GEMEENTE RUP Kanaalzone West Definitieve screeningsnota

COLOFON

Opdracht:

RUP Kanaalzone West – Definitieve screeningsnota

Opdrachtgever:

Gemeente Wielsbeke Rijksweg 314 8710 Wielsbeke

Opdrachthouder: Antea nv Buchtenstraat 9 9051 Gent

T : +32 (0) 92 61 63 00 F : +32 (0) 92 61 63 01 www.anteagroup.be BTW: BE 414.321.939 RPR Antwerpen 0414.321.939 IBAN: BE81 4062 0904 6124 BIC: KREDBEBB

Antea Group is gecertificeerd volgens ISO9001

Identificatienummer:

2295183010/fdb

Datum: status / revisie:

18 mei 2016 Definitieve screeningsnota

Vrijgave:

Alexander Maekelberg, Account Manager

Projectmedewerkers:

Alexander Maekelberg, Projectleider, erkend ruimtelijk planner Fabian Debeer, erkend ruimtelijk planner

 Antea Belgium nv 2016 Zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Antea Group mag geen enkel onderdeel of uittreksel uit deze tekst worden weergegeven of in een elektronische databank worden gevoegd, noch gefotokopieerd of op een andere manier vermenigvuldigd.

INHOUD

1 INLEIDING ...... 3 2 SITUERING EN AFBAKENING PLANGEBIED ...... 4 3 FEITELIJK BESTAANDE TOESTAND ...... 5 HET LANDELIJKE WOONLINT ...... 6 GEFRAGMENTEERD LANDBOUWGEBIED ...... 6 CLUSTERS VAN INDUSTRIE EN AMBACHTEN ...... 7 4 BELEIDSKADER ...... 8 STRUCTUURPLANNING ...... 8 MOBILITEITSPLAN ...... 17 LANDSCHAP, ERFGOED EN ARCHEOLOGIE ...... 23 OPEN RUIMTEBELEID ...... 25 RUIMTELIJKE VISIE VOOR LANDBOUW, NATUUR EN BOS ...... 27 DECREET INTEGRAAL WATERBELEID ...... 27 5 JURIDISCH KADER ...... 30 SAMENVATTEND OVERZICHT ...... 30 GEWESTPLAN (ZIE KAART 14)...... 31 RUP’S ...... 31 VERKAVELINGSVERGUNNINGEN ...... 32 ATLAS DER TRAGE WEGEN (ZIE KAART 13) ...... 32 6 VISIE OP HET PLANGEBIED ...... 33 BEPERKTE HERZIENING VIGEREND RUP ...... 33 7 SCREENING VAN DE PLAN-MER PLICHT ...... 39 KADERING ...... 39 BESCHRIJVING PLAN EN AFBAKENING PLANGEBIED ...... 39 BEPALEN VAN DE PLAN-MERPLICHT ...... 40 NULALTERNATIEF ...... 41 REFERENTIESITUATIE ...... 42 VOORGENOMEN PLANOPTIES BINNEN HET PLANGEBIED ...... 42 POTENTIËLE MILIEUEFFECTEN VAN HET PLAN ...... 43 OVERIGE ASPECTEN EN GLOBALE CONCLUSIES ...... 51 8 BIJLAGEN ...... 52 BASISKAARTEN ...... 52 AFWEGING ONROEREND ERFGOED ...... 52

TABELLEN Tabel 4-1 Items uit de inventaris van het bouwkundig erfgoed 25 Tabel 5-1 Samenvattend overzicht van het juridisch kader 30 Tabel 7-1 OVAM bodemdossierinformatie 43

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 1 van 52

Tabel 7-2 Verkeersintensiteit hoofdontsluitingsweg per uur 49 Tabel 7-3 Huidige luchtkwaliteit 2013 (ATMOSYS) 50

FIGUREN Figuur 2-1 Situering en afbakening plangebied 4 Figuur 3-1 Analyse van het plangebied: deelgebieden 5 Figuur 3-2 De Schaapdreef als landelijk woonlint 6 Figuur 3-3 Sterk verspringende voorbouwlijnen in de Oostrozebeeksestraat 6 Figuur 3-4 Ingesloten landbouwperceel langs de Oostrozebeeksestraat 6 Figuur 3-5 Unilin nabij het woonweefsel van Ooigem 7 Figuur 4-1 Grafische weergave van de deelruimte Leieruimte 10 Figuur 4-2 Gewenste ruimtelijke ontwikkeling Kanaalstrook Ooigem 16 Figuur 4-3 Categorisering van de wegen 20 Figuur 4-4 Wensstructuur fietsinfrastructuur 22 Figuur 5-1 RUP Kanaalzone West 31 Figuur 5-2 Legende RUP Kanaalzone West 32 Figuur 6-1 Groothandel in hout De Clerck J & Zn langs de Oostrozebeeksestraat 33 Figuur 6-2 Uittreksel van het vigerend RUP met aanduiding van de beperkte wijziging 33 Figuur 6-3 Uittreksel van het voorliggend RUP 34 Figuur 6-4 Bestaande groenbuffer langs de Oostrozebeeksestraat 34 Figuur 6-5 Uittreksel van het vigerend RUP met aanduiding van de beperkte wijziging 35 Figuur 6-6 Uittreksel van het voorliggend RUP 35 Figuur 6-7 Ingesloten tuinbouwbedrijf langs de Schaapdreef 36 Figuur 6-8 Uittreksel van het vigerend RUP met aanduiding van de beperkte wijziging 36 Figuur 6-9 Uittreksel van het voorliggend RUP 37 Figuur 6-10 Uittreksel van het vigerend RUP met aanduiding van de beperkte wijziging 38 Figuur 6-11 Uittreksel van het voorliggend RUP 38 Figuur 7-1 Zoneringsplan (bron: geoloket VMM) 45

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 2 van 52

1 Inleiding

Door het gemeentebestuur van Wielsbeke wordt een overheidsopdracht uitgeschreven om het ruimtelijk uitvoeringsplan Kanaalzone West te herzien. Het RUP heeft tot doel de relatie tussen wonen en industrie te optimaliseren met een ontsluiting voor de bedrijven langs het kanaal. Het RUP Kanaalzone West is goedgekeurd door de deputatie van 30 juli 2009, er dringen zich echter noodzakelijke aanpassingen op aan het goedgekeurde RUP, bijgevolg wordt door de gemeente een procedure opgestart tot herziening van dit RUP. De herziening van het RUP omvat voorgenomen planopties:  Buffering van de woningen langs de Oostrozebeeksestraat ten opzichte van de bedrijventerreinen;  Ontsluiting van de site-Unilin (KMO-zone) door het verlengen van de nog te realiseren hoofdontsluitingweg;  Herbestemmen van bedrijfsopritten langs de Oostrozebeeksestraat naar woongebied en bufferzone;  Herbestemmen van een zone voor bestendiging van tuinbouwactiviteiten naar een bufferzone en ambachtelijke zone;  Herbestemmen van een deel van de bufferzone langs de Oostrozebeeksestraat naar een zone voor landschappelijke aanleg met integratie van gemeenschapsvoorzieningen, voor de realisatie van een parking. Het bestaande RUP en de goedgekeurde, niet vervallen verkavelingen zullen als gevolg van dit RUP worden opgeheven.

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 3 van 52

2 Situering en afbakening plangebied

Het plangebied van voorliggend RUP is aan de noordoostzijde van de deelgemeente Ooigem gelegen. De gemeente Wielsbeke is gelegen in het zuidoosten van de provincie West-Vlaanderen, meer bepaald in de driehoek - - , en maakt deel uit van het arrondissement . In het noorden grenst de gemeente aan , in het oosten aan Waregem, in het noordoosten aan , in het zuiden aan en in het westen aan . Ze omvat de deelgemeenten Ooigem, Sint-Baafs-Vijve en Wielsbeke, goed voor een totale oppervlakte van 2.151 ha. Het plangebied is gelegen tussen de Oostrozebeeksestaat aan de westzijde, het kanaal Roeselare – Ooigem aan de oostzijde en de Schaapdreef aan de zuidzijde en is goed voor een totale oppervlakte van ±51,47ha.

Figuur 2-1 Situering en afbakening plangebied

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 4 van 52

3 Feitelijk bestaande toestand

Teneinde een duurzame visie voor de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van Wielsbeke uit te werken, is een goed begrip van de feitelijk bestaande toestand noodzakelijk. Een terreinbezoek en een grondige analyse van het plangebied leert dat het zich laat ontrafelen in een aantal deelgebieden, zoals aangegeven in Figuur 3-1: 1. Het landelijke woonlint 2. Gefragmenteerd landbouwgebied 3. Clusters van industrie en ambachten Elk van deze deelgebieden kenmerkt zich door een verschillend ruimtelijk en functioneel voorkomen, wat verder wordt beschreven in het hiernavolgende.

Figuur 3-1 Analyse van het plangebied: deelgebieden

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 5 van 52

Het landelijke woonlint Aan de zuid- en westzijde van het plangebied is een landelijk woonlint gelegen langs de Oostrozebeeksestraat en de Schaapdreef. Het bestaat uit een combinatie van grondgebonden eengezinswoningen (meestal ingeplant op grote kavels in een open configuratie), koppelwoningen, rijwoningen en akkers. Ruimtelijk komen deze wegen eerder chaotisch over door diverse vormen van bebouwing, sterk verspringende voorbouwlijnen, enz. Verder kenmerkt deze zone zich ook door zijn diverse toegangen tot achtergelegen bedrijven.

Figuur 3-2 De Schaapdreef als landelijk woonlint

Figuur 3-3 Sterk verspringende voorbouwlijnen in de Oostrozebeeksestraat

Gefragmenteerd landbouwgebied Centraal in het plangebied zijn diverse akkerlanden ingesloten tussen het woongebied langs de Oostrozebeeksestraat en de bedrijvigheid langs het kanaal Roeselare – Ooigem. Deze percelen worden ondanks hun bestemming als ambachtelijke zone en zone voor landschappelijke aanleg met integratie van gemeenschapsvoorzieningen tot op heden gebruikt als landbouwgebied.

Figuur 3-4 Ingesloten landbouwperceel langs de Oostrozebeeksestraat

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 6 van 52

Clusters van industrie en ambachten Langs het kanaal Roeselare – Ooigem komen hoofdzakelijk industriële en ambachtelijke bedrijven voor. Deze westzijde van het kanaal is niet voorzien van een aanliggende weg voor gemotoriseerd verkeer, waardoor verschillende bedrijven rechtstreeks dienen te ontsluiten op de Oostrozebeeksestaat. Door hun ligging ver dan de Oostrozebeeksestaat zijn ze niet altijd even goed bereikbaar en moet het verkeer zich eerst een weg banen doorheen het woongebied om tot bij het bedrijf in kwestie te komen. Andere bedrijven palen dan weer rechtstreeks aan deze weg, wat resulteert in een snellere en eenvoudigere ontsluiting.

Figuur 3-5 Unilin nabij het woonweefsel van Ooigem

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 7 van 52

4 Beleidskader

Structuurplanning Wielsbeke in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) In het RSV wordt de gewenste ruimtelijke structuur van Vlaanderen uitgewerkt op basis van ruimtelijke principes voor vier structuurbepalende componenten:

 De stedelijke gebieden en de stedelijke netwerken

 Het buitengebied

 De gebieden voor economische activiteiten

 Lijninfrastructuur Wielsbeke is in eerste instantie gelegen in het buitengebied, in de noordrand van het stedelijk netwerk op Vlaams niveau “regio Kortrijk”. Het RSV stelt de ontwikkeling van een specifiek beleid voor het buitengebied voorop, namelijk een beleid waarbij de essentiële functies worden gevrijwaard en versterkt (landbouw, natuur, bos, wonen en werken op niveau van het buitengebied). Het uitgangspunt en basisgegevens zijn het bestaand fysisch systeem. Specifiek wat betreft de nederzettingsstructuur, relevant voor voorliggend RUP, wordt vooropgesteld wonen en werken te concentreren in de kernen van het buitengebied. De groei van activiteiten moet zoveel mogelijk worden opgevangen in de stedelijke gebieden en economische knooppunten. Dit enerzijds om de leefbaarheid en economische slagkracht van de steden te versterken en anderzijds om verdere versnippering en aantasting van de open ruimte tegen te gaan. Buiten de geselecteerde stedelijke gebieden en de economische knooppunten in het netwerk van het Albertkanaal kunnen andere gemeenten een belangrijke rol vervullen binnen de economische structuur van Vlaanderen. Het gaat over gemeenten die een grote impact hebben op de werkgelegenheid: zij dragen bij in de evenwichtige spreiding van de werkgelegenheid en voor de kansen die hieraan verbonden zijn voor de betrokken subregio. Omwille van de rol van deze gemeenten binnen de economische structuur van Vlaanderen, worden zij geselecteerd als specifiek economisch knooppunt. De specifiek economische knooppunten hebben evenwel niet dezelfde uitstraling als de stedelijke gebieden. In het buitengebied is Wielsbeke geselecteerd als specifiek economisch knooppunt. In deze voor Vlaanderen strategische locaties worden de economische ontwikkelingen gestimuleerd en geconcentreerd. Wielsbeke in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen (PRS W-VL)

4.1.2.1 Gewenste ontwikkeling van de deelstructuren Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen is op 06/03/2002 goedgekeurd en gedeeltelijk herzien op 11/02/2014. De visie en gewenste ruimtelijke ontwikkeling geschetst in het PRS sluit aan bij het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en geeft een nadere uitwerking en invulling aan de elementen die vragen om een samenhangend beleid over de gemeentelijke grenzen heen. Elementen van belang voor Wielsbeke komen aan bod. Wat de gewenste nederzettingsstructuur betreft is Wielsbeke en Ooigem geselecteerd als hoofddorp en St.-Baafs-Vijve als woonkern. Het PRS geeft een indicatie naar maximale bijkomende behoefte aan woongelegenheden. Voor de fusiegemeente Wielsbeke is dit aantal gebracht op 575. Binnen de gewenste ruimtelijke structuur bedrijvigheid, is Wielsbeke geselecteerd als specifiek econo- misch knooppunt. De provincie heeft de bevoegdheid om in specifieke economische knooppunten nieuwe regionale bedrijventerreinen vast te leggen in provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen. Het kanaal Roeselare-Leie is in de provincie de belangrijkste secundaire waterweg. Secundaire wa- terwegen vervullen een ontsluitingsfunctie naar het hoofdwaterwegennet.

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 8 van 52

Binnen de gewenste landschappelijke structuur staat het behouden en het versterken van de landschappelijke diversiteit en herkenbaarheid centraal. In de omgeving van Wielsbeke worden volgende elementen indicatief (en niet limitatief) aangeduid als structurerende elementen en componenten: - de Mandelvallei als structurerende reliëfcomponent; - de Leie als structurerend lineair element; - de open ruimteverbinding tussen Bavikhove-Ooigem naar de Gavers; - open ruimteverbinding tussen Oostrozebeke en Wielsbeke Naar de gewenste ruimtelijke agrarische structuur ligt Wielsbeke in een gebied met een intensief gedifferentieerde agrarische structuur. Hier komt een grotere menging voor van diverse soorten landbouwbedrijven, zowel grondgebonden als grondloos. Om diverse redenen kan een optimale verwevenheid gewenst zijn tussen de grondgebonden en grondloze landbouw. Het ruimtelijk beleid moet de nodige maatregelen nemen om deze verwevenheid te ondersteunen en om de infrastructuur te optimaliseren met respect voor de landschappelijke waarden. In de gewenste structuur voor toerisme en recreatie is Wielsbeke door de provincie niet aangeduid als onderdeel van een toeristisch-recreatief netwerk. Net zoals overal in het buitengebied ligt hier de nadruk op het kwalitatief ontwikkelen van recreatief medegebruik. Bijkomend is het Kanaal Roeselare- Leie en de Leie geselecteerd als toeristisch-recreatief lijnelement, die de drager is van reeds bestaande en potentieel toeristisch-recreatieve bewegingen. Op deze lijnelementen worden diverse vormen van bewegingsrecreatie voorzien, waarbij de bestaande infrastructuur hierbij optimaal wordt benut.

4.1.2.2 Deelruimten Het informatief deel van het PRS W-VL duidt vanuit de bestaande ruimtelijke structuur verschillende deelruimten van de provincie aan. Die deelruimten zijn gebaseerd op gemeenschappelijke potenties, knelpunten en identiteit en kunnen elkaar overlappen. Per deelruimte worden al de gemeenten opgesomd die geheel of gedeeltelijk tot deze deelruimte behoren. Voor elke deelruimte wordt een gebiedsspecifiek samenhangend beleid gevoerd. De verschillende deelstructuren worden hierin geïntegreerd behandeld. Elke deelruimte krijgt bijgevolg een specifieke visie (rol) toegewezen in het PRS-WV. In de gewenste ruimtelijke structuur van elke deelruimte worden de structuurbepalende dragers in algemene lijnen voorgesteld. Vervolgens wordt een specifiek beleid weergegeven. In het Ruimtelijk Structuurplan van de provincie West-Vlaanderen is Wielsbeke gesitueerd binnen de deelruimte “Leieruimte”, een onderdeel van het grensoverschrijdend stedelijk netwerk Kortrijk-Rijsel- Roubaix-Tourcoing- Moeskroen. Het beoogde beleid wil de Leie als multifunctionele drager versterken door de mogelijke vestigingslocaties voor watergebonden activiteiten optimaal aan te wenden. Wielsbeke biedt als economisch knooppunt extra ondersteuning voor de uitbouw van bedrijvigheid mits deze gekoppeld is aan het water. Kenmerkend in deze deelruimte zijn de groene longen van de Leieband, deze moeten worden gevrijwaard.

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 9 van 52

Figuur 4-1 Grafische weergave van de deelruimte Leieruimte

Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wielsbeke (B.D. 5/12/2002 en herziening B.D. 30/8/2012)

4.1.3.1 Globale toekomstvisie De globale gemeentelijke toekomstvisie bestaat erin de eigen demografische en economische dynamiek verder te ondersteunen, maar dan meer gestructureerd in en door het landschap en rekening houdend met de ruimtelijke context. De kernen, de beekvalleien, de bedrijventerreinen en de structurerende open ruimtegebieden zijn hierbij de belangrijkste aanknopingspunten om het karakter van het landschap te differentiëren en te versterken. Gezien het belang van de open ruimte, is het nodig te streven naar een evenwicht tussen het behoud van de open ruimte enerzijds en het ter beschikking stellen van ruimte voor bouwpercelen en ruimte om zowel bestaande activiteiten te behouden/uit te breiden en om het opstarten van nieuwe activiteiten mogelijk te maken anderzijds. De tussenruimte rond de historische, grootschalige bedrijven kan hierbij een belangrijke ruimtelijk modererende functie aannemen. Zuinig en gedifferentieerd omspringen met de ruimte is de boodschap, benutten van restruimten een pluspunt. Globale doelstellingen hierbij zijn de volgende: - Behouden en versterken van de gemeentelijke identiteit; - Vrijwaren van de gemeentelijke dynamiek; - Ruimte voor grootschalige, met de tijd mee gegroeide bedrijven;

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 10 van 52

- Ruimte voor kwaliteit; - Optimaliseren van de leefbaarheid en de eigenheid van de kernen; - Voldoende kwalitatieve voorzieningen.

4.1.3.2 Globale concepten

Economisch en (recreatief) knooppunt Wielsbeke heeft naast haar rol als economisch knooppunt ook de potentie om op lange termijn deel te gaan uitmaken van het stedelijk gebied onder meer omwille van haar economische en recreatieve structuur. In het vooruitzicht van een recreatieve schakel beschikt Wielsbeke over verschillende troeven. Het optimaliseren van de ontsluitingsmogelijkheden voor de vaak grootschalige, verspreid gelegen bedrijven biedt ook perspectieven voor het creëren van een beter evenwicht tussen een aangenaam woonklimaat en een gezonde bedrijfscultuur. Dit veronderstelt een optimalisatie van de categorisering van het bestaande wegennet zodat samen met passende herinrichtingsmaatregelen het doorgaand verkeer en vrachtvervoer uit de kernen geweerd wordt.

Leven aan de Leie Wielsbeke is ontstaan als drie afzonderlijke kernen aan de oude Leie. De band met de rivier was sterk. Er kan gesteld worden dat er een periode was waarin men effectief leefde van de Leie (vlasroten). Ondertussen is bijna elke relatie met de rivier verdwenen: visueel is er geen contact meer, de mensen wonen niet meer aan de Leie, economisch wordt de Leie in beperkte mate gebruikt voor watertransport, ecologisch heeft de rivier steeds minder betekenis (verdwijnen waardevolle natuurkernen, lozen van afvalwater,...) en naar recreatie toe kunnen er veel meer mogelijkheden uit de rivier gehaald worden. Deze band versterken op allerlei vlakken en putten uit de kwaliteiten van de Leie is een veelbelovende uitdaging die in het structuurplan opgenomen wordt. In het concept “leven aan de Leie” staat zowel het werken, het wonen als het ontspannen aan het water centraal. Een meer concrete invulling van dit concept kan reeds gerealiseerd worden door het verankeren van de nederzettingsstructuur van de kernen op de Leie(meanders) die fungeren als gemeenschappelijke drager tussen de verschillende kernen. Met het enten van de kernen Wielsbeke en Sint-Baafs-Vijve op de tussen deze kernen gelegen Leiemeander kan dit gedeeltelijk gerealiseerd worden (zowel ruimtelijk als functioneel) voor Wielsbeke en Sint-Baafs-Vijve. Het is echter ook belangrijk dat de nederzettingsstructuur van de kern Ooigem geïntegreerd wordt in dit ruimtelijk concept op lokaal niveau. Een aangename en veilige verbinding tussen Ooigem en de andere kernen in de flanken van de Leievallei kan hiertoe bijdragen. Ook het accentueren van de open- ruimterelaties op de Leievallei is een belangrijk aandachtspunt dat moet ondersteund worden.

4.1.3.3 Gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de deelstructuren

Gewenste ruimtelijke natuurlijke, landschappelijke en agrarische structuur De landbouw speelt een belangrijke rol in het openhouden en vrijwaren van de open ruimte. De resterende landbouwzones in Wielsbeke verdienen dan ook absolute bescherming. Mogelijkheid voor exploitatie en uitbreiding van landbouwzetels moet mogelijk blijven. Voor zonevreemde industriële/ambachtelijke bedrijven in dergelijke gebieden moet een gebiedsgerichte afweging duidelijk maken in hoeverre de activiteit storend is en herlokalisatie moet overwogen worden. De open ruimte heeft echter ook een ecologische functie. Biotoopcomplexen en biologisch waardevolle gebieden die van belang zijn voor een evenwichtige en gediversifieerde natuurlijke structuur, worden onderscheiden. Afhankelijk van de aard en de ligging van de elementen in de open ruimte, is de ecologische functie er ondergeschikt (open agrarisch landschap), nevengeschikt of bovengeschikt (valleigebieden) t.o.v. de landbouwfunctie. De andere bestaande functies buiten de kernen maken vanuit hun historische groei deel uit van de open ruimte. Over de totaliteit van de open ruimte zijn wonen en bedrijvigheid die niet tot de agrarische structuur behoren in principe als ondergeschikte functies te beschouwen. Op bepaalde,

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 11 van 52

ruimtelijk beperkte locaties in de open ruimte kunnen deze functies echter wel van boven- of nevengeschikt belang zijn. Het gaat hier met name over de bestaande concentraties en over de entiteit “gefragmenteerde tussenruimte”. Ondersteunen van de eigenheid van de “gefragmenteerde tussenruimte”: De gefragmenteerde tussenruimte kenmerkt zich door een sterke differentiatie en versnippering. Grootschalige bedrijfsgebouwen bepalen het beeld. De open indruk is sterk gereduceerd en heeft een aangetast karakter. Naar uitbreiding van bestaande en herbestemming van verlaten landbouwzetels toe, wil het beleid hier, in tegenstelling met de gebieden in open agrarisch landschap, soepeler zijn. Eventueel verlaten (grondgebonden) landbouwzetels kunnen in dit gebied, naast de functiewijzigingen volgens het vigerende uitvoeringsbesluit, ook evolueren naar intensieve veehouderijen of serrebedrijven.

