SCHUTTERSBRIEF

Aperiodiek maar frequent verschijnend e-magazine als ideeënbus, discussieforum, actieprogram en informatiebulletin voor het schutterijwezen in het Nederlandstalige gebied van de EGS

Nummer 95 – Maastricht, maandag 15 april 2013 REDACTIE Hoofdredacteur: Alfred Disch; telefoon (met voicemail): 00.31.(0)43 - 325 76 62; e-mail: [email protected]. Voor de overige redactionele gegevens zie de achterpagina van dit SB-nummer ------INHOUDSOPGAVE Redactie, Inhoudsopgave en Internet………………………………………………………………………...blz. 2083 De patriotten en het schutterijwezen in de Republiek, 1780-1787 (1). Ten geleide……………...... blz. 2084

De Bataafse Gewapende Burgerwacht, 1795-1797 (1). Inleiding. [Uit de algemene vakliteratuur]………...blz. 2085

Citaten van overal inzake het schutterijwezen (1)…………………………………………………………….blz. 2086

NBFS: de -Brabantse Federatie van Schuttersgilden (1). [Grenzen gildekringen]……………..blz. 2087-2089

De ouderdomsbepaling van de schutterijen in Noord-Brabant: een vergelijkend onderzoek (1) ……..blz. 2090-2132

Het schutterijwezen in de gemeente Eijsden-Margraten (LB), vroeger en nu (1). [Eijsden]…………...blz. 2133-2137

Het schutterijwezen in de gemeente Nuth (LB), vroeger en nu (1). De dorpen Swier en Wijnandsrade……..blz. 2138

De Oranjes en het schutterijwezen (2). Website (…) St.-Sebastiaan te Oosterhout (NB) ………...... blz. 2139

Het schutterijwezen in de gemeente Zederik (ZH), vroeger en nu (2). [De Martinus en Antonius]…...... blz. 2140

VSK: de Vlaamse Schietsportkoepel (2). Inleiding Slot……………………………………………………...... blz. 2141

Het schutterijwezen in de gemeente Meerssen (LB), vroeger en nu (4). [De St.-Remigius (I)]……….blz. 2142-2143 Het predicaat ‘Koninklijk’ (17). Bepalingen betreffende het predicaat ‘Koninklijk’…………….………….blz. 2144 Vraag en antwoord; vraag en aanbod (29).[Over ‘alschieten op gelukspapier’ en ‘wapenschild’]…..blz. 2145-2146 Recensie (48). Jubileumboek St.-Antonius- en St.-Sebastiaansgilde Udenhout (NB)………………………..blz. 2147

Verschijning van de Schuttersbrief (49)……...………………………………………………...….…...... blz. 2148

Mededelingen (50). [Schutterij Nieuwenhagen (LB); het Limburgs Schuttersmuseum te Steyl (LB)]….…..blz. 2149

Colofon en Redactieadres…………………………………………………………………………………….blz. 2150 ------INTERNET Downloadmogelijkheid: www.schuttersbrief.nl (SB) De SB is ook te lezen op de website van de Europese Gemeenschap van historische Schutters (EGS): www.e-g-s.eu > Schuttersbrief [= Schützenbrief = Gazety Strzelcow] ------© Copyright: SB-stichting (i.o.), Maastricht MMIV ------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2083

1

DE PATRIOTTEN EN HET SCHUTTERIJWEZEN IN DE REPUBLIEK, 1780-1787 (1) Ten geleide

De Schuttersbrief (SB) heeft enige malen - zij het terloops - al bericht over de patriotten en het schutterijwezen in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Zie SB 59 (blz. 1056-1057), SB 74 (blz. 1440-1441) en SB 78 (blz. 1568). In de hier voorliggende rubriek zullen we het uitgebreider hebben over hetzelfde onderwerp. Daarbij komt het accent te liggen op de periode 1780-1787. Neemt niet weg, dat ook twee andere ‘patriottische perioden’ voor ons van zeker belang zijn. De eerste periode (1747-1748) zouden we ‘de aanloopperiode’ kunnen noemen, de laatste periode (1794-1806) ‘de periode van de follow-up’. Een zéér beknopte bespreking hier van alle drie de perioden plaatst de gebeurtenissen van 1780-1787 in een juist perspectief.

De aanloopperiode: 1747-1748 Het Nederlandse schuttersgilde- of schutterijwezen beleefde in de 18de eeuw (1701-1800) een duidelijk verval, dat kort na de Gouden Eeuw (±1585 - ±1670) was begonnen. Op diverse plaatsen in het land ontstonden volksbewegingen (democratische tegenbewegingen) die naar verandering streefden. Te Amsterdam culmineerde het streven naar 1 verandering op schutterijgebied in… de Doelistenbeweging, vernoemd naar de Kloveniersdoelen waar de aan- hangers van de democratisch gezinde partij vergaderden. In wezen keerden de patriotten zich tegen de stedelijke oligarchie, d.w.z. tegen de plaatselijke regentenheerschappij. Echter niet voorshands tegen Oranje i.c. erfstadhouder Willem IV. Integendeel zelfs, want men hoopte juist met hulp van de prins-stadhouder de gewenste verandering te kunnen bewerkstelligen. Gewenst of, beter gezegd, geëist werd een vrije krijgsraad, inhoudende dat de schutters- officieren niet meer door de stadsmagistraat benoemd maar door de burgers gekozen zouden worden. De radicalen 2 onder de democraten kregen de steun van de prinsgezinde scheepstimmerlieden van Kattenburg , de zogeheten 3 Bijltjes . Toen Willem IV begin september 1748 te Amsterdam aankwam om de rust te herstellen, werd hij verwelkomd door zo’n 3.000 Bijltjes. Vervolgens drongen enkele leiders van de doelisten, vergezeld door een aantal Bijltjes, ’s nachts de kamer van de prins-stadhouder binnen en zij dwongen hem - onder dreiging van een algemeen bloedbad - toe te geven op het punt van de vrije krijgsraad. Bij zijn vertrek op 15 september trok Willem IV evenwel de door hem gedane toezeggingen weer in. De burgerlijke democratie bracht in eerste instantie geen overwinning op de regentenheerschappij. In een aparte, nog te verschijnen SB-rubriek (‘De Doelistenbeweging en andere democratische bewegingen, medio 18de eeuw’) zal ik nader ingaan op deze periode.

De gebeurtenissen van 1780-1787 Anders dan voorheen waren de burgerdemocraten in deze periode wél principieel antistadhouderlijk. Dat zij ook nú uiteindelijk aan het kortste end trokken, komt in latere afleveringen van deze rubriek aan de orde. Het hoe en waarom van hun nederlaag hield rechtstreeks verband met de aanhouding (door patriottische vrijschutters) van de 4 gemalin van erfstadhouder Willem V, Wilhelmina van Pruisen, aan het riviertje de Vlist bij Gouda dd. 30.6.1787, 5 tweeëneenhalve maand later (13.9.1787) gevolgd door een inval van Pruisische troepen. Vele patriotten vluchtten toen voor korte of langere duur naar de Zuidelijke (Habsburgse of Oostenrijkse) Nederlanden van keizer Jozef II of naar Frankrijk.

De periode van de follow-up: 1794-1806 Met de komst van de Franse revolutionairen in 1794 keerden de gevluchte patriotten terug. Zij speelden een rol in de vestiging van de Bataafse Republiek (1795-1806) en van de vier achtereenvolgende schutterijtypes uit deze periode. Ook kwam er nu wél een einde aan de oligarchie of regentenheerschappij. Over dat alles gaat een aantal rubrieken waarvan u alvast de eerste in dit SB-nummer (blz. 2085) aantreft.

Eindnoten 1 Kloveniersdoelen: kloveniers = geweerschutters (klove = kolf = geweer); doelen = schietterrein met schutterslokaal. 2 Kattenburg: de Amsterdamse wijk waar scheepswerven lagen en waar de scheepstimmerlieden woonden. 3 Bijltjes: bijnaam van de scheepstimmerlieden; dit vanwege hun voornaamste gereedschap in de bouw van houten schepen. 4 aan de Vlist bij Gouda (ZH): dus niet - zoals vaak ten onrechte verkondigd wordt - nabij Goejanwellesluis (eveneens ZH). 5 Vele patriotten: niet te verwarren met de ‘Belgische’ patriotten, d.w.z. de opstandelingen tijdens de Brabantse Omwenteling (1789) tegen keizer Jozef II; zie daarover in een volgende aparte SB-rubriek. Alfred Disch, Maastricht, 9.11.2012 ------Blz. 2084 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95

2

DE BATAAFSE GEWAPENDE BURGERWACHT, 1795-1797 (1) Inleiding Als één episode uit de vaderlandse schutterijhistorie tot op heden stiefmoederlijk behandeld is, dan betreft het toch wel het schutterijwezen ten tijde van de Bataafse Republiek (1795-1806). Zo bijvoorbeeld vinden we - naast de toch al tamelijk spaarzame gegevens in de vakliteratuur - zelfs in het uitgebreidste overzichtswerk van de 1 Nederlandse geschiedenis, de AGN , totaal niets over activiteiten van patriottische schutters tijdens de inval van de Franse revolutionairen eind jaar 1794 en gedurende de direct daarop volgende jaren. Desalniettemin moet - naar mijn mening - heel wat aan de weet te komen zijn in de archieven. De eerst aangewezen weg lijkt mij dan ook die naar het Nationaal Archief in Den Haag, al zijn nog andere archiefbewaarplaatsen zeer wel van nut. Het onderwerp Bataafs schutterijwezen valt thematologisch, chronologisch en geografisch uiteen in ten minste de navolgende onderdelen die elk een afzonderlijke bespreking (rubriek) verdienen, t.w.: - de Bataafse Gewapende Burgerwacht, 1795-1797 - de Bataafse Gewapende Burgermacht (I), 1797-1799 - de Bataafse Gewapende Burgermacht (II), 1799-1803 - de Bataafse Schutterij, 1803-1806 - de Bataafse schutterijen (1795-1806) in de Oost (Azië) - de Bataafse schutterijen (1795-1806) in de West (Amerika) - de Bataafse schutterijen (1795-1806) in de Zuid? (Afrika). In deze rubriek gaat het uitsluitend om de Bataafse (oorspronkelijke spelling: Bataafsche) Gewapende Burger- wacht (-wagt). Voor de overige onderdelen verwijs ik naar de betreffende, nog te verschijnen rubrieken in de SB. Hetgeen de algemene vakliteratuur weet te melden Ising 1986 2 Alfons Ising bericht op blz. 36 in het hoofdstuk Ontstaan en ontwikkeling van schuttersgilden slechts: ‘(…) dat in de Bataafse Republiek bewapende burgerwachten werden opgericht die nadien schutterijen werden genoemd (…). De oprichting van deze burgerwachten was geen wettelijk eerherstel van de aloude schuttersgilden, maar is niettemin van belang om het karakter van de hedendaagse militair geüniformeerde Limburgse schutterijen beter te leren kennen. Het is een tamelijk ingewikkelde kwestie die we apart zullen behandelen in het boekdeel [lees: hoofdstuk] over de Oud-Limburgse Schuttersfederatie [= de OLS].’ Ising maakt het echter voor zichzelf en anderen onnodig ingewikkeld. Want volgens mij heeft het inderdaad militair geüniformeerd-zijn van de meeste tegenwoordige Limburgse folkloreschutterijen totaal niets uit te staan met de vier hierboven genoemde Bataafse schutterijtypes, ook na het lezen van wat Ising in zijn hoofdstuk over de OLS (blz. 146-208) zegt. Trouwens dáár géén woord over het gesuggereerde verband met de Bataafse Republiek. Te Lintum 1908 3 In het hoofdstuk De Schutterij als Rijksinstelling (blz. 17-22) laat dr. Cris te Lintum over de Gewapende Burgerwacht weten: ‘Toen de Fransche “bevrijders” in 1795 [lees: 1794, een jaar eerder dus] de Republiek binnentrokken, 4 stonden de [patriottische] schutters van 1787 in de voorste rijen gereed om hen met geestdrift te ontvangen. Zij hadden zeer hooge verwachtingen van de Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap en waren op vele plaatsen reeds begonnen met zich democratisch te organiseren, door o.a. hun eigen officieren en onderofficieren te kiezen. Inderdaad kregen ze op politiek gebied nu heel wat invloed, ofschoon ze niet erkend werden als het eenige Representatief des Volks. Bij de regeling der grondvergaderingen [= districtsvergaderingen] van kiezers speelden ze den rol van stemopnemers en ordebewaarders, bij alle politieke plechtigheden kwamen zij onder de wapens. Al spoedig bleek evenwel, dat zij de verkregen vrijheid en gelijkheid niet konden dragen. Al waren alleen de goedgezinden [lees: de vrijwilligers] in hunne gelederen toegelaten (terwijl de kwaadgezinden contributie moesten betalen), zag men toch weldra veel krakeel en insubordinatie [= ongehoorzaamheid] tegenover de zelfgekozen meerderen. Hadde men de Fransche garnizoenen en de comité’s van waakzaamheid niet gehad, het zou in menige stad er slecht uitgezien hebben met de openbare orde. De Nationale Vergadering, in Den Haag bijeengekomen, begreep dat eene algemeene [re]organisatie noodig was; reeds in 1797, voordat nog een staatsregeling [= grond- wet] tot stand gekomen was, vaardigde deze Vergadering een Reglement op de Gewapende Burgermacht (Macht, niet Wacht, gelijk tevoren) der Bataafsche Republiek uit.’ (blz. 17-18). 1 AGN = Algemene Geschiedenis der Nederlanden. 15 kloeke boekdelen. Haarlem 1977-1983. [Ter vervanging van de gelijk- namige 12-delige editie uit 1949-1958]. 2 Ising 1986 = Alfons Ising: Met vliegende vaandel en slaande trom. Hapert 1986. 3 Te Lintum 1908 = Cris te Lintum: Onze Schutter-Vendels en Schutterijen in vroeger en later tijd. ’s-Gravenhage 1908. 4 Zie over hen de rubriek ‘De patriotten en het schutterijwezen in de Republiek, 1780-1787’in SB 95, blz. 2084, e.v. ------Alfred Disch, Maastricht, 9.11.2012 ------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2085

3

CITATEN VAN OVERAL INZAKE HET SCHUTTERIJWEZEN (1)

De publicatie van een citaat in deze rubriek betekent nog niet, dat de inhoud ervan de instemming heeft van de SB-redactie. Hebt uzelf ook een of meer interessante citaten, laat ons dat dan weten. Vermeld uitdrukkelijk erbij, als u niet wilt dat u als inzender genoemd wordt. Citaten zonder (duidelijke) bronvermelding worden niet in deze rubriek opgenomen. A.D.

Dao kênt gebeure oüch wat wêlt Troüw blijft t’n allen tij ’nne Bielman zoe lang ’r lef *) Aon z’n aw sjötterij UIT: overlijdensannonce van Sjef Willems te Rijckholt in Dagblad De Limburger - editie Maastricht, dd.5.5.2012, blz. B4

*) In vertaling: Daar kan wat dan ook gebeuren / Trouw blijft te allen tijde / een Bieleman zo lang hij leeft / Aan zijn oude schutterij ------Een schutterskoningin te Gieten was van haar moestuin aan ’t genieten. Haar koning die zei: ‘Hoor ’k de schutterij?’ ‘Nee, de spinazie is aan ’t schieten.’ Marjo van Es-Jaspar, Waterval [gemeente Meerssen (LB)] UIT: rubriek Limerick van de pagina Wegwijs in Dagblad De Limburger - editie van 6.6.2012, Sittard, blz. A16, kol. 1. ------Limburgers zijn chauvinisten. Wie dat ontkent, is te chauvinistisch om dat toe te geven. Soms komt die Limburgse volksaard goed van pas. Als hele volksstammen zich bijvoor- beeld in hun ‘sjutterspekske’ naar het Oud-Limburgs Schutterfeest (OLS) begeven. Traditie, trots en chauvinisme gaan daar hand in hand. Zoals het bij schutters gaat, gaat het ook bij de verkiezingen. We willen best gezellig met de rest meedoen, maar dan wel met ons éigen groepje. Dus doen we mee met de verkiezingen, maar stemmen wel ‘Limburgs’. Gevolg: Limburg is de enige niet-Randstadprovincie die ‘genoeg’ eigen Kamerleden heeft. Van de 150 zetels worden er 9 gevuld door Limburgers. Dat komt verhoudingsgewijs mooi overeen met het aantal Limburgers in Nederland, afgezet tegen de rest. Brabant zou eigenlijk recht hebben op 22 zetels, maar levert er net zo veel als het veel kleinere Limburg: 9. UIT: Chauvinisme loont (soms) door Paul Bots in: Dagblad De Limburger - editie van 21.7.2012, Sittard, blz. A5, kol. 1-2. ------Wapenbezit Minister Opstelten [van Veiligheid en Justitie] kondigt nieuwe maatregelen aan in verband met de controle op legale wapens van sportschutters en jagers en wil politieambtenaren de bevoegdheid geven de jaarlijkse controle thuis eventueel te laten plaatsvinden zonder toestemming van de hoofdbewoner (of de wapenverlofhouder). Voor dit binnentreden is normaal gesproken een schriftelijke machtiging [van de rechter] nodig, tenzij ‘ter voor- koming of bestrijding van ernstig en onmiddellijk gevaar’. Met andere woorden: bonafide sportschutters en jagers worden kennelijk zonder aanleiding als verdachten beschouwd. Henk Brouwenaar, Arnhem [Gld] UIT: [de rubriek Ingezonden Brieven, in:] De Telegraaf, [landelijk dagblad], Amsterdam, 5 oktober 2012, blz. 6, kol. 5.

------Blz. 2086 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95

4

NBFS: DE NOORD-BRABANTSE FEDERATIE VAN SCHUTTERSGILDEN (1)

De geografische grenzen van de zes NBFS-Gildekringen

Tot voor kort verkeerde ik in de mening, dat de NBFS met haar zes gildekringen de gehele provincie Noord- Brabant bestreek. Echter: tot welke gildekring behoort het Land van Altena (met de westelijk aanpalende Biesbosch) en tot welke gildekring het noordelijke deel van het Land van Heusden?

Wie de natuurkundige kaart van de provincie Noord-Brabant ter hand neemt, ziet in één oogopslag dat het hier gaat om het gebied dat omsloten wordt door de Boven (in het noorden), het riviertje de (in het oosten), de Maas (in het zuiden) en de Nieuwe Merwede (in het westen). Opgemerkt zij daarbij, dat de Maas het Land van Heusden (van oost naar west) middendoor snijdt.

1 Nemen we ter vergelijking de landkaart van de gildekringen van de Noord-Brabantse Federatie van Schuttersgilden erbij, dan constateren we het volgende. Links van de weg - Kaatsheuvel wordt de gildekring Baronie en Markiezaat noordwaarts begrensd door Het Land van Altena (met de nagenoeg onbewoonde Biesbosch). Daaren- tegen blijkt rechts van dezelfde weg het noordelijke deel van het Land van Heusden te grenzen aan het onder de NBFS-Gildekring Maasland vallende zuidelijke deel van het Land van Heusden.

Mogen we nu concluderen, dat het ganse Land van Heusden gerekend kan worden tot de Gildekring Maasland en het gehele Land van Altena (met de Biesbosch) tot de Gildekring Baronie en Markiezaat? Zo ja, waarom is dát dan 2 niet meteen geregeld, toen de nieuwe indeling (in 1980 of 1984) werd vastgesteld tussen de beide voornoemde gilde- kringen? En wordt het niet de hoogste tijd, dat er alsnog duidelijkheid gaat komen in de onderhavige materie? Vragen die ik graag in eerste instantie wil voorleggen aan de secretarissen van de twee rechtstreeks betrokken gildekringen: de heren F.J.M. van Delft (Maasland) en M. F. de Krom (Baronie en Markiezaat). Misschien, dat het nodig zal zijn de aanhangige zaak naar een hoger niveau te tillen, d.w.z. naar federatief niveau. Maar ook dát verneem ik dan graag. Alfred Disch, Maastricht, 12.10.2012

1 Kaart van de Kringen van de Noord-Brabantse Federatie van Schuttersgilden, behorende bij de statuten van Kring Maasland en vervaardigd door J. Toorians, deken-schrijver van Kring Maasland. De bewuste kaart staat afgebeeld op blz. 12 van Toorians e.a. 1985 en wordt hieronder, op blz. 2088, iets verkleind weergegeven. Toorians e.a. 1985 = J.Th.M. Toorians, H.L.P. Eijkemans, J. v.d. Meijden, H. Kapteijns, G. Luijkx en J.C. van Breugel: Gilden Kring Maasland 1935-1985. Z.pl., 1985. 2 Toorians is op dit punt onduidelijk (blz. 11-13): vond de nieuwe indeling plaats in 1980 (blz. 11) of werd e.e.a. definitief vastgelegd in 1984 (blz. 13, waar sprake is van ’28 februari’ zonder vermelding van een jaartal)? Het bijschrift bij de kaart op blz. 12 luidt: ‘Indeling Kringen van de Federatie van Schuttersgilden van Noord-Brabant, 1984’; de kaart zelf vermeldt weer: ‘J. Toorians 1980 / 1984’.

VAN: De Heer F.J.M. (Frans) van Delft, deken-schrijver van de Gildekring Maasland Beste Heer Disch, Vlijmen (NB), 13 november 2012 Helaas ben ik pas vandaag, 13 nov. 2012, in de gelegenheid geweest om uw mail te lezen en actie te nemen. In overleg met alle betrokkenen en de resp. SAT-commissies*) van de twee betrokken gildekringen zal ik u een antwoord sturen. Met vriendelijke gildegroet, Frans van Delft *) Noot van de SB-redactie. Elke NBFS-Gildekring heeft een SAT-commissie. De afkorting SAT staat voor: Studie, Advies, Tentoonstelling. Daarenboven is er nog een federatieve SAT-commissie. A.D.

AAN: De Heer Frans van Delft Beste Heer van Delft, Maastricht, 13 november 2012 Allereerst dank voor Uw reactie. Ik ben blij, dat een en ander de nodige aandacht gaat krijgen.

Mijn vragen aan u en uw collega werden mede ingegeven door het feit, dat ik op het punt sta een deel af te ronden van mijn onderzoek naar de ouderdom van alle schutterijen (inclusief schuttersgilden en schietsportverenigingen) in ------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2087

5 heel Noord-Brabant, vanaf de Late Middeleeuwen (1300-1500) tot heden. Het deel waaraan ik nu werk, betreft westelijk Noord-Brabant, d.w.z. Biesbosch, Land van Altena, Markizaat en Baronie; in feite dus het gebied van de NBFS-Gildekring Baronie en Marki(e)zaat. Na publicatie van voormeld deel in de SB volgen successievelijk het Maasland (uw gildekring dus), het Kwartier van Oirschot, het Kempenland, het Peelland en het Land van Cuyk. Binnen de SB-redactie wordt momenteel gewerkt aan een kaart van elk der zes genoemde gebieden. U begrijpt nu beter, waarom de gestelde vragen bij mij kwamen opborrelen. En nu maar hopen, dat de ‘SB-kaarten’ zoveel mogelijk zullen sporen met de ‘definitieve’ kaart van de zijde van de NBFS i.c. van de gildekring Baronie en Markiezaat en van de gildekring Maasland. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch

‘Indeling Kringen van de Federatie van Schuttersgilden van Noord-Brabant, 1984’ De grote ‘witte vlek’ op de kaart is ’t Land van Altena (met Biesbosch) en het noordelijke deel van ’t Land van Heusden! [Bron: Toorians e.a. 1985, blz. 12]

De gemeentekaart van de provincie Noord-Brabant, 2010 De gemeente Werkendam beslaat het grootste deel van het Land van Altena en een stukje Biesbosch De gemeente Aalburg is geheel in het noordelijke deel van het Land van Heusden gelegen De gemeente Woudrichem ligt deels (westen) in het Land van Altena en deels (oosten) in het Land van Heusden [Bron: www.commons.wikimedia.org] ------Blz. 2088 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95

6

VAN: De Heer Frans van Delft Beste Heer Disch, Vlijmen (NB), 22 november 2012

Ik heb uw mail met bijlage doorgestuurd naar de federatieve SAT-commissie, die namens beide kringen, ‘Maasland’ en ‘Baronie en Markizaat’, een antwoord heeft geformuleerd dat ik u hierbij toestuur.

Daarnaast heb ik geen commentaar ontvangen op de inhoud van het artikel dat u in de bijlage meestuurde.*)

De tekst van de federatieve SAT-commissie luidt als volgt.

De grenzen van de verschillende kringen zijn in het verleden volgens de federatieve SAT-commissie tamelijk willekeurig en maar weinig rekening houdend met historische grenzen getrokken. Een Kwartier van Oirschot bestond tijdens het Ancien Régime bijvoorbeeld al helemaal niet. Oirschot zelf hoorde vroeger bij Kempenland en niet bij het wél bestaande Kwartier van Oisterwijk. Een groot deel van de huidige Kring Maasland hoorde daar wel bij. En ga zo maar door. Het Land van Altena hoorde in vroeger tijden toe aan de graven van Holland. Dus viel dit niet onder het hertogdom Brabant en dus ook niet bij Baronie en Markizaat. Ook het gebied ten noorden van Heusden was Holland, dus ook geen Brabant. Heusden was de poort naar Holland. Heusden was de grens. Het gebied ten noorden van Heusden was Holland en het gebied ten zuiden van Heusden Brabant, dus Maasland. De federatieve SAT-commissie denkt dat als er een gilde (her)opgericht zou worden in de voormalige Hollandse gebieden Land van Heusden en Land van Altena, dan moet daar op dat moment de keuze gemaakt worden bij welke kring dat gilde zich het meest thuis voelt. Men kan zich zo voorstellen dat op basis van rationele overwegingen samenhangend met de invloedssfeer van grote steden vrij wordt gekozen voor óf een oriëntatie op het westen (Breda) óf het oosten (Den Bosch). Geen kwestie dus van vooraf vastgelegde grenzen, maar van gezond verstand op het moment dat het van belang is. Voor zover bekend zijn er op dit moment geen gildes in (her)oprichting waarbij dit aan de orde zou zijn in de provincie Brabant.

Ik hoop u hiermee van voldoende informatie te hebben voorzien en wens u veel succes met het bewuste artikel2.

Met vriendelijke gildegroet, Frans van Delft Noten van de SB-redactie 1 Zie hierboven, blz. 2087-2088, het schrijven van A.D.dd. 13.11.2012 aan dhr. van Delft. 2 Zie dit SB-nummer, blz. 2090-2132. A.D.

AAN: De Heer Frans van Delft Beste Heer van Delft, Maastricht, 22 november 2012

U hebt mijn vragen tevens doorgeleid naar de federatieve SAT-commissie. Prima.

Ook mij was het evenals de federatieve SAT-conmmissie opgevallen, dat de huidige grenzen van de zes NBFS- Gildekringen ‘tamelijk willekeurig en maar weinig rekening houdend met historische grenzen’ verlopen.

De nogal onlogische indeling van het NBFS-werkgebied zal - als het van de SAT-commissie afhangt - haar verdere vervolg eerst krijgen, wanneer een of meer schuttersgilden zullen (her)opgericht worden in de nu nog bestaande ‘witte (vroeger: Hollandse) vlek’ op de officiële kaart ‘Kringen van de Federatie van Schuttersgilden van Noord- Brabant, 1984’.

Een ding kan men in deze aangelegenheid de NBFS zeker niet verwijten, nl. dat zij consequent is in het doorgaan met een onlogische indeling van haar werkgebied in gildekringen. Zo maakt ook van de tegenwoordige gildekring Baronie en Marki(e)zaat een aantal schuttersgilden in de Westhoek deel uit die tijdens het Ancien Régime (1500- 1794) gevestigd waren in steden en dorpen van het graafschap en latere gewest Holland.

Met vriendelijke groeten, Alfred Disch ------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2089

7

DE OUDERDOMSBEPALING VAN DE SCHUTTERIJEN IN NOORD-BRABANT: EEN VERGELIJKEND ONDERZOEK (1)

Een noodzakelijk lange inleiding

In deze rubriek geef ik een tabellarisch overzicht van de leeftijdsbepaling van alle voormalige en alle nog bestaande schutterijen in de provincie Noord-Brabant, uiteraard voor zover die organisaties mij bekend zijn. Gemakshalve 1 heb ik het territorium van de provincie ingedeeld in zes gebieden, geografisch min of meer samenvallende met de zes huidige districten (‘gildekringen’) van de Noord-Brabantse Federatie van Schuttersgilden (NBFS). Dat zijn van west naar oost: Baronie en Markiezaat, het Maasland, het Kwartier van Oirschot, het Kempenland, het Peelland en het Land van Cuyk. En zo is dan daarmee meteen de gehele provincie Noord-Brabant bestreken.

Mij ging en gaat het namelijk erom, het toch al uitgebreide overzicht van zo’n 3.000 Noord-Brabantse schutterijen ‘in hapklare brokken’ voor te schotelen. En bovendien heb ik op dit moment nog niet alle delen van Noord-Brabant aan een nauwgezet onderzoek onderworpen. Wellicht dat het ooit ervan komt, dat ik aan het eind van de rit een alfabetisch-topografisch totaaloverzicht in de vorm van een SB-themanummer kan voorleggen.

De volgorde in het zesdelige tabellarische overzicht wordt bepaald door de alfabetische rangschikking van alle woon- plaatsen (steden, dorpen en gehuchten) per gebiedseenheid, met inbegrip van de woonoorden die geen schutterij (gehad) zouden hebben. Bij het noemen van gehuchten heb ik mezelf enige beperkingen opgelegd. Wordt een bepaald gehucht niet genoemd, dan mag de lezer gerust ervan uitgaan dat dáár - althans volgens mij en volgens de huidige stand van wetenschap - ook werkelijk of zéér vermoedelijk géén schutterij (geweest) is.

- - -

Onder schutterijen versta ik drie hoofdtypes: a) weerbaarheidsschutterijen of weerbare schutterijen; b) folklore- schutterijen, folkloristische of historische schutterijen, d.w.z. schutterijen zonder weerbaarheidstaken maar niet vallende onder het volgende hoofdtype; c) sportschutterijen, d.w.z. schiet(sport)verenigingen of, in het Vlaams, schietmaatschappijen. En dat alles ongeacht welk wapen (kruisboog, handboog, geweer en/of pistool) zij hanteren. Voor een volledig typologisch schema verwijs ik naar het paragraafje ‘Typologische, taxonomische of systematische classificaties (indelingen) van schutterijen’ in SB 7, blz 301, dat in feite deel uitmaakt van een monografie. Ik beveel van harte de lezing van die monografie2 aan.

Ook op het vaak - met name door Brabanders en Limburgers, zowel van Belgische als Nederlandse zijde - gemaakte maar misplaatste (want verkeerdelijk gebruikte) onderscheid tussen ‘schutterijen’ en ‘schuttersgilden’ dient hier voor alle duidelijkheid te worden ingegaan. Bepaaldelijk verkeerd en zéér misleidend is immers het onderscheid tussen ‘schutterij’ en ‘schuttersgilde’ in de betekenis van een ideologisch vermeende tegenstelling tussen militair of militaristisch (= ‘Limburgs’) en niet-militair of niet-militaristisch (= ‘Brabants’). Het beeld dat die ste onjuiste tegenstelling oproept, stamt evenwel van zo’n 100 jaar geleden. Toen, dus tijdens de aanvang van de 20 eeuw, gingen schuttersgezelschappen zich van lieverlede in een gemeenschappelijk outfit tooien. En inderdaad: in Brabant vooral in gildekledij, in Limburg doorgaans in een voormalig militair uniform. Doch dát betreft slechts een uiterlijk kenmerk. Men verliest daarbij bovendien volkomen uit het oog, dat het schuttersgilde- of schutterijwezen in onze contreien een fenomeen is van iets meer dan 700 jaar oud. Tot 1794 waren de termen ‘schutterij’ en ‘schutters- gilde’ zelfs verwisselbaar en in zekere zin zijn ze dat nog steeds, in Brabant niet minder dan in Limburg.

Aandachtspunten Binnen het kader van het zo-even gestelde wil ik de volgende elf aandachtspunten aan de lezer ter overweging mee- geven.

In de eerste plaats. Met name de tegenwoordige Brabanders focussen zich te veel op het begrip schuttersgilde en te weinig op het begrip schutterij; bij de huidige Limburgers is het tegenovergestelde het geval. Zowel Brabanders als Limburgers zien dan over het hoofd, dat het precies is als met ‘de koe’ en ‘het rund’: een koe is een rund, maar een rund is nog geen koe. En zo is het ook met schuttersgilden en schutterijen: een schuttersgilde is per definitie een schut- terij, maar niet andersom! Met andere woorden: ‘schutterij’ is een veel weidser begrip dan ‘schuttersgilde’. Immers, ------Blz. 2090 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95

8 onder de verzameling schutterijen vallen niet alleen alle (weerbare en historische) schuttersgilden maar ook de sportschutterijen (= ‘pure’ schietverenigingen) alsmede - allemaal specimina van het hoofdtype weerbaarheids- de schutterijem - de studentenweerbaarheden (van 17 eeuw tot 1940), de diverse schutterijtypes ten tijde van de de Bataafse Republiek (1795-1806), de latere 19 -eeuwse, bij Wet geregelde en hieronder eveneens nog te specificeren schutterijen alsook de ‘weerbaarheidsvereenigingen’ (1866-1933) en ‘weerkorpsen’ (1933-1940) van het schutterlijke de ste type en - voorbeelden van het hoofdtype folkloreschutterijen - de 19 -20 -eeuwse zoeavenschutterijen en de studentenweerbaarheden van ná de jongste wereldoorlog tot heden.

