuurhistorische kernkwaliteiten behouden wanneer we ook de bebouwing plaatsen in een kader van ruimtelijk- en beeldkwaliteitsbeleid. De CDR pleit ervoor om verrommeling van het landschap tegen te gaan en geen nieuwbouw toe te staan mits dit aantoonbaar noodzakelijk is voor het beheer van het landschap. Voor de bebouwing betekent dit dat er - voordat er planvorming is voor nieuwe bebouwing - er eerst onderzocht moet worden of er leegstaande bebouwingen zijn waarin ook een vestiging mogelijk is. Nieuwbouw is alleen mogelijk als dit aantoonbaar noodzakelijk is voor het beheer van het landschap en het bebouwing betreft die in het landschap past. Elke ingreep in het landschap is zichtbaar en hier zal ook strikter op gehandhaafd moeten worden.

Alle ontwikkelingen die plaatsvinden in het landschap zijn van directe invloed op de ruimtelijke kwaliteit. Het bestemmingsplan van Landelijk Noord, het beeldkwaliteitsplan en de welstandsnota moeten daarom gericht zijn op ruimtelijke kwaliteit.

Belangrijke uitgangspunten van de CDR zijn:

Beleidsvoorstel karakteristieke bebouwing

Karakteristieke bebouwing handhaven. Nieuwbouw en verbouw niet naar eigen beleving. Bebouwing volgens bestaande richtlijnen. Bebouwing toetsen aan vastgelegde streekkenmerken.

11 Aandacht voor:

Relatie met het landschap. Maten in verhouding tot het landschap. Niet dominerend in het landschap. Natuurlijke materialen. Genuanceerd kleurgebruik. Een bouwstijl die past bij de belevingswereld van de bewoners. Participatie van de bewonersvertegenwoordiging (dorpsraden) bij het ontwikkelen van nieuwe plannen. Uitgeven van een productcatalogus voor Waterlandse stallen. Erfinrichting en erfbeplanting. Clustering van gebouwen. Sloop van irrelevante bebouwing.

4. De Dorpen

In Landelijk Noord liggen vijf dorpen, Ransdorp, Zunderdorp en Holysloot liggen midden in het veenweidegebied. Deze dorpen hebben uitlopers in de vorm van boerderijlinten zoals de Liergouw, Bloemendalergouw en de Broekergouw. Durgerdam en Schellingwoude zijn karakteristieke Waterlandse dijkdorpen met een weids uitzicht over het IJ. In totaal wonen er in de dorpen circa 2.000 mensen. Ransdorp, Durgerdam en Holysloot hebben een beschermd dorpsgezicht.

Door de ontstaansgeschiedenis van de dorpen hebben zij de kenmerkende ruimtelijke structuur gekregen. De open ligging van de dorpen en de aanwezigheid van vele monumentale panden maken dat alle dorpen cultuurhistorisch van grote betekenis zijn.

Elk dorp heeft haar eigen dorpsraad die zich bezighoudt met dorpse kwesties. De raden houden zich bezig met kwesties als leefbaarheid binnen de dorpen, het faciliteren van het verenigingsleven, kunst, cultuur en welzijn, verkeer en recreatiedruk, bebouwing binnen de grenzen, en het nieuwe gebruik van bestaande bebouwing.

We zien dat de dorpen van Landelijk Noord in de twintigste eeuw veranderd zijn van multifunctionele dorpen naar dorpen waarin vooral de woonfunctie voorop staat. Dit heeft gevolgen voor de bestaande bebouwing. Boerderijen krijgen een woon- of zorgfunctie, bestaande woningen worden naar eigen inzicht uitgebreid of er wordt gezocht naar uitbreidingsmogelijkheden om eigen dorpelingen te huisvesten. Woonwensen en ontwikkelingen die zijn gericht op het individuele belang kunnen het gemeenschappelijk belang- de cultuurhistorische betekenis- van de dorpen aantasten. De CDR zal daarom in het algemeen het gemeenschappelijk belang laten prevaleren.

Elk dorp heeft zijn eigen beleidsvoornemens ten aanzien van de toekomst. In hoofdstuk 12 worden deze per dorp verwoord. De CDR hanteert de volgende beleidsvoornemens die alle vijf dorpen raken.

12 Beleidsvoorstel dorpen

Geen bebouwing die niet binnen karakteristiek van het dorp past. Terughoudend nieuwbouwbeleid. Legalisering huidige noodwoningen of illegale woningen van bestaande gevallen. Geen nieuwe illegale bouw toestaan. Agrarische nevenactiviteiten alleen in bestaande bebouwing. Terugdringing van verkeersbewegingen. Geen sluipverkeer. Geen verrommeling.

Aandacht voor:

Inventarisatie en bescherming van monumenten en cultuurhistorisch waardevolle bebouwing en andere elementen in de dorpen. Agrarische sector als economische ruggengraat voor behoud van het karakter van het landschap. Projectontwikkeling wordt nauwlettend gevolgd. Legalisering van noodwoningen of woningen. Gebiedsgericht welstandstoezicht op bouwwerken. Bedrijvigheid (werkgelegenheid) moeten – binnen bovengenoemde randvoorwaarde - de ruimte kunnen krijgen. Verkeerscirculatie- en verkeersveiligheidsplan. Bestaande functiemenging behouden, mits andere functies dan wonen niet bezwaarlijk zijn voor de woon- en ruimtelijke kwaliteit. Functies die belangrijk zijn voor de gemeenschap, zoals allerlei voorzieningen en kleinschalige heeft hoge prioriteit. Verrommeling tegengaan. Beeldkwaliteitsplan, bestemmingsplan, welstandsnota moeten gericht zijn op cultuurhistorische waarde van de dorpen.

13 5. Cultuur en kunst

Cultuur is een overkoepelend begrip voor alles wat door menselijk handelen ontstaat. De CDR is van mening dat cultuur en kunst bijdragen aan sociale cohesie en binding met Landelijk Noord. Ook voor de stedeling dragen activiteiten bij aan de verbeelding van het landschap. Door de sterk groeiende behoefte aan meer kunstzinnige en culturele projecten heeft de CDR de werkgroep Cultuur en Kunst opgericht. Deze werkgroep speelt een actieve rol in de culturele ontwikkelingen van het Landelijk gebied. Zij gebruikt het landschap, haar geschiedenis en de toekomst als uitgangspunt voor haar activiteiten. De activiteiten zijn met name gericht op de dorpen in Landelijk Noord maar zullen zeker een uitstraling hebben over Waterland.

Beleidsvoorstel cultuur en kunst

Aandacht voor:

Het bevorderen en stimuleren van culturele initiatieven binnen Landelijk Noord zoals:

Het organiseren van dorpsoverstijgende evenementen. Het organiseren van tentoonstellingen. Het organiseren van lezingen voor dorps- en stadgenoten. Het uitgeven van publicaties die met de evenementen samenhangen. Het organiseren van concerten en (film-)voorstellingen. Het organiseren van fiets- en wandelroutes met muziek, beeldende kunst en literatuur.

14 6. Dragers van het open landschap

De agrarische sector is van oudsher de belangrijkste gebruiker en beheerder van het landschap. De CDR heeft als uitgangspunt dat duurzame landbouw gekoppeld wordt aan het beheer van het landschap. Voor het duurzaam onderhouden van het veenweidegebied is de grondgebonden landbouw belangrijk. Grondgebonden landbouw betekent dat agrariërs het gebied beheren en onderhouden. De agrarische functie is nodig om de openheid van het veenweidelandschap te behouden. Zonder agrarisch gebruik zal er verruiging plaatsvinden en verandert het gebied in een gebied met moerasbossen en rietvelden.

