DE POLITIEKE VERTEGENWOORDIGING VAN VROUWEN NA DE VERKIEZINGEN VAN 7 JUNI 2009 Een Objectieve Balans Van De Quota 2 3
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
DE POLITIEKE VERTEGENWOORDIGING VAN VROUWEN NA DE VERKIEZINGEN VAN 7 JUNI 2009 Een objectieve balans van de quota 2 3 DE POLITIEKE DEELNAME VAN VROUWEN NA DE VERKIEZINGEN VAN 7 JUNI 2009 Een objectieve balans van de quota Sandra Sliwa o.l.v. Petra Meier en Peter Thijssen 2010 4 COLOFON Uitgever: Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen Ernest Blerotstraat 1, 1070 Brussel t. 02 233 41 75 - f. 02 233 40 32 [email protected] www.igvm.belgium.be Auteurs: Sandra Sliwa Onder leiding van Prof. dr. Petra Meier, Prof. dr. Peter Thijssen Departement Politieke Wetenschappen, Universiteit Antwerpen Sint Jacobstraat 2, 2000 Antwerpen www.ua.ac.be/main.aspx?c=*CWONZ Eindredactie: Nicolas Bailly, Geraldine Reymenants Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen Vormgeving: Skinn bvba Verantwoordelijke uitgever: Michel Pasteel Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen Depotnummer: D/2010/10.043/2 Cette publication est également disponible en français. 5 INHOUDSOVERZICHT VOORWOORD 7 INLEIDING. POLITIEKE EN WETTELIJKE CONTEXT 8 1 THEORETISCH EN METHODOLOGISCH KADER 10 1.1 Theoretisch kader 10 1.2 Onderzoeksvraag, hypothesen en onafhankelijke variabelen 12 1.3 Indicatoren 14 2 DE VERKIEZINGEN VAN 7 JUNI 2009 IN VERGELIJKEND PERSPECTIEF 18 2.1 Geaggregeerde resultaten 19 2.2 Vlaams Parlement 22 2.2.1 Kandidaten 22 2.2.2 Gekozenen 25 2.2.3 Mandatarissen 29 2.3 Waals Parlement 30 2.3.1 Kandidaten 30 2.3.2 Gekozenen 32 2.3.3 Mandatarissen 35 2.4 Brussels Hoofdstedelijk Parlement 35 2.4.1 Kandidaten 35 2.4.2 Gekozenen 38 2.4.3 Mandatarissen 43 2.5 Parlement van de Franse Gemeenschap 44 2.6 Parlement van de Duitstalige Gemeenschap 45 2.6.1 Kandidaten 45 2.6.2 Gekozenen 46 2.6.3 Mandatarissen 48 2.7 Europees Parlement 48 2.7.1 Kandidaten 48 2.7.2 Gekozenen 51 3 DE IMPACT VAN DE PARITEITSWETTEN 56 3.1 District / party magnitude 56 3.1.1 Vlaams Parlement 62 3.1.2 Waals Parlement 64 3.1.3 Brussels Hoofdstedelijk Parlement 66 3.1.4 Parlement van de Duitstalige Gemeenschap en Europees Parlement 66 3.2 Partijideologie 68 3.2.1 Nederlandstalige partijen 68 3.2.2 Franstalige partijen 71 3.3 Belang van voldoende vrouwen op (de beste) verkiesbare plaatsen 74 3.4 Voorkeurstemmen 78 ALGEMENE CONCLUSIE EN BELEIDSAANBEVELINGEN 86 BIBLIOGRAFISCHE REFERENTIES 95 BIJLAGEN 97 6 LIJST VAN BIJLAGEN 1. Aantal en percentage vrouwelijke lijsttrekkers per partij en per parlement - 1999, 2004 en 2009 / 2. Aantal en percentage vrouwelijke eerste opvolgers per partij en per parlement - 1999, 2004 en 2009 / 3. Aantal en percentage vrouwelijke lijstduwers per partij en per parlement - 1999, 2004 en 2009 / 4. Aantal en percentage vrouwen op verkiesbare plaatsen per partij en per parlement - 1999, 2004 en 2009 / 5. Aantal en percentage vrouwelijke gekozenen per partij en per parlement - 1999, 2004 en 2009 / 6. Aantal en percentage vrouwen en mannen verkozen buiten de nuttige volgorde per partij en per parlement - 1999, 2004 en 2009 / 7. Aantal en percentage voorkeurstemmen uitgebracht op vrouwen per partij, Vlaams Parlement - 1999, 2004 en 2009 / 8. Aantal