an het Historisch Genootschap Beemster Inhoud

Van de redactie l

De lotgevallen van een Beemsters gezin in de landbouwkolonie l

De was 5

Ijsclub Bamestra 7

Reclame over de post 9

'Lommerrijke lanen': wegbeplanting in de Beemster 11

Buitenplaatsen in de Beemster 17

Museumstukken: Het zweepje 21

Willem Usselincx 22

Reaclies van lezers. . . 24 Van de Redactie Rijkdom en armoede wisselen elkaar afin deze Schouwschuit. Soms in een heel kort tijdsbestek zoals bij Willem Usselincx die rijk de Beemster binnenkwam, honderden morgens grond kocht, maar haar vier jaar later in armoede weer ver- liet. Voor de welgestelde families die in de Beemster een hadden duurde het langer. Dichtte Vondel in 1644 nog: 'Hier rijt de koets uit spelen. Men danst men banketleert in 's Koopmans rijke buurt', zo'n honderdvijftig jaar later was het feest voorbij. De welvaart verdween en de armoe na de Franse tijd leidde tot de oprichting van de Maatschappij van Weldadigheid, met ook in de Beemster een afdeling. Maarten Alles reist met vrouw en kinderen van de vruchtbare Beemster klei naar het veen van de landbouwkolonie Frederiksoord. Wat bleef is de faam van de Beemster als Neerlands schoonste , rijk aan bomen en 'bekoorlijke dreven' die 'oog en hart voldoen'. Die eigenschappen worden na de Eerste Wereldoorlog aangewend om een nieuwe bron van inkom- sten aan te boren: Vreemdelingenverkeer. De lotgevallen van een Beemsters gezin in de land- bouwkolonie

Wil Schackmann1 Ook de Beemster merkt de immense armoede die Nederland anno 1818 in haar greep houdt. Enkele eeuwen eerder waren we - de Gouden Eeuw - verreweg het rijkste land van de hele wereld, maar nu is het niks meer. Er moet wat gebeuren. De Maatschappij van Weldadigheid vraagt de burgers een stuiver per week opzij te leggen. Met het zo gevormde kapitaal kunnen arme gezin- nen worden overgebracht naar het nog onontgonnen Drenthe om daar te leren de eigen kost te verdienen.

Het initiatief slaat geweldig aan, wat Als de Maatschappij ter ondersteuning de Maatschappij ook wel verwacht van het initiatief een eigen maandblad had gezien het 'algemeen erkend wel- gaat uitgeven, treffen we op de eerste dadig karakter onzer natie'. Alle kran- abonneelijst 'toute Beemster1 aan. Jan ten maken juichend melding van deze van de Capelle, K. de Goede, L. Hoge- 'verbroedering', vanaf kansels worden toorn, J. Kooi, C. Lakeman, P. Minnis, oproepen gedaan, sympathiserende J. Oudejans, J. Schoof, P.J. Smit en notabelen laten plakkaten verspreiden, schout Klaas Kunst. Plus de volledige in de betere buurten gaat men van deur geestelijkheid: predikant L.J. van tot deur, in elke stad of dorp - ook in Dam, pastoor J.A.Lexius en Jan Har- de Beemster wordt een 'sub- tog, 'Mennonite predikant in de Beem- commissie van weldadigheid' opge- ster'. richt, heel Nederland wil dat dit dorp Nog in 1818 wordt een eerste 'proeve' geopend wordt. genomen met 52 huisjes in de nieuwe Gravure van de proejkolonie te Frederiksoord 1825 nederzetting Frederiksoord, vernoemd 'kustkanonnier' en is getrouwd met naar de jongste zoon van koning Wil- plaatsgenote Marijtje Bakker. Het stel lem I. Blakend van optimisme wordt heeft zes kinderen en is bereid een die proefneming na drie maanden als nieuwe start te maken in het verre geslaagd beoordeeld, eind 1819 komen Drenthe. Midden maart 1820 maken ze er vijftig huisjes bij en begin 1820 mag de reis over de . ook de Beemster een gezin zenden. Het Maar een paar dagen later meldt de plaatselijke armenbestand wordt door- directeur vanuit Frederiksoord: 'Heden zocht op mensen die zowel arm als is in de kolonie aangekomen: Beem- vlijtig als netjes zijn en men komt uit ster / Maarten Alles met 5 of 6 kinde- bij Maarten Alles. Hij is in augustus ren, zijnde zijne vrouw op weg aan de 1779 te Beemster geboren als zoon van gevolgen eener ontijdige verlossing Jan Cornelisz Alles en Grietje Maar- overleden. De kinderen zijn nog zeer tens Hosmus. Hij heeft geregistreerd jong-' gestaan als 'werkman' en als

... . ^v..,.///. , van vege .-d/e Maatfchappïa.-.j vaAn .Weldadigheid -...".'., geflotenx net , .,.*• pf, L '^/ - . - *, //- , cvfr As; opnemen en verzorgen van behoeftig: Huisgezinnen, van H'eczcn, drmckiniercn pf Vondelingen, in tic Kolonie FIIEDERIKS- OO&D.

Contract voor opname in de Kolonie te Frederiksoord Stiefmoeder kolonist Alles toegedacht zou zeer wel- Na die slechtst denkbare start begint kom zijn, maar dewijl hij tot de room- hun kolonlebestaan. Net als alle kolo- sche kerk behoort zal dit niet kunnen nisten worden vader Maarten en de doorgaan.' kinderen Johannes, Kornelis, Pieter, Er wordt dan een katholieke huishoud- Grietje, Aaltje en Klaas van respectie- ster gevonden in de directe omgeving velijk ongeveer 13, 12, 9, 6, 4 en 3 jaar van de kolonie. Dirkje Winters uit oud meteen in de kleren gestoken. Alle Steenwijk, ongeveer 26 jaar, zal zorg kolonisten lopen in blauwe, uniforme gaan dragen voor het huishouden en de kleding. Daar zitten twee gedachten verzorging van de kindjes Alles. Zoals achter. Als mensen nette spulletje heb- in de geschiedenis wel vaker voor- ben, zullen ze zich automatisch netjes komt, blijft het huishoudsterschap niet gaan gedragen. Maar ook: 'De desertie beperkt tot licht huishoudelijk werk. wordt door eene herkenbaare soort van Na twee jaar brengt de koloniedirectie kleding moeijelijk gemaakt.' enkele verzoeken van kolonisten over, Ze krijgen een hoeve met een lapje waaronder: 'Dat van den kolonist Alles grond eromheen even ten noorden van uit kolonie no.2 hoeve no.50 de vrij- de Vledderweg (die tegenwoordig Ma- heid tot het aangaan van een wettig joor van Swietenlaan heet). Een een- huwelijk met Dirkje Winters van voudig huisje, niet groot, maar onver- Steenwijk, welken bij hem sedert eeni- gelijkbaar beter dan de armenhuisves- gen tijd als huishoudster heeft gedient.' ting elders in het land. Wie heden ten Januari 1823 trouwt de dan 43-jarige dage door Frederiksoord loopt kan nog Maarten Alles met de dan 28-jarige een boel van die huisjes in hun oor- Dirkje Winters. Maar nog in hetzelfde spronkelijke staat zien. Nou ja, als je jaar dat de kinderen Alles een nieuwe het dubbelglas wegdenkt en de centrale (stief)moeder hebben gekregen, verlie- verwarming... zen zij hun vader. Acht maanden na het En prompt begint ook het werk. Het is huwelijk overlijdt Maarten Alles. 'Deze hier geen vakantiekamp, de bedoeling man,' schrijft de directeur,' laat na zes is dat iedereen met zijn werk de eigen kinderen en eene tweede vrouw; die kost bij elkaar scharrelt. Mannen en stiefmoeder schijnt van mening te zijn oudere jongens werken op het land, de kolonie en de zes kinderen haars vrouwen en de andere kinderen spin- overleden mans te verlaten.' nen wol en vlas. Maar Maarten Alles Het is niet alleen maar een voornemen heeft in huis meer handenbindertjes van Dirkje Winters. Al twee weken dan helpende handen. daarna wordt vanuit Frederiksoord ge- Men besluit 'deze man eene huishoud- meld 'dat de wed. Alles van kolonie ster toe te zeggen' en de directeur no.2 de kolonie reeds heeft verlaten'. meldt 'de subcommissie uit de Beem- ster schijnt wel gelegenheid te hebben Het eerste gesticht aan het verlangen van hare kolonist te De directie vindt iemand die voor de voldoen'. Maar als er dan een huis- verweesde kinderen zorgt. Reinoudje houdster gevonden is, blijkt men er een of Reijnildis Bakker is in de kolonie van de verkeerde godsdienst te hebben gekomen vanuit , zij is ongeveer geselecteerd: 'De huishoudster aan den 35 jaar en zelf, na het binnen één jaar verliezen van haar beide ouders, al Drie enorme gebouwen, de grootste vanaf haar negende levensjaar wees. van die tijd, bestemd voor armengezin- De manier waarop de directie over haar nen, gearresteerde bedelaars en wees- schrijft, duidt op algemene tevreden- kinderen. heid over haar goede zorgen voor de En op 25 maart 1825 reizen de kindjes kinderen. Maar ook zij heeft - net als Alles vanuit Frederiksoord 30 kilome- eerder Dirkje Winters - een eigen toe- ter naar het noorden, naar het 'eerste komst en eigen toekomstplannen. gesticht', of Veenhuizen I. Maart 1825 schrijft de directie: 'Den Johannes (Jan), net 18 geworden, Kor- kinderen van wijlen kolonist Alles kol. nelis van 17, Pieter van 13 en Klaas N2 was sedert eenigen tijd als hoofd van 8 jaar komen op een jongensslaap- des huisgezins met goed gevolg toege- zaal, de 11-jarige Grietje en de 9-jarige voegd, de kolonist Reinoitdje Bakker Aaltje op een meisjesslaapzaal. Ze van Texel, dan daar deeze zich thans spreken elkaar alleen door het hek dat na bekornene authorisatie der Ferm. over de binnenplaats loopt en dat het Kommissie met den kolonist Nieuwen- jongensdeel van het meisjesdeel huis in het huwelijk begeeft, komen scheidt. gen. wezen weder zonder opzigt.' De Ze bevinden zich in het eerste gesticht Maatschappij van Weldadigheid heeft temidden van 1500 lotgenoten. Toe- inmiddels niet alleen de koloniën Wil- zicht wordt gehouden door oudere ko- lemsoord en Wilhelminaoord opge- lonisten die lang niet altijd een vlekke- richt, maar ook... Veenhuizen, loze reputatie hebben. Bij tijd en wijle

