KLASSIEK www.ciaotutti.nl | Ciao tutti City Walk #2 klik op de plattegrond voor een digitale weergave in Google Maps (let op: hiervoor maak je gebruik van internet)

KLASSIEK ROME Ciao tutti City Walks #2

Lengte: ca. 6 kilometer

Duur: een hele dag, inclusief bezoek aan het Palazzo Massimo alle Terme, het , het Forum Romanum, de Musei Capitolini en het Pantheon

Extra’s op deze route: koffie drinken aan de Via Urbana in , een bezoek aan het ‘red light district’ van het oude Rome en een kijkje in het oude stadion onder Piazza Navona

KLASSIEK ROME

Het verhaal van de opkomst, bloei en val van het Romeinse rijk fascineert ons al eeuwen. Dit verhaal komt pas echt tot leven wanneer je door Rome wandelt, langs de ruïnes die herinneren aan de tijd van de Romeinse republiek (509-27 voor Christus), met en het opbloeiende Forum Romanum, aan de tijd van de keizers (vanaf 27 voor Christus), met de eerste imperator en het Colosseum, tot aan de tijd van de eerste christelijke keizer Constantijn (vierde eeuw), waarmee de laatste fase van het klassieke Rome wordt ingeluid. In die tijd wist Rome haar rijk steeds verder uit te breiden. De stad veranderde dankzij de rijkdommen die de toestroom van buit en belasting met zich meebracht. En niet alleen het uiterlijk van Rome veranderde; dankzij de komst van buitgemaakte slaven, ambitieuze provincialen en talloze handelaren werd ook de bevolking van de stad steeds gemêleerder. Rome groeide langzaam uit tot een metropool die zijn weerga niet kende. We laten je graag kennismaken met het machtige Rome van weleer. Andiamo!

Willemijn, Saskia, Hans & Sophie Ciaotutti.nl De start van de wandeling is het Piazza della Repubblica, op de hoek met de Viale delle Terme di Diocleziano. In de schaduw van de zuilengalerij duiken we kort in de geschiedenis van Rome, die teruggaat tot vele eeuwen voor Christus (iedereen kent het verhaal van Romulus en Remus die de stad stichtten op 21 april 753 voor Christus). Er zijn in de stad echter weinig resten aan te wijzen die dateren van voor de eerste eeuw voor Christus. Maar vanaf de eerste eeuw voor Christus lijkt er ineens een rijkdom aan materiaal bewaard te zijn gebleven die we met zekerheid kunnen identificeren als ‘Romeins’. Toen de Romeinse generaal en machtswellusteling Sulla (138-78 voor Christus) terugkeerde in Rome nadat hij Athene had geplunderd, nam hij honderden buitgemaakte Griekse sculpturen met zich mee. Hoewel er al eerder Griekse kunst naar Rome gebracht was – zowel vanuit Griekenland zelf als vanuit de Griekse kolonies in Zuid-Italië – zouden Romeinse beeldhouwers er vanaf nu nog meer door beïnvloed worden. De enorme invloed van de Griekse kunst en cultuur op de artistieke ondernemingen van de Romeinen is goed te zien in de collectie van het onvolprezen museum Palazzo Massimo alle Terme, aan het einde van de Viale delle Terme di Diocleziano. Wie de geschiedenis van het Romeinse rijk aan de hand van prachtige vondsten tot leven wil zien komen zonder de drommen toeristen van grote trekpleisters, moet hier zeker even naar binnen.