Het gemeentelijk beleid is er op gericht dat agrariërs het huidige veenweidegebied blijven gebruiken en beheren. Dat betekent dat er genoeg 'gezonde' boerenbedrijven moeten zijn die deze taak ook kunnen uitvoeren. Daarnaast zet het gemeentelijk beleid in op de ontwikkeling van een natuur- en recreatielandschap.7 Landelijk Noord wordt dan een natuurpark. De CDR is van mening dat ingezet moet worden op duurzame landbouw gekoppeld aan het behoud van de kernkwaliteiten van het gebied. Onder kernkwaliteiten verstaan wij;

De grote openheid van het landschap. De vele weide- en moerasvogels. Het oude geometrische inrichtingspatroon in de droogmakerijen. De veenweidegrond. De middeleeuwse strokenverkavelingen en de historische watergangen. Karakteristieke dijk- en lintdorpen.

Ontwikkelingen in de agrarische sector zijn dan ook van grote betekenis voor de toekomst van het gebied. De CDR heeft door het Landbouw Economisch Instituut in maart 2008 een toekomstverkenning laten doen over de stand van zaken in de agrarische sector in Landelijk Noord en zet zich in voor een vervolgonderzoek onder de agrariërs om vanuit die bedrijfstak tot een breed gedragen en oplossingsgerichte toekomstvisie te komen.(zie projectplan Gebiedsontwikkeling en Beeldkwaliteit.)

Toekomstverkenning

We zien de laatste jaren een kleine afname van boerenbedrijven. Negatieve ontwikkelingen in de agrarische sector zoals het niet meer rendabel kunnen boeren, boeren die met pensioen gaan, opvolgingsproblemen, maken dat er in de toekomst weinig boerenbedrijven zijn die het veenweidelandschap kunnen beheren. De CDR heeft enkele gegevens in beeld gebracht met behulp van de Landbouwtelling8:

7 concept voorontwerpbestemmingsplan, Amsterdam Stadsdeel Noord, 13 februari 2007 8 toekomstverkenning agrarische sector Landelijk Noord, LEI, 26 maart 2008

15 Structuurkenmerken:

Omvang ongeveer 1300 hectare grasland in 2007. 50 landbouwbedrijven, waarvan 16 melkvee, 11 grasland-, 21 graasdier- en 2 overige bedrijven. 70% hoofdberoep. Gemiddelde leeftijd ondernemers is 55 jaar, waarvan 20% een opvolger heeft. 1100 melkkoeien, 1400 overige runderen en 3000 schapen. 60% van de bedrijven doet aan verbrede landbouw. 80% daarvan doet aan agrarisch natuurbeheer. 3 zorgboerderijen in 2005. Aantal bedrijven is in de periode 2002-2007 gedaald van 54 naar 50 aantal melkkoeien en quotum is gelijk gebleven. Aantal overige graasdieren toegenomen, aantal schapen afgenomen (14%), aantal overige runderen is met 6% toegenomen.

Hoewel er een afname zichtbaar is, betekent dit niet dat er voor deze sector geen kansen liggen. Landelijk Noord heeft een relatief perspectiefvolle agrarische sector. Er zijn verschillende scenario's denkbaar waardoor agrariërs nieuwe toekomstperspectieven krijgen en het landschap behouden kan blijven. Dit betekent niet dat agrariërs onbegrensde ruimte krijgen. In Landelijk Noord moet het beheer en het behoud van het karakteristieke landschap voorop staan.

Beleidsvoorstel: Gebiedsontwikkeling en Beeldkwaliteit

In Landelijk Noord zijn de productieomstandigheden van de agrarische sector niet optimaal terwijl de landbouw onontbeerlijk is voor de instandhouding van het waardevolle cultuurlandschap. De CDR en de inwoners van Landelijk Noord zien dit probleem en willen hiervoor gericht oplossingen zoeken. De CDR heeft hiervoor de werkgroep Agrariërs opgericht. Binnen de kaders van de CDR hanteert zij het volgende uitgangspunt: duurzame landbouw wordt gekoppeld aan het beheer van het landschap.

Aandacht voor

Een krachtige agrarische sector. Beeldkwaliteit koppelen aan ontwikkelingen agrarische sector. Projectplan tbv gebiedsontwikkeling en beeldkwaliteit.

Projectplan: Gebiedsontwikkeling en Beeldkwaliteit

De werkgroep Agrariërs van de CDR heeft een visie opgesteld over de toekomst van het landschap en het boerenbedrijf in Landelijk Noord. In deze visie wordt een integrale benadering voorgesteld. Wat zijn de diverse mogelijkheden om de agrarische sector krachtiger te maken, welke randvoorwaarden zijn hiervoor nodig en hoe kunnen deze ontwikkelingen ingepast worden in het landschap zodat dit de beeldkwaliteit ten goede komt. Dit heeft geresulteerd in een projectplan. Hiervoor heeft de CDR in 2008 een subsidie van Nationaal Landschap Laag Holland ontvangen.

In dit projectplan zullen er diverse mogelijkheden onderzocht worden zoals schaalvergroting, grondruil, wat gaat er gebeuren met vrijkomende grond als een agrariër wil stoppen of als

16 een agrarisch bedrijf wil groeien en mogelijke ontwikkelingen voor "stedelijke"functies. Deze mogelijkheden worden onderzocht en zullen inzichtelijk gemaakt worden in het projectplan. Het projectplan zal leiden tot het opstellen van gebiedsbedrijfsplannen.

De ontwikkelingen die voortkomen uit het projectplan zullen consequenties hebben voor de beeldkwaliteit van het landschap. Als er bijvoorbeeld nieuwbouw noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering dan zijn er ingrepen in het landschap denkbaar die niet altijd ten gunste zijn van de beeldkwaliteit van het landschap. De CDR wil de agrarische sector hierin ondersteunen met een beeldkwaliteitsplan zodat agrarische bebouwing landschappelijk ingepast wordt. Voor de realisatie van het projectplan zal deskundige ondersteuning ingezet worden. De verwachting is dat medio 2009 de resultaten project in beeld gebracht zijn.

Naast de CDR participeren het Landbouw Economische Instituut (LEI), het Nationaal Landschap Laag Holland, Water Land en Dijken, het SDAN, LTO in deze planvorming.

7. Recreatie

Landelijk Noord is bij uitstek en gebied om te recreëren. Rust, ruimte en openheid van het landschap worden als kernwaarden door inwoners en recreanten hoog gewaardeerd. Er zijn fietspaden, kanoroutes, jachthavens, motortochten, cafés en restaurants, lammetjesdagen enzovoorts. Het genieten van het landschap draagt bij aan de bewustwording deze kernwaarden in stand te houden en het beheer (financieel) mogelijk te maken.

De stad kent het concept van citymarketing, dit is een manier om structureel te werken aan het beeld van de stad. Beeldvorming is essentieel bij de waarneming en geeft een stad, product, dienst en ook een landschap een bepaalde identiteit. De identiteit van Landelijk Noord is volgens de CDR een open cultuurhistorische veenweidegebied waar je rust en ruimte vindt. De beeldvorming die wij willen uitdragen richt zich op hoe mensen, inwoners en stedelingen denken over Landelijk Noord. Dit denken bepaalt de houding die men aanneemt ten opzicht van het gebied. Vervolgens is deze houding van invloed op het gedrag: ga je met de auto of de fiets recreëren.

De CDR is een voorstander om het gebied te promoten als een cultuurhistorisch landschap waar je rust en ruimte vindt en waar het goed recreëren is te voet of met de fiets. Om deze kerndoelstelling structureel onder de aandacht te brengen zijn wel een aantal randvoorwaarden nodig. Het gebied verdraagt geen grootschalige recreatie en horeca, deze moet kleinschalig en extensief van opzet zijn. Hoewel het streekplan Noord-Holland Zuid zegt dat kleinschalige maatregelen voor de verdere ontwikkeling van toerisme mogelijk moeten zijn wordt niet precies aangegeven wat dat precies inhoudt. We moeten daarom ontwikkelingen die de recreatie aangaan toetsen aan onze kerndoelstelling. De CDR hanteert hierbij de volgende uitgangspunten:

Beleidsvoorstel recreatie

Geen grootschalige recreatie. Gemotoriseerd recreatieverkeer ontmoedigen. Waterlandse Poort toestaan mits er een oplossing gevonden wordt om gemotoriseerd verkeer in het gebied tegen te gaan. Geen toename van accommodaties in Durgerdam. Camping het Boschje verkleinen.