te -r .f T

//* t

Het verhuisbericht van de kinderen Alles worden de gestichten getroffen door met een 'wagenmaker', zoon Johannes besmettelijke ziektes die dodelijke en zoon Klaas, al lebei van beroep slachtoffers eisen. 'boerenknecht', huwen in de Beemster Maar dan..., na een halfjaartje Veen- plaatsgenotes, respectievelijk 'dienst- , komt er eindelijk een keer goed maagd' Anna Schaar en 'boerenmeid' nieuws. Een brief van de subcommissie Antje Pauw. van weldadigheid Beemster. 'Aan de kinderen van wijlen Maarten Alles en 'Wil Schackmann is schrijver van het boek Mar ij tj e Bakker, in der tijd echtelieden, De proefkolonie, vlijt, vaderlijke tucht en het welke kinderen van wege deze gemeen- weldadig karakter onzer natie (uitgeverij te, in de kolonie Frederiks-oord zijn Mouria, 2006), over de beginperiode van de Maatschappij van Weldadigheid. Net als het geplaatst, is uit de nalatenschap van boek is ook dit artikel gebaseerd op het Ar- wijlen den Heer Bernardus Spekken te chiefvan de Maatschappij van Weldadigheid, Rotterdam, een, voor hunne omstandig- dat berust bij het Drents Archief in Assen heeden, vrij aanzienlijk legaat opgeko- onder toegangsnummer 0186. Met name zijn men, met bijgevoegde begeerte, dat gebruikt de ingekomen post van de landelijke leiding en stamboeken Frederiksoord. opgem. kinderen uit de vruchten van Er bestaat een museum gewijd aan de land- het zelve tot eenig bedrijf zouden wor- bouwkoloniën, de Koloniehof te Frederiks- den opgeleid, en onder het opzicht van oord, en in het voormalige 2 gesticht te daartoe gestelde voogden gebragl.' Veenhuizen is thans gevestigd het Gevange- Kort daarop keren de kinderen Alles, nismuseum Veenhuizen. Enkele internetadres- na vijf en een halfjaar verblijf in de sen waar informatie te krijgen is: drentsar- chief.nl; .mvwfrederiksoord.nl; dekolonie- kolonie, terug in de Beemster. Voorzo- hof.nl; deproefkolonie.nl ver te achterhalen allemaal gezond. Genealogische informatie over het geslacht Dochter Aaltje trouwt in Schermerhorn Alles staat op http://benalles.nl/alles.htm

De was

D. Schuijtemaker

Schoon gewassen vlekken extra behandelen, in schoon Glad gestreken water naspoelen, maar niet voordat er Net gevouwen aan het spoelwater wat blauwsel Is 'n sieraad voor de vrouwen (Recket) was toegevoegd, want... een blauwtje bedekt een grauwtje. Maandag, wasdag. Een drukke dag die Dan snel aan de lijn: "voor 't brood op zondagavond al begon. Dan im- ete de eerste skommel an de lain ", mers ging de 'kookwas' (de witte was) Dit immers was een teken dat hier een al op het vuur. Stukjes geraspte of dun goede en ijverige vrouw in het huis- gesneden plakjes sunlight zeep meng- houden de scepter zwaaide. Als het den zich met het waswater, 's Nachts manvolk om half acht naar binnen kon de was dan op het dovende vuur kwam voor het ochtendbrood wapper- of het brongaswaakvlammetje broeien de het heldere witte goed al in de tot de vroege ochtend. Hardnekkige wind. soort bij soort, en hemden, broeken, jurken, rokken en jakken zo, dat de wind er in kon om zijn drogende werk te doen, dan was nog niet alle wasgoed weg. Lichaamsvlekken als bloed, binnenkanten van onderbroe- ken en gore dweiltjes waren gediend met een dag op de bleek en de 'maartse bleek' was dan het meest effectief! De 'wollen was', die niet gekookt kon worden wilde je door 'vervilting' en 'krimping' geen planken overhou- den, moest in lauwwarm water 'op de hand' worden gewassen Het naspoe- len gebeurde in 'zacht' water, dat wil zeggen in water uit de regenwaterbak die het water van een pannendak op- sloeg. Regenwater van een rietendak was niet zo helder. In veel gevallen beschikten de boerderijen over twee regenwaterbakken. Als een boerderij De wasschommel met riet was gedekt had vaak de schuur een pannendak met een aparte In het zelfde kookwater ging nu het 'bak' consumptiewater en spoelwater 'lichte bont' als: kinderjurkjes, bloes- voor de fijnere was). jes, theedoeken en gekleurde over- Dikwijls werden wollen kleren "op hemden. Nog steeds in hetzelfde wa- kniese op 't walt/e" in de sloot nage- ter kon hierna het 'donkere bont' als spoeld. Slootwater was altijd zacht en werkschorten, rood- en blauwgeruite wollen truien, kousen, sokken en slopen, jongensbroeken en handdoe- borstrokken droogden zo lekker zacht ken hun wasbeurt krijgen. op. "Ais je op maandag de hele was Nu volgde weer in hetzelfde water de nag wegwerke ken is je week een dag 'zwere was'. En kwamen er het was- langer". Strijken, mangelen of alleen bord en een boender aan te pas om de 'gatmangel' (onder het kussen van het blauwe kielengoed, de donkere de vrouw haar stoel), maakte dat de boezeis, zware mannenhemden en de was er verzorgd uitzag. "Opkreuke, onderbroeken weer goed vlekkeloos wat klussies naaie en wegwerke" (in te krijgen. de kast) op die ene drukke dag gaf Hing dit allemaal netjes aan de lijn. veel voldoening en een ruime week. HEDEN flUOND ÜERIICHT IJSCLUB BAMESTRAte Middenbeemster WijndelJ.G. Jongens © fotografie & tekst (foto repro 1977)