Sta in elk geval even stil bij een paar hoogtepunten in dit museum, te beginnen met een van de oudste bronzen beelden: de Zittende Bokser (of Rustende Bokser). Massieve spieren, een gebroken neus, de verwondingen van de wedstrijd nog zichtbaar op zijn huid: dit is in alle opzichten een typisch hellenistisch beeld. De Griekse kunst wordt ingedeeld in verschillende periodes met elk hun eigen stijl – in de hellenistische tijd waren de beelden realistisch en vol emotie. Dit in tegenstelling tot de geïdealiseerde lichamen van beelden uit de zogenaamde klassieke periode, zoals de Diskobolos (Discuswerper) die je verderop in het museum kunt bewonderen. De Diskobolos is een mooi voorbeeld van de Romeinse drive om de Griekse kunst te evenaren door middel van kopieën. Uit geschreven bronnen weten we hoezeer het bronzen origineel van de Discuswerper, van de hand van de Griekse beeldhouwer Myron, bewonderd en bejubeld werd. Twee Romeinse kopieën van het beeld zijn bewaard gebleven, waaronder deze in het Palazzo Massimo alle Terme (uit de Romeinse keizertijd), die bekend staat als de Lancelotti Discobolus (naar de naam van de collectie waar het sinds de vondst in 1871 toe behoorde, de collectie Massimo-Lancelotti).

Een van de meest beroemde Romeinse sculpturen in het museum is het beeld van keizer Augustus als . Het beeld laat keizer Augustus zien in zijn rol als opperpriester, wanneer hij op het punt staat een offer te brengen. Wat betreft thema (midden in een handeling) en stijl (in beweging, realisme) heeft de beeldhouwer zich hier in de hellenistische traditie geplaatst. De toga die Augustus draagt, voldoet helemaal aan de mode van die tijd (circa 12 na Christus). De toga was het kledingstuk bij uitstek dat werd gedragen door zowel ambtenaren als burgers wanneer zij een publieke ruimte betraden. In dit geval heeft Augustus zijn hoofd bedekt, zoals gebruikelijk voor Romeinse priesters tijdens de uitvoering van hun rituelen. Het beeld van Augustus als opperpriester is tevens een mooie weergave van wat een bijzondere tijd in de geschiedenis van Rome genoemd kan worden: de langzame overgang van de eeuwenoude tradities van de Romeinse republiek naar de alleenheerschappij van het nog maar net geboren keizerrijk.

Na een bezoek aan het Palazzo Massimo alle Terme wandel je verder in de richting van het hart van het oude Rome: het Forum Romanum en natuurlijk het wereldberoemde Colosseum. Na een klein stukje Via ga je verder over de Via Urbana, die parallel loopt aan de drukke verkeersstraat maar een stuk rustiger en gezelliger is.

Na een lekkere cappuccino bij Urbana 47 (aan de Via Urbana 47), kom je op de hoek met de Via Leonina uit op een onbeduidend en zelfs wat onooglijk pleintje genaamd Piazza della Suburra. In de oudheid heette deze wijk Subura – een naam die waarschijnlijk is afgeleid van sub urbe, oftewel ‘onder de stad’ (dit stadsdeel is lager gelegen dan het oudste bewoonde deel, de Palatijn). De geschiedenis van de wijk is nu niet meer zichtbaar, maar het pleintje is een mooie plek om even stil te staan bij hoe het ‘gewone volk’ in het oude Rome leefde. De Subura strekte zich vanaf hier uit tot aan de Esquilijn en was verbonden met het Forum Romanum via de , een belangrijke en drukke straat in het oude Rome. In zowel literaire als epigrafische bronnen wordt de Subura vaak genoemd. Het was er ‘lawaaierig, nat en vies,’ aldus Martialis. De Subura was in de oudheid een bekende tippelzone, schreef diezelfde dichter, het ‘red light district’ van het oude Rome.

Hoogbouw was de norm voor de woningen in de volkswijk Subura. De over het algemeen straatarme bewoners van Rome woonden in insulae (letterlijk: eilanden), een soort flats avant la lettre. De kleine, bedompte kamers in zo’n ‘flat’, die tot wel vijf verdiepingen kon tellen, werden verhuurd als woning (wat in de praktijk neerkwam op: slaapplek). Koken, eten, drinken en toiletteren deed men niet ‘thuis’, maar buiten de deur, bij een thermopolium (een soort ‘afhaalrestaurant’), bij fonteinen en bij openbare toiletten. Op de begane grond bevonden zich de toonbanken van tabernae, de winkeltjes die hun goederen of diensten direct aan de straat verkochten. Door slechte bouwconstructies en het gebruik van hout bij de bouw van de flats kwamen instortingen en brand regelmatig voor. Vandaar dat er niets meer over is van deze oude volksbuurt.

