Download PDF ( Final Version , 818Kb )

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Download PDF ( Final Version , 818Kb ) 15 IS Corresp.-bladNed. Malac. Ver, No. 312 (januari2ooo) Variatie in voortplantingsstrategiën in het ovovivipare genusLavigeria(Gastropoda: Thiaridae) uithet Tanganyikameer, oost Afrika door I. Kingma & E. Michel in de Afrikaanse Rift De grote meren oost Valley (het Victoria-, Tanganyika- en Malawimeer) zijn elk beroemd om hun unieke fauna. Deze drie meren hebben Victoriameer het endemische 'soorten zwermen' (species flocks). In het en tot de de Malawimeer lijken deze zwermen zich grotendeels te beperken groep van cichliden (vissen). In het Tanganyikameer breiden deze zwermen zich echter naast de cichliden uit over een aantal invertebrate taxa (Coulter, 1991). Een voorbeeld hiervan zijn de Gastropoda: 80% van de in het meer gevonden soorten is endemisch. De familie Thiaridae vertoont de meeste van die variatie. Het is het meest voorkomende het ovovivipare genus Lavigeria genus en tegelijkertijd of meest variabel (Michel, 1995). De soortendiversiteit wordt geschat op 20 meer endemische soorten (Michel & Todd, in prep.). De vaak sympatrisch levende soorten variatie vertonen veel morphologische en genetische maar zijn phylogenetisch nauw in Michel in verwant (Michel, 1995; Michel, press; & Todd, prep.). Baai Injuli en augustus 1999 hebbenwij in en rond deKigoma (Tanzania) getracht kwantificeren. dit de voortplantingsstrategieën van zeven Lavigeria-soorten te In de artikel bespreken we de gevonden verschillen in legsel- en embiyogrootte van soorten. Dit artikel is het eerste in een serie verslagen over onze bevindingen. Er worden drie vragen besproken: verschillen in de soorten? Deze ver- 1) Zijn er voortplantingsstrategieën tussen schillen kunnen zich op 3 manieren uiten: a) verschillen in legselgrootte b) verschillen in embryogrootte c) variatie in de ontwikkeling van een legsel verschillenbinnen die de hebben 2) Zijn er een soort zijn gerelateerd aan vindplaats; verschillende verschillende populaties van een soort voortplantingsstrategieën? de de 3) Is er een wisselwerking (trade-off) tussen legselgrootte en grootte van embryo, zowel tussen als binnen de soorten? Materiaal en methode Vindplaatsen Hier presenteren we analyses over verschillen in legsel- en embryogrootte tussen zeven drie vaak sympatrisch levende Lavigeria-soorten, verzameld middels snorkelen en duiken, op de 0 locaties. De meeste Lavigeria-soorten hebben de kem van hun verspreiding tussen en 20 meter. Verzamelplaatsen kozen we uit vanwege hun uiterlijke verschillen en geografi- sche afstand. Dit is gedaan om twee redenen. Ten eerste omdat op uiterlijk verschillende voorkomen ten tweede omdat wilden of plaatsen, verschillende soorten en we weten ver- schillende omstandigheden populaties van een soort konden beïnvloeden. We verzamelden locaties: op de volgende sedimenten 1) Hilltop Baai is een deel van de baai van Kigoma. Rioolwater en geërodeerde afkomstig uit Kigoma (stad) maken het water hier rijk aan nutriënten, wat resulteert in een De baai tot dikke bedekking met algen op de rotsen en stenen. is ondiep aan de monding substraat uit waar de Kigoma BoundingFault begint. Aan de noord- en zuidkant bestaat het zandstrand. een mix van stenen en zand. Noord- en zuidkant worden gescheiden door een We verzameldenin het ondiepe deel van de baai van het oppervlak tot 5 meter. 16 Corresp.