154 entomologische berichten 75 (4) 2015

Entomofauna van het Drents-Friese Wold Verslag van de 169e NEV-Zomerbijeenkomst Samenstelling Oscar Franken Matty P. Berg TREFWOORDEN Drenthe, faunistiek, Friesland, Fryslân, inventarisatie

Entomologische Berichten 75 (4): 154-175

Van 30 mei tot en met 1 juni 2014 is de 169e Zomerbijeenkomst van de Nederlandse Entomologische Vereniging gehouden in het Drents-Friese Wold. Tijdens dit weekend zijn door 48 entomologen 1329 soorten insecten en andere ongewervelden waargenomen. Hiervan zijn er vijf nieuw voor de Nederlandse fauna, het betreft alle springstaarten. Daarnaast zijn er 60 nieuwe soorten voor de provincie Fryslân en 36 nieuw voor de provincie Drenthe aangetroffen. Met zulke scores kunnen we niet anders dan terugkijken op een zeer geslaagd inventarisatieweekend.

Introductie In dit verslag worden de verschillende bezochte gebieden In het weekend van 30 mei tot en met 1 juni 2014 is de 169e beschreven, gevolgd door een lijst met de waargenomen soor- Zomerbijeenkomst van de Nederlandse Entomologische ten per kilometerhok. Om details van de waargenomen soorten Vereniging (NEV) gehouden. Deze werd door 47 entomologen inzichtelijk te maken zijn symbolen en gebiedscoderingen toe- bezocht (figuur 1). Tijdens dit weekend bezoeken we traditioneel gevoegd. De betekenis van hiervan wordt in de volgende secties een aantal waardevolle gebieden om deze te inventariseren op verduidelijkt. insecten en andere ongewervelden. Ook dit jaar werd een flink deel van de aanwezige natuurterreinen voor ons opengesteld Deelnemerslijst door verschillende terreinbeheerders. Alle inventarisaties von- den in en om het Nationaal Park het Drents-Friese Wold plaats, W. Arp, B. Aukema, M.P. Berg, J. J. Boehlé, T. du Bois, S. Boon, waarbij we verbleven in de mooie groepsaccomodatie ’t Reidtèk J. Breidenbach, A.J. Dees, B. Drost, H. Edzes, M. Flikweert, J. Fok- te Appelscha (onderdeel van boscamping Appelscha), welke ker, O. Franken, C. Gielis, S. Gielis, T. de Goeij, C. van Haagen, ons ook de mogelijkheid gaf om determinaties uit te werken Th. Heijerman, I. Hoogendoorn, J. ten Hoopen, W. van den Ho- (figuur 2). ven, H. Huijbregts, H. Hunneman, R.Ph. Jansen, R. Kleukers, Sectie Thijsse bleek ook dit jaar weer een uitstekende gast- T. Knol, S. Kofman, P. Koomen, C. Kuchlein, J. Kuchlein, S. Lam- heer. Vergunningen, catering en onderkomen waren weer prima berts, A. Littel, R. van der Meer, F. van Nunen, H. Pijpers, J. Prijs, op orde. Op de eerste avond werd door Jap Smits van Sectie L.E.N. Sijstermans, J. Smit, J. Smits, E. van der Spek, A. Threels, Thijsse een overzicht gegeven van de verschillende biotopen J. van Tol, J. Vogels, O. Vorst, A. Wijker, R. Wouters & M. Zweemer. die in de omgeving gevonden kunnen worden en welke moge- lijk geschikte locaties voor inventarisaties van een of meerdere Gebiedsoverzicht insectengroepen zijn. Deze biotopen variëren van oude stuif- zanden tot hoogveen en van beekdalen met natte graslanden De meeste gebieden die tijdens de zomerbijeenkomst zijn be- (figuur 3) tot (oud) fijnsparbos en zowel natte als droge heide. zocht maken onderdeel uit van het Nationaal Park Drents-Friese Er is dus een grote variatie aanbiotooptypen aanwezig in dit Wold, een aaneengesloten natuurgebied van ongeveer 61 km2 gebied van meer dan 6150 hectare, welke hieronder verder zal groot en gelegen in de provincies Fryslân en Drenthe. Dit nati- worden toegelicht. Na afloop was het een drukte van belang onale park, een typisch voorbeeld van het esdorpenlandschap, rond de meegebrachtte topografische kaarten om het inventa- kent een gevarieerd aanbod van verschillende landschapstypen. riseren van favoriete groep(en) te optimaliseren. Uitgestrekte bossen wisselen af met bloemrijke weiden, soms Een aantal leden was de vrijdag voorafgaand aan het week- doorstroomd door beken. Een mooi voorbeeld is het beekdal end al actief geweest, maar het merendeel van de aanwezigen van de Vledder Aa en het moerasgebied Vledderbroek. Hier en trok er zaterdag en zondag met net of schep op uit. De weers- daar liggen vochtige tot droge heiden, met op de meest droge omstandigheden tijdens dit weekend waren aangenaam. locaties omvangrijke stuifzandgebieden. Veel van de meer open Het was droog en overdag was het regelmatig zonnig, al had gebieden worden door schapen begraasd om de effecten van het voor de leden met interesse voor vliegende insecten nog overmatige stikstofdepositie tegen te gaan en de vegetatie te iets warmer mogen zijn. Ook was het aanbod aan bloeiende verschralen. In de meer laag gelegen vochtige heiden zijn vaak kruidachtige planten en struiken wat aan de lage kant. De nach- poelen en vennen aanwezig. De rest van het landschap is in re- ten waren behoorlijk koud voor de vlinderaars. Uiteraard had- latief kleinschalig agrarisch gebruik, met vooral teelt van bieten den de strooisel- en bodembewonende soorten geen last van en granen. deze omstandigheden. entomologische berichten 155 75 (4) 2015

1. Een groepsfoto van de meeste deel- nemers voor het verblijf ’t Reidtèk. De entomologen die zich bezig hielden met de nachtvlinders ontbreken. Foto: Jap Smits 1. Most of the participants of the meeting in front of the accommodation called ’t Reidtèk. Entomologists focusing on the night-active are not on this picture.

Boswachterij Appelscha Prinsenbos ligt ook een vervallen boerderij welke een bijzonder In Boswachterij Appelscha lag de kampeerboerderij, het vertrek- microbiotoop vormt (figuur 8). Het Doldersumse Veld, een uit- punt van de meeste excursies (figuur 4). Het is een ongeveer gestrekt nat heideterrein, verbind de beide boswachterijen met 22 km2 groot gebied met naaldbos, gemengd bos, schrale droge elkaar. en natte heide en een zandverstuiving. De noordkant van de boswachterij is relatief droog. Hier ligt het Aekingerzand. De Stroomgebied Vledder Aa bossen ten noorden hiervan kenmerken zich door een sterk re- liëf. Hier groeien vooral dennen (Pinus) op voormalig stuifzand. De Vledder Aa is een kleine beek in Drenthe die zijn oorsprong Aan de zuidoostkant van de boswachterij is het gemiddeld wat vindt in Fryslân. De bron van de beek ligt in het Aekingerbroek, natter en liggen de natte heiden en vennen zoals het ’t Groote ten zuidoosten van het Aekingerzand. De Vledder Aa is bijzon- veen (figuur 5), Grenspoel, Adderveen, Hildenberg en Ganzen- der omdat het de enige Nederlandse beek is waarvan de boven- poel, vaak omgeven door bos. loop in natuurlijk gebied ligt. Veel terreinen langs de bovenloop van de Vledder Aa, zowel bos als weilanden, zijn vanaf de jaren 1990 opnieuw ingericht zodat een groot aaneengesloten natuur- Het Aekingerzand of Kale Duinen lijk beekdallandschap ontstaat waarin de beek vrij kan mean- Het Aekingerzand of de Kale Duinen is onderdeel van het deren. Zo zijn er naast de beek bloemrijke weiden ontstaan, die Drents-Friese Wold. Dit stuifzandgebied, ruim 2 km2 groot, soms delen van het jaar overstromen (figuur 9). De Vledder Aa was tijdens het weekend een van de veel bezochte gebieden (fi- stroomt door het Doldersumse Veld waar de beek Tilgrup in de guur 6 en 14). Het is een uitgestrekt gebied met bos, voorname- Vledder Aa uitmondt. Na 13 km vloeit de Vledder Aa samen met lijk den (Pinus) en eik (Quercus), met in het centrum van het na- Wapserveense Aa. tuurreservaat een grote zandverstuiving. Rond de stuifzanden groeit droge heide met her een der een hoog aandeel grassen. Doldersumse Veld Er wordt met schapen begraasd om de vergrassing tegen te gaan. Om stuivend zand meer kansen te geven zijn op veel loca- Het Doldersumse veld is een van de weinige nog echt grote en ties bomen gekapt. Er is ongeveer 200 ha aan kapvlakte met veel aaneengesloten vochtige heidevelden in Nederland, rijk aan liggend dood hout en stobben. Op een aantal wat lager gelegen bijzonder plantensoorten. Het gebied is 400 ha groot en voch- delen van het gebied liggen poelen en vennen, zoals de Grens- tig doordat er een keileemlaag in de ondergrond zit. Er is een poel op de overgang tussen Fryslân en Drenthe. schaapskooi aanwezig en in het gebied wordt ook met Schotse hooglanders begraasd. Een veel bezocht gebied tijdens het weekend was het Hertenkamp. In het westen wordt dit gebied Boswachterij Smilde begrensd door Boschoord en in het oosten door de bossen het Boswachterij Smilde is een ongeveer 25 km2 groot bosgebied, Dieverveld, Berkenheuvel en Wapserzand. ten zuidoosten verbonden aan Boswachterij Appelscha (fi- guur 7). Samen vormen deze twee boswachterijen de kern van Boschoord het Drents-Friese Wold. Net als Boswachterij Appelscha vormt schraal zand de kenmerkende ondergrond. Het bos bestaat Dit bosgebied, behorende tot het buurtschap Boschoord, ligt ten voornamelijk uit den en eik met op de nattere delen spar (Picea). westen van het Doldersumse veld. Bosschoord is een aange- De zuidkant van het gebied, met name de Berkenheuvel en het plant naald- en loofbos met duidelijke lanenstructuur. Aan de Dieverzand, is geaccidenteerd en een overblijfsel van een voor- zuidkant liggen enkele kleine versnipperde heideterreintjes en malig stuifzand. In het centrum en de noordoosthoek van de vennen. Aan de oostkant grenzen de bossen aan de natte hei- boswachterij liggen respectievelijk de natte heiden Hoekenbrink den van het Doldersumse veld. en Prinsenbos en in de zuidwest hoek het Wapserveld. Nabij het 156 entomologische berichten 75 (4) 2015

2. In de groepsaccomodatie was vol- doende ruimte om vangsten uit te wer- ken en om determinaties te verrichtten. Foto: Oscar Franken 2. The accomodation provided more than enough space to identify caught .

