Projectplan polder Oud- 2013

Projectplan polder Oud-Kamerik

Vastgesteld door het algemeen bestuur op 2 oktober 2013

Verantwoording Titel Projectplan polder Oud-Kamerik Documentnummer DM 597692 v17 Gerelateerd document: Projectplan polder Oud-Kamerik – Inspraakrapport (DM 631241) Peilbesluit Oud-Kamerik – inspraakrapport (DM 631227) Definitief peilbesluit Oud-Kamerik (DM 650428) Afdeling Watersysteembeheer (contactpersoon Peter Hesen)

Colofon Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Afdeling Watersysteembeheer Postbus 550 3990 GJ Houten Telefoon: 030- 634 57 00 Fax: 030- 634 59 95 Website: www.destichtserijnlanden.nl Email: [email protected] Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

Pagina 2 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

Inhoud 1 Inleiding ...... 5 1.1 Waarom dit projectplan ...... 5 1.2 Aanpassing van het projectplan ...... 5 1.3 Leeswijzer...... 6

2 Voorafgaand aan dit projectplan...... 7 2.1 Watergebiedsplan & Oud-Kamerik...... 7 2.2 Bebouwing in de polder Oud-Kamerik ...... 7 2.3 Bebouwingsonderzoek en hoogwatervoorzieningen...... 7 2.4 Van watergebiedsplan naar projectplan...... 8 2.5 Collectieve hoogwatervoorziening lintbebouwing langs Kamerikse wetering...... 10 2.6 Collectieve hoogwatervoorziening Grechtkade en Lange Meentweg...... 11 2.7 Individuele hoogwatervoorzieningen overige bebouwing in polder...... 11 2.8 Peilbesluit Oud-Kamerik...... 11

3 Communicatie...... 13 3.1 Inleiding ...... 13 3.2 Communicatie met diverse partijen...... 13

4 Beschrijving van het gebied...... 17 4.1 Inleiding ...... 17 4.2 Algemene gebiedsbeschrijving...... 17 4.3 Huidige en toekomstige situatie van het watersysteem ...... 19 4.4 Vismigratie...... 19

5 Doelen en opgaven...... 21 5.1 Inleiding ...... 21 5.2 Doelen en opgaven ...... 21

6 Inrichting ...... 23 6.1 Inleiding ...... 23 6.2 Individuele trajecten bij enkele adressen (bebouwing) ...... 23 6.3 Deelgebied lintbebouwing Oud-Kamerik...... 24 6.4 Deelgebied achterliggend poldergebied...... 25 6.5 Kruising Maalvliet en Kamerikse wetering ...... 25 6.6 Deelgebied Grechtkade...... 26 6.7 Deelgebied Lange Meentweg...... 26 6.8 Aanleg nieuwe hoofdwatergangen...... 27 6.9 Gemaal Oud-Kamerik...... 27 6.10 Vispassages ...... 27

7 Uitvoeringsaspecten ...... 29 7.1 Inleiding ...... 29

Pagina 3 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

7.2 Subsidie Provincie ...... 29 7.3 Noodzakelijke vergunningen, ontheffingen en toestemmingen derden ...... 29 7.4 Uitvoeringswerkwijze...... 29 7.5 Nadeelcompensatieregeling...... 30

8 Beheer en onderhoud ...... 31 8.1 Inleiding ...... 31 8.2 Beheer en onderhoud...... 31

9 Besluitvorming en beroepsmogelijkheid ...... 33 9.1 Besluitingvorming ...... 33 9.2 Beroepsmogelijkheid ...... 33

Literatuurlijst ...... 35

Bijlagen ...... 37 1. Toelichting proces, besluitvorming en de gevolgen voor uitvoering in de polder Oud-Kamerik 2. Topografie plangebied 3. Huidige gebiedsindeling en watersysteem. 4. Nieuwe peilgebiedsindeling en watersysteem 5. Schematische weergave van het watersysteem, aanvoer en afvoer in de toekomstige situatie 6. Principe doorsneden van peilscheidingsconstructies 7. Maatregelenkaart noordelijk deelgebied 8. Maatregelenkaart zuidelijk deelgebied 9. Visualisatie en technische tekening van de kruising van de maalvliet met de Kamerikse wetering, door middel van een aquaduct 10. Brief gemeente “gelijke peilen weerszijde van Teijlingenweg Oud-Kamerik”

Pagina 4 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

1 Inleiding

1.1 Waarom dit projectplan

In 2005 heeft het algemeen bestuur van het waterschap het watergebiedsplan en het peilbesluit voor Zegveld & Oud-Kamerik vastgesteld. In 2007 werd het watergebiedsplan en het peilbesluit vastgesteld voor Kamerik en Kockengen. Beide watergebiedsplannen en peilbesluiten hebben vóór behandeling door het algemeen bestuur een inspraakprocedure doorlopen.

Tijdens de uitvoering van het watergebiedsplan Zegveld & Oud-Kamerik bleek dat het qua indeling van het watersysteem logischer was om maatregelen voor de polder Oud-Kamerik te combineren met ingrepen die in de zuidelijk gelegen polders Kamerik Mijzijde en Kamerik Teylings zouden plaatsvinden, in het kader van het watergebiedsplan Kamerik & Kockengen. Verder werd duidelijk dat het ook wenselijk was om maatregelen voor het noordwestelijk deel van peilgebied 8a-1 (deelgebied ten zuiden van de Houtkade, grenzend aan de Grecht) mee te nemen in het maatregelenpakket voor de polder Oud-Kamerik. In het watergebiedsplan Zegveld & Oud-Kamerik is dit het peilgebied ‘Kam West’.

Op basis van de watergebiedsplannen en de integrale benadering van het gebied heeft het waterschap gekozen voor een bepaalde inrichtingsvariant voor de polder Oud-Kamerik. In combinatie daarmee is ook een nieuw peilbesluit opgesteld voor Oud-Kamerik. De maatregelen van de gekozen inrichtingsvariant zijn bedoeld om de peilen uit het peilbesluit in te kunnen stellen en in het algemeen om het watersysteem te verbeteren.

In dit projectplan wordt het totale maatregelenpakket beschreven om belanghebbenden inzicht te geven in de plannen van het waterschap. Overigens worden de voorzieningen in meer detail gepresenteerd dan normaal voor een projectplan op deze schaal. Dit was mogelijk omdat een groot deel van de maatregelen al was uitgewerkt op besteksniveau. Alleen in een aantal individuele gevallen kunnen maatregelen nog niet in detail worden weergegeven. Deze zijn niet definitief omdat ze nog onderwerp van overleg zijn met betrokkenen.

Conform de projectplanprocedure uit de Waterwet werd het ontwerp van dit projectplan ter inzage gelegd, zodat belanghebbenden een zienswijze in konden dienen. Deze zienswijzen kunnen, naast nieuwe inzichten, voor het waterschap aanleiding zijn om het projectplan aan te passen voordat het in definitieve vorm ter vaststelling wordt voorgelegd aan het algemeen bestuur.

1.2 Aanpassing van het projectplan

Technisch-inhoudelijke aanpassing

Extra vispassages bij drie stuwen Naar aanleiding van zienswijzen en overwegingen van het college van het waterschap zijn aan het projectplan alsnog drie vispassages toegevoegd, om migratie van en naar de diverse peilvakken in de polder Oud-Kamerik mogelijk te maken. Deze passages komen bij de volgende stuwen:  Tussen het oostelijk peilgebied ten noorden van de maalvliet en de maalvliet.  Tussen het westelijk peilgebied ten noorden van de maalvliet en de maalvliet.  Tussen de Kamerikse Wetering/collectieve hoogwatervoorziening en het westelijk peilgebied ten noorden van de maalvliet.

Zie bijlage 5 voor de locaties op kaart.

Bermsloten langs van Teylingenweg alsnog in collectieve hoogwatervoorziening Los van de zienswijzen heeft het waterschap op grond van ambtelijk en bestuurlijk overleg met de gemeente Woerden besloten om op drie plaatsen langs de van Teylingenweg (samen over een lengte van circa 500 meter) de (berm)sloten aan de oostzijde van de weg alsnog in de collectieve hoogwatervoorziening te brengen. In een eerder stadium was met eigenaren afgesproken dat deze sloten in polderpeil zouden blijven, met name om natte kopakkers te voorkomen. In de periode 2010- 2011, dus nog vóór de ontstane discussie over de uitvoering in het najaar van 2011, had een aantal eigenaren hierom verzocht. Het handhaven van het polderpeil voor deze sloten is destijds ter informatie en ter kennisneming aan de gemeente Woerden gestuurd.

Pagina 5 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

Uit overleg op 8 juli 2013 (ambtelijk) en 9 juli (bestuurlijk) met de gemeente Woerden over het ontwerp-projectplan en een brief die het waterschap daarop ontving (toegevoegd als bijlage 10 bij dit projectplan) blijkt dat de gemeente voor de hele van Teylingenweg aan beide zijden een gelijk peil wenst om ongelijkmatige zettingen van de weg (en eventuele kabels en leidingen) te voorkomen. In een eerdere brief (d.d. 5 april 2012) had de gemeente dit al aangegeven, waarbij aansprakelijkheid bij het waterschap werd gelegd voor eventuele schade als gevolg van ongelijkmatige zetting door verschillende peilen. Het waterschap verkeerde bij het opstellen van het ontwerp-projectplan ten onrechte in de veronderstelling dat de bewuste tracés door de gemeente werden gedoogd. Het waterschap heeft bepaald dat het belang van de weg zwaarder weegt dan dat van de eigenaren waarmee afspraken waren gemaakt. Hierbij speelt mee dat uit berekeningen is gebleken dat het hoge waterpeil in de collectieve hoogwatervoorziening niet of nauwelijks tot schade leidt in de kopakkers.

Met de betrokkenen is deze wijziging in het projectplan individueel besproken. Een groot deel van de eigenaren blijkt geen probleem te hebben met de aanpassing. Waar nodig en haalbaar zal het waterschap maatregelen treffen om eventuele schade te verminderen of te voorkomen.

Verduidelijking van tekst Uit de zienswijzen kwam naar voren dat bij enkele insprekers nog veel onduidelijkheid bestaat over een aantal zaken. Daarom is op een aantal plekken in dit projectplan de structuur en de tekst aanzienlijk aangepast en uitgebreid om onduidelijkheden weg te nemen.

1.3 Leeswijzer

Hoofdstuk 2 geeft een overzicht van het proces tussen het vaststellen van het watergebiedsplan en het opstellen van projectplan. In hoofdstuk 3 is beschreven hoe de communicatie tijdens dat proces is verlopen. Hoofdstuk 4 beschrijft het gebied waar het voorliggende projectplan van toepassing is. Hoofdstuk 5 gaat in op de doelen en opgaven, die ten grondslag hebben gelegen aan de geplande inrichtingsmaatregelen. Per deelgebied worden de inrichtingsmaatregelen in hoofdstuk 6 beschreven. De uitvoeringsaspecten en het beheer & onderhoud komen respectievelijk in hoofdstuk 7 en 8 aan de orde. Het laatste hoofdstuk van dit projectplan (hoofdstuk 9) behandelt de besluitvorming, planning, communicatie.

In dit projectplan zijn de volgende bijlagen opgenomen: 1. Toelichting proces, besluitvorming en de gevolgen voor uitvoering in de polder Oud-Kamerik 2. Topografie plangebied 3. Huidige peilgebiedssindeling en watersysteem. 4. Nieuwe peilgebiedsindeling en watersysteem 5. Schematische weergave van het watersysteem, aanvoer en afvoer in de toekomstige situatie 6. Principe doorsneden van peilscheidingsconstructies 7. Maatregelenkaart noordelijk deelgebied 8. Maatregelenkaart zuidelijk deelgebied 9. Visualisatie en technische tekening van de kruising van de maalvliet met de Kamerikse wetering, door middel van een aquaduct 10. Brief gemeente Woerden “gelijke peilen weerszijde van Teijlingenweg Oud-Kamerik”

Pagina 6 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

2 Voorafgaand aan dit projectplan

Dit hoofdstuk biedt een overzicht van de ontwikkelingen die vooraf gingen aan het projectplan. Voor verdere toelichting wordt verwezen naar bijlage 1.

2.1 Watergebiedsplan Zegveld & Oud-Kamerik

Het watergebiedsplan Zegveld & Oud-Kamerik is op 15 juni 2005 door het algemeen bestuur van het waterschap vastgesteld. Het watergebiedsplan bestaat uit de peilbesluiten voor de bemalingsgebieden Zegveld & Oud-Kamerik en een inrichtingsplan voor een duurzaam watersysteem in deze gebieden.

In het watergebiedsplan zijn de volgende (specifieke) doelstellingen benoemd:  Het in beeld brengen van de consequenties van het voorgestelde beleid ten aanzien van de regulering van onderbemalingen in waterhuishoudkundige, financiële en juridische zin;  Het beter technisch onderbouwen van (effecten van) de nieuw in te stellen waterpeilen door de integratie van de beleidsdoelen zoals waterbeheer 21ste eeuw en het Gewenste Grond- en Oppervlaktewater Regime (GGOR);  Het verbeteren van het proces en communicatie rondom waterbeheer in veenweidegebieden;  Het verbeteren van belangenafweging voor bestuurders in het kader van het peilbesluit, zodat heldere keuzes worden gemaakt op basis van objectieve criteria;  Het optimaliseren van het watersysteem in Zegveld & Oud-Kamerik;  Het vaststellen van het GGOR voor deze gebieden.

2.2 Bebouwing in de polder Oud-Kamerik Voor de inrichting van het watersysteem is het van groot belang dat de polder Oud-Kamerik drie parallelle bebouwingsstroken kent in de noord-zuid richting. Van west naar oost zijn dit: ‘Mijzijde’, het bebouwingslint langs de Kamerikse Wetering en ‘Oud-Kamerik’. In dit rapport zal qua bebouwing worden gesproken van ‘het bebouwingslint langs de wetering’ en ‘overige bebouwing in de polder’.

Een deel van de bebouwing in de polder Oud-Kamerik is gefundeerd op houten palen die volledig in het grondwater horen te staan om ze in goede conditie te houden. Wanneer de koppen van deze palen langdurig boven het grondwater komen, bijvoorbeeld doordat een lager waterpeil wordt ingesteld, dan kunnen ze door aantasting verzwakken en kan een pand beschadigd raken. In een aantal gevallen zijn de houten palen voorzien van betonnen opzetters waardoor het houten deel bij daling van het grondwaterpeil niet droog komt te staan. De overige bebouwing in de polder is gebouwd ‘op staal’ of bestaat uit panden die op volledig betonnen palen zijn gefundeerd. Een op staal gefundeerd gebouw heeft een niet met palen onderheid (‘drijvend’) metselwerk of betonnen fundering, dat op een gemiddelde diepte van 0,6 à 0,8 meter beneden maaiveld is aangelegd. Panden op staal dalen mee met de bodemdaling. Wanneer de bodem onder een gebouw op staal ongelijkmatig daalt dan kan dit leiden tot schade. Panden die zijn gefundeerd op volledig betonnen palen ondervinden in principe geen nadelige gevolgen van bodem- of peildaling.

2.3 Bebouwingsonderzoek en hoogwatervoorzieningen

Tijdens het opstellen en het vaststellen van het watergebiedsplan was in beperkte mate informatie beschikbaar over de fundering van de bebouwing in het gebied en het eventuele nadelige effect dat een peilverlaging hierop zou kunnen hebben. Om deze reden is in het watergebiedsplan opgenomen dat voor verspreide bebouwing de mogelijkheid van een hoogwatervoorziening is voorzien. Hoewel de naam wellicht anders doet vermoeden gaat het bij een hoogwatervoorziening in principe om handhaving van het bestaande peil. Het wordt ‘hoog’ genoemd omdat het waterpeil hoger is dan de rest van de polder waar de peilen steeds lager worden ingesteld om te voorkomen dat de agrarische percelen te nat worden. Per geval zou worden bezien of de (beheer)maatregelen die nodig zijn om een hoogwatervoorziening te realiseren noodzakelijk en technisch uitvoerbaar zijn. Het hoogheemraadschap zou hiertoe een apart onderzoek starten. Daarnaast werd in het watergebiedsplan gesteld dat het wenselijk was eerst de voorzieningen te treffen rond bebouwing in het gebied om pas daarna de aanpassingen van het waterpeil te laten plaatsvinden.

Pagina 7 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

De bebouwing (in het lint en overig) in de polder Oud-Kamerik werd in watergebiedsplan Zegveld & Oud-Kamerik specifiek omschreven als ‘te onderzoeken en mogelijk realiseren van individuele voorzieningen’. Op grond van deze onderzoeken zou worden afgewogen of bepaalde bebouwing een voorziening nodig had om het grondwater voldoende hoog te houden met een hoogwatervoorziening. Deze afweging gebeurt volgens een standaard methodiek, beschreven in de beslisboom ‘Peilbesluit en gebouwschade’, daarmee wordt bepaald of de fundering van bebouwing en infrastructuur beschermd moeten worden en zo ja wie hiervoor verantwoordelijk is.

2.4 Van watergebiedsplan naar projectplan

Tijdens uitwerking van de maatregelen voor de polder Oud-Kamerik, in 2007–2008, bleek de noodzaak om deze te integreren met maatregelen voor de zuidelijk gelegen polders, Kamerik Teylingens en Kamerik Mijzijde. De belangrijkste aanleiding was de constatering dat het gemaal Kamerik-Teylingens, dat zorgt voor de afwatering van die zuidelijk gelegen polders, relatief steeds hoger komt te liggen. Dit is het gevolg van maaivelddaling in de (veen)polders die sneller gaat dan op de plek waar het gemaal staat (ondergrond met vooral zand en klei). Voor een goede afwatering moet een gemaal op een zo laag mogelijk punt liggen, zodat het water daar gemakkelijk onder vrij verval naar toe kan stromen. Dit betekende dat ergens in het noorden, langs de Grecht, een plek gevonden moest worden voor een nieuw gemaal om duurzaam de polders Kamerik Teylingens en Kamerik Mijzijde af te kunnen wateren. Het lag voor de hand om dit te combineren met de plannen voor de bemaling van de polder Oud-Kamerik, waar het gemaal Grechtkade aan vervanging toe was. Aldus ontstond het idee om op een geschikte plek langs de Grecht een nieuw groot gemaal te realiseren waarmee zowel de polder Oud-Kamerik kon worden bemalen als een groot deel van de polders Kamerik Teylingens en Kamerik Mijzijde.

In 2009 heeft het waterschap een studie uitgevoerd naar de inrichting van de polder Oud-Kamerik, in samenhang met de zuidelijk gelegen polders. Op 6 oktober 2009 heeft het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het waterschap de voorkeursvariant vastgesteld. Deze bestaat op hoofdlijnen uit een nieuw gemaal (gemaal Oud-Kamerik) langs de Grecht, een maalvliet dwars door de polder (van oost naar west) en een collectieve hoogwatervoorziening voor de lintbebouwing langs de Kamerikse wetering. Omdat de peilen in de polder(s) ten opzichte van het vigerende peilbesluit niet veranderden, werd verondersteld dat deze aanpassing een technische uitwerking was van het vastgestelde peilbesluit (in het watergebiedsplan). Om die reden is geen vergunningsprocedure doorlopen. Later bleek dat dit vanwege afwijkend peilen in de Kamerikse wetering (hoogwatervoorziening) en de nieuwe maalvliet eigenlijk wel had gemoeten.

