Verslagen En Technische Gegevens MACRO-NACHTVLINDERS

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Verslagen En Technische Gegevens MACRO-NACHTVLINDERS Verslagen en technische gegevens Instituut voor Systematiek en Populatiebiologie (Zoölogisch Museum) Universiteit van Amsterdam No. 64 NAAM- EN CODELIJST VAN DE NEDERLANDSE MACRO-NACHTVLINDERS (LEPIDOPTERA: HETEROCERA) t.b.v. nationaal nachtvlinderproject "Noctua", Stichting TINEA & Zoölogisch Museum Amsterdam Rob de Vos (november 1995) Zoölogisch Museum, afd. Entomologie Plantage Middenlaan 64 1018 DH Amsterdam Colofon: Tekst en lay-out: R. de Vos Commentaar: K. Alders, W.N. Ellis, W. Hogenes, A.L.M. Rutten, S.A. Ulenberg © Instituut voor Systematiek en Populatiebiologie (Zoölogisch Museum), afd. Entomologie Plantage Middenlaan 64,1018 DH Amsterdam Tel. 020-525 6240 (fax: 020-525 6528) VOS, R. DE, 1995. Naam- en Codelijst van de Nederlandse Macro-Nachtvlinders (Lepidoptera: Heterocera). Verslagen en Technische Gegevens 64: 1-100. ISSN 0928-2386 Verslagen en technische gegevens Instituut voor Systematiek en Populatiebiologie (Zoölogisch Museum) Universiteit van Amsterdam No. 64 Naam- en codelijst van de Nederlandse macro-nachtvlinders (Lepidoptera: Heterocera) Lb.v. nationaal nachtvlinderproject "Noctua", Stichting TENEA & Zoölogisch Museum Amsterdam Rob de Vos (november 1995) Zoölogisch Museum, afd. Entomologie Plantage Middenlaan 64 1018 DH Amsterdam 1 Inhoud Inleiding 2 Gebruik en verklaring van de codelijst 3 Naam- en codelijst van de Nederlandse Macro-Heterocera 5 Uit de naamlijst van Lempke (1976) geschrapte soorten 52 Toelichting op nomenclatorische en systematische wijzigingen 53 Important notes on new synonyms 76 Literatuur 77 Naamregister 83 2 INLEIDING Vlinders zijn al geruime tijd één van de populairste insektengroepen bij natuurliefhebbers en -onderzoekers. Het gaat hierbij echter bijna uitsluitend om de grotere en veelal kleurrijke soorten, zoals dagvlinders en vertegenwoordigers uit enkele nachtvlinderfamilies als de beervlinders (Arctiidae), pijlstaarten (Sphingidae) en nachtpauwogen (Saturniidae). Andere nachtvlinders worden veelal beschouwd als sombere, grijze, lastig waar te nemen en vaak ondetermineerbare soorten. De uilen (Noctuidae) en spanners (Geometridae) vormen hierin de meest beruchte groepen. Sinds het uitkomen van de Catalogus der Nederlandse Macrolepidoptera van B.J. Lempke, waarvan de verschillende delen en supplementen tussen 1936 en 1970 verschenen, is de interesse voor de Nederlandse vlinderfauna enorm toegenomen bij zowel professionele als vrijetijds-biologen. Deze catalogus wierp het eerste licht op de faunistiek van de Nederlandse vlinders, waar tot dan toe vrijwel niets van bekend was. Toch bleef de belangstelling voornamelijk beperkt tot de grotere dag- en nachtvlinders die samen de groep van Macrolepidoptera vormen. Door het verschijnen van de Naamlijst van de Nederlandse Lepidoptera van Lempke (1976) heeft de belangstelling voor het onderzoek naar vlinders in Nederland wederom een sterke impuls gekregen. Dit werd veroorzaakt, doordat er nu een duidelijk overzicht bestond van de vlinderfauna van Nederland en deze naamlijst als werktuig kon dienen bij de verificatie van determinaties en rangschikking in collecties en publicaties. De bij velen aanwezige interesse in dagvlinders resulteerde in 1983 zelfs in de oprichting van een gespecialiseerde instelling, De Vlinderstichting, die zich tot doel stelde meer over de oecologie van de dagvlinders te weten te komen, waarna deze kennis gebruikt kan worden voor verbeteringen van het leefmilieu van, met name, bedreigde soorten. Inmiddels was er tevens een explosieve groei in de belangstelling voor de zogenaamde Microlepidoptera, in de volksmond ook wel "micro's" of "motjes" genoemd. In de tweede helft