Onteigening in De Gemeente Zederik
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
VW Onteigening in de gemeente Zederik Dijkversterking Zederik Overwegingen schade die de eigenaar rechtstreeks en noodzakelijk door het verlies van zijn Besluit van 6 mei 2002, nr. 02.002171 Ingevolge voornoemde artikelen 62 onroerende zaak lijdt. De hoogte van houdende aanwijzing van onroerende en 72a van de onteigeningswet juncto de schadeloosstelling staat echter in zaken ter onteigening ten algemenen artikel 27 van de Wet op de waterke- het kader van onderhavige admini- nutte ring kan, zonder voorafgaande ver- stratieve onteigeningsprocedure niet klaring bij de wet dat het algemeen ter beoordeling, maar komt bij het Wij Beatrix, bij de gratie Gods, nut onteigening vordert, onteigening ontbreken van minnelijke overeen- Koningin der Nederlanden, Prinses plaatsvinden onder meer ten behoeve stemming in het kader van de gerech- van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. van de aanleg en verbetering van dij- telijke onteigeningsprocedure aan de Beschikken bij dit besluit over het ken en wegen. orde. verzoek van Het Hoogheemraadschap Voorts staat het reclamanten indien van de Alblasserwaard en de Reclamanten sub 1. zij schade menen te lijden vrij, om op Vijfheerenlanden van 20 juli 2001, Reclamanten brengen naar voren, dat grond van de ‘Regeling nadeelcom- kenmerk 0108086/MV/PvB, tot aan- de noodzaak van de onderhavige ont- pensatie hoogheemraadschap van de wijzing van onroerende zaken ter ont- eigening ontbreekt zolang het dijkver- Alblasserwaard en de Vijfheeren- eigening ingevolge de artikelen 62 en sterkingplan, waartegen door hen landen betrekking hebbende op de 72a van de onteigeningswet juncto beroep is aangetekend bij de Afdeling dijkversterkingen in de gemeente artikel 27 van de Wet op de waterke- bestuursrechtspraak van de Raad van Zederik’ een verzoek om schadever- ring, ten behoeve van de versterking State, niet onherroepelijk is. goeding in te dienen bij het college van de dijk tussen dijkpaal 278+000 Reclamanten hebben beroep tegen dit van dijkgraaf en hoogheemraden van m, gelegen ter hoogte van het pand dijkversterkingplan ingesteld vanwege genoemd hoogheemraadschap. Lekdijk 1, en dijkpaal 030+000 m, de niet noodzakelijk geachte en Vervolgens ageren reclamanten sub gelegen ter hoogte van het pand tevens onevenredige inbreuk op hun 1 tegen (de noodzaak van) het onder- Kortenhoevenseweg 59, met bijko- woongenot. havige plan van onteigening voor mende werken, in de gemeente De voorliggende administratieve zover deze enige van hun gronden Zederik. onteigeningsprocedure kan gestart bevat die thans bestaan uit dijkhelling De Staatssecretaris van Verkeer en worden nadat het betreffende dijkver- van de bestaande dijk en in de toe- Waterstaat heeft de beslissing op het sterkingplan door gedeputeerde staten komstige situatie geen deel zullen uit- verzoek voorgedragen bij brief van is goedgekeurd. In het onderhavige maken van het nieuwe dijklichaam. 2 mei 2002, nr. HKW/R 2002/3764, geval is het dijkversterkingplan In dit verband heeft de verzoeker om Hoofdkantoor van de Waterstaat, Zederik en Hagestein-Everdingen onteigening reeds bij brief van Stafdienst Bestuurlijk Juridische door gedeputeerde staten van Zuid- 27 februari 2001 aangegeven, dat Zaken. Holland op 23 april 2001 goedge- bedoelde gronden benodigd zijn voor Overeenkomstig artikel 27 van de keurd. de aansluiting tussen de bestaande Wet op de waterkering heeft een door Voorts valt bovenstaande zienswij- dijk en het nieuwe dijklichaam en dat de minister van Verkeer en ze van reclamanten voor zover deze deze gronden nadien gedeeltelijk bui- Waterstaat, benoemde commissie in handelt over de met het dijkverster- ten de zogenoemde primaire keurzone de gemeente Zederik een hoorzitting kingplan komende inbreuk op hun komen te liggen. Hierbij merken gehouden om de zienswijze van woongenot buiten het kader van de reclamanten op, dat zij gaarne bereid belanghebbenden tegen de voorgeno- onderhavige administratieve onteige- zijn om met de verzoeker om onteige- men onteigening en het plan van het ningsprocedure. Dergelijke zienswij- ning overleg te voeren over een tijde- werk aan te horen. zen kunnen in het kader van de pro- lijke gebruiksregeling voor bedoelde Van de mogelijkheid tot het naar cedures voor het dijkversterkingplan gronden. voren brengen van zienswijzen is door aan de orde komen. In dit verband is Tot slot stellen reclamanten sub 1, de volgende belanghebbenden gebruik gebleken, dat reclamanten beroep van dat met hen onvoldoende is onder- gemaakt. gelijke strekking hebben aangetekend handeld over minnelijke verwerving 1. De heer J. van Vessem namens de bij de Afdeling bestuursrechtspaak van hun gronden, zodat vaststelling heer J.M. de Bruyn en mevrouw H.A. van de Raad van State tegen de goed- van de