-bladNed. Malac. Ver, No. 312 (januari 2000) 16 kleine baai die bekend als Jacobsen's 2) Vijf kilometer ten zuiden van Kigoma ligt een staat landbouw. Er 2 kleine zand- Baai. De enige menselijke invloed in dit gebied bestaat uit zijn strandjes die de kustlijn (hier bestaand uit rotsen) opsplitsen. De soortensamenstelling van de Gastropoda verschilde sterk tussen de gebieden ten noorden en ten zuiden van de stran- den(Baraka, 1999). De algenbedekking is hier dun en er hoopt zich weinig sedimentop de uit rotsen. Dit de rotsen op. De zijden van de baai lopen zeer steil af en bestaan grote zijn in enige plaatsen waar we bij het verzamelenkonden duiken. Dit stelde ons staat te verza- melen van 1 tot 18 m. 3) We hadden het geluk op 2 plaatsen in het Gombe Stream National Park te kunnen verza- ten noorden is één de melen.Dit park, dat ongeveer 50 km van Kigoma ligt, van gebieden handelen. Hier verzamelden rond het meer diehet minst beïnvloed zijn door menselijk wij tot de in een kleine ondiepe baai aan de noordkant van het park in water van 0 4 m en aan water en zuidkant van het park in van 2 tot 6 m. Het substraat bestond uit stenen rotsen met een dunnelaag algenbegroeiing. Soorten Deze studie omvat de volgende zeven soorten afkomstig van de genoemde vindplaatsen. Open nomenclatuurwordt gebruikt voor soorten waarvan de taxonomiemomenteel herzien in met West et al., submitted). wordt (Michel & Todd, prep.; letters corresponderen Lavigeria coronataBourguignat, 1888 n=60 deze soort de zuidkant Jacobsen's Baai werd Tot in de zomer van 1998 een grote populatie van aan van Dit is de in het ontdekt ging__ men er van uit dat deze soort uitgestorven was. grootsteLavigeria-soort a o w _ w in versterkte Tanganyikameer(lengte volwassen vrouwtjes: 25.0-35.0 mm) met een hoge mate schelp. Jacobsen's Baai verzamelden deze 2-18 In Baai De eieren zijn groen. In we soort van m. Jacobsen's " deelt de soort het habitat met L. grandis en L. nassa. Lavigeria grandis (Smith, 1881) n=60 vertoont sterke locale variatie & Deze soort komt in het gehele meer voor en een (Michel Hinkley, in prep.). Rond Kigoma verzamelden wij in Jacobsen's Baai en aan de noordkant van Gombe is dit soort volwassen Stream National Park. Zoals de naam al impliceert een grote (lengte vrouw- 22.8-31.2 hoewel individuen die in Gombe werden tjes in Kigoma: mm) gevangen significant & in De eieren In Jacobsen's Baai kleiner zijn (16.4-25.5 mm) (Michel Hinkley, prep.). zijn groen. in Gombe met L. L. leefde deze soort sympatrisch met L. coronata en L. nassa en nassa en nov. sp. B. In Jacobsen's Baai verzamelden wij deze soort van 1-10 m enin Gombe van 2-4 m. Lavigeria nassa (Smith, 1881) n=78 vonden deze soort al Binnen Ook L. nassa komt in het gehelemeer voor; wij op onze vindplaatsen. volwassen 11.5-23.4 De onze selectie is de soort van gemiddelde grootte (lengte vrouwtjes mm). worden volwassen L. eieren In Gombe kunnen de onvolwassen stadia verward met pau- zijn groen. te herkennen band de cicostata-individuen, maar volwassen L. nassa zijn aan een donkere over in deze selectie. schelp (Michel & Todd, in prep.)- Deze soort leeft samen met alle andere soorten ' individuen deze soort vonden in de habitat L. De enige plaats waar wij maar een paar van was van coronata in Jacobsen's Baai. Aan de noordkant van de baai werd de soort algemeen gevondenvan vonden hem alle verzameld werd. 1-15 m. Op de andere vindplaatsen wij op dieptes waar M & in Lavigeria nov. sp. (Michel Todd, prep.) n=45 kleinere soorten met volwassen 10.2- Dit is één van de een fijn geribbelde schelp (lengte vrouwtjes 17.6 mm). De donkerbruine kleur maakt deze soort duidelijk herkenbaar. Ook de jongenzijn een dan die andere De eieren In deze studie werd de soort stuk donkerder van soorten. zijn groen. Baai het tot van 4 alleen gevonden in ondiepe delen van de Hilltop van wateroppervlak een diepte leeft daar met L. de zuidkant de ook met L. nov. m. De soort sympatrisch nassa en aan van baai sp. J. De dieren niet het zand in het midden van de baai. komen voor op 17 17 Corresp.