www.ed.nl I sportredactie 088-0133020 of mail naar [email protected] I Maandag 9 MEI 2016 Sport HARD GRAS februari 2017 NR.112

Ook OranjeOranje Dumoulin raakt ZwartZwart doetdoet roze kwijt aan Kittel AmsterdamAmsterdam SPORT 10-13 ergerg veelveel pijn SPORT 16-17

No 112

SPORT 2-7

februari 2017 01 voorwoord voor woord

Er is een opvallende parallel tussen de conflicten van en met Johan Cruijff, een naam die nog lang niet is ­verdwenen uit het Nederlandse voetbal, voor zover hij al ooit ­vergetelheid zou kunnen worden. Cruijff adviseerde Van Basten reeds in 2008 alle jeugdtrainers bij Ajax te ontslaan, wat de nieuwe hoofdtrainer weigerde. Cruijff trok zich terug. In 1990 wilde Johan alleen bondscoach worden als hij een hele nieuwe technische en medische staf mocht benoemen. Michels weigerde en Cruijff trok zich terug. Dat laatste is een zijlijn in het verhaal van Erwin van de Pol waarin vooral een andere mythe rond Michels en Cruijff wordt ontkracht. Arthur van den Boogaard blinkt weer uit met een van zijn opvallende­ voetbalschrijvers-verhalen, Martin van Neck schrijft boeiend en ­geestig over het elftal van Vaticaanstad en Jan Luitzen toont aan dat de ­Koninklijke HFC uit Haarlem hoogstwaarschijnlijk niet de oudste ­voetbalclub van Nederland is. Laat HFC nu juist aan die fabel van Pim Mulier zijn koninklijke status danken. Inleveren die kroon dan maar.

Henk Spaan, Matthijs van Nieuwkerk, Hugo Borst

foto: Carli Hermes colofon 02 www.hardgras.nl

Redactie: Hugo Borst Matthijs van Nieuwkerk Henk Spaan

Assistentie: Simon Dikker Hupkes Esther Mourits Janneke van der Horst p/a Herengracht 499 1017 BT [email protected] www.hardgras.nl

Eindredactie: Zeger van Herwaarden Frank van Kolfschooten

Basis ontwerp: Jaap Biemans Overburen (Joost en Maarten)

Vormgeving: Maarten Geurink Ayla Maagdenberg Joost Overbeek

Cartoons: Gerrit de Jager

Marketing: Anne Broekman Herengracht 499 1017 BT Amsterdam Telefoon: 020-524 54 11 E-mail: [email protected]

Abonnementen: Jaarabonnement (6 nummers) € 49,95 Voor opgave en wijzigingen: Hard gras Abonneeservice Postbus 105 2400 AC Alphen aan den Rijn Telefoon: 0172 47 60 85 E-mail: [email protected]

Copyright: Auteursrecht voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt, door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

ISBN 978-90-263-3879-3 februari 2017 03 inhoudsopgave inhoud

04 20 30

Erwin van de Pol Martin van Neck Carolina Trujillo

42 50 64

Maarten Spanjer Jan Luitzen Arthur van den Boogaard

78 88 98

Erik Brouwer Annemarie Postma Jan van der Mast column 04 www.hardgras.nl februari 2017 05 column Wie schreef de brief van Cruijff?

Erwin van de Pol reconstructie 06 www.hardgras.nl

Op foto’s waar we Johan Cruijff schrijvend zien, zet hij zijn ­handtekening onder een contract. Hij was geen schrijver, hij had meer met getallen. De enige brief die hij waarschijnlijk ooit heeftgeschreven ­ is ook meteen het grootste raadsel in de autobiografie van Cruijff, door Jaap de Groot opgetekend in Johan Cruijff. Mijn verhaal. Die brief is het verzoek van Cruijff om trainer te mogen zijn. Het verzoek in de brief staat niet op zich en gaat niet alleen over Cruijff. Het gedoe eromheen had vergaande gevolgen voor oud-voetballers met trainers­ ambities en de diplomering van coaches in het betaald voetbal. Het leverde dilemma’s op die tot de dag van vandaag spelen, samengevat in de legendarische woorden van oud-voetballer en ex-coach Co ­Adriaanse: ‘Een goed paard is nog geen goede ruiter.’ Maar de vraag is: wie heeft de brief van Cruijff geschreven? Cruijff in elk geval niet.