Hoewel in het watergebiedsplan werd gesproken over individuele hoogwatervoorzieningen voor het bebouwingslint langs de Kamerikse wetering is bij de voorkeursvariant gekozen voor een collectieve voorziening. De argumenten waren:  De ervaringen met het aanleggen van collectieve hoogwatervoorzieningen zijn over het algemeen positief, zowel bij landinrichtingsprojecten (in vele gebieden) als voor het waterschap (Zegveld, Kamerik, ). Voor de collectieve hoogwatervoorziening Zegveld, die ter plaatse van de Rondweg in de jaren ‘60 is aangelegd, blijkt tot nu toe geen verandering van het peil nodig te zijn geweest. Er is dus sprake van een duurzame situatie. Andere collectieve hoogwatervoorzieningen uit het beheergebied geven hetzelfde beeld.  Met een collectieve voorziening worden alle panden in één keer beschermd voor de toekomst. Bij toekomstige peilbesluiten (peilverlagingen) hoeven geen extra adressen meer beschermd te worden.  In de toekomst hoeft geen voortdurende discussie meer plaats te vinden tussen de belangen van de bebouwing, de infrastructuur en die van de landbouw.  Bij een collectieve hoogwatervoorziening geldt dat binnen de voorziening niets verandert aan de peilen en dus de grondwaterstand (binnen marges) hetzelfde blijft. Eventuele – extra - schade aan panden door peilverlaging is niet aan de orde. De panden worden ‘ingepakt’ in een beschermingszone en er zal geen schade optreden door het handelen van het waterschap.  Naast alle bebouwing wordt ook de hele weginfrastructuur opgenomen, alsmede alle kabels & leidingen en hoofden van de particuliere bruggen. Hierdoor wordt de kans op problemen als gevolg van – ongelijkmatige – zetting sterk verminderd.  Mogelijke problemen en risico’s bij overdracht, beheer en onderhoud van individuele hoogwatervoorzieningen worden vermeden. Er is geen onduidelijkheid over verantwoordelijkheid.  Een – kostbaar – bebouwings- & funderingsonderzoek kan achterwege blijven.  Een collectieve hoogwatervoorziening is beter te controleren en te beheren (via slootpeilen) dan een – groot aantal - individuele voorzieningen, zeker als die met infiltratie werken (niet zichtbaar). Pagina 8 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

 Erven, met o.a. tuinen en beschoeiingen, worden grotendeels meegenomen in de collectieve hoogwaterzone.  Cultuurhistorisch gezien is het beter om monumentale boerderijen in een beschermingszone op te nemen en geen ‘terpenlandschap’ van individuele voorzieningen te creëren.  Voor bebouwing op staal gefundeerd kan op basis van de opbouw van de ondergrond geconcludeerd worden dat de beide voorzieningenvarianten (collectief / individueel) niet onderscheidend zijn op het risicoaspect ‘vernatting’.

De algemene onderbouwing voor de voorkeursvariant was:  Leidt tot goede waterhuishoudkundige situatie.  Benodigde grond is verwerfbaar.  Maatregelen zijn technisch goed uitvoerbaar.  Maatregelen zijn uitvoerbaar tegen relatief lage kosten.  Het watersysteem wordt goed beheerbaar.  De uitgewerkt inrichtingsvariant heeft draagvlak in het gebied.

Het waterschap treft overigens niet alle in algemene zin gewenste maatregelen in het watersysteem. Zeker voor een veenweidegebied geldt dat bewoners in flinke mate eigen verantwoordelijkheid hebben. Het is immers algemeen bekend dat in een veenweidegebied bodemdaling optreedt. Het waterschap hoeft in principe niet meer te doen dan het watersysteem zo in te richten dat de waterpeilen de bodemdaling volgen. De gevolgen van deze natuurlijke daling van bodem en waterpeil vallen onder het algemeen maatschappelijk risico van de bewoners in het gebied. De bodemdaling bedraagt voor de polder Oud-Kamerik gemiddeld 2 cm per 3 jaar.

De voorkeursvariant is, ver voordat in het najaar van 2011 uitgebreide discussie ontstond, via keukentafelgesprekken, informatieavonden en nieuwsbrieven gecommuniceerd met een groot aantal eigenaren en belangenorganisaties, waaronder het Dorpsplatform Kamerik. De plannen werden destijds overwegend positief ontvangen.

Na vaststelling van de meest geschikte variant voor de polder Oud-Kamerik trad in 2010 de Waterwet in werking. Dat betekende onder meer dat de procedure voor Keurvergunning van het waterschap kwam te vervallen. Krachtens de Waterwet zijn aanleg en aanpassing van waterstaatswerken onderhevig aan een projectplanprocedure, waarbij via een inspraakprocedure zienswijzen ingebracht kunnen worden. Op deze wijze is inspraak van belanghebbenden gewaarborgd. Hoewel dit in eerste instantie niet de bedoeling was is later toch een projectplan voor de polder Oud-Kamerik gemaakt, conform de Waterwet.

In 2010 heeft het waterschap de beslisboom “Peilbesluit en gebouwschade” ontwikkeld. De beslisboom omvat een procedure ten aanzien van verantwoordelijkheid en een gestandaardiseerde werkmethodiek (onderzoek en toetsing) voor fundering van bebouwing bij peilverlaging. Een zorgvuldig onderzoek samen met een transparante afweging bepaalt of als gevolg van peilwijziging (meer dan de natuurlijke maaivelddaling) schade aan een gebouw optreedt en zo ja, wie verantwoordelijk is voor beschermende maatregelen. Deze beslisboom is later toegepast bij bebouwingsonderzoek in de polder Oud-Kamerik.

In september 2011 heeft het waterschap voor de constructie op de kruising van de nieuwe maalvliet met de Kamerikse wetering bij de gemeente Woerden een omgevingsvergunning aangevraagd. Tijdens de behandeling hiervan bracht het Dorpsplatform Kamerik mede namens enkele grondeigenaren bezwaren in. Omdat verspreid in de polder de uitvoering van diverse werkzaamheden al gaande was en de uitvoering voor het realiseren van de kruisingsconstructie ook snel zou starten, verzocht het Dorpsplatform Kamerik bij de voorzieningenrechter tot het stilleggen van alle uitvoeringswerkzaamheden in de polder Oud-Kamerik. De rechter heeft dit verzoek afgewezen.

Gezien de ophef bij een deel van de inwoners van de polder Oud-Kamerik heeft het college van Dijkgraaf en Hoogheemraden besloten om de werkzaamheden die gerelateerd waren aan de kruising en aan de (collectieve) hoogwatervoorziening toch stil te leggen. Het college besloot ook om alsnog de wettelijke projectplanprocedure conform de Waterwet uit te voeren, waarbij alsnog een inspraakprocedure gevolgd zou worden. Dit projectplan vormt de basis van deze procedure.

Pagina 9 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

Na de uitspraak van de rechter over de kruising van maalvliet en Kamerikse wertering diende de gemeente Woerden een beslissing te nemen over de ingediende bezwaarschriften. Omdat het waterschap zelf al had besloten een projectplanprocedure op te starten met inspraakmogelijkheden, is aan de gemeente Woerden verzocht om een gedeelte van de vergunning niet in behandeling te nemen. De vergunning bleef alleen in stand voor wat betreft de brug over de Kamerikse wetering voor de toegangsweg voor het nieuwe gemaal Oud-Kamerik. De meeste bezwaarschriften zijn daarna ingetrokken. Een enkel resterend bezwaar is door de gemeente Woerden ongegrond verklaard.

Gedurende het proces om tot het projectplan voor de polder Oud-Kamerik te komen, heeft het waterschap alle noodzakelijke en gewenste informatie met betrokkenen gedeeld, voor zover privacy niet in het geding kwam. Dit laatste geldt vooral voor de resultaten uit de individuele bebouwingsonderzoeken, zowel in het bebouwingslint als bij de overige bebouwing in de polder.

2.5 Collectieve hoogwatervoorziening lintbebouwing langs Kamerikse wetering De bezwaren van het Dorpsplatform Kamerik richten zich naast de kruising ook op de peilscheidingsdammen van de collectieve hoogwatervoorziening. Men deze – brede – dammen in alle lengtesloten een aantasting van het cultuurhistorisch beeld van het landschap. Daarmee werd de collectieve hoogwatervoorziening flink ter discussie gesteld. Bij individuele hoogwatervoorzieningen zouden lang niet zo veel peilscheidingsdammen nodig zijn.

Naar aanleiding van de ontstane ontwikkelingen in de polder Oud-Kamerik adviseerde de commissie Systeem Kwaliteit en Keten (SKK) van het waterschap eind januari 2012 het college van dijkgraaf en hoogheemraden om in verband met een heroverweging van vorm van hoogwatervoorziening ter plaatse van de lintbebouwing Oud-Kamerik een aanvullend bebouwingsonderzoek uit te voeren en indien nodig een nader (funderingsonderzoek).

In totaal is op circa 35 adressen in het lint langs de Kamerikse Wetering voor ongeveer 120 panden bebouwingsonderzoek uitgevoerd. Vervolgens bleek dat voor 30 panden, op 23 adressen, aanvullende gegevens nodig waren uit een funderingsonderzoek. De gegevens van het bebouwingsonderzoek zijn in werksessies door het waterschap en met externe deskundigen beoordeeld en getoetst via de beslisboom ‘Peilbesluit en gebouwschade’ om vast te stellen of beschermende maatregelen nodig zijn. De resultaten van de onderzoeken zijn middels rapportages gecommuniceerd met de eigenaren van de panden.

Uit het bebouwings- en funderingsonderzoek blijkt dat op dit moment 12 adressen in het bebouwingslint beschermd moet worden tegen de peilverlaging die het waterschap moet doorvoeren. Het onderzoek laat ook zien dat dit aantal de komende 35 jaar stijgt tot 17 adressen vanwege verdere peilverlaging (a.g.v. de natuurlijke maaiveldsdalingen die optreden in het veenweidegebied). Op de middellange termijn moet dus de helft van de adressen in het bebouwingslint worden beschermd tegen de gevolgen van peilverlaging.

Het waterschap heeft voor het vergelijken van een individuele of collectieve bescherming van de lintbebouwing een zo objectief mogelijk afwegingskader opgesteld. Beide vormen van hoogwatervoorziening zijn onder meer op de volgende aspecten getoetst: watersysteem, bebouwing, infrastructuur, financiën, rechtszaken, cultuurhistorie en recreatie. Aan ieder onderdeel is een wegingsfactor toegekend. De scores van varianten met individuele versus collectieve voorziening bedragen respectievelijk 42 en 58 punten (van de maximale score van 100 punten). Binnen het gehanteerde afwegingskader bestaat dus niet zo’n groot verschil. De leden van de commissie SKK, het college en de betrokken ambtenaren zijn zich daarvan bewust.

De essentie van een collectieve hoogwatervoorziening is dat binnen de voorziening niets verandert aan de peilen. Ook de grondwaterstand wijzigt niet. Eventuele schadegevoeligheid van de panden is niet aan de orde; de panden worden ingepakt en er zal geen schade optreden door het handelen van het waterschap. Het waterschap behoud een bestaande situatie maar voert geen ‘verbeterslag’ uit voor die panden die niet (meer) gebaat zijn bij het behouden van de bestaande situatie.

Op basis van de vergelijking heeft het college in september 2012 voorlopig besloten tot een collectieve hoogwatervoorziening. Op 27 september 2012 is de commissie SKK geïnformeerd over het dit voorlopige collegebesluit. In de periode van 27 september tot en met 30 oktober 2012 is voor de leden van de commissie SKK een veldbezoek in de polder Oud-Kamerik georganiseerd. Daarnaast zijn in verschillende bijeenkomsten de belanghebbenden en de belangengroeperingen nader geïnformeerd. De meningen ten aanzien van de vormen van hoogwatervoorziening zijn gepeild.

Pagina 10 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

Verslagen van deze overleggen maakten deel uit van de stukken, die ter consultatie naar de leden van de commissie SKK zijn gestuurd voor de vergadering van 30 oktober 2012. Tijdens dat overleg heeft de commissie SKK aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden een positief advies uitgebracht voor aanleg van een collectieve hoogwatervoorziening voor de lintbebouwing Oud- Kamerik. Het college heeft dit advies overgenomen en heeft op 13 november 2012 de voorkeurvariant vastgesteld, inclusief een collectieve hoogwatervoorziening voor lintbebouwing langs de Kamerikse wetering. Op basis van deze inrichtingsvariant is het projectplan opgesteld.

2.6 Collectieve hoogwatervoorziening Grechtkade en Lange Meentweg De bebouwing in het deelgebied Woerdense Verlaat nabij de Grechtkade ligt in een gebied waar momenteel nog een groot aantal onderbemalingen aanwezig is. Maatregelen uit het watergebiedsplan hebben onder meer tot doel om de bestaande onderbemalingen te verminderen dan wel op te heffen.

In overleg met belanghebbenden is besloten om de bestaande bebouwing in een collectieve hoogwaterzone op te nemen. Voor de bebouwing langs de Grecht ter plaatse van huisnummer 9, is een freatische peilbuis geplaatst. Het waterpeil is geruime tijd gemonitord. Op basis van deze resultaten kan worden bepaald of er als gevolg van peilverlaging in de polder schade aan het gebouw zal optreden. De scheisloot tussen huisnummer 8 en 9 hebben de eigenaren zelf als hoogwatersloot ingesteld. Voor de eigenaar van huisnummer 8 is deze maatregel voldoende. Aanvullend onderzoek of het treffen van eventuele aanvullende maatregelen wordt door de eigenaar niet nodig geacht.

De watergang aan de zuidkant van de Hollandse kade wordt aangesloten op de hoogwatervoorziening langs de Van Teijlingenweg. Daarmee wordt de lintbebouwing langs de Lange Meentweg beschermd.

2.7 Individuele hoogwatervoorzieningen overige bebouwing in polder In het watergebiedsplan Zegveld & Oud-Kamerik is een deel van de bebouwing in het achterliggende poldergebied van Oud-Kamerik gekarakteriseerd als “nader te onderzoeken”. Alle betreffende bebouwing in de polder is onderzocht. In enkele gevallen heeft het waterschap nog geen individueel bebouwings- of een funderingsonderzoek kunnen uitvoeren. Het waterschap zal op korte termijn, parallel aan dit projectplan, ook deze laatste bebouwingsonderzoeken laten plaatsvinden.

Van de onderzochte bebouwing zijn de resultaten getoetst aan de beslisboom “Peilbesluit en gebouwschade”. Vrijwel iedere eigenaar van de onderzochte adressen heeft in december 2012 (of eerder) het onderzoekrapport van hun eigen bebouwing ontvangen. Enkelen rapporten konden niet verstuurd worden. Hiervan is de eigenaar op de hoogte gesteld. Het rapport geeft feitelijke informatie over de geconstateerde hoedanigheid van de fundering van de bebouwing weer. In de eindconclusie wordt gemeld of de bebouwing als gevolg van peilwijziging schade ondervindt. Is dit het geval, dan kan de eigenaar, het waterschap of beiden voor de optredende schade verantwoordelijk zijn.

In een aantal gevallen is het waterschap nog in overleg met de eigenaren over uitwerking van maatregelen. In bijlage 7 en 8 (maatregelenkaarten) zijn deze locaties met een stippellijn begrensd. Indien de voorgestelde maatregelen effect hebben op aanliggende percelen dan worden de eigenaren betrokken bij het formuleren van de maatregelen.

2.8 Peilbesluit Oud-Kamerik Gelijktijdig met het watergebiedsplan Zegveld & Oud-Kamerik is het peilbesluit in 2005 door het algemeen bestuur van het waterschap vastgesteld. Aangezien in de polder Oud-Kamerik de maatregelen nog niet zijn gerealiseerd kunnen de peilen uit dit peilbesluit (nog) niet worden ingesteld. Derhalve gelden formeel de peilen uit het peilbesluit Oud-Kamerik d.d. 11 november 1982 (goedgekeurd door de colleges van Gedeputeerde Staten van Utrecht en Zuid-Holland op respectievelijk 17 januari 1984 en 3 maart 1984). Voor het deelgebied van de polder Kamerik Mijzijde, direct gelegen ten zuiden van de Houtkade, dat onderdeel is van het projectplan polder Oud-Kamerik gelden de peilen van het peilbesluit Kamerik c.a. van 12 juni 1992 (goedgekeurd door de college van Gedeputeerde Staten van Utrecht 8 september 1992).

Gezien de lange looptijd van de peilbesluiten en de urgentie voor de landbouw om de actuele drooglegging te vergroten heeft het college van Dijkgraaf en Hoogheemraden op 8 juli 2008 ingestemd met het instellen van een tussenpeil dat 5 cm lager is dan het vastgestelde zomerpeil en

Pagina 11 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013 het zo snel als mogelijk weer instellen van het winterpeil in de polders Kamerik-Teylingen en Oud- Kamerik volgens het vastgestelde peilbeheerprotocol

Omdat de peilen volgens de voorkeursvariant afwijken van de peilen in de peilbesluiten uit 2005 (watergebiedsplan Zegveld & Oud-Kamerik) en 2007 (watergebiedsplan Kamerik & Kockengen) is een nieuw peilbesluit opgesteld voor de polder Oud-Kamerik. Dit peilbesluit doorloopt gelijktijdig de procedure voor vaststelling met het projectplan.

Pagina 12 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

3 Communicatie

3.1 Inleiding Het betrekken van de verschillende belangenorganisaties, overheden en burgers is een belangrijk onderdeel van het watergebiedsplan (waar het peilbesluit een onderdeel van is). Het waterschap vindt het van essentieel belang om dit plan samen met hen op te stellen. Hiervoor zijn verschillende communicatiemiddelen ingezet, welke hieronder worden toegelicht.

Voorafgaand aan het vaststellen van de inrichtingsvariant voor de polder Oud-Kamerik heeft een intensief communicatietraject plaatsgevonden. Zo zijn er verschillende gebiedsavonden georganiseerd en hebben overleggen zowel op bestuurlijk als op ambtelijk niveau plaatsgevonden. Daarnaast heeft de hoogheemraad, de heer E.J. Miltenburg (en in een later stadium zijn opvolger de heer J.G.M. Kromwijk) en de dijkgraaf de heer P.J.M. Poelmann met het Dorpsplatform Kamerik en enkele eigenaren uit het gebied persoonlijk of in een klein comité gesproken.

Omdat voorafgaand aan het projectplan al een intensief communicatietraject (bestuurlijk en ambtelijk niveau) met de eigenaren en belangengroeperingen had plaatsgevonden, heeft de communicatie tijdens de procedure voor het projectplan alleen bestaan uit het verzenden van twee algemene nieuwsbrieven en het voeren van individuele gesprekken tijdens de inloopmiddag/avond op 28 maart 2013. De standpunten van diverse partijen waren immers duidelijk en dienden al dan niet te worden verwerkt in het projectplan.

3.2 Communicatie met diverse partijen

Gemeente Woerden Er zijn meerdere ambtelijke en bestuurlijke overleggen met de gemeente Woerden gevoerd. Hierin werd het proces, de communicatie over uitvoering van de werkzaamheden besproken en op elkaar afgestemd.

Gebiedscommissie Door het waterschap is een gebiedscommissie ingesteld ter begeleiding van de nadere uitwerking en uitvoering van het watergebiedsplan. Deze commissie fungeert als extra aanspreekpunt voor de bewoners in het gebied en als klankbord voor het waterschap.

De heren De Haan en Pak vertegenwoordigen de polder Oud-Kamerik in de gebiedscommissie. De heren Van Vliet en Habben Jansen zijn feitelijk gebiedscommissieleden voor de zuidelijk gelegen polders. Gezien de inhoudelijke overlap en betrokkenheid in het gebied is voor iedere bijeenkomst de voltallige gebiedscommissie uitgenodigd.

Sinds voorjaar 2010 overlegt het waterschap op reguliere basis met de gebiedscommissie over de aanpak en voortgang van de werkzaamheden. Aanvullend op deze bijeenkomsten vinden één-op-één gesprekken plaats tussen het waterschap en de gebiedscommissieleden om specifieke vraagstukken, oplossingen en de voortgang te bespreken.

