.- I 'J',UJJ'yI Y Cil, TJ9.'r.. /\iw#' us)'-' :aa.:aaa.:"a : ".a.::aaaaat' a:.:'aaaa' ::':aa.' aa:' ):,)., :' :.:'' 27e iaargang . nummer I o ianuari t1i.,,;,;,',;';;t:,;,::t,:f1',,:,:,$:,,:&'::'.:1,.

Historisch Museum'Warsenhoeck

INHOUDSOPGAVE CRONYCK DE GEYN JANUARI 2005 - JAARGANG 27

Redactie Oud en nieuw? Nieuw-oud? Oud vernieuwd? ...... 100 Fer Martens Creatief in vereniging en museum ...... 101 Jozef Reintjes en zijn waterwegen ...... 102 Redactie Vreeswijk en Jutphaas...zoals het was ...... 107 Piet Daalhuizen Fascinerend jaarprogramma ...... 113 Piet Daalhuizen Voor U gelezen in ...... 113 Jozef Reintjes Boeiend archief Dam ...... 116 Bestuur Uitnodiging jaarvergadering ...... 118

DOUWE KOEN OVER DE NIEUWE HOLLANDSE WATERLINIE

Het eerste item van het jaarprogramma 2005 van de Historische Kring Nieuwegein is een lezing met dia's over de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De dialezing wordt verzorgd door Douwe Koen, medewerker van het Archief. Hij heeft veel werk gemaakt heeft van de historie van de waterlinie, met name van de onderdelen daarvan in jutphaas en Vreeswijk. Zijn lezing handelt over de geschiedenis, de bouw en het functioneren van de waterlinie, Daarbij heeft Douwe Koen zijn lezing aangepast om uitvoerig de elementen van de linie in jutphaas en Vreeswijk te belichten. Douwe Koen brengt foto's van forten mee, die tegen kostprijs te koop zijn.

De lezing wordt gehouden op maandag 21 februari vanaf 20.00 uur in kerkelijk centrum De Bron, Buizerdlaan 1 in Nieuwegein. Entree voor leden en donateurs is gratis; anderen betalen 1,20 euro.

99

OUD EN NIEUW? NIEUW OUD? OF OUD VERNIEUWD?

Dit jaar wordt - naar de redactie van Cronyck en Vreeswijk. Hoe komt het toch dat die de Geyn verwacht - een enerverend jaar. Een wateren nog al eens van naam veranderden? jaar waarin de Historische Kring Nieuwegein in april een nieuw boek laat In dit nummer starten we met een (nieuwe) verschijnen. In dit jaar van het Kasteel zal fotorubriek. Onder het motto `Jutphaas en jonna Dommerholt de lezers en kijkers Vreeswijk ...zoals het was' willen we enkele meenemen op een tocht langs `Kastelen en plekken uit de dorpse voorlopers van het buitens in Oud-Nieuwegein'. huidige steedse Nieuwegein nostalgisch Een vergelijkbare tocht in boekvorm ver- terughalen. scheen reeds in 1979, toen de Historische Kring Nieuwegein het boek `Van En wie wil weten wie in vroeger tijden toch Ridderhofstad tot Buitenplaats' van de hand die Vreeswijkse man was die altijd naar van jan Schut en Gerard de Waard uitgaf. piloten in vliegtuigen zwaaide, verwijzen we Jonna Dommerholt heeft een vergelijkbare gaarne naar de rubriek Voor U gelezen in.... tocht gemaakt en die monumentenhistorie Daar komen de vele talenten van die met bijzondere wetenswaardigheden nog Vreeswijker, Leendert van Dijk, volop aan aantrekkelijker gemaakt. In het volgende bod. nummer (april) van Cronyck de Geyn kunt er alvast een beetje van `snoepen'. Tenslotte begroeten we in dit eerste nummer van 2005 twee nieuwe adverteerders: Maar voor het zover is, kunt in de eerste autoschadebedrijf A. van Putten; en Jos Cronyck van dit jaar gewoontegetrouw Scholman, voor aanleg en onderhoud van kennisnemen van de overdenkingen van verhardingen en groenvoorzieningen. onze voorzitter. Hij houdt de leden voor, In het volgende nummer nemen we afscheid dat een nieuwe tijd nieuwe ideeën vergt, van jan van Rooijen, loon en verhuurbedrijf en een nieuwe aanpak van onze historische groenvoorzieningen, die vele jaren sponsor vereniging en het Museum Warsenhoeck. van de Historische Kring Nieuwegein en Cronyck de Geyn is geweest. Jozef Reintjes heeft zich verdiept in de waterwegen van Nieuwegein, lees jutphaas De redactie

100

CREATIEF IN VERENIGING EN MUSEUM

De moord op Theo van Gogh leidt tot wekenlang voorpaginanieuws. Hoe veilig in het hier? Wat staat ons te wachten? Hoe is het met onze normen en waarden. En hoe ver gaan onze grondrechten, zoals de vrijheid van meningsuiting en godsdienst.

Ik zit me te verbazen over al deze meningen en wereld, en als je achter je keek, zag je ook discussies. Het lijkt alsof we alles opnieuw die verandering. aan het uitvinden zijn. Alsof we niet weten Wat ik nu zie, is dat dat op veel gebieden wat in het verleden is gebeurd! En daarin zit het proces heel anders loopt. In de arbeid zie de relatie met onze vereniging, ons museum en je nog steeds die continuïteit van verandering onze Cronyck de Geyn. Onze hobby is het op weg naar meer zelfstandigheid en minder onderzoeken van materiaal uit het verleden. autoriteit: minder chefs, minder bazen, platte We proberen lijnen te ontdekken. We organisaties, die tegelijk ook weer tot heel proberen dingen te verklaren. We doen dat andere, misschien nog ernstiger problemen hier in Nieuwegein, maar natuurlijk kun je leiden: denk eens aan stress en burn-out het verleden uit een landelijk perspectief door onduidelijke verhoudingen op het werk. bezien. Godsdienstig en politiek geweld Maatschappelijk/politiek zijn er heel andere kwam overal voor, ook in Nederland. Denk realiteiten en fenomenen. Een gods- aan de moord op Willem van Oranje, de dienstdebat in 2005 zou in 1995 toch bela- De Witten, de roerige tijden voor de Bataafse chelijk zijn geweest? republiek met het gevecht aan de Vaartse Rijn. En de Tweede Wereldoorlog over- Dat brengt mij terug op onze hobby. Dat leert slaande, de Molukse kapingen. In onze ons dat we nog kritischer moeten omgaan maatschappij passen geen moord en doden. met het materiaal dat wij onderzoeken. Dat Dat kan niet. Het is vreselijk triest dat het leert dat wij heel voorzichtig moeten zijn gebeurt, maar moet dat leiden tot discussies en met het trekken van conclusies. Dat reacties die onze vrijheid mogelijk aantasten? betekent dat we steeds alternatieve Of tot maatregelen die `gevestigden' en verhaallijnen `in beraad' moeten houden. `buitenstaanders' verder scheiden, alsof we We moeten constateren dat de geschiedenis niet weten dat juist de Nederlandse bevolking complex is. Maar het heden is voor ons voor een groot deel afkomstig is uit andere misschien nog wel complexer.... landen. Hoe erg een moord ook is, moeten Onze verbinding met Nieuwegein zal daarom we als nuchtere kenners van de geschiedenis ook nog via andere wegen en methoden niet concluderen dat een moord niet de moeten plaatsvinden dan wij nu loop van de geschiedenis verandert? Ondanks gebruiken. Dat betekent dat we creatief de moord op Willem van Oranje was moeten zijn in onze vereniging en museum. De Nederland twintig jaar daarna toch een echte Historische Kring Nieuwegein probeert dit staat in plaats van een opstandige provincie, jaar vooral die creativiteit te verbinden met en terreurdaden door de jaren heen hebben de daadkracht en actie. Dat is voor ons het richting van de samenleving niet veranderd. moeilijkste, elke keer opnieuw. Er zijn blijkbaar vele andere krachten die die richting bepalen. Als babyboomer heb ik de jaren zestig meegemaakt. Er was toen een geloof in een betere wereld, een minder autoritaire

Ik wens u een heel goed 2005 toe

Fer Martens, voorzitter.

101

NIEUWEGEIN EN ZIJN WATERWEGEN. Een overzicht van de naamgeving in opeenvolgende periodes.

Door Jozef Reintjes

De en het Amsterdam-Rijnkanaal (met gende beddingen van de Rijn in onze pro- het Lekkanaal) zijn voor de scheepvaart vincie. Hierbij zijn vooral tussen 1973 en belangrijk, maar op de plattegrond van 1980 ongeveer 50.000 boringen verricht. De Nieuwegein is het Merwedekanaal het meest boringen zijn op samenstelling (zand, opvallend. De verschillende waterwegen in humus, grind) onderzocht, maar ook pol- Nieuwegein hebben ieder hun eigen lenanalyse en C-14-datering zijn vaak uit- geschiedenis. Ze zijn in de loop van de gevoerd. Samen met historische bronnen geschiedenis aangepast. Daardoor zijn er leidt dit tot een overtuigend proefschrift in verschillende namen in omloop. In het 1981. Al is Berendsen voorzichtig met het volgende artikel wordt iets verteld over het formuleren van conclusies, toch verwerpt hij ontstaan van het landschap na het begin van een aantal gangbare opvattingen over het onze jaartelling. De verbinding van de stad water ten zuiden van de stad . Utrecht met de Lek en de verbinding van Amsterdam met de Rijn wordt daarna Rond het jaar 250 (zie Afbeelding 1) wordt besproken. Zo wordt verteld, welke het meeste water van de via de namen er vroeger aan de waterwegen tegenwoordige in de richting werden gegeven. Waarom deze namen van Utrecht afgevoerd. Daar is weer een veranderden, wordt toegelicht. splitsing. Een deel van het water gaat via de naar het Almere. Een ander deel gaat Het ontstaan van het landschap naar Woerden en via Leiden naar Katwijk tot het jaar 1000. en stroomt daar in de Noordzee. Het water Door Berendsen' en vele anderen is vanaf langs Arnhem, , 1959 onderzoek gedaan naar de opeenvol Utrecht en Leiden werd door

Afbeelding 1: Het rivierenpatroon omstreeks 250 A.D.

1 H.J.A. Berendsen; "De genese van het landschap in het zuiden van de provincie Utrecht" (1981)

102 de Romeinen "Rhenus" (ook Renus) komt, na het vergelijken van veel bodem- genoemd. Langs dit water lag de buiten- onderzoek, tot de conclusie dat het deel van grens van het Romeinse Rijk. De kaart' (afb. de Lek tussen Wijk bij Duurstede en Vianen 1) laat verder zien, dat de Lek langs kort voor het begin van onze jaartelling is Culemborg, Vianen en Lopik stroomt. Rond ontstaan. Verder stroomafwaarts is een iets het begin van onze jaartelling was er iets latere datering gemaakt.4 Voor de voorbij Vreeswijk een tak die noordelijk weg verschillende delen van de Hollandse IJssel stroomde. Dit is nu de Hollandse IJssel, is de datering ver voor tot rond het jaar 150. maar werd eerst ook Lek genoemd. De loop Een aftakking van de Rijn, die vanaf van deze tak, de IJssel, is zoals wij die nu Wijkerbroek langs `t Goy en de Houtense kennen. De Lek vanaf Vianen richting Wetering naar Het Gein stroomde heeft Schoonhoven en Krimpen bestaat dan nog Berendsen niet gevonden. Het kan naar zijn niet zo lang. mening dus niet zo zijn, dat een deel van de De kaart laat ook de oude waterlopen zien, latere Vaartse Rijn een zijtak van de Rijn is die er in de verschillende periodes na de geweest. Mogelijk is er wel sprake van geulen IJstijden zijn geweest. Deze zijn als stroom- in oudere afzettingen, waardoor zowel ruggen in het landschap of de bodem terug te ontwatering bij optredende wateroverlast als vinden. Natuurlijk zijn er volop kleinere beperkte scheepvaart mogelijk was. geulen en kreken geweest, maar deze zijn Berendsen neemt dus duidelijk afstand van niet als waterdoorvoerende bedding terug te verschillende schrijvers, die in de historische vinden. Als je let op de breedte van de tijd (Kromme) Rijnwater laten stromen naar rivierlopen op de kaart, dan blijkt daaruit, de Hollandse IJssel.-5 dat de bedding zich wel eens verlegde. Historische bronnen spreken elkaar tegen over het ontstaan van de Lek.3 Berendsen

Afbeelding 2: Het rivierenpatroon omstreeks 1200 A.D.

'3 Berendsen: pagina 19 I 4 M. van Vliet: "Het Hoogheemraadschap van de Lekdijk Bovendams" (1961) Pagina 5. Berendsen: pagina 185. s M. van Vlier: pagina 5 tot 18. Hier worden verschillend bronnen genoemd.

103

Het tweede kaartje (afb. 2) uit het proefschrift Verbinding van de stad Utrecht met de Lek: De van Berendsen laat de situatie rond 1200 rivier aan de zuidkant van de provincie heeft zien. De Lek is duidelijk de hoofdstroom de naam Lek (Leccam). Deze naam wordt geworden. De verminderde waterdoorvoer eerst ook aan de IJssel gegeven, maar na 1100 door de Kromme Rijn geeft verzanding over wordt de naam IJssel (Islam) voor de het gehele traject van Wijk bij Duurstede tot noordelijke tak langs IJsselstein gebruikt. In de Katwijk. Het belang voor de scheepvaart wordt Romeinse tijd was er scheepvaart vanaf minder. Tegelijk wil men meer gebieden Duitsland naar onze streken via de Rijn. ontginnen, die echter bij grote waterafvoer in Ook was er via de Rijn bij Katwijk natte periodes overlast van het water (Lugdunum Batavorum) en de Noordzee ondervinden. Dit leidt rond 1122 tot scheepvaart naar het Britse gebied van het afdamming van de Kromme Rijn bij Wijk bij Romeinse Rijk. De verbinding met het Duurstede en in 1285 tot de afdamming van Duitse achterland is steeds van belang de Hollandse IJssel bij het Klaphek. Deze gebleven voor Utrecht. Nadat de Rijn tussen laatste afdamming was vooral van belang Wijk bij Duurstede en Utrecht slecht voor het verder gelegen Hollandse gebied. bevaarbaar was geworden, was het nodig een Hier had men ook in toenemende mate last nieuwe verbinding met de Lek te maken. Na van het water. De overlast ontstond deels, 1122 werd in een aantal stappen de doordat de bedijking het waterbergend verbinding naar de IJssel bij het Gein vermogen van het landschap verminderde, gegraven. De naam Nova Renus (Nieuwe maar deels ook, doordat de zee verder het Rijn) werd aan deze waterloop gegeven. land binnen drong. Deze verbinding werd algemeen Nye Vaart en later Vaartse Rijn genoemd. De dijk langs Het kaartje toont ook hoe de waterwegen dit water was de Rijndijk. In jutphaas was in 1200 rond de stad Utrecht stroomden. De de naam van Rijn veel voorkomend.6 Zo loop van de Vecht wijkt sterk af van de ontstonden ook namen als Rijnhuizen, huidige situatie. De Oude Rijn stroomt Rijnenburg en Rijnestein. Overigens is de kronkelend richting Woerden. Deze wordt naam Ran(d)dijk (Rijndijk) ook de naam later overbodig, omdat tussen Utrecht en voor een deel van de oude Harmelen de Leidsche Rijn wordt gegraven. IJsseldijk. Deze benaming was voor de Geer7 De Oude Rijn slibt dicht en de stroomruggen en anderen een bewijs voor de genoemde van deze oude rivierloop worden voor een Rijntak. deel afgevlet ten behoeve van de Zoals al vermeld, wordt het gebied ten zuiden baksteenindustrie. van de stad Utrecht ontgonnen. Dit gebeurt De benaming "Rijn" werd eerst gebruikt vanaf het jaar 1000. Hiertoe werden nieuwe voor het water van Wijk bij Duurstede tot watergangen gegraven, zoals de Schalkwijkse Katwijk. Na de afdamming bij Wijk bij Wetering. De Houtense Wetering werd Duurstede ontstond de benaming Oude verbeterd. Deze weteringen zijn gegraven Rijn. Voor het deel van Wijk bij Duurstede voordat de Vaartse Rijn als tot Utrecht werd in een latere periode de scheepvaartverbinding gegraven werd. Toch is naam Kromme Rijn gebruikt. De naam Oude het aannemelijk dat er afwatering was Rijn was voor het sterk kronkelende deel richting IJssel. Als de verbinding naar het Gein van Utrecht naar het westen. De natuurlijke is gegraven, ligt er ter hoogte van het kasteel waterlopen veranderen na het jaar 1000 niet Oudegein een dam, samenvallend met de meer zo sterk. Vanaf die tijd begint de Ran(d)dijk. Kennelijk was men te beducht bedijking. voor het water om via de IJssel af te

6 J. Schut en G.H.P. de Waard: "Van Ridderhofstad tot Buitenplaats". (1979) 7 J.J. de Geer: Bijdragen tot de geschiedenis en oudheden der provincie Utrecht.

104

wateren. De dam zelf werd voor het goede- Rijn af naar het zuiden. Bij de Wiers ligt een renvervoer niet als een te groot bezwaar dam. Het niet doorgraven van deze waterloop gezien. Later werd de Vaartse Rijn verlengd. Er tot de Lek is ongetwijfeld ingegeven door de werd bij het Gein een nieuwe dam gelegd. Deze angst voor dijkdoorbraken. 8 Volgens vormde een deel van de bedijking langs de Berendsen is het onwaarschijnlijk, dat er noordkant van de Lek en de IJssel die steeds tussen de dam bij de Wiers en de Lek nog een meer werd uitgebreid. verbinding is geweest. In 1373 wordt de sluis Het rechte verloop van de Vaartse Rijn is ook bij Vreeswijk gebouwd en wordt de Vaartse een aanwijzing dat dit water gegraven is. In Rijn doorgetrokken tot de Lek. Kennelijk dezelfde periode (rond 1127) is ook de Oude was de behoefte aan een betere verbinding Gracht in Utrecht gegraven. Deze ligt gegroeid en was de kennis voor het aanleggen vrijwel in het verlengde van de Vaartse Rijn. van een sluis voldoende ontwikkeld. Het Als in 1285 de IJssel bij Hoppenesse (het deel van de Vaartse Rijn langs Oudegein en Klaphek) wordt afgedamd heeft de stad het Gein werd met de IJssel verbonden, door Utrecht weer problemen met de verbinding de dam bij het Gein weg te halen. Er is dan nog naar het achterland. Deze IJsseldam is een deel wel sprake van een sluis leen schuif) om de van de verbetering en voltooiing van de waterstand te reguleren. Dit deel van de Lekdijk. De afdamming gebeurt op initiatief Vaartse Rijn heet voortaan "de Doorslag". van de Hollandse Graaf Floris V. Maar de De functie van dit water is zowel plaatselijk dam had ongetwijfeld ook voor het Sticht tot vervoer als waterhuishouding. Om de doel overstromingen te weren. Om de waterhuishouding van vooral de stad scheepvaart weer een goede verbinding te Utrecht te verbeteren wordt in 1671 een sluis geven wordt een kanaal richting de gebouwd waar de Doorslag aansluit op de Wiers/Vreeswijk gegraven. Het eerste deel volgt Vaartse Rijn. (afb. 3). de al bestaande Schalkwijkse Wetering. Daarna buigt de nieuwe loop van de Vaartse

Afbeelding 3: Rechts de ingang van de Doorslagsluis. Naar links loopt de Vaartse Rijn (Merwedekanaal) verder.

8 Henk Dam: "De Oude Sluis in Vreeswijk" (1998) pagina 21

105

Deze sluis staat tegenwoordig steeds open. De verbinding van Amsterdam Hij vormde vroeger duidelijk de scheiding met de Rijn. tussen de boezems van de Hollandse IJssel en In de Middeleeuwen is er scheepvaart de Vaartse Rijn. Dit is waarschijnlijk de vanaf het noorden (Noord Duitsland en de reden, dat de Doorslag vaak als Hollandse Oostzee) naar het zuiden. Deze scheep- IJssel of gekanaliseerde Hollandse IJssel op vaart gaat voor een belangrijk deel via het IJ de kaart staat. De oude dode arm van de en verder langs wateren achter de duinen. IJssel tussen de Lek en het Gein wordt nu Naar de Rijn is de Gelderse IJssel de Kromme IJssel genoemd. Voor het deel ten belangrijkste verbinding. Naar en westen van de snelweg A2 zag ik de naam Vlaanderen is ook de vaart over zee van Enge IJssel op een plattegrond staan. Deze belang. naam hoort eigenlijk bij het begin van de De scheepvaart via de Vecht bij Muiden en Lopiker Wetering. Dit was een oude via Utrecht en de Lek naar de Rijn en stroomgeul die parallel aan de Lek liep. Vlaanderen is vanouds ook belangrijk geweest. In de 12e en 13e eeuw gaat door de verslechterde bevaarbaarheid van de Vecht en de dammen bij de Lek, maar vooral ook door politieke roeringen, een groot deel van de scheepvaart via Haarlem, Alphen en Gouda." De bouw van de sluis bij Vreeswijk gebeurt wel met instemming van de Graven van Holland, maar door de tolgelden en de al genoemde toestand van de Vecht is de betekenis voor Amsterdam van de genoemde sluis aanvankelijk niet groot geweest. Pas in de 16e en 17e eeuw wordt er getracht samenhang in de maten van sluizen en bruggen tussen Muiden en Vreeswijk te brengen. De sluis in Vreeswijk krijgt rond 1560 een nieuw buitenhoofd en een tweede sluiskolk." Ook op de Vecht worden geregeld verbeteringen aangebracht. Toch is rond 1800 de situatie niet op orde. Nu is het vooral het Amsterdamse belang dat een rol gaat spelen. In Noord Holland wordt tussen 1817 en 1824 het Noord-Hollands Kanaal aan- Afbeelding 4: De situatie na 1373 gelegd van Den Helder naar Amsterdam. Dit

9 kanaal had in sterke mate een militair Afbeelding 4 laat zien, dat de Doorslag de do C112, maar maakte zeevaart naar IJsseldijk doorsnijdt. De Vaartse Rijn heeft Amsterdam ook beter mogelijk. Ook naar de net onder jutphaas twee bochten. Dit her- zuidkant moest de verbinding verbeterd kennen we tot op de dag van vandaag. De worden. Vanaf de Amstel werd een verbin- situatie op de kaart blijft bestaan tot in de ding met de Weespertrekvaart aangelegd, 19e eeuw. Rond Utrecht vinden overigens wel veranderingen plaats.

