Projectplan waterberging -Zuid Deel I: Een ontwerp voor droge voeten Waterschap De Dommel 11 juli 2014 Ontwerp projectplan 9W8954

Documenttitel Projectplan waterberging Valkenswaard-Zuid

Deel I: Een ontwerp voor droge voeten Bosscheweg 56 Verkorte Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Postbus 10.001 documenttitel 5280 DA +31 411 618 618 Telefoon Status Ontwerp projectplan +31 411 618 688 Fax Datum 11 juli 2014 [email protected] E-mail www.dommel.nl Internet Projectnaam Projectplan Valkenswaard-Zuid Projectnummer 9W8954 Opdrachtgever Waterschap De Dommel Referentie 9W8954/R00005/901865/EHV

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan ii

Voorwoord projectplan beschrijft de maatregelen die horen bij het aanleggen van de waterberging Valkenswaard-Zuid.

Voor u ligt het projectplan voor het waterbergingsgebied Het projectplan is afgestemd met de gemeente Valkenswaard. Valkenswaard-Zuid. Dit projectplan is geschreven in opdracht van Daarnaast is het project door middel van ‘keukentafel’-gesprekken, Waterschap De Dommel en beschrijft de realisatie van een een workshop en informatieavonden aan belanghebbenden waterbergingsgebied ter bescherming van bebouwing in en voorgelegd en zijn waar nodig nadere afspraken gemaakt. rondom de stad .

Benadrukt wordt dat een hoogwatergebeurtenis in de regio Waterschap De Dommel richt in de planperiode van het Eindhoven een probleem vormt door het ontstaan van schade bij Waterbeheerplan 2010-2015 ‘Krachtig Water’ tot eind 2015 wateroverlast. Een hoogwatergebeurtenis is geen veiligheids waterbergingsgebieden in en treft lokale maatregelen in het probleem, waarbij levensbedreigende situaties ontstaan. Het watersysteem. De maatregelen moeten ervoor zorgen dat hoofddoel van dit projectplan is dan ook het voorkómen van bebouwde gebieden droge voeten houden in het geval van schade door wateroverlast als gevolg van overstroming bij uitzonderlijke regenval. Waterschap De Dommel geeft hieraan de bebouwing binnen de bebouwde kom. hoogste prioriteit. Dit vloeit voort uit de normen voor wateroverlast die de Provincie Noord-Brabant in artikel 2.3 van de verordening Het projectplan bestaat uit twee delen. Het eerste deel beschrijft water Noord-Brabant stelt en de afspraken in het Nationaal hoe het waterbergingsgebied Valkenswaard-Zuid er in de Bestuursakkoord Water-Actueel (NBW 2008). In dit akkoord is toekomst uit komt te zien en de manier waarop dit wordt bereikt. In afgesproken dat eind 2015 het watersysteem in heel Nederland op het tweede deel van het projectplan worden de gemaakte keuzes orde is en maatregelen te hebben getroffen om het systeem t/m onderbouwd. 2050 op orde te houden.

Ter realisatie van de normen uit de verordening en de afspraken in het NBW treft het waterschap verschillende maatregelen. Eén van de maatregelen is de realisatie van waterberging in het gebied Valkenswaard-Zuid. Dit waterbergingsgebied is onderdeel van een groter geheel aan maatregelen dat bescherming biedt tegen hoogwatergebeurtenissen in de regio Eindhoven. In het gebied liggen opgaven op het vlak van waterberging, natuurontwikkeling en recreatie, die door verschillende partijen worden opgepakt. Dit

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan iii

INHOUDSOPGAVE

Blz.

1 WAAROM WATERBERGING? 6

2 VALKENSWAARD-ZUID 12 2.1 Ligging en begrenzing 12 2.2 Gebiedsopgaven 15 2.3 Alternatieven voor waterberging Valkenswaard Zuid 17

3 WATERSTAATSWERKEN 19

4 WATERBERGING VALKENSWAARD-ZUID 23 4.1 Huidig watersysteem in Valkenswaard-Zuid 23 4.2 Gestuurd waterbergingsgebied Valkenswaard-Zuid 25 4.3 Maatregelen aanleg gestuurde waterberging 31 4.4 Maatregelen voor bestaande functies 42 4.5 Recreatieve voorzieningen 47 4.6 Het watersysteem tijdens waterberging 49

5 WIJZE VAN UITVOERING 52 5.1 Technische uitvoering 52 5.2 Nadelige gevolgen tijdens uitvoering 53

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan iv

6 LEGGER, BEHEER EN ONDERHOUD 55

7 SAMENWERKING 57

8 LITERATUURLIJST 59

9 BIJLAGEN 60

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan v

1 WAAROM WATERBERGING? gedetailleerd onderzoek. Het heeft ertoe geleid dat het Algemeen Bestuur van Waterschap De Dommel in april Een kerntaak van alle waterschappen is om ervoor te 2013 nieuwe kaders heeft vastgesteld om te komen tot zorgen dat inwoners ‘droge voeten’ houden. Waterschap een optimale mix van maatregelen om te voldoen aan de De Dommel geeft hieraan de hoogste prioriteit en voert tal opgave in het programma ‘Droge Voeten’. Het genomen van maatregelen uit om wateroverlast binnen de besluit van het Algemeen Bestuur van Waterschap De bebouwde kom te voorkomen. Het is de taak van een Dommel (april 2013) is bijgevoegd in bijlage 1A. Met het gemeente om binnen de bebouwde kom het hemelwater vaststellen van de kaders voor ‘Droge Voeten’ heeft het af te voeren (via rioleringen) naar beken, rivieren en AB besloten tot aanpassing van de koers voor ‘Droge kanalen. Vervolgens is het de taak van het waterschap om Voeten’ ten opzichte van het Waterbeheerplan. Na het het water in het watersysteem af te voeren bij vaststellen van de nieuwe kaders heeft nader onderzoek hoogwatersituaties tot een norm die landelijk en/of plaatsgevonden, onder andere naar de haalbaarheid en provinciaal is vastgesteld. Het realiseren van maatregelen effectiviteit van extra afvoermogelijkheden via het Beatrix- om te voldoen aan de norm maakt deel uit van de en Wilhelminakanaal. In juni 2013 heeft het Algemeen afspraken binnen het Nationaal Bestuursakkoord Water- Bestuur van Waterschap de Dommel een definitief pakket Actueel (NBW 2008). In dit akkoord is vastgelegd dat eind aan maatregelen vastgesteld. Dit besluit (juni 2013) is 2015 het watersysteem in heel Nederland op orde is. Na bijgevoegd in bijlage 1B. 2015 moet het systeem op orde worden gehouden door het treffen van aanvullende maatregelen als de situatie Afweging dat nodig maakt. Waterschap de Dommel heeft Bij de keuze in maatregelen om te voldoen aan de normen bovenstaande afspraken opgenomen in haar programma zijn diverse bestuurlijke uitgangspunten en kaders ‘Droge voeten’. gehanteerd (zie navolgend kader).

Om te voldoen aan de opgave in het programma ‘Droge Voeten’ is in het Waterbeheerplan ‘Krachtig Water’ van Waterschap de Dommel voorzien in de aanleg van 6 gestuurde waterbergingsgebieden. Echter, het realiseren van gestuurde waterbergingsgebieden (alleen) bleek niet zonder meer de meest kosteneffectieve, bestuurlijk en maatschappelijk gedragen oplossing. Dit werd mede onderstreept door inzichten uit verbeterd en gewijzigd

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 6

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 7 Luchtfoto van hoogwatersituatie bij Valkenswaard-Zuid (met zicht op Dommelen)

Uitgangspunten Op basis van deze uitgangspunten, de feitelijke  Twee-traps-afweging: omstandigheden en de uitgevoerde hydrologische 1. elke maatregel die genomen wordt moet een 2015- berekeningen heeft het waterschap besloten de volgende knelpunt (helpen) oplossen; mix van maatregelen uit te voeren: 2. de maatregelen worden klimaatrobuust uitgevoerd  Aanleg van gestuurde waterberging Kleine Dommel. (klimaat 2050).  Aanleg van gestuurde waterberging Valkenswaard-  ‘Keren en sturen’ alleen als negatieve gevolgen (kunnen) Zuid (zie kader). worden gecompenseerd (en de kosten daarvan worden  Aanleg van gestuurde waterberging Run. meegenomen in de afweging).  Treffen van lokale maatregelen (onder andere aanleg  Maatregelen moeten houdbaar zijn voor de rechter; van kades) in Eindhoven, Son en Sint-Oedenrode.  De programmering van de maatregelen moet in principe  Gebruik maken van extra afvoermogelijkheid die passen binnen de financiële ruimte van het beleidsplan Rijkswaterstaat in extreme afvoersituaties biedt via het 2013-2014, totdat deze beperkend zijn voor het tijdig halen Beatrix- en Wilhelminakanaal. van de wateropgave voor Droge Voeten.  Het waterschap gaat voor maatregelen tegen de laagst Waterberging Valkenswaard-Zuid maatschappelijke kosten: De functie van het waterbergingsgebied Valkenswaard- o mits er ruimte blijft voor sturingsmogelijkheden om te kunnen reageren op verschillende afvoergolven, op Zuid binnen het totaal aan maatregelen is om in een extremere situaties en op toekomstig klimaat; hoogwatersituatie te zorgen voor het gestuurd bergen van o en waterberging heeft de voorkeur als daarmee water zodat de piekafvoer richting Eindhoven gereduceerd peilverhogende maatregelen worden voorkomen. wordt.

Kaders Dit heeft verschillende voordelen:  Niet meer water afvoeren door Eindhoven dan nu al gebeurt  Het leidt ertoe dat het waterschap conform het NBW onder extreme omstandigheden (hoogst gemeten waarde is het watersysteem op orde houdt voor nu en in de 3 op 3 januari 2003: 2,8 m /s). toekomst. Hoewel Valkenswaard-Zuid niet strikt  Samen met Rijkswaterstaat en Waterschap en Maas noodzakelijk is om in 2015 op orde te zijn, heeft het opereren als één waterbeheerder. bestuur toch gekozen het waterbergingsgebied nu aan o benut de ruimte die Rijkswaterstaat biedt voor afvoeren te leggen. Dit heeft te maken met het feit dat er een via het kanalensysteem; restopgave ligt voor de periode 2015 - 2050 waarvoor o bij keuze voor maatregelen zijn de laagst maatschappelijke kosten voor het totale watersysteem extra maatregelen noodzakelijk zijn. Ook de nieuwste uitgangspunt. klimaatscenario’s (lit 3.) bevestigen dit beeld. Het

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 8

waterbergingsgebied Valkenswaard-Zuid zorgt ervoor kent immers vele verschijningsvormen en locaties. Dat dat het watersysteem voor een groot deel op orde is betekent ook dat de noodzakelijke acties bij zo’n bui voor de periode 2015 – 2050. Daarnaast draagt niet geheel te voorspellen zijn. Toekomstige Valkenswaard-Zuid bij aan de flexibiliteit en normering (Deltaprogramma) zal overigens ook meer robuustheid ten behoeve van een adaptief de focus leggen op economisch waardevolle zaken. watersysteem.  Een flexibel systeem past verder binnen de  De nieuwste klimaatscenario’s van het KNMI wijzen uit bestuurlijke uitgangspunten om zo min mogelijk af te dat het –vooral in de winterperiodes– nog natter gaat wentelen en knoppen hebben ‘om aan te draaien’. worden dan dat op basis van de huidige scenario’s gedacht werd (lit. 3). De piekreductie die Natuurlijke overstromingen Valkenswaard-Zuid met zich brengt wordt in de Veel beken treden, vooral in de winter, buiten hun oevers. Deze toekomst dus nog belangrijker. Mede vanwege de regelmatig terugkerende overstromingen langs beken en verwachte toename van wateroverlast zal het riviertjes worden natuurlijke overstromingen genoemd. Deze waterschap ook waterbergingsgebied Run aanleggen komen van oudsher voor. Het is vergelijkbaar met de dat in combinatie met waterbergingsgebied uiterwaarden langs de grote rivieren. Valkenswaard-Zuid voor een extra piekreductie zal zorgen (meer dan de som der delen). Gestuurde waterberging  Het geeft het waterschap een sturingsmogelijkheid die Het waterschap spreekt van gestuurde waterberging als in een het anders in Eindhoven niet zou hebben. De andere extreme situatie een gebied doelbewust (extra) onder water afvoeren die de beek (De Dommel) in de stad wordt gezet. Het gebied is ervoor ingericht, er zijn vooraf belasten (m.n. en stedelijk water) zijn maatregelen getroffen en er is menselijk ingrijpen voor nodig. namelijk niet stuurbaar. Ernstige wateroverlast of overstroming binnen de bebouwde  Meer sturing op de hoeveelheid water in de stad kom verder stroomafwaarts wordt op die manier voorkomen. Eindhoven is te meer nodig, omdat binnen Brainport Zo’n situatie komt niet vaak voor. In die noodgevallen moet het water van beken en riviertjes de ruimte krijgen in gebieden, die Eindhoven, het hightech centrum van Europa, grote daarvoor door het waterschap geschikt gemaakt zijn. Een economische belangen op het spel staan. Daarnaast dergelijk gebied wordt een waterbergingsgebied genoemd. is het van belang extra beschermende maatregelen te treffen bij het Van Abbemuseum en de rioolwaterzuivering (RWZI) bij Eindhoven. Dit betekent dat een flexibel, adaptief sturingssysteem wenselijk is. Een bui waar de wateroverlastnorm op doelt (T100),

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 9

Andere doelen Naast waterberging liggen er in het gebied ook andere doelen zoals natuurontwikkeling, realiseren van recreatieve voorzieningen en het vispasseerbaar maken van de beek. De doelen worden door verschillende partijen opgepakt. Dit projectplan beschrijft de maatregelen die horen bij het aanleggen van de waterberging Valkenswaard-Zuid.

Leeswijzer Dit projectplan bestaan uit twee delen:  Deel I: een ontwerp voor droge voeten;  Deel II: de verantwoording en rechtsbescherming.

Deel I gaat in op de aanleiding, de beschouwde alternatieven, te treffen maatregelen, uitvoering, beheer en het gevoerde proces. Deel II gaat in op het van toepassing zijnde beleid, uitgevoerde onderzoeken, de effecten van de maatregelen en de rechtsbescherming voor belanghebbenden en ingezetenen.

Voor u ligt Deel I van het projectplan Valkenswaard-Zuid.

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 10

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 11 Figuur 2.1

2 VALKENSWAARD-ZUID en natuurlijk ingerichte gebieden met bebouwing aan de randen. Het landschap is licht glooiend met een aantal 2.1 Ligging en begrenzing hoger gelegen delen en een aantal lager gelegen geulen. De maaiveldhoogte varieert van 22,0 a 22,5 m+NAP in het Het plangebied voor waterberging Valkenswaard-Zuid is noorden tot meer dan 24 m+NAP in het zuiden van het gelegen bij Dommelen in het Dommeldal ten zuidwesten plangebied (zie figuur 2.2). van Valkenswaard. Het gebied ligt tussen de Luikerweg (N69) in het zuiden en de Dommelsche watermolen (langs Het landgebruik aan de oostzijde bestaat grotendeels uit de Dommelseweg, N379) in het noorden. Het plangebied grasland en akkerbouw, het gaat om wei- en hooilanden is ongeveer 850 meter lang en op het breedste punt en (mais)akkers. Daarnaast ligt hier een aantal ongeveer 600 meter breed. Ten westen grenst het gebied boomkwekerijen en boomgaarden. Hier wordt onder aan de bebouwde kom van Dommelen en ten oosten aan andere ilex (hulst) verbouwd. Ook komen er populieren en de kern Valkenswaard. Het plangebied is globaal gemengde bospercelen voor. weergegeven op figuur 2.1. Aan de westzijde van de Dommel is een groot deel van Het beekdal van de waterberging Valkenswaard-Zuid het gebied ingericht als natuur. Er zijn houtwallen vormt van nature een gebied dat grotendeels overstroomt aangelegd, woningen en opstallen gesloopt en percelen en op een natuurlijke wijze water bergt tijdens afgegraven. Verderop richting het westen is gestart met hoogwaterafvoersituaties. Het gebied kent een morfologie de realisatie van de woonwijk Lage Heide Wonen. die uiterst geschikt is om een waterbergingsgebied aan te leggen. De dalbodem, met name aan de westelijke kant Binnen het gebied is de infrastructuur beperkt tot enkele van de Dommel, is relatief breed en de flanken aan zand- en wandelpaden, waarmee toegang tot de percelen weerszijden lopen snel op. Door deze komachtige vorm in het gebied aanwezig is. De gemeente is voornemens kan, met relatief eenvoudige ingrepen een behoorlijke vanaf het Broek richting Goorkes een fietspad aan te extra hoeveelheid aan water geborgen worden zonder dat leggen. hierdoor veel extra gebied overstroomt. Het gebied is voor ongeveer 60% van het oppervlak in Het gebied wordt getypeerd als een open landschap met eigendom van de gemeente Valkenswaard. Aan de weilanden en akkers. Vanuit landschappelijk oogpunt is oostzijde van de Dommel zijn diverse percelen van het gebied te verdelen in drie eenheden: de Dommel met particuliere eigenaren. De kadastrale kaart met aan weerszijden de beekdalen die overgaan in agrarische perceelsnummers is weergeven op figuur 2.3.

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 12

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 13

Figuur 2.2: Hoogtekaart (AHN) Figuur 2.3: Kadastrale situatie

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 14

2.2 Gebiedsopgaven Op figuur 2.1 is de ligging van de gestuurde waterberging Valkenswaard-Zuid weergegeven. Voor de exacte contour Binnen het plangebied Valkenswaard-Zuid staat voor van de gestuurde waterberging met bijbehorende Waterschap De Dommel de aanleg van de gestuurde beschrijving wordt verwezen naar paragraaf 4.6. waterberging Valkenswaard-Zuid centraal. Het voorliggende projectplan beschrijft de aanleg van deze Overige opgaven gestuurde waterberging. In het gebied spelen naast gestuurde waterberging ook Gestuurde waterberging andere opgaven: De aanleg van de waterberging Valkenswaard-Zuid is één a. Realisatie van een vispassage langs de Dommelsche van de schakels om gebieden binnen de bebouwde kom Watermolen; in en rondom Eindhoven te beschermen tegen b. Realisatie van een vispassage langs de Venbergse wateroverlast. Het Waterschap De Dommel is in Watermolen (gelegen bovenstrooms van het gebied); hoofdzaak verantwoordelijk voor deze belangrijke opgave. c. Realisatie natuurcompensatie Molenaarsbos (door gemeente Valkenswaard); Uit hydrologische onderzoeken blijkt dat in het plangebied d. Ontwikkeling van een natuurgebied (door gemeente Valkenswaard-Zuid voor de planperiode 2015 – 2050 de Valkenswaard); afvoergolf die met een kans van eens in de 100 jaar e. Realisatie van een landgoed (door gemeente optreedt (T100 W+ 1) met maximaal 3,15 m3/s afgetopt Vakenswaard); kan worden (zie bijlage 3A). Hierbij wordt circa 150.000 f. Ontwikkelen van recreatief wandel- en fietspad (door m3 water in het gebied geborgen. Het gaat hierbij om de gemeente Valkenswaard). hoeveelheid water die extra in het gebied wordt geborgen boven op de hoeveelheid water die door natuurlijke Bovengenoemde plannen vormen geen onderdeel van dit overstroming al tijdelijk in het gebied aanwezig is. De projectplan. Hiervoor worden door het waterschap en de gestuurde waterberging dient eind 2015 operationeel te gemeente Valkenswaard separate plannen uitgewerkt. De zijn. inhoud van deze plannen is nader beschreven in Deel II, paragraaf 2.3.

1 T100W+: Afvoergolf die met een kans van eens in de 100 jaar optreedt uitgaande van klimaatscenario W+ (2050)

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 15

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 16

2.3 Alternatieven voor waterberging Valkenswaard Zuid

Het waterschap is zich er van bewust dat het extra bergen van water en het realiseren van maatregelen hiervoor, gevoelig kan liggen bij belanghebbenden die bijvoorbeeld grondposities hebben in het gebied. Ook kan het effect hebben op andere belangen. Om deze reden is onderzoek gedaan naar alternatieven om invulling te geven aan de waterbergingsopgave.

Verdelen van waterberging Zo is onderzocht of de bergingsopgave kan worden verdeeld over meerdere gebieden in het gedeelte tussen de Belgische grens en de samenkomst met de Keersop (ten noorden van Valkenswaard) en welke gebieden hier nog meer voor waterberging in aanmerking komen. Dit onderzoek is opgenomen in bijlage 1D. Op basis van hydrologie, ecologie, landschap en kosten is bepaald dat twee gebieden, waaronder Valkenswaard-Zuid geschikt zijn voor waterberging (gebied 5 en 7 op figuur 2.4). Het andere gebied is gelegen ten oosten van Dommelen (gebied 7). Dit gebied blijkt te weinig capaciteit te hebben om de volledig opgave te kunnen realiseren. Het verdelen van waterberging over de twee gebieden is ook niet wenselijk, omdat dit leidt tot een complexere inzet van de waterberging. De kans dat er iets mis gaat in de aansturing is hoger. Ook zijn, door aanleg van meer lengte kade, de aanleg van meerdere regelwerken en meer areaal dat extra onder water wordt gezet, hier hogere maatschappelijke kosten mee gemoeid.

Figuur 2.4: Onderzochte gebieden in studie verdelen water

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 17

Alternatieve inrichting Valkenswaard-Zuid Naast een studie naar het verdelen van waterberging is op verzoek van belanghebbenden onderzoccht of de inrichting van het waterbergingsgebied gewijzigd kan worden, zodat de effecten van bijvoorbeeld het neerslaan van slib afkomstig uit de Dommel beperkt worden. Deze studie is opgenomen in bijlage 1E. In het onderzoek zijn de effecten van het ontwerp dat opgenomen is in dit projectplan vergeleken met de effecten van een variant waarbij aaan de oostzijde van de Dommel een oeverwal wordt aangelegd / opgehoogd en een variant waarbij aan beide zijden van de Dommel een oeverwal wordt aangelegd / opgehoogd (zie figuur 2.5). Dit met als hoofddoel ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk (vervuild) slib in de beek blijft en bij inzet van de waterberging niet op het land terecht komt. De varianten zijn geanalyseerd, waarbij gebleken is dat de twee varianten met ophogen van oeverwallen ongewenste effecten veroorzaken. Met deze varianten worden namelijk van nature voorkomende overstromingen binnen het gebied voorkomen, waardoor bij andere gebieden meer water zal komen te staan. Dit inclusief de afzet van sediment in deze gebieden. Ook wordt door aanleg en ophoging van de oeverwallen langs de beek het natuurlijke beekdal verstoort en brengen deze varianten hogere investeringskosten met zich mee.