Belangengroeperingen In het gebied en in de directe omgeving zijn de volgende belangengroeperingen te onderscheiden: - Dorpsplatform Kamerik, - Stichting Hugo Kotestein, - 3 schaatsverenigingen; Nooitgedacht, De Samenwerking en Hardrijvereniging Woerden, - 2 hengelsportverenigingen; Zegveld en de Rijnstreek, - kanovereniging Wyrda Woerden, - LTO. Met deze organisaties zijn één of meer gesprekken gevoerd in de aanloop naar de inrichtingsvariant en het ontwerp-projectplan. Op 6 september 2012 is in een overleg met alle belangengroeperingen in de polder Oud-Kamerik gesproken over het voorlopige besluit van het college van dijkgraaf en hoogheemraden om, ondanks discussie daarover, binnen de voorkeursvariant toch uit te blijven gaan van een collectieve hoogwatervoorziening voor het bebouwingslint. Nadat een korte toelichting was gegeven, heeft een meningenpeiling van de groeperingen plaatsgevonden. Verder zijn meerdere ambtelijke overleggen met de gemeente Woerden gevoerd. Hierin is het proces, communicatie over uitvoering van de werkzaamheden besproken en op elkaar afgestemd.

Pagina 13 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

Dorpsplatform Kamerik Het waterschap heeft regelmatig overleg gehad met het Dorpsplatform Kamerik. Het dorpsplatform heeft als doel de leefbaarheid van Kamerik en omliggend gebied te behouden en daar waar nodig te verbeteren. Het platform fungeerde tijdens het gebiedsproces als gesprekspartner namens bewoners in het gebied.

De projectbeheerder van het waterschap is bij enkele bijeenkomsten van het Dorpsplatform Kamerik uitgenodigd. Op een bijeenkomst van het Dorpsplatform is een toelichting en een presentatie gegeven over (de achtergronden van) het gebiedsproces en de uitvoering. Verder hebben diverse overleggen plaatsgevonden tussen het dorpsplatform en de hoogheemraad van het waterschap (de heer E.J. Miltenburg) en enkele gesprekken waaraan zowel de hoogheemraad als de dijkgraaf van het waterschap (de heer P.J.M. Poelmann) deelnamen.

Gebiedsavonden De gebiedsavonden zijn bedoeld om de mensen nader te informeren en om de dialoog met de streek aan te gaan. In de periode van 2010 tot eind 2012 heeft het waterschap diverse avonden georganiseerd. De ene gebiedsavond is ingestoken met een centrale presentatie, waarna de aanwezigen vragen konden stellen. De andere gebiedsavond was meer ingericht als een informatiemarkt of inloopavond. Aanwezigen konden bij de verschillende tafels technisch-inhoudelijke, procedurele of algemene informatie verkrijgen, mede op grond van voorliggende maatregelenkaarten. Via één-op-één gesprekken met deskundigen van het waterschap kon worden ingegaan op hun specifieke vragen.

Voor de gebiedsavonden zijn alle bewoners van de polder Oud-Kamerik uitgenodigd. Overige inwoners of belangstellenden uit de wijdere omgeving, bijvoorbeeld mensen die in het dorp of Kamerik wonen, zijn via de nieuwsbrief en de website van het waterschap op de avonden geattendeerd.

Tijdens het - hernieuwde - besluitvormingsproces voor de keuze van een collectieve of individuele hoogwatervoorziening voor de lintbebouwing is, op verzoek van enkele bewoners van de lintbebouwing, één avond alleen voor deze eigenaren georganiseerd. Na afloop van de inloopavond op18 september 2012 bespraken namelijk enkele eigenaren (allen woonachtig in de lintbebouwing van Oud-Kamerik) hun privé situatie met de hoogheemraad, de heer Miltenburg. Vanuit deze groep is toen aan de hoogheemraad gevraagd of het mogelijk was om eenmalig een besloten avond, alleen voor de eigenaren van de lintbebouwing, te organiseren. Het argument hiervoor was dat op deze wijze hun vragen, meningen en gevoelens beter tot uiting zouden komen richting het waterschap. De hoogheemraad heeft hiermee ingestemd. Aangezien de andere informatieavonden openbaar zijn geweest, is het waterschap van mening dat ieder individuen of groeperingen ruim de mogelijkheid is geboden om zijn stem te laten horen in het besluitvormingsproces.

Nieuwsbrieven Nieuwsbrieven over het watergebiedsplan bieden onder andere informatie wat betreft de aard van de werkzaamheden, de voortgang en de planning . De nieuwsbrieven zijn gericht op alle eigenaren in de polder Oud-Kamerik.

In de voorbereidingsfase richtten de communicatiemomenten zich met name op de eigenaren die voor de realisatie van de collectieve en individuele hoogwatervoorzieningen van belang waren. Dit waren de eigenaren wonend aan de rand van de dorpen Kanis en Kamerik, langs de Kamerikse wetering en in de achterliggende polders.

In de uitvoeringsfase (december 2009 t/m voorjaar 2013) zijn in totaal elf nieuwsbrieven voor watergebiedsplan Kamerik en Kockengen opgesteld. De brieven zijn naar alle abonnees, belangengroepringen, (overheid)organisaties en naar de algemeen bestuursleden van het waterschap verstuurd. In oktober 2011 is een extra nieuwsbrief opgesteld. Deze ging volledig over het nieuwe gemaal Oud-Kamerik en de kruising van maalvliet met Kamerikse wetering. In de nieuwsbrieven van maart 2012 t/m februari 2013 (nummer 8 t/m 11) zijn specifiek de aanvullende werkzaamheden, de planning en het proces voor de polder Oud-Kamerik toegelicht.

De uitgebrachte nieuwsbrieven staan op de website van het waterschap en kunnen worden gedownload (http://www.hdsr.nl/beleid-plannen/watergebiedsplankamerik_en_kockengen).

Pagina 14 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

Website en @grariër De actuele stand van zaken van het plan en van de uitvoering wordt ook op de website van het waterschap vermeld. Op de website treft men onder meer de downloadbare presentaties van de gebiedsavonden aan. De beleidsdocumenten en het watergebiedsplan met de kaarten staan eveneens op de website van het waterschap. In de @grariër (de elektronische nieuwsbrief van het waterschap voor agrariërs) worden gebiedsavonden aangekondigd en wordt op hoofdpunten informatie gepresenteerd.

Informatie via persberichten en advertenties In het blad “Nieuwe Oogst” en in het Algemeen Dagblad hebben diverse artikelen over het peilbesluit en de uitvoering van de werkzaamheden in de polder Oud-Kamerik gestaan. Ook in regionale kranten zoals het Agrarisch Dagblad zijn diverse artikelen gepubliceerd.

Huiskamerbijeenkomsten In de periode februari 2010 tot heden zijn vele persoonlijke (huiskamer)gesprekken met de eigenaren in het gebied gevoerd. Het doel van deze gesprekken was om de voorgestelde inrichtingsmaatregelen te bespreken, indien mogelijk maatwerk voor de desbetreffende eigenaar te leveren en daarmee tot een definitief ontwerp van de plannen te komen. Voor de polder Oud-Kamerik betreft dit circa 110 eigenaren, die minimaal éénmaal maar in veel gevallen vaker, zijn bezocht. Maatwerk betekent dat de plannen of bestekken op inbreng van eigenaren zijn aangepast na toetsing van het waterschap en na akkoordbevinding van de aanliggende eigenaren. Daarbij is iedere keer de afweging gemaakt wat de effecten van de wijzigingen waren voor derden en voor de totale inrichting van de polder Oud-Kamerik. Aldus is sprake van een trechterend proces, van grof naar fijn, met als doel gezamenlijk de inrichtingsmaatregelen te bepalen.

Individuele brieven De eigenaren waar het waterschap werkzaamheden gaat verrichten, ontvangen een brief en een detailkaartje. Op het kaartje staat aangegeven welke werkzaamheden op het eigendom van de betreffende eigenaar worden uitgevoerd. In de begeleidende brief verzoekt het waterschap de maatregelen (nogmaals) te controleren en bij afwijking t.o.v. de gemaakte afspraken contact op te nemen met het waterschap.

Pagina 15 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

Pagina 16 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

4 Beschrijving van het gebied

4.1 Inleiding Dit hoofdstuk geeft een samenvatting van de aspecten die van belang zijn voor het gebied waarop het projectplan polder Oud-Kamerik betrekking heeft. Ook nieuwe gegevens uit (aanvullend) onderzoek zijn in dit hoofdstuk meegenomen.

4.2 Algemene gebiedsbeschrijving

4.2.1 Ligging Het gebied ligt ten noorden van Woerden en is circa 700 hectare groot. Het merendeel van het gebied is gelegen in de provincie Utrecht. Een klein deel ligt in de provincie Zuid-Holland. Het plangebied polder Oud-Kamerik is verdeeld in drie polders, Kamerik-noord, Kamerik-oost en Kamerik-west. De ligging van het totale projectgebied is in figuur 1 weergegeven.

Figuur 1: Begrenzing plangebied Oud-Kamerik (bron: www.google.nl)

Het projectgebied ligt ten noorden van de bebouwde kom van Kanis en Kamerik (gemeente Woerden) en valt volledig binnen het beheergebied van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Aan de noordzijde en oostzijde wordt het projectgebied begrensd door de Lange Meentweg en de provinciale weg (Ir Enschedéweg). Het projectgebied wordt aan de zuidzijde en westzijde begrensd door de Houtkade / percelen ten zuiden van de Houtkade en de Grecht

4.2.2 Landschap, cultuurhistorie en archeologie De polder Oud-Kamerik vormt een typisch veenweidelandschap. Kenmerkend hiervoor zijn de verkavelingstructuur, de slotenpatronen, de cultuurhistorische bebouwingslinten en de monumentale boerderijen. Het gebied wordt gekenmerkt door een overwegend open en grootschalige structuur. Het grondgebruik in de polder Oud-Kamerik bestaat hoofdzakelijk uit grasland ten behoeve van de veehouderij (zie bijlage 2). In het noorden van de polder ligt het schraallandreservaat Oud-Kamerik (ca. 2,5 ha). In het gebied komen volgens de Archeologische Monumentenkaart (AMK) geen archeologische vindplaatsen voor.

Pagina 17 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

4.2.3 Bodem en geohydrologie Het gebied bestaat vrijwel volledig uit veen. De veengronden kunnen onderverdeeld worden in de koopveengronden en koopveen op bosveen (of eutroof broekveen), wat het grootste deel van het gebied beslaat. Daarnaast vindt men langs de Meije, in het oosten van het gebied nog een stukje weideveengrond op bosveen.

Het veenpakket is onderdeel van het Hollandveen en loopt door tot circa 9 meter onder het maaiveld. Beneden dit pakket wordt matig-grof kleiarm zand aangetroffen, wat het begin vormt van het eerste watervoerende pakket

4.2.4 Bodemdaling Polder Oud-Kamerik is een veengebied met een relatief grote bodemdaling. Deze bodemdaling brengt een kans op schade aan bebouwing en infrastructuur, kabels & leidingen en hoofden van de particuliere bruggen e.d. met zich mee. Daarnaast wordt de drooglegging, de afstand tussen het maaiveld en het waterpeil, in de loop van de tijd kleiner als het waterpeil niet op de natuurlijke maaiveldsdaling wordt aangepast.

Voor het bepalen van de gemiddelde maaivelddaling in het gebied de gegevens van het nabijgelegen Praktijkcentrum Zegveld gebruikt. Vergelijking van de maaiveldhoogtes (het Algemeen Hoogtebestand Nederland) van 2001 en 2008 is niet geschikt voor de bepaling van de maaivelddaling, omdat de maaivelddaling in deze korte periode wegvalt in de foutenmarge van de metingen (van vooral de metingen uit 2001) en de natuurlijke zwel en krimp van het veen over de jaren.

Op het Praktijkcentrum in Zegveld is op basis van langjarige metingen (bijna 40 jaar, van 1966 – 2003) bepaald dat bij verschillende droogleggingen de volgende maaivelddalingen plaatsvinden:  0,40 m drooglegging: 5 mm/j  0,60 m drooglegging: 8 mm/j  0,80 m drooglegging: 13 mm/j  1,00 m drooglegging: 20 mm/j

In het peilbesluit (en in het projectplan) wordt bij de indexering van het peil, om de bodemdaling te volgen na instelling van het peil, uitgegaan van 2 centimeter bodemdaling per 3 jaar (komt overeen met 6,5 mm/j). Dit omdat het peil ingesteld wordt op een gemiddelde drooglegging van 50 cm: 45 cm in de zomer en 55 in de winter.

4.2.5 Waterkwaliteit en ecologie Voor het afvoergebied Oud-Kamerik zijn weinig gegevens beschikbaar. Gezien de bodemsoort veen, de karakteristiek en het landgebruik van het gebied ligt het niet voor de hand dat de waterkwaliteit veel afwijkt van die van het afvoergebied Zegveld. Dit gebied wordt voor de parameters stikstof en totaal-fosfaat gebiedsgemiddeld als matig beoordeeld.

De combinatie veen, landgebruik (mest) en peilbeheer speelt een grote rol in de voedselrijkdom van zowel het gebied Oud-Kamerik als in afvoergebied Zegveld. In het gebied ligt één riooloverstort. Dit is een niet-risicovolle overstort. Na aanleg van een gescheiden rioolstelsel heeft geen overstort meer plaatsgevonden.

De meest waardevolle vegetaties in de polder Oud-Kamerik komen voor in het schraallandreservaat Oud-Kamerik, dat deel uitmaakt van het staatsnatuurmonument Schraallanden Utrecht-West en als zodanig onder de Natuurbeschermingswet valt. In een langgerekte strook grasland langs de Lange Meentweg wordt gestreefd naar een blauwgraslandvegetatie en een dotterverbond-vegetatie. In het meest zuidoostelijke deel van de polder, tussen de Van Teylingenweg en de ir. Enschedeweg komen waardevolle sloot- en oevervegetaties voor met plantensoorten die bij matig voedselrijke omstandigheden horen zoals Kale Jonker, Wateraardbei, Grote kattenstaart en Krabbenscheer.

4.2.6 Bebouwing De bebouwing komt in de vorm van bebouwingslinten voor langs de Van Teijlingenweg, de Grechtkade, in de Woerdense Verlaat (Grechtkade oost) en de Lange Meentweg. Verder vindt men verspreid in de polder bebouwing.

In de polder Oud-Kamerik is een aanzienlijk aantal waardevolle historische gebouwen aanwezig. Deze staan langs de hoofdwegen en verderop in de polders aan weerszijden van deze wegen. Vaak

Pagina 18 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013 gaat het om panden met fundering (op staal of houten palen) die gevoelig is voor bodemdaling en verlaging van het waterpeil. Kwetsbare fundering zoals houten palen moet onder water blijven staan, anders kan aantasting en verzwakking van het hout optreden dat kan leiden tot ongelijke zetting en daardoor schade aan het gebouw.

Bij panden op staal kan schade optreden door ongelijkmatige zetting van de ondergrond bij daling van bodem en waterpeil. In deze herziening wordt hiermee rekening gehouden.

4.3 Huidige en toekomstige situatie van het watersysteem Het watersysteem, met de aanvoer en afvoer in de polder Oud-Kamerik wordt in bijlage 5 schematisch weergegeven

De Kamerikse wetering valt volledig binnen de collectieve hoogwatervoorziening en blijft dus op het een huidige (hoge) waterpeil. Dit bestaande (hoge) waterpeil is gunstig voor de aanvoer van water naar de naastgelegen polders met een lager oppervlaktewaterpeil. Onder vrij verval kan op diverse plekken water worden ingelaten. Dit water kan via de nieuwe brede watergangen achter in de polder alle sloten in de buurt van de lintbebouwing bereiken. Alleen bij smalle, deels gedempte sloten, zou de wateraanvoer via deze route wat probleem op kunnen leveren. Dit zal via maatwerk worden opgelost. Indien nodig wordt het aantal inlaten uit de Kamerikse Wetering verhoogd. Voor waterafvoer uit de polder is een nieuwe maalvliet gegraven over de hele breedte van de polder Oud-Kamerik. Deze maalvliet krijgt zowel ten oosten als ten westen van de Van Teylingenweg een (zelfde) lager peil dan de omliggende polders. Daardoor stroomt het overtollige water uit de peilvakken ten oosten en ten westen van de Kamerikse wetering gemakkelijker richting gemaal Oud- Kamerik en is sprake van verbeterde sturingsmogelijkheden voor de waterafvoer. Het gevolg van deze inrichting is wel dat wat meer peilvakken zijn ontstaan dan voorzien in het oorspronkelijk plan, waardoor extra voorzieningen moeten worden getroffen voor aan- en afvoer van water. Dat biedt overigens het voordeel om de peilen in deze peilvakken nog beter af te stemmen op de behoefte.

Bij een watersysteem met individuele hoogwatervoorzieningen in de hele polder Oud-Kamerik blijven de huidige water aan- en afvoerproblemen bestaan. Vanuit één locatie (inlaat en gemaal) moet dan namelijk de aan- en afvoer van de hele polder geregeld worden. Er kan geen gebruik worden gemaakt van vrij verval om extra stroming te krijgen en wanneer de wind stevig waait en uit de verkeerde hoek kan dit in een dergelijk grote bemalingseenheid leiden tot extra opstuwing. Vooral percelen ‘achterin’, c.q. in het noordoosten van de polder, blijven dan hun problemen houden met de aan- en afvoer. Dit zal in de toekomst ook alleen maar toenemen.

In het peilbesluit Oud-Kamerik 2013 wordt de huidige en toekomstige situatie van het watersysteem nader beschreven.

4.4 Vismigratie

In 2009 is door Viridis een studie uitgevoerd naar de noodzaak van vispassages binnen het beheersgebied van HDSR. Op basis hiervan realiseert het waterschap in het watergebiedsplan maatregelen om een gezond visstandbeheer en goede vismigratieroutes te kunnen waarborgen. Migratieroutes zijn belangrijk omdat daarmee de leefgebieden (beter) met elkaar verbonden worden. In de knelpuntenrapportage (bureau Viridis 2009) is één vispassage opgenomen bij gemaal Grechtkade, om zo de polder Oud-Kamerik te ontsluiten met de Grecht. Tijdens het opstellen van de knelpuntenrapportage was de polder Oud-Kamerik in het watergebiedsplan Zegveld & Oud-Kamerik niet opgedeeld in meerdere peilvakken, waardoor via het realiseren van één vispassage de hele polder een bijdrage kon leveren.

De vismigratieroutes zijn onder meer volgens de richtlijnen van de Kader Richtlijn Water bepaald. Eén route loopt via de inlaten van de Oude Rijn, de twee vispasserbare kunstwerken in Middelwetering (polder Kamerik-Teylingen) richting het bergingsgebied Grechtkade Oost naar het nieuwe gemaal Oud-Kamerik en via een vispassage in De Grecht. Op deze wijze is de hoofdroute voor vismigratieroute gerealiseerd. Vanuit deze route is ook uitwisseling met aanliggende de polders mogelijk.

Pagina 19 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

Figuur 2: Ligging Middelwetering, De Grecht en het gemaal Oud-Kamerik (bron: www.google.nl)

Door de collectieve hoogwatervoorziening is de polder Oud-Kamerik in een west- en oostelijk deel opgesplitst. Er is geen specifiek onderzoek uitgevoerd naar de impact van de collectieve hoogwatervoorziening op de waterkwaliteit en ecologie in de polder Oud-Kamerik. Volgens de algemene beleidsregel binnen het waterschap geldt dat bij aanleg van nieuwe hoogwatervoorzieningen en andere obstakels (zoals stuwen) een vispassage overgewogen moet worden. In eerste instantie werden vispassages in de polder Oud-Kamerik niet noodzakelijk en efficiënt geacht. Naar aanleiding van zienswijzen en een nieuwe overweging van het college is alsnog besloten om bij drie stuwen vispassages aan te leggen om zo de mogelijkheid te waarborgen voor vismigratie in de hele polder en tussen de polder en de boezem (Grecht).

Om ‘dood water’ in de watergangen van de polders te voorkomen, moet in de watergangen regulier onderhoud plaatsvinden. Onder ‘dood water’ wordt verstaan water dat arm is aan zuurstof en biodiversiteit. Dit is overigens iets anders dan een ‘doodlopende sloot’. Een doodlopende sloot kan een goede kwaliteit hebben, mits goed onderhouden. Voorwaarde voor een goede waterkwaliteit in sloten in het landelijk gebied met weinig of geen doorspoeling is namelijk dat de sloten door de eigenaren goed op diepte worden gehouden (conform Legger 60 cm t.o.v. winterpeil).