-bladNed. Ualac. Ver, No. 312 (januari2000) J & in Lavigeria nov. sp. (Michel Todd, prep.) n=25 Deze soort (lengte volwassen vrouwtjes 12.5-18.5 mm) is te herkennen aan een ongebruikelijk soort te herkennen omdat de ribbenpatroon en een conische vorm. De embryo's van deze zijn goed in hetzelfde als L. de zuidkant van dooier lichtgeel is. De soort komt voor gebied nov. sp. M, aan steile met een dunne Hilltop Baai, hoewel deze soort daar geneigd is zich aan rotsoppervlakken alleen beneden algenbegroeiing te bevestigen. Direct aan het oppervlak kwam deze soort niet voor de drie meter. Lavigeriapaucicostata (Smith, 1881) n=28 naar de ribben de van deze soort (lengte vol- De naam 'paucicostata' verwijst grove op schelp zuidkant van Gombe Stream wassen vrouwtjes 11.7-17.7 mm). Eieren zijn lichtgeel. Aan de L. De onvolwassen stadium National Park is deze soort sympatrisch met nassa. soort lijkt op een 2-6 van genoemdeL. nassa. Wij verzamelden L. paucicostata van m. B & Todd, in Lavigeria nov. sp. (Michel prep.) n=7 soort met smalle ribben de volwassen 13.2-16.3 Dit is eenbruine op schelp (lengte vrouwtjes mm) De leeft L. en L. nassa aan de noordkant van met groene eieren. soort sympatrisch met grandis Gombe Stream National Park, waar wij de dieren vonden van 0-4 m. Ontleding Getracht is de grootste individuen in een populatie te selecteren, aangezien deze studie individuen. Een de gericht was op voortplanting van volwassen verdikking van buitenlip volwassenheid. Veel echter al van de schelp duidt in het algemeen op vrouwtjes zijn is verdikt. Daarom hebben volledig reproductief voordat hun buitenlip volledig we een verzameld met zowel dunne als dikke reeks van de grootste individuen in een populatie lip- in het van seksuele volwassenheid vast te stellen (Kingma & Michel, prep.). pen, om begin variabelen De schelp van ieder individu werd gemeten voor vijf morfometrische waarna kon worden. deze voorzichtig werd gebroken zodat het lichaam in zijn geheel verwijderd tussen We konden op basis van uiterlijke kenmerken geen onderscheid maken mannetjes moesten en vrouwtjes, daarom wij beiden openen. werd door Na opening werd sekse genoteerd en of het individu geparasiteerd tremato- den. Dit omdat parasitatie ervoor zorgt dat een vrouwtje geen nakomelingen meer pro- in een duceert. Van resultaten over sexratio en parasitatie zal verslag worden gedaan toekomstig artikel (Kingma & Michel, in prep.).
Recommended publications
  • Towards a Regional Information Base for Lake Tanganyika Research
    RESEARCH FOR THE MANAGEMENT OF THE FISHERIES ON LAKE GCP/RAF/271/FIN-TD/Ol(En) TANGANYIKA GCP/RAF/271/FIN-TD/01 (En) January 1992 TOWARDS A REGIONAL INFORMATION BASE FOR LAKE TANGANYIKA RESEARCH by J. Eric Reynolds FINNISH INTERNATIONAL DEVELOPMENT AGENCY FOOD AND AGRICULTURE ORGANIZATION OF THE UNITED NATIONS Bujumbura, January 1992 The conclusions and recommendations given in this and other reports in the Research for the Management of the Fisheries on Lake Tanganyika Project series are those considered appropriate at the time of preparation. They may be modified in the light of further knowledge gained at subsequent stages of the Project. The designations employed and the presentation of material in this publication do not imply the expression of any opinion on the part of FAO or FINNIDA concerning the legal status of any country, territory, city or area, or concerning the determination of its frontiers or boundaries. PREFACE The Research for the Management of the Fisheries on Lake Tanganyika project (Tanganyika Research) became fully operational in January 1992. It is executed by the Food and Agriculture organization of the United Nations (FAO) and funded by the Finnish International Development Agency (FINNIDA). This project aims at the determination of the biological basis for fish production on Lake Tanganyika, in order to permit the formulation of a coherent lake-wide fisheries management policy for the four riparian States (Burundi, Tanzania, Zaïre and Zambia). Particular attention will be also given to the reinforcement of the skills and physical facilities of the fisheries research units in all four beneficiary countries as well as to the buildup of effective coordination mechanisms to ensure full collaboration between the Governments concerned.
