Hof van Cassatie, zittingszaal, Justitiepaleis Brussel. 22 ANDRÉ ALEN 152

27 157 THOMAS LEYSEN

34 INGRID BOONE 160 IVO MECHELS

38 PETER BOUCKAERT 165 CARRIE MENKEL-MEADOW

42 GEERT BOURGEOIS 171 CHARLES MICHEL

48 EVA BREMS 176 ELISE MUIR

52 AVIEL CAHN 178 DANNY PIETERS

55 PETER CALLENS 183 GWENDOLYN RUTTEN

62 RAFAEL CORREA 186 VINCENT SAGAERT

69 HILDE CREVITS 190 GENEVIÈVE SCHAMPS

74 JEAN DE CODT 196 PHILIPPE SNEL

78 WIM DE VILDER 202 FRANCIS SNOECK

82 CATHERINE DE BOLLE 206 KATHLEEN STINCKENS

86 WIM DEJONGHE 210

89 ZUHAL DEMIR 215 BERNARD TILLEMAN

92 WOUTER DEVROE 223 RIK TORFS

97 PIET HEIN DONNER 226 WOUTER TORFS

105 229 HANS VAN HAM

110 IVO GOEMANS 232 HANS VAN HOUTTE

114 FRANK HENDRICKX 236 THIERRY VAN SINAY

118 MARIE-CHRISTINE JANSSENS 242 BARBARA VAN SPEYBROECK

122 YASMINE KHERBACHE 245 STEVEN VANDERVELDEN

127 BERT KRUISMANS 250 ALAIN LAURENT VERBEKE

130 HILDE LAGA 259 BART VERHAEGHE

134 RENAAT LANDUYT 263 RAF VERSTRAETEN

138 KOEN LEMMENS 268 LAURENT WAELKENS

142 PAUL LEMMENS 275 JAMES WHITMAN

147 KOEN LENAERTS 283 JAN WOUTERS zijn voornaamste rol geëvolueerd naar de bescherming van de fundamentele rech- JAN PETER ten en vrijheden, zoals dat ook het geval is voor de buitenlandse grondwettelijke BALKENENDE hoven. Het belang van deze evolutie kan niet genoeg worden benadrukt: vooreerst is de almacht van de wetgever verdwenen; vervolgens houdt het Hof rekening met VU Amsterdam, 1982 de meergelaagde rechtsorde doordat het in zijn toetsing de internationaalrechtelij- Minister-president van Nederland (2002-2010), hoogleraar Erasmus Universiteit ke normen betrekt die België binden en die rechten en vrijheden waarborgen; ten Rotterdam, partner bij Ernst & Young slotte betreft de rechtspraak van het Hof alle rechtsgebieden, zoals blijkt uit de vele en voorzitter van de Dutch Sustainable besprekingen van de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof in de Juristenkrant. Growth Coalition Het Grondwettelijk Hof heeft zich dan ook ontwikkeld tot een onontbeerlijke scha- kel van de democratische rechtsstaat. Het is de taak van elke jurist om de rechts- staat in al zijn componenten te behoeden tegen diegenen die deze zouden willen aantasten.