Pagina 20 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

5 Doelen en opgaven

5.1 Inleiding Een groot deel van het westelijk beheergebied van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden is veenweidegebied met landbouw als primaire bestemming. Het waterbeheer in deze gebieden is complex en hangt samen met de wensen en eisen die vanuit de (gebruiks)functies aan het gebied worden gesteld. Thema’s als bodemdaling, wateroverlast, onderbemalingen, bebouwing, agrarisch gebruik, waterkwaliteit en ecologie moeten in onderlinge samenhang worden bezien. Om voor een gebied de aspecten rond waterproblematiek integraal te kunnen aanpakken en zijn watergebiedsplannen opgesteld.

Middels deze plannen wordt samen met de streek gewerkt aan een duurzame inrichting van het watersysteem. In dit hoofdstuk wordt eerst uiteengezet welke aspecten en welk beleid van belang is bij de uitvoering van de taken van het waterschap. Daarna wordt ingegaan op de aspecten bodemdaling en bescherming van de bestaande bebouwing.

5.2 Doelen en opgaven De polder Oud-Kamerik ligt in het veenweidegebied. In dit gebied treedt een natuurlijke bodemdaling berekend op circa 2 centimeter per 3 jaar. Om wateroverlast in het buitengebied te voorkomen dient periodiek het peil aangepast te worden aan het niveau van het huidige maaiveld. Op deze wijze wordt eenzelfde drooglegging behouden. Dit betreft een aanpassing van een natuurlijk proces, dat inherent is aan het wonen in een veenweidegebied, mogelijke effecten hieruit voorkomend draagt het waterschap geen verantwoordelijkheid.

Het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden heeft als primaire taak om het watersysteem te beheren. Het handhaven van het peil is daar een onderdeel van. Hierbij is het de verantwoordelijkheid van het waterschap om schade ten gevolge van te snelle peildalingen groter dan de natuurlijke maaivelddaling te voorkomen. Het waterschap heeft echter niet de plicht om de bestaande bebouwing bij iedere peilwijziging te beschermen. Dit behoort grotendeels tot het maatschappelijke risico van de eigenaren zelf.

In 2012 heeft het college dijkgraaf & hoogheemraden aan adviesbureau Sterk Consulting opdracht verstrekt om de juridische consequenties van de peilaanpassingen en peilwijzigingen in relatie met de genoemde beslisboom ‘Peilbesluit en gebouwschade’ in kaart te brengen. Gevraagd werd in hoeverre het waterschap juridisch verplicht is om de bebouwing in veenweidegebied tegen een verandering van het waterpeil te beschermen. Het adviesbureau geeft aan dat het waterschap in juridische zin geen verantwoordelijkheid heeft voor het beschermen van bebouwing als de peilen worden aangepast aan de maaivelddaling. Ook niet wanneer sprake is van ‘achterstalligheid’ en de peilen over een lange periode niet op de maaiveldsdaling zijn aangepast. Inhoudelijk betekent dit dat het waterschap bij het vaststellen van het watergebiedsplan Zegveld & Oud-Kamerik meer verantwoordelijkheid naar zich toe heeft getrokken dan juridisch noodzakelijk. Dit is toen gebeurd vanwege de achterstalligheid in peilaanpassing. In het watergebiedsplan is toen gesteld dat op bepaalde plekken collectieve hoogwatervoorzieningen zouden komen en voor andere plaatsen onderzoek zou worden gedaan naar de haalbaarheid van individuele hoogwatervoorzieningen.

Het adviesbureau geeft verder aan dat gezien het doorlopen planproces, het waterschap rekening moet houden met het zogenaamde ‘vertrouwensbeginsel’. Als in een watergebiedsplan is aangegeven dat het waterschap bij peilaanpassing toch beschermende maatregelen wil treffen, dan behoort het waterschap dit ook te doen. Daar moet de burger op kunnen vertrouwen. Tevens werd door Sterk Consulting verondersteld dat in bepaalde situaties, zoals een versnelde peilaanpassing (in ‘sprongen’) aan de natuurlijke maaivelddaling en in situaties dat het waterschap jarenlang heeft nagelaten om de peilen aan te passen aan die maaivelddaling, civiele schadeclaims tot de mogelijkheden kunnen behoren.

Twee belangrijke beleidskaders voor de maatregelen in het watergebiedsplan zijn de Europese Kaderrichtlijn Water en het Nationaal Bestuursakkoord Water. Het watersysteem in het plangebied is getoetst aan de normering wateroverlast uit het Nationaal Bestuursakkoord Water. Hieruit is in 2005 naar voren gekomen dat een groot deel van het gebied Kamerik en Kockengen nu en zeker in de toekomst onvoldoende robuust is om wateroverlast tegen te gaan. Daarnaast stelt de Europese Kaderrichtlijn Water eisen aan de (toekomstige) inrichting van watergangen om een goede waterkwaliteit en ecologische toestand te waarborgen.

Pagina 21 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

Pagina 22 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

6 Inrichting

6.1 Inleiding In het projectplan staan de inrichtingsmaatregelen beschreven die nodig zijn om het watersysteem van de polder Oud-Kamerik te verbeteren en om de peilen volgens het peilbesluit in te kunnen stellen. In algemene zin zijn deze maatregelen omschreven in het watergebiedsplan ‘Zegveld & Oud-Kamerik. Door het vaststellen van het projectplan voor de polder Oud-Kamerik, met onder andere een collectieve hoogwatervoorziening rond de lintbebouwing langs de Kamerikse wetering, is nu een uitgewerkte blauwdruk voor de uitvoering vastgelegd. Mede op grond van de zienswijzen zijn de maatregelen in het definitieve projectplan zo ver uitgewerkt dat duidelijk is wat te gebeuren staat. Het algemeen bestuur kan daardoor een goed onderbouwd besluit nemen.

Dit hoofdstuk beschrijft de maatregelen die worden gerealiseerd. Per deelgebied volgt een beknopte toelichting. De maatregelen zijn in bijlage 7 en 8 respectievelijk voor het noordelijk en het zuidelijk deel van de polder Oud-Kamerik weergegeven.

Figuur 3: Benaming en indeling van de deelgebieden polder Oud-Kamerik

6.2 Individuele trajecten bij enkele adressen (bebouwing) In een aantal gevallen is het waterschap nog in overleg met eigenaren over de te nemen maatregelen. Op hoofdlijnen zijn deze in beeld en bepaald, maar omdat ze nog niet – helemaal – definitief zijn kunnen ze niet als zodanig worden meegenomen in het projectplan. De locaties van

Pagina 23 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013 deze individuele trajecten zijn op de maatregelenkaarten van het projectplan (bijlage 7 en 8) met een stippellijn aangegeven.

6.3 Deelgebied lintbebouwing Oud-Kamerik Inlaatconstructies vanuit de wetering De westelijke polder-inlaat vanuit de hoogwatervoorziening van de Kamerikse wetering zal worden gerealiseerd ten zuiden van het adres Van Teylingenweg 173. Deze inlaat bestaat uit een klepstuw. Met deze inlaat kan het poldergebied ten westen van de Kamerikse wetering van water worden voorzien.

De oostelijke polder-inlaat vanuit de hoogwatervoorziening van de Kamerikse wetering zal worden gerealiseerd ter hoogte van adres Van Teylingenweg 183. Deze inlaat bestaat uit een afsluitbare buis met een diameter van 600 mm en wordt onder de openbare weg aangebracht. Door middel van deze inlaat kan het poldergebied ten oosten van de Kamerikse wetering van water worden voorzien.

Peilscheidingsconstructies Om het peil in de hoogwaterzone te scheiden van het te verlagen polderpeil, zullen alle sloten rond de hoogwatervoorziening worden voorzien van een peilscheidingsconstructie. In het gebied zullen vier typen scheidingsconstructies worden toegepast, namelijk:  Houten damwanden (met schuine steunpalen).  Kunststof damwanden met een stalen balk.  Veendammen.  Overrijdbare stobbendammen.

In de bijlage 6 zijn principe tekeningen bijgevoegd van de vier typen peilscheidingsconstructies die zullen worden toegepast in het gebied.

Op basis van door het waterschap opgestelde functionele eisen is een keuze gemaakt waar welk het type peilscheidingsconstructie toegepast kon worden. In een latere fase is eveneens rekening gehouden met de voorkeur van de perceeleigenaren en is in een groot aantal gevallen het type peilscheidingsconstructie aangepast. De locaties van de peilscheidingen zijn ingegeven door de plaats van aanwezige bebouwing en de terreinsituatie. De eigenaren zijn op de hoogte gesteld van de locaties.

Tijdens de in 2012 ontstane discussies hebben belangenorganisaties en ingelanden aangegeven dat men grote voorkeur heeft voor peilscheidingsconstructies waarvan de visuele impact van de constructies zoveel mogelijk beperkt wordt. Dit gold vooral voor de open sloten aan de westzijde van de Kamerikse Wetering, net ten noorden van de kruising maalvliet – Kamerikse wetering. Door toepassing van slankere peilscheidingsconstructies blijft de zichtlijn van een open landschap zoveel mogelijk behouden. Dit kan enerzijds door te kiezen voor een ander type peilscheidingsconstructies die zo weinig mogelijk opvallen in het terrein. Daarnaast worden de peilscheidingsconstructies zo laag als technisch mogelijk aangebracht.

Op enkele plaatsen in de collectieve hoogwatervoorziening worden de houten of kunststof peilscheidingsconstructies met calamiteitenoverstort voorzien. Hierdoor moeten de constructies op een iets hoger niveau worden afgewerkt. Het peil in de collectieve hoogwatervoorziening kan volledig door de automatische stuw ten zuiden van huisnummer 173 worden geregeld. Verwacht wordt dat deze calamiteitenoverstorten zeer beperkt ingezet zullen worden.

De stobbendammen zullen aan de bovenkant worden afgewerkt met breekpuin om deze overrijdbaar te maken, de zijkanten zullen worden afgewerkt met klei om de constructie waterdicht te maken. De bovenkant van de dammen zal circa 6,5 meter breed worden.

De veendammen bestaan uit een kunststof damwand die aan beide zijden wordt verstevigd met veen. De bovenkant van deze dammen zullen circa 3 meter breed worden. De veendammen mogen niet door vee belopen of door vervoermiddelen bereden worden. Aan weerszijden wordt, in overleg met en op aangeven van de eigenaar, een houten hekwerk aangebracht.

De houten damwanden bestaan uit een damwand die wordt gesteund door een of meerdere (schoor)palen aan de laagwaterzijde.

Pagina 24 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

De kunststof damwanden bestaan uit een damwand welke wordt verstevigd door aan de bovenzijde van de damwand een stalen balk aan te brengen.

Randvoorwaarde gemeente Woerden aan de van Teylingenweg De gemeente Woerden heeft in het ambtelijk overleg d.d. 8 juli 2013 en het bestuurlijk overleg d.d. 9 juli aangegeven dat de hele Van Teylingenweg in gelijke peilen gesitueerd moet blijven, dit om ongelijke zettingen van de weg (zettingsverschillen) te voorkomen. Daarmee houdt de gemeente vast aan haar stellingname in een brief aan het waterschap van april 2012. Dat betekent dat de eerdere besproken aanpassingen om op drie locaties langs de van Teylingenweg het polderpeil ook in bermsloten langs de weg te realiseren moet komen te vervallen.

6.4 Deelgebied achterliggend poldergebied De bebouwing in het achterliggende poldergebied wordt in de meeste gevallen opgenomen in het nieuw in te stellen polderpeil omdat bescherming niet nodig is of omdat hier volgens de beslisboom “peilbesluit en gebouwschade’.geen verantwoordelijkheid voor het waterschap ligt. Een deel van de bebouwing die volgens de beslisboom wel maatregelen van het waterschap nodig heeft wordt aangesloten op de collectieve hoogwatervoorziening langs de Kamerikse wetering. Bij de overige panden die volgens de beslisboom bescherming nodig hebben zal het waterschap individuele maatregelen treffen. De locaties zijn op de maatregelenkaart aangegeven met cirkels. In deze gevallen is al overleg gevoerd met de eigenaren. Dit zal worden voortgezet om tot een definitieve aanpak c.q. oplossing te komen.

Ten oosten van de Kamerikse wetering, in het noordelijke deel grenzend aan de Lange Meentweg hebben twee eigenaren voor hun percelen een onderbemaling aangevraagd. De percelen zijn in bijlage 7 aangegeven met een *. Na toetsing heeft het waterschap een definitieve watervergunning afgegeven. In deze watervergunning zijn enkele randvoorwaarden opgenomen. Zo geldt voor elke afgegeven watervergunning dat een eigenaar van een (toekomstige) werk alles in het werk dient te stellen om te voorkomen dat het waterschap of derden door gebruik van een watervergunning, schade ondervinden. Tevens dient de eigenaar (en aanvrager van het werk waarop de watervergunning is afgegeven) medewerking te verlenen aan het treffen van enkele maatregelen behoeve van de afwatering van aangrenzende percelen. Indien de aanvragers van de vergunning voor onderbemaling gebruik maken van hun recht en de onderbemaling daadwerkelijk aanleggen dan moeten de maatregelen ten behoeve van de onderbemaling worden afgestemd op de geplande maatregelen van het projectplan. Dit betekent dat maatregel nr 236 ‘plaatsen van twee duikers met diameter 500 mm’ komt te vervallen. Er kan dan volstaan worden met één duiker met diameter 300 mm. Het is mogelijk dat ten gevolge van de extra peilverlaging door de onderbemaling de fundering van aangrenzende bebouwing schade gaat ondervinden. In dat geval moeten beschermende maatregelen worden getroffen voordat het peil van de onderbemaling wordt ingesteld.

Ten westen van de Kamerikse wetering, in het noordelijke deel zal de afvoer van het watersysteem in detail worden bezien. Na een inventarisatie is waarschijnlijk een aanpassing van het watersysteem noodzakelijk. Het waterschap zal voor uitvoering met de betreffende eigenaar/eigenaren in overleg gaan.

6.5 Kruising Maalvliet en Kamerikse wetering Door de verplaatsing van het gemaal is een nieuwe afvoer vanuit de polder nodig, de maalvliet. De kruising van het maalvliet en de Kamerikse wetering vraagt om een specifieke aanpak door het verschil in peil in het kruisende water. Om tot een optimaal ontwerp te komen zijn verschillende varianten onderzocht. Verschillende alternatieven zoals een sifon, een duiker en een (mini)aquaduct zijn bekeken.

Op basis van eisen als doorvaarbaarheid, landschappelijke inpassing en randvoorwaarden vanuit het watersysteem is gekozen voor een (mini)aquaduct. Ten aanzien van de doorvaarbaarheid is het belangrijk om te noemen dat er in de Kamerikse wetering geen belemmeringen zullen worden opgeworpen voor de bestaande kanoroutes of vismigratie. Vanuit waterstaatkundig oogpunt is gekeken naar de flexibiliteit van het watersysteem om in de toekomst ook de meer zuidelijk gelegen poldergebieden te kunnen afwateren via het nieuwe gemaal Oud-Kamerik en de toekomstvastheid richting toekomstige maaivelddalingen. Bij het aanleggen van het (mini)aquaduct zal er tevens een brug in de van Teylingenweg geplaatst worden.

Pagina 25 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

Algemeen geldt de beleidsregel van het waterschap dat voor varend onderhoud bruggen een minimale doorvaarhoogte moeten hebben van 80 cm t.o.v. het zomerpeil. De bestaande particuliere bruggen in de Kamerikse wetering hoeven niet omhoog gebracht te worden. Bij nieuwe vergunningsaanvragen toetst het waterschap, zoals gebruikelijk, wel op de norm van 80 cm t.o.v. zomerpeil.

De nieuwe brug naar het gemaal Oud-Kamerik over de Kamerikse wetering ligt te laag en moet omhoog gebracht worden omdat de variant kruising (Kamerikse wetering en de maalvliet) is gewijzigd. Vorig jaar (maart 2012) is besloten om deze brug (geheel) volgens de verleende omgevingsvergunning van de gemeente Woerden te realiseren. Destijds was de kruising nog op basis van een syfon. Door het realiseren van een plateau in de van Teylingenweg wordt ook voorkomen dat de helling van de brug naar het gemaal Oud-Kamerik voor het vrachtverkeer te steil wordt.

De brug in de Van Teylingenweg over de maalvliet komt op 80 cm t.o.v. het peil van de maalvliet (NAP -2,37 m). Deze hoogte is ook geschikt voor een betere onderdoorgang voor de schaatsers De reeds gerealiseerde brug naar het gemaal Oud Kamerik en de nieuw te realiseren brug in de van Teylingenweg over de maalvliet komen relatief dicht bij elkaar te liggen. Gezien de relatief korte afstand tussen deze twee bruggen is een plateau in de Van Teylingenweg de meest verkeersveilige optie. Het realiseren van het plateau is conform de omgevingsvergunning van de gemeente Woerden. De totale lengte van het plateau bedraagt bijna 50 meter met een hoogte verschil van ca. 25 cm t.o.v. het bestaande wegdek niveau. De hellingen zijn zodanig flauw dat nauwelijks sprake is van een drempel (met het oog op verkeersveiligheid). De bezwaarmogelijkheid tegen de omgevingsvergunning is voorbij. Inpassing en realisatie gebeurt in nauw overleg met de gemeente Woerden.

In bijlage 9 is een visualisatie en een technische tekening van de kruising middels een (mini)aquaduct, opgenomen.

6.6 Deelgebied Grechtkade Wanneer gemaal Oud-Kamerik volledig operationeel is zal het bestaande gemaal Grechtkade nabij buurtschap de Woerdense Verlaat te zijner tijd worden ontmanteld.

De lintbebouwing langs de Grechtkade in het polderdeel Oud-Kamerik West zal achterlangs beschermd worden via een collectieve hoogwatersloot. Het peil in de hoogwaterzone zal worden ingesteld op NAP -2,25 meter (vast peil). Dit peil is met de betrokken eigenaren -die tevens de agrariërs zijn van het achter gelegen landbouwgebied- overeengekomen. Het nieuwe peil is zo gekozen dat de kans op schade aan bestaande funderingen zo klein mogelijk is en het peil tegelijkertijd aansluit bij de huidige maaiveldhoogten.

Ter plaatse van huisnummer 8 langs de Grechtkade is een peilbuis geplaatst en is het waterpeil geruime tijd gemonitord. Op basis van de resultaten wordt nog bepaald of de watergang naar het bestaande gemaal ter hoogte van de bebouwing in het nieuwe polderpeil kan worden meegenomen of dat er een ander peil nodig is. De scheisloot tussen huisnummers 8 en 9 wordt op een hoog peil gehouden door de aangrenzende eigenaren.

In de meest noord-westelijk gelegen hoek wordt een inlaatduiker vanuit de Grecht aangelegd, deze zorgt er voor dat het peil in de hoogwaterzone in stand kan worden gehouden. In het achterliggende landbouwgebied Oud-Kamerik West zal het peil, conform peilbesluit, worden verlaagd naar NAP -2,37 meter (winterpeil).

6.7 Deelgebied Lange Meentweg De lintbebouwing aan de zuidkant van de Lange Meentweg grenst met de achterzijde aan de Hollandsekade. De Hollandsekade vormt de polderscheiding tussen de polder Oudendam (noordkant) en de polders Oud-Kamerik West en Oost (zuidkant). Ook deze woningen dienen te worden beschermd tegen de voorgenomen peilverlagingen in de zuidelijke polders.