17 Aandacht voor Versterking van de (beeldvorming) identiteit van Landelijk Noord. Kleinschalige recreatie, te voet, te fiets of over het water per kano, fluisterboot. Versterking van plattelandstoerisme. Logiesaanbod bij agrarische ondernemers, zoals hotel de Boerenkamer. Oplossingen voordragen voor verkeersproblemen rond de Waterlandse Poort Minder huisjes op camping het Boschje.

8. Verkeer

In Landelijk Noord wonen en werken mensen. Daarnaast vervult het gebied een stedelijke recreatiefunctie. Inwoners, (agrarische) bedrijven zijn gebaat bij een goede toegankelijkheid. Naast het gemotoriseerde recreatieve autoverkeer heeft het wegennet te maken met sluipverkeer en zwaar verkeer. De verkeersdruk op het wegennet is hierdoor onaanvaardbaar hoog. Wil het gebied voor de stedeling aantrekkelijk blijven voor rust en ruimte dan is grootschalige recreatie ongewenst. De stedelijke wens voor meer recreatie, de ontwikkelingen om economische vitaliteit van de agrarische sector te versterken, een goede bereikbaarheid van voorzieningen en woningen vraagt om stringente maatregelen voor sluip- en zwaar verkeer en de infrastructuur. In een plan van aanpak zal in kaart gebracht moeten worden hoe verkeersstromen van elkaar gescheiden kunnen worden voor de veiligheid van de recreant en de uitoefening van het boerenbedrijf.

Beleidsvoorstel verkeer

Onaanvaardbare verkeersdruk verminderen. Geen zwaarverkeer door de dorpen muv bestemmingsverkeer. Geen gemotoriseerd recreatieverkeer.

Aandacht voor Oplossingen verkeersproblematiek in het bestemmingsplan. Verkeersveiligheid- en verkeerscirculatieplan.

18 9. Beleidsvoorstellen als integraal geheel

De CDR beschrijft in de voorgaande hoofdstukken haar beleidsvoorstellen ten aanzien van het landschap, de dorpen, de agrarische sector, de recreatie en het verkeer.

De CDR wil de rust ruimte en openheid van het cultuurhistorische veenweidelandschap behouden, ontwikkelen en versterken. Het herkenbaar houden van de culturele identiteit van het landschap moet daarbij het uitgangspunt zijn voor de ruimtelijke planvorming. Dat dit een dynamisch proces is mag duidelijk zijn. Behoud door ontwikkeling vereist daarom een integrale aanpak met een centrale regie. De CDR adviseert het volgende:

9.1 Integrale landschapvisie met centrale regie

Willen we de koe en het schaap in de wei houden en het karakteristieke landschap waarborgen dan is er is er een integrale landschapsvisie nodig. Een integrale landschapsvisie geeft aan hoe de economische vitaliteit van het gebied ontwikkeld kan worden en geeft aan hoe het beheer en behoud van het cultuurlandschap geregeld worden en welke instrumenten hiervoor nodig zijn.

Bij de ontwikkelingen die in Landelijk Noord plaatsvinden zijn er veel partijen betrokken. De belangen van deze partijen dienen goed afgewogen te worden en op de juiste wijze gestuurd te worden. Het streven naar een duurzame economische en ecologische structuur waarbij cultuurhistorische kernkwaliteiten gewaarborgd blijven vragen om een centrale afstemming en monitoring. De CDR pleit daarom ook voor een centrale regie. Voor de invulling van de integrale landschapsvisie is de inzet van de volgende instrumenten nodig:

Bestemmingsplan: In het conceptvoorontwerpbestemmingsplan spreekt men over: de landschappelijke en cultuurhistorische betekenis van het gebied en de hier aanwezige natuurwaarden worden breed onderkend. De CDR onderkent deze waarden niet alleen maar stelt dat het open en karakteristieke veenweidelandschap het belangrijkste product is van Landelijk Noord. In het definitieve bestemmingsplan zou het hele buitengebied de bestemming van waardevol natuur- en cultuurlandschap moeten krijgen waarbij duurzaam agrarische natuurbeheer het uitgangspunt is.

Beeldkwaliteitsplan: Het beeldkwaliteitsplan is het instrument van de overheid om een visie weer geven op de ontwikkelingen en dynamiek die plaatsvindt in Landelijk Noord en de consequenties die deze hebben voor de beeldkwaliteit. Het concept beeldkwaliteitsplan van het SDAN behoeft daarom aanvulling.

Welstandsnota: De CDR pleit ook voor een nauwkeurig, gebiedsgericht welstandstoezicht, zodat ook nieuwe bouwwerken en ingrepen aan bestaande bouwwerken qua plaatsing, maat en schaal, materiaalgebruik, detaillering en kleurgebruik passend zijn voor Landelijk Noord. De welstandsnota uit 2004 van het SDAN geeft hiervoor welstandscriteria. Deze welstandscriteria zouden aangescherpt moeten worden. De commissie krijgt hierdoor meer toetsingscriteria in huis waardoor de landschappelijke inpasbaarheid en de vormgeving van de bebouwing verbeterd wordt.

19 Beleidsplan CDR: Het beleidsplan geeft een visie weer over toekomstige ontwikkelingen in Landelijk Noord en hoe de CDR hieraan sturing wil geven.

Projectplan Gebiedsontwikkeling en Beeldkwaliteit Economische vitaliteit van het gebied is te bereiken door het agrarisch landschapsbeheer te stimuleren. De CDR stelt hiervoor een projectplan op. Landbouw-economische ontwikkelingen worden in samenhang gebracht met de ruimtelijke kwaliteit van het gebied. Voor de agrarische bebouwing wil de CDR een productencatalogus uitgeven waarin voorbeelden van Waterlandse stallen staan.

10.Tot besluit

Landelijk Noord is een nationaal cultuurhistorisch landschap. Inwoners en gebruikers zijn medeverantwoordelijk voor het behoud en de ontwikkeling van het landschap. Dit betekent dat de CDR altijd zal kiezen voor het publieke belang van het landschap en de cultuurhistorie. De CDR heeft om dit publieke belang te dienen drie werkgroepen die het Dagelijks Bestuur adviseren.

De werkgroep Ruimtelijke Ordening en Landschap; deze werkgroep adviseert over alle ontwikkelingen die het landschap en de dorpen aangaan.

De werkgroep Agrariërs: deze werkgroep adviseert over de positie, toekomstperspectieven van agrariërs in samenhang met het landschapsbeheer.

De werkgroep Cultuur en Kunst: deze werkgroep heeft als doel het brede begrip van cultuur helder te maken en daarmee de binding tussen de vijf dorpen te versterken.

20 11. De dorpen in beeld

In Landelijk Noord liggen de vijf dorpen Ransdorp, Schellingwoude, Durgerdam, Zunderdorp en Holysloot. In hoofdstuk 5 zijn de onderwerpen besproken die de vijf dorpen aangaan. Daarnaast heeft elk dorp specifieke beleidsvoornemens voor de komende jaren.

11.1 Ransdorp

De dorpsraad behartigt de belangen van in- en omwonenden van Ransdorp. Zij streeft naar behoud van het dorpse karakter en beschermd dorpsgezicht. Speciale aandacht gaat uit naar de volgende punten:

OBS de Weide Vogel Ransdorp wil zich in de toekomst blijven inzetten voor behoud van de OBS de Weide Vogel. Niet alleen is goed basisonderwijs essentieel voor kinderen en hun verdere toekomst, het bindt de kinderen ook aan hun eigen grond en is daarmee ook een soort van verzekering voor behoud en continuering van de 5 dorpen en het omringende landschap. Een openbare basisschool in dit gebied zal de leefbaarheid en levendigheid vergroten.