De variant zoals opgenomen in dit projectplan is het meest geschikt, waarbij bij inzet vanaf een situatie die eens per 25 jaar voorkomt, vanuit de optiek van slibdepositie geen nadelige effecten te verwachten zijn (nadere toelichting zie deel II paragraaf 4.2). Figuur 2.5: Onderzochte alternatieven

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 18

3 WATERSTAATSWERKEN

Dit hoofdstuk geeft een overzicht van alle waterstaatswerken, die in dit projectplan Valkenswaard- Code Maatregel Zuid zijn opgenomen. Naast waterstaatswerken zijn ook andere maatregelen voorzien. Waterstaatswerk Waterberging Natuur Recreatie

Een overzicht van alle maatregelen is opgenomen in tabel Waterberging: ingrepen t.b.v. aanleg waterberging Aanleg kade op west en oost oever 3.1. In de tabel is onderscheid gemaakt in maatregelen W.1.A √ √ per gebiedsdoelstelling, deze zijn met verschillende van de Dommel coderingen aangegeven. De realisatie van de W.1.B Ophogen terrein aan westzijde √ √ waterberging (codering W), maatregelen voor verbetering W.1.C Ophogen terrein aan oostzijde √ √ van recreatie en behoud van bestaande functies (codering W.2.A Aanleg regelwerk in Dommel √ √

R). Tevens zijn de maatregelen opgenomen die worden W.2.B Regelwerk bij DL29 √ √ genomen om de effecten te minimaliseren (codering E). Regelwerk aan oostzijde Dommel (bij W.2.C √ √ toekomstige vispassage) Alle maatregelen met hun code zijn opgenomen op de W.2.E Aanleg veegvuil uitdraaiplaats √ √ ‘Overzichtskaart maatregelen’ (bijlage 5). W.2.F Verwijderen duiker √ √

Het indienen van zienswijzen door belanghebbenden en Waterberging: ingrepen t.b.v. bestaande functies ingezetenen tijdens de ter inzagelegging is alleen mogelijk EA.1 Aanleg afwateringsloot oost √ √ voor zienswijzen op de waterstaatswerken. Het indienen EA.2 Aanleg afwateringsloot west √ √ van zienswijzen op de andere maatregelen die EA.2.1 Aanbrengen schotbalkstuw en duiker √ √

beschreven worden in dit projectplan is niet mogelijk. Zie EN.1 Aanleg faunapassage √ √

voor meer informatie Deel II, hoofdstuk 7. EN.2 Aanplant struweel √ √

EW.1 Aanleg terp perceel H106 √ √

Aanleg oeverwal perceel D749 √ √ EL.1 Recreatieve voorzieningen R.1 Wandelpad op de kade √ Tabel 3.1: Overzicht maatregelen in projectplan

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 19

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 20

De waterberging (kade + overstromingsgebied) wordt vastgelegd in de bestemmingsplannen en in de Legger van het waterschap. Hiermee is de waterberging beschermd via de Keur en wordt geborgd dat andere ontwikkelingen in het gebied aan regels zijn gebonden en zodoende geen nadelig effect hebben op het functioneren van het gebied als waterberging.

Specifiek voor de waterstaatswerken geldt dat een gedetailleerde beschrijving van de maatregelen vereist is, inclusief de functie, ligging, vormgeving en maatvoering. In hoofdstuk 4 zijn de maatregelen voor de waterberging meer in detail beschreven.

Ontwerptekeningen van de kade, regelwerk en watergangen in de vorm van detailtekeningen en dwarsprofielen zijn opgenomen in bijlage 5.

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 21

waterberging Valkenswaard-Zuid Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 22 Figuur 4.1

4 WATERBERGING VALKENSWAARD-ZUID bijvoorbeeld als de molen buiten gebruik is. Het peil in de Dommel fluctueert hierdoor. Navolgend wordt de werking van het huidig watersysteem en het principe van de inzet van de gestuurde De ontwatering voor de aanwezige landbouwkundige en waterberging beschreven. Vervolgens worden in stedelijke functies in het gebied is met de huidige paragraaf 4.3 de te treffen maatregelen beschreven. inrichting goed geregeld.

4.1 Huidig watersysteem in Valkenswaard-Zuid De Dommel stroomt door een natuurlijk beekdal met laaggelegen gronden direct langs de beek en Het traject van de Dommel dat door het dal van hooggelegen gronden verder weg van de beek. In Valkenswaard-Zuid stroomt staat onder invloed van twee perioden met langdurige en intensieve neerslag in het watermolens: de Dommelsche Watermolen in het noorden winterhalfjaar treden in de huidige situatie overstromingen van het plangebied en de Venbergsche Watermolen in het op. Er is onvoldoende afvoercapaciteit in het systeem zuiden. Beide molens beïnvloeden het peil van de aanwezig, waardoor de beek buiten haar oevers treedt. Bij Dommel. extreme afvoeren overstroomt eerst het gebied ten westen van de Dommel en wordt water via watergang DL29 In het beekdal liggen diverse watergangen, waarvan het afgevoerd. Bij nog extremere afvoeren overstroomt ook grootste deel perceelsloten zijn. Zowel ten oosten als ten het oostelijk gelegen gebied. In dit geval wordt tevens westen van de Dommel zijn waterlopen gelegen die het water via de DL32 en duiker gelegen ter plaatse van de water afkomstig van het omliggend gebied opvangen en Dommelseweg afgevoerd. De Dommel treedt gemiddeld richting Dommel afvoeren. De waterlopen, perceelsloten eens per jaar buiten haar oevers. en greppels aan de westzijde van het Dommeldal wateren af op de watergangen DL29, DL30 en DL31 (zie figuur De dalbodem (het vlakke deel aan weerszijden van de 4.1). Deze komen samen in watergang DL29 die buiten Dommel) is relatief breed en de flanken aan weerszijden het projectgebied stroomafwaarts van de Dommelsche lopen relatief snel op. Bij overstroming van het beekdal Watermolen afwatert op de Dommel. Aan de oostzijde blijft het overstroomd oppervlak hierdoor beperkt door vindt de afwatering van het gebied op eenzelfde manier deze natuurlijke begrenzing. In de hoogwatersituatie die plaats via watergang DL32. De Dommelsche Watermolen gemiddeld eens in de 100 jaar (T100 W+) voorkomt, is voorzien van een stuw met schuiven die het waterpeil in stroomt ongeveer 17 m3/s water door de Dommel. Het de Dommel op ongeveer 22,80 a 22,90 m+NAP houdt. De oppervlak dat hierdoor van nature overstroomt bedraagt schuif bij de watermolen staat regelmatig verder open, 38 ha. Er is dan 145.000 m3 water in het gebied aanwezig.

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 23

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 24

Figuur 4.2

4.2 Gestuurd waterbergingsgebied Valkenswaard-Zuid waterkering (kade) weergegeven. Voor een nadere toelichting op de bestemmingsplannen wordt verwezen Het doel van de aanleg van waterberging Valkenswaard- naar Deel II, paragraaf 2.2.4. Zuid is het verminderen van wateroverlast in stroomafwaarts gelegen gebieden binnen de bebouwde Maatregelen kom. Naar verwachting zal deze waterberging vanaf eens De gestuurde waterberging wordt aan de noord- en in de 25 jaar ingezet moeten worden. Dit om de schade westzijde begrensd door een aan te leggen kade (zie die als gevolg van hoogwatergebeurtenissen tot een kans figuur 4.2). Door het natuurlijk hoogteverschil in het van eens in de 100 jaar optreden (T100W+) te gebied, ligt de grootste bergingscapaciteit van het gebied voorkomen. De uiteindelijk frequentie van de inzet is ten westen van de Dommel. Dit is het laagst liggende afhankelijk van weersomstandigheden en de effecten van gedeelte. Ten oosten van de Dommel liggen hoger klimaatsverandering. gelegen gronden, waarvan een relatief beperkt gedeelte bij het inzetten van de waterberging zal onderlopen. Door de komachtige vorm van het gebied kan een relatief groot volume aan water worden geborgen, waarbij het Ter hoogte van de kade worden op drie locaties extra overstroomd oppervlak beperkt blijft. Door de regelwerken gerealiseerd. Deze zorgen ervoor dat de aanwezige hoogteverschillen in het terrein kan juist dit waterberging gestuurd ingezet kan worden. Het betreft gebied met weinig ingrepen geschikt gemaakt worden regelwerken gelegen bij het gebied ten westen en ten voor een efficiëntere en meer gecontroleerde oosten van de Dommel en een regelwerk in de Dommel waterberging: een gestuurde waterberging. zelf (locaties zie figuur 4.2, W.2.A, W.2.B en W.2.C).

In de Waterbergingsvisie 2006 en het Waterbeheerplan Ten westen en oosten van het waterbergingsgebied blijft 2010-2015 van Waterschap De Dommel is de aanleg van de huidige afwatering (DL31 en DL32) gehandhaafd. De de waterberging Valkenswaard-Zuid voorzien. Tevens is percelen hier kunnen via deze watergangen vrij afwateren de locatie als gestuurde waterberging opgenomen in de richting Dommel, stroomafwaarts van het waterbergings- Verordening Ruimte van de provincie Noord-Brabant en is gebied. Naast de aanleg van de kade en regelwerken een groot deel van het gebied reeds bestemd voor de worden voorzieningen getroffen om negatieve effecten te realisatie van gestuurde waterberging en de aanleg van mitigeren en om de voorzieningen voor de gestuurde de hiervoor benodigde voorzieningen. Figuur 4.3 betreft waterberging landschappelijk in te passen. In paragraaf de verbeelding van het bestemmingsplan Lage Heide 4.3 wordt nader op deze maatregelen ingegaan. Natuur. Hierop zijn de bestemmingen waterberging en

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 25

Figuur 4.3: Uitsnede plankaart Uitwerkingsplan ‘Lage Heide, Natuur’

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 26

Inzet gestuurde waterberging Bij inzet van de gestuurde waterberging wordt de afvoer van de Dommel middels de drie regelwerken geknepen tot maximaal 23,66 m+NAP. Aan de oost- en westzijde van de Dommel wordt respectievelijk 1,00 en 2,25 m3/s doorgelaten. Het regelwerk in de Dommel knijpt het restant aan afvoer. In het geval van de afvoersituatie T100W+ wordt hier 10,60 m3/s doorgelaten. Het beekwater dat niet via de drie regelwerken wordt afgevoerd, blijft achter in het waterbergingsgebied. Het resultaat hierbij is dat ten tijde van de afvoerpiek in plaats van 17,45 m3/s nog 14,3 m3/s benedenstrooms wordt afgevoerd. Figuur 4.4 geeft een overzicht van de waterverdeling bij een afvoersituatie T100W+ bij inzet van de gestuurde waterberging.

De hoeveelheid extra waterberging, dus bovenop de reeds aanwezige natuurlijke waterberging, bedraagt circa 150.000 m3. Het gebied dat dan extra overstroomt is 4 ha. Op figuur 4.6 is met oranje weergegeven waar dit van toepassing is.

Figuur 4.4: Waterverdeling bij waterberging situatie T100W+ Blauw: Optredende maximale afvoer Rood: Debiet dat door regelwerken wordt doorgelaten Groen: Maximale afvoer bij uitleespunt 2 als gevolg van inzet waterberging

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 27

Inzet vanaf T252 Het doel van de gestuurde waterberging is om gebieden binnen de bebouwde kom in en rondom Eindhoven tot een hoogwatersituatie die met een kans van eens in de 100 jaar optreedt (T100W+) te beschermen. Om deze bescherming te kunnen bieden is het nodig om het waterbergingsgebied ook bij lagere afvoeren dan T100W+ in te kunnen zetten.

De gestuurde waterberging bij Valkenswaard-Zuid vormt één van de schakels binnen een groter systeem van maatregelen. Flexibiliteit om het gebied in te kunnen zetten is dan ook van belang. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat elders meer neerslag valt, terwijl de afvoer in de Dommel ter hoogte van Valkenswaard-Zuid lager is dan de afvoer bij T100W+. In dit geval is het nodig waterbergingsgebied Valkenswaard-Zuid toch in te zetten.

Op basis van hydrologische studies is bepaald dat inzet vanaf T25 nodig kan zijn. Hierbij wordt opgemerkt dat de inzet van het gebied afhankelijk is van meerdere factoren en dat het dus niet zo hoeft te zijn dat het gebied bij een afvoergolf T25 ingezet wordt. Op figuur 4.5 is de waterverdeling weergegeven in het geval de gestuurde waterberging bij een afvoergolf T25 maximaal (tot 23,66 m+NAP) ingezet wordt. Figuur 4.5: Waterverdeling bij waterberging situatie T25 Blauw: Optredende maximale afvoer Rood: Debiet dat door regelwerken wordt doorgelaten 2 Afvoergolf die met een kans van eens in de 25 jaar voorkomt Groen: Maximale afvoer bij uitleespunt 2 als gevolg van inzet waterberging

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 28

De extra hoeveelheid waterberging in dit geval bedraagt 3 circa 170.000 m . Het gebied dat dan ten opzichte van een ongestuurde afvoergolf T25 extra overstroomt is 11 ha.

Op figuur 4.7 is met blauw het gebied dat bij T25 zonder inzet van de waterberging overstroomt weergegeven. De 10 ha die extra overstroomt is het gebied dat (binnen het waterbergingsgebied) lichtblauw + groen gearceerd is.

In tabel 4.2 is een overzicht van bovengenoemde getallen gegeven.

Huidig T25 huidig T100W+ huidig Overstroomt 31 ha 38 ha gebied (hectare) 3 3 Hoeveelheid Ca. 120.000 m Ca. 145.000 m water in gebied Inzet T25 inzet (tot 23,66+) T100W+ inzet Extra overstroomt 11 ha 4 ha gebied (hectare) 3 3 Extra hoeveelheid Ca. 170.000 m Ca. 150.000 m water in gebied Tabel 4.2: Overzicht hoeveelheden

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 29

Figuur 4.6: Inzet gestuurde waterberging bij T100W+ Figuur 4.7: Inzet gestuurde waterberging bij T25 Blauw: Huidige overstromingen eens in de 100 jaar Blauw: Huidige overstromingen eens in de 25 jaar Oranje: Extra overstroming door waterberging tot 23,66 m+NAP Oranje: Extra overstroming door waterberging tot 23,66 m+NAP Groen: Vermindering van overstroming door waterberging Groen: Vermindering van overstroming door waterberging

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 30

4.3 Maatregelen aanleg gestuurde waterberging In de legger zal aan de aan te leggen kades de functie ‘overige waterkering’ toegekend worden. In deze paragraaf worden de geplande inrichtingsmaatregelen beschreven, waarbij ingegaan Ligging wordt op de functie, ligging, vormgeving en afmetingen. De kade komt stroomafwaarts in het gebied net ten zuiden De inrichtingsmaatregelen voor de aanleg van de van de Dommelsche Watermolen te liggen. De kade loopt waterberging zijn op figuur 4.2 weergegeven (codering van de westelijke naar de oostelijke flank van het W). De exacte ligging van alle maatregelen is Dommeldal. weergegeven op de ‘Overzichtskaart’ maatregelen’ (bijlage 5). Op de overzichtskaart zijn ook de coderingen Omdat het laagst gelegen gebied aan de westkant van de van de maatregelen terug te vinden. De effecten van de Dommel ligt, is de kade aan de westkant langer en hoger maatregelen en de effecten van het inzetten van de ten opzichte van maaiveld dan aan de oostkant. Het waterberging zijn beschreven in Deel II, hoofdstuk 4 van kadetracé volgt zoveel mogelijk de natuurlijke hoogten in dit projectplan. het maaiveld van de weg Het Broek in het westen naar het hoger gelegen Goorkes in het oosten. Naast de keuze Aanleg kade waterberging (W.1.A) voor het tracé is de kade landschappelijk ingepast door de toepassing van flauwe taluds en begroeiing met gras en Waterstaatswerk: Ja bloemen. Wijziging / nieuw: Nieuw De hoogte van de kade is voorzien op 24,0 m+NAP Functie (maximale waterstand 23,66 m+NAP + 0,3 meter Om maximale waterberging mogelijk te maken wordt het waakhoogte 3). Op het hoogste punt wordt de kade circa 2 water ter hoogte van de regelwerken in en aan de oost- en meter hoog ten opzichte van het bestaande maaiveld. westzijde van de Dommel tot een hoogte van maximaal Richting de flanken van het beekdal, bijvoorbeeld richting 23,66 m+NAP opgestuwd. Bij deze waterstand zal het de Narcislaan, neemt de hoogte van de kade af tot 80 cm bestaande maaiveld (hoogte) de natuurlijke begrenzing

voor het waterbergingsgebied vormen. Alleen daar waar 3 de maaiveldhoogte onvoldoende is of leidt tot ongewenste Veiligheidsmarge bovenop de maximale waterstand, bedoeld om wateroverlast, wordt een kade aangelegd of het maaiveld bezwijken van de kade, bijvoorbeeld als gevolg van golfslag te gedeeltelijk verhoogd. voorkomen.

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 31

ten opzichte van bestaand maaiveld. In aansluiting op de In overeenstemming met de eisen van het waterschap kade worden aan de flanken van het waterbergingsgebied (Keur op waterberging) worden geen bomen binnen het delen van percelen met 10 a 20 cm opgehoogd. Dit is veiligheidsprofiel van de kade aangelegd. Het ontwerp van nodig om de kade aan te laten sluiten op de aanwezige de kade is hierop afgestemd (zie bijlage 6). natuurlijke hoogteligging van het gebied. Het talud dat grenst aan het natuurgebied kan worden Deze verhogingen van het maaiveld kunnen lager begraasd. Met de gemeente, beheerder van het gebied, uitgevoerd worden dan de kade, omdat het terrein hier worden hier afspraken over gemaakt. Ten noorden van flauw oploopt waardoor er geen waakhoogte van 30 cm Het Broek kan de kade begraasd worden door aangehouden hoeft te worden (nadere uitwerking zie kleinhoevigen (schapen). Dit om schade aan de kade te maatregel W.1.B en W.1.C). Voor het overige gebied voorkomen. Ten zuiden van Het Broek is het talud vormen de natuurlijke maaiveldhoogten de begrenzing verflauwd tot 1:10. Hier kunnen tevens groothoevigen, van het waterbergingsgebied. zoals koeien, grazen.

Vorm, afmetingen en constructie Het talud aan de zijde buiten het waterbergingsgebied De waterkering krijgt een asymmetrisch profiel, met een wordt extensief beheerd door het waterschap. Tussen kruinbreedte van maximaal 5 m breed. Op de kruin is een bestaande en nieuw aan te leggen sloten parallel aan de onderhoudspad gelegen. Richting het lager gelegen kade is aan de onderzijde van de kade een gebied wordt een flauw talud (1:6) aangelegd met onderhoudsstrook voorzien. Het ontwerp van de kade is extensief beheerd gras, waardoor de overgang tussen geotechnisch getoetst. De onderzoeksresultaten en natuurgebied en waterkering geleidelijk is. Op deze geotechnische berekeningen4 zijn opgenomen in bijlage 6. manier ontstaat aan de waterbergingszijde van de kade een uitloopgebied. Richting de bebouwde kom / nieuwe Inpassing in het gebied woonwijk, wordt een talud van 1:3 tot 1:4 aangelegd. Het ontwerp van de kade, waaronder het tracé en de Tussen Het Broek en de Narcislaan wordt de bestaande vormgeving, is in samenhang met het ontwerp van Lage historische bomenrij tussen zandpad en de westelijk Heide Natuur opgesteld en verankerd in de inrichtingsvisie gelegen nieuwe woonwijk gehandhaafd. Naast dit worden hier aan de oostzijde ook de door de gemeente recentelijk 4 aangelegde houtwallen aangesloten op de kade. Berekeningen m.b.t. de stabiliteit van de kade op basis van uitgevoerd grondonderzoek.

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 32

(bijlage 1D) en het later opgestelde beeldkwaliteitsplan (lit. Verder is de bestaande bodem waar de kade op komt te 6) en uitwerkingsplan Lage Heide Natuur (lit. 7). Het liggen als gevolg van jarenlange natuurlijke ontwerp van de kade sluit hierbij aan op de bestaande en overstromingen in het gebied lokaal sterk verontreinigd nieuwe landschappelijke structuren die in het kader van met zware metalen. In het kader hiervan wordt bij aanleg plan Lage Heide Natuur door de gemeente worden van de kade de bestaande toplaag eerst gefreesd. Hierna ontwikkeld. In de afwegingen die voor beide projecten wordt een signalerende laag aangebracht, bedoeld om bij gemaakt zijn is naast landschappelijke inpassing ook eventuele grondwerkzaamheden na aanleg van de rekening gehouden met aspecten, zoals beheer, bodem, waterberging, het verschil tussen schone en flora en fauna, cultuurhistorie en archeologie. Ook hebben verontreinigde grond aan te geven. Boven de aanwonenden invloed gehad op de inrichting van het signalerende laag wordt vervolgens schone grond gebied, waaronder op de ligging van de kade. aangebracht (grond klasse ‘wonen’). De kade wordt dus zonder sanerende maatregelen aangelegd. Vervolgens Recreatief medegebruik van de kade wordt de kade ingezaaid met gras. De gemeente Valkenswaard wil de recreatieve mogelijkheden in het Dommeldal verder ontwikkelen. Ophogen terrein westzijde (W.1.B) Daarom krijgt het onderhoudspad op de waterkering gedeeltelijk tevens een recreatieve functie (wandelpad, Waterstaatswerk: Ja nadere uitwerking zie maatregel R1). Wijziging / nieuw: Nieuw

Op het deel van de kade tussen Het Broek en de Functie en ligging Narcislaan legt de gemeente een fietspad met een De kade (maatregel W.1.A) dient aan de flank van het breedte van 2,75 meter aan (fietspad valt buiten de scope beekdal aan te sluiten op hoger gelegen terrein. Uit van dit projectplan). Het fietspad sluit in de toekomst aan veldmetingen blijkt dat het terrein aan de zuidwestzijde op op het “Dommelpad”, een fietsroute van Peer naar Den circa 23,6 m + NAP gelegen is. Hierdoor kan er bij Bosch. Er wordt geen meubilair of verlichting op de kade maximale inzet van het waterbergingsgebied (23,66 m + aangebracht. NAP) water langs de kade richting watergang DL31 stromen. Om dit te voorkomen dienen ter plaatse van Aanleg perceel H138 maatregelen getroffen te worden Plaatselijk worden bestaande greppels en sloten voor (perceelsnummers zie figuur 2.3). aanleg van de kade gedempt (zie tekeningen bijlage 5).