De sloot direct langs de zuidkant van de Hollandsekade zal op hetzelfde waterpeil worden ingesteld als het peil van de collectieve hoogwatervoorziening langs de Kamerikse wetering (lintbebouwing Van Teijlingenweg). Daarmee bestaat tevens de mogelijkheid via die route water af en aan te voeren. Tevens is deze maatregel bedoeld als een vernattingmaatregel van de Hollandsekade zelf zoals die reeds was opgenomen in het watergebiedsplan Zegveld & Oud-Kamerik. Het betreft de Schraallanden Kamerik-Noord.

Pagina 26 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

Een tweetal opties voor adequate wateraanvoer zijn: - Aanvoer via een lange duiker vanaf de Grecht – oostelijk van de bebouwing aan de Lange Meentweg of - Realiseren van een eenvoudig gemaaltje (opvoerpomp) inclusief elektriciteit ter plaatse van de Achterwetering nabij de Lange Meentweg Welke optie uiteindelijk wordt uitgevoerd zal het waterschap nog in detail moeten afwegen.

6.8 Aanleg nieuwe hoofdwatergangen T.b.v. de water aan- en afvoer zullen in de polders Oud-Kamerik West en Oost nieuwe hoofdwatergangen worden aangelegd. In het landbouwgebied Oud-Kamerik Oost gaat het om een verbreding van de bestaande watergang langs de provinciale weg.

In het landbouwgebied Oud-Kamerik West gaat het om een geheel nieuwe hoofdwatergang deels parallel aan de bestaande Achterwetering en deels langs de onderberm van de Grechtkade.

Het waterschap streeft ernaar om een zo groot mogelijk deel van de benodigde gronden in eigendom te verwerven, om de beheertaak optimaal te kunnen gaan uitvoeren. Met alle grondeigenaren zijn reeds gesprekken gevoerd om tot vrijwillige grondverwerving te komen. Direct na vaststelling van het plan zullen we de aankoopgesprekken hervatten. Een rentmeester/taxateur van de SCVM/VBO gaat de verdere aankoopgesprekken voeren onder aansturing door het waterschap. Het waterschap gaat daarbij uit van de volgende realisatievormen (in volgorde van voorkeur): 1. Kavelruil; 2. “Kale” aankoop op basis van volledige schadeloosstelling; 3. Minnelijke overeenstemming door een recht van opstal; 4. Toepassing Gedoogplicht Waterwet en opstellen gebruiksovereenkomst.

6.9 Gemaal Oud-Kamerik De functie van het gemaal Kamerik-Teylingens, nabij de Oude Rijn, is in de loop der tijd sterk verminderd als gevolg van de bodemdalingen in het gebied. Omdat het bestaande gemaal niet langer voldeed is besloten tot de aanleg van een nieuwe gemaal ten behoeve van de afvoer van water uit de polders Kamerik, Teijlingens, Mijzijde en Oud-Kamerik. Door het plaatsen van een nieuw gemaal op het laagste deel van de polder kan het watersysteem worden geoptimaliseerd.

Inmiddels zijn het gemaal en de omliggende werkzaamheden opgeleverd. Het gemaal is operationeel en het overtollige water uit de omliggende polders gaat al deels die kant uit. Momenteel staat het nieuwe gemaal Oud-Kamerik staat aan en ‘doet nog beperkt mee’. De afvoer vind voornamelijk plaats door de bestaande gemalen Grechtkade en Kamerik-Teylingen.

Het nieuwe gemaal Oud-Kamerik bemaalt momenteel de maalvliet en het gebied tussen de meest noordelijke gelegen stuw in de Middelwetering en de meest zuidelijk gelegen stuw in de Achterwetering. Deze stuwen staan op een vaste hoogte en houden zo de Middelwetering en de Achterwetering op (vast) peil. Extra afvoer a.g.v. overtollige neerslag voert af via het nieuwe gemaal Oud-Kamerik naar De Grecht.

6.10 Vispassages

Om migratie van vis mogelijk te maken binnen de hele polder Oud-Kamerik en ook tussen polder en boezem (Grecht) komen er vispassages bij de volgende stuwen:  Tussen het oostelijk peilgebied ten noorden van de maalvliet en de maalvliet. Op de plek waar de nieuwe brede watergang langs de Enschedéweg afwatert op de maalvliet.  Tussen het westelijk peilgebied ten noorden van de maalvliet en de maalvliet. Op de plek waar de de westelijke brede watergang in het peilvak afwatert op de maalvliet.  Tussen de Kamerikse Wetering/collectieve hoogwatervoorziening en het westelijk peilgebied ten noorden van de maalvliet. Ter hoogte van van Teylingenweg 173.

Zie bijlage 5 voor de locaties op kaart.

Pagina 27 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

Pagina 28 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

7 Uitvoeringsaspecten

7.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt het raamwerk beschreven waarbinnen het beschreven project kan worden gerealiseerd. In de eerste paragrafen gaan we in op de verkregen subsidie en het overzicht van de noodzakelijke vergunningen, besluiten en toestemming van derden. Ook wordt op hoofdlijnen beschreven hoe de uitvoering wordt geregeld en welke specifieke voorzieningen getroffen zullen worden.

7.2 Subsidie Provincie Utrecht Er is een subsidiebeschikking afgegeven door de provincie Utrecht. Een eis uit deze beschikking is dat de werkzaamheden gereed zijn op 1 januari 2014. Omdat deze datum niet langer realistisch lijkt, gaat het waterschap in overleg met de provincie Utrecht over de haalbaarheid van de planning en de voortgang van de werkzaamheden.

7.3 Noodzakelijke vergunningen, ontheffingen en toestemmingen derden Voorafgaand aan de start van de uitvoering dient het waterschap in het bezit te zijn van onderstaande vergunningen:  Omgevingsvergunning voor de kruising maalvliet en Kamerikse wetering  Waterwetvergunning

De watervergunning zal worden verleend middels het doorlopen van deze projectplanprocedure. Er is reeds een bouwvergunning afgegeven door de gemeente Woerden. Voor de brug over de Kamerikse wetering voor de toegangsweg naar het nieuwe gemaal. De eerder verleende vergunning voor de kruising met de maalvliet en de brug in de van Teylingenweg, is op verzoek van het waterschap ten dele ingetrokken. Tijdens het doorlopen van deze projectplanprocedure is het waterschap opnieuw met de gemeente Woerden in overleg getreden.

Ontheffing flora- en faunawet Er zal gewerkt worden binnen de vigerende flora en faunarichtlijnen. Er wordt niet voorzien dat een ontheffing nodig is.

Toestemming derden Waar de benodigde gronden niet vrij toegankelijk zijn ten behoeve van de uitvoering zal het waterschap tijdig in overleg treden met de individuele eigenaren. De aannemer zal zich uiterlijk een week voor de aanvang van de werkzaamheden melden bij de perceelseigenaar.

7.4 Uitvoeringswerkwijze Het werk bestaat in hoofdzaak uit:  Uitvoeren van grondwerk;  Aanbrengen van damwanden;  Aanbrengen van peilscheidingsconstructies;  Aanbrengen van duikers, overstorten en inlaten.

De werkzaamheden en gemaakte afspraken met eigenaren worden verankerd in uitvoeringsbestekken. Zo dienen aannemers voorzieningen te treffen om schade door aanvoer en transport van materialen te voorkomen.

Ter voorkoming van schade aan natuur en eigendommen van derden dient de aannemer rekening te houden met beperkte bewegingsruime binnen het werkterrein.

De plaatsing van de brug in de van Teylingenweg ten behoeve van de doorverbinding van de Maalvliet zal enige verkeershinder geven voor het doorgaande verkeer. Gedurende een korte uitvoeringsperiode zal de weg voor gemotoriseerd verkeer worden afgesloten.

Het autoverkeer via de van Teylingenweg zal gedurende deze periode worden omgeleid, fietsverkeer blijft mogelijk via een noodoplossing. Nadere uitwerking van de benodigde verkeersmaatregelen zal nog worden afgestemd met de wegbeheerder, de gemeente Woerden. Belanghebbenden zullen tijdig worden geïnformeerd over eventuele hinder en er zal afstemming plaatshebben met agrariërs en loonwerkers omtrent landbouwverkeer.

Pagina 29 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

7.5 Nadeelcompensatieregeling De kans bestaat dat eigenaren en gebruikers van percelen toch schade of nadelen ondervinden als gevolg van de maatregelen die in dit projectplan worden beschreven. Voor gevallen waarbij er sprake is van onevenredige schade als gevolg van de in dit gebiedsplan voorgestelde maatregelen is een nadeelcompensatie regeling. Meer informatie over deze regeling is te vinden op de website van het waterschap (zie www.hdsr.nl/regelgeving/nadeelcompensatieregelingHDSR -geldig vanaf 17 juni 2001)

Pagina 30 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

8 Beheer en onderhoud

8.1 Inleiding Dit hoofdstuk beschrijft op hoofdlijnen welke partijen verantwoordelijk zijn voor het beheer en onderhoud aan de inrichtingsmaatregelen beschreven in dit projectplan.

8.2 Beheer en onderhoud Na realisatie van de voorzieningen in het plan zullen de gerealiseerde kunstwerken worden ingemeten en verwerkt op revisietekeningen. De nieuwe, gerealiseerde maten zullen worden opgenomen in de legger en ter goedkeuring worden voorgelegd aan het algemeen bestuur. De legger wordt periodiek geactualiseerd. Vóór vaststelling wordt de legger ter inzage en is dus inspraak mogelijk.

De verantwoordelijkheid voor beheer en onderhoud van peilregelende kunstwerken, zoals stuwen en gemalen (met vispassages), ligt bij het waterschap. Voor andere kunstwerken, zoals duikers en dammen, ligt het beheer en onderhoud bij de eigenaar (of de wegbeheerder). Bij collectieve hoogwatervoorzieningen ligt de werkwijze wat anders.

Peilscheidingen collectieve hoogwatervoorziening De verantwoordelijkheid voor het dagelijks onderhoud van de peilscheidingsconstructies ligt bij de individuele grondeigenaren. Onder dit dagelijks onderhoud wordt verstaan:  constructie netjes en schoon houden, het vrij houden van vuil;  maaiwerk;  eventueel schilderwerk (bijvoorbeeld van de stalen bint indien gewenst door de eigenaar);  losse plank vastzetten;  hekwerken in stand houden;  aanvullen van grond bij verzakking grondlichaam;  insporingen en vertrappingsschade door vee nabij de uiteinden van de damwanden aanvullen met grond ter voorkoming van achterloopsheid;  meldplicht bij ernstige gebreken.

Uitgangspunt bij de uitvoering is dat alle constructies in het gebied op een deugdelijke manier worden aangelegd met een minimale levensduur van 20 jaar. Onder het vervangingsonderhoud wordt verstaan “het vervangen van de gehele (of delen van de) constructie wanneer het dagelijks onderhoud niet langer volstaat om de peilscheidende werking te waarborgen”. Vervangingsonderhoud voor de niet-overrijdbare gronddammen en de peilscheidingsconstructies is de verantwoordelijkheid van het waterschap.

Voor de overrijdbare stobbendammen geldt dat het volledige onderhoud de verantwoordelijkheid is van de individuele grondeigenaren. Dit geldt dus ook voor de onvoorziene situatie waarin vervangingsonderhoud van deze dammen nodig zou zijn.

Eventuele risico’s door falen van kunstwerken zijn overzienbaar, dat geldt ook voor peilscheidingsconstructies van een collectieve hoogwatervoorziening. Door middel van dagelijks beheer en schouw voert het waterschap toezicht uit op de conditie van het watersysteem zodat zij het peilbeheer goed kan uitvoeren. Slechte conditie of falen van kunstwerken, voor zover deze niet wordt gesignaleerd door de medewerkers van het waterschap, dienen aan het waterschap te worden gemeld. Het waterschap zal de noodzakelijke actie(s) ondernemen. Wanneer een collectieve hoogwatervoorziening faalt zal binnen enkele dagen herstel worden uitgevoerd, zodat nauwelijks sprake zal zijn van enig effect op de grondwaterstand in deze beschermingszone (vanwege het relatief traag reageren van de grondwaterstand in een veenbodem)

Individuele hoogwatervoorzieningen Na realisatie van de individuele hoogwatervoorzieningen zullen deze worden overgedragen aan de betreffende grondeigenaren. Beheer en onderhoud van deze voorzieningen zal dan geheel de verantwoordelijkheid worden van de betreffende eigenaren. Het peilbeheer binnen een individuele hoogwatervoorziening is de eigenaar verantwoordelijk. Voor het peilbeheer binnen de polders en de collectieve hoogwatervoorziening(en), ligt de verantwoordelijkheid bij het waterschap.

Pagina 31 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

Pagina 32 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

9 Besluitvorming en beroepsmogelijkheid

9.1 Besluitingvorming Tegelijkertijd met het ontwerp projectplan is een nieuw peilbesluit opgesteld voor de polder Oud- Kamerik. Projectplan en het peilbesluit hangen nauw met elkaar samen. Het peilbesluit kent een andere formele basis dan het projectplan en is ook voor een langere periode van kracht. Het peilbesluit geldt voor 10 jaar en projectplan voor de uitvoeringstermijn van enkele jaren. Om die reden worden voor het projectplan en voor het peilbesluit, ondanks hun samenhang, aparte formele trajecten aangehouden met een eigen ontwerp, inspraakrapport, bestuurlijke besluitvorming en definitieve versie. Het ontwerp-peilbesluit en ontwerp-projectplan hebben gelijktijdig in de periode 7 maart 2013 tot en met 18 april 2013 ter inzage gelegen. Op 28 maart 2013 is er een inloopmiddag/avond in De Schulenburg in Kamerik georganiseerd. Belanghebbenden en belangstellenden konden via een persoonlijk gesprek met medewerkers van het waterschap een extra toelichting of hulp bij het opstellen, indienen van hun zienswijze krijgen. De zienswijzen op beide ontwerp-stukken zijn in sommige gevallen door insprekers gecombineerd, afhankelijk van de zienswijze is de reactie van het waterschap opgenomen in het inspraakrapport voor het peilbesluit, in het inspraakrapport voor het projectplan of in beiden. In totaal zijn zes zienswijzen ingediend. Deze zienswijzen zijn door het waterschap getoetst en verwerkt in een apart inspraakrapport. Enkele zienswijzen hebben geleid tot aanpassing van het projectplan en/of van het peilbesluit Oud-Kamerik. De beide inspraakrapporten zijn onafhankelijk van elkaar te lezen.

Op 13 augustus 2013 zijn het projectplan en het peilbesluit voor de polder Oud-Kamerik behandeld door het college van dijkgraaf en hoogheemraden (D&H). Vervolgens zijn de stukken ter advisering toegezonden aan de commissie Systeem, Kwaliteit en Keten (SKK) van het waterschap voor de vergadering van 5 september 2013. Met inachtneming van het advies van de commissie SKK heeft het college de stukken tenslotte voorgelegd aan het algemeen bestuur, dat ze heeft vastgesteld op 2 oktober 2013.

9.2 Beroepsmogelijkheid Na publicatie van het besluit van het algemeen bestuur wordt het projectplan samen met het peilbesluit Oud-Kamerik en inspraakrapporten zes weken voor de beroepstermijn ter visie gelegd. Voor belanghebbenden die eerder een zienswijze hebben ingediend, of voor belanghebbenden die kunnen aantonen hiertoe redelijkerwijs niet in staat te zijn geweest, bestaat de mogelijkheid om conform artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht binnen deze periode bij de rechtbank Utrecht een beroep aan te tekenen. De publicatie (advertentie) van de definitieve plannen geeft nadere uitleg over de procedure.

Een beroepschrift moet in tweevoud worden gericht aan de Rechtbank Midden-Nederland, afdeling Bestuursrecht, Postbus 16000, 3500 DA, Utrecht, onder overlegging van een afschrift van dit projectplan. U kunt ook digitaal beroep instellen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet de indiener van het beroep wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD).

Aangezien het instellen van beroep geen schorsende werking heeft (dat wil zeggen dat het projectplan treedt na vaststelling direct in werking), kan een verzoek om voorlopige voorzieningen (schorsing) worden ingesteld indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen dat vereist. Dit verzoek moet worden gericht aan de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, onder vermelding van “voorlopige voorzieningen”. Een voorwaarde hiervoor is dat ook beroep wordt ingesteld. Voor de behandeling van het beroep en/of het verzoek tot voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd.

Indien beroep wordt aangetekend en een voorlopige voorziening wordt aangevraagd zal het waterschap de uitspraak van de rechter op het verzoek om voorlopige voorziening afwachten. Daarna zal worden beoordeeld of het waterschap (op eigen risico) gaat starten met de werkzaamheden.

Pagina 33 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

Pagina 34 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

Literatuurlijst

Beslisboom “peilbesluit en gebouwschade”, Wareco, 2010, inclusief de praktische handleiding op de Beslisboom peilbesluit en gebouwschade, 2013.

De noodzaak van vispassages binnen het beheersgebied van HDSR, bureau Viridis, 2009.

Pagina 35 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

Pagina 36 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

Bijlagen

Pagina 37 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

Pagina 38 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

Bijlage 1: Toelichting proces, besluitvorming en de gevolgen voor uitvoering in de polder Oud-Kamerik

1) Kader en uitgangspunten bij het opstellen van watergebiedsplannen Zowel eind jaren negentig als in 2002, voorafgaand aan het opstellen van het watergebiedsplan Zegveld & Oud-Kamerik, heeft de Provincie Utrecht het concept peilbesluit afgekeurd, met als reden dat hierin onvoldoende scheiding tussen de gebruiksfuncties landbouw, infrastructuur, wonen, natuur e.d. was doorgevoerd. De provincie Utrecht wenste meer samenhang en een integrale aanpak met een zo goed mogelijke afstemming van de waterhuishouding voor de vastgestelde gebruiksfuncties in het (veenweide)gebied, tegen aanvaardbare maatschappelijke kosten. Dit vergt ingrijpende aanpassingen in het watersysteem zoals herindeling van de peilgebieden, uitbreiding van het stelsel van hoofdwatergangen, vervanging en automatisering van kunstwerken, aanleg van hoogwatervoorzieningen voor bebouwing en infrastructuur en verbetering van hydrologische isolatie van natuurgebieden.

In reactie op het standpunt van de provincie heeft het waterschap het integrale watergebiedsplan Zegveld & Oud-Kamerik opgesteld. In dit watergebiedsplan zijn op diverse plekken collectieve hoogwatervoorzieningen opgenomen. Voor andere locaties is gemeld dat op basis van onderzoek afweging moet plaatsvinden voor de noodzaak en de technische haalbaarheid van beschermende maatregelen in de vorm van individuele hoogwatervoorzieningen.

De essentie van een collectieve hoogwatervoorziening is dat binnen de voorziening niets verandert aan de peilen en dus de grondwaterstand hetzelfde blijft (binnen marges). Eventuele – extra - schade aan panden door peilverlaging is niet aan de orde. De panden worden in feite ‘ingepakt’ in een beschermingszone en er zal geen schade optreden door het handelen van het waterschap. Vanwege de collectieve hoogwatervoorziening voor de lintbebouwing was het in eerste instantie niet noodzakelijk om bij alle panden een individueel bebouwingsonderzoek uit te voeren. In een later stadium heeft de commissie SKK en college dit wel besloten (zie punt 6).

Voor bescherming van bebouwing en infrastructuur werd als eerste toetsing de bestaande, landelijk geaccepteerde landinrichtingsnormen (de ‘30 meter richtlijn’) gehanteerd. De ‘30 meter richtlijn’ bepaalt dat een significant peilverschil van het oppervlaktewater (en indirect van het grondwater) minimaal 30 meter of verder van elkaar gesitueerd moet zijn, om wederzijdse beïnvloeding (laag en hoog peil) te kunnen nivelleren. Een groot deel van de bebouwing in de polder Oud-Kamerik ligt binnen 30 meter van een sloot. Bij een algemene daling van het slootpeil in de polder Oud-Kamerik zou dus – het grondwater onder - een aanzienlijk aantal gebouwen worden beïnvloed en beschermende maatregelen wellicht nodig zijn. Uitgaande van deze constatering lag het voor de hand om de sloten op het huidige (’hoge’) peil te houden om daarmee bebouwing en infrastructuur te kunnen beschermen tegen de peilverlagingen ten bate van de landbouw.