van de vorige eeuw publiceerde Snellen (1882) twee delen over deze vlindergroep in zijn serie De Vlinders van Nederland. Sindsdien werd er nog maar weinig aan micro's gewerkt. Maar na het verschijnen van de naamlijst van Lempke (1976) kwam hierin verandering. Een kleine groep in micro's geïnteresseerden richtte in 1981 een sectie van de Nederlandse Entomologische Vereniging op, die zich met de studie van deze kleine vlinders in Nederland ging bezighouden. De sectie draagt de naam "Snellen", naar de pionier uit de vorige eeuw op dit gebied. Als bijna logisch gevolg van deze groeiende belangstelling werd in 1986 de Stichting TINEA opgericht, die zich tot doel stelde de faunistiek en oecologie van de Nederlandse micro-soorten in kaart te brengen en de verzamelde gegevens op te slaan in een computerbestand. Zowel het onderzoek naar dagvlinders als dat naar micro's heeft inmiddels geleid tot uitgebreide publicaties, waarvan "De Atlas van de Nederlandse Dagvlinders" van Tax (1989) en "De Kleine Vlinders" van Kuchlein (1993) de bekendste en meest geraadpleegde zijn. Omdat de taxonomie een "wetenschap in beweging" is en inmiddels nieuwe inzichten zijn verkregen over soorten en hun verwantschappen, zijn in deze publicaties ook de systematiek van beide groepen volgens moderne visies opgenomen. Deze vervangen daarmee in feite de naamlijst van Lempke (1976). Vreemd genoeg bleven een nieuwe naamlijst en een gedegen studie naar de nog steeds zeer populaire Macro-nachtvlinders in Nederland uit. Wel zijn er sindsdien met regelmaat publicaties verschenen over nieuwe soorten voor de fauna en worden door veel vrijetijds-biologen inventarisatierapporten opgesteld die niet officieel worden gepubliceerd en hierdoor tot de zogenaamde "grijze literatuur" behoren. Om in de behoefte aan een moderne naamlijst van de Macro-nachtvlinders voor faunistisch en oecologisch onderzoek naar deze groep in Nederland te voorzien, werd door de Stichting TINEA en het Instituut voor Systematiek en Populatiebiologie (Zoölogisch Museum Amsterdam) gezamenlijk het initiatiefgenomen het project Noctua te starten. Dit project heeft tot doel de faunistiek en oecologie van de Nederlandse Macro- nachtvlinders in kaart te brengen en uiteindelijk te publiceren. Omdat sinds het 3 verschijnen van Lempe's naamlijst in 1976 de taxonomische kennis over Macro- nachtvlinders sterk is toegenomen en de oude naamlijst daardoor moeilijk bruikbaar is geworden, is besloten tot het samenstellen van deze nieuwe naam- en codelijsL GEBRUIK EN VERKLARING VAN DE NAAM- EN CODELIJST De naamlijst is opgesteld volgens een vertrouwd principe, dat wil zeggen dat in hoofdlijnen de lay-out van de bekende naamlijst van Lempke (1976) is overgenomen. Vermeld worden: families, onderfamilies, genera, eventuele subgenera, soorten en eventuele ondersoorten. Synoniemen van (sub)genera en (onder)soorten worden uitsluitend toegelicht, als deze na de naamlijst van Lempke (1976) in Nederland in gebruik zijn geweest en van belang kunnen zijn bij te raadplegen literatuur. Ondersoorten zijn alleen vermeld als er meer dan één in Nederland voorkomt of als de betreffende ondersoort afwijkt van de nominale ondersoort. De (sub)families zijn vet gedrukt, synoniemen zijn op pagina 5-51<cursief gedrukt. Er wordt in de lijst onderscheid gemaakt tussen inheemse, incidenteel waargenomen en zeer waarschijnlijk in Nederland uitgestorven soorten. Bovendien is aangegeven welke soorten migranten (trekvlinders) zijn. Adventieven die aantoonbaar door menselijk handelen zijn ingevoerd behoren met zekerheid niet tot de Nederlandse fauna en zijn daarom niet in de codelijst opgenomen. De legenda is als volgt: *= incidenteel (zwerver) M= migrant t= vermoedelijk uitgestorven Toelichting op wijzigingen sinds de naamlijst van Lempke (1976) De belangrijkste