Gekleurd Landschap
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Gekleurd landschap Onderzoek naar het gebruik van schilderijen uit 1850-heden als bron voor het analyseren van landschapsveranderingen in en rond het Drentse dorp Zweeloo. Sazya Zeefat Foto omslag: Harmannus van Oosterzee - Es van Zweeloo, 1904. Eerste lezer: prof. dr. ir. Theo Spek (Kenniscentrum Landschapsgeschiedenis, Rijksuniversiteit Groningen) Tweede lezer: prof. dr. Ann-Sophie Lehmann (Moderne en Hedendaagse Kunst, Rijksuniversiteit Groningen) i Gekleurd landschap. Onderzoek naar het gebruik van schilderijen uit 1850-heden als bron voor het analyseren van landschapsveranderingen in en rond het Drentse dorp Zweeloo. Sazya Zeefat Scriptie Master Landschapsgeschiedenis, Rijksuniversiteit Groningen Groningen, oktober 2018 ii Voorwoord Voor u ligt de masterscriptie die in het kader van mijn masteropleiding Landschapsgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen tot stand is gekomen. Na het behalen van mijn bachelor Kunstgeschiedenis heb ik ervoor gekozen om mijn studie voort te zetten bij Landschapsgeschiedenis. Bij het zoeken naar een onderwerp voor mijn Master scriptie leek het mij interessant om de twee vakgebieden te combineren. En hoe kan dat beter dan in een onderzoek dat gaat over landschapsschilderkunst? Hoewel er binnen de opleiding Kunstgeschiedenis niet veel aandacht is besteed aan het Hollandse landschap, is het één van de meest iconische genres van de Nederlandse schilderkunst. In Nederland hebben diverse kunstenaarskolonies bestaan waar kunstenaars tezamen kwamen om ideeën op te doen en elkaar te inspireren. Vaak trokken zij er gezamenlijk op uit om het landschap van Nederland vast te leggen. Eén van de provincies waar zij graag kwamen, was Drenthe. Hoewel er meerdere kunstenaarsdorpen in Drenthe bestonden, zoals Eext en Vries, is ervoor gekozen in dit onderzoek aandacht te besteden aan het kunstenaarsdorp Zweeloo. Een specifieke reden was hier niet voor. Zo was ik zelf niet bekend met Zweeloo en omgeving, maar wilde ik graag meer te weten komen over het essendorpenlandschap van de voormalige gemeente. Daarnaast bleken er meerdere publicaties te zijn verschenen over Zweeloo en vernam ik dat er vele enthousiaste mensen bezig zijn met kunstenaarsdorp Zweeloo, wat het onderwerp actueel maakt. Tijdens de uitvoering van het onderzoek heb ik hulp gehad van diverse personen. Allereerst gaat mijn dank uit naar mijn scriptiebegeleider dr. ir. Theo Spek voor zijn enthousiaste begeleiding en feedback. Graag wil ik prof. dr. Ann-Sophie Lehmann bedanken voor haar tijd om als tweede lezer te fungeren. Boudewijn Bakker, Godelieve van der Heijden en Kees Verweij wil ik bedanken voor de interviews die ik met hen heb gehad en de nieuwe inzichten die dit opleverden. Hiernaast gaat mijn dank uit naar de Historische Vereniging Zweeloo, Stichting Kunstenaarsdorp Zweeloo, de medewerkers van het Drents Archief en Gemeentearchief Coevorden. Tot slot gaat mijn grote dank uit naar meneer Jan Warmolts en zijn vrouw Margje uit Zweeloo (inmiddels Aalden). Zij hebben mij meerdere keren thuis ontvangen om hun persoonlijk archief door te kunnen spitten. Hierin staan talloze kunstwerken van meer dan honderd kunstenaars die in Zweeloo en omgeving zijn gemaakt, met daarnaast enkele artikelen die meneer Warmolts heeft verzameld over de kunstenaars en Zweeloo. Zijn gestructureerde archief heeft een grote bijdrage geleverd aan dit onderzoek en is zeer waardevol. Daarnaast was meneer Warmolts altijd bereid om mijn vragen te beantwoorden. Bedankt voor jullie hulp en gastvrijheid. i Samenvatting In deze scriptie wordt onderzocht in hoeverre de kunstwerken die tussen 1850 en 2017 in Zweeloo zijn gemaakt, gebruikt kunnen worden als landschapshistorische bron voor de landschapsveranderingen uit dezelfde periode. Drenthe is voor kunstenaars eeuwenlang een geliefde bestemming geweest vanwege het authentieke landschap, de dorpen met de Drentse boerderijen en de samenleving. Zweeloo was één van de dorpen waar kunstenaars heen trokken en kan daarom een kunstenaarsdorp worden genoemd. De voormalige gemeente werd door enkele bekende kunstenaars bezocht, zoals Willem Roelofs, Max Liebermann en Vincent van Gogh. Zweeloo was relatief makkelijk te bereiken, omdat de postkoets daar stopte. Kunstenaars verbleven echter alleen in de zomermaanden in Zweeloo, wanneer het platteland nog comfortabel was en de zandwegen goed bereisbaar. Zij kwamen hier niet zozeer om hier als kunstenaars samen te leven en inspiratie op te doen, zoals gewoonlijk was bij kunstenaarskolonies, maar voor het authentieke Drentse landschap en samenleving. Vanaf 1880 trok een nieuwe golf kunstenaars naar Drenthe die vooral oog hadden voor de boerensamenleving. Dit was in een tijd waarin binnen Nederland meer aandacht ontstond voor tradities