De School in Betondorp
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
een kleine heldendaad EEN VERHAAL OVER HET VERZET VAN EEN ONDERWIJZER IN 1941IN BETONDORP EN OVER 4105 JOODSE LAGERE SCHOOL LEERLINGEN EN 133 JOODSE LEERKRACHTEN GEPUBLICEERD OP WWW.EENKLEINEHELDENDAAD.NL UITGEZOCHT EN OPGESCHREVEN DOOR AART JANSZEN het team van de Watergraafsmeer-school met de dames Meijer, Bos, Boom en van den Bosch. Schoolhoofd Kruimink (links) en de meesters Janszen (midden) en Graewert - schooljaar 1939/40 [op de achterkant staat: FOTO-FILMBUREAU BIJL - AMSTERDAM-W - HOOFDWEG 73] een briefje van het Stadhuis Het was juli 1941, het tweede jaar van de Duitse bezetting, dat alle hoofden van openbare scholen in Amsterdam een circulaire van het Stadhuis kregen met de opdracht ‘een nominatieve opgaaf te verstrekken van de leerlingen, die van Joodschen bloede zijn’. Zo’n acht maanden eerder, november 1940 waren alle joodse onderwijzers en onderwijzeressen, van de ene dag op de andere uit het onderwijs gestoten. Nu waren blijkbaar de joodse kinderen aan de beurt. Een paar dagen later zou de vakantie beginnen, ‘leerlingen die na de zomervacantie niet terugkomen, behoeven niet te worden vermeld’. Maar van alle anderen moest de opgave vermelden ‘de namen en voorletters van de kinderen en het leerjaar waarin deze leerlingen na de zomervacantie zullen plaats nemen’. een kleine heldendaad - 1 Op de meeste Amsterdamse lagere scholen zal het bezetting en bestuur gestencilde briefje van burgemeester Voûte voor nogal In de meidagen van 1940 vallen de wat onrust hebben gezorgd, maar slechts op één school Duitsers Nederland binnen, de regering was er werkelijk sprake van verzet. Toen het hoofd van wijkt uit naar Engeland. de Watergraafsmeerschool die donderdagochtend, zijn Na een paar dagen oorlog vestigt Adolf personeel opdroeg hem de gevraagde namen van de Hitler in Nederland een bezettings-macht leerlingen te geven, kreeg hij de wind van voren. Een met dr. Arthur Seyss-Inquart als zijn directe vertegenwoordiger, diens titel is leerkracht mopperde dat dit maar aan de ouders zelf Reichskommissar für die Niederlanden. gevraagd moest worden. Een andere zei dat hij Hij vestigt een Aufsichtverwaltung dat onmogelijk aan de namen noch aan de gezichten kon toezicht houdt op de Nederlandse zien, welke van zijn leerlingen van Joodschen bloede bestuurlijke organisatie. waren. Elk departement wordt - bij ontstentenis van de minister, geleid door de Secretaris- In die tijd waren de Watergraafsmeerschool samen met generaal (SG) of de Directeur Generaal de Pieter Nieuwlandschool, de enige twee scholen in (DG) Nederlanders die Duitsgezind waren Betondorp. Helemaal aan het eindpunt van tramlijn 9, (doch niet persé lid waren van de NSB ). aan de uiterste oostkant van Amsterdam, lag het De Ausichtverwalters met de titel General Kommissar hielden (dus) deze SG’s en tuindorp Watergraafsmeer, dat iedereen sinds de bouw, DG’s in de gaten, niets kon geschieden in de jaren ’20, Betondorp noemde. Het kleine buurtje zonder hun toestemming. lag nogal geïsoleerd ten opzichte van de stad en dat, Seyss-Inquart benoemde vier General tezamen met de vrij selectieve bevolkingsopbouw van Kommissars : Fishböck, voor Finanz und voornamelijk ambtenaren, onderwijzers en geschoolde Wirtschaft; Rauter, voor Sicherheits- wesen; Schmidt voor besonderen arbeiders, maakte de kleine gemeenschap tot een van Verwendung en Wimmer, voor die stedelijke dorpen waar iedereen met iedereen Verwaltung (bestuur) und Justiz. meeleefde. Zo kwam het dat de verscheidenheid aan (In het Nederlands hadden ze de titel maatregelen van de bezetter, gericht tegen de joodse Commissaris-generaal). Nederlanders daar extra hard aankwamen. Het Joodse vraagstuk viel onder de verantwoordelijkheid van Commissaris - Tegen eind november 1940 waren alle joodse generaal Wimmer. ambtenaren en leerkrachten van de ene op de andere In september 1940 wordt het bestuurlijke dag van hun functie ontheven. In Betondorp waar ruim toezicht verder uitgebreid door de 100 van de 1800 gezinnen joods was én de kostwinner benoeming van Beauftragten voor elke provincie en voor Amsterdam apart, met ambtenaar of leerkracht, kwam deze maatregel van de de titel Beauftragter des Reichskommissar bezetter als een klap aan. Ook de onderwijzers, für die stad Amsterdam. Dr. Hans mevrouw Hamburger-Monas, meester Pinto en meester Böhmcker wordt op 16 september 1940 Gosselaar, die in het dorp voor de klas stonden, moesten benoemd, hij vestigt zich aan het Museumplein. van de een dag op de andere, als melaatsen het veld ruimen. een kleine heldendaad - 2 bestuur Amsterdam Maar het begon al eerder, in september 1940 toen iedereen in overheidsdienst, verplicht werd een In 1931 wordt de fractievoorzitter van de verklaring in te vullen. SDAP, Emanuel Boekman, wethouder voor Onderwijs. Met de onderbreking van ‘Ter beoordeling van de vraag, of een bepaald persoon 1933-1934 (toen de sociaaldemocraten al of niet van Joodschen bloede is, dient als leidende niet mee-bestuurden in de stad) blijft gedragslijn te worden aanvaard, dat niet als te zijn van Boekman wethouder tot de meidagen van Joodschen bloede kan worden beschouwd hij, van wien 1940. Samen met zijn vrouw beneemt hij geen zijner vier grootouders naar zijn weten heeft zich dan van het leven. Wethouder behoord tot de Joodsche geloofsgemeenschap, dat wil Arbeidszaken Kropman neemt de zeggen, lid, of tijdelijk lid is geweest van een Joodsch onderwijs-portefeuille erbij. kerkgenootschap.’ Burgemeester Willem De Vlugt (1872- 1945), en de wethouders Bossevain, Iedereen die kon verklaren dat hij noch zijn echtgenote Kropman, Boeken, van Meurs, Rustige, of verloofde, ouders en grootouders tot de joodse Franke worden begin maart door Seyss- geloofsgemeenschap behoorde, kon volstaan met het Inquart uit hun functies gezet. De invullen en ondertekenen van een eenvoudige gemeenteraad is ook al buiten spel gezet. verklaring: formulier A. Vervolgens wordt Edward John Voûte (1887-1950) benoemd als regeerings- Dat formulier is de geschiedenis ingegaan als de commissaris. Hij heeft de bevoegdheid Ariërverklaring, maar het was dus eigenlijk een niet- wethouders te benoemen. Dr. J. Smit, jood-verklaring. Iedereen die de verklaring niet kon rector van het Hervormd Lyceum in tekenen werd vervolgens lastiggevallen met een lijst van Amsterdam, wordt de nieuwe Onderwijswethouder. vragen over de familie, verloofde of echtgenote en kinderen, over beroep en inkomen en privé-vermogen. Er wordt wel gesteld dat het ontslag van Dat betrof dan formulier B, dat bovendien in tweevoud burgemeester de Vlugt en diens wethouders werd ingegeven als ‘straf’ voor de moest worden ingediend. De gegevens moesten voor Februaristaking, die immers enkele dagen het eind van de maand oktober 1940 zijn verstrekt. Zo eerder plaatsgreep. Seyss-Inquart had echter kreeg de bezetter de beschikking over vrij gedetailleerde al per verordening bepaald dat alle colleges informatie over een aanzienlijk deel van de Joods- van B&W in heel Nederland, per 1 maart 1941 het veld moesten ruimen. Nederlandse gemeenschap. Namelijk, van de joden, die op enigerlei wijze in dienst waren van de Nederlandse Overigens, zowel op het ministerie als op overheid. Met de namenlijsten van joodse ambtenaren het Amsterdamse stadhuis werkten en leerkrachten die de afdeling Onderwijs van het uitsluitend Nederlandse ambtenaren, de meesten waren niet pro-Duits, een Amsterdamse stadhuis aan het departement van enkeling wel. Onderwijs stuurde, kon vervolgens vrij eenvoudig door De bezetter wilde graag op de cruciale dat departement vastgesteld worden welke posten in het overheidsapparaat ‘loyale’ onderwijzers, leraren, oogleraren en overig ambtenaren benoemen, maar bij gebrek onderwijspersoneel joods was. aan gekwalificeerde NSB-ers bleef dat meer wens dan werkelijkheid. een kleine heldendaad - 3 departement van onderwijs Rond 22 september ontvingen die allemaal van het departement een schrijven dat ze waren ontheven van Bij aanvang van de bezetting wordt het de waarneming van hun functie. Weliswaar met behoud ministerie voor Onderwijs, ambtelijk van het volle salaris, maar toch, ze stonden van de ene geleid door Secretaris-generaal G.A. van op de andere dag op straat. Poelje – na een ‘incident’ in september van 1941 wordt hij echter ontslagen en Bekend is dat op sommige universiteiten en middelbare tijdelijk opgevolgd door mr. H.J. Reinink. scholen nogal wat protesten hebben geklonken, maar Op 26 november 1940 wordt professor van het afscheid van de joodse collega’s op een groot dr. J. van Dam benoemd, hoogleraar Duits aan de Universiteit van Amsterdam. aantal Amsterdamse scholen is in de archieven geen Van Dam was geen NSB-er, maar wel pro- letter terug te vinden. Duits, al was het maar uit hoofde van zijn Wel is duidelijk dat het vertrek van zoveel leerkrachten professie. Hij blijft tot mei 1945 de het Amsterdamse openbaar lager onderwijs in grote hoogste baas op het departement. Maar in moeilijkheden bracht. In de hele stad ging het om ruim een zijkamertjes zit een ‘ministerialrat’, dr Schwartz, als toezichthouder namens het 100 op een totaal van een kleine 1000 leerkrachten. Het Duitse bestuur. duurde zeker tot najaar 1941 voordat op alle scholen in Het ministerie dat voordien ‘van alle opengevallen plaatsen was voorzien. Maar toen Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen’ waren inmiddels ook alle joodse kinderen verwijderd, heette, wordt bij van Dam’s benoeming een aantal scholen dientengevolge gesloten en zo’n gesplitst in enerzijds ‘Opvoeding, zeventien nieuwe lagere scholen, speciaal voor die Wetenschap en Cultuurbescherming’ (wat joodse kinderen opgericht. dan