Wapserveld het recente verleden zijn aan de noordzijde stukken droge en Het Wapserveld is een afwisselend bos- en heidegebied binnen natte vergraste heide afgeplagd. Het meest vochtige deel van het gebied Berkenheuvel. In het Wapserveld ligt aan de noord- het Wapserveld krijgt via het grondwater extra mineralen kant de Meeuwenplas in een overwegend natte heide. Het bos aangevoerd. Dit is uittredend water afkomstig van het hoger Wapserzand ligt in het zuidoosten, op voormalig stuifzand. In gelegen gebied Berkenheuvel.

Waarnemingen Amersfoortcoördinaten (AC) en vervolgens Hoekenbrink west Een belangrijk onderdeel van de verslag- een korte beschrijving van de locatie. Al- Bos1 AC: 211-546 Boschoord legging van de zomerbijeenkomst is een leen waarnemingen in de directe omgeving Bos2 AC: 211-545 Boschoord Centraal overzicht van de waargenomen soorten. van het Drents-Friese Wold zijn meegeno- Bos3 AC: 212-545 Boschoord Oost, Dolder- De waarnemingen in dit verslag zijn ge- men. Voor sommige groepen is achter de sumse veld zuidwest baseerd op gegevens van 32 waarnemers. code tussen haakjes het aantal gevangen Bos4 AC: 210-544 Boschoord zuidwest In totaal zijn tijdens de bijeenkomst 1329 exemplaren gegeven, en voor enkele groe- Bos5 AC: 211-544 Boschoord zuid, Graf- soorten waargenomen, waarvan vijf nieuw pen zijn ook de Nederlandse soortsnamen heuvels voor de Nederlandse fauna, 60 nieuw toegevoegd. In totaal is er in 55 km-hokken Bul AC: 215-551 Boswachterij Appelscha, voor de Friese fauna en 36 nieuw voor de geïnventariseerd. Bultingerveld Drentse fauna. Om deze nieuwe vondsten Cam AC: 219-548 Boswachterij Appelscha, inzichtelijk te maken is de volgende code- Add1 AC: 216-547 Boswachterij Appelscha, Boscamping Appelscha (ons verblijf) ring toegepast: Ganzenpoel, Adderveen west Can1 AC: 214-550 Boswachterij Appelscha, NL Nieuwe soort voor de Nederlandse Fauna Aek1 AC: 216-550 Boswachterij Appelscha, Canadameer west FR Nieuwe soort voor de provincie Fryslân Aekingerzand/Kale Duinen noord Can2 AC: 215-550 Boswachterij Appelscha, DR Nieuwe soort voor de provincie Drenthe Aek2 AC: 217-550 Boswachterij Appelscha, Canadameer oost FRv Nieuwe soort voor het Friese vaste land Aekingerzand/Kale Duinen noordoost Die AC: 220-543 Dieverzand Oost (soort is eerder waargenomen op een van Aek3 AC: 215-549 Boswachterij Appelscha, Die1 AC: 215-546 Boswachterij Appelscha de Friese Waddeneilanden) Aekingerzand/Kale Duinen west zuidwest, Dieverveld Specifiek voor de Coleoptera geldt verder: Aek4 AC: 216-549 Boswachterij Appelscha, Die2 AC: 216-546 Boswachterij Appelscha fr Voor het eerst sinds 1966 in de provincie Aekingenzand/Kale Duinen, Grenspoel, zuidwest, Het Dieversche Veld Fryslân Aekingerbroek west Dol AC: 214-546 Doldersumse veld dr Voor het eerst sinds 1966 in de provincie AekD AC: 217-552 Aekinga dorp Gee AC: 220-542 Geeuwenbrug, Dieverzand Drenthe Ape AC: 219-549 Boswachterij Appelscha, Gou1 AC: 218-546 Boswachterij Smilde, Binnen een groep is de volgorde van de Hildenberg, Apenpoel Gouden ploeg west soorten op basis van de familie waartoe de Bap1 AC: 219-552 Boswachterij Appelscha, Gou2 AC: 219-546 Boswachterij Smilde, soort behoort, gerangschikt op alfabetische Appelscha Gouden ploeg oost, Prinsenbos volgorde. Bap2 AC: 214-548 Boswachterij Appelscha Gro1 AC: 218-549 Boswachterij Appelscha, west ‘t Groote Veen noord Bap3 AC: 214-549 Boswachterij Appelscha Gro2 AC: 218-548 Boswachterij Appelscha, Vindplaatsen met coderingen Bap4 AC: 215-547 Boswachterij Appelscha ‘t Groote Veen zuid Waarnemingen zijn samengevoegd op kilo- zuidwest Hav AC: 211-533 Havelterberg meterhokschaal, en vervolgens gecodeerd. Bap5 AC: 216-548 Boswachterij Appelscha Hoe AC: 218-544 Hoekenbrink oost Achter deze vindplaatscode staat het Bap6 AC: 217-551 Boswachterij Appelscha Koe AC: 211-543 Koelingsveld, Grafheuvels betreffende km-hok, gebruikmakend van Ber1 AC: 217-544 Berkenheuvel, Witte raaf, Noo AC: 216-545 Dieverveld, Noordsveen entomologische berichten 157 75 (4) 2015

binnen het gebied aanwezig zouden zijn. Een aantal soorten heeft uitgesproken voch- tige gebieden nodig (moerasachtige stukken, vochtige heide, veen, vegetatie langs vennen en waterwegen). Daar zijn al gauw soorten te vinden als Larinioides cornutus (rietkruis- spin), Clubiona reclusa (zompzakspin), C. stag- natilis (moeraszakspin), Bathyphantes gracilis (gewoon wevertje), Gnathonarium dentatum (knobbeldwergtandkaak), Pardosa amentata (tuinwolfspin), Piratula hygrophila (bospiraat), Pirata piraticus (poelpiraat), P. piscatorius (grote piraat) en Ozyptila trux (grasbodemkrabspin). Vochtminners die minder algemeen zijn in Nederland, zijn Aphileta misera (veenmos- spinnetje), Araeoncus crassiceps (arrogant voorkopje), Drepanotylus uncatus (haakhang- matspin), Gongylidiellum latebricola (vingerpalpje), Arctosa leopardus (moswolfspin), Pardosa palus- tris (moeraswolfspin), Pirata tenuitarsis (veen- piraat), Dolomedes fimbriatus (gerande oever- 3. Inventarisatie van natte graslanden nabij de Vledder Aa. Foto: Frank van Nunen spin) en Xysticus ulmi (moeraskrabspin). Bij- 3. Entomologists collecting specimen in a wet meadow close to the Vledder Aa. zondere soorten zijn Pardosa sphagnicola (veen- moswolfspin), Sitticus caricis (muisspringspin) en Sitticus floricola (gevlekte moerasspringer). Piraten (wolfspinnen die lopend/glijdend Rog AC: 218-550 Boswachterij Appelscha, voor de lijst (leg.), maar door iemand over het wateroppervlak op prooien jagen) Recreatiecentrum De Roggeberg anders op naam gebracht, bijvoorbeeld in en oeverspinnen zijn vrijwel alleen in de Smi1 AC: 220-547 Boswachterij Smilde het geval van bijvangst, is deze persoon buurt van open water te vinden. De waterspin noordoost opgenomen achter de toevoeging “met (Argyroneta aquatica) leeft zelfs grotendeels Smi2 AC: 221-547 Boswachterij Smilde bijdragen van…” de volgorde hier is alfa- onder (schoon) water. noordoost, Veldhuizen betisch op achternaam. Soorten die iets met bos, bosranden en bo- Smi3 AC: 217-545 Dieverveld, Boswachterij men hebben, zijn Nuctenea umbratica (platte Smilde wielwebspin), welke zich overdag verbergt in ARACHNIDA – Spinachtigen Smi4 AC: 218-545 Boswachterij Smilde, schorsspleten, Clubiona brevipes (eikenzakspin), Vossenveen Tekst: P. Koomen Linyphia hortensis (tuinhangmatspin), Tenuip- Smi5 AC: 221-545 Boswachterij Smilde oost Determinaties: P. Koomen, J. Vogels & hantes flavipes (zwart wevertje), Pardosa Smi6 AC: 220-544 Boswachterij Smilde, T. Knol, met bijdragen van B. Drost, O. Fran- lugubris (zwartstaartboswolfspin), Pardosa Snoekveen ken, R. van der Meer, L.E.N. Sijstermans en saltans (zwarthandboswolfspin), Xerolycosa Ste AC: 218-551 Boswachterij Appelscha, O. Vorst. nemoralis (bosrandwolfspin), Philodromus Verpleeghuis Stellinghaven collinus (dennenrenspin) (op naaldbomen), Vel1 AC: 221-548 Veldhuizen noord De spinnen zijn grotendeels gevangen en Philodromus dispar (zwarte renspin), Tetrag- Vel2 AC: 222-547 Veldhuizen oost, Hooger- gedetermineerd door Joost Vogels en Peter natha nigrita (donkere strekspin), T. obtusa smilde Koomen, met een bijdrage van Thijs Knol. (droogtestrekspin) en Paidiscura pallens (kleine Vle1 AC: 209-543 Vledderveen Hulp bij het verzamelen in het veld kwam van boskogelspin). Meer bijzondere bossoorten zijn Vle2 AC: 210-543 Vledderveen, Vlasveen Oscar Franken en Rutger van der Meer. Veel Dismodicus elevatus (hoogst bolkopje) op naald- Vle3 AC: 212-543 Vledder Aa ‘klein spul’ kwam tevoorschijn bij het zeven bomen, Dipoena melanogaster (gemarmerde Vle5 AC: 208-542 Vledderveld van grondmonsters en dergelijke door Oscar galgspin) en Xysticus lanio (boskrabspin). Op Vle6 AC: 209-542 Vledderveld, Vledderveen Vorst en Bas Drost. Al deze activiteiten lever- losstaande bomen in het Aekingerzand zijn Vle9 AC: 212-542 Vledder Aa, Vleddermade, den in totaal 102 soorten spinnen op, alsmede Araneus sturmi (witruitwielwebspin) en de Wapserveld één soort hooiwagen (Rilaena triangularis, een zeldzamere Philodromus margaritatus (korst- Wap1 AC: 214-544 Wapserveld, Meeuwen- algemene soort in het voorjaar), één soort teek mosrenspin) aangetroffen. plas west (Ixodes ricinus - schapenteek, de meest alge- Sommige soorten kunnen als heidesoort be- Wap2 AC: 213-542 Wapserveld, Diepenveen mene tekensoort, ook op mensen en honden) schouwd worden, omdat ze doorgaans vaak in Wap3 AC: 214-543 Wapserveld, Noorderveld en één soort bastaardschorpioen (Neobisium (of vlakbij) heidegebieden of andere warmere carcinoides, de meest algemene soort in allerlei plekken voorkomen, maar daarbuiten veel plantenresten). minder: Agalenatea redii (brede wielwebspin) Volgorde auteurs De gevonden spinnensoorten lieten een vari- (figuur 10), Mangora acalypha (driestreepspin), Indien er een inleidende tekst bij de atie zien, die de diversiteit aan biotopen in het Neoscona adianta (heidewielwebspin), Zilla waarnemingen staat, of specifieke tekst gebied weerspiegelde. Vaak geeft hun Neder- diodia (maskerspinnetje), Dictyna arundinacea bij soorten, is dat door de eerste auteur landse naam heel aardig hun biotoopvoorkeur (heidekaardertje), Hypomma cornutum (berm- geschreven, vervolgens zijn auteurs opge- aan. Het is moeilijk om aan te geven welke knobbelkopje), Peponocranium ludicrum (heide- nomen in de volgorde van de hoeveelheid beheermaatregelen gunstig zijn voor bepaalde ballonkopje), Pardosa monticola (duinwolfspin), determinaties en aangedragen materiaal soorten, maar hun biotoopvoorkeuren kun- Cheiracanthium erraticum (heidespoorspin) en binnen het betreffende taxon. Indien er nen een indicatie geven welke soorten zouden Simitidion simile (witvlekheidekogelspin). Bij- soorten of exemplaren zijn aangeleverd verdwijnen als bepaalde biotopen niet meer zondere vondsten zijn Lasaeola tristis (zwarte 158 entomologische berichten 75 (4) 2015