In de tweede plaats. Tussen weerbaarheidsschutterijen (vóór 1794 als ‘weerbare schuttersgilden’ te bestempelen), folkloreschutterijen (vóór en na genoemd jaar ook te beschouwen als ‘historische schuttersgilden’) en sportschutterijen (= vóór en ná 1794 schietverenigingen of schietclubs) is het onderscheid niet altijd even duidelijk. ‘Soms’ overlappen de drie hoofdtypes elkaar, vooral de beide laatstgenoemde vóór 1794.

In de derde plaats. Alle sportschutterijen van vóór 1794 beschouw ik als historische schutterijen (historische schuttersgilden), om de praktische reden die reeds in het vorige aandachtspunt vervat ligt. Ik doe dat in navolging 3 van de Noord-Brabantse amateurschutterijvorser Alfons Isings .

In de vierde plaats. Het strekt tot aanbeveling, dat de Brabanders voortaan niet meer in hun publicaties de term ‘gilde(n)’ gebruiken als ze daarmee uitsluitend een of meer schuttersgilden bedoelen en dat zij dus in al die gevallen het zullen hebben over schuttersgilde(n). Dit ter vermijding van begripsverwarring bij henzelf en bij anderen; want: het woord gilde kon en kan nog heel wat anders inhouden, ook binnen Brabant zelf. Daarbij valt onder meer te denken aan: ambachtsgilde, koopliedengilde, rederijkersgilde, parochiegilde, teergilde, buurtgilde, carnavalsgilde, dievengilde, enz. Over de etymologie (= oorsprong), semantiek (= betekenis) en semasiologie (= betekenisverandering) van het woord gilde kom ik zo meteen nog terloops te spreken.

In de vijfde plaats. Waarmee het containerbegrip ‘schutterij’ en het veel engere begrip ‘schuttersgilde’ ook nogal eens verward worden, is de aanduiding ‘broederschap’. Die laatste term heeft in schutterlijk verband diverse uiteen- lopende betekenissen waarvan ik hier de drie belangrijkste wil aanstippen en die verklaren waarom én vroeger én heden menige schutterij (schuttersgilde) zich broederschap noemde / noemt. Primo: ideologisch houdt broederschap een verregaande vorm van ‘broederlijkheid’, ‘kameraadschap’, ‘solidariteit’ en ‘(sociale) dienstbaarheid’ in, zowel voor mannen (jongens) als voor vrouwen (meisjes) geldend. Secundo: institutioneel blijkt menige schuttersgilde - maar zeker niet alle schuttersgilden! - te zijn ontstaan uit een kerkelijke of religieuze broederschap i.c. uit een parochiegilde. Het is dus (zoals ook het tabellarische overzicht zal uitwijzen) oppassen geblazen bij het aanduiden van een schutterij (schuttersgilde). Zo kan een te onderzoeken gezelschap als parochiegilde vele eeuwen ouder zijn dan als schuttersgilde, doordat men pas op een gegeven moment binnen een parochiegilde het schieten hetzij om weerbaarheidsreden hetzij uit pure liefhebberij of op andere gronden als nevenactiviteit is gaan beoefenen en die nevenactiviteit zich al dan niet ontwikkeld heeft tot hoofdactiviteit. Tertio: met het onmiddellijk voorafgaande heeft de (sterk in de twee Brabanten en beide Limburgen ingesleten maar onjuiste!) opvatting te maken, dat met een schutterlijke broederschap altijd een christelijke of zelfs alleen maar een katholieke schutterij (schuttersgilde) bedoeld zou zijn. Kennen (kenden) we dan niet ook Joodse en neutrale schutterijen (schuttersgilden)?

de de In de zesde plaats. St.-Ambrosiusgilden (jazeker, katholiek!), die grosso modo in de 16 t/m 19 eeuw ontstonden, zijn nagenoeg steeds ‘biegilden’ (= verenigingen van imkers, dus van bijenhouders). Menige bijengilde is vóór 1794 (komst der Fransen) gaan schieten op grond van overwegingen die al zo-even bij de parochiegilden summier zijn aangestipt. Hetzelfde gold trouwens ook voor mussen- en mollengilden. De vraag die thans rijst, is, of parochie-, bijen-, mussen- en mollengilden die gingen schieten, aan te merken zijn als schuttersgilden (schutterijen). Ik aarzel, want bij een positief antwoord kan de lezer mij met recht en reden wijzen op een inconsequentie: waarom de voren- bedoelde gilden wél maar de (post)middeleeuwse ambachtsgilden - zoals die van de wevers, timmerlui, smeden en dergelijke meer - weer niet? Want ambachtsgilden waren doorgaans toch ook o.m. met schiettuig bewapend? Zij konden van overheidswege toch ook opgetrommeld worden voor het verrichten van weerbaarheidstaken? En bovendien: vielen de bijengilden strikt genomen niet ook onder de ambachtsgilden? Driewerf ja! Maar doorslag- gevend voor mij is, dat alle hierbedoelde parochie-, bijen-, mussen- en mollengilden koningszilver bezaten en dus het folkloristische papegaai- of koning(svogel)schieten beoefenden, ook al ging het daarbij niet immer om een hoofd- maar daarentegen dikwijls om een nevenactiviteit. [Ambachtsgilden die in Nederland en België aan koning-

------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2091

9 schieten deden met alles wat daarmee samenhing (konings- en keizerszilver, dienovereenkomstige privileges of voorrechten, etc.), moet ik nog tegenkomen. Die van Keulen (D) vormden, voor zover ik weet, in héél Duitsland en daarmee in héél Noordwest-Europa een uitzondering: schutterijen (schuttersgilden) waren in de Rijnlandse metropool noch tijdens de Late Middeleeuwen (1300-1500) noch onder het Ancien Régime (1500-1794) aanwezig, want de ambachtsgilden (‘Zünfte’) vervulden toentertijd in Keulen ook de taak van het schutterijwezen, incluis het folkloristische karakter ervan].

In de zevende plaats. Het is bijna niet te geloven maar toch onbetwist waar: van de rederijkersgilden (= gezelschappen van retoricabeoefenaars, zeg maar: van woordkunstenaars en toneelspelers) waren de allereerste feitelijk niet veel meer dan schutterijen. Het bijzondere van de allereerste gezelschappen van rederijkers was, dat zij tijdens een land- juweel (een ‘uitvinding’ van schutters, niet van rederijkers - de dikke Van Dale geeft hierover nog steeds mis- informatie!) naast deelname aan schietwedstrijden (hoofdbestanddeel van een landjuweel) ook meededen aan een nevenwedstrijd voor toneel- of voordrachtskunst. Dat laatste werd allengs voor rederijkers hoofdzaak. Anders gezegd: de uit het schuttersgildewezen (schutterijwezen) ontwikkelden zich de rederijkersgilden. Tot in (en voorbij?) de 16 eeuw zien we rederijkers optreden als woordkunstenaars en aantreden als schutters. Ook in Noord-Brabant?

In de achtste plaats. Waar ik het tot dusverre evenmin over gehad heb doch wat ik hier zeker óók moet vermelden, is het vroegere bestaan van de zogeheten zwaard- of scherm(ers)gilden. Die schijnen eertijds alléén in de steden te zijn voorgekomen en dan nog slechts in sommige steden. Ook in Noord-Brabant komen we daarvan voorbeelden tegen. Trouwens: in de Zuidelijke Nederlanden worden de zwaard- of schermersgezelschappen als wapengilden nog tot diep in het tijdvak van de Nieuwe Tijd of het Ancien Régime door de overheid over één kam geschoren met de kruisboog-, handboog- en geweerschutterijen. En dat voert ons tevens naar een volgend aandachtspunt.

In de negende plaats. De cirkel lijkt zich te gaan sluiten, want het vorige punt doet ons vragen naar de ware betekenis van de termen schutterij en schuttersgilde. Om met de eerste term te beginnen: zeker, schutterij heeft alles te maken met schutter, zoals bakkerij met bakker. De bakker bakt. Maar wat doet een schutter eigenlijk als hij schut? Beschut hij of schiet hij? Een welhaast eeuwenoude kwestie, die tot voor kort alleen maar voor- en tegen- standers kende. Zelfs etymologen (= wetenschappers die de oorsprong van woorden verklaren) komen er niet uit. Zelf neig ik ertoe over om beide betekenissen te hechten aan de begrippen schutten (een werkwoord), schutter (een agensvorm = zelfstandig naamwoord dat aanduidt wie een door een werkwoord genoemde handeling verricht), schutterij (een verzamelnaam) en schutterijwezen (een categorie). Het is mijns inziens dan ook niet ‘óf óf’ maar ‘én én’. Schutterij is, kort gezegd, naar mijn bescheiden mening een organisatie waarvan de leden zowel beschutten, beschermen of afschermen (althans vooral vroeger, tegenwoordig meer in figuurlijke zin) als schieten met kruis- boog, handboog, geweer of pistool. Ik heb wel in dezen een niet onbelangrijke kanttekening te maken. Mede door de opkomst van schutterijen (schuttersgilden) tijdens de Hoge Middeleeuwen, meer speciaal in Italië tijdens de 11- de de 12 eeuw (= 1001-1200) en - via cultuurtransport - ook in Noordwest-Europa tijdens de 13 eeuw (= 1201-1300), werd ‘schutten’ dermate geassocieerd met ‘schieten’ (waardoor men zozeer ging spreken van ‘kruisboogschutter’, ‘handboogschutter’ en - algemener nog - ‘boogschutter’), dat bij het ontstaan van de eerste zwaardgilden (Duitsland: de 15 eeuw = 1401-1500) een logische taalontwikkeling naar ‘zwaardschutter’ geblokkeerd werd. Daardoor sprak en spreekt men nooit van zwaardschutter, wél weer - een latere ontwikkeling - van geweerschutter. En hoe zit het met schuttersgilde? Dit woord is een zgn. samengesteld woord, bestaande uit de woorden schutter(s) en gilde. Samen- gestelde woorden zijn altijd jonger dan de samenstellende delen. Schuttersgilde is bijgevolg jonger, zelfs veel jonger, dan schutter(s) en gilde (of guld). Als ik mij niet vergis, komen we de term schuttersgilde pas helemaal aan het einde van de Middeleeuwen, zo niet pas in de 16de eeuw (= 1501-1600) of zelfs nóg later, voor het eerst tegen. En dán heeft het samenstellende deel gilde allang (lees: reeds ettelijke eeuwen lang) de simpele betekenis van vereniging gekregen. Schuttersgilde betekent derhalve letterlijk en oorspronkelijk ‘vereniging van schutters’ en dus ‘schutterij’. Zo bezien heeft men in Vlaanderen dus niet helemaal ongelijk, waar zelfs nog tot op de dag van vandaag onder schuttersgilden ook sportschutterijen verstaan wordt. [Echter - en dit dan in schrille tegenstelling tot wat we ook in moderne vakliteratuur van én Vlaamse én Nederlandse zijde helaas regelmatig tegenkomen - volstrekt verwerpelijk is het, anders dan etymologisch (d.i. qua woordoorsprong) en semasiologisch (d.i. wat betreft betekenisverandering) een verband te leggen met de Oud-Germaanse tijd (= in Europa de periode van vóór omstreeks het jaar 1000), toen de term gilde (gelda of gildonia) inderdaad nog de betekenis had van bloedbroederschap, offermaaltijd, offer, gift, geld, maaltijdend eedgenootschap of iets dergelijks].

In de tiende plaats. Tot nog toe heb ik schutter uiteraard alléén verstaan in de zin van schutterijlid (gildeschutter). Maar het zelfstandig naamwoord schutter heeft nog diverse andere betekenissen. Omdat die betekenissen niets of nauwelijks iets uitstaande hebben met de begrippen schutterij (schuttersgilde) en schutterijwezen (schuttersgilde- wezen) ga ik daar niet verder op in. ------Blz. 2092 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95

10

En, last but not least, in de elfde plaats. Nu de cirkel zich definitief gesloten heeft en we weer helemaal terug zijn bij de aanvang van dit onderdeel van de hier voorliggende inleiding, wil ik graag een kort pleidooi houden voor het vaker en algemener gebruikmaken van de term schutterij, ook in het Brabantse. Niet alleen omdat het de aller- hoogste tijd is, dat de Brabanders (evenals trouwens de Limburgers) de term schutterij weer correct gaan gebruiken. Maar tevens omdat de term schutterij taalkundig iets unieks is gebleken, waarop óók de Brabanders en Limburgers als rechtgeaarde Nederlandstaligen trots kunnen wezen. Het unieke zit ’m hierin, dat vandaag de dag nergens ter wereld een andere taal te vinden is dan het Nederlands waarin met één enkel woord treffend wordt weergegeven waar men elders een heleboel woorden nodig heeft om uit te drukken waar Nederlanders en Vlamingen slechts kunnen volstaan met de term schutterij. Dus: koesteren dat woord!

- - -

Een vergelijkend studieonderzoek Het tabellarische overzicht wordt gegeven aan de hand van de onderzoeksresultaten van Jolles 1933-1934 4 5 6 (kortweg: Jolles) , Iven 1983 (kortweg Iven) , Van Autenboer 1993-1994 (kortweg: VA) en Jansen-Beij 2009 7 8 (kortweg: JJB) enerzijds alsmede op basis van onderzoekingen die ikzelf verricht heb , anderzijds. De lezer zal be- merken, hoe groot - zowel in kwantitatief opzicht (dus wat betreft het aantal schuttersgezelschappen) als in kwalitatief opzicht (waar het om de ouderdomsbepaling zelve gaat) - de verschillen zijn tussen de onderzoeks- resultaten van Jolles, Iven, VA en JJB aan de ene en van mij aan de andere kant.

Het eerste verschil is vooral te verklaren door het feit, dat ik niet alleen de Bataafse schutterijtypes [d.z.: de Gewapende Burgerwacht, 1795-1797; de Gewapende Burgermacht (I) + (II), 1797-1799 resp. 1799-1803; de Schutterij, 1803- de 1806], de Nationale Garde in het Koninkrijk Holland (1806-1810), de nóg latere 19 -eeuwse weerbaarheids- schutterijen (t.w. de Landstorm, de Dienstdoende Schutterij, de Rustende Schutterij en de Reserveschutterij) de alsmede de al dan niet folkloristische studentenweerbaarheden (17 eeuw - heden; eveneens binnen Noord - Brabant voorhanden?), de schutterlijke weerbaarheidsverenigingen (1866-1933) en weerkorpsen (1933-1940) con- sequent meetel maar ook de (honderden) sportschutterijen en een (gering) aantal schutterijen van ‘verdronken’ of 9 anderszins verdwenen woonplaatsen alsook - het ‘schutten’ was dus kennelijk niet alleen maar een zaak van ‘schieten’ (zie hierboven aandachtspunt acht) - een paar (post)middeleeuwse zwaardgilden. Merk op, dat (uitsluitend?) in Noord-Brabant ook nog (onder het hoofdtype ‘folkloreschutterijen’ vallende) zoeavenschutterijen voorkwamen. Ik sluit niet uit, dat eveneens mijn wat dieper graven in archieven en vakliteratuur nog wel wat extra schuttersgilden uit het héél verre en meer recente verleden aan het licht heeft gebracht. De lezer moet nochtans niet vergeten, dat het Jolles hoofdzakelijk te doen was om een inventaris te geven van wat in zijn tijd (omstreeks 1930) nog van ‘schuttersgilden en schutterijen’ restte, dat het bij Van Autenboer ging om ‘de schutterijen’ met caerte in het voormalige hertogdom Brabant (±1300 - ±1794) en dat zowel Iven als Janssen-Beij zich om ‘schuttersgilden’ bekommerden maar dan wél om die in het verleden én heden. Dát wat betreft de kwantiteit van het gebodene.

Het tweede grote verschil is, zoals gezegd, van kwalitatieve aard en heeft alleszins te maken met verschil van geschied- wetenschappelijk inzicht, niet zozeer tussen Jolle Albertus Jolles, dr. Eugène van Autenboer en mij als wel tussen Willem Iven, dr. Jette Janssen-Beij en ondergetekende. Een nadere uitleg lijkt mij hier gewenst en noodzakelijk.

Wat betreft journalist W. Iven, kan ik vrij kort zijn. Willem Iven heeft als ‘leek’ binnen het bewuste quintet van onder- zoekers voor zijn doen een bewonderingswaardige prestatie geleverd met zijn veeleer populaire dan populairweten- schappelijk naslagwerk. Mijn enige écht belangrijke punten van kritiek zijn: a) dat Iven vaktermen (waaronder ook schutterij en schuttersgilde zelf) niet altijd op hun juiste merites weet te beoordelen; b) dat hij te vaak niet eens het schietwapen van een schuttersgilde vermeldt; en c) dat hij - waarschijnlijk bij gebrek aan nadere gegevens en het zekere voor het onzekere nemende - te snel geneigd blijkt om menige parochiegilde i.c. kerkelijke broederschap en menige St.-Ambrosius- of bijengilde op te nemen in zijn overzichtswerk.over schuttersgilden.

De afwijkende zienswijze van dr. Jette Janssen-Beij, historica, vraagt om meer uitleg. In mijn recensie van JJB’s proefschrift heb ik mijn punten van kritiek m.b.t. de ouderdomsbepaling van Noord-Brabantse schuttersgilden bereids opgesomd.10 Kort samengevat komt het hierop neer.

1) Volgens JJB ontstonden de handbooggilden vóór de kruisbooggilden. Het tegendeel is echter waar. Als vuist- regel (zonder deze te willen verheffen tot een wet van Meden en Perzen) meen ik te mogen stellen dat eerst de St.-Jorisgilden (Kruisboog) werden opgericht en daarna de St.-Sebastiaansgilden (Handboog). Pas in de loop van de 16de eeuw, met de grotere waardering voor vuurwapens, zien we een aantal St.-Joris- en St.-Sebastiaans- gilden en anders genaamde booggilden overschakelen op het geweer. ------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2093

11

2) Volgens JJB ontstonden de wapengilden op het Noord-Brabantse platteland vóór of nagenoeg gelijktijdig met die in de steden. Wéér mis! Ik ben van oordeel, dat het vroegere schuttersgilde- of schutterijwezen in deze provincie niet of nauwelijks afweek van de algemene situatie elders in Noordwest-Europa: het platteland volgde op dit punt simpelweg de stad. En dat brengt mij gelijk bij een volgend fundamenteel verschil van inzicht.

3) Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken, dat het JJB ontbrak aan voldoende ‘helicopterview’. Misschien dat zij wél beschikte over voldoende geschiedtheoretisch overzicht inzake de vraag waarom schutterijen in Noord- Brabant ontstonden, maar (als aankomend geschiedkundige) zeker niet over voldoende geschiedpraktisch inzicht betreffende beantwoording van de vraag wanneer schutterijen gevestigd werden.

de 4) Daar komt nog dit bij. JJB’s proefschrift bestrijkt de tijd vanaf de 17 eeuw, d.w.z. vanaf ‘1600’; zie en vergelijk de ondertitel van haar dissertatie. Tja, en dat is - dunkt mij - toch wel vragen om problemen, daar de wanneer- vraag naar ontstaan van schutterijen in zéér belangrijke mate nu juist de tijd van vóór ‘1600’ aangaat. En die tijd kon en mocht blijkbaar geen wezenlijk deel van haar promotieonderzoek zijn. Anders gezegd: het studiedeel waarin de leeftijdsbepaling aan de orde gesteld wordt, is verworden tot een ‘bijlage’ (maar voor ons toch wel een héél belangrijke!) en daarmee, in het kader van het promotieonderzoek, min of meer tot bijzaak. Het wemelt in ‘Hoofdstuk 2 - Schuttersgilden: terreinverkenning en omschrijving’ (blz. 35-63) en in de erbij horende ‘Bijlage II: Schuttersgildenlijst’ (blz. 310-326) dan ook van onvolledigheden en feitelijke onjuistheden. De promovenda heeft dit onderdeel van haar studie kennelijk niet zo serieus ter hand genomen als wél gezegd kan worden van het overgrote deel van haar academische navorsingen i.c. het onderzoek naar het sociaal kapitaal (van schutters- gilden), het eigenlijke onderwerp van haar studie.

5) Ten slotte heb ik me verbaasd over het gemak waarmee JJB met begrippen als ‘eerste vermelding’, ‘oprichting’ en ‘herleving’ omspringt. Concreet voorbeeld: een ‘heropgerichte’ schuttersgilde vereenzelvigt JJB nogal eens met de plaatselijke gelijknamige voorganger(s), ook al is (zijn) deze laatste méér dan een eeuw eerder of nog langer geleden ter ziele gegaan. Ander voorbeeld: JJB heeft zich onvoldoende gerealiseerd, dat met een fusie tussen twee schutterijen (schuttersgilden) in principe een nieuwe schuttersorganisatie gevormd wordt. Derde voorbeeld: bij de huidige stand van kennis is geen énkele schuttersgilde in Noord-Brabant vóór 1301 ontstaan, maar volgens JJB is dat wél het geval, zelfs tot (minstens) vijf à tien keer toe. Mede door dat alles ontstaat er een (volslagen?) vertekend beeld, wanneer JJB (blz. 46 in het tweede hoofdstuk) de groei en afname van de aantallen Noord- Brabantse schuttersgilden in de loop der tijd statistisch poogt weer te geven.

Ondanks vorenstaande negatieve kritiek aan het adres van JJB moet ik hier - jawel! - ook een positief geluid laten horen t.a.v. de door Jette Janssen-Beij verrichte datering van voormalige en tegenwoordige schuttersgilden in de provincie Noord-Brabant. Ik geef JJB namelijk na, dat zij méér dan haar drie voorgangers gespitst is gebleken op het vastleggen van de tijdsbepaling van elke schuttersgilde die zij binnen de provinciegrenzen kon vinden. In dat opzicht levert zij in kwantitatieve zin (dus aangaande aantallen schuttersgilden) de beste onderzoeksresultaten.

- - -

Samenvattende conclusies Het lijkt mij raadzaam om reeds hier mijn samenvattende conclusies te laten volgen vanwege hun tevens toelichtende karakter en er niet mee te wachten tot na het tabellarische overzicht. Samenvattende conclusies die hetzij op alle delen van de provincie Noord-Brabant betrekking hebben hetzij op één of enkele in het bijzonder. Conclusies waarmee zowel de actieve schutterijvorser als de passieve lezer hun voordeel kunnen doen. Het vergemakkelijkt in elk geval bij voorbaat het lezen van het tabellarische overzicht en détail.

de a) De allervroegste schutterijen (schuttersgilden) in Noord-Brabant dateren uit de eerste helft van de 14 eeuw, d.w.z. uit de periode 1301-1350. Ze ontstaan, evenals elders, het eerst in de steden, d.w.z. in de 23 ‘historische’ 11 steden die de provincie telt, t.w. (tussen haakjes het jaar van verkregen stadsrecht ): ’s-Hertogenbsoch (1195), Bergen op Zoom (±1205), Breda (idem dito ±1205), Geertruidenberg (1213), Oisterwijk (1230), Eindhoven (9.4.1232-2.4.1233), Sint-Oedenrode (eveneens 9.4.1232-2.4.1233), Helmond (±1233), Grave (vóór 1279), Woudrichem (vóór 1283), Heusden (±1288), Waalwijk (1303), Steenbergen (±1341), Megen (8.1.1357), Niervaart (7.9.1357), Ravenstein (1380), Zevenbergen (±1382), Oss (1399) alsmede Tilburg (18.4.1809), Oosterhout (3.5.1809) en Roosendaal (ook pas 3.5.1809), uitgezonderd - zie hieronder conclusie f - Klundert (±1580) ------Blz. 2094 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95

12

en Willemstad (1586). Tien (dus bijna de helft) liggen in westelijk Noord-Brabant (d.i. grosso modo het werkgebied van de NBFS-gildekring Baronie en Markiezaat), vijf in het Maasland, drie in het Kwartier van Oirschot, eveneens drie in het Land van Cuyk en één zowel in het Kempenland als in het Peelland. Pas ná het ontstaan van de eerste schutterijen in de steden volgen die op de dorpen, d.w.z. aanvankelijk de grotere en daarma de kleinere dorpen. En ten slotte vinden we een schutterij (schuttersgilde) in menig gehucht of menige buurtschap. b) Uit het tabellarische overzicht is een tweede algemene regel af te leiden. Als eerste ontstaan namelijk de kruis- boogschutterijen (vóór 1375). Na hen zien we de vroegste handboogschutterijen opduiken (eind 14de eeuw, dus de 1376-1400) en ten langen leste (eerste ‘helft’ 16 eeuw = 1501 - ±1568) de oudste geweerschutterijen (één enkele zelfs vlak vóór 1501). Voor de steden en grotere dorpen geldt deze regel in sterkere mate dan voor de kleinere dorpen en de gehuchten. De oorsprong van de zeldzaam en alleen in sommige steden voorkomende zwaardgilden ligt tussen het ontstaan van de handboog- en dat van de geweergilden in; die oorsprong moeten we plaatsen in de loop van de tweede helft van de 15de eeuw, dus tijdens de periode 1451-1500. c) Een derde conclusie van algemene aard die we kunnen trekken, is deze: vóór 1568 (= het jaar waarin de Tachtigjarige Oorlog uitbreekt) beschikken - in de regel - de steden over ten minste drie schutterijen (schutters- gilden) van successievelijk het type Kruisboog, Handboog en Geweer; de oude kerkdorpen over minstens één. d) De vierde algemene conclusie luidt: tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) zijn (bijna) nergens schutterijen ontstaan. De belangrijkste uitzondering daarop vormt misschien een gering aantal St.-Ambrosiusgilden, in feite bijengilden die (maar wanneer precies?) het schieten als nevenactiviteit gaan beoefenen. e) De zo-even, onder conclusies b en c algemeen geformuleerde regels gaan niet op voor de door overstromingen of anderszins verdwenen woonplaatsen. Door hun voortijdige verdwijning misten die woonplaatsen de aan- sluiting bij de gebruikelijke ontwikkelingsgang ‘kruisbooggilde → handbooggilde → geweergilde’. Niervaart is daarvan een voorbeeld: het stadje ging kort na 1436 door overstromingen teniet; een geweergilde (vroegste ontstaan in Noord-Brabant ná ±1500) kan Niervaart dus nooit hebben gehad, hooguit wél een kruisboog- en vervolgens een handboogschutterij. f) Misten woonplaatsen als Niervaart de latere aansluiting, voor een tweetal groepen nederzettingen - de ‘geplande dorpen’ en de ‘dijkdorpen’ - geldt juist dat de eerdere of mogelijk zelfs de volledige aansluiting bij de (post-) middeleeuwse evolutie ‘kruisbooggilde → handbooggilde → geweergilde’ aan hen voorbijgegaan is. de de Onder geplande dorpen verstaan we de woonplaatsen die pas in de tweede helft 16 eeuw of eerste helft 17 eeuw in het uiterste westen van Noord-Brabant volgens het schaakbordpatroon aangelegd worden onder Hollandse en Zeeuwse (en dus protestantse!) leiding na drooglegging van het gebied. Onder dijkdorpen vallen de woonoorden die min of meer tezelfdertijd in de vorm van lintbebouwing aan de binnen- en/of buitenzijde van een dijk spontaan ontstaan. Tot de eerste groep behoren nederzettingen als Dinteloord, Fijnaart, Klundert (= de iets latere stad van die naam), Standdaarbuiten en Willemstad (= kort tevoren nog het dorp Ruigenhil), die samen met de omliggende polders de regio Westhoek vormen. Tot de tweede groep, de dijkdorpen, kunnen we een aantal plaatsen rekenen die o.a. in dezelfde regio (Westhoek) te situeren zijn; zo bijv. Heijningen. g) Op de algemene regel b vormt een nóg grotere groep woonplaatsen, t.w. grofweg de kleine dorpjes (zonder eigen parochie) en verder de gehuchten of buurtschappen, eveneens een uitzondering. Per slot van rekening is de aanschaf van een armborst of kruisboog (van welk type dan ook, zoals de voetboog met of zonder windas en de bal-, bol- of kogelboog) een dure aangelegenheid in tegenstelling tot de aanzienlijk goedkopere handboog. En uiteraard zullen in vele gevallen ook het geringe inwonersaantal en een te beperkte mate van organisatiegraad er debet aan zijn, dat in de bedoelde plaatsjes zelfs helemaal géén handbooggilden ontstaan tijdens de beginperiode. In bijna al die gevallen bestaat dan de mogelijkheid van aansluiting (op individuele basis) bij een bestaande schuttersorganisatie in het naburige (hoofd)dorp of in een nabijgelegen stad, althans voor zover het hetzelfde rechtsgebied betreft. h) Er is uit het tabellarische overzicht nog een vijfde gevolgtrekking te distilleren en zelfs een zesde en zevende wat de tijd aangaat vóór de komst der Fransen in 1794. De vijfde komt hierop neer: in de steden ontwikkelen de schutterijen (schuttersgilden) zich uit een diversiteit van organisaties, zoals daar o.m. zijn: schaarwachten (= gewapende kerspel- of wijkwachten), gewapende kooplieden- en ambachtsgilden en aanvankelijk ongewapende parochiegilden. Maar wellicht mogen we onder hen de ambachtsgilden wel als de belangrijkste (f)actor voor het doen ontstaan van het fenomeen schutterij (schuttersgilde) aanwijzen. Op het platteland (de dorpen) daarentegen liggen vooral (maar zeker niet immer) parochiegilden ten grondslag aan de oorsprong van schutterijen. ------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2095