Steek door naar de Via degli Annibaldi en loop deze helemaal uit om uit te komen bij misschien wel het meest bekende symbool van het oude Rome: het Colosseum. In het verhaal van de geschiedenis van Rome maken we een sprong in de tijd, naar de nadagen van keizer Nero, die regeerde tot zijn dood in het jaar 68. Hij behoorde nog altijd tot dezelfde dynastieke familie-alliantie die al sinds Augustus (31 voor Christus tot 14 na Christus) aan de macht was, het Julisch- Claudische huis, maar hij zou wel de laatste zijn. Toen de rol van de Julisch-Claudische dynastie was uitgespeeld, volgde de kwarteeuw van het Flavische keizerschap in Rome – de tijd van de drie keizers Vespasianus en diens zonen Titus en Domitianus (van de gens Flavia), die aan de macht waren tussen 69 en 96. Het was onder toeziend oog van deze drie keizers dat een van de grootste monumenten voor het volk werd gebouwd in Rome, symbolisch genoeg boven op de overblijfselen van het platgegooide exorbitante paleis van de despoot Nero. Dankzij hen heeft Rome haar beroemde Colosseum. Hoewel het Colosseum, dat in de Romeinse tijd bekend stond als het Amfitheatrum Flavium, tegenwoordig vooral geassocieerd wordt met gladiatoren, diende het in de oudheid als decor voor allerhande spelen en spektakelstukken. Zo werden er ook complete zeeslagen nagebootst, en spannende jachtscènes (inclusief wilde dieren).

Het was ook niet ongebruikelijk om executies in de arena uit te voeren, in het bijzijn van een uitzinnig publiek. Die executies konden variëren van ‘simpelweg’ voor de leeuwen gooien tot complete voorstellingen geïnspireerd op bekende, gruwelijke scènes uit het mythologische verhalengoed.

De geschatte capaciteit van het Colosseum was zo’n 50.000 toeschouwers. Er waren maar liefst 76 uitgangen, zodat al die mensen binnen no time weer buiten stonden na afloop van een spektakel. Voor de bouw van het Colosseum gebruikte men stevige baksteen, maar voor de buitenste rand werd een mooiere, meer decoratieve steensoort gebruikt: travertijn. Omdat deze lokale steen in de renaissance erg in trek was, veranderde het Colosseum in die periode in een soort steengroeve en werd het zonder pardon gestript van alle waardevolle materialen. De architecten decoreerden de buitenkant van het Colosseum met zuilen en pilaren, geïnspireerd op de Griekse tempelbouw. Op de begane grond Dorische zuilen, op de eerste verdieping Ionische zuilen en Korinthische zuilen op de tweede verdieping. Hoewel het amfitheater an sich een typisch Romeins bouwwerk is dat in de Griekse wereld niet bestond, wordt op deze manier toch ook in het Colosseum verwezen naar het voorbeeld van de Griekse (bouw)kunst.