Dorpshuis de Beke De dorpsraad zal zich blijvend inzetten voor het voortbestaan en gebruik van het Dorpshuis door de Ransdorpers. De Beke is van wezenlijke betekenis voor het sociale leven in deze kleine gemeenschap.

Raadshuis en de Kerk/toren De dorpsraad zal erop toezien dat het (commerciële) gebruik van Kerk en Raadshuis zo min mogelijk geluids- of verkeerslast zal veroorzaken.

Agrarische bedrijven De dorpsraad is er ervan doordrongen dat de agrarische bedrijven in en rondom Ransdorp een blijvend en essentieel onderdeel zijn van dit gebied. Boerenbedrijven zijn een belangrijk element voor de zorg en instandhouding van dit specifieke open veenweide gebied. De dorpsraad zal zich daarom zoveel mogelijk blijven inzetten voor behoud van 'haar' boerenbedrijven maar wel onder de voorwaarde dat geen blijvende schade aan dorp of land wordt toegebracht.

Verkeersbeleid Een zijn drie grote verkeersproblemen in Ransdorp: 1. Verkeersveiligheid voor kinderen. Er moeten stoepen of anderzijds veilige looproutes komen voor de kinderen. Vooral voor het brengen en halen van schoolkinderen is dit urgent. 2. Zwaar verkeer. Al het zware verkeer moet verboden worden om door het dorp te mogen rijden. Dit veroorzaakt onacceptabele schade aan de huizen. Eventueel met uitzondering van bestemmingsverkeer. 3. Sluipverkeer. Sluipverkeer moet worden voorkomen. Verkeerscirculatieplan: in grote lijnen is de dorpsraad het eens met de analyses en de voorgestelde oplossingen in het meest recente verkeerscirculatie plan. Gemeente, Hoogheemraadschap en Provincie moeten worden aangespoord om deze plannen uit te voeren.

Parkeerbeleid De dorpsraad is van mening dat parkeren binnen het dorp door niet-bewoners zo veel mogelijk voorkomen moet worden. De dorpsraad is voorstander van oplossingen die bijdragen tot vermindering van de verkeers- en parkeerproblemen in het dorp, bijvoorbeeld door twee kleine en bescheiden parkeerplaatsen te maken aan de noord- en zuidkant van het dorp.

21

Beheer openbare ruimte De dorpsraad zet zich in voor het behoud en onderhoud van de „openbare dorps ruimte‟ waaronder de muziektent, bomen en bermen en bestrating. Dit geldt in bepaalde mate ook voor het schoolplein dat, buiten schooluren, ook gebruikt wordt door onder meer de dorpsjeugd en voor dorpsfestiviteiten. (nb: Ransdorp heeft, als enige van de vijf dorpen, geen eigen speelplaats. Hier zou in de toekomst meer voor geregeld moeten worden).

Wonen De dorpsraad is voor terughoudend beleid betreffende nieuwbouw. Eventuele verbouwingen en/of veranderingen dienen het karakter van het dorp niet aan te tasten. Men dient rekening te houden met de zgn. „Waterlandse stijl‟ om zinloze modernismen tegen te gaan. De dorpsraad zet zich in voor een goede vertaling van de belangen van bewoners in het nieuwe bestemmingsplan, dat dan als uitgangspunt moet dienen.

11.2 Schellingwoude

Schellingwoude is het enige dorp in landelijk noord dat binnen de ringweg van Amsterdam ligt. De laatste jaren is de druk op verstedelijking van Schellingwoude sterk toegenomen en het is te verwachten dat deze ontwikkeling de komende jaren zal doorzetten.

Ondanks dat blijft Schellingwoude een landelijke enclave, met een oriëntatie op het Waterland. Nog steeds kent ons dorp agrarische bedrijvigheid, rust, veenweide en slechts laagbouw met relatief weinig volume. De dorpsraad zal zich daarom de komende jaren inzetten voor ontwikkelingen die het dorpse karakter behouden.

Sociaal-maatschappelijk Ook in de sociale structuur van het dorp is er de laatste jaren veel veranderd. De tijd van het boerendorp ligt ver achter ons. Schellingwoude heeft zich het afgelopen decennium ontwikkeld tot een geliefde woonplek voor Amsterdammers. De huizenprijzen zijn gestegen, waardoor er grote verschuivingen in de bevolkingsopbouw hebben plaatsgevonden. Welvarende, hoogopgeleide bewoners zetten de toon. Van origine stadsbewoners voor wie rust, ruimte en een kindvriendelijke omgeving belangrijke voorwaarden zijn. Maar belangrijker dan dit is het tempo waarin deze omslag zich heeft voltrokken. Schellingwoude telt veel nieuwkomers. Nieuwkomers met nieuw elan, nieuwe en andere initiatieven. Bestaande sociale structuren, ingesleten patronen en verenigingsleven ontwikkelen zich mee. De veranderingen zijn de laatste jaren in een stroomversnelling geraakt.

Behoud van het dorpse karakter, met veel groen, kleinschalige structuren en een prettige woonomgeving staan bij alle betrokkenen hoog in het vaandel. Met andere woorden: in algemene termen is er in de stad grote eenstemmigheid over de toekomst van Schellingwoude. De vraag is echter: is dit streven reëel in een omgeving die de laatste decennia zwaar aan het verstedelijken is? De ringweg heeft Schellingwoude in de jaren 80 fysiek van landelijk Noord afgesneden, terwijl door de komst van IJ-burg en de geplande hoogbouw op het , de verstedelijking ons dorp aan driekanten zal omsluiten. In de toekomst zal Schellingwoude steeds meer het karakter krijgen van een landelijke enclave.

22 Bestemmingsplan Bijna alle vrijkomende agrarische- en bedrijfsterreinen worden de laatste jaren opgekocht door projectontwikkelaars. Sommigen met oog op rendement op lange termijn (de agrarische gebieden net buiten de ring) anderen met de bedoeling om op korte termijn een investering rendabel te maken (Bert Pols, industrieterreinen rond de Oranjewerf). Het probleem hierbij is dat hierdoor de bestemming in de eerste plaats wordt gestuurd door rendement. Grootschalige bestemming rendeert het best. De dorpsraad taxeert daarom de belangstelling van projectontwikkelaars a priori als gevaarlijk voor het behoud van het dorpse karakter. Het stadsdeel heeft zich tot nog toe afzijdig gehouden van deze ontwikkelingen in de markt. In het licht van deze ontwikkelingen lijkt de vraag reëel of een dergelijke afzijdigheid ondersteunend werkt voort de genoemde beleidsdoelstellingen. Immers met de activiteiten van diverse projectontwikkelaars bestaat het gevaar dat er een versnipperde uitvoering ontstaat waarin van project na project uiteindelijk leidt tot een ontwikkeling waarvan het lange termijneffect een verdere verstedelijking van het gebied betekent. Het vaststellen en handhaven van een goed bestemmingsplan is juist in deze situatie belangrijk. De dorpsraad hecht daarom veel waarde aan een goed en duidelijk bestemmingsplan.

Wanneer het dorp wil ontsnappen aan een verdere verstedelijking, stelt de dorpsraad zich voor de komende jaren de volgende zaken ten doel.

1. Het stimuleren en aanjagen van een brede participatie van de bewoners bij de ontwikkelingen in het dorp. De dorpsraad wil een stem geven aan de wensen en belangen zoals die door de bewoners van het dorp worden ervaren. Maar de dorpsraad wil niet alleen een spreekbuis zijn. Nadrukkelijk hebben we de ambitie om bewoners bij de ontwikkelingen te betrekken en te enthousiasmeren voor bemoeienis met hun eigen omgeving. Daarvoor willen we ook de komende jaren met bewoners in gesprek en discussie. Vanuit een breed gedragen gemeenschapsgevoel vinden wij het belangrijk om met enthousiasme vorm te geven aan de wensen van de bewoners. Behalve „belangenbehartiging‟ zijn begrippen als „goede sfeer‟ en „begrip voor elkaar positie‟ voor ons daarbij belangrijk.