13 i) De allereerste schuttersgilden vallen onder het hoofdtype weerbaarheidsschutterijen, reeds in de 15de eeuw gevolgd door de eerste folkloreschutterijen (niet zelden aangeduid met ‘van de gebroken pese’ of ‘pauvere’) en - vermoed ik - pas helemaal aan het eind van het Ancien Régime (18de eeuw) de sportschutterijen, al blijken deze laatste vaak moeilijk te onderscheiden van het hoofdtype folkloreschutterijen. Een belangrijke tussentijdse ontwikkeling vindt plaats vanaf ±1629, wanneer de protestantse (!) republiek Nederland grote delen van Noord- Brabant als ‘Staats-Brabant’ op de Spanjaarden ver- of herovert. Voor het Noord-Brabantse schuttersgildewezen (tot dan voor 100% van katholieke signatuur) breekt een moeilijke tijd aan. Menige weerbare schuttersgilde legt het loodje of ‘verwordt’ tot een historische schuttersgilde (dus géén of nauwelijks weerbaarheidstaken meer). j) Laatmiddeleeuwse kruisboogschutterijen (1300-1500) hebben in de regel (met vele uitzonderingen) St.-Joris als patroonheilige, handboogschutterijen St.-Sebastiaan en zwaardgilden evenwel altijd de engel St.-Michaël. Geweerschutterijen, die zich vanaf ±1500 formeren en vaak worden aangeduid als kolveniers- of cloveniers- gilden (clove = kolve = kolf = geweer), kiezen het meest St.-Christoffel of St-Hubertus als hun naamgever. Door de de grotere belangstelling voor het vuurwapen (16 eeuw) schakelen nogal wat St.-Jorisgilden, St.-Sebastiaans- gilden en anders genaamde booggilden over op het geweer, al dan niet als hoofdwapen. Sindsdien is het (te) gewaagd om de St.-Joris- en St.-Sebastiaansgilden zonder meer te vereenzelvigen met kruisboog- resp. handboog- schutterijen. Ook kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat sedert de 16de eeuw meer dan voorheen in een- zelfde stad en in een (groot) kerkdorp schuttersgilden fuseren, met als gevolg een combinatie van sanctoniemen als verenigingsnaam. St.-Ambrosiusgilden ontstaan ruwweg tijdens de 16de t/m 19de eeuw, St.-Josephgilden daarentegen bijna steeds vanaf de 19de eeuw. Voor het overige mag ik kortheidshalve wel verwijzen naar het slothoofdstuk Grafieken en statistieken, direct na het zesde deel van het tabellarische overzicht. k) In 1794 vallen de Franse revolutionairen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden binnen. Het jaar daarop wordt de Bataafse Republiek uitgeroepen, vanaf 1801 ook wel Bataafs Gemenebest geheten. (Noord-)Brabant gaat daarvan als achtste provincie deel uitmaken, formeel pas in 1798. Betekent dit nu óók, dat we overal in deze provincie een soortement van gemeente-, provincie- en rijksschutterijen zien optreden? Ik meen: ‘Bataafsche Gewapende Burgerwagt’ onder lokaal bewind (1795-1797), nadien (1797-1799) ‘Bataafsche Gewapende Burgermagt (I)’ onder provinciaal bestuur, vervolgens (1799-1803) ‘Bataafsche Gewapende Burgermagt (II)’ onder rijkstoezicht en ten slotte (1803-1806) ‘Bataafsche Schutterij’ in plaatsen met meer dan 2.500 inwoners. Ik ben er niet zo zeker van, maar heb wél alvast met die invulling in het tabellarische overzicht rekening gehouden! Hoewel bij het Haagse Verdrag van 16.5.1795 Frankrijk de Bataafse Republiek erkent, is het Frankrijk dat en sinds 1799 consul Napoleon Bonaparte die de gang van zaken in Nederland bepaalt. Napoleon (sedert 1804 keizer) benoemt achtereenvolgens Rutger Jan Schimmelpenninck (1805-1806) en Carel de Vos van Steenwijk (1806) tot raadpensionaris (= ‘bewindvoerder’) van de Bataafse Republiek. Nog in 1806 stelt Napoleon zijn broer Lodewijk Napoleon aan tot koning van Holland. In het Koninkrijk Holland (1806- 1810) creëert Lodewijk Napoleon de Nationale Garde, aan het hoofd waarvan hij zichzelf stelt. Dus wéér een ánder schutterijtype. Wanneer Napoleon zijn broer aan de kant schuift en bij keizerlijk decreet (Rambouillet dd. 9.7.1810) Holland bij Frankrijk voegt, is het ook bekeken met de Nationale Garde: inlijving bij het leger. Niet dat er nu een schutterijloze periode aanbreekt. Want: sinds Napoleons aantreden (eind 1799) worden folklore- en sportschutterijen getolereerd; die kunnen - voor zover ze de beginjaren van de Franse tijd overleefd hebben - gewoon doorgaan met hun activiteiten. [Bij de inval der Fransen (1794) lijkt namelijk de Franse bezettings- macht conform de Parijse richtlijnen (we zitten dan nog midden in de Franse Revolutie, 1789-1799) aanvankelijk aan te sturen op permanente opheffing van alle schuttersgildetypes; menige Noord-Brabantse folklore- en sport- schutterij is daar dan ook mede het slachtoffer van geworden]. l) Wanneer in 1813 het ernaar uit ziet dat Napoleons laatste dagen als machthebber geteld zijn, vaardigt Willem I als ‘souvereine vorst’ (1813-1815) en nadien koning (1815-1840), het Reglement voor algemeene Volksbewa- pening, Landstorm en Landmilitie uit, ook bekend als het Soevereine Besluit van 20.12.1813. Daarmee doet een nieuw type schutterijen zijn intrede: de Landstorm, 1814-1815. Maar ondertussen moeten nog wel grote delen van ons land worden bevrijd van de Franse bezettingsmacht. Die bevrijding geschiedt in de jaren 1813-1814, o.a. door kozakken die na de Volkerenslag of Slag bij Leipzig (16-19 oktober 1813) - wijd vóór de hoofdmacht van het Russische leger uit - de Fransen achternazitten. Wanneer precies en waar precies in Noord-Brabant de organisatie van de Landstorm definitief haar beslag krijgt, is nog onderwerp van nadere studie. Vooruitlopend op die onderzoeksresultaten ben ik zo vrij om ook alvast maar in het tabellarische overzicht bij elke toenmalige gemeente de Landstorm met de jaartallen 1814 en 1815 te vermelden. m) In zijn Soevereine Besluit van 20.12.1813 kondigt Willem I tevens aan, dat er weer schutterijen ‘als van ouds’ zullen worden opgericht. Een aankondiging die wordt herhaald in de grondwet van 19.3.1814. In 1816 is het dan zover. Bij de ‘Wet tot het in werking brengen van art. 125 en 126 der grondwet omtrent de oprigting der schutterijen’ dd. 27.2.1815, kortweg ‘de Schutterijwet van 1815’ oftewel ‘de 1ste Schutterijwet’, wordt de tot------Blz. 2096 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95

14

standkoming van drie schutterijtypes m.i.v. 1.1.1816 geregeld, t.w.: 1) de Dienstdoende Schutterij; 2) de Rustende Schutterij; 3) de Reserveschutterij. Dienstplichtigen moeten, vrijwilligers en - als ‘vanouds’! - lotelingen mogen er deel van uitmaken. De eerstgenoemde categorie schutterijen is bestemd voor gemeenten met meer dan 2.500 inwoners, de tweede categorie voor kleinere gemeenten, terwijl van elke van beide categorieën de Reserve- ste schutterij het verlengstuk vormt. Geldt de 1 Schutterijwet uitsluitend voor het gebied dat tegenwoordig de Nederland heet, de 2 Schutterijwet van 27.4.1827 betreft daarentegen de ‘oprigting van Schutterijen over de geheele uitgestrektheid des Rijks’, derhalve inclusief België waarvan de vereniging met Nederland in juli 1814 (‘de Acht Artikelen van Londen’) vastgelegd en in 1815 door het Congres van Wenen bekrachtigd is. Zoals bekend, breekt in 1830 de Belgische Opstand (1830-1839) uit: België scheidt zich van Nederland af. De in het kader van de Tiendaagse Veldtocht (2-12 augustus 1831) uit het hele land afkomstige, in Noord-Brabant opererende ‘Mobiele Schutterij’ is niet anders dan de operationele samenvoeging van de zojuist genoemde drie schutterijtypes. Daarom meldt het tabellarische overzicht niets over de Mobiele Schutterij. De tweede gelegenheid waarbij wederom de Mobiele Schutterij in actie komt, is tijdens de Duits-Franse Oorlog (1870-1871). De derde gelegenheid dat de genoemde schutterijen ingeschakeld worden, is n.a.v. de Spoorwegstaking van 1903. Ondertussen is anno 1901 de Landweerwet aangenomen in het parlement. Bij deze wet, die m.i.v. 1903 van kracht wordt, moeten alle Dienstdoende en Rustende Schutterijen en Reserveschutterijen volgens een bepaald, d.w.z. ettelijke jaren bestrijkend tijdsschema worden opgeheven. In concreto betekent dit, dat in 1907 de laatste rijks- of gemeenteschutterijen worden opgedoekt. n) Sinds 1907 kent ons land dus feitelijk géén van overheidswege geformeerde schutterijen meer. Wel zijn er 1866-1933 de (landelijk in de Nederlandsche Weerbaarheidsbond verenigde) ‘Weerbaarheidsvereenigingen’, vanaf 1933 tot 1940 ‘Weerkorpsen’ genaamd. Vorenbedoelde organisaties, variërende van gymnastiekvereni- gingen tot schutterijen en gezelschappen van militaire (onder)officieren, duiken - mede gestimuleerd door koning Willem III (troonrede 1866, Koninklijk Besluit van 12 mei 1867) - kort na het midden van de 19de eeuw (bijna) overal in ons land op als paddestoelen uit de grond n.a.v. Duits machtsvertoon (Pruisen o.l.v. Otto van Bismarck; later de nazi’s o.l.v. Adolf Hitler). Vooralsnog ben ik in Noord-Brabant nauwelijks weerbaarheids- verenigingen en weerkorpsen tegengekomen. o) Zien we vanaf aanvang 19de eeuw een toename van sportschutterijen, die toename wordt alleen nog maar groter als in de tweede helft van dezelfde eeuw (1851-1900) de olympische gedachte ook tot de schietsport door- dringt. Min of meer tegelijkertijd zien we tevens binnen kringen van de folkloreschutterijen (historische schutters- gilden) en sportschutterijen pogingen ondernomen worden om te komen tot plaatselijke en regionale koepel- organisaties, culminerend in de totstandkoming van de Noord-Brabantse Federatie van Schuttersgilden (NBFS) in 1935. Hun officiële zetelplaatsen zijn in het tabellarische overzicht zoveel mogelijk verwerkt en eveneens genummerd. Tot een landelijke koepel van schuttersgilden (folkloreschutterijen of historische schutterijen) komt het vooralsnog niet, totdat de Duitse bezetter (1940-1945) die dwingend oplegt. Maar een groot aantal schutters- gilden en schietsportclubs geeft dan ‘niet thuis’, ‘duikt onder’ of heft zich op. Exact zestig jaar later (2005) is het nota bene de Nederlandse (!) overheid die op oneigenlijke gronden de grondwettelijke vrijheid van vereniging aan de laars lapt en met al te grage en weinig van een koninklijke houding getuigende medewerking van de Koninklijke Nederlandse Schutters Associatie (KNSA) het vuurwapenbezittend verenigingsleven een lidmaat- schap van vorengenoemde landelijke organisatie opdringt. De Oud-Limburgse Schuttersfederatie (de OLS) ont- springt de dans, de NBFS via de noodgreep van Vereniging Brabantse Gildeschutters (VBG) slechts ten dele. p) De meest recente tijd geeft nog twee andere ontwikkelingen op schutterijgebied te zien. Allereerst: de opkomst van re-enactmentgroepen. Strikt genomen zijn het géén schutterijen (schuttersgilden), maar verenigingen die primair erop gericht zijn om - zoals het woord re-enactment zelf aangeeft - een gebeurtenis uit het verleden (bijv. een veldslag) of een historische groepering (bijv. Romeinse legioensoldaten) uit te beelden. Re-enactement is het Engelse woord voor: opnieuw-in-scène-zetting, heropvoering, heruitvoering. Leden van een re-enactment- groep worden re-enactors of re-enacters genoemd. Het verschil tussen re-enacters en schutterijleden is niet altijd even scherp: sommige folklore- en sportschutterijen doen ook zelf aan re-enactement. Een re-enactmentgroep die sterk doet denken aan een schutterij (schuttersgilde) en zich ook zo noemt maar het niet is, is bijvoorbeeld de Bergsche Batterij te Geertruidenberg. q) De derde meest recente ontwikkeling is er één die volslagen tegengesteld is aan de hierboven onder conclusie a besproken schutterijhistorische evolutie. Hier lijkt een sociologische wetmatigheid bewaarheid te worden t.a.v. culturele wisselwerking tussen stedelingen (‘de stad’) en dorpelingen (‘het platteland’): de progressieve stad is aanvankelijk cultuurdrager voor het omringende conservatieve platteland dat als lijdzame cultuurvolger op den duur m.b.t. eenzelfde aangelegenheid kan verkeren in cultuurdrager voor diezelfde stad. De stad krijgt dan van het platteland terug wat zij ooit zelf koesterde maar wat zij om welke reden of door welke oorzaak dan ook in voorbije tijden heeft losgelaten. Verdwenen zijn immers de meeste schutterijen in de steden, een proces dat al ------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2097

15

begon in de Franse Tijd (1794-1814) en zich voortzette tot medio 20ste eeuw. Nu, sinds de tweede helft van de 20ste eeuw, beleven we her en der in steden de terugkeer van een schutterij, geen échte weerbaarheidsschutterij maar wel een schuttersgezelschap in ‘historiserende’ zin en letterlijk gestoken in het jasje van weleer. Ditmaal zijn het dus de steden die het platteland (de dorpen) blijken te volgen waar het gaat om oprichting van folklore- schutterijen. De toekomst zal uitwijzen, of een en ander van redelijk blijvende aard is.

- - -

Verantwoording Van een verantwoording in de zin van bronvermelding, zelfs maar van een begin daarvan, heb ik afgezien. Een volledige bronnenopgave alléén zou een meervoudige omvang hebben betekend van het hier voorliggende artikel (en dit artikel is al zo uitgebreid!). Die ruimte is er niet in deze SB-editie. Trouwens: bij een vergelijkend onderzoek van historische publicaties komt het dikwijls aan op geschiedwetenschappelijke verschillen van inzicht (Fingerspitzen- gefühl is daar één van) en dát laat zich nu eenmaal moeilijk vertalen in literatuur- en archiefverwijzingen. Bovendien: de voornaamste bronnen zijn die waarvan de onderzoeksresultaten onderling vergeleken worden, in ons geval: Jolles, Iven, VA (dus: Van Autenboer), JJB (lees: Janssen-Beij) en Disch z.j.; zie daarvoor hieronder de eindnoten 4 t/m 8.

- - -

Een verzoek aan de actieve lezer! Natuurlijk kleven ook aan deze rubriek diverse onvolkomenheden en bovenal te veel onvolledigheden. Ik wil me daarvoor op voorhand verontschuldigen: mij ontbrak het eenvoudigweg aan voldoende tijd om alles maar dan ook alles tot op de bodem uit te zoeken. Daarom hoop ik - zoals steeds - dat u uw eventuele op- en aanmerkingen ter correctie en aanvulling mij niet zult willen onthouden. U kent mijn e-mailadres: maak er gebruik van. Ook de passieve meelezers van de SB zijn bij Uw gewaardeerde inbreng beslist gebaat. Want: uw reacties - hoe onbeduidend ook die correcties en aanvullingen op het eerste oog mogen lijken - zullen allemaal integraal worden opgenomen in het geplande totaaloverzicht waarover ik reeds hierboven op blz. 2090 (tweede alinea) bericht heb.

Alfred Disch, Maastricht, 1.11.2012; [email protected] Eindnoten 1 Zie de door mij gesuggereerde opdeling van de grote witte vlek op de NBFS-kaart van de gildekringen in SB 95, blz. 2087. 2 Disch 2004 = Alfr. Disch: Het ontstaan van schutterijen in Europa. Een geschiedtheoretische beschouwing, in: Schutters- brief (SB) - nr. 7 [= themanummer], Maastricht, 31 december 2004, blz. 259-308. 3 Zie Ising 1983, passim, en Ising 1986, passim Ising 1983 = Alfons Ising: [Belgisch- en Nederlands-]Brabantse Schuttersgilden. Vroeger en Nu. Maasbree 1983. Ising 1986 = Alfons Ising: Met vliegend vaandel en slaande trom. Ontstaan en ontwikkeling van schuttersgilden en schutterijen in [Belgisch en Nederlands] Brabant en Limburg. Hapert 1986. 4 Jolles = Jolles 1933-1934 = Jolle Albertus Jolles: De Schuttersgilden en Schutterijen van Noord-Brabant. Overzicht van hetgeen nog bestaat. [Uitgegeven door het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant]. ’s-Hertogenbosch 1933-1934. [Fotografische herdruk (twee delen in één band): Arnhem 1974]. 5 Iven = Iven 1983 = Willem Iven [auteur], Jan Bogaerts [fotograaf] en Teo van Gerwen [vormgever]: Schuttersgilden in Noord-Brabant. Helmond 1983. 6 VA = Van Autenboer 1993-1994 = Eugène van Autenboer: De kaarten van de schuttersgilden van het Hertogdom Brabant (1300-1800). 2 delen. Series: Bijdragen tot de geschiedenis van het Zuiden van Nederland, tweede reeks, deel 96A en deel 96B. Tilburg 1993-1994. 7 JJB = Janssen-Beij 2009 = Jette Janssen[-Beij]: De deugd van broederschap. Sociaal kapitaal van gildebroeders in de Noord-Brabantse schuttersgilden, 1600-2000. [Proefschrift Universiteit van Tilburg]. Series: Bijdragen tot de geschiedenis van het Zuiden van Nederland, derde reeks, deel 36. Tilburg 2009. 8 Disch z..j. = Alfr. Disch: De schutterijen in Noord-Brabant, 1300-heden. [In voorbereiding]. 9 Disch 2012 = Alfr. Disch: Verdwenen woonplaatsen in Nederland en hun schutterijen, in SB 93, Maastricht, 31 juli 2012, blz. 2014-2015, en volgende nummers. 10 Disch 2009 = Alfr. Disch: Recensie (46). Proefschrift over de schuttersgilden in Noord-Brabant: de zin of het nut van schutterijen, in: SB 89, Maastricht, 31 januari 2009. [Betreft boekbespreking van Janssen-Bey 2009; zie hierboven eindnoot 7]. 11 Cox 2005 = J.C.M. Cox: Repertorium van de stadsrechten in Nederland. Series: Werken der Stichting tot uitgaaf der bronnen van het oud-vaderlandse recht, deel 33. Den Haag 2005. ------Blz. 2098 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95

16

De datering van voormalige en huidige schutterijen in westelijk Noord-Brabant Als eerste van de zes te onderzoeken gebieden waarin de provincie Noord-Brabant in te delen is, behandel ik westelijk Noord-Brabant (zie onderstaand kaartje). Dit gebied komt ruwweg overeen met het werkgebied van de gildekring ‘Baronie en Markiezaat’ van de Noord-Brabantse Federatie van Schuttersgilden (NBFS). Met nadruk wijs ik erop, dat in het onderhavige tabellarische overzicht niet alleen sowieso alle voormalige en huidige schutters- gilden van de vorengenoemde gildekring aan de orde komen, maar natuurlijk ook alle vroegere en tegenwoordige schutterijen die niets van doen hadden en hebben met de NBFS. In totaal gaat het hier om - voorlopig - 723 weerbaarheids-, folklore- en sportschutterijen, vanaf de Late Middeleeuwen (1300-1500) tot heden. Overigens vallen sommige dorpen en gehuchten weliswaar onder westelijk Noord-Brabant, maar zij maken niettemin deel uit van gemeenten waarvan het grootste deel gelegen is in het oostelijk aanpalende Maasland; het dorp Capelle (gemeente Waalwijk) is zo’n voorbeeld. Kaartje van het onderzoeksgebied

De huidige gemeentekaart van westelijk Noord-Brabant [Bron: SB-redactie] Algemene toelichting bij de kolommen Kolom 1: het zesdelige tabellarische overzicht heeft een doorlopende nummering. Kolom 2: in deze kolom wordt de vestigingsplaats (met tussen haakjes de betreffende gemeente in cursief) vermeld. Bij de van overheidswege opgerichte schutterijen (1795-1907) staat de toenmalige gemeentenaam in cursief maar niet tussen haakjes. Het teken > tussen twee plaatsnamen wijst op wisseling van vestigingsplaats van de betreffende schutterij. Kolom 3: in deze kolom zijn de schutterijen bij name genoemd. Heeft een schutterij meer (uiteenlopende) namen, dan is gekozen voor de meest voorkomende. Is er sprake van een (wezenlijke) naamsverandering, dan wordt dit met het teken > aangeduid. Bij heiligennamen is het voorvoegsel Sint- of St.- achterwege gelaten. Was of is de schutterij aangesloten bij een koepelorganisatie, dan wordt dat met een cijfer in superscript achter de schutterijnaam aangegeven. Het schutterijtype (weerbaarheids-, folklore- of sportschutterij) is aan- geduid d.m.v. een letterteken; zie daarvoor onder het paragraaf je Tekens, symbolen en afkortingen. Kolom 4: deze kolom geeft aan, welke schietwapen(s) de bewuste schutterij hanteert of gehanteerd heeft. Eveneens geldt hier het teken > om een of meer veranderingen aan te geven. Het eerst- en het laatstvermelde wapen kúnnen tevens - bij ‘sommige’ schutterijen was of is dat inderdaad het geval - duiden op het voeren van een hoofdwapen. Kolom 5: hier staat aangegeven wanneer de schutterij is ontstaan. Is de oprichting het gevolg van een afscheiding, opsplitsing of fusie, dan staat dit direct achter de oprichtingstijd weergegeven. Voor het gebruik van ‘tekens, symbolen en afkortingen’ zij andermaal verwezen naar het onderstaande paragraafje. ------Schuttersbrief - nummer 95 31 maart 2013 Blz. 2099

17

Kolom 6: hier geef ik aan, of en, zo ja, wanneer de schutterij is opgeheven. Tevens staat aangeduid, of de opheffing te maken heeft gehad met fusie of opsplitsing. Kolommen 7 t/m 10: hier zijn de onderzoeksresultaten te vinden van respectievelijk Jolles (= Jolles 1933-1934), Iven (= Iven 1983), VA (= Van Autenboer 1933-1994) en JJB (= Janssen-Beij 2009); zie voor nadere uitleg de eindnoten 4 t/m 7 op blz. 2097. Tekens, symbolen en afkortingen: een gedetailleerde toelichting bij de kolommen Kolom 1: de (voorlopige) nummering in dit eerste deel van het tabellarische overzicht loopt op van 001 t/m 723. Kolom 2: m.v.v. = met vermelding van (gemeentenaam tussen haakjes en in cursief); NN = nomen nescio = naam [van zetelplaats koepelorganisatie] mij onbekend; * = (in de gegeven opsomming van woonkernen van een gemeente) plaats met een of meer schutterijen; †, gevolgd door plaatsnaam = verdwenen woonplaats. Kolom 3: ?, gevolgd door heiligennaam of NN = (hoogst) onzeker, of het hier wel gaat om schietactiviteiten; ≠…? = is niet (dezelfde - al dan niet nagenoeg - gelijknamige schutterij als) (volgt betreffend nummer)?; Bat. Burgerwacht = Bataafse Gewapende Burgerwacht; Burgermacht = Bataafse Gewapende Burgermacht; DD. = Dienstdoende; S(S)V = Schiet(sport)vereniging. Namen van koepelorganisaties zijn vetgedrukt. Deze kolom geeft - voor zover van toepassing - ook aan bij welke koepelorganisatie een schutterij is aangesloten. 1 = KNSA = Koninklijke Nederlandse Schutters Associatie, 1890-heden; 2 = NBFS = Noord- 2a Brabantse Federatie van Schuttersgilden, 1935-heden; = NBFS-kring (vh Bond) Land van Cuyk, 1933- heden; 2b = NBFS-kring (vh Bond) Kwartier van Oirschot, 1934-heden; 2c = NBFS-kring Kempenland, 1935-heden; 2d = NBFS-kring Maasland, 1935-heden; 2e = NBFS-kring Peelland, 1935-heden; 2f = NBFS- 3 kring Baronie en Markiezaat, 1977-heden; = NFW = Nederlandse Federatie van Wipvogelschieten ‘Op 4 5 de Wipboom’ [Geweer], 1963-heden; = NHB = Nederlandse Handboogbond, 1940-heden; = NKB = 6 Nederlandse Kruisboogbond, 1951-heden; = FGS = Federatie van Gelderse Schuttersgilden en Schutterijen 6a 7 ‘St.-Hubertus’, 1947-heden; = FGS-kring De Achterhoek, 1972-heden; = De OLS = De Oud-Limburgse 7a Schuttersfederatie, 1937-heden; = De OLS / Kantonnale Schuttersbond Weert e.o. ‘ Maakt 8 9 A Macht (EMM)’, 1896-heden; = het Rijk; = De Nederlandsche Weerbaarheidsbond, 1866-1891; = B OWB = Onderlinge West-Brabantse Bond, 1950-heden, aangesloten bij de NKB; = Kring Zuidwest- [Noord-]Brabant [Windbuks], vóór 2012 - heden. En informeert tevens over het karakter van een schutterij: F, S, W = respectievelijk folklore-, sport- en weerbaarheidsschutterij; ? > F = het is vooralsnog onbekend, of de betreffende schutterij vóór 1794 wel een weerbaarheidskarakter had. Kolom 4 wap. = wapen; B = Boog; D = Duifschieting = Kleiduivenschieten; G = Geweer; H = Handboog; Hi = Historisch wapen, eventueel inclusief Kanon; K = Kruisboog; L = Lasergeweer; P = Pistool, eventueel inclusief Revolver; R = Rijnlandse buks = Limburgse buks = Zware buks = Lang wedstrijdgeweer; V = vuurwapen; W = wind- of luchtbuks; Z = zwaard. Kolommen 5 en 6: < = vóór; > = na; [<] = al dan niet vóór; * = oprichtingstijd; † = ter ziele, opgeheven; † ? = opheffingstijd onbekend; † 80-j. O. = ter ziele gegaan in de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648); (a) = ontstaan door afscheiding; c. = caerte = kaart = schuttersreglement; dag, maand, jaar = oprichtingsdatum; ev = eerste vermelding; kn = (zeer) kort na; kv = (zeer) kort vóór; ln = (zeer) lang na; lv = (zeer) lang vóór. In kolom 5: (f) = ontstaan door fusie; in kolom 6: (f) = opgeheven door fusie; (o) = item door opsplitsing. En verder: XIV = 14de eeuw = 1301-1400; XVIII = 18de eeuw = 1701-1800; XV = 15de eeuw = 1401-1500; XIX = 19de eeuw = 1801-1900; XVI = 16de eeuw = 1501-1600; XX = 20ste eeuw = 1901-2000; XVII = 17de eeuw = 1601-1700; XXI = 21ste eeuw = 2001-2100. A = de eerste helft van een eeuw; bijvoorbeeld: XVIA = 1501-1550; B = de tweede helft van een eeuw; bijvoorbeeld: XVIB = 1551-1600. De kleine letters a, b, c en d symboliseren een kwart eeuw; bijv. XVIa = 1501-1525; XVIc = 1551-1575; XVIb = 1526-1550; XVId = 1576-1600. Kolommen 7 - 10: in rood = afwijking ten opzichte van Disch z.j.; onv. = onverm. = onvermeld; h. = heden; heropg. = ‘heropgericht’; ordonn. = ordonnantie; sine dato = zonder datering; zie ook toelichting kolommen 4 t/m 6. Nota bene. Houd er rekening mee… - dat in boeken en tijdschriften vaak i.p.v. het dorp of gehucht waar een schutterij gevestigd is, alléén de betreffende gemeente genoemd wordt - dat schutterijsecretarissen nogal eens in correspondentie en publicaties ongewild suggereren dat hun woonplaats tevens de vestigingsplaats van hun schutterij is - dat sommige schutterijen, koepelorganisaties, internetportalen (zoals Digisport) en zelfs diverse gemeenten op hun website de exacte vestigingsplaats van een schutterij verhullen en daardoor aanleiding geven tot verwarring - dat ook ik dus zo nu en dan het slachtoffer kan geworden zijn van vorenstaande onvolkomenheden. ------Blz. 2100 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95 18

Tabel 1 Kol. Kolom Kolom Kol. Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Nr. Plaats Schutterij Wap. Ontstaan Ter ziele Volgens Volgens Volgens Volgens (m.v.v. of nog Jolles Iven VA JJB gemeente) bestaand 001 Achtmaal NN: S K < 1896 † > 1896 onverm. onverm. onverm. onverm. (Zundert) 002 Achtmaal Nooit Gedacht5, A: S K 3.11.1896 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. 003 Achtmaal Komst des Vredes5, A: S K 1.3.1919 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. 004 Achtmaal Cornelius1: F / S W 9.3.1950 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. 005 Achtmaal De Toekomst5, A: S K 22.12.1962 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. 006 Achtmaal De Eendracht5: S K < 2012 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. Alphen 007 ? NN: W? K XV-XVI? † 80-j.O.? onverm. onverm. onverm. onverm. (Alph.-Chaam) 008 Alphen Willibrordus (I): ? > F H lv 1574 † kn 1859 onverm. zie 011 onverm. zie 011 ev 1574 009 Alphen ? NN: W? G XVI † ? onverm. onverm. onverm. onverm. 010 Alphen Concordia: S H 15.8.1859 † 1966 onverm. onverm. onverm. onverm. 2f Willibrordus (II) , heropg. heropg. 011 Alphen H 10.9.1966 bestaand onverm. onverm. v/h Concordia: S > F 1965-h. 1966-h. wapen: wapen: H onverm. 012 Alphen Landbouwers H < 2012 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. Eendracht4: S 000 Alphen-Chaam, gemeente; zie: *Alphen *Galder *Chaam 013 Alphen en Riel Bat.Burgerwacht8: W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. 014 Alphen en Riel Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 015 Alphen en Riel Burgermacht (II)8: W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 016 Alphen en Riel Nationale Garde : W G 1806 † 1810 onverm. onverm. onverm. onverm. 017 Alphen en Riel Landstorm8: W G 1814 † 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. 018 Alphen en Riel Rustende Schutterij8: W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 019 Alphen en Riel Reserve-schutterij8: W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. Baarle 1623 onverm. onverm. onverm. (Baarle-Nassau) ev 1463 * [<]1463 < 1560 > † >1623 wapen: K < 1510 ev 1510 021 Baarle Sebastiaan: W? H † 1923 onverm. onverm. onverm. ev 1510 *[<] 1510 † 1923 wapen: onverm. 022 Baarle Hubertus: W? G? lv 1623 † > 1825 onverm. ter ziele onverm. ev 1623 ev 1623 wapen: * [<] 1623 aanvankelijk onverm. < 1825 > ambachts- ter ziele gilde wapen: ? aanv. ambachts- gilde 023 Baarle Ambrosius: W? K kv(?) 1623 † 1794? onverm. c. 1712; caerte: ev 1623 wapen: 2.8.1712 * [<] 1623 onverm. wapen: K c. 1712 †onverm. wapen: K 024 Baarle Het Hof van Holland: F H < 1915 † > 1915 onverm. onverm. onverm. onverm.

------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2101

19

Kol. Kolom Kolom Kol. Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Nr. Plaats Schutterij Wap. Ontstaan Ter ziele Volgens Volgens Volgens Volgens (m.v.v. of nog Jolles Iven VA JJB gemeente) bestaand 000 Baarle-Nassau, gemeente; zie: *Baarle *Castelré Ulicoten 025 Baarle-Nassau Bat.Burgerwacht8: W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. 026 Baarle-Nassau Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 027 Baarle-Nassau Burgermacht (II)8: W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 028 Baarle-Nassau Nationale Garde : W G 1806 † 1810 onverm. onverm. onverm. onverm. 029 Baarle-Nassau Landstorm8: W G 1814 † 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. 030 Baarle-Nassau Rustende Schutterij8: W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 031 Baarle-Nassau Reserveschutterij8: W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 000 Bavel (Breda), Laurentius zie: Ginneken 032 Bavel Ambrosius (I) H? < 1695 † 1695 (f) onverm. onverm. onverm. onverm. Bavel, samen 000 met Ginneken; Ambrosius (II) zie: Ginneken 033 Bavel Soranus4: S H 1866 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. 034 Bavel Hubertus1, 3: S G 1.11.1873 bestaand onverm. ter ziele onverm. ev 1920 * <1920 wapen: onverm. 035 Bavel Wilhelmina1, 3: S G 1921 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm.