Het op-een-na bekendste icoon van het oude Rome is het Forum Romanum. Chronologisch gezien doe je een stapje terug wanneer je de oudste resten op het beroemde Forum Romanum vergelijkt met het Colosseum, dat je nu achter je laat. Maar het Forum, gelegen aan de voet van de Capitolijnse heuvel, is zoveel eeuwen in gebruik geweest dat je bijna de hele geschiedenis van Rome in de ruïnes zou kunnen lezen. De oudste resten die hier zijn gevonden, dateren zelfs van de achtste eeuw voor Christus: de vroegste geschiedenis van de stad dus. In die tijd was er echter nog geen sprake van statige tempels of monumenten: op deze plek was niets te vinden dan een moerassig dal dat in gebruik was als begraafplaats van de hutbewoners die op de hoger (en droger) gelegen Palatijnse en Capitolijnse heuvels woonden. Het ‘droogleggen’ en ophogen van het moeras tussen Palatijn en Capitool moet een van de vroegste publieke werken in het oude Rome zijn geweest. Het maakte dit dal bij uitstek geschikt als markt- en ontmoetingsplek voor de allereerste Romeinen. Uiteindelijk zou het Forum Romanum uitgroeien tot het economische, sociale en politieke hart van de stad die zich steeds maar uitbreidde. Omdat alle ‘civiele zaken’ zich hier afspeelden – van rechtspraak tot volksvergadering en senaatszittingen – groeide het Forum in de eerste eeuwen voor Christus uit tot een symbool van de democratie van de Romeinse republiek.

Hoewel er op het hele Forum Romanum nog maar relatief weinig ‘overeind’ staat, is het ronduit uniek te noemen dat er over dit eeuwenoude, karakteristieke stukje van Rome nooit is heen gebouwd in later tijden, toen de bewondering en interesse voor het verre verleden van Rome een stuk minder waren dan nu. Al in een relatief vroeg stadium – de archeologie zelf stond nog maar in de kinderschoenen – is het Forum tot beschermd archeologisch gebied uitgeroepen en zo van de verwaarlozing gered.

Wanneer je het Forum Romanum aan de kant van het Colosseum betreedt (let op: om toegang te krijgen moet je een kaartje kopen), kom je als eerste de beroemde Boog van Titus tegen. Titus was een van de Flavische keizers die hierboven al even aan bod kwamen als de bouwers van het Colosseum. Keizer Titus schreef daarnaast ook de verovering van Jeruzalem en de bijbehorende plundering van de tempel op zijn naam. De reliëfs op de boog laten deze overwinning en plundering in volle glorie zien (let bijvoorbeeld op de prominente menora, de joodse zevenarmige kandelaar, die als buit wordt meegenomen).

Titus’ boog markeert tevens de loop van de Via Sacra, de ‘heilige weg’. Over deze weg voerde zowel in republikeinse tijden als ten tijde van het keizerrijk menig processie en triomftocht, onder luid gejuich en geroep van het toegestroomde Romeinse volk. Vanaf hier kun je verschillende routes nemen over het Forum, om alle details te ontdekken.

Direct aan je rechterhand zie je de zogenaamde Basilica van Maxentius en Constantijn. Het loont de moeite er even naartoe te wandelen: pas wanneer je zelf onder de hoge gewelven gaat staan, krijg je echt een idee van hoe groot dit bouwwerk geweest moet zijn. De bouw van deze basilica werd gestart onder keizer Maxentius maar werd voltooid onder de eerste christelijke keizer van Rome, Constantijn de Grote. Tijdens zijn regering (307-337) gold deze plek als centrum voor onder andere rechtspraak. Wanneer je verder wandelt, vind je aan je rechterhand de Tempel van Antoninus Pius en zijn vrouw Faustina. Althans: de oude tempelfaçade is nog zichtbaar als voorportaal van de kerk die hier later is gebouwd. Keizer Antoninus liet deze tempel halverwege de tweede eeuw bouwen voor zijn pas overleden vrouw Faustina. Bijna recht tegenover deze tempel ligt een stukje Romeinse geschiedenis dat teruggaat tot in de tijd van de republiek: de tempel van Vesta. De restanten van het ronde tempeltje van Vesta hoorden in de oudheid bij het huis van de beroemde Vestaalse Maagden. Zij waren de vrome priesteressen van de godin Vesta en dienden het vuur in haar tempel altijd brandend te houden. De uitverkoren meisjes werden al op jonge leeftijd gekozen en zwoeren een leven van vroomheid en, uiteraard, maagdelijkheid. Het vonnis voor wie zich hier niet aan hield – levend begraven worden – werd meerdere malen in de Romeinse geschiedenis voltrokken. De drie fier overeind staande zuilen die je achter de tempel van Vesta ziet staan, behoorden eens tot een tempel gewijd aan Castor en Pollux, zonen van Zeus. Verderop wandel je tussen minder imposante ruïnes: die van de Basilica Aemilia aan de zijde van de en die van de Basilica Julia aan de kant van de Palatijn. De Basilica Aemilia is vernoemd naar de familie die de bouw financierde en werd in de tweede eeuw voor Christus gebouwd. Naast ‘prestigeproject’ was het een administratief centrum en konden er burgerlijke rechtszaken gehouden worden. Julius Caesar liet later een tweede Basilica bouwen, recht tegenover die van de familie Aemilius. Natuurlijk was die van hem nóg groter. Aan het einde van de wandeling vind je rechts nog een van de belangrijkste symbolen van het Forum: de Curia, waar de Romeinse senaat bijeenkwam. Het gebouw dat er nu staat dateert van eind derde eeuw, maar markeert waarschijnlijk wel de plek waar de Curia altijd heeft gestaan. De wandeling eindigt onder de Boog van Septimius Severus, die keizer was tussen 197 en 211. Hij liet de triomfboog ter ere van zijn overwinningen bouwen, en plaatste er meteen ook een in zijn geboortestad Leptis Magna (Noord-Afrika).