Gewenste nederzettingsstructuur De kernen (Wielsbeke, Ooigem en Sint-Baafs-Vijve) zijn de structurele elementen van de bebouwde ruimte en het ‘wonen in ruime zin’1. Dit betekent dat de verdere ontwikkeling van het wonen in ruime zin (inclusief voorzieningen die het wonen ondersteunen of ermee verbonden zijn; handel, diensten, kleine lokale bedrijvigheid,...) zich in of aan deze kernen zal moeten voltrekken. Enkel op die manier kunnen de open ruimterelicten maximaal gevrijwaard blijven van verdere aantasting door woonbebouwing en kan het onderscheid bebouwde ruimte versus open ruimte ruimtelijk bewaard blijven. In concentraties buiten deze kernen, kan de woonfunctie enkel uitbreiden binnen de juridische bepalingen van het gewestplan. Bij de verdere ontwikkeling van het wonen in de kern wil de gemeente een beleid voeren dat voorziet in een diversificatie van het woningaanbod en in het investeren in de herwaardering en kwaliteit van de woningen en de woonomgeving. Om enerzijds te voldoen in de eigen woonbehoeften en anderzijds de open ruimte te behouden, wordt in eerste instantie een beleid van verdichting en afwerking van de kernen vooropgesteld, eerder dan uitbreiding van de kernen. Dit vertaalt zich als: - het bebouwen van bouwrijpe percelen langs uitgeruste wegen en in goedgekeurde verkavelingen; - inbreiding op de niet-bouwrijpe (momenteel reeds gedeeltelijk bouwrijpe) gronden binnen de kernen. In de geactualiseerde woningbehoeftestudie werd nagegaan welke behoefte aan woningen er zal zijn tussen 2007 en 2017. Uit de raming kwam naar voor dat er een behoefte bestaat aan 431 woongelegenheden. Het grootste deel daarvan kan binnen het bestaande juridische aanbod en via verdichting opgevangen worden. Daarna resten nog 15 extra wooneenheden om de groei van de eigen kern en van de niet-kerngebonden groei te kunnen opvangen. Dit stemt overeen met een oppervlakte van 1 ha rekening houdend met een dichtheid van 15 WE/ha. Rekening houdend met de woonbehoeften 2007 – 2017, met de vraag naar betaalbare woningen – zowel huur als koop – en met de objectieven inzake sociale huisvesting, zullen maatregelen genomen worden om een voldoende en gedifferentieerd aanbod aan woningen mogelijk te maken. Het betreft hier een combinatie van ruimtelijke maatregelen die nieuwe woonprojecten mogelijk maken, toepassen van activeringsmaatregelen en de realisatie van specifieke woonprojecten in het kader van sociale huisvesting zoals voorzien in het decreet grond- en pandenbeleid. De huisvestingsmaatschappijen hebben in het verleden een aanzienlijk aanbod sociale huurwoningen gerealiseerd in Wielsbeke, waardoor men het objectief van 9% reeds benadert (8,30%). De gemeente wil ook in de toekomst werk maken van (bijkomende) sociale woningen, door minimaal het objectief van 25 sociale huurwoningen, 25 sociale koopwoningen en 1 sociale kavel te realiseren tegen 2020, en bij voorkeur zelfs meer dan de objectieven die in het DGP vooropgesteld worden. Hiervoor zal

1 Wonen is hier gemengd aanwezig met bedrijvigheid, handel, diensten, recreatie e.d.

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 12 van 52

nauw samengewerkt worden met de huisvestingsmaatschappijen Mijn Huis, Helpt Elkander (beiden huursector), De Mandel (koopsector) en met het Sociaal Verhuurkantoor. Zolang het bindend sociaal objectief niet gehaald is, wordt er ook aan private verkavelaars (in bepaalde omstandigheden) een sociale last opgelegd. Het DGP gaat voor verkavelingsprojecten en bouwprojecten uit van de realisatie van een sociaal woonaanbod van ten minste 10% en ten hoogste 20% van het aantal te verwezenlijken woningen en/of kavels (voor gronden in eigendom van natuurlijke of privaatrechtelijke rechtspersonen). Voor de beoordeling van bouwdossiers zal uitgegaan worden van deze wettelijk opgelegde percentages. De gemeente wenst in overleg met de sociale woonorganisaties meer woningen te realiseren dan de vooropgestelde 9% tegen 2020. Om dit mogelijk te maken zal de gemeente een sociaal woonbeleidsconvenant afsluiten met de Vlaamse overheid, zoals voorzien in het DGP, artikel 4.1.4.§3.

Gewenste ruimtelijke structuur bedrijvigheid Wielsbeke is een gemeente met een uitgesproken industriële specialisatie. De tewerkstelling in Wielsbeke en vooral in de secundaire sector, verloopt nog steeds in stijgende lijn. De gewenste ontwikkeling van de ruimtelijke structuur bedrijvigheid houdt in dat: - de gunstige tewerkstelling in de gemeente, of m.a.w. het werk in de eigen gemeente, te behouden is, te bewaken en zo mogelijk te versterken wanneer omgevingsaspecten dit toelaten (afhankelijk van de aanwezigheid van natuurwaarden, de nabijheid van kernen, de (milieu) hinderende factoren eigen aan het bedrijf, het mobiliteitsprofiel eigen aan het bedrijf en het bereikbaarheidsprofiel van de plek); - bedrijventerreinen voldoende goed bereikbaar zijn; - een toename van de tewerkstelling in de tertiaire sector te stimuleren is en deze toename, omwille van allerlei nutsvoorzieningen (elektronisch verkeer e.d.) enkel in de kernen gewenst is; - geen nieuwe zonevreemde bedrijven te creëren zijn. Beleidsdoelstellingen hierbij zijn de volgende: - Geëigende ontwikkelingsperspectieven aan woon-werkenclaves, woonconcentraties en bedrijfsplateaus - Een afweging voor bedrijven gelegen (deels) buiten bedrijventerreinen en buiten de kernen: Kanaalstrook Ooigem (noordelijke strook, aangezien het zuiden integraal industriegebied is): Rekening houdend met de onmiddellijke omgeving (kanaal, industriegebied, toekomstige N382, weinig residentiële bewoning, ...) moet ontwikkeling /uitbreiding van zonevreemde bedrijven hier mogelijk zijn. Vooropgestelde categorisering: categorie 4 of 5. - Een afweging voor handelsbedrijven (met uitzondering van zuiver kleinhandel): handelsbedrijven kunnen zeer beperkt uitbreiden indien de ruimtelijke draagkracht dit toelaat, zoniet is herlokalisatie vereist. Bij de beoordeling van de ruimtelijke draagkracht spelen verkeers- en vervoersstromen een zeer belangrijke rol, naast ligging langsheen een belangrijke toegangsweg en ligging in het landschap. - Hinderlijke bedrijven herlokaliseren op goed gelokaliseerde bedrijventerreinen: om enerzijds de kernen leefbaar te houden en anderzijds waardevolle landschappelijke gebieden waardevol te houden, en zo de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente te versterken, moeten zowel hinderlijke bedrijven gelegen in dorpskernen en in nog gave open ruimtegebieden, als bedrijven die sterk willen uitbreiden en waarbij dit ruimtelijk niet verantwoord is, op termijn worden uitgesorteerd. Lokale bedrijventerreinen moeten lokale bedrijven bij herlokalisatie kunnen opvangen. - Lokaal bedrijventerrein: de economie in Wielsbeke is grotendeels op industrie en ambachtelijke activiteiten gebaseerd. Wielsbeke is sterk afhankelijk van deze sector en

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 13 van 52

dus steeds op zoek naar ontwikkelingsmogelijkheden. Het is de visie van de gemeente om bruikbare, goed gestructureerde en ruimtelijk goed gelegen en geïntegreerde zones voor bedrijvigheid te kunnen aanbieden, die daarenboven een goede ontsluiting hebben. Een wettelijk kader is te vinden binnen planologische ruil, waar bestemmingswissels worden doorgevoerd om een gebied beter te laten functioneren en het resterende open landschap vrij te houden. De totale oppervlakte bestemd voor lokale bedrijvigheid blijkt gelijk. Rekening houdend met diverse afwegingen, schuift de gemeente het gebied ten oosten van het kanaal tussen Oostrozebeke, de Fabiolabrug en de Grote Molstenstraat, als meest geschikte locatie naar voor voor een nieuw lokaal bedrijventerrein. - Mogelijkheid tot afbouwen van bedrijvigheid in de kernen: in de verschillende kernen situeren zich kleinschalige bedrijven, die bij de opmaak van het gewestplan (1979) of latere BPA’s, gezien hun reeds toenmalige aanwezigheid, alle in ambachtelijke zone zijn komen te liggen. Wanneer dergelijke bedrijven hun activiteit stopzetten, moet het ook mogelijk zijn dat deze zones eerder een woonfunctie gaan opnemen dan dat zich aldaar nieuwe bedrijven vestigen. Een combinatie van beide moet ook kunnen. - Een differentiatie in bedrijventerreinen blijven nastreven: Het bedrijventerrein Kanaalzone West (regionaal-lokaal) is gelegen tussen de woonomgeving van Ooigem en het kanaal Roeselare-Leie. Het terrein werd geordend door het gewestplan en twee BPA’s. De bestemmingen die in het verleden zijn vastgelegd enerzijds in het gewestplan, anderzijds in het BPA Guido Gezellestraat zijn voor grote delen ambachtelijke zone. Gezien zijn ligging nabij de kern van Ooigem is dit een logische keuze. Hiermee zit dit bedrijventerrein op de wip tussen het regionale en lokale niveau. Met het RUP ‘Kanaalzone West’ (BD 30 juli 2009) heeft de gemeente een optimalisatie van het bedrijventerrein doorgevoerd met het doel de relatie tussen wonen en bedrijvigheid te verbeteren door een ontsluiting te voorzien voor de bedrijven langs het kanaal met daaraan gekoppeld een efficiënt gebruik van een aantal restgronden.

Gewenste toeristisch-recreatieve structuur Wielsbeke wenst een gemeente te zijn met voldoende ontspanningsmogelijkheden. Haar ligging tegenaan verschillende oude Leiemeanders en de Mandel wil ze hierbij ten volle benutten. Ook in de kernen afzonderlijk wil ze voldoende recreatiemogelijkheden aanbieden. Het is belangrijk dat zowel de recreatieve plaats zelf, als het openbaar karakter van de potentiële passieve recreatiegebieden voor de verschillende soorten recreanten beter toegankelijk gemaakt worden. Recreatief medegebruik in de open ruimte wordt toegelaten, naar bijkomende infrastructuur in de open ruimte worden er voorwaarden gesteld. Beleidsdoelstellingen zijn de volgende: - Verankering van de kernen op de toeristisch recreatieve as langsheen de Leie; - Vermijden van wildgroei van toeristisch- recreatieve voorzieningen in de open ruimte (globale toeristisch-recreatieve benadering).

Gewenste verkeers- en vervoersstructuur Wielsbeke is bij uitstek een industriële gemeente. Dit maakt dat de transportintensiteit in de gemeente hoog ligt. Niet alleen is er het zwaar vrachtverkeer, ook is er een grote autoverplaatsing van werknemers. Bij gebrek aan een structurele oplossing (nu is er de N382), zorgde dit tot nu toe voor veel doorgaand verkeer in de dorpskernen. In het verleden hadden ingrepen ter verbetering van de mobiliteit bovendien haast uitsluitend te maken met het auto- en vrachtverkeer, vaak ten nadele van voetgangers en fietsers en de leefbaarheid van de omwonenden. Denk hier bvb. aan de herinrichting van de Rijksweg, gericht op de doortochtfunctie. Heden staan bij het zoeken naar oplossingen zowel de bereikbaarheid als de (verkeers)- leefbaarheid voorop, met een duidelijke voorkeur voor de zwaksten in het verkeer, nl. voetgangers en fietsers. Concrete doelstellingen zijn dan ook:

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 14 van 52

- Differentiëren van wegen naar ontsluiting (vrachtverkeer) en functioneel verkeer (fiets, openbaar vervoer); - voorzien in een comfortabele verblijfsomgeving voor de bewoners en een netwerk van trage wegen; - het gebruik van de fiets aantrekkelijker maken door het aanleggen en verbeteren van fietspaden; - het openbaar vervoer verbeteren (frequentie, halte-uitrusting, ...) om het gebruik ervan te stimuleren en dit tussen de kernen van Waregem, Sint-Eloois-Vijve, Sint-Baafs-Vijve, Wielsbeke, Oostrozebeke en ; - het benutten van de ligging van Wielsbeke aan het Leiekanaal en het Kanaal Roeselare-Leie. Belangrijke aandacht moet uitgaan naar de (verkeers)leefbaarheid en -veiligheid binnen de verblijfsgebieden. Een belangrijke ingreep hiertoe is de herinrichting van het openbaar domein met nadruk op de verblijfsfunctie in plaats van de verkeersfunctie. Een herinrichting van de N357, met een garantie van een betere oversteekbaarheid en toegankelijkheid voor langzaam verkeer, staat in deze visie centraal. Bovendien kan een herinrichting een positief effect hebben op de autonoom ontwikkelde delen van Wielsbeke, gelegen aan weerszijden van de N357. Om de bereikbaarheid en leefbaarheid in de toekomst te kunnen garanderen is het noodzakelijk de ongeremde groei van het autoverkeer tegen te gaan. Daarom wordt gekozen voor alternatieven voor het autoverkeer. In Wielsbeke moeten daartoe het netwerk trage wegen, waaronder het fietsnetwerk en het netwerk voor openbaar vervoer aangepast en vervolledigd worden. Verder moet watergebonden transport sterk gestimuleerd worden. Voorzien in een goede ontsluiting van ambachtelijke zones Wielsbeke is een gemeente waar industriële en ambachtelijke bedrijven alom vertegenwoordigd zijn. Het vrachtverkeer is er dan ook aanzienlijk, net zoals de toe- en afvoer van werknemers naar hun werkplaatsen. Met de doortrekking van de N382 ontstond de mogelijkheid om heel wat vestigingen beter te ontsluiten en zo de kernen gedeeltelijk te ontlasten van overvloedig verkeer. Vooral voor de bedrijven gelegen langsheen het kanaal Roeselare-Leie, kan een ontsluiting op de N382 ter hoogte van de Fabiolabrug een meerwaarde opleveren die ook de inwoners van Ooigem-kern sterk ten goede komt. Voor de zone ten westen van het kanaal wordt vanaf de Fabiolabrug de Fabiolalaan gevolgd met op het einde een doorsteek naar de kanaalweg en bijhorende brug over het water.

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 15 van 52

4.1.3.4 Gewenste ruimtelijke structuur van de entiteiten – Kanaalstrook Ooigem

Figuur 4-2 Gewenste ruimtelijke ontwikkeling Kanaalstrook Ooigem

Streven naar een zo hoog mogelijke bezetting Momenteel is de industriële bezettingsgraad binnen de entiteit niet optimaal. Andere gronden zijn reeds in eigendom, maar slechts voor een klein deel bebouwd. Ze dienen als reservegebied voor het geval uitbreiding gewenst zou zijn. Hierdoor is verhogen van de bezettingsgraad niet eenvoudig op korte termijn. Toch is dit een kwalitatief streefbeeld, gezien het industriële karakter van de gemeente, de nood aan industriële locaties en de ligging van het terrein nabij het Kanaal Roeselare-Ooigem. Bovendien heeft de zone potenties om als regionaal bedrijventerrein ontwikkeld te worden door de provincie, gezien de ligging en het karakter van de bedrijven.

Afbakenen oostelijke flank kanaalstrook Ten oosten van de ‘kanaalstrook Ooigem’, in de ‘gefragmenteerde tussenruimte’ is er bindende open ruimte aanwezig. Het gaat om open ruimte die de verschillende bedrijfsplateaus als het ware verbindt met elkaar. Hoewel de oppervlakte ingenomen door industriële bedrijvigheid in deze tussenruimte vrij aanzienlijk is, is het belangrijk een duidelijke grens, een harde lijn af te bakenen tussen de dicht bebouwde industriezone langs het kanaal en de bindende tussenruimte met ‘bedrijfsplateaus’. Deze harde lijn hoeft niet noodzakelijk samen te vallen met het industriegebied volgens het gewestplan. Het duidelijk ruimtelijk onderscheiden van deze twee entiteiten is belangrijk om het intensief bezette industrieterrein langs het kanaal compact te houden. Tegelijk mag het ook duidelijk zijn dat zich langs

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 16 van 52

het kanaal een concentratie aan industriële activiteiten voordoet, die de gemeente niet wenst door te trekken over de “gefragmenteerde tussenruimte”.

Optimaliseren van goede ontsluitingsmogelijkheden voor de bedrijven De Kanaalstrook Ooigem grenst aan de kern van Ooigem. Om de leefkwaliteit in Ooigem hoog te houden is het belangrijk dat de ontsluiting van de bedrijven in de kanaalstrook niet moet gebeuren via de kern van Ooigem, zoals nu het geval is, namelijk via de Bavikhoofsestraat, Wielsbekestraat en Oostrozebeeksestraat.

4.1.3.5 Gewenste ruimtelijke structuur van de entiteiten – Kern Ooigem

Ooigem verankeren aan de Leievallei De nederzettingsstructuur van de kern Ooigem is in hoofdzaak te verankeren op de Leievallei door de bestaande verbindingen voor het langzaam verkeer tussen de woonwijken en de Leievallei te optimaliseren en zo mogelijk nieuwe te creëren. Door de hoge natuurwaarde van de Leievallei te Ooigem – de zone Leiearm Ooigem, kasteelpark, Ooigembos tot Leiekant is de grootste en gaafste open ruimte tussen Deinze en Kortrijk is deze zone zeer interessant voor exploratie en educatie. Met een kwalitatieve verbinding voor langzaam verkeer wordt de toegankelijkheid van het gebied vergroot.

Mobiliteitsplan Algemeen Met het duurzame scenario van het oude mobiliteitsplan als basis, bouwt het huidige scenario verder op de in dit scenario aangegeven uitgangspunten: Wielsbeke verder ontwikkelen als duurzame, leefbare en mobiele gemeente met het faciliteren van voetgangers en fietsers, kwaliteitsverbetering van het openbaar vervoer. Dit betekent in eerste instantie het verderzetten van het huidig beleid. De doelstellingen van dit beleid zijn: - geconcentreerde ruimtelijke ontwikkeling van de kernen, functies op wandel- en fietsafstand door een fijnmazig fietsnetwerk en veilige schoolroutes; - ontsluiting gebieden voor economische activiteiten en vrijwaren van de kernen van vrachtverkeer; - snelheidsbeleid, verdere inrichting van de kernen en zone 30 gebieden, integrale invoering van zone 70 voor wegen buiten de bebouwde kom in overleg met de buurgemeenten en het Vlaams Gewest. Concreet betekent dit: - functionele en ruimtelijke versterking van de kernen; - verhoging identiteit door kwalitatieve inrichting van het openbaar domein; - conditioneren van het vrachtverkeer op de gewenste routes. De gewenste ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente hebben in het algemeen een laag dynamisch karakter met een beperkte invloed op de mobiliteit. Nieuwe projecten sluiten aan op het bestaande woonweefsel en respecteren de schaal en de draagkracht van de omgeving. Flankerende maatregelen moedigen het gebruik van bus en fiets aan. Dit scenario wordt in het beleidsplan per werkdomein toegelicht. Het beleidsplan zal uitgaan van vijf basisdoelstellingen: - verbeteren van de verkeersleefbaarheid; - verbeteren van de verkeersveiligheid; - het in stand houden van de bereikbaarheid van de kernen;

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 17 van 52

- het vrachtverkeer richten op welbepaalde routes; - het stimuleren van bus en fiets.

Werkdomein A: ruimtelijke ontwikkelingen

4.2.2.1 Strategische ruimtelijke projecten In Wielsbeke zijn een aantal ruimtelijke projecten gepland, die al dan niet verkeer zullen genereren. Zij hebben niet alleen invloed op het wegennet, maar vragen ook de nodige aandacht omtrent het fietsgebruik en het gebruik van het openbaar vervoer. Voor de uitbreiding van economische activiteiten zijn 4 locaties voorzien van in totaal 24.1 ha. In Ooigem wordt binnen de Kanaalzone West, de optimalisatie van de bestaande bedrijven door een nieuwe ontsluitingsweg voorzien. Na onderzoek van de ruimtelijke ontwikkelingen heeft de gemeente een visie uitgewerkt over de relatie van deze ruimtelijke ontwikkelingen met de verkeersnetwerken voor voertuigen, de wegen met industriële ontsluitingsfunctie, het gewenste snelheidsbeleid en fietsnetwerken en de afbakening van de verblijfsgebieden.

4.2.2.2 Categorisering van de wegen In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen bestaat één van de doelstellingen m.b.t. de mobiliteit uit het optimaliseren van het wegennet. Deze optimalisering houdt een functionele categorisering van het wegennet in. De categorisering is gebaseerd op de gewenste hoofdfunctie (bereikbaarheid of leefbaarheid). Deze categorisering respecteert een hiërarchie gaande van hoofdwegen, primaire, secundaire en lokale wegen. Voor Wielsbeke ziet deze categorisering er als volgt uit: Secundaire weg I: - N382 Lokale wegen I, lokale verbindingswegen: - Het volledige traject van de N357 Rijksweg - N327 Wakkensesteenweg - R. de Ghellinckstraat en Breestraat - Stationstraat vanaf de N382 tot aan de Lobeekstraat - Ooigemstraat van N382 tot sas - Desselgemsestraat (vanaf de 1e Linie Regimentstraat richting Desselgem) - Bavikhoofsestraat (vanaf de G. Gezellestraat richting Hulste) - Molenstraat tussen de Boffonstraat en de Ooigemstraat) - Heirweg, module 14 - Fabiolalaan - Verbindingsstraat Lokale wegen II met een ontsluitende functie: - Molenstraat tussen Boffenstraat en N357 - Baron van der Bruggenlaan - Wielsbeeksestraat - Bavikhoofsestraat - Desselgemsestraat

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 18 van 52

- Oostrozebeeksestraat tussen Wielsbeeksestraat en Fabiolalaan - Lobeekstraat tot aan de Spaanderstraat Lokale wegen III - Stationsstraat van Lobeekstraat tot N357 - Alle andere wegen zonder ruimere verkeersfunctie zoals woonstraten en landbouwwegen met een ontsluitende functie Lokale wegen I met een industriële ontsluitingsfunctie: - Wakkensesteenweg (specifiek voor de ontsluiting van Balta) - R. de Ghellinckstraat en Breestraat (voor de ontsluiting van resp. Unilin (Anatex) en Bosspan) - Rijksweg, tussen het rondpunt met de Breestraat en de Molenstraat-Heirweg (specifiek voor de ontsluiting van Beaulieu) - Rijksweg tussen Wakkensteenweg en N43 Waregem - Oostrozebeeksestraat (tussen de Kanaalweg en de kruising met de Zwaantjesstraat) - Zwaantjesstraat tussen Oostrozebeeksestraat en Fabiolalaan en de nieuwe weg in het verlengde van de Zwaantjesstraat Vaartstraat (parallel met het kanaal Roeselare-Leie) - Heirweg - Ooigemstraat - Molenstraat tot Boffonstraat - Pannenstraat - Hooiestraat richting Waregem N43 - Plus de N382 als secundaire weg

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 19 van 52

Figuur 4-3 Categorisering van de wegen Wegen met tonnagebeperking 7.5T: Zonale afbakening van de kernen van Wielsbeke, Sint-Baafs-Vijve, de Stamphoek en de kern van Ooigem.

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 20 van 52

Werkdomein B: gewenste verkeersstructuur per vervoerswijze

4.2.3.1 Verblijfsgebieden en voetgangersvoorzieningen De verblijfsgebieden zijn afgebakend in het duurzame mobiliteitsscenario. Samen met snelheidsremmende maatregelen (zone 30) beperken zich de voorzieningen voor voetgangers tot brede voetpaden en veilige oversteekplaatsen in het centrum, de woonwijken en de schoolomgevingen. - Concreet houdt dit in dat vooral aandacht zal gaan naar: - Schoolomgevingen; de veiligheid (en vooral het oversteken) ter hoogte van de scholen is de laatste jaren sterk verbeterd doordat er reeds verkeersplateaus aangelegd zijn. - Bij de verdere herinrichting van het centrum moeten voldoende brede voetpaden voorzien worden. - Een bijkomende maatregel is de herwaardering van de trage wegen in de verblijfsgebieden en het buitengebied. In Wielsbeke zijn verschillende ‘voetwegels’ aanwezig die met zeer beperkte maatregelen tot aangename, veilige en kortste voetgangers- en fietsverbindingen uitgebouwd kunnen worden.