000 Beek (Breda), Sebastiaan4: F / S zie: Prinsenbeek 000 Bergen op Zoom, gemeente; zie: *Bergen op Z. *Borgvliet = Oud- Borgvliet (II) *Halsteren *Lepelstraat *?Nieuw- Borgvliet *Oud- Borgvliet (I) *Polre Bergen op Zoom, caerte: ev 1465 ev 1442 036 1205 STAD Joris (I): W K < 1346 † 16.9.1591 onverm. 7.1.1465 †onverm. ± wapen: K (Bergen op Z.) wapen: K wapen: K 037 Bergen op Zoom Sebastiaan (1): W H < 1355 † 16.9.1591 onverm. < 1551 caerte: ev 1465 wapen: H 28.7.1465 bestaand wapen: H wapen: H heropg. 1781? fusie m. Borgvliet Joris (II), de Jonge: 038 Bergen op Zoom K < 1413 † 1591? onverm. < 1442 onverm. onverm. alias ‘pauvere’: W? > F

------Blz. 2102 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95

20

Kol. Kolom Kolom Kol. Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Nr. Plaats Schutterij Wap. Ontstaan Ter ziele Volgens Volgens Volgens Volgens (m.v.v. of nog Jolles Iven VA JJB gemeente) bestaand

Sebastiaan (II), patroon onverm. de Jonge: W? > F; later (?) genoemd: < 1456 caerte: Gulden 039 Bergen op Zoom Gilde van den H ev 1456 † 1591? onverm. onverm. 1456 van den Gebroken Gebroken Pese alias c. 1456 wapen: H Pese alias Schutterie van Wulpe Wulpe ev 1465 c. 1456 *[<]1465 † onv. wapen: H 040 Bergen op Zoom Michaël: W Z 1492 onverm. onverm. onverm. onverm. Antonius kv 1501 a) caerte: ev 1500 ev stads- Antonius 1500 /31? <1561> 041 Bergen op Zoom alias G † 16.9.1591 onverm. Kolveniers: W rekening ev 1456 wapen: K † onverm. 1501 / 02 < 1456 wapen: K wapen: onverm. b) Klove- niers Chris- toffel? 1500 wapen: G (kv?) 1618 ev 1618 042 Bergen op Zoom ? Ambrosius † > 1825 onverm. * XVI? onverm. ev 1618 * [<]1618 <1825> wapen: ? 043 Bergen op Zoom Bat.Burgerwacht8: W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. 044 Bergen op Zoom Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 045 Bergen op Zoom Burgermacht (II)8: W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. 046 Bergen op Zoom De Schutterij8: W G 1803 † 1806 onverm. onverm. onverm. onverm. 047 Bergen op Zoom Nationale Garde 8: W G 1806 † 1810 onverm. onverm. onverm. onverm. 048 Bergen op Zoom Landstorm8: W G 1814 † 1815 onverm.. onverm. onverm. onverm. 049 Bergen op Zoom DD. Schutterij8: W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 050 Bergen op Zoom Reserveschutterij8: W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 051 Bergen op Zoom Concordia H < 1849 † > 1852 onverm. onverm. onverm. onverm. 052 Bergen op Zoom Sebastiaan [III] heropg. 1781? † onvermeld wapen: H zie nr. 037 053 Bergen op Zoom Sebastiaan [IV] heropg. 1986 wapen: H nu samen met Borgvliet zie 061 O 054 Bergen op Zoom SSV Bergen /Z: S V < 2001 † 2001 (f) onverm. onverm. onverm. onverm. 055 Bergen op Zoom Donkenhof: S; H < 2002 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. ≠ 694? 056 Bergen op Zoom Excelsior: S K < 2002 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. 057 Bergen op Zoom Het Markiezaat1: F G, P, 2001 (f) bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. W 058 Bergen op Zoom The Old Chaps1: S G, P, < 2012 † 2012 onverm. onverm. onverm. onverm. W

------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2103

21

Kol. Kolom Kolom Kol. Kol. Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Nr. Plaats Schutterij Wap. Ontstaan Ter ziele Volgens Volgens Volgens Volgens (m.v.v. of nog Jolles Iven VA JJB gemeente) bestaand 059 Borgvliet Sebastiaan (I), 1618 caerte: ev 1540 (Bergen op Z.) in feite rechts- H ev 1618 † XXa onverm. onverm. 18.3.1618 * 1540 = Oud- opvolger van 402 c. 1618 caerte: c.1618 Borgvliet (II) 13.1.1781 † onv. Zie ook: wapen: H wapen: ? Nieuw- Borgvliet. † Oud- Borgvliet (I)

Borgvliet 1707 caerte: ev 1707 ? Ambrosius 060 = Oud- caerte † 1794? onverm. onverm. 12.12. c. 1707 Borgvliet (II) 1707 * 1707 biegilde † onverm. wapen: ? Borgvliet = 061 Oud- Sebastiaan (II)2: F H 20.1.1985 bestaand onverm. onverm. onverm. zie 053 Borgvliet (II) Borteldonk Christoffel 000 (Roosendaal), alias zie: Nispen Cloveniers: W > F 000 Bosschenhoofd géén schutterij - - - onverm onverm onverm onverm. (Halderberge) Breda, 000 gemeente; zie: *Bavel *Breda *Ginneken *Princenhage *Prinsenbeek *Teteringen *Ulvenhout Breda, < 1397 caerte: ev 1404 062 ±1205 STAD Joris: W K ev 1397 † < 1862 onverm. F H † 1931 < 1851 > onverm. ev 1397 c. 1609 [<]1465- † 1931 1825- wapen: H †onverm. wapen: ? 064 Breda ? Michaël: W? Z XV? † XVI? onverm. onverm. onverm. onverm. 065 Breda Kolveniers: W G kv(?) 1515 † 1794? onverm. onverm. caerte: ev 1515 1.4.1561 * [<]1515 wapen: K c.1751- † onverm. wapen: K Antonius < 1565 < 1565 caerte: ev 1618 066 Breda alias K ev 1565 † 1794? onverm. ev 1565 6.1.1618 c.1618 Nieuwe Schuts wapen: wapen: K * 1618 onverm †onverm. wapen: K 067 Breda Bat.Burgerwacht8: W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. 068 Breda Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 069 Breda Burgermacht (II)8: W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. 070 Breda De Schutterij8: W G 1803 † 1806 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 071 Breda Nationale Garde : W G 1806 1810 onverm. onverm onverm. onverm. 072 Breda Landstorm8: W G 1814 1815 onverm. onverm onverm. onverm. 073 Breda DD. Schutterij8: W G 1816 1907 onverm. onverm onverm. onverm. 074 Breda Reserveschutterij8: W G 1816 1907 onverm. onverm onverm. onverm. ------Blz. 2104 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95 22

Kol. Kolom Kolom Kol. Kol. Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Nr. Plaats Schutterij Wap. Ontstaan Ter ziele Volgens Volgens Volgens Volgens (m.v.v. of nog Jolles Iven VA JJB gemeente) bestaand Vereeniging Gode- 075 Breda 9 G 4.12.1866 †1990-2005 onverm. onverm onverm. onverm vaert Montens : W > F 076 Breda De Zwartmikkers: S H < 1910 bestaand onverm. onverm onverm. onverm. Breda, zie: 1 000 SV Breda : S Dongen De Vrolijke 077 Breda 1 V, W 1970 bestaand onverm. onverm onverm. onverm. Schutters : S 078 Breda Sagittarius5: S K < 2003 bestaand onverm. onverm onverm. onverm. 079 Breda De Vriendenkring: S H < 2003 bestaand onverm. onverm onverm. onverm. 080 Breda Willibrordus1: S B, V < 2003 bestaand onverm. onverm onverm. onverm. 081 Breda Breda Archery4: S H 23.9.2011 bestaand onverm. onverm onverm. onverm. 082 Breda Bemburu H 2011? bestaand onverm. onverm onverm. onverm. 083 Breda Cadetten SSV Diana: S V? < 2012 bestaand onverm. onverm onverm. onverm. 084 Breda Nooit Volleerd: S K < 2012 bestaand onverm. onverm onverm. onverm. † Capelle 000 (Waalwijk) géén schutterij? - - - onverm. onverm onverm. onverm. = Capelle (I) 000 Capelle (II) géén schutterij? - - - onverm. onverm onverm. onverm. 085 Capelle Bat.Burgerwacht8: W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. 086 Capelle Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 087 Capelle Burgermacht (II)8: W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 088 Capelle Nationale Garde : W G 1806 † 1810 onverm onverm onverm. onverm. 089 Capelle Landstorm8: W G 1814 † 1815 onverm onverm onverm. onverm. 8 090 Capelle Rustende Schutterij : G 1816 † 1907 onverm onverm onverm. onverm. W 091 Capelle Reserve-schutterij8: W G 1816 † 1907 onverm onverm onverm. onverm. Castelré 092 Vrede en Eendracht: S H 1886 bestaand onverm. onverm onverm. onverm. (Baarle-Nassau) 093 Castelré Joris: F K 1934-1983 bestaand onverm. bestaand onverm. onverm. 094 Chaam Antonius ? 1759 † > 1825 onverm. 1759 onverm. * 1759 (Alph.-Chaam) < 1825 > †onverm. wapen: ? 095 Chaam Bat.Burgerwacht8: W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. 096 Chaam Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 097 Chaam Burgermacht (II)8: W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 098 Chaam Nationale Garde : W G 1806 1810 onverm. onverm onverm. onverm. 099 Chaam Landstorm8: W G 1814 1815 onverm. onverm onverm. onverm. 100 Chaam Rustende G 1816 1907 onverm. onverm onverm. onverm. Schutterij8: W 101 Chaam Reserve- G 1816 † 1907 onverm. onverm onverm. onverm. Schutterij8: W 102 Chaam Oefening Kweekt K < 1898 bestaand onverm. onverm onverm. onverm. Kunst: S 103 Chaam ’t Trefpunt: S W < 1920 bestaand onverm. onverm onverm. onverm. Dinteloord 000 (Steenbergen), géén schutterij? - - - onverm. onverm onverm. onverm. ±1605 gepland dorp 104 Dinteloord De Vrolijke Schutters: S W < 2012 bestaand onverm. onverm onverm. onverm. 105 Dinteloord en Bat.Burgerwacht8: W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. Prinsenland 106 Dinteloord en Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. Prinsenland 107 Dinteloord en Burgermacht (II)8: W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. Prinsenland Dinteloord en 8 108 Nationale Garde : W G 1806 † 1810 onverm. onverm onverm. onverm. Prinsenland ------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2105

23

Kol. Kolom Kolom Kol. Kol. Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Nr. Plaats Schutterij Wap. Ontstaan Ter ziele Volgens Volgens Volgens Volgens (m.v.v. of nog Jolles Iven VA JJB gemeente) bestaand 109 Dinteloord en Landstorm8: W G 1814 † 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. Prinsenland Dinteloord en 8 110 Rustende Schutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. Prinsenland Dinteloord en 8 111 Reserveschutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. Prinsenland 000 Dongen, gemeente; zie: *Dongen *Dongense Vaart Dongen 112 ? Laurentius: ? > F ? lv 1633 † > 1633 onverm. onverm. onverm. onverm. (Dongen) lv 1640 ter ziele caerte: ev 1640 113 Dongen Hubertus: ? > F K>G † ±1900 onverm. ev 1640? wapen: 1640? *[<]1640 onverm. wapen: K † > 1825 wapen: K 114 Dongen Ambrosius: W? > F G ev 1751 † ±1900 onverm. ev 1751 onverm. ev 1825 ter ziele † > 1825 wapen: ? 115 Dongen Bat.Burgerwacht8: W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. 116 Dongen Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 117 Dongen Burgermacht (II)8: W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 118 Dongen Nationale Garde : W G 1806 † 1810 onverm. onverm. onverm. onverm. 119 Dongen Landstorm8: W G 1814 † 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 120 Dongen Rustende Schutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 121 Dongen Reserveschutterij8: W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. Crispinus en ter ziele Crispinus 122 Dongen ? < 1825 † > 1825 onverm. onverm. Crispinianus wapen: <1825> onverme ter ziele. ld wapen: onverm. 1799 <1825> * < 1825 123 Dongen Joseph G † ±1870 onverm. onverm. vakbond? vakbond? † > 1825 ter ziele wapen: ? 124 Dongen St.-Pieter H? < ±1870 † ±1870 onverm. onverm. onverm. onverm. Oefening kweekt 125 Dongen kennis (OKK): S H 1877 † > 1972 onverm. onverm. onverm. onverm. 126 Dongen Vriendenkring: S VW < 1892 † > 1912 onverm. onverm. onverm. onverm. 127 Dongen Burger Eendracht: S H < 1893 † > 1899 onverm. onverm. onverm. onverm. 128 Dongen (?) Juliana: S ? > 1906 † ? onverm. onverm. onverm. onverm. 5 129 Dongen Gloria Sorano : S H 1847 † > 1968 onverm. onverm. onverm. onverm. Al Doende 130 Dongen H < 1929 † > 1969 onverm. onverm. onverm. onverm. Leert Men: S 131 Dongen De Batavieren: S H < 1929 † > 1929 onverm. onverm. onverm. onverm. 1 P, R, 132 Dongen SV Breda : S 30.10.1970 bestaand onverm. onverm onverm. onverm. G, W Genoegen en 133 Dongen K < 1972 † < 1972 onverm. onverm. onverm. onverm. Eendracht 134 Dongen SV Oosteind ? < 1978 † < 1978 onverm. onverm. onverm. onverm. 1 135 Dongen Dongeloop : S V + W 1978 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. 1 136 Dongen SV Gilze-Rijen : S G + P < 2003 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. 1 G, P, 137 Dongen Bolt Action : S < 2012 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. W Dongense Vaart 5 138 Tevredenheid : S H 1865 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. (Dongen) 139 Dongense Vaart Broederkring: S H < 1888 † > 1888 onverm. onverm. onverm. onverm.

------Blz. 2106 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95

24

Kol. Kolom Kolom Kol. Kol. Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Nr. Plaats Schutterij Wap. Ontstaan Ter ziele Volgens Volgens Volgens Volgens (m.v.v. of nog Jolles Iven VA JJB gemeente) bestaand 140 Dorst Joris1, 3: S G 1872 bestaand * 1872 * 1872 onverm. * 1872 (Oosterhout) <1932 > ter ziele ter ziele wapen: wapen: wapen: onverm. onverm. onverm. 7 141 Dorst? > KBV Dorst : S; K < 2003 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. Hoeven ≠ 501? 000 , gemeente; zie: Drimmelen (I) *Drimmelen (II) Drimmelen (III) *Hooge Zwaluwe *Lage Zwaluwe *Oud-Zonzeel *Terheijden *Wagenberg 142 † Drimmelen (I) ? NN B kv 1421 † 1421 onverm. onverm. onverm. onverm. (Drimmelen) Drimmelen (II) 000 = Oud- géén schutterij - - - onverm. onverm. onverm. onverm. Drimmelen Drimmelen (III) 000 = Nieuw- géén schutterij - - - onverm. onverm. onverm. onverm. Drimmelen

Dussen ? NN K? XV? ? onverm. 143 (Werkendam) (1x?, 2x?, 3x?) H? XV? ? onverm. onverm. onverm. G? XVI? ? 144 Dussen Bat. Burgerwacht 8: W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. 145 Dussen Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 146 Dussen Burgermacht (II)8: W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 147 Dussen Nationale Garde : W G 1806 † 1810 onverm. onverm. onverm. onverm. 148 Dussen Landstorm8: W G 1814 † 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 149 Dussen Rustende Schutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 150 Dussen Reserveschutterij8: W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. Etten 151 Joris K < 1568 † 80-j.O. onverm. ter ziele onverm. onverm. (Etten-Leur) 152 Etten Sebastiaan H < 1568 † > 1825 onverm. ter ziele onverm. ev 1825 * <1825 † onv. wapen: ? 153 Etten Jan de Doper (I) ter ziele onverm. ev 1657 † ±1830? niers (!) Kolveniersgilde ev 1657 c.1657 * 1657 <1825> †onverm . wapen: K 154 Etten ? Ambrosius ? 1657 † > 1825 onverm. ev 1667 onverm. ev 1657 c.1670 c.1657 ter ziele <1825> wapen: ter ziele onverm. wapen: ? 155 Etten ? Antonius ? ? ? onverm. ter ziele onverm. onverm. 156 Etten Nimrod (I): S H 12.5.1887 † 1913 (f) onverm. onverm. onverm. onverm. 157 Etten Gloria Soranus H < 1890 † > 1898 onverm. onverm. onverm. onverm.

------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2107

25

Kol. Kolom Kolom Kol. Kol. Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Nr. Plaats Schutterij Wap. Ontstaan Ter ziele Volgens Volgens Volgens Volgens (m.v.v. of nog Jolles Iven VA JJB gemeente) bestaand 158 Etten Ons Genoegen H < 1854 † ? onverm. onverm. onverm. onverm. 159 Etten Ons Verlangen H < 1898 † > 1898 onverm. onverm. onverm. onverm. 160 Etten Nederland en Oranje: S H < 1913 † 1913 (f) onverm. onverm. onverm. onverm. 161 Etten Nimrod (II)5: S H 1913 (f) bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. 162 Etten Willem Tell5: S H < 1965 † 2008 onverm. onverm. onverm. onverm. St.-Jan de Doper (II) Jan de D. 163 Etten alias K (!) 1997 bestaand onverm. onverm. onverm. Clove- 2 Cloveniers : F niers heropg. 1997-h. wapen: K 000 Etten-Leur,

gemeente; zie: *Etten *Etten-Leur *Leur 164 Etten-Leur Bat. Burgerwacht 8: W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. 165 Etten-Leur Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 166 Etten-Leur Burgermacht (II)8: W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 167 Etten-Leur Nationale Garde : W G 1806 † 1810 onverm. onverm. onverm. onverm. 168 Etten-Leur Landstorm8: W G 1814 † 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 169 Etten-Leur Rustende Schutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 170 Etten-Leur Reserveschutterij8: W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 171 Etten-Leur Prinses Irene: S ? < 2003 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. 172 Etten-Leur Roda: S L < 2003 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. 173 Etten-Leur Double-Shot1: S G juli 2011 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. † Fijnaart 174 (Moerdijk) schutterij? B? kv 1421 † 1421 onverm. onverm. onverm. onverm. = Fijnaart (I) Fijnaart, 1548 175 ? NN G? kn 1548? † 80-j.O.? onverm. onverm. onverm. onverm. gepland dorp = Fijnaart (II) 176 Fijnaart Geen Moed Verloren: ? < 2003 bestaand onverm onverm. onverm. onverm. S Fijnaart en 8 177 Bat. Burgerwacht : W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. Heijingen 178 Fijnaart en Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. Heijingen Fijnaart en 8 179 Burgermacht (II) : W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. Heijingen Fijnaart en 8 180 Nationale Garde : W G 1806 † 1810 onverm. onverm. onverm. onverm. Heijingen Fijnaart en 8 181 Landstorm : W G 1814 † 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. Heijingen Fijnaart en 8 182 Rustende Schutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. Heijingen Fijnaart en 8 183 Reserveschutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. Heijingen 184 Galder Jacob K bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. (Alph.-Chaam) ±1953 185 Galder Jacob G 1973 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. Gasthuis Einde 186 Schutten: W ? < 1568 80-j.O. onverm onverm. onverm. onverm. (gemeente?) †

------Blz. 2108 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95

26

Kol. Kolom Kolom Kol. Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Nr. Plaats Schutterij Wap. Ontstaan Ter ziele Volgens Volgens Volgens Volgens (m.v.v. of nog Jolles Iven VA JJB gemeente) bestaand 000 Geertruiden- berg, gemeente; zie: *Geertruiden- berg *Raamsdonk Geertruiden- 187 berg, Joris? K XIV? ? onverm. onverm. onverm. onverm. 1213 STAD (Geertruidenberg) 188 Geertruiden- Sebastiaan? H XV? ? onverm. onverm. onverm. onverm. berg 189 Geertruiden- NN G XVI? ? onverm. onverm. onverm. onverm. berg 190 Geertruiden- 8 Bat. Burgerwacht : W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. berg 191 Geertruiden- Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. berg 192 Geertruiden- Burgermacht (II)8: W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. berg 193 Geertruiden- 8 Nationale Garde : W G 1806 † 1810 onverm. onverm. onverm. onverm. berg 194 Geertruiden- 8 Landstorm : W G 1814 † 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. berg 195 Geertruiden- 8 Rustende Schutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. berg 196 Geertruiden- 8 Reserveschutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. berg 197 Geertruiden- SSV Geer-truiden- W < 2006 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. berg berg: S Gilze Schutten, 198 Schutten: W ? < 1568 † 80-j.O.? onverm. onverm. onverm. (Gilze en Rijen) < 1568 > 199 Gilze Ambrosius (I) ? <1769 † > 1809 onverm. c.1769 onverm. ev 1769 wapen: <1809> onverm. ter ziele wapen: H + G 200 Gilze Vlijt en Vermaak: S H ±1860 † ±1930 onverm. onverm. onverm. onverm. 4 201 Gilze De Romeinen : S H 1897 (a) bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. 1, 3 202 Gilze Joris : S G 4.12.1932 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. 203 Gilze Ambrosius (II)2a: F H 1990 bestaand onverm. onverm. onverm. heropg. 1990 bestaand wapen: H + G 000 Gilze en Rijen, gemeente; zie: *Gilze *Hulten *Molenschot *Rijen 204 Gilze en Rijen Bat. Burgerwacht 8: W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. 205 Gilze en Rijen Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 206 Gilze en Rijen Burgermacht (II)8: W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 207 Gilze en Rijen Nationale Garde : W G 1806 † 1810 onverm. onverm. onverm. onverm. 208 Gilze en Rijen Landstorm8: W G 1814 † 1815 onverm. onverm onverm. onverm. 8 209 Gilze en Rijen Rustende Schutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 210 Gilze en Rijen Reserveschutterij8: W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm.

------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2109 27

Kol. Kolom Kolom Kol. Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Nr. Plaats Schutterij Wap. Ontstaan Ter ziele Volgens Volgens Volgens Volgens (m.v.v. of nog Jolles Iven VA JJB gemeente) bestaand 211 Gilze-Rijen De Batavieren H XIX † > 1934 vrij oud onverm. onverm. onverm. wapen: H 212 Gilze-Rijen Mussengilde G? < 1933 † > 1934 < 1933 > onverm. onverm. onverm.

000 Gilze-Rijen, SV Gilze-Rijen1: S zie: Dongen Ginneken <1825> Lauren- ev 1697 213 (Breda); Laurentius K > G < 1568 > 1825 onverm. tius? c. 1697 † wapen: G ook Bavel caerte: <1825> 22.2.1697 ter ziele wap.: K wapen: ook te K; G Bavel ook te Bavel 214 Ginneken Ambrosius (I) H? < 1695 † 1695 (f) onverm. onverm. onverm. onverm. Ambrosius (II): fusie 1695 (f) XVI? caerte: Ginneken; van bijengilden te 10.7.1695 215 H? caerte: † > 1809 onverm. wapen onverm. † > 1809 ook Bavel Ginneken en Bavel, 10.7.1695 onverm met schietactiviteiten wapen: . onverm. Ook te Bavel 216 Ginneken NN (schutterij) H 21.7.1753 kv XIXa (o) onverm. onverm. onverm. onverm. Valkenbroeders 217 Ginneken H kv XIXa † kn XIXa onverm. onverm. onverm. onverm. Nooit Gedacht (o) Willem III; lijfspreuk: 218 Ginneken H kv XIXa † > XIXa onverm. onverm. onverm. onverm. Vlijt en Volharding (o) 219 Ginneken ? Mussengilde ? ? ? onverm. onverm. onverm. onverm. 220 Ginneken Prins Hendrik4: S H 1852 (a?) bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. 221 Ginneken Vlijt en Volharding: S H < 1882 † > 1882 onverm. onverm. onverm. onverm. 222 Ginneken De Batavieren: S H < 1898 † > 1898 onverm. onverm. onverm. onverm. 223 Ginneken Wilhelmina: S H < 1910 † > 1910 onverm. onverm. onverm. onverm. Ginneken en 8 224 Nationale Garde : W G 1806 1810 onverm. onverm. onverm. onverm. Bavel Ginneken en 8 225 Landstorm : W G 1814 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. Bavel Ginneken en 8 226 Rustende Schutterij : W G 1816 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. Bavel Ginneken en 8 227 Reserveschutterij : W G 1907 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. Bavel Ginnekens Einde 228 Schutten: W ? < 1574 † 80-j.O. onverm. onverm. onverm. onverm. (Breda)

’s-Gravenmoer K? XV? ? ? NN: 1x?, 2x? 3x? 229 (Dongen) H? XV? ? onverm. onverm onverm. onverm. G? XVI? ? . 230 ’s-Gravenmoer Bat. Burgerwacht 8: W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. 231 ’s-Gravenmoer Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 232 ’s-Gravenmoer Burgermacht (II)8: W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 233 ’s-Gravenmoer Nationale Garde : W G 1806 1810 onverm. onverm. onverm. onverm. 234 ’s-Gravenmoer Landstorm8: W G 1814 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 235 ’s-Gravenmoer Rustende Schutterij : W G 1907 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 236 ’s-Gravenmoer Reserveschutterij8: W G 1907 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 237 ’s-Gravenmoer Tevredenheid4: S H 1865 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. 238 Groot-Zundert Joris: ? > F K lv 1560 ±1508? <1664> caerte: ev 1560 † 1940? * [<] 1560 (Zundert), ev 1560 ev 1560 ter ziele 1605, bevestigd c. 1685 ook kortweg: <1934> wapen: K bij caerte < 1825 > Zundert 7.12.1685 ter ziele wapen: K wapen: K ------Blz. 2110 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95

28

Kol. Kolom Kolom Kol. Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Nr. Plaats Schutterij Wap. Ontstaan Ter ziele Volgens Volgens Volgens Volgens (m.v.v. of nog Jolles Iven VA JJB gemeente) bestaand lv 1615 ev 1615 239 Groot-Zundert Sebastiaan: ? > F H † > 1825 < 1554? ter ziele onverm. ev 1615 c. 1615 * [<] 1615 < 1825 > † onverm. wapen: ? 1493: ew 1493 240 Groot-Zundert ? Nicolaas ? ruzie in † > 1493 onverm. onverm. onverm. †onverm. schuttershof wapen: ? 241 Groot-Zundert ? Jan ? 1511 † 1880? onverm. onverm. onverm. Jacob/Jan; ev 1511; [<]1511- < 1825 > † onverm. wapen: ? Willibrordus: lv 1643 * 1643 [<] 1643 caerte: ev 1643 alias ter ziele 29.5.1643 242 Groot-Zundert G ev 1643 † ±1925 † ±1925 c. 1643 Kloveniers: ? > F wapen: G wapen: wapen: K * [<] 1643 onverm < 1825 > . † onverm. wapen: K 243 Groot-Zundert Ursula: ? > F H 28.6.1663 † > 1825 onverm. < 1825 > caerte: ev 1663 wapen: 28.6.1663 c. 1663 onverm. wapen: H * [<]1663 < 1825> † onverm. wapen: H Ambrosius (I), * 1809 *1809 ev 1809 244 Groot-Zundert bijengilde met G 1809 † ±1925 † ±1925 ter ziele onverm. * 1809 schietactiviteiten: F wapen: G wapen: < 1825 > onverm. † onverm. wapen: ? Al Doende Leert 245 Groot-Zundert Men > Eikels H 8.5.1851 bestaand onverm onverm. onverm. onverm. Worden Eiken4: S 246 Groot-Zundert Juliana: S G? XXa † XXa jong onverm. onverm. onverm. 247 Groot-Zundert Ons Genoegen5, A: S K 1.3.1920 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. 248 Groot-Zundert ? Blasius ? 1930 † < 1983 onverm * 1930 onverm. onverm. 1 G > 249 Groot-Zundert Ambrosius (II) : F / S 1951 bestaand onverm onverm. onverm. onverm. P, G Gezellige 250 Groot-Zundert K < 2012 bestaand onverm onverm. onverm. onverm. Vrienden5, A: S 251 Groot-Zundert De Grensschutters: S W < 2012 bestaand onverm onverm. onverm. onverm. 252 Groot-Zundert Matchgroep Zundert: S V < 2012 bestaand onverm onverm. onverm. onverm. 000 Halderberge, gemeente sinds 1.1.1997; zie: *Bosschenhoofd *Hoeven *Nieuw Gastel *Oudenbosch *Oud en Nieuw Gastel *Oud Gastel *Stampersgat

------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2111

29

Kol. Kolom Kolom Kol. Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Nr. Plaats Schutterij Wap. Ontstaan Ter ziele Volgens Volgens Volgens Volgens (m.v.v. of nog Jolles Iven VA JJB gemeente) bestaand 253 Halsteren Martinus: ? > F K lv 1643 † > 1809 onverm. ter ziele Halsteren Halsteren (Bergen op Z.), caerte: ev 1643 vermoedelijk 24.4.1643 * [<] 1643 samen met wapen: K <1809> Lepelstraat wapen: K Halsteren, lv 1641 <1735> Halsteren Halsteren- 254 Sebastiaan: ? > F H † > 1934 ev 1643 samen met ev 1641 <1934> caerte: Lepelstraat Lepelstraat 15.1.1760 ev 1641 wapen: H * [<] 1641 c. 1760 <1809> †onverm. wapen: H 255 Halsteren Bat. Burgerwacht 8: W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. 256 Halsteren Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 257 Halsteren Burgermacht (II)8: W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 258 Halsteren Nationale Garde : W G 1806 † 1810 onverm. onverm. onverm. onverm. 259 Halsteren Landstorm8: W G 1814 † 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 260 Halsteren Rustende Schutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 261 Halsteren Reserveschutterij8: W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 262 Halsteren Excelsior6: S K 21.3.1921 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. Halsteren > Edel Tijdverdrijf (1971) 263 (ETV)1, B: S W kv (?) 1971 bestaand onverm onverm. onverm. onverm. Wouwse Plantage 264 Halsteren Scheldezicht1: S ? < 2012 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. Hank 000 géén schutterij - - - onverm onverm. onverm. onverm. (Werkendam) † Heeraarts- waarde 265 (Werkendam) schutterij? B? kv 1421? † 1421? onverm onverm. onverm. onverm. Zie verder: Hank

Heerle lv 1636 aan- en zilver ev 1636 266 (Roosendaal) Joris K ev / caerte: †kn (?)1849 verkoop uit XVII onverm. c. 1636 20.11.1636 zilver † 1849 *[<] 1636 wapen: K < 1825 > Vergelijk † onverm. Wouw wapen: ? 267 Heerle Barbara G < 1714 † > 1714 aan- en <1714> onverm. ev 1714 verkoop wapen: G < 1714 > zilver wapen: onverm. 268 Heerle Tevredenheid5: S H 1865 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. Vriendenkring 269 Heerle H 1869 < 1949 > onverm. onverm. onverm. onverm. Eendracht: S ≠ 707? 270 Heerle Zomervermaak: S H 1875 † ? onverm. onverm. onverm. onverm. 271 Heerle Ons Genoegen: S H 1880 † > 1929 onverm. onverm. onverm. onverm. Heijningen vóór en na ±1800: 000 - - - onverm. onverm. onverm. onverm. (Moerdijk) géén eigen schutterij † Hildernisse caerte: 272 Joris K < 1496 † 1570 onverm onverm. onverm. (Bergen op Z.) 1.6.1496 caerte: 6.5.1497 wapen: K Hoeven 1825 <±1662> onverm. (Halderberge) c. 1527 23.6.1527 c. 1528 wapen: K <1825> ter ziele wapen: K ------Blz. 2112 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95

30

Kol. Kolom Kolom Kol. Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Nr. Plaats Schutterij Wap. Ontstaan Ter ziele Volgens Volgens Volgens Volgens (m.v.v. of nog Jolles Iven VA JJB gemeente) bestaand lv 1614 ev 1614 274 Hoeven Sebastiaan: ? > F H † > 1825 onverm. ter ziele onverm. ev 1614 c. 1614 <1825> ter ziele wapen: ? lv 1644 caerte: ev 1644 275 Hoeven Hubertus: ? > F G? † > 1825 onverm. ter ziele ev 1644 17 okt. c.1769 1644 <1825> caerte: ter ziele 7.10.1769 wapen: wapen: onverm. onverm. Kolveniers 30.1.1669 onverm. 276 Hoeven Kolveniers: ? > F G † > 1809 onverm. onverm. ev 1669 c.1669 <1809> ter ziele wapen: onverm.! 277 Hoeven ? Ambrosius ? lv(?)1809 † > 1825 onverm. ter ziele onverm. ev 1809 ev 1809 <1825>- ter ziele wapen: ? 8 278 Hoeven Burgerwacht : W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 279 Hoeven Burgermacht (I) : W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 280 Hoeven Burgermacht (II) : W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 281 Hoeven Nationale Garde : W G 1806 † 1810 onverm. onverm. onverm. onverm. < 1825 ev 1825 282 Hoeven Willibrordus ? † > 1825 onverm. ter ziele onverm. ev 1825 <1825> ter ziele wapen: ? 283 Hoeven Germanitas: S H < 1898 † > 1898 onverm. onverm. onverm. onverm. 7 284 Hoeven Strijd in Vrede : S K 1961 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. ≠ 420? B 000 Hoeven, zie KBV Dorst : S; ook: Dorst ≠ 501? Hoeven en 8 285 Sint-Maartens- Landstorm : W G 1814 † 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. polder Hoeven en 8 286 Sint-Maartens- Rustende Schutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. polder Hoeven en 8 287 Sint-Maartens- Reserveschutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. polder Hooge en Lage 8 288 Zwaluwe Burgerwacht : W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. Hooge en Lage 8 289 Zwaluwe Burgermacht (I) : W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. Hooge en Lage 8 290 Zwaluwe Burgermacht (II) : W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. Hooge en Lage 8 291 Zwaluwe Nationale Garde : W G 1806 † 1810 onverm. onverm. onverm. onverm. Hooge en Lage 8 292 Zwaluwe Landstorm : W G 1814 † 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. Hooge en Lage 8 293 Zwaluwe Rustende Schutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. Hooge en Lage 8 294 Zwaluwe Reserveschutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm.