Via verschillende weggetjes en trappen klim je vanaf het Forum Romanum zo een van de oudste heuvels van de stad op: het Capitool. Daar kom je uit op het door Michelangelo ontworpen Piazza del Campidoglio, omringd door het stadhuis van Rome en de gebouwen van de befaamde Musei Capitolini. Op verschillende plekken heb je een prachtig uitzicht op het Forum Romanum, maar voor het beste panorama moet je een kaartje kopen voor het museum en afdalen naar de onderaardse gangen die je toegang geven tot een antiek ‘balkon’ in het voormalige Romeinse tabularium – met schitterend uitzicht op het Forum.

Het belangrijkste bouwwerk op het Capitolium was vanaf de vroegste Romeinse tijd de Tempel van Jupiter, waarvan nu slechts de fundamenten resten die je enkel in het museum kunt bewonderen. Buiten, op het plein, kun je stilstaan bij bronzen replica’s van kunstwerken die zich eveneens binnen de muren van de Capitolijnse Musea bevinden: het bronzen ruiterstandbeeld van Marcus Aurelius en het beroemdste Romeinse beeld aller tijden: de bronzen wolvin met Romulus en Remus.

Nadat je tussen de imposante beelden van Castor en Pollux door via de trappen weer bent afgedaald naar het straatniveau, wandel je door de Via delle Botteghe Oscure naar het Largo di Torre Argentina. Dit drukke verkeersplein blinkt misschien niet uit in schoonheid, maar wel in oudheid. Dit is namelijk een van de weinige plekken in Rome waar je, net als op het Forum, nog resten uit de tijd van de Romeinse republiek kunt bewonderen. De opgravingen werden gedaan ten tijde van het fascistische bewind: op 21 april 1929 inaugureerde Mussolini op deze plek officieel het ‘Foro Argentina’. Wat niet veel mensen weten, is dat zich hier, op het huidige Largo di Torre Argentina, ergens de plek moet bevinden waar Julius Caesar op 15 maart 44 voor Christus werd vermoord. Die moord vond namelijk plaats in het Theater van Pompeius. De senaatsvergadering werd op die dag niet in de Curia op het Forum gehouden, maar in dit pas gebouwde theater even verderop. De resten van het theater zijn enkel nog hier en daar ondergronds zichtbaar, verborgen in de kelders van Rome. De naam ‘Argentina’ heeft overigens helemaal niets te maken met het land Argentinië. Aan het begin van de vijftiende eeuw liet Johannes Burckhardt, ceremoniemeester van paus Alexander VI, een palazzo bouwen met een toren, die hij ‘Argentoratina’ noemde. Het was niets meer dan een verwijzing naar zijn geboorteplaats Straatsburg, Argentoratum in het Latijn.