Ijsclub Bameslra wordt 100 jaar op 4 januari 2009. Vanwege dit jubileum staat de uitgave van een boekje op stapel. Omdat mijn vader, Jan Pieter Jongens Wzn. (1915 -'74) jarenlang bestuurslid is geweest van deze club, vond ik in zijn nalatenschap o.a. kaarten van ivoorkarton, waarop teksten in hoofdletters, aan weerszijden bedrukt. Mogelijk uitgevoerd bij drukkerij Oosterling, later Hoogcarspel, luiden de opschriften in kapitalen: IJSBAAN MiDDENBEEM- STER GEOPEND en IJSBAAN HEDEN AVOND VERLICHT. Deze bedrukte kaarten van 25 x 33 cm kon men voor een venster plaatsen bijvoorbeeld van etalages bij toen nog talrijke dorpswinkels en diverse openbare gebouwen als banken, postkantoren en gemeentehuis. Het lettertype, aurora grotesque (anno 1928) genaamd, was opvallend, groot en duidelijk leesbaar. Voor deze ferme uitvoering waren destijds alleen houten letters voorhanden. Overigens was mijn vader een zogenaamde schoonrijder en schaatste graag in gezelschap van een schoonrij dame. Destijds, in het dagelijks leven werkzaam als veehouder, later kassier van de Boerenleenbank, is hij lange tijd penning- meester geweest (l mei 1942 ~l nov.1965) en werd daarna benoemd tot erelid van ijsclub Bamestra, volgens oude notulen. met dank aan: Johan de Jong te Z.O.Beemster Reclame over de post

John Dehé

De jaren dertig staan bekend als jaren ren op het verbeteren van de dagelijkse van crisis, maar uit veel dingen blijkt levensomstandigheden en het verbete- dat die moeilijke jaren eigenlijk al veel ren van de plaatselijke omstandighe- eerder begonnen. Nederland wist tij- den. Een opbloei van handel en nijver- dens de Eerste Wereldoorlog (1914- heid zou de welvaart van weleer kun- 1918) neutraal te blijven terwijl om ons nen doen terugkomen. heen de wereld brandde. Toch werd Vanuit die gedachte werden in veel ook hier het openbare leven ernstig plaatsen initiatieven genomen om het ontwricht. Veel mannen werden naar toerisme naar de eigen plaats te stimu- de kazernes geroepen en zouden hun leren. De ANWB speelde daar een ac- gezin lange tijd missen. Grote groepen tieve rol bij, maar ook de PTT kwam vluchtelingen, vooral uit België, moes- met ideeën. Op 21 september 1925 ten in Nederland opgevangen worden. benaderde het hoofdbestuur het college In veel sectoren kwam het werk stil te van B&W van Beemster: liggen. "Door deze hebben wij de eer L' mede Toen het oorlogsgeweld in de omrin- te delen dat het Hoofdbestuur der Pos- gende landen voortduurde, toegangs- terijen en Telegrafie in navolging van wegen geblokkeerd werden en de zee het Buitenland voor Nederlandsche steeds onveiliger werd, kreeg Neder- Gemeenten, V. V. V., en Instellingen van land te maken met ernstige voedsel- algemeen Nut de gelegenheid heeft schaarste. We kennen dat probleem uit opengesteld tot het plaatsen van eene de Tweede Wereldoorlog, maar ook in aankondiging (en) op de poststempel de Eerste werd de situatie al snel nij- (s) waarmede de uitgaande poststuk- pend. De gemeenteraad van Kromme- ken Uwer Gemeente worden gestem- nie richtte zich (in april 1918} in een peld. " open brief tot onze koningin: Kortom: reclame in poststempels om "Mevrouw! de eigen stad of streek te promoten. Op Geeft met verschuldigden eerbied te deze manier zou de gemeente in staat kennen, de Raad der gemeente Krom- zijn, zonder al te grote kosten, zich menie; dat hij met ernstige bekomme- naar buiten toe te profileren met ring waarneemt hoe de levensmidde- "datgene, wat u van belang acht voor lenvoorziening van het Nederlandsche Uwe Gemeente". volk, vooral van de minder welgestelde Gemeentes die veel post naar het bui- klassen, zooveel te wenschen overlaat, tenland verstuurden hadden de moge- dat er zonder overdrijving van een op lijkheid om naast de Nederlandse recla- handen zijnden hongersnood kan wor- meboodschap ook een tekst in een den gesproken." vreemde taal in het stempel te laten opnemen. Wel moesten de teksten de In de jaren na de oorlog bleef de ge- goedkeuring krijgen van de Minister hoopte verbetering uit, maar zien we van Waterstaat. wel allerlei initiatieven die gericht wa- De eerste voorzichtige schreden van de PTT op het commerciële pad vonden in Twee kantoren 1919 plaats, toen er voor het eerst De gemeente Beemster zag wat in het proefnemingen gedaan werden met aanbod, maar had wel de nodige noten reclame in poststempels. In dat jaar op haar zang. De gemeente telde twee postkantoren binnen haar grenzen: één in Middenbeemster en een hulppost- kantoor in Noordbeemster. Beide kan- toren zouden een eigen stempel moeten krijgen (liefst voor de prijs van één) en bovendien wilde het college van B&W de mogelijkheid open houden om na werden de mensen op die manier aan- een halfjaar of een jaar de tekst in het gespoord een rekening te openen "bij stempel te wijzigen. Het leverde heel den postcheque en girodienst". In de wat rekenwerk en flink wat brieven jaren daarna volgden meer reclame- over en weer op, maar uiteindelijk boodschappen, meestal voor zaken die kwamen de heren eruit. De PTT ging een soort algemeen belang dienden, akkoord met een jaarlijkse vergoeding zoals een bezoek aan de Jaarbeurs in van fl. 100, plus fl. 60 voor twee stem- Utrecht. Een experiment met reclame pels. Na een jaar zou bekeken worden voor Blue Band (1924) leverde een of het contract op deze voorwaarden fikse rel op. Concurrerende bedrijven gecontinueerd kon worden. Wel diende stapten naar de rechter en die maakte de gemeente de zegelkosten voor het na één maand een eind aan dit experi- opmaken van het contract te betalen ment. Vanuit die achtergrond laat de (vijftig cent!) en nog een tekst te be- verplichte toestemming door de Minis- denken die in de stempels opgenomen ter van Waterstaat zich wel verklaren. werd, Die tekst ging luiden: Aan de poststempels hing natuurlijk IN BEEMSTER 'S GAARD een prijskaartje. Er moest een jaarlijkse UW EIGEN HAARD vergoeding betaald worden die gerela- teerd was aan het aantal poststukken Op 26 februari 1925 liet de PTT weten dat vanuit een bepaalde gemeente werd dat de twee stempels klaar waren. De verzonden. Bovendien moest er voor prijs was wat hoger uitgevallen dan de aanmaak van de stempels betaald gepland was (fl. 78, i.p.v. fl. 60), en dat worden. De stempels werden gemaakt was weer goed voor een paar brieven bij de Rijksmunt in Utrecht en die re- over en weer, maar uiteindelijk slikte kende een bedrag van ca. dertig gulden de gemeente deze tegenvaller. Op 8 per stempel. maart 1925 konden de stempels voor de eerste keer gebruikt worden. De stempels zijn een kleine twee jaar Krommenie maakte gebruikt om de schoonheid van de reclame voor 'zijn' linoleumfabriek Beemster uit te dragen. In december 1926 werd het contract niet verlengd. Misschien had dat ook wel te maken met de wat mindere kwaliteit van de stempels. Tussen de archiefstukken bevindt zich een aantal brieven met stukje Nederland. Zo bracht de vereni- slecht leesbare stempelafdrukken, ging 'Beemster's Welvaart' wegen- kaartjes uit "ter bevordering van het vreemdelingenverkeer", promootte men de polder in radio-uitzendingen en plaatste men advertenties en foto's in dag- en sportbladen. In 1926 organiseerde het gemeentebe- stuur zelf een slagzinnenwedstrijd bij het thema "De Beemster in bloei". Het moest om "korte spreuken" gaan, "ter bevordering van het Vreemdelingen- waarover de gemeente zich bij de PTT verkeer in Beemster". Daar kwamen beklaagd had. Die klacht legde de PTT enorm veel reacties op, de winnaars naast zich neer: de slechte afstempelin- kregen een bedrag van vijf of tien gul- gen waren een gevolg van het den, een mooie opsteker in dure tijden. "onvoldoende bevochtigen der stem- Enkele winnende uitspraken: pelkussens". Beemster 's schoon. Spant de kroon.