------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2113

31

Kol. Kolom Kolom Kol. Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Nr. Plaats Schutterij Wap. Ontstaan Ter ziele Volgens Volgens Volgens Volgens (m.v.v. of nog Jolles Iven VA JJB gemeente) bestaand Hoogerheide 2 F H bestaand bestaand (Woensdrecht) ev 1560 c. 1714 28.5.1560 c.1560 <1934 > c. 22.12. <1714> wapen: H 1714 bestaand wapen: H wapen: H 296 Hoogerheide Christoffel: ? > F G? 30.10.1764 † > 1809 onverm. onverm. caerte: ev 1774; 30.10. c.1764 1764 <1809> wapen: K ter ziele wapen: K 297 Hoogerheide FokkerB: S W < 2004 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. Hooge Zwaluwe 298 Willem Tell ≠ 615? ? ? bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. (Drimmelen) Huijbergen lv 1624 konings- 299 Sebastiaan: ? > F H † > 1855 ter ziele onverm. onverm. (Woensdrecht) ev 1624 platen 8 300 Huijbergen Bat. Burgerwacht : W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 301 Huijbergen Burgermacht (I) : W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 302 Huijbergen Burgermacht (II) : W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 303 Huijbergen Nationale Garde : W G 1806 † 1810 onverm. onverm. onverm. onverm. 304 Huijbergen Landstorm8: W G 1814 † 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 305 Huijbergen Rustende Schutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 306 Huijbergen Reserveschutterij8: W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 307 Hulten 1 G, P, Doublet : S 5.3.1973 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. (Gilze en Rijen) W 308 Hulten Joris V < 2012 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. 309 Kalsdonk Joris K 1955? onverm. ter ziele onverm. ev 1660 (Roosendaal) c. 1660 <1825> † onverm. wapen: ? 4 ev 1681 Willibrordus lv 1681 c. 1681 * 1581 Klein-Zundert caerte: 20 310 alias Kloveniers: G ev 1681 bestaand <1934> onverm. (Zundert) c. 1681 sept.1681 W > F caerte:. wapen: G bestaand 1681-h.; 20.8.1681 wapen: G Eendracht Maakt 311 Klein-Zundert K < 2012 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. Macht: S Klundert (Moerdijk), gepland dorp, 000 géén schutterij? - - - onverm. onverm. onverm. onverm. pas ±1580 STAD, ± t.p.v. † Niervaart 8 312 Klundert Burgerwacht : W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 313 Klundet Burgermacht (I) : W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 314 Klundert Burgermacht (II) : W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 315 Klundert Nationale Garde : W G 1806 † 1810 onverm. onverm. onverm. onverm. 316 Klundet Landstorm8: W G 1814 † 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 317 Klundert Rustende Schutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 318 Klundert Reserveschutterij8: W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 319 Klundert De Striene Schutters G < 2012 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. Koevering 000 géén schutterij onverm. onverm onverm. onverm. [= gehucht] (Steenbergen); zie ook: † Oud- Koevering (= † kerkdorp)

------Blz. 2114 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95 32

Kol. Kolom Kolom Kol. Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Nr. Plaats Schutterij Wap. Ontstaan Ter ziele Volgens Volgens Volgens Volgens (m.v.v. of nog Jolles Iven VA JJB gemeente) bestaand Kruisland 320 Landmans Genoegen: S H < 1929 † > 1929 onverm. onverm. onverm. onverm. (Steenbergen) 321 Lage Zwaluwe Soranus H < 1898 > 1898 onverm. onverm. onverm. onverm. (Drimmelen)

000 Lepelstraat (Bergen op Z.), Sebastiaan: ? > F zie: Halsteren 322 Lepelstraat ? Mussengilde ? XIX? ? onverm. ter ziele onverm onverm. 323 Leur Hubertus (I) G 3.5.1752 † > 1904 onverm. * 1752 onverm. ev 1752 (Gilze en Rijen) † <1930 c. 1752 †onverm. wapen: K 324 Leur Heilig Kruis ? 1757 † ? onverm. ev 1757 onverm. bron: ter ziele Iven wapen: onverm. 325 Leur ? Onze Lieve Vrouw ? ? † ? onverm. ter ziele onverm. onverm. 326 Leur Hubertus (II)2: F K 1980 bestaand onverm. 1980: onverm. heropg. herleefd 1980-h. bestaand wapen: K lv 1825 ev 1825; 327 Made Sebastiaan: ? > F H? † > 1825 onverm. ter ziele onverm. ev 1825 < 1825 > (Drimmelen) †onverm.; wapen: ? ev 1714 1714 als bestaand; bestaand ev 1809 328 Made Ambrosius: W G? bijengilde; schiet onverm onverm. < 1825 > e wapen: 1757: 1 niet meer onverm. wapen: ? schutters- activiteiten 329 Made Willem Tell6: S K 1870 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. 330 Made St.-Bernardus ? < 1898 † > 1898 onverm. onverm. onverm. onverm. Made en 8 331 Nationale Garde : W G 1806 † 1810 onverm. onverm. onverm. onverm. Drimmelen Made en 8 332 Landstorm : W G 1814 † 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. Drimmelen Made en 8 333 Rustende Schutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. Drimmelen Made en 8 334 Reserveschutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. Drimmelen 000 Moerdijk, gemeente; zie: *Fijnaart Heijningen *Klundert Moerdijk *Oudemolen *Standdaar- buiten *Willemstad (vh Ruigenhil) *Zevenbergen *Zevenberg- schen Hoek Moerdijk 000 géén schutterij - - - onverm.. onverm. onverm. onverm. (Moerdijk) † Moer- tot 1583 000 straten (I) - - - onverm.. onverm. onverm. onverm. géén schutterij? (Roosendaal) ------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2115

33

Kol. Kolom Kolom Kol. Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Nr. Plaats Schutterij Wap. Ontstaan Ter ziele Volgens Volgens Volgens Volgens (m.v.v. of nog Jolles Iven VA JJB gemeente) bestaand 1600 - 1800 000 Moerstraten (II) ± - - - onverm.. onverm. onverm. onverm. géén schutterij? een of meer Bataafse 335 Moerstraten onverm.. onverm. onverm. onverm. schutterijtypes? 336 Moerstraten Nationale Garde: W G 1803 1806 onverm.. onverm. onverm. onverm. 337 Moerstraten Geen Moed Verloren: S H XIX? † ? onverm.. onverm. onverm. onverm. Molenschot 1, 3 338 Anna : S G 1956 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. (Gilze en Rijen) † Muilkerk 339 schutterij? B XIVa † ? onverm. onverm. onverm. onverm. (Werkendam) † Munsterkerk 340 schutterij? B XIVa ? onverm. onverm. onverm. onverm. (Werkendam) † † Niervaart (Klundert), K? 341 in 1357 STAD ? NN: 1x?, 2x? H? kv 1420 † kn 1436 onverm. onverm. onverm. onverm. Zie verder Klundert Nieuw- Antonius 342 Borgvliet ? Antonius onverm.. ter ziele onverm. onverm. (Bergen op Z.) wapen: onverm. Nieuw- Drimmelen 000 (Drimmelen) géén schutterij - - - onverm. onverm. onverm. onverm. = Drimmelen (III) K? XV † Nieuw Gastel 343 NN: 1x?, 2x?, 3x? H? XV-XVI † 80-j.O.? onverm. onverm. onverm. (Halderberge) onverm. G? XVI † Nieuw- 1567 - ±1600 000 Vossemeer (I) - - - onverm. onverm. onverm. onverm. géén schutterij (Steenbergen) 000 Nieuw- ±1609 - ±1814 - - - onverm. onverm. onverm. onverm. Vossemeer (II) géén schutterij Nieuw- 8 344 Landstorm : W G 1814? † 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. Vossemeer Nieuw- 8 345 Rustende Schutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. Vossemeer Nieuw- 8 346 Reserveschutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. Vossemeer Nieuw- KBV Nieuw- 347 K < 2012 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. Vossemeer Vossemeer: S Nispen caerte: ev 1451 348 Joris: ? > F K 15.4.1451 † > 1825 < ±1562 > onverm. (Roosendaal) 15.4.1451 *[<]1451 wapen: K † > 1825 wapen: K 349 Nispen ? NN H XV-XVI? 1794? onverm. onverm. onverm. onverm. 360 Nispen, ev 1628 tezamen met Christoffel lv 1628 1628 caerte: c. 1628 alias G > K † > 1825 onverm. wapen: *[<]1628 buurtschappen ev 1628 6.4.1628 Cloveniers: W > F onverm. <1825> Borteldonk en Rietgoor †onverm. wapen: G > vanaf 1809 K

------Blz. 2116 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95

34

Kol. Kolom Kolom Kol. Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Nr. Plaats Schutterij Wap. Ontstaan Ter ziele Volgens Volgens Volgens Volgens (m.v.v. of nog Jolles Iven VA JJB gemeente) bestaand Nispen, zie: 000 Roosendaal en Nispen 361 Nispen Willem Tell: S H 1858 † > 1920 onverm. onverm. onverm. onverm. 362 Nispen Broederlijke ? < 1878 † > 1878 onverm. onverm. onverm. onverm. Eendragt: S Landmans Genoegen: S 363 Nispen H < 1890? † > 1940 onverm. onverm. onverm. onverm. ≠ 542? (Ons) Genoegen Zij 364 Nispen H < 1900 † > 1972 onverm. onverm. onverm. onverm. Ons Doel: S 365 Nispen Meeste Eenen H < 1908 † > 1908 onverm. onverm. onverm. onverm. Bouwmans 366 Nispen H < 1930 † > 1930 onverm. onverm. onverm. onverm. Eendracht: S 367 Nispen Grensschutters: S H < 1932 † > 1932 onverm. onverm. onverm. onverm. Onderlinge West- NN Brabantse Bond 368 K 1950 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. (geen zetelplaats?) (OWB), met 22 schutterijen Gildekring Baronie K 369 NN en Markiezaat (van H 1977 bestaand onverm. ? onverm. bestaand (geen zetelplaats?) de NBFS), met G vijftien schutterijen NN Kring Zundert (van 370 de NKB), met acht K 1950? bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. (geen zetelplaats?) schutterijen NN Kring OWB (van 371 de NKB), met zes K 1950? bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. (geen zetelplaats?) schutterijen NN Kring Baronie (van 372 de NKB), met vier K 1950? bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. (geen zetelplaats?) schutterijen NN Kring Roosendaal 373 (van de NKB), met K 1950? bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. (geen zetelplaats?) vier schutterijen NN Kring Zuidwest- 374 [Noord-]Brabant, (geen zetelplaats?) W < 2012 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. met vier schutterijen 375 Oosteimd Pro Patria1: S V <2012 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. (Oosterhout) 000 Oosterhout, gemeente; zie: *Dorst *Oosteind *Oosterhout Oosterhout lv 1565 376 (Oosterhout), Joris K † 80-j. O.? onverm. ter ziele onverm. onverm. ev 1565 in 1809 STAD lv 1594 ev 1594 377 Oosterhout Sebastiaan (I) H † 80-j. O.? onverm. ter ziele onverm. ev 1594 zie 338 Kloveniers, lv (?) 1682 378 Oosterhout G † > 1809 onverm. nog in onverm. onverm. Kolveniers: ? > F ev 1682 1809 XVI? schutters- ev 1336 379 Oosterhout Antonius G? activiteit: onverm. als ev 1336 onverm. onverm. † 80-j. O.? parochie- gilde

------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2117

35

Kol. Kolom Kolom Kol. Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Nr. Plaats Schutterij Wap. Ontstaan Ter ziele Volgens Volgens Volgens Volgens (m.v.v. of nog Jolles Iven VA JJB gemeente) bestaand 380 Oosterhout ? Ambrosius ? 30.4.1670 † > 1825 ordonn. ev 1670 caerte: ev 1670 ev 1670 1825: 30.4.1670 c. 1670 Gilde biegilde * 1670 van † > 1825 Beyen- wapen: ? lieden (her)opg.: 381 Oosterhout Den Standboog > H < 1737 bestaand < 1737 ter ziele onverm. St.-Sebastiaan (II)5 c. 1750 wapen: H 1737 caerte: 17.8.1750 wapen: ? 8 382 Oosterhout Bat. Burgerwacht : W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. 383 Oosterhout Burgermacht 8: W G 1797 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. 384 Oosterhout De Schutterij 8: W G 1803 † 1806 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 385 Oosterhout Nationale Garde : W G 1806 † 1810 onverm. onverm. onverm. onverm. 386 Oosterhout Landstorm8: W G 1814 † 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. 387 Oosterhout DD Schutterij8: W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 388 Oosterhout Reserveschutterij8: W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 389 Oosterhout Vlijt en Volharding: S H < 1888 † > 1920 onverm. onverm. onverm. onverm. 390 Oosterhout Pro Patria1: S V < 2003 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. 391 Oosterhout Doelbewust1: S V 2008? bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. Ossendrecht (Woensdrecht), 000 zie ook: † Oud- Ossendrecht 1560 * < 1608 caerte: ev 1660 392 Ossendrecht Sebastiaan H ± † > 1934 < 1773 > ev 1592 < 1934 > 30.1.1773 c. 1660 wapen: H wapen: H <1825> † onv. wapen: H 393 Ossendrecht ? Ambrosius 1762 † > 1825 onverm. 1762 onverm. ev 1825 * <1825 † >1825 wapen: ? 8 394 Ossendrecht Bat. Burgerwacht : G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. W 395 Ossendrecht Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 396 Ossendrecht Burgermacht (II)8: W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 397 Ossendrecht Nationale Garde : W G 1806 † 1810 onverm. onverm. onverm. onverm. 398 Ossendrecht Landstorm8: W G 1814 † 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 399 Ossendrecht Rustende Schutterij : G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. W 400 Ossendrecht Reserveschutterij8: W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 401 Ossendrecht Sebastiaan (II) H?, G? ±1933 † 1940? < 1934 > onverm. onverm. onverm. † Oud- lv 1540 † XVId c. 1540 ev 1540 402 Borgvliet (I) Sebastiaan: W H ev 1540 Zie ook onverm onverm wap.: H *[<] 1540 <1618> (Bergen op Z.) 059 †onverm. wapen: ? Oud- 000 Borgvliet (II), diverse schutterijen zie: Borgvliet

------Blz. 2118 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95

36

Kol. Kolom Kolom Kol. Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Nr. Plaats Schutterij Wap. Ontstaan Ter ziele Volgens Volgens Volgens Volgens (m.v.v. of nog Jolles Iven VA JJB gemeente) bestaand Oud- Drimmelen 000 (Drimmelen) géén schutterij - - - onverm. onverm. onverm. onverm. = Drimmelen (II) Oudemolen 6 403 Geen Moed Verloren : S K 21.2.1917 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. (Moerdijk) 404 Oudemolen De Kruisridders7: S K < 2003 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. Oudenbosch < 1476 ev 1476 405 Joris (I): W K † < 1698 onverm. onverm. onverm. (Halderberge) ev 1476 † <1698 wapen: ? heropg. in 1790 zie 364 2 H > < 1518 * < 1566 * 1530 ev 1518 406 Oudenbosch Sebastiaan (I) : W > F † XXd (f) onverm. H, K ev 1518 vogel uit ter ziele *[<] 1518 1614 bestaand wapen: wapen: H H > H, K 407 Oudenbosch Christoffel: ? > F G lv 1644 † > 1825 onverm. 1644 onverm. ev 1644 ev 1644 c. 1644 [<] 1644 <1825> wapen: ? 000 Oudenbosch ? Jacobus onverm. sine dato onverm. onverm. Joris (II), de Jonge: heropg. 408 Oudenbosch K? 1790 † > 1825 onverm. onverm. onverm. ? > F in 1790 † >1825 wapen: onverm. 8 409 Oudenbosch Bat.Burgerwacht : W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. 410 Oudenbosch Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 411 Oudenbosch Burgermacht (II)8: W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 412 Oudenbosch Nationale Garde : W G 1806 † 1810 onverm. onverm. onverm. onverm. 413 Oudenbosch Landstorm8: W G 1814 † 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 414 Oudenbosch Rustende Schutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 415 Oudenbosch Reserveschutterij8: W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 416 Oudenbosch ? Bijengilde ? XIX? XXa onverm. onverm. onverm. onverm. De Tevredenheid > 417 Oudenbosch Concordia Florebit(h)5: H 1870 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. S 418 Oudenbosch NN K < XXd † XXd (f) onverm. onverm. onverm. gefuseerd 419 Oudenbosch Sebastiaan (II) 2, 6: F H, K XXd (f) bestaand onverm. onverm. onverm. gefuseerd Strijd in Vrede: S 420 Oudenbosch K < 2012 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. ≠ 284? Oud en Nieuw 8 421 Bat. Burgerwacht : W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. Gastel Oud en Nieuw 8 422 Burgermacht (I) : W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. Gastel Oud en Nieuw 8 423 Burgermacht (II) : W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. Gastel Oud en Nieuw 8 424 Nationale Garde : W G 1806 † 1810 onverm. onverm. onverm. onverm. Gastel Oud en Nieuw 8: 425 Landstorm W G 1814 † 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. Gastel Oud en Nieuw 8 426 Rustende Schutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. Gastel

------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2119

37

Kol. Kolom Kolom Kol. Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Nr. Plaats Schutterij Wap. Ontstaan Ter ziele Volgens Volgens Volgens Volgens (m.v.v. of nog Jolles Iven VA JJB gemeente) bestaand Oud en 8 427 Reserveschutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. Nieuw Gastel Oud Gastel lv 1643 ev 1643 428 Joris K † 1896-1905 onverm. ter ziele onverm. (Halderberge) ev 1643 c. 1643 [<]1643- † > 1825 wapen: ? 429 Oud-Gastel Sebastiaan H lv 1609 † > 1825 onverm. ter ziele onverm. ev 1609 ev 1609 c. 1609 [<]1609- † > 1825 wapen: ? lv 1632 ev 1632 Oud-Gastel Christoffel: ? > F G † > 1829 onverm. onverm. onverm. ev 1632 c. 1632 [<]1632 † >1829 wapen:? 8 430 Oud Gastel Bat. Burgerwacht : W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. 431 Oud Gastel Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 432 Oud Gastel Burgermacht (II)8: W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. Eendracht Maakt 433 Oud Gastel H 1831-1834 † > 1910 onverm. onverm. onverm. onverm. Macht: S 434 Oud Gastel De Batavieren: S H < 1877 † > 1877 onverm. onverm. onverm. onverm. De Broederlijke 435 Oud Gastel K < 1877 † < 1905 onverm. onverm. onverm. onverm. Liefde: S 436 Oud Gastel Amicitia: S H < 1877 † 1958 onverm. onverm. onverm. onverm. De Broederlijke 437 Oud Gastel H < 1877 † > 1877 onverm. onverm. onverm. onverm. Eendracht (I): S De Broederlijke 438 Oud Gastel K < 1877 † < 1905 onverm. onverm. onverm. onverm. Eendracht (II): S 439 Oud Gastel Buitenlust (I): S H < 1877 † > 1877 onverm. onverm. onverm. onverm. 440 Oud Gastel Buitenlust (II): S K < 1877 † < 1905 onverm. onverm. onverm. onverm. 441 Oud Gastel De Drie Gebroeders: S K < 1877 † < 1905 onverm. onverm. onverm. onverm. 442 Oud Gastel De Heldenbroeders: S H < 1877 † > 1877 onverm. onverm. onverm. onverm. De Nederlandse 443 Oud Gastel K < 1877 † < 1905 onverm. onverm. onverm. onverm. Zouaven: F Oefening tot 444 Oud Gastel H < 1877 † > 1877 onverm. onverm. onverm. onverm. Weerbaarheid: W 445 Oud Gastel Vogelenzang: S K < 1877 † < 1905 onverm. onverm. onverm. onverm. 446 Oud Gastel) Willem III: S K < 1877 † < 1905 onverm. onverm. onverm. onverm. Willem Tell 447 Oud Gastel alias K < 1877 † 1956 onverm. onverm. onverm. onverm. Oude Doelen: S 448 Oud Gastel De Eendracht: S H <1887 † > 1887 onverm. onverm. onverm. onverm. 449 Oud Gastel Zeldenrust: S K <1887 † < 1905 onverm. onverm. onverm. onverm. 450 Oud Gastel Pas Buiten: S H <1898 † > 1898 onverm. onverm. onverm. onverm. 451 Oud Gastel Virtus in Medio: S H <1898 † > 1898 onverm. onverm. onverm. onverm. 452 Oud Gastel Geen Moed H <1905 † > 1905 onverm. onverm. onverm. onverm. Verloren (I): S 453 Oud Gastel Geen Moed K <1905 † > 1905 onverm. onverm. onverm. onverm. Verloren (II): S 454 Oud Gastel Een In Streven: S K <1905 † > 1905 onverm. onverm. onverm. onverm. 455 Oud Gastel Gastelse Wipclub: S H 1948 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. 456 Oud Gastel De Schansschutters: S ? < 1975 † < 1975 onverm. onverm. onverm. onverm. 457 Oud Gastel De TreffersB: S W < 2004 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. † Oud- 458 Koevering NN B XV † ±1450 onverm. onverm. onverm. onverm. (Steenbergen) ------Blz. 2120 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95 38

Kol. Kolom Kolom Kol. Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Nr. Plaats Schutterij Wap. Ontstaan Ter ziele Volgens Volgens Volgens Volgens (m.v.v. of nog Jolles Iven VA JJB gemeente) bestaand † Oud- NN K? XV Ossendrecht 459 (1x?, 2x?, 3x?) H? XV-XVI † ± 1570? onverm. onverm. onverm. onverm. (Woensdrecht) G? XVI † Oud-Zonzeel 460 ? NN B kv 1421 † 1421 onverm. onverm. onverm. onverm. (Drimmelen) 461 Plantage Wouwse plataatje: S H XIX-XX? † ? onverm. onverm. onverm. onverm. Centrum † Polre K? XV 462 (Bergen op Z.) ? NN: 1x?, 2x?, 3x? H? XV-XVI † 1570 onverm. onverm. onverm. onverm. G? XVI Princenhage Martinus Maar- ev 1659 (Breda) alias lv 1568 ten (?) c. 1659 463 K † > 1825 onverm. onverm. Schutten: ? > F ev 1574 caerte: * [<]1659 25.8.1659 <1825> wapen: K † onverm. wapen: K

Sebastiaan lv 1568 ev 1707 alias (?) H onverm. onverm. onverm. c. 1707 464 Princenhage ev 1574? † > 1825 Schutten: ? > F * [<]1707 <1825> † onverm. wapen: ?

Hubertus kv 1568? ev 1755 alias (?) G? onverm. ter ziele onverm. c. 1755 465 Princenhage ev 1574? † > 1825 Schutten: W * [<]1755 <1825> wapen: ? 466 Princenhage ? Ambrosius 10.10.169 † > 1825 onverm. 1695 onverm. ev 1695 5 c. 1695 * [<]1695 <1825> † onverm. wapen: ? 000 Princenhage ? Jacobus onverm. sine dato: onverm. onverm. ‘Jacops- velleken’ 8 467 Princenhage Bat. Burgerwacht : W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. 468 Princenhage Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 469 Princenhage Burgermacht (II)8: W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 470 Princenhage Nationale Garde : W G 1806 † 1810 onverm. onverm. onverm. onverm. 471 Princenhage Landstorm8: W G 1814 † 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. 472 Princenhage Rustende Schutterij8: W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 473 Princenhage Reserve-schutterij8: W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 474 Princenhage Geen Moed Verloren: S H < 1833 † > 1883 onverm. onverm. onverm. onverm. 475 Princenhage Semper Unitas: S H < 1881 † > 1882 onverm. onverm. onverm. onverm. 476 Princenhage Amicitia H < 1891 † > 1891 onverm. onverm. onverm. onverm. 477 Princenhage Mussen- en G? XIX ? schieten: schieten: onverm. onverm. onverm. mollengilde † lv 1934 † lv 1934 Prinsenbeek, vóór 1847 - 000 ook: Beek geen schutterij - - onverm. onverm. onverm. onverm. (Breda) 478 Prinsenbeek Sebastiaan4: F / S H 1.1.1847 bestaand 1.1.1847 ter ziele onverm. 1.1.1847 < 1934 > wapen: H wapen: H Putte caerte: ev 1716 479 Ambrosius: ? > F K < (?) 1716 † > 1825 onverm. < 1704 (Woensdrecht) 3.12.1716 c. 1716

Betreft voornamelijk wapen: K <1825> Belgisch Putte? † onv. wapen: K ------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2121 39

Kol. Kolom Kolom Kol. Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Nr. Plaats Schutterij Wap. Ontstaan Ter ziele Volgens Volgens Volgens Volgens (m.v.v. of nog Jolles Iven VA JJB gemeente) bestaand 480 Putte Kloveniers G 1716? † > 1716 onverm. ev 1716 onverm. onverm. wap.: G Betreft voornamelijk Belgisch Putte? 481 Putte Sebastiaan: ? > F H 1809 onverm. onverm. caerte: ev 1771 mei 1771 c. 1771 wapen: H *[<]1771 Betreft voornamelijk † > 1809 Belgisch Putte? wapen: H Situatie 1795-1813 en 1813-1830/1839 000 Putte mij vooralsnog onverm. onverm. onverm. onverm. onduidelijk. Betreft voornamelijk Belgisch Putte? 8 482 Putte Rustende Schutterij : W G 1839 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 483 Putte Reserveschutterij : W G 1839 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 484 Raamsdonk 1743? Bamis- (Geertruiden- Bavo (I): F? ? 1ste koning † ±1800 onverm. gilde onverm. onverm. berg) ter ziele 8 485 Raamsdonk Bat. Burgerwacht : W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. 486 Raamsdonk Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 487 Raamsdonk Burgermacht (II)8: W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm.

488 Raamsdonk Nationale Garde 6: W G 1806 1810 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 489 Raamsdonk Landstorm : W G 1814 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 490 Raamsdonk Rustende Schutterij : W G 1816 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 491 Raamsdonk Reserveschutterij : W G 1816 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 492 Raamsdonk Bavo (II): F G 1842 † ±1910 onverm. onverm. onverm. ev 1842 * 1842 † onverm. wapen: H 2 493 Raamsdonk Bavo (III) : F H 1.10.1987 bestaand onverm. onverm. onverm. heropg. 1986 bestaand wapen: H

000 Rietgoor Christoffel (Roosendaal), alias zie: Nispen Cloveniers: W > F Rijen K? XV ? 494 (Gilze en Rijen) ? NN: 1x?, 2x?, 3x? H? XV-XVI ? onverm. onverm. onverm. onverm. G? XVI ? 495 Rijen Concordia: S H 1863 † > 1898 onverm. onverm. onverm. onverm. 496 Rijen Hubertus: S G 29.7.1863 bestaand 29.7.1863 onverm. onverm. onverm. 5 497 Rijen De Vriendenkring : S H 1899 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. 498 Rijen Prins Hendrik: S G < 1920 1962 n.b. onverm. onverm. onverm. onverm. 499 Rijen Prinses Juliana: S ? ? ? onverm. onverm. onverm. onverm. 500 Rijen De Vlieghei: S H 1968 † 1989 (f) onverm. onverm. onverm. onverm. KBV DorstB: S; 501 Rijen K < 2012 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. ≠ 141? 502 Rijsbergen Joris2: W > F K lv 1574 bestaand < 1574 < 1550 caerte: ev 1707 (Zundert) ev 1574 ev 1574 bestaand 10.6.1707 *[<] 1707 < 1934 > wapen: bestaand wapen: K K wapen: K 2? lv 1574 lv(?) 1616 caerte: ev 1616 503 Rijsbergen Sebastiaan : W > F H † 1980 bestaand ev 1574? < 1934 > 19/12.1616 *[<].1616 wapen: H < 1809 > †onverm. wapen: H

------Blz. 2122 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95

40

Kol. Kolom Kolom Kol. Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Nr. Plaats Schutterij Wap. Ontstaan Ter ziele Volgens Volgens Volgens Volgens (m.v.v. of nog Jolles Iven VA JJB gemeente) bestaand lv 1634 504 Rijsbergen Bavo 2: W > F G bestaand * 1699 ev 1699 caerte: ev 1699 ev 1634 < 1934 > c. 1699 2.6.1699 c. 1699 wapen: G bestaand wap.: K *[<] 1699 wap.: G bestaand wapen: G 8 505 Rijsbergen Bat. Burgerwacht : W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. 506 Rijsbergen Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 507 Rijsbergen Burgermacht (II)8: W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 508 Rijsbergen Nationale Garde : W G 1806 1810 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 509 Rijsbergen Landstorm : W G 1814 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 510 Rijsbergen Rustende Schutterij : W G 1816 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 511 Rijsbergen Reserveschutterij : W G 1816 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. Gezelligheid kent 512 Rijsbergen geen tijd > W 1931 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. Willibrordus: S Zelden Rust 513 Rijsbergen H <1984 < 1984 > onverm. onverm. onverm. onverm. St.-Joseph: S 5 514 Rijsbergen Hubertus : S K < 2004 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm.

000 Roosendaal, gemeente; zie: *Borteldonk *Heerle *Kalsdonk *Nispen *Plantage Centrum *Rietgoor *Roosendaal *Vroenhout *Wouw *Wouwse Hil *Wouwse Plantage *Zoomvliet Roosendaal, lv 1688 caerte: ev 1688 515 Joris: ? > F K † > 1825 onverm. ter ziele 1809 STAD ev 1688 17.6.1688 c.1688 (Roosendaal) caerte: *[<] 1688 1.3.1720 <1825> wapen: k wapen: K 516 Roosendaal Sebastiaan (I): ? > F H 27.5.155 † > 1825 onverm. ter ziele caerte: ev 1550 0 27.5.1550 c. 1550 wapen: < 1825 > H wapen: H 517 Roosendaal Kloveniers / G lv 1611 † < 1794? onverm. ev 1611 caerte: ev 1611 Kolveniers: W? ev 1611 wapen: G 2.7.1611 c. 1611 wapen: G *[<] 1611 ter ziele wapen: K 518 Roosendaal ? Ambrosius ev 1660? † > 1825 onverm. ev 1660 onverm. ev 1710 alias c. 1710? c. 1713 c. 1710 Beyengild <1825> [beyen = bijen] wapen: ? Jan Baptist caerte: ev 1770 519 Roosendaal alias K 9.6.1770 † > 1825 onverm. ter ziele 9.6.1770 c. 1770 Voetboog: ? > F wapen: K <1825> wapen: K 520 Roosendaal Oude Doelen4: S H 1778 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. 8 521 Roosendaal Bat. Burgerwacht : W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm.

------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2123

41

Kol. Kolom Kolom Kol. Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Nr. Plaats Schutterij Wap. Ontstaan Ter ziele Volgens Volgens Volgens Volgens (m.v.v. of nog Jolles Iven VA JJB gemeente) bestaand 522 Roosendaal Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 523 Roosendaal Burgermacht (II)8: W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. 524 Roosendaal Garde Nationale8: W G 1806 † 1810 onverm. onverm. onverm. onverm. 525 Roosendaal Landstorm8: W G 1814 † 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. 526 Roosendaal DD. Schutterij8: W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 527 Roosendaal Reserveschutterij8: W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 528 Roosendaal Amicitia: S H 1.5.1824 † > 1934 1.5.1824 onverm. onverm. ev 1824 zilver: c. 1930 1850-1872 †onverm. < 1934 > wapen: H wapen: H 529 Roosendaal L’Amitié Réunie: S H 1851 † > 1909 onverm. onverm. onverm. onverm. 530 Roosendaal Pas Buiten: S H 1867 † > 1909 onverm. onverm. onverm. onverm. 531 Roosendaal Concordia Felix ? < 1872 † > 1872 onverm. onverm. onverm. onverm. Bouwmans 532 Roosendaal H < 1890 † > 1890 onverm. onverm. onverm. onverm. Genoegen: S 533 Roosendaal Les Amis Réunis: S H < 1892 † > 1892 onverm. onverm. onverm. onverm. 534 Roosendaal Buitenlust: S H < 1892 † > 1892 onverm. onverm onverm. onverm. 535 Roosendaal De Jonge Batavieren: S H XIX? † ? onverm. onverm onverm. onverm. 536 Roosendaal Alpenjagers5: S K 1919 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. 537 Roosendaal L’Amitié Unie: S H 1851 < 1951 > onverm. onverm. onverm. onverm. 538 Roosendaal Nieuwe Doelen: S H < 1930 (a?) † ? onverm. onverm. onverm. onverm. Graaf Engelbrecht 539 Roosendaal G, P 1986 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. van Nassau1: S 540 Roosendaal De Dalton: S V? 1988 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. 541 Roosendaal Sebastiaan (II): S H < 2003 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. Landmans Genoegen: S 542 Roosendaal H < 2012 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. ≠ 363? 543 Roosendaal De RoosB: S W < 2012 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. 544 Roosendaal Sebastiaan (II): S H < 2012 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. 545 Roosendaal De Treffers: S W < 2012 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. 000 Rucphen, gemeente; zie: *Rucphen *Schijf *Sprundel *Sint- Willebrord *Vorenseinde *Zegge 546 Rucphen ? NN K XV-XVI 80j. O.? onverm. onverm. onverm. onverm. (Rucphen) lv 1614 c. 1614 547 Rucphen Sebastiaan: ? > F H † > 1825 onverm. ter ziele onverm. ev 1614 [?<]1614 < 1825 > †onverm. wapen: H lv 1644 c. 1644 548 Rucphen Christoffel: ? > F G † > 1825 onverm. 1644 onverm. ev 1644 [?<]1644 < 1825 > † onverm. wapen: G 549 Rucphen Ambrosius ? < 1825 † > 1825 onverm. ter ziele onverm. [?<]1825 <1825- †onverm. wapen: ? 000 Rucphen ? Antonius - - - onverm. sine dato onverm. onverm.