“HET RECHT, DE JURIST EN DE JUSTITIE VERMOGEN NIETS ALS ER GEEN ETHIEK IS, GEEN ETHISCHE INFRASTRUCTUUR” (’S REDE BIJ MIJN Vijf opdrachten aan de jonge jurist EMERITAATSVIERING OP 18 SEPTEMBER 2015) De rechtsstaat omvat nog andere elementen dan de rechten en vrijheden, zoals de scheiding der machten, de onafhankelijkheid en de onpartijdigheid van de rech- terlijke macht, en het recht op vrije en geheime verkiezingen. Al deze beginselen worden tegenover de wetgever beschermd door het Grondwettelijk Hof. Meer in het algemeen is de eerbied voor de Grondwet een “teken van cul- tuur en van beschaving” (Herman Van Rompuy, ibidem). Meer nog, de rechtsregel 26 27 Mag ik beginnen met de studenten van harte geluk te wensen, de promovendi, vermag niets wanneer er geen ethische infrastructuur is (vgl. Horatius: “Quid leges met hun bereikte studieresultaten. Jullie hebben hiermee een belangrijk funda- sine moribus vanae proficiunt?”(Wat baten wetten, die zonder zeden ijdel zijn?)). ment voor jullie verdere leven gelegd. Jullie hebben gestudeerd aan een goede Het gaat in hoofdzaak om het rechtsgevoel, waarvan de rechtsregels enkel de neer- universiteit en het is geweldig dat jullie je studietijd succesvol hebben afgesloten. slag zijn (J.P.H. Donner, Commencement speech van 5 juli 2014). De gelukwensen die ik gaf, deed ik uiteraard namens mijn vier kabinetten, maar Tot die ethische infrastructuur behoren alleszins de verontwaardiging over dat hadden jullie al begrepen. onrecht en het bewustzijn dat het recht vooral de zwakkeren moet beschermen. Dames en heren, het is goed om hier te zijn. De verhouding Nederland- Elke jurist dient mededogen, begrip, respect en empathie voor de medemens – België is altijd interessant. Zelf kom ik uit de mooiste provincie van Nederland, vooral voor de zwakkere – te tonen. dat is de provincie Zeeland, zoals jullie weten. Wat zie je in de provincie Zeeland? Een deel van de provincie heet Zeeuws-Vlaanderen. Zeeuws-Vlaanderen is rooms-­ MEERDERE UITDAGINGEN katholiek, bourgondisch, heeft goede restaurants, kiest voor het goede leven. Ikzelf Naast de beheersing van de moderne (sociale) media, de terreur en het klimaat kom van Zuid-Beveland: protestants, degelijk, hardwerkend, serieus. Het aardige zullen jonge juristen geconfronteerd worden met twee andere grensoverschrij- is dat de mensen in Zeeuws-Vlaanderen in vroeger tijden vertelden dat hun begra- dende uitdagingen. De eerste is die van de meergelaagde rechtsorde, waarbij het fenissen leuker zijn dan de bruiloften op Zuid-Beveland. erop zal aankomen de spanningen tussen eenheid en verscheidenheid met elkaar Het is altijd bijzonder als je kijkt naar de verhouding tussen onze landen. Ik te verzoenen, iets waartoe België zijn expertise kan inbrengen. De tweede is die kreeg een keer een bezoek van de toenmalige minister-president van Vlaanderen, van de multiculturele samenleving, waarbij het erop zal aankomen de spanningen Bart Somers. Jullie weten misschien hoe de gewoonten zijn. Elk jaar is er een ont- tussen individuele vrijheid en sociale betrokkenheid, tussen de waarden van de moeting tussen de regeringen van Vlaanderen en Nederland, en deze keer was Verlichting en andere waarden met elkaar te verzoenen. Vlaanderen aan de beurt om naar Den Haag te komen. Bart Somers heeft toen Bij dit alles herinnert men zich de woorden van de wijze rechtshistoricus gezegd, en dat hebben de Belgische media opgepikt: “Ik ga bij Balkenende dine- R.C. Van Caeneghem in Over Koningen en Bureaucraten. Oorsprong en ontwikkeling ren, ik zal mijn boterhammen dus maar meenemen.” Ik was blij dat ik dat van de van de hedendaagse staatsinstellingen (Amsterdam/Brussel, Elsevier, 1977, p. 242): Nederlandse ambassade in Brussel had gehoord. Toen wij het werkdiner hadden, “Het westerse staatsmodel is eerder een contingente, eng in tijd en ruimte gelo- ben ik begonnen met mijn toespraak. Uiteraard