9 Henk Dam: pagina 19. 10 H. Brugmans: "De Binnenvaart door Holland in de Dertiende Eeuw" (1922). 11

Henk Dam: Hoofdstuk 4. 12 Toon Bosch: "Om de macht over het water" (2000) pag. 165 e.v.

106

POST EN TELEGRAAFKANTOOR staat er in duidelijke letters op dit grote huis aan de Oude Sluis in Vreeswijk. Maar dat was niet de eerste bestemming van het huis. In 1873 werd het pand neergezet als woonhuis en praktijkruimte voor de befaamde Vreeswijkse arts A. H. Teljer. In 1884 kwam de PTT er in om gedurende 75 jaar de Vreeswijkers met post-, telegraaf- en telefoniewerkzaamheden ten dienste te zijn. In 1959 vestigde C. Visser er zich met zijn elektrozaak. Voor het postkantoor op deze prent uit vervlogen tijden staat de postkoets `met chauffeur' te wachten op klandizie. Rechts het huis - uit 1887 - van de toenmalige burgemeester Van den Berg van Saparoea. Daarvoor stond op die plek de tolgaarderswoning.

107

Foto H.J. ter Maat

Zo zag het postkantoor aan de Herentraat in jutphaas er anno 1920 uit. De postkoets, die net is gearriveerd, staat stil voor het huis van de toenmalige burgemeester Kronenburg van buurgemeente IJsselstein. Later woonde onder meer J. Snellen, van 1910 tot 1925 gemeen- tesecretaris, er. De postkoets reed op 30 juni 1923 de laatste rit en werd vervangen door een postauto. Voor de panden poseren enige belangrijke dorpsbewoners. Zoals tweede van links postkantoorbeheerder De Bruin. Naast de boom in het midden van de foto staat - uiteraard in uniform - veldwachter Kubus, terwijl zijn collega-veldwachter Oosterkamp voor de koets `de wacht lijkt te houden'.

108

Foto H. J. Termaat

Hotel De Roskam was in vroeger tijden aan de jutfase Dorpsstraat (nu Herenstraat) een gerenommeerde pand. Niet alleen binnen maar ook buiten was het - zoals deze foto uit omstreeks 1910 laat zien - een aantrekkelijk plekje, met veel groen! Hotel De Roskam stond zo'n honderd jaar geleden ook bekend als Hotel Kool, vernoemd naar de toenmalige eigenaar N.A. Kool. In 1910 kocht D. Gerritsen De Roskam. Hij was er tientallen jaren de baas. In 1969 kocht W. Miltenburg het pand en vestigde er een meubelzaak in. Later vestigde ook herenmode Van Dal er zich in een deel van het pand. De Roskam, dat nu al jaren staat te verpieteren, was ooit het `deftigste café van jutphaas, bestemd voor notabelen'. Maar ook leden van het Utrechtse studentencorps dronken er hun biertjes na een tocht per roeiboot. De befaamde Varsity- wedstrijden werden vanuit De Roskam gehouden. Later werden die jaarlijkse studentenroeiwedstrijden in het Amsterdam-Rijnkanaal bij Jutphaas en tegenwoordig bij Schalkwijk gevaren.

109

Oude - en misschien ook wat minder oude - Vreeswijkers kennen dit karakteristieke bouwwerk langs de Lek als de `Peperbus'. Een volkse benaming voor de Rijkspeilschaal, die in 1874 werd gebouwd. De peilschaal moest de hoogte van de waterstand in de Lek aflezen. De peilschaal bestond in hoofdzaak uit een koperen drijver, die een lang houten lat droeg. De drijver bewoog zich in een wijde ijzeren buis die tot aan de diepste plek in de rivier liep. In een ruimte onderin de toren kon de waterstand worden afgelezen. Het bouwwerk diende uitsluitend ter bescherming van de houten lat. In 1956 werd de Peperbus afgebroken en verdween dit karakteristieke monument uit het Vreeswijkse dorpsgezicht.

110

kadastrale kaart van 1832 kiest voor "de Vaartschen Rijn". Tussen Vianen en Gorinchem werd een kanaal aangelegd, omdat de Lek en Nederrijn bij een lage rivierstand moeilijk bevaarbaar waren. Dit kanaal is het Zederikkanaal. De economische ontwikkeling van Amsterdam is voorspoedig in de 19e eeuw De aanleg van het Noordzee Kanaal (1865- 1875) brengt een nieuwe goederenstroom op gang. Vooral de Vecht en de stad Utrecht vormen in de Keulsche Vaart knelpunten. Daarom wordt vanaf Amsterdam een nieuw kanaal ontworpen, dat het stroomgebied van de Vecht vermijdt en ten zuiden van Utrecht op de Vaartse Rijn aansluit.13

De besluitvorming is niet zonder hobbels verlopen. Zoals afbeelding 5 laat zien is een deel van het mijden van de Vecht pas later in het tracé opgenomen." De sluis bij Nigtevecht was al gebouwd. Bij Vreeswijk Afbeelding 5: De Keulse Vaart en de twee worden geheel nieuwe sluizen gerealiseerd. ontwerpen voor het Merwedekanaal De naam wordt Merwedekanaal. De opening is zeer feestelijk (1892)15. Het kanaal kent die via de Gaasp een veilige verbinding met de geen brug of sluisgelden en is mede daardoor Vecht geeft. Op de Vecht worden verbe- een groot succes. Ten zuiden van de Lek teringen aangebracht. De Stadsbuitengracht wordt het bestaande Zederikkanaal verbeterd (Catharijnesingel) wordt de doorgaande door verbreding en bochtafsnijding. De wordt vermeden en bij Gorinchem komt een route. De sluis bij Vreeswijk wordt geheel 16 vernieuwd (1821-1823). Dit geheel aan nieuwe aansluiting op de . waterwegen wordt de Keulsche Vaart Opvallend is wel, dat in Utrecht de weg genoemd. langs het kanaal Keulsche Kade gaat heten, De naam Keulsche Vaart is zowel in terwijl in de volksmond de Keulsche Vaart Amsterdam als in Utrecht lang gangbaar voor het vroegere traject nog lang gang- gebleven. In Utrecht dan vooral voor de baar bleef. Het water naast de Jutfaseweg Catharijnesingel en de Vaartse Rijn. De heet nu weer Vaartsche Rijn. (Let hier op de naam Vaartse Rijn bleef overigens ook in spelling.) zwang. Ook in jutphaas en Vreeswijk worden twee namen gebruikt, maar de

13 K.E. Baars: "Varend Vervoeren" (1991) pag. 21

14 Mr. G.M. Greup: "De Rijnverbinding van Amsterdam en haar geschiedenis"(] 947) pag. 86

15 De opening van de sluis op 29-10-1891 is zonder feestelijkheden. Men vreest in Vreeswijk teruggang van de handel. J. Schut: "Vreeswijk in het nieuws". De opening van het Merwedekanaal op 5-8-1892 is bijzonder feestelijk. J. Schut: "Vreeswijk in het nieuws". 16 Jhr. C. Bloys van Treslong: "Amsterdam-Rijn Kanaal" (1892) Herinnerigs- en promotieboek van de Amsterdamse Kamer van Koophandel.

111

In Vreeswijk is de benaming Vaartse Rijn Welke naam? alleen in gebruik voor de toegang naar de In het bovenstaande is geprobeerd het ont- Oude Sluis. De nieuwe sluis is de staan van de verschillende benamingen te Koninginnensluis. bespreken. Welke namen er nu gebruikt worden, kan wel eens verschillen. In De geschiedenis herhaalt zich na veertig jaar. Nieuwegein is het zinvol, de namen Opnieuw vraagt Amsterdam om een betere Merwedekanaal en Vaartse Rijn naast en verbinding met de Rijn. Het Merwedekanaal door elkaar te gebruiken. De naam Doorslag van Amsterdam naar Utrecht wordt wordt helaas te weinig gebruikt. De naam verbreed. Vanaf Utrecht naar Tiel wordt een heeft een historische betekenis en geeft aan, nieuw kanaal aangelegd. Het gehele dat dit water niet echt bij de IJssel hoort. Amsterdam-Rijnkanaal is in 1952 voltooid. In eerdere publicaties in de Cronyck is het Het deel tot Utrecht en de aftakking naar de water in onze gemeente meerdere keren Lek en de Beatrixsluizen bij Vreeswijk (het besproken.17 Deze publikaties zijn voor dit Lekkanaal) was al in 1938 voor de artikel ook gebruikt. scheepvaart geopend.

17 J. Schut: Cronyck 1982-I pag. 4 en 1986-11 pag. 43. P. Daalhuizen: Cronyck 1988-1 pag. 32 G. de Waard: Cronyck 1989-IV pag. 110 J. DommeLholt en D. Steenhuizen: Cronyck 1999-11 pag. 22

JAARPROGRAMMA 2005: FASCINEREND!

Traditioneel krijgt u bij de eerste Cronyck de Nationaal Museum Weekend houden, gaat Geyn van het nieuwe jaar het evenementen- deze keer naar het kasteel Doorwerth en de programma aangeboden. Ook voor 2005 stad Doesburg. Het kasteel huisvest drie bieden wij u de programmakaart aan. Het aardige musea en ook in Doesburg kan programma voor 2005 is eigenlijk traditioneel: tijdens de stadswandeling gekozen worden excursies, een dia-avond en lezingen. We uit nog eens twee musea; bij deze Cronyck beginnen op maandag 21 februari. Voor die ontvangt u nadere informatie en een lezing met dia's in De Bron is Douwe Koen, inschrijfformulier. Het succes van de medewerker van het Utrechts Archief, bereid stadswandeling door Utrecht van vorig jaar gevonden zijn kennis van de waterlinie op de heeft ons doen besluiten ook dit jaar weer bezoekers over te brengen. Hij is een goede een verrassingstocht door Utrecht in het verteller en bij uitstek deskundig. We programma op te nemen. Als het die 18e verwachten er veel van. september net zulk mooi herfstweer is als tijdens de wandeling in 2004, is succes Voor de jaarvergadering van 14 maart is verzekerd! Bijeenkomsten in oktober en gezocht naar een lezing over een onder- november besluiten het programma. In de werp wat te maken heeft met ons jaarthema programmakaart staan overigens géén voor 2005: Het Jaar van het Kasteel. Juist evenementen vermeld die in ons museum bij het ter perse gaan van deze Cronyck plaatsvinden. Daarover wordt u apart bereikte ons het bericht, dat de inleider helaas geïnformeerd. We hopen, dat 2005 ook met moest afzeggen. We zoeken naar een goed dit programma een succesvol jaar wordt! alternatief. De dagexcursie, die we nu eens niet in het

112

VOOR U GELEZEN IN ……… HET UTRECHTS KATHOLIEK DAGBLAD VAN 26 MEI 1954 Overgenomen uit de bundel `Vreeswijk in het nieuws 1950 - 1954' door J. Schut

Leerzaam gesprek met grijze dorpeling. IN LEENDERTS PERSOON ZIJN VELE `TALENTEN' VERENIGD Hij heeft heel Vreeswijk in het zakje van zijn schipperstrui

Wanneer er in Vreeswijk een vliegtuig laag over de huizen scheert, verschijnt in de deuropening van zijn pension, vlak bij de sluis en de houten ophaalbrug, Leendert van Dijk, die zwaait naar de grijze vogel. Met zijn rode schipperszakdoek o f met zijn doorgroefde knuisten. Soms zwaait bij met beide handen, maar altijd weet jij, dat zijn groet beantwoord wordt vanuit de cockpit. Hij schijnt elke piloot te kennen, - die Leendert - , en de hele wereld in het vestzakje van zijn wollen schipperstrui te hebben. De hele wereld, zijn hele wereld, welke zich uitstrekt van Vreeswijk, waar hij 78 jaar geleden geboren werd, tot alle plaatsen in de omgeving, waar hij door de jaren wijs is geworden. Dat er piloten zijn, die hem niet kennen, omdat tenslotte niet iedereen uit het land van de houten bruggetjes komt, realiseert hij zich niet.

Dertien ambachten zonder ongelukken werkzaam was, alle dubbeltjes wel twee- Vreeswijk was nog een oud stadje, met maal moest omkeren voor ze die kon uitge- karakteristieke huisjes, waarvan er nu nog ven. Zo kon hij in ieder geval elke week wat vele zijn en met dezelfde vierkant-spitse bijdragen om in het levensonderhoud van zijn kerktoren in het midden; de houten ophaal- moeder en van hem te voorzien. "Het bruggen over de twee kanalen, toen Leendert er voordeel van werken voor een gulden per in 1876 geboren werd. Nu, na 78 jaar, staat er week is," zegt Leendert en weer verschuift de moderne schippersschool, de tweede in het bobbeltje naar de andere wang, "dat je Nederland en waarvoor Leendert 2000 gulden leert aanpakken". En inderdaad, aanpakken bijeen heeft gebracht; nu staat zijn pension heeft Leendert in die tijd wel geleerd. voor een midden tussen de nieuwe huizenwijken met dubbeltje of een kwartje extra zou hij de hele douchecellen in plaats van een wastobbe; en wereld rondgelopen zijn, ware het niet, dat waar vroeger de schuiten met lange stokken ze gemakkelijker te verdienen waren. Een werden voortgeboomd in het kanaal, stomen klusje voor de pastoor, een klusje voor de nu de grote vrachtschepen langs, aan dominee, een boodschap voor de weerszijden voorbij gejaagd door het burgervader en een tuintje harken voor de snelverkeer. "Het was een schone tijd, toen ik, bovenmeester. Alles bracht wel iets op. Zelfs pas van school, voor een gulden in de week een weddenschap om eens, toen het erg slagersknecht werd", lacht Leendert, terwijl er geregend had, gekleed in een plas te gaan iets van de ene kant van zijn mond naar de liggen heeft Leendert een dubbeltje andere kant verhuist. "Een hele week lang opgebracht. botten en beenderen sorteren, de dikke vlezige apart voor de soep en de worst; de kale voor de Wapenpoetser honden, die toen in groten getale in Toen kwam de tijd, dat hij wapenpoetser en Vreeswijk rondzwierven." landsverdediger werd. Hij lootte niet vrij en kwam voor zijn nummer te Utrecht in Zorgzaam let hij op de tijd dienst. "Bij het Se bataljon, 8e regiment, 2e Dat was in de tijd, dat zijn vader stierf en zijn compagnie van de Infanterie", weet hij zich moeder, die als kosteres in de kerk nog nauwkeurig te herinneren. "voor vijfendertig cent in de vijf dagen heb ik

113 zestien maanden de rijlaarzen van de kapitein Kruidendokter gepoetst", lacht Leendert en met een paar Uit een stapel brieven en kaarten, die stramme bewegingen maakt hij Leendert laat zien, en waartussen ansicht- rechtsomkeer. "Hup, één, twee, drie, vier" kaarten door de burgemeester, als deze op roept hij en als hij weer "front vooruit" heeft vacantie was in het buitenland, aan gemaakt is het bobbeltje op zijn wang Leendert als oudste lid van de gemeente helemaal niet meer te zien. gestuurd, valt plotseling een vergeeld briefje. "Kijk, zo deden wij dat vroeger, in de tijd, "Bedankt voor Uw drankje, ik was binnen dat we de oorlog moesten winnen met houten vier weken genezen", staat er in een oud kanonnen en gepoetste helmen". handschrift op te lezen. "Ja kruiden hebben een feilloze geneeskracht", en terwijl hij met Nadat Leendert het diploma van "goed sol- de ene hand naar zijn mond grijpt, stopt zijn daat" met lof behaald had, kwam hij terecht bij andere vuist een klein wit zakje in de de mulder van het dorp. Zakken graan sjouwen broekzak van zijn manchester broek, waarna en het paard tomen, behoorden tot zijn dagelijks weer een klein bobbeltje in zijn rechter wang werk. En als er geen wind stond mocht hij de zichtbaar wordt. "Als je maar precies weet wieken op gang houden. Zijn moeder werkte welke planten je moet hebben. En in welke nog steeds als kosteres en, daar het vele vruchtencombinatie ze gebruikt moeten kerkwerk voor die vrouw te zwaar was, hielp worden. Met wat selderij en een paar appels, hij haar bij het schrobben van de beuken en het genees je rheumatiek binnen een paar luiden van de klok op Zon- en Feestdagen. weken". Het luiden van de klok is een van de ambachten welke Leendert het langst heeft Dertien ambachten volgehouden. Nu nog stapt hij elke dag 13 Ambachten heeft Leendert van Dijk in zijn naar de kerktoren van Vreeswijk om het 78 jarige leven zeker gehad. Hij is sluiswachter uurwerk op te draaien en Zondags wandelt hij geweest en koster, zandschipper en tuinman, tweemaal op en neer om de klok, die de slager en kruidendokter, molenaar en bewoners naar het Godshuis moet roepen, sjouwerman, wapenpoetser en babysitter, met het lange touw op gang te brengen. Maar buurtschipper en brugwachter. Maar een van de mooiste herinneringen van ongelukken waren er niet bij. Zelfs niet met Leendert is de tijd dat de zoon van wethouder de kleine van de wethouder en ook heeft hij Van Eck nog klein was. De wethouder wilde nooit vergeten de klok van de kerk te luiden. ook wel eens uit met zijn vrouw, naar de En nu stapt hij elke week eenmaal naar het Domstad of op visite bij de burgemeester. En stadhuis, waar hij nog nooit als bruidegom dan werd, in de jaren toen zijn moeder is ingegaan, en beurt er zijn pensioentje. Dat gestorven was, Leendert van Dijk als vrijgezel, pensioentje is net groot genoeg om goede uit zijn witte huisje, waar hij zeven jaar vrienden te blijven met zijn hospita en om woonde en waar zijn kornuiten eens de hem een bobbeltje achter zijn wang te ruiten stuk gooiden, omdat ze niet konden garanderen. Doch zo maar krijgen wil hij het velen, dat Leendert zo netjes was en het altijd geld niet. "Ik heb mijn hele leven gewerkt voor zo rustig had, weggehaald, om gedurende mijn geld", is zijn mening, "en nu zo maar iets enkele uren op de kleine te passen. "Ja, dat aannemen, zonder er iets voor te doen, nee!" En was mooi", peinst Leendert, "ik wist wel de eerste vreemdeling moet nog in Vreeswijk niet, wat ik zou moeten doen, als de jongen komen om te zeggen, dat de bermen van het wakker zou worden, en zou gaan huilen, kanaal vol rommel liggen! En dat Leendert, die maar zolang hij sliep ging alles steeds goed". met de neus tegen het kanaal woont, tegenover het huisje, waarin

114 hij werd geboren, zijn levensavond slijt, met een bobbeltje aan elke kant van zijn enkel en alleen maar met het in pais en vree doorgroefde wangen. genieten van het zonnetje als het zomer is,

VOOR U GELEZEN IN DE TELEGRAAF VAN 2 MEI 1934.

TOL TE JUTPHAAS OPGEHEVEN ………Voor 3 ? uur.

Het gemeentebestuur van Utrecht heeft besloten, den tol bij den ingang van de gemeente Jutphaas op de heffen ...... voor den tijd van 3 ? uur! In verband met de opening der Persil- fabriek te Jutphaas op Woensdag 2 Mei a.s. zal n.l. van 9.30 tot 1 uur geen tolgeld worden geheven.

Eenige uren modern.

Daar is er een tol in jutfaas Paskwillig en lastig en dwaas. Wat men daar ook probeert, Hóe men ook requestreert Hij wil niet verdwijnen helaas.

Daar kwam in jutfaas op 2 Mei Een mooi, nieuw fabrieksgebouw bij En ter eer van dat feit Heeft m' in Utrecht gezeid: Vandaag is de toldoorgang vrij.

Van hallef tien tot 's middags één Mag ieder er tolvrij doorheen. Maar daarná komt dan weer Het geplaag van weleer: Weer tandengekners en geween.

Het is een verheugend bericht, Een mooi, snel-verkeerig gezicht. Maar heel kort is 't plezier 't Duurt maar veertien kwartier En dan gaat het kooitje weer dicht.

Dan stoppen wij weer allemaal Voor dien dertiende eeuwachtigen paal. Na getoeter, gefluit Sloft de tolbaas er uit, Een schrijnend en schreeuwend schandaal.

Clinge Doorenbos

115

BOEIEND ARCHIEF DAM OVER VAARWEGEN EN SLUIZEN door Jozef Reintjes

Ongeveer een jaar geleden werd mij een paar dozen met papieren en een stapel kopieën van prenten en foto's toegeschoven. Door ir. Henk Dam waren deze aan de Historische Kring gegeven, nadat hij zijn boek `De Oude Sluis in Vreeswijk' had gepubliceerd. Aan mij de taak om de papieren te ordenen en een inventarislijst samen te stellen.