2. Het kritisch volgen van ontwikkelingen, met name op die punten waar het landelijke karakter verder wordt aangetast.

Verkeer Willen we het karakter van het dorp behouden, dan zal een toename van de verkeersdruk mbt autoverkeer niet toelaatbaar zijn. Alle ontwikkelingen zullen daarom „verkeersdrukneutraal‟ moeten plaatsvinden.

Bebouwing Grootschalige bebouwing zal het karakter van het dorp aantasten. Waar bouwoppervlak en – volume groeien, zal deze groei bescheiden moeten zijn. Deze voorgestane ontwikkelingen staan in schril contrast met de grootschalige ontwikkelingen in de gebieden om ons heen.

Wonen-werken Schellingwoude is steeds meer in de eerste plaats een „woondorp‟ geworden. Voor de dorpsraad is wonen niet heilig, in die zin dat een mengeling van wonen en kleinschalige bedrijvigheid een randvoorwaarde is voor een evenwichtige en sterke dorpsgemeenschap. Met andere woorden. Bedrijvigheid juichen wij toe, mits op kleine schaal.

Water Schellingwoude is van oudsher georiënteerd op het water. Hoewel schippers en sluispersoneel geen groot deel van de bevolking meer uitmaken, leeft de wens bij de bewoners om deze oriëntatie ook in de toekomst te blijven waarmaken. Hiervoor moet een

23 nieuwe vorm worden gevonden. De legalisering van de woonschepen in Schellingwoude draagt bij aan de binding met het water op lange termijn. Daarnaast is het behoud van de wachtsteigers voor vrachtschepen een wens die leeft bij de dorpsraad. Wel is het ook daarbij zo dat grootschalige ontwikkelingen door de bewoners wordt afgewezen. De voorgestane uitbreiding met 110 meter schepen is daarvan een voorbeeld.

Natuur en agrarisch gebied Recent zijn er een aantal terrein en als beschermd natuurterrein aangewezen. Ook wordt er volop gewerkt aan de ontwikkeling van een parkachtige groenstrook langs de oevers van het Y. Op het moment kunnen dorp, dorpsraad en stadsdeelbestuur zich vinden in een kleinschalige aanpak. De dorpsraad wil de vinger aan de pols houden bij de uitvoering van de plannen. Schellingoude kent nog enkele weidepercelen waarop agrarische bedrijfsvoering wordt uitgeoefend. Het behoud van deze percelen vinden we belangrijk. De bestaande volkstuincomplexen zijn een ook voorbeeld van een bestemming die het dorpse karakter niet aantasten. We zijn wel bang voor de bestemmingsontwikkeling: volkstuin, sportveld, woningbouw op lange termijn.

11.3 Holysloot

De dorpsraad behartigt de belangen van in- en omwonenden van Holysloot. Zij streeft in haar beleidsvoornemens naar de volgende punten:

Dorpshuis Oplossen van problemen bij juridische constructie dorpshuis. Hoe kan het dorpshuis beheerd worden na 2008, als huurcontract Kansweb afloopt? Kansweb of stadsdeel als hoofdhuurder? Of eigen stichting. Er moet een doortimmerd plan gemaakt worden om de subsidie veilig te stellen voor de dorpsgemeenschap.

Agrarische bedrijven We moeten uitgaan van de agrarische bedrijven als ruggengraat van Waterland en open veenweidegebied. Zonder deze activiteiten en de zorg van de boeren is er geen uniek landschap.

Het faciliteiten van agrarische nevenberoepsbedrijven wordt alleen in bestaande bebouwing toegestaan en niet op nieuwe locaties. Mogelijke nieuwe functies mogen het karakter van dorp en landschap niet aantasten. De ad hoc oplossingen die nu aangedragen worden zijn volstrekt onvoldoende op de langere termijn. Om agrarische bedrijven bij elkaar te houden en versnippering tegen te gaan, zal het noodzakelijk zijn dat bedrijven verplaatst kunnen worden, bijvoorbeeld als boeren stoppen en daadoor grond vrij valt. Bij de bespreking van deze ideeën in de werkgroep Ruimtelijke Ordening en Landschap (ROL) van de CDR en in de dorpsraad van Holysloot stelt deze laatste zich achter de tekst van het ontwerpbestemmingsplan waarin staat dat nieuwbouw alleen in de bestaande kernen zal plaats vinden. Alleen bij grote uitzondering zou een nieuw bedrijf een nieuwe locatie kunnen krijgen buiten de bebouwde kom, in het buitengebied.

Aandacht voor vervoers- en milieuaspecten. Vestiging buiten de dorpskern kan alleen op bestaande locaties. We bevorderen dat agrarische bedrijven in het Waterlandse gebied blijven gevestigd.

Een totaalvisie over de agrarische toekomst van bedrijven ontbreekt, de ruilverkaveling zoals die in het verleden plaatsvond is achterhaald. Omdat huizen te duur zijn voor de oorspronkelijke bewoners van het dorp (de dorpen) ontstaat er een onvrijwillige volksverhuizing. Die ontwikkeling werkt de ontvolking van de agrariërs in de hand en is in strijd met het uitgangspunt dat het veenweidegebied behouden moet blijven. Want door die

24 instroom van kapitaalkrachtige niet-agrariërs verrommelt en versnippert het land. Landelijk Noord moet in de eerste plaats worden gezien als agrarisch gebied en van daaruit moeten alle andere functies zoals wonen en recreëren worden gezien.

De dorpsraad wil de verruiging van het landschap tegengaan. We moeten aandacht besteden aan „niet toebedeeld‟ land.

Verkeerscirculatieplan Er moet ernst gemaakt worden met een realistisch verkeerscirculatieplan. Er kan weinig tegen zijn om Waterland te promoten als uniek recreatiegebied. Die toenemende recreatie per auto legt onaanvaardbare druk op het dorp en het omringende gebied. Auto‟s daarom zoveel mogelijk weren in een concreet en haalbaar plan en de faciliteiten voor wandelaars en fietsers aantrekkelijk maken. In verband daarmee moet er ook een definitieve oplossing komen voor het Kerkepad (pad van Oost-Holysloot naar de Uitdammerdijk). Nu is het pad een voorlopig compromis, dat een zwakke juridische basis heeft. Juist in verband met de recreatie-ontsluiting is het een belangrijke verbinding.

Beheer openbare ruimte herinrichting van het dorpsplein met brandweerkazerne en transformatorhuis. zwaar verkeer: intensievere controle op ontheffingen. openbaar groen: bevorderen dat er beter onderhoud gepleegd wordt aan bermen en wegen in dorpskern en speelplaats e.d., - maar ook: de bermen langs de wegen zouden regelmatiger gemaaid moeten worden. onderhoud en verfraaien speelveld en sportveld door het extra plaatsen van banken, deelbestrating en lage beplanting.