In een aantal gevallen is het mogelijk om een bestaande sloot dicht bij het te beschermen pand op huidig peil te houden. Daar waar watergangen op meer dan 30 meter liggen van gebouwen of bestaande watergangen niet gebruikt kunnen worden voor bescherming van het panden is het doelmatiger en effectiever om de grondwaterstand ter plaatse van de fundering met een infiltratiesysteem op huidig peil te houden (zie punt 7). Uit ervaring blijkt dat voor de collectieve hoogwatervoorziening bij Zegveld, ter plaatse van de Rondweg aangelegd in de jaren 60, tot nu toe nog geen verandering van het peil nodig is geweest. Andere collectieve hoogwatervoorzieningen uit het beheergebied geven hetzelfde beeld.

2) Verbetering van het watersysteem en besluitvorming bouw nieuw gemaal Oud-Kamerik (2009) Tijdens uitwerking van de maatregelen voor de polder Oud-Kamerik, in 2007–2008, bleek de noodzaak om deze te integreren met maatregelen voor de zuidelijk gelegen polders, Kamerik Teylingens en Kamerik Mijzijde. De belangrijkste aanleiding was de constatering dat het gemaal Kamerik-Teylingens, dat zorgt voor de afwatering van die zuidelijk gelegen polders, relatief steeds hoger komt te liggen. Dit is het gevolg van maaivelddaling in de (veen)polders die sneller gaat dan op de plek waar het gemaal staat (ondergrond met vooral zand en klei). Voor een goede afwatering moet een gemaal op een zo laag mogelijk punt liggen, zodat het water daar gemakkelijk onder vrij verval naar toe kan stromen. Dit betekende dat ergens in het noorden, langs de Grecht, een plek gevonden moest worden voor een nieuw gemaal om duurzaam de polders Kamerik Teylingens en Kamerik Mijzijde af te kunnen wateren. Het lag voor de hand om dit te combineren met de plannen voor de Pagina 39 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013 bemaling van de polder Oud-Kamerik, waar het gemaal Grechtkade aan vervanging toe was. Aldus ontstond het idee om op een geschikte plek langs de Grecht een nieuw groot gemaal te realiseren waarmee zowel de polder Oud-Kamerik kon worden bemalen als een groot deel van de polders Kamerik Teylingens en Kamerik Mijzijde.

In 2009 heeft het waterschap een studie uitgevoerd naar de inrichting van de polder Oud-Kamerik, in samenhang met de zuidelijk gelegen polders. Op 6 oktober 2009 heeft het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het waterschap de voorkeursvariant vastgesteld. Deze bestaat op hoofdlijnen uit een nieuw gemaal (gemaal Oud-Kamerik) langs de Grecht, een maalvliet dwars door de polder (van oost naar west) en een collectieve hoogwatervoorziening voor de lintbebouwing langs de Kamerikse wetering. Omdat de peilen in de polder(s) ten opzichte van het vigerende peilbesluit niet veranderden, werd verondersteld dat deze aanpassing een technische uitwerking was van het vastgestelde peilbesluit (in het watergebiedsplan). Om die reden is geen vergunningsprocedure doorlopen. Later bleek dat dit vanwege afwijkend peilen in de Kamerikse wetering (hoogwatervoorziening) en de nieuwe maalvliet eigenlijk wel had gemoeten.

3) Beslisboom ‘Peilbesluit en gebouwschade’ (2010) In 2010 heeft het waterschap de beslisboom “Peilbesluit en gebouwschade” ontwikkeld en bestuurlijk behandeld. De beslisboom omvat een gestandaardiseerde werkmethodiek (onderzoek en toetsing) voor fundering van bebouwing bij peilverlaging en een procedure om te bepalen wie verantwoordelijk is voor maatregelen bij verwachte gebouwschade.

Eerste afweging peilwijziging versus peilaanpassing De eerste stap in de beslisboomsystematiek omvat de afweging of het verlagen van de peilen een peilaanpassing of een peilwijziging betreft. Zie kader. Bij peilaanpassing wordt alleen de natuurlijke maaiveldsdaling gevolgd en blijft de drooglegging (nagenoeg) constant. Bij een peilaanpassing betreft het een natuurlijk proces, gerelateerd aan de kenmerken van een veenweidegebied en draagt het waterschap geen verantwoordelijkheid voor eventuele gebouwschade. Indien de verlaging van de peilen sneller gaat dan de natuurlijke maaiveldsdaling, wordt dit opgevat als een peilwijziging.

In verband met de schade die hieruit ontstaat wil het waterschap in bepaalde gevallen de verantwoordelijkheid dragen voor beschermenden maatregelen. Daarnaast kan het waterschap ook grote peilverlagingen in korte tijd (enkele jaren) beschouwen als peilwijziging, ondanks het feit dat over een langere termijn (tientallen jaren) geen sprake is van een peilverlaging die sneller gaat dan de bodemdaling. Dit laatste is gebeurd bij het watergebiedsplan Zegveld & Oud-Kamerik. Dit vormde de basis voor verdere processtappen - het uitwerken van de technische ontwerpen, het bestek en het communicatietraject met het gebied.

4) Waterwet (2010) Na vaststelling door het college (6 oktober 2009) van de inrichtingsvariant voor verbetering van het watersysteem in de polder Oud-Kamerik en zuidelijk gelegen polders trad in 2010 de Waterwet in werking. Dat betekende onder meer dat de Keurvergunning van het waterschap en de procedure hiervoor kwamen te vervallen. Het was immers niet logisch dat het waterschap zichzelf vergunning moest verlenen. Volgens de Waterwet verloopt de inspraak via een projectplanprocedure waarop via een inspraakprocedure, zienswijzen ingebracht kunnen worden. Op deze wijze is inspraak van belangstellenden en belanghebbenden gewaarborgd bij voorgenomen veranderingen van waterstaatkundige werken, zoals maatregelen uit een watergebiedsplan.

5) Van planvorming tot bestek voor de collectieve hoogwatervoorziening (2010 – medio 2011) Een collectieve hoogwatervoorziening voor het lint langs de Kamerikse wetering betekende dat alle gebouwen en de weg zouden worden ‘ingepakt’ in een beschermingszone. Hierdoor was het niet noodzakelijk om in het lint individuele bebouwingsonderzoeken uit te voeren. In de beschermingszone zou het bestaande peil worden gehandhaafd.

Alle peilscheidingsconstructies om een gesloten collectieve hoogwatervoorziening bij het lint te kunnen realiseren zijn nader uitgewerkt. In het kader hiervan zijn voor het opstellen van de ontwerpen (voorlopig en definitief) en het bestek vele persoonlijke (huiskamer)gesprekken met de eigenaren gevoerd. Daar waar dat kon, werd rekening gehouden met de inbreng van de eigenaar en is het ontwerp (na een toetsing) aangepast. De eigenaren van de percelen waarop inrichtingsmaatregelen gepland waren, ontvingen in mei 2011 een uitsnede van de ontwerp- en bestekstekening.

Pagina 40 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

6) Omgevingsvergunning uitvoering kruising maalvliet en Kamerikse wetering (medio 2011 – eind 2011) In september 2011 heeft het waterschap bij de gemeente Woerden een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor de kruising maalvliet met de Kamerikse wetering ingediend. Tijdens de procedure en behandeling bracht het Dorpsplatform Kamerik, mede namens enkele eigenaren bezwaren, in. De bezwaren voor de kruising waren in eerste instantie gekoppeld aan het weer terug (kunnen) brengen van de bevaarbaarheid van de Kamerikse wetering. Het dorpsplatform Kamerik was erop tegen dat er een extra vast obstakel in de Kamerikse wetering werd geplaatst, dat de in de toekomst de bevaarbaarheid zou kunnen belemmeren. Later gingen de voornaamste bezwaren over de vaste peilscheidingsconstructies ten behoeve van de collectieve hoogwatervoorziening. De openheid van het landschap werd volgens het Dorpsplatform aangetast en vanuit cultuurhistorische oogpunt waren vaste peilscheidingsconstructies in de sloten niet wenselijk.

Omdat in de polder de uitvoering voor diverse werkzaamheden al was gestart en de uitvoering voor het realiseren van de kruising ook snel zou starten, verzocht het Dorpsplatform Kamerik bij de voorzieningenrechter tot het stilleggen van alle uitvoeringswerkzaamheden in de polder Oud-Kamerik. De rechter heeft dit verzoek afgewezen. Gezien de uitgebreide en intensieve discussie die hierna ontstond, heeft het college van Dijkgraaf en Hoogheemraden besloten de werkzaamheden die gerelateerd waren aan de kruising en aan de (collectieve) hoogwatervoorziening stil te leggen. Tevens besloot het college om de wettelijke projectplanprocedure conform Waterwet te doorlopen, waarbij een formele inspraakprocedure gevolgd zou worden.

Na de uitspraak van de rechter diende de gemeente Woerden een beslissing te nemen op de ingediende bezwaarschriften. Omdat het waterschap zelf al had besloten een projectplanprocedure op te starten met inspraakmogelijkheden, is aan de gemeente Woerden verzocht om een deel van de vergunning niet in behandeling te nemen. Het deel van de vergunning dat in stand bleef betreft de brug over de Kamerikse wetering voor de toegangsweg voor het nieuwe gemaal Oud-Kamerik. De meeste bezwaarschriften zijn daarna ingetrokken. Een enkel resterend bezwaar is door de gemeente Woerden ongegrond verklaard.

7) Bebouwings- en funderingsonderzoek lintbebouwing Oud-Kamerik (2012) In verband met de ontstane discussie over een collectieve of individuele hoogwatervoorziening voor de lintbebouwing langs de Kamerikse wetering adviseerde de commissie Systeem Kwaliteit en Keten (SKK) van het waterschap in januari 2012 het college van Dijkgraaf en Hoogheemraden om ter plaatse van de lintbebouwing bebouwingsonderzoek uit te laten voeren.

In totaal is op circa 35 adressen in het lint langs de Kamerikse Wetering voor ongeveer 120 panden bebouwingsonderzoek uitgevoerd. Een bebouwingsonderzoek bestaat uit de volgende onderdelen:  Het raadplegen van (gemeentelijke) bouwarchieven,  Het uitvoeren van een visuele inspectie door een bouwkundige,  Het houden van een interview met de eigenaar door een bouwkundige.

Bij de visuele inspectie is bepaald in hoeverre nader onderzoek (funderingsonderzoek) noodzakelijk is om een uitspraak te kunnen doen over de gevoeligheid van de bebouwing. Deze keuze wordt bepaald op basis van de leeftijd, de hoogteligging en de mate waarin er nu al sprake is van schade, scheuren, en/of scheefstand. Dat leidde tot de volgende indeling

1) Wel bebouwingsonderzoek maar Jonge gebouwen op betonnen fundering. geen funderingsonderzoek Gebouwen op staal. Paalfundering met voldoende hoogtegegevens omtrent de betonnen opzetters. Gebouwen waar het – reeds opgetreden - schadebeeld dusdanig duidelijk is dat op zeer korte termijn dringende funderingsherstel noodzakelijk is.

2) Wel bebouwingsonderzoek en Alle gebouwen die niet vallen onder categorie 1 en waar onvoldoende gegevens mogelijk funderingsonderzoek van zijn omtrent de (paal)fundering en de vermoedelijke hoogte van de bovenkant van het funderingshout/onderkant betonnen opzetter/balk.

In een persoonlijke gesprek (interview) tussen de eigenaar en de bouwkundige zijn de gegevens van de bouwkundige archieven gecontroleerd en zo nodig aangevuld. Gelijktijdig heeft de bouwkundige enkele vragen van algemene aard gesteld, om te inventariseren wat het standpunt van de eigenaar is ten aanzien van een eventuele aanleg van een hoogwatervoorziening.

Pagina 41 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

Het bleek dat voor 30 panden, op 23 adressen, aanvullende gegevens nodig waren uit een funderingsonderzoek. Tijdens het funderingsonderzoek zijn delen van de fundering van de bebouwing vrij gegraven en is de fundering door een expert ter plaatse beoordeeld. Vervolgens is een peilbuis geplaatst en het waterpeil bij de fundering gemeten. De resultaten zijn per pand getoetst en beoordeeld.

De gegevens van het bebouwingsonderzoek zijn in werksessies door het waterschap en met externe deskundigen beoordeeld en getoetst via de beslisboom ‘Peilbesluit en gebouwschade’ om vast te stellen of beschermende maatregelen nodig zijn. Zie toelichting verderop.

Bebouwing op staal Het waterschap heeft, zowel aan het adviesbureau Wareco als (via een second opinion) aan het adviesbureau ARCADIS gevraagd in te gaan op de effecten van de voorgenomen peilverlagingen in de polder langs de Kamerikse wetering voor bebouwing op staal.

ARCADIS concludeert dat als gevolg van een peilverlaging zonder voorzieningen op staal gefundeerde panden de maaiveldsdaling nagenoeg geheel zullen volgen. Voor de merendeels kleine en lichte opstallen met een staalfundering is het risico op schade daarbij klein. Risico objecten zijn gebouwen met een gecombineerde funderingsconstructie (op palen en staalfundering) en panden met een aanbouw. Bij toepassing van collectieve of individuele voorzieningen, waarbij in een strook rond opstallen een hoger (bestaand) peil wordt gehandhaafd zal de maaiveldsdaling wezenlijk beperkt blijven en bovendien het risico op zettingsverschillen afnemen. Bij het toepassen van voorzieningen zal de ontwateringsdiepte onder de fundering en vloeren in de tijd afnemen. De snelheid van dit proces wordt vooralsnog ingeschat op maximaal 0,002 à 0,004 m/jaar. In hoeverre hierdoor op termijn wateroverlast zal ontstaan is niet te beoordelen zonder aanvullend onderzoek waarbij zowel het effect van de maatregel (in detail) op het zettingsgedrag van de ondergrond als de bouwkundige kenmerken van de panden moet worden betrokken. Op basis van de beschikbare gegevens (van de gemeente Woerden het Geotechnisch onderzoek “grondonderzoek Kamerikse wetering te Kamerik, Fugro ingenieursbureau, december 2009) ten aanzien van de opbouw van de ondergrond is echter wel te concluderen dat de beide voorzieningenvarianten (collectief / individueel) niet onderscheidend zijn op het risico-aspect ‘vernatting’.

Toetsing door deskundigen met bouwkundig expertise. 1e toetsing: methodiek risico-analyse (worst-case): Nadat bij de visuele en funderingsinspectie het niveau van het bovenste funderingshout (onderkant van de betonnen opzetter) is gemeten t.o.v. NAP wordt een eerste toetsing uitgevoerd om het risico op droogstand te bepalen. Hierbij wordt uitgegaan van de te verwachten maximale uitzakking van het grondwater t.o.v. oppervlaktewaterpeil in droge perioden (zie tweede kader). Voorafgaand is dan al vastgesteld of het gaat om een peilaanpassing dan wel peilwijziging en zijn tevens enige aspecten van een peilwijziging bepaald (zie eerste kader).

Peilaanpassing of peilwijziging

Aan de hand van het nieuwe peilbesluit wordt bepaald of er sprake is van peilwijziging of peilaanpassing. Er is sprake van een peilaanpassing wanneer met het nieuwe waterpeil uitsluitend de opgetreden maaivelddaling wordt gevolgd. Er is sprake van een peilwijziging wanneer het nieuwe waterpeil niet uitsluitend de maaivelddaling volgt, maar verder wordt verlaagd vanwege een eventueel benodigde grotere drooglegging. => Bij peilaanpassing behoeft (cf. de beslisboom) de bebouwing niet nader te worden onderzocht. => Bij peilwijziging dient per peilvak te worden bepaald: * - peil vigerende peilbesluit (= toetsingspeil) - huidige praktijkpeilen ** - peil nieuwe peilbesluit (peil A) - peil nieuwe peilbesluit en rekeninghoudend met voortgaande maaivelddaling tot heden (peil B, mits indexatie is voorgeschreven)

* voor dit doel zijn met name de zomerpeilen relevant vanwege het uitzakken van het grondwater.

** Tussentijds is soms een ander waterpeil ingesteld vanwege het volgen van de opgetreden maaivelddaling. Toetsing vindt uitsluitend plaats aan de hand van het toetsingspeil en peil A of peil B (worst case situatie).

Maximale grondwater uitzakking

Het risico van schade aan bebouwing a.g.v. te lage grondwaterstanden t.o.v. het funderingshout is beschouwd. Het grondwaterpeil (op enige afstand) van het openwater (slootpeil) fluctueert vanwege aanvulling (regen) en afstroming. Natte perioden leiden meestal tot hogere grondwaterstanden dan het waterpeil in oppervlaktewater. In droge perioden wordt in veenpolders vaak een ten opzichte van het polderpeil uitzakkende grondwaterstand vastgesteld. Op basis van vergelijkbare situaties (Zegveld) is uitgegaan dat de grondwaterstand maximaal 20 cm beneden het polderpeil uitzakt. DitPagina wordt de 42 van 44 grenswaarde grondwaterstand fundering (GGF) genoemd. Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

2e toetsing: omgevingsfactoren: Een tweede toetsing vindt plaats in die gevallen waarbij berekend is dat het risico op schade toeneemt bij de peilverlagingen. Tijdens deze tweede toetsing wordt beschouwd of er specifieke omgevingsfactoren zijn, op basis waarvan de worst-case situatie genuanceerd kan worden. Te denken valt aan afstand van de bebouwing tot open water, aanwezigheid van (grote) bomen (verlagen grondwaterstand bij warm/droog weer), metingen van grondwaterstand in relatie tot meteorologie en andere factoren die kunnen leiden tot andere inzichten m.b.t. het uitzakken van de grondwaterstand ter plaatse van de fundering.

Advies mitigerende maatregelen Na de toetsing (1e en/of 2e) wordt een advies gegeven over de noodzaak van het treffen van mitigerende maatregelen en wie (eigenaar, waterschap of beiden) hiervoor verantwoordelijk is. Dit advies wordt voor ieder gebouw afzonderlijk gegeven aan de hand van de beslisboom ‘Peilbesluit en gebouwschade’.

Voor het treffen van het type maatregelen waarvoor volgens de beslisboom het waterschap verantwoordelijk is, is het van belang eerst te bepalen wat de te verwachten schade aan het pand (panden) is indien er geen maatregelen getroffen zouden worden. Het waterschap kiest in principe voor effectiviteit en doelmatigheid. Als algemene regel geldt dat de investering van de treffen maatregelen de te verwachten schade niet mogen overstijgen. Is dat wel het geval dan is het toepassen van funderingsherstel doelmatiger. Er wordt nog uitgezocht of het waterschap rechtstreeks kan bijdragen aan funderingsherstel.

Het waterschap kiest als eerste voor de basisaanpak, dat wil zeggen dat het bestaande slootpeil rond te beschermen bebouwing gehandhaafd blijft. Dat kan in een collectieve voorziening of via een individuele voorziening gerealiseerd worden. Wanneer locatiespecifieke factoren er voor zorgen dat de basisaanpak niet voldoende effect heeft en/of doelmatig is, wordt de haalbaarheid van een infiltratiesysteem ter plaatse van de te beschermen fundering getoetst. Een infiltratiesysteem kan worden aangebracht d.m.v. een infiltratiedrain, die het water vanaf een hoger gelegen waterpeil naar de funderingen toe leidt. Wanneer het nabijgelegen open water niet hoog genoeg is, kan dit ook worden gerealiseerd m.b.v. een eenvoudig opvoerpompje. Het waterschap kan in overleg met de eigenaar het infiltratiesysteem aanleggen, waarna het eigendom (inclusief het beheer & onderhoud) wordt overgedragen aan de eigenaar. Het waterschap treedt in overleg met de eigenaar over de mogelijk te treffen maatregelen. Wellicht heeft de eigenaar ook eigen plannen om de fundering van het pand ( de panden) zelf te gaan herstellen of te gaan slopen en nieuwbouw toe te gaan passen.