Eerst kort iets over het boek. In de eerste pondentie en ambtelijke stukken over een twee hoofdstukken wordt de geschiedenis van grote periode. Het is geen origineel materiaal, de vaarwegen van Utrecht naar de Rijn maar de waarde ligt hierin, dat bronnen beter besproken. De bouw van de sluis in 1373 en toegankelijk zijn. Bij veel van de kopieën is de problemen met het beheer en het ook nauwkeurig aangegeven in welk archief onderhoud komen uitvoerig ter sprake. en onder welk nummer de originele tekst of Verschillende verwikkelingen, renovaties en afbeelding te vinden zijn. Vooral over de aanpassingen voor 1800 zijn de volgende zes herbouw van de sluis rond 1820 is veel hoofdstukken het onderwerp. Hoogtepunt materiaal aanwezig. Met de van het boek is hoofdstuk 9. Hierin komt de Hogesnelheidslijn (HSL) en de Betuweroute bouw van de sluis rond 1820 ter sprake. Er als recente infrastructurele werken in is veel aandacht voor de politieke gedachte is het erg leuk te lezen, hoe in het besluitvorming, voor de personen, voor de begin van de 19e eeuw de besluitvorming technische problemen en voor de invloed van verliep. Bij het steeds weer optreden van de nieuwe sluis op het scheepvaartverkeer. technische problemen dringt de parallel met De vaart van Amsterdam naar de Rijn via de de Haagse tramtunnel zich op. In het Vecht en Vreeswijk is gaandeweg steeds journaal, dat door Hendrik Lit tijdens de belangrijker geworden. Het beheer na bouw wordt bijgehouden, komt een beeld 1820, problemen rond bediening en sluis- van modder, kwel en slechte ondergrond gelden, de aanleg van het Merwedekanaal en naar voren. Tientallen huizen in Vreeswijk Amsterdam-Rijnkanaal en de ontwikkelingen lopen grote schade op. De oplevering van tot de sluis buiten gebruik gesteld wordt, de sluis in 1823 gebeurt zonder veel feeste- komen hierna aan bod. Het boek eindigt, lijkheid. Na alle ellende van de bouw was als de Oude Sluis is overgedragen aan het dat niet op zijn plaats. waterschap `Hoogheemraadschap de Stichtse Toch is de sluis een succes. Er is veel Rijnlanden'. De restauratie wordt hierna scheepvaartverkeer. De stad Utrecht en het verder afgerond. Het boek, dat al in 1998 is dorp Vreeswijk profiteren sterk van de verschenen, is uitermate leesbaar en toch verbeterde vaarweg en de sluis. De stad gedegen. Het bevat een uitgebreide Amsterdam ook, maar de wens tot een literatuurlijst, noten met bronvermelding, een sterke verbetering blijft in de 19e eeuw verklarende woordenlijst en een register van groeien. Dit leidt tot de aanleg van het persoonsnamen. Het boek telt 256 pagina's, Merwedekanaal en de Koninginnensluizen. veel tekeningen en foto's. Het boek is door Dat hierna de Oude Sluis tot tienduizenden uitgeverij Matrijs van een mooie omslag schepen per jaar blijft schutten is voorzien. verbazingwekkend. Nu speelt zij slechts een rol bij de waterverversing van de Vaartse Het materiaal dat nu in het museum is Rijn en de grachten van de stad Utrecht. geordend bevat boeken, rapporten, corres

116

De door mij opgestelde inventaris geeft de van ir. Dam ter hand neemt. Als daarbij bronnen in chronologische volgorde en geeft ook in de verzamelde bronnen gekeken ook aan, waar in het boek ze gebruikt zijn. Ik wordt, dan heeft mijn werk niet alleen hoop, dat degene die de vaarwegen door voor mij betekenis gehad. Nieuwegein wil bestuderen het boek

Provincie biedt de helpende hand HERSTEL WIPWATERMOLEN BINNENKORT HERVAT

Goed nieuws, afkomstig van de provincie Utrecht. Goed nieuws voor molenliefhebbers, aanhangers van monumenten en fraaie dorps-/ stadsgezichten: de herbouw van de wipwa- termolen in park Oudegein wordt over enkele maanden hervat.

De provincie Utrecht heeft namelijk geld de wipwatermolen in park Oudegein boven- beschikbaar gesteld om de molen, die vlak bij aan de prioriteitenlijst. „Daar hebben we ons Museum Warsenhoeck letterlijk en vergunningen voor aangevraagd. Zodra die figuurlijk `onthoofd in de kou staat', in binnen zijn, we hopen in februari, kunnen we volle glorie te laten herstellen. aan de slag," was kortgeleden in het Utrechts De provinciale bestuurders hebben vier Nieuwsblad te lezen. De kosten van de miljoen euro uitgetrokken, om de wipwa- restauratiewerkzaamheden worden geschat termolen en 21 andere molens van de stich- op 320.000 euro. Vorig jaar kwam het werk ting De Utrechtse Molen van de ondergang van de stichting en van de wipwatermolen te redden dan wel op te knappen. Volgens stil te liggen, omdat De Utrechtse Molen in Paul Vesters van de Stichting De Utrechtse financiële problemen zat. Molen staat het afbouwen van

117

Na afloop van de vergadering wordt een presentatie verzorgd van een uur over een historisch onderwerp. Helaas heeft de beoogde presentator afgezegd en was bij het ter perse gaan van deze Cronyck de Geyn nog geen vervanger gevonden. Houd de internetsite van de Historische Kring Nieuwegein in de gaten: www.pen.nl/hkn

118

INHOUDSOPGAVE CRONYCK DE GEYN APRIL 2005 - JAARGANG 27 Redactie Kastelen, boeken en bevrijding ...... 120

Jonna Dommerholt Blokhuis Gildenborch, voorproefje uit Kastelenboek ...... 120 Piet Daalhuizen Voor u gelezen in ...... 123 Redactie Het jaar van het Kasteel: expositie en nieuw boek ...... 124 Piet Daalhuizen Slachtoffers mogen niet worden vergeten! ...... 125 Redactie Vreeswijk en Jutphaas...zoals het was ...... 127 Gerard Veerkamp Manschot (bijna) zonder een Manschot ...... 131 Piet Daalhuizen De zin voor humor in de Tweede Wereldoorlog ...... 13G

119

KASTELEN, BOEKEN EN BEVRIJDING IN JUTPHAAS EN VREESWIJK

Deze Cronyck de Geyn staat voor het over- Het BOEK staat trouwens op nog een grote deel in het teken van het jaar van het andere manier centraal in dit nummer. De Kasteel. En met reden. Want uitgerekend in firma Manschot aan de Dorpsstraat (later dit jaar brengt de Historische Kring Herenstraat) in jutphaas was in jutphaas, Nieuwegein een nieuw boek uit. Jonna Vreeswijk en andere plaatsen in de omgeving Dommerholt dook in de archieven, las de een begrip. Eeerst als drukkerij, gesticht in vroegere HKN-uitgave "Van Ridderhofstad 1936 door Dirk Jan Manschot, afkomstig uit tot Buitenplaats", stak haar licht op bij veel het naburige IJsselstein. Het werk van ander scribenten, verzamelde zo'n veertig Manschot sloeg aan, de zaak groeide, breidde prachtige prenten en schreef het boek uit, verkaste, veranderde van karakter. Later "Kastelen en Buitens in `Oud'-Nieuwegein". nam de (kantoor)boeken- en Het eerste exemplaar wordt op 27 april speelgoedafdeling onder leiding van zoon uitgereikt aan de Nieuwegeinse burge- Hans een steeds belangrijker plaats in. Vorig meester De Vos. Als voorproefje op dit jaar stapte Hans Manschot uit de leiding van nieuwe boek leest u in deze Cronyck een zijn zaak - sinds 1985 in het stadscentrum klein deel uit de geschiedenis van Blokhuis Cityplaza - en droeg hij die aan zijn personeel Gildenborch. over. Samen met hem kijken we terug. Ook in de rubriek `Gelezen voor u... staan we 2005 is eveneens het jaar waarin we geden- stil bij het jaar van het Kasteel. In 1979 ken dat op 5 mei 1945 - zestig jaar terug - verscheen "Van Ridderhofstad tot Nederland de bevrijding van vijf jaar Duitse Buitenplaats" van de hand van jan Schut en bezetting vierde. Ook de redactie van Gerard de Waard. Wat de krant daar toen van Cronyck de Geyn schenkt in dit nummer vond, halen we in de herinnering terug. aandacht aan die periode. Via een artikel over En we maken u attent op een uitgebreide de slachtoffers uit jutphaas en Vreeswijk, die tentoonstelling in ons museum Warsenhoeck, niet vergeten mogen worden. En via een die eveneens als thema "Kastelen en Buitens in artikel over de zin van humor in die donkere `Oud'-Nieuwegein" heeft. dagen.

______• ______Kastelen en buitens in `Oud'-Nieuwegein VOORPROEFJE UIT BLOKHUIS GILDENBORCH

Door Jonna Dommerholt

Dit jaar is uitgeroepen tot het jaar van het Kasteel. Reden voor de Historische Kring Nieuwegein het boek `Kastelen en buitens in `Oud'-Nieuwegein' uit te brengen. Jonna Dommerholt beschrijft in dit boek niet alleen op boeiende wijze de geschiedenis van deze kastelen en buitens en die van hun bewoners. Ze schetst ook het ontstaan van die verdedigings- of luxe verblijven. En geeft een beeld van het dagelijks middeleeuws leven in en rond kastelen. De lezers van Cronyck de Geyn willen we graag een beetje laten `proeven' van dit schitterende boek. Via een kleine voorpublicatie uit het hoofdstuk over Blokhuis Gildenborch.

120

Blokhuis Gildenborch, gebouwd ter verde- 14e en 15e eeuw diging van de Vreeswijkse sluizen, heeft ver- De sluis die in 1373 wordt gebouwd, is moedelijk gestaan op de plaats van het hui- geheel uit hout vervaardigd. Eigenlijk is het dige Raadhuisplein bij de Oude Sluis in niet meer dan een ca. 4 meter breed Vreeswijk, nu een wijk in Nieuwegein-Zuid. kanaaldeel met aan weerszijden een houten beschoeiing. Twee sluisdeuren, die in hef- ".... Ghildenborch is een zeer sterk Kasteel o f torens hangen, kunnen het kanaal afsluiten. Steenen Tooren, aan de Vaert o f Vreeswyk De breedte van de doorvaart is berekend op geweest, geen twee uuren van Utrecht, aen de kleine schepen van het lokale de Lek gelegen, tegenover Vyanen, handelsverkeer en niet op de afmetingen gemaeckt tot beschuttinghe der Sluysen aen van de grotere Rijnschepen van de interna- de Lek en de aen de Vaert, tegen Vyanden van tionale handelsvaart. het Sticht." De bouw van de sluizen wordt gestimuleerd door de Utrechtse gilden en gefinancierd Gildenborch dankt zijn naam aan de door de Staten van Utrecht en de Utrechtse Utrechtse gilden, die in 1373 de versterkte stadsregering. Tot aan het einde van de 20e toren laten bouwen om de nieuwe sluizen eeuw zijn deze verantwoordelijk voor het en de tol tussen Lek en Vaartse Rijn bij onderhoud van de Oude Sluis. De kosten van Vreeswijk te bewaken en te beschermen de bouw en het onderhoud van de sluizen tegen de vijanden van het Sticht. Op die verdient men terug door het heffen van sluis- manier wordt een veilige en vrije han- en tolgelden. Een kroniekschrijver uit die tijd delsvaart op de Lek gewaarborgd. De beschrijft het aanleggen van de werken als Utrechtse gilden hebben daar alle belang volgt: ".. die stadt Utrecht groef een diepte bij, want de stad Utrecht is van oudsher een van der Nyevaart totter Groter Wade,Tolsteeg, toe, ende leyden daer twee belangrijk handelscentrum nabij een slusen van hout op die Nyevaert en tymmeren kruispunt van waterwegen. De lokale en eenen toorn op die Uterdyck daer sie die internationale scheepvaart: Oostzeelanden slusen mede bescermen wouden voir haer Parijs en Engeland - Duitsland v.v., vindt er vianden,dat men sie niet en vernielden en zijn weg over Vecht, Hollandse Ijssel, Lek noemden 't Ghildenborch,want die Ghilden en Vaartse Rijn. In dit waterrijke gebied van Utrecht dedent tymmeren." vinden veelvuldig overstromingen plaats die tot in de stad Utrecht merkbaar zijn en daar Aan het einde van de 15e eeuw blijken de grote schade aanrichten. Werfkelders, die houten heftorens en de brug, die ten gerieve dienst doen als opslagplaats voor goederen van de omwonenden over de sluis is of als bedrijfsruimten voor neringdoenden, aangebracht, niet meer te voldoen. In 1478 lopen onder. Goederen worden onbruikbaar, worden ze vervangen door stenen bouw- werk kan niet verricht worden. De Utrechtse werken. De Gildenborch bewaakt nog vier gilden zijn dan ook gebaat bij een goede jaar de nieuwe sluizen, dan gaat het verde- waterhuishouding. digingswerk ten onder tijdens de Driejarige Wanneer de Staten van Utrecht komen met Oorlog (1481-1483) van Joost van Lalaing en het plan om bij Vreeswijk sluizen aan te de Utrechtse bisschop David van Bourgondië leggen en een verbinding te graven tussen tegen het Sticht. Utrecht en de Lek, wordt het door de Gilden van harte ondersteund. Beide Blokhuis Gildenborch heeft vermoedelijk waterwerken zijn, voor die tijd, gestaan op de buitenglooiing van de Lekdijk, kunstwerken van allure in de strijd tegen het nabij Lekstraat en het Raadhuisplein. Daar water.

121

zijn in 1986, bij de afbraak van het vroegere De strijd om de aanwezigheid en de eigen- Vreeswijkse raadhuis, door de werkgroep domsrechten van Gildenborch barst al spoedig Archeologie van de Historische Kring muur- na zijn voltooiing in alle hevigheid los. Het is de resten blootgelegd, die afkomstig zouden graaf van Holland een doorn in het oog dat de kunnen zijn van de Gildenborch. stad Utrecht een dergelijk vooruitgeschoven Het voor die tijd zware verdedigingswerk verdedigingswerk bezit in het grensgebied van bestaat uit een grote, vierkante, kasteeltoren Holland en het Sticht. Daarnaast is de heer als hoofdgebouw. Uit de aantekeningen van van Vianen van mening dat Vreeswijk een onbekende kroniekschrijver, die in 1482 eigenlijk op Hollands grondgebied ligt en hem de gebeurtenissen rond het beleg van de dus toebehoort. Hij beroept zich daarbij op Gildenborch beschrijft, blijkt het blokhuis een oorkonde van 19 oktober 1289, waaruit grotendeels opgetrokken te zijn uit hout. valt op te maken dat graaf Floris V de Een vrij lage aanbouw tegen de toren doet heerlijkheid Vreeswijk aan Hubertus van dienst als opslagruimte voor voedsel, Vianen zou hebben verpand. De heer van brandstof, munitie en wapens. Tevens geeft Vianen beklaagt zich danig over de bouw van het stalling aan paarden en koeien en kunnen de Gildenborch en gooit daarmee nog een er manschappen in worden ondergebracht. schepje olie op het Hollandse vuur. Als In totaal kan de Gildenborch 60 personen argument voert hij aan dat het blokhuis een herbergen: 30 man in de kasteeltoren en 30 bedreiging vormt voor de veiligheid van man in het bijgebouw. Nog voor het blokhuis Vianen. Ook is men bang dat Utrecht, met het gereed is, wordt - voor één jaar - de Utrechtse blokhuis als wapen achter de hand, een edelman Johan van Clarenborch door de nieuwe tol wil afdwingen. Wanneer ook stadsregering aangesteld als commandant van Dordrecht van zijn ongerustheid over de het fort. Hij krijgt de ambtelijke titel van aanwezigheid van de fortificatie blijk geeft, 'castelein' of wel slotvoogd. De overeenkomst omdat deze de vrije Rijnvaart zou kunnen wordt afgesloten op 'Sinte Martinusdag' in belemmeren, besluit graaf Albrecht van den zomer van 1373. Na zijn intrek in de Beieren in te grijpen. Eerst probeert hij een Gildenborch krijgt de slotvoogd 20 soldaten verzoening tussen de partijen tot stand te toegewezen; de portier en een wachter moet brengen. hij uit eigen zak betalen. De voorraden aan voedsel, brandstof, donderbussen, buskruit, De verzoening duurt niet lang, want op 1 mei lood en geschut blijken geen overbodige luxe 1374 gaat het Hollandse leger onder bevel te zijn, zo ervaren de bewoners al na een van hertog Albrecht van Beieren in beleg paar maanden. De Utrechtse kooplieden voor Gildenborch. Aan zijn zijde strijden de mogen dan blij zijn met het graaf van Kleef en nog een aantal verdedigingswerk, de Hollanders zijn dit, uit aanzienlijke edelen uit Holland. De heren politiek of economisch belang of beide, niet! hebben het aanvalsplan goed doordacht en voorbereid. Zij benaderen het fort over de Lek en voeren vlotten met zich mee, waarop in korte tijd stormrammen kunnen worden opgetrokken.

Hoe het verder afloopt met de lange en harde, vaak terugkerende, strijd om Gildenborch, leest u in `Kastelen en buitens in `Oud'-Nieuwegein'. Door de redactie van Cronyck de Geyn van harte aanbevolen.

122

VOOR U GELEZEN IN HET UTRECHTS NIEUWSBLAD VAN 22 NOVEMBER 1979

door Piet Daalhuizen

Kastelen rond Nieuwegein in nieuw boek De werkgroep besloot toen een andere werkwijze te gaan volgen. Eerst zou een Nieuwegein - Aan Cultuurwethouder J.M. boekje worden vervaardigd over de kastelen, van der Molen van Nieuwegein is die in het Nieuwegeinse staan of gestaan woensdagmorgen het eerste exemplaar hebben en daarna zou dan de historie van overhandigd van `Van Ridderhofstad tot het dorp jutphaas aan de orde komen in een Buitenplaats'. De overhandiging vond volgende uitgave. Om het kastelenboekje plaats door de in historisch kostuum uit te geven, kon worden geput uit de gestoken auteurs van het boek. Het boekje is gegevens die al waren verzameld voor het de eerste uitgave van de Historische Kring boek over jutphaas. Het graaf- en spitwerk Nieuwegein. naar historische gegevens van de kastelen was grotendeels al gebeurd toen het besluit werd Om half elf woensdagmorgen wandelden een genomen om het kastelenboek te gaan in historisch kostuum gestoken uitgeven. Om de `serie' kastelen in de Vreeswijkse `Beugelaar' en een jutphase beschrijving compleet te maken, werden nog `Molenkruier' compleet met kruiwagen en onderzoekingen verricht naar de historie van molen, het gemeentehuis binnen. Na hen de kastelen van Vreeswijk, het slot Everstein kwamen de overige medewerkers van de en de buitenplaats De Liesbosch. Jan Schut en Werkgroep Publicaties van de Historische Gerard de Waard verrichtten dat basiswerk en Kring, die tezamen het boekje hebben zetten hun bevindingen op papier. Coördinatie gemaakt. van het werk lag bij Otto Pijpker. Jan Schut en Gerard de Waard verzamelden de prenten In de hal van het gemeentehuis werd plechtig en emeritus-ds. H.J. ter Maat verrichtte het een oorkonde opengerold en de tekst fotografisch werk. voorgelezen. In het kort was daarin de Samen met mevrouw N. Pijpker-Ockeloen wordingsgeschiedenis van het boekje vermeld. zorgde hij ook voor de vormgeving. De Wethouder Van der Molen mocht vervolgens manuscripten van de beide auteurs werden het eerste exemplaar in ontvangst nemen. door Piet Daalhuizen en Henk van Wiggen Voor hem was er verder een fraai ingelijste omgezet tot een geheel in eenzelfde prent van het tegeltableau, dat op de omslag is stijlvorm. afgebeeld. De Historische Kring heeft al bestellingen Spoedig nadat in 1978 de Historische Kring binnen voor zo'n 700 boeken. Die zullen de Nieuwegein was opgericht, ging een komende dagen worden afgeleverd. Deze werkgroep zich bezighouden met de uitgave week komt het boek ook in de boekhandel. van een boek. Dat zou een complete De eerste druk heeft een oplage van 1500 geschiedenis van het dorp jutphaas gaan exemplaren. bevatten. De werkgroep had zich een planningstermijn voorgesteld van een jaar, maar al spoedig bleek dat een onhaalbare zaak.

123

TENTOONSTELLING EN BOEK IN JAAR VAN HET KASTEEL

Het jaar van het Kasteel gaat aan de Historische Kring Nieuwegein en haar leden niet voorbij. En ook alle andere geïnteresseerden in de historie - in woord en (driedimensionaal) beeld - van jutphaas, Vreeswijk en Nieuwegein kunnen hun hart ophalen aan twee bijzondere activiteiten van de Historische Kring.

Op de eerste plaats verschijnt deze maand nieuwe boek: het begin van de uiterst roe- onder leiding van jonna Dommerholt het rige en ook bloedige geschiedenis van schitterende boek "Kastelen en buiten in Blokhuis Gildenborch in Vreeswijk. Naar de `Oud'-Nieuwegein". De geschiedenis van vaste overtuiging van de redactie van bijzondere woon- en verdedigingsplaatsen Cronyck de Geyn zult u na het lezen van dit rondom Het Gein is in 1979 al eens opge- `voorproefje' trek krijgen in de `hoofd- tekend door de HKN-leden jan Schut en maaltijd. Wij geven u daarmee groot gelijk en Gerard de Waard. Hun boek - eveneens een bevelen het boek "Kastelen en buitens in uitgave van de Historische Kring `Oud'-Nieuwegein" van harte aan. Nieuwegein - getiteld "Van Ridderhofstad tot Buitenplaats" behandelde een historie, die Tentoonstelling het verdiende deels nogmaals en in andere Daarnaast heeft de expositiegroep van de vorm, onder de aandacht van lezers in de Historische Kring in ons Museum nieuwe eeuw te komen. En het jaar van het Warsenhoeck een speciale omvangrijke Kasteel is daar natuurlijk het aangewezen Kastelen-tentoonstelling samengesteld. Op de tijdstip voor. zuidvleugel van de begane grond is een expositie ingericht met boeken over de Jonna Dommerholt heeft gedurende lange Nieuwegeinse kastelen en buitenplaatsen. Er periode literatuuronderzoek gedaan en aan de staat een prachtige maquette van het Huis hand daarvan de oude gegevens geactu- de Wiers en in vitrines zijn archeologische aliseerd. Naast het ontstaan van de kastelen vondsten te zien met betrekking tot de en buitenverblijven beschrijft ze in dit nieuwe huizen Rijnhuizen, De Wiers en Vronestein. boek het dagelijks leven op en rond een Het betreft bouwhistorische vondsten, maar kasteel, met name in de Middeleeuwen. Mede ook bijzondere gebruiksvoorwerpen zoals een door die andere opzet voegt "Kastelen en spreeuwenpot. buitens in `Oud'Nieuwegein" veel toe aan "Van Ridderhofstad tot Buitenplaats". Naast Bijzonder zijn de fantasiekastelen in keramiek de boeiende tekst zijn in het nieuwe boek zo'n van Jules Klees, die tentoon worden gesteld veertig historische afbeeldingen te bewon- in een grote vitrine in het centrum op de deren. Leden van de Historische Kring begane grond. konden bij voorintekening drie euro korting De prentenvitrine in de westvleugel laat krijgen op het boek, dat in de winkel 17,50 kopergravures zien van Nieuwegeinse euro kost. Van die mogelijkheid is door ruim kastelen, onder meer zoals uitgebeeld door de 160 mensen gebruikgemaakt. 18e-eeuwse tekenaar jan de Beijer. Daarbij wordt beknopt de historie van de kastelen Het zal duidelijk zijn dat wij het boek van de vermeld en zijn biografische gegevens van de hand van jonna Dommerholt garen onder de tekenaars te zien. aandacht van onze leden brengen. Elders in deze Cronyck de Geyn heeft u al een heel Aan de noordzijde staat een vernieuwde klein deel kunnen lezen van het stadsplattegrond van Nieuwegein met daarop aangegeven de twintig plekken, waar

124 kastelen en buitens in `Oud'-Nieuwegein meester Cor de Vos. Hij zal tevens op staan of hebben gestaan. Afbeeldingen van de dizelfde avond de gelijknamige tentoon- kastelen en buitens zijn verbonden met een stelling openen. handig drukknopsysteem, dat met behulp van oplichtende relais aangeeft waar het Het Musem Warsenhoeck op het terrein van gebouw staat/stond. Op de eerste etage, de kinderboerderij IJsselstee is geopend op zogenoemde hildes, zijn aan de westzijde woensdag, zaterdag en zondag van 1 april tot en met 30 september van 14.00 - 17.00 uur. dertig royaal uitvergrote afbeeldingen van Tussen 1 oktober en 31 maart is het museum kastelen en buitens te zien. geopend op zaterdag en zondag van 14.00 - 16.00 uur. Het boek Kastelen en buitens in Oud- Nieuwegein wordt op woensdag 27 april overhandigd aan de Nieuwegeinse burge

SLACHTOFFERS MOGEN NIET WORDEN VERGETEN!

