Craig Taborn Trio Ma Vr 10 19 Uur / Za 16 19 Uur Wo 2 December 2009 [email protected] T +32 (0)3 248 28 28 F +32 (0)3 248 28 00
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
2009-2010 architectuur theater dans muziek 2009-2010 blauwe zaal deSingel Desguinlei 25 / B-2018 Antwerpen CRAIG TABORN TRIO ma vr 10 19 uur / za 16 19 uur WO 2 DECEMBER 2009 www.desingel.be [email protected] T +32 (0)3 248 28 28 F +32 (0)3 248 28 00 deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van hoofdsponsor mediasponsors 2009-2010 / JAZZ CECIL TAYLOR SOLO & DUO ZO 4 OKT 2009 GRÄWE-REIJSEGER-HEMINGWAY TRIO VR 13 NOV 2009 CRAIG TABORN TRIO WO 2 DEC 2009 A TOUCH OF NOIR / THE SHADES OF JAZZ ON NOIR VR 12 FEB 2010 THE CLAUDIA QUINTET VR 5 MRT 2010 REQUIEM FOR A DYING PLANET DO 11 MRT 2010 L’OEIL DE L’éléPHANT DO 6 MEI 2010 inleiding Hugo de Craen / 19.15 uur / de vergaderzaal begin 20.00 uur pauze omstreeks 20.45 uur einde omstreeks 21.50 uur teksten programmaboekje Didier Wijnants coördinatie programmaboekje deSingel CRAIG TABORN TRIO CRAIG TABORN piano THOMAS MORGAN contrabas GERALD CLEAVER percussie Deel 1 45’ pauze gelieve uw GSM uit te schakelen Deel 2 45’ De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … REAGEER betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. & WIN Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen. Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door ’t KLAverVIER, Kasteeldreef 6, Schilde, 03 384 29 70 > www.tklavervier.be foyer de kunsthaven enkel open bij avondvoorstellingen in rode en/of blauwe zaal open vanaf 18.40 uur kleine koude of warme gerechten te bestellen vóór 19.20 uur broodjes tot net vóór aanvang van de voorstellingen en tijdens pauzes Hotel Ramada Plaza Antwerp (Desguinlei 94, achterzijde torengebouw ING) Restaurant HUGO’s at Ramada Plaza Antwerp open van 18.30 tot 22.30 uur Gozo-bar open van 10 uur tot 1 uur, uitgebreide snacks tot 23 uur deSingelaanbod: tweede drankje gratis bij afgifte van uw toegangsticket Reclamepanelen omringen de bouwwerf van deSingel. De plaatsing van deze panelen levert extra middelen op om de bouwkosten te financieren. De toelating voor het plaatsen van de advertentiepanelen geldt voor de periode van de bouwwerken. Wij hopen op uw begrip. CRAIG TABORN EN DE NEGATIE VAN stIJL In 1998 drukte J. Bernlef zijn bezorgdheid uit over de toekomst van de jazz met zijn pamflet ‘Haalt de jazz de eenentwintigste eeuw?’ De over- heersende stemming was somber, maar op het einde liet hij toch deze optimistische noot vallen: “Laten we aan het slot van de twintigste eeuw al onze oog- en oorkleppen weggooien en genieten van het kakofonisch panorama van vandaag de dag dat qua diversiteit zo lijkt op het muzikale landschap waarin de jazz ontstond.” Volgens Bernlef zat de hedendaagse jazz in een soort breed vertakte rivierdelta die ook gevoed werd vanuit aangrenzende en soms zelfs radicaal verschillende muziekstromingen: pop, rock, klassiek, etnisch, westers en niet-westers. Zijn analyse was correct en zijn bezorgdheid begrijpelijk, zeker bij het aan- schouwen van de groeiende euforie in de media rond allerhande lichtzin- nige cross-overprojecten. Toch liet ook hij verstaan dat die delta voor de jazz geen sterfput moet zijn. Kameleons Wat het in elk geval wel al opleverde is een groeiende verzameling muzikale kameleons. Mensen die zich tegelijk met hiphop en met jazz bezighouden, die vrolijk switchen tussen high culture en low culture, die vandaag in zee gaan met een popster en morgen met een obscure experimentele saxofonist, die ’s middags Steinway spelen en ’s avonds Hammond B-3, Moog, Fender Rhodes of iMac. Flexibiliteit lijkt hun handels- merk, maar wispelturigheid schuilt om de hoek. Craig Taborn is ook zo iemand. Bekijk zijn carrière: die lijkt op het eerste gezicht nogal onsamenhangend. Hij speelt jazz vanuit de traditie maar ook vrije improvisatie, experimentele muziek met elektronica, etnische muziek uit Afrika, de Caraïben en Indonesië en ook hedendaagse gecomponeerde muziek. Het ene jaar is hij compleet ondergedompeld in het werk van Tim Berne, daarna gooit hij zich helemaal op improvisatiewerk met bijvoor- beeld William Parker en Gerald Cleaver. Op zijn MySpacepagina staat slechts één zinnetje: “I make and consume music of all flavors...” Het lijkt wispelturig, maar als je Taborn daarover hoort spreken, dan hoor je een dieper verlangen. Een verlangen om boven elke muzikale stijl te staan, om niet ingekapseld te worden door de geschreven en ongeschreven wetten van een idioom. Craig Taborn Binnen en buiten ken, gespannen en gestreeld. Een piano is voor hem geen harmonisch Dat verlangen was al merkbaar in Taborns jeugdjaren in Minneapolis, Min- systeem, maar een interessant percussie-instrument met 88 gestemde nesota. Hij begon actief muziek te leren toen hij twaalf was. Maar niet for- trommels, te vergelijken met een balafoon of een duimpiano. Zo ziet hij meel aan een muziekschool of zo. Nee, liever op eigen houtje of met privé- ook de traditie van Afro-Amerikaanse pianisten. Meade Lux Lewis, Albert lessen. Hij luisterde naar alles wat op hem af kwam. In die tijd (we schrijven Ammons, Fats Waller, Art Tatum, Bud Powell: ze bespeelden hun piano 1982) was dat onder meer de lokale cultgroep Hüsker Dü, maar ook Julius niet vanuit een orkestraal perspectief, maar vanuit de details, de ongeloof- Hemphill en Tim Berne. Hij begon punkrock te spelen maar wilde tegelijk lijke klankrijkdom van elke toetsaanslag. In die optiek is muziek maken een ook de knepen van het jazzvak kennen. Het zoeken en tasten duurde een bottomup gebeuren: muzikanten werpen geluiden op en laten die botsen. hele jeugd lang. Eerst wilde hij componist worden, nadien dacht hij aan een carrière in de vergelijkende letterkunde, daarna schreef hij zich in voor Een klankruimte creëren een opleiding etnomusicologie. Uiteindelijk belandde hij in een kunstrich- Die attitude is heel goed voelbaar als je luistert naar Taborns trio met ting aan de University of Michigan in Detroit. En in die tijd raakte hij in de William Parker (bas) en Gerald Cleaver (drums). De live-cd ‘Farmers by jazzwereld verzeild, via saxofonist James Carter die Taborns verlangen Nature’ (AUM records) is honderd procent improvisatie. Geen afspraken deelde om tegelijk binnen en buiten de jazztraditie te staan. Ze speelden vooraf, behalve misschien de totale duur van het concert. Het is opkomen bebopnummertjes en lieten die graag terstond voor wat ze waren, op en spelen zonder vangnet. Proberen het hoofd leeg te maken, alle consi- zoek naar avontuur in improvisatie. Taborn was toen een van de weinige deraties achterwege te laten over stijl, ambiance, klankkleur of wat voor jazzpianisten in de regio die zich met dat soort zaken wilde inlaten. vooropgezet doel ook. Proberen op het moment zelf te luisteren naar wat er gebeurt en te functioneren in die concrete sonore omgeving of Ontmoeting met de AACM klankruimte. Proberen zelf een klankruimte te creëren en te kijken welke Nog belangrijker dan de ontmoeting met Carter was die met Roscoe Mitchell, elementen er een plaats in kunnen verwerven. icoon va de AACM (Association for the Advancement of Creative Musicians) in Chicago. Taborn speelde in Mitchells Note Factory en leerde op die manier Muziek om opnieuw te bezoeken de AACM van binnenuit kennen. In een interview met Nate Chinen vetrelt Dat soort vrije improvisatie wordt vaak beschouwd als het moeilijkste wat er Taborn dat die muzikantenbeweging nog al te vaak vereenzelvigd wordt met is. Iets voor waaghalzen die op elk moment bereid zijn om de kans op misluk- de freejazz. Nochtans gaat het om iets heel anders, om een attitude die veel ken te aanvaarden. Taborn heeft al ruimschoots bewezen dat hij dat durft. En verder gaat en veel meer perspectieven opent dan de ‘energy music’ die toch komt hij ook nog aan componeren toe. Dat lijkt misschien wat vreemd, in de jaren zestig vooral in New York en ook in Europa furore maakte. Wat want het lijkt al gauw een stap terug naar veiliger terrein. Niet, vindt Taborn. Taborn zo belangrijk vond was het feit dat er binnen de AACM nooit naar een Zijn andere trio, niet met Parker maar met Thomas Morgan op bas, vertrekt esthetische norm werd gezocht. Alle voorgaande jazzvormen hielden zich altijd van uitgeschreven materiaal. Dat geeft een ander perspectief. In een bezig met het kneden en boetseren van een stijl, zeg maar een min of meer gesprek met Ian Patterson verklaart Taborn de uitdaging: “Met dit trio onder- herkenbaar klankidioom. Bebop was een stijl, postbop was een stijl, zelfs de zoek ik een specifiek muzikaal concept. Op een manier is het voor een im- New Yorkse freejazz was een idioom. AACM was meer een attitude, een provisator niet evident om hetzelfde enthousiasme en een gelijkaardig niveau houding die toeliet om met alles te experimenteren: vreemd instrumentarium, van inspiratie te behouden wanneer ik componeer. Improvisatie is de magie nieuwe compositietechnieken, speciale samenwerkingsvormen, interactie van het moment. Als ik componeer en ik herbekijk het resultaat de dag erna, met het publiek, elektronica. dan is het inderdaad niet evident om overtuigd te blijven van de kwaliteit, be- halve over het feit dat er goed is over nagedacht. Een compositie is altijd een 88 trommels soort ontworpen schoonheid, en het gevaar bestaat om daarin opgesloten Die houding lag mooi in de lijn van wat Taborn een hele jeugd lang had te geraken. Dat probeer ik te vermijden. Daarom beschouw ik componeren ervaren bij zichzelf: hij was niet geïnteresseerd in het ontwikkelen van gewoon als een andere manier om klanken in de tijd te ordenen. Op het einde een eigen, herkenbare sound, maar wel in het proces van interactie tus- van de rit, als het resultaat opgenomen wordt, is compositie en improvisatie sen muzikanten en instrumenten.