STAD VERZOEK TOT RAADPLEGING

[ RUP ] PAARSE VLEKJES – FASE I

OPDRACHTGEVER

Contactpersoon Katrien Van Nieuwenhuyze Adres Centrumlaan 100 9400 NINOVE Telefoon 054/31 32 98 E-mail [email protected]

OPDRACHTHOUDER

DOSSIERSAMENSTELLING Verzoek tot raadpleging Projectteam Alexander De Wit, Daan Tuypens VERSIE DATUM Adres Gentsesteenweg 1B 1 12/01/2017 9520 SINT-LIEVENS-HOUTEM 2 31/01/2017 Telefoon 053/73 74 20 3 03/03/2017 E-mail [email protected] INHOUDSOPGAVE [ 5 ] BESTAANDE SECTORALE RANDVOORWAARDEN ...... 68 5.1. DECREET BETREFFENDE HET NATUURBEHOUD EN HET NATUURLIJK MILIEU ...... 68 [ 1 ] INLEIDING ...... 1 5.2. BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART ...... 69 1.1. ALGEMEEN ...... 1 5.3. LANDBOUW ...... 73 1.2. AANLEIDING TOT OPMAAK EN DOELSTELLING VAN HET RUP ...... 1 5.4. WATERTOETS ...... 75 1.3. PROCESVERLOOP ...... 1 5.5. BODEM ...... 91 1.4. REIKWIJDTE ...... 2 5.6. ONROERENDERFGOEDDECREET ...... 93 1.5. DETAILLERINGSGRAAD ...... 2 1.6. ALTERNATIEVENONDERZOEK ...... 2 1.7. GRENSOVERSCHRIJDENDE EFFECTEN ...... 3 [ 6 ] ONDERZOEK TOT MILIEUEFFECTRAPPORTAGE ...... 96 6.1. ONDERZOEK TOT SCREENINGSPLICHT ...... 96 6.2. VOORGENOMEN WIJZIGINGEN TEN OPZICHTE VAN HET GELDEND PLAN.. 97 [ 2 ] PLANNINGSCONTEXT...... 4 6.3. INSCHATTING VAN DE GRADATIE VAN DE IMPACT PER PLANONDERDEEL 2.1. NINOVE IN HET RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN ...... 4 ...... 98 2.2. NINOVE IN HET PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN OOST- 6.4. ONDERZOEK TOT MILIEUFFECTRAPPORTAGE ...... 100 VLAANDEREN ...... 6 6.5. DEELPLAN DE KLOEF ...... 101 2.3. PRUP AFBAKENING KLEINSTEDELIJK GEBIED NINOVE ...... 9 6.6. DEELPLAN CENTRUM DENDERWINDEKE ...... 107 2.4. GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN STAD NINOVE ...... 10 6.7. DEELPLAN CENTRUM MEERBEKE ...... 112 2.5. GEWESTPLAN ...... 25 6.8. DEELPLAN VOORMALIG SLACHTHUIS DENDERWINDEKE ...... 118 2.6. PLANNEN VAN AANLEG EN RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN ...... 27 6.9. DEELPLAN KREPELSTRAAT ...... 123 6.10. DEELPLAN LEOPOLDSTRAAT ...... 128 [ 3 ] ALGEMENE SITUERING VAN DE PLANGEBIEDEN ...... 29 6.11. DEELPLAN AALSTERSESTEENWEG ...... 133 3.1. SITUERING VAN NINOVE IN DE REGIO...... 29 6.12. DEELPLAN RING-OOST/-WEST ...... 138 3.2. SITUERING VAN DE PLANGEBIEDEN IN NINOVE ...... 30

[ 7 ] CONCLUSIE ...... 145 [ 4 ] BESPREKING VAN DE DEELPLANNEN ...... 32 4.1. DEELPLAN DE KLOEF ...... 32 4.2. DEELPLAN CENTRUM MEERBEKE ...... 37 [ 8 ] ADVIESRONDE ...... 145 4.3. DEELPLAN CENTRUM DENDERWINDEKE ...... 42 4.4. DEELPLAN VOORMALIG SLACHTHUIS DENDERWINDEKE ...... 47 [ 9 ] BIJLAGEN...... 146 9.1. GEWESTPLANUITTREKSELS ...... 146 4.5. DEELPLAN KREPELSTRAAT ...... 51 4.6. DEELPLAN LEOPOLDSTRAAT ...... 54 4.7. DEELPLAN AALSTERSESTEENWEG ...... 58 4.8. DEELPLAN RING-OOST/-WEST ...... 61 LIJST VAN AFBEELDINGEN Afbeelding [ 23 ] Concept grafisch plan deelplan Krepelstraat ...... 54 Afbeelding [ 24 ] Orthofoto deelplan Leopoldstraat ...... 55 Afbeelding [ 1 ] Gewenste ruimtelijke structuur ...... 14 Afbeelding [ 25 ] Concept grafisch plan deelplan Leopoldstraat ...... 57 Afbeelding [ 2 ] Gewenste nederzettingsstructuur ...... 19 Afbeelding [ 26 ] Orthofoto deelplan Aalstersesteenweg ...... 58 Afbeelding [ 3 ] Gewenste ruimtelijk-economische structuur ...... 20 Afbeelding [ 27 ] Concept grafisch plan deelplan Aalstersesteenweg ...... 60 Afbeelding [ 4 ] BPA nr. 14 Nijverheidszone A ...... 27 Afbeelding [ 28 ] Orthofoto deelplan Ring-Oost/-West ...... 64 Afbeelding [ 5 ] Grafisch plan RUP Zonevreemde recreatie - Deelplan Terrein Afbeelding [ 29 ] Concept grafisch plan deelplan Ring-Oost/-West ...... 66 Madison tennis ...... 28 Afbeelding [ 30 ] Gebieden van het VEN (paars) en Habitatrichtlijngebieden () ...69 Afbeelding [ 6 ] Situering van Ninove in de regio ...... 29 Afbeelding [ 31 ] Biologische waarderingskaart ½ ...... 70 Afbeelding [ 7 ] Macrosituering van de plangebieden op GRB ...... 30 Afbeelding [ 32 ] Biologische waarderingskaart 2/2 ...... 72 Afbeelding [ 8 ] Microsituering van de plangebieden op het GRB 1/2 ...... 30 Afbeelding [ 33 ] Herbevestigd agrarisch gebied 1/2 ...... 73 Afbeelding [ 9 ] Microsituering van de plangebieden op het GRB 2/2 ...... 31 Afbeelding [ 34 ] Herbevestigd agrarisch gebied 2/2 ...... 74 Afbeelding [ 10 ] Orthofoto deelplan De Kloef ...... 32 Afbeelding [ 35 ] Waterlopen ...... 75 Afbeelding [ 11 ] Concept grafisch plan deelplan De Kloef ...... 36 Afbeelding [ 36 ] Erosiegevoeligheid 1/2 ...... 76 Afbeelding [ 12 ] Zicht op de Halsesteenweg ...... 38 Afbeelding [ 37 ] Erosiegevoeligheid 2/2 ...... 77 Afbeelding [ 13 ] Detail hoek Halsesteenweg-Sint-Pietersstraat. De hoekwoning en woningen langsheen de Halsesteenweg werden onteigend en Afbeelding [ 38 ] Grondwaterstromingsgevoeligheid 1/2 ...... 79 afgebroken ...... 38 Afbeelding [ 39 ] Grondwaterstromingsgevoeligheid 2/2 ...... 80 Afbeelding [ 14 ] Orthofoto deelplan Centrum Meerbeke ...... 39 Afbeelding [ 40 ] Infiltratiegevoeligheid 1/2 ...... 81 Afbeelding [ 15 ] Concept grafisch plan deelplan Centrum Meerbeke ...... 41 Afbeelding [ 41 ] Infiltratiegevoelige gebieden 2/2 ...... 82 Afbeelding [ 16 ] Orthofoto deelplan Centrum Denderwindeke ...... 43 Afbeelding [ 42 ] Overstromingsgevoeligheid (2014) 1/2 ...... 83 Afbeelding [ 17 ] Indicatieve inrichtingsschets deel buurtsupermarkt ...... 45 Afbeelding [ 43 ] Overstromingsgevoeligheid (2014) 2/2 ...... 84 Afbeelding [ 18 ] Concept grafisch plan deelplan Centrum Denderwindeke ...... 46 Afbeelding [ 44 ] Hellingenkaart 1/2 ...... 85 Afbeelding [ 19 ] Orthofoto deelplan voormalig slachthuis Denderwindeke ...... 48 Afbeelding [ 45 ] Hellingenkaart 2/2 ...... 86 Afbeelding [ 20 ] Concept grafisch plan deelplan voormalig slachthuis Afbeelding [ 46 ] Zoneringsplan VMM 1/2 ...... 87 Denderwindeke ...... 50 Afbeelding [ 47 ] Zoneringskaart VMM 2/2...... 88 Afbeelding [ 21 ] Orthofoto deelplan Krepelstraat ...... 52 Afbeelding [ 48 ] Bodemkaart 1/2 ...... 91 Afbeelding [ 22 ] Indicatieve inrichtingsschets deelplan Krepelstraat ...... 53 Afbeelding [ 49 ] Bodemkaart 2/2 ...... 92

Afbeelding [ 50 ] Onroerend erfgoed deelplan Centrum Meerbeke ...... 95

LIJST VAN TABELLEN

Tabel [ 1 ] Ontwikkelingscategorieën...... 21 Tabel [ 2 ] Algemeen beoordelingskader ...... 23 Tabel [ 3 ] SWOT-analyse Centrum Meerbeke ...... 40 Tabel [ 4 ] Waterlopen ...... 75 Tabel [ 5 ] Indicatoren inschatting van de gradatie van de impact per planonderdeel ...... 98 Tabel [ 6 ] Inschatting van de gradatie van de impact per planonderdeel ...... 99 Tabel [ 7 ] Synthesetabel effecten ...... 144

1.3. PROCESVERLOOP [ 1 ] INLEIDING In een eerste fase zijn alle zones voor ambachtelijke bedrijvigheid, kleine en middelgrote ondernemingen gelokaliseerd. Het betreft hier enerzijds de zones op 1.1. ALGEMEEN het gewestplan, maar anderzijds ook zones die door middel van BPA’s de bestemming ‘ambachtelijke zone’ s.l. hebben verkregen. Tijdens een bureaustudie Het stadsbestuur van Ninove heeft op 19 juni 2014 SOLVA aangesteld als zijn deze zones in kaart gebracht wat betreft hun bestaande feitelijke toestand, ontwerper van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Paarse vlekjes. maar ook de juridische en de vergunningentoestand van de zones zijn in detail De stad geeft hiermee uitvoering aan één van de bindende bepalingen van haar geïnventariseerd. A priori zijn enkele paarse vlekjes niet weerhouden om gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (goedgekeurd B.D. 14 april 2011), namelijk verschillende redenen: voor sommige deelplannen is recent een planproces actie 26: de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen inzake de kleinschalige opgestart of reeds afgerond, voor andere deelplannen is geopteerd om de bedrijventerreinen. problematiek in te bedden in een groter ruimtelijk kader zoals de herziening van een BPA. 1.2. AANLEIDING TOT OPMAAK EN DOELSTELLING VAN HET RUP De stad Ninove hecht veel belang aan burgerparticipatie. Om de eigenaar(s) van Op het gewestplan van de stad Ninove en de bestaande bijzondere plannen van de verschillende ‘paarse vlekjes’ van begin af aan te betrekken bij het planproces, aanleg (BPA’s) zijn een groot aantal zones voor ambachtelijke bedrijvigheid, kleine zijn twee contactmomenten georganiseerd waarop toelichting gegeven is bij het en middelgrote ondernemingen ingekleurd. In dit RUP wordt geëvalueerd of de RUP. Het beleidskader, de algemene uitgangsprincipes en de doelstellingen van bedrijfsfunctie van deze zones nog steeds verenigbaar is met de omgeving. Zones het RUP zijn tijdens een presentatie aan bod gekomen. waarvan de ambachtelijke invulling achterhaald is, worden herbestemd. De nieuwe bestemming dient in overeenstemming te zijn met de gewenste ruimtelijke Na afloop van de contactmomenten is aan elke eigenaar een enquêteformulier structuur. Indien de bedrijvigheid bevestigd kan worden, worden waar nodig bezorgd. De doelstelling van deze enquête was tweeledig: enerzijds werd gevraagd bijkomende voorwaarden opgelegd om de verenigbaarheid met de omgeving naar de huidige toestand: wat is de historiek van de site, wat zijn de huidige verder te blijven garanderen. activiteiten, hoe verloopt de mobiliteit van en naar de site, etc. Op die manier is inzicht verworven in de huidige werking van de site. Anderzijds werd bij de De doelstelling van het RUP Paarse vlekjes bestaat erin de ambachtelijke zones op eigenaars ook gepeild naar de toekomstperspectieven: wenst de eigenaar de het volledige grondgebied van de stad te evalueren binnen een integraal huidige activiteiten op de site in de toekomst verder te zetten en zo ja, zijn er planologisch afwegingskader en afhankelijk hiervan: ruimtelijke uitbreidingen gewenst. Ten slotte is ook gepeild naar een wenselijke . achterhaalde ambachtelijke zones te herbestemmen; ontwikkeling van de site volgens de eigenaars. . de bedrijfsfunctie te bestendigen, al dan niet met randvoorwaarden om een optimale afstemming op de omgeving te garanderen. Vervolgens is de informatie uit de enquêtes verwerkt. Rekening houdend met het afwegingskader voor de bestaande kleinschalige bedrijventerreinen en de hieraan

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 1 gekoppelde ontwikkelingscategorieën die terug te vinden zijn in het 1.6. ALTERNATIEVENONDERZOEK richtinggevende gedeelte van het GRS en de input van de eigenaars, is vervolgens Het nulalternatief geeft de situatie weer die zich voordoet wanneer het een zogenaamde ‘ambtelijke visie’ opgesteld voor elk van de paarse vlekjes op het voorgenomen plan niet doorgaat en het huidige beleid verder wordt gezet. grondgebied van de stad Ninove. Dit is slechts een eerste aanzet om het RUP Concreet betekent dit dat de paarse vlekjes van het gewestplan behouden blijven. inhoudelijk vorm te geven. Het is een denkpiste (of denkpistes) die, rekening Hierdoor zullen achterhaalde ambachtelijke zones niet herbestemd worden wat houdend met het planologisch kader, verder verfijnd dient te worden naarmate leegstand en verkrotting in de hand werkt. Voornamelijk voor sites gelegen in de het RUP meer vorm krijgt. Voor sommige deelplannen is een herbestemming niet bebouwde kernen vormt dit voor bepaalde sites reeds een probleem. aan de orde. Deze behouden hun huidige gewestplanbestemming. Een selectie van Zonevreemde situaties worden niet opgelost wat onzekerheid geeft aan de sites is, na raadpleging van en consensus met de eigenaar(s) opgenomen in het eigenaar(s). Voor verschillende sites wordt de bestemming grotendeels RUP Paarse vlekjes – Fase 1. In een latere fase of fases zullen de overige gehandhaafd, maar worden de inrichtingsprincipes verfijnd teneinde deelplannen behandeld worden. kwalitatievere ontwikkelingen na te streven. Het RUP wordt opgesteld conform de uitgangsprincipes van het GRS waardoor er uitvoering gegeven wordt aan het 1.4. REIKWIJDTE vooropgestelde beleid. Omwille van bovenstaande redenen is het behoud van de De reikwijdte betreft een territoriale waarover het RUP handelt. Voor het RUP huidige situatie (i.e. nulscenario) niet wenselijk. Paarse vlekjes – Fase 1 wordt de reikwijdte omschreven als de herbestemming of bestemmingsverfijning van een aantal op het gewestplan aangeduide zones voor 1.6.1. LOCATIEALTERNATIEVEN ambachtelijke bedrijvigheid, kleine en middelgrote ondernemingen verspreid op Het RUP heeft als doelstelling de bestemming van bepaalde gebieden te wijzingen. het grondgebied van de stad Ninove. Waar zinvol, zijn enkele aanliggende Deze gebieden zijn afgebakend op basis van het gewestplan. De doelstelling van terreinen, gelegen in een andere planologische situering mee in het plangebied het RUP, namelijk het herbestemmen van nauwkeurig gelokaliseerde zones, zorgt opgenomen. ervoor dat de locatie van de plangebieden vastligt en er geen alternatieve locaties aan de orde zijn. 1.5. DETAILLERINGSGRAAD . Het vastleggen van bestemmings- en inrichtingsvoorschriften voor 1.6.2. INRICHTINGSALTERNATIEVEN bebouwing; Het RUP stelt randvoorwaarden aan de ruimtelijke invulling van de gebieden, maar . het vastleggen van bestemmings- en inrichtingsvoorschriften voor de vertrekt steeds vanuit de bestaande planologische toestand. Binnen de ruimtelijke onbebouwde ruimte. randvoorwaarden van het RUP is uiteraard nog ruimte voor architecturale vrijheid. De detailleringsgraad van het RUP is hoger dan de detailleringsgraad van het Het is echter niet het geval dat alternatieve inrichtingen zouden kunnen leiden tot gewestplan. een onderscheid in milieueffecten.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 2 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 1.6.3. CONCLUSIE Er zijn geen waardige alternatieven voor het RUP. Het RUP biedt wel nog steeds vrijheden op vlak van richting, maar dit leidt niet tot een onderscheid in milieueffecten tussen de verschillende inrichtingsalternatieven. Algemeen kan gesteld worden dat het RUP ontwikkelingen vooropstelt die meer rekening houden met het milieu dan het nulalternatief.

1.7. GRENSOVERSCHRIJDENDE EFFECTEN Gelet op de aard van het plan, namelijk het bieden van een planologische oplossing voor de plangebieden, en de afstand tot de dichtstbijzijnde grenzen (gewestelijk en/of landelijk) worden geen grensoverschrijdende effecten verwacht.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 3 waarin het verweven haalbaar is, heeft te maken met de hinder of positieve effecten die nabijheid van andere functies of gebruik teweegbrengen, met de [ 2 ] PLANNINGSCONTEXT bestaande ruimtelijke structuur, met de ruimtelijke draagkracht (= eigenheid van de ruimte) en met de mate waarin de activiteit de ruimtelijke structuur wijzigt. In dit onderdeel wordt het planologisch beleidskader geschetst waarbinnen dit

RUP kadert. Voor het RUP relevante onderdelen worden uitgelicht. Om de verwevingsdoelstelling te bereiken, moeten de bestaande zonerende bestemmingsvoorschriften in de plannen van aanleg worden geëvalueerd en – 2.1. NINOVE IN HET RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN waar nodig – worden bijgesteld. Daarbij moet steeds vertrokken worden van een De stad Ninove wordt in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) aangeduid streven naar ruimtelijke kwaliteit en naar het niet overschrijden van de ruimtelijke als kleinstedelijk gebied op provinciaal niveau. Dit houdt in dat een bepaald draagkracht. Het is nodig het verweven te versterken door opnieuw ambachtelijke gedeelte van de stad beleidsmatig geselecteerd is als stedelijk gebied. Het en commerciële activiteiten, zij het gebundeld, aan te trekken naar de versterken, verweven en concentreren van diverse functies staat centraal in dit woongebieden. Daarbij wordt gesteld dat VLAREM en het Ruimtelijk Structuurplan gebied. De afbakening van het stedelijke gebied binnen de gemeentegrenzen Vlaanderen duurzame ontwikkeling als gemeenschappelijk uitgangspunt hebben. gebeurt door middel van een provinciaal RUP. De rest van de stad behoort Hieruit vloeit voort dat milieukwaliteit en ruimtelijke kwaliteit verenigbaar zijn. Het beleidsmatig tot het buitengebied. In het buitengebied overweegt de open en kan niet de bedoeling zijn door een eventuele versoepeling van de onbebouwde ruimte. Eén van de doelstellingen voor het buitengebied is het vestigingsvoorwaarden voor bedrijven in woongebieden, de milieuverstoring te vrijwaren van het buitengebied voor de essentiële functies. laten toenemen. De afstemming met VLAREM moet worden benaderd vanuit de verschillende ruimtelijke schaalniveaus van verweving; binnen deze context 2.1.1. STEDELIJK GEBIED moeten afstandsregels kritisch worden geëvalueerd, rekening houdend met het onderzoek ter zake. 2.1.1.1. Versterken van de multifunctionaliteit

In het stedelijk gebied wordt het versterken van de multifunctionaliteit voorop Omdat verweving verbonden is aan een bepaald schaalniveau, kunnen gesteld. Het kan niet de bedoeling zijn alle economische bedrijvigheid uit de verschillende types van verweving worden gedefinieerd. Bijkomend onderzoek is stedelijke gebieden te verdrijven en te herlokaliseren op regionale of lokale nodig om voor elk van deze types te bepalen welke activiteiten en/of functies er al bedrijventerreinen. Alleen wanneer de inplanting van sommige activiteiten dan niet thuishoren. wegens hinder, schaal, ... niet aanvaardbaar is, moeten zij zich elders vestigen. 2.1.1.2. Bundelen van de kleinhandel Verweving moet de regel zijn, scheiding de uitzondering. Verweving kan ook tot Alsmaar meer winkels wijken uit naar kruispunten en invalswegen in de suburbane stand komen door het groeperen van bepaalde activiteiten in het stedelijk weefsel. gebieden. Shoppingcentra worden ingeplant los van kernen. Vestigingen van Het verweven is daarbij het in elkaars nabijheid brengen van functies en KMO’s en baanwinkels groeien uit tot linten. activiteiten op een dusdanige wijze dat er een ruimtelijke meerwaarde, vormen van synergie en een complementariteit ontstaat. De wijze waarop en de mate

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 4 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE De kleinhandel1 moet evenwel een wezenlijk deel uitmaken van het functioneren regionaalstedelijke gebieden zal het Vlaamse Gewest bij de afbakening van het stedelijk gebied. Kleinhandel is immers bij uitstek een stedelijke functie. van het stedelijk gebied de nodige ontwikkelingsperspectieven aangeven De verweving van de kleinhandel met andere functies is essentieel. en eventueel kleinhandelszones aanduiden. In de kleinstedelijke Kleinhandelslinten kunnen moeilijk deel uitmaken van een gewenste ruimtelijke gebieden zal de provincie bij de afbakening van het stedelijk gebied de structuur waarin gedeconcentreerde bundeling en verweving van functies voorop nodige ontwikkelingsperspectieven aangeven en eventueel staat. Er wordt geopteerd om de bestaande kleinhandelslinten en –concentraties kleinhandelszones aanduiden. vast te stellen, beter te structureren en de uitgroei ervan te stoppen. Voor de . Op bedrijventerreinen die niet als kleinhandelszone zijn aangewezen is in ruimtelijke herstructurering van bestaande kleinhandelslinten en –concentraties principe geen kleinhandel toegestaan. Aangegeven moet worden onder en voor de inplanting van nieuwe kleinhandelszaken worden volgende welke omstandigheden een kleinhandelsactiviteit die complementair is ontwikkelingsperspectieven gesteld: aan een economische functie (be- of verwerking, ...) aanvaardbaar is. . Binnen ieder stedelijk gebied of kern van het buitengebied worden op het . Langs verbindingswegen en op knooppunten van verbindingswegen niveau van de betrokken kern interessante locatievoorwaarden buiten kernen van het buitengebied en buiten de stedelijke gebieden gecreëerd voor de inplanting van kleinhandel. De bereikbaarheid en de worden, conform het ruimtelijk principe van de gedeconcentreerde leefbaarheid van het stedelijk gebied of kern van het buitengebied als bundeling, geen nieuwe ruimtelijk geïsoleerde, kleinhandelsbedrijven geheel moeten voorop staan. In de afbakeningsplannen voor de ingeplant. stedelijke gebieden worden geschikte locaties aangeboden voor . Voor kleinhandelslinten en -concentraties die structuurloos gegroeid zijn verkeersgenererende activiteiten waaronder de baanwinkels, langs verkeerswegen en dit zowel in stedelijke gebieden, in stedelijke shoppingcentra, enz. netwerken of zelfs in het buitengebied is een ruimtelijke herstructurering . Handelszaken die behoefte hebben aan een grotere via inrichting van essentieel belang. Onder ruimtelijk herstructureren verkoopsoppervlakte kunnen geconcentreerd worden op specifieke wordt verstaan het verbeteren van de bestaande ruimtelijke samenhang terreinen, met name de kleinhandelszones. Deze locaties worden en relaties tussen de kleinhandelsvestigingen en met de omgeving, het gesitueerd binnen de stedelijke gebieden en de economische verhogen van de verkeersleefbaarheid, de verkeersveiligheid en interne knooppunten, op goed ontsloten plaatsen (ook voor collectief vervoer). verkeersorganisatie en de ontsluiting (o.m. parkeren) en het creëren van De oppervlakte en de uitrusting is afhankelijk van het belang van het een hogere beeldwaarde of imago van het kleinhandelslint of - stedelijk gebied en het economisch knooppunt. Deze locaties kunnen ook concentratie en de omgeving. een onderdeel vormen van een groter bedrijventerrein maar worden . De bestaande, verspreide inplantingen worden geval per geval naar de toekomst toe ingericht als een kleinhandelszone. In de groot- en behandeld.

1 Kleinhandel wordt gehanteerd als de economische functie die verwijst naar kleinhandelsbedrijvigheid aangeboden assortiment, de vorm van beheer en het voorkomen. Kleinhandel betekent hier alle of kleinhandelsactiviteiten zoals deze in het KB van 31 augustus 1964 wordt gehanteerd. Als functie vormen van commerciële activiteit met verkoopsoppervlakte. Dit zijn onder meer (kleine) winkels, drukt kleinhandel zich ruimtelijk in verschillende types uit onder meer bepaald door ligging, het discounts, grootwinkelbedrijven, shoppingscentra, baanwinkels, ... (RSV, p. 367)

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 5 2.1.2. BUITENGEBIED bebouwing en infrastructuren tegengegaan worden. Door gerichte structuurondersteunende maatregelen, zowel naar natuur, bos en landbouw als Bekeken op het niveau van Vlaanderen is het buitengebied dat gebied waarin de naar de woon- en werkfunctie toe, moet de eigenheid van het buitengebied open (onbebouwde) ruimte overweegt. Het begrip heeft, in de ruimtelijke planning gevrijwaard worden. en in het bijzonder in ruimtelijke structuurplannen, een beleidsmatige inhoud; het is het gebied waar een buitengebiedbeleid gevoerd wordt. Dit beleid heeft 2.1.2.3. Het bundelen van de ontwikkeling in de kernen van het betrekking op het beleid ten aanzien van de natuurlijke structuur en de agrarische buitengebied structuur, de nederzettingsstructuur en de infrastructuur. Met betrekking tot het wonen en de verzorgende activiteiten wordt de ruimtelijke ontwikkeling in de kernen van het buitengebied geconcentreerd. De eigen In het buitengebied is het beleid gericht op het behoud, het herstel, de ontwikkeling van de kernen wordt opgevangen binnen de vooropgestelde ontwikkeling en het verweven van de belangrijke structurerende elementen. Dit procentuele verdeling van de behoefte aan nieuwe woningen. Wel wordt de trend kan alleen vanuit een integrale, samenhangende ruimtelijke visie op de ruimte en naar een steeds groter aandeel aan woningbouw in het buitengebied tegengegaan. op het buitengebied in het bijzonder. Sectorale ontwikkelingen worden hierin gekaderd. Dit betekent niet dat het buitengebied wordt ‘bevroren’. De bestaande 2.1.2.4. Het bufferen van de natuurfunctie in het buitengebied ruimtelijke structuur en het fysisch systeem bieden het raamwerk waarbinnen Er zal worden gestreefd naar een buffering van de natuurfunctie in het dynamische activiteiten en functies met steeds wijzigende omgevingsvereisten op buitengebied ten opzichte van de eraan grenzende functies, o.m. omwille van de flexibele manier moeten kunnen functioneren. Deze dynamiek moet natuurlijk op relatie tussen ruimtelijke kwaliteit en milieukwaliteit. Het behoort immers tot de de schaal en op het tempo van het buitengebied worden gehouden. Voor de verantwoordelijkheid van de ruimtelijke ordening om onverenigbare functies van functies wonen en werken is dit dus niet dezelfde dynamiek als diegene die in de elkaar te scheiden. De bufferfunctie van de natuurfunctie kan grotendeels worden stedelijke gebieden aanwezig is en er gestimuleerd wordt. De specifieke eigenheid gegarandeerd door een oordeelkundige lokalisatie van andere beleidscategorieën van het wonen en werken in het buitengebied moet erkend en gerespecteerd (natuurverwevingsgebieden, natuurverbindingsgebieden, bouwvrije zone, worden, en in relatie gebracht worden met het duurzaam functioneren van de bosuitbreidingsgebieden). agrarische en de natuurlijke structuur. 2.2. NINOVE IN HET PROVINCIAAL RUIMTELIJK 2.1.2.1. Het vrijwaren van het buitengebied voor de essentiële functies STRUCTUURPLAN OOST-VLAANDEREN In het buitengebied wordt een dynamische en duurzame ontwikkeling gegarandeerd zonder het functioneren van de structuurbepalende functies van het Het ruimtelijk structuurplan Oost-Vlaanderen is op 10 december 2003 definitief buitengebied (landbouw, natuur, bos en wonen en werken op het niveau van het vastgesteld door de Oost-Vlaamse provincieraad. Na publicatie in het Belgisch buitengebied) aan te tasten. Staatsblad (10 maart 2004) werd het op 24 maart 2004 van kracht. In 2009 volgde een partiële herziening met als doel een provinciaal beleidskader voor 2.1.2.2. Het tegengaan van de versnippering van het buitengebied windturbines aan het document toe te voegen. In 2012 volgde een tweede partiële Om het buitengebied te vrijwaren voor de structuurbepalende functies moet de herziening waarin voornamelijk een gewijzigde visie wat betreft wonen en versnippering van het buitengebied en de verbrokkeling van haar structuur door bedrijvigheid is opgenomen.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 6 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 2.2.1. STEDELIJK GEBIED 2.2.4. KLEINHANDEL Ninove vormt samen met , Aalst en de deelruimte Kleinhandel of detailhandel maakt, als woonondersteunende voorziening, deel uit ‘Dendersteden’. Deze steden vormen de ruggengraat van de ontwikkelingen van de nederzettingsstructuur. De ontwikkelingsperspectieven voor nieuwe en tussen Gent en Brussel. Zij worden als stedelijke polen versterkt en moeten instaan bestaande kleinhandel worden bepaald door de visie op de gewenste voor het opvangen en structureren van de groei die zich onder invloed van (vooral) nederzettingsstructuur. Met het oog op de verkeersveiligheids- en Brussel in het buitengebied manifesteert. leefbaarheidsproblemen en wegens de verlinting van het landschap is een voortzetting van de huidige trend, waarbij steeds meer winkels zich inplanten Ninove is tevens geselecteerd als kleinstedelijk gebied op provinciaal niveau in de langsheen invalswegen en kruispunten buiten de stedelijke gebieden, niet deelruimte ‘zuidelijk openruimtegebied’. De stad moet zich ontwikkelen als gewenst. Nieuwe vestigingen van geïsoleerde kleinhandel buiten de kernen van centrale plaats ten opzichte van haar ommeland en dit zowel op het vlak van het buitengebied zijn uitgesloten. wonen en woonondersteunende voorzieningen als van werken. Vanuit het principe van de gedeconcentreerde bundeling geldt bovendien dat De ontwikkeling van Ninove wordt vooral gezien op het vlak van wonen. Hierbij nieuwe ontwikkelingen van kleinhandel worden gesitueerd in de kernen van het wordt rekening gehouden met het functioneren van Ninove als pendelstad binnen buitengebied en worden afgestemd op het niveau en de draagkracht van de de invloedsfeer van Aalst. Het niveau van bedrijvigheid en het voorzieningenniveau betrokken kern. Winkelvoorzieningen in de kernen van het buitengebied moeten moeten ondersteunend zijn voor de woonfuncties. beschouwd worden als woonondersteunende voorzieningen.

2.2.2. WOONKERNEN IN HET BUITENGEBIED Grootschalige detailhandel moet bijgevolg gesitueerd worden in de stedelijke Appelterre, Denderwindeke, Okegem, Pollare, Voorde, Aspelare en Outer zijn gebieden. Daarbij moet kleinhandel in de kernen zoveel mogelijk met het bindend geselecteerd als woonkernen . De overige kernen zijn niet in de selectie woonweefsel verweven worden. Desgevallend kan in de stedelijke gebieden een weerhouden. Er zijn geen hoofddorpen geselecteerd. specifieke zone voor kleinhandel bestemd en ingericht worden.

2.2.3. BEDRIJVENTERREINEN In het woonweefsel van de hoofddorpen en woonkernen van het buitengebied kan, rekening houdend met het schaalniveau en de hiërarchie van die kern, Economische heroriëntering moet nieuwe impulsen geven aan de bedrijvigheid in planmatig en in functie van het wonen bijkomende ruimte voor handel voorzien de Dendersteden. Ninove speelt hierin vooral een ondersteunende rol in de worden. Deze handelszaken hebben een woonondersteunende functie voor de evenwichtige spreiding van de werkgelegenheid in het zuidelijk openruimtegebied. desbetreffende kern (kruidenier, bakker, buurtwinkel, …). Zij dienen in oppervlakte Er mag geen aanbod worden gecreëerd dat een overloopeffect zou genereren beperkt te blijven. Een oppervlakte van 400m² per handelsentiteit is hierbij vanuit de andere steden en er dient rekening gehouden te worden met de richtinggevend. De totaliteit van de oppervlakte voor handel in deze kernen dient draagkracht en de ontsluitingspotenties. ook in zijn totaliteit beperkt te blijven en in overeenstemming te blijven met het niveau van de betrokken kern. Bijkomende voorzieningen dienen planmatig getoetst te worden aan het bestaande handelsapparaat en de omvang van de kern

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 7 (aantal huishoudens) en aan de nog bestaande mogelijkheden om kleinhandel te bovenlokaal belang, gesitueerd buiten de stedelijke gebieden, wordt een restrictief realiseren in het woonweefsel (bv. verlaten panden, …). beleid vooropgesteld.