naam wijzigingen sinds de naamlijst van Lempke (1976) worden in het hoofdstuk "Toelichting op nomenclatorische en systematische wijzigingen" beargumenteerd. Achter elke toegelichte soort staat in de naamlijst een nummer vermeld dat correspondeert met de betreffende toelichting. Acht-lettercodering Tegenwoordig is de verwerking van gegevens zonder computer ondenkbaar. Zo worden ook de verzamelde gegevens over vlinders in ons land digitaal verwerkt en dat heeft consequenties. Instellingen die in het bezit zijn van een databank, zoals De Vlinderstichting, European Invertebrate Survey (EIS) en Stichting TINEA, krijgen de waarnemingen veelal binnen via standaard-invulformulieren, waarop de in te vullen informatie zo kort, maar ook zo volledig en nauwkeurig mogelijk moet zijn. Lange wetenschappelijke namen, waarin snel fouten kunnen worden gemaakt, zijn taboe voor dit systeem. Er is daarom een codering voor de soorten ontwikkeld die uit acht letters bestaat. Over het algemeen is de code opgebouwd uit de eerste vier letters van de genusnaam en de eerste vier letters van de soortnaam. In die gevallen dat er doublures onstaan wordt de code op een zodanig logische wijze veranderd, dat de afkomst nog steeds herkenbaar is. Zowel voor de dagvlinders (Vlinderstichting) als voor de micro's (Kuchlein, 1993) is het bovenstaande systeem ingevoerd en wordt daarom ook standaard voor de verwerking van Macro-nachtvlinders. Deze standaard lettercode is in deze naamlijst achter elke soort vermeld. Afwijkende lettercodes, die om doublures te voorkomen zijn aangepast, zijn onderstreept. Het is wenselijk deze code, ook na naamsveranderingen tussentijds, niet te veranderen voordat er een nieuwe officiële naam- en codelijst is verschenen. De in deze lijst vermelde codering is gecontroleerd 4 op doublures met die van de dagvlinders en micro's. Om een volledig systematisch overzicht te hebben van de families zijn die van de dagvlinders en micro's wel vermeld. Voor een compleet overzicht van deze vlinders wordt verwezen naar respectievelijk Tax (1989) en Kuchlein (1993). De systematische volgorde van de families is grotendeels volgens Scoble
Recommended publications
  • Methods and Work Profile
    REVIEW OF THE KNOWN AND POTENTIAL BIODIVERSITY IMPACTS OF PHYTOPHTHORA AND THE LIKELY IMPACT ON ECOSYSTEM SERVICES JANUARY 2011 Simon Conyers Kate Somerwill Carmel Ramwell John Hughes Ruth Laybourn Naomi Jones Food and Environment Research Agency Sand Hutton, York, YO41 1LZ 2 CONTENTS Executive Summary .......................................................................................................................... 8 1. Introduction ............................................................................................................ 13 1.1 Background ........................................................................................................................ 13 1.2 Objectives .......................................................................................................................... 15 2. Review of the potential impacts on species of higher trophic groups .................... 16 2.1 Introduction ........................................................................................................................ 16 2.2 Methods ............................................................................................................................. 16 2.3 Results ............................................................................................................................... 17 2.4 Discussion .......................................................................................................................... 44 3. Review of the potential impacts on ecosystem services .......................................