Door Piet Daalhuizen

Op 5 mei viert Nederland zijn bevrijding; 60 jaar vrijheid na alle ellende van de Tweede Wereldoorlog. Er wordt uitgezien naar veel festiviteiten om te vieren dat we zo'n lange periode in vrijheid hebben kunnen leven. Eén dag voor de viering van dit bijzondere jubileum (zelden is het immers in de historie zo lang vrede geweest!) herdenkt Nederland de slachtoffers van die waanzinnige oorlog, die wereldwijd tientallen miljoenen slachtoffers beeft gemaakt. In de Cronyck van oktober 2004 is aandacht besteed aan twee geallieerde militairen die sneuvelden tijdens de operatie Market Garden; korporaal Frederic Hooper en segeant-vlieger Tadeusz Jankowski die in Nieuwegein werden begraven. Dit artikel geeft u informatie over Nederlandse oorlogsslachtoffers uit de dorpen jutphaas en Vreeswijk, opdat ook zij niet worden vergeten.

Kennen we alle slachtoffers? in jutphaas en Vreeswijk zullen in een Hoewel zeker ook slachtoffers zijn gevallen in beknopt overzicht worden vermeld met de tot 1954 tot jutphaas behorende wijk enige informatie over de wijze waarop zij om Hoograven, zijn hun namen niet bekend. Er is het leven zijn gekomen. enkele jaren geleden een onderzoek geweest toen de restauratie van het herden- Jutphaas, 7 mei 1945. kingsmonument aan de Nedereindseweg Slechts luttele dagen was Nederland bevrijd. In actueel was. Het zou onder meer gaan om de vrijwel alle dorpen en steden van het land leden van een weggevoerd gezin van joodse waren de verslagen Duitse troepen nog Nederlanders. Naar verluidt zullen te zijner aanwezig. Op die 7e mei bleek al vroeg in de tijd hun namen wel worden vermeld op een morgen dat er iets broeide. Een inwoner vertelt herdenkingsplaat in het nieuw te bouwen dat hij `s morgens in het centrum van het dorp gemeentehuis, evenals overigens de naam van was. Hij is snel naar huis gegaan en vertelt zijn nog een burgerslachtoffer uit Jutphaas en de vrouw: "Daar gebeuren vandaag ongelukken; naam van een Vreeswijks' oorlogsslachtoffer. leden van de Ondergrondse en Duitsers lopen De slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog elkaar in de weg. De stemming is explosief!"

125

Tegen de middag barst het geweld los. Een Razzia's. dronken Duitse officier die nabij Het Sluisje In Vreeswijk wordt in 1943 tijdens een razzia met z'n revolver zou hebben gedreigd, wordt Wim van Rossum (geboren op 13 september door leden van de Binnenlandse 1911 in Vreeswijk), opgepakt. Hij wordt met Strijdkrachten (De Ondergrondse) neerge- vele anderen op transport gesteld naar schoten. De Duitsers reageren furieus en Duitsland en in Frankfurt a/d Oder als ontketenen een ware mensenjacht om de dwangarbeider te werk gesteld. Tijdens een dader(s) te kunnen pakken. Mensen worden bombardement, vermoedelijk in maart 1945, bijeengedreven op een schoolplein, anderen wordt hij dodelijk getroffen. De familie worden tot in woningen achtervolgd. Er wordt daarover geïnformeerd op 21 augustus wordt veel geschoten. 1945. Deze datum wordt als De schietpartij blijkt vijf mensen het leven te overlijdensdatum genoemd op de grafsteen hebben gekost: twee leden van de op het Barbarakerkhof in Vreeswijk. Op 18 Binnenlandse Strijdkrachten en drie burgers: juli 1951 wordt zijn stoffelijk overschot Theo Hanselaar, verzetsman, geboren te vanuit Duitsland overgebracht naar Monster op 6 november 1918. Aart Kros, Vreeswijk, waar het wordt opgebaard in de verzetsman, geboren te Dordrecht op 10 Barbarakerk. Op 19 juli 1951 is de plechtige augustus 1916. Jan Streefkerk, geboren te uitvaart en de herbegrafenis. Ridderkerk op 19 mei 1917. Frans Luiten, Johan van Ee, geboren op 15 oktober 1906 in geboren op 30 juni 1909 in Waddinxveen. Woerden, wordt in 1943 bij een razzia in Willem Spies, geboren in Utrecht op 28 juni Jutphaas opgepakt. Hij belandt in het con- 1907. centratiekamp Neuengamme, waar hij op 27 november 1944 overlijdt. Hij is herbegraven op De meidagen van 1940. het kerkhof op het Kerkveld in Jutphaas. Bertus Kerkhof uit jutphaas, geboren op 11 oktober 1919, is "voor zijn nummer" in Bombardement. militaire dienst. Bij een gevecht aan de Veelvuldig worden door de geallieerden IJssellinie raakt hij op 8 mei ernstig doelen in jutphaas en Vreeswijk aangevallen, gewond. Hij overlijdt op 11 mei 1940 in met name sluizen, bruggen en het fort een ziekenhuis in Zutphen. Jutphaas. Op 6 september 1944 - Dolle Dinsdag - wordt de jutphase Noordersluis Op zee. gebombardeerd. De 19-jarige Rieneke Thijmen van Genderen is op 14 oktober 1920 Nichting, dochter van de sluiswachter, raakt geboren in Jutphaas. Na de school voelt hij ernstig gewond door granaatscherven en zich aangetrokken tot het zeemansleven. Hij overlijdt enkele uren na de aanval. komt als matroos te varen op het koopvaardijschip s.s. Sembilan. Dat schip Tenslotte. wordt op 17 april 1943 door de Japanners Dertien doden zijn gevallen in de kleine in de Indische Oceaan getorpedeerd. dorpen jutphaas en Vreeswijk tijdens de Thijmen is een van de slachtoffers. Tweede Wereldoorlog; elf Nederlanders en twee geallieerde militairen. Slachtoffers die Vliegtuig. gevallen zijn aan de zijde van de bezetter zijn In de Cronyck van oktober 2004 is beschre- niet genoemd. Er zijn geen namen en ven hoe de Mustang van sergeant-vlieger aantallen bekend; overweldigers worden Tadeusz Jankowski is neergeschoten. De niet herdacht! neerstortende jager treft de 9 jarige Jopie Hoveling uit jutphaas, die met zijn vader op het land was.

126

Rond 1912 zag dit deel van de Dorpsstraat in Vreeswijk er zo uit. J. Monster had er een bedrijf in scheepsbenodigdheden. Daarnaast het café van Van Wiggen - de Hoop geheten - en de schoenmakerij van Welling. Aan de woningen is vergeleken met het begin van de vorige eeuw niet zo verschrikkelijk veel veranderd. Wel zijn de panden in handen van andere neringdoenden gekomen. En buiten krijgen de bewoners niet meer de gelegenheid ongestoord voor de fotograaf te poseren of gezellig nieuwtjes uit te wisselen. Geparkeerde auto's belemmeren dat anno 2005.

127

De Valom-huisjes aan de jutphase Dorpsstraat 9 (nu Herenstraat) werden in het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw afgebroken om plaats te maken voor moderne woningen (Herenstraat 55 en 55 A). De Valom-huisjes waren arbeiderswoningen, die oorspronkelijk deel uitmaakten van het landgoed Nieuwenstein. De naam Valom is verbonden met een grote brand, die in 1680 in jutphaas woedde. De korenmolen aan de Molensteeg werd verwoest.,maar de kop van de molen werd uit de vuurzee gered. De kop werd jaren later hergebruik voor een nieuwe molen aan de Doorslag. Maar precies ter hoogte van de huisjes viel de kop van de transportkar: de naam Valom- huisjes was geboren!

128

De Geinbrug - door sommigen Gijnbrug genoemd - lag er op deze prent uit het begin van de twintigste eeuw nog fraai bij. De brug was eeuwenlang de verbinding voor voet- en karvervoer geweest tussen IJsselstein en `t Gein. Overigens in allerlei gedaantes. In de achttiende eeuw lag er een stenen boogbrug, later vervangen door een klapbrug. In 1905 werd de brug - zoals op deze prent afgebeeld - gebouwd. Ruim zeventig jaar lag ie er goed werk te doen en mooi te wezen. Het had een fraai monument kunnen zijn, maar helaas... het exemplaar belandde op de sloop. Vanaf 1978 nam het (snel)verkeer enkele honderden meters noordelijker gebruik van de nieuwe Geinbrug. Op de plek van de oude brug verscheen later een `voetbrug'.

129

Kijkend vanuit de Lekdijk in de richting van de Oude Sluis was dit het straatbeeld van de Lekstraat. In het pand aan de linkerzijde zit tegenwoordig café-restaurant Gildenborch. Ter hoogte van de bomen achter Gildenborch stond een arrestantencel, die later dienst deed als boetiek en weer later als kappers-'salon' van Sjaak Slokkers. Als de fotograaf in vroeger tijden langs kwam, was dat een hele gebeurtenis. Hij posteerde met name kinderen keurig in groepjes om de Lekstraat zo een uiterst levendig karakter te geven.

130

De Jutphase drukkerij van vader Dirk jan en boekhandel van zoon Hans MANSCHOT (BIJNA) ZONDER EEN MANSCHOT

Door Gerard Veerkamp

In 1936, midden in de crisisperiode, huurde Dirk jan Manschot aan de Dorpsstraat in Jutphaas (nu Herenstraat) een ruimte, zette er een degeltje neer en begon er zijn loodhandzetterij en drukkerij. Een riskante onderneming, maar hij slaagde. Zijn zoon Hans maakte er vanaf begin jaren zeventig een bloeiende (kantoor)boekhandel van. In 1985 verliet Manschot de oude kern Jutphaas en trok naar het gloednieuwe Cityplaza. Vorig jaar trok hij zich uit de zaak terug. Boekhandel Manschot zonder een Manschot. Maar de naam is nog lang niet weg. Want met een begrip moet je voorzichtig zijn.

Als Hans Manschot (1945) als 17-jarige in de praktijk. Begon in zijn eentje aan die jongen niet zo onvoorzichtig was geweest om klus, als IJsselsteinse 'vreemdeling' in in zee te duiken en daarbij onder meer een Jutphaas. Had het geluk dat hij de enige halswervel te breken, had zijn leven er zeer drukker in jutphaas was. Moest het in het waarschijnlijk heel anders uitgezien. Herstel begin ook nog wel hebben van klanten uit kostte hem toen een jaar. Dat was nog te IJsselstein en Lopik, zoals een oud kasboek uit overzien. Maar met dit lichamelijk ongemak die tijd aangeeft, maar bouwde in kon hij zijn ideaal - een opleiding aan de hogere politieschool - definitief op zijn buik schrijven. „Na de HBS-B sta je dan voor de keuze, wat je van je leven gaat maken." Hij ging in Utrecht naar boekhandel Van der Galie. Hij kreeg daar alle kans om overdag te studeren. In twee jaar tijd haalde hij via een schriftelijke opleiding het diploma voor de boekhandel en uitgeverij. „Een fluitje van een cent," aldus Hans Manschot nu. Een dat kwam hem goed uit, „want ik ben altijd lui geweest," zegt hij lachend. Dat hij bij Van der Galie terechtkwam, was nou ook weer niet zo vreemd. Want zijn vader Dirk jan (1915- 1989) zat al vroeg midden in de loden en gedrukte letters. D.J. Manschot had het zetters- en drukkersvak geleerd bij de drukkerij van de firma Hoonte in Utrecht. De geboren IJsselsteiner begon in 1936 in jutphaas een eigen drukkerszaakje aan de Dorpsstraat 37, in het pand waar nu de sanitairzaak van Sanicomfort aan de Herenstraat zit. D.J. Manschot wist vanuit zijn gezinssituatie wat het was kleine zelfstandige te zijn: zijn vader had een kruidenierszaak in IJsselstein. Hij had geen grafische opleiding, Dirk jan Manschot aan het werk in zijn leerde het vak zetterij/drukkerij. In zijn ogen was offset geen echt drukwerk. (Foto familie Manschot)

131

Jutphaas toch gestaag een vaste klantenkring je als zoon natuurlijk graag. Hij verwierf op. Klanten, die vooral voor familiedrukwerk aanzien in het dorp. Hoe druk hij het ook zorgden. En drukwerk was echt 'drukwerk' in had, hij kon met klanten praten en tegelijk die tijd. Op degelijke machines, met loden doorwerken. Hij kon de letters ook blinde- letters. Alles wat offset was, het procédé dat lings vinden. Maar hij zorgde er tevens voor, later in opkomst kwam, was in zijn ogen geen dat hij nooit te veel werk aannam, dan drukwerk. Die drukkerij leverde uiteraard besteede hij dat uit, hij heeft zich nooit over de geen vetpot op. Hans Manschot schetst een kop gewerkt. En hij kende bijna iedereen, situtatie, waarin veel gezinnen in de jaren wilde ook iedereen kennen. Vader was ook van vijftig en zestig van de vorige eeuw nature ontzettend nieuwsgierig. Ik herinner me verkeerden. „Toen wij opgroeiden hadden dat hij rouwlinten voor de bloemisterij van we het nooit rijk. Het was vaak passen en Koos Hendriks moest bedrukken. Met als tekst meten. Mijn broertje droeg mijn kleding af. bijvoorbeeld 'Rust zacht lieve jan'. Dan zei Maar het heeft ons geen kwaad gedaan te hij: „Koos, vertel eens wie is jan?" Want hij weten dat je met bepaalde zuinigheid moet kon niet uitstaan, dat hij dat niet wist." leven, altijd rekening moet houden met het feit, dat het minder kan zijn. " Etalage D.J. Manschot bezat ondernemersbloed. „Dat Zoals dat zo vaak het geval was bij kleine realiseerde ik me later pas, niet als kind," zegt zelfstandigen, hielp de echtgenote mee in de Hans Manschot. „Mijn vader was ook een zaak. Mevrouw Manschot stond dan wel aardige, aimabele man. Dat zeg niet in de drukkerij, zij begon in een

De boekhandel van Manschot aan de Dorpsstraat (later Herenstraat) zoals Jutphasers en Nieuwegeiners die zich waarschijnlijk nog het beste zullen herinneren. (Foto familie Manschot)

132 andere kamer van het pand kleine dingen te verkopen. Als een soort etalage van de drukkerij. Naast de drukkerijproducten verkocht Manschot boekjes, ansichtkaarten, kantoorartikelen (Talens vulpeninkt!), crêpe- papier, tekenpapier, vlechtrepen, touw, knikkers, eigenlijk was dat winkeltje ook een eldorado voor kinderen. In de loop der tijd nam die andere handel - steeds meer boekhandel - een belangrijker plaats in dan de drukkerij. De zaken gingen goed, zo goed, dat Manschot verhuisde. Manschot betrok het pand van Doornekamp aan dezelfde Dorpsstraat, later Herenstraat. Gewoond werd er door de familie aan de achterkant Een voorbeeld van drukwerk van D.J. van het pand. Een deel van de voorkant Manschot. (Foto familie Manschot) werd (kantoor)boekwinkel, midden in het pand kwam de drukkerij. Inmiddels had Manschot mee. Manschot werd een begrip zoon Hans Tineke leren kennen. Het paar voor scholieren uit de omgeving. Want wie woonde als getrouwd stel op de zolder van schoolboeken nodig had, kon die bij het pand. „We zaten op elkaars lip, maar dat Manschot bestellen. In de aanloop van een liep zonder incidenten. nieuw schooljaar was het dan wel een 'gek- Ik heb toen ook mijn vader leren kennen als kenhuis', want elke lege plek in de zaak en vader én maatje. Maar dat ging niet zover, het woonhuis was nodig om de boeken te dat Hans het werk in de drukkerij zag zit- herbergen. Manschot organiseerde ook elk ten. „Ik heb nooit in de drukkerij gewild. Dat jaar een schoolboekenbeurs van tweede- was mijn beroep niet, had er het geduld niet handsboeken voor onder meer de Prins voor. Dan had ik op mijn twaalfde naar de Bernhard Mavo, het Cals College, het school voor grafische vakken moeten gaan. Oosterlicht College, de Gildevaart. Hans 'De drukkerij niet, dan ook de boekhandel Manschot kijkt zichtbaar vertederd naar die niet', dacht ik toen. Dat idee veranderde tijd terug. „Wat we met die boekenbeurzen toen de winkel op een gegeven moment te verdienden was peanuts, een zakcentje. veel van mijn moeder vergde. Tezelfdertijd Maar het was wel kicken. De zomers zijn bij dreef Tineke aan de Herenstraat een boetiek, mij eigenlijk heilig, maar we hebben toen waarin ze 'gekke' kleding, sieraden, oorbellen vijftien jaar geen zomer gezien, zo druk verkocht. Toen zij met succes die stap had waren we ermee. " En druk bleef het. gezet, en mijn moeder meldde dat zij wilde Cityplaza, het nieuwe winkelgebied in het stoppen met de winkel, zijn we rond de tafel centrum van Nieuwegein, was in aanbouw. gaan zitten." Dat resulteerde in een soort De ondernemers in de vroegere dorpskernen driemanschap: vader Dirk jan de drukkerij, hadden een voorkeursrecht om er zich te Hans de boekhandel en Tineke de boetiek. vestigen. Manschot zag, dat daar zijn toekomst lag, net als zijn jutphase collega's Schoolboeken Koos en Riet Hendriks (bloemen), de En toen gingen jutphaas en later Nieuwegein, Dongelmansen (juwelier- en wooninterieur), gevormd uit de samensmelting van Jutphaas kledingzaken Jurritsma en Van Basten, en Vreeswijk, groeien. En groeide bloemist Bakker, Koster schoenen en Mariette (nu Jet Wear). Vader Dirk jan vond dat in 1985 een mooi

133

Zomer 1953. De kinderen Manschot poseren voor de etalage van de firma aan de Dorpsstraat 37 in Jutphaas. (Foto familie Manschot) moment om te stoppen met zijn ken en ouderling van de Nederlands drukkerij. Hij was er met zijn zeventig Hervormde Gemeente in jutphaas. Ook was jaar ook aan toe, hoewel dat een hij mede-oprichter van de christelijke moeilijke beslissing was. Hans: „Hij kleuterschool De Eerste Stap. wist dat het niet anders kon. Hij wilde er eigenlijk niet aan, want hij wilde tot aan CityPlaza zijn dood typograaf blijven. " Hans en Tineke Manschot zetten dus in Op 12 augustus 1985 werd D.J. 1985 een volgende stap in de historie Manschot 'uitgeluid' met een van het familiebedijf.In Cityplaza koninklijke onderscheiding. hadden ze alles in één pand: boeken, Burgemeester Flik speldde hem toen in tijdschriften, kantoorartikelen, posters, café De Zwaan de versierselen behoren- tijdschriften, kalenders enz. In no-time de bij de Orde van Oranje Nassau op. groeiden ze eruit. Een rustperiode Daags ervoor was hij zeventig geworden kenden ze niet. Na anderhalf jaar was en de firma Manschot zou dat jaar de tijd van verbouwen en de zaak precies een halve eeuw bestaan. Nou splitsen al aangebroken. De kantoor- ja... precies? Bij de aanvrage voor het boekhandel werd gevestigd in een pand lintje werd er een jaartje gesmokkeld: tegenover de andere winkel. Van die Manschot was de zaak 49 jaar daarvoor overgang naar het stadscentrum heeft in jutphaas begonnen. De burgemeester Manschot nooit spijt gehad. Natuurlijk, nam het de jubilaris niet kwalijk dat er de persoonlijke band die je vroeger had iets niet klopte met die vijftig. Want met mensen in een dorp van een paar ook Flik wist, dat met die onder- duizend inwoners bereik je niet hidi t d i d it

134 bij een stad van 50.000 tot 60.000 mensen. is in Nieuwegein toch een bekende naam! Ik „Mijn vader kende wel iedereen, die was daar denk dat de boekhandel van Tineke misschien een kei in." Maar om te overleven was de nog twee jaar bestaat, dan gaat dat deel van verhuizing naar het stadscentrum nodig. „En het centrum plat voor nieuwbouw. Tot die tijd het is ook leuk om voor een gemeente van is de naam Manschot in elke geval gebonden 60.000 mensen te werken. Er zijn zoveel aan een persoon. Wat er daarna gebeurt, zal kansen, ook zoveel bedreigingen, die je dient te de toekomst leren. Tot slot nog even terug elimineren. " naar zijn vader Dirk jan, de stichter van de Al in jutphaas manifesteerde hij zich als drukkerij en boekhandel. Toen die in 1985 zijn actief (bestuurs)lid van de plaatselijke koninklijk lintje ontving, zei zoon Hans: ondernemersvereniging. En in Cityplaza trok 'Ouwe ik zou geweigerd hebben. Dat hij namens de winkeliers vele jaren de kar. Op burgerlijk gedoe'. Dat gevoel was een paar beide locaties had de Historische Kring jaar geleden geheel verdwenen, toen de man, Nieuwegein en in het bijzonder de uitgaven die in de voetsporen van zijn vader trad, zelf van de boeken van de kring een bijzondere een koninklijke onderscheiding ontving. „Tot plaats. Hij kende HKN'er Piet Daalhuizen, mijn eigen verbazing voelde ik me best wiens wortels ook in jutphaas lagen. Het lag trots. En ik dacht: hé pa, ik heb 'm ook. Ik dus voor de hand, dat Manschot in eerste vond het echt leuk om de trots te voelen, die instantie het enige verkooppunt werd voor mijn vader toen in 1985 heeft gevoeld. Op deze boeken van de Historische Kring. De manier ben ik ook verbonden met m'n vader. boekhandel kocht altijd een groot aantal Maar vraag me niet waar die onderscheiding boeken in en etaleerde die ruim in de winkel. momenteel ligt..." „Je kende genoeg mensen in het oude jutphaas en later Vreeswijk. Hoeveel mensen zijn er niet, die graag een boek over de historie van hun woonplaats voor zichzelf of voor de ouders willen kopen?"