4.2.3.2 Fietsroutenetwerk Naast het voetgangersverkeer is de fiets, weliswaar op iets langere afstanden (5 à 10 km), een duurzame vervoerswijze waaraan uitzonderlijke aandacht moet geschonken worden in het duurzame mobiliteitsbeleid van de gemeente. De fiets kan voor lokale verplaatsingen binnen de gemeente als volwaardig alternatief voor de auto dienen. Het fietsroutenetwerk streeft naar veilige fietsverbindingen van de woonbuurten naar het centrum van Wielsbeke, het buitengebied en de buurgemeenten. Wielsbeke kent verschillende fietsroutenetwerken: - het fietsroutenetwerk van het oude mobiliteitsplan, - het netwerk van het GRS, - het BFF, Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk, - het toeristische netwerk van Westtoer. In het voorstel worden deze samengevoegd en enkele aanpassingen voorgesteld. Bij realisatie van het fietsroutenetwerk wenst de gemeente een fietstunnel onder de Wielsbeeksestraat naast de 3-trapssluis en een fietsbrug tussen Ooigem en Beveren-Leie ter hoogte van de oude Leiearm (roterij). De uitbreiding van het BFF tussen de Leiebrug aan de Desselgemsestraat en de 3-trapssluis is door de Bestendige Deputatie op 10/12/2009 goedgekeurd. De noordelijke trakelweg langs de Leie zou ook best opgenomen worden in het BFF. Medegebruik van de jaagpaden of trakelwegen voor fietsers moet mogelijk blijven. De economische functie van de waterwegen moet volgens W&Z voorrang hebben. Medegebruik door fietsers is echter steeds mogelijk. De provincie streeft naar een multifunctioneel gebruik van het jaagpad, waarbij én de economische ontwikkeling én het gebruik van het jaagpad voor fietsers blijvend gecombineerd kan worden. Lokale fietsroutes als aanvulling van BFF: - Molenstraat - Heirweg - Bavikhoofsestraat - Wielsbeeksestraat - Ooigemstraat -Stationstraat - Guido Gezellestraat (van de Bavikhoofsestraat tot de Fabiolalaan) - Vierlindenstraat - R. de Ghellinckstraat - Breestraat - W.B. Cartonstraat - Roterijstraat - Abeelestraat - Bossenstraat

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 21 van 52

- Lobeekstraat - Kapellestraat - Schoolstraat - Kloosterdreef Het fietsroutennetwerk wordt aangevuld door trage wegen. Trage wegen zijn wegen die uitsluitend of grotendeels gebruikt worden door niet-gemotoriseerd verkeer. Hieronder vallen, naast sommige buurtwegen, ook bijvoorbeeld openbare jaagpaden, voetwegen en kerkwegels. Nieuwe verbindingen worden oa. voorzien tussen de Hulstersestraat en de Guido Gezellestraat langs het sportcentrum Leieland, tussen het Ooigembos en de nieuwe brug over de Leie, verbinding 13° Liniestraat en de Leie, langs de oude Leiearm en het A. Demedtshuis en de Leie, tussen de Roterijstraat en de W. B. Cartonstraat langs De Vlasschaard, …

Figuur 4-4 Wensstructuur fietsinfrastructuur

4.2.3.3 Openbaar vervoernetwerk Het behoud (en de uitbouw van een kwalitatief openbaar vervoernet is een essentieel onderdeel van een duurzaam mobiliteitsbeleid. Enerzijds biedt het een goed alternatief voor het maken van verplaatsingen met de auto. Anderzijds dient het ook een sociale functie door het bieden van een basismobiliteit, zodat iedereen over een minimaal vervoersaanbod beschikt. De basismobiliteit in Wielsbeke werd ingevoerd in 2005. In 2009 heeft de evaluatie van TTB gebruikers geleid tot volgende conclusies voor Wielsbeke:

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 22 van 52

- “In dit net ontbreken een aantal hoogwaardige lijnen: Roeselare - Kachtem - - Ingelmunster - Oostrozebeke - Wielsbeke - Waregem. - Het aanbodsniveau (aantal bussen) in de gemeenten Wielsbeke, is te laag; hier wordt niet of nauwelijks voldaan aan de geldende normen inzake basismobiliteit.” Deze visie is door De Lijn in de mobiliteitsvisie 2020 neergelegd. In het algemeen betekent dit: voor de kwaliteitsvolle bereikbaarheid van stad en streek worden snelbussen en verbindende buslijnen ingezet. Op de relaties Tielt – Roeselare en Roeselare – Waregem worden snelbussen ingezet. De regionale ontsluitende buslijnen vormen nog een aanvulling op de spoorgebonden exploitatie en de verbindende buslijnen. Op het regionale niveau wil De Lijn kwaliteitsvol ontsluitend openbaar vervoer aanbieden tussen de kleinstedelijke gebieden, waarbij ook de tussenliggende (belangrijke)haltes en attractiepolen worden bediend. Om dit te bereiken, zullen bepaalde regionale verbindingen gerealiseerd of geoptimaliseerd moeten worden. Met de in het Neptunusplan 2020 voorziene ontsluitende streeklijn Waregem - Wielsbeke - Dentergem - Tielt en de snelbus Roeselare - Wielsbeke - Waregem zal de bereikbaarheid van de stations Roeselare, Tielt en Waregem verbeteren. De Lijn wil haar aanbod de komende jaren verder verbeteren via netmanagement. De concrete opties voor Wielsbeke zijn momenteel niet duidelijk. De gemeente Wielsbeke wenst in elk geval, dat de dienstverlening niet afgebouwd wordt en bijkomende zones voor economische activiteiten en de kantoor- en dienstenzone Lobeek door De Lijn bediend worden. De gemeente zal zelf een bedrijfsvervoerplan opstellen en bedrijven ondersteunen bij het opstellen van een bedrijfsvervoerplan.

4.2.3.4 Snelheidsbeleid Samenhangend met de wegencategorisering en op basis van de snelheidsmetingen kiest de gemeente voor volgend snelheidsbeleid: - hoofdwegen: 120 km/u - primaire wegen: 90 km/u of 70 km/u - secundaire wegen70 km/u buiten de bebouwde kom en 50 km/u binnen de bebouwde kom - lokale wegen: 70 km/u buiten de bebouwde kom en 50 km/u binnen de bebouwde kom - 30 km/u: schoolomgevingen en afgebakende zones.

4.2.3.5 Parkeerbeleid De huidige parkeerdruk in Wielsbeke is beperkt. Uitbouw van extra parkeervoorzieningen is niet aan de orde, met uitzondering van de nieuwe sporthal in de Lobeekstraat en Den Aert. Bij bouwprojecten zal door een gemeentelijke parkeernorm afwenteling van bewonersparkeren op het openbare domein vermeden worden. De gemeente zal in een parkeersignalisatieplan de parkeerplaatsen aangeven en de routes daar naartoe signaleren.

Landschap, erfgoed en archeologie Landschapsatlas & traditionele landschappen (zie kaart 2) Het beleid zoals vooropgesteld in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen benadrukt een globale en gedifferentieerde aanpak van de landschapszorg, waarbij een bijzondere aandacht gaat naar het behoud van de resterende relictlandschappen. Om een dergelijk landschapsbeleid te onderbouwen wordt een geactualiseerde gebiedsdekkende inventaris van de relictlandschappen als een belangrijk beleidsinstrument gezien. Via de aanwijzing van de relicten kan een beoordeling gemaakt worden van de gaafheid, mede in relatie tot de ideaaltypische karakteristieken van het betrokken traditioneel landschap. Deze inventaris werd uitgewerkt in de zogenaamde ‘Landschapsatlas van Vlaanderen -

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 23 van 52

opgemaakt door de afdeling Monumenten en Landschappen van de Vlaamse Gemeenschap en verschenen in het voorjaar van 2001. De atlas vormt een historische momentopname van de Vlaamse landschappen op het eind van de 20e eeuw. Ze geeft een gedetailleerde inventaris van ruimtelijke zones waar gave en herkenbare relicten van de traditionele landschappen nog voorkomen. Hij bestrijkt het volledige Vlaamse grondgebied met uitzondering van de stedelijke kernen en de dicht bebouwde agglomeraties. Deze inventaris omvat zowel puntvormige, lijnvormige als vlakvormige relicten. Samenhangende gehelen met belangrijke erfgoedwaarden en een vrij hoge gaafheid werden gewaardeerd via aanduiding als relictzone met bijbehorende beschrijvingsfiche. De meest waardevolle ensembles werden ankerplaatsen genoemd. Voor ankerplaatsen en relictzones, kortom gave landschappen, worden specifieke beleidswenselijkheden geformuleerd. Deze komen echter niet voor binnen het plangebied. Ook komen er geen punt- of lijnrelicten voor in het plangebied. Het plangebied bevindt zich voor het overgrote deel in het traditioneel landschap ‘Land van Roeselare – Kortrijk’. De indeling van de traditionele landschappen van Vlaanderen dateert van 1985 en was een eerste poging om de regionale verscheidenheid van de historisch gegroeide cultuurlandschappen op kaart voor te stellen in hun situatie van voor de grote veranderingen. De indeling steunt op zowel fysische en natuurlijke kenmerken zoals reliëf en bodemgesteldheid, als op cultuurlandschappelijke kenmerken zoals bewoningsvormen, landgebruik, percelering en landschapstype. Hieruit blijkt het Vlaamse Gewest over een bijzonder grote landschappelijke diversiteit te beschikken, die echter in een steeds sneller tempo teloor gaat. ‘Het Land van Roeselare – Kortrijk’ heeft volgende kenmerken: - Geografische streek: binnen-Vlaanderen Zandleem- en Leemstreek - Structuurdragende matrix: golvende topografie, vallei en sterk verstedelijkt weefsel - Zichtbare open ruimten: sterk versnipperde en onregelmatige open ruimten begrensd door bebouwing en infrastructuur - Impact bebouwing: bebouwing vormt in feite de matrix waarin open ruimterelicten voorkomen - Betekenis kleine landschapselementen: beperkt en sterk geïsoleerd De volgende wenselijkheden m.b.t. de Vlaamse Landschappen worden nagestreefd:

 Structurele hoofdkenmerken: sterk verstedelijkt gebied begrepen tussen de Mandel en de Leie met als belangrijkste stedelijke centra Kortrijk, Roeselare;

 Identiteitsbepalende elementen: sterk verstedelijkte gemeenten met aan elkaar groeien door lintbebouwing en sterke versnijding door (weg)infrastructuren en industrieterreinen;

 Erfgoedwaarde: geen;

 Autonome ontwikkeling en problemen: valt onder de regionaal-stedelijke invloedssfeer van Kortrijk; kadastrale oppervlakte Open Ruimte 50-80% in 1989 met een afname van 10% sedert 1980; hoge graad van dichte bebouwing en sterke versnijding; sterke toename woningen sedert 1981;

 Wenselijkheden voor toekomstige ontwikkeling: o vrijwaren relicten open ruimten; afremmen volledig dichtslibben; actieve landschapsbouw; o versnippering door infrastructuur en verspreiding van (bio)industriële vestigingen tegengaan; o versterken van de samenhang en buffering van de visuele verstedelijking door selectieve groenaanplanting;

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 24 van 52

Inventaris bouwkundig erfgoed (zie kaart 3) Op 14/09/2009 stelde de administrateur-generaal van het VIOE de Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed voor Vlaanderen vast. Hierdoor is er voor het eerst een eenduidige lijst van het in Vlaanderen gebouwde patrimonium met erfgoedwaarde. In de hierna volgende tabel worden de relicten uit de inventaris van het bouwkundig erfgoed, die deel uitmaken van het plangebied van voorliggend RUP, opgelijst. Door de gemeente Wielsbeke werd een afweging opgesteld over het al dan niet behoud van de panden in kwestie. Deze kan gevonden worden in bijlage bij deze toelichtingsnota. De essentie van de evaluatie kan teruggevonden worden in de tabel. Hierbij worden volgende categorieën onderscheiden: - Categorie A: behoud van het pand is verplicht - Categorie B: behoud van het pand is wenselijk, maar vervangbouw is mogelijk. Het nieuwe gebouw dient de kwalitatieve kenmerken van het oude gebouw te integreren in de architectuur. - Categorie C: het pand hoeft niet behouden te blijven - Categorie D: klein relict, dient behouden te blijven, maar kan zo nodig verplaatst worden.

RELICT_ID NAAM STRAAT HUISNR EVALUATIE 89578 Woning Oostrozebeeksestraat 146 B Woning op bedrijfsterrein Vanden Gesloopt 89580 Avenne Oostrozebeeksestraat 158 Site d'Hoop, hoeve met B 89576 vlasfabriek Oostrozebeeksestraat 118 89575 Nieuwe of vernieuwde kapel Oostrozebeeksestraat / D 89585 Vlasfabriek Schaapdreef / Gesloopt Fabrieksgebouwen van B 89581 veevoederbedrijf Vanden Avenne Oostrozebeeksestraat 160 Fabrieksgebouwen van B 89581 veevoederbedrijf Vanden Avenne Oostrozebeeksestraat 160 Tabel 4-1 Items uit de inventaris van het bouwkundig erfgoed Beschermde landschappen, dorpsgezichten en monumenten Er bevinden zich geen beschermde landschappen, dorpsgezichten of monumenten binnen het plangebied van voorliggend RUP.

Open ruimtebeleid Biologische waarderingskaart (zie kaart 4) De biologische waarderingskaart is een inventarisatie van het biologische milieu en de bodembedekking in Vlaanderen en Brussel. Een inkleuring in groentinten duidt de biologische waarde van het milieu op een overzichtelijke wijze. Hiertoe werd een uniforme evaluatie van het volledige Vlaamse gewest gemaakt voor wat betreft plantengroei, grondgebruik en kleine landschapselementen. De inventarisatie werd opgemaakt door het Instituut voor natuur- en bosonderzoek (INBO). Langs het kanaal Roeselare – Ooigem komt binnen het plangebied een zeer beperkte zone gecategoriseerd als complex van biologisch waardevol en zeer waardevolle elementen voor (wz = rietland en andere vegetaties van het rietverbond + mr = recent gegraven of vergraven eutroof water). De bufferzone voor de fabrieksgebouwen van het veevoederbedrijf Vanden Avenne en een beperkt deel van de oostzijde van het kanaal zijn aangeduid als biologisch waardevol. Deze gebieden bestaan uit loofhoutaanplantingen (Betula sp.), naaldhoutbestand (niet grove den) en populierenbestand op droge bodem met ondergroei van kruiden of ruigtevegetatie. Centraal in het plangebied naast de

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 25 van 52

gebouwen van Vanden Avenne vormen soortarm permanent cultuurgrasland en een bomenrij een complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen. Verder komt aan de zuidzijde van het plangebied een beperkt biologisch zeer waardevol gebied voor (ae = eutroof water). De resterende gronden van het plangebied (ui + kz, bl, hp + kb°, ur + ui, hp, hx, ur, ui en ua) zijn biologisch niet waardevol.

VEN en IVON (zie kaart 5) De centrale doelstelling van het Vlaams gebiedsgericht natuurbeleid is de realisatie van een voldoende omvangrijke en samenhangende ‘natuurlijke structuur’ van Vlaanderen. Om dit te bereiken dient eerst het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) en het Integraal Verweving- en Ondersteunend Netwerk (IVON) afgebakend te worden. Het VEN, dat bestaat uit Grote Eenheden Natuur (GEN) en Grote Eenheden Natuur in Ontwikkeling (GENO), wordt afgebakend door Vlaanderen in overleg met de provinciale en gemeentelijke overheden. Het IVON bestaat uit NVWG (natuurverwevingsgebieden) en NVBG (natuurverbindingsgebieden). De NVWG wordt afgebakend in het RSV. De NVBG worden echter afgebakend door de provincie, zij het in functie van de reeds door het Vlaams Gewest afgebakende GEN, GENO en NVWG en aan de hand van richtlijnen opgesteld op Vlaams niveau. De Vlaamse regering besliste op 18 juli 2003 over de definitieve afbakening van het eerste deel van het VEN. Het VEN 1e fase of Vlaams Ecologisch Netwerk staat voor 86.500 ha platteland waar natuur en natuurbescherming de belangrijkste plaats innemen. De afbakening van de NVGB werd nog niet beëindigd. Binnen het plangebied van voorliggend RUP bevindt zich geen VEN-gebieden. Het dichts gelegen gebied is op een afstand van 700m ten zuiden van het plangebied gelegen. Het betreft de West- Vlaamse Leievallei als grote eenheid natuur (GEN).

Natura 2000 (zie kaart 6) In 1979 werd door de Europese Gemeenschap de Richtlijn 79/409/EEG inzake het behoud van de vogelstand uitgevaardigd, beter bekend als de Vogelrichtlijn. Het doel ervan is de instandhouding van alle natuurlijk in het wild levende vogelsoorten op het Europese grondgebied van de lidstaten te bevorderen. Volgens artikel 4 van deze Richtlijn moeten er speciale beschermingsmaatregelen getroffen worden voor de leefgebieden van een aantal vogelsoorten, vermeld in de zogenaamde Bijlage I van de richtlijn. Bovendien moet men ook de rui-, overwinterings- en rustplaatsen van geregeld voorkomende trekvogelsoorten (onder andere watervogels en ganzen) beschermen. Als belangrijkste maatregel dient elke lidstaat Speciale Beschermingszones (SBZ – V) aan te wijzen op basis van opgegeven selectienormen. In deze gebieden dienen maatregelen getroffen te worden voor de bescherming van de vogelsoorten en van hun leefgebieden. Ook buiten deze beschermingszones moeten de lidstaten zich inzetten om de vervuiling en verslechtering van de leefgebieden van de soorten te voorkomen. In Vlaanderen werden in 1988 in uitvoering van deze richtlijn een aantal Speciale Beschermingszones, Vogelrichtlijngebieden of kortweg SBZ-V genoemd, aangeduid. De continue achteruitgang van de natuurlijke habitats en de bedreiging voor het voortbestaan van bepaalde wilde soorten zijn een centrale zorg in het milieubeleid van de Europese Unie (EU). Op 21 mei 1992 werd de Europese Richtlijn 92/43/EEG, inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (zogenoemde ‘Habitatrichtlijn’), uitgevaardigd. Deze richtlijn heeft tot doel de biodiversiteit in de lidstaten te behouden en streeft naar de instandhouding én het herstel van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna die hiervan deel uitmaken. Bij deze richtlijn werd een Europees ecologisch netwerk tot stand gebracht dat "Natura 2000" is genoemd. Dit netwerk bestaat uit "speciale beschermingszones" die door alle lidstaten werden aangewezen overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn (de zogenaamde ‘Habitatrichtlijngebieden’ of SBZ – H), alsmede uit de speciale beschermingszones die uit hoofde van de vogelrichtlijn zijn ingesteld (zogenaamde Vogelrichtlijngebieden).

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 26 van 52

Het plangebied van voorliggend RUP bevindt zich niet in Natura 2000-gebied. De dichtstbijzijnde zijn de bossen en heiden van zandig Vlaanderen, gelegen op ± 12km, en de bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuid-Vlaamse bossen, gelegen op ± 12km.

Ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wil de open ruimte in het buitengebied maximaal vrijwaren voor landbouw, natuur en bos. Samen met de natuur- en landbouworganisaties maakte de Vlaamse regering in 1997 de afspraak om te evolueren naar 750.000 ha agrarisch gebied, 150.000 ha natuurgebied en 53.000 ha bosgebied. Dat is een toename met 38.000 ha natuurgebied en 10.000 ha bosgebied en een afname van 56.000 ha landbouwgebied. Van 2004 tot 2009 werkte de Vlaamse overheid in overleg met gemeenten, provincies en middenveldorganisaties een ruimtelijke visie uit op landbouw, natuur en bos in dertien buitengebiedregio’s. Voor elke regio heeft de Vlaamse Regering dat visievormingsproces afgerond met een beslissing over een actieprogramma voor de op te maken ruimtelijke uitvoeringsplannen. Voor de landbouwgebieden waar de bestemming van het gewestplan zeker behouden kan blijven, besliste de regering om de bestaande agrarische bestemmingen te herbevestigen. De Vlaamse overheid drukte in de omzendbrief RO/2010/01 nog haar bezorgdheid uit voor het integrale behoud van dit gebied voor de agrarische sector en stelt dat de mogelijkheden om dit gebied voor andere functies dan de agrarische te ontwikkelen zullen worden beperkt, er zal een zeer conservatieve houding worden aangenomen bij het beoordelen van projecten. In 2006 stelde de Vlaamse overheid een ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos op voor de regio Leiestreek, die resulteerde in een Operationeel Uitvoeringsprogramma (beslissing Vlaamse Regering 24 oktober 2008). In deze ruimtelijke visie wordt de agrarische open ruimte rondom het plangebied herbevestigd en beschreven als ‘Landbouwgebied tussen de Oude Mandel en de as Oostrozebeke en Wielsbeke’, als onderdeel van de ‘zuidelijke Leievallei’. Binnen het plangebied bevindt zich geen herbevestigd agrarisch gebied (HAG), echter sluit het plangebied wel aan de noordwestzijde aan tegen HAG.

Decreet integraal waterbeleid Binnen Vlaanderen vormt het ‘decreet integraal waterbeleid’ van 18 juli 2003 het juridisch en organisatorisch kader waarbinnen het waterbeleid moet gevoerd worden. Het is een kaderdecreet dat de grote lijnen voor het beleid uitzet. De concretisering gebeurt via uitvoeringsbesluiten. Op 9 september 2005 keurde de Vlaamse Regering het eerste uitvoeringsbesluit bij het decreet Integraal Waterbeleid goed. Dit besluit zorgt voor de geografische indeling van de watersystemen binnen het Vlaamse Gewest door de afbakening ervan in stroomgebieden, bekkens en deelbekkens. Daarnaast omvat het de noodzakelijke bepalingen voor de formele oprichting van de overlegstructuren op de verschillende niveaus.

Waterlopen (zie kaart 7) Het plangebied maakt onderdeel uit van het Leiebekken. Het kanaal Roeselare – Ooigem vormt een bevaarbare waterloop aan de oostzijde van het plangebied. Verder komen geen bevaarbare en een niet geklasseerde waterloop in het RUP voor.

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 27 van 52

Bekkenbeheerplan In uitvoering van het decreet integraal waterbeleid, stelde de Vlaamse overheid bekkenbeheersplannen op voor het volledige grondgebied. Op 30 januari 2009 keurde de Vlaamse Regering het besluit voor de vaststelling van de bekkenbeheerplannen en de bijhorende deelbekkenbeheerplannen definitief goed (Belgisch Staatsblad 5 maart 2009). Het plangebied is gelegen in het Leiebekken. Het Vlaamse Leiebekken omvat 982 km2 of 7% van het Vlaamse grondgebied. Het Leiebekken is integraal onderdeel van het internationale “Bekken Leie en Deule” (3886 km2), dat op haar beurt onderdeel is van het internationale Stroomgebied van de Schelde. Voor het studiegebied en omgeving werden geen specifieke acties in het bekkenbeheerplan opgenomen.

Watertoets Het decreet integraal waterbeleid heeft zowel aandacht voor waterkwaliteit als voor de kwantiteit (hoeveelheid water). Binnen de bevoegdheid ruimtelijke ordening wordt uiteraard vooral rekening gehouden met de hoeveelheid water (vermijden van overstromingen van bebouwde gebieden en vermijden van verdroging van natte natuurgebieden). Op 20 juli 2006 keurde de Vlaamse Regering het uitvoeringsbesluit voor de watertoets goed. Op 14 oktober 2011 keurde de Vlaamse Regering een aanpassing van het uitvoeringsbesluit goed. Dit besluit trad in werking op 1 maart 2012 en geeft aan de overheden die vergunningen afleveren richtlijnen voor de toepassing van de watertoets.