    [Show full text]
  • Coleoptera and Lepidoptera (Insecta) Diversity in the Central Part of Sredna Gora Mountains (Bulgaria)
    BULLETIN OF THE ENTOMOLOGICALENTOMOLOGICAL SOCIETY OF MALTAMALTA (2019) Vol. 10 : 75–95 DOI: 10.17387/BULLENTSOCMALTA.2019.09 Coleoptera and Lepidoptera (Insecta) diversity in the central part of Sredna Gora Mountains (Bulgaria) Rumyana KOSTOVA1*, Rostislav BEKCHIEV2 & Stoyan BESHKOV2 ABSTRACT.ABSTRACT. Despite the proximity of Sredna Gora Mountains to Sofia, the insect assemblages of this region are poorly studied. As a result of two studies carried out as a part of an Environmental Impact Assessment in the Natura 2000 Protected Areas: Sredna Gora and Popintsi, a rich diversity of insects was discovered, with 107 saproxylic and epigeobiont Coleoptera species and 355 Lepidoptera species recorded. This research was conducted during a short one-season field study in the surrounding areas of the town of Panagyurishte and Oborishte Village. Special attention was paid to protected species and their conservation status. Of the Coleoptera recorded, 22 species were of conservation significance. Forty-five Lepidoptera species of conservation importance were also recorded. KEY WORDS.WORDS. Saproxylic beetles, epigeobiont beetles, Macrolepidoptera, Natura 2000 INTRODUCTION INTRODUCTION The Sredna Gora Mountains are situated in the central part of Bulgaria, parallel to the Stara Planina Mountains The Sredna chain. Gora TheyMountains are insufficiently are situated instudied the central with partregard of toBulgaria, their invertebrate parallel to theassemblages. Stara Planina Mountains chain. They are insufficiently studied with regard to their invertebrate assemblages. There is lack of information about the beetles from Sredna Gora Mountains in the region of the Panagyurishte There is lack townof information and Oborishte about village. the beetles Most offrom the Srednaprevious Gora data Mountains is old and foundin the inregion catalogues, of the mentioningPanagyurishte the town mountain and Oborishte without distinct village.
    [Show full text]
  • Lepidoptera in Cheshire in 2002
    Lepidoptera in Cheshire in 2002 A Report on the Micro-Moths, Butterflies and Macro-Moths of VC58 S.H. Hind, S. McWilliam, B.T. Shaw, S. Farrell and A. Wander Lancashire & Cheshire Entomological Society November 2003 1 1. Introduction Welcome to the 2002 report on lepidoptera in VC58 (Cheshire). This is the second report to appear in 2003 and follows on from the release of the 2001 version earlier this year. Hopefully we are now on course to return to an annual report, with the 2003 report planned for the middle of next year. Plans for the ‘Atlas of Lepidoptera in VC58’ continue apace. We had hoped to produce a further update to the Atlas but this report is already quite a large document. We will, therefore produce a supplementary report on the Pug Moths recorded in VC58 sometime in early 2004, hopefully in time to be sent out with the next newsletter. As usual, we have produced a combined report covering micro-moths, macro- moths and butterflies, rather than separate reports on all three groups. Doubtless observers will turn first to the group they are most interested in, but please take the time to read the other sections. Hopefully you will find something of interest. Many thanks to all recorders who have already submitted records for 2002. Without your efforts this report would not be possible. Please keep the records coming! This request also most definitely applies to recorders who have not sent in records for 2002 or even earlier. It is never too late to send in historic records as they will all be included within the above-mentioned Atlas when this is produced.