In 1985 was Cruijff klaar om Ajax te trainen. Na enkele schijn­ bewegingen begin dat jaar in Zuid-Limburg bij Roda JC en MVV, wilde Cruijff terug naar zijn oude club. In Amsterdam overheerste hetzelfde gevoel. Cruijff schreef, volgens Mijn verhaal samen met Rinus Michels die toen bij de KNVB werkte, begin 1985 een brief aan de KNVB om als coach in het betaalde voetbal te mogen werken. Dat wilde dus zeggen: ‘zonder vijf of zes jaar studie en cursussen’. Want: ‘Ik was meer coach dan trainer en weer meer speler dan coach.’ In de brief stond naar Cruijffs zeggen het voorstel om oud-internationals een trainersexamen te laten doen, om die vakken waarvoor ze zakten vervolgens in praktijklessen op te pakken. Cruijff vond dit voor zichzelf overigens een te groot risico. ‘Omdat ik zo anders over voetbal dacht dan de meeste anderen, en zéker anders dan de docenten van de cursus, was ik waarschijnlijk nooit door het examen gekomen,’ zo vertelt hij in Mijn verhaal. Het was ook altijd wat.

‘Omdat ik zo anders over voetbal dacht dan de meeste anderen, en zéker anders dan de docenten van de cursus, was ik waarschijnlijk nooit door het examen gekomen.’

De KNVB reageerde maandenlang niet en bij Ajax ontstond toen het plan Cruijff technisch directeur te maken. Zonder diploma’s, maar met zeggenschap over alle technische zaken binnen de club, en de volledige verantwoordelijkheid van de jeugdopleiding tot de, midden jaren tachtig wel bijzonder talentvolle, eerste selectie. februari 2017 07 reconstructie

Voorjaar 1985 was er over deze kwestie aanhoudend rumoer in de pers. Alles over Cruijff was, en is nog steeds, de moeite waard om nieuws te zijn. Wat hij van plan was te gaan doen, hing als een sluier over het Nederlandse voetbal. En Cruijff wilde trainer-coach worden, trainer-coach zijn. Anders gezegd, hij wilde per se het trainingsveld op, en tijdens wedstrijden langs de lijn zijn team leiden, terwijl Ajax destijds al drie gediplomeerde en uiterst ervaren trainers in dienst had: Spitz Kohn, Cor van der Hart en Tonny Bruins Slot; en Cruijff officieel alleen de eretitel van technisch directeur mocht voeren, niet die van trainer of coach. De brief met de vraag wat hij moest doen om van technisch directeur coach te worden, bleef in Zeist lang hangen. Mijn verhaal wijdt er heel wat bladzijden aan, en ook in de biografie van Bas Barkman, Rinus Michels, staan enige alinea’s met een min of meer gelijkluidende versie van Cruijffs verhaal. Alleen laat Barkman het verhaal rond de brief eind oktober 1985 beginnen, wat nooit kan kloppen aangezien het stof dat de brief in de pers deed opwaaien, maanden daarvoor alweer was neergedaald. Volgens Johan Cruijff c.q. Jaap de Groot heeft hij ‘in overleg met Rinus Michels de brief opgesteld’. Maanden later, zo staat te lezen in Mijn verhaal, bleek echter dat juist Michels binnen de KNVB voor Cruijffs idee was gaan liggen. Een merkwaardige gang van zaken, die Cruijff, wanneer het werkelijk zo was gegaan als in Mijn verhaal wordt ­beschreven, natuurlijk totaal niet begreep. Maar gewoon even die ene vraag stellen aan de ander was blijkbaar niet aan de orde. De verstandhouding tussen Michels en Cruijff was typisch voor Amsterdammers onder elkaar: keihard of sentimenteel, zonder iets ertussen. Vochtige ogen als die van Michels wanneer hij met zijn bariton bij belangrijke gelegenheden weer eens zijn favoriete liedje Droomland inzette. Over een land ‘ergens hier ver vandaan, waar geen leed kan bestaan’. En volgens ex-voorzitter van Barcelona Joan Laporta, tevens goede vriend van Cruijff, was er ondanks alles niemand in de voetbalwereld die Johan Cruijff zo bewonderde als Rinus Michels, zo stelt hij in een recent interview met Edwin Winkels in Het Parool. De twee hadden veel aan elkaar te danken, maar zaten elkaar ook geregeld in de weg. Zo is Cruijff nooit bondscoach van Nederland geworden, omdat Michels dat in 1990 torpedeerde. Net als de regeling die Cruijff voorstelde om proftrainer te kunnen worden, jaren eerder. Volgens Mijn verhaal vernam Cruijff dat zijn verzoek wasafgewezen ­ van de toenmalige Ajax-voorzitter Ton Harmsen, die als toenmalig­ bondsbestuurslid dicht op het vuur zat. Nou blijkt Harmsen in deze toch niet direct de betrouwbaarste bron. Ten eerste valt na ­doorvlooien van twee jaar notulen van het KNVB-bondsbestuur in reconstructie 08 www.hardgras.nl

