Uitwerkingen hoofdstuk 7

Opdracht Staatsbosbeheer p. 139 Uitgezette wandelingen: op de website staat heel prozaïsch alle nodige informatie (speciaal voor kinderen, bereikbaar per openbaar vervoer, bruikbaar voor rolstoelen en honden toegestaan). Verder zit er een kaartje bij en er staan een paar mooie foto’s bij. Ook geeft op de site de boswachter nog wat commentaar : waar moet je op letten, wat is mooi. Op de website dus puur informatie. Ga je wandelen, dan is de wandeling vooral escape (de wandelaar gaat letterlijk in de belevenis) en esthetica (de wandelaar ‘drinkt het landschap in’) en in de gedrukte routebeschrijving en af en toe op bordjes zit er heel veel educatie. Het entertainment - element is gering tot zelfs geheel afwezig. Dat zit wel een heel klein beetje in een aantal GPS – wandelingen, speciaal voor/met kinderen, waar nog schatgraversmogelijkheden bij zitten: een mengsel van escape en entertainment.

Geleide excursies: esthetica en educatie worden versterkt door de uitleg en de leiding van de boswachter of andere excursieleider. Afhankelijk van de talenten van de excursieleider kan hier een klein entertainment – element in zitten.

Bezoekerscentra: bieden 100 % educatie (+ koffie). Verder niks.

Verblijfsrecreatie: SBB biedt verblijfsrecreatie aan op verschillende categorieën kampeerterreinen en in oude boswachterswoningen en dergelijke op de SBB – terreinen. Je moet dit zien als het faciliteren van alle andere activiteiten die op SBB – terreinen mogelijk zijn, plus een extra element van escape (opgaan in de ervaring, weg van alledag). De kampeerterreinen hebben dat in gradaties, met als summum het paalkamperen waar men absoluut zonder voorzieningen, weg van de wegen midden inde natuur staat: de ultieme escape.

Winkels: hoofdzakelijk kaarten, determineerboekjes, beschrijvingen en een beetje kunstnijverheid. Noem het maar 90 % educatie.

Concluderend kunnen we zeggen dat SBB (en voor Natuurmonumenten geldt hetzelfde) sterk het accent legt op educatie, met een zekere inbreng van Esthetica en Escape, maar dat entertainment nauwelijks iets te betekenen heeft.

Vraag Cosmopolis Clinic (p. 140) De aandacht voor gebouw en interieur heeft te maken met physical evidence (paragraaf 5.5., p. 106, figuur 5.9)

Opdracht Themaparken Mijn eigen beoordeling van de attracties van De Attractie Esthetica Escape Entertain- Educatie ment ++ ++ + - Carnaval Festival + + + + Carrousels + - + - Vliegende Hollander + ++ + - Miniatuurwereld + + + + Doolhof + ++ + - Droomvlucht ++ ++ + - Eftelingmuseum + - + + Game Gallery - + ++ - - ++ + - IJspaleis - ++ + + Kinder Winter Wonderland - + ++ - Kleuterhof - ++ + - Langlaufbaan ‘t Hijgend Hert - + - + Monsieur Cannibale - + + - Pagode - ++ - - PandaDroom + + + + Polka Marina - ++ - - Salzburgerland dorp + ++ + - Spookslot + ++ + - Sprookjesbos ++ + + + ++ + + + Stoomtrein + + - + - ++ - - + ++ + - Volk van Laaf + + + - Waterorgel ++ - + -

Reken ++ = 3 punten, + = 2 punten, + = 1 punt en - = 0 punten, dan zien we voor de attracties van De Efteling in totaal:

++ (3 pnt.) + (2 pnt.) + (1 pnt) - (0 pnt.) Totaal Esthetica 5*3 = 15 6 * 2 = 12 4* 1 = 4 10*0 = 0 31 Escape 13*3 = 39 10 *2 = 20 1*1 = 1 1*0 = 0 60 Entertainment 2*3 = 6 16 *2 = 32 3 * 1= 3 4 * 0 = 0 41 Education 0 * 3 = 0 1 * 2 = 2 8 * 1 = 8 16 * 0 = 0 10