en gewoonten. Het platteland werd gezien als de plaats waar verstedelijking en modernisaties nog niet hun intrede hadden gedaan. Een plaats waar de bewoners leefden volgens tradities en waar een hoge mate van continuïteit bestond. De schilderijen die het leven en landschap van Drenthe toonden waren dan ook gewild in het verstedelijkte westen van Nederland. Tot aan circa 1920 vonden er niet veel veranderingen plaats in het landschap van Zweeloo. Er vonden enkele kleinschalige ontginningen door boeren plaats waardoor de heidevelden langzaam afnamen, maar dit nam pas echt een vlucht in de jaren zestig. Door de toenemende ontginningen konden de boerenbedrijven groeien. Het wegennet verbeterde door de aanleg van verharde wegen, waardoor boeren steeds beter hun landerijen konden bereiken. In Zweeloo vonden de ontginningen zodanig laat plaats dat deze in sommige gevallen samenvielen met de ruilverkavelingen. Vooral in de jaren tachtig werden diverse ruilverkavelingen uitgevoerd die een grote invloed hadden op het uiterlijk van het landschap. Er werd zoveel mogelijk geprobeerd de oude, karakteristieke elementen van het esdorpenlandschap te behouden. Tegelijkertijd verdween op veel plekken de kleinschaligheid in ruil voor grote percelen. Boerenbedrijven werden steeds groter door de toenemende beschikbaarheid van gronden en de mechanisatie. Daarnaast organiseerden boeren zich in landbouwverenigingen om gezamenlijk gebruik te kunnen maken van kortingen en landbouwmachines. Dit had tot gevolg dat de verhoudingen binnen de familie veranderden. Waar voorheen het hele gezin betrokken was bij de boerderij, werd dit langzaamaan een eenmansbedrijf. Dit had enerzijds tot gevolg dat het mogelijk werd om een beroep buiten de agrarische sector te kiezen, maar aan de andere kant ontstond op deze manier vooral in de jaren twintig en dertig grote werkloosheid in Drenthe. Daarom werd besloten deze werklozen in te zetten bij grote ontginningsprojecten, zoals het Witteveen aan de rand van Zweeloo. De voorzieningen in de dorpen namen toe dankzij de komst van een gemeentehuis, bejaardentehuis en een zwembad. Parallel hieraan werd de gemeente toeristischer, onder andere door de komst van vakantieparken bij Aalden en Wezuperbrug, en dankzij de aanleg van diverse recreatiebossen. Het was voor de gemeentebestuur vooral in de jaren zestig een uitdaging om het trekken van toeristen te combineren met het behoud van het natuurschoon in de gemeente. ii Hoewel vooral aan het einde van de negentiende eeuw het zware plattelandsleven een populair thema was om te schilderen, zijn de ontginningswerkzaamheden in Zweeloo, zover bekend, nooit op het doek vastgelegd. Een reden hiervoor is waarschijnlijk het feit dat de ontginningen kleinschalig waren en er in Zweeloo pas laat sprake was van grote ontginningscomplexen. Daarnaast kan men de ontginningen gezien hebben als een intrede van de moderne wereld op het Drentse platteland en kozen de kunstenaars er daarom bewust voor dit niet te schilderen. In plaats hiervan schilderde men vaak de samenleving, zoals boeren, spelende kinderen en wevers. Vanaf circa 1900 nam het aantal bekende kunstenaars die Zweeloo bezochten af. Het valt op dat de kunst vanaf de twintigste eeuw weinig wordt beïnvloed door internationale kunststijlen en trends. In Zweeloo waren vooral kunstenaars werkzaam die niet tot de top van de kunstwereld behoorden en niet beïnvloed waren door de internationale kunstontwikkelingen. Vanaf circa 1920 verloren deze kunstenaars steeds meer hun interesse in het schilderen van de bewoners en ging de aandacht vooral uit naar de authentieke Drentse boerderijen. Er werden veel dorpsgezichten geschilderd. Vanaf de jaren vijftig en zestig ontstond landelijk meer aandacht voor de monumenten die Nederland rijk was. In Zweeloo werden diverse oude boerderijen gerestaureerd. Vooral Oud Aalden en Meppen waren geliefde onderwerpen om te schilderen omdat beide dorpen diverse oude boerderijen bezaten. Door de afwezigheid van de moderne wereld in de kunstwerken en door de aandacht voor de oude boerderijen werd er tot ver in de twintigste eeuw door de kunstenaars een geromantiseerd beeld gecreëerd van Drenthe als een plaats waar het moderne leven maar tot zekere hoogte was doorgedrongen en waar het landschap en de samenleving nog doordrongen was van authenticiteit en ouderdom. Hiermee vertoonden de kunstenaars een sterke hang naar het verleden en het verklaart eveneens waarom de modernisaties, zoals de ontginningen, niet geschilderd zijn in Zweeloo. Toch kunnen de kunstwerken zeker gebruikt worden als kunsthistorische bron voor de landschapsveranderingen tussen 1850 en 2017. Hierbij gaat het niet zozeer om veranderingen op de korte termijn, maar om langere tijdsperiodes zoals enkele decennia. Het is echter belangrijk om kritisch te blijven kijken naar de werken