4.6.3.1 Erosiegevoeligheid (zie kaart 9) De erosiegevoeligheidskaart ten behoeve van de watertoets is een tussenproduct binnen de studie ‘verfijning van de bodemerosiekaart’, uitgevoerd door de onderzoeksgroep fysische en regionale geografie van de K.U. Leuven in opdracht van de afdeling Land van het vroeger AMINAL. De afbakening van de erosiegevoelige gebieden heeft tot doel om belangrijke wijzigingen in bodemgebruik, die mogelijk aanleiding kunnen geven tot versnelde afstroming van oppervlaktewater van hellingen en tot afspoeling van bodemdeeltjes, voorafgaandelijk aan een vergunning of de goedkeuring van een plan of programma, voor advies voor te leggen aan de bevoegde instantie. Binnen het plangebied bevinden zich nagenoeg geen erosiegevoelige gebieden.

4.6.3.2 Grondwaterstromingsgevoelige gebieden (zie kaart 10) De kaart met de gebieden die gevoelig zijn voor grondwaterstroming ten behoeve van de watertoets werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er minder of meer aandacht moet uitgaan naar de effecten van ingrepen op de grondwaterstroming. De richtlijnen voor de watertoets houden rekening met een differentiatie van Vlaanderen in 3 types van gebieden, volgens de aard van gevoeligheid voor grondwaterstroming. Type 1: zeer gevoelig De zeer gevoelige gebieden zijn afgebakend aan de hand van de kaart van de Natuurlijk Overstroombare Gebieden (NOG kaart). De NOG-kaart is gebaseerd op de bodemkaart waarbij de bodemprofielen van alluviale, colluviale en poldergronden afgebakend zijn. De NOG gebieden met uitzondering van colluvia zijn afgebakend als type 1 gebied. Indien er in type 1 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 3m of een horizontale lengte van meer dan 50m dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie. Type 2: matig gevoelig Onder de matig gevoelige gebieden vallen alle gebieden die niet tot type 1 (zeer gevoelig) of type 3 (weinig gevoelig) behoren. Indien er in type 2 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 5m en een horizontale lengte van meer dan 100m dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie.

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 28 van 52

Type 3: weinig gevoelig Onder de weinig gevoelige gebieden vallen alle gebieden waar er een aquitard (meestal een kleilaag) op geringe diepte voorkomt of het grondwaterpeil diep staat en die niet tot type 1 (zeer gevoelig) behoren. Indien er in type 3 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 10 m en een horizontale lengte van meer dan 50m dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie. Het overgrote deel van het plangebied wordt beschouwd als zijnde matig gevoelig voor grondwaterstroming. Plaatselijk komen zones voor die zeer gevoelig zijn voor grondwaterstroming. Deze situeren zich in hoofdzaak ter hoogte van het kanaal Roeselare – Ooigen, de hoek van de Oostrozebeeksestraat met de Guido Gezellestraat en centraal in het plangebied tussen de Guido Gezellestraat en de Schaapdreef.

4.6.3.3 Infiltratiegevoeligheid (zie kaart 11) De kaart met de infiltratiegevoelige bodems ten behoeve van de watertoets werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er relatief gemakkelijk hemelwater kan infiltreren naar de ondergrond. Infiltratie van hemelwater naar het grondwater is belangrijk omdat daardoor de oppervlakkige afstroming en dus ook de kans op wateroverlast afneemt. Bovendien staat infiltratie in voor de aanvulling van de grondwatervoorraden en zodoende voor het tegengaan van verdroging van watervoerende lagen en van waterafhankelijke natuur. De kaart met infiltratiegevoelige bodems en behoeve van de watertoets werd afgeleid van de bodemkaart. Ze bestaat uit twee types gebieden: . Gebieden met de infiltratiegevoelige bodems . Gebieden met de niet-infiltratiegevoelige bodems De watertoetskaart met infiltratiegevoelige gebieden heeft tot doel om richtinggevend te zijn voor individuele ingrepen op lokaal niveau. Bij dergelijke ingrepen moet beslist worden of de aanleg van infiltratievoorzieningen of waterdoorlatende verhardingen al dan niet zinvol zijn, en of er mogelijk schadelijke effecten kunnen optreden naar het grondwater toe zowel kwantitatief als kwalitatief bij het al dan niet aanleggen van dergelijke voorzieningen. Het plangebied is in hoofdzaak infiltratiegevoelig, behalve het kanaal Roeselare – Ooigem, de hoek van de Oostrozebeeksestraat met de Guido Gezellestraat en centraal in het plangebied tussen de Guido Gezellestraat en de Schaapdreef.

4.6.3.4 Watertoets 2014 (zie kaart 8) De overstromingskaart duidt de hoek van de Oostrozebeeksestraat met de Guido Gezellestraat en centraal in het plangebied tussen de Guido Gezellestraat en de Schaapdreef aan als mogelijk overstromingsgevoelig. Dit zijn de delen die niet infiltratiegevoelig en grondwatergevoelig zijn.

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 29 van 52

5 Juridisch kader

Samenvattend overzicht TYPE Gewestplan Gewestplan nr. 6 Roeselare-Tielt Herbevestigde agrarische gebieden Neen Plannen van aanleg APA Neen BPA Neen Ruimtelijke uitvoeringsplannen Gewestelijk RUP Neen

Provinciaal RUP Neen Gemeentelijk RUP RUP Kanaalzone West Verkavelingsvergunningen (geldig) Ja, zie plan bestaande & juridische toestand Beschermingen Beschermde monumenten Neen Beschermde stads- of dorpsgezichten Neen Beschermde landschappen Neen Vogelrichtlijngebied Neen Habitatrichtlijngebied Neen Weidevogels Neen VEN Neen Natuurreservaten Neen Beschermingszone Neen grondwaterwinning Overstromingsgebieden Vlaanderen: Neen risicozone overstromingen

Onbevaarbaar Neen Bevaarbaar Kanaal Roeselare-Ooigem

Tabel 5-1 Samenvattend overzicht van het juridisch kader

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 30 van 52

Gewestplan (zie kaart 14) Volgens het gewestplan nr. 6 Roeselare-Tielt (K.B. d.d. 17/12/1979) is de oostzijde van het plangebied bestemd als milieubelastende industrieën en bestaande waterweg. De west- en zuidzijde is bestemd als woongebied en centraal in het plangebied komen agrarisch gebied en een zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’s voor. Gelet op het feit dat er een RUP voorhanden is, gelden de bestemmingen van het gewestplan echter niet meer.

RUP’s RUP Kanaalzone West: Het RUP Kanaalzone West wordt met voorliggend RUP volledig herzien, met uitzondering van het woongebied langs de Zwaantjesstraat. Dit deel van het plangebied werd in het recenter RUP Leieland opgenomen. Bijgevolg werd de contour van het plangebied voor deze zone aangepast. De oostzijde van het plangebied is met uitzondering van een voormalige vestiging van Unilin hoofdzakelijk bestemd als industriezone. De woningen langs de Oostrozebeeksestraat, Guido Gezellestraat en de Schaapdreef zijn bestemd als woonzone en residentiële woonzone. Het zuidelijk binnengebied (tussen de Guido Gezellestraat en de Schaapdreef) is volledig bestemd als ambachtelijke zone, samen met de voormalige vestiging van Unilin. Het noordelijk binnengebied als bufferzone en zone voor landschappelijke aanleg met integratie van gemeenschapsvoorzieningen. Evenwijdig aan het kanaal (zone voor bevaarbare waterlopen en bijhorende infrastructuur) is een zone bestemd als hoofdontsluiting van het industriegebied.

Deel opgenomen binnen RUP Leieland

Oostrozebeeksestraat

Guido Gezellestraat

Hoofdontsluiting

Schaapdreef

Site-Unilin Figuur 5-1 RUP Kanaalzone West

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 31 van 52

Figuur 5-2 Legende RUP Kanaalzone West

Verkavelingsvergunningen Zie het plan bestaande en juridische toestand.

Atlas der trage wegen (zie kaart 13) Binnen het plangebied van voorliggend RUP komen twee trage wegen voor. Deze worden gecategoriseerd in buurtwegen (chemins) en voetwegen (sentiers). De buurtweg n°3 komt overeen met de Oostrozebeeksestraat. Centraal in het plangebied komt de voetweg n°16 overeen met de Guido Gezellestraat.

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 32 van 52

6 Visie op het plangebied

Beperkte herziening vigerend RUP Binnen de herziening van het RUP worden onderstaande beperkte wijzigingen vooropgesteld. Afwerken van het woongebied Binnen het vigerende RUP kunnen het bedrijf De Clerck J & Zn (groothandel in hout) en Devroe (relatiegeschenken) hun terrein ontsluiten via de Oostrozebeeksestraat. Het uitgangspunt van dit RUP is om alle bestemmingsverkeer van de industriezone en ambachtelijke zone uit de dorpskern te mijden door de aanleg van een nieuwe hoofdontsluiting. WVI heeft momenteel een groot deel van de ambachtelijke zone in handen, die gelegen is tussen de twee bedrijven en de hoofdontsluiting. Het ontsluiten van de twee bedrijven dient plaats te vinden via de achtergelegen ambachtelijke zone. WVI hoopt tegen 2017 deze gronden te ontwikkelen. De opritten worden binnen het grafisch plan deels herbestemd als bufferzone en deels als woongebied. Verder worden enkele beperkte bestemmingsmatige correcties op basis van de huidige kadastrale eigendomstoestand doorgevoerd.

Figuur 6-1 Groothandel in hout De Clerck J & Zn langs de Oostrozebeeksestraat

Devroe (relatiegeschenken) Herbestemmen van bedrijfsopritten naar een bufferzone en woongebied. (2 740m²) De Clerck J & Zn (groothandel in hout)

Figuur 6-2 Uittreksel van het vigerend RUP met aanduiding van de beperkte wijziging

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 33 van 52

Devroe (relatiegeschenken)

De Clerck J & Zn (groothandel in hout)

Figuur 6-3 Uittreksel van het voorliggend RUP Parkeerterrein Vanden Avenne Als gevolg van de nieuw aan te leggen hoofdontsluitingsweg zal het bedrijf Vanden Avenne zich in de toekomst verder industrieel kunnen ontwikkelen op de naastgelegen percelen (waar nu hun parking is). Men wenst na de ontwikkeling van de ontsluitingsweg een parking te voorzien voor personeel/personenwagens in de groenbuffer op de hoek met de Oostrozebeeksestraat. In het grafisch plan blijft de groenbuffer langs de Oostrozebeeksestraat en de woonzone behouden om voldoende woonkwaliteit te garanderen (conform de stedenbouwkundige verordening “landschappelijke inkleding van bedrijfsgebouwen”). Het resterend deel krijgt de bestemming zone voor landschappelijke aanleg met integratie van gemeenschapsvoorzieningen.

Figuur 6-4 Bestaande groenbuffer langs de Oostrozebeeksestraat

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 34 van 52

Te realiseren hoofdontsluiting

bedrijf Vanden Avenne Deel opgenomen binnen RUP Leieland

Herbestemmen van een deel van de bufferzone naar een zone voor landschappelijke aanleg met integratie van gemeenschapsvoorziening en. (±3 450m²)

Te behouden bufferzone

Figuur 6-5 Uittreksel van het vigerend RUP met aanduiding van de beperkte wijziging

bedrijf Vanden Avenne

Figuur 6-6 Uittreksel van het voorliggend RUP

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 35 van 52

Glastuinbouw De zone voor bestendiging tuinbouwactiviteiten met groenaccenten is binnen het vigerende RUP ingesloten tussen de ambachtelijke zone en het woongebied. De helft van deze bestemming omvat diepe achtertuinen van de woningen langs de Schaapdreef. Een mogelijke realisatie van de bestemming is op deze percelen weinig voor de hand liggend. Teneinde een samenhangend geheel te realiseren, en geen ingesloten ‘landbouwenclave’ te creëren wordt deze zone geïntegreerd in de ambachtelijke zone. De diepe achtertuinen krijgen door realisatie van dit RUP de bestemming bufferzone en ambachtelijke zone. Er wordt rekening gehouden met behoud en het eventueel creëren van ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden van het bestaande tuinbouwbedrijf binnen de ambachtelijke zone.

Figuur 6-7 Ingesloten tuinbouwbedrijf langs de Schaapdreef

Bestaande glastuinbouw

Herbestemmen van een Bestaande zone voor bestendiging glastuinbouw van tuinbouwactiviteiten naar een bufferzone en Achtertuinen ambachtelijke zone. (11 680m²)

Figuur 6-8 Uittreksel van het vigerend RUP met aanduiding van de beperkte wijziging

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 36 van 52

Bestaande glastuinbouw

Bestaande glastuinbouw

Figuur 6-9 Uittreksel van het voorliggend RUP Ontsluiting van de voormalige site Unilin De site Unilin (ambachtelijke zone in het zuidoosten van het plangebied) zit vervat in de dorpsrand van Ooigem, tussen het woongebied en het kanaal. De schaal van het perceel en de omvang van de gebouwen zijn dermate groot, dat ze niet verenigbaar zijn met het woongebied in de directe omgeving. Ook in de toekomst blijft de ambachtelijke bestemming er behouden, weliswaar in functie van andere kleinschaligere bedrijven. De site is op vandaag ontsloten via de Schaapdreef en de Peter Benoitstraat. De aan- en afvoer van goederen gebeurt bijgevolg momenteel door de dorpskern van Ooigem. Het bestuur wenst in de toekomst het doorgaand verkeer en vrachtvervoer in functie van bedrijvigheid uit de dorpskern te weren. Met het behoud van de ontsluiting via de Schaapdreef en de Peter Benoitstraat kan dit verkeer niet worden uitgesloten en kan een aangenaam woonklimaat in de woonomgeving niet gerealiseerd worden. Het voorliggende RUP wil de dorpskern van Ooigem ontlasten van het economische verkeer, door de (nog te realiseren) hoofdontsluitingsweg van het watergebonden industrieterrein uit te breiden tot aan de voormalige site Unilin. De weg dient zich aan de westzijde te situeren, om de watergebonden industriële activiteiten niet te hinderen.

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 37 van 52

Te realiseren hoofdontsluiting

Herbestemmen van industriezone naar hoofdontsluiting i.f.v. ontsluiting van de site- Unilin. (±2 170m²)

Site-Unilin

Figuur 6-10 Uittreksel van het vigerend RUP met aanduiding van de beperkte wijziging

Site-Unilin

Figuur 6-11 Uittreksel van het voorliggend RUP

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 38 van 52

7 Screening van de plan-MER plicht

Kadering In het kader van de wettelijke verplichting voor het RUP ‘Kanaalzone west’ te Wielsbeke wordt een screening van mogelijk aanzienlijke effecten uitgevoerd. In het licht hiervan en overeenkomstig hoofdstuk II artikel 3 §1 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s, raadpleegt de initiatiefnemer (gemeente Wielsbeke) op eigen initiatief en uiterlijk op het ogenblik dat hij de doelstellingen en de reikwijdte van het voorgenomen plan kan afbakenen, de volgende instanties:  1° de deputatie van de provincie, waarop het voorgenomen plan of programma milieueffecten kan hebben;  2° de betrokken instanties afhankelijk van de ligging en de mogelijk te verwachten aanzienlijke effecten van het voorgenomen plan of programma op in voorkomend geval de gezondheid en veiligheid van de mens, de ruimtelijke ordening, de biodiversiteit, de fauna en flora, de energie- en grondstoffenvoorraden, de bodem, het water, de atmosfeer, de klimatologische factoren, het geluid, het licht, de stoffelijke goederen, het cultureel erfgoed met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed, het landschap en de mobiliteit. Voorliggend verzoek tot raadpleging is voorzien om de instanties toe te laten de gegevens met betrekking tot het plangebied waarover zij beschikken, die eventueel nog niet bekend zouden zijn bij de initiatiefnemer of de Dienst Mer2, aan de initiatiefnemer over te maken zodat de Dienst Mer een gefundeerde beslissing kan nemen over de plan-MER-plicht van het voorgenomen plan. Overeenkomstig bovenvermeld besluit vragen wij U om binnen een termijn van 30 dagen vanaf de ontvangst van voorliggend verzoek tot raadpleging uw advies omtrent de plan-MER-plicht van het RUP ‘Kanaalzone west’ over te maken aan Antea Group, optredend in naam van de initiatiefnemer, zijnde de gemeente Wielsbeke en dit op volgend adres: Antea Group Buchtenstraat 9 9051 Gent t.a.v. Fabian Debeer en/of [email protected]

Beschrijving plan en afbakening plangebied Zie hoofdstukken 1, 2 en 3. Het plangebied van voorliggend RUP is aan de noordoostzijde van de deelgemeente Ooigem gelegen. De gemeente Wielsbeke is gelegen in het zuidoosten van de provincie West-Vlaanderen, meer bepaald in de driehoek Kortrijk - Roeselare - Waregem, en maakt deel uit van het arrondissement Tielt. In het noorden grenst de gemeente aan Dentergem, in het oosten aan Waregem, in het noordoosten aan Zulte, in het zuiden aan Harelbeke en in het westen aan Oostrozebeke. Ze omvat de deelgemeenten Ooigem, Sint-Baafs-Vijve en Wielsbeke, goed voor een totale oppervlakte van 2.151 ha. Het plangebied is gelegen tussen de Oostrozebeeksestraat aan de westzijde, het kanaal Roeselare – Leie aan de oostzijde en de Schaapsdreef aan de zuidzijde.

2 In het kader van het veranderproces “M.e.r. in beweging” heeft in juli 2011 een reorganisatie plaats gevonden waarbij de voormalige diensten Milieueffectrapportage (Mer) en Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen (BGP) zijn samengevoegd tot één nieuwe dienst Milieueffectrapportagebeheer (Mer). De kerntaken van de beide voormalige diensten, zijnde het beoordelen van milieueffectenrapporten en procesbegeleiding in het kader van milieueffectrapportage, blijven behouden.

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 39 van 52

De herziening van het RUP omvat de buffering van de woningen langs de Oostrozebeeksestraat, ontsluiting van de KMO-zone via de nieuw aan te leggen ontsluitingsweg, het herbestemmen van een bufferzone en de zone voor bestendiging van tuinbouwactiviteiten met groenaccenten. Het bestaande RUP en de goedgekeurde, niet vervallen verkavelingen zullen als gevolg van dit RUP worden opgeheven.

Bepalen van de plan-MERplicht Met de goedkeuring van het besluit betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s door de Vlaamse Regering op 12 oktober 2007, moet de initiatiefnemer van een plan met – mogelijk – aanzienlijke milieueffecten, zoals bijvoorbeeld ruimtelijke uitvoeringsplannen, deze milieueffecten en eventuele alternatieven in kaart brengen. Ruimtelijke uitvoeringsplannen waarvan de plenaire vergadering plaats vindt na 1 juni 2008, moeten aan de regelgeving voldoen. Er geldt evenwel enkel een plan-MER-plicht voor deze plannen en programma’s die aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Om al dan niet te kunnen besluiten tot een plan-MER-plicht moeten geval per geval de volgende drie stappen doorlopen worden: - Stap 1: valt het plan onder de definitie van een plan of programma zoals gedefinieerd in het Decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid (DABM) ? >> RUP’s vallen onder deze definitie; - Stap 2: valt het plan onder het toepassingsgebied van het DABM ? >> dit is het geval indien: o Het plan het kader vormt voor de toekenning van een vergunning (stedenbouwkundige, milieu-, natuur-, kap-,…) aan een project; o Het plan mogelijk betekenisvolle effecten heeft op speciale beschermingszones waardoor een passende beoordeling vereist is. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen vormen het kader voor de toekenning van een stedenbouwkundige vergunning, die pas kan worden verleend als het voorgenomen project zich in de bestemming bevindt die overeenstemt met de bestemming vastgelegd in het ruimtelijk uitvoeringsplan. Het RUP vormt dus het kader op basis waarvan de stedenbouwkundige vergunning toegekend wordt. Het RUP ‘Kanaalzone west’ valt bijgevolg onder het toepassingsgebied van het DABM. - Stap 3: valt het plan onder de plan-MER-plicht ? >> Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen: o Plannen die “van rechtswege” plan-MER-plichtig zijn (geen voorafgaande “screening” vereist): . Plannen die het kader vormen voor projecten uit bijlage I, II of III van het BVR van 10 december 2004 (project-MER-plicht) én niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau noch een kleine wijziging inhouden én betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening (een RUP voldoet per definitie aan deze laatste voorwaarde); . Plannen waarvoor een passende beoordeling vereist is én niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau noch een kleine wijziging inhouden; o Plannen die niet onder de vorige categorie vallen en waarvoor geval per geval moet geoordeeld worden of ze aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben >> “screeningplicht” o Plannen voor noodsituaties (niet plan-MER-plichtig, maar hier niet relevant).

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 40 van 52

Het RUP ‘Kanaalzone west’ heeft geen betrekking op een project vermeld in bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse regering van 10 december 2004. Rubriek 10a (industrieterreinontwikkeling) van bijlage II behelst nl. oppervlaktes van 50ha of meer (zo ook voor rubriek 13). De zones voor bedrijvigheid binnen het RUP zijn vele malen kleiner. Mogelijks kan het betrekking hebben op een project vermeld in bijlage III. Het RUP zou kunnen beschouwd worden als een industrieterreinontwikkeling onder rubriek 10a, echter de uitvoering van het RUP kan beschouwd worden als een kleine wijziging van een klein gebied op lokaal niveau. Een kleine wijziging is een wijziging die van die aard is dat het geen substantiële of essentiële verandering van de milieueffecten tengevolge van de uitvoering van het plan veroorzaakt. In principe komen er juridisch gezien geen substantiële bijkomende bouwmogelijkheden met voorliggend RUP. Enkel worden een aantal planologische optimalisaties ondernomen, waardoor bv. bedrijfsgronden beter ontsloten worden en makkelijker tot ontwikkeling kunnen komen. Onder deze rubriek vallen onderstaande planopties: - De bevestiging/behoud van de huidige bedrijvigheid; - Een beperkte herbestemming van de zone voor bestendiging van tuinbouwactiviteiten met groenaccenten naar ambachtelijke zone. Het RUP ‘Kanaalzone west’ vormt ook het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I, II of III van het project-m.e.r.-besluit van 10 december 2004, namelijk voor een project opgesomd in rubriek 10.b ‘Stadsontwikkelingsprojecten, met inbegrip van de bouw van winkelcentra en parkeerterreinen’ van bijlage III. Onder deze rubriek vallen onderstaande planopties: - De bevestiging/behoud van de huidige woonbestemming; - Een beperkte herbestemming van de zone ‘opritten, laad- en losplaatsen en parkeervoorzieningen’ naar residentiële woonzone en bufferzone; - Een herbestemming van de bufferzone naar zone voor landschappelijke aanleg met integratie van gemeenschapsvoorzieningen. Verder vormt het ontsluiten van de voormalige site-Unilin een project opgesomd als bijlage III, rubriek 10.e ‘Aanleg van wegen’. Aangezien het RUP hoofdzakelijk de huidige juridische toestand bevestigt gaat de gemeente Wielsbeke er van uit dat er kan worden aangetoond dat het plan het gebruik regelt van een klein gebied op lokaal niveau en een kleine wijziging inhoudt.

Nulalternatief Indien het nulalternatief voor dit plangebied wordt toegepast, betekent dit dat de voorgenomen opmaak tot RUP niet doorgaat of m.a.w. dat het plangebied in zijn huidige ‘vorm’ blijft behouden. Dit heeft de volgende ruimtelijk-juridische beperkingen:  Het bestemmingsverkeer van en naar de bedrijven De Clerck J & Zn en Devroe blijft behouden via de Oostrozebeeksestraat. De opritten van de bedrijven (via de Oostrozebekestraat) worden niet herbestemd naar een bufferzone en residentiële woonzone;  De dorpskern van Ooigem wordt niet ontlast van het economisch verkeer van de voormalige site Unilin. De ontsluitingen van het bedrijf op de Schaapdreef en de Peter Benoitstraat blijven behouden. De doortrekking van de hoofdontsluiting van de industrie- en ambachtelijke zone naar de site Unilin lijkt zonder een herbestemming onwaarschijnlijk;  Het huidige vigerende RUP gaat voor het intekenen van de zone voor bestendiging van tuinbouwactiviteiten met groenaccenten niet uit van de eigendomsstructuren. Diverse diepe achtertuinen langs de Schaapdreef werden opgenomen in deze bestemming. Bij het behoud van het huidige RUP blijft de bestemming ingesloten tussen de woonbestemming (residentiële woonzone) en bedrijvigheid (ambachtelijke zone);

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 41 van 52

 De woningen langs de Oostrozebeeksestraat – Schaapdreef worden niet bijkomend gebufferd;  Het realiseren van een parkeervoorziening voor het bedrijf Vanden Avenne is binnen de bufferzone juridisch niet toegelaten.

