Tweede Kamer Der Staten-Generaal
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Tweede Kamer der Staten-Generaal Zitting 1982-1983 17799 Gemeentelijke herindeling van West-IJsselmonde Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING Inleiding In 1959 sloten de raden van Rotterdam en Poortugaal een overeenkomst ter regeling van de financiële gevolgen, verbonden aan de stichting (en het beheer) van door en ten behoeve van Rotterdam gedeeltelijk op het grondgebied van de gemeente Poortugaal te bouwen woonwijken. Partijen gingen er daarbij van uit dat deze wijken binnen korte tijd door een wijziging van de gemeentegrenzen geheel binnen de gemeente Rotterdam zouden komen te liggen. Tot de bedoelde wijziging van de gemeentegrenzen is het tot heden niet gekomen als gevolg van een toenemend verschil van inzicht bij alle bij deze wijziging betrokken partijen over de wijze waarop een oplossing zou moeten worden gevonden. Daarnaast speelde de ontwikkeling in de gedachtenvorming omtrent de bestuurlijke organisatie een vertragende rol; deze leidde in 1975 tot een officiële opschorting van de desbetreffende procedure. Hoewel er sprake is van een zekere eensgezindheid ten aanzien van de noodzaak om aan de nu al tientallen jaren bestaande situatie een einde te maken, is het niet mogelijk gebleken alle betrokkenen op één lijn te krijgen ten aanzien van het herindelingsmodel. Desondanks is een beslissing ter zake dringend geboden. Die beslissing zal mijns inziens, thans mede gelet op de door mijn toenmalige ambtsvoorganger in zijn brief van 16 oktober 1978 aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (TK, 1978-1979, 14322 en 14323, nr. 8) aangegeven criteria voor gemeentelijke herindeling, in het bijzonder punt 5b, niet anders kunnen inhouden dan dat het als Hoogvliet aangeduide gebied onder één bestuurlijke noemer wordt gebracht conform de oorspronkelijke opzet van de gemeentebesturen die de overeenkomst aangingen. Daarnaast zal een oplossing moeten worden geboden voor het overblijvende deel van de gemeente Poortugaal, dat immers na «aftrek» van Hoogvliet een te gering aantal inwoners (ca. 5000) overhoudt om als zelfstandige gemeente te kunnen blijven voortbestaan. Situatieschets West-IJsselmonde omvat het gebied, begrensd door enige Rotterdamse havens (de 1e en 2e Petroleumhaven, de Eemhaven) en de Rotterdamse wijk Pendrecht in het noorden en de Oude Maas in het zuiden en westen; 4 vel Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 799, nr. 3 1 de in de gemeente Barendrecht gelegen buurtschappen Smitshoek en Koedood vormen te zamen de oostgrens. Vanouds is het een agrarisch gebied met lintbebouwing langs de polderdijken. Nog steeds hebben de gemeenten Poortugaal en Rhoon een agrarisch karakter, zij het dat dit plaats maakt voor een meer gemengd agrarisch-recreatieve geaardheid met een toenemend aantal forensen, vooral in Rhoon. Tot na de Eerste Wereldoorlog bevonden zich hier nóg enige kleine gemeenten, nl. Hoogvliet en het iets verder naar het noorden gelegen Pernis. Deze werden in 1934 door Rotterdam geannexeerd in verband met de uitbreiding van de havens. De toenmalige Bataafse Petroleummaatschappij vestigde zijn bedrijf ter plaatse. Hiermee kwam de industriële ontwikkeling op gang, die na de oorlog een enorme vlucht heeft genomen. Ook nu nog bevinden zich tussen Hoogvliet en Pernis de olieraffinaderijen van Shell en Chevron, benevens een vestiging van Shell Nederland Chemie. Voor de werknemers van deze bedrijven moest woongelegenheid worden gecreëerd. De gedach- ten van het gemeentebestuur van Rotterdam gingen in eerste instantie uit naar een gebied op geringe afstand van het industriegebied. Aldus drukte het huisvestingsprobleem een stempel op Hoogvliet. In West-IJsselmonde werden een aantal woonwijken geprojecteerd, in feite een satellietstad die woonruimte moest bieden aan ca. 65000 mensen. Deze wijken konden niet alle worden gerealiseerd op het grondgebied van Hoogvliet. Met de gemeente Poortugaal werd overeengekomen dat de gemeente Rotterdam over haar grenzen heen in eerstgenoemde gemeente mocht bouwen. Als uiterste grens van de geprojecteerde bebouwing zou gelden het tracé van de toekomstige Beneluxweg. In eerste instantie kwamen de wijken Nieuw Engeland en Digna-Johan- napolder tot stand, dichtbij de oude kern van Hoogvliet. Vervolgens ontstonden Meeuwenplaat, Westpunt, Oudeland en Zalmplaat. Het laatste woongebied, nl. Boomgaardshoek is in een vergevorderd stadium. Meeu- wenplaat, Zalmplaat en Boomgaardshoek werden deels dan wel geheel op het grondgebied van Poortugaal gerealiseerd. Het karakter van de laatste wijk, die door de gemeente Poortugaal werd gerealiseerd, is anders, de nadruk ligt meer op verspreide laagbouw, in tegenstelling tot de hoogbouw in de «oudere» wijken. Het oude Hoogvliet werd volledig geamoveerd en de autochtone bevolking naar nieuwe