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 33

Op het moment van het in procedure brengen van dit Tussen hoogtelijnen 23,7 en 23,8 m + NAP wordt het projectplan loopt er nog een procedure bij de Raad van terrein in het verlengde van de kade met 10 a 20 cm State tegen het laten vervallen van de bestemming opgehoogd tot een hoogte van 23,8 m + NAP. Langs de waterberging bij onder andere het betreffende perceel. kade wordt voor de ontwatering van het aanliggende Waterschap De Dommel en de provincie Noord-Brabant perceel een greppel aangelegd. hebben beroep ingesteld, met als doel de bestemming waterberging op dit perceel terug te brengen. Vanwege Vanwege het beperkte ruimtebeslag kan deze variant het feit dat Raad van State en de raad van Valkenswaard desnoods met toepassing van de gedoogplichtbeschikking nog een beslissing moeten nemen aangaande de worden uitgevoerd. bestemming van dit perceel, zijn door het waterschap 2 alternatieven uitgewerkt. Zodra de Raad van State in het Voorkeur van het waterschap voordeel van het waterschap beslist worden deze Alternatief 1 heeft de voorkeur boven de tweede optie, alternatieven aan de grondeigenaar voorgelegd en wordt omdat de ophoging geen effect heeft op de een keuze hierin gemaakt. gebruiksmogelijkheden van het perceel. Vanwege het ruimtebeslag van deze variant zou, indien de eigenaar Alternatief 1 – Ophogen perceel (W.1.B.1) hieraan niet wil meewerken, onteigening aan de orde zijn. Het ontwerp van dit alternatief is weergegeven op Dit heeft niet de voorkeur van het waterschap. Mocht deze tekening 2323-124. Het terrein wordt met 10 a 20 cm instemming ontbreken, dan zal het waterschap voor het opgehoogd tot een hoogte van 23,8 m + NAP, waarbij tweede alternatief kiezen. aangesloten wordt op de bestaande hoogtelijn van deze hoogte. Omdat het terrein over een brede zone Ophogen terrein oostzijde (W.1.C) opgehoogd wordt is een waakhoogte van 30 cm niet nodig. De bezwijkmechanismen, zoals golfslag, die op een Waterstaatswerk: Ja kade van toepassing zijn gelden hier vanwege de Wijziging / nieuw: Nieuw beperkte waterdiepte en het flauw oplopende terrein niet. Functie Alternatief 2 – Aanleg kade (W.1.B.2) De kade (maatregel W.1.A) dient aan de flank van het Het ontwerp van dit alternatief is weergegeven op beekdal aan te sluiten op hoger gelegen terrein. Uit tekening 2323-125. Tot waar het water reikt wordt een veldmetingen blijkt dat het terrein aan de oostzijde op kade aangelegd met een hoogte van 24,0 m + NAP. De circa 23,4 a 23,7 m + NAP gelegen is. Hierdoor stroomt bij maximale hoogte van de kade bedraagt in dit geval 0,5 m. maximale inzet van het waterbergingsgebied (23,66 m +

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 34

NAP) water langs de kade richting aangelegen actief is plat op de bodem. Bij een extreem aanbod van aspergeveld en watergang DL32. Om dit te voorkomen water komt de klepstuw omhoog om water in het wordt een gedeelte van perceel E513 opgehoogd. waterbergingsgebied vast te houden. Het regelwerk wordt (perceelsnummers zie figuur 2.3). geïntegreerd in de aan te leggen kade.

Ligging De exacte ligging van het regelwerk is aangegeven op de Aan de oostzijde van het waterbergingsgebied ter plaatse ‘Overzichtskaart maatregelen’ (bijlage 5). Tevens is in van perceel E513. bijlage 5 een detailtekening van het regelwerk opgenomen. Vorm, afmetingen en constructie Het terrein wordt met 10 tot 30 cm opgehoogd tot een Vorm, afmetingen en constructie hoogte van 23,7 m + NAP. Omdat het terrein over een Het regelwerk bestaat uit één klep met een breedte van brede zone opgehoogd wordt is een waakhoogte van 30 5,0 meter die bij inzet van het waterbergingsgebied cm niet nodig. De bezwijkmechanismen, zoals golfslag, opgetrokken kan worden (principe zie figuur 5.4). Met die op een kade van toepassing zijn gelden hier vanwege deze klep wordt een klein deel van de waterafvoer de beperkte waterdiepte en het flauw oplopende terrein tegengehouden, waardoor het waterbergingsgebied zich niet. langzaam vult.

Aanleg regelwerk (W.2.A) De klep ligt doorgaans gestreken op de bodem van de Dommel en is hierdoor niet in het zicht. Bij het ontwerp is Waterstaatswerk: Ja rekening gehouden, dat geen aanzanding plaatsvindt op Wijziging / nieuw: Nieuw de kleppen van het regelwerk. Om aanzanding op de kleppen te voorkomen worden de kleppen verhoogd ten Ligging en functie opzichte van de bodem voor en na het regelwerk Ter hoogte van de kade komt een regelwerk in de vorm aangelegd. In de damwand onder de stuw zijn 4 sparingen van een geautomatiseerde klepstuw in de Dommel (zie voorzien van ca. 40 cm breed en 10 cm hoog. Hierdoor figuur 4.8). Dit regelwerk dient om ten tijde van het blijft bij normale afvoersituaties (wanneer de klep plat ligt) inzetten van de waterberging de hoeveelheid water die stroming onder de stuw aanwezig, waardoor vuil en zand door de Dommel stroomt te reguleren. Het regelwerk zorgt niet onder de klepstuw ophopen en bodemmigrerende er voor dat het surplus aan afvoer boven een bepaalde vissen de stuw in gestreken toestand kunnen passeren. grens wordt tegengehouden. De klepstuw ligt als deze niet

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 35

die tegen gehouden wordt en de waterstand die op gaat treden is afhankelijk van de problemen benedenstrooms en een zo efficiënt mogelijke inzet van het gebied.

Over de automatische klepstuw in de Dommel komt een brug te liggen. Hier kunnen onder andere onderhoudsvoertuigen van het waterschap de beek oversteken. De brug krijgt een breedte van 4 meter. Vanaf de veegvuiluitdraaiplaats (zie W.E.2) en de brug kan onderhoud aan het regelwerk gepleegd worden en tijdens de inzet van het waterbergingsgebied kunnen bij calamiteiten vanaf hier werkzaamheden worden verricht. Om het ruimtebeslag beperkt te houden worden de taluds van de kade bij het regelwerk teruggebracht tot 1:2. Figuur 4.8: Schets van principe van een klepstuw Door aanleg van het regelwerk en de kade ontstaat een Delen van de constructie die in het zicht komen worden barrière voor een aantal beekdalgebonden diersoorten, overeenkomstig met het beeld van de Dommelsche zoals water- en oevergebonden zoogdieren, reptielen, watermolen bekleed met hout (bankirai). Benedenstrooms ongewervelden en amfibieën, die graag langs de beek van het regelwerk worden de oevers en bodem van de migreren en foerageren. Om deze barrièrewerking te Dommel bekleed met stortsteen. Dit ter voorkomen van voorkomen is bij het oostelijke regelwerk (maatregel uitspoeling van het profiel bij piekafvoeren en de inzet van W.1.C) een faunapassage voorzien (zie maatregel EN.1). de waterberging.

Bij een hoogwatergebeurtenis die eens in de 25 jaar (of minder) voorkomt, houdt de klepstuw het water zodanig tegen dat het waterbergingsgebied maximaal gevuld wordt tot een maximale waterstand van 23,66 m+NAP. Hierbij wordt opgemerkt dat het regelwerk niet al het water tegenhoudt. Het merendeel van de afvoer wordt doorgelaten (zie figuur 4.4. en 4.5). De hoeveelheid water

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 36

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 37

Aanleg regelwerken zijwatergangen (W.2.B en W.2.C) Het ontwerp van het regelwerk (kantelstuw en duiker) is er op gericht zo min mogelijk in het veld zichtbaar te zijn. De Waterstaatswerk: Ja kade loopt door over het regelwerk en de kantelstuw is Wijziging / nieuw: Nieuw minimaal in het zicht, doordat deze bij normale omstandigheden gestreken op de bodem ligt. Delen beton Ligging en functie die in het zicht komen worden overeenkomstig met het Naast het regelwerk in de Dommel (W.2.A) dient ook beeld van de Dommelsche watermolen bekleed met hout water aan de flanken doorgelaten te worden (toelichting (bankirai). zie paragraaf 4.2). Hiervoor worden aan de west- en oostzijde van het gebied nog twee regelwerken Benedenstrooms van het regelwerk worden de oevers en aangelegd. Eentje ter hoogte van de kade met de kruising bodem van de watergangen bekleed met stortsteen. Dit van de nieuw te graven oostelijke afwateringssloot ter voorkomen van uitspoeling van het profiel bij (W.2.C). De tweede ter hoogte van de kade met de piekafvoeren en de inzet van de waterberging. kruising van de watergang DL29 op de westoever van de Dommel (W.2.B). Regelwerk oost (W.2.C)

Net zoals het regelwerk in de Dommel wordt de afvoer Vorm, afmeting en constructie geknepen door een klep vanaf de onderzijde op te De afvoer vanuit het oostelijk deel van het trekken. Bij het westelijke- en oostelijke regelwerk worden waterbergingsgebied wordt gemaximaliseerd op 1,0 m3/s. hiervoor zogenaamde kantelstuwen aangebracht. Deze Om deze hoeveelheid water door te kunnen laten wordt worden eveneens automatisch aangestuurd. achter het regelwerk ter plaatse van de kade een doorgang van 1,5 meter breed in plaats van een dichte Regelwerk west (W.2.B) duiker gerealiseerd. Dit in afwijking op regelwerk W.2.B omdat de constructie aan de oostzijde gecombineerd Vorm, afmeting en constructie wordt met de faunapassage (maatregel EN.1). De afvoer vanuit het westelijk deel van het waterbergingsgebied (via DL29) wordt gemaximaliseerd Op de doorgang (1,5 m) en faunapassage (5 m) wordt een op 2,25 m3/s. Om deze hoeveelheid water door te kunnen brug aangebracht. Delen van de constructie die in het laten wordt achter het regelwerk onder de kade door een zicht komen worden overeenkomstig met het beeld van de duiker met afmetingen van 2,0 x 2,0 meter aangelegd. Dommelsche watermolen bekleed met hout (bankirai).

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 38

Benedenstrooms van het regelwerk worden de oevers en de VVUP tevens beheer en onderhoud aan het regelwerk bodem van de watergangen bekleed met stortsteen. Dit uitgevoerd worden. ter voorkomen van uitspoeling van het profiel bij piekafvoeren en de inzet van de waterberging. Vorm, afmeting en constructie De VVUP op de westelijke oever van de Dommel krijgt De ontwerptekeningen van beide regelwerken zijn een afmeting van 20x30 meter. Hiervoor wordt een opgenomen in bijlage 5. gedeelte van het terrein opgehoogd tot de hoogte van de bestaande oeverwal aan de westzijde van de Dommel Aanleg veegvuiluitdraaiplaats (VVUP) (W.2.E) (23,3 m+NAP). Ter plaatse van de oever wordt een damwand aangebracht, zodat het veegvuil uit de Dommel Waterstaatswerk: Ja kan worden geschept. Deze damwand wordt Wijziging / nieuw: Nieuw overeenkomstig de regelwerken gemaakt of bekleed met hout (bankirai). Verder wordt de VVUP verhard met Ligging en functie grasbetontegels voor een zo natuurlijk mogelijke Net ten zuiden van de locatie van het regelwerk in de uitstraling. Dommel is een veegvuiluitdraaiplaats (VVUP) voorzien. Dit is een verharde plaats waar een graafmachine De ontwerptekening van de VVUP is opgenomen in plantenresten uit de Dommel kan scheppen. Deze VVUP bijlage 5. heeft een functie in het onderhoud van het beektraject van Dommel tussen Venbergse watermolen en het regelwerk. De Dommel wordt hier niet vanaf de oevers onderhouden maar met een maaiboot. Op deze manier zijn geen onderhoudspaden langs de beek nodig en krijgt de Dommel de ruimte. Hierdoor ontstaan natuurlijke oevers die een geleidelijke overgang vormen van land naar water. De met een maaiboot afgemaaide plantenresten stromen met het water mee tot aan de VVUP. Daar wordt het met een drijfbalk opgevangen. Vervolgens worden de plantenresten met een graafmachine (wielkraan) uit het water geschept. Naast onderhoud aan de beek kan vanaf

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 39

Verwijderen duiker (W.2.F)

Waterstaatswerk: Ja Wijziging / nieuw: Wijziging

Ter plaatse van het Broek is een duiker gelegen welke een koppeling vormt tussen watergang DL31 en DL29. In het kader van waterberging is het handhaven van de koppeling ongewenst omdat dit tot ongewenste overstroming van het gebied ten westen van de gestuurde waterberging leidt. Hiernaast is de functie van de watergang DL29 als gevolg van de inrichting van Lage Heide Natuur gewijzigd. Wateraanvoer vanuit de DL31 is niet meer benodigd. De koppeling (duiker) wordt dan ook verwijderd.

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 40

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 41 Figuur 4.9

4.4 Maatregelen voor bestaande functies aangelegd. Met deze sloot wordt de afwatering van het gebied tijdens normale omstandigheden geborgd. Via de Door aanleg van de waterberging zijn aanvullende doorlaat, maatregel W.2.C, wordt de sloot aangetakt op de inrichtingsmaatregelen noodzakelijk om de bestaande bestaande watergang DL32. gebruiksfuncties in en om het waterbergingsgebied te waarborgen. Negatieve effecten op de omgeving worden Vorm, afmeting en constructie door deze maatregelen zoveel mogelijk ondervangen. Bij De sloot krijgt een bodembreedte van 0,5 meter. Aan de veel functies is juist gestreefd naar een optimalisatie en zuidzijde wordt het talud 1:1,5 en aan de noordzijde wordt een duidelijke verbetering ten opzichte van de huidige het talud 1:3. Dit om een gradiënt voor flora en fauna te situatie (codering E). De volgende gebruiksfuncties zijn creëren. De bodemdiepte ten opzichte van maaiveld onderscheiden: afvoeren van water (codering EA), bedraagt maximaal 1,2 meter en loopt geleidelijk af agrarisch grondgebruik (codering EL) en leefgebied voor richting de watergang (DL32) waar deze op aangetakt flora en fauna (codering EN). In deze paragraaf zijn de wordt. Het onderhoud aan de sloot wordt uitgevoerd vanaf geplande inrichtingsmaatregelen beschreven: de functie, de kade (strook 1:10, zie tekeningen bijlage 5). ligging, vorm en maatvoering. Op figuur 4.9 zijn de maatregelen aangegeven die nodig zijn om de bestaande Aanleg afwateringssloot westzijde Dommel (EA.2) gebruiksfuncties in en om het waterbergingsgebied te waarborgen en verbeteren. De maatregelen met de Waterstaatswerk: Ja coderingen zijn tevens terug te vinden op ‘Overzichtskaart Wijziging / nieuw: Nieuw maatregelen’ (bijlage 5). Ligging en functie Aanpassen lokaal watersysteem (EA) Aan de westzijde van het waterbergingsgebied wordt voor de afwatering van regenwater en afvoer van water na Aanleg afwateringssloot oostzijde Dommel (EA.1) overstroming een koppeling tussen de bestaande sloot bij perceel G1202 en DL29 aangelegd (perceelsnummers zie Waterstaatswerk: Ja figuur 1.2). Wijziging / nieuw: Nieuw Vorm, afmeting en constructie Ligging en functie De sloot krijgt een bodembreedte van 0,5 meter. Aan de Aan de oostzijde van het waterbergingsgebied wordt zuidzijde wordt het talud 1:1,5 en aan de noordzijde wordt parallel aan de zuidzijde van de kade een sloot het talud 1:3. Dit om een gradiënt voor flora en fauna te

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 42

creëren. De bodemdiepte ten opzichte van maaiveld Ligging en functie bedraagt 1,4 meter (op het diepste punt, gelegen nabij de De aanleg van het waterbergingsgebied heeft invloed op instroom bij watergang DL29). Waar de sloot tegen de het lokale ecosysteem. Met de aanleg van de kade kade ligt wordt het onderhoud aan de sloot uitgevoerd ontstaat een barrière voor een aantal beekdalgebonden vanaf de kade (strook 1:10, zie tekeningen bijlage 5). diersoorten, zoals water- en oevergebonden zoogdieren, reptielen, ongewervelden en amfibieën, die graag langs Aanleg schotbalkstuw en duiker EA.2.1) de beek migreren en foerageren. Om de invloed van de kade te beperken is ter plaatse van de doorlaat aan de Waterstaatswerk: Ja oostzijde van de Dommel (kunstwerk W.2.C) een (droge) Wijziging / nieuw: Nieuw faunapassage voorzien. De ligging van de faunapassage is afgestemd op toekomstige ontwikkelingen, zoals de Ligging en functie aanleg van de vispassage om de barrière die de Bij de kruising tussen watergang EA.2 en het wandelpad Dommelsche watermolen vormt te overbruggen en sluit dat aangelegd wordt door de gemeente wordt een duiker aan op een eventuele aanleg van een faunapassage bij aangelegd. Op de duiker wordt een schotbalkstuw de N397 (Dommelseweg). aangesloten. Hiermee kan het waterpeil in het gebied tussen de Dommel en watergang DL29 door de gemeente Vorm, afmeting en constructie geregeld worden. De faunapassage wordt 5 meter breed en wordt gecombineerd uitgevoerd met regelwerk W.2.C. De Vorm, afmeting en constructie bodem van deze faunavoorziening wordt voorzien van De afmeting van de duiker wordt rond 500 mm. Het minimaal 25 cm grond. Daarnaast worden voorzieningen peilbereik van de schotbalkstuw wordt tussen 21,7 en 22,5 getroffen zodat fauna kan schuilen en wordt geleidende m + NAP. beplanting aangebracht om de dieren door de faunapassage te geleiden. De geleidende beplanting Beschermen van ecosysteem (EN) bestaat uit struweel van soorten Sleedoorn aangevuld met Hazelaar en Vogelkers (autochtoon plantmateriaal). De Aanleg faunapassage (EN.1) faunapassage wordt ieder jaar in het hoogwaterseizoen (oktober – maart) middels schotbalken afgesloten. Waterstaatswerk: Nee Wijziging / nieuw: Nieuw Op de doorgang (1,5 m) en de faunapassage (5 m) wordt een brug gerealiseerd. Het dek wordt uitgevoerd middels

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 43

roosters, zodat de doorgang voor fauna een maximaal open karakter heeft. Delen van de constructie die in het zicht komen worden overeenkomstig met het beeld van de Dommelsche watermolen bekleed met hout (bankirai).

Aanplant struweel (EN.2)

Waterstaatswerk: Nee Wijziging / nieuw: Nieuw

Met de gemeente zijn afspraken gemaakt met betrekking tot inpassing van de kade in het landschap. Ten oosten van de Narcislaan blijven er na aanleg van de kade een aantal hoekjes open. Omdat het waterbergingsgebied is gelegen in een struweel-vogelgebied worden deze over- hoekjes aangeplant met struweel.

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 44

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 45

Beschermen eigendommen derden (EW en EL) terpen aan en zorgt ervoor dat de fundering en kelder van de woning aangepast worden aan het nieuwe bouwpeil. Aanleg terp (EW.1) Vorm, afmeting en constructie Waterstaatswerk: Ja Het ontwerp van de terpen is weergegeven op tekening Wijziging / nieuw: Nieuw 2323-126, bijlage 5. Uitgangspunt voor het ontwerp is dat de terpen binnen de bestemmingsplangrenzen Ligging en functie (bouwkavels) gerealiseerd worden. De hoogte van de Binnen het waterbergingsgebied, bij perceel H106 ter terpen wordt 24,0 m+NAP en de taluds worden uitgevoerd plaatse van het uiteinde van het pad het Broek, is een in 1:4. bouwvergunning afgegeven voor de bouw van een bedrijfswoning en veldschuur voor de oprichting van een Bij schade aan de grasmat is er een kans dat het talud hertenhouderij (2003). Voor de bouw van de van de terpen door golfslag beschadigd (na overstroming bedrijfswoning is reeds een kelder en fundering en/of inzet waterberging is dit door het waterschap te aangelegd. De bouw van de veldschuur is minder ver herstellen). Om in het kader hiervan een voldoende gevorderd. Hier is grondwerk uitgevoerd. robuuste oplossing te bieden is rekening gehouden met een afslagzone van minimaal 30 cm (minimaal 1,2 m in Tussen gemeente en grondeigenaar bestaat in het kader horizontale breedte) rondom de woning en veldschuur. van het plan Lage Heide Natuur verschil van inzicht met betrekking tot de bouw van de bedrijfswoning en Aanleg oeverwal (EL.1) veldschuur. De uitkomst van dit proces bepaalt of de bedrijfswoning en/of veldschuur tegen inzet van de Waterstaatswerk: Ja waterberging beschermd dienen te worden. Het geplande Wijziging / nieuw: Nieuw bouwpeil van beide opstallen ligt immers lager dan de maximale waterstand bij inzet van de gestuurde Ligging en functie waterberging. Ter plaatse van perceel D749 is een perceel gelegen met kapitaalintensieve teelt (ilex) (perceelsnummers zie figuur Het waterschap heeft hieromtrent afstemming gehad met 2.3). Zonder maatregelen en bij inzet van de gestuurde de grondeigenaar en de gemeente. Bij het scenario dat de waterberging komt hier gemiddeld 5 tot 10 cm water op te bouw doorgang vindt worden de bedrijfswoning en/of de staan. Het waterschap heeft gezien de beperkte veldschuur op een terp gezet. Het waterschap legt deze hoeveelheid waterberging die op dit perceel plaats kan

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 46

vinden en na afstemming met de grondeigenaar besloten waterschap onderzoekt momenteel samen met de het perceel te beschermen. Dit in plaats van de betrokkenen de mogelijkheden voor verplaatsing van de uitvoeringsregeling schadevergoeding na waterberging teelt. Indien deze verplaatsing niet gerealiseerd wordt, of hiervoor aan te wenden. niet is gereed is voor de eerste inzet van het gebied, zal het waterschap de schade vergoeden op basis van de Vorm, afmeting en constructie uitvoeringsregeling schadevergoeding na waterberging. Het ontwerp van de oeverwal ter plaatse van perceel D749 is weergegeven op tekening 2323-127, bijlage 5. 4.5 Recreatieve voorzieningen Gezien het beperkte hoogteverschil tussen het perceel en de maximale waterdiepte bij inzet van de gestuurde Aanleg wandelpad (R.1) waterberging (5 tot 15 cm) is ervoor gekozen de afmetingen van de grondwal zo beperkt mogelijk te Waterstaatswerk: Nee houden. Wijziging / nieuw: -

De hoogte van de oeverwal wordt 23,85 m + NAP. Dit is Een gedeelte van de kade wordt opengesteld als gebaseerd op de golfoploop berekening zoals opgenomen wandelpad. Het waterschap brengt hiervoor poorten, in het geotechnisch rapport (bijlage 6). Het talud aan de tourniquets en rasters op en langs de kade aan. Op de waterbergingszijde wordt in 1:4 uitgevoerd. Bij schade aan overzichtstekening in bijlage 5 zijn deze voorzieningen de grasmat is er een kans dat het talud van grondwal door weergegeven. golfslag beschadigd (na waterberging is dit door het waterschap te herstellen). Om in het kader hiervan een voldoende robuuste oplossing te bieden is een afslagzone van 30 cm aangehouden wat resulteert in een kruinbreedte van circa 1,2 m.