Slagzinnen Wie Beemster ziet, Vergeet hem niet. De teleurstellende ervaring met de Wie eens vertoefde in Beemster 's dre- postreclame betekende voor de ge- ven, vergeet hef niet zijn heele leven. meente Beemster zeker niet het einde van de pogingen om op andere manie- Per auto, per fiets ofte voet, ren reclame te maken voor dit mooie De Beemster doet iedereen goed.

Slagzin: Bezoekt Bewondert Beemster's Bloeiende Beemden

K) Olympische Spelen in den zomer wanneer haar aantrekke- In mei 1928 steunde het gemeentebe- lijkheid nog wordt verhoogd door de stuur een actie van de Commissie voor bloeiende boomgaarden.^ Cultureele en Economische propagan- da ter gelegenheid van de Olympische En straks? spelen die dat jaar in ge- De poststempels hebben het in de jaren houden werden. Men schonk een be- twintig niet zo heel goed gedaan als drag van fl. 25 en sprak daarbij de uitdrager van de boodschap dat wij hier wens uit dat met dit geld op de een of een fantastische polder hebben. Toch andere manier de Beemster onder de zijn slagzinnen altijd aardig en mis- aandacht van de bezoekers aan dit eve- schien kunnen we er bij de feesten van nement gebracht kon worden. Het ge- 2012 nog gebruik van maken. Tegen- meentebestuur stelde dat de gemeente woordig timmert TNT-Post nogal aan 'een typisch beeld vormt van het de weg met persoonlijke postzegels. Noordhoiiandsch polderland, waarvan Voor niet eens zo heel veel geld kun je DE BEEMSTER wel eens de parel is die gebruiken om reclame te maken genoemd. Voor vreemdelingen biedt voor de festiviteiten. Je zou er een onze gemeente alzoo wel gelegenheid plaatje van het Heerenhuis in op kun- een indruk te vestigen van de resulta- nen nemen, de bloeiende fruitbomen, ten, welke onze voorouders hebben het gemeentewapen, of de dorpspomp, mogen verkrijgen met hun arbeid op die straks weer in de oude kern van het hel gebied van droogmakerijen. dorp moet komen. "Toeristen - na- Bovendien is -ij door haar schoonheid tuurvrienden, komt en geniet, Van 't alleszins een tochtje langs hare lom- schoon, dat de bloeiende Beemster u merrijke wegen en lanen waard, vooral biedt!"

'Lommerrijke lanen': wegbeplanting in de Beemster

Linda Koopman (foto 's en tekst) De Beemster behoort tot het werelderfgoed. De schoonheid ervan wordt in belangrijke mate bepaald door de bomenlanen die de droogmakerij doorkruisen. Hoe bekoorlyk zijn uw dreeven, de Beemster, bovenstaande strofe. Veel Die een koele schaduw geeven, dichters voor en na hem, waaronder En uw laanen recht geplant Vondel, waren onder de indruk van de Door een welbedreven hand! 'lommerrijke lanen'. Toen Claas Brand Wie zou hier zyn rust niet vinden. zijn gedicht schreef was de Beemster In deez' eiken, ypen, linden, ruim 75 jaar droog en aangezien er al in Die door hun verschiet van groen, 1616 besloten werd de beplanting van Stadig oog en hart voldoen!' deze droogmakerij aan de ingelanden over te laten, moeten de door hem In 1690 dichtte Claas Brand, geïnspi- genoemde 'eiken, ypen, linden' zo'n reerd door het boomrijke landschap van 60 jaar oud zijn geweest.

l! Tot op de dag van vandaag heeft de Archief te . Eén Beemster haar rijkdom aan bomen be- van de oudste bronnen is een thema- houden. Deze droogmakerij onder- kaartje uit een serie van vijftien, met de scheidt zich daarmee van bijvoorbeeld opgave van de aanplant van bomen de , waarvan de dijken kaal sinds 1672. Het dateert uit 1720 en en de wegen alleen bij de dorpskernen rond het kaartje zijn de gegevens per en een aantal grotere boerderijen met 'blok' genoteerd. bomen beplant zijn. Een eenduidige Een andere bron in dit archief is het verklaring is hiervoor moeilijk te ge- 'Boomenboekje'. Daaruit is op te ma- ven, maar een mogelijke oorzaak ligt in ken, dat tussen 1814 en 1819 volwas- het feit, dat het initiatief tot de droog- sen bomen zijn gekapt, waarna het hout legging van de Beemster bij een groep ervan werd verkocht. In die periode Amsterdamse kooplieden lag. Zij in- zijn veel jonge essen aangeplant die vesteerden niet alleen in nieuwe lande- rond 1865 zijn vervangen door iepen. rijen, maar lieten er ook hun lusthoven Weer zo'n veertig jaar later heeft de bouwen, terwijl de Schermer vanaf het Heidemaatschappij naar aanleiding van begin voornamelijk een agrarische een inventarisatie in 1903 een nieuw functie heeft gehad. plan opgesteld, terwijl de huidige bo- menstand grotendeels het resultaat is Beplantingscyclus van het Beplantingsplan van Staatsbos- Vanouds zijn de bomen in de Beemster beheer uit 1946. volgens een cyclus van ongeveer veer- Dit plan werd opgesteld omdat het bo- tig tot vijftig jaar gekapt en geplant. De menbestand van de Beemster door in- plannen voor deze werkzaamheden undaties en houtroof tijdens de laatste vinden we onder andere terug in het wereldoorlog veel schade had geleden.

tvrtT/" ir.f w- ,rw\ • ,—n>< *-. •"•• • ! '"• ~ UI : .n-: 'Caarte van Parcen die bij de Beemster op de respective Wegen mei Boomen zijn be- plant t 'sedert 1672'

12 In de jaren vijftig aangeplante iepen aan de Hobredervceg Er is toen voor gekozen de nog gezon- van het landschap dienden, maar ook de bomen te handhaven en zieke of een economisch belang hadden. Het slecht onderhouden bomen te vervan- hout werd namelijk verkocht of in het gen door exemplaren van dezelfde boerenbedrijf gebruikt. soort. Mede hierdoor is een enorme Al in 1616 besloten de hoofdingeland- diversiteit van bomen, die tijdens de en, dijkgraaf en hoogheemraden plant- vroegere beplantingscycli was ont- recht toe te kennen aan de ingelanden, staan, nog verder toegenomen. Op de voor zover het de binnenberm van de oorzaken van die grote diversiteit ringdijk en de aan hun percelen land wordt hieronder nader ingegaan. grenzende wegen betrof. Hout- en vruchtopbrengsten kwamen ten goede Particulier eigendom aan de ingelanden, mits ze de bomen Uit historische documenten blijkt, dat op eigen kosten aanplantten en onder- de bomen tot ongeveer 1975 voor een hielden. Hier stond tegenover, dat het groot deel het eigendom van de bewo- plaatsen en het onderhoud naar de ei- ners van de Beemster zijn geweest. Zij sen van de overheden moest gebeuren: bepaalden zelf welke soorten ze wilden 'midts dat de Boomen zullen gestelf aanplanten. Dat ze ervoor kozen de werden op perfecte Royinge, twee voe- beplanting in eigen beheer te hebben, ten van de kan! van de Sloolen...ende had ongetwijfeld te maken met het feit dat de Planters der selver Boomen, dat de bomen niet alleen ter verfraaiing gehouden sullen sijn de selve tot Keur