de betreffende periode op, dat juist hij vaak afwezig is. Daarbij liet vicevoorzitter Jacques Hogewoning van de sectie betaald voetbal in Het Vrije Volk, een teloorgegaan sociaaldemocratisch dagblad, van 22 juli 1985 in alle openheid weten dat, toen de zaak begon te spelen KNVB-manager Rinus Michels en Ajax-vicevoorzitter Arie van Eijden wél moesten worden geconsulteerd, maar dat ‘het verstandig was om Harmsen als Ajax voorzitter en sectiebestuurder van de KNVB buiten de ­discussie te houden’. Harmsen stond ook niet bepaald bekend om zijn op samenwerking­ gerichte karakter. Hogewoning al evenmin, en als jurist was hij voldoende op zijn hoede voor de precedentwerking van een mogelijke dispensatie voor Cruijff. Terecht, zou zo achteraf blijken. In juni 1985 kwam in elk geval het bericht dat het voorstel van Cruijff was afgewezen, door toedoen van Michels dus, zo heette het. Voor Cruijff een enorme teleurstelling, omdat hij er zo van overtuigd was geweest dat Michels hem juist op weg had geholpen met zijn aanvraag per brief, begin 1985. ‘Ik vond dat een heel vreemd verhaal (…) Ik kan het nog steeds niet geloven. Ik heb het ook nooit meer aan Michels gevraagd, omdat ik het me niet kan voorstellen. Nog steeds niet.’

Niet alleen Jaap de Groot heeft zich, zoals in alles wat met Cruijff te foto: Hollandse Hoogte maken had en heeft, ook in dit verhaal tot diens spreekbuis gemaakt, ook de andere jarenlange microfoon van Cruijff liet zich in deze ­kwestie niet onbetuigd. Johan Derksen praat in de Michels-biografie van Barkman het bekende verhaal nog eens na, en laat verder weten dat Cruijff hem de hele geschiedenis een jaar erna al had verteld. Derksen vond het verbijsterend dat Michels het zo gespeeld had, eerst een brief voor Cruijff schrijven en dan kort daarna een negatief advies geven. ‘Ik had hem (Derksen doelt op Michels, EvdP) tot die tijd ­redelijk hoog zitten, maar toen ik dat hoorde, zakte hij voor mij door het ijs.’ Maar waarom wilde Michels Cruijff dan pertinent geen dispensatie geven? Volgens De Groot en Derksen omdat Michels een ongezonde soort naijver erop nahield tegenover Cruijff, zo staat in de Michelsbiografie ­ van Bas Barkman, die hierover ook Michels’ boezemvriend Rolf Leeser aan het woord laat, die stelt ‘dat Rinus een man van regeltjes was’. En dat mevrouw Michels eveneens een rol speelde: ‘Will vond het maar onzin dat Johan zomaar iets kreeg waar Rinus jarenlang een cursus voor had gevolgd.’ Het was voor Cruijff alles bij elkaar, zeker gezien zijn relatie met Michels, moeilijk te verteren dat hij zijn zin, het trainersdiploma, niet kreeg. We kunnen het Cruijff en/of Michels natuurlijk niet meer vragen, maar intussen wel enige helderheid verschaffen in al deze februari 2017 09 reconstructie foto: Hollandse Hoogte

vertroebelde beeldvorming. Cruijffs kleine verdriet komt voort uit een tekortschietend geheugen, en omdat het Jaap de Groot in deze ontbrak aan een goede bron. Je kunt gewoon niet alles weten. Het hele punt is, dat de brief niet door, of met hulp van, Rinus Michels is geschreven. Michels wist helemaal niet van een brief. Dat zit als volgt.