Situatie perceel E512 (oostzijde) De eigenaar van perceel E512 heeft de oostzijde van dit perceel verpacht. Ook hier is sprake van kapitaalintensieve teelt (Ilex). In tegenstelling tot perceel D749 levert dit perceel een substantiële bijdrage aan de effectiviteit van de gestuurde waterberging. Het

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 47

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 48

4.6 Het watersysteem tijdens waterberging Vol- en leeglopen van de waterberging bij T100W+ Als de gemeten afvoer van de Dommel ter plaatse van Deze paragraaf beschrijft de gestuurde inzet van de benedenstrooms de Dommelsche weg het kritische niveau waterberging Valkenswaard-Zuid in relatie tot de overige van circa 14,3 m3/s overschrijdt, wordt het surplus van de waterbergingsmogelijkheden in en rondom Eindhoven. afvoer tijdelijk in het waterbergingsgebied vastgehouden Het daadwerkelijk inzetten van deze waterberging hangt (zie figuur 4.10). Vervolgens vult het gebied zich in een uiteraard af van meerdere factoren, waaronder de periode van ongeveer 1 a 2 etmalen. Dit afhankelijk van verwachte waterhoogte en de duur van de hoogwatergolf de vorm van de hoogwatergolf. Als de afvoer weer zakt tot in het regionale watersysteem en het verwachte (hoge) onder het kritische niveau, loopt het waterbergingsgebied waterpeil en de duur daarvan in de Dommel. geleidelijk weer leeg. De tijd waarin het gebied kan leeglopen hangt af van de snelheid waarmee de afvoer Werking van het systeem afneemt. Gemiddeld zal het waterbergingsgebied in 1 a 2 Bij een hoogwatergebeurtenis kan besloten worden om de etmalen weer leeglopen. Op deze manier wordt waterberging Valkenswaard-Zuid in te zetten om gedurende ongeveer 2 a 3 dagen extra water in het wateroverlast bij gebieden gelegen in de bebouwde kom gebied geborgen. De gegevens in figuur 5.5 zijn in en rondom Eindhoven tegen hoogwater te beschermen. gebaseerd op de voorspelling van een hoogwatersituatie Het proces om te komen tot een beslissing over de die met een kans van eens in de 100 jaar voorkomt daadwerkelijke inzet van de waterberging wordt (inclusief klimaatscenario W+). opgenomen in het draaiboek hoogwater. Dit draaiboek wordt opgesteld nadat alle maatregelen zijn vastgesteld. Vol- en leeglopen van de waterberging bij T25 Het waterbergingsgebied Valkenswaard-Zuid zal ingezet Wanneer de waterberging wordt ingezet, wordt het worden bij afvoer-gebeurtenissen die met een kans vanaf regelwerk in de Dommel en de regelwerken aan de west- eens in de 25 jaar of minder frequent voorkomen. en oostzijde ingeschakeld. De regelwerken zijn Berekend is dat bij inzet van de waterberging in geval van automatisch te besturen op basis van metingen van een afvoergolf T25 er ordegrootte 10 m3/s doorgelaten zal waterafvoeren en waterstanden (zie monitoringsplan worden (bij T00W+ is dit 14,3 m3/s). De duur van de inzet bijlage 7). Ook is er de mogelijkheid om de inzet van de waterberging is vergelijkbaar met die bij een handmatig aan te passen aan de benodigde capaciteit. Na situatie T100W+ (zie bijlage 3A). inzet vult het waterbergingsgebied zich, afhankelijk van de hoogte en de duur van de hoogwatergolf.

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 49

Vullen gebied Figuur 4.10: Werking gestuurde waterberging: het vol- en leeglopen van de gestuurde waterberging Valkenswaard-Zuid

Leegloop gebied

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 50

Uitgangspunt blijft, dat flexibiliteit bij het inzetten van het waterbergingsgebied voorop staat. Alle maatregelen moeten bij elke gebeurtenis weer in onderlinge samenhang worden bekeken. Alleen zo kan het waterbergingssysteem optimaal worden benut. Een uitgebreide beschrijving van de gevolgen van de aanleg van de waterberging is opgenomen in Deel II, hoofdstuk 4.

Vergelijk met huidige situatie Met het hydrologisch model is ook berekend hoe lang het gebied onder water staat in de huidige situatie. Voor de piekafvoeren T25 en T100W+ zonder inzet van waterberging is dit 2,5 respectievelijk 3 dagen. Met maximale inzet van de waterberging betreft het 3,5 dagen.

Contour waterberging Het gebied dat onder invloed staat van de gestuurde waterberging is bepaald middels hydrologische berekeningen. Op figuur 4.11 is dit gebied – de contour van de gestuurde waterberging – weergegeven.

De contour geeft het gebied weer dat bij maximale inzet tot 23,66 m+NAP onder invloed staat van de gestuurde waterberging. Dit vergeleken met een afvoersituatie T25 die van nature voorkomt.

Figuur 4.11: Contour waterberging (rode lijn)

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 51

5 WIJZE VAN UITVOERING Vergunbaarheid en uitvoeringsvoorwaarden Tabel 5.1 geeft een overzicht van de benodigde Dit hoofdstuk belicht de voor de uitvoering van het vergunningen, ontheffingen en toestemmingen die van projectplan benodigde vergunningen en ontheffingen. Ook belang zijn voor de correcte uitvoering van de is aangegeven welke technische maatregelen het maatregelen. waterschap bij de uitvoering zal treffen om nadelige gevolgen voor ingezetenen zo veel mogelijk te voor- Tabel 5.1: Overzicht van benodigde vergunningen komen. Dit gebeurt volgens de trits: Prognose benodigde vergunningen, meldingen en toestemmingen voorkomen - verzachten - compenseren. Nr. Activiteit Procedure / Bevoegd gezag juridische 5.1 Technische uitvoering basis 1 Omgevingsvergunning, Wabo Gemeente Voordat met de uitvoering gestart kan worden, is nog activiteit ‘bouwen’ nadere detaillering nodig met betrekking tot de planning, 2 Kapmelding Boswet Dienst regelingen werkvolgorde, fasering en dergelijke. De nadere 3 Melding Wbb Wet Bodem- Provincie / uitwerking van deze details vindt in een later stadium bescherming Omgevingsdienst plaats op basis van dit projectplan en de vergunningen. Gecoördineerde projectprocedure Middels een RAW-bestek, geïntegreerd contract of andere Voor het project Valkenswaard-Zuid heeft het waterschap contractvorm wordt de resultaatverplichting voor de de provincie verzocht de gecoördineerde projectprocedure uitvoerende partij vastgelegd. Naast een detail toe te passen (nadere toelichting proces zie deel II beschrijving van de aan te leggen maatregelen, wordt hoofdstuk 7). De provincie heeft besloten hiermee in te hierin ook sturing gegeven aan de wijze waarop de stemmen. De provincie coördineert in het kader hiervan uitvoering dient te verlopen. Hierbij moet gedacht worden de besluitvorming omtrent de realisatie van het plan en de aan uitvoeringsperioden, aan- en afvoerroutes, werktijden, vergunningverlening. Hiermee komt de plicht tot het stopmomenten en andere activiteiten rondom het aanvragen van een omgevingsvergunning activiteit plangebied. ‘aanleg' op basis van de Waterwet te vervallen. Voor de activiteit ‘bouwen’ wordt wel een omgevingsvergunning meegenomen in de besluitvorming. Dit betreft een vergunning voor realisatie van de kunstwerken. Naast de omgevingsvergunning wordt de verlening van de

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 52

beschikking in het kader van de Wet Bodembescherming  verkeershinder en een beperkte bereikbaarheid eventueel meegenomen in de gecoördineerde  stofhinder projectprocedure.  schade aan de ondergrond

Uitvoeringsvoorwaarden Hinder De voorwaarden die het bevoegd gezag en/of eigenaren zullen koppelen aan de vergunning, ontheffingen of Wateroverlast en watertekorten toestemming neemt het waterschap op in het bestek en Het waterschap stelt als uitvoeringsvoorwaarde aan het zullen bij de uitvoering worden nageleefd. werk dat de lokale waterhuishouding te allen tijde goed blijft functioneren. Zo zal de aannemer bij het (tijdelijk) 5.2 Nadelige gevolgen tijdens uitvoering dempen van een watergang, de nieuwe aan- en afvoer eerst moeten aanleggen of de waterdoorvoer middels Met de aanleg van de kades, nieuwe watergangen en het pompen moeten garanderen. opwaarderen van bestaande watergangen, omvat de uitvoering met name grondwerk dat zich kenmerkt door Geluidsoverlast graafwerkzaamheden en grondtransport. Nadelige Voor de geluidproductie gelden er bindende voorschriften gevolgen voor de omgeving zullen vooral het gevolg zijn tijdens de uitvoering. Echter, deze voorschriften behoeden van de graafwerkzaamheden en grondtransport. mens en dier maar ten dele voor geluidhinder. Het Daarnaast zijn er de bouwwerkzaamheden van de waterschap ziet er daarom bij de contractvorming op toe regelwerken. dat de aannemers bij de routing van het noodzakelijke grondtransport, rekening houden met de locatie van Voor het waterschap is het van groot belang dat nadelige woningen, vogelrustgebieden en recreatiezones in het gevolgen door de uitvoering van het werk tot een gebied. minimum beperkt blijven. In eerste plaats ziet het toestemmingsstelsel met uitvoeringsvoorwaarden in zijn Verkeersoverlast en beperking bereikbaarheid vergunningen en ontheffingen daarop toe (zie boven). De uitvoering van dit werk zal - zonder beperkende Desondanks is het onontkoombaar dat er gedurende de maatregelen - een tijdelijke toename van het aantal lokale uitvoeringsperiode sprake zal zijn van hinder. De volgende verkeersbewegingen tot gevolg hebben. Door het dwin- soorten hinder kunnen optreden tijdens de uitvoering: gend voorschrijven van alternatieve transportroutes zullen  wateroverlast en/of watertekort gemeenten en het waterschap verkeershinder beperken.  geluidsoverlast

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 53

Speciale aandacht daarbij verdient het aspect aannemer de eisen gesteld aan de uitvoering in het verkeersveiligheid voor het langzaam verkeer. mitigatieplan toepast in haar werkwijze. Voor de toetsing van de maatregelen in relatie tot Natura 2000 en EHS Stofhinder wordt verwezen naar deel II. Bij grondverzetprojecten is er in droge periodes een aanzienlijke kans op stofhinder. Grond die van de banden Aanvoeren van grond op rijplaten terecht komt, droogt op en kan vervolgens Om alle maatregelen uit te voeren is aanvoer van grond gaan stuiven. Dit hinderaspect is eenvoudig beheersbaar van buitenaf noodzakelijk. Zowel bij eventueel hergebruik door transportroutes voldoende nat en schoon te houden. als bij de aanvoer van grond van buitenaf ziet het Het waterschap ziet er daarom bij de contractvorming op waterschap erop toe dat de aannemer de maatregelen, toe dat de aannemer de nodige maatregelen zal treffen. zoals afgesproken met het bevoegd gezag, nageleefd.

Schade aan ondergrond Zoals aangegeven bij paragraaf 4.3 is de bestaande Met het voorschrijven van alternatieve transporttracés is bodem waar de kade op komt verontreinigd en wordt de er een risico dat de ondergrond van de tracés verdicht kade opgetrokken gelegen op een signalerende laag. raakt. Het voorkomen van economische en ecologische Daarnaast bestaat de kade uit schone grond (grond schade aan gronden door het juist kiezen van alternatieve klasse ‘wonen’). De kade wordt dus zonder sanerende transportroutes, werkzones en het treffen van de juiste maatregelen aangelegd. voorzorgmaatregelen (bijv. rijplaten), is voor het waterschap een aandachtspunt bij de gunning van de Kabels en leidingen uitvoering. Om de locatie van kabels en leidingen in beeld te krijgen is een oriënterende KLIC-melding uitgevoerd (zie bijlage Effecten in het gebied 5). De maatregelen uit dit projectplan veroorzaken geen knelpunten met de kabels en leidingen in het gebied. Ook Zorgplicht flora en fauna tijdens de uitvoering van de maatregelen worden geen De uitvoering van de voorgestelde maatregelen zorgt voor knelpunten voorzien. Voor de aansturing van de verstoring van flora en fauna in het gebied. Om deze regelwerken is wel een nieuwe elektravoorziening nodig. verstoring zoveel mogelijk te beperken wordt een Deze wordt in overleg met de netbeheerders gerealiseerd. mitigatieplan opgesteld. Basis voor een dergelijk plan zijn de eisen uit de gedragscode Flora- en faunawet waterschappen. Het waterschap ziet erop toe dat de

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 54

6 LEGGER, BEHEER EN ONDERHOUD wateren (de B-wateren) zijn de eigenaren van de aangelanden onderhoudsplichtig. Na uitvoering meet het waterschap alle gerealiseerde waterstaatswerken in en legt deze vast op tekeningen. Vervolgens legt het waterschap de maten of de functionele eisen in de legger vast. Hiervoor neemt het waterschap een apart besluit: het leggerbesluit.

In de Keur maakt het waterschap onderscheid in A- wateren en B-wateren. A-wateren zijn watergangen die geregistreerd zijn in de legger. Een legger is een verzameling kaarten waarin de afmetingen van alle A- watergangen met de daarin gelegen kunstwerken en elke kade precies zijn vastgelegd. In de Keur en de leggers is tevens vastgelegd wie voor een watergang of waterkering onderhoudsplichtig is en welke voorwaarden van toepassing zijn. Het waterschap controleert of aan deze verplichtingen is voldaan.

Het waterschap is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de waterstaatswerken en leggerwater- gangen conform de beheer- en onderhoudsrichtlijn (BOR). Deze richtlijn maakt onderdeel uit van dit projectplan en is opgenomen in bijlage 7 bij dit projectplan. Het waterschap verzorgt de inspectie en onderhoud van de kade, het regelwerk, de Dommel, de brug bij het regelwerk, de faunapassage en de leggerwatergangen. De gemeente verzorgt het onderhoud van een deel van de kade, het fietspad (ook brug over Dommel bij fietspad) en het aangelegen natuurgebied. Ten aanzien van alle overige

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 55

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 56

7 SAMENWERKING In de procesbenadering van het waterschap wordt er namelijk vanuit gegaan dat het van belang is op basis van Het vormgeven en ontwerpen van onder andere een overeenstemming over de feiten in gesprek te gaan over waterbergingsgebied is een complexe zaak. Temeer de belangen. In december 2011 is door het waterschap omdat hierbij de belangenafweging ten opzichte van een zeer goed bezochte workshop voor alle bestaande eigendommen, gevestigd gebruik en gebiedspartijen georganiseerd (verslag zie bijlage 2A). In onderlinge belangen, zeer expliciet aan de orde komt. Om deze bijeenkomst zijn de belanghebbenden in de te komen tot een houdbaar projectplan voor waterberging gelegenheid gesteld te reageren op de feitenanalyse en én natuurdoelen, is een goede samenwerking en op door het waterschap gepresenteerde opties voor het medewerking van terreinbeheerders, eigenaren, ontwerp van het waterbergingsgebied. Tijdens de overheden en andere omgevingspartijen dan ook van het bijeenkomst hebben de bewoners hun ongenoegen geuit grootste belang. over het procesverloop. Inhoudelijk gingen de zorgen van de gebiedspartijen vooral over de depositie van Proces verontreinigd slib als gevolg van de inzet van de In de periode tot 2010 zijn door het waterschap de waterberging. In februari 2012 is een aangepaste maatregelen in overleg met de gemeente uitgewerkt en feitenanalyse aan de belanghebbenden verzonden. Ook is zijn deze verankerd in het bestemmingsplan en het op verzoek van de streek onderzocht of de inrichting van beeldkwaliteitsplan (lit. 6). Gezien de inspraak op de het waterbergingsgebied gewijzigd kan worden, zodat de bestemmingsplanwijziging en complexiteit van het project effecten van bijvoorbeeld het neerslaan van slib beperkt is in de zomer van 2011 door Waterschap De Dommel worden (zie bijlage 2E). Met enkele belanghebbenden besloten in overleg te treden met belanghebbenden in het hebben vervolgens in de periode 2012 - 2014 gesprekken gebied. Vertegenwoordigers van het waterschap hebben plaatsgevonden om de huidige stand van zaken toe te in de zomer en het vroege najaar van 2011 met een lichten en het ontwerp nader af te stemmen. Voor de aantal direct belanghebbenden keukentafelgesprekken groep die alleen met waterberging op het perceel te gevoerd. Daarbij is gekeken welke problemen en kansen maken krijgt heeft hiervoor op 13 mei 2014 een door deze belanghebbenden werden gezien en zijn bijeenkomst plaatsgevonden (verslag zie bijlage 2B.). afspraken gemaakt over het vervolgproces van de totstandkoming van het projectplan. In het najaar van Naast keukentafelgesprekken met belanghebbenden zijn 2011 is door het Waterschap een feitenanalyse opgesteld over specifieke maatregelen werksessies en overleggen (bijlage 2C). In dit document zijn alle voor de komst van georganiseerd in kleiner verband met specialisten en het waterbergingsgebied relevante gegevens opgenomen. direct belanghebbenden.

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 57

Aan het gebiedsproces van Valkenswaard-Zuid namen de Bijeenkomst Toelichting volgende organisaties en particulieren deel:  Grondeigenaren en bewoners uit het gebied  Bosgroep Diverse Gesprekken met belanghebbenden over problemen  Milieuwerkgroep Valkenswaard keukentafelgesprekken en kansen in het gebied  Wijkraad Dommelen  Gemeente Valkenswaard Workshop feitenanalyse, op Workshop met belanghebbenden om de  Provincie Noord-Brabant 14 december 2011 feitenanalyse aan te vullen, vast te stellen en  Waterschap De Dommel inzicht te krijgen in de diverse belangen.

Het plan is tot stand gekomen in overleg met de diverse partijen. Het is afgestemd op andere ontwikkelingen in het Diverse Gesprekken met belanghebbenden die te maken gebied en houdt zoveel mogelijk rekening met één ieders keukentafelgesprekken hebben met waterberging en/of inrichtings- belang. Periode 2012 – 2014 maatregelen op hun perceel. Gesproken is over de voortgang van het proces en inpassing van maatregelen.

Inloopbijeenkomst Voor belanghebbenden die alleen te maken 13 mei 2014 hebben met waterberging. Gesproken is over de voortgang van het proces en wat met de vragen van de bijeenkomst van 14 december 2011 gedaan is.

Inloopbijeenkomst Belanghebbenden zijn uitgenodigd om vragen te (nog in te plannen) stellen naar aanleiding van het ontwerp-projectplan en het MER die de inspraak in worden gebracht.

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 58

8 LITERATUURLIJST 10. Onderzoek naar effecten van waterberging in een jong kleibos, Alterra, Deltares en Rijkswaterstaat 1. Foto’s: Joep de Groot fotografie (januari 2008)

2. Generiek uitgangspuntendocument ontwerp kades en 11. Generiek uitgangspuntendocument ontwerp kades en regelwerken waterbergingsgebieden, Royal regelwerken waterbergingsgebieden, Royal Haskoning, 2011 Haskoning, 2011

3. KNMI’14-klimaatscenario’s voor Nederland

4. Programma van eisen, Inrichtingsplan Dommeldal en Het Broek, Grontmij, augustus 2006

5. Planuitwerking waterbergingsgebied Valkenswaard- Zuid, Nelen & Schuurmans, augustus 2008

6. Beeldkwaliteitsplan Lage Heide, Buro5 maart 2010

7. Uitwerkingsplan Lage Heide Natuur, Croonen Adviseurs, 6 januari 2011

8. Advies Projectbureau Actief Bodembeheer De Kempen (ABdK) over risico’s zware metalenverontreiniging op melk en de teelt van gewassen

9. Blootstelling en opname van cadmium door runderen in de Kempen: een modelstudie, Alterra-rapport 1438, 2007

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 59

9 BIJLAGEN d. Waterberging Valkenswaard-Zuid - verkenning mogelijkheden waterberging verdelen, Royal Inventarisaties, onderzoeken, rapporten en ontwerpen die Haskoning 14 oktober 2011 ter voorbereiding en onderbouwing van het projectplan e. Variantenbeoordeling waterberging Valkenswaard-Zuid zijn opgesteld, maken onlosmakelijk Valkenswaard-Zuid, Royal HaskoningDHV 2014 deel uit van dit projectplan. Daarom zijn alle relevante f. Inundatie en aardhommels, november 2011 documenten als bijlage toegevoegd aan het digitale g. Hoogtemetingen Valkenswaard-Zuid achtergronddocument bij dit projectplan in de vorm van h. Inundatie en aardhommels, november 2011 een CD-ROM. Het digitale achtergronddocument bestaat uit: Bijlage 3. Hydrologie a. Hydrologische berekeningen waterberging Bijlage 1. Besluitvorming Valkenswaard-Zuid, Royal HaskoningDHV, juli a. Besluit van het Algemeen Bestuur van 2014 Waterschap De Dommel, april 2013 b. Modelrapport, M3 Keersop, HKV, maart 2011 b. Besluit van het Algemeen Bestuur van c. Wijze van bepalen afvoerstatistiek van Waterschap De Dommel, juni 2013 aanvoergolven in regionale en lokale modellen. HKV, mei 2011 c. Watersysteemanalyse 2.0 - Effectiviteit

bergingsgebieden Boven-Dommel. HKV, augustus Bijlage 4. Milieuaspecten 2012 a. Diverse (verkennende) lokale bodemonderzoeken d. Inrichtingsvisie Dommeldal en Het Broek, Grontmij en Deelsaneringsplan en werkplan, 15 juli 2011 20 februari 2006 b. Invloed van inundatieduur en frequentie op e. Aanmeldingsnotitie MER en MER Valkenswaard- bodemkwaliteit langs de Dommel, Deltares Zuid. december 2009 c. Scan/voortoets natuurwaarden waterberging Bijlage 2. Procesresultaten Valkenswaard-Zuid, Grontmij 20 juli 2011 a. Verslag bijeenkomst december 2011 d. Actualisatie scan natuurwaarden, Royal b. Verslag bijeenkomst mei 2014 HaskoningDHV, 13 februari 2014 c. Feitenanalyse Valkenswaard-Zuid, Royal e. Adviesdocument Raap, 9 juli 2014 Haskoning, 27 februari 2012 f. Probleemanalyse naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven (ECG, september 2010).