2.2.4.1. Ruimtelijk beleid voor bestaande grootschalige kleinhandel Bij de inplanting van nieuwe kleinhandel zowel in de hoofddorpen als woonkernen Het beleid t.o.v. de bestaande grootschalige detailkleinhandel van bovenlokaal wordt ook rekening gehouden met: belang wordt gedifferentieerd. Onderstaande principes vormen hierbij het . de ruimtelijke draagkracht van de kern en van de directe omgeving in het uitgangspunt. bijzonder; . de mobiliteitsimpact van de nieuwe vestiging; 2.2.4.1.1. Bestaande grootschalige detailhandels in een stedelijk gebied . de bereikbaarheid en ontsluiting (centrale voorzieningen, ligging in het De kleinhandelsconcentraties nabij de stedelijke kernen zullen in de woonweefsel, …); afbakeningsprocessen voor de respectievelijke stedelijke gebieden op hun . de verweefbaarheid en inpassing in de omgeving. samenhang met het stedelijk gebied onderzocht worden. Hoewel verweving van kleinhandel met de woonfunctie in principe vooropstaat, kan bij de visievorming Sluipende uitgroei van handel in buitengebiedkernen tot grootschalige in de stedelijke afbakeningsprocessen geopteerd worden om een bepaalde zone detailhandelszaken moet tegengegaan worden. In het bijzonder moet vermeden specifiek als kleinhandelszone te bestemmen. worden dat in deze kernen van het buitengebied een kleinhandelsapparaat zou ontstaan dat thuishoort in de stedelijke gebieden. Nieuwe grootschalige Ontwikkelingen binnen het stedelijk gebied kunnen in hun huidige aard en omvang detailhandel (1000 m² en meer) moet voorzien worden in de stedelijke gebieden. bestendigd worden. Voor deze kleinhandelsconcentraties binnen de stedelijke Door het grootschalig productaanbod, koopgedrag, ruimtegebruik, gebieden kan een uitbreiding voorzien worden, op voorwaarde dat: bereikbaarheidsvereisten, enz. zijn sommige kleinhandelszaken aangewezen op . er een kwalitatieve ruimtelijke en functionele relatie met het stedelijk een specifieke locatie met voldoende oppervlakte en een goede regionale weefsel wordt gecreëerd; bereikbaarheid. Voor dit soort kleinhandelszaken kunnen specifieke zones . er een duidelijke en kwalitatieve begrenzing t.o.v. de omgevende open afgebakend worden in de stedelijke gebieden. Kleinhandel op andere ruimte wordt gecreëerd; bedrijventerreinen is niet toegelaten vanwege het oneigenlijk gebruik van het . er geen bezwaar is vanuit het oogpunt van de verkeersveiligheid; bedrijventerrein. . de bereikbaarheid vanuit het stedelijk woonweefsel met openbaar vervoer, fiets en te voet op een veilige en aangename manier Delen van de Brakelse- en Brusselsesteenweg zijn informatief geselecteerd als gegarandeerd wordt. kleinhandelsconcentraties in samenhang met een stedelijk gebied. Het deel van Brakelsesteenweg van Outer tot Geraardsbergsesteenweg is aangeduid als Bij de afbakening van de stedelijke gebieden zullen deze kleinhandelsconcentraties kleinhandelsontwikkeling van regionaal belang in het buitengebied. In het verder onderzocht worden. De ontwikkelingsperspectieven worden in richtinggevend gedeelte wordt naar deze selectie verwezen. Er wordt bepaald dat gewestelijke of provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen vastgelegd, rekening de ontwikkelingsperspectieven in gewestelijke of provinciale ruimtelijke houdend met voornoemde voorwaarden. Voor (de delen van) de bestaande uitvoeringsplannen worden vastgelegd. Voor alle bestaande kleinhandel van

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 8 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE kleinhandelsconcentraties die niet binnen de afbakening van een stedelijk gebied . de mogelijke verweefbaarheid en inpassing in de omgeving; liggen, geldt een restrictief (buitengebied)beleid. . de mobiliteitskenmerken (ontsluiting, bereikbaarheid, …) van de locatie en de mobiliteitsimpact van de handelszaak, waarbij de handelszaak 2.2.4.1.2. Bestaande grootschalige detailhandel in het buitengebied alsook de uitbreiding ervan geen verkeersproblemen (doorstroming, Voor alle bestaande grootschalige detailhandel, gesitueerd buiten de stedelijke parkeerlast, …) teweeg brengen; gebieden, wordt een restrictief beleid gevoerd. Verdere uitbreiding van de . er geen bezwaar is vanuit het oogpunt van de verkeersveiligheid; verlinting is immers niet wenselijk. Niettemin kunnen deze handelszaken nog nood . er, desgevallend, een duidelijke en kwalitatieve begrenzing t.o.v. de hebben aan een beperkte uitbreiding om hun voortbestaan te garanderen. Een omgevende open ruimte wordt gecreëerd. herlokalisatie van een kleinhandelszaak uit het buitengebied is niet vanzelfsprekend, en vaak financieel niet haalbaar noch in verhouding tot de Een bestaande kleinhandelszaak in het buitengebied kan zich herlokaliseren uitbreidingsvraag. Deze kleinhandelszaken hebben immers op hun bestaande site rekening houdend met de localisatieprincipes voor nieuwe kleinhandelszaken. reeds hun eigen specifieke ontwikkelingsgeschiedenis. Vaak hebben deze Eventuele herstructurering van bestaande concentraties voor kleinhandel wordt handelszaken, gerelateerd met hun huidige site, een klantenbestand en vastgelegd in provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen. naambekendheid opgebouwd, investeringen gedaan, … Tussen de mogelijke uitbreidingsbehoeften en een noodzakelijke herlokalisatie is het aangewezen om 2.2.4.1.3. Bestaande geïsoleerde grootschalige detailhandel van een zekere marge te hanteren. Bovendien kan het volledig potentieel aan bovenlokaal belang kleinhandelsvestigingen in het buitengebied niet zonder meer geherlokaliseerd In Oost-Vlaanderen komen een aantal ontwikkelingen van geïsoleerde worden naar de stedelijke gebieden en/of specifiek regionale bedrijventerreinen grootschalige detailhandel voor. Een herbestemming naar een kleinhandelszone voor kleinhandel. Beperkte uitbreidingen van bestaande handelszaken in het kan onderzocht worden in het kader van de afbakeningsprocessen voor de buitengebied kunnen overwogen worden. Daarbij dient rekening te worden regionale bedrijventerreinen in de specifiek economische knooppunten of de gehouden met: afbakening van de kleinstedelijke gebieden. . de ruimtelijke draagkracht van de omgeving; . de gewenste nederzettingsstructuur op lokaal en bovenlokaal niveau; 2.3. PRUP AFBAKENING KLEINSTEDELIJK GEBIED NINOVE . de situering van de kleinhandelsontwikkeling binnen de Als uitwerking van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen legt de Vlaamse nederzettingsstructuur; overheid de afbakening van de kleinstedelijke gebieden van provinciaal niveau op . de uitbreiding mag niet de creatie van een groter klantenbereik tot doel aan de provinciale overheid. Voor Ninove is deze afbakening vastgelegd in een hebben; provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP), in een zogenaamd afbakeningsplan, . mogelijkheden tot interne herstructurering en efficiënt ruimtegebruik op dat is goedgekeurd op 19 oktober 2012. Het afbakeningsplan bepaalt een de bestaande site, verdichtingsmogelijkheden op de bestaande site en ruimtelijke lijn omheen die gebieden waar een beleid van groei, concentratie en bouwen in meerdere lagen; verdichting van toepassing is. Door het vastleggen van deze lijn worden enerzijds . de ruimtelijke en functionele impact van de betreffende uitbreiding, de bepalingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen betreffende de waarbij verdere verlinting wordt vermeden; stedelijke gebieden geldig. Anderzijds kan deze lijn later worden gebruikt bij het

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 9 verder vorm geven aan het ondersteunend beleid voor stedelijke gebieden aangeduid als een ‘te behouden of te versterken kleinhandelsconcentratie’. De (opmaken van plannen, richten van subsidies, differentiëren van procedures enz.). bestendiging hiervan is in het bijhorende actieprogramma van het PRUP opgenomen, namelijk doelstelling B6: de bestendiging van kleinhandel op De afbakening van het kleinstedelijk gebied heeft een richtinggevend statuut. Elke bedrijventerreinen. Dit dient te gebeuren door middel van de opmaak van een overheid kan op die manier zijn specifieke projecten, initiatieven en gemeentelijk RUP. De site ‘Ring-Oost’ staat aangeduid als een te verdichten inrichtingsplannen in verband met het kleinstedelijk gebied binnen deze bestaand bedrijventerrein. afbakeningslijn uitvoeren. 2.4. GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN STAD 2.3.1. BEDRIJVIGHEID NINOVE Het PRUP focust op regionale bedrijvigheid en niet zozeer op lokale bedrijvigheid Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van de stad Ninove is definitief waardoor de zones voor ambachtelijke bedrijvigheid en KMO’s niet aan bod komen vastgesteld op 13 januari 2011. in het PRUP. In het PRUP worden de geschiktheid van verschillende locaties voor de inplanting van bijkomende regionale bedrijventerreinen onderzocht. 2.4.1. INFORMATIEF GEDEELTE

In de beschrijving van de bestaande ruimtelijk-economische structuur worden de Onder meer de zone achter de bestaande ambachtelijke zone ‘Ring-Oost’ wordt in kleinschalige bedrijventerreinen – de zogenaamde paarse vlekjes – opgelijst en dit verband onderzocht. Het gebied wordt echter omwille van de weinige optimale kort besproken. Het betreft veelal kleinere terreinen bedoeld voor een enkel ontsluitingsmogelijkheden, de impact op de landbouw en de beperkte omvang van bedrijf. Zij zijn vooral gekoppeld aan het wegennet en bevinden zich in of aan de het gebied niet weerhouden. rand van de vele dorpskernen. Zij zijn afzonderlijk niet structuurbepalend voor de ruimtelijk-economische structuur van de gemeente Ninove maar kunnen lokaal 2.3.2. KLEINHANDEL wel een structuurbepalende rol vervullen. Op een aantal terreinen hebben zich Ook voor kleinhandel worden geen specifieke taakstellingen in het PRUP recent nieuwe bedrijven gevestigd. Op een aantal terreinen is het bedrijf het opgenomen. Er wordt gerefereerd naar zowel het gemeentelijk beleid terrein ontgroeid of zijn aanpalend zonevreemde bedrijven gevestigd. Andere (gemeentelijk ruimtelijk structuurplan) als naar het provinciaal niveau (provinciaal bestemde terreinen zijn niet langer in gebruik voor bedrijvigheid, zijn ruimtelijk structuurplan). Dit beleid kent twee verschillende sporen: enerzijds een verwaarloosd, ruim bemeten of bevatten activiteiten met een beperkt versterking van de kleinhandelsfunctie in het stedelijk kernwinkelgebied en toekomstperspectief Informatief worden tevens een aantal anderzijds, wanneer dit omwille van de omvang of mobiliteitsaspecten niet ontwikkelingsmogelijkheden beschreven. Deze beschrijving is niet limitatief en mogelijk is, een inpassing in de kleinhandelslinten langs de Brakelsesteenweg N8- heeft enkel tot doel verbeeldend een aantal alternatieve denkrichtingen aan te N405 of Brusselsesteenweg N8. Binnen het afbakeningsproces wordt een reiken vanuit de huidige situatie. taakstelling van ongeveer 3-4 ha gereserveerd voor de operationalisering van dit ruimtelijk beleid (ontwikkeling van één of meerdere specifieke bedrijventerreinen 2.4.2. ROL EN POSITIE VAN DE STAD voor kleinhandel). Een aanzienlijk gedeelte van de site ‘Ring-West’ wordt hierbij De gewenste rol en positie van de stad wordt gedefinieerd in vijf krachtlijnen.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 10 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 2.4.2.1. Dynamisch Ninove buiten de rand van de Vlaamse Ruit Deze steden hebben een belangrijke opvangfunctie van stedelijke activiteiten. Ninove behoort in de gewenste ruimtelijke structuur op Vlaams niveau tot een Ninove heeft een opvangfunctie voor een beperkter ommeland. De stad kan, sa gebied ten zuiden van de Vlaamse Ruit. De stad vormt een kleinstedelijk gebied men met andere kleinstedelijke gebieden, de opvang verzorgen van functies binnen een geheel van sterke open ruimte structuren: rivier- en beekvalleien, (wonen, werken, hoogdynamische recreatie) als alternatief voor verdere structuurbepalende landbouwgebieden en reliëfovergangen. verspreiding in het buitengebied ten zuidwesten van E40. Ninove profileert zich als aantrekkelijke woonstad en regionale verzorgingsstad met accenten op onderwijs, De ligging in de Dendervallei bepaalt op welke manier Ninove tot die gewenste gezondheidszorg, kleinhandel en recreatie. Ninove als kleinstedelijk gebied ruimtelijke structuur wenst bij te dragen. De opvang van functies en activiteiten bestempelen betekent dat stedelijke activiteiten worden gebundeld in een gebeurt in het kleinstedelijk gebied. De landschappelijke diversiteit in de ruimere afgebakende zone, zodat in het buitengebied het behoud van waardevolle open omgeving van Ninove blijft bepalend voor het buitengebied. ruimten voor landelijke activiteiten kan worden gevrijwaard.

Ninove draagt als kleinstedelijk gebied met een bovenlokale rol bij tot het beheer Ninove is in zijn open ruimte herkenbaar als het overgangsgebied tussen het en het behoud van de open ruimte tussen Gent, Aalst en Brussel. Geleiders en en het land Van en vanuit de Vlaamse Ruit als lokkers van activiteiten waren en zijn , het spoor, Brusselse-, Aalsterse- en toegangspoort naar de Zwalmstreek en de Vlaamse Ardennen. Het landschappelijk Brakelsesteenweg. De expresweg is een snelle link met Aalst, Brussel en Gent, onderscheid tussen de linker- en rechteroever van de Dender wordt gevrijwaard. echter zonder activiteiten aan te zuigen. De ruimtelijke dynamiek wijst op een De traditionele grondgebonden landbouw blijft een belangrijke functie vervullen uitwaaiering in oostelijke en noordoostelijke richting, om aan te sluiten bij de als beheerder van de open ruimte en staat garant voor de landschappelijke variatie Vlaamse Ruit in de omgeving van Aalst en ten noorden van de die de gemeente typeert. De bedrijven volgen de algemene tendens naar een meer Dender. De gemeente Ninove wil deze dynamiek kanaliseren zonder in duurzame bedrijfsvoering in de landbouwsector en zullen ook een rol vervullen in concurrentie te willen treden met de grotere steden in de omgeving. het plattelandstoerisme. Kwaliteitsbewaking van het stedelijk gebied en van de open ruimte behoort tot de taakstelling van de gemeente. 2.4.2.2. Ninove als kleinstedelijk gebied in divers buitengebied met waardevolle open ruimte 2.4.2.3. Ninove in de Dendervallei Ninove positioneert zich als een kleinstedelijk gebied in een zeer divers De invulling van de rol voor het ommeland gaat uit van de eigen troeven. Het buitengebied. Kleinschaligheid en stedelijke vernieuwing zijn de uitgangspunten bij historische karakter, de ligging in de vallei, de verdichtingsmogelijkheden voor ingrepen in het stedelijk gebied, verscheidenheid bij nieuwe ingrepen in het wonen en werken, de reconversie van verlaten nijverheidscomplexen, de buitengebied. De Dender is het bindend element tussen de stad en de open ruimte. ontsluiting en het omringend landschap zijn kwaliteiten waarmee Ninove zijn rol kan vormgeven. De bovenlokale rol van Ninove speelt zich af in het landschappelijk geheel van het Land van Zottegem en het Pajottenland, binnen de maas van snelwegen A8 (Halle- De ligging in de vallei van de Dender biedt een decor voor zowel stedelijk als Doornik) en E40 (Oostende-Brussel). Aan de randen van deze maas liggen landelijk wonen. De vallei stelt tegelijk ook grenzen aan de dynamiek. De belangrijke stedelijke gebieden: het hoofdstedelijk gewest, Gent en Aalst. openruimtefuncties primeren buiten het stedelijk gebied.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 11 buitengebied. In functie van de positionering als economisch knooppunt en de Ninove speelt in de vallei van de Dender een belangrijke rol inzake het behoud en mogelijkheden die de infrastructuren bieden, wil Ninove vooral ruimte bieden aan de versterking van landschappelijke en natuurlijke waarden. De vallei verbindt vernieuwende ontwikkelingen in de traditionele sectoren en diensten van belangrijke natuurlijke gebieden en is een open ruimte van bovenlokaal niveau. De kleinstedelijk (regionaal) niveau. Dender fungeert ook als een waterberging en als een vrijwaring van het stedelijk 2.4.2.5. Ninove als toeristisch-recreatieve schakel gebied tegen overstromingen. De Dendervallei vormt de ruggengraat van de Ninove bouwt zijn positie als schakel in de toeristisch-recreatieve structuur uit. De natuurlijke structuur in de gemeente. Van hieruit vertakt zich een coherent stad kan door aansluiting op regionale fiets- en wandelpaden profiteren van de netwerk van fijnmazige groenstructuren, dat verder wordt opgewaardeerd door aantrekkingskracht van de Vlaamse Ardennen en zich profileren als poort van deze de ontsnippering en versterking van beekvalleien en natuurgebieden. De rivier- en toeristische regio. De verbinding van toeristisch-recreatieve knooppunten (zowel beekvalleien (Lavondelbeek, Beverbeek -Molenbeek, Vogelenzangbeek) zijn de binnen als buiten het stedelijk gebied) maakt van Ninove een interessante dragers van de ruimtelijke structuur. stopplaats.

In de Dendervallei zijn Appelterre en Okegem de twee belangrijkste kernen in het De open ruimte van Ninove vormt een bereikbaar en aantrekkelijk kader voor buitengebied. Omdat prioritair de ruimtelijke mogelijkheden in het kleinstedelijk buitenrecreatie en plattelandstoerisme. Het pittoresk landschap ten zuiden van de gebied volledig worden benut, spelen de dorpen en gehuchten echter een Dender fungeert met zijn kleine dorpskernen, beekdalen, holle en trage wegen, beperkte rol in de opvang van de behoefte aan bijkomende woningen of bermen en kleinschalige landbouwgebieden als kwaliteitsvolle tegenhanger van bedrijventerreinen. Wel kan hier eventueel een gedeelte van de behoefte aan het cultuurhistorisch waardevol kleinstedelijk gebied. sociale huisvesting worden ingevuld.

2.4.2.4. Ninove als economisch knooppunt onderdeel van de Historische gebouwen en sites getuigen van het rijk historisch verleden van de Dendersteden stad. Voorbeelden van het onroerend erfgoed zijn Koepoort, Abdijkerk en de In de gewenste ruimtelijke structuur is Ninove een economisch knooppunt met opgravingen rond de Abdijkerk. De gemeente wenst deze erfgoedwaarden ook in een bovenlokale rol. Het kleinstedelijk gebied is onderdeel van de Dendersteden de toekomst te vrijwaren. Op die manier kunnen deze ook op het vlak van toerisme (Dendermonde, Aalst, Ninove en Geraardsbergen). Het heeft een belangrijke worden ingezet. opvangfunctie voor de ontwikkelingen tussen Brussel en Gent. De volgende paragrafen bespreken de gewenste ruimtelijke structuur en relevante Ninove kan uiteraard niet streven naar een concurrentiële positie ten opzichte van substructuren uit het GRS. Hierbij zijn de paarse vlekjes geprojecteerd op de Brussel. Het schaalniveau van de gemeente, de ligging in belangrijke open ruimte schematische voorstelling van deze structuren. Deze projectie moet bijgevolg ook structuren en het industrieel karakter zijn hiervoor de belangrijkste argumenten. als schematisch geïnterpreteerd worden. Het is slechts een ruwe indicatie van de ligging van de deelgebieden en geen exacte positionering binnen de gewenste Door ruimte te bieden voor handel en bedrijvigheid wenst de gemeente wel bij te ruimtelijke structuur van de stad. dragen tot het afremmen van de uitwaaiering van wonen en bedrijvigheid in het

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 12 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 2.4.3. GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR . het integreren van verbindingen voor langzaam verkeer; . het behouden van een beperktere toegankelijkheid voor autoverkeer; 2.4.3.1. Dender als levensader doorheen Ninove . het handhaven (niet uitbreiden) van het aantal Het ruimtelijk concept voor de Dender als levensader doorheen Ninove bevat bebouwingsconcentraties. volgende elementen: . Het behouden van de riviervallei als natuurlijk en landschappelijk element van bovenlokaal niveau en als vitale ader voor de toekomstige ontwikkeling van Ninove als geheel; . het ontwikkelen van samenhangende natuurlijke gebieden, gekoppeld aan het waternetwerk; . het opwaarderen van de overstromingsvlakten en meersen als uitgangspunt voor landschapsopbouw en ecologisch ruimtegebruik; . het opwaarderen van de Dender als recreatieve as geconcentreerd in een smalle strook (Denderpad); . het opwaarderen van de Dender als ruggengraat voor de versterking en stedelijke vernieuwing van het centrum van het kleinstedelijk gebied. Het kleinstedelijk gebied Ninove wordt opgewaardeerd als een specifieke subruimte binnen de Dendervallei. Het wordt niet langer als afzonderlijke deelruimte maar wel integraal als structuurbepalend element van de Dendervallei beschouwd. Ninove is een denderende stad.

De structurerende functie van de Dendervallei is drieledig: . Dendervallei als blauwgroene dooradering doorheen Ninove; . Dendervallei als recreatieve ader doorheen Ninove; . Dender als basis voor stedelijke vernieuwing.

2.4.3.2. Noordelijk open agrarische ruimte . Het ruimtelijk concept voor de deelruimte ‘noordelijke open agrarische ruimte’ bevat volgende elementen: . het behouden van grote samenhangende landbouwgebieden voor grondgebonden landbouw; . het versterken van beekvalleien als drager van ecologische infrastructuur;

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 13

Afbeelding [ 1 ] Gewenste ruimtelijke structuur Bron: GRS Ninove (2011)

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 14 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE Ruimte voor grondgebonden landbouw blijft bepalend voor het buitengebied ten kleine landschapselementen voor. Nieuwe verhardingen en gebouwen, noorden van de Dender. Andere activiteiten zoals wonen, lokale bedrijvigheid, herverkavelingen, bodem- en vegetatiewijzigingen en andere ingrepen lokale recreatie en natuurontwikkeling horen er eveneens thuis. Grootschalige niet die de beeldwaarde van het gebied aantasten, zijn niet gewenst. landbouwgebonden of stedelijke activiteiten krijgen er geen plaats. De identiteit 2.4.3.3. Zuidelijk open agrarische ruimte van de verschillende kernen wordt versterkt door dorpsrandafwerking, verfraaiing In het ruimtelijk concept voor de zuidelijk gelegen open ruimte zijn volgende van het openbaar domein, renovatieprojecten, beheer van elementen opgenomen: hoogstamboomgaarden, open binnengebieden en behoud van dorpspatrimonium . Beekvalleien als structuurbepalende elementen in een kleinschalig (kapelletjes, kerkwegels enz.). Verdere verlinting of uitzwermen van bebouwing landschap; aan de dorpsranden moet worden vermeden. Openruimteverbindingen zijn in het . herwaardering van de authentiek dorpskernen; noordelijk gebied essentieel voor het behoud van de openheid. Zij accentueren de . land- en bosbouw als belangrijkste ruimtegebruiker; ruimtelijke scheiding tussen de kernen en de binding tussen de open ruimte . verspreide residentiële bebouwing in een parkachtig landschap; gebieden. . troeven voor plattelandstoerisme en passieve vormen van recreatie.

Drie subruimten worden aangeduid waarin verschillende accenten wordt gelegd. Het zuidelijk deel vormt de eigenlijke en landschappelijk herkenbare . In de grote kouter staat het behoud van de open ruimte ten behoeve van overgangszone tussen de Dendervallei en het meer zuidelijk gelegen Pajottenland. de landbouw voorop. Het ruimtelijk beleid richt zich in eerste instantie op De opeenvolging van grotere en kleinere bosjes op de heuvelrug, de beekvallei van de bescherming van deze openheid maar schenkt ook aandacht aan de de Lavondelbeek en het agrarisch bodemgebruik zijn de structuurbepalende kleine landschapselementen (o.a. holle wegen). De kouter blijft een open elementen. Landbouw is de hoofdfunctie in de open ruimte, maar het gebied gebied van bovenlokale schaal en vormt een landschappelijke poort naar vormt tevens een belangrijke verbindingsstrook tussen Berchembos/Neigembos het zuidelijk gelegen Pajottenland. Het gebied Baandries tussen en het Geitebos. De talrijke nog aanwezige kleine natuurelementen zullen worden Lebekestraat en Nederhasseltstraat is een belangrijke open ruimte gevrijwaard van verdere aantasting. Waar nodig wordt het netwerk van kleine verbinding naar de Beverbeekvallei. De bescherming van holle wegen in landschapselementen opnieuw versterkt. het noorden van het koutergebied is even belangrijk als het behoud van

het open landschapsbeeld op de kouter zelf. Er is ruimte voor uitbreiding Behalve de grote openheid tussen de Dender en de steenwegen, doorweven met van de ontginningszone maar de nabestemming wordt bij voorkeur kleine landschapselementen, wordt deze deelruimte ook gekenmerkt door de geïntegreerd bij de ontwikkeling van het noordelijk stadsrandbos. groene linten van de Lavondelbeek en de Molenbeek alsook door het massief . Het gebied Beverbeek-Molenbeek is een prioritaire zone voor Neigembos. natuurontwikkeling. Belangrijkst aandachtspunt is hier de continuïteit

van de beekloop en de aangrenzende natuurwaarden. Tussen Meerbeke en de Brusselsesteenweg wordt de verkavelde uitloper . In de omgeving van Tortelboom-Waalhove is landschapszorg de uitgebouwd als landelijk woongebied. Smalle straten met veel groenvoorziening in voornaamste prioriteit. In deze mooie uithoek van de gemeente komt nog openbaar en privaat domein moeten het parkachtig karakter onderstrepen. De een kleinschalig landbouwlandschap met een grote concentratie van

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 15 kavels zijn er groot met overwegend open bebouwing en een lage De hoeves en de verspreide woningen worden als karakteristieke elementen van bebouwingsdichtheid. In de binnengebieden zijn hobbylandbouw, sierteelten, deze deelruimte erkend. De bebouwing in het zuidelijk gebied bestaat grotendeels maneges en serres mogelijk. Strategisch gelegen percelen worden open gehouden uit verspreide bebouwing, weg- en beeklinten. In de kleine kernen Pollare, Neigem (bijvoorbeeld voor natuurverbinding, speelvelden of inrichting van groene en Lieferinge en in de gehuchten wordt - net als in het noordelijk gebied – een publieke ruimten). De doortochten van de Moensbroekbeek en de beleid gevoerd dat gericht is op het behouden en het versterken van de lokale Wolfputbeek/Molenbeek zijn er structurerend en worden gevrijwaard. identiteit. De inventarisatie en de eventuele bescherming van beeldbepalende gebouwen kunnen hierbij een sterke invloed uitoefenen. Denderwindeke blijft een sterke rol toebedeeld als voorzieningencentrum. De centrale ligging in het zuidelijk gebied en het bestaand aanbod vormen de Globaal genomen ligt ten zuiden van de Dender het accent meer op recreatief belangrijkste aanleiding daartoe. medegebruik van de open ruimte voor wandel- en fietstoerisme dan in het noorden van de gemeente. De zorg voor het landschap versterkt de aanwezige Landbouw is als professionele activiteit een hoofdfunctie op de open kouters en in potenties. Het stiltegebied in het westen wordt gevrijwaard van een te hoge de kleinschalige landbouwgebieden. In de verwevingsgebieden op de flank van de toeristische dynamiek. Toeristische ontwikkelingen zoals plattelandstoeristisch Dendervallei en ten zuiden van Pollare komt landbouw en natuur wel verblijf vinden bij voorkeur in de kernen en bij de kleinere gehuchten een plaats. nevengeschikt aan elkaar voor. De kleinschalige landbouwgebieden zijn prioritaire Neigem, Lieferinge, Pollare en Denderwindeke dienen als specifieke uitvalsbasis. gebieden voor landschapszorg. Dit geldt ook voor de pittoreske omgeving van het De infrastructuur om deze rol waar te maken (parkeergelegenheid, picknick Neigembos waar de boskernen worden uitgebreid en onderling verbonden en voorzieningen, aanduiding van wandelpaden, fietsenstallingen een toeristisch waar de steilrand landschappelijk geaccentueerd wordt. In functie van de kantoor, verblijfsmogelijkheden enz.), wordt er zo nodig versterkt. landschapszorg worden specifieke gave landschappen afgebakend. De boskern in de omgeving van Meerbeke vormt een mogelijke invulling op de langere termijn. 2.4.4. GEWENSTE NEDERZETTINGSSTRUCTUUR De open ruimte wordt in elk geval van verdere bebouwing gevrijwaard. In de gewenste nederzettingsstructuur wordt een onderscheid gemaakt tussen het stedelijk gebied en het buitengebied. De deelruimte wordt doorsneden door Edingse- en Halsesteenweg. Een verdere verlinting van deze steenwegen wordt tegengegaan. Kenmerkende zichten op de 2.4.4.1. Stedelijk gebied achterliggende open ruimte worden geaccentueerd en versterkt. Het stedelijk gebied is opgebouwd uit diverse ‘gemend stedelijke omgevingen’. Deze moeten evolueren tot complementaire gebieden waarin het streven naar een Het gebied wordt dooraderd door een aantal structurerende beekvalleien. Deze hoge woonkwaliteit wordt gekoppeld aan de verweving met diverse stedelijke dragen bij tot de leesbaarheid van het landschap en zorgen voor groene natuurlijke functies. Elementen van het stedelijk gebied zijn: verbindingen in het gebied. Om deze functies te behouden worden zij van . Het stedelijk kerngebied (historische kern, Ninia en delen van bebouwing gevrijwaard en waar nodig visueel benadrukt in de publieke ruimte. Centrumlaan) met centraal het sterk handelshart; . de stedelijke woonomgevingen in het stedelijk referentiegebied;

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 16 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE . de randstedelijke woonomgevingen zowel ten zuiden van . Aspelare, Voorde en Pollare (andere woonkernen). Brusselsesteenweg in Meerbeke als ten noorden langs De landelijke kernen die niet als woonkern zijn geselecteerd, zijn Nederhasselt, Denderhoutembaan-Hof ter Duyst; Lebeke, Eichem, Neigem en Lieferinge. De kernontwikkeling staat hier centraal. . de randstedelijke kern Meerbeke, lokaal voorzienend voor de omliggende Voor deze landelijke kernen worden geen minimale dichtheden omschreven. woonwijken. Morfologisch en in het kader van het verdichtingsbeleid wordt Eichem dus als landelijke kern en niet als woonkern omschreven. Ruimtelijk-functioneel wordt 2.4.4.2. Buitengebied Eichem wel bij Appelterre gesitueerd: bij de kernen samen worden als Het buitengebied wordt gekenmerkt door een hele reeks kernen en landelijke voorzieningencentrum gewaardeerd. nederzettingspatronen. De gewenste nederzettingstructuur streeft naar de herkenbaarheid en versterking van de eigenheid van deze verschillende dorpen. Elke kern streeft naar samenhang en versterken van het dorpsgevoel, zowel een Om die reden wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende types van kerndorp als een straatdorp. dorpskernen die elk een eigen ontwikkelingsperspectief krijgen. . Er wordt gestreefd naar samenhangende hedendaagse kernen in het

noordelijk deel van de gemeente. Bijzondere aandacht in het voorkomen Appelterre, Okegem en Denderwindeke worden beschouwd als te versterken van verdere verlinting gaat naar de kernen Aspelare, Appelterre, Okegem, voorzieningencentra. De naamgeving verwijst naar de centrale functie die zij lokaal Nederhasselt, Outer, Voorde en Eichem en het grensoverschrijdend zullen spelen in het aanbod aan voorzieningen. De naamgeving verwijst niet naar Lebeke in het noorden. Ontwikkelingen die zorgen voor bijkomende druk de morfologie. De aanwezigheid van een treinhalte/station, de reeds bestaande (zowel ruimtelijk als functioneel) op deze kernen, zijn niet gewenst. concentratie aan voorzieningen en de centrale situering in de gemeente laten een Ingrepen die de samenhang en identiteit van de kern versterken, kunnen verdere versterking van deze dorpskernen toe. Nieuwe ontwikkelingen op schaal wel. Zo wordt bijvoorbeeld bijzondere aandacht besteed aan de aanleg van het centrum kunnen worden opgenomen. De samenhang tussen de en het onderhoud van het publiek domein en de opwaardering van verschillende parallelle straten wordt verstrekt (Appelterre en Okegem). De kern historische elementen om de herkenbaarheid van de kern te versterken. van Denderwindeke vervult een centrumfunctie ten opzichte van het omliggend . In het zuidelijk deel van de gemeente worden de kernen Neigem, zuidelijk agrarisch gebied. Lieferinge, Denderwindeke en Pollare beschouwd als authentieke kernen.

De bestaande bebouwingsstructuur getuigt van een authentieke en Met de term ‘kernen in het buitengebied’ worden alle volgende kernen bedoeld. oorspronkelijke dorpsstructuur. Omwille van het waardevol karakter en De selectie doelt op het onderscheid met de linten en gehuchten als de bijdrage tot het collectief geheugen wordt dit karakter zoveel mogelijk beleidscategorie. De woonkernen in het buitengebied worden overgenomen uit behouden. Bijkomende ontwikkelingen zijn niet gewenst of worden het ruimtelijk structuurplan van de provincie. Zij krijgen een specifieke plaats in het ondergeschikt aan het historisch patroon. Ook hier wordt de samenhang verdichtingsbeleid dat op projectniveau wordt voorgesteld (zie verder). Volgende evenwel versterkt en worden hedendaagse voorzieningen waar nodig woonkernen in het buitengebied worden onderscheiden: ingepast. . Appelterre, Okergem, Denderwindeke (woonkern van een . De verkavelde uitloper ten zuiden van Brusselsesteenweg wordt voorzieningencentrum) beschouwd als een landelijk woongebied. Het ingroenen door het

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 17 aanplanten van groen en hagen op het openbaar domein en het opleggen ontplooien te en verweven met of aansluitend bij de kern. Ook de voorzieningen van een zeer lage bebouwingsdichtheid moeten daartoe bijdragen. in de randstedelijke kern Meerbeke blijft minstens bewaard. Bij de andere kernen Hobbylandbouw en aanverwante recreatievormen die intensief gebruik in het buitengebied blijft verweving van wonen en werken mogelijk. In de kernen maken van de open ruimte, kunnen er een plaats krijgen in functie van zelf wordt ervoor gezorgd dat de eigenheid van de kern, de kwaliteit van de het behoud van de openheid. publieke ruimte en de algemene woonkwaliteit hierdoor niet in het gedrang wordt . De historisch gegroeide structuur van wonen en werken langs de gebracht. gemengde woonlinten wordt geaccepteerd mits de hinder en bezwaren worden weg gewerkt. Het ‘landelijk karakter’ is en blijft het kader voor De Ninoofse woongebieden in het stedelijk kerngebied hebben een sterke wonen, waarin bij wijze van uitzondering lichte vormen van bedrijvigheid verweving met economische functies. Deze gemengde stedelijke functies dragen worden gedoogd. De kavelbreedte en inplanting van de gebouwen zijn bij tot de levendigheid van het weefsel. De economische activiteiten mogen bepalend voor het landelijk karakter. Een passende afwerking van deze uiteraard ook hier niet hinderlijk zijn voor de woonfunctie. linten door een kwalitatieve overgang naar de open ruimte is vereist. De Albertlaan wordt als stedelijke boulevard geselecteerd. De kenmerken ervan In de kleine gehuchten is geen verdere verdichting gewenst. Vernieuwende komen overeen met die van een secundaire weg type III. Langzaam verkeer en activiteiten en nieuwe invullingen van oude hoeves zijn mogelijk in zoverre zij een openbaar vervoer worden er positief gediscrimineerd ten opzichte van opwaardering van het buitengebied ondersteunen en geen bedreiging vormen autoverkeer. De stedelijke boulevard krijgt een hoge verblijfswaarde door de voor de inkrimping van het omliggend landbouwareaal. Verdichting van het wonen heraanleg van het openbaar domein. is niet gewenst. Nieuwe infrastructuren voor landbouwactiviteiten of ondersteuning ervan (bijvoorbeeld via seizoensarbeid maar ook hoevetoerisme) Solitaire lokale bedrijven blijven verspreid voorkomen in de gemeente. Aan deze worden bij voorkeur bij de gehuchten ingeplant. locaties kan geen vestiging van nieuwe bedrijven worden gekoppeld. Naast de grootschalige detailhandel op de KMO-zone zijn aan de heringerichte 2.4.5. GEWENSTE RUIMTELIJK-ECONOMISCHE STRUCTUUR Brusselsesteenweg en Brakelsesteenweg kleinhandelsconcentraties in samenhang De bestaande bedrijvenzones zijn veelal rond de stedelijke ringweg gesitueerd. Het met het stedelijk gebied geselecteerd. De grootschalige detailhandel wordt er huidige industriepark functioneert in de gewenste structuur als regionaal gebundeld. Kleinhandel langs andere invalswegen kan zich niet verder bedrijventerrein. De aanleg van een nieuw regionaal bedrijventerrein wordt ontwikkelen. voorzien langs de expresweg richting Aalst. Ninove wil tevens nastreven om ruimte voor bedrijvigheid van lokaal niveau te verweven in de zone voor regionale bedrijvigheid.

De kernen Appelterre, Okegem en Denderwindeke worden evenwel ook vanuit ruimtelijk-economisch oogpunt beschouwd als te versterken voorzieningencentra. Aanwezig lokale bedrijvigheid krijgt optimale mogelijkheden om zich verder te

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 18 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE

Afbeelding [ 2 ] Gewenste nederzettingsstructuur Bron: naar GRS Ninove (2011)

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 19

Afbeelding [ 3 ] Gewenste ruimtelijk-economische structuur Bron: naar GRS Ninove (2011)

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 20 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE Ontwikkelingscategorieën 2.4.5.1. Afwegingskader voor de bestaande kleinschalige In functie van de toekomstige ontwikkeling worden de ontwikkelingsperspectieven bedrijventerreinen als volgt gecategoriseerd: Situering Tabel [ 1 ] Ontwikkelingscategorieën Bij de beschrijving van het ontwikkelingsperspectief van de kleinschalige CATEGORIE ONTWIKKELINGSPERSPECTIEF bedrijventerreinen wordt rekening gehouden niet alleen met het bestaan van de Categorie 0 Herbestemmen van het terrein gerelateerd huidige bestemming en de aard van de aanwezige activiteiten maar ook met de aan de omgeving en rekening houdend met situering van het gebied en de aanwezige waarden. het bestaande gebruik

Categorie 1 Toekennen van een nabestemming In tegenstelling tot de zonevreemde bedrijvigheid kan het zijn dat op dit ogenblik gerelateerd aan de omgeving en rekening geen bedrijfsactiviteiten aanwezig zijn of dat de huidige activiteiten, beter dan de houdend met het mogelijk hergebruik potentiële bedrijvigheid, zijn aangepast aan de omgeving. Een herbestemming is ingepast in de omgeving dan aangewezen. Indien evenwel bedrijvigheid aanwezig is, moet ook rekening Categorie 2 Verfijnen van de bestemming in functie van worden gehouden met het feit dat reeds een bepaald gebied voor bedrijvigheid is inpassing van bedrijvigheid, eventueel met afgebakend. Een nabestemming maar ook een beperkte aanpassing in functie van een beperkte uitbreiding maar met een een verbeterde inpassing kan aangewezen zijn ongeacht de impact van de beperking van de aard van de toegelaten activiteiten op de omgeving. Dit kan gepaard gaan met een inkrimping van de activiteiten huidige bestemming waar op dit geen activiteiten aanwezig zijn. Herlokaliseren van de bedrijfsactiviteiten in de betreffende bestemming is algemeen niet Categorie 2a Behouden van de huidige mogelijkheden voor bedrijvigheid, geen wijziging van de gewenst. Het behoud van de ruimtelijke draagkracht is steeds de referentie. De planningscontext op korte termijn optimale verweving van wonen en werken is (ook in het buitengebied) steeds het Categorie 3 Uitbreiden van de bestemming in functie na te streven doel. van het behoud en de verdere ontwikkeling

van de huidige activiteiten en/of de

opname van (aangrenzende) bestaande

zonevreemde activiteiten, steeds met een

beperking van de aard van de mogelijke

activiteiten

Categorie 4 Uitbreiden van de bestemming in functie

van behoud van de huidige activiteiten en

de ontwikkeling van nieuwe activiteiten in

de toekomst

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 21 Algemeen beoordelingskader geprojecteerd op het kaartmateriaal van de verschillende gewenste structuren van Wat de ruimtelijke situering betreft worden onderstaande principes gehanteerd. het ruimtelijk structuurplan. Het dient opgemerkt dat de kaartbeelden met de . Het ontwikkelingsperspectief wordt beperkt in functie van de betreffende ruimtelijke deelstructuren geen afbakening weergeven van bepaalde toekomstige inpassing, aansluitend bij de woonlinten of binnen gebieden, maar op een schematische wijze de ruimtelijke samenhang van de structuurbepalende elementen van de gewenste ruimtelijk-natuurlijke beleidsuitspraken die in het ruimtelijk structuurplan worden geformuleerd, structuur. situeren. Het is ook op die manier dat het beoordelingskader moet worden . Het ontwikkelingsperspectief wordt aangepast naar mogelijkheden voor gelezen: als een schematische weergave van de afweging die dient te gebeuren bij wonen en/of detailhandel in functie van het toekomstig behoud van het implementeren van het ruimtelijk structuurplan. landschappelijke en erfgoedwaarden in het stedelijk en randstedelijke woonomgeving. . Er wordt geopteerd voor behoud van de mogelijkheden voor kleinschalige ambachtelijke bedrijvigheid, aansluitend bij of binnen de kernen in het buitengebied. . Eventuele uitbreiding van de mogelijkheden voor bestaande lokale bedrijvigheid aansluitend bij de te versterken voorzieningencentra (Appelterre, Okegem, Denderwindeke) kan worden overwogen voor zover randvoorwaarden op het vlak van open ruimte en natuurontwikkeling niet in het gedrang worden gebracht. . Creatie van aanvullende mogelijkheden voor grootschalige detailhandel bij de ambachtelijke bedrijvigheid langs Brakelsesteenweg past binnen een ontwikkelingsperspectief voor de ruimere omgeving en vrijwaart zowel de toekomstige kwaliteiten inzake het wonen en de ontsluiting.

Omwille van de gewenste samenhang met de nederzettingsstructuur en de ruimtelijk-economische structuur wordt in de eerste plaats verwezen naar deze twee deelstructuren verwezen. Daarnaast wordt evenwel ook rekening gehouden met de aanwezigheid van andere deelstructuren. Ter situering wordt naar de verschillende deelstructuren verwezen. Desgevallend wordt de betreffende deelstructuur benoemd.