    [Show full text]
  • Recerca I Territori V12 B (002)(1).Pdf
    Butterfly and moths in l’Empordà and their response to global change Recerca i territori Volume 12 NUMBER 12 / SEPTEMBER 2020 Edition Graphic design Càtedra d’Ecosistemes Litorals Mediterranis Mostra Comunicació Parc Natural del Montgrí, les Illes Medes i el Baix Ter Museu de la Mediterrània Printing Gràfiques Agustí Coordinadors of the volume Constantí Stefanescu, Tristan Lafranchis ISSN: 2013-5939 Dipòsit legal: GI 896-2020 “Recerca i Territori” Collection Coordinator Printed on recycled paper Cyclus print Xavier Quintana With the support of: Summary Foreword ......................................................................................................................................................................................................... 7 Xavier Quintana Butterflies of the Montgrí-Baix Ter region ................................................................................................................. 11 Tristan Lafranchis Moths of the Montgrí-Baix Ter region ............................................................................................................................31 Tristan Lafranchis The dispersion of Lepidoptera in the Montgrí-Baix Ter region ...........................................................51 Tristan Lafranchis Three decades of butterfly monitoring at El Cortalet ...................................................................................69 (Aiguamolls de l’Empordà Natural Park) Constantí Stefanescu Effects of abandonment and restoration in Mediterranean meadows .......................................87
    [Show full text]
  • Endemic Macrolepidoptera Subspecies in the Natural History Museum Collections from Sibiu (Romania)
    Travaux du Muséum National d’Histoire Naturelle © 31 août «Grigore Antipa» Vol. LVI (1) pp. 65–80 2013 DOI: 10.2478/travmu-2013-0005 ENDEMIC MACROLEPIDOPTERA SUBSPECIES IN THE NATURAL HISTORY MUSEUM COLLECTIONS FROM SIBIU (ROMANIA) SERGIU-CORNEL TÖRÖK, GABRIELA CUZEPAN Abstract. The paper presents data regarding endemic Macrolepidoptera subspecies preserved in the Entomological Collections of Natural History Museum from Sibiu. 22 endemic subspecies are recorded and represented by 382 specimens in the Entomological Collection. Most of the specimens have been collected from mountain habitats, especially from Southern and Western Carpathians. The results of this paper contribute to the improvement of the existing data concerning the distribution and outline the areas of Macrolepidoptera’s endemism in Romania. Résumé. Le document présente des données concernant les sous-espèces endémiques des Macrolépidoptères conservées dans les collections entomologiques du Musée d’Histoire Naturelle de Sibiu. 22 sous-espèces endémiques sont enregistrées et représentées par 382 spécimens dans la collection entomologique. La plupart des spécimens ont été recueillis dans les habitats de montagne, en particulier du Sud et l’Ouest des Carpates. Les résultats de cette étude contribuent à compléter les données existantes concernant la distribution et de définir les zones d’endémisme des Macrolépidoptères en Roumanie. Key words: Macrolepidoptera, endemic taxa, geographic distribution, museum collections. INTRODUCTION In this paper, the authors wish to present the endemic taxa from the Natural History Museum from Sibiu. The term endemic is used for taxa that are unique to a geographic location. This geographic location can be either relatively large or very small (Gaston & Spicer, 1998; Kenyeres et al., 2009).
    [Show full text]
  • ARTIGO / ARTÍCULO / ARTICLE Lepidópteros De O Courel (Lugo, Galicia, España, N.O