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 60

g. Jaarvracht met concentraties cadmium en zink op de grens (meetnet Waterschap De Dommel), 2011. h. Massabalansstudie 3 grensoverschrijdende beken, deelproject binnen het BeNeKempen onderzoeksproject, Oranjewoud, Soresma, Alterra, 2007. i. Ecologische effecten van metaalverontreiniging in het overstromingsgebied van de Dommel, deelproject binnen het BeNeKempen onderzoeksproject, Grontmij/ Aquasense , Alterra, december 2008

Bijlage 5. Ontwerptekeningen (11 juli 2014) a. Overzichtskaart maatregelen b. Dwarsprofielen kade en watergangen c. Detailtekeningen kunstwerken d. Tekeningen perceel H106 en D749 e. KLIC-melding 5 juni 2012

Bijlage 6. (Geo-)technisch ontwerp kade en regelwerk, Royal HaskoningDHV, 24 januari 2014

Bijlage 7. Beheer en onderhoud a. Beheer en onderhoudsrichtlijn (BOR), Royal HaskoningDHV, 10 juli 2014 b. Monitoringsplan Valkenswaard-Zuid, Royal HaskoningDHV, 10 juli 2014

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel I Ontwerp projectplan 61

Projectplan waterberging Valkenswaard-Zuid Deel II: Verantwoording Waterschap De Dommel

11 juli 2014 Ontwerp projectplan 9W8954

Documenttitel Projectplan waterberging Valkenswaard-Zuid Bosscheweg 56 Deel II: Verantwoording Postbus 10.001 5280 DA Boxtel Verkorte documenttitel Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II +31 411 618 618 Telefoon Status Ontwerp projectplan +31 411 618 688 Fax [email protected] E-mail Datum 11 juli 2014 www.dommel.nl Internet Projectnaam Projectplan Valkenswaard-Zuid Projectnummer 9W8954 Opdrachtgever Waterschap De Dommel Referentie 9W8954/R00006/901865/EHV

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan i

INHOUDSOPGAVE

Blz.

1 INLEIDING 1

2 WETTEN, REGELS EN BELEID 1 2.1 Wetgeving 1 2.2 Beleid en regelgeving 7 2.3 Gebiedsvisies en plannen in uitvoering 15

3 HYDROLOGISCH EN WATERSTAATKUNDIG ONDERZOEK 18

4 GEVOLGEN PROJECTPLAN VALKENSWAARD-ZUID 20 4.1 Effecten aanleg kade en kunstwerken 20 4.2 Effecten bij inzet waterberging 23

5 VERGOEDINGSSYSTEMATIEK 32 5.1 Plan-, aanwijsschade en vermogensschade 32 5.2 Inrichtingschade 32 5.3 Schaderegeling waterberging 32 5.4 Verordening schadevergoeding Waterschap De Dommel 34

6 CONCLUSIES 35

7 RECHTSBESCHERMING (PROCEDURE) 36

8 LITERATUURLIJST 38

9 BIJLAGEN 39

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan ii

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan iii

1 INLEIDING 2.1 Wetgeving

Voor u ligt Deel II van het projectplan waterberging 2.1.1 Waterwet Valkenswaard-Zuid. Deel II gaat in op de onderbouwing van wet- en regelgeving aangevuld met het huidige beleid, De Waterwet heeft drie doelstellingen: de uitgevoerde onderzoeken, effecten van de maatregelen 1. het voorkómen en waar nodig beperken van en de rechtsbescherming voor belanghebbenden en overstromingen, wateroverlast en waterschaarste ingezetenen. (waterkwantiteit); 2. het beschermen en verbeteren van de chemische en 2 WETTEN, REGELS EN BELEID ecologische kwaliteit van watersystemen (waterkwaliteit); Het projectplan Valkenswaard-Zuid dient te voldoen aan 3. het vervullen van overige maatschappelijke functies de vigerende wet- en regelgeving en dient te passen van het watersysteem. binnen de beleidskaders op alle niveaus. In dit Deel II is het projectplan dan ook getoetst aan de relevante wet- en Het projectplan Valkenswaard-Zuid levert een bijdrage regelgeving (paragraaf 2.1). Daarbij is steeds de relatie aan de eerste doelstelling van de Waterwet. Aanleg van van het projectplan met de relevante wet- en regelgeving de gestuurde waterberging draagt bij aan het verminderen aangegeven. van de wateroverlast in stroomafwaarts gelegen gebieden binnen de bebouwde kom in en rondom Eindhoven. Naast de wet- en regelgeving dient het projectplan te Binnen het waterbergingsgebied ontwikkelt de gemeente passen binnen het vastgestelde waterbeleid op nationaal, Valkenswaard onder andere natuur (doelstelling 2). Dit regionaal en lokaal niveau (paragraaf 2.2). Daarnaast maakt echter geen onderdeel uit van het voorliggende heeft een project als dit effect op hoe de omgeving eruit projectplan. komt te zien en hoe deze door mensen wordt ervaren. Ten aanzien van onder andere de aspecten landschap en De drie doelstellingen uit de Waterwet zijn vertaald in recreatie is de visie van de gemeente en bewoners op de nationaal, regionaal en lokaal water- en omgevingsbeleid. omgeving belangrijk (paragraaf 2.3). Deze beleidskaders komen in de volgende paragrafen aan de orde (paragraaf 2.2) en vormen de uitgangspunten voor de manier waarop het waterschap met dit projectplan bijdraagt aan de waterdoelstellingen, inclusief het omgevingsbeleid.

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 1

kade in de herziening worden meegenomen. Dit om de 2.1.2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht kade ruimtelijk te borgen. In paragraaf 2.2.4 van dit document worden de bestemmingsplannen voor dit Sinds 1 oktober 2010 is de wet algemene bepalingen gebied belicht. omgevingsrecht (Wabo) ingevoerd. Deze wet is ontstaan uit het doel van de overheid om het aantal wetten en 2.1.3 Wet milieubeheer en MER regels op het gebied van de fysieke leefomgeving te verminderen en te verbeteren. Onderdeel van deze wet is Hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer gaat over de de omgevingsvergunning, ter vervanging van de milieueffectrapportage (MER). Het doel van een MER is verschillende vergunningen voor wonen, ruimte en milieu. om bij de besluitvorming over projecten, plannen en Dit waren onder andere de bouwvergunning, milieu- programma’s het milieu een volwaardige plaats te geven. vergunning, gebruiksvergunning, aanlegvergunning en de Belangrijk daarbij zijn de gevolgen van een activiteit voor kapvergunning. De omgevingsvergunning kan bij één het fysieke milieu, gezien vanuit het belang van de loket bij de gemeente worden aangevraagd. Hiervoor bescherming daarvan. Het waterschap kiest ervoor om het geldt één procedure waarop één besluit volgt. Voor projectplan Valkenswaard-Zuid de procedure voor de beroep tegen dat besluit is er ook één beroepsprocedure. m.e.r. te laten doorlopen. Het opgestelde MER gestuurde waterberging Valkenswaard-Zuid maakt onderdeel uit van Voor het project Valkenswaard-Zuid is er door het het voorliggende projectplan. Hierin wordt het volgende waterschap voor gekozen om een gecoördineerde geconcludeerd: projectprocedure toe te passen (nadere toelichting proces zie deel II hoofdstuk 7). De provincie coördineert in het In de gebruiksfase is geen sprake van sterke positieve of kader hiervan de besluitvorming omtrent de realisatie van negatieve effecten door de gestuurde waterberging. het plan en vergunningverlening. Hiermee komt de plicht tot het aanvragen van een omgevingsvergunning activiteit Enkele positieve effecten zijn te vinden bij de aspecten ‘aanleg' op basis van de Waterwet te vervallen. Voor de Water (minder overstromingsrisico, meer waterbergend activiteit ‘bouwen’ wordt wel een omgevingsvergunning volume) en Gebruik en omgeving (recreatief meegenomen in de besluitvorming. Dit betreft een medegebruik). Enkele negatieve aspecten zijn te vinden vergunning voor realisatie van de kunstwerken. op de aspecten Water (grotere oppervlakte overstroomd) en Gebruik en omgeving (hinder). Op termijn wordt het gemeentelijke bestemmingsplan herzien. Daar waar nodig zal de exacte ligging van de

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 2

Verder is vooral sprake van een neutrale effectscore dan van de diffuse verontreiniging wordt door Waterschap De wel een effectscore licht positief of licht negatief. Dommel risico- en effectgericht beleid gevoerd (zie paragraaf 4.2). 2.1.4 Wet Bodembescherming De wijze van uitvoering van de kade is in 2010 reeds De Wet bodembescherming (Wbb) bevat de voorwaarden afgestemd met Projectbureau Actief Bodembeheer de die verbonden worden aan het verrichten van handelingen Kempen (ABDK) en is vastgelegd in het saneringsplan. in of op de bodem. De wet heeft alleen betrekking op Het saneringsplan wordt in het kader van de Wet landbodems. Primair komt bescherming en sanering in Bodembescherming aan bevoegd gezag (ODZOB) deze wet aan bod. Met betrekking tot bodembescherming voorgelegd. Dit wordt eventueel meegenomen in de bestaat de wet uit een regeling waarin de (zorg)plicht voor gecoördineerde projectprocedure. veroorzakers is opgenomen. 2.1.5 Flora- en faunawet In het Dommeldal zijn verontreinigde bodems aanwezig als gevolg van natuurlijke overstromingen door de De Flora- en faunawet geeft uitvoering aan de Dommel (de bodemonderzoeken zijn opgenomen in bescherming van planten- en diersoorten in Nederland. bijlage 4A). Verontreinigd slib, dat na overstromingen op Binnen deze wet is onderscheid gemaakt naar drie de bodem achter is gebleven, heeft de bodemkwaliteit categorieën van bedreigde en beschermde soorten (Tabel verslechterd. Hierdoor is overschrijding van de 1, Tabel 2 en Tabel 3 soorten), met elk andere eisen ten interventiewaarden ontstaan van diverse zware metalen. aanzien van de mate van bescherming. In 2011 is een Bij inrichtingsmaatregelen waarbij grondverzet plaatsvindt, inventarisatie uitgevoerd naar de aanwezige beschermde dient hiermee rekening gehouden te worden. en bedreigde flora en fauna in het projectgebied van Verontreinigde grond wordt door het waterschap waterberging Valkenswaard-Zuid. Daarbij zijn tevens de afgevoerd naar een erkende grondverwerker. effecten van de maatregelen op de aangetroffen flora en fauna beschreven. Het rapport ‘Scan natuurwaarden Daarnaast speelt de specifieke gebiedsgerichte aanpak, waterberging Valkenswaard-Zuid’ (juli, 2011) en ontwikkeld door Projectbureau Actief Bodembeheer de Actualisatie scan natuurwaarden (februari 2014) is Kempen (ABdK) een rol. Regionaal gezien zijn/worden opgenomen in bijlage 4C en 4D van dit projectplan. veel maatregelen getroffen ter verbetering van de bodemkwaliteit. Lokaal is daardoor een (geringe) Uit de inventarisatie blijkt dat in het projectgebied verslechtering toelaatbaar. Gezien de grootschaligheid Valkenswaard-Zuid beschermde soorten voorkomen (zie

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 3

tabel 2.1). Voor de soorten uit Tabel 1 geldt een algemene In het gebied komen strikt beschermde vleermuizen vrijstelling. Omdat het waterschap werkt conform de (Tabel 3) voor. Door afwisseling van natte oevers, plas- regels uit de Gedragscode Unie van Waterschappen, is dras-situaties en structuurrijke groenelementen in het voor Tabel 2 soorten geen ontheffing in het kader van de kader van de ontwikkeling van Lage Heide Natuur wordt Flora- en faunawet nodig voor de geplande aanleg en de kwaliteit van het huidige foerageergebied van de inzet van de gestuurde waterberging. Conform de aanwezige vleermuizen verbeterd. Negatief effect op de gedragscode wordt alvorens met de werkzaamheden te foerageergelegenheid is uit te sluiten. Ook zijn er geen starten een ecologisch draaiboek (werkprotocol) vaste vliegroutes voor de vleermuizen. Hierdoor hoeft opgesteld. Hierin zijn de voorwaarden uit de gedragscode geen ontheffing in kader van de Flora- en faunawet te nader uitgewerkt. De werkwijze die daaruit voortvloeit, worden aangevraagd. neemt Waterschap De Dommel vervolgens op in het bestek. Wel komen in het gebied broedvogels voor die beschermd zijn onder de Flora- en faunawet. Voor de geplande Tabel 2.1: Beschermde soorten in projectgebied Valkenswaard- werkzaamheden is hiervoor geen ontheffing nodig, mits de Zuid (uit: Scan natuurwaarden, juli 2011) werkzaamheden buiten het broedseizoen plaatsvinden. Beschermde soorten Voorkomend Dit wordt geborgd door ecologische begeleiding bij de Flora uitvoering van het werk. dotterbloem (tabel 1) binnen elzenbroekbos Zoogdieren 2.1.6 Natuurbeschermingswet grondgebonden zoogdieren algemeen in het gebied (allen tabel 1) Het plangebied van Valkenswaard-Zuid ligt binnen een gewone dwergvleermuis (tabel 3) de Dommel en elzenbroekbos deel van het Natura2000-gebied Leenderbos, Groote ruige dwergvleermuis (tabel 3) Heide & De Plateaux. De locatie van de gestuurde waterberging is echter zo gekozen dat deze grotendeels watervleermuis (tabel 3) buiten het Natura2000-gebied ligt. Alleen de Dommel zelf Amfibieën en reptielen valt binnen de zonering van Natura2000. Uit de voortoets bruine kikker (tabel 1) watergangen (voortplanting); (bijlage 4D) blijkt dat mogelijke significant negatieve kleine watersalamander (tabel 1) Elzenbroekbos (overwintering) gevolgen van de voorgenomen activiteiten op de gewone pad (tabel 1) instandhoudings-doelstellingen zijn uitgesloten. Een Vissen (geen) nadere effectbepaling en vergunning in het kader van de Overige beschermde soorten Natuurbeschermingswet is dan ook niet noodzakelijk. koninginnepage (Rode Lijst)

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 4

2.1.7 Monumentenwet vervolgonderzoek aan in de vorm van een intensieve archeologische begeleiding tijdens uitvoering van de Op grond van de huidige Monumentenwet zijn gemeenten werkzaamheden. verantwoordelijk voor de omgang met archeologische waarden binnen het eigen gemeentelijk grondgebied. Voor De Dommelsche Watermolen is een rijksmonument. Dit het projectplan Valkenswaard-Zuid moet gemeente betekent dat de watermolen, het gebouw, de stuwconstructie en de directe omgeving onder de Valkenswaard vaststellen of bij het nemen van een Monumentenwet vallen. Daarnaast staan in het gebied projectbesluit, rekening is gehouden met de in de grond twee monumentale bomen (een zomereik en een zwarte aanwezige dan wel te verwachten archeologische resten. els) die volgens het beleid van de gemeente worden beschermd. Volgens de gemeente Valkenswaard heeft de Voor het beekdal van de Dommel ter plaatse van werking van het waterbergingsgebied geen negatieve Valkenswaard-Zuid is één en ander in het verleden effecten op de levensvatbaarheid van beide bomen (zie: onderzocht. RAAP heeft voorafgaand aan het in Feitenanalyse, bijlage 2C). In het gebied zijn verder geen procedure brengen van dit projectplan deze informatie, de andere monumenten aanwezig. ontwerptekening en het meest recente beleid beoordeeld (Adviesdocument zie bijlage 4E). Uit projectie van de Maatwerk is voor archeologisch onderzoek van beekdalen maatregelen op de gemeentelijke verwachtings- en van groot belang. In aansluiting op het advies van RAAP beleidskaart blijkt dat de geplande inrichting voornamelijk binnen gebieden ligt met een lage en middelhoge stelt het waterschap een Programma van Eisen op voor archeologische verwachting; slechts een klein deel van de de geplande graafwerkzaamheden, met als doel zoveel ingrepen bevindt zich in een zone met een hoge mogelijk archeologische waarden in situ te behouden. archeologische verwachting. Deze verwachtingswaarden vallen te herleiden naar het fysisch landschap in de omgeving van het plangebied. De zones met een lage en middelhoge archeologische verwachting liggen binnen het rivierdal van de Dommel. De zones waar nog veen voorkomt, hebben op de Erfgoedkaart een middelhoge verwachting gekregen, de rest van het rivierdal bezit een lage archeologische verwachting.

Conform het gemeentelijk beleid beveelt RAAP voor de bodemverstorende ingrepen die binnen de zones met een hoge en middelhoge archeologische verwachting vallen,

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 5

2.1.8 Richtlijn explosieven

De richtlijn ‘Opsporen Conventionele Explosieven’ is opgesteld onder verantwoording van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en heeft medio 2006 een wettelijk karakter gekregen door een directe koppeling binnen de Arbo-wet.

In september 2010 is een inventarisatie gemaakt van de niet gesprongen conventionele explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. Deze inventarisatie maakt deel uit van het digitale achtergronddocument bij dit projectplan (Bijlage 4f). Uit dit rapport blijkt dat er in (de omgeving van) het projectgebied in de periode vanaf 1980 een viertal explosieven zijn aangetroffen en geruimd. Slechts één van deze ruimingen heeft daadwerkelijk binnen het projectgebied (met locatie Het Broek 17) plaatsgevonden. Door bovenstaand gegeven, is het perceel van Het Broek 17 als gebied met een feitelijk aantoonbaar verhoogd risico afgebakend. Hier zijn echter in het kader van het projectplan gestuurde waterberging Valkenswaard-Zuid geen maatregelen voorzien en hoeft het waterschap geen aanvullende inspanning te leveren.

Figuur 2.1: Weergave van het inrichtingsplan op de Erfgoedkaart, RAAP Adviesdocument 708, bijlage 4E

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 6

2.2 Beleid en regelgeving Binnen het beheergebied van Waterschap De Dommel 2.2.1 Nationaal beleid en regelgeving gelden in de beekdalen geen beschermingsnormen voor grasland, akkerbouw en hoogwaardige land- en tuinbouw. Nationaal Bestuursakkoord Water (2003 en 2008) Verder geldt dat bebouwing buiten de bebouwde kom Op 2 juli 2003 is het Nationaal Bestuursakkoord Water hetzelfde beschermingsniveau heeft als het omliggend (NWB) getekend. De inmiddels bekende slogan landgebruik. ‘Nederland leeft met water’ dateert uit deze periode. Het akkoord is in 2008 geactualiseerd en de afspraken zijn Eén van de belangrijkste overlastnormen is, dat herbevestigd. Het akkoord is een overeenkomst tussen wateroverlast binnen de bebouwde kom moet worden het Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten om de beperkt tot een gebeurtenis die met een kans van eens in waterproblematiek in heel Nederland aan te pakken. In dit de 100 jaar voorkomt. Deze bescherming geldt voor de akkoord is afgesproken dat eind 2015 het watersysteem in aanwezige bebouwing en wegen, maar niet voor de heel Nederland op orde is en maatregelen te hebben binnen de bebouwde kom gelegen sportvelden en parken. getroffen om het systeem t/m 2050 op orde te houden. In In het voorliggende projectplan is dit vertaald naar ‘een het akkoord zijn basisnormen afgesproken over de extreme hoogwatersituatie’. De gemeenten stellen zelf, frequentie waarbij terreinen, afhankelijk van het conform de Wegenverkeerswet, de bebouwde kom vast. grondgebruik, mogen overstromen (zie tabel 2.3). Deze De realisatie van de gestuurde waterberging zijn wettelijk verankerd in de provinciale Verordening Valkenswaard-Zuid draagt bij aan de doelstellingen van water. het Nationaal Bestuursakkoord Water.

Tabel 2.3: Basisnormen Nationaal Bestuursakkoord Water Het Nationaal Waterplan (2009) Normklasse gerelateerd aan Basisnormen Het Nationaal Waterplan 2009-2015 geeft als streefbeeld grondgebruikstype [1/jr] voor binnen de bebouwde kom (pag. 234): Natuur * Geen “In stedelijk gebied is het veilig wonen en werken, de kans Grasland 1/10 Akkerbouw 1/25 op overstromingen is bijzonder klein. Bij grootschalige Hoogwaardige land- en tuinbouw 1/50 nieuwbouw en bij vitale functies in risicovolle gebieden zijn Glastuinbouw 1/50 inrichtingsmaatregelen getroffen om schade, slachtoffers Bebouwd gebied binnen bebouwde kom 1/100 of maatschappelijke ontwrichting zo veel mogelijk te voor- * Voor natuurgebieden zijn geen basisnormen vastgesteld. Overstroming kan echter conflicteren met de voor Noord-Brabant vastgelegde komen. Wateroverlast komt nu eenmaal af en toe voor, natuurbeheertypen. maar is teruggebracht tot een maatschappelijk

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 7

geaccepteerd niveau (..). Water, cultuurhistorie en groen status van structuurvisie krijgen, zijn (..) de regionale leveren een duidelijke bijdrage aan de kwaliteit van de waterbergingsgebieden.” leefomgeving en bepalen mede de culturele identiteit van de stad”. In de Reconstructieplannen (2005) en correctieve herzieningen (2008) is een aantal regionale De projecten, waterberging Valkenswaard-Zuid, waterbergingsgebieden concreet begrensd. Zowel de waterberging Run, waterberging Kleine Dommel, bestaande overstromingsgebieden als de hoogwaterbescherming Eindhoven en reserveringsgebieden waterberging 2050 zijn opgenomen hoogwaterbescherming Sint Oedenrode dragen bij om in het Reconstructieplan. Deze gebieden zijn door de gebieden binnen de bebouwde kom in Eindhoven, waterschappen op onderdelen geactualiseerd aan nieuwe Geldrop, Son en Sint Oedenrode te beschermen tegen inzichten en opgenomen op Plankaart 2 ‘Structuurvisie hoogwater. Hiermee wordt invulling gegeven aan de water’ van het Provinciaal Waterplan als ‘regionaal doelstellingen van het Nationaal Waterplan, door waterbergingsgebied’. Valkenswaard-Zuid is één van deze afdoende bescherming tegen wateroverlast te combineren regionale waterbergingsgebieden. In het voorliggende met verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving. projectplan zijn de concrete maatregelen opgenomen om het waterbergingsgebied Valkenswaard-Zuid 2.2.2 Provinciaal en subregionaal beleid en regelgeving daadwerkelijk te realiseren.