    [Show full text]
  • Seasonal Reproductive Anatomy and Sperm Storage in Pleurocerid Gastropods (Cerithioidea: Pleuroceridae) Nathan V
    989 ARTICLE Seasonal reproductive anatomy and sperm storage in pleurocerid gastropods (Cerithioidea: Pleuroceridae) Nathan V. Whelan and Ellen E. Strong Abstract: Life histories, including anatomy and behavior, are a critically understudied component of gastropod biology, especially for imperiled freshwater species of Pleuroceridae. This aspect of their biology provides important insights into understanding how evolution has shaped optimal reproductive success and is critical for informing management and conser- vation strategies. One particularly understudied facet is seasonal variation in reproductive form and function. For example, some have hypothesized that females store sperm over winter or longer, but no study has explored seasonal variation in accessory reproductive anatomy. We examined the gross anatomy and fine structure of female accessory reproductive structures (pallial oviduct, ovipositor) of four species in two genera (round rocksnail, Leptoxis ampla (Anthony, 1855); smooth hornsnail, Pleurocera prasinata (Conrad, 1834); skirted hornsnail, Pleurocera pyrenella (Conrad, 1834); silty hornsnail, Pleurocera canaliculata (Say, 1821)). Histological analyses show that despite lacking a seminal receptacle, females of these species are capable of storing orientated sperm in their spermatophore bursa. Additionally, we found that they undergo conspicuous seasonal atrophy of the pallial oviduct outside the reproductive season, and there is no evidence that they overwinter sperm. The reallocation of resources primarily to somatic functions outside of the egg-laying season is likely an adaptation that increases survival chances during winter months. Key words: Pleuroceridae, Leptoxis, Pleurocera, freshwater gastropods, reproduction, sperm storage, anatomy. Résumé : Les cycles biologiques, y compris de l’anatomie et du comportement, constituent un élément gravement sous-étudié de la biologie des gastéropodes, particulièrement en ce qui concerne les espèces d’eau douce menacées de pleurocéridés.
    [Show full text]
  • Adulthood and Phylogenetic Analysis in Gastropods: Character Recognition and Coding in Shells of Lavigeria (Cerithioidea, Thiaridae) from Lake Tanganyika
    Blackwell Science, LtdOxford, UKZOJZoological Journal of the Linnean Society0024-4082The Lin- nean Society of London, 2004? 2004 140? 223240 Original Article L. N. PAPADOPOULOS ET AL .ADULTHOOD AND PHYLOGENETIC CODING IN GASTROPOD SHELLS Zoological Journal of the Linnean Society, 2004, 140, 223–240. With 7 figures Adulthood and phylogenetic analysis in gastropods: character recognition and coding in shells of Lavigeria (Cerithioidea, Thiaridae) from Lake Tanganyika LEONARD N. PAPADOPOULOS1*, JONATHAN A. TODD2 and ELLINOR MICHEL1† 1Institute for Biodiversity & Ecosystem Dynamics/Zoological Museum, University of Amsterdam, PO Box 94766, 1090 GT Amsterdam, the Netherlands 2Department of Palaeontology, The Natural History Museum, London SW7 5BD, UK Received February 2003; accepted for publication July 2003 In the study of gastropod shell morphology, determination of comparable ontogenetic stages is crucial, because all the states that various shell features go through during ontogeny are preserved on the shell. The protoconch/teleoconch transition and marks of episodic growth are among the few ways of defining discrete, comparable, growth stages. In gastropods with determinate growth the attainment of adulthood may provide additional shell markers permitting comparison among individuals and taxa. Adulthood is reflected in shell morphology in ways as diverse as shell dep- osition covering all the previous whorls and radically changing the shape of the shell through to slight changes in the trajectory of the suture. While the very prominent adulthood-related changes of shell morphology have been used as systematic characters, the more moderate changes have not been studied in detail and their potential systematic value has been ignored. In this paper we give a detailed account of adult modifications of the shell appearing with cessation of growth.