    ISSN: 1989-6581 Fernández Vidal (2018) www.aegaweb.com/arquivos_entomoloxicos ARQUIVOS ENTOMOLÓXICOS, 19: 87-132 ARTIGO / ARTÍCULO / ARTICLE Lepidópteros de O Courel (Lugo, Galicia, España, N.O. Península Ibérica) XVI: Noctuidae (sensu classico) [Nolidae, Erebidae (partim) y Noctuidae]. (Lepidoptera). Eliseo H. Fernández Vidal Plaza de Zalaeta, 2, 5ºA. E-15002 A Coruña (ESPAÑA). e-mail: [email protected] Resumen: Se elabora un listado comentado y puesto al día de los Noctuidae (sensu classico) [Nolidae, Erebidae (partim) y Noctuidae] (Lepidoptera) presentes en O Courel (Lugo, Galicia, España, N.O. Península Ibérica) recopilando los datos bibliográficos existentes (para 114 especies), a los que se añaden otros nuevos como resultado del trabajo de campo del autor, alcanzando un total de 246 especies. Entre los nuevos registros aportados se incluyen las primeras citas de tres especies para Galicia: Apamea epomidion (Haworth, 1809), Agrochola haematidea (Duponchel, 1827) y Xestia stigmatica (Hübner, [1813]); de otras 31 para la provincia de Lugo: Pechipogo strigilata (Linnaeus, 1758), Catocala electa (Vieweg, 1790), Acronicta cuspis (Hübner, [1813]), Acronicta megacephala ([Denis & Schiffermüller], 1775), Craniophora pontica (Staudinger, 1879), Cucullia tanaceti ([Denis & Schiffermüller], 1775), Cucullia verbasci (Linnaeus, 1758), Stilbia anomala (Haworth, 1812), Bryophila raptricula ([Denis & Schiffermüller], 1775), Caradrina noctivaga Bellier, 1863, Apamea crenata (Hufnagel, 1766), Apamea furva ([Denis & Schiffermüller], 1775), Apamea
    [Show full text]
  • Additions, Deletions and Corrections to An
    Bulletin of the Irish Biogeographical Society No. 36 (2012) ADDITIONS, DELETIONS AND CORRECTIONS TO AN ANNOTATED CHECKLIST OF THE IRISH BUTTERFLIES AND MOTHS (LEPIDOPTERA) WITH A CONCISE CHECKLIST OF IRISH SPECIES AND ELACHISTA BIATOMELLA (STAINTON, 1848) NEW TO IRELAND K. G. M. Bond1 and J. P. O’Connor2 1Department of Zoology and Animal Ecology, School of BEES, University College Cork, Distillery Fields, North Mall, Cork, Ireland. e-mail: <[email protected]> 2Emeritus Entomologist, National Museum of Ireland, Kildare Street, Dublin 2, Ireland. Abstract Additions, deletions and corrections are made to the Irish checklist of butterflies and moths (Lepidoptera). Elachista biatomella (Stainton, 1848) is added to the Irish list. The total number of confirmed Irish species of Lepidoptera now stands at 1480. Key words: Lepidoptera, additions, deletions, corrections, Irish list, Elachista biatomella Introduction Bond, Nash and O’Connor (2006) provided a checklist of the Irish Lepidoptera. Since its publication, many new discoveries have been made and are reported here. In addition, several deletions have been made. A concise and updated checklist is provided. The following abbreviations are used in the text: BM(NH) – The Natural History Museum, London; NMINH – National Museum of Ireland, Natural History, Dublin. The total number of confirmed Irish species now stands at 1480, an addition of 68 since Bond et al. (2006). Taxonomic arrangement As a result of recent systematic research, it has been necessary to replace the arrangement familiar to British and Irish Lepidopterists by the Fauna Europaea [FE] system used by Karsholt 60 Bulletin of the Irish Biogeographical Society No. 36 (2012) and Razowski, which is widely used in continental Europe.
    [Show full text]
  • Diplomová Práce
    Západočeská univerzita v Plzni Pedagogická fakulta Centrum biologie, geověd a envigogiky Revize sbírky motýlů J. Fraje s důrazem na motýly Plzeňského kraje DIPLOMOVÁ PRÁCE Autor práce: Vedoucí práce: Bc. Jan Walter Mgr. Ivana Hradská Plzeň 2020 PROHLÁŠENÍ Prohlašuji, že jsem diplomovou práci na téma "Revize lepidopterologické sbírky J. Fraje s důrazem na motýly Plzeňského kraje" vypravoval samostatně a s pomocí odborné literatury a dalších informačních zdrojů, které jsou uvedeny v seznamu literatury. V Plzni dne …………………… ………………………………… Jan Walter PODĚKOVÁNÍ Na prvém místě bych chtěl poděkovat Ivaně Hradské za ochotu při vedení mé diplomové práce, za kritické připomínky, za veškerý poskytnutý materiál, morální podporu a svůj čas, který mi věnovala a věnuje. Také kolegům Vlastimilu Cihlářovi a Pavlovi Vrbovi za pomoc při určení některých druhů, Stanislavu Vodičkovi za pomoc s tvorbou databáze, Zbyňku Kejvalovi za poskytnutí manuskriptů z inventarizačních průzkumů a v neposlední řadě rodině a přátelům za podporu. ZADÁNÍ PRÁCE ABSTRAKT Sbírka Jaroslava Fraje patří k rozsáhlejším položkám sbírkového fondu zoologického oddělení Západočeského muzea v Plzni. Z deponovaných sbírkových krabic pochází údaje o 653 druzích motýlů zahrnutých v 15 čeledí. Mezi nejcennější výsledky patří záznamy o chráněných nebo ohrožených druzích s výskytem v Plzeňském kraji – Pharmacis fusconebulosa, Phymatopus hecta, Hepialus humuli, Carcharodus alceae, Hesperia comma, Leptidea sinapis, Satyrium pruni, Callophrys rubi, Boloria selene, Boloria euphrosyne, Melitaea