Metopobactrus prominulus: Vle3 (3) Micrargus herbigradus: Vle3 (2) Microlinyphia pusilla (Kleine heidehangmat- spin): Aek2, Aek4, Ape, Vle3 (4) Microneta viaria: Vle3 (1) Minyriolus pusillus: Vle3 (1) Neriene clathrata (Kruidhangmatspin): Gou2 (1) Neriene peltata (Struikhangmatspin): Ape (2) Peponocranium ludicrum: Vle3 (1) Porrhomma pygmaeum: Vle3 (1) Tenuiphantes flavipes (Zwart wevertje): Gro2 (1) Tenuiphantes mengei (Veldwevertje): Gro1 (1) Walckenaeria atrotibialis: Ape, Vle3 (2) Walckenaeria cucullata: Vle3 (1) Walckenaeria cuspidata: Vle3 (1) Walckenaeria nudipalpis: Vle3 (1)

LYCOSIDAE – Wolfspinnen Arctosa leopardus (Moswolfspin): Aek2, Vle3 (3) 4. Inventarisaties vlak naast de kampeerboerderij. Foto: Oscar Franken Arctosa perita (Gewone zandwolfspin): Aek4, 4. Entomologists at work close to the accommodation. Bos1 (63) Pardosa amentata (Tuinwolfspin): Bos1, Gou2 (3) Pardosa lugubris (Zwartstaartboswolfspin): galgspin) welke vooral mieren ophangt en Mangora acalypha (Driestreepspin): Aek2, Can2, Gou2, Gro1 (4) Asagena phalerata (heidesteatoda). Metopo- Aek4, Ape, Dol, Gro1, Gro2 (31) Pardosa monticola (Duinwolfspin): Aek4, Dol (6) bactrus prominulus (kalkgrasdwergspin) is zelfs Neoscona adianta (Heidewielwebspin): Aek4, Pardosa nigriceps (Graswolfspin): Dol, Gro1 (3) zo warmteminnend dat hij vooral bekend is Dol (9) Pardosa palustris (Moeraswolfspin): Bos1, van Limburgse kalkgraslanden. Arctosa perita Nuctenea umbratica (Platte wielwebspin): Gou2, Vle9 (6) (gewone zandwolfspin) geeft de voorkeur Bos1, Gou2 (2) Pardosa pullata (Gewone wolfspin): Aek4, aan open zand. Deze soort is eigenlijk alleen Zilla diodia (Maskerspinnetje): Gro1 (1) Dol, Gro1 (11) rennend waar te nemen omdat de kleur van Pardosa saltans (Zwarthandboswolfspin): poten en achterlijf naadloos aansluit bij de CLUBIONIDAE – Struikzakspinnen Ape, Can2, Gou2 (13) zanderige omgeving. Clubiona brevipes (Eikenzakspin): Vle9 (2) Pardosa sphagnicola (Veenmoswolfspin): Andere minder algemene soorten zijn nog Clubiona comta (Bonte zakspin): Vle3 (1) Aek2, Gro1, Vle3 (4) Agyneta decora (gezaagd dikpalpje) welke op Clubiona reclusa (Zompzakspin): Vle9 (1) Pirata piraticus (Poelpiraat): Aek2, Bos1, mossen en grassen voorkomt, Collinsia inerrans Clubiona stagnatilis (Moeraszakspin): Dol (1) Gro1, Vle9 (13) (pionierdwergspin) en Tibellus oblongus (gewone Pirata piscatorius (Grote piraat): Aek2, Ape, sprietspin) welke tussen grassen voorkomt. CYBAEIDAE – Waterspinnen Bos1, Vle3 (13) Argyroneta aquatica (Waterspin): Aek2 (2) Pirata tenuitarsis (Veenpiraat): Aek2, Ape, Vle3 (22) IXODIDA – Teken DICTYNIDAE – Kaardertjes Piratula hygrophila (Bospiraat): Ape, Vle3 (6) Dictyna arundinacea (Heidekaardertje): Aek2, Xerolycosa nemoralis (Bosrandwolfspin): Ape, IXODIDAE – Schildteken Bos1 (14) Bos1, Gro1 (12) Ixodes ricinus (Schapenteek): Dol, Gro1 (7) LINYPHIIDAE – Hangmatspinnen MIMETIDAE – Spinneneters Agyneta decora: Vle3 (1) Ero cf cambridgei (Cambridges spinneneter): ARANEAE – Spinnen Aphileta misera: Ape, Vle3 (15) Vle3 (1) Araeoncus crassiceps: Ape, Vle3 (25) ARANEIDAE – Wielwebspinnen Bathyphantes gracilis (Gewoon wevertje): MITURGIDAE – Spoorspinnen Agalenatea redii (Brede wielwebspin): Aek2, Bos1, Gou2, Gro1 (3) Cheiracanthium erraticum (Heidespoorspin): Ape, Dol, Gro1 (7) Collinsia inerrans: Gou2 (1) Aek2 (1) Araneus quadratus (Viervlekwielwebspin): Diplocephalus permixtus: Vle3 (3) Ape, Dol (2) Dismodicus elevatus: Gro1, Gro2 (3) PHILODROMIDAE – Renspinnen Araneus sturmi (Witruitwielwebspin): Drepanotylus uncatus: Vle3 (3) Philodromus aureolus (Tuinrenspin): Gro1, Aek4 (1) Entelecara erythropus: Gou2 (1) Gro2 (2) Araniella cucurbitina (Gewone komkommer- Erigone atra: Gou2 (1) Philodromus collinus (Dennenrenspin): Ape, spin): Aek2 (1) Erigone dentipalpis: Bos1 (1) Bos1 (2) Araniella opisthographa (Tweeling-komkom- Gnathonarium dentatum: Vle3 (1) Philodromus dispar (Zwartrugrenspin): merspin): Bos1, Dol, Vle9, Wap2 (6) Gongylidiellum latebricola: Gou2 (1) Wap2 (1) Gibbaranea gibbosa (Boomknobbelspin): Gongylidium rufipes: Aek2, Wap2 (3) Philodromus margaritatus (Korstmosren- Vle9 (2) Hypomma cornutum: Aek2 (1) spin): Aek4 (1) Larinioides cornutus (Rietkruisspin): Aek4, Linyphia hortensis (Tuinhangmatspin): Ape (2) Tibellus oblongus (Gewone sprietspin): Aek2, Ape, Bos1, Dol (6) Maso sundevalli: Vle3, Wap2 (6) Bos1, Dol, Gro1 (13) entomologische berichten 159 75 (4) 2015

ISOPODA – Pissebedden

Tekst: M.P. Berg Determinaties van M.P. Berg en P. Koomen, met bijdragen van O. Franken en O. Vorst.