Op de volgende bladzijde is het algemeen beoordelingskader uit het ruimtelijk structuurplan weergegeven. Vervolgens zijn de kleinschalige bedrijventerreinen

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 22 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE Tabel [ 2 ] Algemeen beoordelingskader SITUERING BINNEN DE GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR SPECIFIEKE RANDVOORWAARDEN ONTWIKKELINGSCATEGORIE . binnen/aansluitend bij nieuwe regionale bedrijventerreinen (cfr. De niet in biologisch waardevol gebied met groene bestemming categorie 4 ruimtelijk-economische structuur) niet in risicogebied voor overstromingen . aansluitend bij randstedelijke woonomgeving (cfr. de nederzettingsstructuur) niet in biologisch waardevol gebied met groene bestemming categorie 4 . binnen bundeling grootschalige detailhandel (cfr. de ruimtelijk-economische niet in risicogebied voor overstromingen structuur) . aansluitend bij de te versterken voorzieningencentra (Appelterre, Okegem, niet in biologisch waardevol gebied met groene bestemming categorie 3 Denderwindeke) (cfr. de nederzettingsstructuur) niet in risicogebied voor overstromingen . langs stedelijke boulevard (cfr. ruimtelijk-economische structuur) . in de kernen van het buitengebied niet in biologisch waardevol gebied met groene bestemming categorie 2 . in de randstedelijke kern niet in risicogebied voor overstromingen bij activiteit zonder problemen . in stedelijk kerngebied (cfr. de nederzettingsstructuur) kan categorie 2a . aansluitend bij de samenhangende kernen in de open ruimte en de behoud openheid in het bebouwd weefsel categorie 2 authentieke kernen andere dan deze van voorzieningencentra (cfr. de behoud authenticiteit gehuchten bij activiteit zonder problemen nederzettingsstructuur) niet in biologisch waardevol gebied met groene bestemming kan categorie 2a niet in risicogebied voor overstromingen . aansluitend bij gemengde woonlinten behoud openheid in het bebouwd weefsel categorie 2 . in landelijk woongebied (cfr. de nederzettingsstructuur) behoud authenticiteit gehuchten bij activiteit zonder problemen niet in biologisch waardevol gebied met groene bestemming kan categorie 2a niet in risicogebied voor overstromingen bij afwezigheid van activiteit: categorie 0 . in aaneengesloten landbouwgebied (cfr. de ruimtelijk-economische niet in biologisch waardevol gebied met groene bestemming categorie 1 structuur) niet in risicogebied voor overstromingen bij activiteit zonder problemen . in aandachtszone voor kleine landschapselementen (cfr. de landschappelijke niet in stiltegebied kan categorie 2a structuur) behoud authenticiteit gehuchten bij afwezigheid van activiteit: . aan de rand van structurerende beekvalleien (cfr. de ruimtelijk-natuurlijke categorie 0 structuur) . aan de rand van aaneengesloten bos (cfr. de natuurlijke structuur) . in (de rand van een) open ruimte verbinding (cfr. de landschappelijke structuur) . in drager ecologisch netwerk (Dender- of Beverbeekvallei) (cfr. de ruimtelijk- in biologisch waardevol gebied met groene bestemming categorie 1 natuurlijke structuur) in risicogebied voor overstromingen bij afwezigheid van activiteit: . in structurerende beekvallei (cfr. de ruimtelijk-natuurlijke structuur) niet in stedelijk gebied categorie 0 . in aaneengesloten bos (cfr. de ruimtelijk-natuurlijke structuur)

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 23

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 24 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen 2.5. GEWESTPLAN bestemd voor nationale of internationale verkoop. 1. De industriegebieden zijn bestemd voor industrieën en ambachtelijke bedrijven in het De in het RUP opgenomen sites zijn nagenoeg allen planologisch gesitueerd op het algemeen. In het bijzonder moeten die industrieën en ambachtelijke bedrijven in het gewestplan Aalst-Ninove-Geraardsbergen-Zottegem dat bij Koninklijk Besluit op industriegebied worden ondergebracht, die moeten worden afgezonderd van de andere 30 mei 1978 is goedgekeurd. Het gewestplan is door middel van een BPA verfijnd bestemmingen wegens hun aard of wegens economische en sociale redenen, of omdat deze voor het deelplan Ring-Oost/-West (zie onderdeel 2.6 pagina 27). Deelplan bedrijven niet behoren tot de normale uitrusting van andere gebieden. Aalstersesteenweg ligt deels in het RUP Zonevreemde sport en recreatie (zie eveneens onderdeel 2.6) Wat onder het begrip « industriële bedrijven » dient te worden verstaan, wordt stedenbouwkundig niet nader bepaald, zodat het begrip in zijn spraakgebruikelijke

betekenis dient te worden begrepen, met name bedrijven waar grondstoffen worden De lokaal geïnterpreteerde en doorgaans gebruikte en naar de burger verwerkt, of nog, productief-technische bedrijven. Ook het begrip « ambachtelijk bedrijf » gecommuniceerde versie van het gewestplan is voor de plangebieden terug te wordt niet nader gedefinieerd. De overheid die uitspraak moet doen over de vinden in bijlage. vergunningsaanvraag dient derhalve te oordelen naar recht en redelijkheid of de betrokken inrichting al dan niet een ambachtelijk bedrijf is en zulks overeenkomstig de gebruikelijke De gebieden voor ambachtelijke bedrijvigheid, kleine en middelgrote betekenis van het woord, met name een bedrijf waarin het handwerk primeert, wat het ondernemingen zijn in (licht)paars aangeduid op het gewestplan. Het zijn deze gebruik van machines evenwel niet uitsluit. ‘paarse vlekjes’ die het onderwerp van dit RUP vormen. In de toelichting bij het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de De louter commerciële activiteiten, zoals winkels en handelszaken, horen niet thuis in industriegebied. toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen wordt omschreven welke activiteiten er in deze gebieden mogelijk zijn. 2. De industriële gebieden omvatten een bufferzone. In de volgende paragraaf wordt dit nog eens opgelijst voor de industriegebieden a) De hier bedoelde bufferzone is onafhankelijk van de bufferzone die op het ontwerp- waartoe de ambachtelijke zones behoren. gewestplan is aangeduid in toepassing van artikel 14.4.5. In het huidig geval gaat het niet om een zelfstandig bestemmingsgebied maar betreft het een strook binnen het 2.5.1. ARTIKEL 7 ‘DE INDUSTRIEGEBIEDEN’ industriegebied met een hoofdzakelijk esthetische en stedenbouwkundige functie. Om die reden moet ze aangebracht worden op het industriegebied zelf. 7.2. De industriegebieden b) De breedte en de aanleg van de bufferzone is afhankelijk van de oppervlakte en de vorm 7.2.0. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. van het industriegebied zelf, van de aard van de industrieën, van de eigenlijke hinderlijkheid Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede ervan en van de bestemming van de aanpalende gebieden. werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. De bufferzones dienen te worden bepaald in de bouwvergunning, verleend voor de

randpercelen van het gebied, of in het indelingsplan dat opgesteld wordt naar aanleiding Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van een onteigeningsplan, of in een bijzonder plan van aanleg van het gebied. van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, Bouwvergunningen voor de oprichting van een industrieel of ambachtelijk bedrijf zijn

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 25 onwettig indien zij niet voorzien in de aanleg van een bufferzone, of indien de bufferzone wijst erop dat de ruimte voor huisvesting moet gebonden zijn aan het bedrijf zelf. Dit waarin zij voorzien ontoereikend is. betekent dat de afzonderlijke inplanting van een bedrijfswoning (niet constructief gekoppeld aan het eigenlijke bedrijfsgebouw) niet kan worden toegestaan. Verkavelingen Rondom de industriezones en ambachtelijke zones dient (op de aldus aangeduide zone) een (in een ambachtelijke zone) voor vestiging van kleine en familiale bedrijven, en waarbij naast bufferstrook aangelegd te worden waarvoor als breedte volgende cijfers als richtinggevend de oprichting van de eigenlijke bedrijfsgebouwen, tevens een strook is voorzien (bv. aan de kunnen worden vooropgesteld: straat) voor de oprichting van vrijstaande bedrijfswoningen dienen grondig onderzocht te 15 m voor ambachtelijke bedrijven; worden op het stuk van de werkelijke intenties. Hierbij zullen voornamelijk de grootte van 25 m voor milieubelastende bedrijven; de kavels, de aangeduide bestemmingen en andere stedenbouwkundige elementen een 50 m voor vervuilende industrie. basis vormen voor de beoordeling. Bouwaanvragen die enige twijfel doen rijzen door het feit dat het zou gaan om een residentiële woning met een bedrijfje erbij eerder dan om een Wanneer zij palen aan woongebieden moeten deze breedten vergroot en zelfs verdubbeld bedrijf (met een bedrijfswoning) dienen in elk geval voorgelegd te worden aan de worden. De breedte en de aanleg van de bufferstroken tussen de bedrijven zelf betreffen beleidsafdelingen van AROHM, die het op zijn beurt aan de minister kan voorleggen. Indien een technisch stedenbouwkundige aangelegenheid. Zij worden bepaald bij de vaststelling de aanvraag in dergelijke gevallen niet voldoende gestaafd is door bewijsmateriaal (dat het van een plan van aanleg van de industriezone, bij een indelingsplan naar aanleiding van een gaat om een bedrijf) zal de aanvraag dienen geweigerd te worden. onteigeningsplan, of bij de goedkeuring van een bouwvergunning. c) Bewakingspersoneel. Onder bewakingspersoneel kan worden verstaan : de concierge of bewaking voor grote 3. Huisvesting van het bewakingspersoneel. bedrijven; voor familiale en kleinere bedrijven kan het ook een lid van het kaderpersoneel, a) Noodzakelijkheid (van huisvesting) voor de goede werking en de veiligheid. De de eigenaar of de uitbater zelf zijn. mogelijkheid voor huisvesting op een industrie of een ambachtelijk terrein kan maar overwogen worden voor zover deze huisvesting noodzakelijk is voor de veiligheid en de 4. Complementaire dienstverlenende bedrijven. goede werking. Het gaat om dienstverlenende bedrijven, die nuttig of noodzakelijk zijn voor de goede Aan de hand van bestaande industriezones, kan worden afgeleid dat deze noodzakelijkheid werking van de eigenlijke industriële of ambachtelijke bedrijven. Het gaat dus om bedrijven aan huisvesting zeer relatief is. die complementair zijn aan of die dienst verlenen aan de eigenlijke industriële of Er is immers praktisch geen functioneel ruimtelijk verband tussen de activiteit van het ambachtelijke bedrijven. Aangezien dergelijke dienstverlenende bedrijven « complementair onderhouden, het verzekeren van de goede werking en het bewaken enerzijds en het » zijn en « ten behoeve van de andere (namelijk de bestaande of voorziene) industriële gehuisvest zijn anderzijds. Uit het feit op een bedrijf te werken, zelfs in min of meer bedrijven » worden opgericht, kan vergunning slechts worden afgegeven indien reeds permanent verband, kan nog niet de noodzakelijkheid worden afgeleid om op dit bedrijf te industrieën of ambachtelijke bedrijven bestaan of concrete plannen tot realisatie ervan wonen. bekend zijn. De noodzakelijkheid van bewaking met betrekking tot de veiligheid en de goede werking Artikel 7 vermeldt limitatief de aard van deze complementaire bedrijven die kunnen worden bestaat meestal wel, deze van huisvesting meestal niet. toegelaten: bankagentschappen, transportbedrijven, collectieve restaurants, b) Huisvesting. opslagplaatsen van goederen (bestemd voor nationale of internationale verkoop). Met dit Zo deze noodzakelijkheid aan huisvesting bewezen is, is het aanvaardbaar dat een ruimte laatste worden onder meer postorderbedrijven bedoeld. wordt voorzien voor de huisvesting (van het bewakingspersoneel). Artikel 7 spreekt van « huisvesting » en niet van « woningen ». Dit wijst erop dat de ruimte voor huisvesting een geïntegreerd geheel moet uitmaken met het industriële of ambachtelijk bedrijf. Het feit dat het artikel de nadruk legt op de veiligheid, de bewaking en de goede werking van het bedrijf

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 26 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 2.6. PLANNEN VAN AANLEG EN RUIMTELIJKE

2.5.2. ARTIKEL 8 ‘NADERE AANWIJZINGEN IN VERBAND UITVOERINGSPLANNEN MET INDUSTRIEGEBIEDEN’ Deelplan Ring-Oost/-West is gelegen in BPA nr. 14 Nijverheidszone A; goedgekeurd 8.2.1. Voor de industriegebieden kunnen volgende nadere aanwijzingen worden gegeven: op 6.11.1979 [...] 8.2.1.3. de gebieden voor ambachtelijke bedrijven en de gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen. Deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard. Er is niet verder bepaald op grond van welke criteria onderscheid moet worden gemaakt tussen de verschillende industrieën om ze te kunnen catalogeren als vervuilend, of milieubelastend, dan wel of ze van ambachtelijke aard zijn dan wel of het gaat om kleine of middelgrote ondernemingen. Bij de beoordeling zal men van feitelijkheden dienen uit te gaan. Talrijke beoordelingscriteria spelen hierbij een rol zoals de hinderlijkheid, de grootte van de onderneming, de relatie tot de omgeving, de bestaande wegeninfrastructuur, de tewerkstelling, de aard van de productie of de bewerking, de weerslag op het leefmilieu en dergelijke. In verband met de hinderlijkheid kan men steunen op de gegevens met betrekking tot de milieuvergunning. Nochtans zijn deze bij de beoordeling van de hinderlijkheid niet noodzakelijkerwijze de enige criteria. Zo dient de hinderlijkheid van het bedrijf ten opzichte van zijn omgeving uit stedenbouwkundig oogpunt nagegaan te worden. Deze hinderlijkheid kan van allerlei aard zijn en zowel betrekking hebben op de vormgeving als op het gebruik van de materialen, of de hinderlijkheid uit verkeerstechnisch oogpunt (verkeersverwekker). Wat de `gebieden voor ambachtelijke bedrijven en de gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen’ betreft, wordt bij de beoordeling van de vraag of een bedrijf al dan niet als een ambachtelijk bedrijf of een kleine of middelgrote onderneming kan worden beschouwd, rekening gehouden met de omvang van het bedrijf en de aard van de activiteiten. Evenwel kunnen bepaalde onderdelen van een bedrijf zoals de parkeerplaats, de burelen, het sociaal gebouw, de werkplaats en het benzine- en dieselpompstation evengoed deel uitmaken van een grootschalig industrieel bedrijf als van een ambachtelijk bedrijf of een middelgrote onderneming. Zij kunnen dus in een zone voor zulke bedrijven en ondernemingen worden toegelaten indien ze onderdeel uitmaken van het bedrijf.

Afbeelding [ 4 ] BPA nr. 14 Nijverheidszone A

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 27 Deelplan Aalstersesteenweg grenst aan/overlap deels met het RUP Zonevreemde sport- en recreatie – Tennis: Madison, goedgekeurd op 8.01.2015.

Afbeelding [ 5 ] Grafisch plan RUP Zonevreemde recreatie - Deelplan Terrein Madison tennis

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 28 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE toekomst van deze verzorgende rol op een kwalitatieve wijze te verzekeren en de band met de Dender opnieuw aan te halen. [ 3 ] ALGEMENE SITUERING VAN DE PLANGEBIEDEN De gemeente is via N8 (Brusselsesteenweg) verbonden met Brussel en de R0. Via de N28-N45 (Expresweg) is er een verbinding met het nationaal en internationaal 3.1. SITUERING VAN NINOVE IN DE REGIO netwerk van autosnelwegen.

Ninove ligt in het zuidoosten van de provincie Oost-Vlaanderen en grenst aan de Door Ninove loopt de spoorlijn Geraardsbergen-Aalst via Denderleeuw waar dit provincie Vlaams-Brabant. Buurgemeenten in de provincie Oost-Vlaanderen zijn spoor aantakt op de lijn Gent-Brussel. Gelegen ten westen van het centrumgebied Denderleeuw, , en Geraardsbergen. Buurgemeenten in de van het Vlaanderen, ondergaat de gemeente een steeds sterkere residentiële druk provincie Vlaams-Brabant zijn , , en Liedekeke. De vanuit het Brusselse. In de gemeente is een sterk lintvormig nederzettingspatroon gemeente heeft volgende deelgemeenten: Appelterre-Eichem, Aspelare, aanwezig langs hetwelke een aanzienlijk deel van de paarse vlekjes in voorliggend Denderwindeke, Lieferinge, Meerbeke, Nederhasselt, Neigem, Ninove, Okegem, RUP gelegen is. Outer, Pollare en Voorde.

Ninove is net zoals Geraardsbergen, Aalst en Dendermonde een Denderstad. De Dender loopt dwars door de stad en is een bepalend element voor het fysisch systeem. Ook de plateaus met leemgronden zijn kenmerkend. De gemeente ligt in het Land van Zottegem ten noordwesten van de Dender en in het Pajottenland ten zuidoosten van de Dender.

De gemeente kent een geschiedenis met grotere landerijen, kleinere lokale fabriekjes (tabak, lucifers, brouwerijen) en huisnijverheid als aanvulling bij het gezinsinkomen van pendelaars op de boerentram. Rondom het centrum van Ninove, langs de Dender, fungeerden een beperkt aantal grotere industriële vestigingen als werkgever. Van deze geschiedenis zijn er nog steeds stille getuigen in het landschap: oudere vierkanthoeves, wind- en watermolens of schoorstenen en populierenbosjes of meer stedelijk, verschillende wijken met kleinere arbeidershuisjes. Intussen heeft het centrum van Ninove zijn commerciële uitstraling voor de omliggende landelijke kernen in zowel Ninove als in de omliggende gemeenten behouden. Via stadsvernieuwing wordt gepoogd de Afbeelding [ 6 ] Situering van Ninove in de regio Bron: GRS Ninove (2011)

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 29 3.2. SITUERING VAN DE PLANGEBIEDEN IN NINOVE Afbeelding [ 7 ] situeert de plangebieden binnen de gemeente. Met uitzondering van de plangebieden ‘Centrum Meerbeke’ (nr. 2 in GRS) en ‘Ring-Oost/Ring-West’ (resp. nrs. 26 en 25)zijn alle plannen gelegen buiten de afbakeningslijn van het kleinstedelijk gebied Ninove. De deelgebieden ‘Leopoldstraat’ (nr. 20 in GRS) en ‘Aalstersesteenweg’ (nr. 21 in GRS) situeren zich te noorden van de kern van Ninove, respectievelijk in de kern deelgemeente Okegem en langsheen de verbindingsweg naar buurgemeente Denderleeuw. De overige plangebieden situeren zich in de richting van deelgemeente Denderwindeke. Het betreft de deelplannen ‘De Kloef’ (nr; 1 in GRS), ‘Voormalig slachthuis Denderwindeke’ (nr. 9 in GRS), ‘Centrum Denderwindeke’ (nr. 7 in GRS) en ‘Krepelstraat’ (nr. 6 in GRS).

Afbeelding [ 7 ] Macrosituering van de plangebieden op GRB Afbeelding [ 8 ] Microsituering van de plangebieden op het GRB 1/2

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 30 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE

Afbeelding [ 9 ] Microsituering van de plangebieden op het GRB 2/2

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 31 Ten zuiden is het open koutergebied tussen Ninove-centrum en Denderwindeke gelegen. [ 4 ] BESPREKING VAN DE DEELPLANNEN

4.1. DEELPLAN DE KLOEF

4.1.1. BESCHRIJVING GRS

4.1.2. BESTAANDE FEITELIJKE TOESTAND De site kent een complexe voorgeschiedenis met onder meer vergunningsaanvragen die geweigerd of niet tijdig uitgevoerd werden, bouwovertredingen en onvergunde toestanden. De site bestaat uit een concentratie van gebouwen

Net ten noorden van de zone voor bedrijvigheid is een bungalow daterend uit 1963 gelegen in zone voor ambachtelijke bedrijvigheid.

De site paalt met een afstand van ongeveer 40m aan de Edingsesteenweg. De Afbeelding [ 10 ] Orthofoto deelplan De Kloef noordelijker gelegen bebouwing langsheen deze weg bestaat voornamelijk uit alleenstaande en halfopen woningen.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 32 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE

4.1.3. BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND Voorliggende projectzone kent een complexe voorgeschiedenis met onder andere vergunningsaanvragen die geweigerd of niet tijdig uitgevoerd werden, bouwovertredingen en onvergunde toestanden. In functie van het RUP is de vergunningstoestand in detail onderzocht zodat zowel ruimtelijk als functioneel duidelijk is wat al dan niet vergund is. Dit vormt het uitgangspunt voor het bepalen van de ontwikkelingsperspectieven in het RUP. De nummering van onderstaande tabel correspondeert met de aanduiding op de foto’s van de bestaande toestand.

De site is aangeduid als zone voor ambachtelijke bedrijvigheid en KMO en is gelegen aan het uiteinde van een woongebied met landelijk karakter. De naastgelegen vrijstaande bebouwingen zijn gelegen in een goedgekeurde niet- vervallen verkaveling. Het gebied ten westen en ten zuiden ervan is landschappelijk waardevol agrarische gebied dat eveneens is aangeduid als herbevestigd agrarisch gebied.

De site wordt langs de zuidzijde begrensd door buurtweg nr. 26 ‘De Kloef’ met een wettelijke breedte volgens de Atlas der Buurtwegen van 4m. deze buurtweg wordt gebruikt als landbouwweg en is enkel verhard met steenslag en grind waardoor deze niet als voldoende uitgerust weg aanzien kan worden.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 33

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 34 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE die in deze bufferzone aanwezig zijn, kunnen in stand gehouden worden, maar 4.1.4. SITUERING BINNEN DE GEWENSTE RUIMTELIJKE dienen bij herbouw buiten de bufferzone opgetrokken te worden. STRUCTUUR VAN HET GRS Langsheen de west- en zuidzijde van de site betreft het een landschappelijke De site is gelegen aan het uiteinde van het gemengd woonlint langs de buffering naar het open landschappelijk waardevol agrarisch landschap toe. Het Edingsesteenweg tussen Meerbeke en Denderwindeke. Het tracé van deze weg is aanleggen van een buffer die zorgt voor een volledige visuele buffering van de één van de historische lanen die kenmerkend waren voor de verbindingswegen bedrijfsgebouwen zou, gelet op de beperkte omvang en voornamelijk breedte van naar Ninove. De laanstructuur wordt waar mogelijk heraangeplant. De historische de site, de goede bedrijfswerking in het gedrang brengen. Er dient daarom structuur van wonen en werken wordt hier geaccepteerd mits de hinder en gestreefd te worden naar een landschappelijke inkleding van de site in de bezwaren worden weggewerkt. Aan de locatie van solitaire lokale bedrijven als omgeving, bijvoorbeeld door middel van hagen en opgaande bomen. deze kan geen vestiging van nieuwe bedrijven worden gekoppeld. Het ‘landelijk karakter’ is en blijft het kader voor wonen, waarin bij wijze van uitzondering lichte Gelet op de groeiende vraag naar compacte bedrijfsunits, wenst de stad hierop in vormen van bedrijvigheid worden gedoogd. Een passende afwerking van deze te spelen. Het opdelen van de site in verschillende bedrijfsunits wordt daarom linten door een kwalitatieve overgang naar de open ruimte is vereist. Ten zuiden onder voorwaarden toegestaan. De units dienen bijvoorbeeld een gelijkvloerse en ten westen van de site ligt een open agrarisch kouterlandschap dat als gaaf individuele toegang te hebben. Voor de hele site kan daarnaast slechts één landschap wordt beschouwd. Gave landschappen zijn gebieden waar de conciërgewoning voorzien worden. De site is planologisch gezien gesitueerd in het samenhang slechts in een beperkte mate gewijzigd is door grootschalige ingrepen. buitengebied waar het niet wenselijk is bijkomende woongelegenheden te De karakteristieken van het landschap worden hier zoveel als mogelijk behouden creëren. Bovendien is de omvang van de site niet van die aard dat er meerdere en versterkt. De site is tevens gelegen op de noordrand van de structurerend vallei conciërgewoningen nodig zouden zijn om de veiligheid en goede werking van de van de Moensbroekbeek. site te waarborgen. 4.1.5. CATEGORISERING VOLGENS AFWEGINGSKADER GRS De toegelaten activiteiten worden beperkt tot ambachtelijke bedrijvigheid en Categorie 2 (aansluitend bij de gemengde woonlinten) kleine en middelgrote ondernemingen, voor zover de activiteiten beperkt blijven tot een lokaal schaalniveau en ze de ruimtelijke draagkracht van de omgeving niet 4.1.6. GEWENSTE ONTWIKKELING overschrijden. De ligging van de site buiten een kern maakt de site sterk De site dient in de eerste plaats beter gebufferd te worden naar de omgeving en autogericht. Om deze reden is het niet gewenst dat er zich autonome kleinhandel dit op eigen terrein. De bufferzone bepaalt tegelijk ook de grenzen van de ontwikkelt. Toonzaalfunctie en kantoorruimte kan beperkt voor zover deze functie ambachtelijke zone. Binnen de bufferzone geldt uiteraard een bouwverbod. ondergeschikt en gekoppeld is aan de bedrijfsactiviteit en voor zover deze activiteiten geen intensieve loketfunctie hebben en geen autonome activiteit Langsheen de noordzijde betreft het een adequate buffer naar het bestaande uitmaken. woonlint en in het bijzonder naar de naastgelegen woning. Vergunde gebouwen

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 35 Voor de activiteiten die in de bedrijfsgebouwen worden ingericht, dient men 4.1.7. CONCEPT GRAFISCH PLAN verplicht op eigen terrein, voldoende parkeerruimte aan te leggen voor personeel en bezoekers.

Om de verschillende bedrijven die vandaag aanwezig zijn op de site te bereiken wordt gebruik gemaakt van een openbare weg (De Kloef) die niet uitgerust is voor frequent gebruik door wagens en vrachtwagen. Deze weg kan zonder extra verhardingswerken deze functie niet vervullen. De Kloef is gekend als buurtweg nr. 26 met een wettelijke breedte van 4m volgens de Atlas der Buurtwegen. Deze weg kan niet beschouwd worden als een voldoende uitgerust weg. Vooraleer een eventueel project kan vergund worden, moet eerst een vergunning bekomen worden voor de uitrusting van de weg en dit volgens artikel 4.3.5 VCRO. Gezien de site reeds grens aan een voldoende uitgeruste weg, namelijk de Edingsesteenweg, kan de site rechtstreeks langs deze zijde ontsloten worden. Gelet op zijn status als gewestweg, geldt een beperking op het aantal toegangen en de breedte ervan.

Het perceel van het naastgelegen woonhuis (nr. 129) ten noorden van de bedrijfssite werd door de onnauwkeurige intekening van het gewestplan deels in ambachtelijke zone gesitueerd. Deze woning is echter ook gelegen in een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling (B/MEE/60) dd. 10/1/1976 waardoor er in principe geen problemen zijn voor het vergunnen van woongerelateerde stedenbouwkundige aanvragen. Gelet op de complexe geschiedenis van de ambachtelijke zone wordt er in dit RUP voor gekozen de woonkavel te bestendigen om twisten omtrent de zonegrensbepaling in de toekomst te voorkomen. Concreet gebeurt dit door het woonlint met landelijk karakter (50 m) door te trekken. Achter het woonlint wordt een zone voor landschappelijk waardevol agrarisch gebied voorzien dat aansluit op het achterliggende agrarische gebied. Op die manier zijn de planologische grenzen eenduidig vastgelegd.

Afbeelding [ 11 ] Concept grafisch plan deelplan De Kloef

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 36 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE Langsheen de Halsesteenweg waren in het verleden enkele woningen gesitueerd 4.2. DEELPLAN CENTRUM MEERBEKE (zie Afbeelding [ 12 ] en Afbeelding [ 13 ]). Deze woningen zijn begin jaren ‘70 echter onteigend en gesloopt in functie van de toenmalige plannen om een snelle 4.2.1. BESCHRIJVING GRS autoverbinding te realiseren tussen Brussel en de Vlaamse Ardennen. Deze verbinding is vandaag gereduceerd tot de expresweg Aalst-Ninove (N45).

Langsheen de Sint-Pietersstraat zijn vandaag nog enkele woningen gesitueerd binnen het gebied voor ambachtelijke bedrijvigheid. De eerste woning - Sint- Pietersstraat 1 - betreft het woonhuis uit 1933 van de voormalige autoherstelplaats gelegen langsheen de Halsesteenweg. De autoherstelplaats is in 1972 onteigend en gesloopt. Dit betekende dan ook het einde van de bedrijvigheid hier. De woning wordt sinds 2005 op de markt aangeboden. De oppervlakte die resteert na onteigening is echter beperkt, waardoor het perceel niet aantrekkelijk is voor een nieuwe ambachtelijke activiteit. Door haar ligging in een zone voor ambachtelijke bedrijvigheid, wordt ze als zonevreemd beschouwd. Bovendien dient rekening gehouden te worden met de het beschermd dorpsgezicht.

De naastgelegen woning - Sint-Pietersstraat 3/5 - betreft de woning van de voormalige stoommouterij en -brouwerij ‘De Engel’. De huidige gebouwen werden 4.2.2. BESTAANDE FEITELIJKE TOESTAND omstreeks 1900-1910 opgetrokken. De brouwerij heeft haar activiteiten in 1962 Op de site zijn momenteel twee grootschalige kleinhandelszaken gevestigd. beëindigd. Langsheen de Halsesteenweg is sinds 1998 een vestiging van de doe-het-zelfketen Gamma gesitueerd. De bezoekersparking van de zaak bevindt vóór de Verderop in de straat bevindt zich nog een woning. De eigenaar wenst deze woning winkelruimte waardoor een goede ontsluiting via de Halsesteenweg mogelijk is. echter te slopen. Hierdoor kan het vandaag onbebouwde deel van de site beter Het leveren van goederen gebeurt langs de Sint-Pietersstraat. De winkel stelt een gestructureerd worden. 27-tal personen tewerk. Een tweede handelszaak betreft Van Marcke Technics, een speciaalzaak voor sanitair en verwarming. Het bedrijf is sinds 1991 op deze locatie gevestigd en telt vier werknemers. Deze zaak is kleinschaliger dan de doe- het-zelfzaak en wordt ontsloten via de Sint-Pietersstraat. Aansluitend hierop worden nieuwe bedrijfshallen opgetrokken.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 37

Afbeelding [ 12 ] Zicht op de Halsesteenweg

Afbeelding [ 13 ] Detail hoek Halsesteenweg-Sint-Pietersstraat. De hoekwoning en woningen langsheen de Halsesteenweg werden onteigend en afgebroken

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 38 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE

dient te worden voor het behoud van het gebouw. Het woonhuis dat bij de stoommouterij en –brouwerij hoort (Sint-Pietersstraat 3) is erkend als beschermd monument. Dit houdt in dat alle werken, zowel aan het exterieur als aan het interieur ter goedkeuring voorgelegd dienen te worden aan het Agentschap Onroerend Erfgoed. Afbeelding [ 14 ] Orthofoto deelplan Centrum Meerbeke

4.2.3. BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND Het noordoostelijke deel van de site is opgenomen als beschermd dorpsgezicht. Wijzigingen aan het exterieur van gebouwen in beschermd dorpsgezicht dienen De site is op het gewestplan aangeduid als zone voor ambachtelijke bedrijvigheid aan het Agentschap Onroerend Erfgoed ter goedkeuring voorgelegd te worden; en KMO en is gelegen binnen de afbakeningslijn van het kleinstedelijk gebied. voor interieurwerken is deze goedkeuring niet vereist. Niet enkel de woning op Sint-Pietersstraat 1, maar ook de tuinzone ligt volledig binnen dit beschermd De voormalige stoommouterij en -brouwerij is opgenomen in de inventaris van het dorpsgezicht. De bedoeling hiervan is de vrijwaring van het doorzicht op de bouwkundig erfgoed. Een opname in deze inventaris bekent dat geijverd stoommouterij en –brouwerij vanop de Halsesteenweg.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 39 De (ingebuisde) Moensbroekbeek stroomt langsheen de noordelijke sitegrens. . Ontsluiting via Halsesteenweg . Onafgewerkte en rommelige indruk langsheen de 4.2.4. SITUERING BINNEN DE GEWENSTE RUIMTELIJKE Halsesteenweg STRUCTUUR VAN HET GRS . Woningen hebben geen functionele band meer met De site is gelegen in de randstedelijke kern Meerbeke die lokaal voorzienend is bedrijvigheid voor de omliggende woonwijken. De voorzieningen hier blijven minstens bewaard. De Moesbroekbeek die ter hoogte van de site is ingebuisd, kan werken als KANSEN BEDREIGINGEN indringende open ruimte in stedelijk gebied. De contactzones tussen groene . Esthetische afwerking van het . Nieuwe ambachtelijke vingers en de stedelijke rand worden door middel van kwaliteitsvolle architectuur beschermd dorpsgezicht mogelijk bedrijvigheid kan conflicteren met en groenvoorzieningen beter afgewerkt. Zichtassen vanuit de open ruimte naar de . Integratie van beschermd dorpsomgeving stad worden open gehouden. Beken als de Moensbroekbeek zijn door specifieke monument in nieuwe ontwikkeling (mobiliteitsproblematiek, groenelementen of zelfs door hun openheid zichtbaar aanwezig. Aanleg van . Wooncluster ontwikkelen los van geluidsoverlast) verharde oppervlakten in de beekvallei wordt voorkomen om de waterbergende bedrijvigheid functie van de valleien te kunnen behouden. Bescherming van structuurbepalende elementen zoals meandering, oevervegetaties en valleibosjes, vochtige ruigten en De site kan ondergebracht worden in categorie 4 van het afwegingskader van het graslanden, bron- en kwelzones is noodzakelijk. Omwille van de industriële GRS. Dit houdt in dat er een uitbreiding van de bestemming in functie van het erfgoedwaarde en de aard van de gebouwen kan het aangewezen zijn om behoud van de huidige activiteiten en de ontwikkeling van nieuwe activiteiten in woonfuncties of aan wonen gerelateerd functies (recreatie, diensten of handel) in de toekomst kan plaatsvinden. Daarnaast vermeldt het GRS dat het de gebouwen van de voormalige stoommouterij en –brouwerij ‘De Engel’ mogelijk ontwikkelingsperspectief wordt aangepast naar mogelijkheden voor wonen en/of te maken. detailhandel in functie van het toekomstig behoud van landschappelijke en erfgoedwaarden in de stedelijke en randstedelijke woonomgeving. 4.2.5. CATEGORISERING VOLGENS AFWEGINGSKADER GRS De bedrijfsgebouwen zijn vandaag grotendeels ingenomen door grootschalige Categorie 4 (aansluitend bij randstedelijke woonomgeving) kleinhandelszaken die ruimtelijk goed functioneren. Naast KMO’s bestendigt 4.2.6. GEWENSTE ONTWIKKELING voorliggend RUP ook deze kleinhandelsactiviteiten op de site. De site is weliswaar niet in het winkelhart van de stad gelegen, maar hier kunnen handelsactiviteiten Tabel [ 3 ] SWOT-analyse Centrum Meerbeke terecht die omwille van de omvang of de schaalgrootte van het assortiment een STERKTES ZWAKTES relatief grote ruimte innemen. De zichtlocatie en de ontsluitingsmogelijkheden . Ligging van de site in de dorpskern . Moensbroekbeek nagenoeg langsheen de Halsesteenweg maken deze site aantrekkelijk voor dergelijk functies. van Meerbeke volledig ingebuisd ter hoogte van De draagkracht van de Sint-Pietersstraat is echter veel beperkter dan deze van de . Goede functionering van de de site Halsesteenweg wat mobiliteit betreft. De schaal van de activiteiten die ontsluiten grootschalige kleinhandel vandaag langsheen de Sint-Pietersstraat dient dan ook aangepast te zijn aan de omgeving.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 40 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 4.2.7. CONCEPT GRAFISCH PLAN De band tussen de woonhuizen (voormalige bedrijfswoningen) langsheen de Sint- Pietersstraat en de voormalige ambachtelijke bedrijvigheid is vandaag volledig verbroken. De huizen maken vandaag deel uit van het beschermd dorpsgezicht en bovendien is één van de woningen geklasseerd als beschermd monument. Er wordt geopteerd om deze woonkorrel te bestendigen en los te koppelen van de achterliggende bedrijvigheid.

Ontwerpend onderzoek is uitgevoerd om na te gaan hoe kwaliteitsvolle woongelegen gecreëerd kunnen worden, rekening houdend met de erfgoedwaarden van het onroerend erfgoed. Belangrijke randvoorwaarden zijn (i) het zoveel mogelijk in stand houden van het erfgoed en (ii) het doorzicht op de gebouwen van de stoonmouterij en –brouwerij vrijwaren vanop de Halsesteenweg.

De wachtgevel van de huidige hoekwoning kan kwaliteitsvol afgewerkt worden met een hoekvolume dat rekening houdt met de bestaande rooilijn van de Halsesteenweg. De hoek wordt daarbij afgeschuind zoals opgelegd door het Agentschap Wegen en Verkeer. Op de onderste bouwlaag kunnen wooncomplementaire functies voorzien worden. Hierboven kunnen woonentiteiten ontwikkeld worden, rekening houdend met het doorzicht naar de stoonmouterij en –brouwerij.

Afbeelding [ 15 ] Concept grafisch plan deelplan Centrum Meerbeke

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 41 In het noordelijke deel van de site is een filiaal van de supermarktketen Spar 4.3. DEELPLAN CENTRUM DENDERWINDEKE gevestigd sinds 1991. De winkelruimte lig op een ruimte afstand van de openbare weg. De ruimte ertussen is ingericht als klantenparking. Rechts van de winkel is de 4.3.1. BESCHRIJVING GRS bedrijfswoning met bijhorende tuinzone gelegen. Langsheen de Windekeveldweg wordt het achterliggende perceel ontsloten waarop een industriële loods is opgetrokken. Dit perceel is eigendom van de supermarkt.

4.3.2. BESTAANDE FEITELIJKE TOESTAND De site vormt onderdeel van de kleinhandelsconcentratie langsheen de Edingsesteenweg in Denderwindeke.

Het zuiden van de site is een gesloten bouwblok dat bestaat uit vijf panden. Op de hoek van de Edingsesteenweg met de de Windekeveldweg is een bankkantoor

(BNP Paribas Fortis) gevestigd. In het naastgelegen gebouw is een slagerij en traiteurszaak (Ludo en Pascale) gevestigd. Het centrale pand betreft een woonhuis zonder bedrijfs- of handelsfunctie. Hiernaast is een bakkerij gelegen. Vroeger werd er hier ter plaatse gebakken, maar sinds november 2014 zijn deze activiteiten stopgezet waardoor er nu enkel de verkoopsruimte in gebruik is. Boven de winkel bevindt zich een woongelegenheid. In het laatste pand is een elektrozaak (Bouvaert) gevestigd. De bovenverdieping is ingericht als woning.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 42 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 4.3.3. BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND

De site is op het gewestplan aangeduid als zone voor ambachtelijke bedrijvigheid en KMO en is ingebed in het woongebied van de kern van Denderwindeke. Achter het woonlint ligt een landschappelijk waardevol agrarisch gebied dat tevens is aangeduid als herbevestigd agrarisch gebied. Op 5 februari 2013 is een verkavelingsvergunning (V/2012/40) afgeleverd voor het bouwen van een open bebouwing op het gedeelte woongebied langsheen Neuringen dat als het ware ‘uitgesneden’ is uit de paarse vlek.