13 ende Schouw van Dijck-Graaf ende worden, konden niet met wondhout en Hoog-Heemraden op (e snoeven ende bast overgroeien, zoodat verschillende ajf te houwen'. In de keur van 1775 parasieten daarop eene gunstige ont- werd zeer gedetailleerd beschreven, wikkelingsplaats vonden. Deze para- waar het opsnoeien aan moest voldoen, sieten ( vooral zwammen ) hebben het o.a. 'niet meer gelyk voorheen, geheel inrotten van de stammen zeer in de van alle takken ( te ) berooven', maar hand gewerkt. Aan vele boomen kan een piramidale vorm geven, zodat zij men dit waarnemen; sommige exem- 'tot Cieraad voor de Beemster' zouden plaren zijn bijna geheel hol, terwijl zijn. Kennelijk hielden de ingelanden dikwijls zware takken plotseling afbre- zich niet altijd aan de snoeiregels, wat ken.' vaak het afsterven van bomen tot ge- Om 'schoonhcidsoverwegingen' en ter volg had. voorkoming van de verlaging van de houtprijzen vanwege de mindere kwa- Verkeerd onderhoud liteit, stelde hij voor de aangetaste bo- Een tweede factor die oorzaak geweest men in een periode van vijfjaar te ver- is van een grote diversiteit van de aan- vangen door nieuwe iepen. Het opval- wezige bomen en vooral van hun leef- lende is, dat de gevreesde iepziekte bij tijd, is achterstallig of verkeerd onder- de beslissing over de beplantingen nog houd, dat dus door de landeigenaars geen rol speelde. zelf moest worden uitgevoerd. Hier- door kunnen op een aantal plaatsen lep/iekte bomen verdwenen zijn, terwijl even In 1903 werd nog geadviseerd slechte oude bomen op andere plaatsen bleven iepen, en ook essen, te vervangen door staan. Dit blijkt bijvoorbeeld uit een jonge iepen, maar na de tweede we- brief van G. van Visser aan 'Heeren reldoorlog, toen de iepziekte al had Heemraden en Hoofd-Ingelanden van toegeslagen, besloot men voor andere het Waterschap de Beemster' uit 1903. boomsoorten te kiezen. Staatsbosbe- Hij constateerde dat de kwaliteit van de heer heeft in haar Beplantingsplan uit aanvankelijk krachtig gegroeide iepen 1946 bijvoorbeeld voorgesteld de door sterk verminderd was en had hiervoor iepziekte weggevallen zware iepen op de volgende verklaring: de Oostdijk te vervangen door popu- 'De dijk, waarop de boomen staan lieren en de overwegend boomloze werd aangelegd van klei. Dat de groei West-, Zuid- en Noorddijk met dezelf- der boomen op dezen opgehoogde de soort te beplanten. Voor de door- grond, welke van zeer goede kwaliteit gaande wegen in de droogmakerij is is, naderhand verminderde, moet wel in toen vooral gekozen voor essen. Al hoofdzaak worden toegeschreven aan bestaande beplantingen van wilg, pla- de onoordeelkundige behandeling, taan, esdoorn, lijsterbes en vruchtbo- waaraan de beplanting bloot stond. men heeft men zoveel mogelijk ge- Afgaande op den kroonvorm en de spaard. groote, onovergroeide wonden komt men tot de conclusie, dat deze boomen Experimenten slechts enkele malen, maar dan ook Men kreeg steeds meer oog voor het veel te sterk gesnoeid werden. De feit, dat de grondsoort, de vochtigheid groote wonden, welke dan gemaakt en andere omstandigheden, zoals bij-

14 voorbeeld het blootstaan aan de wind, kwamen. Zo wilde het bestuur in 1724 een rol moeten spelen bij de keuze van de wilgenbomen, die tussen hogere de meest geschikte boomsoort. Grote essen en iepen stonden, weghalen 'ten delen van de Beemster hebben nogal eijnde de wegen beter souden kunnen eens wateroverlast en niet alle boom- droogen', terwijl in een vergadering soorten zijn bestand tegen de (zee) van dijkgraaf en heemraden in 1864 wind. Om die reden zijn een aantal werd besloten aan de Purmerenderweg experimenten uitgevoerd. Zo is voor bij de Volgerweg essen te rooien en de oorlog bij wijze van proef van de nieuwe iepen aan te planten 'om reden Rijperweg tot de Middensloot een rij vooral deze hinderlijk worden voor de eiken geplant op de Westdijk. Deze telegraaf. In 1911 moesten de iepen bomen sloegen echter niet goed aan, van de rechterberm van het Noorder- maar in het plan van 1946 werden ze pad verwijderd worden 'wegens het wel gehandhaafd 'hoewel de verwach- maken van een bestraal paardenpad in tingen hier omtrent niet hoopvol zijn'. de groene weg'en het'Comité tot her- Aangezien op erven de beuk het uitste- stel van het landschapsschoon in kend leek te doen, werd er over ge- Beemster' verzocht Staatsbosbeheer in dacht ook deze soort hier en daar te 1946 'de door de inundatie, diefstal en planten, evenals de grijze abeel. Deze iepziekte gehavende beplanting van de zijn in de loop der tijd verdwenen. Beemster te herstellen'. Aan het eind van de negentiende eeuw deed de veehouder Wouter Sluis het Anno 2005 en verder voorstel om meer vruchtbomen langs In 1994 is een nieuw Beleidsplan opge- de wegen aan te planten. Hij had voor- steld; het is het laatste plan tot nu toe, al economische motieven; volgens hem dat in verschillende fasen wordt uitge- kon de opbrengst van de vruchten de voerd. In dit plan wordt de visie op het polderlasten verminderen. Resten van toekomstige landschap van de Beem- deze aanplant zijn in Zuidoostbeemster nog te . zien.

Andere oorzaken In resolutieboeken, be- grotingen en notulen van vergaderingen van pol- derbestuur en waterschap zijn door de eeuwen heen regelmatig aantekeningen te vinden over het kappen van bomen of over de keuze voor bepaalde soorten. Het gaat vaak om redenen die samen- hingen met de tijd waarin die beslissingen tot stand Fruitbomen aan de Nekkerweg

15 ster omschreven als: 'De schoonheid der onderzoek op grond van de Flora- van de droogmakerijen wordt groten- en Faunawet werd in juni 2005 echter deels bepaald door de wegbeplantin- door het ministerie van LNV onthef- gen die over grotere afstanden bestaan fing verleend, waarop geen verdere uit bomen van dezelfde soort en de- bezwaren zijn aangetekend. Bij deze zelfde leeftijd, meestal op eenzelfde bomenrijen werden borden geplaatst afstand geplant'. Hieruit komt de met de waarschuwing 'betreden op wens naar voren, om de in de loop der eigen risico i.v.m. vallende takken'. tijden ontstane diversiteit aan bomen Recent is het kappen en herplanten te laten verdwijnen door middel van hervat, zodat in maart/april 2010 in de een integrale aanpak, waarbij men wat hele noordkop van de Beemster de betreft de soortenkeuze wil uitgaan populieren vervangen zullen zijn door van inheemse bomen als iep, gewone verschillende soorten resistente iepen. es, linde en in mindere mate esdoorn Ook langs de doorgaande wegen zijn en populier. Deze soorten zijn over de gevolgen van de werkzaamheden het algemeen het best bestand tegen te zien. Opengevallen gaten in de be- (zee)wind, de vaak vochtige bodem en de geringe ruimte op de bermen. Daarnaast is gekozen voor veredel- de soorten die meer resistent zijn tegen ziekte en variëteiten die min- der overlast geven, zoals bijvoor- beeld de kleinbladige linde, die minder afscheiding door luizen geeft dan de gewone linde. Exoten, zoals de plataan, die qua windbe- stendigheid en uiterlijk eventueel geschikt zouden zijn, zullen niet worden aangeplant. Er wordt in verschillende fasen aan de uitvoering van dit plan gewerkt. In 1997 is de Westdijk met jonge resistente iepenrassen en een aantal kastanjes beplant. Ook de nog aan- wezige, in 1955 aangeplante, popu- lieren op de West- en de Noorddijk zijn/worden op termijn vervangen, hoewel bewoners daartegen hebben geprotesteerd. De werkgroep 'Red de Beemster Bomen' heeft zelfs in 2004 een kort geding aangespan- nen, waardoor het Hoogheemraad- schap Hollands Noorderkwartier de kap heeft moeten staken. Na een na- Essen aan de Oostdijk