    [Show full text]
  • Proceedings of the United States National Museum
    PROCEEDINGS OF THE UNITED STATES NATIONAL MUSEUM issued SMITHSONIAN INSTITUTION U. S. NATIONAL MUSEUM Vol. 103 Washington : 1954 No. 3325 THE RELATIONSHIPS OF OLD AND NEW WORLD MELANIANS By J. P. E. Morrison Recent anatomical observations on the reproductive systems of certain so-called "melanian" fresh-water snails and their marine rela- tives have clarified to a remarkable degree the supergeneric relation- ships of these fresh-water forms. The family of Melanians, in the broad sense, is a biological ab- surdity. We have the anomaly of one fresh-water "family" of snails derived from or at least structurally identical in peculiar animal characters to and ancestrally related to three separate and distinct marine famiHes. On the other hand, the biological picture has been previously misunderstood largely because of the concurrent and convergent evolution of the three fresh-water groups, Pleuroceridae, Melanopsidae, and Thiaridae, from ancestors common to the marine families Cerithiidae, Modulidae, and Planaxidae, respectively. The family Melanopsidae is definitely known living only in Europe. At present, the exact placement of the genus Zemelanopsis Uving in fresh waters of New Zealand is uncertain, since its reproductive characters are as yet unknown. In spite of obvious differences in shape, the shells of the marine genus Modulus possess at least a well- indicated columellar notch of the aperture, to corroborate the biologi- cal relationship indicated by the almost identical female egg-laying structure in the right side of the foot of Modulus and Melanopsis. 273553—54 1 357 358 PROCEEDINGS OF THE NATIONAL MUSEUM vol. los The family Pleuroceridae, fresh-water representative of the ancestral cerithiid stock, is now known to include species living in Africa, Asia, and the Americas.
    [Show full text]
  • Caenogastropoda During Mesozoic Times
    Caenogastropoda during Mesozoic times Klaus Bandel Bandel, K. Caenogastropoda during Mesozoic times. — Scripta Geol., Spec. Issue 2: 7-56, 15 pls. Lei• den, December 1993. Klaus Bandel, Institut für Paläontologie und Geologie, Universität Hamburg, Bundesstraße 55, D 20146 Hamburg 13, Germany. Key words: evolution, Mollusca, Gastropoda, Mesozoicum. The following groups of Mesozoic Caenogastropoda are discussed here: Cerithioidea and Littorinoi- dea-Rissooidea seemingly merging with each other during Triassic times; the fresh water and land snails of the Viviparoidea and Cyclophoroidea with unknown marine relatives but a Mesozoic histo• ry; the Vermetoidea, Turritelloidea and Campaniloidea with a late appearance in the Mesozoic; the Ctenoglossa with a continuous history from the Middle Palaeozoic to modern times; the Subulitoidea, Murchisonioidea and Loxonematoidea with Palaeozoic ancestors but unclear Middle Mesozoic rela• tions; the Purpurinoidea as potential ancestors and relatives of the Stromboidea, the latter suddenly appearing in the Jurassic; the Heteropoda and Vanikoroidea with possible relation to each other but very uncertain relations to the others; and the Neomesogastropoda and Neogastropoda which begin their history in the Mid Cretaceous with still rather uncertain precursors. Contents Introduction 7 Taxonomie discussion 8 Palaeo-Caenogastropoda 8 Meta-Mesogastropoda 24 Neomesogastropoda 30 Neogastropoda 39 Conclusions 44 Acknowledgements 46 References 51 Introduction The history of most groups of Caenogastropoda during Palaeozoic times is still uncertain. Only the Subulitoidea, Murchisonioidea, Loxonematoidea and Zygopleur- oidea, and questionable Cerithioidea of the Stegocoelia type, can be traced through much of the Palaeozoic (Knight, 1931; Wenz, 1938-1944; Knight et al., 1960; Hoare & Sturgeon, 1978, 1980a, 1980b, 1981, 1985; Yoo, 1988, 1989; Bandel, 1991a; own data).