Pagina 43 van 44

Projectplan polder Oud-Kamerik 2013

Resultaten bebouwing en funderingsonderzoek lintbebouwing Oud-Kamerik Uit het bebouwings- en funderingsonderzoek blijkt dat op dit moment 12 adressen in het bebouwingslint beschermd moet worden tegen de peilverlaging die het waterschap moet doorvoeren. Het onderzoek laat ook zien dat dit aantal de komende 35 jaar stijgt tot 17 adressen vanwege verdere peilverlaging (a.g.v. de natuurlijke maaiveldsdalingen die optreden in het veenweidegebied). Op de middellange termijn moet dus de helft van de adressen in het bebouwingslint worden beschermd tegen de gevolgen van peilverlaging.

Verbeteren van de bestaande situatie ter plaatse van fundering van bebouwing? De essentie van een collectieve hoogwatervoorziening is dat binnen de voorziening niets verandert aan de peilen. Ook de grondwaterstand wijzigt niet. Eventuele schadegevoeligheid van de panden is niet aan de orde; de panden worden ingepakt en er zal geen schade optreden door het handelen van het waterschap. Het waterschap voert geen ‘verbeterslag’ uit voor die panden die niet (meer) gebaat zijn bij het behoud van de bestaande situatie.

8) Afwegingskader inrichtingsvariant polder Oud-Kamerik met een collectieve of individuele bescherming lintbebouwing Het waterschap heeft voor het vergelijken van een individuele of collectieve bescherming van de lintbebouwing een zo objectief mogelijk afwegingskader opgesteld. Beide vormen van hoogwatervoorziening zijn onder meer op de volgende aspecten getoetst: watersysteem, bebouwing, infrastructuur, financiën, rechtszaken, cultuurhistorie en recreatie. Aan ieder onderdeel is een wegingsfactor toegekend.

De scores van varianten met individuele versus collectieve voorziening bedragen respectievelijk 42 en 58 punten (van de maximale score van 100 punten). Binnen het gehanteerde afwegingskader bestaat dus niet zo’n groot verschil. De leden van de commissie SKK, het college en de betrokken ambtenaren zijn zich daarvan bewust.

9) Besluitvorming commissie SKK en het college van dijkgraaf en hoogheemraden in de over de hoogwatervoorziening van de lintbebouwing in de periode september-november 2012

27 september 2012 De leden van de commissie SKK zijn op 27 september 2012 geïnformeerd over het voorlopige besluit van het college aangaande de inrichtingsvariant voor de polder Oud-Kamerik, met als onderdeel bescherming van de lintbebouwing via een collectieve hoogwatervoorziening.

27 september tot en met Voor de leden van de commissie SKK is een veldbezoek in de polder Oud- 30 oktober 2012 Kamerik georganiseerd. Daarnaast zijn in verschillende bijeenkomsten de belanghebbenden en de belangengroeperingen nader geïnformeerd en zijn de meningen ten aanzien van de twee vormen van hoogwaterbescherming gepeild. Verslagen van deze overleggen maakten deel uit van de stukken, die ter consultatie naar de leden van de commissie SKK zijn gestuurd (voor SKK vergadering 30 oktober 2012).

30 oktober 2012 De commissie SKK brengt aan het college van Dijkgraaf en Hoogheemraden een positief (consultatief) advies uit over – de inrichtingsvariant met - een collectieve hoogwatervoorziening voor de lintbebouwing van Oud-Kamerik.

13 november 2012 Het college neemt dit advies over en heeft de voorkeurvariant, met collectieve hoogwatervoorziening voor de lintbebouwing Oud-Kamerik, vastgesteld.

Alle informatie en onderzoeksresultaten samen met alle schriftelijk en mondeling inbreng (zo ook de reacties van de inspreker(s)) zijn door de leden van de commissie SKK gezien en gehoord. Deze informatie en mondelinge inbreng hebben bijgedragen aan de standpuntbepaling van de SKK en het definitieve besluit van het college waarin de voorkeursvariant met een collectieve hoogwatervoorziening voor de lintbebouwing Oud-Kamerik als meest duurzame en kosteneffectieve maatregel voor de lange termijn is vastgesteld.

Pagina 44 van 44

Kaart 2: Topografie plangebied

Y Y Y Y YYYYY YYYYY Y Y Y e Y Y Y ad e K ds llan Ho v a n

T e y l i n g e n w e g i r .

E n s c h e d e w e

G g

r e c h t YYYYYY YYYYYY

Y Y YYYY Houtkade

Y Y Y YYYYY YYYYY

Legenda Grenzen Terrein Topografie Grens beheergebied HDSR akkerland Bebouwing YYYYYYYYY Grens peilbesluit YYYYYYYYYgrasland Wegen Provinciegrens Y Y Y Y Yboomkwekerij Water Gemeentegrens groen overig terrein © De auteursrechten en databankrechten van de ondergrond zijn voorbehouden aan de Topografische Dienst Kadaster, Emmen, 2012 ±

KaartID: OKA_20130702_JWB Afdeling: Planvorming en advies Datum: 02-07-2013 Poldermolen 2 Telefoon: (030) 634 57 00 Project: Omschrijving: Postbus 550 Fax: (030) 634 59 98 Paraaf: LN 3990 GJ Houten E-mail: [email protected] Peilbesluit Kaart behorende bij de toelichting Oud-Kamerik 2013 op het peilbesluit Schaal: 1:20.000 Kaart 3: Oude peilgebiedsindeling en watersysteem

e ad e K ds llan Ho KAM NOORD zp / wp

-2.10 / -2.10 v a n

T e y l i n g e n w e g i r .

E

KAM OOST n s

KAM WEST zp / wp c h

zp / wp -2.13 / -2.23 e d

-2.27 / -2.37 e w e

G g

r e c h t

PG0221 Houtkade zp / wp -1.85 / -1.85

8a-1

PG0222 PG0222 zp / wp zp / wp -2.00 / -2.10 -2.00 / -2.10

Legenda Grenzen Kunstwerken Afwijkende peilen Achtergrond Grens beheergebied HDSR 9 Brug Onderbemaling Oppervlaktewater Peilbesluit A Gemaal Individuele HWVZ Bebouwing Peilgebieden > Inlaat Wegen Watergang (status) J Stuw Primaire watergang © De auteursrechten en databankrechten van de ondergrond zijn voorbehouden aan de Topografische Dienst Kadaster, Emmen, 2012 ± Secundaire watergang

KaartID: OKA_20130702_JWB Afdeling: Planvorming en advies Datum: 02-07-2013 Poldermolen 2 Telefoon: (030) 634 57 00 Project: Omschrijving: Postbus 550 Fax: (030) 634 59 98 Paraaf: LN 3990 GJ Houten E-mail: [email protected] Peilbesluit Kaart behorende bij de toelichting Oud-Kamerik 2013 op het peilbesluit Schaal: 1:20.000 Kaart 4: Nieuwe peilgebiedsindeling en watersysteem

e ad e K ds llan Ho v a n

T e y l i n g e n w

OKA_006 e OKA_001 vast g zp / wp i

-2.25 -2.19 / -2.29 r .

OKA_002 E

zp / wp n s

-2.23 / -2.33 c h e

OKA_004 d e

zp / wp w e

-2.31 / -2.41 g G

r e c h OKA_005 t vast -2.05

OKA_003 zp / wp -2.20 / -2.30 Houtkade

Legenda Grenzen Kunstwerken Afwijkende peilen Achtergrond Grens beheergebied HDSR 9 Brug Onderbemaling Oppervlaktewater Peilbesluit A Gemaal Individuele HWVZ Bebouwing Maatregel n.t.b. Peilgebieden Wegen > Inlaat Bebouwingsonderzoek Watergang (status) J Stuw Primaire watergang © De auteursrechten en databankrechten van de ondergrond M Aquaduct zijn voorbehouden aan de Topografische Dienst Kadaster, Emmen, 2012 ± Secundaire watergang

KaartID: OKA_20130702_JWB Afdeling: Planvorming en advies Datum: 02-07-2013 Poldermolen 2 Telefoon: (030) 634 57 00 Project: Omschrijving: Postbus 550 Fax: (030) 634 59 98 Paraaf: LN 3990 GJ Houten E-mail: [email protected] Peilbesluit Kaart behorende bij de toelichting Oud-Kamerik 2013 op het peilbesluit Schaal: 1:20.000 L a P e a g P K A e e n e u a i n n l n " g v s ¡ v i E e o t d E w " b e l i r a e o e r g d

k - e e O W e

n n v w v v z z z z g v a a h v w z K - p p e w p p p p p p i p r e a a v a = = s 2 e A v = : : / / / /

n n m a = p

t v z w w w w

, w _ r e

a o - - v v 2 h s E a i v a 2 2 s m b n p p p p 0 k o r o o t t s 5 t g o p a , , e e : : : : 0 e e 2 0 g e l s r

r a l p a p - - - - w i a r r 6 l a 5 5 e 2 2 2 2 e n r r a i i i g i i l r t l , , , ,

g c c e

n 3 2 2 1

e

i r e h h v 1 0 3 9 n o

t t E

i i o

n n / / / / g r z w d g g - - - - i e E

2 2 2 2 n v v , , , , i n 4 3 3 2 i - g a a a

2 1 0 3 9

O n n , O

3 z t o ¡ K

p 1 e o s A

d / y / _ o r

u " w 0 m v - 2 e 0 p " r , 4 b s 4 d t o 1 o

r W l t e - n K ¡

E a 0 m e - O 2 z r , K p 2 2 A

i 5 / / _ 0

k - w 0 - 2 2 0 p O , , 3 2 z 3 K p 3 A

/ / _

w 0 - 2 0 5 p , 0 2 3 0 3 O K - v 2 A a , _ 0 s 0 t 5

0

5

E 1 . E 0

0 m

0

E E P P K z © i j

r r a n D o o a

e v

j j E e e r o

t a c c I o u D t t r E p : t b e :

e

l u a M h

r E n o s a

r

u E O e t d h c e u i h l n d d t e

a - a n K a _

e n a 2 n

m d 0

d e 1 e a

3 T r t o a i 0 k p b 2 o a 0 g n 4 r k a r 1 e f 1 i s c 0 3 P P c h h 1 9 t o o e e 9 s l n

d 0 D t

- v b e

i 2 a e G u r n m n O s , J

s d

1 z A O A o

t 5 K e H

p l K a f m 9 5 e

d o o n A a 0

n e

n s d u v /

/ l _ d c a t 2 o i

n e e

h s w e 0 - r g t n r e g r i 2 : 0

j r r p

v C , o I

, 1 i B E n n o 2 d m g l l 9 e m :

c e t n i e ,

v 2 E F T 0 e e a - 0

m l x H 6 e : a f W o i l o : V n : p ( ( 0 0 o 3 3 s 0 0 t @ ) )

6 6 h 3 3 d 4 4 s

r 5 5 . n S P D 9 7 l c a a 9 0 h r t 8 0 a u a m a a f l : : :

M 4 1 - : a 2 2 t - 0 h 2 . i 0 0 l d 0 1 ± a 0 3

( A 3 ) L a P e f g v e e P K A e u f o n v i n i l o " g s ¡ d e e E e l t E r w " b a g i e r e r

d O k -

e e

W K v n - n e v v h v w z v v z z z z g v a a w 2 A p p w p a p p p p p p i e f f e = = a , s a _ v = v v

2 s : : / / / / = m

v z p b t w w w w w o o 0 r

a o t e 5 h - - i n a s m k n e e 0 o a 2 2 p p p p t r t o p e s e g r r 6 a , , g e : : : : r l r r r 2 0 s p

i p w i

a a l l i i - - - - e e 5 5 a c c a 2 2 2 2 i w n i l e t l

r h h

g e

, , , , g

r i 3 2 2 1 t t e v i i n o 1 0 3 9 n n a o d r

g g g z / / / / i

e t - - - - v n

- 2 2 2 2 i i v e

n

2 E a , , , , g O 4 3 3 2 ,

a O 3 z n

r 1 0 3 9 ¡ K p n o 1 A

o

/

/ _ d s

E u " w 0 - o y 2 0 v p " , 4 m e 4 d r E 1 s b t W o - o r

t E l K

¡

e

E E E n a

m 0 e - O

2 z r , K

p 2 A

i

/ E / _ 2

k - w 0 5 - 2 0 2 0 p O , , 3 2 z 3 K p 3 A

/ / _

w 0 - 2 0 p , 2 3 5 3 0 0 O K - v 2 A a , _ 0 s 0 t 5

0

5 E 1 .

0

0 m E 0 E P P K z © i j

r r a n D o o a

e v j j e e r o

t a c c I o u D t t r E p : t b e

: e l

u a M h r n o s a

r E u O e t d h c e u i h l n d d t e

- a a n K a _

e n a 2 n

m d 0

d e 1 e a

3 T r t o a i 0 k p b 2 o a 0 g n 4 r k a r 1 e f 1 i s c 4 3 P P c h

h 5 9 t o o e e 9 s l n

d

0 D t

- v b e

i 2 a e G u r n E m n O s , J

s d 1 z

A O A o

t 5 K

e H p l f f K m 9 5 e

v d o o A a 0

n o e

n s d u /

e / l _ d c a 2 t i

n

e e r h s w 0

- r g t n r C g e i 2 : 0 j r r p o v , o I

, 1 i l B E n n l 2 e d m

g E c 9 m : t

i e e n v , e

2 E F T

H 0 e a - 0 m l W x e 6 : a f V o i l o : n : p ( ( 0 0 o 3 3 s 0 0 t @ ) )

6 6 h 3 3 d 4 4 E s

r 5 5 E . n S P D 9 7 l c a a 9 0 h r t 8 0

E a u a a m a f l : : :

M 4 1 - : a 2 2 t - 0 h 2 . i 0 0 l d 0 1 ± a 0 3

( A 3 )

\ Q . _ _ i’_ _ _ _ _ i ___,,/E;‘~ T‘ Y *“ '7 \ = x» U BI ‘I i ' ' ' ' T T T T’ I