In de omgeving van Appelscha zijn relatief weinig soorten landpissebedden verzameld, vier soorten om precies te zijn. Alle vier de gevonden soorten zijn zeer algemeen in heel Nederland, zonder duidelijk voorkeur voor een bepaald ecosysteem, bodemtype of bodem- vochtigheid (Berg et al. 2008). Van de ‘famous five’ ontbreekt alleen Armadillidium vulgare, de gewone oprolpissebed. Deze soort is vaak afwezig op zandgrond. De lage soortenrijkdom is deels te verklaren door het overheersende bodemtype in het bezochte gebied. Op zand- grond komen weinig soorten pissebedden voor. Het is er in de zomer vaak te droog voor deze bodemfaunagroep. Daarnaast hebben landpissebedden veel calcium nodig voor 5. De natte heide en vennen van Boswachterij Appelscha: ’t Groote Veen. Foto: Oscar Franken de opbouw van hun exoskelet, een mineraal 5. Wet heathlands and mires, depicted here is ’t Groote Veen. dat op de arme zandgronden vaak in te lage concentraties aanwezig is. Een tweede reden zou kunnen zijn dat tijdens dit weekend wat meer aandacht aan andere bodemfaunagroe- PISAURIDAE – Kraamwebspinnen Neottiura bimaculata (Witbandkogelspin): pen is besteed waardoor de pissebedden zijn Dolomedes fimbriatus (Gerande oeverspin): Aek2 (2) onderbelicht. Dit kan een enkele soort hebben Gro1 (3) Paidiscura pallens (Kleine boskogelspin): gescheeld. Pisaura mirabilis (Kraamwebspin): Aek2, Ape (3) Aek4, Ape, Can2, Dol, Gou2, Gro2 (7) Phylloneta sisyphia (Kleine wigwamspin): ONISCIDAE Aek2, Gro1, Gro2 (4) Oniscus asellus: Cam, Can2, Gou1, Gou2, SALTICIDAE – Springspinnen Platnickina tincta (Zwartringkogelspin): Koe (60) Euophrys frontalis (Gewone zwartkop): Aek4, Gro1, Gro2 (2) Vle3 (2) Robertus lividus (Bosmolspin): Vle3 (1) PHILOSCIIDAE Heliophanus flavipes (Gewone blinker): Aek2, Simitidion simile (Witvlekheidekogelspin): Philoscia muscorum: Cam, Die1, Dol, Gou2, Dol (3) Aek2, Aek4, Gro2 (4) Vle3 (15) Neon reticulatus (Gewone neon): Vle3 (5) Theridion varians (Gewoon visgraatje): Ape, Salticus scenicus (Huiszebraspin): Gou2 (2) Gou2, Gro1, Wap2 (5) PORCELLIONIDAE Sitticus caricis (Muisspringspin): Vle3 (1) Porcellio scaber: Aek1, Bos1, Cam, Can2, Die1, Sitticus floricola (Gevlekte moerasspringer): THOMISIDAE – Krabspinnen Dol, Gou1, Gou2, Gro1, Koe (97) Aek2, Vle3 (3) Ozyptila praticola (Gewone bodemkrabspin): Vle3 (3) TRICHONISCIDAE TETRAGNATHIDAE – Strekspinnen Ozyptila trux (Grasbodemkrabspin): Vle9 (1) Trichoniscus pusillus: Cam (1) Metellina mengei (Zomerwielwebspin): Xysticus cristatus (Gewone krabspin): Aek2, Ape (6) Aek4, Ape, Dol, Gro1, Vle3 (12) CHILOPODA – Duizendpoten Pachygnatha degeeri (Kleine dikkaak): Xysticus lanio (Boskrabspin): Wap2 (1) Vle9 (1) Xysticus ulmi (Moeraskrabspin): Aek2, Bos1, Tekst: M.P. Berg Tetragnatha extensa (Gewone strekspin): Vle3 (10) Determinaties van M.P. Berg en P. Koomen, Aek2, Aek4, Bos1, Dol, Gro1, Vle9 (19) met bijdragen van O. Franken en O. Vorst. Tetragnatha nigrita (Donkere strekspin): ZORIDAE – Stekelpootspinnen Aek2 (2) Zora spinimana (Gewone stekelpoot): Tijdens het weekend zijn acht soorten dui- Tetragnatha obtusa (Droogtestrekspin): Gro1 (2) zendpoten verzameld, alle algemeen in Aek4 (2) Nederland voorkomend (Berg et al. 2008). Geophilus truncorum en Schendyla nemorensis OPILIONES – Hooiwagens THERIDIIDAE – Kogelspinnen zitten vaak samen in en onder mos op boom- Anelosimus vittatus (Slanke kogelspin): Gro1, schors, of onder loszittend schors van afge- Gro2, Vle9, Wap2 (4) PHALANGIIDAE storven bomen. Cryptops hortensis is een typi- Asagena phalerata (Heidesteatoda): Rilaena triangularis: Wap2 (1) sche bewoner van strooisel, en komt vooral in Gro1 (1) bossen voor. Lithobius calcaratus en L. crassipes Crustulina guttata (Gevlekt raspspinnetje): zijn typische soorten van zandbodems en zijn PSEUDOSCORPIONES – Pseudo- Vle3 (3) te vinden in heiden, graslanden en open bos- schorpioenen Dipoena melanogaster (Gemarmerde galg- sen. De meest algemene duizendpoot in ons spin): Gro1 (1) land is L. forficatus, een echte generalist. Li- Lasaeola tristis (Zwarte galgspin): NEOBISIIDAE thobius melanops is warmteminnend en komt Gro2 (1) Neobisium carcinoides: Vle3 (10) vaak samen met L. forficatus voor. Typische 160 entomologische berichten 75 (4) 2015

COLLEMBOLA – Springstaarten

Tekst: M.P. Berg Determinaties van M.P. Berg, met bijdragen van O. Vorst, O. Franken en C. Gielis.

Voor de springstaarten was deze zomerbij- eenkomst zeer succesvol. In totaal zijn 48 soorten Collembola in het Drents-Friese Wold met de hand verzameld, 33 soorten voor de provincie Drenthe en 30 soorten voor de pro- vincie Fryslân. Van deze springstaarten zijn maar liefst vijf soorten nieuw voor de fauna van Nederland, en zijn 19 soorten voor het eerste gemeld voor Fryslân, en bovendien zijn er nog acht soorten nieuw voor het vaste land van Fryslân en 15 soorten voor Drenthe (EIS-databestand Collembola). Reden voor dit hoge aantal nieuwe soorten is de onderbe- monstering van de noordelijke provincies en het geringe aantal geïnteresseerden voor deze groep van bodemfauna. Ceratophysella scotica is op twee locaties verzameld, langs de oever 6. Behalve stuifzand, biedt het Aekingerzand ook grassige vegetatie en verspreide naaldbo- van heideplasjes. Eenmaal in strooisel liggend men. Foto: M.P. Berg op een vegetatie met zegge, pijpestrooitje en 6. The Aekingerzand provided, next to the typical drift-sand areas, also some coniferous trees veenmos en eenmaal gespoeld uit een pol and grassy vegetation. pijpestrooistjegroeiend in een vegetatie met waterbies, veenmos en pijpestrooitje. Isotoma caerulea is op twee locaties verzameld, beide vindplaatsen voor L. melanops zijn stenen- sen en parken. Deze miljoenpoot komt vaak onder zeer droge omstandigheden. Op het hopen tegen gebouwen. Van alle Lithobius- samen met Proteroiulus fuscus voor, onder Aekingerzand bevonden zich enkele exem- soorten is L. microps het meest in de bodem te schors van gevelde of omgevallen bomen. plaren onder dennenappels gelegen op kaal vinden, vooral in de meer rijkere bodems. Alle Cylindroiulus latestriatus is een algemene soort zand aan de rand van stuifzand en in het soorten waren reeds voor Fryslân en Drenthe van droge zandgronden en heiden en is vooral Dieverveld zaten vele exemplaren achter bekend. te vinden tussen strooisel en onder dood hout. schors van een oude eik stronkje midden in Polydesmus denticulatus houdt van vochtige een droog grasland op zand. In de buurt van GEOPHILIDAE biotopen, onafhankelijk van de grondsoort en verpleegtehuis Stellinghaven in Boswachterij Geophilus truncorum: Gou1 (2) Julus scandinavius is een echte generalist en Applescha vond ik maar liefst twee nieuwe onze meest algemene miljoenpoot. Polydesmus soorten, Isotomurus unifasciatus and Pachyo- SCHENDYLIDAE inconstans is een leuke soort en nieuw voor toma crassicauda. Beide soorten waren talrijk Schendyla nemorensis: Cam (3) het vaste land van de provincie Fryslân. Deze aanwezig in een vochtige heide met plaatse- miljoenpoot was reeds bekend van Terschel- lijk plas-dras situaties. De vegetatie bestond LITHOBIIDAE ling. Polydesmus inconstans heeft in Nederland uit gewone dophei (Erica tetralix), gewone Lithobius calcaratus: Vle3 (4) een relatief beperkte verspreiding, met de struikhei ( vulgaris), kraaihei (Empetrum Lithobius crassipes: Cam, Gou2 (2) meeste waarnemingen uit het zuidoosten van nigrum), wolfsklauw (Lycopus europaeus) en Lithobius forficatus: Aek1, Cam, Can2, Die1, het land (Berg et al. 2008). Van de gevonden kleine zonnedauw (Drosera intermedia). Proi- Dol, Gou1, Gou2 (18) miljoenpoten stelt deze soort de meest speci- sotoma subminuta was talrijk aanwezig onder Lithobius melanops: Gou1 (1) fieke eisen aan zijn milieu, met een voorkeur vastzittend schors van relatief oude en dikke Lithobius microps: Cam (4) voor open, deels gecultiveerde landschappen. larixstobben in een kapvlakte met een rijke Het voornaamste biotoop is vochtig, kalkrijk ondergroei van braam en varens. CRYPTOPIDAE grasland en wegbermen en rijkere loofbossen Cryptops hortensis: Can2 (1) op zandgrond. Tijdens het weekend vonden we BOURLETIELLIDAE een exemplaar P. inconstans ten oosten van het FR, DR Bourletiella viridescens: Can2, Die1 (31) Canadameer in Boswachterij Appelscha. DR Deuterosminthurus bicinctus: Die1 (8) DIPLOPODA – Miljoenpoten FR Deuterosminthurus pallipes: Can2 (9) Tekst: M.P. Berg BLANIULIDAE FR Heterosminthurus bilineatus: Aek2 (52) Determinaties van M.P. Berg en P. Koomen, Proteroiulus fuscus: Bos1, Cam, Gou1 (82) FR, DR Heterosminthurus claviger: Can2, met bijdragen van O. Franken en O. Vorst. Die1 (87) JULIDAE FR Heterosminthurus insignis: Aek2 (16) In het Drents-Friesche Wold zijn zes soorten Cylindroiulus latestriatus: Cam, Gou2 (5) miljoenpoten verzameld. Dit is een relatief Cylindroiulus punctatus: Bos1, Can2, Gou1, BRACHYSTOMELLIDAE laag aantal ten opzichte van de 17 soorten Gou2, Koe (10) DR Brachystomella parvula: Die1 (1) die voor Fryslân en Drenthe bekend zijn. Vijf Julus scandinavius: Vle3 (3) van de zes soorten zijn algemeen in heel Ne- CYPHODERIDAE derland en komen in veel ecosystemen voor. POLYDESMIDAE FR Cyphoderus albinus: Cam (10) Cylindroiulus punctatus is een typische soort Polydesmus denticulatus: Vle3 (1) van dood hout, liggend op de bodem van bos- FRv Polydesmus inconstans: Can2 (1) entomologische berichten 161 75 (4) 2015