------Blz. 2124 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95

42

Kol. Kolom Kolom Kol. Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Nr. Plaats Schutterij Wap. Ontstaan Ter ziele Volgens Volgens Volgens Volgens (m.v.v. of nog Jolles Iven VA JJB gemeente) bestaand 550 Rucphen Jan Baptist K < 1825 † > 1825 onverm. onverm onverm. * <1825 . <1825 > †onverm. wapen: K 8 551 Rucphen Bat. Burgerwacht : W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. 552 Rucphen Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 553 Rucphen Burgermacht (II)8: W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 554 Rucphen Nationale Garde : W G 1806 † 1810 onverm. onverm onverm. onverm. 4 555 Rucphen Geest des Tijds : S H 1860 bestaand onverm. onverm onverm. onverm. (lokaal: Raadhuisstr.49) Rucphen, 000 zie: Sint- Koningsschutters Willebrord 556 Rucphen Tiro1: S V? < 2012 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. Rucphen en 8 557 Landstorm : W G 1814 † 1815 onverm. onverm onverm. onverm. Vorenseinde Rucphen en 8 558 Rustende Schutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm onverm. onverm. Vorenseinde Rucphen en 8 559 Reserveschutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm onverm. onverm. Vorenseinde Ruigenhil, (Moerdijk), gepland dorp (1565), sinds 1565-1584: 000 - - - onverm. onverm onverm. onverm. 1584 Willem- géén schutterij? . stad geheten; zie verder Willemstad * < 1809 560 Schijf Antonius (Abt) G < 1809 † > 1825 onverm. onverm onverm. (Rucphen) < 1825 > †onverm. wapen: G 561 Schijf Nooit Volleerd4: S H 1954 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. 562 Schijf De Grensschutters: S G okt. 1968 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. All Inn Traditional 563 Schijf H < 2012 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. Bowhunting Team: S Sint-Maartens- polder 000 (Halderberge), zie Hoeven en Sint-Maartens- polder Sint- Willebrord 564 Koningsschutters: S V+W 1989 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. (Rucphen) > Rucphen 565 Sint- Geest des Tijds H < 2012 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. Willebrord (locatie: Kievistr. 5) Sint- 566 Monte Carlo D < 2012 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. Willebrord Sint- 567 S.K.O. ? < 2012 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. Willebrord Sleeuwijk 000 géén schutterij? onverm. onverm. onverm. onverm. (Werkendam)

------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2125

43

Kol. Kolom Kolom Kol. Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Nr. Plaats Schutterij Wap. Ontstaan Ter ziele Volgens Volgens Volgens Volgens (m.v.v. of nog Jolles Iven VA JJB gemeente) bestaand 568 Sprundel XVII? Er zou (Rucphen), lv 1618 bestaand caerte: ev 1618 Jan [Baptist = de 1619-1788: volgens de * <1550 samen (?) met K ev 1618 * [<] 1618 Vorenseinde Doper] niets bekend over- bestaand 19.3.1618 levering wapen: K bestaand (zie ook aldaar) tevens ’n wapen: K St.-Joris geweest zijn; zie ook 517 569 Sprundel ? Sebastiaan H XV / XVI † ? Volgens de onverm. onverm. onverm. over- levering:. handboog- gilde St.- Joris; zie ook 516 Christoforus XVI? XVI 570 Sprundel G < 1568 † ? onverm. onverm. [= Christoffel] wapen: G wapen: H

< 1586 in 1586 als parochie- nog 571 Sprundel Anna ? gilde vanaf † > XVIIIB ter ziele onverm. onverm. XVIIB ook parochie- schieten gilde 572 Sprundel ? Ambrosius ? c. 1762 † > 1815 onverm. c. 1762 onverm. onverm. 573 Sprundel Josef H < 2012 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. Stampersgat 574 Vrede Onder Ons H <1901 > 1905 onverm. onverm. onverm. onverm. (Halderberge) † Standdaar- lv 1644 caerte: ev 1644 575 buiten Christoffel K (!) † > 1825 onverm. 1644 1.5.1644 c. 1644 ev 1644 (Moerdijk) caerte: *[<] 1644 28/5 1762 <1825> wapen: K † onv. wapen: K 576 Standdaar- 8 Bat.Burgerwacht : W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. buiten 577 Standdaar- 8 Burgermacht (I) : W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. buiten 578 Standdaar- 8 Burgermacht (II) : W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. buiten Standdaar- 8 579 Nationale Garde : W G 1806 † 1810 onverm onverm onverm onverm. buiten Standdaar- 8 580 Landstorm : W G 1814 † 1815 onverm. onverm onverm onverm. buiten Standdaar- 8 581 Rustende Schutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm onverm onverm. buiten Standdaar- 8 582 Reserveschutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm onverm onverm. buiten Standdaar- Nederland en 583 H < 1928 > 1929 onverm. onverm onverm onverm. buiten Oranje: S 000 Steenbergen, gemeente; zie: Koevering *Kruisland *Oud- Koevering *Steenbergen

------Blz. 2126 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95

44

Kol. Kolom Kolom Kol. Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Nr. Plaats Schutterij Wap. Ontstaan Ter ziele Volgens Volgens Volgens Volgens (m.v.v. of nog Jolles Iven VA JJB gemeente) bestaand 584 Steenbergen, caerte: ev 1655 lv 1655 18 ±1341 STAD Joris K ev 1655 † > 1825 onverm. ter ziele /6 1655 c. 1655 (Steenbergen) wapen: K * [<]1655 <1825> † onv. wapen: K 585 Steenbergen ? NN H XV-XVI? † 80-j. O.? onverm. onverm onverm. onverm. 586 Steenbergen ? NN G XVI? † 80-j. O.? onverm. onverm onverm. onverm.

? Ambrosius in 1825: ev 1825 587 Steenbergen alias < 1825 † > 1825 onverm. zie onverm. * < 1825 Kerkelijk Gild van kolom 3 † >1825 Ambrosius (1825) wapen: ? 588 Steenbergen Bat.Burgerwacht8: W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. 589 Steenbergen Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 590 Steenbergen Burgermacht (II)8: W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. 591 Steenbergen Nationale Garde8: W G 1806 † 1810 onverm. onverm onverm. onverm. 592 Steenbergen Landstorm8: W G 1814 † 1815 onverm. onverm onverm. onverm. 593 Steenbergen Rustende Schutterij8: W G 1816 † 1907 onverm. onverm onverm. onverm. 594 Steenbergen Reserveschutterij8: W G 1816 † 1907 onverm. onverm onverm. onverm. 595 Steenbergen Spartanen: S H < 1892 † > 1892 onverm. onverm onverm. onverm. 000 Strijbeek géén schutterij? onverm. onverm onverm onverm. (Alph.-Chaam) Antonius Abt1, 3 <1574? * zeer

onduidelijk Terheijden alias op vaan: 1551 596 Broederschap of G lv 1574 bestaand ‘1558’ onverm. ev 1551 (Drimmelen) bestaand Gilde van Kloveniers: bestaand c. 1650 ? > F wapen: G bestaand wapen: G 597 Terheijden Ambrosius ? 1708? † > 1825 zilver? of c. 1708 onverm. * <1809 c. 1708? van nr. † > 1825 596? wapen: ? 598 Terheijden Bat.Burgerwacht8: W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. 599 Terheijden Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 601 Terheijden Burgermacht (II)8: W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. 602 Terheijden Nationale Garde8: W G 1806 † 1810 onverm. onverm onverm. onverm. 603 Terheijden Landstorm8: W G 1814 † 1815 onverm. onverm onverm. onverm. 604 Terheijden Rustende Schutterij8: W G 1816 † 1907 onverm. onverm onverm. onverm. 605 Terheijden Reserveschutterij8: W G 1816 † 1907 onverm. onverm onverm. onverm. H > HBV Terheijden > H, K, 606 Terheijden 1, 5 6.6.1947 bestaand onverm. onverm onverm. onverm. Willem Tell : S; G, P, . ≠ 298? W * 1717 Teteringen 1717 * 1717 1717 607 Ambrosius1, 3: F G c. 1717 in bestaand bestaand onverm. 1717-h. (Breda) bestaand kopie 1730 wapen: G wapen: G 608 Teteringen Bat.Burgerwacht8: W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. 609 Teteringen Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 610 Teteringen Burgermacht (II)8: W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. 612 Teteringen Nationale Garde8: W G 1806 † 1810 onverm. onverm onverm. onverm. 613 Teteringen Landstorm8: W G 1814 † 1815 onverm. onverm onverm. onverm. 614 Teteringen Rustende Schutterij8: W G 1816 † 1907 onverm.. onverm onverm. onverm. 615 Teteringen Reserveschutterij8: W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 616 Teteringen Willibrordus1, 3: F G < 2004 bestaand onverm. onverm onverm. onverm.

------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2127

45

Kol. Kolom Kolom Kol. Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Nr. Plaats Schutterij Wap. Ontstaan Ter ziele Volgens Volgens Volgens Volgens of nog Jolles Iven VA JJB bestaand 000 Ulicoten géén schutterij - - - onverm. onverm onverm. onverm. (Baarle-Nassau) 617 Ulvenhout De Bosrand7: S G < 1934 schutterij onverm. onverm. onverm. (Alph.-Chaam) † < ±1979 618 Ulvenhout ? Ambrosius ? XVI? † > XVI? onverm. XVI? onverm. onverm. (Breda) Eendragt Maeckt 619 Ulvenhout H ±1795 † XIXa? onverm. onverm. onverm. onverm. Maght: S 620 Ulvenhout Alliance d’Amitié4: S H juni 1851 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. 621 Ulvenhout Willem Tell6: S K 1922 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. Voorenseinde ev 1653 622 Christoffel G c. 1653 † > 1809 onverm. c. 1653 onverm. (Rucphen) c. 1653 < 1809 > wapen: ? Vrijhoeve- Vóór de Franse Tijd onverm. onverm onverm. onverm. 000 Capelle géén schutterij - - - (Waalwijk) Vrijhoeve- 8 623 Bat.Burgerwacht : W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. Capelle 624 Vrijhoeve- Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. Capelle 625 Vrijhoeve- Burgermacht (II)8: W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. Capelle Vrijhoeve- 8 626 Nationale Garde : W G 1806 † 1810 onverm onverm. onverm. onverm. Capelle Vrijhoeve- 8 627 Landstorm : W G 1814 † 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. Capelle Vrijhoeve- 8 628 Rustende Schutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. Capelle Vrijhoeve- 8 629 Reserveschutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. Capelle Vroenhout ev 1809 630 Joris K < 1809 † > 1825 onverm ter ziele onverm. (Roosendaal) * < 1809 † > 1825 wapen: K 631 Vroenhout De Eendracht H 1871 † > onverm. onverm. onverm. onverm. Wagenberg 632 De Waag ? < 2012 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. (Drimmelen) † Waspik 000 (Waalwijk) géén schutterij? - - - onverm. onverm onverm. onverm. = Waspik (I) K? XV? ? 633 Waspik (II) ? NN: 1x?, 2x?, 3x? H? XV? ? onverm. onverm onverm. onverm. G? XVI? ? 634 Waspik Bat.Burgerwacht8: W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. 635 Waspik Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 636 Waspik Burgermacht (II)8: W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 637 Waspik Nationale Garde : W G 1806 † 1810 onverm. onverm. onverm. onverm. 638 Waspik Landstorm8: W G 1814 † 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. 639 Waspik Rustende Schutterij8: W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 640 Waspik Reserveschutterij8: W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 641 Waspik Unanimitas H 1886 † > 1914 onverm. onverm. onverm. onverm. 642 Waspik Eensgezindheid H 1938 † 1967 onverm. onverm. onverm. onverm. 643 Waspik Hercules H 1968 † 2010 onverm. onverm. onverm. onverm. 000 De Werken Vóór en na 1794 onverm. onverm. onverm. onverm. (Werkendam) géén schutterij?

------Blz. 2128 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95

46

Kol. Kolom Kolom Kol. Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Nr. Plaats Schutterij Wap. Ontstaan Ter ziele Volgens Volgens Volgens Volgens of nog Jolles Iven VA JJB bestaand 000 Werkendam, gemeente; zie: Dussen Hank *?Heeraarts- waarde Muilkerk Munsterkerk Sleeuwijk De Werken *Werkendam Werkendam K? XV? ? 644 (Werkendam) ? NN: 1x?, 2x?, 3x? H? XV-XVI? ? onverm. onverm. onverm. onverm. G? XVI? ? 645 Werkendam Bat.Burgerwacht8: W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. 646 Werkendam Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 647 Werkendam Burgermacht (II)8: W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 648 Werkendam Nationale Garde : W G 1806 † 1810 onverm. onverm. onverm. onverm. 649 Werkendam Landstorm8: W G 1814 † 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 650 Werkendam Rustende Schutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 651 Werkendam Reserveschutterij8: W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. V, W, onverm. onverm. onverm. 652 Werkendam SSV Werkendam B, L 1977 bestaand onverm. 653 De Werken 8: Landstorm W G 1814 † 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. en Sleeuwijk 654 De Werken 8 Rustende Schutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. en Sleeuwijk 655 De Werken 8 Reserveschutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. en Sleeuwijk 656 Wernhout ? NN (1x?, 2x?) K? XV-XVI? † 80-j.O.? onverm. onverm. onverm. onverm. (Zundert) H? 2 657 Wernhout Jan [de Doper] : G lv 1662 bestaand ordonn.: 1662 onverm. ev 1662 ? > F ev 1662 16.8.1662 c. 1662 heropg. * [<]1662 24 juni <1809> 1881 † onv. windbuks wapen: G heropg. 1881 658 Wernhout Vincent G, P, 1982 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. van Gogh1, 5, A: S W, K Strijd Is Ons Streven 659 Wernhout W < 2012 bestaand onverm onverm. onverm. onverm. (SIOS): S Zeldzaam Maar 660 Wernhout K < 2012 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. Zeker5, A: S Willemstad schutterijloos (Moerdijk), de tot aan eind 19 000 voorheen dorp - - - onverm. onverm. onverm. onverm. Ruigenhil, eeuw?; 1586 STAD zie ook Ruigenhil 661 Willemstad Bat.Burgerwacht8: W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. 662 Willemstad Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 663 Willemstad Burgermacht (II)8: W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. 664 Willemstad Nationale Garde8: W G 1806 † 1810 onverm. onverm. onverm. onverm. 665 Willemstad Landstorm8: W G 1814 † 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 666 Willemstad Rustende Schutterij : W G 1816 † 1907 onverm.. onverm. onverm. onverm. 667 Willemstad Reserveschutterij8: W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm.

------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2129

47

Kol. Kolom Kolom Kol. Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Nr. Plaats Schutterij Wap. Ontstaan Ter ziele Volgens Volgens Volgens Volgens of nog Jolles Iven VA JJB bestaand 668 Willemstad Vrijheid: G 1950 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. 669 Willemstad Prins Maurits W 15.5.1957 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. 000 Woensdrecht, gemeente; zie: *Hoogerheide *Huijbergen *Ossendrecht *?Oud- Ossendrecht *Putte *Woensdrecht 670 Woensdrecht ? NN K XV? onverm. onverm. onverm. onverm. (Woensdrecht) † ? 1714 W > F caerte: ev 1714 671 Woensdrecht Sebastiaan: W > F H † > 1821 zilver ev 1714 † >1821 22/12 1714 c. 1714 wapen: H wapen: H † > 1809 wapen: ? 8 672 Woensdrecht Bat.Burgerwacht : W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. 673 Woensdrecht Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 674 Woensdrecht Burgermacht (II)8: W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 675 Woensdrecht Nationale Garde : W G 1806 † 1810 onverm. onverm. onverm. onverm. 676 Woensdrecht Landstorm8: W G 1814 † 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 677 Woensdrecht Rustende Schutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 678 Woensdrecht Reserveschutterij8: W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. ev 1636 Wouw lv 1636 679 Joris: ? > F K ev / caerte: † > 1825 onverm. ter ziele onverm. c. 1636 (Roosendaal) * [<]1636 22.11.1636 Vergelijk † 1825 wapen: K Heerle < ? 1528 caerte: ev 1528 680 Wouw Sebastiaan: ? > F H † > 1825 onverm. ter ziele ev 1528 XVI c. 1528 / (1528?) XVI wapen: H † 1825 wapen: H 681 Wouw Christoffel: ? > F G 1825 onverm. 1660 onverm. ev 1660 ev 1660 c. 1660 * [<]1660 † >1825 wapen: K 1714 ev 1714 682 Wouw Onze-Lieve-Vrouw ? † > 1825 onverm. ter ziele onverm. ev 1714 c. 1774 * [<]1714 † <1825 wapen: ? 1778 ev 1778; 683 Wouw Ambrosius G † > 1825 onverm. ter ziele onverm. ev 1778 c. 1778 * [<]1778 <1825> † onv. wapen: G 684 Wouw Bat.Burgerwacht8: W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. 685 Wouw Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 686 Wouw Burgermacht (II)8: W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 687 Wouw Nationale Garde : W G 1806 † 1810 onverm. onverm. onverm. onverm. 688 Wouw Landstorm8: W G 1814 † 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 689 Wouw Rustende Schutterij : W G 1816 † 1907 onverm. onverm.. onverm. onverm. 690 Wouw Reserveschutterij8: W G 1816 † 1907 onverm. onverm. onverm. onverm.

------Blz. 2130 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95

48

Kol. Kolom Kolom Kol. Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Nr. Plaats Schutterij Wap. Ontstaan Ter ziele Volgens Volgens Volgens Volgens of nog Jolles Iven VA JJB bestaand L ‘Union Fait La de Unie 691 Wouw Force (I) alias H 1851 † > 1952 kaart: onverm. onverm. onverm. De Unie4: S 18.5.1851 < 1934 > L ‘Union Fait La 692 Wouw Force (II) H 1890 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. alias L.U.F.F.4: S 693 Wouw, zie: Eendracht Maakt Wouwse Pl. Macht (EMM)4: S 694 Wouw Donkenhof: S H < 2012 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. ≠ 055? 695 Wouw? Camillus de lellus H XIX? † ? onverm. onverm. onverm. onverm. Vooruit Zonder 696 Wouw? H XIX? † ? onverm. onverm. onverm. onverm. Vrees Nederlands 697 Wouwse Hil H 1894 † ? onverm. onverm. onverm. onverm. (Roosendaal), Welvaren: S Wouwse Hil Eendracht Maakt 000 4 zie: Wouwse Pl. Macht (EMM) : S Wouwse Plantage 1878 (af- (Roosendaal) Eendracht Maakt 698 4 H splitsing bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. > Wouwse Hil Macht (EMM) : S van 691?) > (statutair) Wouw Wouwse 699 Geen Moed H XIX? † ? onverm. onverm. onverm. onverm. Plantage Verloren Wouwse Vriendenkring 700 Eendracht: S H XIX? † ? onverm. onverm. onverm. onverm. Plantage ≠ 269? Wouwse 1, B Edel Tijdverdrijf : 000 Plantage. S zie:Halsteren Wouwse 701 Geest des Tijds: S H < 1974 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. Statie 1809 onverm. onverm. onverm. ev 1712 c. 1712 (Rucphen) * [<]1712 <1809> † onv. wapen: ? 703 Zegge ? Ambrosius 1751 † > 1809 onverm. onverm. onverm. ev 1751 c. 1751 *[<] 1751 < 1809 > † onv. wapen: ? 704 Zevenbergen Joris K lv 1541 bestaand onverm. * <1550 caerte: ev 1541 (Moerdijk), ter ziele 21/6 1541 c. 1541 ±1378 STAD wapen: * [<]1541 onverm. <1809> bestaand wapen: ? 705 Zevenbergen Sebastiaan H lv 1825 † > 1825 onverm. ter ziele onverm. ev 1825 * < 1825 † >.1825 wapen: ?

------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2131

49

Kol. Kolom Kolom Kol. Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Nr. Plaats Schutterij Wap. Ontstaan Ter ziele Volgens Volgens Volgens Volgens of nog Jolles Iven VA JJB bestaand 706 Zevenbergen Antonius G? lv 1825 † > 1825 onverm. ter ziele onverm. ev 1825 * < 1825 † >.1825 wapen: ? 8 707 Zevenbergen Bat.Burgerwacht : W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. 708 Zevenbergen Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 709 Zevenbergen Burgermacht (II) : W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 710 Zevenbergen Nationale Garde : W G 1806 1810 onverm onverm. onverm onverm. 711 Zevenbergen Landstorm8: W G 1814 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. 712 Zevenbergen DD Schutterij8: W G 1816 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 713 Zevenbergen Reserveschutterij8: W G 1816 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. Vriendschap en 714 Zevenbergen H < 1898 † > 1898 onverm. onverm. onverm. onverm. Oefening Zevenberg- 715 schen Hoek Nooit Gedacht7: S K < 2003 bestaand onverm. onverm. onverm. onverm. (Moerdijk) Zondereigen ev 1763 (Baarle- c. 1763 000 Ambrosius G > H < ? 1763 † 1940? onverm. onverm. onverm. Hertog), * [<] 1763 dus België! † 1940? wapen: G > H 716 Zoomvliet Vriendschap H 1875 † ? onverm. onverm. onverm. onverm. (Roosendaal) De Zoom: S 000 Zundert, gemeente; zie: *Achtmaal *Groot- Zundert *Klein- Zundert *Rijsbergen *Wernhout 000 Zundert (Zundert), zie: Groot-Zundert 8 717 Zundert Bat.Burgerwacht : W G 1795 † 1797 onverm. onverm. onverm. onverm. 718 Zundert Burgermacht (I)8: W G 1797 † 1799 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 719 Zundert Burgermacht (II) : W G 1799 † 1803 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 720 Zundert Nationale Garde : W G 1806 1810 onverm. onverm. onverm. onverm. 721 Zundert Landstorm8: W G 1814 1815 onverm. onverm. onverm. onverm. 8 722 Zundert Rustende Schutterij : W G 1816 1907 onverm. onverm. onverm. onverm. 723 Zundert Reserveschutterij8: W G 1816 1907 onverm. onverm. onverm. onverm.

Alfred Disch, Maastricht, 1.12.2012; [email protected]

------Blz. 2132 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95

50

HET SCHUTTERIJWEZEN IN DE GEMEENTE EIJSDEN-MARGRATEN (LB), VROEGER EN NU (1) Voormalige schutterij van Eijsden véél ouder dan gedacht!

Aanleiding om wéér een nieuwe rubriek te wijden aan het voormalige en huidige schutterijwezen in een gemeente is het volgende feit. Twee weken geleden (7 oktober) promoveerde Hans van Hall, archivaris te Maastricht, aan de 1 universiteit in die stad en wel op het onderwerp Eijsden, een vrijheid met Luikse stadsrechten. In zijn proefschrift meldt de kersverse doctor een heleboel opmerkelijke en interessante gegevens die aannemelijk maken (zeg maar gerust: die onomstotelijk aantonen), dat de Nederlands-Limburgse plaats Eijsden (niet te verwarren met het 2 Belgisch-Limburgse dorp Eisden!) eertijds een Minderstadt (= ‘landsheerlijk gebonden stad’ = ‘dwergstad’) was en dit sinds 1321. Niet minder opmerkelijk en interessant is wat Van Hall ons ook weet te melden over het schutters- gildewezen van Eijsden. Van ‘vrijheden’ spreekt vandaag de dag niemand meer, wél nog van ‘steden’, ‘dorpen’ en ‘gehuchten’. Maar vóór 1794 (= beginjaar van de Franse Tijd in de Lage Landen) had het begrip vrijheid nog in de praktijk van alledag een heel concrete betekenis, zelfs binnen het schutterijwezen. Een voorbeeld daarvan is het gegeven, dat er speciaal zowel voor schuttersgilden uit ‘vrijheden en dorpen’ als voor die uit ‘vrijheden en steden’ regionale schiet- 3 toernooien gehouden werden; zie daarover o.a. Van Autenboer 1996 . Wat Van Hall over het schutterswezen in de voormalige vrijheid Eijsden meldt, is evenwel van een andere orde. Maar laat ik eerst eens berichten over het bitter weinige dat we tot voor kort wisten van het vroegste schutterswezen te Eijsden. Het zou verbazingwekkend zijn, indien zelfs een dwergstad of zeer kleine stad zoals Eijsden (dus het Eijsden van vóór 1794) géén schutterij blijkt gehad te hebben. En toch heeft men tot nog toe in het archief van de plaatselijke parochie St.-Christina en in dat van Kasteel Eijsden - ondanks intensief speurwerk - helemaal niets ontdekt dat kan 4 wijzen op het bestaan van een lokale schutterij van vóór 1794 (Roebroeks 1998). Voor gegevens over Eijsdens eerste schutterij moeten we dan ook elders te rade gaan, met name bij de Maastrichtse classis van de Gereformeerde 5 6 7 8 Kerk , de Raad van Brabant , de Staten-Generaal en de Raad van State . Althans enkele aanwijzingen duiden erop dat de aanvang 18 eeuw te Eijsden een schuttersgilde geweest is of op z’n minst pogingen zijn ondernomen om aldaar tot de oprichting of heroprichting van een schutterij te komen. Anno 1716 werd namelijk van gereformeerde zijde erover geklaagd, dat op een zondag - tijdens de protestantse eredienst - gedronken, gedanst en gespeeld was in de herbergen rondom de simultaankerk bij gelegenheid van een vogelschieting. En twee jaar later (1718) wist de predikant van 9 Eijsden zowaar ‘de invoering van het vogelschieten aldaar te verhinderen’ (Crutzen 1994, blz. 75 en 77). Trouwens, er schijnt m.n. in 1778 wederom sprake geweest te zijn van een vogelschieting te Eijsden (evenals te Geulle), zij het ditmaal overeenkomstig de daartoe van overheidswege verstrekte strikte bepalingen (Crutzen 1994, blz. 81). Mochten we derhalve redelijkerwijs ervan uitgaan dat in elk geval het Eijsden van de 18de eeuw de beschikking gehad heeft over een eigen schuttersgezelschap, dankzij het promotieonderzoek van Van Hall kan - met een zeker voorbehoud i.v.m. de continuïteit - het begin van bedoelde schutterij uit het Ancien Régime (1500-1794) verschoven worden naar het tijdvak van de Late Middeleeuwen (1300-1500). Sleutelwoorden zijn in dezen: schietspel, (gezworen) schut, Schuttengraeve en schuttenmeester. De patroonheilige en dus ook de officiële naam van de Eijsdense schutterij zijn (nog) niet bekend. De gegevens waarop Van Hall zijn informatie baseert, heeft hij ontleend aan de archief- bescheiden van de Landen van Overmaas.10 De schuttenmeester en het schietspel. In 1459 daagde schuttenmeester Lieben van Caestert een aantal schutters die hadden geschitterd door afwezigheid ‘als van des schietspelz wegen’, voor het gerecht i.c. voor de schepenbank van Eijsden. De deelname aan het schietspel was kennelijk een verplichting (op de uitvoering waarvan de schutten- meester, vermoedelijk namens het lokale bestuur, moest toezien) en had (tevens) de bedoeling om de schutters te bekwamen in vaardigheden ter bescherming van de plaatselijke gemeenschap. Drie jaar later was Gelis Vliegen schuttenmeester. En hij is het die toen (1462) de schout in rechte aansprak op diens bijdrage aan het schietspel, maar deze liet weten in de onderhavige aangelegenheid geen enkele toezegging of belofte gedaan te hebben. (Van Hall 2011, blz. 161).

De Schuttengraeve. Duidt mogelijkerwijze ook de vermelding van de Schuttengraeve op de aanwezigheid van een schutterij te Eijsden, dus Schuttengraeve in de betekenis van Schuttersgracht (d.w.z. gracht in de onmiddellijke nabijheid waarvan de lokale schutterij haar schietterrein had)? Dr. Hans van Hall meent evenwel onder de toponiem Schuttengraeve veeleer Schutgracht te moeten verstaan, dus gracht ter beschutting (bescherming) van de bebouwde kom van Eijsden (Van Hall 2011, t.a.p.). Wanneer (!) de ‘Schuttengraeve’ genoemd wordt, vermeldt Van Hall niet, ------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2133

51 maar raadpleging van de door hem aangeduide RHCL-inventarisnummers 5070 (fol. 30 dorso), 5111, 5166 en 5406 (Van Hall 2011, blz. 95) kan wellicht uitsluitsel bieden. De (gezworen) schut. Voorshands verschil ik van mening met Van Hall waar hij betoogt (blz. 161) dat in 1532 ‘de gezworen schut kennelijk een synoniem voor schuttenmeester’ was. Dit laatste blijkt mijns inziens niet uit de stukken van een 1532-1534 lopend proces (RHCL-inv.nr. 5247). Tijdens dat proces verklaarde de schut van Eijsden onder ede, dat een zekere persoon (Jan Mors) uit het naburige Breust en dus op wederrechtelijke wijze vee binnen de gemeente Eijsden had laten weiden. Nergens staat echter aangegeven dat de (gezworen) schut ook schutten- meester was. Hier heeft - althans naar mijn oordeel - ‘schut(ter)’ duidelijk de betekenis van iemand die uit hoofde 11 van zijn functie vee schutte, m.a.w.: vreemd vee in beslag kon nemen. ‘Schuttenmeester’ in de zin van ‘vee- schut(ter)’ of de vereniging van beide functies in een en dezelfde persoon ben ik trouwens nergens in de archieven of vakliteratuur tegengekomen.

Nader onderzoek gewenst. Van Hall heeft t.a.v. het voormalige schutterswezen te Eijsden met succes een nieuwe geschiedbron i.c. het rechterlijk en administratief archief van de plaatselijke schepenbank aangeboord. Dat archief, 1391-1796, beslaat maar liefst zestien strekkende meter aan archiefbescheiden en het archief van de heerlijkheid 12 Eijsden, (1213) 1321-1794, nog eens ruim twee meter. De kans lijkt mij niet denkbeeldig, dat de betreffende archief- bescheiden nog méér geheimen m.b.t. het vroegste schutterswezen van Eijsden zullen prijsgeven! Ten slotte: deelname vanuit ‘Eisden’ aan een schuttersfeest in 1408 te Oudenaarde. Volledigheidshalve nog dit. In 1408 was Eisden vertegenwoordigd op een schiettoernooi in de Vlaamse stad Oudenaarde (Van Autenboer 1996, blz. 218-219). Hoewel dr. Eugeen van Autenboer zich niet uitlaat welk Eisden het in 1408 betrof, zal het m.i. waarschijnlijk (?) niet gegaan zijn om de dwergstad Eijsden maar om het dorp Eisden in de rijksheerlijkheid Leut, thans gelegen in Belgisch Limburg. Doch helemaal uitsluiten dat het in 1408 om het huidige Eijsden (Nederlands Limburg) gegaan is, doe ik toch ook weer niet! Alfred Disch, Maastricht, 21.10.2012 Eindnoten / Bronnen 1) Van Hall 2011 = Hans van Hall: Eijsden, een vrijheid met Luikse stadsrechten. Een rechtshistorische schets van de ontwikkeling van een Minderstadt tussen Maas en Rijn (ca. 1300 - ca. 1550). [Proefschrift Universiteit Maastricht]. Series: Maaslandse Monografieën, deel 74. Maastricht / Hilversum 2011. 2) En dus géén ‘halfstad’? Een halfstad hield het midden tussen een dorp en een stad. Over de NL-Limburgse (nu door mij enigszins betwijfelde) halfsteden Arcen, Heerlen en Urmond zie de Schuttersbrief (SB), t.w.: SB 6 (blz. 219), SB 26 (blz. 471), SB 32 (blz. 567), SB 33 (blz. 575) en SB 40 (blz. 647). Inzake Heerlen en Urmond vergelijk echter Van Hall 2011, blz. 397, eindnoot 250. Van Hall heeft het trouwens in zijn proefschrift nergens over het begrip halfstad. 3) Van Autenboer 1996 = Eugeen van Autenboer: De Schutterswedstrijden der Brabantse Gilden, 1300-1600. Beelden uit onze volkscultuur. Series: Taxandria. Jaarboek van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van de Antwerpse Kempen. Turnhout 1996. Zie onder meer blz. 3, 29, 38, 41, 81, 160-161, 201, 209 en 212. 4) Roebroeks 1998 = Frans Roebroeks, archivaris te Maastricht: mondelinge mededelingen aan mij, eind 1998. 5) Regionaal Historisch Centrum Limburg (RHCL), sinds 2005 fusie van Rijksarchief in Limburg en Gemeentearchief Maas- tricht, te Maastricht: Archief Classis Maastricht, meer speciaal Acta visitationis 1713-1737 en Acta classis 1703-1719. [Aangehaald bij Crutzen 1994]. Het ligt in de bedoeling dat het RHCL en het Sociaal Historisch Centrum voor Limburg (SHCL) gaan fuseren. Vooruitlopend op die fusie wordt reeds het gebouw waarin de beide instellingen inmiddels gehuis- vest zijn, het Historisch Centrum Limburg (HCL) genoemd. 6) Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC), voorheen o.a. Rijksarchief in Noord-Brabant, te ’s-Hertogenbosch: Archief Raad van Brabant, inventarisnummer 561, exhibitum van 3.6.1778 (= brief van schout De Swart aan NN, Gulpen dd. 29.5. 1778). [Aangehaald bij Crutzen 1994]. 7) Nationaal Archief (NA), voorheen Algemeen Rijksarchief (ARA), te Den Haag: Archief Staten-Generaal, inv.nr. 9019 (= verbaal commissarissen-deciseurs van Maastricht uit 1726, bijlage 18b). [Aangehaald bij Crutzen 1994]. 8) NA (zie eindnoot 7): Archief Raad van State, inv.nr. 731 II, exh. van 29.12.1717 (= brief stadhouders van de drossaarden van de drie Landen van Overmaas aan de Raad van State, Maastricht dd. 27.12.1717). [Aangehaald bij Crutzen 1994]. 9) Crutzen 1994 = Fr.G.H.M. (Frans) Crutzen: De schutterij van Gulpen in de zeventiende en achttiende eeuw, in Historische en Heemkundige Studies in en rond het Geuldal. Jaarboek 1994, Valkenburg aan de Geul 1994, blz. 73-112. Zie inzonder- heid blz. 75, 77 en 81 alsmede de eindnoten 22, 27, 28 en 46 op blz. 109-110. 10) RHCL (zie eindnoot 5): Archief Landen van Overmaas, onder meer inv.nrs. 5070, fol 30 dorso, 5111, 5166 en 5406 (ver- melding ‘schutten- oft vrijheytsgraeve’); inv.nr. 5192, fol. 10 dorso en fol. 28 dorso - 30 (vermelding ‘schuttenmeester’ en ‘schietspel’); inv.nr. 5247 (= proces Pouwels van Heer als momboir van de armen van Eijsden versus Jan Mors uit Breust; vermelding ‘gezworen schut’). [Aangehaald bij Van Hall 2011]. 11) Alfr. Disch: De woordenboeken over het schutterswezen (1). Inleiding. Uit de dikke Van Dale, in SB 91, Maastricht, 31 mei 2009, blz. 1936-1938. Zie de lemmata of trefwoorden schut (blz. 1937) en schutten alsmede schutter (blz. 1938). 12) R.M. Delahaye e.a.: De archieven in Limburg. Series: Overzichten van de archieven en verzamelingen in de openbare archiefbewaarplaatsen in Nederland, deel 12. Alphen aan den Rijn 1986. Zie met name blz. 39. ------Blz. 2134 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95

52

VAN: De Heer Dr. Hans van Hall archivaris te Maastricht Beste Alfred, Maastricht, 23 oktober 2011 Het artikel heb ik met veel interesse gelezen. Het biedt een mooi overzicht over wat bekend is i.v.m. schutterij in Eijsden! Het is in je verhaal slechts van ondergeschikte betekenis, maar over het stadje nog dit: omdat aan de vrijheid Eijsden een groot aantal stedelijke kenmerken kan worden toegekend moet de nederzetting m.i. toch tot de steden, d.w.z. van een heel specifiek type uit de Late Middeleeuwen, worden gerekend, zij dat het natuurlijk een klein stadje was. In het tweede en zesde hoofdstuk van mijn proefschrift heb ik dat uitvoerig trachten te beargu- menteren. Een halfstad was deze nederzetting dus m.i. niet. Voor verwijzingen naar literatuur over halfsteden houd ik mij overigens gaarne aanbevolen! Het e-mailadres van Frans Roebroeks is [email protected]. Met vriendelijke groet, Hans van Hall

AAN: De Heer Hans van Hall Beste Hans, Maastricht, 24 oktober 2011 Dat Eijsden geen halfstad geweest is maar een ‘landsheerlijk gebonden stad’ of ‘dwergstad’, is nu juist wat ik in mijn vorige e-mail kenbaar maak: zie de voorlaatste zin van de eerste alinea. Omdat jij in jouw proefschrift wijst op de wenselijkheid van nader onderzoek naar het mogelijke Minderstadt- karakter van óók Heerlen en Urmond (Van Hall 2011, blz. 397 en voetnoot 250), kwam ik in eindnoot 2 te spreken over de term en het begrip halfstad. Temeer omdat in de SB reeds (terecht of ten onrechte) gesproken wordt over Heerlen en Urmond (plus Arcen) als voormalige halfsteden; de vijf SB-vindplaatsen dienaangaande vermeld ik trouwens in dezelfde eindnoot. Ik zal zoeken naar verwijzingen naar literatuur over halfsteden. Misschien dat Frans Roebroeks ook iets te melden heeft in deze aangelegenheid. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch

AAN: De Heer Frans Roebroeks, archivaris te Maastricht Beste Frans, Maastricht, 24 oktober 2011 Zoals afgesproken: zie de bijgevoegde bijlage [= het artikel ‘Voormalige schutterij van Eijsden véél ouder dan gedacht!’]. Graag jouw (inhoudelijke) reactie. Weet jij tevens iets te melden inzake de term en het begrip ‘halfstad’? In het artikel vermeld ik, dat Eijsden kennelijk géén halfstad was maar volgens Hans’ proefschrift een Minderstadt (= ‘landsheerlijk gebonden stad’ = ‘dwergstad’; ik hanteer hier de beide Nederlandse vertalingen, door Hans zelf gegeven). Overigens gebruikt Hans nergens in zijn proefschrift de term halfstad. Daaruit leid ik mede af, dat Hans niet bekend was / is (jij wel?) met het woord en begrip halfstad. Temeer, daar Hans mij afgelopen weekend vroeg naar bronnen inzake halfsteden. Weet jij een of meer bronnen te noemen? Ik zal zelf (ook) op onderzoek uitgaan. Ik meen de term halfstad o.a. (!) te zijn tegengekomen in het ongetwijfeld ook aan jou bekende, tweedelige naslagwerk Limburgs Verleden uit de zestiger jaren van de vorige eeuw. Ik vind het mooi en op zich al een proficiat waard, dat Hans erin geslaagd is om nóg oudere gegevens m.b.t. de voormalige schutterij van Eijsden boven water te krijgen dan jaren geleden ‘ons aller’ Frans Crutzen gedaan kreeg. Deze laatste noem ik dan ook eveneens met reden in mijn SB-artikel. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch PS Hans gaf mij jouw e-mailadres door (n.a.v. onderstaand forward [= Mail Delivery Subsystem inzake onjuist geadresseerde e-mail]). De eerste letter van jouw achternaam had ik abusievelijk geschreven met kleine letter. Hopelijk komt deze e-mail met bijlage nu wél bij jou terecht.