    [Show full text]
  • Lepidoptera Noctuidae)
    NF51_12499 / Seite 5 / 12.2.2019 Verh. Naturwiss. Ver. Hamburg NF 51 | 2018 Page 5 5 Hartmut Wegnertz | Adendorf Ein Beitrag zur Fauna der Eulenfalter in Schleswig- Holstein (Lepidoptera Noctuidae) Keywords: Eulenfalter (Noctuidae), Schleswig-Holstein, Germany Zusammenfas- Es werden ausgewählte Arten der Familie Noctuidae mit ihrem Vorkommen und sung mit ihrer Lebensweise im Bundesland Schleswig-Holstein im Kontext mit älteren Ver- öffentlichungen vor allem von Georg Warnecke dargestellt. Besondere Beachtung erhalten die Arten küstentypischer Lebensräume wie Sanddünen und Sandstrände sowie die der Moore und an jungdiluviale Ablagerungen gebundenen. Die Falter wur- den mit verschiedenen Methoden beobachtet, teilweise in ihrem Verhalten, und die Larven mit ihrer Bindung an Wirtspflanzen und an ökologische Bedingungen ihrer Habitate betrachtet. Das Artenpaar Aporophyla lutulenta und Aporophyla luenebur- gensis wird nach dem biologischen Artbegriff aufgrund differenter Habitate, auf- grund verschiedener Bionomie und aufgrund eines unterschiedlichen Habitus der Falter diskutiert. Der Artstatus des Taxons Euxoa tritici (= crypta) wird diskutiert. Die Variabilität der Falter von Euxoa cursoria wird als möglicher Beginn einer Artauf- spaltung dargestellt. Die Art Cucullia praecana wird als Erstfund für die Fauna Deutschlands vorgestellt. Hydraecia ultima, Luperina nickerlii, Mesogona oxalina, Polymixis lichenea und Noctua interposita sind in den letzten Jahren als Erstnach- weise für Schleswig-Holstein, neben weiteren für das Bundesland neue Arten aus den Jahren vor 2002, festgestellt worden (nach Gaedike et al. 2017). Author’s Address Hartmut Wegner, Hasenheide 5, 21365 Adendorf NF51_12499 / Seite 6 / 12.2.2019 6 NF 51 | 2018 Hartmut Wegener Abstract Selected species of the family Noctuidae are reported from Schleswig-Holstein with their occurrence and biology, in the context of older reports, especially from Georg Warnecke.
    [Show full text]
  • Cesa Collection Is a Part of Info-System
    Centre for Entomological Studies Ankara (Cesa) Collections (Lepidoptera) Under construction Ahmet Ömer Koçak Muhabbet Kemal Sibel Kızıldağ Cesa Collection is a part of Info-system. For the time being, the collections are preserved in three different localities in Turkey. This is a collective scientific information system of the Centre for Entomological Studies Ankara (Cesa). Info-system is based upon the following units of the Cesa: Label information of the Insect Collections of the Cesa (a large number dried, mostly pinned specimens) http://grbio.org/cool/d36c-mrxe [currently, server is down] Genitalic slides (more than 3000 examples). Library of the Cesa (more than 100.000 pdf files), and numerous entomological books, separates, micro-fiches, etc. Published data, based upon the Library [from 1968 on], including all kind publications of the Cesa [from 1981 on] DataBank, based upon the Card system of the Cesa [between 1968 and 1997] DataBank, computerized worldwide information of the Cesa [from 1998 on] Worldwide digital photographs (more than 300.000) and video archives of the Cesa [from 1983 on] Barcoding Bank of the Old World Lepidoptera [from 2018 on] Centre for Entomological Studies Ankara (Cesa) - Collection The process of the collections Various scientific stages or studying programs realized regarding the process of existence of this collection are briefly illustrated below: Figs. 1-3 - Observations: Some illustrations from various field studies: Thailand Chiang Mai 23 3 2006 (left and middle). Thailand, Mae Hong Son 26 3 2006 (right). Figs. 4-5 - Collecting and observation: Illustrations from various field studies: South Africa, Limpopo: Medike, in December 2003. information on Cesa and its collection… 2 Centre for Entomological Studies Ankara (Cesa) - Collection Figs.