Midden jaren tachtig was het, zoals wel vaker, ongezellig in Zeist. Vooral bondscoach en Ger Blok, de coach van het ­UEFA-team, konden elkaar niet luchten of zien. Om de crisis te ­bezweren deed de KNVB wat ongeveer elke club doet als ze er niet meer uitkomt. De bond koos voor het aanstellen van een technisch ­directeur, met als functienaam ‘bondsmanager’. Er waren drie kandidaten: Kessler, Zwartkruis en Michels. Rinus Michels, de sfinx, behoorde tot de categorie die de essentie van de functie begreep. Hij was er op het goede moment en wachtte op zijn kans om weer tot bondcoach te promoveren. Die gelegenheid deed zich al gauw voor. Kees Rijvers vond dat zijn positie door de komst van Michels ­onmogelijk was geworden en hield de eer aan zichzelf. Michels’ kamergenoot in Zeist, Jan Kasper, was als verantwoordelijke voor alle aangelegenheden rond de trainersopleidingen intussen volop column 10 www.hardgras.nl

‘Meneer Kasper, ik wil trainer worden. Wat moet ik doen?’ ‘De ­opleidingen ­volgen, Johan. ­Beginnen bij ­Oefenmeester III, ­daarna II, dan I en na wat ervaring de ­opleiding tot Coach Betaald Voetbal.’­ Dat idee landde niet zo. februari 2017 11 reconstructie

bezig die een nieuwe vorm te geven. Kasper (nu 72 jaar oud) is tot de dag van vandaag actief in voetbalwereld en begeleidt het Nederlands elftal onder 19. In het verleden was hij directeur bij FC Twente, bij AZ en tweemaal bij de KNVB. In 1985 werkte hij bij de KNVB als Hoofd Opleidingen, en hij herinnert zich nog goed hoe hij op een werkdag in Zeist door Cruijff werd gebeld. Ze hadden elkaar al weleens ontmoet, maar kenden elkaar niet echt. ‘Meneer Kasper, met Johan Cruijff.’ ‘Wat kan ik voor je doen, Johan?’ ‘Meneer Kasper, ik wil trainer worden. Wat moet ik doen?’ ‘De opleidingen volgen, Johan. Beginnen bij Oefenmeester III, daarna II, dan I en na wat ervaring de opleiding tot Coach Betaald Voetbal.’ Dat idee landde niet zo. Cruijff wilde met Kasper verder praten en de twee maakten een afspraak in Zeist. Het gesprek vond plaats in de toen gloednieuwe ­bestuurskamer van het KNVB Sportcentrum boven het restaurant van het hotel, zichtbaar voor iedereen. Kasper heeft zijn agenda van 1985 nog, het gesprek was op 20 maart om 12.00 uur. Tijdens het gesprek benadrukte Cruijff dat zijn carrière alsspeler ­ ­definitief was beëindigd. Hij wilde op het hoogste niveau gaan ­coachen. Kasper: ‘Aangezien hij niet de vereiste papieren had, zou hij eerst in dienst treden als technisch directeur bij Ajax. Dat was al bedacht.’ Omdat hij ook actief op het veld met de spelers aan de gang wilde, vroeg hij Kasper of er dispensatie mogelijk was, maar die vertelde hem dat die mogelijkheid niet bestond bij de KNVB. ‘Johan, als je toch op het veld gaat staan en de training gaat leiden en tijdens de wedstrijd gaat coachen, dan handel je in strijd met de ­reglementen en, vooral, in strijd met de eisen die het vak aan een dergelijke functie verbindt. Als je het toch doet zal de KNVB dat niet pikken en je voor de tuchtcommissie dagen.’ Cruijff nam daar geen genoegen mee en vroeg of er echt geen ­mogelijkheden waren om dat toch voor elkaar te krijgen. Kasper schoot tijdens het gesprek het fenomeen eredoctoraat te binnen, een promotie tot eredoctor in een wetenschap zonder dat daarvoor het schrijven van een proefschrift vereist was. Honoris causa, vrij ­vertaald: ‘om reden van eer’. Hij bracht het in en legde Cruijff uit dat zoiets wordt verleend aan personen die een uitzonderlijke prestatie in relatie tot de wetenschap hebben geleverd of die titel krijgen voor ­niet-academische prestaties op maatschappelijk gebied. Cruijff had er nooit van gehoord, maar voelde wel voor een ­eredoctoraat Coach Betaald Voetbal. Zo zou hij immers het ­opleidingstraject kunnen vermijden. Hij vroeg Kasper hoe hij dat kon aanvragen, zo’n honoris causa. reconstructie 12 www.hardgras.nl