Wonen Terughoudend beleid betreffende nieuwbouw. Eventueel te ontwikkelen locaties dienen het karakter van het dorp niet aan te tasten en bewoners van Holysloot zullen bij toewijzing voorrang dienen te krijgen. Bestaande (voormalige) bedrijfsgebouwen zouden makkelijker woonfunctie moeten kunnen krijgen. Zeldzame nieuwbouw in „Waterlandse stijl‟. Zo weinig mogelijk bijbouwen: akkoord, maar voor de eigen bewoners zouden wel uitzonderingen gemaakt moeten kunnen worden. Voordat toestemming gegeven wordt om een bedrijfsruimte te verbouwen of te vervangen door een woonhuis, zou het minstens 10 en misschien wel 20 jaar als bedrijfsruimte gebruikt moeten zijn. Verdichting van bebouwing tot 2 à 3 eenheden toestaan voor mensen die hier al wonen - dat maakt die huizen goedkoper dan wanneer op 1 kavel maar 1 huis staat. De rode contour is voor Holysloot niet van toepassing. De dorpsraad stelt voor om uit te gaan van een denkbeeldige rode contour die de huidige bebouwing omvat. Dat zou zo in het bestemmingsplan moeten worden vastgelegd. Er op toezien dat de belofte wordt nagekomen, die is gedaan door het stadsdeel om de vroegere z.g. noodwoningen en illegale bebouwing nu mee te nemen als bestaande en gelegaliseerde huizen, mits ze aan de geldende bouw- en woningvoorschriften voldoen. Bij het vervangen van bebouwing zouden de huidige lange lijnen dwars op de straat van de bouwsels gehandhaafd moeten blijven. Juist het achter elkaar bouwen en de doorzichten daartussendoor maken Holysloot en andere dorpen uniek. Het is een historisch gegroeide manier van bouwen die kenmerkend is geworden. Om verrommeling tegen te gaan moet opslag buiten de erven niet worden toegestaan. Hoogstens voor bepaalde tijd, bijvoorbeeld maximaal 2 maanden

25 Boerencampings alleen op bebouwde erven van agrariërs. Geen caravans, alleen tenten en hoogstens 10 plaatsen met goede voorzieningen. (Eén van de dorpsraadleden is mordicus tegen elk kamperen.)

Mobiliteit Een goede dienstregeling van de bus in zomer én winter. Daarbij zijn kleiner formaat bussen gewenst.

Rijdende winkel Actief in stand houden van de rijdende winkelvoorziening.

Huisvuil Inzamelen huisvuil met kleinere auto‟s - maar ook het legen van de papier- en glascontainers met kleinere auto‟s. Herplaatsing van de containers aan de kop van het dorp naar de zijkant van de weg.

Onroerende zaak belasting Amsterdamse tarieven horen niet van toepassing te zijn op het landelijk gebied in verband met onvergelijkbare voorzieningen.

Participatie In het reguliere overleg met de locale overheid ook andere in het gebied werkzame instanties, waaronder het Hoogheemraadschap, agrarische, natuur- en milieuorganisaties/ verenigingen – zoals Water Land en Dijken en Staatsbosbeheer - betrekken.

Water Betere doorstroming in en rond de woonkern en het voorkomen van wateroverlast op de Bloemendalergouw en de daarmee verband houdende verzakkingen. Zekerheid over de plannen met de Blijkmeer. In het ene plan zal het een waterreservoir worden bij overvloedige regenval, in het andere plan is dat volledig van de baan. De dorpsraad zou daar graag over meepraten en de mening van de agrariërs daarin betrekken. Snelle motorboten weren en het verbod handhaven. Regelmatig baggeren van Holysloter Die en aansluitende Dieën en voorkomen van het dichtgroeien van Angenie en het Nauw.

Voorzieningen Aardgas ook voor de „buitengebieden‟.

26

11.4 Zunderdorp

De dorpsraad behartigt de belangen van in- en omwonenden van Zunderdorp. Zij streeft in haar beleidsvoornemens naar de volgende punten:

Begraafplaats Uitbreiding van de huidige begraafplaats zodat deze ook in de toekomst gebruikt kan blijven worden.

Agrarische bedrijven De dorpsraad heeft als uitgangspunt dat de agrarische bedrijven de ruggegraat van Waterland en open veenweidegebied zijn. Zonder de activiteiten en de zorg van de boeren is er geen uniek landschap. De faciliteiten van agrarische nevenberoepsbedrijven mogen alleen in bestaande bebouwing en niet op nieuwe locaties. Mogelijke nieuwe functies mogen het karakter van dorp en landschap niet aantasten. Daarbij ook aandacht voor vervoer- en milieuaspecten. Vestiging buiten de dorpskern alleen op bestaande locaties. Wij willen bevorderen dat agrarische bedrijven in het Waterlandse gebied gevestigd blijven. De verruiging van het landschap tegengaan.

Verkeer Er moet ernst gemaakt worden met een realistisch verkeerscirculatieplan. Er kan weinig tegen zijn om Waterland te promoten als uniek recreatiegebied. Die toenemende recreatie per auto legt onaanvaardbare druk op het dorp en het omringende gebied. Auto‟s zoveel mogelijk weren in concreet en haalbaar plan en de faciliteiten voor wandelaars en fietsers aantrekkelijk maken.

Er moet meer aandacht besteed worden aan de veiligheid en onderhoud van het wegennet. Beperken van zwaar verkeer. Ontmoedigen van sluipverkeer door bv. inrijverbod gedurende bepaalde uren. Aanleg van een fietspad langs de Zunderdorpergouw. Aanleg van een fietspad en wandelpad langs de Buikslotermeerdijk vanaf ringwegviaduct tot „groene‟ brug welke aansluit aan de Zunderdorpergouw. Omdat de parkeerdruk op het dorp steeds groter wordt moet er extra parkeergelegenheid gecreëerd worden. Gedacht wordt aan locatie Nieuwe Gouw t.h.v. nr. 2.

Beheer Openbare Ruimte Herinrichting van het kerkplein met nieuwe groenvoorziening rondom de kerk. Openbaar groen: bevorderen dat er beter onderhoud gepleegd wordt aan bermen en wegen in dorpskern en speelplaats ed. Het gehele dorp voorzien van „ouderwetse‟ straatlantaarns zoals deze al op de Kerklaan staan. Onderhoud aan bruggen en bestrating moet goed bijgehouden worden.

Wonen Terughoudend beleid betreffende nieuwbouw. Eventueel te ontwikkelen locaties dienen het karakter van het dorp niet aan te tasten en bewoners van Zunderdorp zullen bij toewijzing voorrang dienen te krijgen. Bestaande (voormalige) bedrijfsgebouwen zouden makkelijker woonfunctie moeten kunnen krijgen. Zeldzame nieuwbouw in „Waterlandse stijl‟.

27

Huisvuil Plaatsen grotere papier- en glascontainers buiten de dorpskern zodat de overlast van het zware verkeer beperkt wordt. Inzamelen huisvuil met kleinere auto‟s.

Mobiliteit Een goede dienstregeling van de bus in zomer én winter. Daarbij zijn kleiner formaat bussen gewenst.

Participatie In het reguliere overleg met de locale overheid ook andere in het gebied werkzame instanties, waaronder het Hoogheemraadschap, agrarische, natuur- en milieuorganisaties/ verenigingen – zoals Water Land en Dijken en Staatsbosbeheer - betrekken.

11.5 Durgerdam

De dorpsraad Durgerdam wil het mooie dorp en haar heerlijke leefklimaat tot het uiterste beschermen en alle initiatieven die bijdragen aan het echte dorpsgevoel steunen en stimuleren. Wij hebben een aantal aandachtsgebieden opgesteld ter verbetering van de dagelijkse leefkwaliteit van de bewoners van Durgerdam. Om ervoor te zorgen dat deze aandachtsgebieden van de dorpsraad in lijn zijn met de aandachtsgebieden van de bewoners worden deze regelmatig geïnventariseerd en waarnodig aangepast door middel van enquêtes, een forum op de website „‟Ons Durgerdam‟‟ en elk ander contact met de bewoners van Durgerdam.

