Amendement Op Het Ontwerp Van Decreet Houdende Diverse
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
461 (2014-2015) – Nr. 3 ingediend op 14 oktober 2015 (2015-2016) Amendement op het ontwerp van decreet houdende diverse bepalingen inzake energie Documenten in het dossier: 461 (2014-2015) – Nr. 1: Ontwerp van decreet – Nr. 2: Amendementen verzendcode: LEE 2 461 (2014-2015) – Nr. 3 AMENDEMENT Nr. 8 Subamendement voorgesteld door Willem-Frederik Schiltz, Andries Gryffroy, Valerie Taeldeman, Jos Lantmeeters, Robrecht Bothuyne en Wilfried Vandaele op amendement nr. 3 Artikel 27/1 (nieuw) In de voorgestelde tekst punt 3° vervangen door wat volgt: “3° in §2, tweede lid, worden de punten 5° tot en met 9° vervangen door de pun- ten 5° en 6°, die luiden als volgt: “5° 0,23 in 2017; 6° 0,205 in 2018 en daarna;”.”. VERANTWOORDING Dit amendement verhoogt het groenestroomquotum voor de inleverronde van 31 maart 2017 naar 23 procent, maar laat het verdere pad ongemoeid. Via dit amendement wordt voorgesteld om bij- komend ook een nieuw pad vast te leggen van 20,5 procent voor de inleverrondes van 31 maart 2018 en daarna. Vlaams Parlement – 1011 Brussel – 02/552.11.11 – www.vlaamsparlement.be 764 (2015-2016) – Nr. 2 ingediend op 24 mei 2016 (2015-2016) Amendementen op het ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2016 Documenten in het dossier: 764 (2015-2016) – Nr. 1: Ontwerp van decreet verzendcode: BEG 2 764 (2015-2016) – Nr. 2 LEGENDE FIN Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting BIN Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid BRU Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand BUI Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Inter- nationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed CUL Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media ECO Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Weten- schapsbeleid LAN Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid LEE Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dieren welzijn OPE Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken OND Commissie voor Onderwijs WEL Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin WON Commissie voor Wonen, Armoedebeleid en Gelijke Kansen Vlaams Parlement – 1011 Brussel – 02/552.11.11 – www.vlaamsparlement.be 764 (2015-2016) – Nr. 2 3 C-OPE AMENDEMENT Nr. 1 voorgesteld door Willem-Frederik Schiltz, Matthias Diependaele, Koen Van den Heuvel, Jos Lantmeeters, Peter Van Rompuy en Lieve Maes Artikel 9 In het tweede lid, op de voorlaatste regel, de woorden “artikel 7” ver vangen door de woorden “artikel 8 van dit decreet”. VERANTWOORDING Het betreft een technische correctie met betrekking tot de verwijzing naar artikel 8. C-FIN AMENDEMENT Nr. 2 voorgesteld door Willem-Frederik Schiltz, Matthias Diependaele, Koen Van den Heuvel, Jos Lantmeeters, Peter Van Rompuy en Lieve Maes Hoofdstuk 8. Financiën en Begroting Een afdeling 3, die bestaat uit een artikel 27/1, toevoegen, die luidt als volgt: “Afdeling 3. Onroerende voorheffing Art. 27/1. Artikel 3.2.1.0.2 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 wordt vervangen door wat volgt: “Artikel 3.2.1.0.2. Aanslagen inzake de onroerende voorheffing die betrekking heb ben op onroerende goederen die samen een kadastraal inkomen hebben van min der dan 15 euro, worden niet in een kohier opgenomen. Een aanslag heeft betrekking op de onroerende goederen die gelegen zijn in eenzelfde gemeente en waarvan de zakelijke rechten van een belastingplichtige of groep van belastingplichtigen voor elk van die onroerende goederen identiek zijn.”.”. VERANTWOORDING De aanslagen inzake de onroerende voorheffing worden ingekohierd op basis van de kadastrale gege- vens van de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën. Aangezien de FOD Financiën de gegevens vanaf aanslagjaar 2016 op een andere manier zal aanleveren, dient artikel 3.2.1.0.2 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit (VCF) te worden aangepast. De kadasterbestanden worden per kadastrale afdeling van de gemeente opgesteld. Tot en met aan- slagjaar 2015 werden de onroerende goederen in de kadastrale legger gegroepeerd per artikel. De aanslagbiljetten werden eveneens gegroepeerd per artikel van de kadastrale legger. De kadastrale legger is een register dat per kadastrale afdeling van de gemeente elke eigenaar, diens percelen, de oppervlakte alsook de kadastrale inkomens van deze percelen vermeldt. Een artikel is het deel uit de kadastrale legger betreffende een zelfde eigenaar of groep van eigenaars (artikel 1 van het koninklijk besluit van 20 september 2002 tot vaststelling van de vergeldingen en de nadere regels voor de afgifte van kadastrale uittreksels en inlichtingen). Per artikel werden met andere woorden al de onroerende goederen gegroepeerd, die gelegen zijn in dezelfde kadastrale afdeling van een gemeente en waarop dezelfde personen zakelijke rechten hebben. Vlaams Parlement 4 764 (2015-2016) – Nr. 2 Aangezien de FOD Financiën vanaf 2016 niet meer werkt met kadastrale leggers, wordt dit begrip vanaf aanslagjaar 2016 dan ook uit artikel 3.2.1.0.2 van