Z _I ' / \ ~ ‘/ / \\ \ \\ x ’AMEE MEENTWEE \ /Q \>\\\ \\ I \ \\ / \ Q\ / \ \ I Q\ \ ‘ I _ door eiqenare I"i ,//“ \ I /’ \ \ \ , D §\ LANGE MEENTWEG I ______ f I = _ , ~ _ §/4: ~I hoger indivie peil I'lHl'l/dI2'8VE|'l >/ K 4 " I L //// \ \\ I Q \I \\ \ ///\ / ______— — — * ” ” _ . _ . . _ . ‘__‘____ i/' I _ 77 I 777 “R 1? * / / \ \\\ ____'_, _ — ~ — — "” fr,—__»— —— ‘ __ — T _ /\// / / \ I , ’ \\ \ y, /a@\ I?“ T ______E 7/*—— _;—_—__::: :'”11¥—~—E T J” MEI T "T\ I / 5‘, '¢ \ ,1 /E»\ ‘ // \ /// ‘ I /// \\ // \ A \ /\ //O ___ ii ’d@1 I &f_“>;’_ "_T_' : :: ——'""'_' — \ (/ //\ _ " _ \ \ Z / / % \ /\/ // / \v \ \\ _\ \/ 7 l_.. —:.T I :‘ ~I ‘II.‘ ~ ———~ ~ Z l ‘* \ §‘ / \ , / , I" \ Z / Z //’ 7\ \ ‘ / _I~ I/hcler individueel peil handhaven :5 T ’ // \ / \ I ‘ \ / Y @ ILSEHEIBING VERWIJ. 0 \\ »»;\\1‘¢\\\\ j \ E L _/iii— '—i___ k \\ / / \ / E / )4 \ ‘UW EN NIEUWE AAMBRENQEM » I ___I \ A ______— J D ______I ‘I I Q’ / / I // \ —|—:—|T—D _ 31 — ~ '''''' ‘T K J_L F T/ ‘§‘_;\ :1‘‘v / \ / I + /* I ‘P __ g Q5 (\2______7_i_;___ ’ 7 ~<~~~~~~~~~~~~~TAT 7 — " 9% @@ PEILSEHEIDING VERWIJDEREN’ Q) NGENWELY / / 4 ,0 EN NIEU E AANBREN /// // / Y,TE 4/ %E|%I= "\\\ __b___<__g:f______— I~ M /Kw/ ~ //// /// I :1; T I » TM azrg,0 A \\\ Q @ /‘\\\ éié % 0“ Elj ‘I K 0 M “:< / ‘$1‘__ 000*»_ .§2§’6‘A§»‘ I ‘+:+2¢$@2+§»s;9‘ ____| \ I \ _ _ _ — — — — — — — — — —_T " _ ‘ “ —_ ' _ T T T T T T __I‘T/ _ __ ‘§.:}Q.< ' /’// ° // ‘rank T ————3Q, ' T »*\ I90 I I 3K ‘I \ $*$*Z*»“I9,} / ~ _ TB? _ _ \ / @ / / ‘T ’§ I \ r I E // // I." R /, I TT) L E 0 \ AANPASSINGEN N.A.V. VERGUNNING / E\_/ / / / ANG MEENTWEG / / / / I £I V II‘ §|Q EXTRA BAGGEREN / / OPP 509 M2 _ ___ I I L_ I 9Q I OB I ___ T TI L“ ___ Tl \ // \ \/_;g_—>_f_\ \ Z \ / O _ L‘ii \ \ XX 6 \\/ E _I @® T Z / / k ‘L \ \\\ // \ 4 . / ’ clubgebouw ijsclub 49 I I‘ @OB ___T___T______}—II I I I I I V $|:|T @ ‘I X b I Q] Z \\ / / \ // > / ,.;___ — Z \ I |"‘ w_Z TT AANBRENGEN ZXDUIKER ¢500 IINWENDIG / / X Q4?‘ Y.‘ \ I; 0 ???? Z / \ // / MET AFSLUITCUNSTRUCTIE ' 1 I / / @@ 0 . Z / / / I I105 II brug <<\ EXTRA BAGGEREN 2@ ,/ \\ ___ ‘___’? 9"'"d/PU'"Pad OPP T35 M2 ‘Q ‘ L_*_—————__ i ,// / // \ /// \ II® I i Z1’ _,.X. /I: _* T I I QW A @ ” / 4» \® ~ I I 11 E1," I \T // // // /’ /’ @ 0 I / / O / Q // XZXZ XXXX \ * I / XXX Y /Z I Q I \ , / Q // ,/ 10 \ X / \ . E A ——= 1 ’ /// /// \ I // I // /—/ \ £6_ @7@ IBI xibefonllad < " * Fm‘,"0‘0‘0‘0‘ I \ —IOB I E ’ E1 \ ,/ " / \ >00% _ __ _ _ — T T ‘@060 \ \ // / / _"———— ws 2.14 \ \ I Q / / / / 0' A / \ ~00. ~ < AANBRENGEN DUIKER ¢s00 IINWENDIGI \ %‘0 \ ¢ / I W9 3 '°» III OF 2x $500 IINWENDIGI \\ \\ \\ F I_—jj_ @@/\\ cwcn Zx Q5500 ALS Q5800 NIET MOGELIJK IS \ ‘.0. ’__ \ \ ( I /// , /// ///’/ _ II I /—\ J? T _L Ii?‘Q , \\ OB J { / / I @ QIE9 CI // // I QQ E: _ _| I R.0“vvv \ II // \ // ” Z , P ‘Q v V» \\ or —~—~ 0%%%__‘ \ \ OB ‘ __ _ // //\ ’ \ ,»" /// @ I _ Q‘ 0.0,22.}02+2v @_I_I____ \ ” / Q9I *9“ E \\_ \ ,» / I ‘I 00000 /’/ ’ \ ’\\' /\ /z? / R \ .: \ \ \\@\ I\ , I A A 000000 ' \ / /” 2/ / \ Q @ E I‘ _ _ _ _ .0. 0 \\ _ 00.I 00000000000”““"‘ " T‘ I 0 UH \ \ W Z II — I — I I — I — j — — I I I I — j — — I I I — — I i I I — I I I i ______A_ Q6?“ /‘ \ \ \ \ \ X ‘ ,/ \ ,/ ,//' @ \ 02 \ \ \ \ % IQ) , AA lj“ 04 \ \ \ \\ ,” I ’// I /"/ 169 ”’ATT 0 \ \ \\ // /// \ 2”?’ _I ’/Tr’ ______ — — — — — ' ' _ ‘T |:||I|IIl I:| I:II:II:IEI|Il|Il '1v‘ \ \ \\ \I\) / — / Z 2* \ \ \\ \\\ Z / / Z I/,~ws"2'16_ I T°M'= |:|EllIlI:II:II:II:I \ \ \ \\\\ \//Q?_\ \ / \ \ 6 \ \ \ '0Z0 / / /’ T ’¢“\ /I //// I IT9 I\ 0 : \ \\¢/ \0B/I ”d’/,/”’/” ' 31 _ '3' <%<_¢ / \ / / '4 & |:|E| EIEIEIEIEIEI EIEI U13 EIEIEI EIEI El I:I ‘:20%‘I:I // / / 4/’ ' Ll’ I —"""'T‘T" Ti’ IFFI . I U Q E »»/ ' / \ / / O El Q _ ’ <0 '4~‘0'0 \§AQAQ / \ ,.// //’ , V WATERGANG GRAVEN ; ______,’——"""_’ T I "00O ‘0$00‘0‘00<2‘*0"0‘<0$0.<00,0 ‘*3’3% 0 L \ ~ 0000000003 "0‘00 ‘0‘—‘0'‘<0 ‘ ‘ ' /// \ /// / ;/T/ \ _____"T’_—_T_ II 0‘/ I ...... 0000000000000000000 ““““““"‘ <: "BIO ['_'_|BI]a // \ // 4/7 I _,‘______—"T’ J I:9 ,4 \ ,/ , I, F F//////T 00. “T II _____ /4 / \ \ /’/ / 74/ _ _I " _\__ T T T T T T T T’ i K} 00O I I:I '»><=sc/F0%¢ E:1 U \/T I * ' ' besfaande infil’rI"a’rie drain O0.‘ \®TE MAKEN INLAATEONSTRUETIE II] // \ \ \ , // / //Z/ i ’ _ _ ___ —" _____*~*T‘* E it______~~;~~~~~~~~~~~~~~~Q;”””””””””””””T:””””””””T WOERDE NSE VERLAAT /” \ \ ‘ T’ ”' ~~~~~~~~~~~~~ ' ‘ E/I’ H7679‘) '/ Z/ Z";_ I ' me’r opvoeI"pomp@@ — I____€I) %IE" /// \ /// // I / ’/ j.—i"7 T V ~. @967 —______ _ _— —T;1" *\r/ / / ,/ ~ ’ ,»»'/TT‘ 00‘0;0.Q6 \ 0.< '_?’T’ I TOEKOMSTIGE HOOGWATERVOORZIENING / Z \ I _I ______»»»»»»»»»»»~— ~ I I Q I \ \ \9 I I I I I I I ——_._— I '0 DOOR EIGENAAR TE BEHEREN \ r/ \ Z / \I T *\gm \ ;’TZ \ _j__I_I= \ / / \ \ I I V \ \ \ ' 34\.*4?‘§\ \ \ »/ ' , '/ I 22 " ‘___ _ ‘ / I / / \ \ / / / 4/ / / IT ,II_ F7 F L I_ I_I \v\ I h / /’ I \ \/ ,// \ \ / / //’ / /’ A I’ \ I I ___ /// I \\ \ /// § //’ ,/ Q?» I D" A _';I'_'F II '0 ____ _ T \ _ / I // \ // \ // |:I I l E_ @ \' \ IE] I ‘I fl‘ \ E—__l: , I Iv/ / / , / ’ _/"'— ______I g 9 O3 , I /T‘ E? I F OIV\/\/\/YXXY I / \ \ / \\ "ET—TT"\T"t;T I ______ — — — — — — _ __T_ ,,,,,,, I I0 _ E' _,,_,EE__,E»»»»~~~~—~T/I T A JTWK ;/I ~~4rl I Q /’/ 0 , E l :>—~7<——iX»—— V I /\ //// ii 9<9(96;(__§@_;.4L4%4\q“Vk——11:’ — — _ _ _ — — — _ A ~~~~"O" ,’_I_‘_'\ ~— ~~~~ , III Z4 / D ‘0 @ X W2»B9 I I D _ _ /V_ , /I ’ / //// IV > \ E> —» I / *2\ bog I.‘ PEILSEHEIDINGSEUNSTRUETIE I J K ______' _ _ _ _ _ W \ ._ , “,4 / 1.72 / ‘I 0 TER HOOGTE VAN BRUG AANBRENGEN ?> 0O6Q‘ @ / _ /I ~ 7\\7~\\ "W, /// ‘ 0 — — — ' ' ' ' _ _ _— ondergrondse i ‘T ¢s0o Iinwendig TL {51 E151 / QI / '1 Y /'/" \Q/\ “T” MYA mesfopslag |_ _ _ _ _ V I / \/.TEYI_INGEI\I\/I/EG ‘\ /I A If <10 1 I 3 ~\ I my I / ~./// ~/ /Y‘ ’ /4 ,\‘—F< I I. ' @J&\Q@/T ED \ f Yk I r: 5:. @ 0B J I\ EPIEI QB‘ ~ I W0:./7;\ IO .¢\ I K‘: I?@§*"0 7\ ,1 — C /I / < Q IE: < . 05:?”I I ‘/5.‘ _ “IV !0‘._>3\ I @ I _ __<—“ molen OB '036, 0 Lt I romne loods (gt; @ G. C3 T ______';»€""'_'__"__“T""_ ‘\ TI ___ f _ Q © /I E / HE F 7 Z_;_§?——\— 0 7/ / \T \ in i _;,; ‘E I E 59% lgQ _ _ l — — — ” * ” ______i _ _ _ $ ______7_ __ I _/—' 7 ?z:\<‘K / d I I 3’ //‘iv\ ~¢" E_IIIF‘? % / _ — — ———II‘ @ 02 I I I I I I/LE" ,.I _ E] i‘________ —~ T1 TO, I I I I~ I I I I <: Z E3 ______— — —: i — _ _ — _ _ — _ _ — _ _ — _ _ ——_/ _ 02 I A _ I \ I;:_:I/I j._ E @/\. Or A‘A \ \ ‘ / 1 \ \ \\ 0 ’ %> gg L._/ besfaande drama e 1sYAv‘v.y.0.‘ 0.6‘ E9@@Hw+ I?Ii‘\\\, \ \ '9pg—I’ me I pomp voor bemaling 531III C I / I‘I’ L/1 I EI \\ 0 0.: . '. — I >‘* @@ , E J < E _ ,_ DA VERWI E ' T‘ “\ I I ' I‘\I:'I\\I _ \ I ’Q EM& 222‘¢"'3" / I TI ‘ 5;: Ti 4 ‘0‘ f _ as ~ ~ V if______—g:;Q'"'Il IIIKi H I \—/—/T} I 82 82 »’0‘0‘$‘ _ T * T Q4’090 K I I II‘ % QB 9% f II 0 TI "" " I I |:| @113 $3 WATERGANG VERBREDEN @ I <00 /L 7 QB %_ I I I I I ______@———"""""""""__"_" T X Z0 _ _’>'J1K V ~ — 0‘0 /i I I, jsgyvx/“VIK>6>eAAA/\/\‘L€\§I1< Z 8 0% C // i \ .0. @ NOODZAAK KW61 EN KW63 I / 2x HA I DIENDEASLUITER \\\ T213 @ Q?) \ I I I I IN WERK ONDERZOEKEN I _ ~.* WBIIII I I \| I I I I I III< \ I I I I I I I I I I gI(D T| _ XEI OP TERMIJN VERMOEDELIJK IN PEIL VAN 2 05 om OB I_ \ I I I I I I .| I I| I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I i 4: \ .1T‘A4: ,\ II‘I’I7I\| I I I I I I I I I _ DOOR EIGENAAR TE REALISEREN I I I /(, /giw I I I I I I I I I I I I I I4/ I |/\ I ——\ \ I I I I I I I I I I __ —————__— _ _ — _ — — _7 —— \ \ \\\ \ \ ///// In TE MAKEN STUW V»? \ ‘I;I/I % % I IITg’_ I I I I 'I= \ I \ \ / __‘ //// I I IIIE/I II I I I E+ III IIIIIIIIIII I~ II II I I I I I IIIIII II II @as I|I|I|I| II I II \\ K I \\ <\ / // ’ > ___§® IIII|I| II II ~I \ I~ I AII x_><_y—v_v'%\/4. / § / Q3 __\ >4 _ I I I II =I ¢;4‘A \ \ A II @$"J_ I~0 I TI 1/ III I I@ \\____ \ 0.000;0 ‘0‘0‘0‘0‘0‘0‘0‘0"010$0 IaI \ \\ \ \ Ck‘Yi ’ 40 04 "0‘0‘0‘<0‘<00.40.<0 &‘I‘0‘0‘0‘0‘0%‘0%—TT IiE_ '7\0_@_k I I 0 4 I.1 £1=i ‘0 "0"0"0"0‘0‘0‘0‘0‘0‘<0‘0‘<0‘<0‘40‘4‘40‘4>O <:‘0"0‘0I0:00.00.0<:Q0‘0.:0.000%4 .40.0‘ 33.0:0=9 \\/IIATERGANGT — VERBREDEN @ '0‘ ,.‘91*4‘00%0:0$30‘00%0‘00%0‘0 0"0 '4» \ 900000000300A $6666 0‘0 0 0*3‘0*0 00J;0.0»~0_A00 P 0000Y <0 1’ ‘0‘0‘0‘<0‘<0‘40:400x0‘4‘4 ‘0 ® ”I 4 <: $10 I , I\ \ \\ \ :1 ‘I /// I/CX ¢¢¢¢$$$6$ 0 <0 4000044 *3‘<0 BESTAAND SYSTEEM MET EIGEN POMPJE f \ O4 ‘ <0 403<:‘0‘<0‘0‘0‘40 0 <02<%%*0x‘*0‘<0‘<0‘<0 if1F ‘<0‘4 40 <:<"0‘"0‘"0‘ 3'0 ______4'0.0.0 HANDHAVEN (DOOR EIGENAAR TE BEHEREN) ?_‘ ii i ,_, I \\\\ / \I I ‘<0‘40‘<0 000000000000' ~ 4 _ = 0%‘ \ III“ I II If / Z \\\ :0:—— @(0vERsTORTOP MAAT) 1 15715‘;X‘v“'i" \\\\ / I\ I I I I I ~:._/""":I Z ’\ \\ ® K8x< L "0‘4 I ‘IE \ I / / \ _ ,\ I — — ' ‘$0 \ I I2 Z \___1___ €$___ \ \6¢5\ »E 4 0000 ___ ______’,:II_<}j“**__‘I'TI T *0‘ 4 YA I \ ' ' ' _ _ _ "T I ‘Q. BESTAANDE HOUTEN DAMWAND MET UPVUERPUMP OB? _k Z T A I ‘ \‘\%\ T \ ‘QZQY \ VERVANGEN DOOR NIEUWE PEILSCHEIDING / ___—"’ / N _ I H4/*/‘ , 2 I RT I I \\ ' 69> f / L_1 00 I I I L. / \ >0 J / % A /// _ ,0‘0 ______ — — — — — — — " ' ' ' ' _ ' ' T T T ' EM I\ ______ — — — — — — — ——]:~—_ 2______ — — — — — ' " “I I I \ I IT III. V‘. $7 _ __ I// \ \ I _;;; \ d //’/ molen OB _ _ — ———I;:l_______‘_______ ' ‘ _ Z} ______—=—————— ~ @ 0;: I V,TEY|_|NEN\/I/E5 C) W /7 x} !_;____/_ \ ll arn molen OB // Q9) I /\ 7 7* I\\ I \ @ III) OVQAVvv §0I~'0'0'0'0'0"‘kg,’ "{.A.A.A.A.$, a 0 B/_ molen OB /*0/w/\@2\J,IZ_I\ I I I I I I I I I I I I I I \ I’/0% Q T F \ \\\ Y’ Y TE VERVAN N DUIKER ¢125 DOOR :5’E <1 _ \ \ 00 00% J ’ I 0:0 II: \\ / \., /RAv DUIKER Q5500 MET OVERSTORTPU Z Z §< § '3' (I) I I \ 4\ 0.0 I / ______‘II§§Z»e)e2+/4A __/_E \I \ \\\ \ i 0 /// ,/’ ...... ~ .7, I H’ sIaaI¢11[0] ///;i U ,_ E_ — IA!I \/11*I< 4.0;; 75%? 1 _ ____4}/:;___;__;__;__E;__;__;_;;__;;_J ' "_I:nL__i 1¥:*I_%_"_"—""" TTTIT ______TT TTTTTTJ H 61 XXXX II—IZ T v~ bouwjaar 2000 T I ¢ ® I / %><>1\ 4\/‘V\/1 I / ¥<'?4\ l I l f d d I \\ /’ fundenng besfaande uI’r houfen palen v‘v .. 0° a E U" E9" Ix I/ I \\ ' <1 mEm I IIZEIIIIIII _IL °P qlerkelder I< hes nd emaalHDSR \ 0 @ ,/ E IQ \ I< II // ii’? I // besfa inlaaf handhavenI ATERGANG GRAVEN i V 0§..5!F funderlnq besfaande ult l(0uIen palen )=[:_ /4 \ \ I T I / TFK V Q _ @ IIIWS ’T___BA ‘Q. Ii’/ /I me’r befonnen' zefsjukken' /& I T _ I _ ‘E 7 _ — — — — — "_ _— /7 » >}iv<&I 0fWEE0000i%0£I~é<—I——Q—"' ——TT'TT"""_"_"'_"_"T“T“$_i§K I I II I II I I I’ I / // E13 * ' 4' / / / IL v¢v¢vQ I“""T / , A4\ J00 / / _ _ _ _ _ _ _ _ _E __>,;JFi¥:—* £4. ___ 2 I I / EEJB . / E I / I;K T I E ____ ————— — I ~II< '$¢ E, \\\"\/ / \ / / _i ___ JJ_ A_ 0‘! , I . / / 163 I pe¢l+00 _ / // / /\/\/ / / Z , I T \ \\ \\ 2 OB OB / / G / / 5 E/AX IIIO\\ / > \ / <0 ______‘ ''''" "‘, Ill /p@¢~@@_ 3 I/ _______ ~=> I II I I I T \\,~\ ,/’E/ Q3 I ,,,,,,,,,, .... »»»»»»»»»»»»»»»»»»»»»»»»»»»» »»»»»»»»»»»»»»»»»»»»»» 1‘\><)§/\ >I / , 'a __; _ _ — — — — — — — _ “ _ _ _ ———I III H %/=d¥/\1"\—/"\ , '0 “___ I_ _ , _'______— — — — _ * — _ _ _ _ _ ’ — _ _ — _ _ i ’ _ _ _ _ — — _ __ T I__ 1 I I \ \ " \ / / ’ I X P 0;0i0§0;_0§; <3]I @ I I II/<~ \ ’ i / / \ \ \ / / , / \ 0.01 ‘I I II ______\ I \ Y \ ‘ I I /I I I \\ I \ OI ______ — ——dI:——__ jgv \I E Q7 , _’ I €;§\ Q‘ T L T T I \II \ 3 . I I I ’§ \ I» I I ______‘ "_"""____ 00 _ ' E Ir L /"* gU _____/A; ______" * @VI° ‘*3:..\ T \ )(_~}<>~ IE2 ____ _ % 1______ii::::; I \ 0'0;— 3??‘ _ _ _ _ — — — ’ _ ‘, — — _ “w? TIBF _ S lJ'l S E S 3 E U'l S I\.) Q Q lJ'l C I D OR EIGENAREN T BEH REN \\ \ 1”’ T T ______"T $, ,0.»~.<. ‘E; 0136 I04 \ I__ I \ I I \\ \ ( I ‘, vv‘5322, "Q? ""E,»" ' T TT" /\ M’ 0::9L..L._._.@“rm F\10¢ _ _ _ _ — — — 13; _ IL’ I III/I\IIEEIIEIIEIsMIEMTErIIELIMETERs Grontm it VERKLARING i0

TE MAKEN PEILSEHEIDINGSEONSTRUETIE TE MAKEN INLAATEONSTRUETIE ZOMERPEIL: 2.20 BESTAANDE SITUATIE BESTAANDE IMAAIVELDIHOOGTE BESTAANDE DUIKER MET I—I DUIKER AANBRENGEN INWENDIG ¢500 2.10 IVAST PEILI VERVALLEN TYPE PEILSEHEIDING / — _ DIAMETER INDIEN BEKEND KUNSTSTOF DAMWAND MET H PROFIEL >@< TENZIJ ANDERS AANGEGEVEN WINTERPEIL: 2.30 N.A.V. O\/ERLEG MET EIGENAREN IN DECEMBER 2011 I N/\E1ER ONIJERZOEK N/\/\R VERBETERING /\/\N EN >030 ‘x _ / @< I—I@ VEENDAM MET KUNSTSTOFKERN >@< TENZIJ ANDERS AANGEGEVEN WINTERPEIL: 2.l+1 N.A.V. O\/ERLEG MET EIGENAREN IN DECEMBER 2011 ’\ DE S||C|_||SE 399°“ H°“‘e" 3994 DD Hm" rs.’ Te|.: (O30) 634 57 O0 emaI| post@hdsr nl ONDERBEMALING; PEREEEL IN TOEKOMSTIGE ONDERBEMALING I :» Fax.. (O30) 634 59 98 www destIchtserIjn|anden nl TE MAKEN PEILSEHEIDINGSEONSTRUETIE DUIKER AANBRENGEN INWENDIG ¢500 ..0.0.0.000‘'§§§§ KADASTRALE GRENS BESTAANDE STUW TE VERWIJDEREN DUIKER PRIMAIRE WATERGANG HANDHAVING IS AFHANKELIJK VAN WATERGANG VERBREDEN I—I@ HOUTEN DAMWAND EN SEHOORPALEN >(< MET OVERSTORTPUT ;"00'4'10‘0‘0‘0‘0‘0‘0‘,0‘. Q0< fit‘? DEFINITIEVE TOETSING 3 I _ _ _ HQOGWATERVOORZIENING PEILGEBIED NOORD TE MAKEN PEILSEHEIDINGSEONSTRUETIE ZOMERPEIL: 2.19 / I AFHANKELIJK VAN BEBOUWINGSONDERZOEK: O dKf\I\/IERIK WEST ‘I’ QQST OB BESTAANDE ONDERBEMALING BESTAANDE INLAAT >><() TE VERWIJDEREN INLAAT I—I@ / \ TE MAKEN STUW 1.93 IVAST PEILI @ KUNSTWERKNUMMER OVERRIJDBARE STOBBENDAM I WINTERPEIL: 2.29 ‘_ _,

PFOIBCIHF. BesIeknr(s). Documentnr. Status TE MAKEN PEILSEHEIDINGSEONSTRUETIE TE MAKEN PEILSEHEIDINGSEONSTRUETIE TE MAKEN STUW; STUW IS TEVENS ZOMERPEIL: 2.23 BESTAANDE GREPPEL BESTAANDE MOLEN —|i| 2.05 IVAST PEILI @ VERVALLEN KUNSTWERK / EONSTRUCTIE I IMOGELUKI TE TREFFEN MAATREGELENI I 313217403 DWG KUNSTSTOF DAMWAND MET U PROFIEL —I—PI MET EALAMITEITENOVERSTORT /(—\ INLAAT T.B.V. POLDER WINTERPEIL: 2.33 _ _ J /11 NADER TE BEPALEN II32” Z I | Formaat Schaal 1 Getek. AD Datum 18072013 Goedgek. Akk. / Tek nr VersIe