AAN: De Heer Hans van Hall CC aan Dhr. Frans Roebroeks Beste Hans, Maastricht, 27 oktober 2011 Je vroeg om ‘verwijzingen naar literatuur over halfsteden’. Die zal ik je zo aanstonds geven. Maar allereerst wil ik het nog hebben over een zevental zaken m.b.t. de (gezworen) schut en de schuttenmeester van Eijsden. ------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2135

53

De (gezworen) schut en de schuttenmeester van Eijsden 1) In jouw proefschrift (blz. 161) vertel je, dat de schuttenmeester van Eijsden ‘misschien’ eveneens de functie van gerechtsbode had, ‘in elk geval’ tijdens de jaren ‘1462-1463’. 2) Het zojuist gestelde houdt dus in, dat Gelis Vliegen gedurende ten minste de jaren 1462 en 1463 de beide functies (van schuttenmeester en gerechtsbode) in zich verenigde: zie en vergelijk jouw voetnoot 229 t.a.p. 3) Ik weet echter niet, waarop jouw conclusies m.b.t. 1462-1463 i.c. de vorige punten 1) en 2) gebaseerd zijn. Misschien zou je dat eens nader willen toelichten. 4) Overigens ben ik meermaals in de vakliteratuur de berichtgeving tegengekomen (vermelding van vindplaatsen hou je nog te goed van mij!), dat wél de term schut ook de betekenis kon hebben van gerechtsbode. Ik weet niet, hoe die betekenisverandering te verklaren is. Immers schutten is schieten [denk bv. aan ‘schutterij’] of beschermen / afschermen [denk bv. aan ‘vee schutten’]. Met andere woorden: hoe is men in de Late Middeleeuwen (1300-1500) ertoe gekomen om een gerechtsbode ook schut te gaan noemen? Louter een kwestie van taakuitbreiding en dan met name in kleinere gemeenten waar men om personeel verlegen zat? 5) Vindplaatsen (in archieven en/of vakliteratuur) waaruit blijkt dat een schuttenmeester ook veeschut(ter) kon zijn en/of gerechtsbode, ben ik nooit eerder tegengekomen. 6) Schuttenmeester kon - voor zover ik weet - in elk geval de betekenis hebben van: a) schutterijbestuurder, al dan niet gekoppeld aan een speciale taakstelling, bijv. vervaardiger van hand- en kruis- bogen of, 15de-16de eeuw, van kanonnen en geweren; b) toezichthouder (namens de lokale overheid) op het reilen en zeilen van een schutterij, in welk verband ik o.m. kan verwijzen naar Reintges 1963, blz. 212-215.1 7) Gelet op het vorige punt, is het van enig belang om te weten wat de precieze positie was van de schuttenmeester binnen het schuttersgildewezen te Eijsden. Was hij - confer punt 6a - ‘gewoon’ schutterijbestuurder? Dat lijkt mij niet, want dan zou niet schuttenmeester Lieben van Caestert maar het schutterijbestuur als geheel in 1459 een aantal van de eigen schutterijleden voor de schepenbank gedaagd hebben. Was hij dan - confer punt 6b - een ‘externe’ toezichthouder? Ook dat lijkt mij niet zo waarschijnlijk, want dan zou schuttenmeester Gelis Vliegen toch niet zijn meerdere i.c. de toenmalige schout (de hoogste vertegenwoordiger van de plaatselijk gebiedende heer) anno 1462 in rechte hebben aangesproken. Of zie ik dit alles verkeerd? Het woord en begrip halfstad 2 Wat betreft de literatuur over halfsteden, kan ik je alvast m.b.t. Heerlen verwijzen naar Coopmans 1987 en Van 3 Dijk 1994 . Voor jou, Hans, extra interessant, omdat in laatstgenoemde bron een vergelijking met Eijsden wordt gemaakt: Van expliciete, op schrift gestelde vrijheidsrechten, vergelijkbaar met bijvoorbeeld de vrijheid Eijsden, is [t.a.v. Heerlen] niets bekend, aldus drs. van Dijk, archivaris te Heerlen. En hij vervolgt dan op dezelfde pagina (blz. 25) met de conclusie, dat Heerlen mocht worden beschouwd als een vrijheid. Vrijheid in de betekenis van halfstad: een dorp dat een aantal stedelijke rechten had verworven, maar economisch en juridisch nooit tot een echte stad was uitgegroeid. Die conclusie gaat vergezeld van een voetnoot waarin Van Dijk op zijn beurt verwijst naar de door mij eerstgenoemde maar (nog) niet geraadpleegde bron i.c. Coopmans 1987, blz. 6, op zich ook alweer voor jou een interessante bron want twee andere publicaties van prof. mr. J.P.A. Coopmans worden door jou in jouw proefschrift (onder meer op blz. 439) vermeld. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch Eindnoten / Bronnen 1) Reintges 1963 = Theo Reintges: Ursprung und Wesen der spätmittelalterlichen Schützengilden. [Proefschrift Universiteit Bonn]. Series: Rheinisches Archiv. Veröffentlichungrn des Instituts fúr Geschichtliche Landeskunde der Rheinlande an der Universität Bonn, deel 58. Bonn 1963. 2) Coopmans 1988 = J.P.A. Coopmans: Over heerlijkheden en heerlijke steden. Een voorbeschouwing over het colloquium- thema, in Bosman e.a. 1988, blz. 1-17. Bosman e.a. 1988 = Th.E.A. Bosman, J.P.A. Coopmans en B.C.M Jacobs (red.): De heerlijke stad. Achtste Colloquium ‘De Brabantse Stad’, Bergen op Zoom, 2 en 3 oktober 1987. Series: Brabantse Rechts- historische Reeks, deel 3. Assen 1988. Zie meer speciaal blz. 1-17. 3) Van Dijk 1994 = Mark van Dijk: De Schutterije van Heerle. De geschiedenis van de broederschap en schutterij St. Sebas- tianus Heerlen. Deel 1: Van de late middeleeuwen (1484) tot aan de Franse Tijd (1794). Heerlen 1994. Zie het paragraafje ‘Heerlen: dorp, vrijheid en hoofdschepenbank’ op blz. 24-28, meer speciaal blz. 25. [Wat betreft het genoemde ‘1484’: ook hier blijkt de schutterij van Heerlen ouder dan gedacht, nl. daterende van vóór ten minste 1478; zie daarover mijn bericht- geving in SB 33, Maastricht, 5 augustus 2005, blz. 575].

VAN: De Heer Hans van Hall Beste Alfred, Maastricht, 27 oktober 2011 Hartelijk dank voor de gegevens. Momenteel ben ik drukdoende met allerlei andere werkzaamheden, maar ik ga t.z.t. de aangeduide publicaties zeker bekijken! Met vriendelijke groet, Hans van Hall ------Blz. 2136 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95

54

AAN: De Heer Hans van Hall Beste Hans, Maastricht, 27 oktober 2011 Dank voor jouw snelle reactie. Van belang lijkt mij - als ik zo vrij mag zijn om op te merken - niet alleen dat je de door mij aangeduide publicaties t.z.t. gaat bekijken, maar ook - mede ten behoeve van de 30.000 à 40.000 SB-lezers - dat je binnen afzienbare tijd inhoudelijk zult reageren op de diverse vragen, aan- en opmerkingen in mijn vorige e-mail. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch

VAN: De Heer Frans Roebroeks Beste Alfred, Maastricht, 31 oktober 2011 Helaas kan ik je niet verder helpen met literatuurverwijzingen t.a.v. het begrip ‘halfstad’. Mijn complimenten voor jouw bijdrage over de schutterij van Eijsden. Het heeft mij inderdaad altijd bevreemd dat een dorp (‘stadje’) als Eijsden nooit een schutterij zou hebben gekend. Tijdens mijn onderzoek waarnaar jij in jouw bijdrage refereert, heb ik vooral de archieven van de parochie en het kasteel van Eijsden gebruikt. Ook werden door mij de zogenaamde gichtregisters van Breust en Eijsden uit de vijftiende en zestiende eeuw doorgenomen. Daarin heb ik geen enkele verwijzing naar een schutterij aangetroffen. De nu door collega Hans van Hall minutieus doorgenomen bronnen heb ik toen niet geraadpleegd. Een en ander maakt echter duidelijk dat veel gegevens met betrekking tot ‘Limburgse’ schutterijen te vinden zijn in de vele archieven van schepenbanken, heerlijkheden en kastelen die door het Regionaal Historisch Centrum Limburg worden beheerd. Het vergt doorzettingsvermogen én kennis van oud-schrift om die bronnen door te nemen. Maar het resultaat is dan ook wel de moeite waard!

Ten slotte kan ik jouw vraag of de Sint-Christinakerk enige tijd simultaankerk is geweest, bevestigend beantwoorden. Vanaf het jaar 1633 werd de kerk door zowel katholieken als protestanten voor hun eredienst gebruikt. Dat dit gedeelde gebruik van een gebouw tot irritaties en pesterijen leidde, zal niemand verbazen. Zo versperden de katholieken in Eijsden de protestanten de toegang tot de kerk, zorgden ze voor geluidsoverlast tijdens de protes- tantse eredienst en lieten ze hun eigen erediensten bewust uitlopen. De protestanten op hun beurt haalden beelden van hun sokkel, urineerden in wijwaterbakken en in de buurt van het altaar, en hingen een rozenkrans van schapen- keutels aan het kruisbeeld. Kortom, de verstandhouding tussen beide partijen was niet al te best, hoewel ze metter- tijd wel verbeterde. De Sint-Christinakerk zou nog tot 1857 simultaan gebruikt worden. Voor meer informatie zie: W.A.J. Munier, Het simultaneum in de Landen van Overmaas. Een uniek instituut in de Nederlandse Kerkgeschiedenis (1632-1878). Leeuwarden 1998. Met vriendelijke groeten, Frans Roebroeks, RHCL

AAN: De Heren Van Hall en Roebroeks Beste Hans en Frans, Maastricht, 31 oktober 2011 Allereerst: ook jou, Frans, zeg ik dank voor jouw reactie, die ik vandaag mocht ontvangen. 1 Inmiddels heb ik het tweedelige naslagwerk Limburgs Verleden nageplozen op voorkomen ‘halfstad’ / ‘halfsteden’. Resultaat: noppes. Waarschijnlijk heb ik aan Limburgs Verleden gedacht vanwege een daarin voorkomende passage die sterk doet denken aan wat onder halfstad wordt verstaan. De passage is te vinden in de bijdrage van dr. P.C. Boeren.2 Nadat hij in de paragraaf Steden (blz. 108-113) de diverse typen steden heeft besproken, eindigt Boeren de bewuste paragraaf met de opmerking (blz. 113) over ‘een niet te verwaarlozen tussenfiguur’, nl. ‘de vrijheden als Sint Pieter, dat in 1212 de stedelijke rechten van Maastricht ontving, en Heerlen in het Land van Valkenburg. De stedelijke kern of agglomeratie van Heerlen had volledige stedelijke structuur en jurisdictie; toch kan men hier niet van een formele stad spreken, omdat de hoge [schepen]bank der stad tevens die van het landelijk district was.’ Met vriendelijke groeten, Alfred Disch Noten / Bronnen 1) Limburgs Verleden = E.C.M.A. Batta e.a. (red): Limburgs Verleden. Geschiedenis van Nederlands Limburg tot 1815. 2 delen. Maastricht 1960-1967. [Populaire editie (zonder eindnoten en met twee artikelen minder) in één band: Heerlen 1967]. 2) P.C. Boeren: Bestuurs- en rechtsinstellingen, ca. 1300-1500, in Limburgs Verleden [zie vorige noot], deel 2, blz. 68-117. ------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2137

55

HET SCHUTTERIJWEZEN IN DE GEMEENTE NUTH (LB), VROEGER EN NU (1) De dorpen Swier en Wijnandsrade

VAN: De Heer J.H.G. (Jos) Linssen, lid van de heemkundevereniging De Vrienden van Wijnandsrade

Goedemorgen, Meneer Disch. Wijnandsrade (LB), 18 oktober 2012

Mijn naam is Jos Linssen en ik woon te Wijnandsrade.

Ik ben op zoek naar stukken over de schutterij uit Swier. De doelstelling is om een redactioneel stuk te maken voor het heemkundeblad van ons dorp Wijnandsrade waar een beeld wordt geschetst hoe de schuttersverenigingen hebben gefunctioneerd. Niet alleen over de schutterij uit Swier maar vooral over de schutterij in Wijnandsrade in het algemeen.

Naar mijn mening hebben we in Wijnandsrade in de loop der eeuwen twee schutterijen gehad. Deze hebben in twee verschillende tijdperken bestaan. Deze twee verenigingen hadden ook twee verschillende oefenterreinen (weiland). Van de oudste vereniging was het oefenterrein gelegen nabij het bos in Wijnandsrade, en van de jongste vereniging was het gelegen in Swier waar ze ook het clublokaal hadden.

Ik zoek nog naar bruikbare informatie over de eerste schutterij maar ook van de tweede schutterij. Misschien heeft u voor mij nog bruikbaar materiaal. Groetjes, Jos Linssen

AAN: De Heer Jos Linssen Beste Meneer Linssen, Beste Jos, Maastricht, 18 oktober 2012

Dank voor uw vriendelijke e-mail.

De voormalige gemeente Wijnandsrade - bestaande uit de gelijknamige hoofdplaats, het dorpje Swier en de gehuchten of buurtschappen Aalbeek (deels), Brommelen en Vink - heeft bestaan van 1794 tot 1982, voordat zij opging in de gemeente Nuth. Vóór 1794 was het dorp Wijnandsrade cum annexis een rijksheerlijkheid. De plaatselijk gebiedende heer (sinds de 16de eeuw telgen uit het adellijk geslacht Von dem Bongart) zetelde op het kasteel Wijnandsrade, dat reeds in de 12de eeuw vermeld wordt.

De Wijnandsraadse parochiekerk (met fundamenten uit de Middeleeuwen) is toegewijd aan St.-Stephanus. Ik heb dan ook een koffiebruin vermoeden, dat de ‘oudste’ schuttersvereniging waar U het over hebt, de vorengenoemde heilige als patroon en naamgever had. In archieven en vakliteratuur ben ik evenwel tot op heden de naam van deze schutterij uit het dorp Wijnandsrade nog niet tegengekomen. Maar misschien weet u in dezen meer dan ik. Voor zover mij bekend is, ontstond de schutterij vóór 1741 en moet zij - volgens Peeter 1886 - ‘tot aanvang’ van de 19de eeuw, dus tot in de periode 1801-1825, hebben geëxisteerd.

De tweede schutterij, t.w. die van Swier, heette werkelijk St.-Stephanus. Zij werd op 6 augustus 1892 opgericht, volgens artikel 15 van haar koninklijk goedgekeurde statuten van twee jaar later. Hoe luidt de passage in het boekje Hub va Fon (van de auteur Kees Jutte) uit 1996? De door mij bedoelde passage schijnt iets te zeggen over het St.- Stephanusgezelschap. Erg lang heeft de St.-Stephanusschutterij van Swier trouwens niet bestaan, want al in 1913 ging zij ter ziele.

Naast de beide vorenstaande schutterijen ken ik nog een vijftal andere, t.w.: de Landstorm (1814-1815), de Rustende Schutterij (1816-1831; 1868-1907), de Reserveschutterij (1816-1831; 1868-1907), de Garde Civique (1831-1867) en ten slotte de Schietvereniging De Schutters Nuth (vóór 2001 - heden). Over deze vijf en de twee eerdergenoemde zal ik u nog nader berichten.

Graag uw reactie. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch ------Blz. 2138 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95

56

DE ORANJES EN HET SCHUTTERIJWEZEN (2) Vervolg op SB 93, blz. 2008-2009 Website Handboogschuttersgilde St.-Sebastiaan te Oosterhout (NB)

Op www.stsebastiaan.nl wordt in de rubriek Geschiedenis vermeld dat de gilde in 1850 bij gelegenheid van haar 100- jarige bestaan een vorstelijk geschenk ontving van koning Willem III. Navraag bij de gilde wat dit vorstelijk geschenk inhoudt en waar het zich bevindt, levert de verbazingwekkende mededeling op dat men het niet weet! Terugkijkend in de historie kunnen we vaststellen dat koning Willem III, vooral in de beginjaren van zijn koningschap, de handboogschutterijen een warm hart toedroeg. - In juni 1849 liet hij een concours organiseren op Het Loo, waar 21 verenigingen aan deelnamen. - In 1851 volgde nogmaals een concours op Het Loo en daar waren 29 handbooggezelschappen vertegenwoordigd. - In 1852 volgde een wedstrijd bij iedere vereniging ‘thuis’ en daar had koning Willem III een medaille per vereniging voor beschikbaar gesteld. Liefst 159 hadden zich aangemeld. Aan géén van deze activiteiten heeft de gilde van St.-Sebastiaan uit Oosterhout deelgenomen. In 1850 had de koning een gouden medaille ontvangen als teken van zijn benoeming tot opperbeschermheer van de Nederlandse handboogschutterijen. Aan dit geschenk hadden 58 handboogverenigingen bijgedragen, echter niet de handbooggilde St.-Sebastiaan uit Oosterhout. Een gilde die toen enig aanzien had, zou toch voorkomen op de overzichten van Nederlandse handboogschutterijen uit 1849/1850 en 1852. Deze overzichten waren samengesteld door de Koninklijke Commissie van handboog- en scherpschutterijen o.l.v. Jhr. H.M. Mollerus, kamerheer van Koning Willem III.

Ook komt de gilde uit Oosterhout niet voor in het Jaarboekje der Boogschutterijen in het Koninkrijk der Nederlanden, dat twee jaargangen telt, namelijk 1847 en 1848-1849. Drie andere handboogverenigingen uit Oosterhout staan er wél in genoemd. Het bovenstaande geeft bepaald geen voedsel aan de veronderstelling dat in 1850 een vorstelijk geschenk zou zijn geschonken aan de St. Sebastiaangilde uit Oosterhout. Bovendien vinden we over een vorstelijk geschenk niets terug in: - kranten uit 1850 en daaropvolgende jaren - het eigen oud archief van de St.-Sebastiaansgilde te Oosterhout - ingekomen en uitgegane stukken Secretariaat Koning Willem III - kasbescheiden van uitgaven bij de Thesaurier van Koning Willem III - archief Kabinet des Konings - Collectie Documentatie Oosterhout Voor het eerst wordt in het jaar 1925 in het jubileumboekje (175-jarig bestaan) melding gemaakt van een vorstelijk geschenk zonder het noemen van de aard van dat geschenk. Ook wordt vermeld dat dit in 1850 zou zijn geschonken door Koning Willem II, die echter al in 1849 was overleden. Als er al sprake zou zijn geweest van een vorstelijk geschenk, dan is dit ontvangen van zijn zoon en opvolger, Willem III. Ook de heemkundevereniging van Oosterhout heeft recent een onderzoek ingesteld, maar tot heden evenmin iets kunnen vinden over een vorstelijk geschenk. Conclusie: 1. zonder in bezit te zijn van het vorstelijk geschenk; 2. zonder te weten wat de aard van het geschenk is; 3. zonder bronnen die aantonen dat er een vorstelijk geschenk geweest is, is de vermelding op de website een onjuistheid. Het zou de gilde sieren indien ze de betreffende mededeling op haar webpagina laat vervallen. J.H.A.L. (Jo) Pluymakers, Beek (LB), oktober 2012 Geraadpleegde bronnen: - Koninklijke Bibliotheek, Den Haag - Koninklijk Huisarchief, Den Haag - Nationaal Archief, Den Haag - Regionaal Archief, Tilburg - Heemkundekring De Heerlijkheid Oosterhout - Jaarboekje voor de Boogschutterijen in het Koninkrijk der Nederlanden, Gorinchem, jrgn. 1847 en 1848-1849 - Publicatie Jo Pluymakers Beek (LB), 2006: Koning Willem III en handboogsport ------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2139

57

HET SCHUTTERIJWEZEN IN DE GEMEENTE ZEDERIK (ZH), VROEGER EN NU (2) Vervolg op SB 54, blz. 941 Vervolg De St.-Martinus- en St.-Antoniusgilde uit 2004

VAN: De Heer A.H.C. (Fons) Brand, deken van Schuttersgilde St.-Martinus en St.-Antonius te Lexmond en Hei- en Boeicop Geachte Heer Disch, Lexmond (ZH), 29 oktober 2012 In SB 54, pagina 941 schrijft u over ons gilde. U heeft het artikel afgesloten met een paar vragen. Nu heb ik de daarop volgende SB’s daarop nageslagen en niet gezien of u ook maar enig antwoord daarop heeft gekregen. Nu mis ik wel een paar SB’s, maar gezien de tijdspanne tussen het onderwerp in SB 54 en de andere uitgaven ver- wacht ik daar geen antwoorden in. Graag verneem ik of u inderdaad antwoord hebt gekregen. Gildegroet, Fons Brand

AAN: De Heer Fons Brand Geachte Heer Brand, Maastricht, 29 oktober 2012 Inderdaad heb ik in de SB 54 van 11 september 2006 gevraagd naar nadere informatie over ener- zijds uw toen twee jaren oude kruisbooggilde en anderzijds over het vroegere schuttersverleden van Zederik n.a.v. het voorkomen van de jaar- tallen 1394 en 1672 op de standaard van uw gezelschap. Zeer tot mijn spijt heb ik tot op heden nimmer enige reactie mogen ontvangen. Mag ik uit uw vraagstelling afleiden, dat u bereid bent om alsnog zorg te dragen voor het aanreiken van de verlangde gegevens? Niet alleen mij maar zeker ook de SB-lezers zou u daarmee een plezier doen. Zes jaar geleden was uw vereniging, voor zover ik weet, de enige schuttersgilde in de ganse pro- vincie Zuid-Holland. Is dat nog steeds zo? Ook zes jaar geleden beschikte uw gilde nog niet over een eigen website. Sinds 2009 is dat wél het geval. Ik ben dan ook eens nagegaan, of ik een afbeelding van de standaard met de bijzondere jaartallen 1394 en 1672 op de website zou aan- treffen. Is de hier getoonde foto inderdaad die van [Bron: www.schutterij-lexmond-heycop.nl] van de standaard of gaat het ditmaal om een voor- stelling van het schutterijvaandel? Maar misschien is hier het schutterijvaandel tevens standaard, zoals bij menig andere schuttersgilde het geval is!

Mijn vorige e-mail (van 8 september 2006) was gericht aan ‘hoofdman’ (= voorzitter) Herman de With. U tekent daarentegen met ‘deken’. Een andere benaming voor dezelfde functie? Met vriendelijke groeten, Alfred Disch ------Blz. 2140 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95

58

VSK: DE VLAAMSE SCHIETSPORTKOEPEL (2) Vervolg op SB 94, blz. 2050

Slot Inleiding 1978 In 1978 kondigen zich moeilijkere tijden aan, door de splitsing van de cultuurgemeenschappen; zie ook SB 94, blz. 2050, sub anno 1977. Tevens wordt het programma van de Olympische Spelen gewijzigd en met het wegvallen van de 300m-discipline voor het geweer wordt de deur voor de luchtdrukwapens wijd opengezet. 1984 Op de Olympische Spelen 1984 te Los Angeles (VS) wordt voor het eerst in de geschiedenis van de O.S. het Luchtdrukwapen als discipline toegelaten. De KVBSV-na organiseert zijn eerste Cursus Arbitrage. De in 1963 opgerichte Belgische Federatie voor Kleischieten splitst zich in een Vlaamse vleugel, genaamd Federatie Kleischutters van het Vlaamse Land (FKVL), en in een Waalse vleugel. 1988 Tijdens de Olympische Spelen 1988 te Seoel (Zuid-Korea) telt de Belgische delegatie 60 deelnemers, onder wie niet minder dan zes schutters. België behaalt twee medailles waaronder één voor KVBSV-schutter Frans Peeters; Anne Goffin wordt vierde in de discipline Luchtpistool. 1989 Ook de Duitstalige Gemeenschap wordt betrokken bij de organisatie van 3de Match der Latijnse Landen, ditmaal gehouden in de Waalse en provinciale hoofdstad Namen. Zie en vergelijk SB 74, blz. 2050, sub anno 1974. 1999 Op 13 april van dit jaar vaardigt de Vlaamse Cultuurraad een nieuw decreet uit, inhoudende de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties, met accentlegging op de sportconfederaties. Gevolg: KVBSV-na. fuseert met de Federatie Kleischutters van het Vlaamse Land (FKVL) en de Belgische Parcours Schutters Associatie (BPSA) en gaat over tot de oprichting van de Vlaamse Schutterskonfederatie (VSK.). Naar aaanleiding van die oprichting stappen enkele provinciale afdelingen uit de nieuwe confederatie en sluiten zich aan bij andere federaties, t.w.: FROS en de Vlaamse Traditionele Sporten (VlaS). 2000 In dit jaar volgt de fusie van de VSK met de Handboogliga (HBL). De nieuwe fusiekoepel heet nu: Vlaamse Koepel der Schietsportfederaties (VKS). 2001 Op 13 juli wordt het decreet inzake regeling van erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederatie, de koepelorganisaties en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding goedgekeurd. Dit heeft enerzijds tot gevolg de ontbinding van de VKS en anderzijds het feit dat de VSK (= dus: de Vlaamse Schutterskonfederatie) opnieuw de erkende en gesubsidieerde federatie is. 2003 De Vlaamse Schutterskonfederatie (VSK) viert op 17 mei zijn eeuwfeest in de aula van de Koninklijke Militaire School te Brussel. 2007 Op 8 juni verschijnt het langverwachte decreet van de sportschutter in het Belgische Staatsblad. Dit zorgt ervoor dat duizenden schutters een sportschutterslicentie aanvragen en het ledenaantal spectaculair stijgt. 2009 Op een buitengewone algemene vergadering van 26 oktober wordt de basis gelegd voor een grondige hervorming van de VSK. De clubs beslissen met een zeer ruime meerderheid om alle activa en passiva van KVBSV-na en FKVL over te dragen aan de VSK. De naam van de vereniging wordt gewijzigd in: Vlaamse Schietsportkoepel. Binnen deze VZW *) bestaan twee categorieën leden: de clubs Doelschieten en de clubs Klei(duiven)schieten. Alfred Disch, Maastricht, oktober 2012 *) VZW = vereniging zonder winstoogmerk. ------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2141

59

HET SCHUTTERIJWEZEN IN DE GEMEENTE MEERSSEN (LB), VROEGER EN NU (4) Vervolg op SB 94, blz. 2040-2042, 2051 en 2055-2067 Vervolg 2 De voormalige en huidige schutterijen te Meerssen-dorp VAN: De Heer Ing. J.H. (Hans) van de Worp, 2de plv.-commandant, trompetter en tevens webmaster van Schutterij St.-Remigius te Meerssen Hallo, Alfred. Meerssen (LB), 23 oktober 2010 Ik heb de erkenningsakte van Willem III m.b.t. Schutterij St.-Remigius uit 1889 proberen te ontcijferen. Deze vind je in het Word-document. Ik heb de scan van de akte bijgevoegd zodat je ook zelf kunt kijken en wellicht iets kan toevoegen (ik kon het niet helemaal ontcijferen). Ik baal wel dat een gedeelte is weggevallen maar op zich niet desastreus, denk ik. [Zie de nevenstaande afbeelding. Voor een leesbare vergroting en voor een transcriptie zie de navolgende bladzijde]. Het verhaal roept bij mij wel een paar vragen op. 1) Waarom moest men destijds bij de koning vragen om als rechtspersoon te worden erkend? Gangbaar voor die tijd, neem ik aan. Of werden schietverenigingen als iets ‘drei- gends’ ervaren? 2) Ik zie in de tekst ook het volgende: houdende de statuten der voor minder dan dertig jaren aangegane vereeniging genaamd St. Remigius schutterij, gevestigd te Meerssen. Waarom gaat men een vereniging voor minder dan 30 jaar aan? Of interpreteer ik het verkeerd? Behalve deze akte is er (nog) niks teruggevonden m.b.t. de St.- Remigius. Heb jij wellicht meer gevonden? Verder zie ik in een schrijven van Joop Geijsen, die deze akte aanhaalt, dat hij stelt dat Remigius tot 1914 heeft bestaan en door de oorlog uitgedoofd raakt. In 1918 wordt een burgerwacht opgericht (in 1940 verboden door de Duitse bezetter) waardoor de aandacht voor schutterijen in Meerssen verbleekt. Als laatste heb ik eens van dhr. Jo Pluymakers uit Beek (LB) een kopie ontvangen waaruit blijkt dat een Meerssense schutterij, St.- Andries, deel heeft genomen aan koninklijke schietwedstrijden in 1854. Andreas komt voor op een lijst in het Koninklijk Huisarchief te ’s-Gravenhage, nl. een lijst van scherpschutterijen t.b.v. koninklijke wedstrijd 1854. Ik heb wel eens eerder van de naam Andries vernomen uit brieven waar ook over Andries werd gesproken. Het bevreemdt me echter dat ik geen zilver met een dergelijke naam heb teruggevonden of hadden de oude en jonge schutterijen welke wel op de schilden worden genoemd, nog een aparte aanduiding m.b.t. beschermheilige(n) die dan enkel in de spreektaal werd gebruikt in hun naam? Zo ja: wat waren hun namen dan? Volgens mij heb ik het al eens eerder gevraagd: waarom vinden we van Remigius geen zilver terug? Zou het door een vroeger bestuur zijn vastgehouden of verborgen voor de Duitse vijand of heeft die het wellicht in beslag genomen? Ik wacht nu geduldig je eventuele antwoorden op de vragen af en die zullen wellicht weer nieuwe vragen opwerpen. Groetjes, Hans AAN: De Heer Hans van de Worp Beste Hans, Maastricht, 23 oktober 2010 De fotokopie van het KB van 10.10.1889 - nr. 29 was mij bekend: ongeveer tien jaar geleden heb ik haar gezien ten huize van Joop Geijsen. De gegevens heb ik later verwerkt in mijn tekst over het schutterijwezen van Meerssen; zie dan ook de derde aflevering van deze SB-rubriek. Voor een transcriptie (met toelichtende noten) van het KB uit 1889 verwijs ik naar hieronder. Dáár vind je tevens het antwoord op een deel van jouw vragen. De termijn van net iets ‘minder dertig jaar’ was wettelijk bepaald en vóór het verstrijken van die periode kon verlenging voor weer eenzelfde termijn worden verkregen (na aanvraag). Koning Willem III was juist een uitgesproken liefhebber van, om niet te zeggen een royale maecenas voor, het schutterijwezen; zie de zéér verhelderende publicaties dienaangaande van J.H.A.L. (Jo) Pluymakers in de SB, met name in SB 70 (blz. 1329, met verdere bronverwijzingen). Voor antwoord op jouw overige vragen mag ik kortheidshalve je wel andermaal verwijzen naar de derde aflevering in deze SB-rubriek. Immers, ook dáár vind je méér over de voormalige St.-Remigius I en II (niet te verwarren met de huidige, sinds 1986 bestaande St.-Remigius III) alsmede vrij uitgebreide informatie over de St.-Andreasschutterij (in de volksmond: Sjötterie St.-Andries) uit de jaren ±1801 - 1854/1862 en haar gelijknamige drie (!) voorgangers. Mochten desalniettemin toch nog vragen overblijven of nieuwe vragen rijzen, dan verneem ik dat graag van je. Met vriendelijke groeten, Alfred ------Blz. 2142 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95

60

Het Koninklijk Besluit (KB) van 10.10.1889 - nr. 29 [Bron: fotokopie, verstrekt door Hans van de Worp] Transcriptie Wij, Willem III, bij de gratie Gods Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Groot-Hertog van Luxemburg, enz., enz., enz. Beschikkende op een aan Ons ingediend verzoekschrift van Joannes Kleuters te Meerssen daarbij overleggende a eene onderhandsche akte, houdende de statuten der voor minder dan dertig jaar aangegane vereeniging genaamd b St. Remigius Schutterij, gevestigd te Meerssen, en verzoekende dat deze vereeniging door Ons moge worden erkend , o c Gelet op de voorschriften der wet van 22 April 1855 (Staatsblad n 32) in het algemeen en op de voordracht onzer Minister van Justitie van 3 October 1889, 1ste Afd. 9 No. 115; Hebbend[e] goedgekeurd en verstaan de statuten van dezen vereeniging genaamd St. Remigius Schutterij, gevestigd te Meerssen, gelijk die bij het d verzoekschrift zijn overgelegd, goed te keuren en de vereeniging mitsdien als rechtspersoon te erkennen. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.e Het Loo, den 10 October 1889. Willem De Minister van Justitie, Ruys van Beerenbrouck.