‘Een verzoek schrijven aan het Bondsbestuur van de KNVB.’ ‘Kunt u dat niet voor mij doen?’ Cruijff sprak ook Michels in die tijd nog aan met ‘u’. Kasper ging ter plekke overstag vanwege Cruijffs charisma. ‘Johan had een overmatig gevoel voor sturing en een natuurlijke vorm van leiderschap. Dus ik zei: ‘Dat kan. Maar de brief wel ongezien ­meenemen en op de post doen in Vinkeveen.’ Hij dicteerde zijn toenmalige secretaresse Hera van der Giessen het verzoekschrift. Zij bevestigt dit en herinnert zich het nog goed. Ze heeft het ook over de ‘honoris causa kwestie’. ‘Om niet door de mand te vallen schreef Hera de brief op de ­typemachine in een ander lettertype dan dat normaal door de KNVB werd gebruikt. Johan stond erbij, nam de brief mee en deed hem zoals afgesproken ergens in zijn woonplaats Vinkeveen op de bus.’ Jan Kasper hoorde wekenlang niets meer over de brief en het initiatief. Cruijff volgens Mijn verhaal pas na een paar maanden. Op een morgen kreeg Kasper een belletje van de algemeen directeur van de KNVB Evert van Eijk of hij even naar zijn kamer kon komen. ‘Ik had geen idee waarom hij dat vroeg. Het reguliere directie­ overleg was altijd op een ander moment en het was niet gebruikelijk dat er ­tussentijds apart met elkaar werd overlegd. Er moest dus iets ­bijzonders aan de hand zijn. Toen ik op zijn kamer klopte en hij open deed, zag ik dat ook bondsvoorzitter Jo van Marle en de voorzitters van het Betaald Voetbal en het Amateur Voetbal in die kamer waren. We gingen niet zitten.’ Bondsvoorzitter Van Marle stelde hem een indringende vraag. ‘Jan, heb jij die brief voor Cruijff geschreven om hem via een soort e-re-doc-to-raat­ ho-no-ris cau-sa dispensatie te geven voor alle trainers­opleidingen?’ Ze hadden geconcludeerd dat Kasper achter het verzoek moest zitten. Het overleg met Cruijff in de nieuwe bestuurskamer destijds was niet onopgemerkt gebleven.

‘Jan, heb jij die brief voor Cruijff geschreven­ om hem via een soort e-re-doc-to-raat­ ­ho-no-ris cau-sa dispensatie te geven voor alle trainers­ opleidingen?’­

‘En de schrijfstijl van de brief was die van mij, niet die van Cruijff. Daar hadden ze serieus onderzoek naar gedaan. Toen ik bevestigde dat ik Cruijff met de brief had ‘geholpen’ kreeg ik van het bestuur februari 2017 13 reconstructie

­ongelooflijk op mijn donder. Hoe ik het in mijn hoofd had gehaald om dat te doen zonder vooroverleg met het bestuur en de algemeen ­directeur. Zij vonden dat ik hen voor het blok had gezet. Verder kreeg ik te horen dat deze actie een reden zou kunnen zijn om mij te ­ontslaan. Dat is niet gebeurd. Het heeft mij wel wat angstzweet bezorgd of ik mijn functie wel zou mogen houden nadat ik zo op mijn sodemieter had gekregen.’