    [Show full text]
  • Ostrovsky Et 2016-Biological R
    Matrotrophy and placentation in invertebrates: a new paradigm Andrew Ostrovsky, Scott Lidgard, Dennis Gordon, Thomas Schwaha, Grigory Genikhovich, Alexander Ereskovsky To cite this version: Andrew Ostrovsky, Scott Lidgard, Dennis Gordon, Thomas Schwaha, Grigory Genikhovich, et al.. Matrotrophy and placentation in invertebrates: a new paradigm. Biological Reviews, Wiley, 2016, 91 (3), pp.673-711. 10.1111/brv.12189. hal-01456323 HAL Id: hal-01456323 https://hal.archives-ouvertes.fr/hal-01456323 Submitted on 4 Feb 2017 HAL is a multi-disciplinary open access L’archive ouverte pluridisciplinaire HAL, est archive for the deposit and dissemination of sci- destinée au dépôt et à la diffusion de documents entific research documents, whether they are pub- scientifiques de niveau recherche, publiés ou non, lished or not. The documents may come from émanant des établissements d’enseignement et de teaching and research institutions in France or recherche français ou étrangers, des laboratoires abroad, or from public or private research centers. publics ou privés. Biol. Rev. (2016), 91, pp. 673–711. 673 doi: 10.1111/brv.12189 Matrotrophy and placentation in invertebrates: a new paradigm Andrew N. Ostrovsky1,2,∗, Scott Lidgard3, Dennis P. Gordon4, Thomas Schwaha5, Grigory Genikhovich6 and Alexander V. Ereskovsky7,8 1Department of Invertebrate Zoology, Faculty of Biology, Saint Petersburg State University, Universitetskaja nab. 7/9, 199034, Saint Petersburg, Russia 2Department of Palaeontology, Faculty of Earth Sciences, Geography and Astronomy, Geozentrum,
    [Show full text]
  • Size Scaling of Epibiotic Metabolism on Snail Shells
    Wright State University CORE Scholar Biological Sciences Faculty Publications Biological Sciences 6-2017 Animals and their Epibiota as Net Autotrophs: Size Scaling of Epibiotic Metabolism on Snail Shells Nicole Lukens Benjamin Kraemer Vanessa Constant Ellen J. Hamann Ellinor Michel See next page for additional authors Follow this and additional works at: https://corescholar.libraries.wright.edu/biology Part of the Biology Commons, and the Systems Biology Commons Repository Citation Lukens, N., Kraemer, B., Constant, V., Hamann, E. J., Michel, E., Socci, A. M., Vadeboncoeur, Y., & McIntyre, P. B. (2017). Animals and their Epibiota as Net Autotrophs: Size Scaling of Epibiotic Metabolism on Snail Shells. Freshwater Science, 36 (2), 307-315. https://corescholar.libraries.wright.edu/biology/566 This Article is brought to you for free and open access by the Biological Sciences at CORE Scholar. It has been accepted for inclusion in Biological Sciences Faculty Publications by an authorized administrator of CORE Scholar. For more information, please contact [email protected]. Authors Nicole Lukens, Benjamin Kraemer, Vanessa Constant, Ellen J. Hamann, Ellinor Michel, Anne M. Socci, Yvonne Vadeboncoeur, and Peter B. McIntyre This article is available at CORE Scholar: https://corescholar.libraries.wright.edu/biology/566 Animals and their epibiota as net autotrophs: size scaling of epibiotic metabolism on snail shells Nicole R. Lukens1,6, Benjamin M. Kraemer1,7, Vanessa Constant2,8, Ellen J. Hamann1,9, Ellinor Michel3,10, Anne M. Socci4,11,
    [Show full text]
  • Finite Element Analysis Relating Shape, Material Properties, and Dimensions of Taenioglossan Radular Teeth with Trophic Specialisations in Paludomidae (Gastropoda)
    Finite Element Analysis Relating Shape, Material Properties, and Dimensions of Taenioglossan Radular Teeth with Trophic Specialisations in Paludomidae (Gastropoda) Wencke Krings ( [email protected] ) Universität Hamburg Jordi Marcé-Nogué Rovira i Virgili University Stanislav N. Gorb Kiel University Research Article Keywords: Functional morphology, FEA, mechanical properties, ecology, Lake Tanganyika Posted Date: August 26th, 2021 DOI: https://doi.org/10.21203/rs.3.rs-835609/v1 License: This work is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License. Read Full License Page 1/19 Abstract The radula, a chitinous membrane with embedded tooth rows, is the molluscan autapomorphy for feeding. The morphologies, arrangements and mechanical properties of teeth can vary between taxa, which is usually interpreted as adaptation to food. In previous studies, we proposed about trophic and other functional specialisations in taenioglossan radulae from species of African paludomid gastropods. These were based on the analysis of shape, material properties, force-resistance, and the mechanical behaviour of teeth, when interacting with an obstacle, which was previously simulated for one species (Spekia) by the nite-element-analysis (FEA) and, for more species, observed in experiments. In the here presented work, we test the previous hypotheses by applying the FEA on 3D modelled radulae, with incorporated material properties, from three additional paludomid species. These species forage either on algae attached to rocks (Lavigeria), covering sand (Cleopatra), or attached to plant surface and covering sand (Bridouxia). Since the analysed radulae vary greatly in their size between species, we additionally aimed at relating the simulated stress and strain distributions with the tooth sizes by altering the force/volume.