Afbeelding [ 16 ] Orthofoto deelplan Centrum Denderwindeke

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 43 4.3.4. SITUERING BINNEN DE GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR VAN HET GRS De bestaande supermarkt wenst uit te breiden en heeft daartoe reeds een inrichtingsvoorstel uitgewerkt. Het concept bestaat erin een nieuwe winkelruimte De site is gelegen in de kern van Denderwindeke waar de ingerichte doortocht centraal in te planten en voor dit volume de nodige parkeergelegenheid voor zorgt voor een opwaardering en een dorpskerngevoel creëert. Deze kern wordt klanten te voorzien. Langsheen de Windekeveldweg wordt een personeelsparking aangeduid als te versterken voorzieningencentrum waarbij het aanbod aan voorzien. Bovenop de winkelruimte wordt één bedrijfswoning voorzien. Naast voorzieningen versterkt wordt en Denderwindeke zo een centrumfunctie laat KMO en ambachtelijke bedrijvigheid, wordt op deze zone dus ook kleinhandel vervullen ten opzichte van het omliggende zuidelijk agrarisch gebied. De reeds bestendigd. De rest het deelgebied wordt als zone voor wonen s.l. (cfr. gewestplan) bestaande concentratie aan voorzieningen en de centrale situering in de gemeente bestemd. laat een verdere versterking van deze dorpskern toe. Nieuwe ontwikkelingen op schaal van het centrum kunnen bijgevolg opgenomen worden. Lokale kleinhandel blijft zoveel als mogelijk in de kern geconcentreerd. Een verdere verdichting in het woongebied wordt mogelijk gemaakt waarbij op projectniveau dichtheden van 25 woningen per hectare wordt nagestreefd. Ook vanuit ruimtelijk-economisch oogpunt wordt Denderwindeke beschouwd als te versterken voorzieningencentrum. Aanwezige lokale bedrijvigheid krijgt optimale mogelijkheden om zich verder te ontplooien en te verweven met of aansluitend bij de kern.

4.3.5. CATEGORISERING VOLGENS AFWEGINGSKADER GRS Categorie 3 (aansluitend bij het te versterken voorzieningencentrum van Denderwindeke)

4.3.6. GEWENSTE ONTWIKKELING Dit deelgebied is strategisch gelegen in de dorpskern van Denderwindeke. Zoals het GRS voorschrijft, dient de bestaande concentratie aan voorzieningen zoveel als mogelijk ondersteund en versterkt te worden zodat de handel zoveel als mogelijk geconcentreerd blijft in de dorpskern. Deze kernversterking moet echter gebeuren op schaal van de gemeente en mag het lokale voorzieningenniveau niet overstijgen. Het verder uitbouwen van het lokale handelsapparaat en de horeca wordt alle kansen gegeven, maar wordt beperkt tot de gelijkvloerse verdieping om de ruimtelijke dynamiek te beperken.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 44 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE

Afbeelding [ 17 ] Indicatieve inrichtingsschets deel buurtsupermarkt

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 45 4.3.7. CONCEPT GRAFISCH PLAN

Afbeelding [ 18 ] Concept grafisch plan deelplan Centrum Denderwindeke

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 46 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE

4.4. DEELPLAN VOORMALIG SLACHTHUIS DENDERWINDEKE

4.4.1. BESCHRIJVING GRS

4.4.2. BESTAANDE FEITELIJKE TOESTAND Op deze site bevond zich het voormalige slachthuis van Denderwindeke. De originele gebouwen van het slachthuis zijn inmiddels afgebroken. Momenteel worden twee bedrijven uitgebaat op de site. Tussen woningen nr. 282 en 284 en woningen nr. 286 en 290 zijn de toegangen tot het bedrijf metaalconstructies Raveydts BVBA gelegen. De nieuwbouwconstructie neemt het grootste deel van het terrein in. Het tweede bedrijf is actief in natuursteen en is meer noordelijk gelegen. Bij dit bedrijf is eveneens een bedrijfswoning gesitueerd. Langsheen de Edingsesteenweg zijn een aantal halfopen (2x2) en open (3) bebouwingen gelegen.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 47

Afbeelding [ 19 ] Orthofoto deelplan voormalig slachthuis Denderwindeke

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 48 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 4.4.3. BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND 4.4.4. SITUERING BINNEN DE GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR VAN HET GRS De site is gelegen op rand van de kern van Denderwindeke langsheen de Edingsesteenweg. Deze kern wordt aangeduid als te versterken voorzieningencentrum waarbij het aanbod aan voorzieningen versterkt wordt en Denderwindeke zo een centrumfunctie laat vervullen ten opzichte van het omliggende zuidelijk agrarisch gebied. De reeds bestaande concentratie aan voorzieningen en de centrale situering in de gemeente laat een verdere versterking van deze dorpskern toe. Een verdere verdichting in het woongebied wordt mogelijk gemaakt waarbij op projectniveau dichtheden van 25 woningen per hectare wordt nagestreefd. Ook vanuit ruimtelijk-economisch oogpunt wordt Denderwindeke beschouwd als te versterken voorzieningencentrum. Aanwezige lokale bedrijvigheid krijgt optimale mogelijkheden om zich verder te ontplooien en te verweven met of aansluitend bij de kern. De site bevindt zich in de structurerende beekvallei van een zijarm van de Lavondelbeek. Aanleg van verharde oppervlakten in de beekvallei wordt voorkomen om de waterbergende functie van de valleien te kunnen behouden. Bescherming van structuurbepalende elementen zoals meandering, oevervegetaties en valleibosjes, vochtige ruigten en graslanden, bron- en kwelzones is noodzakelijk.

De site is op het gewestplan aangeduid als zone voor ambachtelijke bedrijvigheid 4.4.5. CATEGORISERING VOLGENS AFWEGINGSKADER GRS en KMO en is gelegen tussen het woongebied langsheen de Edingsesteenweg en Categorie 2 (aansluitend bij gemengde woonlinten), 2a (indien geen problemen) een achterliggend natuurgebied. Ten zuiden bevindt zich een woonuitbreidingsgebied. Ten noorden van de site stroomt een waterloop van 4.4.6. GEWENSTE ONTWIKKELING derde categorie. Ten noorden en ten oosten van de site bevinden zich een aantal Vandaag zijn geen problemen gekend op de site. De buffering van de zone ten buurtwegen. Over de zone lopen een heel aantal – voornamelijk private – opzichte van de omliggende huizen en het achterliggende natuurgebied is echter erfdienstbaarheden die de goede werking van de ambachtelijke zone mogelijk onbestaande. Toekomstige vergunningsaanvragen dienen hiermee rekening te maken. houden. De tuinzones van de halfopen bebouwingen in het noorden worden in een geëigende bestemming gelegd.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 49 Het bedrijf in metaalconstructies wenst het bedrijf in de toekomst mogelijks uit te 4.4.7. CONCEPT GRAFISCH PLAN breiden met een stockageruimte en indien mogelijk een kleinhandelsfunctie horend bij het metaalverwerkingsbedrijf. De eigenaar van het bedrijf kocht ook de woning ten noorden van de centrale inrit aan de Edingsesteenweg in woonzone. Gelet op de korte afstand tot de recent opgetrokken bedrijfshal is het aangewezen dat deze woning hiermee in de toekomst één functioneel geheel vormt, bijvoorbeeld als verkoopruimte, toonzaal en/of bedrijfswoning.

De twee zuidelijker gelegen woningen vormen als het ware een eiland middenin de circulatieruimte voor de achterliggende bedrijven. De private buitenruimte van beide woningen is zeer beperkt. Een herbestemming van deze woningen naar ambachtelijke zone is gewenst opdat het geheel op lange termijn helder gestructureerd kan worden. Dit RUP verandert niets aan bestaande (private en openbare) erfdienstbaarheden en deze blijven bijgevolg behouden.

Afbeelding [ 20 ] Concept grafisch plan deelplan voormalig slachthuis Denderwindeke

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 50 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 4.5. DEELPLAN KREPELSTRAAT

4.5.1. BESCHRIJVING GRS

4.5.2. BESTAANDE FEITELIJKE TOESTAND Slechts de helft van de zone voor ambachtelijke bedrijvigheid is bebouwd. Het betreft een vroegere schrijnwerkerij en meubelwinkel met bedrijfswoning. De bedrijfsactiviteiten zijn echter reeds geruime tijd stopgezet. Enkel de woning wordt nog gebruikt. Het naastgelegen perceel is nooit bebouwd en wordt vandaag als weiland gebruikt.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 51 snijdt dieper in het zuidelijker gelegen natuurgebied. Het woonlint maakt nog deel uit van het grote herbevestigd agrarisch gebied tussen Denderwindeke en Pollare.

4.5.4. SITUERING BINNEN DE GEWENSTE RUIMTELIJKE Afbeelding [ 21 ] Orthofoto deelplan Krepelstraat STRUCTUUR VAN HET GRS 4.5.3. BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND De site is gelegen langs het gemengde woonlint tussen de kern van Denderwindeke De Krepelstraat heeft zich parallel aan de zuidelijker gelegen vallei van de en Nieuwenhove. De historische structuur van wonen en werken wordt hier Lavondelbeek ontwikkeld. Deze zuidelijke zone is aangeduid als natuurgebied op geaccepteerd mits de hinder en bezwaren worden weggewerkt. Aan de locatie van het gewestplan. Het woonlint langsheen de Krepelstraat is ingekleurd als solitaire lokale bedrijven kan geen vestiging van nieuwe bedrijven worden woongebied met landelijk karakter. De site is op het gewestplan aangeduid als gekoppeld. Het ‘landelijk karakter’ is en blijft het kader voor wonen, waarin bij zone voor ambachtelijke bedrijvigheid en KMO en is ingebed in dit woonlint, maar wijze van uitzondering lichte vormen van bedrijvigheid worden gedoogd. De kavelbreedte en inplanting van de gebouwen zijn bepalend voor het landelijke

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 52 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE karakter. Een passende afwerking van deze linten door een kwalitatieve overgang naar de open ruimte is vereist. Dit woonlint is gesitueerd op de noordelijke rand van de structurerende Lavondelbeekvallei en biedt uitzicht op het achterliggende landschap dat aangeduid is als aandachtszone voor kleine landschapselementen. Bovendien is dit gebied geselecteerd als verwevingsgebied voor natuur op gemeentelijk niveau. In deze gebieden gaat extra aandacht naar maatregelen ten behoeve van de natuurfunctie. Landbouwers worden extra gestimuleerd en gesensibiliseerd om bij te dragen tot landschaps- en natuurbeheer (bijvoorbeeld door subsidies). Mogelijke acties die in deze gebieden door de landbouw kunnen worden genomen zijn de aanleg en het onderhoud van kleine natuurelementen zoals knotwilgenrijen, hagen, veedrinkpoelen en houtkanten. Natuur en landbouw komen in verwevingsgebieden gelijkwaardig voor.

4.5.5. CATEGORISERING VOLGENS AFWEGINGSKADER GRS Categorie 2 (aansluitend bij gemengde woonlinten), maar omwille van afwezigheid activiteit geldt categorie 0.

4.5.6. GEWENSTE ONTWIKKELING Afbeelding [ 22 ] Indicatieve inrichtingsschets deelplan Krepelstraat De site kan ondergebracht worden in categorie 2 van het afwegingskader van het

GRS. De site is gelegen in de lintbebouwing langsheen de verbindingsweg tussen Denderwindeke en Nieuwenhove (Geraardsbergen). Dit lint bestaat hoofdzakelijk uit woningen. Omwille van de afwezigheid van activiteiten, geldt echter categorie 0. Een herbestemming van het terrein gerelateerd aan de omgeving en rekening houdende met het bestaande gebruik is dus aan de orde. Nagenoeg het hele lint langsheen de Krepelstraat bestaat uit eengezinswoningen van het open en halfopen type. Voorliggend RUP vervolledigt het woonlint langsheen de Krepelstraat. Gelet op de hoge natuurwaarde van de achtergelegen beekvallei, wordt het achterste gedeelte van de site herbestemd als natuurgebied.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 53 4.5.7. CONCEPT GRAFISCH PLAN 4.6. DEELPLAN LEOPOLDSTRAAT

4.6.1. BESCHRIJVING GRS

4.6.2. BESTAANDE FEITELIJKE TOESTAND In het zuidwesten van de site is een woning opgetrokken die vergund werd als bedrijfswoning bij een te bouwen atelier (B/2002/78). Dit atelier is op heden echter nog niet gebouwd.

Schrijnwerkerij De Roose heeft zijn activiteiten stopgezet. Er zijn plannen om de site op te delen in bedrijfsunits.

Afbeelding [ 23 ] Concept grafisch plan deelplan Krepelstraat

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 54 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE

Afbeelding [ 24 ] Orthofoto deelplan Leopoldstraat 4.6.3. BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND De site is op het gewestplan aangeduid als zone voor ambachtelijke bedrijvigheid en KMO en ligt op de grens van landschappelijk waardevol agrarisch gebied enerzijds het woongebied (met landelijk karakter) van Okegem anderzijds. De site zelf is niet aangeduid als herbevestigd agrarisch gebied. Langs de linkerzijde is een woning gelegen vergund als toezichtswoning bij een atelier. Het atelier is echter

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 55 nooit gebouwd. Naast de woonfunctie is in het gebouw ook een agentschap voor mogelijk gemaakt waarbij op projectniveau dichtheden van 25 woningen per verzekeringen gevestigd en een immobiliënvennootschap. hectare wordt nagestreefd. Ook vanuit ruimtelijk-economisch oogpunt wordt Okegem beschouwd als te versterken voorzieningencentrum. Aanwezige lokale bedrijvigheid krijgt optimale mogelijkheden om zich verder te ontplooien en te verweven met of aansluitend bij de kern. Er wordt gestreefd naar een samenhangende hedendaagse kern. Bijzondere aandacht gaat naar het voorkomen van verdere verlinting. Ontwikkelingen die zorgen voor bijkomende druk (zowel ruimtelijk als functioneel) op deze kernen zijn niet gewenst. Ingrepen die de samenhang en de identiteit van de kern versterken kunnen wel. Zo wordt bijzondere aandacht besteed aan de aanleg in het onderhoud van het publiek domein en de opwaardering van historische elementen om de herkenbaarheid van de kern te versterken.

4.6.5. CATEGORISERING VOLGENS AFWEGINGSKADER GRS Categorie 2 (aansluitend bij de samenhangende kern in de open ruimte), 2a (indien geen problemen)

4.6.6. GEWENSTE ONTWIKKELING De site is geschikt voor nieuwe ambachtelijke bedrijvigheid voor zover deze (i) geen

hinder veroorzaakt voor de omliggende woonconcentratie en (ii) deze beter dan

vandaag gebufferd wordt naar de omliggende percelen. Voorgesteld wordt de In 1961 is een rooilijnplan opgemaakt voor de Leopoldstraat. Deze rooilijn is echter gehele site te bestendigen als zone voor ambachtelijke bedrijvigheid en KMO. nog niet gerealiseerd. Hierbij wordt een snipper van het woongebied (gelegen ten noordoosten van de 4.6.4. SITUERING BINNEN DE GEWENSTE RUIMTELIJKE site) mee opgenomen. Bij de voorziene bedrijfsunits kan één toezichtswoning opgetrokken worden. STRUCTUUR VAN HET GRS De site is gelegen langs een uitloper van de kern van Okegem. De kern van Okegem wordt aangeduid als te versterken voorzieningencentrum waarbij het aanbod aan voorzieningen versterkt wordt. De reeds bestaande concentratie aan voorzieningen en de centrale situering in de gemeente laat een verdere versterking van deze dorpskern toe. Nieuwe ontwikkelingen op schaal van het centrum kunnen bijgevolg opgenomen worden. Een verdere verdichting in het woongebied wordt

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 56 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 4.6.7. CONCEPT GRAFISCH PLAN

Afbeelding [ 25 ] Concept grafisch plan deelplan Leopoldstraat

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 57 4.7. DEELPLAN AALSTERSESTEENWEG

4.7.1. BESCHRIJVING GRS

4.7.2. BESTAANDE FEITELIJKE TOESTAND Recent zijn units voor opslag en ambachtelijke bedrijvigheid opgetrokken waardoor het grootste deel van de site (noordelijke zijde) volledig benut is. Centraal is ‘Tennisclub Madison’ gelegen die met het RUP Zonevreemde recreatie – Deelplan 9 in een geëigende bestemming is gelegd. Zuidelijker is nog steeds een ‘paarse snipper’ gelegen die vandaag in agrarisch gebruik is. De aanpalende tennisclub heeft recent nieuwe uitbaters. De club kent hierdoor een sterke bloei. In de praktijk blijkt dat de zone binnen het RUP voorzien als parking niet volstaat. De zone voor parking en ontsluiting is eveneens beperkt qua breedtegang waardoor de aanleg van de voorziene buffer niet gerealiseerd kan worden.

Afbeelding [ 26 ] Orthofoto deelplan Aalstersesteenweg

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 58 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 4.7.3. BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND 4.7.4. SITUERING BINNEN DE GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR VAN HET GRS De site is gelegen aan de kop van het gemengde woonlint langsheen de Aalstersesteenweg. Het tracé van deze weg is één van de historische lanen die kenmerkend waren voor de verbindingswegen naar Ninove. De laanstructuur wordt waar mogelijk heraangeplant. De historische structuur van wonen en werken wordt hier geaccepteerd mits de hinder en bezwaren worden weggewerkt. Aan de locatie van solitaire lokale bedrijven als deze kan geen vestiging van nieuwe bedrijven worden gekoppeld. Het ‘landelijk karakter’ is en blijft het kader voor wonen, waarin bij wijze van uitzondering lichte vormen van bedrijvigheid worden gedoogd. Een passende afwerking van deze linten door een kwalitatieve overgang naar de open ruimte is vereist.

4.7.5. CATEGORISERING VOLGENS AFWEGINGSKADER GRS Categorie 2 (aansluitend bij de gemengde woonlinten), 2a (indien geen problemen)

4.7.6. GEWENSTE ONTWIKKELING De tennisclub wenst de aanpalende snipper voor ambachtelijke bedrijvigheid aan De site is op het gewestplan aangeduid als zone voor ambachtelijke bedrijvigheid te wenden om hier parkeergelegenheid en een adequate buffervoorziening naar en KKMO en is ingebed in landschappelijk waardevol agrarisch gebied, tevens het open agrarische landschap te voorzien. Gelijkaardig aan het RUP Zonevreemde aangeduid als herbevestigd agrarisch gebied, achter de uitloper van het recreatie zal een nabestemming ‘zone voor ambachtelijke bedrijven’ (overdruk) woongebied met landelijk karakter langsheen de Aalstersesteenweg. De site voorzien worden die onder dezelfde voorwaarden ingaat als deze in aanpalende ‘Tennisclub Madison’ is reeds opgenomen in het RUP Zonevreemde recreatie, met RUP. een nabestemming ambachtelijke bedrijvigheid (zie onderdeel 2.6 pagina 27).

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 59 4.7.7. CONCEPT GRAFISCH PLAN

Afbeelding [ 27 ] Concept grafisch plan deelplan Aalstersesteenweg

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 60 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE Het bedrijvenlint wordt zowel langs noord- als zuidzijde begrensd door een 4.8. DEELPLAN RING-OOST/-WEST vrijstaande woning. De woning in het noorden (Ring-West 9) is gebouwd in 1966 als bedrijfswoning voor de bedrijfsleiding van de toenmalige bedrijven Eska bvba 4.8.1. BESCHRIJVING GRS (schoenenfabriek op het huidige site van Zelfbouwmarkt) en Novotan bvba (leerlooierij). Door concurrentiedruk vanuit lageloonlanden moest de schoenenfabriek noodgedwongen de deuren sluiten in 1979 en werd verkocht. De bedrijfsleiding bleef echter actief als agent van verschillende schoenenmerken en richtte daartoe een deel van de bedrijfswoning in als kantoor (25% van het gebouw). De woning in het zuiden (Ring-West 31) kent een gelijkaardige historiek, zij het van recentere datum. Het gaat hier eveneens om een oorspronkelijke 4.8.2. BESTAANDE FEITELIJKE TOESTAND bedrijfswoning van het naastgelegen bedrijf N.V. Herenmode Bourgeois. Na het Op beide sites is vandaag een grote concentratie aan bedrijvigheid te vinden. Op stopzetten van de activiteiten in 2004 werd het bedrijfspand verkocht. De de site Ring-West hebben een groot aantal gebouwen een kleinhandelsfunctie. bedrijfswoning werd voor de helft ingericht als kantoor- en opslagruimte van Mabo Van noord naar zuid kunnen drie clusters onderscheiden worden. In de meest Fashion N.V. De activiteiten van het bedrijf bestaan uit de aan- en verkoop van noordelijke cluster is enkel de doe-het-zelfzaak Zelfbouwmarkt gevestigd. In de herenhemden op commissiebasis. De eigenaar plant zijn huidige activiteiten in de tweede centrale cluster zijn een modeketen (Charles Vögele), een schoenenwinkel nabije toekomst stop te zetten. (Shoe Discount) en een grootwarenhuis (Lidl/Buurtslagers) gevestigd. In de meest zuidelijke cluster hebben zich een badkamerspecialist (X2O), een elektrozaak (Eldi) Op de site Ring-Oost is er een grotere mix van bedrijvigheid aanwezig. Naast en enkele interieurzaken (Leen Bakker en Brunic) gevestigd. Het betreft stuk voor grootschalige kleinhandelszaken (schoenenketen Brantano in het noorden en stuk grootschalige detailhandelaars die nood hebben aan een grote Action, een winkelketen met een lageprijsassortiment in het zuiden), zijn er nog winkeloppervlakte. verschillende andere ondernemingen actief. Één van de grootste ondernemingen op de site is Franke N.V. De vestiging met een toenmalige oppervlakte van 1600 Daarnaast zijn nog enkele kleine ondernemingen zonder kleinhandelsfunctie m² werd in 1963 in gebruik genomen. De 45 werknemers werden ingezet bij de aanwezig. Het gaat om de bedrijven RedPrairie (softwarebedrijf), Plastic verwerking van roestvrij staal. Het bedrijf kende een bestendige groei en in 1970 Productions (spuitgieten van plastic) en Photo ADS (fotografie en drukwerk), allen bedroeg de bedrijfsoppervlakte reeds 4000 m². In 1992 werd het gebouw nog gevestigd in het meest zuidelijk gelegen bedrijfsgebouw. Ten slotte zijn een uitgebreid tot een totale oppervlakte van 8000 m² met als doel de productie en de tweetal bedrijfspanden momenteel leegstaand. logistiek extra armslag te geven. Door een reorganisatie binnen de Franke Holding in 1997 werd de productieafdeling in België gesloten. Ook de verkoops- en De bedrijfspanden hebben een industriële look met twee bouwlagen en plat dak. logistieke afdeling onderging een herstructurering en sindsdien is het bedrijf enkel Elk van de bedrijvenclusters heeft een gemeenschappelijke parking vóór de nog actief als handelsonderneming met als doel de opslag en de distributie van gebouwen. Achter de site bevinden zich een residentieel woongebied. producten in roestvrij staal op de Belgische markt.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 61 Centraal op de site is naast een garage van het automerk KIA het bedrijf Pluto N.V. gespecialiseerd in nachtkledij gesitueerd. De naastgelegen bedrijfswoning wordt als woning gebruikt, maar heeft geen relatie meer met de bedrijfsactiviteiten.

Zuidelijker bevindt zich een gebouw waarin een tandartsenpraktijk (Dental Clinic Micholt N.V.) en de kringloopwinkel ’t Vierkant gevestigd zijn. In een achtergelegen gebouw is De Grom-Glass Design, een bedrijf gespecialiseerd in glasbewerking, gevestigd. Ook het bedrijf Ecosourcing dat producten en diensten aanbiedt inzake afvaloptimalisatie heeft hier een vestiging.

Het meest zuidelijk gebouw huisvest naast een filiaal van Action aan de voorzijde, een meubelfabriek met bijhorende groot- en kleinhandelsfunctie. De eigenaar plant echter een stopzetting van deze activiteiten.

Ook de gebouwen op deze site hebben een industrieel uitzicht. De bouwhoogte bedraagt in de meeste gevallen twee bouwlagen. Er komen echter ook gebouwen met slechts één of drie bouwlagen voor. Het achtergelegen gebied is open agrarisch gebied.

Beide sites worden van de expresweg gescheiden door een groene berm. De expresweg zelf ligt in het zuiden enkele meters lager dan het maaiveld waardoor er als het ware een tunnel gecreëerd is voor het doorgaande verkeer op de expresweg. De Fernand Tavernestraat verbindt de sites van Ring-Oost en Ring- West met elkaar door middel van een dwarse verbinding over de expresweg.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 62 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 63

Afbeelding [ 28 ] Orthofoto deelplan Ring-Oost/-West

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 64 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE actieprogramma van het PRUP opgenomen, namelijk doelstelling B6: de 4.8.3. BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND bestendiging van kleinhandel op bedrijventerreinen. Dit dient te gebeuren door Het deelplan is grotendeels gelegen in BPA Nijverheidszone A (zie onderdeel 2.6 p. middel van de opmaak van een gemeentelijk RUP. De site ‘Ring-Oost’ staat 27). Dit BPA bestaat in hoofdzaak uit een zone voor nijverheid. Enkele restsnippers aangeduid als een te verdichten bestaand bedrijventerrein. Ook hier zijn veel van liggen nog in de oorspronkelijke zone voor ambachtelijke bedrijvigheid. de activiteiten reeds getransformeerd naar kleinhandel.

4.8.4. SITUERING BINNEN DE GEWENSTE RUIMTELIJKE Er wordt geopteerd om de grootschalige kleinhandel op deze sites te bestendigen, STRUCTUUR VAN HET GRS naast de bestemming ambachtelijke bedrijvigheid en KMO. Op de site Ring-Oost worden in het RUP bijkomend beperkingen opgelegd om een ongestructureerde De sites zijn gelegen langsheen de Expresweg richting Aalst. Deze weg vormt een en ongebreidelde ontwikkeling van grootschalige kleinhandelszaken te onderdeel van de stedelijke ringweg. Het tracé van deze weg is één van de voorkomen. historische lanen die kenmerkend waren voor de verbindingswegen naar Ninove. De laanstructuur wordt waar mogelijk heraangeplant. De sites sluiten ruimtelijk Omdat het BPA Nijverheidszone geen ruimtelijke één-op-één-relatie vertoont met aan bij het stedelijk referentiegebied. Het te ontwikkelen regionaal de gewestplanzonering, worden ‘snippers’ weggewerkt. bedrijventerrein ‘Ter Groeningen’ ligt ten noorden van deze sites.

4.8.5. CATEGORISERING VOLGENS AFWEGINGSKADER GRS Categorie 4 (aansluitend bij nieuw regionaal bedrijventerrein)

4.8.6. GEWENSTE ONTWIKKELING Beide sites vormen integraal onderdeel van het kleinstedelijk gebied wat impliceert dat het beleid hier gericht is op een stedelijke ontwikkeling. De nijverheidszone heeft doorheen de jaren een organische transformatie ondergaan en is vandaag nagenoeg volledig getransformeerd in een kleinhandelslint. Omwille van de omvang of de mobiliteit is een inpassing van deze grootschalige functies vaak niet eenvoudig in het stedelijk kernwinkelgebied. Het beleid op deze site is dan ook gericht op een economische structuurversterking op stedelijke schaal. Er worden kansen geboden aan een breed scala aan bedrijvigheid.

Een aanzienlijk gedeelte van de site ‘Ring-West’ is in het PRUP Afbakening kleinstedelijk gebied aangeduid als een ‘te behouden of te versterken kleinhandelsconcentratie’. De bestendiging hiervan is in het bijhorende

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 65 4.8.7. CONCEPT GRAFISCH PLAN

Afbeelding [ 29 ] Concept grafisch plan deelplan Ring-Oost/-West

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 66 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 4.8.8. DELEGATIEBEVOEGDHEID Gelet op de kleinhandelsproblematiek die hier speelt, is de provincie in principe bevoegd om voor deze materie een plan op te maken. De stad wenst echter op korte termijn een planologische oplossing te bieden voor de kleinhandelsproblematiek. Momenteel kunnen immers geen bijkomende vergunningen meer verleend worden voor kleinhandel. In beroep wordt deze vergunning echter wel verleend. Om een einde te maken aan deze situatie, heeft de stad op 8 november 2016 een delegatieverzoek over het gemeentelijk RUP ‘Paarse vlekjes – Deelplan Ring-Oost/Ring-West’ gericht aan de provincie. In zitting van 22 december 2016 is een delegatie van de provinciale planningsbevoegdheid verleend aan de stad Ninove om het RUP op te maken met het oog op een gemengde ontwikkeling grootschalige kleinhandel – bedrijvigheid, op voorwaarde dat er geen bijkomend aanbod voor kleinhandel voorzien wordt in het deelplan Ring-Oost.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 67 Op het grondgebied van Ninove zijn het Neigembos en Berchembos (GEN nr. 238) en grote delen van de Vallei van de Beverbeek (Muilem) & Duivenbos (GEN nr. 232) [ 5 ] BESTAANDE SECTORALE en van de Vallei van de Dender & de Mark (GEN nr. 222) aangeduid als GEN. RANDVOORWAARDEN 5.1.2. SPECIALE BESCHERMINGSZONES 5.1. DECREET BETREFFENDE HET NATUURBEHOUD EN Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. Deze HET NATUURLIJK MILIEU zogenaamde speciale beschermingszones omvatten alle gebieden die aangewezen zijn op grond van de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. De Europese Het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (21/10/1997 Vogelrichtlijn is bedoeld om alle vogelsoorten in Europa in stand te houden en te en latere wijzigingen) legt de fundamenten voor het natuurbeleid in Vlaanderen. herstellen. Hiervoor zijn onder meer gebieden (zgn. speciale beschermingszones) De ruimtelijke repercussies volgen hoofdzakelijk uit het gebiedsgericht beleid dat afgebakend voor het behoud en herstel van de leefgebieden van de vogelsoorten. wordt behandeld onder hoofdstuk V. Concreet wordt dit doorvertaald in de Op het grondgebied van Ninove zijn geen vogelrichtlijnen aangeduid. afbakening van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN), het Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk (IVON), natuurreservaten en speciale De Europese Habitatrichtlijn streeft naar de instandhouding en het herstel van de beschermingszones (SBZ). Hiernaast bestaat er een wisselwerking tussen de natuurlijke habitats en de wilde fauna en flora in de verschillende lidstaten. Voor ruimtelijke ordening en maatregelen ter bescherming van het natuurlijk milieu de instandhouding en het herstel zijn onder meer speciale beschermingszones zoals verwerving, natuurinrichting, natuurinrichtplannen, etc. Het natuurdecreet afgebakend. Het Neigembos en het Geitebos zijn op het grondgebied van Ninove en eventuele bijhorende uitvoeringsbesluiten kunnen dan ook belangrijke aangeduid als habitatrichtlijngebied. consequenties hebben op het vlak van ruimtelijke ordening.

5.1.1. VEN-IVON 5.1.3. NATUURRESERVATEN De Vlaamse Regering kan terreinen die van belang zijn voor het behoud en de Het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) is een samenhangend en georganiseerd ontwikkeling van natuur en het natuurlijke milieu aanwijzen of erkennen als geheel van de belangrijkste (bestaande of nieuwe) natuur- en bosgebieden, waarin natuurreservaat. In deze natuurreservaten wordt, via een aangepast beheer een een specifiek beleid inzake het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurstreefbeeld behouden of ontwikkeld. In Ninove is de Bovenloop van de natuur wordt uitgevoerd via beschermingsmaatregelen. Het bestaat uit de Grote Grote Molenbeek erkend als natuurreservaat (V-059). Geen van de plangebieden Eenheden Natuur (GEN) en Grote Eenheden Natuur in Ontwikkeling (GENO). De ligt in of nabij dit natuurreservaat. afbakening van het VEN verloopt in twee fasen. In een eerste fase die in 2003 is afgerond, zijn ca. 85.000ha definitief vastgelegd door de Vlaamse Regering. De tweede fase verloopt volledig via de ruimtelijke ordening gezien de consensus hier moeilijker ligt en gelijktijdig ook de afbakening van de agrarische structuur wordt geregeld.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 68 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 5.2. BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART De biologische waarderingskaart (versie 2, 2014), is een inventaris opgemaakt door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) en geeft een indicatie van de biologische waardering van de kateringseenheid op basis van de criteria biotoopzeldzaamheid, biologische kwaliteit, algemene kwetsbaarheid en vervangbaarheid. De biologische waarderingskaart kan een goede inschatting geven of de (groene) gewestplanbestemming nog steeds adequaat is op een specifiek perceel.

De plangebieden zijn overwegend biologisch minder waardevol, met uitzondering van enkele restpercelen van de ambachtelijke zones die bedrijven als reservegronden beschouwen. Het onbebouwde deel van deelplan Krepelstraat staat gekarteerd als biologisch waardevol.

Afbeelding [ 30 ] Gebieden van het VEN (paars) en Habitatrichtlijngebieden (groen)

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 69

Afbeelding [ 31 ] Biologische waarderingskaart ½

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 70 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 71

Afbeelding [ 32 ] Biologische waarderingskaart 2/2

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 72 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 5.3. LANDBOUW

5.3.1. AFBAKENING NATUURLIJKE EN AGRARISCHE STRUCTUUR (AGNAS) In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen stelde de Vlaamse overheid een ruimtelijke visie op voor landbouw, natuur en bos. Het grondgebied van valt binnen de regio Vlaamse Ardennen. De beboste rug van de Vlaamse Ardennen is ruimtelijk structurerend op Vlaams niveau. Landschappelijk is dit één van de waardevolste gebieden in Vlaanderen. Op deze beboste rug en valleiflanken heeft natuur meestal de hoofdfunctie. De vele bronnen, die het begin zijn van talrijke beekjes en dalen, zijn uiterst waardevol en dienen te worden beschermd tegen negatieve factoren.

Landbouw speelt een cruciale rol voor het behoud van de open ruimte op de kouters. In het zuiden, rond Ronse, is het landbouwgebied minder samenhangend door woonlintenrasters en verspreid liggende bosjes. Hier dient de land- en tuinbouw te worden gevrijwaard in een omgeving met afwisseling van natuur-, bos- en woonfuncties. Binnen de open landbouwkamers wordt een ruimtelijk- ecologische basiskwaliteit voor de ecologische infrastructuur tot stand gebracht en wordt de nodige aandacht geschonken aan het behoud en de lokale versterking van de bestaande natuurelementen (voldoende brede perceelsranden van graslanden, ruigten,…).

5.3.1.1. Herbevestigd agrarisch gebied Op 8 mei 2009 keurde de Vlaamse Regering de visie en de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewestplannen voor ca. 29.000ha agrarisch gebied (HAG) en een operationeel uitvoeringsprogramma goed.

Deelplannen Aalstersesteenweg en Krepelstraat liggen volledig in HAG, net als deelplan De Kloef dat nagenoeg volledig in HAG ligt. Deelplan Leopoldstraat en

Deelplan Ring-Oost & Ring-West liggen voor een klein gedeelte in HAG. Afbeelding [ 33 ] Herbevestigd agrarisch gebied 1/2

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 73

Afbeelding [ 34 ] Herbevestigd agrarisch gebied 2/2

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 74 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 5.4. WATERTOETS Het decreet betreffende het integraal waterbeleid (18 juli 2003 en latere wijzigingen) is in het leven geroepen met het oog op het gecoördineerd en geïntegreerd ontwikkelen, beheren en herstellen van watersystemen. Hierbij staan het bereiken van randvoorwaarden die nodig zijn voor het behoud van dit watersysteem als zodanig en het multifunctioneel gebruik, waarbij de behoeften van de huidige en toekomstige generaties in rekening worden gebracht, centraal.

De watertoets is een belangrijk instrument om de overheid in staat te stellen de doelstellingen van het integraal waterbeleid na te streven. Elk ruimtelijk uitvoeringsplan dient hieraan onderworpen te worden. Afbeelding [ 35 ] Waterlopen 5.4.1. WATERTOETSKAARTEN

5.4.1.1. Waterlopen Deelplan ‘Centrum Meerbeke’ en deelplan ‘Voormalig slachthuis Denderwindeke’ grenzen aan een waterloop. Beide waterlopen zijn ingebuisd ter hoogte van het plangebied.

Tabel [ 4 ] Waterlopen DEELPLAN BINNEN PLANGEBIED CENTRUM Moensbroekbeek, categorie 2 (VHAG 6505; O5104) op de MEERBEKE noordelijke zijde van het plangebied; ingebuisd VOORMALIG Naamloos, categorie 2 (VHAG 6350; O5109) op de noordelijke SLACHTHUIS zijde van het plangebied; ingebuisd DENDERWINDEKE

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 75 5.4.1.2. Erosiegevoelige gebieden De afbakening van de erosiegevoelige gebieden heeft tot doel om belangrijke wijzigingen in bodemgebruik, die mogelijk aanleiding kunnen geven tot versnelde afstroming van oppervlaktewater van hellingen en tot afspoeling van bodemdeeltjes, voorafgaandelijk aan een vergunning of de goedkeuring van een plan of programma, voor advies voor te leggen aan bevoegde instantie. Erosiegevoelige gebieden zijn aangeduid in groen. Alle plangebieden zijn minstens deels erosiegevoelig.

Afbeelding [ 36 ] Erosiegevoeligheid 1/2

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 76 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE

Afbeelding [ 37 ] Erosiegevoeligheid 2/2

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 77 Deelplan ‘Centrum Meerbeke’ is gelegen in een zone die sterk gevoelig is voor 5.4.1.3. Grondwaterstromingsgevoelige gebieden grondwaterstroming (type 1). Deelplan ‘Voormalig slachthuis Denderwindeke’ is De kaart met de gebieden die gevoelig zijn voor grondwaterstroming ten behoeve deels gelegen in een zone sterk gevoelig voor grondwaterstroming (N-zijde, type van de watertoets werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er 1), deels in een zone matig gevoelig voor grondwaterstroming (Z-zijde; type 2). De minder of meer aandacht moet uitgaan naar de effecten van ingrepen op de overige deelplannen liggen in een zone matig gevoelig voor grondwaterstroming grondwaterstroming. De richtlijnen voor de watertoets houden rekening met een (type 2). differentiatie van Vlaanderen in 3 types van gebieden, volgens de aard van gevoeligheid voor grondwaterstroming.

Type 1: zeer gevoelig (aangeduid in oranje) De zeer gevoelige gebieden zijn afgebakend aan de hand van de kaart van de Natuurlijk Overstroombare Gebieden (NOG kaart). De NOG-kaart is gebaseerd op de bodemkaart waarbij de bodemprofielen van alluviale, colluviale en poldergronden afgebakend zijn. De NOG gebieden met uitzondering van colluvia zijn afgebakend als type 1-gebied. Indien er in type 1 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 3m of een horizontale lengte van meer dan 50m dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie. Type 2: matig gevoelig (aangeduid in beige) Onder de matig gevoelige gebieden vallen alle gebieden die niet tot type 1 (zeer gevoelig) of type 3 (weinig gevoelig) behoren. Indien er in type 2 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 5m en een horizontale lengte van meer dan 100m dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie. Type 3: weinig gevoelig Onder de weinig gevoelige gebieden vallen alle gebieden waar er een aquitard (meestal een kleilaag) op geringe diepte voorkomt of het grondwaterpeil diep staat en die niet tot type 1 (zeer gevoelig) behoren. Indien er in type 3 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 10m en een horizontale lengte van meer dan 50m dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 78 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE

Afbeelding [ 38 ] Grondwaterstromingsgevoeligheid 1/2

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 79

Afbeelding [ 39 ] Grondwaterstromingsgevoeligheid 2/2

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 80 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 5.4.1.4. Infiltratiegevoelige gebieden De kaart met de infiltratiegevoelige bodems ten behoeve van de watertoets werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er relatief gemakkelijk hemelwater kan infiltreren naar de ondergrond. Infiltratie van hemelwater naar het grondwater is belangrijk omdat daardoor de oppervlakkige afstroming en dus ook de kans op wateroverlast afneemt. Bovendien staat infiltratie in voor de aanvulling van de grondwatervoorraden en zodoende voor het tegengaan van verdroging van watervoerende lagen en van waterafhankelijke natuur. De kaart met infiltratiegevoelige bodems en behoeve van de watertoets werd afgeleid van de bodemkaart. Ze bestaat uit twee types gebieden: . gebieden met de infiltratiegevoelige bodems; . gebieden met de niet-infiltratiegevoelige bodems.