16 planting zijn aangevuld en dode bo- voldoen' en dat men al eeuwen na- men zijn gekapt. streeft, blijven bestaan. Maar wie er oog voor heeft, kan nog altijd op een groot aantal plaatsen res- Dit artikel werd eerder gepubliceerd in tanten zien van de gevarieerde beplan- 'Tussen Duin & Dijk'. Natuur in ting van de Beemster: de in 1960 aan- Noord-Holland. Jaargang 5 nr 2/2006 geplante essen op de Oostdijk, de oude Literatuur: knotwilgen onderaan de westelijke •Bouman, J., 1857. Bedijking, opkomst en bloei ringdijk die van 1925 dateren, de uit van de Beemster. Purmerend hetzelfde jaar stammende kleine •Kolker, A.J., 1981 Kroniek van de Beemster. groepjes iepen hier en daar langs de Alp hen a/d Rijn •Waterschap de Waterlanden, 1994. Beleidsplan doorgaande wegen of bij boerderijen en uitvoeringsplan wegbeplantingcn en de in soort afwijkende bomen, die •NA Polder Beemster, NA Waterschap Beemster de ingang van een groot aantal boerde- en NA Gemeente Beemster in het Waterlands Archief" te Purmerend: Notulen, kaarten, resolu- rijen markeren. Deze laatste, mooie ties, begrotingen, jaarrekeningen. traditie wordt nieuw leven ingeblazen •Het'Boomenboekje'( 1813-1872) door de huidige bewoners te stimule- •Staatsboschbeheer, 1946. Beplantingsplan 'de ren soorten als paarden kastanje, pla- Beemster'. •Waterschap de Beemster, 1968. Aantekeningen taan of beuk bij hun inrit te plaatsen. betreffende plamrechten Uiteindelijk moet het karakteristieke •Heidemaatschappij. 1903. Rapport omtrent de landschap, dat 'oog en hart zal beplantingen, toebehoorende aan het Waterschap 'de Beemster'.

Buitenplaatsen in de Beemster

Ka tja Bossaers De Beemster was in de zeventiende en achttiende eeuw wijd en zijd be- roemd om zijn prachtige buitenplaatsen. Helaas is er niets meer van overgebleven. Dit artikel geeft enige algemene achtergrondinformatie over de buitens. Het is de bedoeling om in volgende nummers van de Nieuwe Schouwsch uit regelmatig een bijzondere buitenplaats te belichten. De Beemster was al binnen enkele de- Charles Looten een lofdicht op de cennia na de droogmaking een toon- Beemster geschreven met de strofen: beeld van overvloed en rijkdom. Jan "Men danst, men banketteert In 's Adriaansz Leegwater beschreef in zijn Koopmans rijke buurt. Hier lach! de Haarfemmermeerboek de Volgerweg goude fijt, in lieve lustprieelen". als volgt: "...dat er geen vermakelijker Aan de Volgerweg stonden ook de en lustzinniger weg in Holland is, dan meeste buitens. Jacobus Bouman tel- de Volgerweg in de Beemster, daar al de hier op een kaart uit 1640 al der- die schoone, heerlijke huizen en boom- tien, waaronder het in 1628 door gaarden gebouwd zijn...". Door Joost Francois van Oss gebouwde Zwaans- van den Vondel werd na een bezoek vliet, gelegen naast Het Gasteel van aan het buiten van zijn goede vriend zijn broer de dijkgraaf Dirk van Oss de

17 jonge. Hun jongste broer David van deels zelfvoorzienend: de producten Oss bezat overigens een herenhuis in van de moestuin, oranjerie, kassen en de knik van de Purmerenderweg. Ook weilanden werden niet alleen voor ei- de beroemdste buitenplaats van de gen gebruik geteeld maar ook ter markt Beemster, Vredenburgh, lag in de zuid- gebracht. Daarom lagen op de meeste oosthoek, aan de Zuiderweg. Maar ook landgoederen in de Beemster ook langs de andere wegen, aan de Oostdijk (stolp-)boerderijen, waar de pachtboer en in het noorden waren buitenhuizen woonde. gelegen. In totaal komt Bouman voor Rond het begin van de zeventiende 1640 op 52 "heerenhuizen". Daarvan eeuw ontstond bij de Hollandse elite waren twintig "heeren, vast verblijf een hang naar het buitenleven. In na- houdende", zoals de Amsterdamse volging van binnen- en buitenlandse koopman Jan van der Straten die een adel die zich kon terugtrekken op voor- buiten bewoonde aan de Rijperweg. De ouderlijke landgoederen, zochten de overige 32 huizen waren in bezit van rijke kooplieden en bestuurders een "heeren, tijdelijk verblijf houdende", manier om hun vrije tijd door te bren- die dus alleen in de zomermaanden in gen buiten de stad. Vooral in de duin- de Beemster verbleven. streek en langs de Vecht, maar ook in Een eeuw later zien we in de verpon- de nieuwe droogmakerijen verrezen ding, een soort onroerend goedbelas- buitenhuizen met prachtig aangelegde ting, nog altijd 56 "plaisirhuizen". We parken en tuinen. Het 'Hollands Arca- kunnen er dus van uitgaan dat in deze dia' werd zo vormgegeven. Juist de gehele periode het aantal buitenplaat- strakke, geometrische indeling van de sen in de Beemster ruim vijftig stuks Beemster paste goed in de heersende heeft bedragen. In de tweede helft van mode voor tuinontwerpen, de zg. Fran- de achttiende eeuw loopt het aantal se landschapsstijl. Als in de loop van echter terug. Uiteindelijk zijn er in de achttiende eeuw de meer romanti- 1832, bij de invoering van het Kadas- sche Engelse stijl in zwang komt, met ter, nog slechts een handvol over. slingerende paden, hoogteverschillen en doorkijkjes, raakt de Beemster uit Hollands Arcadia de gratie. Het ideaal van het leven op een land- Het bezit en onderhoud van een buiten- goed past in de geest van de Renaissan- plaats werd steeds meer een niet gerin- ce. Het idee van de villa rustica, waar ge kostenpost. De herenhuizen brach- commoditas (gerieflijkheid), sanitas ten na zo'n anderhalve eeuw veel on- (welzijn), bellezza (schoonheid) en derhoudskosten met zich mee, de bovenal magnificenza (status) heerste, slechte tijden in de landbouw met de waaide vanuit Italië over naar het noor- verschillende veepest-epidemieën eis- den. Vooral de in de handel rijk gewor- ten hun tol. We zien dan ook dat in de den bovenlaag kon zo uiting geven aan tweede helft van de achttiende eeuw zijn status. Daarbij werd wel gelet op steeds meer patriciërs hun landerijen in de combinatie van otium (de vrije tijd) de Beemster van de hand doen. De met negotium (belegging), dat wil zeg- economische malaise in de Franse tijd gen dat het bezit van een landgoed wel was voor de resterende buitens veelal wat moest opleveren. De Hollandse de nekslag. buitenplaatsen waren dan ook groten- Degenen die de landerijen kochten, in

18 veel gevallen de pachtboer zelf, hadden al dan niet aan vast gebouwd voorhuis geen belang bij de instandhouding van van enig aanzien. Een nog bestaand het herenhuis. Die werden dan ook op voorbeeld hiervan is Belvliet aan de grote schaal gesloopt. Zo beschrijft Jan Oostdijk, bijna twee eeuwen in bezit Switser in zijn levensverhaal hoe hij in van een Enkhuizer regentenfamilie. opdracht van de Amsterdamse regent Ook een hè re n boerderij als De Een- Jan Bernd Bicker in 1778 Volgerlust gold als buiten voor een Edamse (BK93) aan de Volgerweg kocht en burgemeester. voor ƒ 4500 de opstallen van hem overneemt op voorwaarde deze bin- nen twee jaar te slopen. Aan de op- brengst van de materialen hield hij ruim tweeduizend gulden over. Ook kwam het vaak voor dat een erfge- naam, soms ver van de Beemster woonachtig, geen emotionele band meer met het landgoed had en het van de hand deed. In 1819, twee jaar na de dood van dijkgraaf Frederik Ale- wijn de jonge, de laatste bewoner, lieten de erfgenamen Vredenburgh afbreken.