    [Show full text]
  • Annotated Nomenclator of Extant and Fossil Taxa of the Paludomidae (Caenogastropoda, Cerithioidea)
    A peer-reviewed open-access journal ZooKeys 850: 1–132 Annotated(2019) nomenclator of extant and fossil taxa of the Paludomidae... 1 doi: 10.3897/zookeys.850.34238 CATALOGUE http://zookeys.pensoft.net Launched to accelerate biodiversity research Annotated nomenclator of extant and fossil taxa of the Paludomidae (Caenogastropoda, Cerithioidea) Marco T. Neiber1, Matthias Glaubrecht1 1 Center for Natural History (CeNak), Zoological Museum, Universität Hamburg, Martin-Luther-King-Platz 3, 20146 Hamburg, Germany Corresponding author: Marco T. Neiber ([email protected], [email protected]) Academic editor: T.A. Neubauer | Received 2 March 2019 | Accepted 16 April 2019 | Published 28 May 2019 http://zoobank.org/3A6E3A5C-429E-4795-B685-932DFAAF8A67 Citation: Neiber MT, Glaubrecht M (2019) Annotated nomenclator of extant and fossil taxa of the Paludomidae (Caenogastropoda, Cerithioidea). ZooKeys 850: 1–132. https://doi.org/10.3897/zookeys.850.34238 Abstract This nomenclator provides bibliographic details on all names in the family-, genus-, and species-group of the the family Paludomidae. All nomenclaturally available names are discussed including junior homo- nyms and objective junior synonyms as well as unavailable names such as nomina nuda, infrasubspecific names and, to some extent, also incorrect subsequent spellings. In the family-group a total of 28 names are included in the nomenclator, of which 21 are available and seven unavailable names. Of the avail- able names in the family-group, six are invalid for nomenclatural reasons. In the genus-group a total of 57 names are included in the catalogue. Of the available names in the genus-group, 11 are invalid for nomenclatural reasons.
    [Show full text]
  • Lake Tanganyika Crabs
    LAKE TANGANYIKA CRABS Evolution, Ecology and Implications for Conservation Saskia A.E. Marijnissen Marijnissen, S.A.E. Lake Tanganyika crabs: evolution, ecology, and implications for conservation. PhD thesis, University of Amsterdam, The Netherlands. xxx pages. Copyright © Saskia A.E. Marijnissen. The work presented in this thesis was funded by the Foundation for the Advancement of Tropical Research (WOTRO W84-489). The research was conducted at the Institute for Biodiversity and Ecosystem Dynamics (IBED), University of Amsterdam, and the Tanzanian Institute for Fisheries Research (TAFIRI-Kigoma) in Tanzania. Cover design: Saskia A.E. Marijnissen and Jan van Arkel Graphics: Jan van Arkel and Saskia A.E. Marijnissen Printed by: xxxxx ISBN: xx-xxxxxxx-xx Cover: Platythelphusa armata var. blue – one of Lake Tanganyika’s many endemic mysteries. LAKE TANGANYIKA CRABS Evolution, Ecology and Implications for Conservation ACADEMISCH PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit van Amsterdam op gezag van de Rector Magnificus prof. dr. J.W. Zwemmer ten overstaan van een door het college voor promoties ingestelde commissie, in het openbaar te verdedigen in de Aula der Universiteit op woensdag 24 oktober 2007, te 14:00 uur door Saskia Antoinette Elisabeth Marijnissen geboren te Nijmegen Promotiecommissie Promotores Prof. dr. F.R. Schram Prof. dr. S.B.J. Menken Co-promotor Dr. E. Michel Overige leden Dr. N. Cumberlidge Dr. C. Schubart Prof. dr. K.R.L.M. Martens Prof. dr. P.H. v. Tienderen Prof. dr. M.K.H. Veith Prof. dr.