Coenagrion puella (Azuurwaterjuffer): Aek2, Bos5 (2) Enallagma cyathigerum (Watersnuffel): Koe (1) Pyrrhosoma nymphula (Vuurjuffer): Smi2 (1)

CORDULIIDAE – Glanslibellen Cordulia aenea (Smaragdlibel): Aek3, Koe (3)

LIBELLULIDAE – Korenbouten Leucorrhinia dubia (Venwitsnuitlibel): Can2 (1) Libellula quadrimaculata (Viervlek): Bos5, Can2 (5)

ORTHOPTERA – Sprinkhanen en krekels Determinatie van R. Kleukers

TETRIGIDAE – Doornsprinkhanen Tetrix undulata (Gewoon doorntje): Cam (1) 7. Boswachterij Smilde. Foto: Matty P. Berg 7. Forestry Smilde. – Stofluizen

Tekst: C. Gielis Determinaties van C. Gielis en T. Knol ENTOMOBRYIDAE NEANURIDAE FRv Entomobrya albocincta: Aek1 (10) FRv Neanura muscorum: Aek1, Cam, Can2, Stofluizen zijn dieren die van plantaardig en DR Entomobrya corticalis: Cam, Can2, Die1, Gou1 (8) dierlijk afval, stuifmeel en schimmels leven. Gou1 (47) Ze zijn in Nederland weinig onderzocht. Het FR Entomobrya multifasciata: Aek1, Can2 (50) ONYCHIURIDAE laatste overzicht van de soorten is van Kru- FRv Entomobrya nivalis: Die1, Gou1, Gro2, Protaphorura armata: Die1 (4) seman (1944), met een enkele aanvulling in Hoe (31) latere publicaties. FR Heteromurus major: Aek1 (2) PODURIDAE In het Drents-Friese Wold werden uit ver- Lepidocyrtus cyaneus: Gou1, Gou2 (45) Podura aquatica: Aek2, Die1, Vle3 (128) schillende vegetaties (loofbomen, struiken, FRv, DR Lepidocyrtus lignorum: Aek1, Aek2, naaldhout, kruidachtige planten, en grassen) Cam, Die1, Gou1, Gou2 (483) SMINTHURIDAE stofluizen geklopt. DR Lepidocyrtus violaceus: Die1 (17) DR Allacma fusca: Gou1 (8) Orchesella cincta: Aek1, Cam, Can2, Gou1, FR Sminthurus nigromaculatus: Aek2, Aek4, Gou2 (20) Can2 (47) flavidus: Gro2, Rog (3) Orchesella flavescens: Gou1 (4) Sminthurus viridis: Die1 (57) Valenzuela piceus: Gro2, Hoe, Rog (59) FR Pseudosinella alba: Cam, Die1 (7) SMINTHURIDIDAE ECTOPSOCIDAE HYPOGASTRURIDAE FR, DR Sminthurides aquaticus: Aek2, Ectopsocus petersi: Gro2, Hoe, Rog (11) FR Ceratophysella denticulata: Cam, Can2 (9) Die1 (24) NL, FR Ceratophysella scotica: Ape, Vle3 (69) Sminthurides malmgreni: Die1 (13) ELIPSOCIDAE FRv, DR Xenylla maritima: Aek1, Cam, Gou1 (60) Elipsocus hyalinus: Gro2 (1) TOMOCERIDAE ISOTOMIDAE Pogonognathellus flavescens: Gou1 (36) MESOPSOCIDAE Isotoma anglicana: Gou2 (4) FR Pogonognathellus longicornis: Aek2 (1) Mesopsocus spec.: Gro2 (3) Isotoma viridis: Die1 (2) FRv Tomocerus minor: Can2, Die1, Gou1 (133) NL, FR, DR Isotoma caerulea: Aek1, Die1 (62) DR Tomocerus vulgaris: Gou2 (17) PERIPSOCIDAE minor: Die1 (1) Peripsocus subfasciatus: Gro2, Hoe, Rog (25) FRv Isotomurus palustris: Aek2, Die1 (92) TULLBERGIIDAE FRv, DR Isotomurus plumosus: Aek2, Die1, Mesaphorura krausbaueri: Die1 (3) PSOCIDAE Vle3 (35) Loensia fasciata: Ber1, Hoe (2) NL, FR Isotomurus unifasciatus: Aek2 (61) ODONATA – Libellen en water- FR, DR Isotomurus graminis: Die1, Rog (234) STENOPSOCIDAE NL, FR Pachyotoma crassicauda: Aek2 (220) juffers Graphopsocus cruciatus: Gro2, Hoe, Rog (7) Parisotoma notabilis: Die1 (4) Determinaties van W. Arp & R. Kleukers Stenopsocus stigmaticus: Gro2 (1) NL, FR Proisotoma subminuta: Cam (100) DR Vertagopus cinereus: Gou1 (28) COENAGRIONIDAE – Waterjuffers TROGIIDAE Ceriagrion tenellum (Koraaljuffer): Aek2 (1) Cerobasis guestfalica: Hoe, Rog (3) KATIANNIDAE Coenagrion lunulatum (Maanwaterjuffer): Sminthurinus aureus: Die1 (2) Koe (2) 162 entomologische berichten 75 (4) 2015

NEPIDAE Nepa cinerea: Noo, Aek4 Ranatra linearis: Aek4

CORIXIDAE Cymatia bonsdorffii: Aek4 Cymatia coleoptrata: Vle3 Arctocorisa germari: Aek4 Callicorixa praeusta: Aek4, Can2 Hesperocorixa castanea: Aek2 Sigara nigrolineata: Can2 Sigara semistriata: Aek4, Can2 Sigara striata: Aek4, Can2 Sigara distincta: Aek4, Can2 Sigara falleni: Can2 Sigara iactans: Can2 Sigara scotti: Can2, Aek4

NAUCORIDAE Ilyocoris cimicoides: Aek4

8. Valkbij het Prinsenbos was een verlaten boerderij te vinden. Foto: Oscar Franken NOTONECTIDAE 8. Close to the Prinsenbos was an abandoned farm. Notonecta glauca: Can2 Notonecta obliqua: Can2 Notonecta viridis: Can2, Aek4 SIPHONAPTERA – Vlooien B. Drost, A.J. Dees en T. Knol met bijdragen PLEIDAE Tekst: C. Gielis van W. Arp, Th. Heijerman, F. van Nunen en Plea minutissima: Noo, Aek2 Determinaties van C. Gielis, met bijdragen O. Vorst van R.Ph. Jansen HEBRIDAE De nomenclatuur en volgorde van de taxa zijn Hebrus pusillus pusillus: Vle3, Aek2 Vlooien zijn bloedzuigende dieren die zoog- gebaseerd op de naamlijst van de Nederlandse Hebrus ruficeps: Vle3, Ape dieren en vogels als gastheren gebruiken. On- wantsen, die te vinden is op de website van derzoek aan deze dieren kan dus alleen plaats de Werkgroep Heteroptera van EIS-Nederland HYDROMETRIDAE vinden door de gastheren of de nesten van (http://www.eis-nederland.nl/wantsen.html). Hydrometra gracilenta: Aek2 deze te onderzoeken. Uitgangspunt voor nieuwe waarnemingen Hydrometra stagnorum: Noo In het Drents-Friese Wold is een mollennest uit de provincies Fryslân en Drenthe en het uitgegraven om kevers te verzamelen. Als bij- voorkomen in ons land is het waarnemingen- VELIIDAE vangst werden de twee vlooien aangetroffen en bestand van de EIS-werkgroep Heteroptera Microvelia reticulata: Vle3 meegenomen. De aangetroffen mollenvlo (Hys- (coördinator B. Aukema). trichopsylla talpae (Curtis)) en Ctenophthalmus as- In totaal werden 132 soorten waargenomen. GERRIDAE similis (Taschenberg) zijn te verwachten soorten, Vijf soorten werden niet eerder in de provincie Aquarius paludum paludum: Aek2 aangezien beide de mol als gastheer gebruiken. Fryslân waargenomen: Orthotylus fuscescens en Gerris lacustris: Hav, Vle3, Noo, Ape Phoenicocoris modestus (Miridae), Pachybrachius Gerris odontogaster: Aek2 CTENOPHTHALMIDAE luridus en Peritrechus angusticollis (Lygaeidae) Gerris thoracicus: Aek4 Ctenophthalmus assimilis: Vel1 (1) (figuur 11) en Rhopalus subrufus (Rhopalidae). Phoenicocoris modestus werd ook voor het eerst SALDIDAE HYSTRICHOPSYLLIDAE in de provincie Drenthe waargenomen. De Saldula saltatoria: Aek4 Hystrichopsylla talpae: Vel1 (1) onder schors levende Xylocoris cursitans (An- thocoridae) en Aradus cinnamomeus (Aradidae) TINGIDAE werden voor het eerst op het Friese vasteland Acalypta parvula: Die1 HEMIPTERA – Snavelinsecten waargenomen. De eerste was al bekend van Dictyla convergens: Noo Schiermonnikoog en de tweede van Vlieland Dictyonota fuliginosa: Die1 AUCHENORRHYNCHA – Cicaden en Terschelling. In totaal zijn nu uit de provin- Physatocheila smreczynskii: Hav, Bap2, Die Determinaties van T. Knol cies Fryslân en Drenthe respectievelijk 436 en Tingis ampliata: Die1 401 van de 635 Nederlandse soorten wantsen Tingis cardui: Die1, Gou2 CERCOPIDAE – Schuimcicaden bekend (database EIS-werkgroep Heteroptera). Cercopis vulnerata: Vle1 (1) Voor wantsen is de timing van de zomerbij- MICROPHYSIDAE eenkomst doorgaans niet gunstig: de soorten Loricula pselaphiformis: Hav, Dol, Bap2, Gou2, CIXIIDAE die in het volwassen stadium overwinteren Vel1 Tachycixius pilosus: Bos5 (1) zijn deels al verdwenen en de soorten die als ei overwinteren hebben zich vaak nog niet MIRIDAE ontwikkeld. In die laatste categorie bevinden Deraeocoris lutescens: Dol, Smi1, Vel2 HETEROPTERA – Wantsen zich veel miriden, de verreweg grootste Neder- Camptozygum aequale: Aek4 Tekst: B. Aukema landse familie, die dan ook doorgaans zo vroeg Capsus ater: Can2 Determinaties van B. Aukema, R.Ph. Jansen, in het jaar nog niet te vinden zijn. Capsus pilifer: Aek2 entomologische berichten 163 75 (4) 2015