wijken overgebracht. Een geheel nieuw centrum verrees temidden van de eerste wijken. Aanvankelijk bestond het overgrote deel van de bevolking van Hoogvliet uit industriearbeiders, met name van de olie-industrie. Er heeft echter in de loop der tijd een verschuiving plaatsgevonden; kantoorpersoneel, werkne- mers van andere bedrijven en personeel van overheidsinstellingen eisten een groter aandeel op. De bevolkingssamenstelling liet qua leeftijdsopbouw rond 1960 twee pieken zien, nl. in de leeftijdsgroep tot 10 jaar en tussen 25 en 40 jaar. In de zestiger jaren was naar schatting een derde van de inwoners jonger dan tien jaar. Behalve Rotterdammers trokken ook veel «immigranten» uit de noordelijke provincies naar Hoogvliet. De bevolkings- opbouw was in de beginperiode allesbehalve evenwichtig en van gemeen- schapszin was nog weinig sprake, een omstandigheid die werd versterkt door het feit dat de bewoners van een aantal wijken eigenlijk tot een andere gemeente behoorden. Zoals gezegd heeft Rotterdam een deel van zijn woningbouwprojecten gerealiseerd op het terrein van de gemeente Poortugaal. Hiertoe werd in 1959 een financiële overeenkomst gesloten. Rotterdam neemt de planning en uitvoering van de woningbouw en alle daarmee in verband staande activiteiten op zich. Deze activiteiten van Rotterdam in de nieuwe wijken omvatten o.m. het algemeen beheer, de politie, brandweer, bescherming bevolking, reinigingsdienst, volksgezondheid, volkshuisvesting, bouw- en woningtoezicht, gemeentewerken, onderwijs, openbaar vervoer, energie- voorziening en drinkwaterleiding. In feite maakt Rotterdam de dienst uit in Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17799, nr. 3 2 de verrezen stadswijken en heeft de gemeente Poortugaal, die woonver- gunningen afgeeft op voordracht van Rotterdam, verder nauwelijks zeggenschap. Slechts zaken als paspoorten en de burgerlijke stand resten Poortugaal voor genoemd gebied. De financiële regeling houdt in dat Poortugaal alle inkomsten en uitgaven voor het dorp en de wijken splitst op zijn begroting, een rekening opmaakt van de baten en lasten en vervolgens het batig saldo aan Rotterdam afdraagt. Het zal duidelijk zijn dat een dergelijke overeenkomst in het leven werd geroepen als overbrugging van een onwenselijke situatie. Deze regeling werd getroffen in de verwachting dat weer snel een einde aan de toestand zou komen door middel van een grenswijziging. Beoogd werd dat de op het gebied van Poortugaal gerealiseerde woonwijken weldra naar Rotterdam zouden overgaan. De grens tussen Rotterdam en Poortugaal zou dan langs het tracé van de geplande Beneluxweg komen te liggen. Slechts met het oog op een dergelijke grenswijziging kan bovengenoemde overeenkomst zinnig worden genoemd. Immers Rotterdam kwam bij de realisering van Hoogvliet voor aanmerkelijk hogere kosten te staan dan de gelden konden dekken die Poortugaal als compensatie afdroeg. Bovendien schept het feit dat een gemeente voor een onderdeel van zijn territoir slechts een soort ja-knikkerfunctie vervult, een onverantwoorde bestuurlijke situatie. Indien Poortugaal zelf iets ter hand wil nemen voor zijn inwoners in de wijken van Hoogvliet, heeft dit financiële gevolgen die volgens de overeenkomst moeten worden verrekend. Rotterdam kan echter weigeren de kosten te aanvaarden, terwijl Poortugaal wel zijn inkomsten uit het Gemeentefonds moet afdragen. Bestuurlijk kan Poortugaal weinig voor zijn stadswijken doen, de activiteiten worden door Rotterdam geregeld. Het gemeentebestuur van deze gemeente bekijkt eventuele wensen uit Hoogvliet in het licht van de belangen van de gehele gemeente Rotterdam, waardoor aan de verlangens van (Poortugaals) Hoogvliet niet altijd prioriteit wordt verleend. Klachten over de gang van zaken in zijn wijken belanden daaren- tegen bij het bestuur van Poortugaal. Dit geldt uiteraard niet voor de door Poortugaal zelf tot stand gebrachte wijk Boomgaardshoek. De gemeente stelt overigens alle pogingen in het werk om aan de invloed door Rotterdam te ontkomen. Uit bestuurlijk en financieel oogpunt is het mijns inziens zaak zo spoedig mogelijk een eind aan deze situatie te maken. De procedurele voorgeschiedenis Hierboven werd reeds vermeld dat de financiële overeenkomst tussen Rotterdam en Poortugaal destijds is gesloten in de verwachting dat er spoedig een grenswijziging tot stand zou komen. Gedeputeerde staten van Zuid-Holland kwamen reeds in 1959 met een voorstel dat toevoeging van Poortugaal ten westen van de Beneluxweg aan Rotterdam inhield en tevens samenvoeging van de rest van Poortugaal met Rhoon. Deze twee gemeenten werden elk te klein bevonden om tegenspel aan Rotterdam te bieden; te zamen zouden ze wel een voldoende bestuurskrachtige gemeente vormen. Afgezien van Poortugaal, dat samenvoeging met Rhoon afwees, gingen de raden met dit voorstel akkoord. Naar aanleiding hiervan richtten