en percentage voorkeurstemmen uitgebracht op vrouwen per partij, Waals Parlement - 1999, 2004 en 2009 / 9. Aantal en percentage voorkeurstemmen uitgebracht op vrouwen per partij (Nederlandstalige partijen), Brussels Hoofdstedelijk Parlement - 1999, 2004 en 2009 / 10. Aantal en percentage voorkeurstemmen uitgebracht op vrouwen per partij (Franstalige partijen), Brussels Hoofdstedelijk Parlement - 1999, 2004 en 2009 / 11. Aantal en percentage voorkeurstemmen uitgebracht op vrouwen per partij, Parlement van de Duitstalige Gemeenschap - 1999, 2004 en 2009 / 12. Aantal en percentage voorkeurstemmen uitgebracht op vrouwen per partij (Nederlandstalige partijen), Europees Parlement - 1999, 2004 en 2009 / 13. Aantal en percentage voorkeurstemmen uitgebracht op vrouwen per partij (Franstalige partijen), Europees Parlement - 1999, 2004 en 2009 / 14. Aantal en percentage voorkeurstemmen uitgebracht op vrouwen per partij (Nederlandstalige partijen, alle parlementen) - 1999, 2004 en 2009 / 15. Aantal en percentage voorkeurstemmen uitgebracht op vrouwen per partij (Franstalige partijen, alle parlementen) - 1999, 2004 en 2009 / 16. Top 10 van de kandidaten met de hoogste penetratiegraad, Vlaams Parlement - 1999, 2004 en 2009 / 17. Vrouwen in de top 50 van de kandidaten met de hoogste penetratiegraad, Vlaams Parlement - 1999, 2004 en 2009 / 18. Top 10 van de kandidaten met de hoogste penetratiegraad, Waals Parlement - 1999, 2004 en 2009 / 19. Vrouwen in de top 50 van de kandidaten met de hoogste penetratiegraad, Waals Parlement - 1999, 2004 en 2009 / 20. Top 10 van de kandidaten met de hoogste penetratiegraad, Brussels Hoofdstedelijk Parlement - 1999, 2004 en 2009 / 21. Vrouwen in de top 50 van de kandidaten met de hoogste penetratiegraad, Brussels Hoofdstedelijk Parlement - 1999, 2004 en 2009 / 22. Top 10 van de kandidaten met de hoogste penetratiegraad, Parlement van de Duitstalige Gemeenschap - 1999, 2004 en 2009 / 23. Vrouwen in de top 50 van de kandidaten met de hoogste penetratiegraad, Parlement van de Duitstalige Gemeenschap - 1999, 2004 en 2009 / 24. Top 10 van de kandidaten met de hoogste penetratiegraad (Nederlandstalige partijen), Europees Parlement - 1999, 2004 en 2009 / 25. Vrouwen in de top 50 van de kandidaten met de hoogste penetratiegraad (Nederlandstalige partijen), Europees Parlement - 1999, 2004 en 2009 / 26. Top 10 van de kandidaten met de hoogste penetratiegraad (Franstalige partijen), Europees Parlement - 1999, 2004 en 2009 / 27. Vrouwen in de top 50 van de kandidaten met de hoogste penetratiegraad (Franstalige partijen), Europees Parlement - 1999, 2004 en 2009 / 28. Aantal en percentage vrouwen in de parlementen na de eedafl egging en na de samenstelling van de regeringen per partij en per parlement - 1999, 2004 en 2009 / 29. Samenstelling van de regeringen aan het begin van elke legislatuur, per partij en per parlement - 1999-2004, 2004-2009 en 2009-2014 7 VOORWOORD In België werd sinds het midden van de jaren 1990 een aantal wetten aangenomen ter waar- borging van een meer gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen op de kandidaten- lijsten voor de Europese, federale, regionale en provincie- en gemeenteraadsverkiezingen. De wijziging van de Grondwet van 21 februari 2002 en de