heb ik gezegd hoe goed het is als we kaliseerde uitzondering; slechts een bewuste inspanning en voortdurende waak- samen spreken over de punten van wederzijds belang. Met de catering had ik afge- zaamheid kunnen het westerse model in stand houden.” sproken dat ze bij iedereen het voorgerecht zouden serveren en ik zei: “Laat de plek essentieel om de voorwaarden te creëren waarin mensen vrij en menswaardig kun- “DE WET IS NIET IN STEEN nen leven en functioneren. Het zijn voor mij universele rechten. Onze grondwetgever was heel vooruitstrevend toen hij in 1831 een aantal GEBEITELD VOOR TIJD rechten en vrijheden proclameerde om de burger te beschermen tegen elk mogelijk machtsmisbruik van de overheid. In zijn Traité de droit public belge schreef Paul EN EEUWIGHEID, MAAR Errera (1860-1922) dat de grondwettelijke regels “écartent du domaine de la liberté individuelle toute intervention autre que celle du juge, s’il y a abus à réprimer”. MOET ZICH AANPASSEN De omslag van het toepassen van rechtsregels als advocaat naar het creëren en aanpassen van rechtsregels als parlementslid, is snel en rimpelloos verlopen. AAN HET RITME VAN HET Algauw mocht ik ervaren – en bewerkstelligen – dat de wet niet in steen is gebeiteld voor tijd en eeuwigheid, maar zich moet aanpassen aan het ritme van het leven en LEVEN EN DE NODEN VAN de noden van de samenleving. Eind 1996 werd ik (niet-stemgerechtigd) lid van de parlementaire onder- DE SAMENLEVING.” zoekscommissie “belast met het onderzoek naar de wijze waarop het onderzoek — Geert Bourgeois door politie en gerecht werd gevoerd in de zaak-Dutroux-Nihoul en consorten”, kortweg commissie-Dutroux genoemd. Op grond van onze bevindingen formu- leerden wij een reeks voorstellen om een gebrekkige reactie van politie en gerecht als die op de verdwijning van de meisjes te voorkomen. De voorstellen resulteer- den in het zogenaamde Octopusakkoord, dat zijn vertaling kreeg in de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructu- reerd op twee niveaus, die de bestaande politiediensten (rijkswacht, gerechtelijke politie en gemeentepolitie) samenvoegde in één dienst, met een federale en een 44 45 lokale poot. Ook de zogenaamde Wet-Franchimont (wet van 12 maart 1998 tot verbete- ring van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek) was een product van haar tijd. Ingevolge de conclusies van de kamercommissie die de bestrijding van het banditisme en het terrorisme had onderzocht, had toenmalig minister van Justitie Melchior Wathelet eind 1991 een Commissie Strafprocesrecht opgericht die onder leiding van de Luikse hoog­leraar Michel Franchimont voorstellen moest formuleren voor de hervorming van de strafrechtspleging, in het bijzonder het opsporings- en gerechtelijk onderzoek. Het ontwerp dat ze begin 1995 indiende, resulteerde in de genoemde wet van 12 maart 1998, die voor het eerst het opsporingsonderzoek wettelijk regelde, het gerechtelijk onderzoek meer tegensprekelijk maakte en een centrale positie gaf aan het slacht- offer. Zo kregen het slachtoffer en de verdachte, onder voorwaarden, inzagerecht. Dat zwakte het inquisitoire karakter van het vooronderzoek af en versterkte de rechten van slachtoffer en verdachte. De totstandkoming van de wet heeft heel wat voeten in de aarde gehad. Als parlementslid ergerde ik mij uitermate aan het formalisme van professor Franchimont. Ik schreef er een vrije tribune over onder de titel Neunundneunzig Professoren, O Vaterland du bist verloren (De Standaard, 16 november 1998). De Commissie-Franchimont viel gaandeweg uiteen. Alle Vlaamse professoren namen de ene na de andere ontslag. Het legde het grote cultuurverschil tussen Franstaligen en Nederlandstaligen bloot, ook inzake justitie. De nieuwe wet heeft de ‘overprocessualisering’ aangezwengeld. Door de invoering van verschillende nieuwe procedures, ter bescherming van zowel WIM DE VILDER “IN EEN WERELD WAARIN