Begin vorig jaar stopte Hans Manschot met de zaak. „Ik was klaar, de boekhandel was klaar. Er werkten bij ons in de zaak mensen die goed waren en het over wilden nemen. Vanaf 2001 ben ik bezig geweest met afbouwen, hield me alleen nog bezig met de hoofdlijnen. Het is ook beter de winkel achter te laten, te verkopen, als de zaak in topconditie is, dan dat je dat doet als er gebreken gaan ontstaan. Ik wilde iets moois achterlaten en niet aan een concern. 'Goh, dat vind ik leuk' zou mijn vader vast gevonden hebben." Op de vraag of hij bij zijn terugtreden heeft bedongen, dat de naam Manschot blijft bestaan, antwoordt hij: „Nou bedongen, dat is een te groot woord. We hebben het er natuurlijk over gehad. Het personeel heeft wel gezegd, dat ze niet aan Manschot willen morrelen. Het Hans Manschot: „Het is ook leuk om voor een gemeente van 60.000 mensen te werken. Er zijn zoveel kansen, ook zoveel bedreigingen, die je dient te elimineren."

135

DE ZIN VOOR HUMOR.

Door Piet Daalhuizen

Ondanks alle narigheid bleef in de Tweede Wereldoorlog de zin voor humor bestaan. De bevolking kon daarvan kennis nemen via de illegale pers, maar ook het vanuit Londen zendende Radio Oranje verspreidde anekdotes, gedichten en liedjes waarin de bezetter en zijn trawanten belachelijk werden gemaakt. Cees Brugman en ik maakten een selectie van humor in oorlogstijd uit boeken en tijdschriften en uit illegale perspublicaties, die Ad Ruis beschikbaar stelde. Het is onze keuze om op deze wijze een bijdrage te leveren aan 60 Jaar Vrijheid in Cronyck de Geyn, anders dus dan het beschrijven van bepaalde gebeurtenissen uit de oorlogsjaren.

De slag om Engeland. een straat in Amsterdam. Luid klonk het Hitler heeft er geen geheim van gemaakt, dat Denn wir fahren ...... Achter de colonne hij uit was op de verovering van het loopt een echt Amsterdams straatschoffie Verenigd Koninkrijk. Omdat marcherende (scheur in de broek, katapult in de broekzak), Duitse soldaten uitbundig soldatenliederen die uit volle borst meezingt. Op driehoog gaat ten gehore brachten, was er een speciale een raam open en de moeder van het jochie liederenbundel. Daaruit haalden wij het lied: schreeuwt naar beneden: "Kom binne Keessie, 'Denn wir fahren gegen Engeland.' van mot je ook verzuipe!". Hermann Löns. Antoon Mussert, de leider van de NSB. In De Volkskrant van 5 mei 1955 met veel In het boek `Op leven en dood', waarin dr. humor uit de oorlogsjaren, zagen we een EA. de Graaff een kroniek van oorlog en spotprent uit de illegale pers. De prent is bezetting publiceert, lezen we een gedicht helaas verloren gegaan, maar de tekenaar dat onbekenden in een tram hebben neer- beeldde een colonne Duitse soldaten uit in gelegd. Het is gebaseerd op het bekende

136 gedicht dat Joost van den Vondel schreef 't Meesterstukje was een klucht. over zijn overleden zoontje Constantijn, Sullig krukje, nog één rukje getiteld `Cherubijntje. En je slaakt je laatste zucht! In het park. Mussert. De onderstaande mop komt uit De Waarheid Intrigantje, dilettantje, van oktober 1943. Een plantsoenarbeider is Onverstandig mal-geval bezig bomen te snoeien in het stadspark. Een Arrogantje, dwingelandje, Duitse soldaat komt voorbij en de arbeider Kwasterige niemendal, mompelt: "Rotmof". Nijdig ventje, valsch serpentje, De soldaat: "Was sagen Sie?" De arbeider: Mal-contentje wat een pech Hitler "Een kissie voor je baas!" kent je en hij zendt je Met een handig smoesje weg! Het Oranje Hotel. Het Oranje Hotel was de Scheveningse Hoe je ook slikte, minzaam knikte, Je gevangenis, die door de Duitsers werd verslikte in een snik gebruikt om verzetsmensen vast te houden. O f je al likte, wat je ook kikte, Heel bekend is een vierregelig versje dat in Ieder wikte op een prik. een van de cellen met een stukje potlood op de muur is geschreven: In deze bajes Zwart-rood schofje, namaak mofje, Zit geen gajes Maar Och wat plof je op den grond. 't Was potverdorie geen bofje, 'n catastrofje, Zielig zoo'n Hollands Glorie! geslagen hond. Stumperig stukje, ongelukje,

Tegen het einde van de oorlog. Nadat Hitler zichzelf op 30 april 1945 van het leven had beroofd, verschenen in het bezette Nederland in diverse illegale bladen "overlijdensadvertenties". De hieronder geplaatste advertentie is afkomstig uit Het Oranje Nieuws. Zelfs het hakenkruis is niet onaangetast gelaten; de haken staan naar links in plaats van naar rechts.

137

En soms wilde men doen geloven, dat Hitler mogelijk nog in leven was en dan werd de op de hieronder afgebeelde fake-advertentie geplaatst.

Dit artikel wordt besloten met een verhaal van Tom Poes. Deze door Maarten Toonder getekende strip verscheen op 4 mei 1946 in het blad (of het een week- of maandblad was, is nergens aan- gegeven) "Ons Vrije Nederland".

138

INHOUDSOPGAVE CRONYCK DE GEYN AUGUSTUS 2005 - JAARGANG 27

Redactie Schoeisel, kastelenboek, tentoonstelling en gevecht ...... 140 Elbert Wallet Schoeiselvondsten rond Huis de Wiers ...... 141 Gerard Veerkamp Blij met pareltjes uit het verleden ...... 146 Redactie Vreeswijk en Jutphaas zoals het was ...... 147 Otto Pijpker Gevecht bij het dorp De Vaart buiten Utrecht ...... 151 Jan Monster Oude Sluis, voor Leen van Dijk ...... 156 Piet Daalhuizen Gelezen voor u in ...... 157

INSCHRIJVEN WANDELING TOT 1 SEPTEMBER

De inschrijftermijn voor de wandeling door de oude binnenstad van Utrecht is verlengd tot 1 september. Op het losse inschrijfformulier, dat bij deze Cronyck de Gcyn is gevoegd, staat dat u tot 15 augustus kunt inschrijven. Door de late verschijning van dit nummer is de inschrijftermijn twee weken verlengd.

139

SCHOEISEL, BOEK, TENTOONSTELLING EN GEVECHT

Voor sommigen van u zit de vakantie er alweer op, als deze zomerse Cronyck de Geyn in de bus valt. Anderen hebben die welverdiende vrije dagen nog voor de boeg. En weer anderen hoeven niet meer te werken om te leven, of kunnen/mogen dat niet. In elk geval hopen we met deze uitgave alle lezers zomer 2005 een plezier te doen. Wat kunt u in dit nummer zoal aantreffen? Elbert Wallet beschrijft enkele bijzondere schoeiselvondsten, die de werkgroep Archeologie bij Huis de Wiers deed. Die opgravingen vonden al in 1997 plaats, waarover in eerdere Cronycken de Geyn is bericht. Elbert geeft onder meer de ontwikkeling van de schoen door de eeuwen heen weer. En beschrijft tevens uitvoerig het gevonden schoeisel op het terrein rond Huis de Wiers. Uiteraard staan we ook in deze Cronyck de Geyn stil bij de uitgave van onze Historische Kring van het boek `Kastelen en buitens in oud-Nieuwegein. Op een feestelijke drukbezochte bijeenkomst in Museum Warsenhoeck kreeg de Nieuwegeinse burgemeester De Vos het eerste exemplaar overhandigd. Hij opende tevens de gelijknamige tentoonstelling over al dat helaas goeddeels verdwenen schoons in onze gemeente. Wij doken ook in het verre verleden van ons eigen blad en diepten uit de archieven een bijdrage van Otto Pijpker op over het befaamde `Gevecht bij het dorp De Vaart'. Verder onze vaste rubrieken `Jutphaas en Vreeswijk zoals het was' en `Voor u gelezen in...'. Tenslotte stuurde ras- Vreeswijker jan Monster ons na lezing in het aprilnummer van het relaas over Leendert van Dijk het gedicht OUDE SLUIS, een eerbetoon in dichtvorm aan zijn illustere vroegere dorpsgenoot. Wij geven die ode gaarne aan u door.

De redactie

140

SCHOEISELVONDSTEN ROND HUIS DE WIERS

Door Elbert Wallet In vroegere afleveringen van Cronyck de Geyn gemaakt tussen schoenen, muilen, laarzen en heeft u in een aantal artikelen kennis kunnen klomplaarzen. nemen van de uitgebreide opgraving die in 1997 bij Huis de Wiers plaatsvond. Onze De schoenen worden in het boek van Goubitz werkgroep Archeologie heeft in afzonderlijke onderverdeeld in de volgende vijf typen: bijdragen melding gemaakt van diverse belangwekkende vondsten die daar werden A: De bandschoen met vetersluiting, te gedaan. Over antieke wandtegels stond een onderscheiden in zes verschillende bijdrage in januari 2002 (jaargang 24, nr. 1), modellen: terwijl in jaargang 22 (nrs. 2 en 3, april en juli dit betreft schoenen met een lage of hoge 2000) uitvoerig verslag werd gedaan over hak, met open of dichte zijde en met lang de vondst van conservenblikjes uit de of kort voorblad. Deze schoen kan Napoleontische tijd. In de 22e jaargang (nr. dichtgemaakt worden met veters, 4, oktober 2000) hebt u een artikel kunnen striklinten of rozetten. lezen over 19eeeuwse mineraalwaterkruiken B: De handschoen die gesloten wordt met een die uit de dichtgeslibde gracht van Huis de kleine en/of afneembare gesp. Wiers te voorschijn kwamen. Verder werd C: De instapschoen, die geen sluiting heeft en uitgebreid onderzoek gedaan naar een daardoor problemen geeft bij de datering. pijpenkop met het mysterieuze merk RAOB. D:De kinderschoen, waarvan het 18eeeuwse (Zie jaargang 21, nr. 1, januari 1999). type gevonden in Bourtange nauwelijks Tenslotte werd in jaargang 19 (nr.1, januari verschilt van 19e- en 20eeeuwse 1997) een artikel gepubliceerd over de modellen. De hielband van de curieuze vondst van een baretinsigne uit de kinderschoen wordt rond de enkel Eerste Wereldoorlog, dat afkomstig bleek gesloten met een metalen, houten of benen van de Britse Rifle Brigade. knoopje. E: De veterschoen, als zodanig in onze tijd Aan deze serie voegen wij dit artikel over nog steeds in gebruik, zij het aangepast aan bij Huis de Wiers gevonden schoeisel en een de hedendaagse mode. aantal leerresten.

Verschillende soorten schoeisel DE ONTWIKKELING VAN DE SCHOEN Als inleiding op deze bijdrage en om een De ontwikkeling van de schoen kan op twee indruk te geven van de soorten schoeisel manieren worden bestudeerd: door te kijken die in de afgelopen eeuwen werden gedra- naar de technologie en naar de veranderingen gen is onderstaande indeling van belang. Zij in de mode. is het resultaat van bodemvondsten die werden gedaan in het Nederlands-Duitse De technologie grensgebied rond Bourtange (Groningen), De prehistorische schoen was niets anders dan zoals weergegeven in een publicatie van O. een stuk ongelooide dierenhuid, dat door Goubitz met de titel Schans op de grens, middel van een gesp werd vastgemaakt aan Bourtanger bodemvondsten 1580 - 1850. Bij de voet. In de Bronstijd (2300 deze indeling wordt onderscheid

141 tot 800 voor Chr.) kwam men op het idee Het modebeeld om een naad aan de achterkant aan te In de archeologie is geleidelijk een brengen. Later werden ook naden aan de volledig beeld ontstaan van de ontwikkeling voorkant aangebracht. Dit type schoen (een van de schoen vanaf de prehistorie tot soort sandaal) was ca. 500 jaar na Chr. in heden. Natuurlijk is het niet zo dat hierdoor gebruik en wordt door sommige etnische van elk decennium een schoen kan worden groepen nog steeds gedragen. In de getraceerd. De ontwikkeling in vroegere Merovingische tijd (400-750 na Chr.) eeuwen verliep vele malen trager dan bestonden schoenen uit niet meer dan een tegenwoordig. Het ontstaan en de ontwik- reepje leer. In de Karolingische periode keling van de zool binnen het verloop van (midden 8e - begin 10e eeuw) bestonden ze slechts enkele generaties moet dan ook als uit twee stukken leer, één stuk voor de bijzonder snel worden gezien. Uiteraard bovenkant van de voet terwijl het andere bestaat er ook een relatie tussen de dienst deed als zool; er is dan slechts één technologische (ambachtelijke) ontwikkeling naad aangebracht. In de 8e en 9e eeuw en de heersende mode. Hetzelfde geldt voor werden schoenen met meerdere naden ver- diverse andere met de hand vervaardigde vaardigd. Maar zelfs in de 12e eeuw werden gebruiksvoorwerpen. sommige schoenen nog vastgemaakt met Zo zien we hoe elke fase van technische een riem om de voet of de enkel en via vooruitgang, waarbij nieuwe methoden gaatjes in het leer dichtgesnoerd. In de 14e en worden geperfectioneerd, weer plaat- 15e eeuw zien we verschillende manieren om smaakt voor een periode waarin met schoenen vast te maken. andere technieken wordt geëxperimenteerd Vanaf het eind van de 15e eeuw, dus en nieuwere modellen met andere decoraties slechts enkele generaties later, wordt de tot stand komen. Het eind van zo'n periode schoen uitgerust met een buiten- en wordt gekenmerkt door een volmaakte binnenzool en soms ook nog met een tus- uitvoering en het begin van een verandering senzool. De zool als geheel bestond toen uit die dan nog gebrekkig aandoet. De twee of drie lagen. Dat schoenmakers de techniek moet daarvoor opnieuw worden zolen dikker maakten was het gevolg van het verbeterd en de fase verloopt uiteindelijk feit dat steeds meer wegen werden geplaveid identiek aan hetgeen voorafging. Daarbij en zolen daardoor sneller sleten dan het geval moet niet worden vergeten dat economische was op de onverharde paden. In de 16e voor- en tegenspoed ook van invloed waren eeuw kwam men op het idee onder de op de ontwikkeling van het schoeisel. schoen een hak aan te brengen.

De oudste schoen die in de gracht rond Huis de Wiers door de werkgroep Archeologie is opgegraven, dateert van omstreeks 1830.

142

Interessant is het gegeven dat sommige modeverschijnselen al vroeg ontstonden en Zowel het naaien van het bovenleer als de dan ineens lange tijd - soms honderden jaren bevestiging van de zool gebeurde op een - verdwenen. Zo veranderde de vorm van de leest. Omdat de 18e- en 19e-eeuwse schoenen zool diverse malen, maar ook de naden een stevige dubbele zool hadden - met een waarmee het bovenstuk van de schoen met tussenzool werd het geheel nog dikker - kon er de zool werd verbonden. Voor archeologen in geval van reparatie eenvoudig met houten biedt dit het voordeel van een vrij pennetjes worden gewerkt. Alle naaigaten nauwkeurige datering, want dit maakt het werden met een priem (van een els) mogelijk om bijvoorbeeld 8e -en 16e-eeuwse voorgestoken. Het met pek ingesmeerde schoenen van elkaar te onderscheiden. naaigaren werd met behulp van een dikke haar uit de nek van een varken (de zogeheten De werkwijze van de schoenmaker borstelnaald) door de gaten gevoerd. Het leer Tot aan de industrialisatie die in Nederland zal ongetwijfeld met vet waterdicht zijn aan het eind van de 19e eeuw zijn intrede gemaakt. Aan de schoenen uit vroeger eeuwen deed, werd de schoen geheel met de hand kunnen we zien dat ze vaak werden vervaardigd. Alle verbindingen werden gerepareerd. Er werd dan een stukje leer handmatig aangebracht zonder gebruik van tussengezet, of de reparatie geschiedde met lijmsoorten. Slechts bij uitzondering werden een gesp of veter. Pas in laatste instantie spijkers gebruikt.Voor de wat luxueuzer uit werd de schoen weggegooid, althans door te voeren modellen gebruikte men in degenen die niet tot de bevoorrechte klasse sommige gevallen kalfsleer en voor heel behoorden. exclusief schoeisel werd het bovenwerk van geitenleer of textiel vervaardigd. Voor de HET SCHOEISEL ROND HUIS DE WIERS gewone schoen werd doorgaans rundleer De schoenen die leden van de werkgroep gebruikt. Aangezien alle naden aan de archeologie van de Historische Kring binnenzijde van de schoen liggen, moest men Nieuwegein in 1997 bij Huis de Wiers aantrof, eerst het bovenleer naaien en wel zijn afkomstig uit de gracht rond deze binnenstebuiten. Daarna werd het gekeerd buitenplaats. Aangezien het terrein zou worden en kon het zoolwerk eraan worden gesaneerd, konden wij als werkgroep de gehele vastgenaaid. gracht onderzoeken en daaruit zijn de schoenen Als afsluiting van alle werkzaamheden werd tevoorschijn gekomen. De oudste schoen de hak onder de schoen bevestigd. dateert van omstreeks 1830. Deze datering kan als vrij nauw

Een tekening van de gevonden schoen. In `ongeschonden' staat is het verschil met het echte exemplaar (pagina 142) goed te zien.

143 keurig worden beschouwd, omdat bij dit len ringetjes op de schoen, waar de veter type nog geen onderscheid wordt gemaakt doorheen gaat. Voor de 20e eeuw werden tussen een linker- en rechterschoen. Pas in de alleen de gaatjes aangebracht. Het is periode van industrialisatie rond het eind opmerkelijk dat op Huis de Wiers een van de 19e eeuw komt er voor het eerst kinderschoen is gevonden, omdat de meeste sedert de Romeinse tijd weer een duidelijk kinderen in die tijd op blote voeten liepen, onderscheid tussen de beide schoenen van maar dat zal te maken hebben met de één paar. De zool van deze schoen werd welstand op Huis de Wiers. De vorm van de vastgeslagen met spijkers. Alleen al stiksels aan de voorkant wijst op een leuke daardoor onderscheidt die zich van de andere versiering met een soort golfmotief, terwijl schoenen. Hij moet ongeveer maat 40 ook de stiksels in een rij van drie op hebben gehad. Helaas werd de schoen versiering wijzen. Tenslotte is een smal en gemeten na conservering. Dat is eigenlijk lang tongetje in de schoen aangebracht. Wilt niet de juiste methode, want het leer is dan u de kinderschoen zien? Dan verwijs ik u naar gekrompen. Het conserveren gebeurde Museum Warsenhoeck vitrine nr. 7 in de door vriesdroging bij Archeoplan in Delft, tentoonstelling `Kastelen en buitens in `Oud- dat onder meer archeologische en museale Nieuwegein'. voorwerpen conserveert en restaureert. De breedte van deze schoen is aanzienlijk De laars minder dan de huidige schoen met maat 40. Laarzen behoorden in de 17e en 18e Helaas is het dunne leer (1 mm dikte) bijna eeuw tot de gewone dracht, maar als geheel verdwenen; alleen een stuk aan de bodemvondst komen ze niet vaak voor. De achterkant zit er nog. Er bestonden oorzaak is dat ze nauwelijks als laars verschillende technieken om het worden herkend. Wanneer de zool versleten bovenleer aan de onderkant vast te maken; was, kon het schachtleer nog voor andere in dit geval werd het bovenleer onder de doeleinden worden gebruikt. Paste de binnenzool vastgenaaid. Daaronder zitten laars niet meer, dan sneed men delen van dan nog ten minste twee zolen. Aan de de schacht af om er een schoen of muil van achterkant is het hakje nog aanwezig. Het is te maken. Van een afgesneden laarsschacht van binnen opgevuld met hout. maakte men met name klomplaarzen of Er blijkt een relatie te bestaan tussen de bloklaarzen. Bij de op Huis de Wiers dikte van de zool en het bovenleer. Is de gevonden laars is er wat onduidelijkheid zool van dun leer, dan is het bovenleer dik en over de datering. Enerzijds lijkt hij andersom. sprekend op een zgn. Wellington-laars uit Wat de datering rond 1830 betreft, die is de periode 1830-1840. In A History of the voor een belangrijk deel naar voren gekomen Fashion van E. Wilson staat een afbeelding uit het verrichte onderzoek. Maar ook door van een laars die sprekend op de door onze vergelijking met andere schoenen en na de werkgroep gevonden laars lijkt. bestudering van schoeisel in het Anderzijds zou het ook een rechterschoen Ledermuseum in Waalwijk en de hulp die kunnen zijn uit de periode 1870-1880. In het daarbij werd geboden door de suppoosten Ledermuseum in Waalwijk kon men van dat museum. hierover ook geen uitsluitsel geven. Het museum adviseerde ons beide mogelijkheden De bij Huis de Wiers gevonden kinder- open te houden. De moeite van het schoen behoort tot het type veterschoen en vermelden waard is de versiering op de laars: dateert uit de periode 1910 - 1920. De een horizontale stikrand op zo'n 10 cm onder datering kan worden afgeleid uit de meta de bovenkant

144 die ineens ophoudt, plus een kleine verticale Kinderschoen versiering iets onder de bovenkant. Het gaat Lengte: 19.5 cm hier niet om herstelresten, want het leer is Breedte: min. 4.3 cm, max. 7 cm daar nog gewoon intact. Uit het onderzoek Hoogte: 11 cm blijkt wel dat de laars als gewone dracht werd Maat: ongeveer 28 gebruikt en niet specifiek bij een militair Datering: 1910-1920 hoorde. Kenmerken: zeven ijzeren ringetjes voor de veters, per kant FEITELIJKE KENMERKEN: Zool bestaat uit 2 delen, binnenvoering: een hardleren rand van 5 cm hoog bij de hiel en Schoen loopt schuin af naar het midden van de Lengte: 27 cm schoen (in de lengte), dubbele stikrand Breedte: min. 6.5 cm, max. 9 cm aanwezig en 3 rijen stiksels aan de voorkant, Hoogte: 8 cm mede voor versiering. Tong aanwezig, ong 9 Maat: ongeveer 40 cm bij max 1 cm. Datering: 1830 Kenmerken: zool in drie lagen, met spijkers, Laars vanaf 12 cm vanaf de achterkant gezien, Lengte: 28 cm geen leer meer aanwezig op de zool, hakje Breedte: min. 6 cm, max. 9 cm ongeveer 1.5 cm, vijf lagen, en van binnen Hoogte: max. 30 cm Maat: met hout, een stikrand aan de bovenkant ongeveer 41 Datering: 1880 van het leer achterop. Leer is gestikt onder Kenmerken: zool in drie lagen, hakje 1,7 de eerste zoollaag. Geen linker of cm, zeven lagen, de schacht is gestikt op een rechtervoet. hoogte van 8 cm met aan de binnenkant een hardleren band, gestikt naar boven toe aan de linker- en rechterkant (symmetrisch), sierstiksel horizontaal op 10 cm vanaf de bovenkant, en verticale sierstiksel van 1 tot 4,5 cm van de bovenkant, rechterschoen.