daaruit voortvloeiende wetten van 5 mei 2003 waarborgen op hun beurt de aanwezigheid van personen van verschillend geslacht in het geheel van de regeringen van België. Om de impact van deze wetten op de deelname van vrouwen aan de politieke besluitvorming te evalueren, laat het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen systematisch een genderanalyse uitvoeren van de resultaten van de verschillende verkiezingen. In voorliggende publicatie wordt de balans opgemaakt van de vrouwelijke aanwezigheid in de regionale parlementen en in het Europees Parlement na de verkiezingen van 7 juni 2009. Zowel de samenstelling van de kandidatenlijsten, de effectieve samenstelling van de parlementen en regeringen als het gedrag van de kiezers tegenover vrouwelijke kandidaten worden gedetailleerd beschreven. Op basis van deze resultaten en die van de twee vorige regionale en Europese verkiezingen (1999 en 2004) wordt de impact van de pariteitswetten op de politieke deelname van vrouwen en mannen aan de verkiezingen geëvalueerd. Voor deze evaluatie werden drie verklarende factoren in rekening gebracht, die in de wetenschappelijke literatuur het vaakst naar voren worden geschoven, met name: - grootte van de kieskringen; - partijideologie; - het gedrag van kiezers, en meer bepaald de voorkeurstemmen voor kandidaten. Hoewel uit de gerealiseerde analyse duidelijk blijkt dat de pariteitswetten (en daarvoor de wet Smet-Tobback) in belangrijke mate hebben bijgedragen aan het versterken van de aanwezigheid van vrouwen in de parlementen, is het evident dat de politieke vertegenwoordiging van vrouwen en mannen nog niet volledig in evenwicht is. In dat kader zou een volgende stap in het Belgische engagement tot het tot stand brengen van een echte paritaire democratie erin bestaan om het ritsprincipe (het afwisselend toekennen aan mannen en vrouwen van de plaatsen op de kandidatenlijsten) uit te breiden naar het geheel van de verkiesbare plaatsen. Afgezien van specifi eke maatregelen, zou deze ook kunnen bestaan in de analyse en de integratie van de genderdimensie in elke toekomstige hervorming van het kiessysteem, conform de geest van de gender-mainstreamingwet van 12 januari 2007. Voorliggende studie werd in opdracht van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen uitgevoerd door het Departement Politieke Wetenschappen van de Universiteit Antwerpen. Ze liep van 1 juni tot 30 november 2009. We danken onderzoekster Sandra Sliwa en promotoren Prof. dr. Petra Meier en Prof. dr. Peter Thijssen voor het kwaliteitsvolle werk dat zij op zo’n korte tijd hebben verwezenlijkt. Michel Pasteel, Directeur van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen Maart 2010 8 INLEIDING Politieke en wettelijke context Sinds het midden van de jaren 1990 is in België een aantal wetten aangenomen met als doel de deelname van vrouwen aan de politiek te bevorderen. De meest bekende maatregelen in dit opzicht zijn de pariteitswetten. In 1994 voerde de wet Smet-Tobback de eerste quota voor kandidatenlijsten in: kieslijsten moesten minimaal 1/3 kandidaten van het ondervertegenwoordigde geslacht (lees: vrouwen) bevatten.1 De wet Smet-Tobback was van toepassing op alle verkiezingsniveaus. Sinds 2002 is een reeks nieuwe wetten van kracht,