KU Leuven, 1992 Nieuwsanker VRT BERICHTEN ONS VANUIT ALLERLEI KANALEN OVERSPOELEN, IS DE JURIDISCHE REFLEX Waarom de rechtenstudie MEER DAN OOIT NODIG.” betere journalisten maakt — Wim De Vilder

Blij jullie hier te treffen. Blij dat jullie de studie master in de rechten hebben afge- 78 79 rond. Ook ik ben erg opgetogen dat ik dat heb gedaan, jaren geleden. Meer zelfs, ik zou vandaag dezelfde keuze maken als op het moment waarop ik na de humaniora op de drempel van de KU Leuven stond met zoveel vragen in het hoofd. Is rech- ten de juiste richting voor iemand met mijn achtergrond en interesses? Zal ik wel graag rechten studeren? Zal ik met een opleiding rechten mezelf mijn hele leven verder kunnen ontplooien? Ik heb zelfs in de loop van mijn studies nog getwijfeld, me afgevraagd of het een goed idee was om door te zetten met deze opleiding. Mijn hart klopte als jonge twintiger al voor de journalistiek, voor radio en televisie. En inderdaad rees bij mij na twee jaar studeren de vraag of de rechtenopleiding wel de juiste was om me voor te bereiden op een job als journalist. Vandaag kan ik gelukkig volmondig zeggen: “Zeer zeker.” Dankzij de rechtenopleiding heb ik een waarde(n)vol kader meegekre- gen, instrumenten die me vandaag de actualiteit beter laten begrijpen en duiden voor een groot publiek. De basisprincipes van de Grondwet en de Belgische staats- structuur (leve André Alen), een Duitse cursus Europees recht (dankzij Erasmus), de organisatie van de rechtbanken, de principes van de strafvordering… het zijn evenzovele handvaten die me in staat stellen om gebeurtenissen die in een steeds sneller tempo een nieuwsredactie bereiken, te duiden. Een voorbeeld. In 1996 zorgde het beroemde spaghetti-arrest, geveld door het Hof van Cassatie, voor bijzonder veel verontwaardiging overal te lande, tot op de nieuwsredacties toe. Ik herinner me dat ik toen als jonge jurist-journalist heel wat collega’s het principe van onpartijdigheid van onderzoeksrechters heb moe- ten uitleggen. In het spaghetti-arrest werd immers geoordeeld dat onderzoeks- CONCEPT EEN WOORD VAN DANK AAN: Sébastien De Rey Kath Leenknecht voor de schriftelijke Bernard Tilleman neerslag van de commencement speeches (p. 27 en p. 82). TEKSTREDACTIE Katia Belloy ISBN 978 94 9267 753 2

VERTALING D/2018/11922/19 NUR 644 Line Leys (Engels-Nederlands: p. 52, p. 62, p. 165 en p. 275) BESTELCODE: 202 189 001 em. prof. dr. Vic Nachtergaele © Uitgeverij Hannibal, Veurne, 2018 (Frans-Nederlands: p. 74, p. 176 en p. 190) www.uitgeverijhannibal.be FOTOGRAFIE Uitgeverij Hannibal maakt deel uit Diego Franssens van Uitgeverij Kannibaal.

FOTOCREDITS © die Keure, Brugge, 2018 Agence photographique Rol, www.diekeure.be Parijs (p. 1); Universiteitsarchief KU Leuven (p. 2-3, 12-13); Koninklijke Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave Bibliotheek, Den Haag (p. 4-5); mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een Alexander Dumarey/VRT (p. 6-7, 10-11, geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij 14-15); Bibliothèque Nationale de elektronisch, mechanisch of op enige andere manier, France, Parijs (p. 8, 9, 16, cover); zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van alle kleurbeelden: © Diego Franssens de uitgever.

PROJECTCOÖRDINATIE De uitgever heeft geprobeerd voor alle foto’s en afbeeldingen de wettelijke voorschriften inzake Sébastien De Rey copyright toe te passen. Wie meent nog rechten te Daan Therry kunnen laten gelden wordt verzocht zich te richten Jenke Van den Akkerveken tot de uitgever.

VORMGEVING Tim Bisschop

DRUK die Keure, Brugge

BINDING Brepols, Turnhout Plechtige zittingszaal, Hof van Cassatie, Justitiepaleis Brussel. Justitiepaleis van Cassatie, Hof Plechtige zittingszaal, Koen Mestdagh, raadsheer Hof van Cassatie.