ARADIDAE FRv Aradus cinnamomeus: Dol, Can2, Aek4 Aradus depressus: Die2

LYGAEIDAE Kleidocerys resedae: Hav, Aek3, Can2, Aek2, Smi1, Vel1, Vel2 Cymus glandicolor: Die Cymus melanocephalus: Hav, Die1, Can2, Aek2, Aek4, Vel1, Vel2 Drymus brunneus: Aek2 Drymus ryeii: Dol, Aek2 Eremocoris plebejus: Bap3 Gastrodes grossipes: Hav, Dol, Aek4 Scolopostethus affinis: Can2 Scolopostethus decoratus: Koe, Aek2 Scolopostethus thomsoni: Hav, Aek2 Taphropeltus contractus: Die1 Macrodema microptera: Vle3, Aek2 Trapezonotus arenarius: Vle9 Trapezonotus desertus: Aek4 9. De Vledder Aa is de enige beek in Nederland met een bovenloop in natuurlijk gebied. Foto: Megalonotus chiragra: Die1, Smi1, Vel2 Matty P. Berg Pachybrachius fracticollis: Aek2 9. The Vledder Aa is the only dutch creek which originates in a natural area FR Pachybrachius luridus: Ape. Op 30 mei in aantal gezeefd uit veenmos (Sphagnum) bij de Apenpoel in boswachterij Appelscha Closterotomus fulvomaculatus: Hav Overijssel (twee uurhokken), Gelderland door O. Vorst. Een zeldzame soort uit veen- Closterotomus norwegicus: Die1 (drie uurhokken) en Limburg (vier uurhok- mosvegetaties, bekend uit 31 verspreid Dichrooscytus rufipennis: Dol, Aek4 ken) (Aukema & Hermes 2014). liggende uurhokken in Drenthe, Overijs- Liocoris tripustulatus: Can2, Gou1 Cremnocephalus albolineatus: Dol sel, Gelderland, Utrecht, Noord-Holland en Lygocoris pabulinus: Hav Amblytylus nasutus: Die1 Zuid-Holland. Niet waargenomen langs de Lygus pratensis: Die1, Can2 Conostethus roseus: Die1, Aek3, Aek4 kust en slechts één geïsoleerde waarne- Neolygus contaminatus: Hav, Vle9, Can2, FR, DR Phoenicocoris modestus: Dol, Aek4. Ge- ming in Limburg. Aek2 klopt van grove den: op 30 mei larven in FR Peritrechus angusticollis (figuur 11): Aek2, Orthops basalis: Can2 het Doldersumse Veld en op 31 mei vier Aek4. Op 31 mei en 1 juni in klein aantal Orthops campestris: Can2 mannetjes en twee vrouwtjes op het Ae- gezeefd uit strooisel bij de Kraaiheidepol- Phytocoris dimidiatus: Can2, Aek2 kingerzand, de twee meest noordelijke len en het Grensven. Leeft van zaden in Rhabdomiris striatellus: Vle2, Dol vindplaatsen in ons land. Leeft fytofaag op mos en strooisel tussen pollen pijpenstroo- Stenotus binotatus: Die1 den langs bosranden, in heideterreinen en tje (Molinia caerulea) in vochtige, vergraste Acetropis carinata: Aek3, Aek4 op stuifzanden. Was vanaf 1990 waarge- heideterreinen. Zeer zeldzaam, inmiddels Acetropis gimmerthalii: Die1 nomen en bekend uit 24 uurhokken in de waargenomen in 15 uurhokken in Oost- Leptopterna dolabrata: Vle9, Die1, Aek2 provincie Overijssel, Gelderland, Zeeland, Nederland: twee in Fryslân, vijf in Drenthe, Leptopterna ferrugata: Aek2, Aek3, Aek4 Noord-Brabant en Limburg (Aukema & één in Overijssel, één in Gelderland, drie in Megaloceroea recticornis: Can2 Hermes 2014). Noord-Brabant en drie in Limburg. Notostira elongata: Die1 Phylus melanocephalus: Hav, Dol Peritrechus geniculatus: Die1 Pithanus maerkelii: Hav, Can2, Vel1, Vel2 Plagiognathus vitellinus: Hav Plinthisus brevipennis: Vle9, Dol, Can2, Aek4, Stenodema calcarata: Die1, Aek3, Can2, Aek4 Plesiodema pinetella: Dol, Aek4 Smi1, Vel2 Stenodema holsata: Can2 Psallus confusus: Hav, Dol, Can2 Stenodema laevigata: Die1, Can2, Aek2, Smi1, Psallus perrisi: Hav, Dol, Can2, Smi1, Vel2 RHOPALIDAE Vel2 Psallus varians: Dol, Can2 Rhopalus parumpunctatus: Die1, Can2 Trigonotylus caelestialium: Can2, Aek4 FR Rhopalus subrufus: Can2. Op 31 mei werd Orthocephalus coriaceus: Die1 NABIDAE één mannetje gesleept van robertskruid Orthocephalus saltator: Smi1 Himacerus mirmicoides: Die1 (Geranium robertianum) in het natuuront- Pachytomella parallela: Dol, Die1, Gou1, Himacerus apterus: Hav, Bap2, Can2, Gou1 wikkelingsgebied ten noorden van het Me- Gou2 Nabis ericetorum: Aek2 kingermeer. Leeft fytofaag op Ooievaarsbek Cyllecoris histrionius: Dol (Geranium) en Sint-Janskruid (Hypericum Dryophilocoris flavoquadrimaculatus: Vle9 ANTHOCORIDAE perforatum). Komt verspreid voor in Mid- Globiceps flavomaculatus: Gou2 Acompocoris pygmaeus: Dol, Aek4 den- en Zuid-Nederland, niet waargeno- Heterocordylus tibialis: Die1, Smi1, Vel2 Anthocoris nemoralis: Can2 men in Flevoland, Groningen en op de FR Orthotylus fuscescens: Aek4. Op 31 mei één Temnostethus gracilis: Koe Waddeneilanden. mannetje en twee vrouwtje geklopt van Orius laticollis: Die1 grove den (Pinus sylvestris) op het Aekin- FRv Xylocoris cursitans: Bap3, Gou1, Gou2, Vel2 COREIDAE gerzand, de meest noordelijke vindplaats Coreus marginatus marginatus: Die1, Vel in ons land. Leeft fytofaag in boomkronen REDUVIIDAE Leptoglossus occidentalis: Aek4 en langs bosranden op dennen, vooral op Rhynocoris annulatus: Vel Gonocerus acuteangulatus: Hav grove den. Was uit Nederland bekend uit 164 entomologische berichten 75 (4) 2015