de VCF geschrapt. De aangeleverde gegevens zullen door de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) gegroepeerd worden op het niveau van de gemeente, wat zal resulteren in minder aanslagbiljetten. Een aanslag zal betrekking hebben op de onroerende goe- deren die gelegen zijn in eenzelfde gemeente (niet meer in eenzelfde afdeling van een gemeente) en waarvan de zakelijke rechten van een belastingplichtige of groep van belastingplichtigen voor elk van die onroerende goederen identiek zijn. Deze groepering van goederen waarvoor de zakelijke rechten identiek zijn, is dus geen nieuw gegeven; het gebeurt vandaag ook al, maar dan per artikel. Voortaan zal dit op het niveau van de gemeente gebeuren. Enkele voorbeelden om deze noodzakelijke technische ingreep te illustreren: 1° in dezelfde gemeente heeft A ½ volle eigendom (VE), B ¼ vruchtgebruik (VG), C ¼ VG en D ½ blote eigendom (BE) in onroerend goed X, en heeft A ½ VE, B ¼ VG, C ¼ VG en D ½ BE in goed Y, en heeft A ½ VE, B ¼ VG, C ¼ VG en D ½ BE in goed Z; in dit geval worden al die onroerende goederen die dezelfde identieke combinatie rechten hebben samen gegroepeerd op één aanslagbiljet voor zover het kadastraal inkomen (KI) voor X, Y en Z samen 15 euro of meer bedraagt; 2° A heeft ½ VE en B, C en D hebben elk ₁⁄₆ VE in goed X, en A heeft ½ VE en B, C en D hebben elk ₁⁄₆ VE in goed Y, telkens in dezelfde gemeente (als het een andere gemeente betreft wordt er sowie- so niet gegroepeerd); in dit geval wordt de onroerende voorheffing voor X en Y op één aanslagbiljet gegroepeerd voor zover het KI van X en Y samen 15 euro of meer bedraagt; 3° in dezelfde gemeente hebben A en B volgende onroerende goederen: goed X waarvan de zakelijke rechten zijn: A ½ VE en B ½ VE, en goed Y waarvan de zakelijke rechten zijn: A ½ VE en B ¼ VE en C ¼ VE; in dit geval worden goed X en goed Y niet gegroepeerd op één aanslag. C-WEL AMENDEMENT Nr. 3 voorgesteld door Jan Bertels, Bart Van Malderen, Freya Van den Bossche en Joris Vandenbroucke Hoofdstuk 10. Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Artikel 36/1 (nieuw) Een artikel 36/1 invoegen, dat luidt als volgt: “Art. 36/1. In het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009 wordt een artikel 71bis ingevoegd, dat luidt als volgt: “Art. 71bis. Met het oog op de financiële toegankelijkheid van de zorg in de woon zorgcentra wordt een systeem van maximumfactuur in de woonzorgcentra in gesteld. Dit systeem houdt in dat er een grens wordt gesteld aan de persoonlijke bij dragen van de gebruiker. Deze grens is afhankelijk van de financiële draagkracht van de gebruiker. De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden om in aanmerking te komen voor die maximumfactuur in de woonzorgcentra en stelt de nadere regels vast. In de mate dat de persoonlijke bijdragen van de gebruiker hoger zijn dan de grens, ver meld in het tweede lid, gebeurt de betaling of terugbetaling ervan ten laste van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap.”.”. VERANTWOORDING Volgens de Rusthuisbarometer van de Socialistische Mutualiteiten is voor drie op de vier Vlaamse senio- ren het inkomen ontoereikend om de rusthuisfactuur te betalen. De rusthuisfactuur wordt op die manier voor veel senioren stilaan onbetaalbaar. Eerder waarschuwde Zorgnet Vlaanderen al dat de besparingen van de Vlaamse Regering de rusthuizen duurder maken voor de patiënten en tal van rusthuizen naar de rand van het faillissement drijven. Vlaams Parlement 764 (2015-2016) – Nr. 2 5 Vandaag blijkt dat de gemiddelde rusthuisfactuur in Vlaanderen liefst 1600 euro per maand bedraagt, terwijl het gemiddelde pensioen ongeveer 1250 euro bedraagt. Liefst 75 procent van de senioren heeft een inkomen dat lager ligt dan de rusthuisprijs. Minstens 18.000 senioren moeten aankloppen bij hun kinderen of bij het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) om hun rusthuisfactuur te helpen betalen. Alle Vlamingen hebben recht op een waardige oude dag. Het is dan ook onredelijk en onrechtvaardig dat de bewoners van de woonzorgcentra en hun familie vandaag buiten verhouding getroffen worden door de stijgende kostprijs van de woonzorgcentra. De meest eerlijke manier om deze zorg betaalbaar te houden voor iedereen is in de prijs van de zorg rekening te houden met de draagkracht en het inkomen van de mensen en aldus een maximumfactuur in te voeren voor iedereen die het rusthuis niet zelf kan betalen en moet aankloppen bij familie of het OCMW. C-FIN AMENDEMENT Nr. 4 voorgesteld door Willem-Frederik Schiltz, Matthias Diependaele, Koen Van den Heuvel, Jos Lantmeeters, Peter Van Rompuy en Lieve Maes Artikel 37 Een punt 9° toevoegen, dat luidt als volgt: “9° artikel 27/1, dat uitwerking heeft vanaf aanslagjaar 2016.”. VERANTWOORDING Zie verantwoording bij amendement nr. 2. Vlaams Parlement 1946 (2018-2019) – Nr. 1 ingediend op 3 april 2019 (2018-2019) Voorstel van resolutie van Matthias Diependaele, Robrecht Bothuyne, Willem-Frederik Schiltz, Andries Gryffroy, Tinne Rombouts en Lieve Maes betreffende de uitbouw van Vlaanderen als excellente waterstofregio verzendcode: LEE 2 1946 (2018-2019) – Nr.