Er ontstond daarna totale verwarring rond de brief, opgetekend in De Telegraaf door Jaap de Groot, die er op zijn beurt nog wat verwarring aan toevoegde. Eerst had de KNVB met een negatief besluit op de brief gereageerd, maar Van Marle liet weten dat dit op een misverstand beruste. Formeel was er inderdaad afwijzend gereageerd op de brief, maar die zou opnieuw, en dan principieel, weer aan de orde komen in het bondsbestuur. Volgens De Groot had Cruijff eerst advies ingewonnen bij Michels en Kasper. Op 2 april had hij een brief van Van Eijk ontvangen met de boodschap dat zijn voorstel in de brief was afgewezen. De brief van Cruijff was gericht aan het bondsbestuur, maar is daar, volgens het Telegraaf-artikel, nooit aangekomen. Het verzoek zou ­behandeld zijn in de zogenaamde technische commissie, die het bondsbestuur op de hoogte moest brengen. Dat gebeurde niet, of te laat. Bovendien had Cruijff wel, maar de KNVB geen, advies ­ingewonnen bij hun eigen experts Kasper en Michels. Volgens De Telegraaf waren die twee allebei op de hoogte van Cruijffs initiatief, en het artikel gaat nog verder: De reactie van Jo van Marle daarop is even verrassend als verwarrend:­ ‘De brief is nog niet in de commissie behandeld...’ Maar hoe kan Cruijff dan op 2 april een afwijzend antwoord gekregen hebben? Van Marle weer: „Het is het goed recht van bondsdirecteur Van Eijk, dat hij Cruijff alvast geantwoord heeft, maar dat wil niet zeggen dat de zaak nu van de baan is. Het bondsbestuur hoort namelijk een definitievebeslissing ­ te nemen en dat gebeurt zéér binnenkort. Dan komt de brief van Cruijff opnieuw aan de orde en is het tevens de bedoeling om tijdens de ­discussie ook de positie van andere voetballers te bespreken, die een ­zekere staat van dienst voor het Nederlandse voetbal hebben. Ik denk dan ook aan mensen als Wim van Hanegem en Willy van de Kerkhof.’

Vier dagen later verklaart Cruijff in zijn eigen (door Jaap de Groot geschreven) column in De Telegraaf dat ‘ik zelf aangenaam verrast werd, door de mededeling dat mijn brief (waarin ik informeer naar de mogelijkheden om in het bezit van een trainersdiploma te komen) aan de KNVB nu toch zal worden behandeld in het college waarvoor het bestemd was. Op dit moment zijn er nog geen nieuwe ontwikkelingen, reconstructie 14 www.hardgras.nl

maar het zal duidelijk zijn dat door alle complicaties vooraf, ik de ­verdere afhandeling in het bondsbestuur op de voet zal blijven volgen.’ Daarvoor had Cruijff geduld nodig, een eigenschap die hem slecht paste. In eerste instantie bleef de KNVB dwars liggen. Er waren nog een hele hoop bureaucratische reflexen af te werken binnen de bond. Onder Kaspers opvolger Henk van de Wetering bleef de dispensatie en de licentie voor Cruijff een bestuurlijk en juridisch hoofdpijn­ dossier, zonder aanvaarde oplossing. ‘Ik heb er twintig jaar last van gehad. Bij elke topvoetballer die wat wilde, speelde het weer op. Ik zat ermee in mijn maag. Neem het aantal interlands dat internationals moesten hebben gespeeld voor de verkorte cursus die later kwam. Dat was eerst 40 voor de generatie Krol, Van Hanegem. Hoger kon niet, want Cruijff had maar 47 interlands op zijn naam. Maar de generatie van 1988 speelde veel meer interlands, dus daar werkte 40 niet meer als ­scheidslijn. De positie van Rinus Michels daarin was ook geen gemakkelijke. Hij moest als technisch directeur binnen de bestuurlijke slangenkuil van de KNVB, alle clubs en de VVON (Vereniging van Oefenmeesters Nederland) jarenlang wel heel veel mensen te vriend houden. Jammer dat Cruijff geen bondscoach werd in 1990, maar hij had wel als eis dat hij de hele staf naar huis mocht sturen. Daar ging Michels niet in mee, dat had hem te veel scheve ogen opgeleverd bij de KNVB. Het karakter van Johan werkte ook niet mee in al die affaires over trainerschap en bondscoach. Het was bij Johan zwart of wit, grijs bestond niet. Voor Michels wel.’ Volgens van de Wetering was de relatie tussen Michels en Kasper ook niet echt warm. De versie van Kasper dat hij de brief schreef en Cruijff hem benaderde, ligt volgens hem voor de hand. Kasper heeft gedurende de hele procedure Michels nooit ingelicht. ‘Hij heeft het via het bondsbestuur gehoord.’ Toch verklaart Jaap de Groot in de Michels-biografie van Barkman uit 2011 dat hij erbij was in Vinkeveen bij Cruijff thuis toen Cruijff belde naar de KNVB met het verzoek om een trainersdiploma. Dat klopt natuurlijk, waarom zou je dat verzinnen? De Groot gaat er bij Barkman vanuit dat het in zijn herinnering een telefoongesprek met Michels was. Daarbij was Michels’ gezondheid in die periode dramatisch aan het verslechteren. Op 27 januari 1985 werd hij opgenomen in het ziekenhuis­ na een licht hartinfarct. In het AMC in Amster- dam kreeg hij toen een tweede infarct, en vervolgens onderging hij een hartoperatie,­ op 5 of 6 februari. Hij bleef nog ongeveer een maand in het ziekenhuis en hield daarna drie weken vakan- tie. Het was die ­periode zelfs de vraag of hij ooit nog bij de KNVB zou terugkomen. Eind maart liet hij weten dat hij zijn taken bij de KNVB weer wilde oppakken,­ en hij was pas weer echt actief rond februari 2017 15 reconstructie

de ­kwalificatie­wedstrijden voor het WK’86 tegen Oostenrijk en ­Hongarije, op 1 en 14 mei.