noodzaak van onteigening van Banken, eigenaren van de onroe- keuring van het dijkversterkingplan prematuur is. rende zaken met de grondplannum- door de provincie Zuid-Holland, die mers 569, 572 en 590. daartoe op 21 maart 2002 zitting Reclamanten zijn eigenaren van de 2. De heer J.F.Th. Blom, eigenaar heeft gehouden. onroerende zaken kadastraal bekend van de onroerende zaak met het Ingevolge artikel 40 van de onteige- als gemeente Lexmond, sectie B, grondplannummer 119. ningswet vormt de schadeloosstelling nummers 3641 en 3845, alsmede een volledige vergoeding voor alle gemeente Lexmond, sectie A, num- Uit: Staatscourant 3 juni 2002, nr. 102 / pag. 10 1 mer 402, met de bestemmingen ‘wei- Met betrekking tot het tussen de verkregen, blijft de aanwijzing ter land’ respectievelijk ‘erf’ en ‘weiland’. verzoeker om onteigening en belang- onteigening van de gronden noodza- Van deze onroerende zaken met een hebbenden reeds gevoerde minnelijk kelijk. totale oppervlakte van 33a 6ca is een overleg wordt het volgende opge- oppervlakte van 20a 12ca betrokken merkt. Volgend op minnelijk overleg Reclamant sub 2. in de plannen van het werk en van en taxatie van de betrokken gronden, Reclamant stelt, dat er voldoende onteigening. heeft de verzoeker om onteigening bij mogelijkheden bestaan om het Het werk ter hoogte van de eigen- brief van 7 december 2000 een bod bestaande dijklichaam zoals gebruike- dommen van reclamanten bestaat uit uitgebracht. Hierbij is tevens terug- lijk aan de zijde van de rivier te ver- diverse onderdelen, te weten het dem- koop van bedoelde strook gronden sterken. Temeer omdat de daartoe pen van een bestaande sloot ten aan de orde gekomen. Nadien is benodigde gronden reeds in eigendom behoeve van en een watergang als wederom een bod uitgebracht en zijn bij de verzoeker om onteigening. onderdeel van de primaire waterke- heeft enige correspondentie tussen In dit verband verwijst hij naar een ring (B 3641); het dempen van een partijen plaatsgevonden. De verzoe- publicatie Dijkversterking in inrich- bestaande sloot ten behoeve van de ker om onteigening heeft reclamanten ting Lekuiterwaarden ‘Het plan in primaire waterkering (B 3845); en tot ter compensatie van het verlies aan kort bestek’ waarin een verbreding slot de aanleg van de primaire water- bedrijfsgronden enige vervangende van de dijk richting de rivier aan de kering, de geringe verlegging van de gronden aan kunnen bieden en deze orde is. De dijkversterking zou naar Kortenhoevendijk alsmede het realise- voorts aan hen verkocht. Recent zijn mening gesitueerd kunnen wor- ren van de aansluiting tussen de heeft de verzoeker om onteigening bij den op de recreatieplaats die, overi- waterkering en de Kortenhoevendijk brief van 12 december 2001 aangege- gens binnen een termijn van slechts (A 402). ven dat terugkoop van bedoelde enkele weken, voor zomerse recrean- De door reclamanten naar voren gronden gelet op het wegbelang na ten op bedoelde gronden is ingericht. gebrachte zienswijze over de nood- afloop van de werkzaamheden Voorzover de zienswijze handelt zaak van onteigening betreft de (definitief) tot de mogelijkheden over de noodzaak van het werk en de onroerende zaak kadastraal bekend behoort. keuze tussen bestaande alternatieven als gemeente Lexmond, sectie A, Naar aanleiding van het voorgaan- wordt overwogen dat zij in hoofd- nummer 402, met een totale opper- de wordt het volgende overwogen. zaak in het kader van de Wet op de vlakte van 24a, waarvan een opper- Onderhavige dijkversterking vindt waterkering aan bod dient te komen. vlakte van 19a 7ca betrokken is in plaats op grond van de Wet op de Verwezen kan worden naar hetgeen het onderhavige plan van het werk. waterkering. Deze wet poogt korte en hieromtrent onder ‘Overige overwe- Specifiek betreft deze zienswijze de snelle besluitvormingsprocedures te gingen’ wordt overwogen. gronden die na de aanleg van het geven voor in die wet nader aangege- De verzoeker om onteigening heeft werk behoren tot de waterkering ven spoedeisende dijkverbeteringen. aangegeven, dat dijkversterkingen die noch de Kortenhoevendijk. Deze Voorts zal met betrekking tot een verkleining van het rivierprofiel gronden beslaan een strook gronden bedoelde strook gronden (onderdeel tot gevolg hebben slechts aan de orde van circa 14 meter breed en 38 meter vormen van de onroerende zaak zijn in de gevallen waarin een zwaar- lang. Het werk op deze gronden kadastraal bekend als gemeente wegend algemeen maatschappelijk omvat ten dele een permanente opho- Lexmond, sectie A, nummer 402) belang gediend is. In dergelijke geval- ging van het maaiveld (reeds bestaan- door de verzoeker om onteigening len zal het verlies aan doorstroming de talud) ten behoeve van de aanslui- nadere duidelijkheid gegeven dienen (capaciteit) bovendien elders langs het ting van de nieuwe waterkering op de te worden over de