Verkeer en bereikbaarheid Durgerdam heeft kent een grote verkeersproblematiek. In een recent gehouden enquête is duidelijk naar voren gekomen dat deze overlast enorm leeft onder een groot deel van de bewoners van Durgerdam. Met name te hard rijden, zwaar vrachtverkeer en parkeerproblemen zorgen voor veel onvrede. Ook het aanwijzen van Waterland als stadspark voor de toekomst, de bouw van grote bungalowparken en jachthavens in de directe omgeving van Durgerdam als mede sluipverkeer bevorderende maatregelen als rekeningrijden, kilometerheffing en stedelijke milieuzones, zullen zeker de verkeersdruk doen toenemen. De dorpsraad zal zich inzetten om de huidige verkeersoverlast te verlagen en met verkeersbeperkende maatregelen de toekomstige verkeersproblematiek zoveel mogelijk te beperken. Alle maatregelen werken enkel en alleen bij een goede handhaving. De dorpsraad is dan ook in goed overleg met de buurtregisseur van de Politie Amsterdam Amstelland om deze handhaving vooral tijdens drukteperioden goed te regelen.

Parkeren Bijna ieder Durgerdams huishouden heeft minmaal één voertuig en niet altijd een eigen inrit naast het huis. Bij mooi weer willen veel mensen uit de gehele regio genieten van Durgerdam en het mooie uitzicht. Op deze dagen neemt de parkeeroverlast enorm toe en dan met name rond de Oude Taveerne en de jachthaven. De parkeergelegenheden in het dorp zijn zeer beperkt en vragen van de bewoners zelf een goede zelfdiscipline.

28 Voor bezoekers aan ons dorp moet absoluut een structurele oplossing worden gezocht buiten het dorp. Zeker als het parkeerterrein bij DRC enkel en alleen voor voetballers en eventueel bewoners gebruikt mag gaan worden. Voor hotelgasten is er nu een eigen parkeerterrein maar andere bezoekers van de Oude Taveerne krijgen te maken met strengere handhaving van de parkeerregels in het dorp. Voor de booteigenaren en bezoekers van de jachthaven moet er aan de noordkant van het dorp veilige parkeergelegenheid gecreëerd worden.

Sluipverkeer Ook is Durgerdam een aantrekkelijke sluiproute voor forensen uit de bovenliggende dorpen wat nog een enorme vlucht gaat krijgen bij de mogelijke invoering van het rekening rijden op de ring van Amsterdam, de geplande bungalowparken en jachthavens bij Uitdam zullen het verkeer alleen maar verder doen toenemen.

De dorpsraad is naast de huidige strategie van handhaving ook met het Stadsdeel Amsterdam Noord in gesprek om structureel het probleem aan te pakken van sluipverkeer dat veel te hard rijdt.

Zwaar vrachtverkeer Dagelijks wordt Durgerdam letterlijk geteisterd door veel te zware, ook veelal te lange vrachtwagens die ook nog eens niet in Durgerdam hoeven te zijn. Ondanks de dubbele waarschuwingsborden bij het viaduct en aan het begin van het dorp rijden deze bestuurders gewoon door. Op lange termijn lopen de dijk en, nog erger, de monumentale huizen onherstelbare schade op. Deze problemen met zwaar vrachtverkeer zijn niet uniek voor Durgerdam. Ook de andere dorpen hebben hier enorm veel last van. De CDR en de betrokken gemeente werken aan structurele maatregelen om dit te stoppen.

Beheer openbare ruimte De schoonheid van het dorp wordt natuurlijk niet alleen bepaald door de monumentale huizen. Met het Stadsdeel Amsterdam Noord en andere instanties werkt de dorpsraad aan een herstelplan, verbeterblad en eventueel herstructureringsplan van belangrijke en gezichtsbepalende openbare werken. Hier vallen onder:

Wegen en voetpaden. Gebouwen; kerk, kapel, ophaalbrug, muziekkapel, windmolen. Terreinen; (DRC parkeerterrein, parkeerterrein Noord, parkeerterrein Zuid, Blauwe Hoofd, Helling achter de kapel en Rietkraag bij de haven.

Stedelijke overlast

Helaas is er aan de horizonvervuiling van IJburg niets meer te doen en zal in de tijd alleen maar toenemen. En ook het bouw lawaai (heien) zal hopelijk snel in volume gaan afnemen. Er zijn op dit moment echter wel twee vormen van overlast welke nu aan te pakken zijn.

Geluidsoverlast strand Blijburg Water draagt het geluid ver. De feesten die er bij redelijk weer bijna elk weekend worden georganiseerd dreunen van vrijdagmiddag tot zondagnacht door tot Durgerdam met een veel te hoog volume. Dit zou met het anders positioneren van de geluidsinstallatie eenvoudig te

29 verhelpen zijn. Een brief aan de wethouder van het SDAN en aan de verantwoordelijke wethouder van het stadsdeel is wellicht de eerste aanzet.

Toename van speedboten Vanaf het begin van de bewoning van IJburg is het aantal „‟watersporters‟‟ flink toegenomen. Voornamelijk bezitters van speedboten nemen in aantal toe en juist deze groep watersporters geven veel overlast richting Durgerdam en de omliggende stiltegebieden.

Stuitend is het om te vernemen dat deze lieden gaan picknicken en voetballen op de recent aangelegde vogelbroedplaats tijdens de broedperiode. De waterpolitie treedt hier hard tegen op maar kan er ook niet altijd zijn. De geplande doorbraak in de strekdam geeft niet veel vertrouwen voor de toekomst. Deze coupure is door stadsecologen terug gemanaged tot slechts 200 om een kortere route naar de stad mogelijk te maken en een vaargeul naar de haven van Durgerdam. Voor de speedboot bezitters is er werkelijk niets te doen in de haven van Durgerdam. En de zeilvereniging het IJ zit al helemaal niet te wachten op speedboten. Durgerdam is hier duidelijk de dupe geworden van het ambtelijk goedpraten van de verkoopwensen van projectontwikkelaars. Deze ontwikkeling is niet alleen ongewenst maar ook levensgevaarlijk omdat de (beroeps-) vaarweg vlak achter de strekdam ligt. Het seizoengemiddelde van scheepjes en bootjes welke overvaren worden op het Buiten IJ ligt nu op twee met eigenlijk altijd dodelijke slachtoffers. Dit zal door de coupure in de strekdam toenemen.

De dorpsraad stelt voor een brief te sturen aan alle botenbezitters op IJburg om ze te wijzen op de vaarreglementen, op de natuur en stiltegebieden en wanneer het broedseizoen is.

Dijkverzwaring Den Haag heeft een wet aangenomen waarin de normen zijn opgenomen waar de dijken in Nederland aan moeten voldoen. Het dijkvak vanaf de noordkant tot aan de Kapel voldoen niet aan deze norm en zal moeten worden verzwaard. Dit zal gebeuren vanaf 2011 en zal vier jaar duren. De dorpsraad heeft zitting in de raad van toezicht van dit project en behartigt zo de belangen van Durgerdam. Met name het behoud van het beschermde dorpsgezicht, overlast van materiaalaanvoer en risico‟s op verzakking van de huizen worden zeer scherp in de gaten gehouden.

Vuurtoreneiland Het vuurtoreneiland is onderdeel van de verdedigingslinie waar ook Pampus deel van uit maakt. Dit fort is verval en moet worden opgeknapt. Hier is natuurlijk geld voor nodig en dus een redelijk rendabele exploitatie. De plannen hiervoor zijn in voorbereiding en de dorpsraad is hier nauw bij betrokken om de belangen van Durgerdam te behartigen.

Wonen Na het verkrijgen van de status van Beschermd Dorpsgezicht in 1973 en de uitwerking daarvan in de late jaren 70 en de herziening in de jaren 90, wil de dorpsraad de status van Beschermd Dorp zo goed mogelijk bewaken.