CYDNIDAE vende rups er in gevonden aan de rand van GEOMETRIDAE – Spanners Legnotus picipes: Dol natte heideterreintjes in het gebied Boschoord. Alcis repandata (Variabele spikkelspanner): Add1, Gro1, Rog (5) ACANTHOSOMATIDAE – Langsprietmotten Biston betularia (Peper-en-zoutvlinder): Acanthosoma haemorrhoidale: Can2 adansoniella (Gevlekte lang- Gro1 (1) Elasmostethus interstinctus: Hav, Die1, Can2, sprietmot): Rog (1) Bupalus piniaria (Dennenspanner): Add1, Aek2 Nematopogon robertella (Naaldboslangspriet- Hoe, Rog (7) Elasmucha fieberi: Hav, Aek2 mot): Rog (1) Cabera exanthemata (Bruine grijsbandspan- Elasmucha grisea: Aek2 Nematopogon swammerdamella (Bleke lang- ner): Gro1, Hoe (2) sprietmot): Add1 (1) Cabera pusaria (Witte grijsbandspanner): SCUTELLERIDAE Nemophora degeerella (Geelbandlangspriet- Add1, Bap6, Ber1, Gro1, Hoe, Rog (22) Eurygaster testudinaria: Bap3, Die1, Aek2, mot): Add1, Bap6, Bos4, Gro2, Hoe, Rog, Ste, Campaea margaritaria (Appeltak): Add1, Aek4, Gou1, Gou2 Vle5 (62) Bap6, Gro1, Hoe, Rog, Vle5 (53) Colostygia pectinataria (Kleine groen- PENTATOMIDAE EREBIDAE – ARCTIINAE – Beer- bandspanner): Add1, Ber1, Gro1, Hoe, Zicrona caerulea: Aek2 vlinders Rog (55) Aelia acuminata: Bap3, Gou2, Smi1, Vel2 Atolmis rubricollis (Zwart beertje): Add1, Cosmorhoe ocellata (Blauwbandspanner): Aelia klugii: Aek3, Aek4 Aek2, Bos5, Gro1, Gro2, Hoe, Koe (34) Add1, Gro1, Hoe, Rog (6) Dolycoris baccarum: Die1, Gou1 Cybosia mesomella (Vierstipbeertje): Gro1 (3) Cyclophora albipunctata (Berkenoogspanner): Palomena prasina: Hav Diacrisia sannio (Roodbandbeer): Dol, Add1, Gro1 (2) Pentatoma rufipes: Hav, Can2 Gro1 (7) Cyclophora linearia (Gele oogspanner): Ber1, Piezodorus lituratus: Die1, Smi3, Smi1, Eilema sororcula (Geel beertje): Add1, Bap6, Cam, Hoe (6) Vel2 Gro1, Hoe, Rog (159) Cyclophora punctaria (Gestippelde oogspan- Eurydema oleracea: Die1 Spilosoma lubricipeda (Witte tijger): Add1, ner): Hoe (8) Graphosoma lineatum: Gou1, Ape Cam, Gro1, Hoe, Rog (20) Dysstroma truncata (Schimmelspanner): Tyria jacobaeae (Sint-jacobsvlinder): Gro1 (2) Hoe, Rog (7) Ecliptopera silaceata (Marmerspanner): Ber1, TRICHOPTERA – Schietmotten CHOREUTIDAE – Glittermotten Hoe (3) Determinaties van J. Breidenbach Anthophila fabriciana (Brandnetelmot): Ectropis crepuscularia (Gewone spikkel- Gro2 (1) spanner): Gro1, Hoe (2) LIMNEPHILIDAE Electrophaes corylata (Kleine wortelhout- Glyphotaelius pellucidus: Hoe (1) COLEOPHORIDAE – Kokermotten spanner): Bap6, Gro1, Hoe, Ste (6) Limnephilus elegans: Gro1, Hoe (49) Coleophora laricella (Larikskokermot): Add1, Ematurga atomaria (Gewone heispanner): Limnephilus marmoratus: Gro1, Hoe (3) Aek2, Bos4, Rog, Vle5 (50) Add1, Aek4, Bos4, Rog (6) Limnephilus sparsus: Hoe (1) Epirrhoe alternata (Gewone bandspanner): Limnephilus vittatus: Hoe (1) CRAMBIDAE – Grasmotten Hoe (1) Stenophylax permistus: Hoe (3) Anania hortulata (Bonte brandnetelmot): Epirrhoe tristata (Bonte bandspanner): Add1, Hoe (2) Gro2 (2) Crambus lathoniellus (Vroege grasmot): Erannis defoliaria (Grote wintervlinder): LEPIDOPTERA – Vlinders Add1 (1) Bos5 (1) Tekst: A. Wijker Crambus pratella (Streepjesgrasmot): Add1, Eupithecia assimilata (Hopdwergspanner): Determinaties van A. Wijker, S. Lamberts, Ber1, Can2, Gro1, Gro2, Hoe, Rog, Vle5 (11) Rog (1) H. Hunneman, J. Breidenbach, M. Zweemer, Scoparia ambigualis (Grijze granietmot): Eupithecia centaureata (Zwartvlekdwerg- S. Boon, O. Franken, T. Knol, J.J. Boehlé, Add1, Bap6, Ber1, Gro1, Hoe, Rog, Vle5 (37) spanner): Ber1, Hoe (2) I. Hoogendoorn, R. Wouters, W. Arp en Scoparia basistrigalis (Oranjevlekgraniet- Eupithecia exiguata (Loofboomdwerg- R. Kleukers mot): Rog (1) spanner): Bap6, Gro1, Hoe, Rog, Ste (12) Eupithecia indigata (Dennendwergspanner): Er werden gedurende de excursieperiode 70 DREPANIDAE – Eenstaartjes Add1 (1) soorten zogenaamde microvlinders waargeno- Drepana falcataria (Berkeneenstaart): Hoe (1) Eupithecia intricata (Streepjesdwergspan- men, waarvan de met 29 soorten Thyatira batis (Braamvlinder): Cam, Hoe, ner): Hoe, Rog (5) het meest vertegenwoordigd waren. Dit is ge- Rog (3) Eupithecia lariciata (Lariksdwergspanner): zien het tijdstip van het jaar niet echt veel. He- Add1 (2) laas werkte het weer voor het waarnemen niet – Tastermotten Eupithecia nanata (Smalvleugeldwerg- mee: te koude nachten en een hevige regenval Aristotelia ericinella (Heidepistoolmot): Bos5 (1) spanner): Ber1, Hoe (2) in het gebied vlak voor de excursie. Vanwege Bryotropha terrella (Oranje mospalpmot): Eupithecia subfuscata (Grijze dwergspanner): deze koude nachten werd met name in het bos Add1 (1) Ber1 (1) gevangen (figuur 12). Door de samenstelling Carpatolechia proximella (Smalpalpmot): Eupithecia tantillaria (Fijnspardwerg- van het bos (veel naaldhout) waren de soorten Hoe (1) spanner): Add1, Ber1, Hoe (8) gebonden aan naaldbomen goed vertegen- Neofaculta ericetella (Heidepalpmot): Add1, Eupithecia virgaureata (Guldenroededwerg- woordigd. Er zijn geen nieuwe soorten voor het Bos4 (3) spanner): Rog (1) gebied aangetroffen. Wel vermeldenswaardig semicostella (Bruine zoompalp- Eupithecia vulgata (Gewone dwergspanner): blijven de bruine zoompalpmot (Sophronia mot): Hoe (2) Gro1 (1) semicostella (Gelechiidae)) en de veenheidezak- Teleiodes luculella (Maanpalpmot): Add1 (1) Hylaea fasciaria (Rode dennenspanner): drager (Phalacropterix graslinella (Psychidae)). Teleiopsis diffinis (Fraaie korrelpalpmot): Add1, Bap6, Ber1, Gro1, Hoe, Rog (25) Van de veenheidezakdrager werden in totaal Ber1 (1) Hypomecis punctinalis (Ringspikkelspanner): vier van de kenmerkende zakjes met een le- Bap6, Ber1, Gro1, Hoe, Rog, Ste (39) entomologische berichten 165 75 (4) 2015

10. Agalenatea redii kan als typische heidesoort Deltote bankiana (Zilverstreep): Add1, beschouwd worden. Aek2, Ape, Bos4, Gro1, Gro2, Rog, Vle1, Foto: P. Koomen Vle5 (29) 10. Agalenatea redii can Deltote deceptoria (Bonte marmeruil): Add1, be considered as a typi- cal heathland . Bos4, Cam, Gro1, Gro2, Hoe, Rog, Vle1 (25) Deltote pygarga (Donkere marmeruil): Add1, Aek2, Ape, Bos5, Gro1, Hoe (16) Diarsia brunnea (Bruine breedvleugeluil): Gro1 (1) Diarsia rubi (Gewone breedvleugeluil): Add1, Gro1, Hoe, Rog (9) Euclidia mi (Mi-vlinder): Aek4, Bos4, Can2, Gro1 (5) Hada plebeja (Schaaruil): Add1, Ber1, Gro1, Hoe, Rog, Ste (29) Hypena proboscidalis (Bruine snuituil): Hoe (2) Lacanobia oleracea (Groente-uil): Gro1, Hoe (2) Hypomecis roboraria (Grote spikkelspanner): GRACILLARIIDAE – Mineermotten Lacanobia thalassina (W-uil): Ber1, Gro1, Add1, Bap6, Gro1, Hoe (5) Caloptilia alchimiella (Goudvleksteltmot): Hoe (6) Idaea subsericeata (Satijnstipspanner): Hoe (1) Hoe (1) Lacanobia w-latinum (Brede-w-uil): Add1, Jodis lactearia (Melkwitte zomervlinder): Bap6, Ber1, Gro1, Hoe, Rog (22) Bap6, Hoe, Vle5 (4) HEPIALIDAE – Wortelboorders Leucania comma (Komma-uil): Add1, Gro1 (4) Ligdia adustata (Aangebrande spanner): Phymatopus hecta (Heidewortelboorder): Lycophotia porphyrea (Granietuil): Ber1, Cam (1) Add1, Ape (3) Hoe (4) Lomaspilis marginata (Gerande spanner): Melanchra pisi (Erwtenuil): Hoe (1) Add1, Hoe, Rog (9) LASIOCAMPIDAE – Spinners Moma alpium (Gevlekte groenuil): Hoe (1) Lomographa bimaculata (Tweevlekspanner): Euthrix potatoria (Rietvink): Aek2, Wap2 (2) Noctua pronuba (Huismoeder): Bap6, Gro1, Hoe, Vle5 (2) Lasiocampa trifolii (Kleine hageheld): Aek3 (1) Hoe, Ste (5) Lomographa temerata (Witte schaduwspan- Macrothylacia rubi (Veelvraat): Aek4, Ber1, Ochropleura plecta (Haarbos): Hoe, Rog (5) ner): Add1, Bap6, Cam, Hoe (9) Hoe (3) Oligia latruncula (Donker halmuiltje): Hoe (1) Macaria alternata (Donker klaverblaadje): Pachetra sagittigera (Gevlekte pijluil): Aek2, Aek2, Hoe (2) LYCAENIDAE – Blauwtjes en vuur- Bap6, Ber1, Gro1, Hoe (12) Macaria liturata (Gerimpelde spanner): vlinders Panthea coenobita (Schijn-nonvlinder): Ber1, Add1, Bap6, Ber1, Gro2, Hoe, Rog (66) Callophrys rubi (Groentje): Aek1, Aek4 (11) Hoe (2) Macaria notata (Klaverblaadje): Bap6, Hoe, Lycaena phlaeas (Kleine vuurvlinder): Can2, Phlogophora meticulosa (Agaatvlinder): Gro1, Rog (3) Gro1, Rog (8) Hoe (3) Odontopera bidentata (Getande spanner): Lycaena tityrus (Bruine vuurvlinder): Aek3, Polia hepatica (Gerande marmeruil): Gro1 (2) Add1, Bap6, Ber1, Gro1, Hoe, Rog (16) Cam, Die1, Gro1, Hoe, Koe (13) Polia nebulosa (Marmeruil): Gro1, Hoe (2) Opisthograptis luteolata (Hagedoornvlinder): Polyommatus icarus (Icarusblauwtje): Die1 (1) Rivula sericealis (Stro-uiltje): Gro1 (1) Gro1, Hoe (3) turbida (Tandjesuil): Bap6 (1) Parectropis similaria (Witvlekspikkelspan- EREBIDAE – LYMANTRIINAE – Dons- Xestia c-nigrum (Zwarte-c-uil): Gro1, Hoe (2) ner): Hoe (2) vlinders Xylocampa areola (Kamperfoelie-uil): Hoe (1) Perconia strigillaria (Gestreepte bremspan- Calliteara pudibunda (Meriansborstel): Add1, ner): Add1, Aek3, Aek4, Gro2, Vle1 (12) Hoe, Rog (14) NOLIDAE – Visstaartjes Peribatodes rhomboidaria (Taxusspikkelspan- Euproctis similis (Donsvlinder): Vle1, Bos4 (2) Pseudoips prasinana (Zilveren groenuil): ner): Bap1, Hoe, Rog (3) Add1, Ber1, Hoe (7) Perizoma flavofasciata (Silenespanner): Ber1, EREBIDAE – – Uilen Hoe (3) (Alle soorten volgens verouderde indeling NOTODONTIDAE – Tandspinners Petrophora chlorosata (Varenspanner): Ber1, Noctuidae) Drymonia dodonaea (Gestreepte tand- Hoe (7) vlinder): Add1, Bap6, Hoe, Rog, Ste (18) Plagodis dolabraria (Lindeknotsvlinder): Acronicta menyanthidis (Veenheide-uil): Furcula furcula (Kleine hermelijnvlinder): Ber1, Gro1, Hoe, Rog (11) Gro1 (2) Hoe (1) Scopula floslactata (Roomkleurige stipspan- Agrotis exclamationis (Gewone worteluil): Notodonta dromedarius (Dromedaris): Gro1, ner): Add1, Bap6, Ber1, Gro1, Hoe, Koe, Rog (20) Gro1, Hoe, Rog (7) Rog (2) Thera obeliscata (Naaldboomspanner): Add1, Anaplectoides prasina (Bruine groenuil): Peridea anceps (Eikentandvlinder): Ber1, Bap6, Ber1, Gro1, Hoe, Ste (57) Add1, Gro1, Hoe, Rog (7) Gro1, Hoe, Rog (7) Thera britannica/variata: Hoe (3) Apamea crenata (Variabele grasuil): Gro1, Phalera bucephala (Wapendrager): Ber1, Timandra comae (Lieveling): Ber1, Cam, Hoe, Hoe, Rog (6) Gro1, Hoe, Rog (7) Rog, Vle5 (14) Apamea remissa (Grauwe grasuil): Hoe (1) Pheosia gnoma (Berkenbrandvlerkvlinder): Xanthorhoe ferrugata (Vierbandspanner): Apamea sordens (Kweekgrasuil): Add1 (1) Ber1, Hoe, Rog (5) Hoe (4) Autographa gamma (Gamma-uil): Wap2 (1) Ptilodon capucina (Kroonvogeltje): Bap6, Xanthorhoe montanata (Geoogde bandspan- Ceramica pisi (Erwtenuil): Ber1, Gro1, Hoe (5) Ber1, Hoe, Ste (5) ner): Ber1, Gro1, Hoe, Rog, Wap2 (18) Charanyca trigrammica (Drielijnuil): Add1, Xanthorhoe ferrugata/spadicearia: Hoe (1) Gro1, Hoe, Rog (13) 166 entomologische berichten 75 (4) 2015