De conclusie is dus dat een dergelijk themapark sterk werkt op escape (vooral spannende rides) met een krachtige ondersteuning van esthetica en entertainment. Bij deze belevenissen staat de educatie dus sterk op de achtergrond. Vergelijk dat met Staatsbosbeheer, waar de educatie volstrekt voorop staat, en waar trouwens de ‘Escape’ een heel ander karakter heeft, dan moet je toch zeggen dat een belevenis waarin de vier gebieden van de belevenis evenredig vertegenwoordigd zijn, moeilijk te realiseren is – en misschien ook wel niet helemaal nodig.

Opdracht Piratengrotten p. 147 Het begint met een gevoel van “hé, wat zou dit zijn?” Op een gegeven moment krijg je in de gaten dat de gang naar beneden gaat en dat je niet terug kunt. Intussen komen zo langzamerhand de piratensymbolen steeds sterker opzetten. De cognitieve respons is dan: “O, er gaat ‘iets’ gebeuren met piraten. Het is voorstelbaar dat bij sommige mensen het simpele feit dat ze niet terug kunnen, gecombineerd met donker, vochtig. Griezelig, tot angstige emoties leidt, met trillingen en het koude zweet (fysiologische effecten, dus) als gevolg. Wanneer je dan aan de donkere kade komt waar je kunt instappen in de bootjes, dan had ik zelf tenminste het gevoel dat in het Oude Griekenland de afgestorven zielen gehad moeten hebben wanneer ze op de rivier de Styx in de boot van veerman Charoon stapten die hen naar het dodenrijk moest roeien (grapje, want niets is zo veilig als een Disney -attractie). Bij de brandende stad, de blanke slavinnen en het kapiteinsskelet op de hoop gouden sieraden komen de emoties van medelijden en griezelen, en met het bootje een waterval op en een waterval af is sensatie. De voornaamste fysieke gewaarwording is dan dat je met een beetje pech kletsnat kunt worden. Het gedrag van de bezoekers wordt maar op één manier gestuurd: je kunt niet meer terug. Je kunt maar één kant op: vooruit en mee. Het servicescape, in drie woorden, is nat, griezelig en onomkeerbaar.

Vragen Achtergrondmuziek p. 149 Welke dienstverlening beter wordt door achtergrondmuziek, is tot op zekere hoogte een kwestie van smaak en van overeenstemming tussen dienstverlener en doelgroep. In alle situaties waar overeenstemming bestaat over de ontspannende werking van muziek, kan ze worden toegevoegd. Daar waar de klanten er geen prijs op stellen kan ze beter worden weggelaten. De eisen die aan de muziek gesteld mogen worden, zijn(afgeleid uit het praktijkvoorbeeld): • Laag volume – kies dan ook muziek die dat kan hebben; • Niet gezongen • Niet overbekend • Dienstdoende medewerkers moeten weten wat er gedraaid wordt.

Opdracht eigen keuzecriteria cafés e.d. p. 151 Iedere student of docent zal hier zijn eigen criteria hanteren. Wel zal een ieder een aantal basisprincipes uit het linkervak van figuur 7.6 meenemen. Mijn eigen criteria voor een lunchgelegenheid in een stad zijn bijvoorbeeld (wat ik van buitenaf kan zien, horen, ruiken, of wat ik bij het binnenkomen zie) • Aantrekkelijke spijskaart, bij voorkeur buiten opgesteld. • Geen muziek. • Weinig of geen rokende medegasten • De medegasten moeten er verder ook een beetje prettig uitzien (nette burgerij) • Als je de frituur ruikt is het niet goed. • Als het lekker ruikt is het wel goed. • Wel een behoorlijke bezetting. • Goed zichtbaar en actief bedienend personeel. Als dat deugt, dan deugt er meer. En iemand anders vindt weer heel andere dingen deugen…..