Via de Via dei Cestari en de Via della Minerva kom je uit bij de volgende stop op de route, het best bewaarde monument uit de oudheid dat je in heel Rome kunt vinden: het Pantheon. De reden dat het zo goed bewaard is gebleven, is dat het al in het jaar 604 in gebruik werd genomen als kerk. In de Santa Maria ad Martyres worden tot op de dag van vandaag missen opgedragen. Op de plek waar nu het Pantheon staat, werd tussen 27 en 25 voor Christus op kosten van generaal Agrippa een ‘gewone’ rechthoekige tempel gebouwd. Keizer Domitianus bekostigde decennia later een aantal restauraties. De bekendste werkzaamheden aan de tempel worden echter herinnerd in de inscriptie op de gevel, die nog altijd goed leesbaar is: M. Agrippa L.F. cos tertium fecit (‘Marcus Agrippa, de zoon van Lucius, maakte dit tijdens zijn derde consulaat’). De inscriptie is echter niets dan een eerbetoon aan Agrippa, en dateert uit de regeringsperiode van keizer Hadrianus, die de tempel grondig liet verbouwen. Ook van binnen is het Pantheon indrukwekkend. De afstand vanaf de vloer tot aan het topje van de koepel is precies gelijk aan de diameter van de koepel. Het enige licht dat de ruimte binnendringt komt vanuit de oculus, het grote ronde gat in het plafond. In de vele nissen die je om je heen ziet, stonden in de oudheid de beelden van alle goden van het Romeinse godenrijk (vandaar de naam pantheon).

Steek via de Via Giustiniani en de Via del Salvatore door naar een van Romes meest beroemde pleinen: Piazza Navona. Op het eerste gezicht is hier weinig te zien van het oude Rome, maar schijn bedriegt… Eenvoudigweg de vorm van Piazza Navona verraadt de Romeinse roots van deze plek: de ellipsvorm volgt precies de ruïnes die zich onder het plein bevinden, die van het wagenrenstadion dat hier door keizer Domitianus werd aangelegd. Dit stadion was in de oudheid, zowel qua capaciteit als populariteit, minstens zo groot als het Colosseum. Wie nog een glimp wil opvangen van het Stadion van Domitianus wandelt naar de noordzijde van het plein. Daar kun je, tegen betaling, een bezoek brengen aan het ‘ondergrondse Navona’ van de Romeinen.

Voor de laatste stop op de route door klassiek Rome wandel je door de pittoreske Via dei Coronari in de richting van de prachtige Ponte Sant’Angelo (de Engelenbrug). Via deze brug steek je de over om uit te komen bij de Engelenburcht (Castel Sant’Angelo). De Romeinse keizer Hadrianus (117-138) liet de Engelenburcht bouwen als mausoleum voor zichzelf en zijn familie. Uiteindelijk zou de bouw pas worden voltooid onder zijn opvolger, Antoninus Pius. De sarcofagen van de keizerlijke familie van Hadrianus zelf tot aan Caracalla werden er bijgezet. Ook de brug werd al door Hadrianus aangelegd. De engelen werden echter pas in de zeventiende eeuw, naar ontwerp van Bernini, aan de brug toegevoegd.

De naam ‘Engelenburcht’ dateert uit de late oudheid. Volgens een Romeinse legende organiseerde paus Gregorius I in 590 een processie door de stad bij wijze van smeekbede, om de pestepidemie die Rome teisterde te stoppen. Toen de menigte langs het mausoleum van Hadrianus trok, verscheen de aartsengel Michaël die zijn zwaard in schede stak. Voor Gregorius kon dit maar één ding betekenen: de smeekbede was verhoord! Uit eerbetoon werd er een bronzen beeld op de burcht geplaatst, aan de voet waarvan deze wandeling door het klassieke Rome eindigt. Tijd voor een aperitivo! © Ciao tutti, 2015 | www.ciaotutti.nl

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteurs.