Infospot Gebruik van geneesmiddelen bij COPD en astma in de ambulante zorg

April – Mei – Juni 2017 Inhoud 1

Inhoudstafel

Inleiding...... 2

I. Evolutie van het aantal patiënten in de voorbije 3 jaren...... 3

Aantallen patiënten in 2015, per subklasse...... 4

II. (XOLAIR)...... 7

III. Internationale vergelijking...... 8

IV. Addendum: Azithromycine gebruik...... 10

V. Bespreking en besluit...... 12

Referenties...... 12 2 Infospot - Gebruik van geneesmiddelen bij COPD en astma in de ambulante zorg - April – Mei – Juni 2017

Inleiding

Deze Infospot betreft het gebruik van respiratoire geneesmiddelen in België, ten laste van de Bel- gische ziekteverzekering. Het gaat om data afkomstig uit de Farmanet databank, die gegevens bevat over de terugbetaalde geneesmiddelenverpakkingen afgeleverd in openbare officina’s. Voor de gedetailleerde data van de subklassen wordt het verbruik in de ziekenhuizen en rust- huizen (dit laatste maakt slechts 0,1% van het volume uit afgeleverd in de openbare officina’s) niet meegenomen. Voor redenen van overzichtelijkheid beperkten we ons tot de klasse van de geneesmiddelen bij bronchusobstructie (R03) en bespreken we slechts voor enkele subklassen de individuele moleculen. Orale en parenterale corticosteroïden, H1-antihistaminica en expectorantia werden terzijde gelaten.

De Farmanet databank bevat anonieme gegevens doch is wel voldoende gedetailleerd naar leefti- jd en naar sequentieel gebruik van geneesmiddelen door eenzelfde patiënt. Dubbeltellingen van patiënten komen niet voor.

De ATC-code is de Anatomische-Therapeutische-Chemische code volgens de Wereldgezond- heidsorganisatie. De DDD of defined daily dose is vastgesteld door de Wereldgezondheidsorgan- isatie en laat toe verschillende soorten verpakkingen en dosages op te tellen onafhankelijk van volume en prijzen.

Uit de gegevens van de Farmanet-databank blijkt dat over een verloop van 10 jaar het aantal patiënten met bronchodilatantia is toegenomen met 50%. Dit roept vragen op over de doelma- tigheid van deze vlot voor te schrijven medicatie. Gaat het steeds om bronchusobstructie? Infospot - Gebruik van geneesmiddelen bij COPD en astma in de ambulante zorg - April – Mei – Juni 2017 3

I. Evolutie van het aantal patiënten in de voorbije 3 jaren

In de jaren 2013 – 2014 – 2015 namen 1,5 miljoen Belgen jaarlijks één of meerdere geneesmiddelen in uit de klasse van geneesmiddelen tegen bronchusobstructie, waarvan de ATC-code R03 is. De klasse R03 geneesmiddelen bevat de inhaleerbare beta2-agonisten, inhaleerbare anticholinergica, inhaleerbare corticosteroïden, -derivaten, leukotriëenreceptor-antagonisten en de mono- clonalen omalizumab en .

Hun aantal patiënten stijgt jaarlijks: in het jaar 2004 nog 1,0 miljoen Belgen (gegevens van voor 2013 worden niet vermeld in de onderstaande tabel) en in het jaar 2015 1,5 miljoen Belgen. Op 10 jaar tijd is de totale patiëntenpopulatie toegenomen met 50 %.

Tabel 1 : Aantallen patiënten met geneesmiddelen tegen bronchusobstructie ATC code 2013 2014 2015 R03 Geneesmiddelen tegen 1.460.600 1.462.059 1.527.022 bronchusobstructie (TOTAAL) R03AC Beta2-adrenergicum (SABA; 455.706 454.720 453.042 LABA) R03AK LABA + ICS 612.514 643.447 692.719 R03AL SABA+SAMA of 325.187 312.751 327.814 LABA+LAMA R03BA ICS 461.735 447.134 466.045 R03BB SAMA of LAMA 349.700 338.577 330.372 R03BC chromoglycaat 21.459 17.109 12.679 R03DA xanthine-derivaten 24.602 21.607 19.815 R03DC leukotriëenreceptor 161.685 174.386 172.035 antagonisten R03DX05 omalizumab1 476 568 1.064 R03DX09 mepolizumab2 0 0 0 SABA : Kortwerkende beta2-adrenergica ; LABA : Langwerkende beta2-adrenergica ; ICS : inhalatiecorticosteroïden ; SAMA : kortwerkende anti- muscarinica ; LAMA : langwerkende antimuscarinica Bron: Farmanet

Elke lijn geeft het aantal unieke patiënten die één of meerdere geneesmiddelen innamen van de subklasse. De aantallen op de verschillende lijnen mogen niet opgeteld worden, wegens ontstaan van dubbeltellingen

1. Omalizumab (XOLAIR) is sinds meerdere jaren vergoedbaar voor situaties van ernstig extrinsiek astma met aëro-allergenen. Sinds 01.06.2015 is omalizumab 150 mg eveneens vergoedbaar voor ernstige situaties van chronisch spontaan urticaria. Zie verder voor opsplitsing astma versus urticaria. 2. Mepolizumab (NUCALA) is vergoedbaar sinds 01.09.2016 voor situaties van ernstig astma. 4 Infospot - Gebruik van geneesmiddelen bij COPD en astma in de ambulante zorg - April – Mei – Juni 2017

Tabel 2 : RIZIV-uitgaven voor geneesmiddelen tegen bronchusobstructie RIZIV-kost geneesmiddelen tegen bronchusobstructie (miljoenen EURO) Code ATC 2013 2014 2015 R03 Geneesmiddelen tegen bronchusobstructie 194,6 189,5 189,6 (TOTAAL) “ Openbare apotheken 182,7 177,4 177,1 “ Ziekenhuisapotheken 11,9 12,1 12,5 Bron: Farmanet

De uitgaven voor geneesmiddelen tegen bronchusobstructie zijn gedaald over de jaren, vooral door een prijzenpolitiek van lang bestaande geneesmiddelen in de openbare apotheek.

Aantallen patiënten in 2015, per subklasse

In de volgende tabellen wordt, per subklasse, het aantal patiënten weergegeven voor het jaar 2015. Bovendien geven we aan hoeveel patiënten er jonger of gelijk aan 40 jaar waren versus hoeveel ouder dan 40 jaar. In elke leeftijdsgroep geven we aan hoeveel patiënten maximaal 90 DDD inna- men (grosse modo 3 maand behandeling), hoeveel patiënten tussen de 90 en 360 DDD innamen (meer dan 6 à 9 maand behandeling) en hoeveel patiënten 360 DDD of meer innamen (volledig jaar behandeling). Om reden van beperkte relevantie werden niet alle subklassen overgenomen uit de Tabel 1. We lieten chromoglycaat, de xanthine-derivaten, de leukotriëenreceptor-antagonisten en mepolizumab terzijde.

Tabel 3: Kortwerkende beta2-adrenergica (SABA) 2015 Aantallen patiënten met SABA (N) SABA3 405.385 salbutamol4 ≤ 40 jaar > 40 jaar 278.177 127.208 ≤ 90 DDD 90

3. ATC-code R03AC02. 4. : AIROMIR, NOVOLIZER SALBUTAMOL, SALBUTAMOL SANDOZ, VENTOLIN. Infospot - Gebruik van geneesmiddelen bij COPD en astma in de ambulante zorg - April – Mei – Juni 2017 5

Tabel 4 : Langwerkende beta2-adrenergica (LABA) 2015 Aantallen patiënten met LABA (N) LABA5 54.313 ≤ 40 jaar > 40 jaar 4.975 49.338 ≤ 90 DDD 90

Tabel 5 : Langwerkende beta2-adrenergica (LABA) in vaste associatie met inhalatiecorticosteroïden (ICS) LABA+ICS9 Aantallen patiënten met LABA + ICS (N) 692.618 ≤ 40 jaar > 40 jaar 188.472 504.146 ≤ 90 DDD 90

Tabel 6: Kortwerkende beta2-adrenergica (SABA) in vaste associatie met kortwerkende antimuscarinica (SAMA) 2015 Aantallen patiënten met SABA + SAMA (N) SABA+SAMA16 319.230 ≤ 40 jaar > 40 jaar 61.927 257.303 ≤ 90 DDD 90

5. Codes ATC R03AC12, R03AC13 en R03AC18. 6. salmeterol: SEREVENT. 7. formoterol: FORADIL, FORMAGAL, FORMOAIR, NOVOLIZER FORMOTEROL, OXIS. 8. : ONBREZ. 9. Codes ATC R03AK06, R03AK07, R03AK08, R03AK10, R03AK11 en R03AK12. 10. salmeterol + : SERETIDE, SALMETEROL-FLUTICASONE CIPLA. 11. formoterol +budésonide: SYMBICORT, BUFOMIX. 12. formoterol + beclométasone: INUVAIR. 13. vilanterol + : RELVAR. 14. formoterol + : FLUTIFORM. 15. salbutamol + budésonide: ZEPHIRUS. 16. Codes ATC R03AL01 en R03AL02. 17. fenotérol + ipratropium: DUOVENT. 18. salbutamol + ipratropium: COMBIVENT, NEBU-IPRASOL. 6 Infospot - Gebruik van geneesmiddelen bij COPD en astma in de ambulante zorg - April – Mei – Juni 2017

Tabel 7 : Langwerkende beta2-adrenergica (LABA) in vaste associatie met langwerkende antimuscarinica (LAMA) 2015 Aantallen patiënten met LABA + LAMA (N) LABA+LAMA19 17.807 ≤ 40 jaar > 40 jaar 99 17.708 ≤ 90 DDD 90

Hieronder verlaten we de subklassen met beta2-adrenergica als werkzaam bestanddeel en geven vooreerst de kortwerkende antimuscarinica (SAMA). Het is duidelijk dat de patiënten hieronder weergegeven eveneens beta2-adrenergica kunnen bijnemen, tijdelijk of op continue wijze. Deze losse associaties werden niet verder bestudeerd, doch zijn klinisch van relevantie.

Tabel 8 : Kortwerkende antimuscarina (SAMA) 2015 Aantallen patiënten met SAMA (N) SAMA24 268.285 ipratropium25 ≤ 40 jaar > 40 jaar 192.206 76.079 ≤ 90 DDD 90

Tabel 9 : Langwerkende antimuscarinica (LAMA) 2015 Aantallen patiënten met LAMA (N) LAMA 26 67.163 ≤ 40 jaar > 40 jaar 374 66.789 ≤ 90 DDD 90

19. ATC-codes R03AL03, R03AL04, R03AL05 en R03AL06. 20. vilanterol + umeclidinium: ANORO. 21. indicaterol + glycopyrronium: ULTIBRO. 22. formoterol + aclidinium: DUAKLIR, vergoedbaar sinds 01.04.2016. 23. olodaterol + glycopyrronium: SPIOLTO, vergoedaar sinds 01.05.2016. 24. ATC-code R03BB01. 25. ipratropium : ATROVENT, NEBU-TROP. 26. ATC-codes R03BB04, R03BB05, R03BB06 en R03BB07. 27. tiotropium: SPIRIVA. 28. aclidinium: BRETARIS. 29. glycopyrronium: SEEBRI. 30. umeclidinium: INCRUSE. Infospot - Gebruik van geneesmiddelen bij COPD en astma in de ambulante zorg - April – Mei – Juni 2017 7

Tabel 10 : Inhalatiecorticosteroïden (ICS) zonder nebulisatie 2015 Aantallen patiënten met ICS sjaar nébulisation (N) ICS sjaar nébulisation31 67.163 ≤ 40 jaar > 40 jaar 155.756 128.379 ≤ 90 DDD 90

Tabel 11: Inhalatiecorticosteroïden (ICS) met nebulisatie (suspensies) 2015 Aantallen patiënten met ICS met nebulisatie (N) ICS avec nébulisation32 209.240 ≤ 40 jaar > 40 jaar 131.602 77.638 ≤ 90 DDD 90

II. Omalizumab (XOLAIR)

Sinds 01.06.2015 is omalizumab 150 mg vergoedbaar buiten de pneumologie, namelijk voor ern- stige situaties van chronisch spontaan urticaria. Daarom nemen we voor het jaar 2015 enkel de data van patiënten bij wie het eerste voorschrift afkomstig was van een pneumoloog, en niet van een dermatoloog noch internist.

Tabel 12 : Omalizumab XOLAIR 2013 2014 2015 75 mg en 150 mg Aantal patiënten 476 568 658 Aantal DDD33 116.438 141.741 177.520 RIZIV-kost (miljoen EUR) 4,8 5,9 6,8 Bron: Farmanet

Voor het jaar 2015 maken we verder het onderscheid naar de volgende leeftijdsgroepen: < 12 jaar; 13-18 jaar; 19-40 jaar; > 40 jaar.

31. ATC-codes R03BA01 beclometason, R03BA02 partim , R03BA05 partim fluticason propionaat, R03BA08 en R03BA09 fluticason furoaat. 32. ATC-codes R03BA02 partim budesonide en R03BA05 partim fluticason propionaat. 33. De WHO neemt als dagdosis 16 mg omalizumab. Dit is dan ook hier de gebruikte rekeneenheid. 8 Infospot - Gebruik van geneesmiddelen bij COPD en astma in de ambulante zorg - April – Mei – Juni 2017

Tabel 13 : Omalizumab XOLAIR per leeftijdsgroep XOLAIR < 12 jaar 13 – 18 jaar 19 – 40 jaar > 40 jaar 75 mg en 150 mg Jaar 2015 Aantal patiënten 1 22 140 495 Nombre de conditionnements sur base du nombre de conditionnements par patient/jaar : 1-6/jaar 0 6 74 214 7-13/jaar 0 32 271 713 > 13/jaar 27 818 3.802 15.176 Aantal DDD 211 7.102 34.748 135.459 RIZIV-kost (miljoen EUR) < 0,0 0,3 1,3 5,2 Bron: Farmanet

Verder onderzoek is lopend bij het Intermutualistisch Agentschap naar hospitalisatiegegevens (op anonieme wijze) van de patiënten behandeld met omalizumab. Dit onderzoek loopt op vraag van het Bureau van de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen en het Kabinet van de Minister voor Sociale Zaken. Uit bovenstaande tabel blijkt alvast dat 495 patiënten minstens 40 jaar oud waren; 303 patiënten (of 28 % van de voorschriften) waren minstens 60 jaar oud.

III. Internationale vergelijking

Op basis van de OECD-databank is het mogelijk de Farmanetdata uit België te vergelijken met ver- bruikscijfers uit andere landen. Het laatste jaar dat een internationale vergelijking toelaat, is het jaar 2014. Van de klasse van de bronchodilatantia (R03) werd telkens het gebruiksvolume, uitgaande van de DDD, voor elke molecule berekend. De parameter voor internationale vergelijking is, terecht, het aantal DDD/1.000 inwoners/dag. Infospot - Gebruik van geneesmiddelen bij COPD en astma in de ambulante zorg - April – Mei – Juni 2017 9

Voor de volgende Europese landen kan aldus bekomen worden, voor het jaar 2014:

Tabel 14 : Gebruik van bronchodilatantia - internationale vergelijking Bronchodilatateurs R03 Pays Aantal DDD/1.000 habitants/jour Verenigd Koninkrijk 94,7 (schatting) Finland 69,2 Noorwegen 63,6 Nederland 60,0 Denemarken 58,9 België 52,8 Zweden 52,4 Duitsland 50,9 Griekenland 50,1 Spanje 47,4 Tsjechië 46,7 Hongarije 42,0 Slovakije 41,2 Ijsland 41,1 Italië 40,4 Slovenië 39,6 Portugal 29,3 Luxemburg 24,3 (schatting) Estland 23,4 Oostenrijk 20,9 Source: OECD 10 Infospot - Gebruik van geneesmiddelen bij COPD en astma in de ambulante zorg - April – Mei – Juni 2017

Grafiek 1 : Gebruik van bronchodilatantia - internationale vergelijking

100 g

a 90 d /

s 80 r 70

o n e 60 w

n 50 i

0 40 0

0 30 , 1

/ 20 D 10 D D

0 l l k * e e ë e * d d a n ë ë d ë d n d n d j j j i j i i i t i i i k a l g e n n e n n e n n j g n n h r r r k i n g l a k a a a g a a a d c l l a l a e r l l r l t n u a a u e e I e t r s s e v k t e p g n a n b v j j s A B t i r e t I S w i o n s e w n o l i E F s r l o m d m k Z T o S n o o S e e P e e D u H i o x o n O N r K u e N

G L D d g * Schatting i n e

Source: OECD r e V

IV. Addendum: Azithromycine gebruik

Hieronder volgt het gebruik van azithromycine, met aandacht voor het chronisch gebruik, eigen aan COPD-patiënten. Het gaat zowel om ZITROMAX als de talrijke generieken met azithromycine als werkzaam bestanddeel. Vele generieken zijn vergoedbaar geworden in de loop van het jaar 2014.

Tabel 15 : Azithromycine azithromycine 250-mg en 500-mg 2013 2014 2015 Aantal patiënten 218 4.898 11.690 Aantal DDD34 2.800 121.430 615.380 RIZIV-kost (EUR) 3.386 143.899 593.907 Bron: Farmanet

34. De WHO neemt als dagdosis 300 mg voor een orale behandeling met azithromycine. Dit is dan ook hier de gebruikte rekeneenheid. Infospot - Gebruik van geneesmiddelen bij COPD en astma in de ambulante zorg - April – Mei – Juni 2017 11

Voor het jaar 2015 nemen we de opdeling volgens leeftijd: jonger of gelijk aan 40 jaar versus ouder dan 40 jaar.

Tabel 16 : Azithromycine per leeftijd azithromycine ≤ 40 jaar > 40 jaar 250-mg en 500-mg Jaar 2015 Aantal patiënten 2.567 9.123 Aantal DDD avec le Aantal DDD/patient/jaar : < 30/jaar 20.680 55.570 30 – 100/jaar 22.640 171.160 101 – 180/jaar 23.790 168.110 181 – 365/jaar 31.260 84.550 > 365/jaar 20.520 17.100 Aantal DDD 118.890 496.490 Aantal verpakkingen 5.989 27.461 RIZIV-kost (EUR) 113.321 480.586 Bron: Farmanet 12 Infospot - Gebruik van geneesmiddelen bij COPD en astma in de ambulante zorg - April – Mei – Juni 2017

V. Bespreking en besluit

1. Op 10 jaar tijd is het gebruik van bronchodilatantia toegenomen van 10 % naar 15 % van de Belgische bevolking. Dit roept de vraag of deze vorm van gemakkelijk voor te schrijven genees- middelen steeds wordt voorgeschreven in situaties van bronchusobstructie.

2. Subklassen met beta2-adrenergica

SABA (4 % van de bevolking) worden vooral bij jongeren gebruikt, meestal voor korte periodes. LABA’s in monotherapie worden relatief weinig voorgeschreven (0,5% van de bevolking) in te- genstelling tot LABA+ICS (7 % van de bevolking). LABA+ICS worden doorgaans bij ouderen gebruikt, meestal voor korte periodes. De groep patiënten met SABA+SAMA behandeling is stabiel (300.000 patiënten); de nieuwe klasse LABA+LAMA (< 20.000 patiënten) komt hier bove- nop.

3. Subklassen zonder beta2-adrenergica

Wat volgt is een bespreking als zodanig, m.a.w. niet in relatie met gelijktijdig SABA of LABA gebruik. SAMA (270.000 patiënten) worden kortdurend gebruikt, meer bij jongeren dan bij oud- eren. De nieuwe LAMA (70.000 patiënten) lijken exclusief voor oudere patiënten te zijn, met een gebruik gedurende minstens 6 maanden per jaar. 5 % van de bevolking neemt ICS, met een licht voordeel voor de preparaten zonder nebulisatie; hun gebruik is globaal voor een duur die korter is dan 6 maand per jaar.

4. Het gebruik van XOLAIR kent een opmars bij astmatici de voorbije jaren, met name bij ouderen die het chronisch injecteren.

5. Internationaal is het gebruik van bronchodilatantia (R03) in België zo hoog als in Scandinavië en Nederland. De Zuid-Europese landen kennen doorgaans een lager verbruik.

6. Het gebruik van azithromycine kent een opmars van enkele honderden patiënten naar tiendui- zend patiënten vandaag. Het gebruik is manifest chronisch.

Referenties

}} Folia Pharmacotherapeutica. Centre Belge d’Information Pharmacothérapeutique – Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie.

}} Organisation for Economic Co-operation and Development. Statistics on Pharmaceutical con- sumption. http://stats.oecd.org

}} Albert RK et al. Azithromycin for prevention of exacerbations of COPD. The New England Jour- nal of Medicine 2011;365:689-698. Verantwoordelijke uitgever: J. De Cock, Tervurenlaan 211, 1150 Brussel

Realisatie: Dienst voor geneeskundige verzorging van het RIZIV

Grafisch design: Communicatiecel van het RIZIV

Foto: Verypics

Publicatiecatum: Juli 2017

Wettelijk depot: D/2017/0401/18