Infiltratiegevoelige gebieden zijn aangeduid in bruin.

De watertoetskaart met infiltratiegevoelige gebieden heeft tot doel om richtinggevend te zijn voor individuele ingrepen op lokaal niveau. Bij dergelijke ingrepen moet beslist worden of de aanleg van infiltratievoorzieningen of waterdoorlatende verhardingen al dan niet zinvol zijn, en of er mogelijk schadelijke effecten kunnen optreden naar het grondwater toe zowel kwantitatief als kwalitatief bij het al dan niet aanleggen van dergelijke voorzieningen.

Deelplan ‘De Kloef’ is gelegen in een zone aangeduid als infiltratiegevoelig, net als het zuidelijke deel van het deelplan ‘Ring-Oost & Ring-West’. De overige deelplannen zijn niet infiltratiegevoelig.

Afbeelding [ 40 ] Infiltratiegevoeligheid 1/2

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 81

Afbeelding [ 41 ] Infiltratiegevoelige gebieden 2/2

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 82 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 5.4.1.5. Overstromingsgevoelige gebieden De kaart met overstromingsgevoelige gebieden werd opgemaakt ten behoeve van de watertoets en geeft de overstromingsgevoelige gebieden tot op perceelsniveau weer. De kaart bevat de effectief overstromingsgevoelige gebieden (donkerblauwe laag) en de mogelijk overstromingsgevoelige gebieden (lichtblauwe laag).

Effectief overstromingsgevoelige gebieden zijn gebieden die recent overstroomd zijn of gebieden die een aanzienlijke kans hebben om te overstromen.

Mogelijk overstromingsgevoelige gebieden zijn gebieden waar alleen overstromingen mogelijk zijn bij zeer extreme weersomstandigheden of falen van waterkeringen zoals bij dijkbreuken.

De kaart van de overstromingsgevoelige gebieden wordt regelmatig geactualiseerd. Op 1 juli 2014 keurden de bevoegde ministers een aangepaste kaart van de overstromingsgevoelige gebieden goed. Op de nieuwe kaart zijn de effectief overstromingsgevoelige gebieden geactualiseerd en geoptimaliseerd op basis van meer recente en accurate modelleringsgegevens. Voor de mogelijk overstromingsgevoelige gebieden zijn aanpassingen gebeurd voor de mijnverzakkingsgebieden, voor de gebieden die van nature overstroombaar zijn vanuit de zee en voor sterk opgehoogde terreinen.

Geen van de deelplannen is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied, hoewel deelplan ‘Centrum Meerbeke’ er wel aan grenst (zuidwestelijke zijde). Deelplannen ‘Ring-Oost & Ring-West’ en ‘Leopoldstraat’ liggen deels in mogelijks overstromingsgevoelig gebied. De overige plangebieden liggen niet in overstromingsgevoelig gebied.

Afbeelding [ 42 ] Overstromingsgevoeligheid (2014) 1/2

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 83

Afbeelding [ 43 ] Overstromingsgevoeligheid (2014) 2/2

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 84 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 5.4.1.6. Winterbedkaart De winterbedkaart duidt de belangrijke overstromingsgebieden langs bevaarbare waterlopen aan. Doel van de winterbedkaart is het aanduiden van de gebieden waar veranderingen van bodemgebruik aanleiding kunnen geven tot een gewijzigd afvoergedrag in geval van overstroming van het gebied. Een verandering in het bodemgebruik van deze gebieden kan leiden tot een gewijzigd afvoergedrag in ge val van overstroming van het gebied. Zo zullen bij eenzelfde overstroming hogere waterpeilen optreden in een bebost valleigebied dan in een niet bebost gebied.

Geen van de plangebieden is gelegen in een zone voor winterbedding.

5.4.1.7. Kaart met hellingen De hellingenkaart ten behoeve van de watertoets geeft in een raster van 5 op 5 meter de helling (in %) van het terrein weer. De hellingenkaart werd ingedeeld in 4 klassen: . hellingen kleiner dan 0,5% (donkergroen); . hellingen van 0,5 tot 5% (lichtgroen); . hellingen van 5 tot 10% (oranje); . hellingen groter dan 10% (rood).

De plangebieden zijn overwegend vlak. Het deelplan ‘Ring-Oost & Ring-West’ kent centraal wel twee sterke hellingen. Dit is de expresweg die uitgegraven is ten opzichte van het omliggende maaiveld. Het deelplangebied ‘Aalstersesteenweg’ kent een sterke helling langs zuidzijde van het gebied.

Afbeelding [ 44 ] Hellingenkaart 1/2

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 85

Afbeelding [ 45 ] Hellingenkaart 2/2

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 86 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 5.4.1.8. Zoneringsplan VMM Met uitzondering van deelplan ‘De Kloef’, ‘Krepelstraat’ en ‘Aalstersesteenweg’ die gelegen zijn in collectief te optimaliseren buitengebied zijn alle deelplannen gelegen in centraal gebied.

Afbeelding [ 46 ] Zoneringsplan VMM 1/2

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 87

Afbeelding [ 47 ] Zoneringskaart VMM 2/2

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 88 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE afgevoerd wordt. De vigerende wetgeving omtrent integraal waterbeleid zal 5.4.2. BEOORDELING VAN DE EFFECTEN OP HET volstaan om ervoor te zorgen dat mogelijke effecten op het overstromingsregime WATERSYSTEEM niet als ‘aanzienlijk’ beschouwd kunnen worden.

5.4.2.1. Waterlopen Zo zal de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, Op de waterlopen die op de grens van de plangebieden lopen, is de volgende infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater wetgeving van toepassing: en hemelwater nageleefd moeten worden. Rekening houdende met deze . Wet op onbevaarbare waterlopen van 28/12/1967 artikel 17 §1 en 2 die stedenbouwkundige verordening die ook van toepassing zijn op de werken die in stelt dat aangelanden van de geklasseerde waterlopen verplicht zijn, verdere uitvoering van het ruimtelijk uitvoeringsplan kunnen uitgevoerd worden, zonder recht op schadevergoeding binnen een strook van 5 m: zal de mogelijke impact op de waterhuishouding beperkt blijven. - Doorgang te verlenen aan de waterloopbeheerder; - op hun eigendommen de maai- en ruimingsspecie te aanvaarden Binnen de stedenbouwkundige voorschriften worden de principes van duurzaam afkomstig uit de waterloop, voor zover deze producten niet waterbeheer opgelegd. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met schadelijk zijn voor het milieu; de doelstellingen van het artikel 5 van het decreet Integraal Waterbeleid. - werktuigen en materialen nodig voor het uitvoeren van werken 5.4.2.3. Wijziging van de infiltratie- en afstromingshoeveelheid aan de waterloop te laten plaatsen; . wet op onbevaarbare waterlopen van 28/12/1967 artikel 12 en 14 die De kaart met infiltratiegevoelige gebieden toont dat de plangebieden ‘De Kloef’ en stellen dat buitengewone werken van verbetering of wijziging aan ‘Ring-Oost & Ring-West’ al dan niet deels infiltratiegevoelig zijn wat inhoudt dat geklasseerde waterlopen maar mogen uitgevoerd worden na machtiging deze gebieden theoretisch geschikt zijn voor infiltratie van hemelwater in de van de deputatie; bodem. . provinciaal reglement 27/05/1955 artikel 15 dat stelt dat het verboden is beplantingen, bouwwerken of herstellingen aan (oud) geklasseerde In voorliggend RUP blijven bijkomende bebouwing en verharding mogelijk waterlopen binnen een strook van 3 m vanaf uiterste boord zonder waardoor de infiltratie- en afstromingshoeveelheid van hemelwater kan wijzigen. voorafgaande toelating van het gemeentebestuur. Om mogelijke effecten ten gevolge van het voorliggende ruimtelijk uitvoeringsplan op het watersysteem te verhelpen, worden volgende maatregelen genomen: 5.4.2.2. Wijziging van het overstromingsregime . Stedenbouwkundige aanvragen na inwerkingtreding van voorliggend Geen van de deelplannen is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied. Het ruimtelijk uitvoeringsplan dienen minstens te voldoen aan de vigerende algemene uitgangsprincipe van het RUP is de ‘brede’ bestemming ambachtelijke gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, zone te verfijnen of te herbestemmen. Bijkomende verhardingen zijn echter nog infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van steeds mogelijk. Er dienen bijgevolg maatregelen genomen te worden opdat het afvalwater en hemelwater. Prioriteit dient daarbij uit te gaan naar hemelwater dat op de verharde zone terecht zal komen, op het terrein zelf hergebruik van hemelwater (bijvoorbeeld sanitair) en vervolgens naar hergebruikt wordt, natuurlijk infiltreert of gebufferd en vervolgens vertraagd infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer;

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 89 . het hemelwater dient vertraagd te worden afgevoerd; Indien er in type 1 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een . het gebruik van waterdoorlatende materialen wordt aangemoedigd, diepte van meer dan 3m of een horizontale lengte van meer dan 50m dient advies tenzij dit om functionele of praktische redenen niet aangewezen is of aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie. vanuit andere regelgeving niet toegestaan is; - Waterdoorlatende materialen moeten geplaatst worden op een Indien er in type 2 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een waterdoorlatende funderingslaag; diepte van meer dan 5m en een horizontale lengte van meer dan 100m dient - bij de waterdoorlatende verhardingen moet infiltratie mogelijk advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie. gemaakt worden door deze verhardingen zonder helling of 5.4.2.6. Kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater zonder afvoergoten aan te leggen en door opstaande randen te De plangebieden zijn niet gelegen in een waterwingebied. Er kan verwacht worden voorzien die het versneld afstromen beletten; dat de bestemming van het ruimtelijk uitvoeringsplan geen activiteiten zullen - indien de waterdoorlatende verhardingen niet kunnen voortbrengen die een significante invloed hebben op de kwaliteit van het aangelegd worden volgens de bovenstaande voorwaarden dan watersysteem. moeten deze verhardingen beschouwd worden als normale

verharde oppervlakken waarvan het hemelwater moet Voor het centraal gebied is er reeds een verbinding met een operationele afgevoerd worden naar de infiltratiezones. waterzuiveringsinstallatie en is er steeds aansluitingsplicht op de afvalwaterriool. 5.4.2.4. Wijziging van het erosiegedrag Hiervan kan enkel worden afgeweken als deze aansluiting dient te gebeuren via De plangebieden zijn deels erosiegevoelig. Er zijn geen aanwijzingen dat het RUP gronden van derden. In dat geval moet een individuele behandelingsinstallatie effecten zal hebben op erosiegedrag. voor afvalwater (IBA) geïnstalleerd worden. Een aansluiting van het afvalwater op de afvalwaterriool via een pomp is technisch haalbaar en is dus geen reden om af 5.4.2.5. Wijziging van de grondwaterstroming te wijken van de aansluitingsplicht. Voor de deelplannen gelegen in collectief te De plangebieden liggen niet binnen een beschermingszone in het kader van een optimaliseren buitengebied grondwaterwinning.

In het collectief te optimaliseren buitengebied (deelplannen ‘De Kloef’ en Met grondwaterstroming wordt de laterale beweging van grondwater doorheen ‘Aalstersesteenweg’) is momenteel geen mogelijkheid om aan te sluiten op een de ondergrond en de toestroming van kwel bedoeld. Voor de watertoets is de openbare riolering die verbonden is met een operationele ondiepe grondwaterstroming van belang. Deze stroming kan immers beïnvloed of waterzuiveringsinstallatie. In deze zone wordt op termijn wel een collectieve verstoord worden door ondergrondse constructies. zuivering van het afvalwater (via riolering) voorzien. In afwachting van de aanleg

van riolering moet het afvalwater minstens voorbehandeld worden in een De plangebieden zijn gelegen in zones die zeer of matig gevoelig zijn voor septische put. De septische put moet in dat geval zowel het grijs afvalwater (bad, grondwaterstroming. douche, wasmachine, keuken) als het zwart afvalwater (toilet) verwerken.

Wanneer de privéwaterafvoer dan wordt aangesloten op de aangelegde riolering,

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 90 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE kan de put (indien toegelaten door de rioolbeheerder) geheel of gedeeltelijk worden kortgesloten.

5.4.3. CONCLUSIE Indien bovenstaande maatregelen in acht genomen worden zullen de gevolgen van het RUP op de waterhuishouding beperkt zijn en kan gesteld worden dat voorliggend plan geen aanzienlijk negatieve effecten zal hebben op het watersysteem. Dit neemt echter niet weg dat bij de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning het advies aan de bevoegde instanties gevraagd moet worden.

5.5. BODEM Onderstaande kaarten geven de bodemtypologie voor elk deelplangebied weer. De bodem van de deelplangebieden is ofwel antropogeen verstoord of bestaat uit (zand)leemgronden.

Geen van de plangebieden is gesitueerd in een grondwaterwingebied of een – beschermingszone.

Afbeelding [ 48 ] Bodemkaart 1/2

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 91

Afbeelding [ 49 ] Bodemkaart 2/2

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 92 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 5.6.1.1. Inventaris bouwkundig erfgoed 5.6. ONROERENDERFGOEDDECREET De inventaris van het bouwkundig erfgoed biedt een uitgebreid wetenschappelijk Onroerend erfgoed is het geheel van monumenten, archeologische sites, overzicht van het bouwkundig patrimonium met erfgoedwaarde in Vlaanderen. cultuurhistorische landschappen en stads- en dorpsgezichten. Vanaf 1 januari 2015 Het gaat daarbij niet alleen om kerken en kastelen, maar ook bijvoorbeeld om geldt één overkoepelende regelgeving, namelijk het decreet van 12 juli 2013 volkscafés, kapelletjes en oude fabriekspanden. betreffende het onroerend erfgoed (Onroerenderfgoeddecreet), dat verder wordt 5.6.1.2. Landschapsatlas uitgewerkt in het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 betreffende de De Landschapsatlas biedt een overzicht van overblijfselen uit vroegere tijden die uitvoering van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 nog getuigen van de toestand die toenmaals was. Naargelang de (Onroerenderfgoedbesluit). verschijningsvorm, wordt een onderscheid gemaakt tussen puntrelicten, lijnrelicten en relictzones. 5.6.1. INVENTARISSEN 5.6.1.3. Inventaris archeologische zones Sinds 1 januari 2015 is het Onroerenderfgoeddecreet van kracht. Het decreet voorziet de vaststelling van vijf inventarissen: De inventaris van archeologische zones brengt in kaart in welke gebieden . De inventaris van het bouwkundig erfgoed; archeologische resten of sporen in de grond zitten. Bij de selectie van zones spelen . de landschapsatlas; twee elementen een belangrijke rol: er moet een goede aanwijzing zijn voor de . de inventaris van de archeologische zones; aanwezigheid van archeologisch erfgoed en er moet een goede aanwijzing zijn d at . de inventaris van houtige beplantingen met erfgoedwaarde; dit erfgoed nog voldoende bewaard is om archeologische waarde te hebben. . de inventaris van historische tuinen en parken. 5.6.1.4. Inventaris van houtige beplantingen met erfgoedwaarde

Bomen en struiken die bijzonder oud, groot of zeldzaam zijn of die een historische Er wordt een onderscheid gemaakt tussen geïnventariseerd en vastgesteld betekenis hebben, kunnen een plaats krijgen in de inventaris van houtige onroerend erfgoed. Geïnventariseerd onroerend erfgoed is opgenomen in een beplantingen met erfgoedwaarde. wetenschappelijke inventaris. Zo’n opname heeft geen rechtsgevolgen. Het goed wordt enkel beschreven en gedocumenteerd. Vastgesteld onroerend erfgoed is 5.6.1.5. Inventaris van historische tuinen en parken opgenomen in de inventaris én via een juridische procedure ‘vastgesteld’. Bij een In de inventaris van historische tuinen en parken vind je zowel bescheiden vastgesteld item moet de overheid, eigenaar of beheerder rekening houden met voortuinen en villatuinen als stadsparken en kasteeldomeinen. bepaalde rechtsgevolgen, die verschillen naargelang de inventaris. 5.6.2. BESCHERMINGEN De vaststelling van een inventaris is een van de instrumenten die de Vlaamse Het Onroerenderfgoeddecreet voorziet vier mogelijke beschermingsstatuten: overheid kan inzetten om onroerend erfgoed te behouden. Hiermee bevestigt de . Een beschermd monument; bevoegde minister dat alle erfgoeditems op een vastgestelde lijst erfgoedwaarde . een beschermd cultuurhistorisch landschap; bezitten en nog altijd bewaard zijn. . een beschermd stads- of dorpsgezicht;

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 93 . een beschermde archeologische site.

5.6.2.1. Beschermd monument Een beschermd monument is een onroerend goed dat van algemeen belang is vanwege zijn erfgoedwaarde.

5.6.2.2. Beschermd cultuurhistorisch landschap Een cultuurhistorisch landschap is een gebied dat weinig bebouwd is en erfgoedwaarde bezit, waardoor het van algemeen belang is.

5.6.2.3. Beschermd stads- of dorpsgezicht De term stads- of dorpsgezicht duidt op een groepering van onroerende goederen met de omgevende bestanddelen die door hun erfgoedwaarde van algemeen belang zijn.

5.6.2.4. Beschermde archeologische site Op een archeologische site gaat het niet alleen om de sporen en restanten van menselijke activiteit uit het verleden, maar ook over de context waarin ze worden aangetroffen en de relaties tussen de objecten, sporen en vondsten.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 94 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 5.6.3. ONROEREND ERFGOED BINNEN DE PLANGEBIEDEN Enkel in deelplan ‘Centrum Meerbeke’ is onroerend erfgoed aanwezig. In de overige deelplannen is er noch binnen het plangebied, noch in de nabije omgeving onroerend erfgoed gekend.

De voormalige stoommouterij en -brouwerij (aangeduid als 9426) is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Een opname in deze inventaris bekent dat geijverd dient te worden voor het behoud van het gebouw. Het woonhuis dat bij de stoommouterij en –brouwerij hoort (Sint-Pietersstraat 3; aangeduid met ‘A’) is erkend als beschermd monument. Dit houdt in dat alle werken, zowel aan het exterieur als aan het interieur ter goedkeuring voorgelegd dienen te worden aan het Agentschap Onroerend Erfgoed.

Het noordoostelijke deel van de site is opgenomen als beschermd dorpsgezicht (gearceerde aanduiding). Wijzigingen aan het exterieur van gebouwen in beschermd dorpsgezicht dienen aan het Agentschap Onroerend Erfgoed ter goedkeuring voorgelegd te worden; voor interieurwerken is deze goedkeuring niet vereist. Niet enkel de woning op Sint-Pietersstraat 1, maar ook de tuinzone ligt volledig binnen dit beschermd dorpsgezicht. De bedoeling hiervan is de vrijwaring van het doorzicht op de stoommouterij en –brouwerij vanop de Halsesteenweg.

Afbeelding [ 50 ] Onroerend erfgoed deelplan Centrum Meerbeke

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 95 hectare (site Leopoldstraat). Ze zijn afzonderlijk niet structuurbepalend voor de ruimtelijk-economische structuur van de gemeente Ninove maar kunnen lokaal [ 6 ] ONDERZOEK TOT wel een structuurbepalende rol vervullen. Met het RUP wordt de planologische MILIEUEFFECTRAPPORTAGE bestemming geüpdatet; door economische transitie zijn sommige sites geëvolueerd naar een andere bestemming. Deze bestemming is vaak beter 6.1. ONDERZOEK TOT SCREENINGSPLICHT inpasbaar in het weefsel dan de zuivere bedrijvigheid. Gelet op de beperkte omvang van de sites, gaat het steeds om activiteiten gericht op de lokale markt. Bij dit onderzoek tot screeningsplicht wordt nagegaan of het plan al dan niet van Het uitgangspunt voor het bepalen van de ontwikkelingsperspectieven is steeds de rechtswege onderworpen is aan de plan-MER-plicht. Daarbij wordt een bestaande planologische en feitelijke toestand. De planologische wijzigingen zijn onderscheid gemaakt tussen twee groepen van plannen en programma’s: bijgevolg vaak beperkt (verbreden of vernauwen van de planologische

mogelijkheden) waardoor ze als ‘kleine wijzigingen’ beschouwd kunnen worden. Groep A

Plannen en programma’s, of de wijzigingen ervan, die tegelijkertijd: De deelplannen Ring-Oost en Ring-West omvatten een gebied van ± 18,4 hectare . Betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, waardoor dit gebied niet als ‘klein gebied op lokaal niveau’ beschouwd kan vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme worden. Planologisch gezien maakt het RUP slechts een ‘kleine wijziging’ mogelijk. en ruimtelijke ordening of grondgebruik (een RUP voldoet per definitie Vandaag zijn de deelplannen bestemd voor nijverheid. Door economische transitie aan deze voorwaarde); hebben veel bedrijven de functie kleinhandel gekregen – op het moment dat een . een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor één of dergelijke functiewijziging nog niet vergunningsplichtig was of door het verkrijgen meerdere projecten die worden opgesomd in bijlage I, II of III van het BVR van een vergunning in beroep. Met het plan zal kleinhandel planologisch van 10 december 2004; toegelaten worden in bepaalde zones. In de praktijk betekent dit nagenoeg geen . een kader vormen voor projecten die niet het gebruik regelen van een wijziging, gezien de kleinhandel vandaag al aanwezig is en met het RUP louter klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhouden. bestendigd wordt.

Het RUP omvat mogelijk functies of activiteiten die het kader vormen voor Groep B vergunningen aangaande projecten opgesomd in bijlage III, meer bepaald onder Plannen en programma’s, of de wijzigingen ervan waarvoor, gelet op de mogelijke rubriek 10b ‘Stadsontwikkelingsprojecten, met inbegrip van de bouw van betekenisvolle effecten op speciale beschermingszones, een passende winkelcentra en parkeerterreinen (projecten die niet onder bijlage II vallen)’. beoordeling vereist is. Een passende beoordeling moet worden opgemaakt

wanneer aan volgende voorwaarden is voldaan: De meeste deelplannen kunnen echter beschouwd worden als ‘kleine gebieden op . Het voorgenomen plan heeft niet te maken met het beheer van een lokaal niveau’. Planologisch gezien betreft het kleine zones die vandaag bestemd speciale beschermingszone (SBZ); voor kleine en middelgrote ondernemingen. De oppervlakte van de zones . op basis van de voortoets kan een betekenisvolle aantasting van de afzonderlijk varieert van enkele duizenden vierkante meters tot ongeveer drie beschermde habitats of soorten uit de SBZ niet worden uitgesloten;

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 96 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE . het gaat niet om een klein gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging. . Het verschil tussen de mogelijkheden van het geldende verordenende plan en de mogelijkheden van het voorgenomen plan is voor heel het Op het grondgebied van Ninove of in de buurgemeenten komen geen planonderdeel gelijk; Vogelrichtlijngebieden voor. De meest nabijgelegen speciale beschermingszone . de verhouding tussen de bestaande toestand en de mogelijkheden uit het betreft ‘Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuidvlaamse bossen’ voorgenomen RUP is voor heel het planonderdeel gelijk. (BE2300007) waarvan drie zones op het grondgebied van Ninove voorkomen. De

plangebieden in voorliggend RUP liggen op geruime afstand van de speciale beschermingszone. Het meest nabijgelegen plangebied betreft ‘Centrum

Meerbeke’ en ligt in vogelvlucht op 1,15 km afstand van de speciale - BESCHRIJVING beschermingszone. Er kan bijgevolg gesteld worden dat het RUP niet in of in de invloedssfeer van een speciale beschermingszone in de zin van een DEELPLAN PLAN ONDERDEEL

Vogelrichtlijngebied of een Habitatrichtlijngebied. Bovendien betreft het om kleine A Verfijnen van de zone voor lokale bedrijvigheid gebieden op lokaal niveau zoals aangetoond in de vorige paragraaf. Geconcludeerd B Bestendiging van de woonkavel wordt dat er overeenkomstig het decreet betreffende het natuurbehoud en het

DE KLOEF natuurlijk milieu geen passende beoordeling vereist is. C Bestendiging van het agrarisch gebied

6.1.1. CONCLUSIE A Verbreden van de ambachtelijke zone naar grootschalige kleinhandel Het onderzoek tot screeningsplicht heeft uitgewezen dat voor dit RUP geen plan- MER van rechtswege noodzakelijk is. Het RUP vormt weliswaar mogelijk het kader

MEERBEKE voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I, II CENTRUM B Herbestemmen van de ambachtelijke zone naar zone voor wonen of III van het BVR van 10 december 2004, maar het RUP regelt het gebruik van een

klein gebied op lokaal niveau en/of houdt slechts een kleine wijziging in en is A Verbreden van de ambachtelijke zone naar kleinhandel bijgevolg screeningsgerechtigd. Herbestemmen van de woonzone naar zone voor lokale bedrijvigheid en B kleinhandel

6.2. VOORGENOMEN WIJZIGINGEN TEN OPZICHTE VAN ENTRUM

C HET GELDEND PLAN Herbestemmen van de ambachtelijke zone naar zone voor

DENDERWINDEKE C kernversterking 6.2.1. PLANONDERDELEN Een planonderdeel is een gedeelte van het grafisch plan van het RUP waarvoor het volgende geldt:

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 97 6.3. INSCHATTING VAN DE GRADATIE VAN DE IMPACT

PER PLANONDERDEEL

A Verfijnen van de zone voor lokale bedrijvigheid Om te bepalen of enerzijds de procedure ‘onderzoek tot onderzoek tot milieueffectrapportage’ kan worden doorlopen of anderzijds de opmaak van een

SLACHTHUIS SLACHTHUIS VOORMALIG B Herbestemmen van woonzone naar zone voor lokale bedrijvigheid plan-MER moet worden opgestart, wordt elk planonderdeel aan de hand van de

DENDERWINDEKE onderstaande drie indicatoren getoetst naar zijn impact ten aanzien van het huidige geldende plan, met name: A Herbestemmen van ambachtelijke zone naar zone voor landelijk wonen . Activiteiten: de mate waarin het voorgenomen plan andere activiteiten stedenbouwkundig vergunbaar maakt binnen het planonderdeel; B Herbestemmen van ambachtelijke zone naar natuurgebied . bodemafdekking: de mate waarin het voorgenomen plan een wijziging

KREPELSTRAAT toelaat van de bodemafdekking binnen het planonderdeel; . bestaande toestand: de mate waarop het voorgenomen plan omgaat met A Verfijnen van de zone voor lokale bedrijvigheid de huidige stedenbouwkundig vergunde of vergund geachte toestand

STRAAT LEOPOLD binnen het planonderdeel.

Herbestemmen van ambachtelijke zone naar zone voor ontsluiting en - A parking met nabestemming ambachtelijke bedrijven Op basis van de scores wordt bepaald of kan gestart worden met de procedure ‘onderzoek tot milieueffectrapportage’ of de opmaak van een plan-MER. Herbestemmen van de groenbuffer naar zone voor ontsluiting en parking

STEENWEG AALSTERSE B Tabel [ 5 ] Indicatoren inschatting van de gradatie van de impact per met nabestemming ambachtelijke bedrijven planonderdeel

A Verbreden van de ambachtelijke zone naar grootschalige kleinhandel

Beperkt verbreden van de ambachtelijke zijn naar grootschalige

IMPACT

-

B - detailhandel

OOST

WEST

-

-

RING VERWACHTE MILIEU ACTIVITEITEN BODEM AFDEKKING BESTAANDE TOESTAND RING C Bestendiging van de ontsluitingsstructuur er worden geen andere er wordt geen wijziging het voorgenomen plan D Grenscorrecties activiteiten van de totale heeft enkel tot doel de stedenbouwkundig bodemafdekking bestaande 0 vergunbaar gemaakt voorzien stedenbouwkundig vergunde of vergund geachte toestand te Geen impact bevestigen

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 98 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE er worden andere er worden wijzigingen het voorgenomen plan Herbestemmen van de woonzone activiteiten voorzien in de totale heeft tot doel de B 1 0 1 naar zone voor lokale stedenbouwkundig bodemafdekking, maar bestaande bedrijvigheid en kleinhandel vergunbaar maar deze deze is ofwel niet stedenbouwkundig

sluiten ofwel nauw aan omvangrijk in vergunde of vergund Herbestemmen van de 1 bij de huidige oppervlak, of stelt enkel geachte toestand te C 1 0 0 ambachtelijke zone naar zone vergunbare activiteiten een beperking van de bevestigen, en laat ook voor kernversterking of houden enkel de totale bodemafdekking bijkomende

uitsluiting van bepaalde tov het geldend plan ontwikkelingen toe die Verfijnen van de zone voor lokale activiteiten in voor nauw aansluiten bij de A 0 0 0 Beperkte impact bestaande toestand bedrijvigheid de toegelaten de totale het voorgenomen plan Herbestemmen van woonzone activiteiten zijn grondig bodemafdekking neemt heeft tot doel om de

SLACHTHUIS SLACHTHUIS VOORMALIG B 1 0 1 naar zone voor lokale

verschillend tussen het toe met een grote bestaande DENDERWINDEKE bedrijvigheid 2 voorgenomen plan en oppervlakte stedenbouwkundige

het geldend plan vergunde of vergund Herbestemmen van geachte toestand te A 2 0 1 ambachtelijke zone naar zone Impact verwijderen voor landelijk wonen

Herbestemmen van Tabel [ 6 ] Inschatting van de gradatie van de impact per planonderdeel B 2 1 2 ambachtelijke zone naar KREPELSTRAAT natuurgebied

BODEM- BEST. ACTIVI- Verfijnen van de zone voor lokale 0 0 0 - AFDEK- TOES- BESCHRIJVING A TEITEN bedrijvigheid

STRAAT

KING TAND LEOPOLD

DEELPLAN PLAN ONDERDEEL Herbestemmen van

Verfijnen van de zone voor lokale ambachtelijke zone naar zone

A 0 0 0 bedrijvigheid A 2 2 2 voor ontsluiting en parking met nabestemming ambachtelijke 0 0 0 Bestendiging van de woonkavel B STEENWEG bedrijven

- Herbestemmen van de DE KLOEF Bestendiging van het agrarisch C 0 0 0 groenbuffer naar zone voor gebied B 2 2 2 ontsluiting en parking met Verbreden van de ambachtelijke

AALSTERSE nabestemming ambachtelijke A 1 0 0 zone naar grootschalige bedrijven kleinhandel Verbreden van de ambachtelijke

Herbestemmen van de A 1 0 0 zone naar grootschalige

CENTRUM 2 0 1 ambachtelijke zone naar zone MEERBEKE B kleinhandel

OOST

WEST

- voor wonen - Beperkt verbreden van de

RING RING 1 0 0 ambachtelijke zone naar Verbreden van de ambachtelijke B A 1 0 0 zone naar grootschalige grootschalige kleinhandel

EKE

UM

DENDE

RWIND CENTR kleinhandel

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 99 Bestendiging van de samen met de relevante onderdelen van Hoofdstuk [ 5 ] Bestaande sectorale C 0 0 0 ontsluitingsstructuur randvoorwaarden gelezen te worden.

D 0 0 0 Grenscorrecties De mogelijke effecten voor de verschillende disciplines worden als volgt beoordeeld:

/ Niet relevant Uit bovenstaande inschatting kan geconcludeerd worden dat voor dit RUP de G geen effect of een zeer minimaal effect procedure ‘onderzoek tot milieueffectrapportage’ doorlopen kan worden na te NN aanzienlijk negatief effect gaan of het RUP geen aanzienlijke milieueffecten teweeg zal brengen. N negatief effect P positief effect 6.4. ONDERZOEK TOT MILIEUFFECTRAPPORTAGE PP aanzienlijk positief effect 6.4.1. AANDACHTSPUNTEN VANUIT DE HUIDIGE TOESTAND Daar waar nuttig, is een opsplitsing gemaakt per planonderdeel. Indien deze VAN HET MILIEU opsplitsing niet relevant is, worden alle planonderdelen samen gescreend. Een uitgebreide bespreking van de bestaande feitelijke toestand is terug te vinden in Hoofdstuk [ 4 ] van deze nota. De elementen die de huidige toestand van het milieu in en rond het plangebied bepalen, zijn onderzocht bij de beschrijving van de bestaande juridische toestand (Hoofdstuk [ 5 ] van voorliggende nota). In onderstaande tabel is deze informatie gecondenseerd weergegeven.

Op basis van dit onderzoek en gelet op de doelstelling, reikwijdte en detailleringsgraad van dit RUP zijn er geen specifieke aandachtspunten die in rekening gebracht moeten worden bij het beschrijven en onderzoek van de mogelijke milieueffecten.

6.4.2. VERMOEDEN VAN AANZIENLIJKE MILIEUEFFECTEN Onderstaande screening omvat per deelplan het onderzoek naar het al dan niet voorkomen van aanzienlijke milieueffecten ten gevolge van het voorgenomen plan. In de tabel worden de mogelijke milieueffecten besproken voor de disciplines die van toepassing zijn op het planonderdeel. De te behandelen disciplines zijn bepaald op basis van een vragenlijst, opgenomen in de handleiding plan-m.e.r. voor ruimtelijke uitvoeringsplannen (versie 2.2, 11.08.2009). Deze tabel dient

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 100 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE bouwhoogte, de toegelaten activiteiten en het aantal 6.5. DEELPLAN DE KLOEF bedrijfswoningen planologisch verankerd. . Het planonderdeel is aangeduid als HAG. Het betreft hier duidelijk RUIMTELIJKE ORDENING geen ‘herbevestiging’ van de agrarische functie gezien het planonderdeel op het gewestplan reeds aangeduid is als Beschrijving van de referentiesituatie ambachtelijke zone en dus reeds decennia geen landbouwfunctie meer heeft. Het plangebied is gelegen binnen het gewestplan Aalst – Ninove – Planonderdeel B Geraardsbergen – Zottegem (KB 30/05/1978, gewijzigd 13/09/1995). . De functie van het planonderdeel blijft ongewijzigd. Dit onderdeel Planonderdeel A kan aanzien worden als een grenscorrectie ten opzichte van de . Zone voor ambachtelijke bedrijvigheid, kleine en middelgrote bestaande planologische toestand waarbij de kavel in twee ondernemingen op het gewestplan gewestplanzoneringen gelegen is. . De zone is grotendeels bebouwd . Het planonderdeel is aangeduid als HAG, net als de rest van het Planonderdeel B woonlint langsheen de Edingsesteenweg. Het betreft hier duidelijk . Deels zone voor ambachtelijke bedrijvigheid, deels zone voor geen ‘herbevestiging’ van de agrarische functie gezien het landelijk wonen op het gewestplan planonderdeel op het gewestplan reeds aangeduid is als woonzone . Op de zone bevindt zich één eengezinswoning en dus reeds decennia geen landbouwfunctie meer heeft. Planonderdeel C Planonderdeel C . Landschappelijk waardevol agrarisch gebied op het gewestplan. . De functie van het planonderdeel blijft ongewijzigd. Het HAG wordt . Het gebied is vrij van constructies nogmaals bevestigd. Nagenoeg het hele plangebied is aangeduid als Herbevestigd Agrarisch Gebied. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de feitelijke referentiesituatie Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische referentiesituatie Planonderdeel A . De bestaande toestand wordt grotendeels bevestigd, maar er Als basis wordt het afwegingskader voor bestaande kleinschalige worden bijkomende ruimtelijke beperkingen opgelegd teneinde de bedrijventerreinen uit het GRS gehanteerd. ruimtelijke inpasbaarheid veilig te stellen. Zo worden de Planonderdeel A bouwhoogte, de toegelaten activiteiten en het aantal . De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone zorgt bedrijfswoningen planologisch verankerd. ervoor dat de mogelijkheden op het terrein zeer groot zijn. Één van Planonderdeel B & C de uitgangspunten van het RUP bestaat erin de ruimtelijke . Het plan bestendigt de bestaande toestand. inpasbaarheid van de sites veilig te stellen. Zo worden de bouwhoogte, de toegelaten activiteiten en het aantal Evaluatie en beoordeling bedrijfswoningen planologisch verankerd. . Het plangebied is gelegen in HAG en tevens in ambachtelijke . De functie van het planonderdeel blijft ongewijzigd, maar er worden zone. Het RUP wijzigt in se niets voor het HAG gezien. P bijkomende ruimtelijke beperkingen opgelegd teneinde de Bebouwing mogelijk was in ambachtelijke zone en dat ook ruimtelijke inpasbaarheid veilig te stellen. Zo worden de blijft met het RUP.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 101 . Het RUP bakent de zone voor lokale bedrijvigheid eenduidig af beperkt. Hierdoor wordt de ontwikkeling beter dan vandaag en legt inrichtingsbeperkingen op teneinde de ruimtelijke landschappelijk ingepast. inpasbaarheid van de site in de omgeving te waarborgen, daar . Het terrein is reeds grotendeels bebouwd. Het RUP gaat uit van een waar het gewestplan louter algemene stedenbouwkundige landschappelijke inkleding van de zone voor lokale bedrijvigheid voorschriften voorziet. waarbij langs de zijde van het woonlint en het achterliggende open De planologische aanpassingen die het RUP oplegt zullen een positief landschap gewerkt wordt met een dense groenbuffer. Ten aanzien effect hebben op de ruimtelijke ordening. van de zuidelijke zijde wordt gewerkt met een groenscherm dat voor visuele afscherming van de site zorgt. De bouwhoogte wordt tevens beperkt. Hierdoor wordt de ontwikkeling beter dan vandaag landschappelijk ingepast. LANDSCHAPPEN, ONROEREND ERFGOED EN ARCHEOLOGIE Planonderdeel B & C . Het RUP bevestigt louter de bestaande toestand en genereert Beschrijving van de referentiesituatie bijgevolg geen aanzienlijke milieueffecten. . In of in de nabije omgeving van het plangebied bevindt zich geen Evaluatie en beoordeling onroerend erfgoed (noch geïnventariseerd, noch beschermd). . In of in de nabije omgeving van de plangebieden zijn geen CAI-items Gezien de afwezigheid van onroerend erfgoed, de landschappelijk aanwezig. inkleding van de bedrijfsactiviteiten, en rekening houdend met de G Planonderdeel A & B vigerende wetgeving archeologie, kan gesteld worden dat het plan . De site is reeds grotendeels bebouwd. heeft geen aanzienlijk negatieve effecten op het landschap, het Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke onroerend erfgoed of de archeologie. referentietoestand De kans op verstoring van archeologische erfgoed door het RUP blijft MOBILITEIT dezelfde als voorheen. Bij stedenbouwkundige vergunningsaanvraag dient de vigerende wetgeving archeologie steeds gerespecteerd. Beschrijving van de referentiesituatie Planonderdeel A . De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone zorgt Het plangebied is gelegen aan de gewestweg N255 Edingsesteenweg. ervoor dat de mogelijkheden op het terrein zeer groot zijn. Één van Planonderdeel A de uitgangspunten van het RUP bestaat erin de ruimtelijke . Het planonderdeel wordt ontsloten langsheen de inpasbaarheid van de sites veilig te stellen, dus ook naar Edingsesteenweg/De Kloef. Er is geen beperking op het aantal, noch landschappelijke inpasbaarheid toe. Het RUP gaat uit van een op de breedte of de ligging van de toegangen tot de site. landschappelijke inkleding van de zone voor lokale bedrijvigheid Planonderdeel B waarbij langs de zijde van het woonlint en het achterliggende open . De woning wordt ontsloten via de Edingsesteenweg. landschap gewerkt wordt met een dense groenbuffer. Ten aanzien Planonderdeel C van de zuidelijke zijde wordt gewerkt met een groenscherm dat voor . Het agrarisch gebied genereert nagenoeg geen visuele afscherming van de site zorgt. De bouwhoogte wordt tevens verkeersbewegingen.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 102 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke . Er worden geen aanzienlijke effecten verwacht op het vlak van referentiesituatie mobiliteit en verkeersleefbaarheid. De huidige en geplande Planonderdeel A verkeersdynamiek overschrijdt geenszins de draagkracht van . De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone zorgt de omgeving. ervoor er geen nuances gemaakt zijn i.f.v. mobiliteit. Één van de Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op vlak van uitgangspunten van het RUP bestaat erin de ruimtelijke mobiliteit. inpasbaarheid van de sites veilig te stellen, dus ook naar het mobiliteitsaspect toe. . Het RUP voorziet in een inperking van de activiteiten ten opzichte GEZONDHEID EN VEILIGHEID van de bestaande toestand teneinde sterk verkeersgenererende activiteiten zoals autonome kleinhandel te weren. Beschrijving van de referentiesituatie . De geplande activiteiten zijn van die aard dat ze geen aanleiding Er bevinden zich geen Seveso-inrichtingen binnen een straal van twee geven tot een significante bijkomende verkeersgeneratie. kilometer van het plangebied. . Het RUP heeft geen invloed op (gewijzigde) buurtwegen. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke . In het RUP wordt het aantal toegangen tot de site beperkt, evenals referentiesituatie de breedte ervan. Planonderdeel A . Het RUP legt op dat de nodige parkeerplaatsen op het eigen terrein . De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone zorgt aangelegd moeten worden. ervoor er geen nuances gemaakt zijn i.f.v. aard van de bedrijvigheid. . Het RUP legt op dat een nota wordt opgemaakt waarin de mobiliteit Het RUP voorziet bedrijvigheid, maar het betreft hier kleinschalige van werknemers, bezoekers, transport van goederen van en naar lokale bedrijvigheid die die de ruimtelijke draagkracht van de het bedrijf in kaart wordt gebracht. Op die manier moet aangetoond omgeving niet overschrijdt en waarvan de activiteiten geen worden dat de nodige maatregelen werden getroffen om de abnormale hinder en/of risico’s met zich meebrengen. mobiliteit op een vlotte manier af te wikkelen. . Ten opzichte van de huidige bedrijvigheid doen er zich geen . Ten opzichte van de bestaande toestand zal de verkeersafwikkeling wijzigingen voor op het vlak van gezondheid en veiligheid. veiliger verlopen. Het aantal vervoerbewegingen zal niet significant Planonderdeel B & C verschillen ten opzichte van vandaag doordat de activiteiten . De bestaande situatie wordt bestendigd – er is geen bedrijvigheid grotendeels bestendigd worden. mogelijk. Planonderdeel B & C . Het RUP bevestigt louter de bestaande feitelijke toestand en Evaluatie en beoordeling genereert bijgevolg geen aanzienlijke milieueffecten. . Het RUP laat enkel kleinschalige lokale bedrijvigheid toe. G Evaluatie en beoordeling Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op vlak van gezondheid en veiligheid. . Het RUP zorgt voor een verkeersveiligere situatie door het aantal toegangen en de breedte ervan vanop de G Edingsesteenweg te beperken. Door geen autonome ENERGIE- EN GRONDSTOFFENVOORRADEN kleinhandel toe te laten, zal de verkeersgeneratie gelijkaardig zijn aan deze vandaag. Beschrijving van de referentiesituatie

