Bundeling Van Infrastructuur
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Bundeling van infrastructuur Theoretische en praktische waarde van een ruimtelijk inrichtingsconcept Joris Willems Foto cover: Bundeling van autoweg en spoorlijn in Kiruna (S) TRAIL Thesis Series, The Netherlands, TRAIL Research School This thesis is a result of the Ph.D. study performed at Delft University of Technology, Faculty of Civil Engineering and Geosciences, Transportation Planning and Infrastructure Planning Section. Bundeling van infrastructuur Theoretische en praktische waarde van een ruimtelijk inrichtingsconcept Proefschrift Ter verkrijging van de graad van doctor aan de Technische Universiteit Delft, op gezag van de Rector Magnificus prof. ir. Wakker, voorzitter van het College voor Promoties, in het openbaar te verdedigen op dinsdag 19 juni 2001 om 16.00 uur, door Joris Karel Catharina Alfons Stefaan WILLEMS HBO Verkeerskundig ingenieur, Licentiaat in de Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening (Katholieke Universiteit Leuven, België) geboren te Turnhout, België Dit proefschrift is goedgekeurd door de promotoren: Prof. ir. F.M. Sanders Prof. dr. ir. R.E.C.M. Van der Heijden Samenstelling promotiecommissie: Rector Magnificus, voorzitter Prof. ir. F.M. Sanders, Technische Universiteit Delft, promotor Prof. dr. ir. R.E.C.M. van der Heijden, Technische Universiteit Delft, promotor Prof. dr.-ing. I. Hansen, Technische Universiteit Delft Prof. ir. D. Frieling, Technische Universiteit Delft Prof. ir. H. van der Cammen, Universiteit Amsterdam Prof. ir. J. Korsmit, Rijksuniversiteit Gent, België Drs. E. de Boer heeft als begeleider in belangrijke mate aan de totstandkoming van dit proefschrift bijgedragen onder subsidie van de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) Published and distributed by: DUP Science DUP Science is an imprint of Delft University Press P.O. Box 98 2600 MG Delft The Netherlands Telephone: +31 15 2785121 Telefax: +31 15 2781661 E-mail: [email protected] ISBN: 90-407-2178-5 Keywords: infrastructure, planning, corridor Copyright © 2001 by Joris Willems Al rights reserved. No part of the material protected by this copyright notice may be reproduced or utilized in any form or by any means, electronic or mechanical, including photocopying, recording or by any information storage and retrieval system, without written permission from the publisher: Delft University Press. Printed in The Netherlands Voorwoord VOORWOORD Het onderzoek dat tot dit proefschrift heeft geleid is uitgevoerd aan de Technische Universiteit Delft, faculteit der Civiele Techniek en Geowetenschappen, sectie Infrastructuurplanning, en onder subsidie van NWO. De werkomgeving van de T.U. Delft heeft hiertoe veel inspiratie geboden. In de eerste plaats wil ik daarom Prof. ir. Sanders en Prof. dr. ir. van der Heijden, als promotoren van dit proefschrift, danken voor de prettige en vertrouwensvolle samenwerking. Vooral hun gedrevenheid, spitsvondigheid, de grote interesse voor het vernieuwende en niet te vergeten hun gedegen wetenschappelijke houding zullen me steeds indachtig zijn. Het onderwerp van deze studie heeft een lange voorgeschiedenis. Reeds in de jaren ’70 werd in de faculteit een afstudeeronderwerp rond dit thema geformuleerd. Het is daarna diverse keren in onderzoeken en colleges aan bod gekomen tot drs. de Boer hierrond een opzet voor een promotieonderzoek formuleerde en hij een subsidieaanvraag bij NWO lanceerde. Hem wil niet alleen danken als initiator van het project, maar ook omdat hij vanaf het begin het volste vertrouwen in mij heeft gesteld dat het onderzoek tot een goed einde gebracht zou worden. Als dagelijks begeleider heeft hij, vooral tijdens de moeilijkere perioden van het onderzoekstraject, steeds dermate sterk geloofd in de goede afloop dat dit voor mij een voortdurende stimulans is geweest. In het bijzonder zal ik zijn positieve instelling en de vrijheid die hij me gaf om het onderzoek naar eigen inzicht en mogelijkheden in te vullen, altijd blijven waarderen. Hij maakte het mogelijk dat ik de inzichten vanuit mijn beide vooropleidingen, verkeerskunde en ruimtelijke ordening, uitstekend kon combineren tot het uitwerken van het thema “Bundeling van infrastructuur”. Ook ben ik de leden van de promotiecommissie, Prof. dr.-ing. Hansen, prof. dr. van der Cammen, Prof. ir. Korsmit en Prof. ir. Frieling, bijzonder erkentelijk voor hun bereidwilligheid in deze commissie te willen participeren en voor hun talloze tips die het proefschrift hebben gemaakt wat het nu is. Zonder namen te willen noemen wil ik de personen en instanties danken die op een of andere manier informatie voor dit onderzoek heeft geleverd, zoals de Rijksuniversiteit Groningen, Rijkswaterstaat, de Nederlandse en Belgische Spoorwegen, TRAIL en de personen binnen het het samenwerkingsproject RIMIO. Niet te vergeten apprecieer ik ten zeerste de hartelijkheid en sympathie van de naaste collega’s van de TU Delft. Het is toch dankzij hen dat ik met plezier in het Delftse heb vertoefd. In het bijzonder wil ik de steun vanwege Lindy Molenkamp, Peter Oomen en Nils Rosmüller onderstrepen. Zij hebben niet enkel mede een jarenlange prettige werksfeer gecreëerd, maar ze hebben door diverse malen intens meedenken het vertrouwen in de goede afloop hoog gehouden. Tot slot wil ik familie, vrienden, kennissen, collega’s in Nederland en Vlaanderen, en Hannelore in het bijzonder, bedanken voor de steun, zowel materieel als moreel, bij het volbrengen van deze taak. Joris Willems. v Voorwoord vi Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE 1. AANLEIDING TOT HET ONDERZOEK.......................................1 1.1. De negatieve effecten van infrastructuur................................................................. 1 1.2. Bundeling als mogelijke beperking van negatieve effecten .................................... 1 1.3. Intrinsieke waarde van het bundelingsbegrip .......................................................... 2 1.4. Relevantie van het onderzoek.................................................................................. 3 1.5. Een tweetal praktijkvoorbeelden ............................................................................. 4 1.5.1. Inleiding................................................................................................ 4 1.5.2. Rijksweg A50 Eindhoven-Oss ............................................................... 4 1.5.3. De HSL Amsterdam-Rotterdam ............................................................ 9 1.6. Inhoud en hoofdstukindeling van dit proefschrift ................................................. 14 2. PROBLEEMKADER........................................................................15 2.1. Inleiding ............................................................................................................ 15 2.2. Het onderzoeksobject gedefinieerd en ingeperkt................................................... 15 2.2.1. Infrastructuur ......................................................................................................... 15 2.2.2. Bundeling ............................................................................................................ 18 2.3. Het onderzoeksobject gedefinieerd en ingeperkt................................................... 20 2.3.1. Begrip.................................................................................................. 20 2.3.2. Relatie met bundeling van infrastructuur ........................................... 21 2.3.3. Conclusie ............................................................................................ 23 2.4. Tracering van oude infrastructuur ......................................................................... 24 2.5. Het bundelingsbegrip in beleidsnota’s................................................................... 27 2.6. Het bundelingsprincipe in projectstudies............................................................... 36 2.7. Globale verkenning van de bestaande infrastructuur in Nederland....................... 38 2.8. Verklaringen voor de discrepantie theorie-praktijk............................................... 43 2.8.1. Algemeen............................................................................................. 43 2.8.2. Gebrek aan kennis van effecten en beoordelingsmethoden................ 44 2.8.3. Gebrek aan systematiek in het ontwerpproces ................................... 44 2.8.4. Subjectieve en politieke aspecten........................................................ 46 2.9. Probleem- en taakstellingen van het onderzoek .................................................... 46 2.10. Structuur verder onderzoek.................................................................................... 47 3. BUNDELINGSVOORWAARDEN.................................................................... 49 3.1. Inleiding ............................................................................................................ 49 3.2. Traceringscriteria................................................................................................... 50 3.2.1. Algemeen............................................................................................. 50 3.2.2. Een literatuuroverzicht ....................................................................... 50 3.2.3. Systematisering traceringscriteria...................................................... 51 3.3. Morfologische systematisering: van traceringscriteria tot traceringsprincipes ..... 52 3.3.1. Algemeen............................................................................................. 52 3.3.2. De rechte