Download PDF ( Final Version , 818Kb )
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
15 IS Corresp.-bladNed. Malac. Ver, No. 312 (januari2ooo) Variatie in voortplantingsstrategiën in het ovovivipare genusLavigeria(Gastropoda: Thiaridae) uithet Tanganyikameer, oost Afrika door I. Kingma & E. Michel in de Afrikaanse Rift De grote meren oost Valley (het Victoria-, Tanganyika- en Malawimeer) zijn elk beroemd om hun unieke fauna. Deze drie meren hebben Victoriameer het endemische 'soorten zwermen' (species flocks). In het en tot de de Malawimeer lijken deze zwermen zich grotendeels te beperken groep van cichliden (vissen). In het Tanganyikameer breiden deze zwermen zich echter naast de cichliden uit over een aantal invertebrate taxa (Coulter, 1991). Een voorbeeld hiervan zijn de Gastropoda: 80% van de in het meer gevonden soorten is endemisch. De familie Thiaridae vertoont de meeste van die variatie. Het is het meest voorkomende het ovovivipare genus Lavigeria genus en tegelijkertijd of meest variabel (Michel, 1995). De soortendiversiteit wordt geschat op 20 meer endemische soorten (Michel & Todd, in prep.). De vaak sympatrisch levende soorten variatie vertonen veel morphologische en genetische maar zijn phylogenetisch nauw in Michel in verwant (Michel, 1995; Michel, press; & Todd, prep.). Baai Injuli en augustus 1999 hebbenwij in en rond deKigoma (Tanzania) getracht kwantificeren. dit de voortplantingsstrategieën van zeven Lavigeria-soorten te In de artikel bespreken we de gevonden verschillen in legsel- en embiyogrootte van soorten. Dit artikel is het eerste in een serie verslagen over onze bevindingen. Er worden drie vragen besproken: verschillen in de soorten? Deze ver- 1) Zijn er voortplantingsstrategieën tussen schillen kunnen zich op 3 manieren uiten: a) verschillen in legselgrootte b) verschillen in embryogrootte c) variatie in de ontwikkeling van een legsel verschillenbinnen die de hebben 2) Zijn er een soort zijn gerelateerd aan vindplaats; verschillende verschillende populaties van een soort voortplantingsstrategieën? de de 3) Is er een wisselwerking (trade-off) tussen legselgrootte en grootte van embryo, zowel tussen als binnen de soorten? Materiaal en methode Vindplaatsen Hier presenteren we analyses over verschillen in legsel- en embryogrootte tussen zeven drie vaak sympatrisch levende Lavigeria-soorten, verzameld middels snorkelen en duiken, op de 0 locaties. De meeste Lavigeria-soorten hebben de kem van hun verspreiding tussen en 20 meter. Verzamelplaatsen kozen we uit vanwege hun uiterlijke verschillen en geografi- sche afstand. Dit is gedaan om twee redenen. Ten eerste omdat op uiterlijk verschillende voorkomen ten tweede omdat wilden of plaatsen, verschillende soorten en we weten ver- schillende omstandigheden populaties van een soort konden beïnvloeden. We verzamelden locaties: op de volgende sedimenten 1) Hilltop Baai is een deel van de baai van Kigoma. Rioolwater en geërodeerde afkomstig uit Kigoma (stad) maken het water hier rijk aan nutriënten, wat resulteert in een De baai tot dikke bedekking met algen op de rotsen en stenen. is ondiep aan de monding substraat uit waar de Kigoma BoundingFault begint. Aan de noord- en zuidkant bestaat het zandstrand. een mix van stenen en zand. Noord- en zuidkant worden gescheiden door een We verzameldenin het ondiepe deel van de baai van het oppervlak tot 5 meter. 16 Corresp.-bladNed. Malac. Ver, No. 312 (januari 2000) 16 kleine baai die bekend als Jacobsen's 2) Vijf kilometer ten zuiden van Kigoma ligt een staat landbouw. Er 2 kleine zand- Baai. De enige menselijke invloed in dit gebied bestaat uit zijn strandjes die de kustlijn (hier bestaand uit rotsen) opsplitsen. De soortensamenstelling van de Gastropoda verschilde sterk tussen de gebieden ten noorden en ten zuiden van de stran- den(Baraka, 1999). De algenbedekking is hier dun en er hoopt zich weinig sedimentop de uit rotsen. Dit de rotsen op. De zijden van de baai lopen zeer steil af en bestaan grote zijn in enige plaatsen waar we bij het verzamelenkonden duiken. Dit stelde ons staat te verza- melen van 1 tot 18 m. 3) We hadden het geluk op 2 plaatsen in het Gombe Stream National Park te kunnen verza- ten noorden is één de melen.Dit park, dat ongeveer 50 km van Kigoma ligt, van gebieden handelen. Hier verzamelden rond het meer diehet minst beïnvloed zijn door menselijk wij tot de in een kleine ondiepe baai aan de noordkant van het park in water van 0 4 m en aan water en zuidkant van het park in van 2 tot 6 m. Het substraat bestond uit stenen rotsen met een dunnelaag algenbegroeiing. Soorten Deze studie omvat de volgende zeven soorten afkomstig van de genoemde vindplaatsen. Open nomenclatuurwordt gebruikt voor soorten waarvan de taxonomiemomenteel herzien in met West et al., submitted). wordt (Michel & Todd, prep.; letters corresponderen Lavigeria coronataBourguignat, 1888 n=60 deze soort de zuidkant Jacobsen's Baai werd Tot in