Uiterlijk Hoe de meeste buitenhuizen eruitza- De Leeuwenplaats aan de Rijperweg,tekening Henk Tol gen, is niet bekend. Er zijn vrijwel geen contemporaine afbeeldingen van Buitenleven en ze zijn bijna allemaal gesloopt. De families brachten meestal in de zo- Sommigen waren grote landhuizen mer enkele weken tot maanden op de zoals Vredenburgh en Zwaansvliet. buitenplaats door. Het huishouden Deze werden meestal gebouwd door werd eigenlijk verplaatst naar het bui- vooraanstaande architecten. Zo liet de tenhuis. Dienstboden, kleding en soms bouwheer van Vredenburgh, Frederik wat meubilair gingen mee. Het buiten- Alewijn, zelfs twee architecten bouw- leven was rustig en gezond. Men kon tekeningen maken. Uiteindelijk koos zo de in de zomermaanden warme en hij het ontwerp van Pieter Post, maar stinkende stad ontvluchten. Door de beide plannen zijn bewaard gebleven. geregelde postvoorziening over de Zes- Maar lang niet alle buitens hadden de- stedenroute, via de trekschuit tussen ze allure. Uit omschrijvingen in de Amsterdam en Hoorn en de straatweg bronnen als "een herenhuis" en "een tussen Hoorn en , konden de hofstede" kunnen we afleiden dat deze heren goed op de hoogte blijven van huizen meer waren dan alleen een hun zaken. De route bood tevens uit- boerderij met een heerschapskamer. komst als ze wegens bestuurlijke of Doorgaans werden boerderijen name- zakelijke verplichtingen snel terug lijk "huijsmamwoning" genoemd. Mo- moesten naar de stad. Maar men ge- gelijk waren het boerderijen met een er noot er vooral van het hectische stads- leven te kunnen ontvluchten, zoals dobbelsteenen". We zien het voor ons: blijkt uit het Lofdicht op zijn buiten de dames handwerkten, de heren rook- van de Hoornse regent Joan van Aker- ten een pijp, lazen een boek of deden laken: "Hier kan men vrijer op zijn een spelletje. Men ging ook regelmatig Levensrollen staaren (...), De moeilijk- op theevisite op eikaars buiten: "met heeden in de stad ons aangedaan, the en cof/ij dranck wert menig uur Leert men in de Eenzaamheid eerst versieten". En zo konden regentenkin- grondig regt verstaan". deren in een ontspannen omgeving De tijd buiten werd doorgebracht met diverse mogelijke huwelijkskandidaten wandelen, spelevaren en visites. De ontmoeten. In één geval is het wel zeer kinderen speelden in de tuin en bij waarschijnlijk dat er uit deze ontmoe- slecht weer werd binnen vertier ge- tingen op Beemster bodem een huwe- zocht. Sommigen, zoals mr. Gerard lijk is ontstaan. Immagonda Maria Pan uit Enkhuizen herhaaldelijk be- Duyvensz uit Enkhuizen trouwde na- schreef in brieven aan zijn broer, had- melijk in 1791 in de Beemster met den een "liefhebberij van hengelen". Hermanus Borghorst jr. Zij moeten Anderen correspondeerden druk met in elkaar in de Beemster hebben leren de stad achtergebleven familie en kennen. De Amsterdamse koopmansfa- vrienden. Dirk Elias van Loosen be- milie Borghorst bezat immers ook lan- schreef het verblijf van zijn gezin op de derijen in de Beemster, waaronder de hofstede Langewijk als "een zittend hotstede Volgerwijk aan de Volger- Leeven, t'samen gesteil uijt Breijnaal- weg. Ter gelegenheid van dit huwelijk den, silverdraed, pijpen. Letters, en werd het volgende lofdicht gemaakt:

"In 't klaverryke Beemsterland, vol malse vette weiden, Gaat zomers menig stedeling zijn hart en ziel verblijden. De plaatsen, die de rijkdom daar gesticht heeft, en 't genoegen 't Geen vee en geld en gulheid geeft, dan vreugd bij vreugde voegen.

Hier praalen Belvliet, Volgerwijk en Jagerslust, hier kunnen 't Hof, Beemsterlust en Vredenhurgh ons waare vreugde gunnen Ja menig schoone buitenplaats verzadigt hier de zinnen Daar Borghorst, Duyvensz, Aiewijn en anderen 't land beminnen."

Westbeemster, september/oktober 2008 Noord-Holland(Alphen aan den Rijn 2005). Jack Otsen, Jan Switaer, gezworen kindmeier van Bronnen: de Beemster (l739-J 791) (Purmerend 1997). Waterlands Archief. Polderarchief Beemster K.W.J.M. Bossaers, 'Van Kintsbeen aan ten (diverse leggers) en Oud-rechterlijk archief Staatkunde opgewassen'. Bestuur en bestuurders (transportregisters). van het Noorderkwartier in de achttiende eeuw. J. Bournan. Bedijking, opkomst en bloei van de (Hollandse Historische Reeks 25, Den Haag Beemster (Purmerend 1857). 1996). Wouter Reh, Clemens Steenbergen, Diedcrik L. Kooijmans, Onder regenten. De elite in een Aten, Zee van land. De droogmakerij als atlas Hollandse stad. Hoorn 1700-1780. (Hollandse \'un de Hollandse landschapsarchitectuur Historische Reeks4, Den Haag 1985). (Wormer2005). Het levensverhaal van Pieter Peereboom, een Chr. Bertram, Noord-Hollands Arcadia. Ruim Iff'-eeuwse régent-ondernemer uit Purmerend. 400 Noord-Hollandse buitenplaatsen in tekenin- (Stolphoevereeks XVII, Hoorn 1993). gen, prenten en kaarten uit de Provinciale Atlas

20 Museumstukken: Hetzweepje

Geer! Heikens

Er zijn voorwerpen in het museum die enige hilariteit oproepen. Het zweepje is daar één van. Toch heeft dit voorwerp bij nadere beschouwing een belangrijke historische geschiedenis. Gepaste eerbied is dan ook op zijn plaats. Het zweepje behoort bij de militaire uitrusting van de in 1792 geboren Aart Schouten. In de zomer van 1812 trekt hij lopend (!) met het leger van Napoleon (la Grande Armee) mee richting Rusland. Na bijna drie maanden zijn ze acht- honderd kilometer verder en staan ze voor de poorten van Moskou. Vlak voor Moskou wordt Aart door de Kozakken gevangen genomen. Dankzij zijn Neder- landse nationaliteit wordt hij niet doodgemaakt maar gevangen gezet. Bij de ne- derlaag van Napoleon wordt Aart met tachtig andere gevangenen vrijgelaten. Ze ondernemen lopend de thuisreis. Een onderneming die ongeveer een jaar in be- slag neemt. Diverse reisgenoten overleven deze tocht niet. Als Aart zich weer thuis meldt in , is de blijdschap groot. Zijn vader Jan had bij het afscheid het raam waardoor hij zijn zoon het laatst had gezien dichtgetimmerd. Er van overtuigd dat hij zijn zoon nooit meer levend zou zien. Het raam kon weer uitzicht gaan bieden! Aart blijft dan voorgoed thuis en vestigt zich als smid op het Oosteinde en later op de Tuinbuurt in de Rijp.

(bronnen: Wikipedia; brief uit december 1934 waarin een nazaat van Aat Schouten deze per- soonlijke geschiedenis uit de doeken doet).

21 WILLEM USSELLNCX

Aukje Greydanus

Naast bekende namen als Dirck van Oss, Rombout Hogerbeets, Nicolaas Cromhout en Elias van Oldenbarnevelt stond onder meer de relatief on- bekende Willem Usselincx aan de wieg van de Beemster polder.