Provinciaal Waterplan Noord-Brabant 2010-2015: Waar PlanMER bij Provinciaal Waterplan en water werkt en leeft (2009) waterbeheerplannen Het Provinciaal Waterplan heeft onder meer tot doel om te Het Provinciaal Waterplan beschrijft het waterbeleid voor zorgen voor afdoende bescherming tegen wateroverlast. de provincie op strategisch niveau en is een vertaling van Het Provinciaal Waterplan geeft aan (pag. 10): het landelijke en Europese beleid op het gebied van “Met betrekking tot regionale waterberging nemen we de waterbeheer. Het waterbeheerplan van Waterschap De landelijk overeengekomen normering voor grondgebruik Dommel (zie paragraaf 2.2.3) is een uitwerking daarvan over en geven we in dit plan aan hoe om te gaan met op tactisch niveau. Beide plannen geven op hoog uitzonderingssituaties. Waterschappen en gemeenten zijn abstractieniveau ruimte voor activiteiten die mogelijk gezamenlijk verantwoordelijk voor het oplossen van milieugevolgen hebben en/of van invloed zijn op de wateroverlast in bebouwd gebied (..). Op grond van de Natura2000-gebieden. Om deze reden is een bijbehorend Waterwet fungeert het Provinciaal Waterplan tevens als planMER opgesteld. Zowel in het Provinciaal Waterplan structuurvisie (..).De ruimtelijke aspecten die in dit plan de als in het waterbeheerplan is de exacte uitvoering en de

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 8

precieze locatie van de maatregelen niet beschreven. gebieden waar ze gelden, regelmatig. De regels dienen Conclusies uit het planMER zijn dat beide plannen ter uitvoering van het ruimtelijk beleid van de provincie, logische keuzes bevatten. Kanttekening is dat de nadruk zoals vastgelegd in de Structuurvisie. ligt op herstel van het watersysteem en ecologische doelen, waardoor effecten op cultuurhistorie, archeologie, Waterberging is één van de onderwerpen uit de landbouw en bebouwing bij de uitwerking een verordening. De ‘regionale waterbergingsgebieden’ en aandachtspunt is. Positieve effecten zijn er ten aanzien ‘reserveringsgebieden waterberging’, die ruimtelijk zijn van wateroverlast en waterveiligheid en natuur. vastgelegd, hebben als doel te zorgen voor behoud van het waterbergend vermogen. In deze gebieden gelden Structuurvisie Noord-Brabant (2014) beperkingen ten aanzien van bebouwing en ophoging van Op 19 maart 2014 is de Structuurvisie ruimtelijke ordening gronden. Noord-Brabant in werking getreden. Provinciale Staten stelden deze op 7 februari 2014 vast. Op de kaart van de Verder zijn onder de noemer ‘Ecologische Hoofdstructuur’ structuurvisie zijn de waterbeschermingsgebieden weer- in de verordening voor waterberging relevante regels gegeven. In het Provinciaal Waterplan 2010-2015 zijn opgenomen. Bestemmingsplannen in de Ecologische beide afzonderlijk en in zijn geheel op de plankaart Hoofdstructuur moeten strekken tot behoud, herstel of opgenomen (zie voorgaande tekst). De functie duurzame ontwikkeling van ecologische waarden en waterberging is te combineren met andere kenmerken van de onderscheiden gebieden. In gebruiksfuncties zoals grondgebonden landbouw, ‘attentiegebieden EHS’ mag een bestemmingsplan geen extensieve recreatie en natuur. De voorwaarden bestemmingen aanwijzen of regels stellen die fysieke waaronder dit mogelijk is zijn opgenomen in de ingrepen mogelijk maken met een negatief effect op de Verordening Ruimte (zie hieronder). waterhuishouding van de hierbinnen gelegen Ecologische Hoofdstructuur. Ten slotte zijn zoekgebieden voor behoud Verordening Ruimte (2014) en herstel van watersystemen vastgesteld. In deze Tegelijkertijd met de vaststelling van de structuurvisie gebieden moeten bestemmingsplannen tot beheer en 2014 is tevens de Verordening Ruimte 2014 vastgesteld. behoud van watersysteem strekken. Op grond van de Wet ruimtelijk ordening stellen Provinciale Staten van Noord-Brabant in de Verordening In de Verordening Ruimte is op de kaart ‘Water’ Ruimte regels waar gemeenten rekening mee moeten Valkenswaard-Zuid aangeduid als regionaal houden bij het ontwikkelen van bestemmingsplannen. De waterbergingsgebied. Op de kaart ‘Natuur en Landschap’ provincie actualiseert deze regels, met name in de is dit deel van het beekdal aangeduid als Ecologische

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 9

Hoofdstructuur en als gebied voor behoud en herstel 2.2.3 Waterschapsbeleid en regelgeving watersystemen. De sterk van hoge waterstand of kwel afhankelijke natuurgebieden in de EHS (de zogenaamde Waterbeheerplan 2010-2015: Krachtig Water Natte Natuurparels uit het Provinciale Waterplan) hebben In het Waterbeheerplan geeft Waterschap De Dommel de eerste prioriteit in de uitvoering. Realisering hiervan is aan wat de doelen zijn voor de periode 2010-2015 en hoe gepland voor eind 2015. In het voorliggende projectplan die worden bereikt. Aan de basis van dit Waterbeheerplan Valkenswaard-Zuid zijn geen concrete maatregelen staan de waterprogramma’s. Deze kwamen in 2007-2008 opgenomen om de hydrologische randvoorwaarden te in samenwerking met andere overheden en verbeteren ten gunste van de natuur. In het plangebied ligt belangenorganisaties in het gebied tot stand en richten geen Natte Natuurparel. Wel ontwikkelt de gemeente in zich op alle waterdoelen in het beheergebied. Het het kader van de EHS natuur in het gebied. Waterbeheerplan is afgestemd op het Stroomgebiedsbeheerplan Maas, het Nationaal Waterplan Verordening Water (2009) en het Provinciaal Waterplan en vervangt het voorgaande Noord-Brabant kent sinds de inwerkingtreding van de Waterbeheerplan 2001-2004 ‘Door water gedreven’ en de Waterwet op 22 december 2009 een integrale Strategische Nota 2006-2009 ‘Waterwerk in uitvoering’. Verordening Water. Hierin zijn regels opgenomen voor het waterbeheer door de waterschappen. In de Verordening Momenteel vinden al op natuurlijke wijze overstromingen Water zijn de normen voor wateroverlast opgenomen. plaats. Deze overstromingen zullen in de toekomst vaker Binnen de bebouwde kom geldt een norm dat voorkomen. Niets doen is geen optie. Een van de thema’s wateroverlast slechts met een kans van eens in de 100 die in het waterbeheerplan dan ook wordt besproken is jaar mag voorkomen. De gestuurde waterberging ‘Droge Voeten’. Binnen dit thema wordt aangegeven dat Valkenswaard-Zuid draagt direct bij aan het realiseren van het waterschap de regionale wateroverlast met name deze norm binnen de bebouwde kom van Eindhoven. binnen de bebouwde kom eind 2015 wil beheersen door de aanleg van gestuurde waterbergingsgebieden en Ontgrondingverordening lokale maatregelen in het watersysteem. In het Voor het realiseren van de gestuurde waterberging waterbeheerplan zet het waterschap de doelen en visie Valkenswaard-Zuid is de Ontgrondingverordening niet van met betrekking tot het realiseren van de toepassing aangezien er geen grootschalige waterbergingsgebieden uiteen: bodemingrepen zullen plaatsen. “Om wateroverlast tot een maatschappelijk aanvaardbaar niveau te brengen hebben we gestuurde waterbergingsgebieden nodig. Deze zijn voldoende om

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 10

ook op de lange termijn (2050) droge voeten te houden, waterberging Valkenswaard-Zuid is te beschouwen als rekening houdend met veranderingen in het klimaat. De waterberging binnen een beekdal met van nature zelfde gebieden bergen in de toekomst meer water en voorkomende inundaties (overstromingen). De gestuurde staan dan langer vol. We streven naar een robuuste waterberging valt binnen de gebiedsgerichte aanpak van inrichting, zodat onze systemen ook in de toekomst Actief Bodembeheer de Kempen (ABdK). In beginsel geldt beheerbaar zijn en de effecten van mogelijke op gebiedsniveau (systeemniveau) van de regio de klimaatsveranderingen aankunnen.” Kempen het stand-still principe. Het Waterschap De Op kaart 3 met de titel ‘Totale opgave en projectgebieden’ Dommel verbetert de kwaliteit van de waterbodem binnen zijn voor het gebied Boven-Dommel gestuurde haar beheergebied door het nemen van allerlei waterbergingsgebieden opgenomen. Deze zijn tevens maatregelen als beheer met sedimentvangers, opgenomen in het Provinciaal Waterplan in de waterbodemsaneringen, verwijderen en reduceren van Structuurvisie en de Verordening ruimte. Daarmee liggen bronnen in het gebied (strengere lozingseisen de waterbeheergebieden ruimtelijk vast met een verplichte zinkindustrie België, verwijderen zinkassen in bodems). doorwerking naar de bestemmingsplannen van de Hierdoor verbetert ook de grondwaterkwaliteit en daarmee betreffende gemeenten. Het waterbeheerplan geeft aan de kwaliteit van het kwelwater. Volgens de aanpak ABdK dat de gestelde doelen worden vertaald naar concrete wordt dan wel geaccepteerd dat lokaal de bodemkwaliteit maatregelen in projectplannen via intensieve kan verslechteren als gevolg van overstroming. Aan deze samenwerking en betrokkenheid van alle belanghebbende criteria wordt door het waterschap voldaan. partijen. Via formele zienswijzen kan een ieder opmerkingen inbrengen op de ontwerpplannen. Het Beleid uitgangspunten aanleg kades voorliggende projectplan is de uitwerking van, de in het Het waterschap heeft generieke uitgangspunten opgesteld Waterbeheerplan voorgenomen, realisatie van gestuurde waaraan de aanleg van de kade voor de gestuurde waterberging Valkenswaard-Zuid. waterberging moet voldoen (Lit. 2). Op basis van deze uitgangspunten is middels geotechnische berekeningen Waterbodembeheerplan (2006) getoetst of het principeontwerp, dat uit het gebiedsproces In het Waterbodembeheerplan staat het beleid van is voortgekomen, voldoet. De technische uitgangspunten Waterschap De Dommel beschreven hoe om te gaan met betreffen onder andere de maximale waterstand (in overstromingsgebieden. Hoewel bepaalde terminologie uit projectplan Valkenswaard-Zuid 23,66 m+NAP), de het waterbodembeheerplan niet meer actueel is door waakhoogte betreffende 30 cm, het freatisch verloop in aangepaste wet- en regelgeving (Waterwet, Besluit en/of onder de kade en de stabiliteit van de kade. Bodemkwaliteit) is de lijn nog hetzelfde. De gestuurde

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 11

Voor projectplan Valkenswaard-Zuid zijn de Globaal Bestemmingsplan Valkenswaard-Zuid uitgangspunten en de berekeningen van het ontwerp Voor het gebied Lage Heide heeft de gemeente in 2007 opgenomen in bijlage 6. De kade komt in beheer van het een Globaal Bestemmingsplan ‘Valkenswaard Zuid’ waterschap en de gemeente. Afspraken met derden opgesteld. Het plan omvat de voorgenomen ontwikkeling worden in de Beheer en onderhoudsrichtlijn (BOR) van zowel woningbouw als natuur in Lage Heide. Het vastgelegd (bijlage 7). onderdeel ‘Natuur’ is onherroepelijk vastgesteld en omvat een grootschalige ontwikkeling van natuur en landschap: 2.2.4 Gemeentelijk beleid en regelgeving  het realiseren van een waterbergingsgebied;  aanleg nieuw landgoed van minimaal 15 ha; De Gemeente Valkenswaard ontwikkelt momenteel het  natuurontwikkeling en versterking van EHS-natuur; gebied dat aangeduid wordt als 'Lage Heide'. Er worden  ontwikkeling extensieve recreatie en een groene verschillende doelen integraal gerealiseerd: een landgoed, overgangszone naar woonkern van Valkenswaard. natuurgebied en waterberging. In deze paragraaf wordt verder ingegaan op de relevante bestemmingsplannen Uitwerkingsplan Lage Heide Natuur van de gemeente Valkenswaard. In tabel 2.4 is een kort In het uitwerkingsplan ‘Lage Heide Natuur’ zijn genoemde overzicht opgenomen van de relevante plannen, de status onderdelen verder uitgewerkt. Het plan is op 13 juni 2012 en de lopende beroepsprocedures. onherroepelijk vastgesteld. Het gebied waarop dit uitwerkingsplan van toepassing is ligt ten zuidoosten van Bestemmingsplan ”Uitbreiding in hoofdzaken” de kern Dommelen en ten zuidwesten van Valkenswaard. (herziening 1962) Het gebied wordt globaal begrensd door de Luikerweg, Dit is het oudste bestemmingsplan geldend in het Kromstraat, Goorkes, het bedrijventerrein aan de Van plangebied en is nog van toepassing op twee percelen Linschotenstraat en de zuidelijke komgrens van aan de westzijde van de Dommel. De eigenaar van deze Dommelen (zie figuur 2.2). percelen heeft een bouwvergunning voor een bedrijfswoning en een veldschuur (Edelhertenhouderij). De aanleg van een gestuurde waterberging is hiermee Deze percelen zijn in de vigerende situatie niet bestemd (grotendeels) ruimtelijk mogelijk gemaakt. In het met de functie waterberging (zie witte blokken in figuur Uitwerkingsplan is een beschrijving en locatie van de kade 2.2). en de kunstwerken opgenomen.

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 12

Bestemmingsplan Buitengebied Tabel 2.4: Relevante bestemmingsplannen gemeente Het bestemmingsplan Buitengebied omvat het gehele Valkenswaard buitengebied van Valkenswaard exclusief het Eurocircuit. Relevante Status Het bestemmingsplan heeft als doel om de bestaande, bestemmingsplannen feitelijke situatie te verankeren in een actuele regeling, Bestemmingsplan Vastgesteld door gemeente op 17 mei 1962. met uitzondering van illegale situaties die ruimtelijk gezien ”Uitbreiding in Goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van niet gewenst zijn. De actualisatie heeft ook als doel om in hoofdzaken” Noord-Brabant op 14 augustus 1963. de gehele gemeente uniformiteit en rechtsgelijkheid in de (herziening 1962) Plan is onherroepelijk. bouw- en gebruiksmogelijkheden aan te brengen. Buitengebied 1998, 2e Vastgesteld door gemeente op 10 maart 2010. Daarnaast biedt het plan ook ruimte voor ontwikkeling. De partiële herziening Inwerking getreden op 17 september 2010. gemeenteraad heeft het bestemmingsplan op 27 juni 2013 Globaal Vastgesteld door de gemeente op 26 april 2007. gewijzigd vastgesteld. Het waterschap en de provincie Bestemmingsplan hebben tegen de gewijzigde vaststelling beroep Valkenswaard Zuid aangetekend. Dit omdat bij een aantal percelen de Uitwerkingsplan Lage Vastgesteld door gemeente op 25 januari 2011. waterbergingsbestemming er af is gehaald. Dit strookt niet Heide Natuur In werking getreden op 25 januari 2011. met de Verordening ruimte en Het Bestuursakkoord Water. Plan onherroepelijk vanaf 13 juni 2012. Uitwerkingsplan Lage Vastgesteld door gemeente op 7 juli 2011. Vervolgstappen: aanpassen bestemmingsplan Heide Wonen Inwerking getreden op 21 november 2011. De aan te leggen kade voor de gestuurde waterberging Plan onherroepelijk vanaf 6 juni 2012. loopt aan de oostzijde én aan de westzijde verder door Bestemmingsplan Vastgesteld door gemeenteraad op 27 juni 2013. dan in bovenstaande bestemmingsplannen is voorzien. Buitengebied Voor perceel D647 vastgesteld op 27 november Om de kade te verankeren in de bestemmingsplannen 2013. Plan nog niet onherroepelijk (er is beroep wordt deze op termijn aangepast / opgenomen bij ingesteld). wijziging van de bestemmingsplannen.

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 13

Figuur 2.2: Uitsnede plankaart Uitwerkingsplan ‘Lage Heide, Natuur’

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 14

manier bij het ontwerp van het nieuwe natuurgebied 2.3 Gebiedsvisies en plannen in uitvoering rekening is gehouden met de cultuurhistorische, archeologische en ecologische waarden en de Ontwikkeling van Landgoed Lage Heide waterhuishoudkundige omstandigheden. Dit De Gemeente Valkenswaard vormt de gronden in het Beeldkwaliteitplan vormt het kader waarbinnen zowel Dommeldal (tussen Bergstraat en Luikerweg), die in provincie als waterschap andere projecten in het gebied beheer zijn van de gemeente, om tot een landgoed van uitvoeren. Zo worden de architectonische ongeveer 15 hectare. Voorzien is in de bouw van vijf beeldkwaliteitseisen van de terp vastgesteld als landgoedwoningen op een terp, samen met de tuinen en welstandsbeleid. een toegangsweg. De terp is gelegen in het gebied waar het Waterschap De Dommel de waterberging Ontwikkeling fietsbrug en fietspad Valkenswaard-Zuid gaat ontwikkelen. Door de constructie De gemeente Valkenswaard wil de recreatie van de terp zullen de woningen, tuinen en toegangsweg mogelijkheden in het Dommeldal verder ontwikkelen. Een niet onder water komen te staan. Het landgoed vormt een van de ontwikkelingen is de aanleg van een fietsbrug over geleidelijke overgang van de bebouwing van Dommelen de Dommel, waardoor de westelijke kant en de oostelijke naar het Dommeldal. Er is een regelmatige oost-west kant van het dal met elkaar verbonden worden. De verkaveling aangelegd, waarbij de kavels gescheiden fietsbrug wordt in het verlengde van het pad Het Broek worden via struweelhagen en sloten of greppels. Het idee gerealiseerd. Het fietspad wordt onverlicht. De is de weiden te begrazen en met grote tussenpozen te verkeersroute voor langzaam verkeer die zo ontstaat, maaien. Hierdoor kan een bloemrijk grasland ontstaan. In loopt door het Dommeldal en zal aan de westelijke kant 2012 is begonnen met de aanleg van het landgoed. aansluiten op de kade die aangelegd wordt in het kader van de gestuurde waterberging. Het fietspad is een Beeldkwaliteitplan Lage Heide (lit. 6) schakel in de fietsroute van Peer naar Den Bosch, het De Gemeente Valkenswaard heeft een Beeldkwaliteitplan zogenaamde Dommelpad. Op deze manier sluit het laten opstellen voor het gebied Lage Heide. Dit fietspad aan op het regionale fietsknooppuntennetwerk en Beeldkwaliteitplan omvat het plangebied van het een stelsel van wandelpaden dat wordt aangelegd. Uitwerkingsplan Lage Heide Natuur, en het Bestemmingsplan Lage Heide Wonen. Het plan geeft De fietspaden zijn toegankelijk vanuit de nieuwe woonwijk inzicht in de kwaliteit van het nieuwe landgoed en geeft Lage Heide maar ook vanuit de bestaande woonbuurten aan op welke wijze de bebouwing deel uit gaat maken van van Valkenswaard en Dommelen. Het nieuwe fietspad het natuurgebied. Ook wordt weergegeven op welke vorm ook een directe verbinding tussen de nieuwe

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 15

woonwijk en het centrum van Valkenswaard. De voorgestelde loop van de fietsroute is weergegeven op de plankaart van het Uitwerkingsplan Lage Heide Natuur (lit. 7).

Aanleg vispassages Het Waterschap De Dommel is parallel aan de ontwikkeling van het waterbergingsgebied bezig met de realisatie van een vispassage in het Dommeldal. Deze vispassage loopt onder andere door het compensatiegebied Molenaarsbos aangewezen door de gemeente. In de huidige situatie maakt de aanwezigheid van de Dommelsche Watermolen het onmogelijk voor vis om vrij de Dommel op en af te zwemmen. Een vispassage zal worden aangelegd om de Dommel bovenstrooms en benedenstrooms van de Dommelsche Watermolen te verbinden. De vispassage zal een waterstandsverschil van circa 1,5 meter moeten overbruggen. Het ontwerp van de maatregelen van het waterbergingsgebied is afgestemd op het ontwerp van de vispassage. De aanleg van de vispassage maakt geen onderdeel uit van dit projectplan en zal op een later moment in procedure worden gebracht.

Naast de aanleg van een vispassage bij de Dommelsche watermolen, heeft het waterschap op termijn plannen om een vispassage bij de Venbergse watermolen aan te leggen. Ook deze maakt geen onderdeel uit van dit projectplan.

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 16

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 17

3 HYDROLOGISCH EN WATERSTAATKUNDIG klimaatscenario W+ en vormt de input voor de ONDERZOEK berekeningen voor waterbergingsgebied Valkenswaard- Zuid (zie bijlage 3C). Voor de onderbouwing en totstandkoming van het projectplan Valkenswaard-Zuid zijn onder meer de 3.1.2 Hoogwatermodellering Valkenswaard-Zuid volgende onderzoeken uitgevoerd:  Opzetten, kalibreren en valideren van een Door middel van oppervlaktewater modellering is voor gedetailleerd hydraulisch overstromingsmodel diverse hoogwatersituaties de effectiviteit van het inzetten inclusief neerslagafvoergenerator en afleiden van de gestuurde waterberging Valkenswaard-Zuid afvoergolven op basis van extreme waarden statistiek onderzocht. De effecten zijn in beeld gebracht voor de (HKV); hoogwatersituaties T1, T10, T25, T50 en T100 huidig  Hydrologisch onderzoek waterbergingsgebied klimaatscenario. Voor de afvoersituatie T100 is tevens het Valkenswaard-Zuid (Royal HaskoningDHV); klimaatscenario W+ doorgerekend (T100 W+).  Aanvullende hoogtemetingen en veldinventarisaties. Het oppervlaktewatermodel is in 2011 door HKV in het Een volledig overzicht van uitgevoerde onderzoeken is programma SOBEK opgesteld, waarbij het model aan opgenomen in de bijlagen bij dit projectplan. hand van beschikbare gegevens van eerdere hoogwatersituaties is gekalibreerd (HKV, M3-model, 3.1.1 Opzetten detailmodel en afleiden afvoergolven bijlage 3B). Vervolgens zijn door Royal HaskoningDHV in 2014 gegevens van veldmetingen en autonome Op basis van de Hydrologische Databank van Waterschap ontwikkelingen, waaronder de woonterp van lage heide De Dommel zijn gedetailleerde overstromingsmodellen wonen en aanpassingen aan het terrein door de opgezet voor het hele boven Dommelgebied en daarmee gemeente in het kader van lage heide natuur, aangepast ook voor Valkenswaard-Zuid. Deze modellen zijn uitgerust en opgenomen in het model. Ook is de nieuw beschikbare met een neerslagafvoergenerator (vertaling van hoe en meer gedetailleerde hoogtekaart (AHN2) vergeleken neerslag tot afstroming en vervolgens afvoer in het met de hoogtekaart in het hydrologisch model, waarbij watersysteem komt) waarna het volledige modelsysteem deze op diverse plekken aangepast is. is gekalibreerd en gevalideerd. Daarnaast zijn met behulp van statistische analyse afvoergolven afgeleid met Op basis hiervan zijn de definitieve berekeningen herhalingstijden T1, T10, T25, T50 en T100. Dit is uitgevoerd voor zowel de huidige als de toekomstige uitgevoerd voor zowel het huidige klimaat als het

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 18

situatie. De resultaten hiervan zijn terug te vinden in bijlage 3A.