Gebruikte literatuur: - E. Wilson, A History o f the Fashion, (1969) - Schans op de grens, Bourtanger bodem- vondsten 1580 - 1850, (Sellingen 1993)

Bijzonder aan de gevonden laars rond Huis de Wiers is een horizontale stikrand bij de bovenkant en een kleine verticale versiering iets onder de bovenkant.

145

Burgemeester krijgt eerste exemplaar kastelenboek en opent tentoonstelling

BLIJ MET PARELTJES UIT HET VERLEDEN

Door Gerard Veerkamp

„Nieuwegein is een jonge stad, bestaat als Jutphaas en Vreeswijk - de voorlopers van gemeente pas 34 jaar. Hier staat veel Nieuwegein - , in het bisdom Utrecht en ten nieuwbouw. Soms geslaagd, hier en daar opzichte van de Heerlijkheid Vianen minder geslaagd. Gelukkig zijn er nog vormgegeven aan wat het gebied was en is. kastelen en buitens over als pareltjes van het Die kastelen en buitens gaven de bewoners verleden." voedsel, zekerheid, werkgelegenheid en De Nieuwegeinse burgemeester De Vos veiligheid. Dat soort zaken hoort een stad erkende bij de officiële presentatie van het als Nieuwegein nog steeds te bieden. Hoe is boek `KASTELEN EN BUITENS IN OUD- de functie van Nieuwegein nu in de regio? NIEUWEGEIN' en de opening van de De oriëntatie op die functie heeft te maken gelijknamige tentoonstelling in museum met de identiteit van Nieuwegein, die moet Warsenhoeck, dat we ons te weinig bewust worden opgefrist. Hoe daarover na te zijn van die pareltjes. denken, te handelen is een opgave Jammer genoeg schitteren anno 2005 nog waarvoor we nu staan. slechts enkele van die historische pareltjes. Om die reden achtte de werkgroep De Vos opende de gelijknamige tentoon- Publicaties van de Historische Kring stelling over de kastelen en buitens door een Nieuwegein het hoog tijd om de geschiedenis gevelsteen van Huis de Geer te onthullen. De van die kastelen en buitens te boek te gevelsteen, aan ons museum in bruikleen stellen. Dat gebeurde overigens niet voor de gegeven door Nieuwegeiner P. Smit, heeft - eerste keer. In 1979 gaf de Historische Kring vaderlands-historisch gezien - een bijzonder al het boek `Van Ridderhofstad tot `bouwjaar': 1648, het jaar waarin de Tachtigjarige Oorlog eindigde.

Buitenplaats' uit, waarin jan Schut en Gerard de Waard de geschiedenis van kastelen, bui- tenplaatsen en hun bewoners rondom het Gein beschreven. Nu, in dit jaar van het Kasteel ging de werkgroep Publicaties op herhaling en zette jonna Dommerholt aan de hand van `Van Ridderhofstad en Buiten- plaats' de kastelen en buitens opnieuw in de schijnwerpers.

Burgemeester De Vos vond op die feestelijke bijeenkomst op 27 april een link met het (verre) verleden, zo fraai beschreven HKN-voorzitter Martens (rechts) overhandigt het eerste in het boek. Daarin is de exemplaar van 'Kastelen en buitens in oud-Nieuwegein positie van aan burgemeester De Vos.

146

Ooit werden de mensen in deze contreien per paardentram vervoerd. Om precies te zijn van 1893 tot 1923. Voor die tijd werd de `trekpaardenkracht' geleverd via stoom. De paardentram, het reisgezelschap en enkele `hoogwaardigheidsbekleders' staan of zitten op deze foto mooi te wezen voor een laatste rit op de Utrechtse Straatweg ter hoogte van De Bongenaer. Op de bok zitten koetsier Pé van Rooyen, mevrouw Erzey, koetsier Dirk jonkers en conducteur Frits Clever. Let ook eens op die fraaie straatlantaarn: een echte petroleumlamp. En... de telefoon- en elektriciteitsleidingen lopen nog bovengronds.

147

`De molen van Van Eck' was vroeger een ideaal voorwerp om via ansichtkaarten een `Groet uit Vreeswijk' te doen. Dit gezelschap poseerde tussen 1900 en 1904 voor de fotograaf. Rechts de huizen op de Kade met daarachter de Hervormde Dorpskerk. Dit typerende dorpsgezicht behoort vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw echter tot het verleden. Achter de Dorpsstraat en rondom de Molenstraat en de Kade werd de buurt grotendeels gesaneerd, een mooi woord voor gesloopt. De molen blijft tot 1930 in bedrijf. Daarna wordt de romp gebruikt als opslagruimte en in 1942 wordt het bovenste deel weggehaald. Rond 1970 moet ook de onderste restant van de molen eraan geloven om plaats te maken voor appartementen.

148

Het wachtpaviljoen van de Tram- en Bargedienst bij de Lage Brug in Vreeswijk was het eindpunt van de paardentram in het schippersdorp. Hoewel er in de tram geen onderscheid werd gemaakt tussen eerste- en tweedeklas-reizen, gold dat wel voor het wachten op dit openbaarvervoermiddel. Links de ingang eerste klasse, rechts tweede klasse. Het deel van de tweede klasse was ruimer, maar de eerste klasse was luxueuzer gemeubileerd. Ook toen vonden reiziger (lang) wachten op de tram vervelend. Voor hen was er koffie, thee of chocolademelk te verkrijgen. Het gebouw stond van 1895 tot juni 1917 te pronken aan de Handelskade. Mooi was vooral de versiering in Jugendstil. Tot half juli 1923 reed eerst de stoomtram en later de paardentram tussen Vreeswijk en Utrecht. Daarna trokken Ford-busjes nog vijf jaar de wagens over de rails. Toen kwam de bus en in 1983 keerde de (snel)tram in het stadsbeeld terug.

149

De wipwatermolen in volle glorie aan de in vroeger tijden geheten IJsselsteinseweg, nu Herenstraat. We kunnen en willen er niet omheen. Volgens de laatste plannen zou de molen, waarvan na afbraak voorlopig alleen het onderstuk langs de Hollandse IJssel is teruggekeerd, nu onderhand geheel gerestaureerd zijn. Op een plek die de Historische Kring dierbaar is, want op een steenworp afstand van ons Museum Warsenhoeck. Maar er zit nog steeds geen enkele beweging in... De fietsers over die IJsselsteinseweg rijden op deze foto richting de Henkel- fabrieken, bij ouderen wellicht beter bekend als de Persil, officieel de Nederlandsche Persil Maatschappij. Voorheen voeren er nog kleine beroepsvaartschepen door de Doorslagsluis. Tegenwoordig zijn het pleziervaartuigen, die hun weg door waterrijk Nederland vervolgen. Of die in jutphaas langs de vernieuwde kade afmeren.

150

GEVECHT BIJ HET DORP DE VAART BUITEN UTRECHT

Af en toe nemen we in Cronyck de Geyn een verhaal mee, dat in de beginperiode van de Historische Kring ons blad `sierde'. Onderwerpen die het verdienen nogmaals onder de aandacht van `ouwe getrouwen'te komen of of interessant zijn voor leden van de Kring, die zich later aangemeld hebben. Deze keer een beschouwing van Otto Pijpker over de strijd, die zich op 9 mei 1787 afspeelde tussen Jutphaas en Vreeswijk.

Omstreeks 1740 begon in de Republiek der brengende tijdingen bereikten in die dagen de Zeven Verenigde Nederlanden een groep stad, maar meestal was het loos alarm. aanzienlijke burgers met betrekking tot de Anders was het echter met een bericht, dat verdeling van macht, politieke eisen te stellen. begin mei van het jaar 1787 werd verspreid. Deze burgers die niet in het Bestuur waren Wat was het geval? opgenomen (dit was voorbehouden aan slechts In de voormiddag van 9 mei ontving het enkele vooraanstaande regentenfamilies) Gerecht van Vreeswijk (in die dagen een noemden zichzelf de Democraten en zij drongen heerlijkheid van Utrecht) bericht van bij Stadhouder Willem IV aan op Gedeputeerde Staten van Utrecht tot het hervormingen. Die wilde daar echter niet op inkwartieren van vier compagnieën soldaten, ingaan. De democraten keerden zich daarop welke zouden moeten dienen voor het herstellen tegen hem en gingen samenwerken met de van rust en veiligheid van de ingezetenen. Direct staatsgezinde regenten die eveneens meer macht na ontvangst van het bericht gaf de Drost van voor zichzelf en minder voor de Stadhouder Vreeswijk deze kennis door aan de wilden. De nieuwe partij, die hieruit ontstond Burgemeester van Utrecht, die in allerijl de noemde zich de Partij van de Patriotten. Ook van vroedschap deed bijeenkomen. Als een lopend Willem V, die zijn vader in 1751 opvolgde, vuurtje verspreidde het gerucht zich door de werden geen vernieuwingen verwacht en hun stad. De raad besloot het Gerecht Vreeswijk hoop was daarna gevestigd op Frankrijk, te schrijven geen inkwartiering van de troepen waaruit de nieuwe ideeën afkomstig waren. Te toe te staan, daar naar hun mening de Staten weten een betere verdeling van de macht. niet bevoegd waren Vreeswijk hiermee te Omdat zij in de Gewestelijke Staten belasten. Men begreep echter ook wel dat dit soms de meerderheid bezaten, ontnamen zij bevel niet zou baten om de troepen, wanneer Willem V vrijwel alle macht. Met hulp van deze iets vijandigs in de zin zouden hebben Pruisische troepen en de steun van Engeland tegen de stad Utrecht, van hun voornemens af werd de Stadhouder in 1787 weer in gezag te houden. Men besloot daarom om het bevel hersteld. krachtdadig te ondersteunen en een gewapende macht er op af te sturen.Toen dit Utrecht besluit in de stad bekend werd, boden zich in Ook in de stad Utrecht leefde de drang korte tijd ongeveer duizend burgers als hulp aan. naar hervorming zeer sterk. Deze stad was in De raad besloot echter zelf 200 man te kiezen uit die dagen dan ook de plaats, waarop heel de twee oudste Burgercompagnieën. Men Nederland het oog had gevestigd. Van tijd tot voegde daaraan enige kanonniers en dertig tijd verzamelden zich daar gewapende scherpschutters toe. Aan de heer D'Averhoult burgers afkomstig uit verschillende streken ter werd het opperbevel opgedragen met naast verdediging van de bedreigde stad. In het hem kapitein-luitenant C.G. Visscher. De heer nabij gelegen Zeist bevond zich namelijk "eene van Goens met nog twee andere officieren bende Staatsche troepen" om een wakend oog voerden het bewind over de artillerie. te houdenn op de verrichtingen van de burgers. Veel onrust

151

Naar het strijdtoneel. soldaten in aantocht waren en dat die zich op Tegen half zeven `s avonds gingen zij op weg, slechts korte afstand bevonden. Dit bericht met medevoering van drie stukken geschut werd nog nader bevestigd door één van de en uitgeleide gedaan door een grote menigte scherpschutters, Michiel Gentenaar, die de burgers. Om half acht was de groep het dorp moed bezat tot in het midden van de vijand te jutphaas genaderd. Hier ontving D' kruipen en na alles nauwkeurig te hebben Averhoult bericht, dat hij bij de brug (de oude opgenomen weer terugkroop naar zijn Doorslagbrug) door de vijand werd makkers. Het was toen inmiddels 10.00 uur 's opgewacht. Enige ogenblikken later werd avonds geworden en D'Averhoult wendde hem echter medegedeeld dat zijn zich tot zijn mannen met de woorden: "Op tegenstanders niet meer te zien waren en mijn pal staan kunt gij rekenen en zich waarschijnlijk hadden teruggetrokken indien gij mij een voet ziet naar Vreeswijk. D'Averhoult vermoedde een terugdeinzen, schiet mij dan vrij ter list en liet de huizen in jutphaas doorzoeken. neder. " Er werd niemand gevonden. Hij vervolgde met de troepen zijn weg naar de plaats waar Terwijl de scherpschutters zich op één punt hij vermoedde, dat zijn tegenstanders zich verzamelden en men bezig was het geschut in bevonden. Intussen viel de duisternis in. stelling te brengen, brandde de vijand, zonder Terwijl de burgers langzaam richting voorafgaande waarschuwing, los en begon de Vreeswijk gingen, waren de schutters hen aanval in een kromming van de weg. Terstond ongeveer veertig meter vooruit gegaan. Deze sneuvelde kanonnier Van der Vlerk. De tweede ontdekten als eersten, dat er serie schoten kostte het

De troepen van de stadhouder in actie tijdens hun Gevecht aan de Vaart

152 leven van kapitein luitenant C.G. Visscher. editie van de "Utrechtse Courant", waarin Ook vielen er onder de burgers enkele bijzonderheden bekend werden gemaakt over gewonden. Na de eerste verwarring slaagde de begrafenis van Kapitein-luitenant Visscher D`Averhoult er in de orde te herstellen. De en kanonnier Van der Vlerk. Afscheid van scherpschutters vuurden terug en na enkele gesneuvelden. Op maandag 15 mei werd schoten van de veldstukken begon het vijan- Cornelis Govert Visscher met veel pracht en delijke vuur al te verflauwen en zich te ver- praal begraven. De stoet bestond uit : wijderen, totdat het geheel ophield. Nadat de 1. Een compagnie jagers. vijand zich uit de voeten had gemaakt, rukte 2. Twee stukken geschut en twee de bevelhebber op tot aan de plaats, waar het trommen,getrokken door paarden. vijandelijke legertje zich had bevonden. De 3. De burger-compagnie Turkyen, waaro grond lag bezaaid met geweren! Na het ver hij het bevel had gevoerd. gevecht trok D'Averhoult terug naar jutphaas, 4. De adjudanten van de compagnie jagers, waar hij de gehele nacht met zijn mannen die het wapen van de overledene met zich paraat bleef. De volgende dag zond hij 25 meevoerden met het volgende opschrift: man naar het slagveld om het te inspecteren. Om half acht ging D'Averhoult Ter naar Vreeswijk, waar hij op de dijk een bat- Gedachtenis terij liet opwerpen. Aangezien de Utrechtse VAN Mr. C.G. Visscher soldaten niet werden afgelost, besloten zij Bevelhebber van het Burger Vaandel op 10 mei `s avonds bij toortslicht naar TURKYEN Utrecht terug te keren, waar zij door de bur- En der vrijwillige Scherp-Schutters gers met gejuich werden ontvangen. Aldus Ten dienst der stad Utrecht eindigde deze gedenkwaardige onderneming Heldhaftig voor de VRYHEID van Utrechtse burgers. STADS- en BURGER- RECHTEN gesneuveld door het Lood De balans der geweldenaren Het aantal gesneuvelden in dit gevecht, den IX Meij dat niet langer dan ruim een kwartier had MDCCXXXVII geduurd, bedroeg aan de zijde van de bur- Oud XXIII, Jaren gers twee man. Het aantal gesneuvelde III Maanden en XI dagen. tegenstanders was niet precies te bepalen, maar dat moet aanzienlijk zijn geweest. Behalve één dode werden 21 soldaten, Onder het wapen prijkte de tekst: waaronder enkele gewonden, de stad "Treur niet, o Stichtenaar, maar volg dien binnengebracht. De veroverde buit bestond Heldenmoed, de Vrijheid is het waard, al kost uit vier vaandels, drie kwartiervaandels, zij Burgerbloed." twaalf trommen, zeven hellebaarden, sabels, ransels, hoeden en grenadiersmutsen. 5. Vijfde in de stoet was het paard van de Er was een muts bij met het hoofd van een gesneuvelde, met zwart laken omhangen. soldaat er nog in.Verder nog 300 geweren, 6. De lijkkoets met zestien dragers. de hoed en het paard van Commandant van 7. De vader en verdere bloedverwanten in Efferen en een kist met geld. Nog voor het vier koetsen. einde van de maand mei werd deze buit als 8. De Heer van Amerongen tot Deyl van zegeteken ten toongesteld in één der Renswoude en de Graaf van Boetselaar. bovenvertrekken van het Utrechtse stadhuis. 9. De burgemeester en verdere leden van Omstreeks 12 mei verscheen er een extra de vroedschap.

153

10. De secretaris van politie en leden van het en genie. gerecht. 16. De adjudanten 11. De afgevaardigden van de burgerij. 17. De onderbevelhebbers. 12. De commissie tot het defensiewezen. 18. De bombardiers 13. De bevelhebber van de stadsschutterij. 19. De sergeanten 14. De bevelhebber van de Artillerie 20. Alle schutters, kanonniers en hulptroe en Genie. pen, welke bij het gevecht tegenwoordig 15. De bevelhebber van de hulptroepen waren geweest.

De troepen verlaten Utrecht op weg naar het gevecht dat ze gaan leveren.

154

Onder het spelen van treurmuziek trok de de rechten zijner geboorte Stad, door stoet door de voornaamste wijken van de stad Tirannen onderdrukt, heldhaftig gesneuveld. naar de Buurkerk, waar het lichaam zou Geboren den 2 July 1765." worden bijgezet. De andere dag, 16 mei, werd met de gebruikelijke krijgseer de Het vervolg uitvaart voor kanonnier Robertus van der Na het gevecht hield men binnen Utrecht Vlerk in de Weeskerk gehouden. Ook hierbij meer en meer rekening met tegenstand. Men waren vele autoriteiten en diegenen die aan bracht de stad in staat van verdediging. Het het gevecht hadden deelgenomen, aanwezig. baatte echter niet, want zonder slag of stoot Op de doodskist van de gesneuvelde lag een viel de stad in handen van de krijgsmacht der tinnen plaat met het opschrift: "Hier rust een Prinsgezinden, welke sinds geruime tijd bij Batavier; Robertus van der Vlerk Kanonnier Zeist had gelegen. bij de Artillerie der Stad Utrecht. Is op den 9 Mey1787, des avonds ten tien uren tegen een Bronvermelding: C.J. Nachtglas. Utrecht groot gedeelte van het regiment van den tussen Pruis en Fransoos. Graaf van Efferen, met zijne Mede- Burgeren Jacobus Kok. Nederlandsch Woordenboek. strijdende voor Utrecbtsche Courant, 11 mei 1787.

VERVOLGAVOND OVER NIEUWEGEINSE KASTELEN.

Op maandag,17 oktober a.s.' is om 20.00 uur in De Bron een dia-avond over Nieuwegeinse kastelen en buitens. De presentatie is een vervolg op het programma, dat op 18 oktober 2004 is geboden. Tijdens die dia-avond kwamen de huizen Plettenburg, Bongenaar, Heemstede, De Wiers, Gildenborg, Vronestein, Rijnenburg en Everstein niet in de presentatie voor. Voor de komende 17e oktober schreef Piet Daalhuizen een "wandeling" vanaf Plettenburg tot aan Everstein en naast vertelsels over de kastelen worden van de "wandelroute" dia's vertoond van historische plekjes in jutphaas en Vreeswijk. Dus Maandagavond, 17 oktober 2005, 20.00 uur, De Bron lezing "De Nieuwegeinse kastelen en buitens" (deel II). Entree: leden en donateurs gratis; anderen € 1,20.