Willem Usselincx werd in 1567 in waren hem reeds voorgegaan. Antwerpen geboren als zoon van een Waarschijnlijk vertrok hij naar Middel- koopman. Hij zou in zijn vaders voet- burg, aangezien deze stad een deel van sporen treden en als beginnend koop- de Antwerpse handelsbedrïjvigheid had man over de wereld reizen. Dit lever- overgenomen. Zowel hier als later in de hem geen windeieren op en al snel Amsterdam zocht Usselincx contact stond hij aan het hoofd van een flore- met reders, zeelui, kooplieden en re- rende handelsonderneming. genten. Toen Antwerpen, als laatste bolwerk Al snel maakten zij kennis met Usse- in de Zuidelijke Nederlanden van de lincx's plannen voor kolonisatie in opstand tegen Spanje, in 1591 was ge- Zuid-Amerika. Het was zijn droom een vallen week Usselincx als streng calvi- handelsmaatschappij op te richten, die nist uit naar Holland. Duizenden kapi- in West-Indie (zoals Zuid-Amerika taalkrachtige Vlamingen en Brabanders genoemd werd) zgn. volksplantingen in het leven zou roepen. De minder be- deelden zouden zich daar vestigen en zich hoofdzakelijk met landbouw en veeteelt bezig houden. In tegenstelling tot de Oostindische Compagnie ging het hem niet zozeer om de winst, als wel om de uitwisseling van goederen en de inheemse bevolking te winnen voor het Calvinisme. Zijn plannen werden vrij onver- schillig ontvangen. De politieke en godsdienstige argumenten van de diep religieuze Usselincx maakten weinig indruk op hen die hem konden helpen bij de uitvoering van zijn plannen; de op winst beluste kooplieden, bij wie het onmiddellijk handelsbelang boven alles ging. De Staten Generaal hadden geen be- langstelling voor West-Indie op een moment dat Oost-lndie centraal stond. In Oost-lndie was immers een over- vloed aan kostbare goederen, handel WILLEM USSELINCX

22 drijven was er gemakkelijk en zeer droogleggingtechniek, want het zou tot winstgevend. Bovendien was het 1617 duren voordat de bedijking vol- Spaans-Portugese rijk er nogal kwets- tooid was en het polderland kon wor- baar, waardoor ze in deze regio geen den bewerkt gewapende conflicten hoefden te vre- Usselincx had zich inmiddels in de zen. De "zeer machtige Heren der Beemster gevestigd, was aangesteld als Oostindische Compagnie" waren niet polder- en molenmeester voor de zgn. ingenomen met de voorstellen van Us- Middelpolder en had zich toegelegd op sclincx, die in hun visie bestemd waren landbouw en veeteelt. Het ging hem om hun monopolie te schaden. Zij lie- niet voor de wind. Vier tot vijf keer toe ten dan ook geen middel ongemoeid had hij gezaaid, maar de opbrengst van om Usselincx tegen te werken. de oogst was amper kostendekkend Usselincx liet zich echter niet ontmoe- geweest. Hij zelf weet dit aan de digen! Uiteindelijk zou in 1621 de "continueerende kwade jaren van mui- Westindische Compagnie worden op- zen, van wormen en kwaad gewas." gericht, maar bij lange na niet conform Hij had waarschijnlijk meer verstand de ideeën van Usselincx. van handeldrijven dan van landbouw. Bovendien was hij regelmatig van huis Eind 16 , begin 17de eeuw werd er in om zich te beijveren voor de realisatie Holland op grote schaal aan droogleg- van de Westindische Compagnie. gen en inpolderen van meren en plas- De hoofdingelanden, dijkgraaf en sen gedaan. Dit betekende voor veel heemraden van de Beemster klaagden rijke kooplieden een uitstekende geld- in 1617 bij de Staten van Holland over belegging. Ook Usselincx voelde zich Usselincx's "kwade orde en beleid en hiertoe geroepen en had al snel een het daaruit gevolgde faillissement". groot aandeel in de drooglegging en Voor zijn ruim 500 morgen grond kon inpoldering van het Beemstermeer. hij geen koper vinden, waardoor de Naast Dirck van Oss, Rombout waarde van het land van andere eigena- Hogerbeets, Nicolaas Cromhout en ren eveneens in waarde daalde. Hij Elias van Oldenbarnevelt stond Usse- schoofde schuld van zijn faillissement lincx met in totaal 123 ingelanden aan op zijn "vaderlands- en menschlieven- de wieg van de Beemster polder. de pogingen tot oprichting der Westin- Aanvankelijk verliep de drooglegging dische Compagnie". Usselincx verloor vlot, zodat in juli 1612 de Beemster zo niet alleen zijn geld, maar ook nog acht goed als droog was en er 8095 morgen huizen, kostbare meubels, vee, voor nieuw land moest worden bewerkt'. zesduizend pond Vlaamse aandelen in Usselincx bezat in de Beemster ruim de Oostindische Compagnie en zijn 500 morgen land. De gemiddelde handelsonderneming . waarde bedroeg 250 gulden per mor- Velen die hij door zijn inzet voor de gen, zodat Usselincx een aanzienlijk Westindische Compagnie tegen zich in deel van zijn fortuin had belegd in een het harnas had gejaagd, stelden alles in onderneming die niet direct de winst het werk om hem onderuit te halen. opleverde die ervan verwacht werd. Een vooraanstaand koopman stelde In de afwateringstechniek was men hem bijvoorbeeld in staat tenminste blijkbaar nog niet zo ver als in de zijn landerijen te behouden op voor-

23 waarde dat hij afzag van zijn plannen kapitaal en inzet ten grondslag ligt voor een Westindische Compagnie. aan de hedendaagse Beemster, pleit Hoe graag hij zijn landerijen ook wilde mijns inziens voor een opwaardering behouden, aan deze eis zou hij nooit van de Antwerpenaar Willem Usse- voldoen. Na deze mislukking in de lincx. Beemster zou geldgebrek hem blijvend achtervolgen. Zijn idealisme bleef Us- ""Zonder de kapitaalkracht der Antwer- selincx tot het einde van zijn leven be- penaren die vooral na de val der stad houden. Zekerheid over de plaats en Noordwaarts gekomen waren, zonder datum van zijn overlijden is er niet. hun handelskennis en -relaties, zou het Wel is er nog een verzoekschrift van Holland onmogelijk geweest zijn om Usselincx uit juli/aug. 1647. Daarna is aan de eischen die zo plotseling aan niets meer van hem vernomen. het kleine en betrekkelijk nog achterlij- ke land gesteld werden te voldoen... Willem Usselincx was een idealist, die Bij alle stoute ondernemingen, die ini- zich door niets en niemand liet weer- tiatief en stoutheid van blik vereisch- houden van zijn droom tot de oprich- ten, waren zij te vinden"*. ting van een handelsmaatschappij op ideële leest geschoeid. Het ontbrak 1 J. Bouman, Bedijking, opkoiml en Moei van hem echter aan tact en timing om de ik' Bet'tmti'i; Alphen aan den Rijn 1977. juiste personen voor zijn idealen te p.260. winnen. Mede ten gevolge daarvan is Catharina Ligtenberg, Willem Usselincx, proefschrift Utrecht 1914. p.31. Usselincx roemloos ten onder gegaan. ' Arlhur de Bruyne, Usselincx en de Weslindi- Alleen het simpele feit dat ook zijn xche Compagnie3, Antwerpen 1987. p.26, 27.

Reacties van lezers Naar aanleiding van het artikel 'Meer Het artikel over 'De Keyserkerk, eni- dan één pk1 in de vorige aflevering ge opmerkingen over kerk en schreven de heer Bram Beunder en zijn restauratie' , kreeg een mooi vervolg. zuster mevrouw Elly Ooms-Beunder De heer Jan Winkelhuijzen las het arti- ons blij verrast te zijn met de foto van kel en dus ook het wensenlijstje van de hun vader achter het stuur van zijn auto stichting 'De Beemster Keyser1. Daar- - een Minerva volgens Bram. Voor de op stond vermeld een 'kleine antieke fotocollectie van het Historisch Ge- kroonluchter voor de consistorie'. Hij nootschap stuurden ze ons een foto (ca. schonk meer dan gewenst werd: twee 1910) van een paar auto's die klaar kroonluchters. Eén van koper uit het staan op het pleintje voor bakker Stuf- midden van de 19e eeuw, en één van fers om met de bewoners van het 'Huis ijzer uit de periode 1625-1650. De ko- voor Ouden van Dagen' een tochtje in peren kroonluchter hangt inmiddels in de omgeving te maken. "Een hele bele- de consistorie en die van ijzer in de venis" schrijven zij, "als je bedenkt dat stovenkamer. grootmoeder Beunder in heel haar le- ven de Noordzee niet heeft gezien".

24 Colofon

De Nieuwe Schouwschuit is een uitgave van het Historisch Genootschap Beemster

Redactie: Ger Ernsting, Aukje Greydanus Jan de Groot, Johan de Jong

Redactieadres: Middenweg 112 1462 HG Middenbeemster E-mail: [email protected]

Vormgeving Johan de Jong

Omslag en Druk: Hoogcarspel Grafische Communicatie

Oplage: 500 exemplaren

Het Historisch Genootschap Beemster: Secretariaat: Raadhuisstraat 29, 1462 KH, Middenbeemster e-mail: [email protected] website: www.historischgenootschapbeemster.nl

Niets uit deze publicatie mag worden verveel- voudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

ISSN: 1876-0112