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 103 . In de omgeving van het plangebied liggen geen . Het RUP bestendigt de mogelijkheid om een gedeelte van het terrein te ontginningsgebieden. bebouwen en te verharden waardoor een effect kan gegenereerd Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke worden op de bodemafdichting. Mits een aantal maatregelen zoals referentietoestand waterhergebruik, gebruik van groenelementen en het gebruik van . Het RUP heeft geen invloed op energie- of grondstoffenvoorraden. waterdoorlatende verharding waar mogelijk, kan dit effect beperkt worden. Evaluatie en beoordeling . De impact op de bodem ten gevolge van de activiteiten voorzien in het RUP zal beperkt blijven (geen permanente bemaling, geen ontginning, Het plan heeft geen aanzienlijk negatieve effecten op de energie- en G geen lozingen in de bodem, …). grondstoffenvoorraden. . Ten opzichte van de bestaande toestand zullen er zich geen significante wijzigingen voordoen ten aanzien van de bodem. Planonderdeel B & C . Het RUP bestendigt louter de reeds bestaande mogelijkheden. . Ten opzichte van de bestaande toestand zullen er zich geen significante wijzigingen voordoen ten aanzien van de bodem.. BODEM Evaluatie en beoordeling Beschrijving van de referentiesituatie G Het plan heeft geen aanzienlijk negatieve effecten op de bodem. . De bodem van het plangebied wordt gekenmerkt door matig droge

zandleembodem met textuur B horizont. . Het plangebied bevat geen waardevolle bodems volgens de WATER Databank Ondergrond Vlaanderen. . Het terrein is reeds grotendeels bebouwd en verhard voor wat Beschrijving van de referentiesituatie betreft planonderdeel A en in mindere mate voor wat betreft Voor beschrijving van de referentiesituatie wordt verwezen naar de planonderdeel B. watertoetskaarten die terug te vinden zijn in het onderdeel 5.4.1 p. 75 van . Er zijn geen gegevens gekend omtrent bodemonderzoek of - deze nota. De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone ervoor verontreiniging. er geen nuances gemaakt zijn i.f.v. waterhuishouding. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke Er is geen wateroverlast gekend. referentiesituatie Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke Planonderdeel A referentiesituatie . De planologische toestand wordt verfijnd en er worden bijkomende Een algemene beoordeling van de effecten op het watersysteem is terug te ruimtelijke beperkingen opgelegd teneinde de ruimtelijke vinden in het onderdeel 5.4.2 p. 89 van deze nota. Specifieke toelichting bij inpasbaarheid veilig te stellen, zoals groenbuffering. Ook de planonderdelen wordt hieronder gegeven. waterdoorlatendheid van verhardingen wordt vastgelegd in de Planonderdeel A & B voorschriften. . De planologische toestand wordt verfijnd.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 104 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE . Het RUP behoudt de bestemming bedrijvigheid, maar legt . Er is geen aanleiding vanuit de beoogde (en bestaande) bestemming ruimtelijke randvoorwaarden op die die de ruimtelijke draagkracht om nieuwe effecten op de lucht of het klimaat te kunnen van de omgeving niet overschrijdt en waarvan de activiteiten geen veronderstellen. abnormale hinder en/of risico’s met zich meebrengen. . Het RUP brengt geen significante bijkomende uitstoot van . Elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning moet broeikasgassen met zich mee. beantwoorden aan alle vereisten inzake hemelwaterputten, Evaluatie en beoordeling infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing G van afval- en hemelwater zoals omschreven in de vigerende Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op de wetgeving terzake. lucht of het klimaat. . Bij de aanleg van verhardingen dienen waar mogelijk waterdoorlatende verhardingen (dus ook funderingslagen) gebruikt te worden. GELUID EN TRILLINGEN . Ten opzichte van de huidige toestand doen er zich geen significante Beschrijving van de referentiesituatie wijzigingen voor op het vlak van waterhuishouding. Planonderdeel B & C Planonderdeel A . Er is geen invloed op de waterhuishouding gezien het hier louter . De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone zorgt bestendiging van de bestaande toestand betreft. ervoor er geen nuances gemaakt zijn i.f.v. aard van de bedrijvigheid, dus ook niet wat betreft hinderende (geluids- of Evaluatie en beoordeling trillingveroorzakende) bedrijvigheid. Er kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat, rekening houdende Planonderdeel B & C met de vigerende wetgeving, het plan geen aanzienlijk negatieve G . De woning en het agrarisch gebied veroorzaken geen significante effecten teweeg brengt voor de waterhuishouding in het gebied geluids-of trillingshinder. conform de bepalingen inzake integraal waterbeleid. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke referentiesituatie Planonderdeel A LUCHT EN KLIMAAT . Het RUP voorziet bedrijvigheid, maar het betreft hier kleinschalige lokale bedrijvigheid die die de ruimtelijke draagkracht van de Beschrijving van de referentiesituatie omgeving niet overschrijdt en waarvan de activiteiten geen . De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone zorgt abnormale hinder en/of risico’s met zich meebrengen (dus ook geen ervoor er geen nuances gemaakt zijn i.f.v. aard van de bedrijvigheid. abnormale geluidshinder of trillingen). Ten opzichte van de . Uit de gegevens van de VMM blijkt dat het NO2-jaargemiddelde bestaande toestand doen er zich geen significante wijzigingen voor. 2014 tussen de 16 en 20 µg/m³ bedraagt. Planonderdeel B & C . Het fijn stof PM10-jaargemiddelde 2014 bedraagt tussen de 16 en 20 . De bestaande situatie wordt bestendigd – er doen zich bijgevolg µg/m³. geen significante wijzigingen voor. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke Evaluatie en beoordeling G referentiesituatie

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 105 Het plan veroorzaakt bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten wat betreft de discipline geluid en trillingen. FAUNA, FLORA EN BIODIVERSITEIT

Beschrijving van de referentiesituatie LICHT . Het plangebied is niet gelegen in of in de nabijheid van een Beschrijving van de referentiesituatie natuurgebied, een speciale beschermingszone of een gebied van Planonderdeel A het VEN of het IVON. . De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone zorgt . Het plangebied omvat geen biologisch of faunistisch waardevolle ervoor er geen nuances gemaakt zijn i.f.v lichthinder die gebieden. bedrijvigheid potentieel met zich meebrengt. . De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone houdt Planonderdeel B & C geen rekening met mogelijke natuurlijke waarden binnen het . De woning en het agrarisch gebied veroorzaken geen significante gebied. lichthinder. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke referentiesituatie referentiesituatie Planonderdeel A . Het plan houdt, waar mogelijk en nuttig, rekening met waardevolle . Het RUP voorziet bedrijvigheid, maar het betreft hier kleinschalige natuurlijke elementen. lokale bedrijvigheid die die de ruimtelijke draagkracht van de . Het plan vormt in grote mate de bevestiging van de bestaande omgeving niet overschrijdt en waarvan de activiteiten geen toestand en genereert bijgevolg geen effecten op de fauna, flora of abnormale hinder en/of risico’s met zich meebrengen (dus ook geen biodiversiteit. abnormale lichthinder). Evaluatie en beoordeling . Ten opzichte van de feitelijke toestand doen er zich geen G significante wijzigingen voor. Het plan heeft geen aanzienlijk negatieve effecten op de fauna, flora Planonderdeel B & C en biodiversiteit. . De bestaande situatie wordt bestendigd – er doen zich bijgevolg geen significante wijzigingen voor. Evaluatie en beoordeling . Het RUP vormt niet het kader voor projecten die veel verlichting met zich meebrengen zoals sportvelden, serrebedrijven en winkels met lichtreclame of verlichte buitenterreinen. . Het plaatsen van verlichting in functie van de veiligheid en het G normaal gebruik van de zone is toegestaan en dient zodanig ingeplant dat de hinder ten aanzien van de omgeving minimaal is. Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op vlak van licht.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 106 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE . De functie van het planonderdeel wordt gewijzigd zodat één zone 6.6. DEELPLAN CENTRUM DENDERWINDEKE gevormd kan worden met planonderdeel A. Op deze manier ontstaat één homogene zone waarbinnen de activiteiten op een RUIMTELIJKE ORDENING logische manier gestructureerd kunnen worden. De verkaveling wordt opgeheven. Beschrijving van de referentiesituatie Planonderdeel C Het plangebied is gelegen binnen het gewestplan Aalst – Ninove – . De functie van het planonderdeel wordt gewijzigd naar zone voor Geraardsbergen – Zottegem (KB 30/05/1978, gewijzigd 13/09/1995). kernversterking gezien de ligging in het centrum van de kern van Planonderdeel A Denderwindeke. Het betreft een bestendiging van de bestaande . Zone voor ambachtelijke bedrijvigheid, kleine en middelgrote toestand. ondernemingen op het gewestplan. Er is reeds kleinhandel Evaluatie en beoordeling aanwezig. . Het RUP structureert de ambachtelijke zone op het gewestplan . De zone is ingenomen door een kleinhandelszaak, een woning en en legt inrichtingsbeperkingen op teneinde de ruimtelijke een loods. inpasbaarheid van de site in de omgeving te waarborgen, daar Planonderdeel B P waar het gewestplan louter algemene stedenbouwkundige . Zone voor wonen op het gewestplan met bestaande, goedgekeurde, voorschriften voorziet. niet-vervallen verkaveling op van toepassing. De planologische aanpassingen die het RUP oplegt zullen een positief . De zone is niet bebouwd. effect hebben op de ruimtelijke ordening. Planonderdeel C . Zone voor ambachtelijke bedrijvigheid, kleine en middelgrote ondernemingen op het gewestplan. LANDSCHAPPEN, ONROEREND ERFGOED EN ARCHEOLOGIE . De zone is ingevuld met centrumfuncties (gelijkvloers) en woningen. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke Beschrijving van de referentiesituatie referentiesituatie . In of in de nabije omgeving van het plangebied bevindt zich geen Als basis wordt het afwegingskader voor bestaande kleinschalige onroerend erfgoed (noch geïnventariseerd, noch beschermd). bedrijventerreinen uit het GRS gehanteerd. . In of in de nabije omgeving van de plangebieden zijn geen CAI-items Planonderdeel A aanwezig. . Een wijziging in de wetgeving heeft ervoor gezorgd dat kleinhandel Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke in de gewestplanbestemming ambachtelijke zone niet meer referentiesituatie vergunbaar is. Met het RUP wordt de bestaande toestand . De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone zorgt planologisch bevestigd door de functie kleinhandel toe te laten. ervoor dat de mogelijkheden op het terrein zeer groot zijn. Één van . Één van de uitgangspunten van het RUP bestaat erin de ruimtelijke de uitgangspunten van het RUP bestaat erin de ruimtelijke inpasbaarheid van de sites veilig te stellen. Zo worden de inpasbaarheid van de sites veilig te stellen. Zo worden de bouwhoogte, de toegelaten activiteiten en het aantal bouwhoogte, de toegelaten activiteiten en het aantal bedrijfswoningen planologisch verankerd. bedrijfswoningen planologisch verankerd. Planonderdeel B

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 107 . De kans op verstoring van archeologische erfgoed door het RUP . Het RUP legt op dat een nota wordt opgemaakt waarin de mobiliteit blijft dezelfde als voorheen. Bij stedenbouwkundige van werknemers, bezoekers, transport van goederen van en naar vergunningsaanvraag dient de vigerende wetgeving archeologie het bedrijf in kaart wordt gebracht. Op die manier moet aangetoond steeds gerespecteerd. worden dat de nodige maatregelen werden getroffen om de mobiliteit op een vlotte manier af te wikkelen. Evaluatie en beoordeling Planonderdeel C Gezien de afwezigheid van onroerend erfgoed en rekening houdend . De bestaande situatie wordt nagenoeg bestendigd – er doen zich G met de vigerende wetgeving archeologie, kan gesteld worden dat het geen wijzigingen voor op vlak van mobiliteit. Ten opzichte van de plan heeft geen aanzienlijk negatieve effecten op het landschap, het planologische referentiesituatie kan de zone potentieel meer onroerend erfgoed of de archeologie. verkeersbewegingen genereren, maar niet in die mate dat de bestaande infrastructuur niet volstaat. MOBILITEIT Evaluatie en beoordeling . Het RUP maakt kleinhandel mogelijk wat een effect kan Beschrijving van de referentiesituatie hebben op de verkeersgeneratie van de site. Door zijn ligging Het plangebied is gelegen aan de gewestweg N255 Edingsesteenweg. in de dorpskern van Denderwindeke kan een deel van de Planonderdeel A & B verplaatsingen gebeuren met zachte vervoersmodi (te voet, . De planonderdelen worden ontsloten via de Edingsesteenweg. Er is per fiets). Met een nota zal aangetoond moeten worden dat de geen beperking op het aantal, noch op de breedte of de ligging van mobiliteit op een vlotte manier afgewikkeld wordt (o.m. naar de toegangen tot de site. Ook qua parkeren is er geen normering. parkeren toe). G Planonderdeel C . Het RUP zorgt voor een verkeersveiligere situatie door het . Het planonderdeel wordt ontsloten via de Edingsesteenweg. Qua aantal toegangen en de breedte ervan vanop de parkeren is er geen normering. Edingsesteenweg te beperken. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke . Er worden geen aanzienlijke effecten verwacht op het vlak van referentiesituatie mobiliteit en verkeersleefbaarheid. De huidige en geplande De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone zorgt ervoor er verkeersdynamiek overschrijdt geenszins de draagkracht van geen nuances gemaakt zijn i.f.v. mobiliteit. Één van de uitgangspunten van de omgeving. het RUP bestaat erin de ruimtelijke inpasbaarheid van de sites veilig te Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op vlak van stellen, dus ook naar het mobiliteitsaspect toe. mobiliteit. Planonderdeel A & B . Het RUP bestendigt de kleinhandelsactiviteiten vandaag reeds GEZONDHEID EN VEILIGHEID aanwezig zijn en vrij sterk verkeersgenererend zijn. . In het RUP wordt het aantal toegangen tot de site beperkt, evenals Beschrijving van de referentiesituatie de breedte ervan. . Het RUP legt op dat de nodige parkeerplaatsen op het eigen terrein Er bevinden zich geen Seveso-inrichtingen binnen een straal van twee aangelegd te worden. kilometer van het plangebied.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 108 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke . De bodem van het plangebied is antropogeen verstoord. referentiesituatie . Het plangebied bevat geen waardevolle bodems volgens de Planonderdeel A & B Databank Ondergrond Vlaanderen. . Het RUP voorziet bedrijvigheid, maar het betreft hier kleinschalige . Er zijn geen gegevens gekend omtrent bodemonderzoek of - lokale bedrijvigheid die die de ruimtelijke draagkracht van de verontreiniging. omgeving niet overschrijdt en waarvan de activiteiten geen Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke abnormale hinder en/of risico’s met zich meebrengen. referentiesituatie . Ten opzichte van de huidige activiteiten doen er zich geen Het plangebied is reeds grotendeels bebouwd en verhard waardoor de wijzigingen voor op het vlak van gezondheid en milieu. effecte, van het RUP beperkt zullen zijn wat betreft de bodem. Planonderdeel C Planonderdeel A & B . De bestaande situatie wordt grotendeels bestendigd – er zullen zich . Het RUP bestendigt de mogelijkheid om een gedeelte van het terrein te geen wijzigingen voordoen op het vlak van gezondheid en veiligheid. bebouwen en te verharden waardoor een effect kan gegenereerd Evaluatie en beoordeling worden op de bodemafdichting. Mits een aantal maatregelen zoals waterhergebruik, gebruik van groenelementen en het gebruik van . Het RUP laat enkel kleinschalige lokale bedrijvigheid toe. G waterdoorlatende verharding waar mogelijk, kan dit effect beperkt Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op vlak van worden. gezondheid en veiligheid. . De impact op de bodem ten gevolge van de activiteiten voorzien in het RUP zal beperkt blijven (geen permanente bemaling, geen ontginning, geen lozingen in de bodem, …). ENERGIE- EN GRONDSTOFFENVOORRADEN . Ten opzichte van de bestaande toestand zullen er zich geen significante Beschrijving van de referentiesituatie wijzigingen voordoen ten aanzien van de bodem. Planonderdeel C . In de omgeving van het plangebied liggen geen . Het RUP bestendigt grotendeels de reeds bestaande mogelijkheden. ontginningsgebieden. . Ten opzichte van de bestaande toestand zullen er zich geen Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke significante wijzigingen voordoen ten aanzien van de bodem. referentiesituatie Evaluatie en beoordeling . Het RUP heeft geen invloed op energie- of grondstoffenvoorraden. G Het plan heeft geen aanzienlijk negatieve effecten op de bodem. Evaluatie en beoordeling

Het plan heeft geen aanzienlijk negatieve effecten op de energie- en G grondstoffenvoorraden. WATER

Beschrijving van de referentiesituatie BODEM Voor beschrijving van de referentiesituatie wordt verwezen naar de Beschrijving van de referentiesituatie watertoetskaarten die terug te vinden zijn in het onderdeel 5.4.1 p. 75 van

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 109 deze nota. De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone zorgt . De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone zorgt ervoor dat er geen nuances gemaakt zijn i.f.v. waterhuishouding. ervoor dat er geen nuances gemaakt zijn i.f.v. de aard van de Er is geen wateroverlast gekend. bedrijvigheid. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke . Uit de gegevens van de VMM blijkt dat het NO2-jaargemiddelde referentiesituatie 2014 tussen de 11 en 15 µg/m³ bedraagt. Een algemene beoordeling van de effecten op het watersysteem is terug te . Het fijn stof PM10-jaargemiddelde 2014 bedraagt tussen de 16 en 20 vinden in het onderdeel 5.4.2 p. 89 van deze nota. Specifieke toelichting bij µg/m³. de planonderdelen wordt hieronder gegeven. Planonderdeel A & B Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke . Het RUP bestemt de planonderdelen als zone voor lokale referentiesituatie bedrijvigheid en kleinhandel, maar legt ruimtelijke . Er is geen aanleiding vanuit de beoogde (en bestaande) bestemming randvoorwaarden op die die de ruimtelijke draagkracht van de om nieuwe effecten op de atmosfeer te kunnen veronderstellen. omgeving niet overschrijdt en waarvan de activiteiten geen . Het RUP brengt geen significante bijkomende uitstoot van abnormale hinder en/of risico’s met zich meebrengen. broeikasgassen met zich mee. . Elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning moet Evaluatie en beoordeling beantwoorden aan alle vereisten inzake hemelwaterputten, G infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op de van afval- en hemelwater zoals omschreven in de vigerende lucht of het klimaat. wetgeving terzake. . Bij de aanleg van verhardingen dienen waar mogelijk waterdoorlatende verhardingen (dus ook funderingslagen) gebruikt GELUID EN TRILLINGEN te worden. Beschrijving van de referentiesituatie . Ten opzichte van de huidige toestand doen er zich geen significante wijzigingen voor op het vlak van waterhuishouding. Planonderdeel A Planonderdeel C . In de zone kan bedrijvigheid vergund worden. De . Er is geen invloed op de waterhuishouding gezien het hier nagenoeg gewestplanbestemming maakt echter geen nuances in functie van een bestendiging van de bestaande toestand betreft. hinderende (geluids- of trillingveroorzakende) bedrijvigheid. . De huidige activiteiten veroorzaken geen gekende geluids- of Evaluatie en beoordeling trillingoverlast. Er kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat, rekening houdende Planonderdeel B met de vigerende wetgeving, het plan geen aanzienlijk negatieve G . In de zone kan wonen en aan wonen verwante activiteiten vergund effecten teweeg brengt voor de waterhuishouding in het gebied worden. Vandaag is de zone onbebouwd. conform de bepalingen inzake integraal waterbeleid. Planonderdeel C . De aanwezige functies maken geen significante geluids-of trillingshinder. LUCHT EN KLIMAAT Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke referentiesituatie Beschrijving van de referentiesituatie

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 110 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE Planonderdeel A & B abnormale hinder en/of risico’s met zich meebrengen (dus ook geen . Het RUP voorziet bedrijvigheid, maar het betreft hier kleinschalige abnormale lichthinder). lokale bedrijvigheid die die de ruimtelijke draagkracht van de Planonderdeel C omgeving niet overschrijdt en waarvan de activiteiten geen . De bestaande situatie wordt grotendeels bestendigd – er doen zich abnormale hinder en/of risico’s met zich meebrengen (dus ook geen bijgevolg geen significante wijzigingen voor. abnormale geluidshinder of trillingen). Ten opzichte van de Evaluatie en beoordeling bestaande toestand doen er zich geen significante wijzigingen voor. Planonderdeel C . Het plaatsen van verlichting in functie van de veiligheid en het . De bestaande situatie wordt grotendeels bestendigd – er doen zich normaal gebruik van de zone is toegestaan en dient zodanig G bijgevolg geen significante wijzigingen voor. ingeplant dat de hinder ten aanzien van de omgeving minimaal is. Evaluatie en beoordeling Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op vlak Het plan veroorzaakt bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten wat G van licht. betreft de discipline geluid en trillingen.

FAUNA, FLORA EN BIODIVERSITEIT LICHT Beschrijving van de referentiesituatie Beschrijving van de referentiesituatie . Het plangebied is niet gelegen in of in de nabijheid van een Planonderdeel A natuurgebied, een speciale beschermingszone of een gebied van . In de zone kan bedrijvigheid vergund worden. De het VEN of het IVON. gewestplanbestemming maakt echter geen nuances in functie van . Het plangebied omvat geen biologisch of faunistisch waardevolle lichthinder die bedrijvigheid potentieel met zich meebrengt. gebieden. Planonderdeel B . De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone houdt . In de zone kan wonen en aan wonen verwante activiteiten vergund geen rekening met mogelijke natuurlijke waarden binnen het worden. De zone is vandaag onbebouwd. gebied. Planonderdeel C Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke . In de zone kan bedrijvigheid vergund worden. De referentiesituatie gewestplanbestemming maakt echter geen nuances in functie van . Het plan vormt in grote mate de bevestiging van de bestaande lichthinder die bedrijvigheid potentieel met zich meebrengt. toestand en genereert bijgevolg geen effecten op de fauna, flora of Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke biodiversiteit. referentiesituatie Evaluatie en beoordeling Planonderdeel A & B G . Het RUP voorziet bedrijvigheid en kleinhandel, maar het betreft hier Het plan heeft geen aanzienlijk negatieve effecten op de fauna, flora kleinschalige lokale bedrijvigheid die die de ruimtelijke draagkracht en biodiversiteit. van de omgeving niet overschrijdt en waarvan de activiteiten geen

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 111 te stellen. Zo worden de bouwhoogte, de toegelaten activiteiten, 6.7. DEELPLAN CENTRUM MEERBEKE het aantal bedrijfswoningen planologisch verankerd. Het betreft een bestendiging van de bestaande toestand. RUIMTELIJKE ORDENING Planonderdeel B . Het planonderdeel wordt herbestemd naar de functie wonen. De Beschrijving van de referentiesituatie gebouwen aan de straatzijde hebben reeds deze functie (woonhuizen bij bedrijvigheid die is uitgedoofd). Op deze manier Het plangebied is gelegen binnen het gewestplan Aalst – Ninove – kan een morfologische overgang gevormd worden tussen het Geraardsbergen – Zottegem (KB 30/05/1978, gewijzigd 13/09/1995). kleinschalige weefsel van de kern van Meerbeke en de Planonderdeel A achterliggende grootschalige kleinhandel. . De zone is grotendeels ingenomen door een filiaal van de doe-het- zelfketen Gamma. Een kleiner bedrijf in sanitair bevindt zich Evaluatie en beoordeling eveneens op de site. . Het RUP structureert de ambachtelijke zone op het gewestplan Planonderdeel B en legt inrichtingsbeperkingen op teneinde de ruimtelijke . Deze zone bestaat uit enkele woonhuizen en een voormalige inpasbaarheid van de site in de omgeving te waarborgen, daar brouwerij. waar het gewestplan louter algemene stedenbouwkundige . Deze zone kent leegstand en verwaarlozing. De hoekwoning staat al voorschriften voorziet. Daarnaast wordt de huidige functie P ettelijke jaren te koop, maar is voor bedrijfsvoering niet meer grootschalige kleinhandel planologisch bevestigd. interessant vanwege de beperkte oppervlakte (na onteigening). Ook . De cluster met relatief kleinschalige bebouwing in het oosten de brouwerij staat leeg. van de site wordt als woonzone herbestemd, wat een positieve Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke invloed heeft op het beschermde dorpsgezicht van Meerbeke referentiesituatie De planologische aanpassingen die het RUP oplegt zullen een positief Als basis wordt het afwegingskader voor bestaande kleinschalige effect hebben op de ruimtelijke ordening. bedrijventerreinen uit het GRS gehanteerd.

Planonderdeel A . Een wijziging in de wetgeving heeft ervoor gezorgd dat kleinhandel LANDSCHAPPEN, ONROEREND ERFGOED EN ARCHEOLOGIE in de gewestplanbestemming ambachtelijke zone niet meer vergunbaar is. Met het RUP wordt de bestaande toestand Beschrijving van de referentiesituatie planologisch bevestigd door de functie grootschalige kleinhandel . Stoommouterij en –brouwerij De Engel is gekend als toe te laten. geïnventariseerd bouwkundig erfgoed . Één van de uitgangspunten van het RUP bestaat erin de ruimtelijke . De woning Sint-Pietersstraat 3 (woning van de brouwerij) is een inpasbaarheid van de sites veilig te stellen. Zo worden de beschermd monument bouwhoogte, de toegelaten activiteiten en het aantal . De oostelijke bebouwingscluster maakt deel uit van het beschermde bedrijfswoningen planologisch verankerd. dorpsgezicht ‘kerkhof met muur en omgeving’. . De functie van het planonderdeel wordt verruimd met de functie . In of in de nabije omgeving van de plangebieden zijn geen CAI-items grootschalige kleinhandel, maar er worden bijkomende ruimtelijke aanwezig. beperkingen opgelegd teneinde de ruimtelijke inpasbaarheid veilig

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 112 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke . Het planonderdeel wordt ontsloten de Halsesteenweg (bezoekers) referentiesituatie en via de Sint-Pietersstraat (leveringen en bezoekers kleinere . De jarenlange leegstand en verwaarlozing van de erfgoedcluster in bedrijvigheid). Er is geen beperking op het aantal, noch op de het oosten van de zone vormt het bewijs dat de voorzetting van de breedte of de ligging van de toegangen tot de site. Ook qua parkeren functie ambachtelijke bedrijvigheid niet meer haalbaar is of de is er geen normering. duurzame leefbaarheid van de gebouwen niet gegarandeerd kan Planonderdeel B worden. Door de cluster te herbestemmen naar een woonfunctie . De zone is grotendeels leegstaand waardoor er weinig krijgt deze een nieuwe impuls. verkeersbewegingen plaatsvinden. . Om de erfgoedwaarden zoveel als mogelijk te behouden en te Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke versterken met het RUP is reeds van bij de start van het planproces referentiesituatie overleg gepleegd met de erfgoedconsulent van het Agentschap De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone zorgt ervoor er Onroerend Erfgoed. Op basis van inrichtingsvoorstellen heeft het geen nuances gemaakt zijn i.f.v. mobiliteit. Één van de uitgangspunten van Agentschap advies verstrekt met betrekking tot de het RUP bestaat erin de ruimtelijke inpasbaarheid van de sites veilig te aandachtspunten voor stedenbouwkundige inrichting. Deze stellen, dus ook naar het mobiliteitsaspect toe. advisering zal vertaald worden in de stedenbouwkundige . Het RUP legt op dat de nodige parkeerplaatsen op het eigen terrein voorschriften van het RUP. aangelegd te worden. . De vigerende wetgeving (m.n. het Onroerenderfgoeddecreet) is . Het RUP legt op dat een nota wordt opgemaakt waarin de mobiliteit steeds van toepassing. van werknemers, bezoekers, transport van goederen van en naar . De kans op verstoring van archeologische erfgoed door het RUP het bedrijf in kaart wordt gebracht. Op die manier moet aangetoond blijft dezelfde als voorheen. Bij stedenbouwkundige worden dat de nodige maatregelen werden getroffen om de vergunningsaanvraag dient de vigerende wetgeving archeologie mobiliteit op een vlotte manier af te wikkelen. steeds gerespecteerd. Planonderdeel A Evaluatie en beoordeling . Het RUP bestendigt de aanwezige activiteiten die sterk verkeersgenererend zijn (grootschalige kleinhandel). Gezien de maatregelen die getroffen worden om het onroerend . In het RUP wordt het aantal toegangen tot de site beperkt, evenals erfgoed in stand te houden en rekening houdend met de vigerende G de breedte ervan. wetgeving archeologie, kan gesteld worden dat het plan heeft geen Planonderdeel B aanzienlijk negatieve effecten op het landschap, het onroerend erfgoed . De zone zal meer verkeersbewegingen genereren dan vandaag het of de archeologie. geval is. Het betreft hier een woonontwikkeling met woonondersteunende functies waarvan verondersteld kan worden MOBILITEIT dat de bestaande ontsluitingsstructuur genoeg capaciteit heeft om deze te dragen. Beschrijving van de referentiesituatie Evaluatie en beoordeling Het plangebied is gelegen aan de gewestweg N28 Halsesteenweg. . Het RUP bestendigt grootschalige kleinhandel. Door zijn ligging G Planonderdeel A in de dorpskern van Meerbeke kan een deel van de

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 113 verplaatsingen gebeuren met zachte vervoersmodi (te voet, Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op vlak van per fiets). Met een nota zal aangetoond moeten worden dat de gezondheid en veiligheid. mobiliteit op een vlotte manier afgewikkeld wordt (o.m. naar parkeren toe). . Het RUP zorgt voor een verkeersveiligere situatie door het ENERGIE- EN GRONDSTOFFENVOORRADEN aantal toegangen en de breedte ervan vanop de Beschrijving van de referentiesituatie Edingsesteenweg te beperken. . Er worden geen aanzienlijke effecten verwacht op het vlak van . In de omgeving van het plangebied liggen geen mobiliteit en verkeersleefbaarheid. De huidige en geplande ontginningsgebieden. verkeersdynamiek overschrijdt geenszins de draagkracht van Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke de omgeving. referentiesituatie Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op vlak van . Het RUP heeft geen invloed op energie- of grondstoffenvoorraden. mobiliteit. Evaluatie en beoordeling G GEZONDHEID EN VEILIGHEID Het plan heeft geen aanzienlijk negatieve effecten op de energie- en grondstoffenvoorraden. Beschrijving van de referentiesituatie Er bevinden zich geen Seveso-inrichtingen binnen een straal van twee BODEM kilometer van het plangebied. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke Beschrijving van de referentiesituatie referentiesituatie . De bodem van het plangebied is antropogeen verstoord. Planonderdeel A . Het plangebied bevat geen waardevolle bodems volgens de . Het RUP laat bedrijvigheid toe, maar het betreft hier kleinschalige Databank Ondergrond Vlaanderen. lokale bedrijvigheid die die de ruimtelijke draagkracht van de . Er zijn geen gegevens gekend omtrent bodemonderzoek- of - omgeving niet overschrijdt en waarvan de activiteiten geen verontreiniging. abnormale hinder en/of risico’s met zich meebrengen. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke . Ten opzichte van de huidige situatie doen er zich geen wijzigingen referentiesituatie voor op het vlak van gezondheid en veiligheid. Planonderdeel A & B Planonderdeel B . De planologische toestand wordt verfijnd en er worden bijkomende . Het planonderdeel wordt in hoofdzaak een woonzone. Er is geen ruimtelijke beperkingen opgelegd teneinde de ruimtelijke bedrijvigheid mogelijk. inpasbaarheid veilig te stellen, zoals groenbuffering. Ook Evaluatie en beoordeling waterdoorlatendheid van verhardingen wordt vastgelegd in de G voorschriften? . Het RUP laat enkel kleinschalige lokale bedrijvigheid toe. . Het RUP bestendigt de mogelijkheid om een gedeelte van het terrein te bebouwen en te verharden waardoor een effect kan gegenereerd

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 114 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE worden op de bodemafdichting. Mits een aantal maatregelen zoals randvoorwaarden op die die de ruimtelijke draagkracht van de waterhergebruik, gebruik van groenelementen en het gebruik van omgeving niet overschrijdt en waarvan de activiteiten geen waterdoorlatende verharding waar mogelijk, kan dit effect beperkt abnormale hinder en/of risico’s met zich meebrengen. worden. . Elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning moet . De impact op de bodem ten gevolge van de activiteiten voorzien in het beantwoorden aan alle vereisten inzake hemelwaterputten, RUP zal beperkt blijven (geen permanente bemaling, geen ontginning, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing geen lozingen in de bodem, …). van afval- en hemelwater zoals omschreven in de vigerende . Ten opzichte van de bestaande toestand zullen er zich geen significante wetgeving terzake. wijzigingen voordoen ten aanzien van de bodem. . Bij de aanleg van verhardingen dienen waar mogelijk waterdoorlatende verhardingen (dus ook funderingslagen) gebruikt Evaluatie en beoordeling G te worden. Het plan heeft geen aanzienlijk negatieve effecten op de bodem. . Ten opzichte van de huidige toestand doen er zich geen significante wijzigingen voor op het vlak van waterhuishouding.

Evaluatie en beoordeling WATER Er kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat, rekening houdende G Beschrijving van de referentiesituatie met de vigerende wetgeving, het plan geen aanzienlijk negatieve effecten teweeg brengt voor de waterhuishouding in het gebied Voor beschrijving van de referentiesituatie wordt verwezen naar de conform de bepalingen inzake integraal waterbeleid. watertoetskaarten die terug te vinden zijn in het onderdeel 5.4.1 p. 75 van

deze nota. De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone zorgt ervoor dat er geen nuances gemaakt zijn i.f.v. waterhuishouding. LUCHT EN KLIMAAT . De ingebuisde Moensbroekbeek ligt net op de noordelijke grens van het plangebied in ambachtelijke zone. Beschrijving van de referentiesituatie Er is geen wateroverlast gekend. . De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone zorgt Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke ervoor dat er geen nuances gemaakt zijn i.f.v; de aard van de referentiesituatie bedrijvigheid. Een algemene beoordeling van de effecten op het watersysteem is terug te . Uit de gegevens van de VMM blijkt dat het NO2-jaargemiddelde vinden in het onderdeel 5.4.2 p. 89 van deze nota. Specifieke toelichting bij 2014 tussen de 16 en 20 µg/m³ bedraagt. de planonderdelen wordt hieronder gegeven. . Het fijn stof PM10-jaargemiddelde 2014 bedraagt tussen de 16 en 20 . De ingebuisde Moensbroekbeek ligt net op de grens van het µg/m³. plangebied. Het openleggen van de beek is, gelet op de beperkte Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke breedtegang met de perceelsgrens van het aanliggende referentiesituatie woonweefsel, niet haalbaar. De vigerende wetgeving omtrent . Er is geen aanleiding vanuit de beoogde (en bestaande) bestemming waterlopen is van toepassing. om nieuwe effecten op de atmosfeer te kunnen veronderstellen. . Het RUP bestemt het planonderdeel als zone voor grootschalige kleinhandel en lokale bedrijvigheid, maar legt ruimtelijke

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 115 . Het RUP brengt geen significante bijkomende uitstoot van LICHT broeikasgassen met zich mee. Evaluatie en beoordeling Beschrijving van de referentiesituatie Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op de G Planonderdeel A & B lucht of het klimaat. . De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone maakt bedrijvigheid mogelijk, maar zorgt ervoor dat er geen nuances in

functie van lichthinder gemaakt zijn die bedrijvigheid potentieel met GELUID EN TRILLINGEN zich meebrengt. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke Beschrijving van de referentiesituatie referentiesituatie Planonderdeel A & B Planonderdeel A . In de zone kan bedrijvigheid vergund worden. De . Het RUP voorziet bedrijvigheid en grootschalige kleinhandel, maar gewestplanbestemming maakt echter geen nuances in functie van het betreft hier kleinschalige lokale bedrijvigheid die die de hinderende (geluids- of trillingveroorzakende) bedrijvigheid. ruimtelijke draagkracht van de omgeving niet overschrijdt en . Er is vandaag geen gekende geluids- of trillingsoverlast. waarvan de activiteiten geen abnormale hinder en/of risico’s met Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke zich meebrengen (dus ook geen abnormale lichthinder). referentiesituatie . Ten opzichte van de bestaande toestand doen er zich geen Planonderdeel A & B significante wijzigingen voor. . Het RUP voorziet bedrijvigheid, maar het betreft hier kleinschalige Planonderdeel B lokale bedrijvigheid die die de ruimtelijke draagkracht van de . De zone staat grotendeels leeg vandaag. Het RUP voorziet omgeving niet overschrijdt en waarvan de activiteiten geen hoofdzakelijk een woonontwikkeling. De effecten op het vlak van abnormale hinder en/of risico’s met zich meebrengen (dus ook geen licht kunnen als niet-significant beschouwd worden. abnormale geluidshinder of trillingen). Ten opzichte van de bestaande toestand doen er zich geen significante wijzigingen voor. Evaluatie en beoordeling Planonderdeel B . Het plaatsen van verlichting in functie van de veiligheid en het . De zone staat grotendeels leeg en veroorzaakt bij gevolg geen normaal gebruik van de zone voor grootschalige kleinhandel geluids- of trillingshinder. en bedrijvigheid is toegestaan en dient zodanig ingeplant dat G . Het RUP voorziet hoofdzakelijk een woonontwikkeling. De effecten de hinder ten aanzien van de omgeving minimaal is. op vlak van geluid en trillingen kunnen als niet-significant Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op vlak beschouwd worden. van licht. Evaluatie en beoordeling G Het plan veroorzaakt bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten wat FAUNA, FLORA EN BIODIVERSITEIT betreft de discipline geluid en trillingen. Beschrijving van de referentiesituatie

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 116 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE . Het plangebied is niet gelegen in of in de nabijheid van een natuurgebied, een speciale beschermingszone of een gebied van het VEN of het IVON. . Het plangebied omvat geen biologisch of faunistisch waardevolle gebieden. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke referentiesituatie . Het RUP behoudt de mogelijkheid voor het optrekken van gebouwen en het aanleggen van verhardingen. Evaluatie en beoordeling Het plan heeft geen aanzienlijk negatieve effecten op de fauna, flora G en biodiversiteit.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 117 langetermijnoplossing geboden voor de ontsluiting van de zone 6.8. DEELPLAN VOORMALIG SLACHTHUIS voor bedrijvigheid. De meest noordelijke woning is in eigendom van DENDERWINDEKE het achterliggende bedrijf. Door woning en bedrijf in één planologische zone te situeren, worden mogelijkheden geboden RUIMTELIJKE ORDENING naar een betere structurering van het geheel. De twee woningen zuidelijker waarvan de noordelijk in zone voor ambachtelijke Beschrijving van de referentiesituatie bedrijvigheid gelegen is en de zuidelijk in zone voor wonen, worden beiden herbestemd naar zone voor bedrijvigheid. Deze wooncluster Het plangebied is gelegen binnen het gewestplan Aalst – Ninove – wordt volledig omsloten door circulatieruimte voor de Geraardsbergen – Zottegem (KB 30/05/1978, gewijzigd 13/09/1995). achterliggende bedrijvigheid wat de woonkwaliteit niet bevordert. Planonderdeel A Ook hier is het doel om op lange termijn tot een heldere . Zone voor ambachtelijke bedrijvigheid, kleine en middelgrote structurering van de bedrijvenzone te komen. De bestaande ondernemingen op het gewestplan. woningen krijgen een zonevreemde status met basisrechten zoals . De zone is grotendeels ingenomen door bedrijvigheid. gedefinieerd in de VCRO. Ten opzichte van de bestaande situatie Planonderdeel B wijzigt er op korte termijn niets. . Zones voor wonen op het gewestplan. . Er bevinden zich twee eengezinswoningen in de zones. Evaluatie en beoordeling Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke . Het RUP bakent de zone voor lokale bedrijvigheid eenduidig af referentiesituatie en legt inrichtingsbeperkingen op teneinde de ruimtelijke Als basis wordt het afwegingskader voor bestaande kleinschalige inpasbaarheid van de site in de omgeving te waarborgen, daar bedrijventerreinen uit het GRS gehanteerd. waar het gewestplan louter algemene stedenbouwkundige Planonderdeel A voorschriften voorziet. P . De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone zorgt . Langs de straatzijde wordt een langetermijnoplossing geboden ervoor dat de mogelijkheden op het terrein zeer groot zijn. Één van voor een heldere structurering en ontsluiting van de de uitgangspunten van het RUP bestaat erin de ruimtelijke bedrijvenzone. inpasbaarheid van de sites veilig te stellen. Zo worden de De planologische aanpassingen die het RUP oplegt zullen een positief bouwhoogte, de toegelaten activiteiten en het aantal effect hebben op de ruimtelijke ordening. bedrijfswoningen planologisch verankerd. . De functie van het planonderdeel blijft ongewijzigd en de bestaande toestand wordt grotendeels bevestigd, maar er worden bijkomende LANDSCHAPPEN, ONROEREND ERFGOED EN ARCHEOLOGIE ruimtelijke beperkingen opgelegd teneinde de ruimtelijke inpasbaarheid veilig te stellen. Zo worden de bouwhoogte, de Beschrijving van de referentiesituatie toegelaten activiteiten en het aantal bedrijfswoningen planologisch . In of in de nabije omgeving van het plangebied bevindt zich geen verankerd. onroerend erfgoed (noch geïnventariseerd, noch beschermd). Planonderdeel B . In of in de nabije omgeving van de plangebieden zijn geen CAI-items . Het RUP herbestemt de zone voor wonen naar zone voor lokale aanwezig. bedrijvigheid. Op die manier wordt een duurzame

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 118 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke . De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone zorgt referentiesituatie ervoor er geen nuances gemaakt zijn i.f.v. mobiliteit. Één van de . De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone zorgt uitgangspunten van het RUP bestaat erin de ruimtelijke ervoor dat de mogelijkheden op het terrein zeer groot zijn. Één van inpasbaarheid van de sites veilig te stellen, dus ook naar het de uitgangspunten van het RUP bestaat erin de ruimtelijke mobiliteitsaspect toe. inpasbaarheid van de sites veilig te stellen, dus ook naar . Het RUP voorziet in een inperking van de activiteiten ten opzichte landschappelijke inpasbaarheid toe. van de bestaande toestand teneinde sterk verkeersgenererende . Het terrein is reeds grotendeels bebouwd. Het RUP gaat uit van een activiteiten zoals autonome kleinhandel te weren. landschappelijke inkleding van de zone voor lokale bedrijvigheid . De geplande activiteiten zijn van die aard dat ze geen aanleiding waarbij langs de randen een dense groenbuffer voorzien wordt. De geven tot een significante bijkomende verkeersgeneratie. bouwhoogte wordt tevens beperkt. Hierdoor wordt de ontwikkeling . Het RUP heeft geen invloed op (gewijzigde) buurtwegen. beter dan vandaag landschappelijk ingepast. . In het RUP wordt het aantal toegangen tot de site beperkt, evenals . De kans op verstoring van archeologische erfgoed door het RUP de breedte ervan. blijft dezelfde als voorheen. Bij stedenbouwkundige . Het RUP legt op dat de nodige parkeerplaatsen op het eigen terrein vergunningsaanvraag dient de vigerende wetgeving archeologie aangelegd te worden. steeds gerespecteerd. . Het RUP legt op dat een nota wordt opgemaakt waarin de mobiliteit Evaluatie en beoordeling van werknemers, bezoekers, transport van goederen van en naar het bedrijf in kaart wordt gebracht. Op die manier moet aangetoond Gezien de afwezigheid van onroerend erfgoed, de landschappelijk worden dat de nodige maatregelen werden getroffen om de inkleding van de bedrijfsactiviteiten, en rekening houdend met de G mobiliteit op een vlotte manier af te wikkelen. vigerende wetgeving archeologie, kan gesteld worden dat het plan heeft geen aanzienlijk negatieve effecten op het landschap, het Evaluatie en beoordeling onroerend erfgoed of de archeologie. . Het RUP zorgt voor een verkeersveiligere situatie door het aantal toegangen en de breedte ervan vanop de Edingsesteenweg te beperken. Door geen autonome MOBILITEIT kleinhandel toe te laten, zal de verkeersgeneratie gelijkaardig zijn aan deze vandaag. Beschrijving van de referentiesituatie G . Er worden geen aanzienlijke effecten verwacht op het vlak van . De planonderdelen worden voornamelijk ontsloten via de mobiliteit en verkeersleefbaarheid. De huidige en geplande gewestweg N255 Edingsesteenweg. Het meest noordelijk gelegen verkeersdynamiek overschrijdt geenszins de draagkracht van bedrijf ontsluit via een zijweg van de Edingsesteenweg. Er is geen de omgeving. beperking op het aantal, noch op de breedte of de ligging van de Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op vlak van toegangen tot de site. mobiliteit. . De toegang tot de site geschiedt rondom twee woningen. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke referentiesituatie GEZONDHEID EN VEILIGHEID

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 119 Beschrijving van de referentiesituatie . De bodem van het plangebied is grotendeels antropogeen verstoord. Er bevinden zich geen Seveso-inrichtingen binnen een straal van twee . Het plangebied bevat geen waardevolle bodems volgens de kilometer van het plangebied. Databank Ondergrond Vlaanderen. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke . Er is een oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd met referentiesituatie dossiernummer 23861. . Het RUP voorziet bedrijvigheid, maar het betreft hier kleinschalige Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke lokale bedrijvigheid die die de ruimtelijke draagkracht van de referentiesituatie omgeving niet overschrijdt en waarvan de activiteiten geen . De planologische toestand wordt verfijnd en er worden bijkomende abnormale hinder en/of risico’s met zich meebrengen. ruimtelijke beperkingen opgelegd teneinde de ruimtelijke . Ten opzichte van de huidige bedrijvigheid doen er zich geen inpasbaarheid veilig te stellen, zoals groenbuffering. Ook wijzigingen voor op het vlak van gezondheid en veiligheid. waterdoorlatendheid van verhardingen wordt vastgelegd in de Evaluatie en beoordeling voorschriften. . Wanneer een ernstige bodemverontreiniging vastgesteld wordt, . Het RUP laat enkel kleinschalige lokale bedrijvigheid toe. G dienen stappen ondernomen te worden zoals beschreven in het Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op vlak van Bodemdecreet en zijn uitvoeringsbesluit (Vlarebo). Deze bestaan uit gezondheid en veiligheid. een beschrijvend bodemonderzoek, het opstellen van een bodemsaneringsproject, eventueel risicobeheer, het uitvoeren van de bodemsanering, eventuele nazorg en ten slotte het opstellen van ENERGIE- EN GRONDSTOFFENVOORRADEN eindevaluatierapport met eindverklaring door OVAM. Beschrijving van de referentiesituatie . Het RUP bestendigt de mogelijkheid om een gedeelte van het terrein te bebouwen en te verharden waardoor een effect kan gegenereerd . In de omgeving van het plangebied liggen geen worden op de bodemafdichting. Mits een aantal maatregelen zoals ontginningsgebieden. waterhergebruik, gebruik van groenelementen en het gebruik van Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke waterdoorlatende verharding waar mogelijk, kan dit effect beperkt referentiesituatie worden. . Het RUP heeft geen invloed op energie- of grondstoffenvoorraden. . De impact op de bodem ten gevolge van de activiteiten voorzien in het RUP zal beperkt blijven (geen permanente bemaling, geen ontginning, Evaluatie en beoordeling geen lozingen in de bodem, …). Het plan heeft geen aanzienlijk negatieve effecten op de energie- en G . Ten opzichte van de bestaande toestand zullen er zich geen significante grondstoffenvoorraden. wijzigingen voordoen ten aanzien van de bodem. Evaluatie en beoordeling G BODEM Het plan heeft geen aanzienlijk negatieve effecten op de bodem.

Beschrijving van de referentiesituatie

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 120 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE WATER LUCHT EN KLIMAAT

Beschrijving van de referentiesituatie Beschrijving van de referentiesituatie Voor beschrijving van de referentiesituatie wordt verwezen naar de . De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone zorgt watertoetskaarten die terug te vinden zijn in het onderdeel 5.4.1 p. 75 van ervoor dat er geen nuances gemaakt zijn i.f.v. de aard van de deze nota. De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone zorgt bedrijvigheid. ervoor dat er geen nuances gemaakt zijn i.f.v. waterhuishouding. . Uit de gegevens van de VMM blijkt dat het NO2-jaargemiddelde Bij hevige regenval ontstaat er soms wateroverlast in de tuinen van de 2014 tussen de 16 en 20 µg/m³ bedraagt. halfopen bebouwingen langsheen de Edingsesteenweg. . Het fijn stof PM10-jaargemiddelde 2014 bedraagt tussen de 16 en 20 Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke µg/m³. referentiesituatie Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke Een algemene beoordeling van de effecten op het watersysteem is terug te referentiesituatie vinden in het onderdeel 5.4.2 p. 89 van deze nota. Specifieke toelichting bij . Er is geen aanleiding vanuit de beoogde (en bestaande) bestemming de planonderdelen wordt hieronder gegeven. om nieuwe effecten op de lucht of het klimaat te kunnen . De planologische toestand wordt verfijnd. veronderstellen. . Het RUP legt de bestemming bedrijvigheid vast, maar legt . Het RUP brengt geen significante bijkomende uitstoot van ruimtelijke randvoorwaarden op die die de ruimtelijke draagkracht broeikasgassen met zich mee. van de omgeving niet overschrijdt en waarvan de activiteiten geen Evaluatie en beoordeling abnormale hinder en/of risico’s met zich meebrengen. G . Elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning moet Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op de beantwoorden aan alle vereisten inzake hemelwaterputten, lucht of het klimaat. infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afval- en hemelwater zoals omschreven in de vigerende wetgeving terzake. GELUID EN TRILLINGEN . Bij de aanleg van verhardingen dienen waar mogelijk Beschrijving van de referentiesituatie waterdoorlatende verhardingen (dus ook funderingslagen) gebruikt te worden. Planonderdeel A . Ten opzichte van de huidige toestand doen er zich geen significante . In de zone kan bedrijvigheid vergund worden. De wijzigingen voor op het vlak van waterhuishouding. gewestplanbestemming maakt echter geen nuances in functie van hinderende (geluids- of trillingveroorzakende) bedrijvigheid. Evaluatie en beoordeling . Er is vandaag geen gekende geluids- of trillingsoverlast. Er kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat, rekening houdende Planonderdeel B met de vigerende wetgeving, het plan geen aanzienlijk negatieve G . De woningen veroorzaken geen significante geluids-of effecten teweeg brengt voor de waterhuishouding in het gebied trillingshinder. conform de bepalingen inzake integraal waterbeleid. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke referentiesituatie

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 121 Planonderdeel A & B Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op vlak . Het RUP voorziet bedrijvigheid, maar het betreft hier kleinschalige van licht. lokale bedrijvigheid die die de ruimtelijke draagkracht van de omgeving niet overschrijdt en waarvan de activiteiten geen abnormale hinder en/of risico’s met zich meebrengen (dus ook geen FAUNA, FLORA EN BIODIVERSITEIT abnormale geluidshinder of trillingen). Beschrijving van de referentiesituatie Evaluatie en beoordeling . Het plangebied is niet gelegen in of in de nabijheid van een G Het plan veroorzaakt bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten wat natuurgebied, een speciale beschermingszone of een gebied van betreft de discipline geluid en trillingen. het VEN of het IVON. . Het plangebied omvat geen biologisch of faunistisch waardevolle gebieden. LICHT Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke referentiesituatie Beschrijving van de referentiesituatie . Het plan vormt in grote mate de bevestiging van de bestaande Planonderdeel A toestand en genereert bijgevolg geen effecten op de fauna, flora of . In de zone kan bedrijvigheid vergund worden. De biodiversiteit. gewestplanbestemming maakt echter geen nuances in functie van lichthinder die bedrijvigheid potentieel met zich meebrengt. Evaluatie en beoordeling Planonderdeel B Het plan heeft geen aanzienlijk negatieve effecten op de fauna, flora G . De woningen veroorzaken geen significante lichthinder. en biodiversiteit. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke referentiesituatie Planonderdeel A & B . Het RUP voorziet bedrijvigheid, maar het betreft hier kleinschalige lokale bedrijvigheid die die de ruimtelijke draagkracht van de omgeving niet overschrijdt en waarvan de activiteiten geen abnormale hinder en/of risico’s met zich meebrengen (dus ook geen abnormale lichthinder) Evaluatie en beoordeling . Het RUP vormt niet het kader voor projecten die veel verlichting met zich meebrengen zoals sportvelden, serrebedrijven en winkels met lichtreclame of verlichte buitenterreinen. G . Het plaatsen van verlichting in functie van de veiligheid en het normaal gebruik van de zone is toegestaan en dient zodanig ingeplant dat de hinder ten aanzien van de omgeving minimaal is.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 122 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE natuurgebied. Deze zone strekt zich langsheen de Lavondelbeek uit 6.9. DEELPLAN KREPELSTRAAT tot in het centrum van Denderwindeke. De gehele ambachtelijke zone, net als het hele woonlint langsheen de RUIMTELIJKE ORDENING Krepelstraat, is als HAG aangeduid. Het betreft hier een uitloper van HAG nr. 77 – Landbouwgebied van Denderwindeke. Het betreft hier duidelijk geen Beschrijving van de referentiesituatie ‘herbevestiging’ van de agrarische functie gezien het plangebied op het gewestplan reeds aangeduid is als ambachtelijke zone. De ‘harde’ Het plangebied is gelegen binnen het gewestplan Aalst – Ninove – gewestplanbestemming zone voor ambachtelijke bedrijvigheid wordt Geraardsbergen – Zottegem (KB 30/05/1978, gewijzigd 13/09/1995). vervangen door de ‘harde’ bestemming ‘wonen’ en de zachte bestemming . Zone voor ambachtelijke bedrijvigheid, kleine en middelgrote ‘natuur’. ondernemingen op het gewestplan. . Het plangebied is gesitueerd in Herbevestigd Agrarisch Gebied Evaluatie en beoordeling (HAG) . Het RUP creëert bijkomende woonentiteiten in het . Het plangebied is bebouwd voor wat betreft het perceel langs de buitengebied. Hiervoor wordt binnen hetzelfde RUP een zijde Denderwindeke-centrum. Het betreft een voormalige planologische compensatie voorzien in het deelplan G schrijnwerkerij met woonhuis. Het perceel langs de zijde ‘Leopoldstraat’. Het betreft hier een ruil van woonzone en Nieuwenhove-centrum is onbebouwd. zone voor ambachtelijke bedrijvigheid. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke De planologische aanpassingen die het RUP oplegt vormen geen referentiesituatie aanzienlijk negatieve effecten op vlak van ruimtelijke ordening. . Als basis wordt het afwegingskader voor bestaande kleinschalige

bedrijventerreinen uit het GRS gehanteerd. . De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone zorgt LANDSCHAPPEN, ONROEREND ERFGOED EN ARCHEOLOGIE ervoor dat de mogelijkheden op het terrein zeer groot zijn. Één van de uitgangspunten van het RUP bestaat erin de ruimtelijke Beschrijving van de referentiesituatie inpasbaarheid van de sites veilig te stellen. . In of in de nabije omgeving van het plangebied bevindt zich geen Planonderdeel A onroerend erfgoed (noch geïnventariseerd, noch beschermd). . De functie van het planonderdeel wordt gewijzigd van . In of in de nabije omgeving van de plangebieden zijn geen CAI-items ambachtelijke bedrijvigheid naar wonen. Het omliggende aanwezig. woonweefsel dat zich langsheen de Krepelstraat uitstrekt, wordt op . De site snijdt zich relatief diep in het open landschap in. deze manier vervolledigd. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke . Het RUP creëert de mogelijkheid tot het optrekken van 2 x 2 referentiesituatie halfopen bebouwingen. Dit betekent een netto toename van 3 . De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone zorgt woningen. ervoor dat de mogelijkheden op het terrein zeer groot zijn. Één van Planonderdeel B de uitgangspunten van het RUP bestaat erin de ruimtelijke . Het RUP herbestemt de zone voor ambachtelijke bedrijvigheid naar inpasbaarheid van de sites veilig te stellen. natuurgebied. De omliggende zone is reeds bestemd als

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 123 . Het RUP perkt de ‘harde bestemming’ in tot de eerste 50m vanaf de gegeneerd door de woningen overstijgt de draagkracht van de rooilijn. Hierdoor wordt de ontwikkeling beter dan vandaag omgeving geenszins. landschappelijk ingepast. Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op vlak van . De kans op verstoring van archeologische erfgoed door het RUP mobiliteit. blijft dezelfde als voorheen. Bij stedenbouwkundige vergunningsaanvraag dient de vigerende wetgeving archeologie steeds gerespecteerd. GEZONDHEID EN VEILIGHEID . Ten opzichte van de huidige toestand doen er zich geen significante Beschrijving van de referentiesituatie wijzigingen voor wat betreft landschap, onroerend erfgoed en archeologie. Er bevinden zich geen Seveso-inrichtingen binnen een straal van twee Evaluatie en beoordeling kilometer van het plangebied. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke Gezien de afwezigheid van onroerend erfgoed, de inperking van de referentiesituatie mogelijkheden tot realisatie van de harde bestemming, en rekening G . Het RUP voorziet woongelegenheden die de ruimtelijke draagkracht houdend met de vigerende wetgeving archeologie, kan gesteld worden van de omgeving niet overschrijdt en waarvan de activiteiten geen dat het plan heeft geen aanzienlijk negatieve effecten op het landschap, abnormale hinder en/of risico’s met zich meebrengen. het onroerend erfgoed of de archeologie. . Ten opzichte van de mogelijkheden voor de site als ambachtelijke zone doen er zich geen significante wijzigingen voor op het vlak van gezondheid en veiligheid. MOBILITEIT Evaluatie en beoordeling Beschrijving van de referentiesituatie Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op vlak van G . De site wordt ontsloten via de Krepelstraat. gezondheid en veiligheid.

Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke referentiesituatie ENERGIE- EN GRONDSTOFFENVOORRADEN . Vandaag bevindt er zich één woning op de site. Het RUP voorziet de mogelijkheid tot het bouwen van vier eengezinswoningen. De Beschrijving van de referentiesituatie hieraan gerelateerde mobiliteitsgeneratie is beperkt. . In de omgeving van het plangebied liggen geen . Ten opzichte van de planologische mogelijkheden van de site als ontginningsgebieden. ambachtelijke zone is de verkeersimpact voorzien in het RUP beperkt. Beschrijving van de milieueffecten Evaluatie en beoordeling . Het RUP heeft geen invloed op energie- of grondstoffenvoorraden. . Er worden geen aanzienlijke effecten verwacht op het vlak van G Evaluatie en beoordeling G mobiliteit en verkeersleefbaarheid. De verkeersbewegingen

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 124 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE Het plan heeft geen aanzienlijk negatieve effecten op de energie- en Beschrijving van de referentiesituatie grondstoffenvoorraden. Voor beschrijving van de referentiesituatie wordt verwezen naar de watertoetskaarten die terug te vinden zijn in het onderdeel 5.4.1 p. 75 van BODEM deze nota. De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone zorgt ervoor dat er geen nuances gemaakt zijn i.f.v. waterhuishouding. Beschrijving van de referentiesituatie Er is geen wateroverlast gekend. . Het terrein is slechts voor ± een kwart bebouwd en verhard. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke . De bodem van het plangebied bestaat grotendeels uit matig natte referentiesituatie leembodem. De bebouwde zijde is antropogeen verstoord. Een algemene beoordeling van de effecten op het watersysteem is terug te . Het plangebied bevat geen waardevolle bodems volgens de vinden in het onderdeel 5.4.2 p. 89 van deze nota. Specifieke toelichting bij Databank Ondergrond Vlaanderen. de planonderdelen wordt hieronder gegeven. . Er zijn geen gegevens gekend omtrent bodemonderzoek of - . Bebouwing en verharding wordt beperkt tot de eerste 50m vanaf de verontreiniging. rooilijn daar waar binnen de ambachtelijke zone geen beperking Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke gold. referentiesituatie . Elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning moet . Het RUP voorziet een woonprogramma. De kans op beantwoorden aan alle vereisten inzake hemelwaterputten, bodemverontreiniging is gering. infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing . Het RUP bestendigt de mogelijkheid om een gedeelte van het van afval- en hemelwater zoals omschreven in de vigerende terrein te bebouwen en te verharden waardoor een effect kan wetgeving terzake. gegenereerd worden op de bodemafdichting. Mits een aantal . Bij de aanleg van verhardingen dienen waar mogelijk maatregelen zoals waterhergebruik, gebruik van groenelementen waterdoorlatende verhardingen (dus ook funderingslagen) gebruikt en het gebruik van waterdoorlatende verharding waar mogelijk, kan te worden. dit effect beperkt worden. . Ten opzichte van de huidige toestand doen er zich geen significante . De impact op de bodem ten gevolge van de activiteiten voorzien in wijzigingen voor op het vlak van waterhuishouding. het RUP zal beperkt blijven (geen permanente bemaling, geen Evaluatie en beoordeling ontginning, geen lozingen in de bodem, …). Er kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat, rekening houdende . Ten opzichte van de mogelijkheden voor de site als ambachtelijke G zone wordt de bodemimpact beperkt n het RUP. met de vigerende wetgeving, het plan geen aanzienlijk negatieve effecten teweeg brengt voor de waterhuishouding in het gebied Evaluatie en beoordeling conform de bepalingen inzake integraal waterbeleid. G Het plan heeft geen aanzienlijk negatieve effecten op de bodem. LUCHT EN KLIMAAT

WATER Beschrijving van de referentiesituatie

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 125 . De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone zorgt ervoor dat er geen nuances gemaakt zijn i.f.v. de aard van de LICHT bedrijvigheid. . Uit de gegevens van de VMM blijkt dat het NO2-jaargemiddelde Beschrijving van de referentiesituatie 2014 tussen de 11 en 15 µg/m³ bedraagt. . De zone is slechts voor ± een kwart ingenomen door een woonhuis. . Het fijn stof PM10-jaargemiddelde 2014 bedraagt tussen de 16 en 20 µg/m³. . In de zone kan bedrijvigheid vergund worden. De Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke gewestplanbestemming maakt echter geen nuances in functie van referentiesituatie lichthinder die bedrijvigheid potentieel met zich meebrengt. . Er is geen aanleiding vanuit de beoogde bestemming om nieuwe Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke effecten op de lucht of het klimaat te kunnen veronderstellen. referentiesituatie . Het RUP brengt geen significante bijkomende uitstoot van . De geplande woningen veroorzaken geen significante lichthinder. broeikasgassen met zich mee. . Ten opzichte van de bestaande toestand zullen zich geen significante wijzigingen voordoen. Evaluatie en beoordeling Evaluatie en beoordeling Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op de G lucht of het klimaat. . Het RUP vormt niet het kader voor projecten die veel verlichting met zich meebrengen zoals sportvelden, serrebedrijven en winkels met lichtreclame of verlichte buitenterreinen. GELUID EN TRILLINGEN . Het plaatsen van verlichting in functie van de veiligheid en het G normaal gebruik van de zone is toegestaan en dient zodanig Beschrijving van de referentiesituatie ingeplant dat de hinder ten aanzien van de omgeving minimaal is. . De zone is slechts voor ± een kwart ingenomen door een woonhuis. Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op vlak . Er is vandaag geen gekende geluids- of trillingsoverlast. van licht. . In de zone kan bedrijvigheid vergund worden. De gewestplanbestemming maakt echter geen nuances in functie van FAUNA, FLORA EN BIODIVERSITEIT hinderende (geluids- of trillingveroorzakende) bedrijvigheid. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke Beschrijving van de referentiesituatie referentiesituatie . De geplande woningen veroorzaken geen significante geluids-of . Het plangebied is niet gelegen in of in de nabijheid van een trillingshinder. natuurgebied, een speciale beschermingszone of een gebied van . Ten opzichte van de bestaande toestand zullen zich geen het VEN of het IVON. significante wijzigingen voordoen. . Het onbebouwde deel van het plangebied staat gekarteerd als biologisch waardevol. Evaluatie en beoordeling Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke Het plan veroorzaakt bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten wat G referentiesituatie betreft de discipline geluid en trillingen.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 126 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE . Het plan maakt bebouwing in de eerste 50m vanaf de rooilijn mogelijk. Hierdoor wordt het biologisch waardevol gedeelte verstoord. . De achterliggende zone wordt bestemd als zone voor natuur wat een positief effect heeft op de natuurlijke waarde. Evaluatie en beoordeling Het plan heeft geen aanzienlijk negatieve effecten op de fauna, flora G en biodiversiteit.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 127 . Het planonderdeel is aangeduid als HAG. Gezien de oorspronkelijke 6.10. DEELPLAN LEOPOLDSTRAAT bestemming woonzone was, kan het gebied gebruikt worden voor woningbouw. Het betreft hier duidelijk geen ‘herbevestiging’ van de RUIMTELIJKE ORDENING agrarische functie gezien het planonderdeel op het gewestplan reeds aangeduid is als woonzone. Met het RUP wordt woningbouw Beschrijving van de referentiesituatie vervangen bedrijvigheid. Bovendien is het planonderdeel niet in landbouwgebruik. Het plangebied is gelegen binnen het gewestplan Aalst – Ninove – . Het RUP herbestemt de zone voor wonen naar zone voor lokale Geraardsbergen – Zottegem (KB 30/05/1978, gewijzigd 13/09/1995). bedrijvigheid, aansluitend op planonderdeel A. Door beiden zones Planonderdeel A te verenigen kan een veilige ontsluiting op de Leopoldstraat . Zone voor ambachtelijke bedrijvigheid, kleine en middelgrote voorzien worden, daar waar de huidige ontsluiting gebeurt ondernemingen op het gewestplan. langsheen de zuidelijke zijde van het plangebied. Het straatprofiel is . De zone is reeds grotendeels bebouwd en verhard. hier niet breed en bovendien zorgt deze toegang potentieel voor Planonderdeel B conflicten met het bestemmingsverkeer van de overzijde van de . Zone voor wonen op het gewestplan. straat (eengezinswoningen). . De zone is geïntegreerd in de aanpalende zone voor bedrijvigheid. . Ten opzichte van de bestaande situatie doen er zich geen . Het planonderdeel is aangeduid als Herbevestigd Agrarisch Gebied. significante wijzigingen voor. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke referentiesituatie Evaluatie en beoordeling Als basis wordt het afwegingskader voor bestaande kleinschalige . Een gedeelte HAG gelegen in woonzone wordt herbestemd bedrijventerreinen uit het GRS gehanteerd. naar bedrijvigheid. Dit wijzigt in se niets voor het HAG. Planonderdeel A Bebouwing was en blijft mogelijk. . De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone zorgt . Het RUP bakent de zone voor lokale bedrijvigheid eenduidig af ervoor dat de mogelijkheden op het terrein zeer groot zijn. Één van en legt inrichtingsbeperkingen op teneinde de ruimtelijke de uitgangspunten van het RUP bestaat erin de ruimtelijke inpasbaarheid van de site in de omgeving te waarborgen, daar P inpasbaarheid van de sites veilig te stellen. Zo worden de waar het gewestplan louter algemene stedenbouwkundige bouwhoogte, de toegelaten activiteiten en het aantal voorschriften voorziet. bedrijfswoningen planologisch verankerd. . Er wordt een oplossing geboden om het terrein veiliger te . De functie van het planonderdeel blijft ongewijzigd, maar er worden ontsluiten. bijkomende ruimtelijke beperkingen opgelegd teneinde de De planologische aanpassingen die het RUP oplegt zullen een positief ruimtelijke inpasbaarheid veilig te stellen. Zo worden de effect hebben op de ruimtelijke ordening. bouwhoogte, de toegelaten activiteiten en het aantal

bedrijfswoningen en de planologisch verankerd. . Ten opzichte van de bestaande situatie doen er zich geen LANDSCHAPPEN, ONROEREND ERFGOED EN ARCHEOLOGIE significante wijzigingen voor. Planonderdeel B Beschrijving van de referentiesituatie

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 128 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE . In of in de nabije omgeving van het plangebied bevindt zich geen . Het plangebied wordt ontsloten langsheen de Leopoldstraat. Er is onroerend erfgoed (noch geïnventariseerd, noch beschermd). geen beperking op het aantal, noch op de breedte of de ligging van . In of in de nabije omgeving van de plangebieden zijn geen CAI-items de toegangen tot de site. aanwezig. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke referentiesituatie referentiesituatie . De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone zorgt . De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone zorgt ervoor er geen nuances gemaakt zijn i.f.v. mobiliteit. Één van de ervoor dat de mogelijkheden op het terrein zeer groot zijn. Één van uitgangspunten van het RUP bestaat erin de ruimtelijke de uitgangspunten van het RUP bestaat erin de ruimtelijke inpasbaarheid van de sites veilig te stellen, dus ook naar het inpasbaarheid van de sites veilig te stellen. mobiliteitsaspect toe. . Het RUP gaat uit van een landschappelijke inkleding van de zone . Het RUP voorziet in een inperking van de activiteiten ten opzichte voor bedrijvigheid door zowel langs de zijden met het woonlint als van de bestaande toestand teneinde bijvoorbeeld sterk langs de zijde naar het achterliggende open landschap een dense verkeersgenererende activiteiten zoals autonome kleinhandel te groenbuffer te voorzien. Hierdoor wordt de ontwikkeling beter dan weren. vandaag landschappelijk ingepast. . De geplande activiteiten zijn van die aard dat ze geen aanleiding . De kans op verstoring van archeologische erfgoed door het RUP geven tot een significante bijkomende verkeersgeneratie dan wat blijft dezelfde als voorheen. Bij stedenbouwkundige vandaag vergunbaar is. vergunningsaanvraag dient de vigerende wetgeving archeologie . Het RUP heeft geen invloed op (gewijzigde) buurtwegen. steeds gerespecteerd. . De toegang tot de site wordt in het RUP vastgelegd zodat ontsluiting . Ten opzichte van de huidige toestand doen er zich geen significante op de best mogelijk wijze kan geschieden. wijzigingen voor op het vlak van landschap, onroerend erfgoed en . Het RUP legt op dat de nodige parkeerplaatsen op het eigen terrein archeologie. aangelegd te worden. . Het RUP legt op dat een nota wordt opgemaakt waarin de mobiliteit Evaluatie en beoordeling van werknemers, bezoekers, transport van goederen van en naar Gezien de afwezigheid van onroerend erfgoed, de landschappelijk het bedrijf in kaart wordt gebracht. Op die manier moet aangetoond inkleding van de bedrijfsactiviteiten, en rekening houdend met de G worden dat de nodige maatregelen werden getroffen om de vigerende wetgeving archeologie, kan gesteld worden dat het plan mobiliteit op een vlotte manier af te wikkelen. heeft geen aanzienlijk negatieve effecten op het landschap, het . Ten opzichte van de huidige toestand zal de verkeersafwikkeling onroerend erfgoed of de archeologie. kwalitatiever gebeuren.

Evaluatie en beoordeling MOBILITEIT . Het RUP zorgt voor een verkeersveiligere situatie door de toegang tot de bedrijfszone vast te leggen. G Beschrijving van de referentiesituatie . Er worden geen aanzienlijke effecten verwacht op het vlak van mobiliteit en verkeersleefbaarheid ten opzichte van de referentiesituatie.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 129 Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op vlak van mobiliteit. BODEM

Beschrijving van de referentiesituatie GEZONDHEID EN VEILIGHEID . De bodem van het plangebied is deels gekend als antropogeen Beschrijving van de referentiesituatie verstoord, deels als een droge zandleembodem met textuur B Er bevinden zich geen Seveso-inrichtingen binnen een straal van twee horizont/zonder profiel. kilometer van het plangebied. . Het plangebied bevat geen waardevolle bodems volgens de Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke Databank Ondergrond Vlaanderen. referentiesituatie . Er is een beschrijvend bodemonderzoek uitgevoerd met . Ten opzichte van de huidige activiteiten doen er zich geen dossiernummer 1966. wijzigingen voor op het vlak van gezondheid en milieu. . Het plangebied is reeds grotendeels bebouwd en verhard. . Het RUP voorziet bedrijvigheid, maar het betreft hier lokale Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke bedrijvigheid die die de ruimtelijke draagkracht van de omgeving referentiesituatie niet overschrijdt en waarvan de activiteiten geen abnormale hinder Planonderdeel A & B en/of risico’s met zich meebrengen. . De planologische toestand wordt verfijnd en er worden bijkomende ruimtelijke beperkingen opgelegd teneinde de ruimtelijke Evaluatie en beoordeling inpasbaarheid veilig te stellen, zoals groenbuffering. Ook . Het RUP laat enkel kleinschalige lokale bedrijvigheid toe. G waterdoorlatendheid van verhardingen wordt vastgelegd in de Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op vlak van voorschriften. gezondheid en veiligheid. . Het RUP bestendigt de mogelijkheid om een gedeelte van het terrein te bebouwen en te verharden waardoor een effect kan gegenereerd worden op de bodemafdichting. Mits een aantal maatregelen zoals ENERGIE- EN GRONDSTOFFENVOORRADEN waterhergebruik, gebruik van groenelementen en het gebruik van waterdoorlatende verharding waar mogelijk, kan dit effect beperkt Beschrijving van de referentiesituatie worden. . In de omgeving van het plangebied liggen geen . De impact op de bodem ten gevolge van de activiteiten voorzien in het ontginningsgebieden. RUP zal beperkt blijven (geen permanente bemaling, geen ontginning, Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke geen lozingen in de bodem, …). referentiesituatie . Ten opzichte van de bestaande toestand zullen er zich geen significante wijzigingen voordoen ten aanzien van de bodem. . Het RUP heeft geen invloed op energie- of grondstoffenvoorraden. Evaluatie en beoordeling Evaluatie en beoordeling G Het plan heeft geen aanzienlijk negatieve effecten op de bodem. Het plan heeft geen aanzienlijk negatieve effecten op de energie- en G grondstoffenvoorraden.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 130 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE WATER LUCHT EN KLIMAAT

Beschrijving van de referentiesituatie Beschrijving van de referentiesituatie Voor beschrijving van de referentiesituatie wordt verwezen naar de . De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone zorgt watertoetskaarten die terug te vinden zijn in het onderdeel 5.4.1 p. 75 van ervoor dat er geen nuances gemaakt zijn i.f.v. de aard van de deze nota. De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone ervoor bedrijvigheid. er geen nuances gemaakt zijn i.f.v. waterhuishouding. . Uit de gegevens van de VMM blijkt dat het NO2-jaargemiddelde Er is geen wateroverlast gekend. 2014 tussen de 16 en 20 µg/m³ bedraagt. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke . Het fijn stof PM10-jaargemiddelde 2014 bedraagt tussen de 16 en 20 referentiesituatie µg/m³. Een algemene beoordeling van de effecten op het watersysteem is terug te Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke vinden in het onderdeel 5.4.2 p. 89 van deze nota. Specifieke toelichting bij referentiesituatie de planonderdelen wordt hieronder gegeven. . Er is geen aanleiding vanuit de beoogde (en bestaande) bestemming . De planologische toestand wordt verfijnd. om nieuwe effecten op de lucht of het klimaat te kunnen . Het RUP legt de bestemming bedrijvigheid vast, maar legt veronderstellen. ruimtelijke randvoorwaarden op die die de ruimtelijke draagkracht . Het RUP brengt geen significante bijkomende uitstoot van van de omgeving niet overschrijdt en waarvan de activiteiten geen broeikasgassen met zich mee. abnormale hinder en/of risico’s met zich meebrengen. Evaluatie en beoordeling . Elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning moet G beantwoorden aan alle vereisten inzake hemelwaterputten, Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op de infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing lucht of het klimaat. van afval- en hemelwater zoals omschreven in de vigerende wetgeving terzake. . Bij de aanleg van verhardingen dienen waar mogelijk GELUID EN TRILLINGEN waterdoorlatende verhardingen (dus ook funderingslagen) gebruikt Beschrijving van de referentiesituatie te worden. . Ten opzichte van de huidige toestand doen er zich geen significante Planonderdeel A wijzigingen voor op het vlak van waterhuishouding. . In de zone kan bedrijvigheid vergund worden. De gewestplanbestemming maakt echter geen nuances in functie van Evaluatie en beoordeling hinderende (geluids- of trillingveroorzakende) bedrijvigheid. Er kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat, rekening houdende . Er is vandaag geen gekende geluids- of trillingsoverlast. met de vigerende wetgeving, het plan geen aanzienlijk negatieve G Planonderdeel B effecten teweeg brengt voor de waterhuishouding in het gebied . De zone is onbebouwd en veroorzaakt geen significante geluids-of conform de bepalingen inzake integraal waterbeleid. trillingshinder. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke referentiesituatie

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 131 Planonderdeel A & B . Het plaatsen van verlichting in functie van de veiligheid en het . Het RUP voorziet bedrijvigheid, maar het betreft hier lokale normaal gebruik van de zone is toegestaan en dient zodanig bedrijvigheid die die de ruimtelijke draagkracht van de omgeving ingeplant dat de hinder ten aanzien van de omgeving minimaal is. niet overschrijdt en waarvan de activiteiten geen abnormale hinder Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op vlak en/of risico’s met zich meebrengen (dus ook geen abnormale van licht. geluidshinder of trillingen). Ten opzichte van de bestaande toestand doen er zich geen significante wijzigingen voor. FAUNA, FLORA EN BIODIVERSITEIT Evaluatie en beoordeling Het plan veroorzaakt bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten wat G Beschrijving van de referentiesituatie betreft de discipline geluid en trillingen. . Het plangebied is niet gelegen in of in de nabijheid van een natuurgebied, een speciale beschermingszone of een gebied van het VEN of het IVON. LICHT . Met uitzondering van de meest noordelijk zone is het gebied biologisch minder waardevol met waardevolle elementen.. Beschrijving van de referentiesituatie Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke Planonderdeel A referentiesituatie . In de zone kan bedrijvigheid vergund worden. De . Het plan vormt in grote mate de bevestiging van de bestaande gewestplanbestemming maakt echter geen nuances in functie van planologische en feitelijke toestand en genereert bijgevolg geen lichthinder die bedrijvigheid potentieel met zich meebrengt. significante effecten op de fauna, flora of biodiversiteit. Planonderdeel B . De zone is onbebouwd en veroorzaakt bijgevolg geen lichthinder. Evaluatie en beoordeling Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke Het plan heeft geen aanzienlijk negatieve effecten op de fauna, flora G referentiesituatie en biodiversiteit. Planonderdeel A & B . Het RUP voorziet bedrijvigheid, maar het betreft hier lokale bedrijvigheid die die de ruimtelijke draagkracht van de omgeving niet overschrijdt en waarvan de activiteiten geen abnormale hinder en/of risico’s met zich meebrengen (dus ook geen abnormale lichthinder). . Ten opzichte van de bestaande toestand doen er zich geen significante wijzigingen voor. Evaluatie en beoordeling

. Het RUP vormt niet het kader voor projecten die veel verlichting G met zich meebrengen zoals sportvelden, serrebedrijven en winkels met lichtreclame of verlichte buitenterreinen.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 132 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE . Een deel van het HAG wordt bestemd als zone in functie van 6.11. DEELPLAN AALSTERSESTEENWEG recreatie met nabestemming ambachtelijke bedrijvigheid. Planologisch betreft het geen ‘herbevestiging’ van de agrarische RUIMTELIJKE ORDENING functie gezien het planonderdeel op het gewestplan reeds aangeduid is als ambachtelijke zone. In de feitelijke toestand is het Beschrijving van de referentiesituatie plangebied wel in agrarisch gebruik. . Ten opzichte van de bestaande situatie wordt open ruimte Het plangebied is grotendeels gelegen binnen het gewestplan Aalst – Ninove ingenomen. – Geraardsbergen – Zottegem (KB 30/05/1978, gewijzigd 13/09/1995) en voor een klein deel binnen RUP Zonevreemde recreatie – Deelplan 9 Terrein Evaluatie en beoordeling Madison tennis. . Een gedeelte HAG gelegen ambachtelijke zone wordt Planonderdeel A herbestemd naar recreatie met nabestemming bedrijvigheid. . Zone voor ambachtelijke bedrijvigheid, kleine en middelgrote Dit wijzigt in se niets voor het HAG. Bebouwing was en blijft ondernemingen op het gewestplan. Het betreft een restsnipper mogelijk. tussen het agrarisch gebied en de tennisclub Madison die met het . Het RUP neemt een deel open ruimte in, maar dit wordt RUP Zonevreemde sport en recreatie is een geëigende bestemming beperkt tot de strikt noodzakelijke oppervlakte om aan de G is gelegd. parkeerbehoefte te kunne voldoen.. Planonderdeel B . Het RUP pakt de heersende parkeerproblematiek aan en zorgt . Zone voor groenbuffer van het RUP Zonevreemde recreatie. voor de mogelijk tot aanleg van een volwaardige groenbuffer, Het hele plangebied is aangeduid als Herbevestigd Agrarisch Gebied. wat in de huidige situatie niet mogelijk is. Het plangebied is in agrarisch gebruik. Het planonderdeel heeft geen aanzienlijk negatieve effecten op de Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke ruimtelijke ordening. referentiesituatie

Als basis wordt het afwegingskader voor bestaande kleinschalige bedrijventerreinen uit het GRS gehanteerd. LANDSCHAPPEN, ONROEREND ERFGOED EN ARCHEOLOGIE . Het planonderdeel is een restsnipper ambachtelijke zone die overgebleven is na de herbestemming van de naastgelegen Beschrijving van de referentiesituatie Tennisclub Madison. Deze snipper wordt herbestemd naar een zone . In of in de nabije omgeving van het plangebied bevindt zich geen voor ontsluiting en parking om een planologische eenheid te onroerend erfgoed (noch geïnventariseerd, noch beschermd). vormen met art. 3 van het aanpalende RUP. Tevens wordt de zone . In of in de nabije omgeving van de plangebieden zijn geen CAI-items voor groenbuffer van het RUP opgegeven en herbestemd tot zone aanwezig. voor ontsluiting en parking. De groenbuffer wordt op de grens met Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke het aanpalende agrarisch gebied gesitueerd waar deze als referentiesituatie volwaardig visueel scherm aangelegd kan worden. De aangeduide . Het RUP gaat uit van een landschappelijke inkleding van het plancontour betreft de hele restsnipper ambachtelijke zone. In het deelplan door zowel langs alle zijden met een andere planologische RUP zal enkel de zone die effectief noodzakelijk is voor parking bestemming een dense groenbuffer te voorzien. Hierdoor wordt de aangeduid worden als zone voor ontsluiting en circulatie. ontwikkeling beter dan vandaag landschappelijk ingepast.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 133 . De kans op verstoring van archeologische erfgoed door het RUP Beschrijving van de referentiesituatie blijft dezelfde als voorheen. Bij stedenbouwkundige vergunningsaanvraag dient de vigerende wetgeving archeologie Er bevinden zich geen Seveso-inrichtingen binnen een straal van twee steeds gerespecteerd. kilometer van het plangebied. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke Evaluatie en beoordeling referentiesituatie Gezien de afwezigheid van onroerend erfgoed, de landschappelijk . Het RUP voorziet bedrijvigheid in nabestemming, maar het betreft inkleding van de activiteiten, en rekening houdend met de vigerende G hier lokale bedrijvigheid die die de ruimtelijke draagkracht van de wetgeving archeologie, kan gesteld worden dat het plan heeft geen omgeving niet overschrijdt en waarvan de activiteiten geen aanzienlijk negatieve effecten op het landschap, het onroerend erfgoed abnormale hinder en/of risico’s met zich meebrengen. of de archeologie. . Ten opzichte van de huidige toestand doen er zich geen significante wijzigingen voor op vlak van gezondheid en veiligheid. MOBILITEIT Evaluatie en beoordeling . Het RUP laat enkel lokale bedrijvigheid toe in nabestemming. G Beschrijving van de referentiesituatie Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op vlak van . Het plangebied wordt ontsloten via de gewestweg N405 gezondheid en veiligheid. Aalstersesteenweg. . In de praktijk blijkt dat de zone voor parkeren voorzien in het RUP ENERGIE- EN GRONDSTOFFENVOORRADEN zonevreemde sport en recreatie te beperkt is om alle bestemmingsverkeer op eigen terrein op te vangen. Beschrijving van de referentiesituatie . In het plangebied wordt planologische ruimte voor parking gecreëerd. . In de omgeving van het plangebied liggen geen Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke ontginningsgebieden. referentiesituatie Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke . Het RUP voorzien de mogelijkheid om het parkeerprobleem op te referentiesituatie lossen door de aangrenzende snipper ambachtelijke zone te . Het RUP heeft geen invloed op energie- of grondstoffenvoorraden. herbestemmen naar een zone voor ontsluiting en recreatie. Evaluatie en beoordeling Evaluatie en beoordeling Het plan heeft geen aanzienlijk negatieve effecten op de energie- en G Het RUP zorgt voor de mogelijkheid om de parkeerbehoefte op eigen P grondstoffenvoorraden. terrein af te kunnen wikkelen, wat als positief effect kan worden beschouwd. BODEM

GEZONDHEID EN VEILIGHEID Beschrijving van de referentiesituatie

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 134 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE . De bodem van het plangebied is gekend als een droge Een algemene beoordeling van de effecten op het watersysteem is terug te zandleembodem met textuur B horizont/zonder profiel. vinden in het onderdeel 5.4.2 p. 89 van deze nota. Specifieke toelichting bij . Het plangebied bevat geen waardevolle bodems volgens de de planonderdelen wordt hieronder gegeven. Databank Ondergrond Vlaanderen. Planonderdeel A & B . Er zijn geen gegevens gekend omtrent bodemonderzoek of - . Elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning moet verontreiniging. beantwoorden aan alle vereisten inzake hemelwaterputten, . Het plangebied is niet bebouwd, noch verhard. infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke van afval- en hemelwater zoals omschreven in de vigerende referentiesituatie wetgeving terzake. . Het RUP voorziet de mogelijkheid om een gedeelte van het terrein te te . Ten opzichte van de huidige toestand kan de aanleg van verharden waardoor een effect kan gegenereerd worden op de verhardingen en bebouwing toenemen. bodemafdichting. Mits een aantal maatregelen zoals waterhergebruik, . Bij de aanleg van verhardingen dienen waar mogelijk gebruik van groenelementen en het gebruik van waterdoorlatende waterdoorlatende verhardingen (dus ook funderingslagen) gebruikt verharding waar mogelijk, kan dit effect beperkt worden. te worden. . De impact op de bodem ten gevolge van de activiteiten voorzien in het Evaluatie en beoordeling RUP zal beperkt blijven (geen permanente bemaling, geen ontginning, geen lozingen in de bodem, …). Er kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat, rekening houdende G . Ten opzichte van de bestaande toestand is er bijkomende verharding met de vigerende wetgeving, het plan geen aanzienlijk negatieve mogelijk, hetzij beperkt tot de strikt noodzakelijke oppervlakte om de effecten teweeg brengt voor de waterhuishouding in het gebied parkeerbehoefte op te vangen. conform de bepalingen inzake integraal waterbeleid.

Evaluatie en beoordeling G LUCHT EN KLIMAAT Het plan heeft geen aanzienlijk negatieve effecten op de bodem. Beschrijving van de referentiesituatie

WATER . De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone zorgt ervoor dat er geen nuances gemaakt zijn i.f.v. de aard van de Beschrijving van de referentiesituatie bedrijvigheid. . Uit de gegevens van de VMM blijkt dat het NO2-jaargemiddelde Voor beschrijving van de referentiesituatie wordt verwezen naar de 2014 tussen de 16 en 20 µg/m³ bedraagt. watertoetskaarten die terug te vinden zijn in het onderdeel 5.4.1 p. 75 van . Het fijn stof PM10-jaargemiddelde 2014 bedraagt tussen de 16 en 20 deze nota. De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone ervoor µg/m³. er geen nuances gemaakt zijn i.f.v. waterhuishouding. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke referentiesituatie referentiesituatie

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 135 . Er is geen aanleiding vanuit de beoogde (en bestaande) bestemming om nieuwe effecten op de lucht of het klimaat te kunnen LICHT veronderstellen. . Het RUP brengt geen significante bijkomende uitstoot van Beschrijving van de referentiesituatie broeikasgassen met zich mee. Planonderdeel A Evaluatie en beoordeling . In de zone kan bedrijvigheid vergund worden. De Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op de G gewestplanbestemming maakt echter geen nuances in functie van lucht of het klimaat. lichthinder die bedrijvigheid potentieel met zich meebrengt. . De zone is onbebouwd. Planonderdeel B GELUID EN TRILLINGEN . Het betreft een zone voor groenbuffer. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke Beschrijving van de referentiesituatie referentiesituatie Planonderdeel A Planonderdeel A & B . In de zone kan bedrijvigheid vergund worden. De . Het RUP voorziet zone voor ontsluiting en parking; Dit brengt gewestplanbestemming maakt echter geen nuances in functie van verlichting in functie van het normale gebruik en de veiligheid met hinderende (geluids- of trillingveroorzakende) bedrijvigheid. zich mee. . Er is vandaag geen gekende geluids- of trillingsoverlast. . Ten opzichte van de bestaande toestand kan er een toename van Planonderdeel B verlichting zijn. . Het betreft een zone voor groenbuffer. . Het RUP voorziet in nabestemming bedrijvigheid, maar het betreft Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke hier lokale bedrijvigheid die die de ruimtelijke draagkracht van de referentiesituatie omgeving niet overschrijdt en waarvan de activiteiten geen . Het RUP voorziet zone voor ontsluiting en parking. Dit brengt abnormale hinder en/of risico’s met zich meebrengen (dus ook geen tijdelijke en beperkte geluidshinder met zich mee van aankomende abnormale lichthinder). en vertrekkende voertuigen. Evaluatie en beoordeling . Ten opzichte van de bestaande toestand kan de geluidsproductie toenemen. . Het plaatsen van verlichting in functie van de veiligheid en het . Het RUP voorziet in nabestemming bedrijvigheid, maar het betreft normaal gebruik van de zone is toegestaan en dient zodanig G hier lokale bedrijvigheid die die de ruimtelijke draagkracht van de ingeplant dat de hinder ten aanzien van de omgeving minimaal is. omgeving niet overschrijdt en waarvan de activiteiten geen Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op vlak abnormale hinder en/of risico’s met zich meebrengen (dus ook geen van licht. abnormale geluidshinder of trillingen). Evaluatie en beoordeling FAUNA, FLORA EN BIODIVERSITEIT Het plan veroorzaakt bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten wat G Beschrijving van de referentiesituatie betreft de discipline geluid en trillingen.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 136 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE . Het plangebied is niet gelegen in of in de nabijheid van een natuurgebied, een speciale beschermingszone of een gebied van het VEN of het IVON. . Met uitzondering van de zuidelijk buffer/talud die als biologisch waardevol is aangeduid, is het gebied biologisch minder waardevol. . Het plangebied is grotendeels in landbouwgebruik Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke referentiesituatie . Het plan maakt bijkomende verharding mogelijk. Er zal rekening gehouden worden met de aanwezig groenbuffer in het zuiden van de zone die als biologisch waardevol gekarteerd is. . Ten opzichte van de bestaande toestand worden geen significante wijzigingen verwacht voor dit aspect. Evaluatie en beoordeling Rekening houdend met de zuidelijke biologisch waardevolle G buffer/talud, kan geoordeeld worden dat het plan geen aanzienlijk negatieve effecten op de fauna, flora en biodiversiteit heeft.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 137 te stellen. Het betreft grotendeels een bestendiging van de 6.12. DEELPLAN RING-OOST/-WEST bestaande toestand waardoor er zich nagenoeg geen milieueffecten voordoen. RUIMTELIJKE ORDENING . Ten opzichte van de bestaande situatie doen er zich geen significante wijzigingen voor. Beschrijving van de referentiesituatie Planonderdeel B . De functie van het planonderdeel wordt verruimd met de functie Het plangebied is grotendeels gelegen binnen het BPA nr. 14 Nijverheidszone grootschalige kleinhandel. Ten opzicht van planonderdeel A worden A. Omdat er nog enkele restsnipper ambachtelijke zone van het originele bijkomend ruimtelijke beperkingen opgelegd teneinde de gewestplan Aalst – Ninove – Geraardsbergen – Zottegem (KB 30/05/1978, ongestructureerde en ongebreidelde ontwikkeling van gewijzigd 13/09/1995) niet mee opgenomen zijn in het BPA, wordt het grootschalige kleinhandelszaken te voorkomen. De planologische plangebied hiermee uitgebreid. bestendiging van kleinhandel vormt een potentiële bron van Planonderdeel A dynamiek. . Zone voor nijverheid op het BPA Nijverhijdszone A die grotendeels . Een deel van het planonderdeel is aangeduid als HAG. Het betreft organisch is omgevormd tot grootschalige kleinhandelszone. De hier echter de uitlopers van de woonlinten langsheen de zone is nagenoeg volledig ingenomen door deze activiteiten. Aalstersesteenweg en de Okegembaan die vandaag deels in Planonderdeel B nijverheidszone (BPA) gelegen zijn, deels in woonzone (gewestplan). . Zone voor nijverheid op het BPA Nijverhijdszone A waarin, naast Het betreft hier duidelijk geen ‘herbevestiging’ van de agrarische bedrijfsactiviteiten, ook grootschalige kleinhandelsactiviteiten functie gezien het planonderdeel op het gewestplan reeds vergund zijn, voornamelijk geënt op de weg Ring-Oost. aangeduid is als woonzone. Het planonderdeel heeft reeds decennia . Deels aangeduid als HAG. geen landbouwfunctie meer. Het RUP wijzigt in se niets voor het Planonderdeel C HAG. Bebouwing was en blijft mogelijk. . Zone voor wegenis op het BPA Nijverhijdszone A. Planonderdeel C Planonderdeel D . Het betreft de bestendiging van de planologische en feitelijke zone . Restsnippers ambachtelijke zone die niet meengenomen zijn in het voor wegenis waardoor er zich nagenoeg geen milieueffecten BPA Nijverheidszone A. Vaak betreft het bestaande tuinzones. voordoen. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke Planonderdeel D referentiesituatie . Het betreft hier grenscorrecties die uitgevoerd worden zodat de Als basis wordt het afwegingskader voor bestaande kleinschalige restpercelen ambachtelijke zone die niet meegenomen zijn in het bedrijventerreinen uit het GRS gehanteerd. BPA Nijverheidszone A in een geëigende bestemming worden Planonderdeel A gelegd. Het betreft hier een bestendiging van de bestaande . Een wijziging in de wetgeving heeft ervoor gezorgd dat kleinhandel toestand waardoor er zich nagenoeg geen milieueffecten voordoen. in de gewestplanbestemming ambachtelijke zone niet meer vergunbaar is. Evaluatie en beoordeling . De functie van het planonderdeel wordt verruimd met de functie . Een gedeelte HAG gelegen in nijverheidszone wordt G grootschalige kleinhandel, maar er worden bijkomende ruimtelijke herbestemd naar bedrijvigheid. Het betreft hier duidelijk geen beperkingen opgelegd teneinde de ruimtelijke inpasbaarheid veilig ‘herbevestiging’ van de agrarische functie gezien het

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 138 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE planonderdeel in het BPA reeds aangeduid is als MOBILITEIT nijverheidszone. Bebouwing was en blijft mogelijk. . Het RUP bestendigt de bestaande, vergunde toestand. Beschrijving van de referentiesituatie Daarnaast wordt in ook bijkomende grootschalige kleinhandel vergunbaar. Dit verhoogt potentieel de dynamiek binnen de Planonderdeel A & B zone. Door haar ligging nabij het centrum van Ninove, wordt . De planonderdelen worden ontsloten via Ring-Oost en Ring-West dit als een geschikte locatie voor dergelijke activiteiten die fungeren als erfontsluitingswegen voor de individuele percelen. beschouwd. Beiden takken aan op de expresweg. De planologische aanpassingen die het RUP oplegt zullen een geen . Er zijn geen mobiliteitsproblemen gekend. aanzienlijk negatieve effecten hebben op de ruimtelijke ordening. Planonderdeel C . Het planonderdeel vormt de ontsluiting van het gebied. Planonderdeel D LANDSCHAPPEN, ONROEREND ERFGOED EN ARCHEOLOGIE . Het betreft restsnippers die vaak als tuinzone ingericht zijn en bijgevolg geen mobiliteit genereren. Beschrijving van de referentiesituatie Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke . In of in de nabije omgeving van het plangebied bevindt zich geen referentiesituatie onroerend erfgoed (noch geïnventariseerd, noch beschermd). Planonderdeel A . In of in de nabije omgeving van de plangebieden zijn geen CAI-items . De functie van het planonderdeel wordt verruimd met de functie aanwezig. grootschalige kleinhandel. Ten opzichte van de bestaande . De zone voor nijverheid is planologisch en feitelijk gebufferd naar referentiesituatie is dit slechts een zeer beperkt verschil gezien het het omliggende weefsel. lint grotendeels al bestaat uit grootschalige kleinhandel. Het is pas Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke recent dat grootschalige kleinhandel niet meer vergunbaar is in deze referentiesituatie zone. . De kans op verstoring van archeologische erfgoed door het RUP . Het RUP legt op dat de nodige parkeerplaatsen op het eigen terrein blijft dezelfde als voorheen. Bij stedenbouwkundige aangelegd moeten worden. vergunningsaanvraag dient de vigerende wetgeving archeologie Planonderdeel B steeds gerespecteerd. . De functie van het planonderdeel wordt verruimd met de functie . De buffering naar het omliggende weefsel blijft behouden in het grootschalige kleinhandel. Ten opzichte van de bestaande RUP. referentiesituatie betekent een potentiële toename van het aantal Evaluatie en beoordeling verkeersbewegingen gegenereerd door kleinhandelsactiviteiten. De bestaande ontsluitingsstructuur en –capaciteit volstaat om dit op te Gezien de afwezigheid van onroerend erfgoed en rekening houdend vangen. G met de vigerende wetgeving archeologie, kan gesteld worden dat het . Het RUP legt op dat de nodige parkeerplaatsen op het eigen terrein plan heeft geen aanzienlijk negatieve effecten op het landschap, het aangelegd moeten worden. onroerend erfgoed of de archeologie. Planonderdeel C

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 139 . De bestaande situatie wordt bestendigd – er doen zich geen . Het RUP laat enkel lokale bedrijvigheid toe. wijzigingen voor op vlak van mobiliteit. Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op vlak van Planonderdeel D gezondheid en veiligheid. . De bestaande situatie wordt bestendigd – er doen zich geen wijzigingen voor op vlak van mobiliteit. ENERGIE- EN GRONDSTOFFENVOORRADEN Evaluatie en beoordeling . Er worden geen aanzienlijke effecten verwacht op het vlak van Beschrijving van de referentiesituatie mobiliteit en verkeersleefbaarheid gezien het RUP grotendeels . In de omgeving van het plangebied liggen geen een bestendiging van de bestaande feitelijke toestand voor ontginningsgebieden. G ogen heeft. Met het RUP wordt de planologische toestand Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke geüpdatet. De huidige en geplande verkeersdynamiek referentiesituatie overschrijdt geenszins de draagkracht van de omgeving. . Het RUP heeft geen invloed op energie- of grondstoffenvoorraden. Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op vlak van mobiliteit. Evaluatie en beoordeling

Het plan heeft geen aanzienlijk negatieve effecten op de energie- en G GEZONDHEID EN VEILIGHEID grondstoffenvoorraden.

Beschrijving van de referentiesituatie BODEM Er bevinden zich geen Seveso-inrichtingen binnen een straal van twee kilometer van het plangebied. Beschrijving van de referentiesituatie Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke referentiesituatie . De bodem van het plangebied staat gekend als droge leem tot Planonderdeel A & B zandleem. In de praktijk is de bodem grotendeels antropogeen . Het RUP laat bedrijvigheid toe, maar het betreft hier kleinschalige verstoord. lokale bedrijvigheid die die de ruimtelijke draagkracht van de . Het plangebied bevat geen waardevolle bodems volgens de omgeving niet overschrijdt en waarvan de activiteiten geen Databank Ondergrond Vlaanderen. abnormale hinder en/of risico’s met zich meebrengen. . Er zijn verschillende oriënterende en beschrijvende . Ten opzichte van de huidige situatie doen er zich geen wijzigingen bodemonderzoek uitgevoerd in het verleden, zie onderstaande voor op het vlak van gezondheid en veiligheid. uitsnede uit het geoloket van de OVAM. Het betreft volgende Planonderdeel C & D dossiers op Ring-Oost: . De bestaande situatie wordt grotendeels bestendigd – er zullen zich . Oriënterend bodemonderzoek 25131 geen wijzigingen voordoen op het vlak van gezondheid en veiligheid. . Beschrijvend bodemonderzoek 35328 . Oriënterend bodemonderzoek 70649 Evaluatie en beoordeling G . Beschrijvend bodemonderzoek 14730 . Beschrijvend bodemonderzoek 72863

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 140 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE . Oriënterend bodemonderzoek 29983 WATER Het betreft volgende dossier op Ring-West: . Oriënterend bodemonderzoek 31229 Beschrijving van de referentiesituatie . Oriënterend bodemonderzoek 28340 . Oriënterend bodemonderzoek 9352 Voor beschrijving van de referentiesituatie wordt verwezen naar de . Oriënterend bodemonderzoek 76185 watertoetskaarten die terug te vinden zijn in het onderdeel 5.4.1 p. 75 van Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke deze nota. De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone ervoor referentiesituatie er geen nuances gemaakt zijn i.f.v. waterhuishouding. Planonderdeel A & B Er is geen wateroverlast gekend. . Wanneer een ernstige bodemverontreiniging vastgesteld wordt, Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke referentiesituatie dienen stappen ondernomen te worden zoals beschreven in het Bodemdecreet en zijn uitvoeringsbesluit (Vlarebo). Deze bestaan uit Een algemene beoordeling van de effecten op het watersysteem is terug te een beschrijvend bodemonderzoek, het opstellen van een vinden in het onderdeel 5.4.2 p. 89 van deze nota. Specifieke toelichting bij bodemsaneringsproject, eventueel risicobeheer, het uitvoeren van de planonderdelen wordt hieronder gegeven. de bodemsanering, eventuele nazorg en ten slotte het opstellen van Planonderdeel A & B eindevaluatierapport met eindverklaring door OVAM. . De huidige gewestplanbestemming als ambachtelijke zone zorgt . Het RUP voorziet de mogelijkheid om een gedeelte van het terrein ervoor er geen nuances gemaakt zijn i.f.v. aard van de bedrijvigheid te te verharden waardoor een effect kan gegenereerd worden op Het RUP behoudt de bestemming bedrijvigheid en verruimt deze de bodemafdichting. Mits een aantal maatregelen zoals wat betreft planonderdeel A met kleinhandel, maar legt ruimtelijke waterhergebruik, gebruik van groenelementen en het gebruik van randvoorwaarden op die die de ruimtelijke draagkracht van de waterdoorlatende verharding waar mogelijk, kan dit effect beperkt omgeving niet overschrijdt en waarvan de activiteiten geen worden. abnormale hinder en/of risico’s met zich meebrengen. . De impact op de bodem ten gevolge van de activiteiten voorzien in . Elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning moet het RUP zal beperkt blijven (geen permanente bemaling, geen beantwoorden aan alle vereisten inzake hemelwaterputten, ontginning, geen lozingen in de bodem, …). infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing . Ten opzichte van de bestaande toestand zullen er zich geen van afval- en hemelwater zoals omschreven in de vigerende significante wijzigingen voordoen ten aanzien van de bodem. wetgeving terzake. Planonderdeel C & D . Bij de aanleg van verhardingen dienen waar mogelijk . Het RUP bestendigt grotendeels de reeds bestaande mogelijkheden. waterdoorlatende verhardingen (dus ook funderingslagen) gebruikt . Ten opzichte van de bestaande toestand zullen er zich geen te worden. . significante wijzigingen voordoen ten aanzien van de bodem. Het RUP bestendigt grotendeels de bestaande feitelijke toestand.Ten opzichte van de huidige toestand doen er zich geen Evaluatie en beoordeling significante wijzigingen voor op het vlak van waterhuishouding. G Planonderdeel C & D Het plan heeft geen aanzienlijk negatieve effecten op de bodem. . Er is geen invloed op de waterhuishouding gezien het hier nagenoeg een bestendiging van de bestaande toestand betreft.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 141 Evaluatie en beoordeling Planonderdeel C . De zone voor wegenis kent geluids- en trillingseffecten zoals die Er kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat, rekening houdende G verwacht kunnen worden van wegverkeer. met de vigerende wetgeving, het plan geen aanzienlijk negatieve Planonderdeel D effecten teweeg brengt voor de waterhuishouding in het gebied . Het betreft voornamelijk restpercelen die als tuin ingericht zijn. Hier conform de bepalingen inzake integraal waterbeleid. worden geen significante geluiden of trillingen geproduceerd. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke referentiesituatie LUCHT EN KLIMAAT Planonderdeel A & B Beschrijving van de referentiesituatie . Het RUP voorziet bedrijvigheid, maar het betreft hier lokale bedrijvigheid die die de ruimtelijke draagkracht van de omgeving . De huidige bestemming als zone voor nijverheid zorgt ervoor dat er niet overschrijdt en waarvan de activiteiten geen abnormale hinder geen nuances gemaakt zijn i.f.v. de aard van de bedrijvigheid. en/of risico’s met zich meebrengen (dus ook geen abnormale . Uit de gegevens van de VMM blijkt dat het NO2-jaargemiddelde geluidshinder of trillingen). 2014 tussen de 21 en 30 µg/m³ bedraagt. Planonderdeel C & D . Het fijn stof PM10-jaargemiddelde 2014 bedraagt tussen de 16 en 20 . De bestaande situatie wordt grotendeels bestendigd – er doen zich µg/m³. bijgevolg geen significante wijzigingen voor. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke referentiesituatie Evaluatie en beoordeling . Er is geen aanleiding vanuit de beoogde (en bestaande) bestemming Het plan veroorzaakt bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten wat G om nieuwe effecten op de atmosfeer te kunnen veronderstellen. betreft de discipline geluid en trillingen. . Het RUP brengt geen significante bijkomende uitstoot van broeikasgassen met zich mee. LICHT Evaluatie en beoordeling Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op de G Beschrijving van de referentiesituatie lucht of het klimaat. Planonderdeel A & B . In de zone kan bedrijvigheid vergund worden. Noch de gewestplanbestemming, noch het BPA maken nuances in functie GELUID EN TRILLINGEN van lichthinder die bedrijvigheid potentieel met zich meebrengt. Beschrijving van de referentiesituatie Planonderdeel C . In de zone voor wegenis is verlichting aanwezig in functie van het Planonderdeel A & B normaal gebruik en de veiligheid van de zone. . In de zone kan bedrijvigheid vergund worden. De . Ten opzichte van de feitelijke toestand doen er zich geen gewestplanbestemming maakt echter geen nuances in functie van significante wijzigingen voor. hinderende (geluids- of trillingveroorzakende) bedrijvigheid. Planonderdeel D . Er is vandaag geen gekende geluids- of trillingsoverlast. . Er is geen significante verlichting aanwezig.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 142 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke . Het plan vormt in grote mate de bevestiging van de bestaande referentiesituatie toestand en genereert bijgevolg geen effecten op de fauna, flora of Planonderdeel A & B biodiversiteit. . Het RUP voorziet bedrijvigheid, maar het betreft hier kleinschalige Evaluatie en beoordeling lokale bedrijvigheid die die de ruimtelijke draagkracht van de G omgeving niet overschrijdt en waarvan de activiteiten geen Het plan heeft geen aanzienlijk negatieve effecten op de fauna, flora abnormale hinder en/of risico’s met zich meebrengen (dus ook geen en biodiversiteit. abnormale lichthinder). Planonderdeel C Tabel [ 7 ] geeft een globaal overzicht van de effecten voor de verschillende . De bestaande situatie wordt bestendigd – er doen zich bijgevolg disciplines en de samenhang tussen de disciplines. geen significante wijzigingen voor.

Planonderdeel D . De bestaande situatie wordt grotendeels bestendigd – er doen zich De synthesetabel toont aan dat de effecten ten aanzien van het huidige gebruik en bijgevolg geen significante wijzigingen voor. de huidige bestemming op elk van de disciplines te verwaarlozen zijn. De samenhang tussen de genoemde disciplines is niet in die mate relevant dat ze een Evaluatie en beoordeling aparte beschrijving en beoordeling behoeft ten opzichte van de hoger genoemde Planonderdeel A, B en C effecten. De cumulatieve effecten van de genoemde disciplines zijn immers klein . Het plaatsen van verlichting in functie van de veiligheid en het tot onbestaande. normaal gebruik van de zone is toegestaan en dient zodanig G ingeplant dat de hinder ten aanzien van de omgeving minimaal is. Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op vlak van licht.

FAUNA, FLORA EN BIODIVERSITEIT

Beschrijving van de referentiesituatie . Het plangebied is niet gelegen in of in de nabijheid van een natuurgebied, een speciale beschermingszone of een gebied van het VEN of het IVON. . Met uitzondering van een biologisch minder waardevol deel met waardevolle elementen in het noordoosten van het plangebied, omvat het geen biologisch of faunistisch waardevolle gebieden. . De natuurlijke waarden binnen het plangebied zijn beperkt. Beschrijving van de milieueffecten t.o.v. de planologische en feitelijke referentiesituatie

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 143 Tabel [ 7 ] Synthesetabel effecten

&

EN

-

DEELPLAN RUIMTELIJKE ORDENING LANDSCHAP, BOUWKUNDIG ERFGOED EN ARCHEOLOGIE MOBILITEIT GEZONDHEID EN VEILIGHEID ENERGIE GRONDSTOFFE NVOORRAAD BODEM WATER LUCHT KLIMAAT EN GELUID TRILLINGEN LICHT FAUNA, FLORA EN BIODIVERSITEIT SAMENAHNG TUSSEN DISCIPLINES

DE KLOEF P G G G G G G G G G G G

CENTRUM MEERBEKE P G G G G G G G G G G G

CENTRUM DENDERWINDEKE P G G G G G G G G G G G

VOORMALIG SLACHTHUIS P G G G G G G G G G G G DENDERWINDEKE

KREPELSTRAAT G G G G G G G G G G G G

LEOPOLDSTRAAT G G G G G G G G G G G G

AALSTERSE- STEENWEG P G G G G G G G G G G G

RING-OOST RING-WEST P G G G G G G G G G G G

TOTAAL G G G G G G G G G G G G

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 144 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE [ 7 ] CONCLUSIE [ 8 ] ADVIESRONDE Uit voorliggende screeningsnota kan geconcludeerd worden dat het RUP Paarse In het kader van de wettelijke verplichtingen voor dit RUP is een screening van de vlekjes – fase 1: mogelijke aanzienlijke effecten uitgevoerd. Overeenkomstig het besluit van de . Betrekking heeft op ruimtelijke ordening; Vlaamse Regering betreffende de milieueffectrapportage over plannen en . mogelijk het kader vormt voor de toekenning van een vergunning voor programma’s, wordt een adviesvraag geformuleerd aan de dienst één of meerdere projecten die opgesomd worden in bijlage I, II of III van Milieuffectrapportagebeheer teneinde de te raadplegen adviesinstanties te het BVR dd. 10 december 2004; kennen. . het gebruik regelt van een klein gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging betreft; Door de dienst Milieueffectrapportagebeheer wordt een selectie gemaakt van . geen kader vormt voor projecten die een passend beoordeling vereisen; relevante betrokken instanties die in het licht van het onderzoek naar de plan- . geen aanzienlijke milieueffecten zal veroorzaken voor de verschillende MER-plicht dienen aangeschreven te worden. Deze instanties wordt gevraagd om (MER-)disciplines. uiterlijk binnen 30 dagen na ontvangst van het verzoek tot raadpleging het advies over te maken. Het vermoeden dat er geen aanzienlijke milieueffecten zijn wordt door het gevoerde onderzoek bevestigd.

Het voorgenomen plan moet niet onderworpen worden aan een plan-MER in de zin van het plan-m.e.r.-decreet van 20 april 2007. Er wordt bijgevolg ontheffing gevraagd van de opmaak van een plan-MER.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 145 [ 9 ] BIJLAGEN 9.1. GEWESTPLANUITTREKSELS

Deelplan De Kloef

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 146 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE Deelplan centrum Denderwindeke

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 147 Deelplan Centrum Meerbeke

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 148 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE Deelplan Voormalig slachthuis Denderwindeke

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 149 Deelplan Krepelstraat

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 150 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE Deelplan Leopoldstraat

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE 151

Deelplan Aalstersesteenweg

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PAARSE VLEKJES 152 VERZOEK TOT RAADPLEGING STAD NINOVE