Uiteindelijk kreeg Cruijff in januari 1986 ­dispensatie. Hetzelfde besluit van de KNVB betrof ook de ogenschijnlijk vergelijkbare casus , maar die kreeg de dispensatie niet.

Uiteindelijk kreeg Cruijff in januari 1986 dispensatie. Hetzelfde besluit van de KNVB betrof ook de ogenschijnlijk vergelijkbare casus Willem van Hanegem, maar die kreeg de dispensatie niet. Dat leverde weer dagen achtereen krantenartikelen op. Het rumoer van toen lezend, valt op dat een en ander voorbij gaat aan de werkelijke aard van het besluit. Cruijff krijgt in de vergadering van het bondsbestuur van 28 januari 1986 de dispensatie ‘voor de duur van het contract’ omdat deze bestemd is voor ‘een technisch directeur die wil functioneren als trainer Coach Betaald Voetbal’. Tevens stelt het bondsbestuur vast, dat: - de BVO Ajax het aantal voorgeschreven gediplomeerde oefenmeesters­ heeft; - dat Cruijff met zijn staat van dienst het voetbal nationaal en ­internationaal positief heeft beïnvloed; - Cruijff een positieve bijdrage kan blijven leveren aan het voetbal. De motivatie in hetzelfde besluit om Van Hanegem geen dispensatie­ te geven is ‘dat het niet nodig is, want van Hanegem is adviseur ­technische Zaken en geen technisch directeur die wil functioneren als trainer coach Betaald Voetbal’. Zo wordt dus op een juridisch krakkemikkige manier de motivering om de situatie van Cruijff heen gebouwd. Rinus Michels is bij uitzondering deels aanwezig op deze ­historische vergadering van het bondsbestuur. Hij was uitgenodigd om een ­toelichting te geven over de functies bij de vertegenwoordigende ­elftallen. Michels geeft een uitleg over waarom je nooit thuis bent als coach, houdt een boutade over de tijdschrijverij waaraan hij moet meedoen en verdwijnt weer voordat de dispensatie-kwestie aan de orde is.

Kasper kijkt op het hele circus met de bekende gemengde gevoelens terug. ‘Het staat nog op mijn hersenschors dat ik die brief begin 1985 schreef. Cruijff en Michels waren toen wat uit elkaar gedreven en column 16 www.hardgras.nl

Volgens Kasper is ervaring­ als ­topvoetballer alleen niet genoeg. En met alleen competenties red je het ook niet. ‘Verantwoord training geven is een vak waar je bijvoorbeeld op een beroepsopleiding als het CIOS jaren over doet om het je eigen te maken.’­ februari 2017 17 reconstructie

Michels zou die brief toen nooit voor Johan geschreven hebben. Ik wil ­benadrukken dat het voor mij volstrekt onbelangrijk is wie die brief heeft geschreven. Maar hoe terecht de uitzonderingspositie voor Cruijff was, bleek later uit de successen die hij behaalde als coach zonder opleiding. Cruijff was een fenomeen dat allevoorwaardelijke ­ opleidingswetten om te slagen logenstrafte. Belangrijk vind ik dat met de licentie voor Johan bewezen is dat opleidingen niet een voorwaarde­ zijn om in de top van de sport succes te hebben. Anderzijds­ bewijzen­ anderen uit de top die de opleidingen wel volgden zoals Gullit­ en Van Basten dat je ook niet of half kunt slagen. Daar zit een inschattingsfout.’­ Volgens Kasper is ervaring als topvoetballer alleen niet genoeg. En met alleen competenties red je het ook niet. ‘Verantwoord training geven is een vak waar je bijvoorbeeld op een beroepsopleiding als het CIOS jaren over doet om het je eigen te maken.’ Dat er wel iets moest gebeuren voor de topspelers met veel ­interlandervaring en de ambitie om coach te worden, was toen ook al wel duidelijk. Ze moesten behouden blijven voor het Nederlandse voetbal, en dat idee heeft Kasper tijdens zijn tweede periode in de jaren negentig bij de KNVB met toenmalig bondcoach Guus Hiddink verder uitgewerkt, gedurende de voorbereidingen van het Nederlands elftal en op toernooien van de KNVB-jeugdselecties. ‘Samen wandelend­ langs het strand. Krijg je altijd de beste ideeën.’

