De Gulden Passer. Jaargang 66-67

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

De Gulden Passer. Jaargang 66-67 De Gulden Passer. Jaargang 66-67 bron De Gulden Passer. Jaargang 66-67. Vereeniging der Antwerpsche Bibliophielen, Antwerpen 1988-1989 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_gul005198801_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. i.s.m. 5 [De Gulden Passer 1988-1989] De Gulden Passer. Jaargang 66-67 6 Epitaphe à Christophe Plantin Pleurez, Muses, pleurez, attristez vos chansons, Regrettans le trespas d'un de vos nourrissons, L'industrieux Plantin, le premier de nostr' aage. Qui na rien espargné d'argent, ny peine aussi, Pour rendre votre los par le monde esclairecy, Las, Muses, il est mort imprimant cet ouvrage Pater noster. Vijfstemmige treurzang door Andreas Pevernage (1543-1591), mogelijk op een rouwdicht van Jonker Jan van der Noot, nog opgenomen in het eerste boek met geestelijke chansons dat Plantin aan het drukken was toen hij op 1 juli 1589 te Antwerpen overleed. CHANSONS / D'ANDRE PEVERNAGE, / MAISTRE DE LA CHAPELLE / DE L'EGLISE CATHEDRALE / D'ANVERS. / LIVRE PREMIER, / contenant Chansons spirituelles / à cincq parties. // A ANVERS, / De l'Imprimerie de Christofle Plantin. / M.D.LXXXIX. De Gulden Passer. Jaargang 66-67 7 Woord vooraf Op 1 juli 1589 overleed Christoffel Plantijn te Antwerpen. Sedert Max Rooses (1839-1914) zijn de handelsactiviteiten, wetenschappelijke contacten en uitgaven van de aartsdrukker der Nederlanden ononderbroken bestudeerd. Recente hoogtepunten van de Plantijnstudie zijn de publikaties van Leon Voet, ereconservator van het Museum Plantin-Moretus, waar het unieke bedrijfsarchief van Plantijn en zijn Antwerpse opvolgers, de Moretussen, wordt bewaard. Toen de Vereeniging der Antwerpsche Bibliophielen het initiatief nam tot het uitgeven van een herdenkingsbundel, werd de redactie blij verrast door de snelle medewerking van binnen- en buitenlandse boekhistorici. De studies behandelen Plantijns veelzijdige activiteiten met hun internationale vertakkingen. Tevens werden twee bijzondere illustratiereeksen opgenomen: alle gekende contemporaine Plantijnportretten en een aantal blikvangers van zijn Antwerpse huis, het Museum Plantin-Moretus. Op 20 maart 1989 organiseert de Vereeniging der Antwerpsche Bibliophielen een Colloquium waarop medewerkers aan deze bundel de resultaten van hun recent onderzoek rond Plantijn voorstellen. Grote dank is verschuldigd aan de Stad Antwerpen, die met ware bibliophilia haar befaamde zestiende-eeuwse medeburger herdenkt Labore et Constantia. De Redactie De Gulden Passer. Jaargang 66-67 9 Inhoud A. Inleiding L. VOET Christoffel Plantijn (ca. 1520-1589). Een 15 synthese M. SOMERS De Plantijnstudies van Max Rooses 45 B. Vrienden en kennissen K. BOSTOEN Christoffel Plantijn en Jan van Hout in 61 1583-1585. Opmerkingen naar aanleiding van hun vriendschap C. HEESAKKERS Zeven albumbijdragen van Plantijn 87 D. SACRE Een vergeten brief aan Plantijn. Fr. 107 Cicereius en zijn lofrede op Paulus Manutius P. VALKEMA BLOUW Plantin's betrekkingen met Hendrik 121 Niclaes C. Boekdruk en boekillustratie R. BREUGELMANS Twee anonieme Leidse Plantijndrukken 163 uit 1584 C. COPPENS Een kijk op het Woord. De titelbladen van 171 Plantins bijbels. Een iconografische verkenning G. GLORIEUX Bandeaux et fleurons chez C. Plantin 213 E. VERZANDVOORT Over de door Plantijn gedrukte uitgaven 237 van Reynaert de Vos W. WATERSCHOOT De kopij van J.B. Houwaerts Pegasides 253 Pleyn De Gulden Passer. Jaargang 66-67 10 D. Uitgeverij en boekandel C. COPPENS Plantins fondscatalogus uit 1567 275 G. PERSOONS De Antwerpse zending boeken naar de beurs 301 van Frankfurt in 1567 B. VAN SELM De fondscatalogus van Christoffel Plantijn 305 uit 1570 G. COLIN Le Compas d'or sur des reliures 325 J. HANSELAER De prijs van antieke teksten gedrukt door 337 Plantijn G. JANSSENS Plantijndrukken in de Henegouwse 349 boekhandel in 1569 N. KRIVATSY Plantin books in Sir Edward Dering's library 381 K. VAN DEN OORD Nederlandse boekhandelaren in de 391 Grootboeken van de Officina Plantiniana 1566-1589 F. ROBBEN De relaties van Christoffel Plantijn met de 399 boekhandel in Spanje. Een voorlopige inventaris J. VAN ROEY Het boekbedrijf te Antwerpen in 1584-1585 419 E. Auteurs en teksten J. ANDRIESSEN Joannes Fredericus Lumnius en zijn 439 Evangelica Strena (1568) F. CLAES Kiliaan als lexicograaf in de Officina 443 Plantiniana E. COCKX-INDESTEGE Vesaliana Plantiniana. De drukken van 455 Valverde en Van Mauden en hun exemplaren in Belgische collecties. Bijdrage tot een ‘Belgian Census’ van H. Cushings Bibliografie van Vesalius J.-P. TRICOT Originele tekeningen van Valverde. 481 Vesalius en Valverde M. MUND-DOPCHIE Les éditions plantiniennes des tragiques 491 grecs par G. Canterus A. WELKENHUYSEN Plantijns drukken van de Testamenten der 505 XII patriarchen (1561, 1564, 1566) in hun boekhistorische context De Gulden Passer. Jaargang 66-67 11 F. Opvolgers: F. Raphelengius en J. Moretus F. DE NAVE Franciscus I Raphelengius (1539-1597), 523 grondlegger van de Arabische studiën in de Nederlanden A. HAMILTON ‘Nam tirones sumus’ - Franciscus 557 Raphelengius' Lexicon Arabico-Latinum (Leiden 1613) A. DEWITTE Bonaventura Vulcanius en de Officina 591 Plantiniana (1573-1600) H. MEEUS Zacharias Heyns, een leerjongen van Jan 599 Moretus G. PERSOONS Joannes I Bogardus, Jean II Bogard en 613 Pierre Bogard als muziekdrukkers te Douai van 1574 tot 1633. Hun betrekkingen met de Officina Plantiniana Toelichting bij de bijzondere illustratiereeks 671 Index nominum 675 De Gulden Passer. Jaargang 66-67 12 Sigla BB - Bibliotheca Belgica. Bibliographie générale des Pays-Bas. Fondée par Ferdinand van der Haeghen. Rééditée sous la direction de MARIE-THÉRÈSE LENGER (Bruxelles 1964-1975). 7 dln. BT - Belgica Typographica 1541-1600. Catalogus librorum impressorum ab anno MDXLI ad annum MDC in regionibus quae nunc regni Belgarum partes sunt. Eds. ELLY COCKX-INDESTEGE & GENEVIÈVE GLORIEUX (Nieuwkoop 1968-1980). 2 dln. GC - LEON VOET, The Golden Compasses. A history and evaluation of the printing and publishing activities of the Officina Plantiniana at Antwerp (Amsterdam 1969-1972). 2 dln. MPM - Museum Plantin-Moretus PP - LEON VOET, The Plantin Press (1555-1589). A bibliography of the works printed and published by Christopher Plantin at Antwerp and Leiden. In collaboration with JENNY VOET-GRISOLLE (Amsterdam 1980-1983). 6 dln. De Gulden Passer. Jaargang 66-67 13 De Gulden Passer. Jaargang 66-67 14 De Gulden Passer. Jaargang 66-67 15 Christoffel Plantijn (ca. 1520-1589) Een synthese L. Voet De biografie van Plantijn leest als een roman, met merkwaardige peripetieën en bruuske wendingen tegen een achtergrond van oorlog en geweld.1-2 De jeugd van Plantijn Christoffel Plantin (Plantijn in de Nederlandstalige documenten van de tijd) moet zijn geboren omstreeks 1520 in de buurt van de Franse stad Tours; naar men vermoedt te Saint-Avertin (thans opgenomen in Tours). Hij werd op 21 maart 1550 ingeschreven in het Antwerpse poortersboek als ‘Christoffel Plantijn Janssz van Tours, boeckbindere’. Zijn levensloop tijdens de dertig jaren verlopen tussen de geboorte en de aankomst te Antwerpen zou vrijwel onbekend zijn gebleven zonder de 1 L. VOET, The Golden Compasses. A History and Evaluation of the Printing and Publishing Activities of the Officina Plantiniana at Antwerp, in two volumes, Amsterdam, Londen, New York. I. Christophe Plantin and the Moretuses. Their Lives and their World, 1969. II. The Management of a Printing and Publishing House in Renaissance and Baroque, 1972; L. VOET en J. VOET-GRISOLLE, The Plantin Press, 1555-1589. A Bibliography of the Works printed and published by Christopher Plantin at Antwerp and Leiden, in 6 volumes, Amsterdam, 1980-1983; L. VOET, ‘Some Considerations on the Production of the Plantin Press’, in Liber Amicorum Herman Liebaers, Brussel 1984, p. 355-369. 2 In de hierna volgende bladzijden worden vaak bedragen opgegeven in carolusguldens, afgekort fl. De carolusgulden in de tijd van Plantijn moet een waarde hebben gehad van ongeveer 3000 hedendaagse Belgische franken. De Gulden Passer. Jaargang 66-67 16 merkwaardige brief geschreven te Parijs op 25 maart 1567 aan Plantijn door zijn jeugdvriend, de apotheker Pierre Porret. In dit schrijven vertelt Porret hoe hij, tijdens een gesprek met de grootprior van Frankrijk, Henri d'Angoulême, het vurige katholicisme van Plantijn hemelshoog had geprezen en vervolgens, op verzoek van de belangstellende prelaat, uitvoerig was ingegaan op het leven van zijn vriend. De gegeven details herhaalt hij zorgvuldig ter intentie van zijn correspondent - details die deze beter moest kennen dan de briefschrijver zelf! Men krijgt de indruk dat Porret zijn vriend wilde waarschuwen: ‘Dit heb ik gezegd en niets meer’. Wat laat veronderstellen dat er in de jeugd van Plantijn het een en het ander moet zijn gebeurd dat beter aan het daglicht bleef onttrokken. Gezien de geest van de tijd en de persoon van Henri d'Angoulême mag worden aangenomen dat het verband hield met godsdienst. Dit impliceert dan weer dat hetgeen Porret wel heeft verteld, en herhaalt in zijn epistel aan Plantijn, als waarheidsgetrouw mag worden aanvaard. Volgens het relaas van Porret was vader Plantijn een arme drommel, die, toen de pest zijn huisgezin had gedecimeerd, met Christoffel, zijn enig overgebleven kind, vluchtte naar Lyon waar hij als huisknecht in dienst trad van een familielid van Porret. Na twee à drie jaar verlieten vader en zoon Lyon om Pierre Puppier, een ander lid van de familie Porret, te begeleiden naar de universiteiten van Orléans en
Recommended publications
  • Changing Perceptions Between the Rubens Centennials in 1877 and 1977
    Artl@s Bulletin Volume 10 Issue 1 Images in Circulation Article 5 The Copy & The Real Thing: Changing Perceptions Between the Rubens Centennials in 1877 and 1977 Griet Bonne Ghent University, Belgium, [email protected] Follow this and additional works at: https://docs.lib.purdue.edu/artlas Part of the Fine Arts Commons, History of Art, Architecture, and Archaeology Commons, Photography Commons, Television Commons, and the Visual Studies Commons Recommended Citation Bonne, Griet. "The Copy & The Real Thing: Changing Perceptions Between the Rubens Centennials in 1877 and 1977." Artl@s Bulletin 10, no. 1 (2021): Article 5. This document has been made available through Purdue e-Pubs, a service of the Purdue University Libraries. Please contact [email protected] for additional information. This is an Open Access journal. This means that it uses a funding model that does not charge readers or their institutions for access. Readers may freely read, download, copy, distribute, print, search, or link to the full texts of articles. This journal is covered under the CC BY-NC-ND license. Images in Circulation The Copy & the Real Thing: Changing Perceptions Between the Rubens Centennials in 1877 and 1977. Ghent University Griet Bonne Abstract In this paper I examine the changing relationship between mechanical reproductions and the original artwork in the context of the Rubensdouble centennials logic of image in 1877 perception and 1977. Drawing on theorists such as Walter Benjamin, Dean MacCannell, Hans Belting and Boris Groys, I argue that the mechanism of copying generates a : a simultane- ous centrifugal and centripetal circulation of images that affects how people perceive art in modern society.
    [Show full text]
  • Rubenianum Fund
    2019 The Rubenianum Quarterly 1 Rubenianum and RIHA With its mission of facilitating and initiating art- historical research, the Rubenianum is anything but an isolated institute, even less so when in 2014 we became part of an organized network: RIHA, the International Association for Research Institutes in the History of Art. Founded in 1998, RIHA today unites thirty- three institutes from twenty-one countries in Europe, the United States, Russia and Australia. With newly admitted institutes from Latvia and Georgia, the network is still expanding. In principle, the association welcomes research institutes that operate independently from museums or universities, while preferably limiting the number of member institutes per country to two. The Rubenianum became the second Belgian member institute, after the Royal Institute for Cultural Heritage in Brussels, and thus is the only Flemish member. Among the founding and more recent member Rubens’s garden screen and loggia restored institutes are major (inter)national players, such as the Zentralinstitut für Kunstgeschichte The standing Rubens acquired in his lifetime can still be gleaned today from the exterior in Munich, the RKD – Netherlands Institute for of his house. In 1608 the artist returned to the North after spending eight years in Italy. Art History in The Hague, INHA in Paris, or even He was then in his early thirties and on the threshold of a brilliant European career. the State Institute of Art Studies in Moscow, Back in Antwerp, he soon succeeded in establishing a large studio that was impressively employing some 250 researchers and staff productive. By 1610 he could afford not only to buy a house but also to undertake members! Yet, the differences in scale between extensive renovations based on his own designs, turning the property into a dazzling members do not make our exchanges less relevant mansion with a garden that scarcely had its equal in the Low Countries.
    [Show full text]
  • Anderhalve Eeuw Flirten Met Willems Het Verhaal Van Een Ideologische Receptie1
    Anderhalve eeuw flirten met Willems Het verhaal van een ideologische receptie1 Ludo Stynen Samenvatting Jan Frans Willems, sedert de Belgische onafhankelijkheid in 1830 de onbetwiste leider van de beweging voor Vlaamse emancipatie, overlijdt in 1846. Ondanks alle oproepen tot eenheid dwingen de opkomende politieke partijen zijn geestelijke erfgenamen stelling te kiezen. Tot 150 jaar na Willems’ dood zullen liberalen, katholieken, nazi’s en andere extreem rechtse groeperingen hem als boegbeeld blijven opeisen. Deze bijdrage onderzoekt de verschillende stadia in dit toe-eigeningsproces. Abstract Correspondentie Jan Frans Willems, since the Belgian independence the unchallenged Ludo Stynen leader of the Flemish movement for emancipation, dies in 1846. In A. Van the following years, the rise of political parties forces his fellow Dijckstraat 5A bus 1, 2900 Schoten, travelers to choose. Calls for lasting unity do not stand a chance. België Until 150 years after Willems’ death, liberals, Catholics, Nazi and E-mail other right wing movements will claim him as their leading light. ludostynen@ This article focuses on the different stages in this process of appro- hotmail.com priation. 1. INLEIDING Enkele jaren geleden hoorde ik een eminent historicus de vader van de Vlaamse Beweging omschrijven als een platte opportunist. Een bewust pro- vocerende uitspraak waarmee verwezen werd naar Willems’ lof voor Napo- leon, zijn loyaliteit aan het huis van Oranje en zijn probleemloze integratie in het Belgische establishment. Toen ik een jaar of wat later een tekst in handen 1 Licht gewijzigde tekst van een lezing gehouden voor het Dr. F.A. Snellaertcomité op 6 okt. 2010 in de KANTL. VERSLAGEN & MEDEDELINGEN van de KANTL, vol.
    [Show full text]