155

ODE AAN LEEN VAN DIJK

In het januarinummer van Cronyck de Geyn J. Schut kunnen lezen. Een greep: sluis- las Vreeswijker jan Monster in de aflevering wachter, koster, zandschipper, tuinman, `VOOR U GELEZEN IN' over Leendert van slager, kruidendokter, molenaar, sjouwerman, Dijk, de man die in het begin en midden van wapenpoetser, babysitter, buurtschipper, de vorige eeuw `heel Vreeswijk in het zakje brugwachter... van zijn schipperstrui had'. Over de man, die Jan Monster maakte, toen hij als kind boven de als er een vliegtuig overkwam, met zijn rode winkel van zijn vader in de Dorpsstraat schipperszakdoek of gewoon met zijn blote woonde, Leen van Dijk mee in diens werk- knuisten naar de `grijze vogel' zwaaide. manskleren en zijn bezem van twijgen, Volgens Leendert moest elke piloot hem wel waarmee hij de straat schoonveegde. Hij kennen. Hij was een man van dertien werd ook wel `Leen Babba' genoemd. Jan ambachten, zoals we ook in de bundel Monster stuurde de redactie van Cronyck de `Vreeswijk in het nieuws 1950-1954' door Geyn de volgende bijdrage over Leen en de sluis.

156

VOOR U GELEZEN IN...... HET UTRECHTS NIEUWSBLAD VAN 14 AUGUSTUS 1965.

door Piet Daalhuizen

De wipwatermolen Oudegein is al vele jaren in het nieuws als gevolg van de deplorabele toestand waarin de bijna 400 jaar oude molen verkeert. Overigens schijnt er nu toch echt enig schot in de restauratie te komen. Veertig jaar geleden was het al niet anders ......

Ondanks scheuren, gapingen en andere ouderdomsgebreken:

WATERMOLEN IN JUTPHAAS TROTSEERT DE TIJD.

(door J.A. Ruizeveld)

JUTPHAAS- Langs de Hollandse IJssel, men, staat het eenvoudige huis waar al jaren gedeeltelijk verscholen achter enkele bomen, de gezinnen van de `molenaars' woonden. staat de uit 1640 daterende wipwatermolen Aanvankelijk onder zeer primitieve `Oude Gein' te dromen van een groots omstandigheden, zonder elektriciteit en verleden. Immer, tot voor enkele jaren waterleiding en temidden van de eenzame maalden de schepraderen van de molen weilanden. dagelijks het overtollige water uit de polder in Maar ook nu nog, in augustus 1965, woont de Hollandse IJssel. De eerste eeuwen was de familieW. Star zonder dat in hun huis één men uitsluitend aangewezen op windkracht, kraan van de waterleiding is te vinden. De die de geweldige wieken waarvan de vlucht 61-jarige heer Star, die bouwvakarbeider is, bijna 25 meter is, liet draaien en daardoor de zegt dat hij drie jaar geleden een aanvraag raderen in beweging bracht. In 1934 werd de heeft ingediend om waterleiding te krijgen. molen uitgerust met een dieselmotor zodat bij afwezigheid van wind toch de waterlozing Volgens hem zouden de kosten voor de kon worden voortgezet. aanleg ongeveer fl. 2800 bedragen hebben, waarvan hij er fl. 400 zou betalen. "Maar Nadat achter het voormalige kasteel Oude het is er helaas niet van gekomen," vertelt de . Gein evenwel een automatisch watergemaal in heer Star, "al had ik er die vierhonderd gebruik werd genomen waren de diensten van gulden graag voor overgehad. Nu ga ik de wip-watermolen overbodig en werden de iedere dag bij de Persil-fabriek op 'n krui- b wieken voor altijd op non actief geplaatst. wagen 'n bus water halen," voegt hij er aan Het betekende het einde van een arbeid van toe, "want zonder drinkwater kan niemand meer dan drie eeuwen. En al waren uiterlijk het stellen." Iedere dag langs het smalle de sporen van de lange werktijd duidelijk pad bij de Hollandse IJssel al kruiend met het zichtbaar, tot het laatste ogenblik voldeed de kostbare water. molen uitstekend. Bouwvallig Achter de molen, die in 1955 door de De heer Gerdesse voerde in 1958 herstel- gemeente jutphaas van de polder is overge- werkzaamheden uit en nadat ten slotte enige nomen om eventuele afbraak te voorko jaren geleden de motor uit het hart

157 van de molen was verwijderd konden de het rieten dak draagt duidelijk de sporen schepraderen voorgoed worden stopgezet. van de ouderdom. Het geheel is evenwel nog Driehonderdtweeëndertig jaren van lange, steeds het symbool van de glorie uit vroeger maar trouwe dienst waren beëindigd. tijden en hopelijk zal de vereniging de Hollandse Molen die ook dit `pand' op de lijst Vooral de laatste jaren is de molen erg heeft staan van te verzorgen objecten de bouwvallig geworden. Veel planken en `Oude Gein' niet uit het oog verliezen. Het dikke balken vertonen scheuren en enorme zou een groot verlies betekenen voor gapingen; de muren bij de schepraderen zijn jutphaas wanneer deze molen zou moeten verzakt en gedeeltelijk ontzet en ook worden gesloopt.

ZOALS HET WAS, WAS EVEN ANDERS

In het aprilnummer van Cronyck de Geyn beschreven we in de rubriek `Vreeswijk zoals het was' een vroeger dorpsbeeld van de Lekstraat met zicht op de Oude Sluis. We beweerden dat in een pand op de foto tegenwoordig café-restaurant Gildenborch zit. Oplettende lezers van de Cronyck hadden al snel opgemerkt (en ons laten weten), dat die lokaliteit tegenwoordig Poelzicht heet. Voorheen inderdaad Gildenborch, maar dat was al weer jaren daarvoor. Het fotobijschrift bevatte nog een fout. Niet het gebouwtje, waar een boetiek en later de eenmanskapperszaak van Slaak Slokkers was gevestigd, had vroeger als arrestantencel dienstgedaan. Dat betrof een ander pandje op de foto. Excuses voor die historische fouten onzerzijds.

158

WONEN, WANDELEN EN SPEUREN - TOEN EN NU

In deze laatste Cronyck de Geyn van 2005 hebben we vooral geprobeerd de mens in vroeger tijd en een beetje nu centraal te stellen. Dat vertaalt zich onder meer in de fotokeuzes in de rubriek Jutphaas/Vreeswijk... zoals het was. Nieuwegeiner Auke Hulleman, restaurateur van meubels, verdiept zich al jaren in de historie: in die van zijn woonplaats, zijn familie en woon- en werkplek (Lekstraat en Oude Sluis in Vreeswijk). Hij ervaart periodes in onze geschiedenis als schokgolven. En staat daar af en toe bij stil. Wie zeker niet stilstond, was J.B. Christenmeijer. Hij beschreef in de eerste helft van de negentiende eeuw zijn wandelingen in de omgeving van de stad Utrecht. Herman de Boois is gegrepen door Christenmeilers belevenissen en neemt de lezer mee op een wandeling vanuit Utrecht door en langs jutphaas en Vreeswijk. Cees Brugman vertrok ook uit Utrecht en kwam in Nieuwegein terecht. Dat speelde zich overigens bijna 150 jaar later af. Brugman vestigde zich in 1974 in de `nieuwe stad': een verslag van een 'nieuwkomer' uit 1974. Oftewel de belevenissen uit een plezierige pionierstijd. En tenslotte dook Piet Daalhuizen in de geschiedenis van de `overloop' van Utrecht. Hij speurde in de krantenarchieven en belandde in 1963 en 1964. De autoriteiten dachten toen nog dat er voor woningzoekenden uit de stad Utrecht uitsluitend in Jutphaas gebouwd zou moeten worden, met name in het gebied Doorslag. Het liep even anders. Veel plezier met uw `wandeling' door deze Cronyck de Geyn.

De redactie

162

VERGETEN SCHOKGOLVEN?

Door Auke Hulleman. bewerking: Roel van Kooten

Onder de titel 'Vergeten schokgolven' zond Auke Hulleman een artikel naar de Historische Kring Nieuwegein. Hij trok daarmee de aandacht van de Werkgroep Publicaties. Werkgroeplid Roel van Kooten zocht contact zoeken met de schrijver.

Auke Hulleman is een onderhoudend verteller „Aan snuffelen in het archief raak je ver- en op vragen mijnerzijds volgde een stroom slaafd", zegt Hulleman. „Ook al heb je een van verhalen! Hij woont zo'n twintig jaar aan hoofdthema dat je grondig wilt uitdiepen, je de Oude Sluis als restaurateur van (antieke) krijgt zoveel andere informatie onder ogen, meubels. De winkel op nummer 17 ziet er aan dat je door gezonde nieuwsgierigheid de buitenkant goed uit; binnen rijst het voortdurend de kans loopt af te dwalen. Dat is vermoeden dat het om een flink oud pand een groot risico." gaat. Met dank aan Auke Hulleman voor zijn Een aantal jaren geleden was - naar aanlei- speur- en schrijfwerk zijn ook wij benieuwd ding van een aantal grossen (koopakte voor of er in of om Vreeswijk nog nakomelingen de eigenaar) - Hullemans' aandacht van de beschreven familie wonen. Meld het getrokken voor de historie van het huis. aan de Historische Kring! Voor iemand met voorliefde voor oud is dat niet zo gek. De 'Vergeten schokgolven' Op mijn opmerking dat hij inmiddels wel van Auke Hulleman alles over zijn huis zou weten, kreeg ik te Nu en dan gaan er schokgolven door onze horen dat hij nog lang niet klaar was! Hij maatschappij. Dan lijkt het wel of we in haalde een aantal ordners van boven, met korte tijd overschakelen naar een nieuw daarin allerlei gegevens - kopieën van tijdperk. De laatste paar jaren ervaar ik akten/brieven, etc. - opgeborgen. Bij het weer zo'n versnelling, een soort revolte. inkijken wordt een mondelinge toelichting Men is het oneens met de gevestigde orde en gegeven. Een boeiend verhaal, dat terug- de huidige gang van zaken. Allerhande oude - gaat tot ongeveer 1675 en nog is de docu- soms ongeschreven - wetten, regels en mentatie niet volledig. Daarna moet van dat gewoontes worden bespreekbaar gemaakt en alles ook nog een verhaal gemaakt worden, veranderen daardoor. En soms ook heel zodat er voorlopig nog volop werk aan de terecht; niet alles van vroeger is beter. winkel is, voordat tot een eventuele Eigenlijk moet het oude zelfs op zijn inhoud publicatie kan worden overgegaan. opnieuw bekeken worden, anders zou de maatschappij verstrikt raken in zijn oude Ook familieonderzoek heeft zijn warme verworvenheden en gewoontes. En dat terwijl aandacht, zodat hij zijn beschikbare tijd de maatschappij toch een voortdurende moet verdelen. Toen men destijds een ontwikkeling doormaakt. geslachtsnaam moest opgeven voor de bevolkingsregistratie, heeft zijn voorouder Wanneer je terugkijkt in de tijd zijn er vele van ervoor gekozen de man van de hul te zijn. deze schokken geweest. Soms waren de Een hul is een heuveltje en het is zelfs bekend schokken zo heftig dat ze met gewapende strijd om welk heuveltje het gaat. „Zoekt en gij gepaard zijn gegaan. Hoe pijnlijk de nasmaak zult vinden, zonder zoeken vind je niets." van die strijd ook was, het liet ook positieve sporen na. Nu kunnen we bijvoor-

163 beeld zeggen dat Napoleon de opdracht heeft van het kadaster uitgeplozen. En dat allemaal gegeven de weg `Parijs - Vreeswijk - Amsterdam' om een beter beeld te krijgen hoe het dorp te verharden. Die weg liep over de huidige Vreeswijk er zo'n kleine 200 jaar geleden Dorpsstraat te Vreeswijk. Zo zijn er vele uitzag. voorbeelden te noemen van dingen,die in tijden van hevige beroering zijn ontstaan. Het begon met het huis waar ik woon. Het was oud, maar hoe oud eigenlijk? De 'Franse Tijd' (± 1800) is voor ons zo'n schokgolf. Onder meer een periode van Op een zeker moment stootte ik op een lijst, gigantische bestuurlijke en administratieve waarin een verkapte en heel summiere veranderingen. Misschien was het wel één beschrijving van een aantal panden in het dorp van de grootste schokgolven. gegeven werd. Er stonden huisnummers bij, Na de 'Franse Tijd' is er veel uitgebreider en maar pech: hoe was nu de nummering? U steeds betrouwbaarder archiefmateriaal raadt het al: onbekend. Dan ga je zoeken en voorhanden gekomen. Op een aantal van die van het één komt het ander. Vreeswijkse bronnen heb ik mij vreselijk vermoeid. Ik heb volkstellingen en Nu volgt een gedeelte van het 'ander' . huisnummer lijsten uitgewerkt en stukken In de volkstelling van 1829 vond ik op huisnummer 42 het volgende gezin:

Jan van Leusden gm Vreeswijk bouwman rk I Maria Cornelia van den Anker ? 38 gv Vianen rk Jacobus van Leusden 11 jm Vreeswijk rk Hendrik 10 jm id rk Elias 5 jm id rk Franciscus 3 jm id rk Jan 4 jm id rk Migtel 13 jd id rk Maria 12 jd id rk Johanna 7 jd id rk Jansje 6 jd id rk Antje 2 jd id rk Migtel de Groot 87 wv Utrecht rk Van de naam Anker ben ik niet geheel zeker o f dat correct gelezen is)

Dit huis ligt volgens mij westelijk van het In de volgende volkstelling (1839) wordt dorp, maar de juiste plaats is mij niet bekend. Migtel mijns inziens Matje genoemd. Ze is Een vader en een moeder met een heel stel dan verhuisd (naar een ongenummerd kinderen en ik denk een oma die bij hen huis) en heeft zeven jongere broertjes en inwoont. zusjes onder haar hoede!! De kleine De vader is boer en allen zijn katholiek. De Johannes is zelfs na de vorige volkstelling getallen daarbij zijn ongeveer de leeftijden en geboren. Van de vader en moeder (alsmede gm betekent gehuwde man, gv gehuwde Maria, Jacobus, Jansje en oma) uit de vrouw, wv is weduwvrouw. Een jongeman (jm) volkstelling van 1829 is geen spoor te vinden. is een ongehuwde man, en dat hij daarbij ook Tussen Migtels 13e en 23e levensjaar zijn nog jong is, is niet noodzakelijk. Een haar ouders (en de anderen) waarschijnlijk ongetrouwde man van vijftig jaar oud is dus ... overleden. een jongeman (jd is jonge dochter). Eigenlijk Natuurlijk kan ik het overlijden in het is dit tot zover helemaal niet opvallend. archief nazoeken, maar dat heb ik niet gedaan, want dan start ik met een nieuw onderzoek en dat is niet mijn opzet.

164

De volkstelling van 1849 wordt gebruikt als Die administratie is ingewikkeld en verwar- uitgangspunt voor een wat primitieve vorm van rend, en daarom zijn de gegevens daaruit bevolkingsregistratie, die tot 1862 geldig is. allerminst vertrouwenwekkend. Ondertussen Het is dus geen moment-opname meer. had de gemeente ook nog de

Matje van Leusden 23 jd Vreeswijk werkvrouw rk Hendrik 19 jm id werkman rk Johanna 18 jd id id rk Elias 15 jm id id rk Jan 14 jm id rk Franciscus 13 jm id rk Antje 11 jd id rk Johannes 8 jm id rk (beroepen zijn niet zo precies omschreven) huisnummering op z'n kop gezet; het aantal Hendrik trouwt korte tijd daarna met huizen was toegenomen en de woonomstan- Katharina van Kesteren en gaat op huisnr. digheden veranderden steeds in de loop 204 wonen. Aangenomen wordt dat van de jaren. Daarin zijn op een bepaalde Johanna in 1859 trouwt met K. Pelle. manier al huisvestingstrends te herkennen. Franciscus overlijdt in het jaar 1860. Elias tenslotte woonde in huis 174. Hij werd na In 1849 woont Matje nog samen met een zijn huwelijk op 21 juni 1854 tweemaal aantal van de jongere kinderen op huisnr. 189. weduwnaar. Op 9 september 1851 krijgt ze een dochter: Maria Cornelia. In 1853 huwt ze G. van de Alleen Antje zou nu nog in dat huis wonen, Bildt en op 15 mei 1854 verhuist Matje met ware het niet dat kind naar Culemborg. In hetzelfde jaar Met dat sprookjesachtige slot zou ik kunnen overlijdt één van de in Vreeswijk achter besluiten, want het is een ondoenlijke taak gebleven broers, nl. Johannes. om alle interessante en boeiende gegevens uit Jan verhuist in 1856 naar en te vlooien.

165 hs geb. plaats beroep overleden vertrokke naar gehuwd nr n 189 Fransiscus van Leusden t 22apr182 Vreeswijk 0 kschippersknec 29nov186 Johannes t 6id o rkht 0 Matje* (zie volkstelling 1839 1831id oh kid 05sep185 15mei185 Culembor geh.23ju1185 nrX19, AH) 1816 geen 4 4 g 3 Hendrik* id o G van de Elias` 1820id 0 kschippersknec Bildt Jan* 1824id o rkht geh21 nov18 Antje 1825id 0 kid 11ju11856 Ro terda 56 Maria Cornelia (van 1829id 0 rkid m Leusden)* / van de Bildt* ( 09sep185 dienstmeid 15mei185 een dochter van Matje!, AH) 1 geen 4 Culembor 9

204 Hendrik van Leusden 14 eb182Vreeswijk h kschipper Katharina van Kesteren 0Amersfoort h rkgeen Cornelia Maria van Leusden 1825Vreeswijk 0 kid Hendrika 9sep1858id 0 rkid Johanna Maria 24nov185id 0 rkid 9 4ok 1861

174 Elias van Leusden 16ja 182 Vreeswijk hwh rkschipper geh.21jun18 4 wh 54 Maria Fiekker t id h kgeen 3ok 1858 Johanna Hufener t 1828Montfoort h rkid 7okt1859 id 1830 geh. l9feb18 Catharina Werkhoven Vianen h rkid 59 1831 E van Leusden geh. l0feb18 60 E van Leusden

Karel Pelle 1826Vreeswijk h kkoopman geh.30ju1185 Johanna van Leusden 1821id h rkgeen 9 Francisca Cornelia Pelle t 30jun186id 0 kid 1 5 ju11861 id 1 (namen met een sterretje "- zijn in het origineel doorgehaald)

Om de exacte panden bij de nummers aan te Mijn mening : In die tijd was het misschien wijzen is een riskante zaak ! Elias woonde niet heel uitzonderlijk, maar in mijn ogen is waarschijnlijk Lekstraat 14. Mogelijk is dit het bewonderenswaardig dat ze de verant- de betreffende Johanna. Zij woonde dan in woording voor die jongere kinderen nam! huis 104, waarschijnlijk in de buurt van de NH kerk. Van door 'archief spitten' leer ik veel: het Antje was waarschijnlijk dienstbode in huis meer op waarde schatten van onze zege- 49; op 1 mei 1850 is zij dan naar Utrecht ningen en het relativeren van al onze ver- vertrokken. worvenheden. Het onderscheid maken van Maar waar ik nu zo benieuwd naar ben is: wat de kern is en wat leuke versiering.

Twee conclusies : Hoeveel is er van dit bewogen gezin Het is een heel grote zegening dat we sinds door mondelinge overlevering nog plusminus de jaren vijftig en zestig van de bekend? vorige eeuw niet meer aan 'kleinigheden' Wat zijn de verhalen? behoeven te overlijden. Als schrikbeeld Wat is er van Matje geworden en heeft ze daarvan ziet u mijn hiervoor vermelde ver- nog levend nageslacht? En -als ze een moeden bij de familie van Lensden. hoge leeftijd heeft bereikt-, heeft de

familie dan mogelijk nog een foto ? >Vervolg op pagina 171

166

In deze aflevering van de rubriek Vreeswijk en Jutphaas... zoals het was vooral aandacht voor de mensen in vroeger tijden, met name in het begin van de vorige eeuw. Zie de trotse poseerders op deze prent ruim honderd jaar geleden, waar het Raadhuis met Plein te Vreeswijk mede het decor vormt om een groet te brengen. De klederdracht van die tijd komt op deze foto goed tot uitdrukking. De mensen staan voor - wat toen was - het kruidenierswinkeltje van de gezusters Van der Vlerk. En het gemeentehuis had - in modern jargon - een multifunctionele bestemming. Zo deed dat destijds ook dienst als stalling voor de Vreeswijkse brandspuit!

167

Aan de Handelskade in Vreeswijk werden de voertuigen van de Tram- en Bargedienst na gedane arbeid `gestald. Vanaf 1.883 kon je je tussen het voormalige schippersdorp en de `grote stad' (Utrecht) - met als tussenstop het meer agrarische dorp jutphaas - openbaar laten vervoeren per stoomtram, paardentram, Fordbusje met tramwagen, autobus/touringcar en sneltram. Deze foto toont rond 1900 de `zomerwagen' van de Tram- en Bargedienst. De eindhalte lag aan de Koninginnensluis. Vandaar werden onder meer de paarden naar de stallen aan de Handelskade gebracht. In het pand links was de firma A. Poppelier gevestigd, waar kruidenierswaren en scheepsbenodigdheden te koop waren. Later werd het de plek voor zeilmakerij Koekman, die er nog steeds zijn nering heeft.

168

Zoals gezegd op de vorige pagina, liep de openbaarvervoersverbinding tussen Utrecht en Vreeswijk via jutphaas. De paarden, die de tram trokken, werden niet alleen in Vreeswijk gestald. Ook in jutphaas aan de Dorpsstraat (nu Herenstraat) mochten de dieren na gedane - zware - arbeid in de stallen van hun rust genieten. Om de mensheid te laten zien waar dat gebeurde, stonden personeelsleden met dit werkpaard even stil voor de fotograaf. Uiteraard staat directeur De Ruiter van de Tram- en Bargedienst er in zijn nette burgermanspak mooi bij. In `dienstkleding' de trampersoneelsleden T. de jong, Donkelaar en P. van Rooyen. Eind 1928 werd de laatste paardentramdienstrit gereden.

169

Het verenigingsleven kende ook in de vorige eeuw een bloeiend bestaan in jutphaas. In 1912 werd de rooms-katholieke mannenzangvereniging St. Caecilia opgericht. Twintig jaar later zaten en stonden deze mannen te pronken bij het vierde lustrum van de club. In die tijd was er voor vrouwen geen plek in het koor. Zij mochten alleen in hun kerk - de Sint Nicolaas - bij de missen en ander vieringen aanhoren, wat de mannen op kerkelijk-muzikaal gebied in hun mars hadden. In de jaren zestig werd St. Caecilia een gemengd koor. Momenteel telt het - inclusief dirigent - 61 leden: onder hen veertig vrouwen. Om de week verzorgen het vrouwen- en mannenkoor gescheiden de zang tijdens de kerkdiensten. Eens in de vier weken doen ze dat gezamenlijk. Een gedeelte van het vrouwenkeer doet doordeweeks de rouw- en trouwdiensten; zaterdags is het daarvoor de beurt aan de mannen. Nog zeven jaar en dan viert St.Caecilia het eeuwfeest; luidruchtig mogen we aannemen.

170 >Vervolg van pagina 166 de historie onderzoeken op zijn wel en wee en onze persoonlijke conclusies daaruit trekken. Er zijn onder ons nog ouderen genoeg, wier Ooit heb ik eens gehoord (van wie die grootouders niet konden fietsen. Gewoon uitspraak was, weet ik niet meer) dat landen omdat ze het in hun jonge jaren niet geleerd met een heel korte historische achtergrond hebben en de fiets een jonger fenomeen is. Ze veelal instabiel zijn. U kunt alle landen zelf deden alles lopend. Tegenwoordig menen nagaan. Een breed gedragen historisch besef we dat we niet zonder een auto kunnen en dat leidt dus mede tot rustiger schokgolven. het dan bovendien nog echt te langzaam gaat ! Is die supersnelheid niet versiering te Als zich voor dit onderwerp een jonge veel? Is de 'nog hoger, nog verder en nog onderzoeker meldt, dan zal ik hem/haar in het sneller mentaliteit' niet net iets te veel archief op weg helpen. gevraagd ? Is het niet heel betrekkelijk? Het is volgens mij van groot belang dat wij

Groeten uit Vreeswijk in de vorige eeuw via een kijkje in de Lekstraat. Dat was nog in een tijd dat de auto geen onderdeel vormde van het straatbeeld. Sterker nog in een tijd, dat oudere inwoners zelfs nog niet hadden geleerd te fietsen. Foto Historische Kring Nieuwegein.

EEN WANDELGIDS UIT DE 19E EEUW Door Herman de Boois

In de eerste helft van de negentiende eeuw begon het toeristische wandelen door het land een zekere populariteit te krijgen. Het land was redelijk veilig, het `horecawezen' ontwikkelde zich onder invloed van o.a. de handel ook buiten de grote steden en in die tijd van romantiek kreeg men oog voor de natuur, landschappelijke schoonheid en de eigen cultuur. Verscheidene wandelaars publiceerden over hun verkenningen. Een van die wandelaars was J.B. Christenrneijer. Hij schreef een soort wandelgids op basis van zijn eigen wandelingen in de wijde omgeving van de stad Utrecht. Dat werd in 1837 in twee deeltjes uitgegeven door S.E. van Nooten te Schoonhoven onder de titel: Het Lustoord tusschen AMSTEL en GREBBE en elders in het Sticht van Utrecht.

Het is in de tijd voordat de huidige rooms- stad Utrecht en een beschrijving van de katholieke Nicolaas- en Barbarakerk wegen naar Bunnik. werden gebouwd, maar van de fraaie protestantse kerkjes in jutphaas en Vreeswijk Op weg naar jutphaas en Vreeswijk maakt de wandelaar geen melding, hoewel Zie daar, u vlugtig met de beide landwegen, die toen beslist wel bestonden. De forten die naar Bunnik geleiden, bekend gemaakt. jutphaas en Vreeswijk waren nog niet Dewijl wij ons nu toch buiten de gebouwd, toch wordt het huis Plettenburg Tolsteegpoort der stad bevinden, wil ik u niet genoemd, evenmin als andere huizen meteen iets zeggen van den weg, die op het langs de Overeindseweg. De wandelaar is vrolijke dorp jutphaas en voorts op kennelijk niet over de brug in jutphaas Vreeswijk en den Lekdijk aan gaat. Deze gegaan. Wel heeft hij het logement De weg maakt een gedeelte uit van den grooten Zwaan aangedaan en naar de overkant straatweg of heerbaan tusschen Utrecht en gekeken. Ook de andere kant op, naar het Gorinchem; en heeft, tot aan het dorp westen, heeft hij niet gewandeld, Vreeswijk toe, den zoogenaamden waardoor hij het Kerkveld niet heeft gezien. Vaartschen Rijn ter zijde. Men kan dus het De sluizen in Vreeswijk betreffen het uitstapje derwaarts, des verkiezende, geheel complex van de Oude Sluis, die niet lang of gedeeltelijk met de trekschuit volbrengen; daarvoor waren gemoderniseerd, maar al waartoe dagelijks verscheidene malen van eeuwen eerder dateren. gelegenheid bestaat.

Hoewel de wandelgids dus een vrij opper- Behalve de gezigten, welke men, van den vlakkige indruk van de omgeving geeft die Lekdijk over en langs de rivier, op het wordt beschreven, is het toch aardig daaruit stadtje Vianen en de aan de overzijde gele- de passages over te nemen die betrekking gene dorpen heeft, zijn te Vreeswijk ook hebben op het huidige Nieuwegein, toen dus inzonderheid bezienswaardig de groote alleen jutphaas en Vreeswijk. schutsluizen, waarmede de Vaartsche Rijn Christenmeijer vermeldt bij alle buiten- van de Lek wordt afgesloten, en die een plaatsen en kastelen die hij noemt de namen werkstuk zijn van den grijzen waterbouw- van de eigenaars in voetnoten op elke kundige, den Ridder j. blanken jz. Jammer, bladzijde. In afwijking van de originele tekst dat de weg naar Vreeswijk, van waar men heb ik dat maar samengevoegd tot één anders eenige niet onbelangrijke vergezigten voetnoot bij de hele geciteerde tekst. Het heeft, niet lommerrijker is. Nabij en door verslag begint na een bezoek aan de jutphaas zijn enkele gedeelten meer beplant; de weg wordt echter nog al door

172 grootere en kleinere hofsteden, pannebak- schenden smaak in tuinsieraden, bijzonder kerijen enz. verlevendigd. beroemd was. lucas rotgans, [...] wijdde aan Heemstede een zijner landgedichten, hetwelk Onder meerdere buitenplaatsen, langs den veertien bladzijden in quarto beslaat, en waarin weg of aan de vaart gelegen, heeft men hier een aantal plaatsen voorkomen, die al een Westraven', Ruimzicht', de Liesbosch3, de koddig denkbeeld geven van den staat der Geer4 en Zwanenburg` en komt dan aan het poëzij in zijnen tijd hier te lande. dorp jutphaas, alwaar de vrolijke ligging van het logement op de brug u, als gij te voet zijt Niet ver van jutphaas, alwaar aan den of hier de schuit verlaat, welligt tot eene wijle Doorslag de Vaartsche Rijn eene aanmer- oponthouds uitnodigt. Niet weinig kelijke bogt maakt, ontlast zich de Goudsche schoonheid wordt aan het gezigt, dat vooral IJssel in den Rijn. Van hier af en langs de van den bovenkamers van het logement hofstede Voorzorg', heeft men een riant gezigt vermakelijk is, bijgezet door het bekoorlijke op eene volgende bogt der rivier, alwaar, Rijnhuizen6, een gedeelte van welks park en schijnbaar te midden dezelve, de buitenplaats tuinen hier langs de vaart gelegen is. Behalve de Bongenaar10, een vooruitspringenden dit riddermatig goed, heeft men in den omtrek hoek maakt, en door hare vrolijke ligging het nog de aanzienlijke buitenplaatsen stroomgezigt hier ter plaatse ongemeen Stormerdijk7 en Groenendaal8 en op ruim een verfraait. Meer landwaarts in en van den vierde uurs afstand naar den kant van Oud- weg af ligt de ridderhofstad Oudegeinii, Wulven, het landgoed Heemstede, hetwelk, terwijl het adellijk landgoed De Wiers12, nog te midden der vorige eeuw, als een der nabij Vreeswijk digter bij denzelven gelegen uitgestrektste lustplaatsen in het Sticht bekend, is, en door deszelfs smaakvol aangelegd park en om zijne vijvers, hertenkamp, grotwerken en sierlijke tuindreven aan de nabuurschap en verderen aanleg naar den toen heer vele schoonheid bijzet.

1 Van den Heer H.N. Ravestein

2 Van den Heer G. Munnicks van Cleeff 3 Van den Heer G.L. Lepeltak 4 Van den Heer B. Baron de Geer 5 Van den Heer E Robert 6 Van Mevrouw J.J. de Geer

7 Van den Heer W.H.P. Baron van Utenhove 8 Van Mevrouw Douairière J.M.C. Baron 9 van Utenhove 10 Van den Heer J. Schalij 11 Van den Heer G. Schalij 12 Van den Heer J.J. Baron de Geer Van den Heer J.C. Cornel

173

`NIEUWKOMER' UIT 1974: PLEZIERIGE PIONIERSTIJD

Door Cees Brugman

Na ons trouwen zijn mijn vrouw en ik gaan wonen in een benedenwoning dicht bij het centrum van de stad Utrecht. Door de geboorte van ons tweede kind werd de woning te klein en zijn we op zoek gegaan naar een grotere woning. In Utrecht was niets van onze gading te vinden. Omdat in die jaren (1973/1974) in Nieuwegein al flink werd gebouwd, zijn we daar gaan rondkijken. Hoog- Zandveld leek ons qua ligging en de ruime en groene opzet het prettigst. En in maart 1974 zijn we verhuisd naar Hoog-Zandveld in het Vreeswijkse deel van Nieuwegein. De bouw van deze wijk was eigenlijk nog De Stoomsteenfabriek `De Lek' was er nog; maar net begonnen. Er waren naar schatting de sloop daarvan is in juli 1974 begonnen. zo'n zestig a zeventig woningen opgeleverd. Op die plek is later de Lekboulevard Van goede bestrating was amper sprake. Wel gebouwd. waren er noodtrottoirs aangelegd. Verkeer in de wijk moest gebruikmaken van de Woonde ik in Utrecht op loopafstand van het bouwwegen. Bij droog weer was dat werk, het was wel even wennen om vanuit redelijk te doen, maar bij slechter weer was Hoog-Zandveld naar mijn werk te gaan. Je het een enorme moddertroep; kortom één kon met de auto, de fiets of de bus naar grote puinhoop. Utrecht. Per auto gaan was geen optie, ook Omdat men nog druk bezig was met het toen waren er al parkeerproblemen in graven van geplande singel stonden de Utrecht. Bij goed weer pakte ik dus de fiets en graafmachines bijna in onze achtertuin. In de fietste ik via het Gemoord en de toenmalige woningen aan de overkant van de straat waren ophaalbrug (waar is die gebleven?) bij kwekerij de bouwvakkers nog bezig met de laatste Baars richting Utrecht. Tussen die brug en het afwerkingen. huidige pand van Karwei was nog geen Een groot gedeelte van de wijk, gelegen bebouwing, het was er nog echt landelijk. tussen de Waterbies, Zonnebloemstraat en Van het huidige stadscentrum was nog niets de Geindijk, hebben wij vanaf de grond zien te bekennen. Menigmaal liepen zelfs opbouwen; van het heiwerk tot en met de fazanten over het fietspad. Ook de boot met oplevering. De bouwwerkzaamheden voor het Utrechtse huisvuil voer toen nog het scholencomplex aan de Lupinestraat richting de plas Mastwijk bij Montfoort. Bij waren net begonnen. minder goed of slecht weer pakte ik de bus en stapte op de bij de halte `Veerhuizen'. Dat Wilde je Hoog-Zandveld uit, dan moest je via betekende wel dat je eerst over een modderige een bouwweg naar de Lekdijk. Deze weg naar de dijk moest lopen. Vaak waren je noodweg, die uitkwam naast de zogenoemde schoenen dan erg smerig geworden. Op 'Veerhuizen', liep ongeveer ter hoogte van het kantoor had ik daarom de nodige spullen huidige cultureel centrum `Het Veerhuis'. Op de liggen om de schoenen weer toonbaar te dijk kon je linksaf richting jutphaas en Utrecht, maken. rechtsaf richting autoweg A2. Ter hoogte van de `Veerhuizen' en de jachthaven, was ook een In Utrecht kwamen de melkboer en de bakker bushalte van de `Twee Provinciën' met een dagelijks bij ons aan de deur. De kruidenier prachtig uitzicht over de rivier en Vianen. Bij was even verderop in de straat. Andere slecht weer was het echter geen pretje om winkels, zoals de kaasboer, drogisterij e.d., op de bus uit Gorinchem of Leerdam te staan waren te vinden in de directe omgeving. wachten. Het centrum met diverse grote winkel-

174

INHOUDSOPGAVE CRONYCK DE GEYN NOVEMBER 2005 - JAARGANG 27

Redactie Wonen, wandelen en speuren - toen en nu ...... 162 Auke Hulleman Vergeten schokgolven? ...... 163 Redactie Vreeswijk en Jutphaas. . .zoals het was ...... 167 Herman de Boois Een wandelgids uit de negentiende eeuw ...... 172 Cees Brugman `Nieuwkommer'uit 1974: plezierige pionierstijd ...... 174 Piet Daalhuizen Voor u gelezen in ...... 175

OPROEP VOOR GASTVROUWEN EN GASTHEREN

Om bezoekers in ons Historisch Museum Warsenhoeck te ontvangen, hebben we gastvrouwen en gastheren nodig. Deze mensen werden ook suppoosten en rondleiders genoemd. In de zomer is het museum geopend op woensdag, zaterdag en zondag van 14.00 - 17.00 uur. De openingstijden in de maanden oktober tot en maart zijn korter: van 14.00 - 16.00 uur en alleen op zaterdag en zondag.

Thans bestaat de groep mensen uit 23 medewerkers en er is beslist aanvulling nodig, ook al omdat met name het aantal bezoekers op woensdag toeneemt door de rondvaarten van de Rederij Schuttevaer. Bovendien willen we op zaterdag en zondag de diensten gaan draaien met twee personen, zodat één zich kan bezighouden met baliediensten en de ander met het ontvangen van de bezoekers.

U bent van harte welkom in ons team van gastvrouwen en gastheren. Heeft u interesse, loop dan eens langs in het museum tijdens de openingstijden of op maandagmorgen tussen 9.00 en 11.30 uur. Natuurlijk kunt u ook informatie krijgen van de coördinator: C.J.M. van der , telefoon 030-60 321 21.

We hopen op een aantal reacties! En vanzelfsprekend kunnen we ook nog vrijwilligers gebruiken in onze andere werkgroepen: Archief en Documentatie, Publicaties, Exposities en Bronnenonderzoek.

161 ketens, de weekmarkt op het Vredenburg, de drogisterij, een slijterij, een witgoedzaak, een lapjesmarkt in de Breedstraat en de bloe- groenteman; een aantal kruidenierszaken; menmarkt op het Janskerkhof lag op loopaf- kleine doe-het-zelf zaken, cafés, etc. etc.. stand. Kortom: Vreeswijk had alles, alleen was het In onze nieuwe woonomgeving waren deze wat kleinschaliger dan in Utrecht. Wel hebben voorzieningen niet aanwezig; althans dat we onze `stadse gehaastheid moeten dachten wij. Wat bleek: de dagelijkse bood- afwennen. Je ging bijvoorbeeld niet even snel schappen konden we dichtbij doen, want in wat spijkers of een plank kopen, want haast of afwachting van de bouw van winkelcentrum geen haast, met iedere klant werd wel even Hoog-Zandveld was alvast een noodwinkel van gezellig gekletst. Dit had als voordeel dat je de Spar neergezet. Deze stond ongeveer op de zo langzaamaan op de hoogte raakte van plek waar nu de ouderenwoningen aan de wat er in dit deel van Nieuwegein zo al Ratelaar zijn. Bovendien ontdekten we dat in speelde. Vreeswijk (het Oude Dorp) best heel leuke winkels waren, zoals: woninginrichting Sluys, Hoewel Nieuwegein inmiddels flink `groter Baars, Wammes (manufacturen), Ariese (toen gegroeid' is, wonen we hier nog steeds naar de nog manufacturen, corsetten e.d.), winkels met zin en kijken met plezier terug op die potten en pannen, een `pionierstijd'.

VOOR U GELEZEN IN ...... DAGBLAD HET CENTRUM EN HET STADSBLAD door Piet Daalhuizen

In het begin van de jaren zestig van de vorige eeuw werd duidelijk, dat gemeenten rond de stad Utrecht grootschalig woningbouw zouden moeten realiseren om de groeiende stadsbevolking woonruimte te kunnen bieden. De gemeente jutphaas beijverde zich om het Plan Doorslag in samenspraak met Vreeswijk en IJsselstein maar met behoud van de gemeentelijke zelfstandigheid gestalte te geven. In de loop van 1963 werd duidelijk, dat IJsselstein nauwelijks nog belangstelling had. Eind 1963 nam het provinciaal bestuur de regie van het stokkende gemeentelijk samenwerkingsverband over en toen kreeg de bouw van een nieuwe satellietstad, het latere Nieuwegein, zienderogen vorm. Toch werd ook toen nog uitgegaan van bebouwing uitsluitend in de gemeente Jutphaas, net name in het gebied Doorslag. Citaten uit enkele kranten van december 1963 en januari 1964.

DAGBLAD HET CENTRUM VAN 13 DECEMBER 1963:

PLAN DOORSLAG KAMPT MET GROTE VERTRAGING

Utrecht - Gedeputeerde Mr. H.W de Vink niet zo voortvarend gegaan als men zich had heeft in het vervolg van zijn beantwoording op voorgesteld. Bij het nader bekijken van de de algemene beschouwingen betreffende de plannen verdween althans bij één gemeente het provinciale begroting 1964 een toelichting grote enthousiasme. Dit was de gemeente gegeven op de gang van zaken bij het plan IJsselstein. Doorslag; zoals men weet het plan tot de bouw van een satellietstad van Utrecht tussen Er kwamen ook nieuwe gemeenteraden en jutphaas, Vreeswijk en IJsselstein. Volgens de ook daardoor kwamen er andere opinies. heer De Vink is het met dit plan Tenslotte kwamen bij de nauwkeurige bere-

175 keningen andere cijfers uit de bus dan bij de vertraging geen nadelige gevolgen zal heb- Het college van Ged. Staten hoopt dat deze waren gebracht. Het tempo is nu ruwe schattingen in de aanvang naar voren vertraagd.ben voor het plan Doorslag.

HET STADSBLAD VAN 9 JANUARI 1964: Onder het aardoppervlak liggen ten zuidwesten van Utrecht de restanten van een verloren stad, maar......

GEIN WORDT HERBOUWD Zes eeuwen na haar verwoesting. Een gigantisch plan staat bij de provincie op stapel: de bouw van een geheel nieuwe stad tus sen Jutphaas, IJsselstein en Vreeswijk. Het plan is spontaan opgekomen in de loop van 1963. Ergens ten zuiden van de stad Utrecht werd op de kaart een stip gezet, omdat men meende dat daar wel ruimte zou zijn voor een "overloop" van de Utrechtse bevolking. Dat is in de nabije toekomst dringend nodig, want - hoe vreemd het misschien ook lijkt - Utrecht raakt overbevolkt. Ondanks de realisering van grote plannen zoals het Kanaleneiland, Overvecht en Rijnsweerd. Na het zetten van "de stip op de kaart" zijn Gedeputeerde Staten en enige gemeentebesturen rond de tafel gaan zitten om te bezien in hoeverre de bouw van een nieuwe stad realiseerbaar zou zijn. Het resultaat werd het zogenaamde "Plan Doorslag", aldus genoemd omdat de nieuwe stad zal verrijzen bij de Doorslag en zuiden van jutphaas.

Geen slaapstad reid. Dat de gemeenten elkaar vóór die tijd op De nieuwe stad denkt men zich zeker niet als vreemde wijze zouden dwarsbomen, zoals een forenzenplaats; een "slaapstad" noemt bijvoorbeeld in het naaste verleden tussen men dat tegenwoordig min of meer onelegant. Utrecht en de randgemeenten nogal eens Het is beslist de bedoeling dat deze stad een voorkwam, is door de hechte samenwerking geheel eigen leven zal gaan leiden als woon- en al voorbaat uitgesloten. werkstad. Met eigen winkelcentra, eigen De satellietstad Gein, zoals we haar scholen, kerken en eigen industrie. Het enige gemakshalve maar even zullen noemen, is niet verschil met een echte stad zal zijn, dat deze de eerste grote stad in deze omgeving. In de plaats natuurlijk niet geheel onafhankelijk zal middeleeuwen lag hier immers de belangrijke zijn, terwijl het tevens de bedoeling is dat er handelsstad Gein. De kern van deze stad, een sterke binding met Utrecht zal ontstaan, waarvan geen steen op de andere is gebleven, vooral op sociaal en cultureel gebied. Voor doch die bekend was tot in Hamburg, wat betreft de industrie zal zeker een nauwe Lubeck en Vlaanderen, moeten we zoeken bij band ontstaan met jutphaas en Vreeswijk. de Geinbrug. Deze brug ligt bij de Reeds sedert enige tijd vergaderen de samenvloeiing van Doorslag en Hollandsche gemeentebesturen van deze dorpen ook IJssel, dus langs de weg van Utrecht naar gezamenlijk om de nieuwe problemen Ijsselstein. Hier was voorheen het punt, waar onder het oog te zien. Het ligt in de bedoeling de Hollandsche IJssel aan de Lek ontsproot. dit jaar aan dit project intens verder te Naar dit punt ook werd de eerste gracht werken, waarbij men hoopt in de naaste tussen Utrecht en de Lek gegraven. Zó komt toekomst aan het plan Doorslag een wette- het dus, dat in jutphaas de Doorslag een lijke basis te geven, zodat er bouwverboden regelrecht verlenging vormt van de kunnen komen en er eventueel ook onteige- Vaartsche Rijn, terwijl deze laatste een ningsprocedures kunnen worden voorbe scherpe bocht in zuidoostelijke richting maakt.

176