Dat er wel iets moest gebeuren voor de ­topspelers met veel interlandervaring­ en de ambitie om coach te worden, was toen ook al wel duidelijk.

Cruijff zijn echte honoris causa, zijn licentie dus waar de brief eigenlijk over ging, ontving hij uiteindelijk toch, bijna een jaar later. Als dank voor wat Cruijff had betekend voor het Nederlandse voetbal, schonk het bondsbestuur van de KNVB hem op 1 juni 1987, twee weken na de door Ajax gewonnen Europacup II-finale in Athene, de licentie Coach Betaald Voetbal. Het gewilde document was op grond van ‘zijn verdiensten voor het Nederlandse voetbal in het algemeen en Ajax in het bijzonder’, en nog paar prachtige dingen meer die in het boek van Jaap de Groot staan. De brief van Cruijff had met zware vertraging en lange omwegen ten slotte toch zijn effect gehad. Cruijff kreeg zijn diploma, zonder studie en de facto honoris causa. De licentie werd verleend onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat ze reconstructie 18 www.hardgras.nl

eenmalig zou worden verleend. En dat is sinds 1987 ook niet meer ­gebeurd. Het was als je de foto’s in de pers bekijkt een echt diploma, een groot papier met letters, een soort oorkonde. Zou Cruijff hem bewaard hebben en hangt hij nu op de wc in Barcelona?

Maar de brief, het document zelf, waar is die? De KNVB laat in eerste instantie weten ‘alleen de vaantjes en ­gelijksoortige relikwieën te bewaren’. Ook stond toenmalig ­KNVB-­directeur Van Eijk bekend om zijn heldere archiefbeleid, dat ­neerkwam op de volgende richtlijn: ‘het kost alleen maar geld en ruimte om alles ouder dan drie jaar te bewaren’. Wat de Culturele Revolutie onder Van Eijk heeft overleefd, is in 1998 is ter bewerking naar het Nationaal Archief in Den Haag overgebracht. Daar ligt het archief van de KNVB nog steeds, volgens de website ‘voor langere tijd in beheer, niet in eigendom verkregen’. Evengoed voldoende te vinden, zoals de openbaarheid van de: Agenda’s, toelichtingen en notulen van de bestuursvergaderingen van de (Koninklijke) Nederlandsche Voetbalbond, 1919-1995, en de: Agenda’s, toelichtingen en notulen van de vergaderingen van het Bestuur Betaald Voetbal, 1954-1991; beide echter ‘beperkt inzichtelijk tot 1 januari

2020’. foto: Hollandse Hoogte Je hebt toestemming van de KNVB nodig om die in te zien. Na een maand mailtjes en telefoontjes over en weer is het zover en mogen wij in het Nationaal Archief op zoek, gewapend met een brief van het hoofdbestuur van de KNVB, zelfs ondertekend door de directeur Amateur Voetbal. Wij benadrukken hierbij dat deze toestemming wordt verleend ­uitsluitend voor het achterhalen van de hierboven onder 1. bedoelde brief van Johan Cruijff, alsmede de onder 2. genoemde (trainers-) licentie. Het staat u derhalve niet vrij om van enig ander document/ andere informatie, op welke wijze dan ook, uit de betreffende stukken van de KNVB in het Nationaal Archief gebruik te maken en/of daarover te publiceren. Nog drie jaar, dan is het 2020 en schrijf ik alles op. Over dat Jacques Hogewoning drie bondsstropdassen voor zichzelf wilde en Van Marle en Kastermans er elk maar één kregen, over dingen die nooit zijn ­weggeweest, zoals gedoe over sponsors, spelregels, tv-rechten en over te spelen en te organiseren toernooien. Alleen André van der Louw heeft af en toe een oprisping over trainerslicenties. Meestal tot clubs en personen te herleiden kwesties, die hij aan de zijlijn van een amateurveld in de Rijnmond lijkt te hebben gehoord. We schrijven het allemaal niet op.