Referentiesituatie Voor de duidelijkheid wordt in deze paragraaf kort de huidige feitelijk bestaande toestand verhelderd: naast de huidige bestaande juridische toestand vormt voorliggend RUP immers slechts het kader voor beperkte bijkomende bebouwing door de herbestemming van de zone voor bestendiging van tuinbouwactiviteiten met groenaccenten, naar ambachtelijke zone. Ruimtelijk onderzoek van de huidige toestand wijst op een effectieve realisatiegraad op vandaag van ±40% van de juridische bestemming industrie- en ambachtelijke zone (inclusief de zone voor tuinbouwactiviteiten). De resterende 60% is op dit moment niet of beperkt in gebruik als industrie- en ambachtelijke zone (site Unilin), maar dit is uiteraard wel de bedoeling op termijn. Teneinde de bijkomende milieueffecten van de voorgenomen activiteiten in te schatten wordt uitgegaan van zowel de huidige toestand (nog 60% van de gronden voor bedrijvigheid kunnen worden ingevuld) en de juridische toestand (de gronden hebben op vandaag reeds de bestemming bedrijvigheid).

Voorgenomen planopties binnen het plangebied Door de uitvoering van het RUP worden enkele belangrijke ontwikkelingen vooropgesteld. Voor de uitgebreide visie wordt er verwezen naar hoofdstuk 6.  Door de aanleg van een nieuwe hoofdontsluiting in de ambachtelijke zone wordt de bestemming opritten, laad- en losplaatsen en parkeervoorzieningen gelegen langs de Oostrozebeeksestraat herbestemd als bufferzone en deels als residentiële woonzone. Het bedrijf De Clerck J & Zn en Devroe worden ontsloten via de achtergelegen ambachtelijke zone;  De voormalige site Unilin wordt met het voorliggend RUP ontsloten via de hoofdontsluiting van de industrie- en ambachtelijke zone. De hoofdontsluitingsweg wordt aan de zuidoostzijde uitgebreid tot aan de site Unilin. Een beperkt deel van de industriezone wordt hiervoor herbestemd;  De zone voor bestendiging van tuinbouwactiviteiten met groenaccenten wordt herbestemd naar een bufferzone en ambachtelijke zone.  De bufferzone langs de Oostrozebeeksestraat wordt binnen het voorliggend RUP herbestemd naar een zone voor landschappelijke aanleg met integratie van gemeenschapsvoorzieningen. Om voldoende woonkwaliteit te realiseren blijft de bufferzone ter hoogte van de Oostrozebeeksestraat en de woonzone behouden (conform de stedenbouwkundige verordening “landschappelijke inkleding van bedrijfsgebouwen”). In de hierna volgende hoofdstukken worden de milieueffecten verduidelijkt en wordt aangetoond dat er geen significante milieueffecten verwacht worden naar aanleiding van het RUP. Hierdoor wordt besloten dat het RUP niet van rechtswege plan-MER-plichtig is. Voor niet van rechtswege plan-MER-plichtige RUP’s dient geval per geval een screeningsprocedure doorlopen te worden teneinde een conclusie te kunnen maken omtrent eventuele plan-MER-plicht. In volgende paragrafen wordt het screeningsonderzoek, ook wel het onderzoek naar het voorkomen van aanzienlijke milieueffecten als gevolg van het plan, gevoerd.

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 42 van 52

Potentiële milieueffecten van het plan Bodem (zie kaart 12 in bijlage) Binnen het plangebied zijn volgende bodemtypes aanwezig: - Vochtig zandleem: Pcc, Pccz, Pdc, Pdp, Ldb(o), Pbcz - Droge zandleem: Pbc - Antropogeen: OB, OT, ON Het plangebied is langs de Oostrozebeeksestraat, Guido Gezellestraat, Schaapdreef en het kanaal Roeselare-Leie overwegend aangeduid als een antropogene (OB, OT en ON) bodem. De resterende gronden hebben een vochtige zandleem bodem, met uitzondering van een beperkt droge zandleem bodem (Pbc) centraal in het plangebied. Echter kan men veronderstellen dat de bodemkaart gedeeltelijk achterhaald is binnen het plangebied. Gezien de ontwikkeling van het gebied sinds de opmaak van de bodemkaart, kan men er namelijk van uitgaan dat een groot deel van het plangebied eerder kan worden aangeduid als antropogeen. Door vergraving zal het bodemprofiel in het plangebied verstoord worden. In hoofdzaak worden de bodems gekenmerkt door profielontwikkeling ‘c’ welke matig gevoelig is voor profielvernietiging. De vochtige zandleem (Pdp) heeft een profielontwikkeling ‘p’ welke niet gevoelig is voor profielvernietiging. De vergravingen zullen zich hoofdzakelijk voordoen in de profielontwikkeling ‘c’. Door uitvoering van het RUP wordt slechts een zeer beperkte oppervlakte (wijzigingen t.o.v. geldend RUP) hiervan vergraven. Globaal gezien worden de effecten op profielontwikkeling dan ook als beperkt negatief ingeschat. De bodems die geen antropogene bodems betreffen, worden gekenmerkt door een niet tot weinig verdichtingsgevoelige bodem. Door de uitvoering van het RUP dienen er geen significante effecten op de bodemstructuur verwacht te worden. Er zullen door de uitvoering van het RUP bijgevolg geen bijkomende significante effecten inzake verdichting optreden. In het plangebied zijn volgende OVAM-dossiers gekend:

Dossiernummer Hoogste conforme opdracht Locatie

7500.0 - 2014 Orienterend bodemonderzoek Verkaveling langs de Schaapdreef

52023.0 - 2014 Orienterend bodemonderzoek Perceel langs de Guido Gezellestraat

66168.0 - 2014 Orienterend bodemonderzoek Parking Vanden Avenne

14487.0 - 2014 Orienterend bodemonderzoek Zuidelijke bedrijfsterreinen Vanden Avenne

7792.0 - 2010 Beschrijvend bodemonderzoek Site Unilin

11883.0 - 2013 Bodemsaneringsproject Bedrijfsterrein De Clerck J & Zn

8080.0 - 2014 Bodemsaneringsproject Noordelijke bedrijfsterreinen Vanden Avenne Tabel 7-1 OVAM bodemdossierinformatie Bij vergraving of bemaling op projectniveau dient er op gelet te worden dat de mogelijke bodemverontreiniging ter hoogte van de gekende bodemonderzoeken zich niet kan verspreiden. De aanwezige activiteiten en toegelaten activiteiten (volgens de geldende bestemmingen) binnen het plangebied kunnen mogelijks bodemverontreinigingen met zich meebrengen. Het RUP laat tevens activiteiten toe die mogelijks enige bodemverontreiniging met zich kunnen meebrengen (zone t.h.v. serre die wordt omgezet tot ambachtelijke zone). Echter, er wordt ervan uit gegaan dat de geldende regelgeving inzake bodemverontreinigingen (Vlarebo) wordt gerespecteerd. Indien rekening

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 43 van 52

gehouden wordt met bovenstaande maatregelen, zijn er geen significante effecten verwacht inzake bodemverontreiniging. Conclusies discipline bodem Er worden geen significante effecten verwacht inzake de discipline bodem, gezien het plan (wijzigingen t.o.v. het geldende RUP) slechts maximaal een beperkte impact op de bodemaspecten heeft. Er zijn vanuit de discipline bodem geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten.

Water (zie kaarten 7, 8, 9, 10 en 11 in bijlage) Het plangebied is gelegen in het Leiebekken. Het Vlaamse Leiebekken omvat 982 km2 of 7% van het Vlaamse grondgebied. Het Leiebekken is integraal onderdeel van het internationale “Bekken Leie en Deule” (3886 km2), dat op haar beurt onderdeel is van het internationale Stroomgebied van de Schelde. Voor het studiegebied en omgeving werden geen specifieke acties in het bekkenbeheerplan opgenomen. De oostzijde van het plangebied wordt begrensd door het kanaal Roeselare – Leie. Verder komen geen waterlopen in het plangebied voor.

De beschrijving van de referentiesituatie en de kaart van de watertoets zijn gebundeld in hoofdstuk 4.6 decreet integraal waterbeleid. Het overgrote deel van het plangebied wordt beschouwd als zijnde matig gevoelig voor grondwaterstroming. Plaatselijk komen zones voor die zeer gevoelig zijn voor grondwaterstroming. Deze situeren zich in hoofdzaak ter hoogte van het vochtige zandleem (Pdp) met profielontwikkeling ‘p’ en het kanaal Roeselare-Leie aan de oostzijde van het plangebied. De uitvoering van het RUP t.o.v. de bestaande toestand kan ertoe leiden dat er grote ondergrondse constructies worden voorzien. Bij de gronden die grondwaterstromingsgevoelig zijn, dient om de impact te kunnen inschatten gegevens over grondsamenstelling en daarmee gepaard gaand de doorlatendheid van de grond, de grondwaterstand en het grondwaterstromingspatroon gekend te zijn. Gezien dit op planniveau niet gekend is, dient dit op projectniveau dan ook verder onderzocht te worden om de nodige maatregelen te kunnen treffen (drains plaatsen, …). Bij uitvoering van het RUP t.o.v. de geldende juridische toestand, wordt geen inplanting van grootschalige ondergrondse constructies voorzien (gezien de beperkte oppervlaktes), waardoor geen significante impact wordt verwacht op de grondwaterstroming. De overstromingskaart geeft aan dat beperkte delen van het plangebied worden aangeduid als mogelijk overstromingsgevoelig. Dit zijn de vochtige zandleem (Pdp) bodems die niet infiltratiegevoelig zijn. De mogelijk overstromingsgevoelige zones worden tevens aangeduid als van nature overstroombare zones vanuit de waterloop. Het overige deel van het plangebied is niet overstromingsgevoelig en infiltratiegevoelig. Het plangebied is niet aangeduid als een signaalgebied. De gronden gelegen binnen de begrenzing van het uitvoeringsplan zijn niet gesitueerd binnen waterwingebieden of beschermingszones type I, II of III. Daarnaast wordt binnen het plangebied geen oppervlaktewater gewonnen bestemd voor drinkwaterproductie. Het afvalwaterbeleid wordt gestuurd via de gemeentelijke zoneringsplannen, waarin afgebakend wordt welke zones te rioleren zijn en in welke zones IBA’s moeten komen (al dan niet collectief beheerd). Het zuidwestelijk deel van de Oostrozebeeksestraat is opgenomen binnen het centraal gebied. De resterende bebouwing aan de oost- en noordzijde van de Oostrozebeeksestraat zijn gecategoriseerd als collectief te optimaliseren buitengebied. In deze zone wordt op termijn wel een collectieve zuivering van het afvalwater (via riolering) voorzien. In afwachting van de aanleg van riolering moet het afvalwater minstens voorbehandeld worden in een septische put. Bij aanleg van het rioleringsstelsel dient in het openbaar domein de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen gerespecteerd te worden.

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 44 van 52

Figuur 7-1 Zoneringsplan (bron: geoloket VMM) De invulling van het plangebied voorziet in de mogelijkheid van bijkomende gebouwen waardoor er effecten op het lokale afwateringssysteem kunnen zijn. Het RUP dient steeds te beantwoorden aan de vigerende normen van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. Verder zal moeten voldaan worden aan art. 6.2.2.1.2 §4 van Vlarem II met betrekking tot de afvoer van hemelwater, doelstelling 6°a) opgenomen in art. 5 van het decreet integraal waterbeleid en het concept ‘vasthouden-bergen-afvoeren’, dat opgenomen is in de waterbeleidsnota en de bekkenbeheerplannen. Prioriteit moet uitgaan naar hergebruik van hemelwater en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer. Er moet in eerste instantie voorzien worden in maximaal hergebruik en vervolgens in maximale infiltratie. Indien alsnog gekozen zou worden voor buffering met vertraagde afvoer, moet deze collectief voorzien worden en mag deze niet doorgeschoven worden naar de individuele percelen of projecten. Het is belangrijk om het water zoveel mogelijk ter plaatse te houden, om wateroverlast stroomafwaarts te vermijden. In de stedenbouwkundige voorschriften zal worden aangegeven dat hemelwater dat op nieuwe verharde oppervlakte valt in eerste instantie zo veel mogelijk moet hergebruikt worden. In tweede instantie moet het resterende gedeelte geïnfiltreerd of gebufferd worden zodat slechts in laatste instantie een beperkt debiet kan vertraagd afgevoerd worden. Verder dient aan de specifieke voorwaarden van de waterloopbeheerder (i.f.v. capaciteiten waterlopen) voldaan te worden. Het hergebruik, de opvang, infiltratie en buffering van hemelwater binnen het deelgebied moet er voor zorgen dat geen capaciteitsproblemen worden gecreëerd in de omgeving. De nodige ruimte voor het uitwerken van maatregelen dient op het terrein gecreëerd te worden. In zijn algemeenheid worden er dan ook geen significant negatieve effecten verwacht op het risico op overstromen (0), ermee rekening houdend dat aan alle noodzakelijke voorwaarden op het terrein zelf wordt voldaan. Voor bijkomende bebouwing worden volgende extra maatregelen voorzien. Daarom zullen onderstaande punten worden opgenomen in het RUP:

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 45 van 52

o Bij aanleg van verhardingen worden in functie van een maximale infiltratie van regenwater bij voorkeur waterdoorlatende materialen gebruikt. Eventueel grachten of buffervoorzieningen worden bij voorkeur in open profiel aangelegd. Conclusies discipline water Er zijn vanuit de discipline water geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten.

Fauna en flora (zie kaarten 4, 5 en 6 in bijlage) Binnen het plangebied van voorliggend RUP bevinden zich geen VEN-gebieden. Het dichtst gelegen gebied is op een afstand van 700m ten zuiden van het plangebied gelegen. Het betreft de West- Vlaamse Leievallei als grote eenheid natuur (GEN). Het plangebied van voorliggend RUP bevindt zich niet in Natura 2000-gebied. De dichtstbijzijnde zijn de bossen en heiden van zandig Vlaanderen, gelegen op ± 12km, en de bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuid-Vlaamse bossen, gelegen op ± 12km. Bij raadpleging van de biologische waarderingskaart (BWK) blijkt dat langs het kanaal Roeselare – Ooigem binnen het plangebied een zeer beperkte zone gecategoriseerd als complex van biologisch waardevol en zeer waardevolle elementen voor (wz = rietland en andere vegetaties van het rietverbond + mr = recent gegraven of vergraven eutroof water) voorkomt. De bufferzone voor de fabrieksgebouwen van het veevoederbedrijf Vanden Avenne en een beperkt deel van de oostzijde van het kanaal zijn aangeduid als biologisch waardevol. Deze gebieden bestaan uit loofhoutaanplantingen (Betula sp.), naaldhoutbestand (niet grove den) en populierenbestand op droge bodem met ondergroei van kruiden of ruigtevegetatie. Centraal in het plangebied naast de gebouwen van Vanden Avenne vormen soortarm permanent cultuurgrasland en een bomenrij een complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen. Verder komt aan de zuidzijde van het plangebied een klein biologisch zeer waardevol gebied voor (ae = eutroof water). De resterende gronden van het plangebied zijn biologisch minder waardevol (ui + kz, bl, hp + kb°, ur + ui, hp, hx, ur, ui en ua). Ten opzichte van de huidige toestand t.h.v. het plangebied kunnen bovenvermelde biologisch (zeer) waardevolle zones aangetast worden. Echter, ten opzichte van de geldende juridische toestand (geldend RUP) hebben deze biologisch (zeer) waardevolle zones reeds dezelfde bestemming als voorliggend plan. Enkel t.h.v. de zone die parkeervoorzieningen binnen de bufferzone van het veevoederbedrijf Vanden Avenne zal een kleine strook biologisch waardevolle vegetatie verdwijnen. Gezien de beperkte oppervlakte wordt dit als verwaarloosbaar beschouwd. Er wordt evenwel aangeraden om op projectniveau het overige deel van dit biologisch waardevolle perceel te vrijwaren en te integreren in de bufferzone. Globaal wordt het verlies aan biologisch (zeer) waardevolle vegetaties t.g.v. uitvoering van het RUP, gezien de reeds aanwezige bestemmingen, maximaal als beperkt negatief beoordeeld. Het plangebied bevindt zich reeds in aansluiting met reeds ontwikkeld gebied. Ook in het plangebied zelf is reeds industrie en wonen aanwezig. Er kan aldus verwacht worden dat er reeds rustverstoring voor fauna aanwezig is. Ten opzichte van de bestaande toestand zullen de mogelijke ontwikkelingen binnen dit plangebied voor een verhoging van het geluidsklimaat zorgen. Ten opzichte van de juridisch geldende toestand wordt een verwaarloosbare wijziging inzake rustverstoring verwacht. Maximaal wordt aldus een beperkt negatieve impact verwacht. Conclusies discipline fauna en flora Door uitvoering van het RUP wordt inzake fauna en flora een beperkte wijziging t.o.v. de juridische toestand verwacht. Globaal gezien kan er gesteld worden dat er door uitvoering van het RUP geen significant negatieve effecten verwacht worden. Vanuit de discipline fauna en flora zijn geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten.

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 46 van 52

Landschap, bouwkundig en beschermd erfgoed en archeologie

7.7.4.1 Landschapsbeeld (zie kaart 2 in bijlage) Binnen het plangebied komen geen punt- of lijnrelicten, ankerplaatsen of relictzones op de landschapsatlas voor. Het plangebied is wel gelegen binnen het traditioneel landschap ‘Land van Roeselare-Kortrijk’. De toekomstige beleidswenselijkheden worden hier als volgt omschreven: o vrijwaren relicten open ruimten; afremmen volledig dichtslibben; actieve landschapsbouw; o versnippering door infrastructuur en verspreiding van (bio)industriële vestigingen tegengaan; o versterken van de samenhang en buffering van de visuele verstedelijking door selectieve groenaanplanting; In de huidige situatie wordt het plangebied gekenmerkt door beperkte open ruimtes waarbinnen bebouwing (industrie, wonen) aanwezig is. Het plangebied wordt omringd door bebouwingsinfrastructuur. Gezien langs de overzijde van het kanaal Roeselare-Leie eveneens industrie aanwezig is, zal de invulling van de open ruimte met onder andere zones voor landschappelijke inkleding (zie hoofdstuk 5.3.1) geen aanzienlijke impact hebben op het landschapsbeeld en lokaal zelfs tot een betere integratie zorgen. Gezien het plan dezelfde functies voorziet als de reeds aangrenzende functies, kan geoordeeld worden dat het plan in de omgeving ingepast zal worden. De verdere invulling van het plangebied brengt de beleidswenselijkheden van het traditioneel landschap eveneens niet in gedrang. Ten opzichte van de juridisch geldende bestemmingen wijzigt het landschapsbeeld in verwaarloosbare mate, gezien langs de Oostrozebeeksestraat de lokale bedieningswegen kunnen opgevuld worden door bebouwing.

7.7.4.2 Bouwkundig en beschermd erfgoed (zie kaart 3 in bijlage) Er bevinden zich geen beschermde stads- of dorpsgezichten, landschappen, monumenten en archeologische zones binnen het plangebied. Voor een beschrijving van de voorkomende gebouwen binnen het plangebied volgens de inventaris van het bouwkundig erfgoed wordt verwezen naar 4.3.2 en kaart 3 in bijlage. Onder laatstgenoemd hoofdstuk is een evaluatie per pand opgenomen, die geleid heeft tot een categorisering A-B-C-D, die ook zal worden vertaald in het grafisch plan en de bijhorende stedenbouwkundige voorschriften. Bij uitvoering van het plan zal zowel het bouwkundig erfgoed zelf als de contextwaarde ervan niet aangetast worden. Dit geldt zowel voor een toetsing t.o.v. de bestaande toestand als t.o.v. de juridisch geldende toestand.

7.7.4.3 Archeologie Het RUP vormt (in zeer beperkte mate t.o.v. de juridisch geldende toestand) het kader voor projecten waarbij graafwerkzaamheden zullen voorkomen. Daar waar zich de grootste wijzigingen ten aanzien van de referentiesituatie voordoen, is de kans op het verstoren van archeologie bij de realisatie van het plan relatief groter dan in de delen van het gebied die reeds verhard of verstoord zijn. Er is echter altijd een potentiële kans op het verstoren van mogelijks aanwezige archeologische relicten. Vanwege het specifieke karakter van het archeologisch erfgoed dat voor ons verborgen zit in de ondergrond, is het onmogelijk om bijvoorbeeld op basis van de Centrale Archeologische Inventaris uitspraken te doen over de aan- of afwezigheid van archeologische sporen. Zekerheid omtrent aan- of afwezigheid van archeologische sporen kan alleen met specifiek onderzoek vastgesteld te worden. Op basis van de huidige wetgeving dient advies te worden ingewonnen door degene die een stedenbouwkundige vergunning zal aanvragen voor ontwikkeling van het plangebied aan het agentschap Onroerend Erfgoed indien gravende werkzaamheden zullen plaatsvinden. Afhankelijk van de grootschaligheid van de werken en de locatie zal dit agentschap al dan niet een advies uitbrengen m.b.t. archeologisch vooronderzoek.

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 47 van 52

Conclusies discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Door uitvoering van het RUP worden geen significant negatieve effecten op het landschapsbeeld van het plangebied verwacht. Er worden verder geen significant negatieve effecten op het waardevolle bouwkundig erfgoed verwacht. Indien er vergravingen gebeuren in het gebied, is aantasting van het archeologisch erfgoed mogelijk. Dit wordt ondervangen door de regelgeving op archeologische vondsten. Vanuit de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie zijn geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten.

Mens

7.7.5.1 Ruimte en functies Het plangebied behelst in hoofdzaak industrie, ambachten en wonen. Naast het bestendigen van de reed bestemde structuur, worden de beperkingen van het huidige RUP vermeld in hoofdstuk 6 weggewerkt.

7.7.5.2 Wonen Binnen het RUP wordt de woonbestemming hoofdzakelijk geconcentreerd langs de Oostrozebeeksestraat, Schaapdreef en Guido Gezellestraat. De woonbestemming werd als dusdanig aangeduid op het vigerende RUP (met uitzondering van de opritten naar de bedrijven De Clerck J & Zn en Devroe). Op de plekken waar er confrontatie ontstaat tussen de woonzone en de bedrijvigheid dienen er voldoende garanties te worden gedefinieerd om overlast te beperken. Binnen deze woonclusters wordt m.a.w. wonen en werken optimaal van elkaar gescheiden. De effecten ten aanzien van het woongebied worden door het verplaatsen van de toegangen tot de bedrijven De Clerck J & Zn, Devroe en Unilin als positief beoordeeld. Verder worden er bufferzones tussen de woonzones en industrie- en ambachtelijke zones voorzien, wat tevens als positief wordt beschouwd. Gezien de industrie- en ambachtelijke zone zal worden ontsloten via de aan te leggen hoofdontsluiting, wordt de hinder t.h.v. de zones m.b.t. wonen beperkt, gezien het transport niet meer langs de Oostrozebeeksestraat en Schaapdreef zal ontsloten worden.

7.7.5.3 Mobiliteit Naast de juridische bestaande toestand vormt het RUP slechts het kader voor beperkte bijkomende bebouwing door de herbestemming van de zone voor bestendiging van tuinbouwactiviteiten met groenaccenten, naar ambachtelijke zone (9.120m²) . Ruimtelijk onderzoek van de huidige toestand wijst op een huidige realisatiegraad van ±40% van de juridische bestemming als industrie- en ambachtelijke zone. De resterende 60% is op dit moment niet of beperkt in gebruik als industrie- en ambachtelijke zone (site Unilin). De industrie- en ambachtelijke zones worden met het huidige RUP ontsloten via de aan te leggen hoofdontsluiting. Deze ontsluiting wordt aangelegd om zo snel mogelijk het verkeer van de bedrijvenzone af te leiden naar de Expresweg (N382), om zwaar verkeer door het centrum van Ooigem (hoofdzakelijk) te voorkomen. Het kruispunt van de lokale weg met de N382 wordt ingericht met verkeerslichten. Met voorliggend RUP komen de toegangen naar de bedrijven De Clerck J & Zn, Devroe en Unilin te vervallen. De bedrijven worden ook ontsloten via deze hoofdontsluiting. Voorts worden geen activiteiten met een sterk verkeersgenererend karakter toegestaan in het woongebied (Oostrozebeeksestraat, Schaapdreef en Guido Gezellestraat). De mobiliteitssituatie blijft beperkt tot het bestemmingsverkeer van de woonfunctie. De impact op de mobiliteitssituatie in de kern van Ooigem wordt door het aansluiten van de bedrijven op de hoofdontsluiting bijgevolg gereduceerd.

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 48 van 52

Om de mobiliteitssituatie na een volledige realisatie van de industrie- en ambachtelijke zone in te schatten wordt er gebruik gemaakt van kengetallen uit de CROW, tabel 6.3/5: ‘gemiddeld aantal motorvoertuigbewegingen per netto ha bedrijventerrein per weekdagetmaal, naar werkmillieutype en vervoerswijze’. Binnen voorliggend RUP is 28,58 ha (bruto) hoofdzakelijk bestemd als industrie- en ambachtelijke zone (inclusief de 9.120m² herbestemming van de tuinbouwactiviteiten). Netto betekent dit 22 ha effectief bruikbaar bedrijventerrein of 77% van de bruto oppervlakte. Indien wordt gerekend met de kengetallen voor een gemengd terrein (128 personenwagenbewegingen en 30 vrachtwagenbewegingen per netto ha bedrijventerrein per weekdagetmaal, CROW), zal de verkeersintensiteit bestaan uit 2.816 personenwagenbewegingen, 270 lichte vrachtwagen bewegingen (41% van het totaal aantal vrachtwagens) en 389 zware vrachtwagen bewegingen (59% van het totaal aantal vrachtwagens) per dag. Rekening houdend met een werkdag van 7u tot 19u betekent dit 234 personenwagenbewegingen, 23 lichte vrachtwagenbewegingen en 32 zware vrachtwagenbewegingen per uur. In onderstaande tabel worden deze intensiteiten verder uitgesplitst naar enerzijds de huidige juridische toestand (40% reeds gerealiseerd) en de toekomstige juridische toestand (herbestemming van de glastuinbouwzone).

Huidige juridische toestand Toekomstige juridische toestand

Vervoerswijze Huidige toestand Nog mogelijk Bijkomende te realiseren verkeerintensiteit (40% gerealiseerd) (60%) (herbestemming 9.120m²)

Personenwagen- 94 132 +8 bewegingen

Lichte vrachtwagen- 9 13 +1 bewegingen

Zware vrachtwagen- 13 18 +1 bewegingen Tabel 7-2 Verkeersintensiteit hoofdontsluitingsweg per uur Door het gewijzigde aantal hectare dat kan bebouwd worden ontstaat er een beperkte bijkomende verkeersgeneratie. Deze bijkomende verkeersstroom zal geen congestie veroorzaken. Het is belangrijk te vermelden dat deze stromen zullen worden afgeleid naar het noorden, over het kanaal, om aan te sluiten op de N382 richting E17. De gegenereerde verkeersintensiteiten zullen dus geenszins bijkomende overlast veroorzaken op de dorpskern en het woongebied van Ooigem. Verder wordt de mobiliteitssituatie binnen het woongebied door het verplaatsten van de toegang tot de bedrijven De Clerck J & Zn, Devroe en Unilin verbeterd. De bedrijven hebben een gezamenlijke oppervlakte van 5,88 ha (netto 4,53 ha). Dit betekent een reductie van 48 personenwagenbewegingen, 5 lichte vrachtwagen bewegingen en 7 zware vrachtwagen bewegingen per uur door het woongebied. De effecten ten aanzien van het woongebied worden door het verplaatsen van de toegangen als positief beoordeeld.

7.7.5.4 Lucht De beschrijving van de luchtkwaliteit in de omgeving gebeurt aan de hand van de beschikbare meetgegevens van ATMOSYS. Hierbij wordt gefocust op de concentraties van stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10 en PM2,5) omdat het naleven van de Europese grenswaarden voor deze polluenten het meest kritiek is in Vlaanderen.

Parameter Plangebied Grenswaarde

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 49 van 52

NO2-jaargemiddelde (µg/m³) 21-25 40

PM10-jaargemiddelde (µg/m³) 21-25 40

Aantal dagen overschrijding 16-20 35 PM10-daggrenswaarde (=50 µg/m³)

PM2,5-jaargemiddelde 16-20 25 (20 in 2020) Tabel 7-3 Huidige luchtkwaliteit 2013 (ATMOSYS) Uit bovenstaande tabel blijkt dat de bestaande luchtkwaliteit voldoet aan de vooropgestelde grenswaarden. Inzake luchtemissies kunnen emissies t.g.v. de exploitatie van het plan (industrie, wonen) en verkeersemissies verwacht worden. Ten gevolge van het plan wordt geen aanzienlijke impact verwacht, gezien de nog aanwezige milieugebruiksruimte en er geen zware milieubelastende industrie in het RUP wordt toegelaten. Indien getoetst wordt t.o.v. de geldende juridische bestemming, wordt geen aanzienlijke impact inzake luchtemissies verwacht (enkel de kleine zone die nu bestemd is voor tuinactiviteiten en omgevormd wordt tot ambachtelijke zone kan voor enige wijziging zorgen).

7.7.5.5 Hinder De visuele hinder ten gevolge van de ontwikkelingen van het RUP zal klein zijn. Het betreft in hoofdzaak bestendiging van de huidige juridische situatie met in beperkte mate een bijkomende herbestemming naar ambachtelijke zone, wat zich zal integreren in de reeds bestaande omgeving. Indien getoetst wordt aan de bestaande situatie, wordt tevens een goede inplanting van het plan verwacht (zie § 7.7.4.1). De woonbestemming van voorliggend RUP sluit aan de west- en zuidzijde aan op het centrum van Ooigem. Verder sluiten de industrie- en ambachtelijke zone aan de noord- en oostzijde aan op het reeds bestaande bedrijventerrein Vaartstraat Oost. Tussen het bedrijfsterrein en het woongebied wordt een zone voor buffering voorzien, waardoor geen significante impact inzake visuele hinder wordt verwacht. Verder zal de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening i.v.m. de landschappelijke inkleding van bedrijfsgebouwen zoveel mogelijk worden vertaald in het grafisch plan en de stedenbouwkundige voorschriften. Deze verordening definieert een groenscherm waarvan de breedte minstens gelijk is aan de hoogte van het eerst aanpalende bedrijfsgebouw en met een minimum van 10m. Bijgevolg zal het woongebied voldoende worden gebufferd ten opzichte van de bedrijfsterreinen. De hoeve langs de Oostrozebeeksestraat en de directe gronden in de omgeving zijn in de huidige juridische toestand gelegen binnen de zone voor landschappelijke aanleg met integratie van gemeenschapsvoorzieningen (vigerend RUP Kanaalzone West). In het voorliggend RUP wordt deze bestemming samen met de overdrukzone ‘landschappelijke inkleding’ rechtstreeks overgenomen, m.a.w. planologisch blijft deze situatie ongewijzigd. De overdrukzone zorgt voor de landschappelijke inkleding van de hoeve en de visuele afscherming van de bedrijvigheid. Aan de noordzijde van de hoeve is de parking van het bedrijf Vanden Avenne vergund binnen deze zone. De parking wordt door o.a. een hoge bomenrij en een binnenkort aan te planten berm voldoende gebufferd ten opzichte van de hoeve (zoals aangetoond met de foto’s in de bijlage m.b.t. de afweging van het bouwkundig erfgoed). Dit illustreert een goede werking van de zone en het bijhorende voorschrift op vergunningsniveau, waardoor het niet aangewezen is deze zonering aan te passen. In het verleden zijn geen klachten met betrekking tot geluidshinder geregisseerd bij de gemeente Wielsbeke. Het plan kan t.o.v. de bestaande toestand een toename in geluidsproductie veroorzaken. De buffering tussen de woonfuncties en industrie- en ambachtelijke functies zal echter zorgen voor enige geluidsbuffering. Ten opzichte van de geldende juridische bestemming wordt geen significante wijziging verwacht. Globaal kan besloten worden dat geen significante geluidshinder wordt verwacht, mede door het feit dat de geldende regelgeving inzake geluidsproductie en -isolatie dient gerespecteerd te worden.

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 50 van 52

Er kan aangenomen worden dat de impact van de omgeving op het voorgenomen plan zeer beperkt tot onbestaand zal zijn.

7.7.5.6 Veiligheid Binnen het plangebied van het RUP zijn geen Seveso-inrichtingen aanwezig. Het RUP maakt de oprichting van een Seveso-inrichting binnen het plangebied niet mogelijk. Binnen het plangebied worden wel aandachtsgebieden (nl. gebieden met woonfunctie) gepland. De dichtstbijzijnde lagedrempel-seveso-inrichtingen liggen op 2,3 km (Unilin Decor) en 2,8 km (Unilin Systems). Afhankelijk van het feit of bij de Dienst Veiligheidsrapportage de externe risico’s vanwege deze bedrijven bekend zijn, is al dan niet een ruimtelijk veiligheidsrapport (RVR) genoodzaakt: - externe risico’s niet gekend bij dienst VR: RVR nodig om te kunnen bepalen of er voldoende afstand is tussen de Seveso-inrichtingen enerzijds en de aandachtgebieden anderzijds, - externe risico’s zijn gekend bij dienst VR én er is voldoende afstand tussen de Seveso-inrichting enerzijds en het aandachtsgebied anderzijds: geen RVR nodig. - externe risico’s zijn gekend bij dienst VR maar er is geen garantie dat er voldoende afstand is tussen de Seveso-inrichting enerzijds en het aandachtsgebied anderzijds: de dienst VR geeft voorstellen van stedenbouwkundige voorschriften (o.a. afstandsregels), maar op voorwaarde van opname vraagt de dienst VR geen RVR. Gezien het plangebied zich op meer dan 2 km van deze Seveso-inrichtingen bevindt, wordt geen impact verwacht t.a.v. de aanwezige aandachtsgebieden (wonen) binnen het plangebied. Conclusies discipline mens Er worden globaal geen significant negatieve milieueffecten verwacht vanuit de discipline mens.

Overige aspecten en globale conclusies Gezien de aard van voorliggend RUP worden geen significant negatieve effecten verwacht inzake de milieuaspecten ‘stoffelijke goederen’, ‘energie- en grondstoffenvoorraad’ en ‘gezondheid van de mens’. Er zijn niet onmiddellijk leemten vastgesteld die ervoor zorgen dat een effect niet kan worden beoordeeld. Gelet op de ligging, de schaal van de ontwikkeling en het ontbreken van aanzienlijke milieueffecten wordt geconcludeerd dat er geen gewest- of landgrensoverschrijdende effecten zullen voorkomen n.a.v. het RUP ‘Kanaalzone West’. Globaal kunnen we besluiten dat het RUP ‘Kanaalzone West’, dat het voorwerp vormt van dit onderzoek tot milieueffectenrapportage, niet onder de plan-MER-plicht, zoals voorzien in het plan- MER-decreet van 17/4/2007, valt.

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 51 van 52

8 Bijlagen

Basiskaarten

Afweging onroerend erfgoed

2295183010/fdb | RUP Kanaalzone West | Definitieve screeningsnota pagina 52 van 52

Gemeente Gemeente 1. Vectoriële versie van Streetnet, versie 2003 2003 versie Streetnet, van versie Vectoriële 1. de door aangeleverd GRB op het gebaseerd Contour 2. de door aangeleverd GRB van gegevens Kadastrale 3. /fdb 2295185002 juli2015 15 /14 1 A3 1:7.500 Contour projectgebied Contour Wegverbinding Hoofdgebouw Bijgebouw gevels virtuele met afgezoomd Gebouw perceel Administratief RUP Kanaalzone West RUPKanaalzone Wielsbeke Gemeente 1 Kaart Situering Verklaring:

Kenmerk: Plannr.: Bron: Datum: Formaat: Schaal:

t t

a a

a a

r m

t r

s t

r s

e j

v i

a d G b

t A traa kots

p °

Stam

t

t

l a

a

e

a t a

a k

r

a r

r a t t t

ns r

s

s

de T -

k rlin m

ie m

c V

e e

n

g

g

i

l

i

l

e l

o

s

e l

e s

O

e

h eg D

G W

e-

e o

d k

te

r n

e Bo d

d

i R

t aa str ten ols M ote Gr

100

t a a r t s g n i l a P

t

at a a

a r

tr t

s s

t 0 200 400 600

r e

a s

Va k e

e

b

s l

e i W t raa itst t no aa Be str ter ten Pe ols

M

ne g

lei e

K w

t

n

o

P

f

e

e

r

d

p

a

a t

h a

c a

r

S t

s

e

s

f

o

o

h

k i

v

a

eg B

kw g

er e w

K t

e

o V

ijk

w t

n a

i a

u r t

T s t

e

t o

aa v

str w

e u t

s a a

ek l e B a b r g n ze e t

o w a str rk s o e a e O K l s

a r i e

c t t s

a l

a

c u

t

a a

A a

r H

r t

s

t e l

l

e z

s e

G

o n n d

i

u a

o G

i a

t l

a at n t a r e

gsst t

S g

in a

d l

bin i

er a

V r

W t

s

s n

a k e

j

j t a

l i

t n

a e

k n w

k j

t a

u i

a

r e s

t

w

a B t

e

s aan s

olal i w s i

b r

Fa e

i

r k n

Z

r j

i t

r

e

o

i

a

e

w

t

V t

a V

s

a

r

k

t t

o

t e

o j

i i

s

r g

S

g

a t

r s

w

u

a

u

t a

e

e

r j

H s a

V t t

H r

e t

n i s

o

s r

a

k r g

n

j a u e c

i

g t V H w e

a w

e Z

o

e o

a

t r

r

d

t g

w t

a b l

a u

a u

r s e t

a t o

a

l

s H

r l u

a e B

t s u k o n

s e

t e h

a H

r b

k

le l

K a

u e

e e

a i M E

V m

E

t

a

a

r k

t

e

s o

r k h

e n

e

t e o

r

h

u

o

l

s

i r

o

u e

r K V K RUP Kanaalzone West Gemeente Wielsbeke Kaart 2 Landschapsatlas

Verklaring: Contour projectgebied Land van Roeselare - Kortrijk Leievallei Hoofdgebouw Bijgebouw Gebouw afgezoomd met virtuele gevels Administratief perceel

Bron: 1. Vectoriële versie van de Landschapsatlas, MVG-LIN-AMINAL Monumenten en Landschappen (GIS-Vlaanderen) versie 1.0 2. Contour gebaseerd op het GRB aangeleverd door de Gemeente 3. Kadastrale gegevens van GRB aangeleverd door de Gemeente

Kenmerk: 2295185002 / fdb ° Datum: 15 juli 2015 Plannr.: 2 / 14 0100 200 400 600 m Formaat: A3 Schaal: 1:7.500 RUP Kanaalzone West Gemeente Wielsbeke Kaart 3 Inventaris bouwkundig erfgoed

Verklaring: Contour projectgebied Orgels Relicten Hoofdgebouw Bijgebouw Gebouw afgezoomd met virtuele gevels Administratief perceel

Bron: 1. Vectoriele versie van bouwkundig erfgoed opgemaakt door VIOE Vlaams instituut voor onroerend erfgoed, versie 2013/05/23 2. Contour gebaseerd op het GRB aangeleverd door de Gemeente 3. Kadastrale gegevens van GRB aangeleverd door de Gemeente

Kenmerk: 2295185002 / fdb ° Datum: 15 juli 2015 218 Plannr.: 3 / 14 0100 200 400 600 m Formaat: A3 Schaal: 1:7.500 RUP Kanaalzone West Gemeente Wielsbeke Kaart 4 Biologische waarderingskaart

Verklaring: Contour projectgebied Complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen Complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen Complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen Biologisch waardevol Complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen Biologisch zeer waardevol Hoofdgebouw Bijgebouw Gebouw afgezoomd met virtuele gevels Administratief perceel

Bron: 1. Vectoriële versie van de Bioligische waarderingskaart versie 2,2 - 2010 (INBO-AGIV) 2. Contour gebaseerd op het GRB aangeleverd door de Gemeente 3. Kadastrale gegevens van GRB aangeleverd door de Gemeente

Kenmerk: 2295185002 / fdb ° Datum: 15 juli 2015 Plannr.: 4 / 14 0100 200 400 600 m Formaat: A3 Schaal: 1:7.500 RUP Kanaalzone West Gemeente Wielsbeke Kaart 5 VEN en IVON

Verklaring: Contour projectgebied Grote eenheid natuur Hoofdgebouw Bijgebouw Gebouw afgezoomd met virtuele gevels Administratief perceel

Bron: 1. Vectoriële versie van het VEN/IVON, Agentschap voor Natuur en Bos, versie 08/08/2011 (AGIV) 2. Contour gebaseerd op het GRB aangeleverd door de Gemeente 3. Kadastrale gegevens van GRB aangeleverd door de Gemeente

Kenmerk: 2295185002 / fdb ° Datum: 15 juli 2015 Plannr.: 5 / 14 0100 200 400 600 m Formaat: A3 Schaal: 1:10.000 RUP Kanaalzone West Gemeente Wielsbeke Kaart 6 Natura 2000

Verklaring: Contour projectgebied Vogelrichtlijngebieden Habitatrichtlijngebieden

Bron:1. Vectoriële versie van Vogelrichtlijngebieden,Vogelrichtlijngebieden, toestand 22/07/2005 (ANB-AGIV) 2. Vectoriële versie van Habitatrichtlijngebieden 15/02/2008, (ANB- AGIV) 3. Contour gebaseerd op het GRB aangeleverd door de Gemeente 4. Rasterversie van topokaart 1:50000 (NGI)

Kenmerk: 2295185002 / fdb ° Datum: 15 julii 2015 Plannr.: 6 / 14 01.000 2.000 4.000 6.000 m Formaat: A3 Schaal: 1:75.000 Gemeente Gemeente rbeheer (AGIV) (AGIV) rbeheer zones, Vlaamse Vlaamse zones, Milieumaatschappij - Afdeling Operationeel Wate Operationeel - Afdeling Milieumaatschappij 07/10/2011) (versie juli2015 15 2. Contour gebaseerd op het GRB aangeleverd door de door aangeleverd GRB op het gebaseerd Contour 2. de door aangeleverd GRB van gegevens Kadastrale 3. /fdb 2295185002 /14 7 A3 1:7.500 Contour projectgebied Contour Bevaarbaar categorie derde Geklasseerd, tweede Geklasseerd, categorie geklasseerd Niet RUP Kanaalzone West RUPKanaalzone Wielsbeke Gemeente 7 Kaart Waterlopen Verklaring:

Kenmerk: Plannr.: Datum: Bron:& - VHA-waterlopen de van versie Vectoriële 1. Formaat: Schaal:

3 0 4 4

m

5

7

5

7

1 °

5

8

4

4

3

0 4

4 31 4 4

1

0 2 4

4365

4

7

5

7

1 100

2 0 200 400 600

8

9

2 1

68 42

3

427

7

9

2

4

5

3 2 4

3

2

3

8

2 4

5 25 58 4 42 RUP Kanaalzone West Gemeente Wielsbeke Kaart 8 Watertoets (2014)

Verklaring: Contour projectgebied Niet overstromingsgevoelig Effectief overstromingsgevoelig Mogelijk overstromingsgevoelig

Bron: 1. Overstromingsgevoelige gebieden uitgave 20140423, Watertoetskaarten, AGIV & CIW (AGIV-product) 2. Contour gebaseerd op het GRB aangeleverd door de Gemeente 3. Kadastrale gegevens van GRB aangeleverd door de Gemeente

Kenmerk: 2295185002 / fdb ° Datum: 15 juli 2015 Plannr.: 8 / 14 0100 200 400 600 m Formaat: A3 Schaal: 1:7.500 RUP Kanaalzone West Gemeente Wielsbeke Kaart 9 Erosiegevoelige gebieden

Verklaring: Contour projectgebied Erosiegevoelig

Bron: 1. Watertoetskaarten toestand 20/07/2006, AGIV & CIW (AGIV-product) : Erosiegevoelgie gebieden 2. Contour gebaseerd op het GRB aangeleverd door de Gemeente 3. Kadastrale gegevens van GRB aangeleverd door de Gemeente

Kenmerk: 2295185002 / fdb ° Datum: 15 juli 2015 Plannr.: 9 / 14 0100 200 400 600 m Formaat: A3 Schaal: 1:7.500 RUP Kanaalzone West Gemeente Wielsbeke Kaart 10 Grondwaterstromingsgevoelige gebieden

Verklaring: Contour projectgebied Zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1) Matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2) Weinig gevoelig voor grondwaterstroming (type 3)

Bron: 1. Watertoetskaarten toestand 20/072006, AGIV & CIW (AGIV-product) : grondwaterstromingsgevoelige gebieden 2. Contour gebaseerd op het GRB aangeleverd door de Gemeente 3. Kadastrale gegevens van GRB aangeleverd door de Gemeente

Kenmerk: 2295185002 / fdb ° Datum: 15 juli 2015 Plannr.: 10 / 14 0100 200 400 600 m Formaat: A3 Schaal: 1:7.500 RUP Kanaalzone West Gemeente Wielsbeke Kaart 11 Infiltratiegevoelige gebieden

Verklaring: Contour projectgebied Infiltratiegevoelig

Bron: 1. Watertoetskaarten toestand 20/07/2006, AGIV & CIW (AGIV-product) : infiltratiegevoelige gebieden 2. Contour gebaseerd op het GRB aangeleverd door de Gemeente 3. Kadastrale gegevens van GRB aangeleverd door de Gemeente

Kenmerk: 2295185002 / fdb ° Datum: 15 juli 2015 Plannr.: 11 / 14 0100 200 400 600 m Formaat: A3 Schaal: 1:7.500 RUP Kanaalzone West Gemeente Wielsbeke Kaart 12 Bodemsamenstelling

Verklaring: Contour projectgebied 01. Antropogeen 03. Nat zand 04. Vochtig zand 05. Droog zand 05. Zand-complex 06. Nat zand antr 07. Vochtig zand antr 08. Droog zand antro 09. Nat zandleem 10. Vochtig zandleem 11. Droge zandleem 11. Zandleem-complex 12. Natte leem 13. Vochtige leem 14. Droge leem 14. Leem-complexen 15. Natte klei 16. Vochtige klei 17. Droge klei 17. Klei-complexen 18. Natte Zware Klei 19. Vochtige Zware Klei 19. Zware Klei-complex 26. Veen 27. Landduin 28. Hoge kustduin 29. Kustduingrond 30. Moeren 31. Geul polders 32. Poelgrond polders 33. Schor polders 34. Dekklei polders 35. Kleiplaat polders 36. Kreekrug 37. Overdekt Pleistoceen 38. Bronnen 39. Krijt 40. Mergel

Bron: 1. Digitale versie van de Bodemkaart van Vlaanderen, IWT, uitgave 2001 (OC GIS-Vlaanderen). 2. Contour gebaseerd op het GRB aangeleverd door de Gemeente 3. Kadastrale gegevens van GRB aangeleverd door de Gemeente

Kenmerk: 2295185002 / fdb ° Datum: 15 juli 2015 Plannr.: 12 / 14 0100 200 400 600 m Formaat: A3 Schaal: 1:7.500 Gemeente Gemeente erbuurtwegen van GISwest 2012 GISwest van de door aangeleverd GRB op het gebaseerd Contour 2. de door aangeleverd GRB van gegevens Kadastrale 3. /fdb 2295185002 juli2015 15 /14 13 A3 1:7.500 Contour projectgebied Contour Chemin Sentier RUP Kanaalzone West RUPKanaalzone Wielsbeke Gemeente 13 Kaart wegen der trage Atlas Verklaring:

Kenmerk: Plannr.: Bron:d de Atlas van basis op getekend Shapefiles 1. Datum: Formaat: Schaal: 0

0

2 1 ° 1 2 m

° 1 ° n

1 n ° n

C S n C S °

8 C n°

0 °2 °8 n n

S C

2

°

n 100

C 6 ° n C

2

0 200 400 600

1

5

° ° n

C

n

C

0 6 1 °2 ° n

n

S C

6 2 ° n

S

3

°

n

C

12 n°

S 6

1

°

n

S

°3

C n

7

16 °

° n

n S C

4 S n°1 15 n° C

4 ° n C RUP Kanaalzone West Gemeente Wielsbeke Kaart 14 Gewestplan

Verklaring: Contour projectgebied Reservatiestroken Reservatiedienstbaarheidsgebied Aan te leggen waterweg Reservatiedienstbaarheidsgebied Erfdienstbaarheidsgebied 0100- woongebied 0102- woongebied met landelijk karakter 0105- woonuitbreidingsgebied 0110- gemengde woon- en industriegebieden 0401- gebieden voor dagrecreatie [ [0500- parkgebieden 0600- bufferzones 0701- natuurgebied 0900- agrarische gebieden 0901- landschappelijk waardevolle gebieden 1000- industriegebieden 1002- milieubelastende industrieën 1080- reservegebied voor industriële uitbreiding 1082- reservegebied voor beperkte industriële uitbreiding 1100- ambachtelijke bedrijven en kmo's 1504- bestaande waterwegen

Bron: 1. Vectoriële versie van het Gewestplan, MVG-LIN-AROHM- Ruimtelijke Planning, 2002 (OC-GIS-Vlaanderen) 2. Contour gebaseerd op het GRB aangeleverd door de Gemeente 3. Kadastrale gegevens van GRB aangeleverd door de Gemeente

Kenmerk: 2295185002 / fdb ° Datum: 15 juli 2015 Plannr.: 14 / 14 0100 200 400 600 m Formaat: A3 Schaal: 1:7.500

Bouwkundig erfgoed binnen GRUP Kanaalzone West: Afweging tot behoud

Beeld ID Beschrijving en afweging

89578 Oostrozebeeksestraat nr. 146. Woning, volgens kadaster in 1930 gebouwd door de vlashandelaars Renatus Vandenavenne – Beel en Alfons Beel – Vandenavenne uit Ooigem.

Breedhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak in mechanische pannen. Lijstgevel uit gele baksteen onder witgeschilderde houten kroonlijst op modillons. Centrale ronde erkeruitbouw op de verdieping onder dito kroonlijst en leien bedaking. Korfboogvormige muuropeningen en rechte overspanning van de drielichten in de middelste travee. Verdiepte getrapte inkom met voetschraper links en poortopening rechts in de gevel. Gebruik van natuursteen voor treden deur, plint, onderdorpels, muurpenanten in de erker, aanzetstenen boven de korfboogvormige muuropeningen, cordonlijst boven de eerste bouwlaag en de mijtervormige kapelnis in de borstwering van het rechtse venster op de verdieping. Vernieuwd schrijnwerk. De beschreven kenmerken zijn bewaard. De kenmerken: typologie en morfologie dienen bewaard te blijven bij nieuwbouw of herbouw.  Categorie B 89580 Oostrozebeeksestraat nr. 158. Woning op bedrijfsterrein Vanden Avenne, in 1929 gebouwd door handelaar Georges Vanden Avenne – Saelens uit Ooigem. Enkelhuis van twee traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak in zwartgeglazuurde mechanische pannen (nok evenwijdig met de straat). Witgeschilderde bakstenen lijstgevel gecombineerd met variant van de trap- en tuitgevel in de rechtertravee. Siermetselwerk o.m. boven de licht getoogde muuropeningen, op de borstweringen van de verdieping en in de vorm van een omlijste overhoekse muizentandfries onder de houten kroonlijst op klossen. Ronde erker op de verdieping, waarboven tweelicht en jaarsteen "1929" in de top. Bewaard schrijnwerk met verticale en vierkante roedeverdeling in de bovenlichten,

bewaarde rolluikkasten op de verdieping. Gebruik van natuursteen o.m. voor de plint, onderdorpels, cordonlijst boven het gelijkvloers, de muurpenanten van de erker, kraag-, dekstenen, rollaag en topstuk van de trap- annex tuitgevel en jaartalsteen. Metalen, bijna volledig beglaasde deur voorzien van geometrisch hekwerk. Dito bovenlicht in gesculpteerde natuurstenen omlijsting. Kleine voetschraper rechts van de deur.

De woning is reeds gesloopt.

89576 Oostrozebeeksestraat nr. 118. Site d'Hoop. Historische hoeve met 20ste-eeuwse vlasfabriek. Hoeve bestaande uit losstaande bestanddelen en minimaal opklimmend tot het tweede kwart van de 17de eeuw, cf. afbeelding van vierkante omwalling (zonder bebouwing) in het landboek van de heerlijkheid Woubrechts (1631). Hoevegebouwen met 19de-eeuwse (woonhuis mogelijk 18de-eeuwse) kern.

Een privéweg vanaf de Oostrozebeeksestraat leidt naar een hoeve met losstaande bestanddelen en begraasd erf met pad in (losse) verharding. Aan noordzijde een west-oost georiënteerd eenlagig verankerd woonhuis van vijf traveeën onder zadeldak in mechanische pannen. Erfgevel voorzien van witbepleisterde siercementering, o.m. in de vorm van imitatiebanden en gecanneleerd fries ter hoogte van de bovendorpels. Getoogde muuropeningen met diamantkopmotief voor hoek- en sluitstenen. Bewaarde paneeldeur onder bovenlicht met verticale roedeverdeling. Houten kroonlijst. Aaneengesloten landgebouwen in een hoek van 90° aan zuidwestelijke zijde van het erf, onder zadeldaken met mechanische pannen. Noordelijk gesitueerde stallen verbouwd in de 20ste eeuw, cf. o.m. gevel in lichtrode baksteen op basis in oudere donkerrode bakstenen, rechthoekige muuropeningen onder betonlatei, tweedelige houten deurtjes. Dak doorbroken door laaddeur onder lessenaardak. Aan zuidzijde een restant van de oudere schuur met wagenhuis, o.m. met korfboogvormige poort en poort onder houten latei, houten en metalen schuifpoorten, deur- en vensteropeningen onder ijzeren latei. Aangebouwde loods o.m. met schuifpoort, in gebruik als stal.

Kleine landgebouwen ten noordwesten van het erf. Twee aanpalende volumes onder pannen zadeldaken, getoogde muuropeningen onder strek, bij westelijk volume onder waterlijst met drie bekronende mijtervormige nissen. Vroegere zomerkeukens omgebouwd tot stal en schuur.

Aan zuidoostelijke zijde van het erf de vroegere vlasfabriek met twee bakstenen zwingelarijen. Noordelijk volume uit rode baksteen, rechthoekige muuropeningen onder betonlatei, metalen schuifpoort. Zuidelijk gebouw met aanpalende roterij bestaande uit drie rootkamers, voorzien van schuifdeuren, gedeeltelijk vervallen schoorsteen. Westelijke gevel met lege, door witte bakstenen omlijste en met kruis bekroonde kapelnis.

Een terreinbezoek op woensdag 13 mei 2016 geeft meer duidelijkheid over de toestand van de hoeve:

De beschreven kenmerken zijn voor het woonhuis en de (noordwest gelegen) stallen bewaard gebleven. De restanten van de oude schuur, de kleine landgebouwen aan de noordwestzijde en de vroegere vlasfabriek bezitten nog de beschreven kenmerken, ondanks een vrij verregaande vervallen staat van de gebouwen. De kenmerken typologie en morfologie van de hoofdgebouwen (woonhuis en landgebouwen) dienen bewaard te blijven bij nieuwbouw of herbouw.

 Categorie B

89575 Oostrozebeeksestraat z.nr. (bij oprit nr. 118). Nieuwe of vernieuwde kapel onder zadeldak in daktegels. Witgeschilderde bakstenen open wegkapel op bruinbakstenen plint. Kruisbeeld met beeld gekruisigde Christus tegen oostelijke muur. Opgemetseld altaar in de vorm van bloemenperkje tussen twee flankerende, haaks opgestelde muurtjes. Natuurstenen tablet.

De beschreven kenmerken zijn aanwezig. Kleine relicten dienen bewaard te worden maar kunnen verplaatst worden in de onmiddellijke omgeving.

 Categorie D

89585 Schaapdreef z.nr. Vlasfabriek. Roterij gebouwd in 1935 door Aloïs Dewitte – Maertens, vlashandelaar uit Ooigem die reeds in 1919 een vlasvezelbereidingsbedrijf oprichtte. In 1937 wordt bij kadaster ten westen van de roterij een magazijn geregistreerd en in 1947 een dubbele vlasschuur ten oosten daarvan. Voor deze laatste werd een ontwerp opgemaakt door architect Léon Van Maercke uit Kortrijk. Volgens de inventaris van de vlasverwerkingsindustrie uit 1941 was er toen beschikking over een roterij met vier rootkamers en een zwingelarij met 11 zwingelmolens en één zwingelarij, eigendom van vlasnijveraar Alois Dewitte.

Roterij uit beton met vier rootkamers afgesloten door metalen schuifpoorten. "1935", jaartal oprichting roterij in de westelijke zijgevel ingewerkt. Achterliggende zwingelarij uit rode baksteen en behouden fabrieksschoorsteen. Dubbele roodbakstenen schuur ten oosten (nok haaks op de straat) onder zadeldak van golfplaten. Bruinbakstenen magazijn onder zadeldak parallel met straat, metalen schuifpoort in oostelijke zijgevel, gedichte openingen onder betonlatei aan straatzijde. Aanbouw aan noordzijde met vier bijkomende rootkamers.

Het gebouw is reeds gesloopt.

89581 Oostrozebeeksestraat nr. 160. Fabrieksgebouwen van veevoederbedrijf Vanden Avenne, met huidig gebouwenbestand voornamelijk uit de tweede helft van de 20ste eeuw.

Als baken fungerende fabrieksgebouwen bestaande uit twee torenvolumes verbonden door een lager gebouw. Westelijke toren aan de kant van de Oostrozebeeksestraat horizontaal geritmeerd door gevelbrede vensterpartijen. Verticaliserend accent in noordelijke en zuidelijke gevel, o.m. door de uitgebouwde trapkoker en gevelhoge trapezium- en wigvormige motieven. Lagere aanbouw en zuidelijke toren gebouwd in dezelfde stijl, bestaande uit eenvoudige, vrijwel blinde gevels in een witte kleur met rode bekroning. Bureelgebouw van twee bouwlagen in de noordwestelijke hoek van het perceel, betonskelet ingevuld door een tweeledig raam (rechts) en een blauw vlak (links) op een roodgekleurde plint. Ten zuiden een recenter bureelgebouw bestaande uit glasgevels, breed uitkragende verdiepingen (afgeschuinde hoek) op een smallere vierkante sokkelverdieping en met een identieke vierkante bovenbouw. Hall bij de inkom eenlaags volume, zuidelijke gevel met verticaal gelede glaspartij in rode omkadering. Aan de westelijke gevel naam "Van den Avenne" en bijhorend embleem.

Inkom gemarkeerd door kunstwerk bestaande uit paal waarop drie latten met een verschillende lengte meedraaien in de wind en afhankelijk van de vigerende windrichting andere figuren vormen. De beschreven kenmerken zijn aanwezig. De gebouwen zijn uiteraard beeldbepalend en blijven bij voorkeur behouden. Als echter blijkt dat de gebouwen om economische of bouwtechnische redenen niet langer kunnen worden gebruikt of hergebruikt, dan dient afbraak en vervangbouw mogelijk te blijven.  Categorie B

Selectie adviesinstanties dienst Mer voor het RUP Kanaalzone West in Wielsbeke (SCRPL16052)

Provinciebe Dienst Provincie Koning Leopold 8200 ruimtelijkeplanning@west- stuur West- Ruimtelijke huis III-laan 41 Sint- vlaanderen.be Vlaanderen Planning Boeverbos Andries Agentschap Entiteit Ellipsgeb Koning Albert 1030 ruimtelijke.economie@vlaandere Ondernemen Ruimtelijke ouw II-laan 35, Brussel n.be Economie bus 12 ANB - West- VAC Jacob Koning 8200 Brugge [email protected] Vlaanderen van Maerlant Albert I- laan 1-2 bus 74 Departement Afdeling Dienst VAC Jacob van Koning 8200 adviesvraag.westvlaanderen@lv. Landbouw en Beleidscoörd Omgeving Maerlant Albert I- Brugge vlaanderen.be Visserij inatie en West- laan ½ (Sint- Omgeving Vlaandere bus 101 Michie n ls) Ruimte VAC Jacob Koning 8200 Brugge [email protected] Vlaanderen van Maerlant Albert I- – APL - laan 1-2 West- bus 91 Vlaanderen Onroerend VAC Jacob Koning 8200 Brugge west- Erfgoed - van Maerlant Albert I- [email protected] West- laan 1-2 Vlaanderen bus 92 Agentschap Afdeling t.a.v. Afdelingshoofd Koning 1210 [email protected] Wonen- Wonen Hilde Van Albert Brusse Vlaanderen den Bosch II-laan l 19 bus 40 Agentschap Buitendienst t.a.v. VAC Jacob van Koning 8200 [email protected] Wegen en West- Immanuel Maerlant Albert I- Brugge anderen.be Verkeer Vlaanderen Taets laan 1-2 bus 82 Departement t.a.v. Filip Graaf de Koning Albert 1000 [email protected] MOW Boelaert, Ferrarisg II-laan 20 bus Brussel ren.be secretaris- ebouw 2 generaal De Lijn – T.a.v. Luc Directeur Nieuwpoortsest 8400 [email protected] West- De Man eenweg 110 Oostende Vlaanderen VMM Afdeling t.a.v. Graaf de Koning 1000 [email protected] Operationeel Bram Ferrarisgebouw Albert Brusse Waterbeheer Vogels II-laan l 20 bus 16 Waterwegen Oostdijk 110 2830 [email protected] en Willebroe Zeekanaal k nv OVAM Afdeling Dienst t.a.v. Natalie Stationss 2800 [email protected] Bodembeheer Databehee Hoffmann traat 110 Mechel r en

Debeer Fabian

Van: Debeer Fabian Verzonden: dinsdag 29 maart 2016 15:44 Aan: '[email protected]' CC: Maekelberg Alexander Onderwerp: “Verzoek tot raadpleging” - RUP Kanaalzone West te Wielsbeke

Geachte heer/mevrouw,

Op initiatief van de gemeente Wielsbeke is momenteel de opmaak van het RUP “Kanaalzone West” lopende.

Wij hebben in opdracht van de gemeente een verzoek tot raadpleging opgesteld voor dit plan waarin wij onderzocht hebben of dit plan mogelijk aanzienlijke milieueffecten kan hebben en wij zijn tot het besluit gekomen dat het plan in zijn huidige vorm geen aanzienlijke milieueffecten kan genereren. Via volgende link kan u het verzoek tot raadpleging downloaden: http://we.tl/RiEa7dkk52 (let op: link is geldig tot 5 april 2016)

Neem gerust contact met ons op indien u hiervan een analoge versie wenst te ontvangen.

Graag hadden wij van u vernomen of u als overheidsinstantie het eens bent met ons gemotiveerd besluit dat het plan in zijn huidige vorm geen aanzienlijke milieueffecten kan genereren.

Wij benadrukken dat de bedoeling van deze adviesvraag zeer specifiek is, namelijk om van u te vernemen of u vindt dat het plan in zijn huidige vorm aanzienlijke milieueffecten kan genereren. Opmerkingen allerhande op het plan zelf dienen gegeven te worden naar aanleiding van de plenaire vergadering wanneer het voorontwerp van RUP -krachtens artikel 41, 44 en 48 van het DRO- verzonden wordt naar de adviesinstanties en/of tijdens het openbaar onderzoek over het voorlopig vastgesteld RUP.

Indien u vindt dat het plan in zijn huidige vorm toch aanzienlijke milieueffecten kan teweeg brengen, gelieve dit dan duidelijk te motiveren [1] en gelieve desgevallend een aantal voorstellen tot wijziging van het plan of een aantal milderende maatregelen voor te stellen die er voor zouden zorgen dat de milieueffecten van het plan niet meer als “aanzienlijk” beschouwd zouden kunnen worden.

Uw advies zal samen met de screeningsnota voorgelegd worden aan de dienst Mer die de finale beslissing zal nemen over de plan-MER-plicht [2] . Deze beslissing wordt gepubliceerd op de website www.mervlaanderen.be.

Gelieve de goede ontvangst van het document te bevestigen via antwoord op deze mail , en ons uw advies te bezorgen binnen de decretaal daartoe voorziene termijn van 30 dagen na de datum van ontvangst van deze mail. Indien deze termijn praktisch niet haalbaar is voor u, gelieve ons dan onverwijld te contacteren om onderling een alternatieve adviestermijn af te spreken. Het advies kan u bezorgen per kerende op deze mail ( [email protected]) of per post op volgend adres: Antea Belgium nv, Buchtenstraat 9 – 9051 Gent t.a.v. de Heer Fabian Debeer.

Met vriendelijke groeten, Fabian Debeer | Adviseur Antea Group +32 (0)9 276 64 96 [email protected] www.anteagroup.be

[1] Moest u nog over gegevens beschikken die relevant kunnen zijn in de beoordeling van de aanzienlijke milieueffecten en die in de screeningsnota nog niet aan bod gekomen zijn, kan u deze ook in de motivatie vermelden. [Paginanummer] [2] Indien de dienst Mer tot het besluit komt dat het plan geen aanzienlijke milieueffecten kan genereren, wordt het plan ontheven van de plan-MER-plicht. Indien de dienst Mer echter tot het besluit komt dat het plan wel aanzienlijke milieueffecten kan genereren, dan moet er een plan-MER opgemaakt worden.

[Paginanummer]

Debeer Fabian

Van: Baeteman, Stefaan Verzonden: vrijdag 15 april 2016 16:15 Aan: Debeer Fabian Onderwerp: RE: “Verzoek tot raadpleging” - RUP Kanaalzone West te Wielsbeke

Beste hr. Debeer,

Het Agentschap Innoveren & Ondernemen ontving in goede orde uw Verzoek tot raadpleging i.k.v. het gemeentelijk RUP Kanaalzone West te Wielsbeke.

Het agentschap heeft geen specifieke opmerkingen en gaat akkoord met uw gemotiveerde conclusie dat het plan geen aanzienlijke milieueffecten kan genereren en dat de opmaak van een plan-MER dus niet nodig is.

Met vriendelijke groeten,

Stefaan Baeteman Accountmanager Vestiging, Ruimtelijke Ordening en Brownfields

AGENTSCHAP INNOVEREN & ONDERNEMEN Dienst Ruimtelijke Economie T +32 50 32 50 14, F +32 50 32 50 01, M +32 499 86 52 04

Van: Ruimtelijke Economie, EWI Verzonden: donderdag 31 maart 2016 13:06 Aan: Baeteman, Stefaan Onderwerp: FW: “Verzoek tot raadpleging” - RUP Kanaalzone West te Wielsbeke

Van: Debeer Fabian [ mailto:[email protected] ] Verzonden: dinsdag 29 maart 2016 15:46 Aan: Ruimtelijke Economie, EWI Onderwerp: “Verzoek tot raadpleging” - RUP Kanaalzone West te Wielsbeke

Geachte heer/mevrouw,

Op initiatief van de gemeente Wielsbeke is momenteel de opmaak van het RUP “Kanaalzone West” lopende.

Wij hebben in opdracht van de gemeente een verzoek tot raadpleging opgesteld voor dit plan waarin wij onderzocht hebben of dit plan mogelijk aanzienlijke milieueffecten kan hebben en wij zijn tot het besluit gekomen dat het plan in zijn huidige vorm geen aanzienlijke milieueffecten kan genereren. Via volgende link kan u het verzoek tot raadpleging downloaden: http://we.tl/RiEa7dkk52 (let op: link is geldig tot 5 april 2016)

Neem gerust contact met ons op indien u hiervan een analoge versie wenst te ontvangen.

Graag hadden wij van u vernomen of u als overheidsinstantie het eens bent met ons gemotiveerd besluit dat het plan in zijn huidige vorm geen aanzienlijke milieueffecten kan genereren.

Wij benadrukken dat de bedoeling van deze adviesvraag zeer specifiek is, namelijk om van u te vernemen o f u vindt dat het plan in zijn huidige vorm aanzienlijke milieueffecten kan genereren. Opmerkingen allerhande op het plan zelf dienen gegeven te worden naar aanleiding van de plenaire vergadering wanneer het voorontwerp van RUP -krachtens

[Paginanummer] artikel 41, 44 en 48 van het DRO- verzonden wordt naar de adviesinstanties en/of tijdens het openbaar onderzoek over het voorlopig vastgesteld RUP.

Indien u vindt dat het plan in zijn huidige vorm toch aanzienlijke milieueffecten kan teweeg brengen, gelieve dit dan duidelijk te motiveren [1] en gelieve desgevallend een aantal voorstellen tot wijziging van het plan of een aantal milderende maatregelen voor te stellen die er voor zouden zorgen dat de milieueffecten van het plan niet meer als “aanzienlijk” beschouwd zouden kunnen worden.

Uw advies zal samen met de screeningsnota voorgelegd worden aan de dienst Mer die de finale beslissing zal nemen over de plan-MER-plicht [2] . Deze beslissing wordt gepubliceerd op de website www.mervlaanderen.be.

Gelieve de goede ontvangst van het document te bevestigen via antwoord op deze mail , en ons uw advies te bezorgen binnen de decretaal daartoe voorziene termijn van 30 dagen na de datum van ontvangst van deze mail. Indien deze termijn praktisch niet haalbaar is voor u, gelieve ons dan onverwijld te contacteren om onderling een alternatieve adviestermijn af te spreken. Het advies kan u bezorgen per kerende op deze mail ( [email protected]) of per post op volgend adres: Antea Belgium nv, Buchtenstraat 9 – 9051 Gent t.a.v. de Heer Fabian Debeer.

Met vriendelijke groeten, Fabian Debeer | Adviseur Antea Group +32 (0)9 276 64 96 [email protected] www.anteagroup.be

[1] Moest u nog over gegevens beschikken die relevant kunnen zijn in de beoordeling van de aanzienlijke milieueffecten en die in de screeningsnota nog niet aan bod gekomen zijn, kan u deze ook in de motivatie vermelden. [2] Indien de dienst Mer tot het besluit komt dat het plan geen aanzienlijke milieueffecten kan genereren, wordt het plan ontheven van de plan-MER-plicht. Indien de dienst Mer echter tot het besluit komt dat het plan wel aanzienlijke milieueffecten kan genereren, dan moet er een plan-MER opgemaakt worden.

This e-mail is personal. For our full disclaimer, please visit http://www.anteagroup.com/confidentiality .

[Paginanummer]

AGENTSCHAP WEGEN & VERKEER

Wegen en Verkeer West-Vlaanderen Exploitatie en Beheer Antea Belgium nv Koning Albert 1-laan 1/2 Bus 82 Buchtenstraat9 8200 Brugge 9051 Gent Tel. 050/24 81 13 - Fax 050/24 81 05 [email protected] ta.v. de heer Fabian Debeer

uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk bijlagen 29/03/2016 V2016/017/MER vragen naar/e-mail telefoonnummer datum Steffie Massenhove 050 24 81 18 19/04/2016 [email protected]

Betreft: Verzoek tot raadpleging i.k.v. plan-MER screening voor het RUP Kanaaizone West te Wielsbeke

Geachte,

Er ligt geen gewestweg in afgrenzend aan het plangebied. Advies van AWV is in dit RUP aldus niet vereist. Vanuit de discipline mobiliteit geef ik toch graag volgende bemerkingen:

Pg. 48-49: de ontsluiting van de bedrijvenzone wordt heraangelegd om zo snel mogelijk afgewikkeld te worden naar de secundaire weg N382. Het kruispunt van de lokale weg met de N382 wordt ingericht met verkeerslichten. Door deze nieuwe aanrijdroute wordt voorkomen dat het zwaar vervoer zich verplaatst binnen de woonkern van Ooigem.

Pg, 48-49: door de gewijzigde aantal hectare die kan bebouwd worden ontstaat er een beperkte bijkomende verkeers generatie. Deze bijkomende verkeersstroom zal geen congestie veroorzaken.

ite hoogachting.

In^-rmmanuel Taets

Adjunct van de directeur Verantwoordelijke vergunningen en grondbeheer

Vlaanderen Kwaliteitssysteem AW is Wegen en Verkeer pagina l van Debeer Fabian

Van: Anneleen De Schrijver Verzonden: donderdag 7 april 2016 11:34 Aan: Debeer Fabian CC: Anneleen De Schrijver Onderwerp: Wielsbeke - RUP Kanaalzone West

Beste

Vanuit De Lijn West-Vlaanderen hebben wij geen bijkomende opmerkingen op de ontvangen documenten. Wij blijven graag op de hoogte van verdere evoluties in dit dossier.

Met vriendelijke groeten _____

Anneleen De Schrijver Hoofd Mobiliteit en Marktonderzoek

De Lijn West-Vlaanderen | routebeschrijving Afdeling Mobiliteit & Externe Relaties Nieuwpoortsesteenweg 110 | 8400 Oostende tel. +32 (0)59 56 53 05 | gsm +32 (0)475 78 09 18 _____

______http://www.delijn.be/disclaimer/email.htm

[Paginanummer]

Departement Mobiliteit en Openbare Werken Afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid

Advies verzoek tot raadpleging RUP Kanaalzone West te Wielsbeke Datum: 12/04/2016

In het voorliggend advies worden opmerkingen geformuleerd op de beschreven mogelijke milieueffecten.

Opmerkingen

 Pg. 48-49: de ontsluiting van de bedrijvenzone wordt heraangelegd om zo snel mogelijk afgewikkeld te worden naar de secundaire weg N382. Het kruispunt van de lokale weg met de N382 wordt ingericht met verkeerslichten. Door deze nieuwe aanrijdroute wordt voorkomen dat het zwaar vervoer zich verplaatst binnen de woonkern van Ooigem.  Pg. 48-49: door de gewijzigde aantal hectare die kan bebouwd worden ontstaat er een beperkte bijkomende verkeersgeneratie. Deze bijkomende verkeersstroom zal geen congestie veroorzaken.

Conclusie Voor wat betreft het puntje mobiliteit kan er gesteld dat er geen aanzienlijke milieueffecten zullen gegenereerd worden.

Vlaamse overheid Antea Belgium nv Koning Albert I-laan 1.2 bus 92 Buchtenstraat 9

8200 BRUGGE (SINT-MICHIELS) 9051 GENT

T 050 24 81 50 www.onroerenderfgoed.be

uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk bijlagen 29/03/2016 . 4.002/37017/99.94 bis vragen naar/e-mail telefoonnummer datum Koert David 050 24 81 75 18/05/2016 [email protected]

Betreft: advies op MER-screening voor ruimtelijk uitvoeringsplan(RUP)/ Kanaalzone West.

Geachte heer Geachte mevrouw

Het agentschap Onroerend Erfgoed ontving de adviesvraag over de aangepaste MER-screening voor Kanaalzone West op 18 mei 2016 per mail.

De screening is in voldoende mate aangepast en geeft een correcte inschatting van de te verwachten effecten.

Conclusie

Het agentschap Onroerend Erfgoed vindt dat de MER-screening voldoende aantoont dat het RUP in zijn huidige vorm geen aanzienlijke milieueffecten zal genereren voor de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie.

Met vriendelijke groeten

Miek Goossens Provinciaal Directeur

pagina 1 van 1 Debeer Fabian

Van: Natalie Hoffmann Verzonden: vrijdag 15 april 2016 8:55 Aan: Debeer Fabian Onderwerp: Re: “Verzoek tot raadpleging” - RUP Kanaalzone West te Wielsbeke Bijlagen: standaardopmerkingen bij mail.odt

D  5 

5 hë!a       wÜt !     ! "  a     b  I % !  5 &     hë!a % { (() & *+)) a9/I9[9b Ç )(0 *+1 102 3  45 9  6  % 444 

{  4   I ! " !4    "7 {  !   444 8!4 

Van: "Debeer Fabian" Aan: "[email protected]" Verzonden: Dinsdag 29 maart 2016 15:52:43 Onderwerp: “Verzoek tot raadpleging” - RUP Kanaalzone West te Wielsbeke

D 8!4 h     í         wÜt :Y " í<  í         "          4 4 "          "    !     4 "     !       "  !   "    !   ë     !  "    4 = =884 8w9>0* 3  =      0  *)(?5 b !      !      4   D  4  !   !           !      "  !   "    !   í !      "  "        !    !       "  !  "    !   h       "     4         4  4  wÜt &  1( 11  1+   5wh& " 4    8      "       wÜt L !       "  !   "    !  4      !     A(B           4 "                   "! "    !         :"  < !4 "! ! 4 Ü4  "       4    a       "     &a9w&  A*B  5"   4 !    4  444   D                       !4   "     "    2)    !    "   L "         !     4               I   ! "    "  3               ! .   .      !" D    I C   5 a     C  5  % !! ! D! D2* 3)5E *>? ?1 E?

[Paginanummer] Het bodemdecreet, in voege sinds 1 juni 2008, voorziet niet dat er door de OVAM advies wordt verleend bij de opmaak van BPA’s en/of MER-studies.

Concreet kan in dit dossier verwezen worden naar de bodemattesten die afgeleverd werden in het thans geviseerde gebied. Desgevallend kan u ook op de website www.ovam.be/webloket/ webtoepassingen en publieke lijsten/Geoloket: bodemonderzoeken en -saneringen een kaart raadplegen met informatie betreffende de locatie waarvoor bij de OVAM reeds onderzoeksgegevens beschikbaar zijn, en de fase waarin deze zich bevinden.

Als bijkomende informatiebron kan verwezen worden naar de bodemattesten die zijn afgeleverd geweest aan het college van burgemeester en schepenen van de gemeenten waar de gronden zijn gelegen. Deze gegevens zijn aldaar raadpleegbaar.

Verder moet rekening gehouden worden met de volgende standaardopmerkingen: ― indien er calamiteiten optreden die impact kunnen hebben op de bodem, dienen zo snel mogelijk de nodige acties ondernomen te worden om de verontreiniging weg te nemen. De nodige controlestalen dienen genomen te worden. Indien de calamiteit valt onder het toepassingsgebied van een schadegeval, dienen deze specifieke bepalingen nageleefd te worden (artikel 74 ev van het Bodemdecreet); ― indien gronden worden overgedragen, dienen de bepalingen van het Bodemdecreet te worden gevolgd (artikel 101 ev van het Bodemdecreet); ― indien gronden dienen onteigend te worden, dienen de bepalingen van het Bodemdecreet te worden gevolgd (artikel 119 en 119bis van het Bodemdecreet); ― de nodige aandacht dient te worden geschonken aan de regels van het grondverzet ― de nodige aandacht dient te worden geschonken aan de voorgenomen bestemming (wijziging) op reeds vastgestelde bodemverontreiniging:. – Artikel 38 van het Bodemdecreet: indien een beschrijvend bodemonderzoek werd uitgevoerd op deze grond kan een mogelijk andere bestemming impact hebben op de ernst van de bodemverontreiniging/saneringsnoodzaak en urgentie; – artikel 64 van het Vlarebo: indien het bestemmingstype van de grond in die zin wijzigt dat een lagere bodemsaneringsnorm van toepassing wordt, dient een nieuw oriënterend bodemonderzoek te worden uitgevoerd bij overdracht van de risicogrond.

Tevens willen wij ook nog aangeven dat het voorstel tot opmaak van een plan van aanleg of MER geen onderzoeksverplichting meebrengt in het kader van het Bodemdecreet.

Debeer Fabian

Van: Stefaan Hermans Verzonden: maandag 2 mei 2016 10:48 Aan: Debeer Fabian CC: Linda Temmerman Onderwerp: verzoek tot raadpleging - RUP Kanaalzone West

Beste Fabian,

W&Z kan akkoord gaan met het besluit dat het RUP Kanaalzone West Wielsbeke geen aanzienlijke milieueffecten zal generen.

Vriendelijke groeten, Stefaan

Stefaan Hermans

Beleidsmedewerker Ruimtelijke ordening en Watertoets

Waterwegen en Zeekanaal NV Afdeling Bovenschelde Guldensporenpark 105 9820 Merelbeke

T +32(0)9-292 12 77 M+32(0)490-660 980 www.wenz.be

Lees de W&Z e-maildisclaimer

[Paginanummer]

Ruimtelijke Planning

AANGETEKEND Aan het college van burgemeester en schepenen

P/A Rijksweg 314 8710 Wielsbeke

Sint-Andries, Betreft: Contactpersoon: 14 april 2016 Verzoek tot raadpleging m.b.t. voorontwerp RUP Wim Beerten Kanaalzone West Onze ref.: Telefoon 050 40 35 92 WBE/16/0253-16/15/5060 Fax 050 40 33 76 Uw ref.: e-mail: Bijlagen: - [email protected]

Geacht college van burgemeester en schepenen,

In navolging van uw ‘verzoek tot raadpleging’ ingevolge het MER-decreet en de bijhorende besluiten, brengt de deputatie advies uit over het in rand vermelde RUP. De officiële adviesvraag namens het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Wielsbeke werd gesteld in de brief van 29/03/2016. Het ‘verzoek tot raadpleging’ werd op 29/03/2016 op het provinciebestuur ontvangen. Ingevolge dit MER-decreet dd.27/04/2007 en de bijhorende besluiten dient voor elk RUP te worden nagegaan of de genomen opties ‘aanzienlijke milieueffecten’ kunnen veroorzaken. In toepassing van de omzendbrief LNE/2007 beperkt het advies van de deputatie zich tot het nagaan van de volledigheid van de aangeleverde informatie in de screeningsnota. Dit advies bevat geen inhoudelijke standpunten noch omtrent de in het RUP voorziene ruimtelijke opties, noch omtrent de verenigbaarheid met het GRS en andere beleidsplannen. De inhoudelijke advisering zal gebeuren tijdens de procedure van opmaak van het RUP. Wat betreft het voorliggende verzoek tot raadpleging heeft de deputatie geen bijkomende elementen toe te voegen aan de screeningsnota.

Hopende U hiermee van dienst te zijn geweest, verblijven we inmiddels. Met oprechte hoogachting, Namens de deputatie : Voor de provinciegriffier: De gedeputeerde voor ruimtelijke ordening, De adviseur,

Stephaan Barbery Franky De Block

Zitting deputatie, 14/04/2016

Provinciehuis Boeverbos ● Koning Leopold III-laan 41 ● B-8200 Sint-Andries ● Telefoon 050 40 31 11 ● Fax 050 40 31 00

Overzicht uitgebrachte adviezen screening RUP “Kanaalzone West“

Datum verzending screening naar Dienst MER: 15/03/2016 Datum ontvangst advies + lijst adviesinstanties Dienst MER: 24/03/2016 Datum verzending screening naar adviesinstanties: 29/03/2016

Opmerking: vet en cursief gedrukte tekst geeft de reactie weer op het ontvangen advies

Adviesinstantie Datum ontvangst Samenvatting advies advies

Agentschap voor Natuur en Bos 05/04/2016 MER screening (discipline Fauna Flora): Het Agentschap voor Natuur en Bos heeft de screeningsnota doorgenomen en gaat akkoord met de besluitvorming. Conclusie: Het Agentschap voor Natuur en Bos stelt vast dat er voldoende werd aangetoond dat er geen aanzienlijke milieueffecten op aanwezige natuurwaarden zullen veroorzaakt worden en gaat akkoord met de inhoud van de screeningsnota.  OK

De Lijn 07/04/2016 Vanuit De Lijn West-Vlaanderen hebben wij geen bijkomende opmerkingen op de ontvangen documenten. Wij blijven graag op de hoogte van verdere evoluties in dit dossier.  OK

OVAM 15/04/2016 De OVAM heeft geen specifieke opmerkingen op dit RUP. Standaardopmerkingen met betrekking tot het bovenstaand RUP: Het bodemdecreet, in voege sinds 1 juni 2008, voorziet niet dat er door de OVAM advies wordt verleend bij de opmaak van BPA’s en/of MER-studies. Concreet kan in dit dossier verwezen worden naar de bodemattesten die afgeleverd werden in het thans geviseerde gebied. Desgevallend kan u ook op de website www.ovam.be/webloket/ webtoepassingen en publieke lijsten/Geoloket: bodemonderzoeken en -saneringen een kaart

2295183009_Adviezenmatrix_rev01 - samenvatting adviezen screening RUP “Kanaalzone West“

raadplegen met informatie betreffende de locatie waarvoor bij de OVAM reeds onderzoeksgegevens beschikbaar zijn, en de fase waarin deze zich bevinden. Als bijkomende informatiebron kan verwezen worden naar de bodemattesten die zijn afgeleverd geweest aan het college van burgemeester en schepenen van de gemeenten waar de gronden zijn gelegen. Deze gegevens zijn aldaar raadpleegbaar. Verder moet rekening gehouden worden met de volgende standaardopmerkingen:  indien er calamiteiten optreden die impact kunnen hebben op de bodem, dienen zo snel mogelijk de nodige acties ondernomen te worden om de verontreiniging weg te nemen. De nodige controlestalen dienen genomen te worden. Indien de calamiteit valt onder het toepassingsgebied van een schadegeval, dienen deze specifieke bepalingen nageleefd te worden (artikel 74 ev van het Bodemdecreet);  indien gronden worden overgedragen, dienen de bepalingen van het Bodemdecreet te worden gevolgd (artikel 101 ev van het Bodemdecreet);  indien gronden dienen onteigend te worden, dienen de bepalingen van het Bodemdecreet te worden gevolgd (artikel 119 en 119bis van het Bodemdecreet);  de nodige aandacht dient te worden geschonken aan de regels van het grondverzet  de nodige aandacht dient te worden geschonken aan de voorgenomen bestemming (wijziging) op reeds vastgestelde bodemverontreiniging:. o Artikel 38 van het Bodemdecreet: indien een beschrijvend bodemonderzoek werd uitgevoerd op deze grond kan een mogelijk andere bestemming impact hebben op de ernst van de bodemverontreiniging/saneringsnoodzaak en urgentie; o artikel 64 van het Vlarebo: indien het bestemmingstype van de grond in die zin wijzigt dat een lagere bodemsaneringsnorm van toepassing wordt, dient een nieuw oriënterend bodemonderzoek te worden uitgevoerd bij overdracht van de risicogrond. Tevens willen wij ook nog aangeven dat het voorstel tot opmaak van een plan van aanleg of MER geen onderzoeksverplichting meebrengt in het kader van het Bodemdecreet.  OK

Agentschap Ondernemen 15/04/2016 Het agentschap heeft geen specifieke opmerkingen en gaat akkoord met uw gemotiveerde conclusie dat het plan geen aanzienlijke milieueffecten kan genereren en dat de opmaak van een plan-MER dus niet nodig is.  OK

2295183009_Adviezenmatrix_rev01 - samenvatting adviezen screening RUP “Kanaalzone West“

Provinciebestuur West- 16/04/2016 Wat betreft het voorliggend verzoek tot raadpleging heeft de deputatie geen bijkomende elementen Vlaanderen tot te voegen aan de screeningsnota.  OK

Departement Landbouw & Visserij 16/04/2016 Het departement zal geen advies uitbrengen bij de voorliggende screening plan-MER, maar zal dat wel doen in een later stadium van de adviesprocedure. Opdat bij de verdere uitwerking van het plan voldoende rekening met de landbouwsituatie zou worden gehouden, wenst het Departement Landbouw en Visserij wel te wijzen op een aantal algemene aandachtspunten, Ten laatste bij het voorleggen van het ontwerp-RUP moeten deze aspecten duidelijk beschreven worden indien zij relevant zijn voor het plan.  De inname van herbevestigd agrarisch gebied (HAG) moet voldoende gemotiveerd en gecompenseerd worden conform omzendbrief R0/2010/01.  Er moeten milderende maatregelen voorzien worden voor de inname van professioneel uitgebate landbouwpercelen.  De opvang van regenwater moet binnen het plangebied zelf gebeuren en op zodanige wijze dat de waterhuishouding van de omliggende landbouwgronden er geen nadelige effecten van ondervindt.  Alle nodige bufferzones moeten binnen het plangebied zelf aangelegd worden.  Andere milderende maatregelen die uit de uitvoering van het plan voortvloeien, moeten binnen het plangebied zelf uitgevoerd worden of buiten het plangebied zonder de agrarische structuur aan te tasten. Hierbij wordt gedacht aan zaken zoals bos- en natuurcompensaties.  De impact van het plan op de landbouw moet voldoende onderzocht worden. Het Departement Landbouw en Visserij kan desgewenst op basis van een aangeleverde contour in de vorm van een shapefile (polygoon) een land bouwimpactstudie opmaken.  Bovenstaande elementen zijn niet van toepassing op het voorliggende RUP.

Agentschap Wonen Vlaanderen – 19/04/2016 Aangezien de hoofdontsluiting wordt verlegd, zal de hinder voor de woonzones in de Afdeling Wonen Oostrozebeeksestraat, Guido Gezellestraat en Schaapsdreef verminderen. De verkeerstromen voor bedrijvigheid en wonen worden dan ook strikt gescheiden. Dit levert een positief effect op ten aanzien van het woongebied. In het oosten van de Schaapsdreef (kant Site Unilin) kan er echter hinder verwacht worden door de nabijheid van het (vracht)verkeer voor bedrijvigheid via de doorgetrokken hoofdontsluiting. Ook hier

2295183009_Adviezenmatrix_rev01 - samenvatting adviezen screening RUP “Kanaalzone West“

dient er voldoende groenbuffering voorzien te worden. De impact van het aantal verkeersbewegingen is in voldoende mate becijferd. Daar waar het over wonen en woningbouw gaat, zijn de mogelijke milieueffecten voldoende beschreven in het dossier en is er van een Plan-Mer geen bijkomende informatie te verwachten. Een ontheffing tot opmaak van een Plan-Mer lijkt ons dan ook gerechtvaardigd.  OK. De geformuleerde opmerking wordt meegenomen bij de opmaak van het ontwerp RUP.

Agentschap Wegen & Verkeer 20/04/2016 Er ligt geen gewestweg in of grenzend aan het plangebied. Advies van AWV is in dit RUP aldus niet vereist. Vanuit de discipline mobiliteit geef ik toch graag volgende bemerkingen: Pg. 48-49: de ontsluiting van de bedrijvenzone wordt heraangelegd om zo snel mogelijk afgewikkeld te worden naar de secundaire weg N382. Het kruispunt van de lokale weg met de N382 wordt ingericht met verkeerslichten. Door deze nieuwe aanrijdroute wordt voorkomen dat het zwaar vervoer zich verplaatst binnen de woonkern van Ooigem. Pg. 48-49: door de gewijzigde aantal hectare die kan bebouwd worden ontstaat er een beperkte bijkomende verkeersgeneratie. Deze bijkomende verkeersstroom zal geen congestie veroorzaken.  Bovenstaande opmerkingen worden aangevuld in de screeningsnota.

Vlaamse Milieumaatschappij 22/04/2016 Met betrekking tot het grondwateraspect worden er als gevolg van het plan geen significant negatieve effecten verwacht, mits de bestaande regelgeving strikt wordt gerespecteerd (hemelwaterverordening, Vlarem, zoneringsplan, ...). Het plan wordt bijgevolg gunstig geadviseerd en is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid. Als aandachtspunt willen we nog meegeven dat het plangebied in de toekomst zal doorkruist worden door gravitaire en persleidingen die door toedoen van de bovengemeentelijke projecten 22295A en B aangelegd worden. Hierbij zal de vuilvracht uit de Guido Gezellestraat, Peter Benoitstraat en de Schaapdreef opgenomen worden en getransporteerd worden richting RWZI Beveren-Leie. Vuilvracht van nieuwe ontwikkelingen/gebouwen zal hier in de toekomst eveneens op aangesloten moeten worden. Gelieve, conform artikel 8 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 inzake de watertoets, een afschrift van uw beslissing te bezorgen aan de VMM — afdeling Operationeel Waterbeheer binnen de 10 kalenderdagen na het nemen van de beslissing.  OK

2295183009_Adviezenmatrix_rev01 - samenvatting adviezen screening RUP “Kanaalzone West“

Departement Mobiliteit en 26/04/2016 In het voorliggend advies worden opmerkingen geformuleerd op de beschreven mogelijke Openbare Werken milieueffecten. Opmerkingen:  Pg. 48-49: de ontsluiting van de bedrijvenzone wordt heraangelegd om zo snel mogelijk afgewikkeld te worden naar de secundaire weg N382. Het kruispunt van de lokale weg met de N382 wordt ingericht met verkeerslichten. Door deze nieuwe aanrijdroute wordt voorkomen dat het zwaar vervoer zich verplaatst binnen de woonkern van Ooigem.  Pg. 48-49: door de gewijzigde aantal hectare die kan bebouwd worden ontstaat er een beperkte bijkomende verkeersgeneratie. Deze bijkomende verkeersstroom zal geen congestie veroorzaken. Conclusie: Voor wat betreft het puntje mobiliteit kan er gesteld dat er geen aanzienlijke milieueffecten zullen gegenereerd worden.  Bovenstaande opmerkingen worden aangevuld in de screeningsnota.

Onroerend Erfgoed 28/04/2016 Discipline archeologie: / Discipline landschappen: In het RUP worden ook buffers voorzien en zones voor landschappelijke inkleding. In de screening gaat daar nu geen aandacht naar uit. Deze zones zullen zorgen voor een verbeterde integratie van het

bedrijventerrein.

Discipline bouwkundig erfgoed:

De verschillende gebouwen opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed krijgen categorie B. Op basis van de beschrijvingen uit de inventaris is dit een evenwichtige en onderbouwde categorisering. Enkel t.a.v. van de hoeve is het wenselijk de beschrijving aan te vullen met meerdere

foto's. De huidige foto is weinig representatief.

Conclusie

Het agentschap Onroerend Erfgoed vindt dat het document onvoldoende informatie geeft om te beoordelen of het plan in zijn huidige vorm al dan niet aanzienlijke milieueffecten zal genereren voor onroerend erfgoed. Kunt u de MER-screening aanpassen aan bovenstaande bemerkingen en

opnieuw voor advies bezorgen aan het agentschap Onroerend Erfgoed.

2295183009_Adviezenmatrix_rev01 - samenvatting adviezen screening RUP “Kanaalzone West“

 Bovenstaande opmerking over de discipline landschap wordt binnen de screeningsnota verder verduidelijkt. Verder worden de bevindingen en foto’s van een recent terreinbezoek (woensdag 11

mei 2016) aan de afweging van het bouwkundig erfgoed aangevuld.

Op 18/05/2016 werd - naar aanleiding van het verkregen advies - een aangepaste versie van de MER- screening terug voorgelegd bij de dienst Onroerend Erfgoed. Dezelfde dag werd onderstaand advies uitgebracht: 18/05/2016 Het agentschap Onroerend Erfgoed ontving de adviesvraag over de aangepaste MER-screening voor Kanaalzone West op 18 mei 2016 per mail. De screening is in voldoende mate aangepast en geeft een correcte inschatting van de te verwachten effecten. Conclusie Het agentschap Onroerend Erfgoed vindt dat de MER-screening voldoende aantoont dat het RUP in zijn huidige vorm geen aanzienlijke milieueffecten zal genereren voor de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie.  OK

Ruimte Vlaanderen 02/05/2016 De screeningnota maakt een voldoende inschatting van de milieueffecten voor de ruimtelijke ordening.  OK

Waterwegen en Zeekanaal NV 02/05/2016 W&Z kan akkoord gaan met het besluit dat het RUP Kanaalzone West Wielsbeke geen aanzienlijke milieueffecten zal generen.  OK

2295183009_Adviezenmatrix_rev01 - samenvatting adviezen screening RUP “Kanaalzone West“