Het unieke dorpsgezicht van Durgerdam, een vrijwel ongeschonden aangezicht van een Hollands dijkdorp, is een cultuurhistorisch monument van internationale allure. Behoud van dit monument staat onder toenemende druk door hogere wooneisen. Dit is voor de dorpsraad een onderwerp van voortdurende zorg. Vooral goot- en nokhoogten tracht men geweld aan te doen, waardoor het kleinschalige karakter van de Durgerdamse bebouwing verloren dreigt te gaan. Wij hebben kunnen vaststellen dat bouw niet altijd wordt uitgevoerd zoals in de bouwaanvraag is goedgekeurd. Wij hebben in het verleden ervaren dat Bouw en

30 Woningtoezicht van de deelraad niet bereid is bij overtredingen op te treden. De dorpsraad noch de Stichting Durgerdam beschikken over voldoende middelen om in zulke gevallen een rechter in te schakelen. Het is aan de dorpsraad om de noodzaak hiervan aan te geven bij de politiek van Stadsdeel Amsterdam Noord en bij de centrale stad. Wij achten het noodzakelijk dat procedures worden vastgesteld gericht op het een halt toeroepen van overtredingen van goedgekeurde bouwaanvragen.

Openbaar vervoer Het openbaar vervoer voor Durgerdammers wordt verzorgd door het GVB. De dienst maakt gebruik van een grote bus en de lijntaxi Waterland (belbus). De bus rijdt 1 maal per uur door het dorp: een keer richting Ransdorp en een keer richting , van 06.00 uur tot 19.00 uur. Tijdens „spitsuren‟ rijdt de bus iets frequenter. Daarna zijn we afhankelijk van de belbus die je minimaal 1 uur van te voren moet bestellen. Er is een aparte zomer- en winterdienst. In de zomer is er een vaste dienstregeling ook in de weekeinden, in de winter kan in het weekend alleen per belbus gereisd worden.

Hoewel de meeste Durgerdamse huishoudens over één of meer auto‟s beschikken, zijn er nog altijd groepen die afhankelijk zijn van het openbaar vervoer zoals bewoners zonder auto, schoolkinderen die op basisschool de “Weidevogel” zitten, campinggasten en toeristen.

Knelpunten in de bereikbaarheid zijn:

Ouderen komen ‟s avonds de deur niet meer uit: het gebruik van de belbus is vaak te onzeker, het bezit/gebruik van een mobiele telefoon is een vereiste ( de telefoon op het Waterlandplein is meestal stuk) en het is lastig om te overzien hoe lang je onderweg zal zijn en op die manier je belbus goed te regelen. Een aantal ouderen is daardoor in een isolement geraakt: zij bezoeken hun kaartclub en zangkoor niet meer. Middelbare scholieren ervaren dat de bus zeer slecht aansluit op hun schooltijden, zodat de bus geen adequaat alternatief is voor het vervoer naar school. Ook buitenschoolse activiteiten zijn nauwelijks per bus te bereiken.

De dorpsraad vindt het belangrijk dat Durgerdam aangesloten blijft op het netwerk van openbaar vervoer zowel binnen landelijk Noord als richting stad. Mogelijk is een goede aansluiting op de IJburg-tram te realiseren. Ook is het belangrijk dat ons dorp op deze wijze goed bereikbaar blijft voor bezoekers, niet in de laatste plaats om weerstand te bieden aan de groeiende autodruk.

Wij kunnen regelmatig het gebruik van het openbaar vervoer evalueren, bijvoorbeeld d.m.v. een dorps- enquête. We kunnen ook contact opnemen met de andere dorpenraden om te horen wat hun ervaring is. Eventueel kunnen we via de CDR de resultaten van de evaluatie weer onder de aandacht brengen bij het GVB. ( Dit is al eens gedaan in 2001.) De dorpsraad is van mening dat een groot aantal ritten overdag met kleinere busjes gereden kan worden en er met name in de spits en op de tijden dat de kinderen uit het dorp van en naar school gaan een grotere bus wenselijk is. Ook voor de bus geldt dat stapvoets rijden noodzakelijk is om schade aan de huizen en het wegdek te voorkomen.

31 Culturele, sportieve en sociale activiteiten

Durgerdam heeft al een lange bestaansgeschiedenis met daarin een aantal tradities en verenigingen: de oergezellige Koninginnedag dankzij de Oranjevereniging, de gymvereniging Ydoorn ofwel de Yogaclub op dinsdagavond, de voetbal- en tennismogelijkheden bij DRC, de zangvereniging, de diverse watersportverenigingen, de bijenclub, het dorpscafé, de nog steeds onovertroffen intocht van Sinterklaas, het Neptunus feest, het klompzeilen en de veelgebruikte trainingsfaciliteiten van Fysiofit. De dorpsraad streeft met allen een goede samenwerking na.

Daarnaast zijn er mogelijkheden een aantal nieuwe elementen toe te voegen met als uitgangspunten: het bijzondere van het gebied tonen en het culturele leven versterken. Onder cultuur worden zowel kunst, natuureducatie als sport verstaan, bijvoorbeeld:

Natuureducatie van boerenbedrijf en landschap. Onder meer in samenwerking met Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten. Gedacht wordt aan wandelingen en fietstochten, gericht op zowel volwassenen als kinderen (scholen) uit Amsterdam. Is er nog een groene boer in het gebied? Kunst: amateurs en beroepskunstenaars. (Geesten van Durgerdam) Er is een galerie. Gedacht wordt aan het organiseren van een aantal kunstzinnige evenementen en opdrachten. Voorbeelden: een jaarlijks evenement rondom het landschap, regionale amateurschilderdag “Uitzicht op Durgerdam” (instelling jaarlijkse Durgerdammer-kluit prijs), zomerfestival met theater en poëzie, kunstroute “Bekijk de dijk” met wisselende kunstenaars waarbij bewoners hun huizen openstellen als galerie, de “Midzomerwaterdagen” (voorheen Neptunusdag) met muziek, vlotten timmeren, kano plakken en smartlap zingen en dergelijke. Het betrekken van het vuurtoreneiland als plek voor culturele evenementen ( Geesten van Durgerdam). Cultuur; nieuwe kinderspeelplaats gemaakt door kinderen onder begeleiding van een kunstenaar. Onderbrengen en beheren van het historisch archief.

Kapel Voor een bloeiend sociaal leven vinden wij het belangrijk dat er in het dorp betaalbare ruimte beschikbaar blijft waar Durgerdammers elkaar kunnen ontmoeten. Hiertoe streven wij een regelmatig contact met het kerkbestuur en met het bestuur van DRC na. In de toekomst zou wellicht ook de Kapel een uitkomst kunnen bieden als ontmoetingsruimte. Hier zouden tevens een dorpscafé kunnen plaatsvinden, exposities gehouden kunnen worden en bijvoorbeeld een maandelijkse filmavond kunnen worden georganiseerd. Misschien is het mogelijk hierbij samen te werken met Galerie de Opsteker.

De dorpsraad hoopt dat er een aantal werkgroepen ontstaat om één en ander te ontwikkelen. Tenslotte willen wij meer samenwerking met de andere dorpsraden aangezien een dergelijk cultuurbeleidsplan niet strikt voor één dorp zal gelden.

Ouderen in Durgerdam De dorpsraad Durgerdam ijvert in het bijzonder voor een gericht beleid ten behoeve van de bejaarden, te weten die ouderen wier levenswijn begint te verschralen, ofwel waarvan de kwaliteit van leven achteruit gaat. De dorpsraad streeft ernaar voorlichting voor deze bejaarden te verzorgen via het wijkorgaan Het Zwaantje.

32 In Durgerdam wordt de zorg voor deze bejaarden uitgevoerd door de diaconie van de NH kerk.

Jeugdproblematiek Durgerdam heeft een steeds ouderwordende jeugd wat te merken is aan het aantal incidenten van vernieling en graffiti. Om dit tegen te gaan moet er niet alleen hard worden opgetreden tegen de vernielers maar moeten er ook vanuit de dorpsraad initiatieven komen. Voor de jeugd moet een hangplek worden gecreëerd ter voorkoming van zwerven door het dorp en de jongeren moeten gewezen worden, desnoods via de ouders, op het belang van de mooie dingen in het dorp.

33