de zomer van 1998 een grote populatie van aan van Dit is de in het ontdekt ging__ men er van uit dat deze soort uitgestorven was. grootsteLavigeria-soort a o w _ w in versterkte Tanganyikameer(lengte volwassen vrouwtjes: 25.0-35.0 mm) met een hoge mate schelp. Jacobsen's Baai verzamelden deze 2-18 In Baai De eieren zijn groen. In we soort van m. Jacobsen's " deelt de soort het habitat met L. grandis en L. nassa. Lavigeria grandis (Smith, 1881) n=60 vertoont sterke locale variatie & Deze soort komt in het gehele meer voor en een (Michel Hinkley, in prep.). Rond Kigoma verzamelden wij in Jacobsen's Baai en aan de noordkant van Gombe is dit soort volwassen Stream National Park. Zoals de naam al impliceert een grote (lengte vrouw- 22.8-31.2 hoewel individuen die in Gombe werden tjes in Kigoma: mm) gevangen significant & in De eieren In Jacobsen's Baai kleiner zijn (16.4-25.5 mm) (Michel Hinkley, prep.). zijn groen. in Gombe met L. L. leefde deze soort sympatrisch met L. coronata en L. nassa en nassa en nov. sp. B. In Jacobsen's Baai verzamelden wij deze soort van 1-10 m enin Gombe van 2-4 m. Lavigeria nassa (Smith, 1881) n=78 vonden deze soort al Binnen Ook L. nassa komt in het gehelemeer voor; wij op onze vindplaatsen. volwassen 11.5-23.4 De onze selectie is de soort van gemiddelde grootte (lengte vrouwtjes mm). worden volwassen L. eieren In Gombe kunnen de onvolwassen stadia verward met pau- zijn groen. te herkennen band de cicostata-individuen, maar volwassen L. nassa zijn aan een donkere over in deze selectie. schelp (Michel & Todd, in prep.)- Deze soort leeft samen met alle andere soorten ' individuen deze soort vonden in de habitat L. De enige plaats waar wij maar een paar van was van coronata in Jacobsen's Baai. Aan de noordkant van de baai werd de soort algemeen gevondenvan vonden hem alle verzameld werd. 1-15 m. Op de andere vindplaatsen wij op dieptes waar M & in Lavigeria nov. sp. (Michel Todd, prep.) n=45 kleinere soorten met volwassen 10.2- Dit is één van de een fijn geribbelde schelp (lengte vrouwtjes 17.6 mm). De donkerbruine kleur maakt deze soort duidelijk herkenbaar. Ook de jongenzijn een dan die andere De eieren In deze studie werd de soort stuk donkerder van soorten. zijn groen. Baai het tot van 4 alleen gevonden in ondiepe delen van de Hilltop van wateroppervlak een diepte leeft daar met L. de zuidkant de ook met L. nov. m. De soort sympatrisch nassa en aan van baai sp. J. De dieren niet het zand in het midden van de baai. komen voor op 17 17 Corresp.-bladNed. Ualac. Ver, No. 312 (januari2000) J & in Lavigeria nov. sp. (Michel Todd, prep.) n=25 Deze soort (lengte volwassen vrouwtjes 12.5-18.5 mm) is te herkennen aan een ongebruikelijk soort te herkennen omdat de ribbenpatroon en een conische vorm. De embryo's van deze zijn goed in hetzelfde als L. de zuidkant van dooier lichtgeel is. De soort komt voor gebied nov. sp. M, aan steile met een dunne Hilltop Baai, hoewel deze soort daar geneigd is zich aan rotsoppervlakken alleen beneden algenbegroeiing te bevestigen. Direct aan het oppervlak kwam deze soort niet voor de drie meter. Lavigeriapaucicostata (Smith, 1881) n=28 naar de ribben de van deze soort (lengte vol- De naam 'paucicostata' verwijst grove op schelp zuidkant van Gombe Stream wassen vrouwtjes 11.7-17.7 mm). Eieren zijn lichtgeel. Aan de L. De onvolwassen stadium National Park is deze soort sympatrisch met nassa. soort lijkt op een 2-6 van genoemdeL. nassa. Wij verzamelden L. paucicostata van m. B & Todd, in Lavigeria nov. sp. (Michel prep.) n=7 soort met smalle ribben de volwassen 13.2-16.3 Dit is eenbruine op schelp (lengte vrouwtjes mm) De leeft L. en L. nassa aan de noordkant van met groene eieren. soort sympatrisch met grandis Gombe Stream National Park, waar wij de dieren vonden van 0-4 m. Ontleding Getracht is de grootste individuen in een populatie te selecteren, aangezien deze studie individuen. Een de gericht was op voortplanting van volwassen verdikking van buitenlip volwassenheid. Veel echter al van de schelp duidt in het algemeen op vrouwtjes zijn is verdikt. Daarom hebben volledig reproductief voordat hun buitenlip volledig we een verzameld met zowel dunne als dikke reeks van de grootste individuen in een populatie lip- in het van seksuele volwassenheid vast te stellen (Kingma & Michel, prep.). pen, om begin variabelen De schelp van ieder individu werd gemeten voor vijf morfometrische waarna kon worden. deze voorzichtig werd gebroken zodat het lichaam in zijn geheel verwijderd tussen We konden op basis van uiterlijke kenmerken geen onderscheid maken mannetjes moesten en vrouwtjes, daarom wij beiden openen. werd door Na opening werd sekse genoteerd en of het individu geparasiteerd tremato- den. Dit omdat parasitatie ervoor zorgt dat een vrouwtje geen nakomelingen meer pro- in een duceert. Van resultaten over sexratio en parasitatie zal verslag worden gedaan toekomstig artikel (Kingma & Michel, in prep.).