    [Show full text]
  • Diversity of the Moth Fauna (Lepidoptera: Heterocera) of a Wetland Forest: a Case Study from Motovun Forest, Istria, Croatia
    PERIODICUM BIOLOGORUM UDC 57:61 VOL. 117, No 3, 399–414, 2015 CODEN PDBIAD DOI: 10.18054/pb.2015.117.3.2945 ISSN 0031-5362 original research article Diversity of the moth fauna (Lepidoptera: Heterocera) of a wetland forest: A case study from Motovun forest, Istria, Croatia Abstract TONI KOREN1 KAJA VUKOTIĆ2 Background and Purpose: The Motovun forest located in the Mirna MITJA ČRNE3 river valley, central Istria, Croatia is one of the last lowland floodplain 1 Croatian Herpetological Society – Hyla, forests remaining in the Mediterranean area. Lipovac I. n. 7, 10000 Zagreb Materials and Methods: Between 2011 and 2014 lepidopterological 2 Biodiva – Conservation Biologist Society, research was carried out on 14 sampling sites in the area of Motovun forest. Kettejeva 1, 6000 Koper, Slovenia The moth fauna was surveyed using standard light traps tents. 3 Biodiva – Conservation Biologist Society, Results and Conclusions: Altogether 403 moth species were recorded Kettejeva 1, 6000 Koper, Slovenia in the area, of which 65 can be considered at least partially hygrophilous. These results list the Motovun forest as one of the best surveyed regions in Correspondence: Toni Koren Croatia in respect of the moth fauna. The current study is the first of its kind [email protected] for the area and an important contribution to the knowledge of moth fauna of the Istria region, and also for Croatia in general. Key words: floodplain forest, wetland moth species INTRODUCTION uring the past 150 years, over 300 papers concerning the moths Dand butterflies of Croatia have been published (e.g. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8).
    [Show full text]
  • Butterflies and Moths (Insecta: Lepidoptera) of the Lokrum Island, Southern Dalmatia
    NAT. CROAT. VOL. 29 Suppl.No 2 1227-24051-57 ZAGREB DecemberMarch 31, 31, 2021 2020 original scientific paper / izvorni znanstveni rad DOI 10.20302/NC.2020.29.29 BUTTERFLIES AND MOTHS (INSECTA: LEPIDOPTERA) OF THE LOKRUM ISLAND, SOUTHERN DALMATIA Toni Koren Association Hyla, Lipovac I 7, HR-10000 Zagreb, Croatia (e-mail: [email protected]) Koren, T.: Butterflies and moths (Insecta: Lepidoptera) of the Lokrum island, southern Dalmatia. Nat. Croat., Vol. 29, No. 2, 227-240, 2020, Zagreb. In 2016 and 2017 a survey of the butterflies and moth fauna of the island of Lokrum, Dubrovnik was carried out. A total of 208 species were recorded, which, together with 15 species from the literature, raised the total number of known species to 223. The results of our survey can be used as a baseline for the study of future changes in the Lepidoptera composition on the island. In comparison with the lit- erature records, eight butterfly species can be regarded as extinct from the island. The most probable reason for extinction is the degradation of the grassland habitats due to the natural succession as well as the introduction of the European Rabbit and Indian Peafowl. Their presence has probably had a tremendously detrimental effect on the native flora and fauna of the island. To conserve the Lepidop- tera fauna of the island, and the still remaining biodiversity, immediate eradication of these introduced species is needed. Key words: Croatia, Adriatic islands, Elafiti, invasive species, distribution Koren, T.: Danji i noćni leptiri (Insecta: Lepidoptera) otoka Lokruma, južna Dalmacija. Nat. Croat., Vol.
    [Show full text]