Noten van de SB-redactie a b onderhandsch = zonder tussenkomst van notaris opgemaakt. moge worden erkend, lees: moge worden erkend als rechts- persoon. c wet van 22 April 1855: de Wet van 22 april 1855 bepaalde dat voortaan elke vereniging die wenste deel te nemen aan het rechtsverkeer (bijv. om zo een erfenis of legaat te kunnen ontvangen en zo onroerend goed te kunnen bezitten), rechts- persoonlijkheid moest hebben (door koninklijke goedkeuring van haar statuten); verenigingen die reeds vóór 22.4.1855 d e bestonden, waren vrijgesteld van die verplichting. mitsdien = daarom. uitvoering van dit besluit, lees: publicatie in de Staatscourant (want pas dán kreeg het genomen Koninklijk Besluit rechtskracht, d.w.z. rechtsgeldigheid). ------A.D ------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2143

61

HET PREDICAAT KONINKLIJK (17) Vervolg op SB 94, blz. 2069-2074 Bepalingen betreffende het predicaat ‘Koninklijk’ (Bron: www.munt-penningkunde.nl)

1 BEPALINGEN BETREFFENDE HET PREDIKAAT ‘KONINKLIJK’ zoals verleend ingevolge Koninklijke Beschikking per 17 februari 1987 voor de duur van 25 jaar. 2 1. Hare Majesteit de Koningin verleent het recht tot het voeren van het predikaat ‘Koninklijk’. Het recht kan worden verleend aan ondernemingen en aan verenigingen en is strikt op naam. 2. Verlening van het predikaat houdt tevens in, dat de gerechtigde de Koninklijke Kroon mag voeren waar zulks in het gebruik past, bijvoorbeeld op briefpapier in combinatie met de naam van de onderneming of vereniging dan wel op een eigen vlag. De Koninklijke Kroon bevat een hoofdband en vijf diademen; dit karakter dient bij eventuele stilering in ieder geval gehandhaafd te blijven. Het predikaat mag in het buitenland in een vreemde taal worden gevoerd. 3. Het gerechtigd zijn tot het voeren van het predikaat houdt de verplichting in alles na te laten wat de reputatie van de gerechtigde zou kunnen schaden. Tevens dient de gerechtigde de bij de verlening uitgereikte documenten, te weten het afschrift van de Koninklijke Beschikking, de oorkonde en het exemplaar van deze bepalingen, met zorg te bewaren. 4. Het predikaat mag niet worden gevoerd in verbinding met een product. 5. Het recht tot het voeren van het predikaat kan te allen tijde worden ingetrokken. 6. Het recht tot het voeren van het predikaat vervalt, indien de juridische of feitelijke structuur van de gerechtigde verandert. Bij ondernemingen kan hieronder bijvoorbeeld worden verstaan het geval dat de eigendom van de onder- neming geheel of in overwegende mate in andere handen overgaat, de statuten worden gewijzigd, de onderneming in liquidatie treedt, in staat van faillissement komt te verkeren of surséance van betaling aanvraagt. Bij verenigingen kan hieronder bijvoorbeeld worden verstaan wijziging van de statuten of het in liquidatie treden. 7. Het recht tot het voeren van het predikaat vervalt na vijfentwintig jaar dan wel na een kortere periode, indien die bij de verlening is vermeld. 8. Wanneer het recht tot het voeren van het predikaat wordt ingetrokken dan wel vervalt, dient de oorkonde onverwijld te worden teruggezonden aan de Grootmeester van het Huis van Hare Majesteit de Koningin. Alsdan mogen het predikaat en de Koninklijke Kroon niet meer worden gevoerd en dienen de statuten van de voormalige gerechtigde te worden aangepast. 9. In de onder 6 en 7 bedoelde omstandigheden waar de gerechtigde onderneming of vereniging blijft bestaan, kan bestendiging van het recht tot het voeren van het predikaat worden verzocht aan Hare Majesteit de Koningin.

10. Deze bepalingen worden in twee exemplaren uitgereikt aan de gerechtigde. De gerechtigde dient één exemplaar te ondertekenen en aan de Grootmeester van het Huis van Hare Majesteit de Koningin terug te zenden. De ondergetekenden verklaren tekeningsbevoegd te zijn voor [naam rechtspersoon] te [naam vestigingsplaats] en kennis te hebben genomen van deze bepalingen en zich daarnaar te zullen gedragen. w.g. [naam voorzitter], voorzitter [naam secretaris], secretaris Noten van de SB-redactie 1 predikaat, lees: predicaat. 2 Hare Majesteit de Koningin i.c. koningin Beatrix, mi.v. 30.4.2013: Zijne Majesteit de Koning i.c. koning Willem-Alexander. A.D. ------Blz. 2144 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95

62

VRAAG EN ANTWOORD; VRAAG EN AANBOD (29) Vervolg op SB 94, blz. 2075- 2079 Gelieve in voorkomende gevallen uw reactie steeds (óók) te richten aan de redactie van de SCHUTTERSBRIEF ([email protected]), zodat niet alléén de vraagsteller maar álle SB-lezers er profijt van kunnen hebben! ANTWOORD 32 (inzake alschieten op gelukspapier) (vervolg op SB 20, blz. 386) De vraag van de heer J.M. (Joep) van Goch te Oostrum (LB) luidde: Een annonce in het Venrayse weekblad ‘Peel en Maas’ van 10 oktober 1903 maakt melding van ‘alschieten op gelukspapier’. Weet iemand misschien, wat ‘alschieten op gelukspapier’ zou kunnen betekenen? Het antwoord op de vraag van dhr. van Goch vond ik onder het kopje Gezelligheid is troef op de website www.schijndelse.nl → [subdomein] Overzicht verenigingen → [subpagina] Sport →.[item] Amicitia, handboog- vereniging. Ik geef hier de letterlijke tekst weer zoals die op de aangegeven plek van de website te vinden is. Gezelligheid is troef Provinciale Noordbrabantsche ’s-Hertogenbossche Courant van donderdag 13 augustus 1874 Deze verhaalt dat een kluchtig feest heeft plaatsgevonden, het aloude al- of altschieten. De tafel was gedekt met heerlijke gerechten die als doel fungeren voor de schutters. De namen van het eten en enkele vermakelijkheden (zaklopen, wanspringen) waren op een papier geschreven. Degene die `Alt’ schoot oftewel ‘alles’, kreeg wat op de tafel stond. Schoot hij echter een van de gerechten, dan moest hij dit opeten, ook als het uien of mosterd was. Dit op straffe van een geldboete als men dit niet deed! Degene die het geluk had om ‘Bachus op een ton’ te raken, mocht op een ton gaan zitten, kreeg een bril opgezet en een krant, Goudse pijp en een glas wijn aangereikt. Dit duurde tot de volgende aan de beurt kwam. Aan degene die het papier met ‘zaklopen’ raakte, was later goed te zien hoe vaak deze al aan Bachus had geofferd. Het feest werd afgesloten met een optreden van de harmonie afgewisseld met voordrachten van poëzie en zang. Mij dunkt, dat nu wel duidelijk is wat met al(t)schieten bedoeld wordt. De term gelukspapier slaat op het blazoen, d.i. de schiet-‘schijf’. Die kan inderdaad van papier zijn, maar ook van karton of van hout. Een meer algemene benaming is geluksblazoen. Hoe zag dat eruit? Ik volg hier de afbeelding (zie nevenstaande illustratie) en op hoofdlijnen de beschrijving, door de vermaarde schutterijvorser Jappe Albertus Jolles gegeven.* Het gaat om een ruit, d.w.z. een gekanteld vierkant. In het midden: een witte roos = 20 (punten); en een zwarte roos (= de dikke zwarte rand rondom de witte roos), goed voor 18. Dit midden wordt horizontaal en vertikaal geflankeerd door vier kleine ruiten. De driehoekige vlakken daarbinnen dragen de getallen 2 t/m 17 en wel telkens twee onder of naast elkaar die tezamen 19 vormen. Ook mogelijk is het (alom bekende) gewone blazoen, een échte (want: ronde) schietschijf, met - in het midden - de witte roos (= 6), de zwarte roos [= de dikke zwarte rand rondom de witte roos] (= 5) en de vier ringen daaromheen (= 4, 3, 2 en 1 punt, gerekend van binnen naar buiten). Bij zowel ruit als schietschijf kunnen inrichting en getallen ver- schillen. Jolles lijkt te suggereren, dat het geluksblazoen alléén bij handboogschutters voorkomt; maar is dat laatste wel zo? Geluksblazoen [Bron: Jolles 1933-1934] De clou bij het al(t)schieten oftewel bij de gebruikmaking van gelukspapier is dat de getalwaarde die geschoten wordt, overeenkomt met het getal dat vermeld staat op een dichtgevouwen opdrachtbriefje, dan wel met een der genummerde prijzen op tafel. Overigens maakt Jolles geen melding van de termen al(t)schieten en gelukspapier. Alfred Disch * Jolles 1933-1934 = J.A. Jolles: De Schuttersgilden en Schutterijen van Noord-Brabant. Overicht van hetgeen nog bestaat. [Uitgegeven door het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant]. ’s-Hertogenbosch 1933- 1934. [Fotografische herdruk (twee delen in één band): Arnhem 1974]. Zie meer speciaal Inleiding in deel 1, blz. 10. ------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2145

63

ANTWOORD OP VRAAG 82 (inzake een gevonden ‘wapenschild’) (vervolg op SB 94, blz. 2077-2078) Beste Alfred, Landgraaf (LB), 19 oktober 2012 Bij dezen wil ik reageren op vraag 82 van Wim Jochijms uit Blitterswijck in de 94ste uitgave van de Schuttersbrief en uw antwoord hierop. Met uw stelligheid dat het een plaat van een (Sint-Joris)schuttersgilde betreft, ben ik van mening dat dit absoluut niet van toepassing is. Het wapenschild vertoont drie specifieke kenmerken die maar naar één kant kunnen wijzen: het Russische Rijk, dat van 1721 tot 1917 bestaan heeft. De kenmerken zijn: de tsarenkroon, de dubbelkoppige adelaar en het hartschild met de voorstelling van Sint-Joris met de draak. De dubbelkoppige adelaar is aan keizerrijken voorbehouden: het Heilig Romeinse Rijk van Duitse Natie, het keizerrijk Oostenrijk, de Duitse Bond en diens rechtsopvolger het Duitse (keizerlijk) Rijk en, zoals reeds vermeld, het Russische Rijk. Pruissen heeft nooit de status van keizerrijk gehaald en gebruikte al aan het einde van de Middeleeuwen een adelaar met één hoofd. De tsarenkroon is eenduidig te herkennen en het hartschild met Sint-Joris en de draak was het wapen van het Vorstendom Moskovie. Om een en ander onmiskenbaar te duiden zal men moeten achterhalen wat de specifieke betekenis van de attributen in de klauwen van de adelaar is. Gezien de gekruiste ankers zou men eerder aan een maritiem verleden denken. Het wapenschild kan een borstplaat zijn geweest van een militair, behorende tot de strijdkrachten van het Russische Rijk. In Duitsland droegen en dragen de Feldjäger [= leden van de militaire politie] nog steeds borst- platen. Verder zouden lokale en regionale historici moeten onderzoeken of ten gevolge van de Napoleontische oorlogen Russische militaire eenheden zich in de regio Noord-Limburg / Oost-Brabant in het algemeen of in en rond Blitterswijck in het bijzonder hebben opgehouden of er doorheen zijn getrokken. Ter staving van het gestelde zijn enkele bijlagen [zie fig. 1 t/m fig. 4] toegevoegd. Met een vriendelijke schuttersgroet uit Landgraaf, Frans Theunissen F.H. (Frans) Theunisen, auteur van het in SB 32 gerecenseerde OCGL-artikel over schutterijen, erelid van Schutterij Koningin Wilhelmina te Nieuwenhagen, gemeente Landgraaf (LB)

Fig. 1 Fig. 2 Fig. 3 Fig. 4 Fig. 1: wapen van het Russische Keizerrijk. Fig. 2: Russisch wapen met tsarenkroon. Fig. 3: wapen van Moskou. Fig. 4: wapen van het Grootvorstendom Moskou [Bron fig. 1 tm 4: Wikipedia / Wikimedia Commons].

Beste Frans, Maastricht, 19 oktober 2012

U hebt volkomen gelijk.

De verbinding die ik heraldisch legde tussen de Duitse (dubbelkoppige) adelaar [zie links] en de Pruisische (éénkoppige) [zie rechts], was sowieso al onjuist. [Bron van de beide afbeeldingen: Wikipedia]. U hebt aangegeven in welke richting we dan wél moeten zoeken. Mijn gedachten gaan ditmaal uit naar m.n. kozakken die annis 1813-1814 ook op diverse plaatsen in Limburg, Noord-Brabant en elders in Nederland hebben meegeholpen bij de verdrijving van de Napoleontische bezettings- macht. ------Met vriendelijke groeten, Alfred Disch ------Blz. 2146 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95

64

RECENSIE (48) Vervolg op SB 92, blz. 1979-1980

Jubileumboek St.-Antonius- en St.-Sebastiaansgilde Udenhout (NB)

Titel: Gilde Sint Antonius – Sint Sebastiaan. Een gezond en actief gilde dat de eeuwenoude tradities levend houdt. Udenhout 2013. Auteur: Myra Prinsen. Redactie: Frans Vriens, Thom van de Voort, Myra Prinsen. Editor: Gilde St.-Antonus en St.-Sebastiaan te Udenhout, gemeente Tilburg. Tekeningen: Henk Bissels (inzake koningsschilden). Foto’s: Fotografie Dion de Bakker, Remie Fotografie, Jan Huisman, gildeleden, archief gilde. Vormgever: Gewoon Kuus. Druk: Drukkerij Groels. Formaat: 30½ cm bij 21½ cm; harde kaft; 102 bladzijden; ±222 foto’s (veelal in kleur), twaalf foto-kopieën van krantenartikelen en 43 tekeningen van koningszilver. Prijs: € 27; dit is inclusief verpakking en porto binnenland. Voor het buitenland zijn de kosten € 30. Bestelling bij: [email protected].

Aanbieding van het fusiejubileumboek op 2 maart 2013 V.l.n.r.: gildeschrijver Frans Vriens, de Tilburgse wethouder Eric de Ridder, pastoor-gildeheer Godfried Looyaard, hoofdman Johan Vriens en deken (bestuurslid) Thom van de Voort [Fotograaf: Pieter Michielsen]

Het feestboek dat mij ter recensie werd toegezonden, is geschreven n.a.v. een gouden jubileum. In 1963 namelijk, dus vijftig jaar geleden, fuseerde de in 1925 opgerichte scherpschuttersvereniging ‘Weerbaarheid no. 1’ met de oorspronkelijke geweer- en handbooggilde St.-Antonius en St.-Sebastiaan. Van deze laatste reikt de geschiedenis terug tot - naar mijn vaste overtuiging: minstens! - het jaar 1548. Omdat in 1988 (ook alweer 25 jaar geleden) reeds een gedenkboek verschenen was, heeft de jubilerende vereniging ditmaal gekozen voor een andere opzet, nl. - zoals hoofdman Johan Vriens in zijn Voorwoord (blz. 9) meldt - beschrijven hoe de leden in de afgelopen halve eeuw de vereniging naar een hoger niveau getild en springlevend gemaakt hebben. Met genoegen heb ik het jubileumboek, van kaft tot kaft, gelezen. Het boek geeft een goede indruk, hoe de Antonius en Sebastiaan van het Noord-Brabantse dorp Udenhout vandaag de dag reilt en zeilt. Tekst (33 hoofdstukken) en bijna 300 illustraties tonen aan, dat de bewuste schuttersorganisatie inderdaad een gezonde en actieve gilde is die de eeuwenoude tradities levend houdt. Voor wie het gedenkboek uit 1988 niet in zijn boekenkast heeft staan, zijn er de inleidende hoofdstukken De gildebroeders anno 1548 (blz. 10-13) en De gildebroeders anno 1963 (blz. 14-17). Na het derde inleidende hoofdstuk, De gildebroeders anno 2013 (blz. 18-21), passeren nagenoeg alle posities binnen de gilde de revue. Het zijn er nogal wat. Hou u vast: hoofdman, gildeschrijver, rentmeester, dekens, koning, keizer, gildeheer (= geestelijk leidsman), ereleden (t.w. eregildeheer, erehoofdman, eredeken, ouderling), standaardruiter, vaandrig, vendeliers, tamboers, bazuinblazers, gildenar, schatbewaarder (= archivaris), gildebroeders, gildezusters en jeugdleden. Uit een der tussenhoofstukken blijkt, dat naast het geweer (hoofdwapen) ook de kruisboog (voorheen de handboog) gehanteerd wordt. Een ander tussenhoofdstuk maakt duidelijk, dat de gilde de jaarlijkse meimaandviering in de kathedraal van ’s-Hertogenbosch opluistert. De statie- of teerdag (altijd op de zaterdag die het dichtst bij 20 januari ligt) komt natuurlijk ook ter sprake en... in beeld. Opmerkelijk is het jaarlijkse koningschieten bij het verzorgingshuis De Eikelaar. De gilde bruist van activiteiten; en terecht dat dan de kranten er melding van maken; vandaar het tussen- hoofdstuk De gilde in de publiciteit. Eveneens is een tussenhoofdstuk gewijd aan het protocol bij een uitvaart. De slothoofdstukken geven naamlijsten (met jaartallen) van bestuurs- en ereleden, van gildebroeders die sinds 1963 overleden zijn, alsmede van prijswinnaars. Al met al een héél interessant lees- en kijkboek. Reden waarom ik de aanschaf ervan bij de SB-lezer hartelijk aanbeveel! ------Alfred Disch, Maastricht, maart 2013 ------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2147

65

VERSCHIJNING VAN DE SCHUTTERSBRIEF (49) Vervolg op SB 94, blz. 2080-2081

------

Beste Alfred, Maastricht, 28 oktober 2012 Hartelijk dank voor de laatste Schuttersbrief met de interessante bijdragen over Meerssen. Ik zal er voor mijn boek dankbaar gebruik van maken. Uiteraard met bronvermelding. Mocht ik nog vragen of opmerkingen hebben, dan meld ik me. Ik kijk uit naar de bijdragen over Bunde, Geulle en Ulestraten. Met hartelijke groet, Frank Dhr. drs. F.E.R. (Frank) Hovens; historicus, eigenaar Bureau voor archiefonderzoek, werkt thans (in opdracht van de gemeente Meerssen) aan een supplement op het Meerssener geschiedenisboek uit 1994

------

Beste Alfred, Beers, gemeente Cuyk (NB), 30 oktober 2012 Ik heb met veel plezier de Schuttersbrief gelezen. R. v. Haren. Dhr. Rien van Haren, staande deken van de St.-Anthoniusgilde te Beers

------

Beste Alfred, Veldhoven (NB), 1 november 2012 Er zit weer ‘schot’ in de Schuttersbrief! Hartelijk dank voor de tweede Schuttersbrief alweer sinds de lange onderbreking. Gezien de vele reacties in het laatste blad kan ik dus niet achterblijven. Vandaar mijn welgemeende complimenten dat het geheel weer op de rails staat met zoals vanouds veel interessante berichten, meldingen en foto's. Inmiddels heb ik al weer diverse krantenknipsels voor je uitgeknipt voor ‘leesvoer’ die je misschien ergens kunt gebruiken voor een van de komende uitgaven van de SB. Nogmaals hartelijk dank en verder wens ik je, met je mederedacteuren, heel veel succes en ik beloof je dat ik de brieven van voor tot achter geheel ga lezen en kom ik iets interessants tegen in de krant dat prioriteit betreft, dan stuur ik je direct per mail een bericht mét artikel en foto's zodat je ze direct kunt bewerken in een van de Schutters- brieven. Als voorbeeld het door Paul Barts vervaardigde wandtapijt van de tien schuttersgilden te Eindhoven-stad [zie SB 89, blz. 1919-1920]. Dat was midden in de ‘Roos’! Met vriendelijke Schuttersgroet, Wil van Leuven, géén schutter maar wél al sinds vele jaren schuttersvriend te Veldhoven (NB) ------

Beste Alfred, Huissen (Gld.), zaterdag 3 november 2012 Fijn dat de Schuttersbrief er weer is. Jan Wannet Dhr. J.A.M. (Jan) Wannet, bibliothecaris-archivaris en zilverbewaarder van de St.-Gangulphusgilde en St.-Laurentiusgilde te Huissen (Gld.), generaal bij de St.-Laurentiusgilde te Huissen (Gld.), redacteur van het driemaal per jaar verschijnende blad Huissense Gildenkroniek, archivaris van de Kring van Gelderse Gilden (KGG)

------Blz. 2148 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95

66

MEDEDELINGEN (50) Vervolg op SB 92, blz. 1981 Mededeling 176 [Inzake publicatie Schutterij Koningin Wilhelmina (v/h St.-Gregorius de Grote) te Nieuwenhagen] Beste Alfred, Nieuwenhagen (LB), 19 oktober 2012 Buiten dit onderwerp om [zie blz. 2146] maak ik van de gelegenheid gebruik om u al te informeren omtrent het feit dat ik bezig ben met een nieuw artikel betreffende de schutterij van Nieuwenhagen (LB). N.a.v. een artikel in uw Schuttersbrief heb ik enkele jaren geleden contact opgenomen met de heer Pluymakers uit Beek, die mij enkele afschriften van archiefbescheiden uit het Koninklijk Huisarchief en het Nationaal Archief heeft doen toekomen. Dit jaar heb ik contact opgenomen met zowel beide voorgenoemde archiefinstellingen als met het Regionaal Historisch Centrum Limburg. Door deze contacten ben ik nu in het bezit van afschriften en digitale bestanden betreffende de eerste decennia van de Nieuwenhaagse schuttersgeschiedenis. Het artikel zal hoogst- waarschijnlijk in twee delen verschijnen en wel in de jaarboeken 2013 en 2014 van het Oudheidkundig en Cultuurhistorisch Genootschap Landgraaf (OCGL). Deel 1 zal zich hoofdzakelijk concentreren op de leden uit successievelijk 1861 en 1888, terwijl in deel 2 vooral aandacht is voor de statuten die in 1898 en 1899 ter koninklijke goedkeuring zijn voorgelegd. Met een vriendelijke schuttersgroet uit Landgraaf, Frans Theunissen F.H. (Frans) Theunisen ------Mededeling 177 (Inzake het Limburgs schuttersmuseum te Steyl, gemeente Venlo)

Persbericht Nieuwe huisvesting Limburgs Schutterijmuseum (LSM) definitief

Steyl (LB), 5 april 2013

Op 10 april 2008 werd het Limburgs Schutterijmuseum (LSM) getroffen door een grote brand. De schade aan het gebouw en de collectie was enorm. Aanvankelijk leek het er op dat de voormalige kapel Notre Dame in Steyl na restauratie weer heringericht kon worden als museum. De Congregatie van het Goddelijk Woord besloot echter het gebouw een andere bestemming te geven waardoor het Museum dakloos bleef. In augustus 2011 was er goed nieuws. Het LSM en het kerkbestuur van de Sint-Rochusparochie in Steyl sloten een principeovereenkomst die vestiging van het museum in het voormalige kerkgebouw mogelijk moest maken. De afgelopen anderhalf jaar hebben kerkbestuur, bisdom Roermond, de gemeente Venlo en het LSM-bestuur in goede harmonie toegewerkt naar het sluiten van een definitieve overeenkomst. Gisterenmiddag, 4 april, werd een erfpachtovereenkomst getekend voor de duur van dertig jaar. Het heeft inderdaad nog best lang geduurd maar het herbestemmen van een kerkgebouw is ook niet iets dat je zomaar doet. We zijn blij dat het nu zover is en dat we een overeenkomst hebben kunnen sluiten waarin alle partijen zich kunnen vinden. Aldus Henk Vossen voorzitter van de stichting die het nieuwe museum gaat beheren. Pastoor Dautzenberg vond het moeilijk om afscheid te nemen van de kerk in Steyl maar is blij met de her- bestemming. Er bestaat een eeuwenoude, sterke band tussen de Kerk en het schutterswezen en dat geeft toch iets vertrouwds. Het gebouw komt hiermee in vertrouwde handen en dat voelt goed, ook voor de mensen van Steyl. Wanneer het nieuwe Schuttersmuseum zijn deuren opent, is nog niet te zeggen. Het businessplan is in concept klaar en komende week wordt gestart met het inmeten van het gebouw zodat de schetsen omgezet kunnen worden in tekeningen. Verheijen Smeets Architecten tekent voor de verbouwing. De inrichting wordt gedaan door CAS Design. Naar verwachting kunnen definitieve plannen rond de zomer worden gepresenteerd. Bart Hölscher, bestuurslid PR en Communicatie Limburgs Schutterijmuseum ------Schuttersbrief - nummer 95 15 april 2013 Blz. 2149

67

COLOFON De Schuttersbrief (SB) verschijnt sinds 19 juni 2004 en is een uitgave van de SB-stichting.

U mag - om o.a. auteursrechtelijke redenen - uitsluitend voor eigen persoonlijk gebruik de SB uitprinten, dus niet (!) ten behoeve van anderen.

Oude SB-nummers kunt U op www.schuttersbrief.nl raadplegen en desgewenst voor eigen gebruik downloaden.

De SB wordt gratis verstrekt: zie de verzendlijst op pagina 1542 van SB-nummer 76.

Wilt U ook GRATIS en RECHTSTREEKS de SB ontvangen? Laat dit dan m.v.v. Uw volledige naam, Uw woonadres en Uw telefoonnummer weten via www.schuttersbrief.nl.

De Schuttersbrief heeft een doorlopende paginering.

Veelgebruikte afkortingen worden verklaard op pagina 1543 van SB 76.

Digitale en schriftelijke post ter publicatie in de Schuttersbrief wordt naar onderwerp gerubriceerd en vervolgens in logische volgorde opgenomen in de betreffende SB-rubriek.

Wilt U óók Uw eigen berichten opgenomen zien in de SB, gelieve dan per brief of per e-mail steeds slechts één onderwerp te behandelen. Dat vergemakkelijkt aanzienlijk de rubricering van de correspondentie in de SB.

In principe worden alle ingekomen brieven en e-mails geplaatst, ook indien ze van dezelfde persoon en van dezelfde datum zijn. Bovendien wordt voor elk nieuw aangedragen onderwerp een nieuwe rubriek geopend. De SB telt thans zo’n 300 rubrieken; die van U kan (kunnen) er dus ook nog bij! Voor een tussentijds overzicht van de rubrieken zie SB 76, blz. 1507-1540.

Daar de door de SB-stichting te maken kosten vooralsnog voornamelijk worden betaald uit particuliere middelen, verzoeken wij U om een vrijwillige bijdrage o.v.v. ‘Donatie’ te storten op de in het onderstaande kadertje vermelde (voorlopige) bankrekening. Voor Uw zéér gewaardeerde gift, hoe gering ook, zeggen wij U bij voorbaat hartelijk dank!

REDACTIEADRES Bezoekadres SB-redactie / SB-stichting: p/a Franciscus Romanusweg 6-B, 6221 AE Maastricht Telefoon met voicemail: (00.31) (0)43 - 325 76 62 Skype-adres: Alfred.Disch E-mail: [email protected] Websites: www.sb-stichting.nl (bestuur); www.schuttersbrief.nl (SB) en www.schuttersportaal.eu (algemeen) Voorlopige bankrekening binnenland: 85 88 27 298 t.n.v. Alfred Disch, 6221 AE Maastricht 6-B. Voorlopige bankrekening buitenland: IBAN-code: NL86SNSBO - 85 88 27 298; BIC-code: SNSBNL2A ten name van / auf den Namen von / au nom de / in the name of: Alfred Disch, NL-6221 AE Maastricht 6-B.

Redactieleden Alfred Disch: hoofdredacteur; tevens redacteur Handboog; e-mail, ook: [email protected] Ans Moors: redactrice voor het Italiaanse taalgebied (Italië, San Marino, Vaticaan) Sjoerd Wannet: redacteur voor de provincies Gelderland en Overijssel; [email protected] Reinhard Wind: redacteur Muziek; [email protected] Sjoerd Wannet: redacteur voor de provincies Gelderland en Overijssel; [email protected] Thimo Zegers: redacteur Documentatie, Exercities en Zware Buks; [email protected] Willem van Uden en Ab Reuling: respectievelijk webmaster en assistent-webmaster

Naast enkele gekwalificeerde zetels zijn er nog vacante redacteurschappen voor diverse EGS-landen en -taalgebieden alsmede voor de schietdisciplines Geweer en Pistool. U kunt zich daarvoor aanmelden bij een van de redacteurs.

ICT’er: Hans van de Worp; e-mail: [email protected] Zakelijk adviseur: Jelger Visser; e-mail: [email protected]

------Blz. 2150 15 april 2013 Schuttersbrief - nummer 95

68