3.1.3 Aanvullende hoogtemetingen en veldinventarisaties

Om na te gaan tot waar overstromingen exact zijn te verwachten, zijn op verschillende locaties in het plangebied aanvullende hoogtemetingen uitgevoerd, onder meer bij:  Het oostelijke uiteinde van de kade: bepalen tot waar de oeverwal met hoogteligging van 24,00 m+NAP moet doorlopen voor een natuurlijke aansluiting op het bestaande maaiveld;  Het westelijke uiteinde van de kade: bepalen tot waar de oeverwal met hoogteligging van 24,00 m+NAP moet doorlopen voor een natuurlijke aansluiting op het bestaande maaiveld en voor aanliggende grondeigenaar om inzicht te verwerven tot waar het water bij inzet van de waterberging reikt.

Ook zijn hoogtemetingen uitgevoerd binnen het waterbergingsgebied zelf. Zo is bijvoorbeeld Het Broek (pad aan westzijde van het waterbergingsgebied) ingemeten. Voor de hoogtemetingen wordt verwezen naar bijlage 2G.

Zoals in paragraaf 3.1.2. is beschreven zijn deze gegevens opgenomen in het hydrologisch model. Verder is het ontwerp van het waterbergingsgebied aangepast op basis van deze hoogtemetingen.

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 19

4 GEVOLGEN PROJECTPLAN VALKENSWAARD- Bodem en water ZUID Bodemkwaliteit In dit hoofdstuk zijn de permanente gevolgen beschreven De bestaande bodem waar de kade op komt is van de inrichting van het waterbergingsgebied (paragraaf verontreinigd als gevolg van jarenlange natuurlijke 4.1) en de gevolgen door het inzetten van het overstromingen vanuit de Dommel. Bij aanleg van de kade waterbergingsgebied (paragraaf 4.2). De gevolgen zijn wordt de bestaande toplaag eerst gefreesd. Hierna wordt beschreven voor de aspecten: een signalerende laag aangebracht, bedoeld om bij  Bodem en water (zowel kwantiteit als kwaliteit); eventuele grondwerkzaamheden na aanleg van de  Natuur; waterberging, het verschil tussen schone en  Landschap, cultuurhistorie en archeologie; verontreinigde grond aan te geven. Vervolgens wordt er  Gebruik en omgeving. schone grond aangebracht (grond klasse ‘wonen’). De kade wordt dus zonder sanerende maatregelen Tevens is beschreven hoe het waterschap nadelige aangelegd. Vervolgens wordt de kade ingezaaid met gras. gevolgen zoveel mogelijk voorkomt. De regeling voor Het aangevoerd materiaal voldoet aan de wettelijke eisen financiële compensatie is beschreven in hoofdstuk 5. en zal daardoor de bodemkwaliteit niet negatief beïnvloeden. 4.1 Effecten aanleg kade en kunstwerken Waterkwaliteit De inrichting van de gestuurde waterberging bestaat uit de De aanleg van de kade en de kunstwerken hebben geen aanleg van een kade (W.1) en geautomatiseerde stuwen effect op de waterkwaliteit, niet op het grondwater en niet in de Dommel (W.2.A) en bij de westelijke (W.2.B) en op het oppervlaktewater. oostelijke doorlaat (W.2.C). Waterkwantiteit In deze paragraaf is een beschrijving opgenomen van de Het tracé van de oostelijke kade belemmert de afwatering effecten van de aanleg van de waterberging. Daarbij is van de landbouwgronden gelegen ten oosten van de aangegeven op welke wijze de effecten eventueel te Dommel richting de watergang DL32. Om hier de mitigeren zijn. afwatering te garanderen wordt parallel aan (een gedeelte van) de oostelijke kade een nieuwe afwateringssloot aangelegd (maatregel EA.1), die via de oostelijke doorlaat (maatregel W.2.C) door de kade en watergang DL32

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 20

stroomafwaarts van de Dommelseweg in de Dommel Natuur uitmondt. De aanwezigheid van de kade en kunstwerken leidt niet tot veranderingen in oppervlaktewaterpeilen en Verder blijft aan de westzijde van het waterbergingsgebied grondwaterstanden. Hierdoor is er geen effect op de de afwatering van watergang DL31 ongewijzigd. Deze is aanwezige flora. Aandachtspunt bij de werkzaamheden, gelegen buiten het waterbergingsgebied. Het gebied waaronder het aanleggen van de kunstwerken, is het tussen de kade en de Dommel kan via de westelijke behoud van de (mogelijke) aanwezigheid van de doorlaat (maatregel W.2.B) en nieuw aan te leggen beschermde Dotterbloem. natuurlijke sloot (maatregel EA.2) afwateren op watergang DL29 en vervolgens de Dommel. Voor aanleg van de kade dienen enkele bomen gekapt te worden. Zoals bij alle werken heeft de kap van bomen, Aangezien de oppervlaktepeilen onder normale mits buiten het broedseizoen uitgevoerd, geen effect op omstandigheden niet wijzigen zijn er geen effecten op de de beschermde broedvogels. grondwaterstanden in het plangebied. De kade wordt niet diep in de ondergrond verankerd, waardoor de aanleg van De aanwezigheid van de kade verstoort de leef- en de kade (noch aan de westzijde, noch aan de oostzijde foerageergebieden van de aanwezige fauna niet of van de Dommel) geen invloed heeft op de nauwelijks. De kade is landschappelijk ingepast door grondwaterstroming en –standen. aanleg van een flauw talud, voorzien van een bloemenweide en gevarieerde vegetatie aan de De watergangen buiten het waterbergingsgebied blijven in waterbergingszijde. tact. Buiten het waterbergingsgebied is er dan ook geen effect van de aanleg van de kade en kunstwerken. De automatische klepstuw in de Dommel wordt geïntegreerd in de aan te leggen kade. Hierdoor ontstaat Bij hoogwater zullen het regelwerk en de kade een nieuwe een barrière voor een aantal beekdalgebonden barrière voor water vormen. De kade belemmert de afvoer diersoorten, zoals water- en oevergebonden zoogdieren, van water via maaiveld. In het ontwerp van de kade en ongewervelden en amfibieën, die graag langs de beek regelwerken is hier rekening mee gehouden. Tot een migreren en foerageren. Om de barrièrewerking te afvoergolf T25 wordt geen aanvullende opstuwing voorkomen is naast de oostelijke doorlaat (maatregel veroorzaakt. Bij een afvoersituatie T100W+ (zonder inzet W.2.C) en de nieuw te graven oostelijke watergang van het waterbergingsgebied) bedraagt de opstuwing als (maatregel EA.1) een faunapassage voorzien. Met de gevolg van de kade en regelwerken gemiddeld 5 cm. ligging van de faunapassage hier wordt voorgesorteerd op

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 21

de toekomstige aanleg van een vispassage (door het op de ontwikkeling van de EHS en Natura2000-gebied waterschap) en eventuele aanleg van een faunapassage Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux en op de Natte onder de Dommelseweg. Natuurparel De Malpie beoordeeld. Deze beoordeling is opgenomen in bijlage 4D. De passage wordt 5 meter breed. In de passage worden voorzieningen getroffen, zodat fauna kan schuilen en Landschap, cultuurhistorie en archeologie wordt geleidende beplanting aangebracht om de dieren Bij het ontwerp van het kadetracé is zoveel mogelijk door de faunapassage te geleiden. De geleidende aansluiting gezocht bij de bestaande landschappelijke beplanting bestaat uit struweel van soorten Sleedoorn structuren. Voorafgaand aan bepalen van het kadetracé is aangevuld met Hazelaar en Vogelkers (autochtoon een landschappelijke analyse gemaakt, waarbij onder plantmateriaal). Om het waterbergingsgebied te kunnen andere is bekeken hoe het landschap zich door de jaren laten functioneren wordt de faunapassage tijdens het heen ontwikkeld heeft. Het kadetracé volgt zoveel hoogwaterseizoen afgesloten middels schotbalken. mogelijk de natuurlijke hoogten in het maaiveld van de weg Het Broek in het westen naar het hoger gelegen De aanleg van de kade en de kunstwerken heeft geen terrein nabij Goorkes. Naast de keuze voor het tracé is de effect op de geformuleerde instandhoudingsdoelen voor kade zo veel mogelijk landschappelijk ingepast door het Natura2000-gebied Leenderbos, Groote Heide & De enerzijds bestaande lijnelementen (zandwegen) te volgen Plateaux en op de Natte Natuurparel De Malpie, beiden en anderzijds flauwe taluds toe te passen en de kade met gelegen ten zuiden van het waterbergingsgebied. gras te laten begroeien.

Naast Natura2000 wordt in het gebied door de gemeente Ter plaatse van de woningen aan de Bergstraat is de invulling gegeven aan inrichting en ontwikkeling van de hoogte van de kade of waterkering maximaal 1 meter ten ecologische hoofdstructuur (EHS). Het ontwerp van het opzichte van de hoogteligging van de tuinen nabij de waterbergingsgebied is op de maatregelen van de EHS woningen. Op verzoek van de bewoners komt de afgestemd en heeft geen negatieve gevolgen voor de oeverwal hier circa 70 meter verder van de woningen af te liggen dan in een eerder voorstel was aangegeven. Dit huidige en potentiële (geambieerde) waarden binnen de komt de vormgeving van de kade tevens ten goede. EHS.

Met betrekking tot de archeologie zijn de effecten licht De realisatie van de maatregelen is in het kader van de negatief voor de aanlegfase. Voorziene verstoringen flora- en faunawet getoetst. In bijlage 4C is deze toetsing worden archeologisch begeleid waardoor de bescherming opgenomen. Aanvullend is de invloed van de maatregelen

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 22

van het mogelijk aanwezige archeologisch erfgoed wordt Landbouw geborgd (zie paragraaf 2.1.7). De waterhuishoudkundige situatie voor de landbouw verandert door de aanleg van kade en kunstwerken niet. Gebruik en omgeving De ontwatering van het gebied blijft gegarandeerd door het handhaven van de huidige afvoer (bij normale Recreatie omstandigheden) in de bestaande watergangen en de Bij het ontwerp van het kadetracé is naast de aansluiting aanleg van nieuwe afwateringssloten (maatregel EA.1 en op de bestaande landschappelijke structuren rekening EA.2). Op de laagste, natste delen van het plangebied gehouden met de wensen van de direct aangelegen komt het grondwater in de winter tot 0,4 meter onder belanghebbenden. Zo wordt de kade aan de bovenzijde maaiveld of ondieper. In de zomer zakt het grondwater gedeeltelijk ingericht als wandelpad en alle in de kade weg tot ongeveer 0,8 meter onder maaiveld. aanwezige kunstwerken passeerbaar gemaakt. Er ontstaat een wandelroute tussen Dommelen en 4.2 Effecten bij inzet waterberging Valkenswaard. Een deel van de kade (ten zuiden van de woonkern Dommelen) wordt tevens geschikt gemaakt als In deze paragraaf is een beschrijving opgenomen van de fietspad. Dit fietspad maakt in de toekomst deel uit van het effecten van de inzet van de waterberging. Daarbij is fietspad tussen Peer en Den Bosch: de Dommelroute. aangegeven op welke wijze de effecten eventueel te mitigeren zijn. Bebouwing en watermolen Stroomafwaarts heeft de aanleg van de kade en Bodem en water regelwerken bij normale omstandigheden geen gevolgen voor het oppervlaktewaterpeil. Dit betekent dat de situatie Landbodemkwaliteit bij de Dommelsche Watermolen hetzelfde blijft. Het In de Vlaamse en Nederlandse Kempen komt een opstuwingseffect van de kade en regelwerken tijdens de grootschalige diffuse bodemverontreiniging voor met huidige jaarlijkse natuurlijke overstromingen is zware metalen in het bodem- en watersysteem. Deze verwaarloosbaar (zie bijlage 3A). De gebouwen en wegen verontreiniging is het gevolg van de voormalige en huidige zinkertsverwerkende industrie in de regio. Gevolg is dat in het waterbergingsgebied houden voldoende het oppervlaktewater van de Dommel verhoogde gehalten drooglegging. aan zware metalen bevat, zowel opgelost in het water als geadsorbeerd aan slibdeeltjes. Hoewel er reeds diverse brongerichte maatregelen genomen zijn, is het bodem- en watersysteem dermate grootschalig verontreinigd geraakt

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 23

dat deze nog decennia lang voor hoge gehalten zware In de studie van Deltares (bijlage 4B) ter plaatse van de metalen in het oppervlaktewater en slibdeeltjes zorgt. waterbergingslocatie Valkenswaard-Zuid is vastgesteld dat overstromingen in de huidige situatie met Dommel Het is bekend dat percelen in het Dommeldal lokaal sterk water leiden tot een toename van de gehalten aan zware verontreinigd zijn met zware metalen als gevolg van metalen in de bovenste decimeters van de bodem en dat jarenlange natuurlijke inundaties met oppervlaktewater uit deze frequente inundaties daarmee leiden tot het afzetten de Dommel en de afzet van slibdeeltjes op de van vervuiling. De locatie waar de sedimentatie overstroomde percelen. De verhoogde gehalten zware plaatsvindt is echter afhankelijk van de stroombaan, deze metalen in de bodem van aangrenzende percelen van de wordt bepaald door de topografie. Daarnaast bepalen Dommel worden beschouwd als een gebiedskenmerk. debiet en textuur van het sediment hoever bepaalde fracties getransporteerd worden en dus waar metalen In het gebied waar de beoogde gestuurde waterberging afgezet worden. Bij de inrichting van het wordt gerealiseerd zijn in de bovengrond waterbergingsgebied is in het kader hiervan rekening verontreinigingen met zware metalen aangetroffen die te gehouden met stroombanen (zie figuur 4.1. Nadere wijten zijn de diffuse verontreiniging in de Kempen. De toelichting zie bijlage 2E). begrenzing van het waterbergingsgebied komt grotendeels overeen met het huidige Verder blijkt bij huidige overstromingen (situaties van T=0 overstromingsgebied. tot T=10) sprake van sedimentatie van zwevend stof met een hoger gehalte zware metalen dan de ontvangende In het projectgebied of in vergelijkbaar belaste gebieden bodem. In geval van de hogere afvoeren (T=25 tot langs de Dommel buiten het projectgebied zijn T=100), oftewel bij overstroming als gevolg van gestuurde onderzoeken uitgevoerd naar de mate van belasting, de calamiteitenberging, is het gehalte van koper, zink en risico’s voor ecologie en landbouw en oplossings- nikkel in het sedimenterende materiaal echter lager dan in richtingen voor een verantwoord beheer van de de ontvangende bodem. Naar verwachting is de dikte van grootschalige diffuse verontreinigde oeverpercelen. Ook de depositielaag per inundatie vaak minder dan 1 mm. wordt voor de inrichting en het beschouwen van de risico’s van de verontreiniging gebruik gemaakt van de visie die Om de effecten van inzet van het waterbergingsgebied te Projectbureau Actief Bodembeheer de Kempen (ABdK) minimaliseren is besloten waterbergingsgebied heeft ten aanzien van de grootschalige diffuse Valkenswaard-Zuid niet bij afvoergolven die vaker dan verontreiniging met zware metalen in de Kempen, als met een kans van eens in 25 jaar optreden in te zetten. gevolg van de historische belasting door de Hierbij wordt opgemerkt dat bij inzet van de gestuurde zinkertsverwerkende industrie in de regio (lit. 8). waterberging maar een klein deel van de afvoer in het bergingsgebied wordt tegengehouden.

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 24

Het grootste deel van de afvoer, waar tevens sediment in is opgenomen, stroomt weer verder (nadere toelichting, Kade zie deel I paragraaf 4.2). Verlenging kade De bovengenoemde beschouwing van de effecten van Regelwerken waterberging op de bodemkwaliteit gaat uit van de recent gemeten waarden in slib en bodem. Uit monitoring van de oppervlaktewaterkwaliteit blijkt dat de instroom vanuit België van de verontreinigingsvracht aan zware metalen (cadmium en zink) sinds 2007 significant is gedaald (zie bijlage 4G). De oorzaak van deze verbetering is voor een groot deel te danken aan een lagere emissie vanuit zinkfabriek Nyrstar in Overpelt (B). Dit heeft ook zijn weerslag op de verbetering van de sedimentkwaliteit in de Dommel in Nederland.

Een deel van de verontreiniging is namelijk gebonden aan organische stof dat als zwevende stof in het oppervlaktewater meegevoerd wordt. Het slib in de Dommel nabij Valkenswaard wordt voor een groot deel bepaald door het uitzakken van dit zwevende stof naar de waterbodem. Kortom: de ontwikkelingen in de oppervlaktewaterkwaliteit laten voor cadmium en zink een duidelijke verbetering die ook een positief effect zullen hebben op de waterbodemkwaliteit en bodemkwaliteit binnen het waterbergingsgebied.

Daarnaast toont een massabalansstudie van de Dommel aan (bijlage 4H) dat de Dommel van de grens tot Eindhoven (Boven-Dommel) erosief van karakter is; dat wil zeggen dat de bodem van de beek netto gezien Figuur 4.1 Stroombanen in ontwerp (blauwe pijlen) uitschuurt. Historisch verontreinigd slib wordt zo in de komende tijd van nature door het watersysteem verplaatst. Voor de Boven-Dommel zal veel van het

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 25

verontreinigde slib in strategische slibvanger De overstromingsgebied. Doordat er geen stilstand water Klotputten in Eindhoven worden afgevangen. ontstaat, is er vrijwel geen effect op de waterbodemkwaliteit. Zoals eerder in deze paragraaf is De effecten en risico’s op landbouw en natuur zijn met vermeld vertoont de oppervlaktewaterkwaliteit een verschillende studies in beeld gebracht. Voor de landbouw positieve ontwikkeling die op termijn ook tot verbetering zijn teeltadviezen voor het gebied uitgebracht, die per van de waterbodemkwaliteit zal leiden. gewas variëren. Geadviseerd wordt om sommige gewassen niet te telen op percelen met verhoogde gehalten zware metalen; voorbeelden van gevoelige Oppervlaktewaterkwaliteit gewassen zijn prei en schorseneren. Vee dat via Tijdens perioden van inundatie kan de waterkwaliteit van begrazing hogere gehalten zware metalen binnenkrijgt de Dommel in het plangebied worden beïnvloed door kan dit ophopen in de lever en de nieren; er zijn geen nalevering van verontreinigingen vanuit de bodem in het verhoogde gehalten in vlees (spieren) en melk bergingsgebied. Gezien de korte verblijftijd van aangetroffen (lit. 8 en lit. 9). Effecten en risico’s van zware inundatiewater in het bergingsgebied zal nalevering van metalen op natuur en ecologie kunnen door inrichting en verontreinigingen echter niet aan de orde zijn. beheer beheersbaar gemaakt worden; voorbeelden zijn de keuze van begroeiing en het vernatten van natuur (zie Bij het gestuurd bergen van water wordt de kwaliteit van bijlage 4i). Aan dit advies wordt in het vastgestelde het oppervlaktewater voor een deel bepaald door de Uitwerkingsplan ‘Lage Heide Natuur’ (deels) inhoud kwaliteit van het zwevend stof in het instromende water. gegeven. Dit zwevende stof kan verhoogde gehalten aan

verontreinigde stoffen bevatten. Na een periode van Waterbodemkwaliteit waterberging (3 tot 4 dagen; eens of minder vaak dan 25 Het effect van de waterberging op de waterbodemkwaliteit jaar) kunnen deze slibdeeltjes in het gebied achterblijven is uiterst gering. Minder dan eens in de 25 jaar, gedurende (zie beschrijving bodemkwaliteit). Het overgrote deel van circa 3 a 4 dagen neemt door de inzet van de gestuurde het geborgen water verlaat het gebied na de hoge waterberging de stroomsnelheid in het beekdal af. De afvoersituatie. Gestuurde waterberging vindt voornamelijk stroomsnelheden in het gebied zijn voor verschillende plaats in de winterperiode waarbij de ecologie in rust is. afvoersituaties berekend. Bij inzet van het Incidentele waterberging heeft daarmee geen invloed op waterbergingsgebied bedragen de stroomsnelheden de ecologische en fysieke toestand van het waterlichaam. tussen 5 en 10 cm/s. Ter vergelijk: zonder inzet van het waterbergingsgebied en bij een situatie T100W+ zijn de Ten aanzien van zware metalen is sinds de laatste jaren stroomsnelheden gemiddeld 10% hoger. Met andere een positieve ontwikkeling in de oppervlaktewaterkwaliteit woorden, er blijft sprake van stroming in het

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 26

meetbaar: op het meetpunt op de grens met België zijn de concentraties zink en cadmium sinds 2007 significant gedaald (zie bijlage 4G). De oorzaak van deze verbetering is voor een groot deel te danken aan een lagere emissie vanuit zinkfabriek Nyrstar in Overpelt (B).

Waterkwantiteit – omvang overstromingsgebied De omvang van de gecontroleerde overstroming is verschillend per hoogwatersituatie. Het effect van (alleen) de inzet van waterberging Valkenswaard-Zuid is berekend voor de hoogwatersituaties die met een kans van eens in de 25 jaar (T25) en eens in de 100 jaar (T100W+) voorkomen. Een uitgebreide effectbeschrijving is te vinden in het rapport ‘Hydrologische berekeningen waterberging Valkenswaard-Zuid, zie bijlage 3A van dit projectplan.

Figuur 4.3 en 4.2 geven de verandering van het overstromingsgebied weer voor respectievelijk een hoogwatersituatie T25 huidige situatie, T100 huidige situatie en inzet van het waterbergingsgebied uitgaande van scenario T100W+ (inclusief klimaat). De figuren geven het oppervlak weer met een toe- en afname van overstroming bij inzet van de waterberging Valkenswaard- Zuid ten opzichte van de huidige natuurlijke overstromingssituatie. Uit figuur 4.2 en 4.3 blijkt dat bij een hoogwaterfrequentie van eens in de 100 jaar het effect van de waterberging (oranje) duidelijk zichtbaar is. De waterstandtoename in het gebied is gemiddeld 0,5 meter.