    [Show full text]
  • Lacustrine Mollusc Radiations in the Lake Malawi Basin
    EGU Journal Logos (RGB) Open Access Open Access Open Access Advances in Annales Nonlinear Processes Geosciences Geophysicae in Geophysics Open Access Open Access Natural Hazards Natural Hazards and Earth System and Earth System Sciences Sciences Discussions Open Access Open Access Atmospheric Atmospheric Chemistry Chemistry and Physics and Physics Discussions Open Access Open Access Atmospheric Atmospheric Measurement Measurement Techniques Techniques Discussions Open Access Biogeosciences, 10, 5767–5778, 2013 Open Access www.biogeosciences.net/10/5767/2013/ Biogeosciences doi:10.5194/bg-10-5767-2013 Biogeosciences Discussions © Author(s) 2013. CC Attribution 3.0 License. Open Access Open Access Climate Climate of the Past of the Past Discussions Lacustrine mollusc radiations in the Lake Malawi Basin: Open Access Open Access experiments in a natural laboratory for evolutionEarth System Earth System Dynamics Dynamics D. Van Damme and A. Gautier Discussions Paleontological Research Unit, Ghent University, Krijgslaan 281, 9000, Gent, Belgium Open Access Correspondence to: D. Van Damme ([email protected]) Geoscientific Geoscientific Open Access Instrumentation Instrumentation Received: 17 July 2012 – Published in Biogeosciences Discuss.: 18 December 2012 Revised: 25 July 2013 – Accepted: 25 July 2013 – Published: 3 September 2013 Methods and Methods and Data Systems Data Systems Discussions Open Access Abstract. In terminal Pliocene–early Pleistocene times, part other past and present rift lakes, molluscan in-lakeOpen Access diver- Geoscientific of the Malawi Basin was occupied by paleo-lake Chiwondo. gence is surprisingly modestGeoscientific and young geologically speak- Molluscan biostratigraphy situates this freshwater lake either ing. This view is partly applicable even to the unique mala- Model Development in the East African wet phase between 2.7–2.4 Ma or that of cofauna of LakeModel Tanganyika.
    [Show full text]
  • Michel, E., 2004. “Vinundu a New Genus And
    VINUNDU, A NEW GENUS OF GASTROPOD (CERITHIOIDEA: ‘THIARIDAE’) WITH TWO SPECIES FROM LAKE TANGANYIKA, EAST AFRICA, AND ITS MOLECULAR PHYLOGENETIC RELATIONSHIPS ELLINOR MICHEL Institute for Biodiversity & Ecosystem Dynamics/Zoological Museum, University of Amsterdam, 1090-GT Amsterdam, Netherlands (Received 21 May 2002; accepted 22 February 2003) ABSTRACT A thiarid gastropod, Vinundu westae new genus and new species, is described from Lake Tanganyika, and the species Nassopsis guillemei Martel & Dautzenberg, 1899 is transferred to this new genus from Edgaria (ϭ Lavigeria). The shell of Vinundu has equal axial and spiral macrosculpture, producing characteristic regular nodes at the sculptural intersections. Reproduction in Vinundu is oviparous, in contrast to the ovoviviparous habit of its sister group, Lavigeria. Radular teeth and isotope values indi- cate that this is a grazer. Vinundu species are readily distinguished from their sister clade Lavigeria by conchological, anatomical and molecular characters. The two Vinundu species are common in deep water, rocky habitats of this clear-water, ancient lake. INTRODUCTION MATERIAL AND METHODS Among endemic radiations of freshwater molluscs, the gastro- Collections were made over many field seasons between 1986 and pods of Lake Tanganyika are recognized as among the most 2001 using SCUBA to collect only live animals, noting depth and spectacular. While there are many endemic species [34 currently substrate. Collections were made from approximately 75 local- recognized (Brown, 1994), with approximately 35 more in revi- ities on rocky sites around the shoreline of Lake Tanganyika. The sion and preparation (West, Michel, Todd, Brown & Clabaugh, regions of Burundi, northern Tanzania (around Kigoma) and 2003; E. Michel & J. A. Todd, in prep.)], it is the evolutionary northern Congo (formerly Zaire) have been sampled most inten- derivation and morphological disparity of the gastropods that sively, with sites in close proximity, and sometimes visited several draw attention.
    [Show full text]