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 27

Figuur 4.2: Inzet gestuurde waterberging bij T100W+ Figuur 4.3: Inzet gestuurde waterberging bij T25 Blauw: Huidige overstromingen eens in de 100 jaar Blauw: Huidige overstromingen eens in de 25 jaar Oranje: Extra overstroming door waterberging tot 23,66 m+NAP Oranje: Extra overstroming door waterberging tot 23,66 m+NAP Groen: Vermindering van ovetsroming door waterberging Groen: Vermindering van ovetsroming door waterberging

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 28

Waterkwantiteit – hoeveelheid te bergen water plangebied naar verwachting niet toe. Bovendien zorgen De automatische stuwen in de Dommel en aan de oost- de watergangen die tegen de kade buiten het en westzijde zijn onder normale omstandigheden waterbergingsgebied (DL31 en DL32) gelegen zijn, voor gestreken. Bij het bereiken van een kritische afvoer afvangen van kwelwater vanuit het waterbergingsgebied. worden de regelwerken opgetrokken. Dit tot een niveau, waarbij er bij T100W+ nog maximaal een afvoer 14,3 m3/s Natuur door de Dommel inclusief de oostelijke en westelijke doorlaat stroomt (zie figuur 4.4 deel I). Door het optrekken EHS en Natura2000 van de stuw en de aanleg van een kade (kruinhoogte Getoetst is of de inzet van de waterberging effect heeft op maximaal 24,00 m+NAP) wordt een bergingsvolume de instandhoudingsdoelen van Natura2000 gebied gecreëerd van 150.000 (bij T100W+) tot 170.000 m3 (bij Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux en op de T25) bovenop de al van nature voorkomende hoeveelheid ontwikkeling van de ecologische hoofdstructuur (EHS) in water die in het gebied geborgen wordt. het gebied zelf. De inzet van de gestuurde waterberging heeft geen negatieve effecten op deze doelen. De

uitwerking hiervan is opgenomen in bijlage 4D. Waterkwantiteit – overstroomd oppervlak

De toename van het oppervlak dat overstroomt door inzet Slibafzet van de gestuurde waterberging is te vinden Binnen het plangebied vindt inundatie met name plaats in stroomopwaarts van de kade, langs de randen van het het gebied waar de natuurlijke overstromingen al waterbergingsgebied. Door het reliëf van het gebied blijft voorkomen. De gemiddelde (al slechte) bodemkwaliteit de toename van het oppervlak beperkt tot 11 hectare ten verslechtert door het inzetten van dit waterbergingsgebied opzichte van de natuurlijke overstroming in de huidige niet of nauwelijks. Het Projectbureau Actief Bodembeheer situatie (vergeleken met een afvoersituatie T25). de Kempen (ABdK) heeft onderzoek gedaan naar de

ecologische risico’s van de historische verontreinigingen Grondwaterstanden van onder andere zink en cadmium. Het advies is deze (al Het plangebied wordt vanaf een situatie die met een kans bestaande) risico’s te beheersen door te kiezen voor een van eens in de 25 jaar voorkomt ingezet voor passend type beheer of inrichting van het gebied (lit. 8). In waterberging. Deze waterberging vindt plaats gedurende samenspraak met de terreinbeheerder (gemeente) zal aan een periode van 3 tot 4 dagen, waarbij in het gebied dit advies gehoor worden gegeven. Voorbeeld is aandacht gedurende 1 a 2 dagen langer dan zonder inzet van de voor ecologisch beheer. waterberging water aanwezig zal zijn. Omdat de periode relatief kort is nemen de grondwaterstanden buiten het

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 29

Bodemleven doordat aardhommelvolken grote aantallen koninginnen Vanuit de omgeving is aangegeven dat de inzet van kunnen produceren. Een belangrijke factor voor een hoge waterberging invloed kan hebben op bodemleven, productie aan koninginnen door een volk is waarschijnlijk waaronder aardhommels. Onderstaand wordt hier nader de kwaliteit van het landschap (het bloemaanbod) op ingegaan. gedurende het gehele jaar. Naast dit bedraagt het dispersievermogen van aardhommelkoninginnen De samenstelling van bodemleven is afgestemd op de tenminste enkele kilometers, waardoor snel nieuwe (chemische) omstandigheden in de bodem. Zo kent natte gebieden (her-) gekoloniseerd kunnen worden. Bovendien grond een andere samenstelling bodemleven dan droge draagt de inrichting van het gebied door de gemeente met grond. Naast dit is de bodem in geval van overstroming bloemrijke weides hier aan bij en is de aardhommel in niet acuut zuurstofloos. Afhankelijk van de Nederland een algemeen voorkomende soort (geen rode bodemsamenstelling duurt het enkele dagen totdat er een lijst i.k.v. flora- en faunawet), welke over het gehele land tekort aan zuurstof ontstaat. Hierbij is een aantal verspreid is. organismen in staat zich te hier tegen te beschermen, bijvoorbeeld door zich in te kapselen. Oude eik Aan de oostzijde van het gebied staat een eik (zie figuur In de huidige situatie overstroomt een deel van het gebied 4.4). Op verzoek van de omgeving is onderzoek gedaan eens per jaar. Andere gebieden overstromen minder naar de effecten van waterberging hierop. In de huidige frequent, bijvoorbeeld eens in de 10 jaar. De inzet van situatie overstroomt het terrein hier niet. Rondom de boom gestuurde waterberging voegt hier een gebied aan toe dat zijn metingen verricht. Het terrein bij de boom is op circa met een kans vanaf eens per 25 jaar aanvullend onder 23,4 m + NAP gelegen. Bij waterberging komt er dus water wordt gezet. De samenstelling van het bodemleven gedurende enkele dagen 25 cm water rondom de boom te kan hierdoor verschuiven. staan.

Ten aanzien van de effecten van overstroming (waterberging) op aardhommels is in 2011 literatuuronderzoek uitgevoerd (bijlage 2H). Hieruit is naar voren gekomen dat de inzet van gestuurde waterberging kan leiden tot uitsterven van een lokale aardhommelpopulatie. Het herstel van een door inundatie verdwenen aardhommelpopulatie kan echter snel gaan

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 30

waterbergings-gebied ruim voldoende tijd om te herstellen.

Vismigratie Eik Specifiek voor de vispopulatie heeft de waterberging geen nadelige gevolgen. In de huidige situatie is de Dommelsche watermolen ook niet vispasseerbaar. Het waterschap is voornemens de Dommelsche watermolen vispasseerbaar te maken. Het ontwerp van het waterbergingsgebied is hier op afgestemd.

Landschap, cultuurhistorie en archeologie Van oudsher komen in dit deel van het Dommeldal jaarlijks, op natuurlijke wijze, overstromingen voor. Het inzetten van de waterberging heeft geen gevolgen voor de archeologische waarden. Het cultuurhistorische object de Dommelsche Watermolen is bewust net buiten de begrenzing van het waterbergingsgebied gehouden, Figuur 4.4: Locatie eik waardoor de molen bij het inzetten van het gebied geen negatief effect ondervindt. Uit onderzoek blijkt dat eiken als gevolg van overstromingen schade kunnen oplopen. Dit in de vorm Gebruik en omgeving van beperking in de houtvorming en dode twijgen in de boomkruin (lit. 10). De mate van schade is afhankelijk van Bebouwing het seizoen en duur van de overstroming. Gezien de korte Stroomafwaarts van het waterbergingsgebied leiden duur van de inzet van de gestuurde waterberging (enkele hoogwatersituaties op de Dommel niet tot wateroverlast in dagen) en de periode waarin gestuurde waterberging het bebouwde gebied van de woonkern Dommelen of wordt ingezet (in de winter, buiten het groeiseizoen) zal Valkenswaard. Door inzet van de gestuurde waterberging schade aan de eik in het gebied beperkt zijn. Ook heeft de wordt de wateroverlast verder benedenstrooms wel boom vanwege de beperkte frequentie van inzet van het minder in de bebouwde kom in en rondom Eindhoven.

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 31

5 VERGOEDINGSSYSTEMATIEK uiterste geval overgaat tot onteigening, wordt de schade volledig vergoed. Overigens is het niet zo dat voor Op de website www.dommel.nl zijn de hieronder inrichtingsmaatregelen altijd gronden van agrariërs beschreven schaderegelingen terug te vinden, inclusief benodigd zijn. enkele voorbeelden. De manier waarop het waterschap een schade afhandelt, staat daar stapsgewijs beschreven. 5.3 Schaderegeling waterberging

5.1 Plan-, aanwijsschade en vermogensschade Waterbergingsgebieden liggen op gronden die in gebruik zijn als weiland, akkerland of natuur. Zolang er geen De aanwijzing van een waterbergingsgebied in het calamiteit is, kan de grondeigenaar zijn land normaal bestemmingsplan of op de legger van het waterschap kan gebruiken. Alleen bij noodsituaties wordt het tot schade leiden. De gronden kunnen in waarde dalen, waterbergingsgebied ingezet. Naar verwachting zal dit omdat de grond minder goed benut kan worden. Hierbij is vanaf eens per 25 jaar gebeuren. Het land staat dan enige te denken aan beperkte uitbreidingsmogelijkheden van het tijd onder water. Daarna stroomt het gebied weer leeg. bedrijf. Een verzoek tot vergoeding van planschade kan op grond van de Waterwet bij het waterschap worden De kans bestaat dat een grondeigenaar door het inzetten ingediend. Het waterschap beoordeelt dan of er van de gestuurde waterberging schade lijdt aan gewassen daadwerkelijk sprake is van waardedaling. Er staat of eigendommen. De opbrengst van gewassen kan minder rechtsbescherming open tegen het besluit van het zijn en mogelijk moet achtergebleven drijfvuil worden waterschap hieromtrent. opgeruimd. Ook een natuurgebied kan schade oplopen. Het is niet meer dan logisch dat er een vergoeding staat 5.2 Inrichtingschade tegenover de schade die optreedt. Daarom heeft Waterschap De Dommel een schaderegeling De inrichting van een waterbergingsgebied, zoals het waterberging. aanbrengen van in- en uitlaatwerken of de aanleg van een kade, kan schade veroorzaken. De werkzaamheden Het gebied dat voor de schaderegeling in aanmerking vinden plaats in overleg met de grondeigenaar. De komt is bepaald middels hydrologische berekeningen. Op vergoeding van deze schade vindt plaats bij het afsluiten figuur 5.1 is dit gebied weergegeven. De schaderegeling van de benodigde overeenkomsten, of het vestigen van wordt uitgekeerd na overstroming door inzet van de zakelijke rechten. Ook als het waterschap een waterberging en na overstroming die van nature voorkomt. gedoogplicht oplegt voor te realiseren werken of in het

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 32

Voor wie is de regeling? De schaderegeling geldt voor eigenaren van overstroomde percelen in alle gestuurde waterbergingsgebieden binnen het werkgebied van Waterschap De Dommel. Het waterschapsbestuur heeft deze gebieden vastgelegd. Of het perceel in gebruik is als landbouwgrond, natuur of bijvoorbeeld als paardenwei: de regeling geldt voor alle grondeigenaren.

Het is niet noodzakelijk dat vooraf een overeenkomst is afgesloten tussen de grondeigenaar en het waterschap. Ook zonder overeenkomst kan een grondeigenaar een beroep doen op de schaderegeling. De enige voorwaarde is dat het perceel binnen de grenzen van een van de gestuurde waterbergingsgebieden valt.

Afhandeling schadevergoeding na overstroming De afhandeling en uitbetaling van de schadevergoeding wordt zo eenvoudig mogelijk georganiseerd. Vlak na een overstroming in het waterbergingsgebied ontvangen de betreffende grondeigenaren bericht van het waterschap over de mogelijkheid tot schadeafhandeling. Degene die schade ondervindt, hoeft niet zelf actie te ondernemen. De grondeigenaar levert alleen aanvullende informatie aan het waterschap, bijvoorbeeld over de teelt die op het perceel stond. De schadevergoeding wordt daarna berekend. Vervolgens informeert het waterschap de eigenaar over het te vergoeden bedrag. Binnen drie maanden na de melding wordt de vergoeding uitbetaald.

Figuur 5.1: Contour waterberging (rode lijn)

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 33

Hoogte schadevergoeding werkzaamheden ontstaat, is het mogelijk om een De hoogte van de vergoeding is gebaseerd op reële schadeverzoek in te dienen op basis van de schade. Normbedragen per gewas zijn het uitgangspunt. schaderegeling ‘Verordening Schadevergoeding Voor natuur en de meest voorkomende teelten (gras, Waterschap De Dommel’ (zie www.dommel.nl). aardappelen, maïs, tarwe en bieten) is in de schaderegeling een normbedrag opgenomen. Voor Het initiatief voor het aanvragen van deze vorm van andere teelten en andere schade wordt gebruik gemaakt vergoeding ligt bij de grondeigenaar. Op grond van het van een taxatie. schadeverzoek wordt beoordeeld of er daadwerkelijk sprake is van schade. Deze schaderegeling bevat In de normbedragen is rekening gehouden met inhoudelijke en procedurele voorwaarden voor een verminderde opbrengst en de uitgevoerde verzoek om schadevergoeding. Van belang is onder meer landbouwkundige werkzaamheden. Ook de benodigde tijd dat de schade niet al anderszins vergoed mag zijn. Ook is voor inspectie en registratie is meegenomen. De kosten belangrijk om aan te kunnen tonen dat de schade voor extra grondbewerking en het opruimen van drijfvuil voortvloeit uit de werkzaamheden in het kader van de zijn onderdeel van de vergoeding. De normbedragen zijn uitvoering van de maatregelen uit het projectplan vastgesteld door het bestuur van Waterschap De Valkenswaard-Zuid. De overige voorwaarden zijn Dommel, in overleg met de ZLTO en de andere Brabantse opgenomen in de ‘Verordening Schadevergoeding waterschappen (zie website www.dommel.nl). Waterschap De Dommel’.

Als referentiesituatie voor bepaling van de schadevergoeding wordt uitgegaan van de BRP-kaart van de laatste MEI-telling voor de ter inzage legging van dit ontwerp-projectplan. Uitgangspunt blijft de normale, gangbare vruchtwisseling op het betreffend perceel.

5.4 Verordening schadevergoeding Waterschap De Dommel

Uit het projectplan en de onderbouwingen daarbij, volgt dat geen structurele schade te verwachten is bij derden. Indien desondanks schade als gevolg van deze

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 34

6 CONCLUSIES

Waterschap De Dommel stelt dat de ontwerpen uit het projectplan realisatie waterberging Valkenswaard-Zuid een goede keuze zijn.

Hoofdstuk 2 van dit rapport toont aan dat de ontworpen waterstaatswerken voldoen aan de vigerende wet- en regelgeving en passen binnen de doelstellingen van het nationale en regionale waterbeleid. Ook is aangetoond dat de ontwerpen passen binnen het geldende lokale omgevingsbeleid.

Hoofdstuk 3 van dit rapport onderbouwt dat de water- staatswerken uit onderhavig projectplan hun beoogde functies daadwerkelijk kunnen vervullen. En in hoofdstuk 4 zijn de effecten van deze werken beschreven.

Samenvattend stelt het waterschap dat de waterstaats- werken uit onderhavig projectplan (Deel I) een juiste invulling zijn van de beleidsvrijheid binnen het boven beschreven kader.

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 35

7 RECHTSBESCHERMING (PROCEDURE) Vaststellen en goedkeuren projectplan Het waterschap beoordeelt in overleg met de provincie en Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant hebben er op de gemeente de ingediende zienswijzen, waarna het verzoek van het waterschap mee ingestemd om voor dit bestuur van het waterschap het projectplan al dan niet project de gecoördineerde projectprocedure volgens de gewijzigd vaststelt. Vervolgens dient het waterschap het Waterwet toe te passen. Dit heeft tot gevolg dat de vastgestelde plan ter goedkeuring in bij de provincie. provincie de diverse projectdocumenten en besluiten in Tevens verzoekt het waterschap bij de bevoegde gezagen twee stappen gelijktijdig ter inzage legt. In die perioden om toezending van de definitieve besluiten voor de kunnen belanghebbenden een zienswijze, respectievelijk vergunningen. een beroep indienen. Beroep Zienswijzen Nadat de provincie het goedkeuringsbesluit heeft Na het vaststellen van het ontwerp-projectplan en het genomen en de definitieve vergunningen heeft ontvangen, MER door het bestuur van het waterschap worden deze legt de provincie het vastgestelde plan, het documenten in het kader van de gecoördineerde goedkeuringsbesluit en de definitieve vergunning(en) bij projectprocedure aangeboden aan Gedeputeerde Staten. de provincie, de gemeente en het waterschap ter inzage. Tegelijkertijd vraagt het waterschap de benodigde Degenen die tijdig een zienswijze hebben ingediend en vergunning(en) aan. Nadat de provincie van de bevoegde belanghebbenden en ingezetenen aan wie redelijkerwijs gezagen ook de ontwerp-besluiten voor de vergunning(en) niet kan worden verweten geen zienswijzen te hebben heeft ontvangen, legt de provincie het MER, het ontwerp- ingediend, kunnen beroep indienen. Dat geldt ook voor projectplan en deze ontwerp-besluiten ter inzage bij de alle belanghebbenden ten aanzien van eventuele provincie, de gemeente Valkenswaard en het waterschap. wijzigingen in het plan. Gedurende zes weken vanaf de De provincie maakt dit bekend via de provinciale website dag na die waarop het besluit ter inzage is gelegd, kan en in een regionaal weekblad. Het plan ligt gedurende zes beroep worden ingesteld bij de Raad van State. Voor het weken ter inzage. In die periode kunnen indienen van een beroepschrift is griffierecht verschuldigd. belanghebbenden bij de provincie hun zienswijze op het Op de vaststelling van een projectplan is de Crisis- en ontwerp-projectplan, het MER en/of de ontwerp-besluiten herstelwet van toepassing. Dit betekent dat de kenbaar maken. Dat kan schriftelijk. Een reactie moet vóór belanghebbenden in het beroepschrift moeten aangeven afloop van de termijn bij de provincie zijn ingediend. welke beroepsgronden zij aanvoeren tegen het besluit. Na afloop van de termijn van zes weken kunnen geen nieuwe beroepsgronden meer worden aangevoerd.

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 36

Belanghebbenden worden verzocht in het beroepschrift te vermelden dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is.

Verzoek om voorlopige voorziening Het projectplan treedt in werking, ook al wordt er een beroepschrift ingediend. Dit betekent dat de maatregelen opgenomen in het projectplan kunnen worden uitgevoerd. Indien een belanghebbende dit wil voorkomen, kan gelijktijdig of na het indienen van een beroepschrift een zogenaamd “verzoek voor het treffen van een voorlopige voorziening” worden gevraagd bij de Raad van State. Ook in dat geval is griffierecht verschuldigd. Het treffen van een voorlopige voorziening is eigenlijk het nemen van een tijdelijke maatregel, zoals het schorsen van het besluit gedurende de tijd die nodig is om het beroep af te handelen. Als het verzoek wordt toegewezen mag het waterschap het plan niet uitvoeren totdat de rechter op het beroep heeft beslist. Voorwaarde voor het vragen van een voorlopige voorziening is, dat er sprake is van een spoedeisend belang.

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 37

8 LITERATUURLIJST 10. Onderzoek naar effecten van waterberging in een 1. Foto’s: Joep de Groot fotografie jong kleibos, Alterra, Deltares en Rijkswaterstaat (januari 2008) 2. Generiek uitgangspuntendocument ontwerp kades en regelwerken waterbergingsgebieden, Royal Haskoning, 2011

3. KNMI’14-klimaatscenario’s voor Nederland

4. Programma van eisen, Inrichtingsplan Dommeldal en Het Broek, Grontmij, augustus 2006

5. Planuitwerking waterbergingsgebied Valkenswaard- Zuid, Nelen & Schuurmans, augustus 2008

6. Beeldkwaliteitsplan Lage Heide, Buro5 maart 2010

7. Uitwerkingsplan Lage Heide Natuur, Croonen Adviseurs, 6 januari 2011

8. Advies Projectbureau Actief Bodembeheer De Kempen (ABdK) over risico’s zware metalenverontreiniging op melk en de teelt van gewassen

9. Blootstelling en opname van cadmium door runderen in de Kempen: een modelstudie, Alterra-rapport 1438, 2007

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 38

9 BIJLAGEN d. Waterberging Valkenswaard-Zuid - verkenning mogelijkheden waterberging verdelen, Royal Inventarisaties, onderzoeken, rapporten en ontwerpen die Haskoning 14 oktober 2011 ter voorbereiding en onderbouwing van het projectplan e. Variantenbeoordeling waterberging Valkenswaard-Zuid zijn opgesteld, maken onlosmakelijk Valkenswaard-Zuid, Royal HaskoningDHV 2014 deel uit van dit projectplan. Daarom zijn alle relevante f. Inundatie en aardhommels, november 2011 documenten als bijlage toegevoegd aan het digitale g. Hoogtemetingen Valkenswaard-Zuid achtergronddocument bij dit projectplan in de vorm van h. Inundatie en aardhommels, november 2011 een CD-ROM. Het digitale achtergronddocument bestaat uit: Bijlage 3. Hydrologie a. Hydrologische berekeningen waterberging Bijlage 1. Besluitvorming Valkenswaard-Zuid, Royal HaskoningDHV, juli a. Besluit van het Algemeen Bestuur van 2014 Waterschap De Dommel, april 2013 b. Modelrapport, M3 Keersop, HKV, maart 2011 b. Besluit van het Algemeen Bestuur van c. Wijze van bepalen afvoerstatistiek van Waterschap De Dommel, juni 2013 aanvoergolven in regionale en lokale modellen. HKV, mei 2011 c. Watersysteemanalyse 2.0 - Effectiviteit

bergingsgebieden Boven-Dommel. HKV, augustus Bijlage 4. Milieuaspecten 2012 a. Diverse (verkennende) lokale bodemonderzoeken d. Inrichtingsvisie Dommeldal en Het Broek, Grontmij b. Invloed van inundatieduur en frequentie op 20 februari 2006 bodemkwaliteit langs de Dommel, Deltares e. Aanmeldingsnotitie MER en MER Valkenswaard- december 2009 Zuid. c. Scan/voortoets natuurwaarden waterberging Valkenswaard-Zuid, Grontmij 20 juli 2011 Bijlage 2. Procesresultaten d. Actualisatie scan natuurwaarden, Royal a. Verslag bijeenkomst december 2011 HaskoningDHV, 13 februari 2014 b. Verslag bijeenkomst mei 2014 e. Adviesdocument Raap, 9 juli 2014 c. Feitenanalyse Valkenswaard-Zuid, Royal f. Probleemanalyse naar het risico op het aantreffen Haskoning, 27 februari 2012 van conventionele explosieven (ECG, september 2010).

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 39

g. Bijlage met concentraties cadmium en zink op de grens (meetnet Waterschap De Dommel). h. Massabalansstudie 3 grensoverschrijdende beken, deelproject binnen het BeNeKempen onderzoeksproject, Oranjewoud, Soresma, Alterra, 2007. i. Ecologische effecten van metaalverontreiniging in het overstromingsgebied van de Dommel, deelproject binnen het BeNeKempen onderzoeksproject, Grontmij/ Aquasense , Alterra, december 2008

Bijlage 5. Ontwerptekeningen (11 juli 2014) a. Overzichtskaart maatregelen b. Dwarsprofielen kade en watergangen c. Detailtekeningen kunstwerken d. Tekeningen perceel H106 en D749 e. KLIC-melding 5 juni 2012

Bijlage 6. (Geo-)technisch ontwerp kade en regelwerk, Royal HaskoningDHV, 24 januari 2014

Bijlage 7. Beheer en onderhoud a. Beheer en onderhoudsrichtlijn (BOR), Royal HaskoningDHV, 10 juli 2014 b. Monitoringsplan Valkenswaard-Zuid, Royal HaskoningDHV, 10 juli 2014

Projectplan Valkenswaard-Zuid – Deel II Ontwerp projectplan 40