NYMPHALIDAE – Schoenlappers, Ancylis mitterbacheriana (Oranje haakblad- C. van Haagen, I. Hoogendoorn & T. Knol parelmoervlinders en zandoogjes roller): Hoe (1) met bijdragen van B. Aukema, C. Gielis en Aglais urticae (Kleine vos): Can2 (2) Ancylis uncella (Heide-haakbladroller): Aek3, S. Lamberts Araschnia levana (Landkaartje): Die1 (2) Vle5 (2) Coenonympha pamphilus (Hooibeestje): Aek1, Ancylis unculana (Purperrode haakblad- De systematiek en naamgeving volgt de ‘Cata- Can2, Die1, Dol (5) roller): Bap6, Gro1, Rog, Ste (9) logus van de Nederlandse kevers’ (Vorst 2010). Pararge aegeria (Bont zandoogje): Cam, Koe, Apotomis sororculana (Variabele marmer- Zoals de naam ‘Drents-Friese Wold’ al aan- Smi2 (5) bladroller): Add1 (1) geeft, ligt het excursiegebied in twee provin- Vanessa cardui (Distelvlinder): Aek3 (1) Apotomis turbidana (Zwartwitte marmer- cies: Drenthe en Fryslân. Door vijftien deel- bladroller): Hoe (1) nemers werden in totaal 646 soorten kevers – Sikkelmotten Archips oporana (Fraaie dennenbladroller): gemeld, waarvan er 345 in Fryslân en 538 in similella (Citroenstamgastje): Rog (4) Hoe (1) Drenthe werden waargenomen. Uit deze pro- (Vaal stamgastje): Add1, Bactra lancealana/lacteana: Bos5 (1) vincies waren eind 2007 respectievelijk 1891 Bap6, Ber1, Rog (12) Capua vulgana (Meibladroller): Add1, Ber1, en 1924 soorten bekend (Vorst 2010). In onder- Endrosis sarcitrella (Witkopmot): Hoe (1) Hoe (9) staande lijst zijn 30 soorten opgenomen die in Oecophora bractella (Molmboorder): Bap6 (1) Celypha lacunana (Brandnetelbladroller): de kevercatalogus nog niet uit Fryslân gemeld Pleurota bicostella (Gemsmot): Add1, Aek1, Gro1, Gro2, Hoe (3) werden; daarnaast werden negen soorten voor Ber1, Bos4, Can2, Gro2, Rog, Vle5 (14) Epinotia bilunana (Witte oogbladroller): Ber1 (1) het eerst sinds 1966 in deze provincie gezien. Epinotia demarniana (Berkenoogbladroller): Voor Drenthe gaat het om respectievelijk 20 PIERIDAE – Witjes Can2, Hoe (2) en 19 soorten, waarvan één soort, de boktor Gonepteryx rhamni (Citroenvlinder): Aek3, Epinotia rubiginosana (Dennenoogblad- Gaurotes virginea, pas sinds 2011 uit Nederland Can2 (2) roller): Ber1, Hoe (3) bekend is (Colijn et al. 2013). Epinotia tetraquetrana (Vierkantoogblad- Het aantal soorten dat niet eerder uit Fryslân PLUTELLIDAE – Koolmotten roller): Ber1 (2) gemeld werd is met 30 opvallend groot. Door Plutella xylostella (Koolmotje): Add1, Ape, Eupoecilia ambiguella (Blauw smalsnuitje): het vrij bescheiden aantal soorten dat tijdens Ber1, Vle5 (6) Add1 (1) de zomerbijeenkomst in deze provincie werd Lobesia reliquana (Harlekijnbladroller): Hoe (2) verzameld, gaat het hier om maar liefst 8,6% PSYCHIDAE – Zakjesdragers Notocelia uddmanniana (Bramenbladroller): van het totaal. Na Flevoland en Groningen is Narycia duplicella (Poederzakdrager): Rog (3) Add1 (1) Fryslân de provincie met het geringste aan- Phalacropterix graslinella (Veenheidezakdra- arcuella (Geisha): Add1, Vle5 (2) tal bekende soorten: de 1891 Friese soorten ger): Bos4, Bos5 (4) Orthotaenia undulana (Grote brandnetel- vormen nog niet de helft (45%) van de 4163 Psyche casta (Gewone zakdrager): Add1, bladroller): Add1 (1) Nederlandse soorten (Vorst 2010). Dit zal deels Rog (3) Pandemis cerasana (Kersenbladroller): Hoe (1) het gevolg zijn van het feit dat deze provincie, Taleporia tubulosa (Sigaarzakdrager): Ber1, schulziana (Granietbladroller): buiten de Waddeneilanden, relatief weinig Gro1 (3) Add1 (2) bemonsterd is. Een andere factor vormt het Pseudohermenias abietana (Sparrenblad- geringe aandeel van de Pleistocene zandgron- PYRALIDAE – Snuitmotten roller): Add1 (1) den met de bijbehorende biotopen in deze Assara terebrella (Fijnsparkegelmot): Ptycholoma lecheana (Koraalbladroller): provincie. Dat nu juist deze biotopen, in de Add1 (1) Add1, Bap6 (2) vorm van droge (naald)bossen, heidevelden, Dioryctria abietella (Sparappelboorder): Retinia resinella (Harsbuilmot): Rog (2) droge graslanden en vennen, in het onder- Add1 (3) Rhyacionia buoliana (Gewone dennenlot- zoeksgebied ruim vertegenwoordigd waren Dioryctria schuetzeella (Donkere sparappel- boorder): Ber1, Rog (2) zal dus zeker een rol spelen bij de ontdekking boorder): Ber1 (1) Rhyacionia pinivorana (Grijze dennenlot- van zoveel nieuwigheden. De lijst met nieuwe Dioryctria sylvestrella (Egale sparappelboor- boorder): Ber1, Hoe, Rog (4) soorten bevat inderdaad veel kevers die op de der): Add1, Rog (7) Spatalistis bifasciana (Azuurbladroller): Rog (3) hogere zandgronden te vinden zijn, maar in Ortholepis betulae (Berkenlichtmot): Gro1 (1) Spilonota laricana (Bonte lariksbladroller): het kustgebied ontbreken of zeer schaars zijn Rhodophaea formosa (Veelkleurige lichtmot): Add1 (6) zoals de loopkevers Anisodactylus nemorivagus, Add1 (1) Syndemis musculana (Struikbladroller): Harpalus distinguendus en Cymindis macularis, Add1 (3) de kortschildkevers Stenus gallicus en S. kiesen- SPHINGIDAE – Pijlstaarten wetteri, de klopkevers Ernobius nigrinus en E. Deilephila elpenor (Groot avondrood): YPONOMEUTIDAE – Stippelmotten pini, de boksnuitkever Platystomos albinus en de Hoe (1) Argyresthia conjugella (Grote pedaalmot): de naaldhoutbewonende snuitkevers Pissodes Deilephila porcellus (Klein avondrood): Hoe (1) validirostris, Magdalis duplicata en Crypturgus Hoe, Rog (5) Argyresthia fundella (Grofgevlekte pedaal- pusillus. Daarnaast zijn er ook soorten bij die Smerinthus ocellatus (Pauwoogpijlstaart): mot): Rog (1) de laatste jaren hun areaal hebben uitgebreid, Bap6, Ste (2) Argyresthia retinella (Gevlekte pedaalmot): zoals de vuurkever Pyrochroa coccinea en de Sphinx pinastri (Dennenpijlstaart): Bap6, Bos5, Vle5 (2) prachtkever Phaenops cyanea, en die voorheen Gro1, Rog (6) Argyresthia sorbiella (Bessenpedaalmot): dus werkelijk afwezig waren. Maar ook zijn Add1, Aek2, Bap6, Gro1, Hoe, Vle6 (11) er algemenere soorten die wel haast zeker TISCHERIIDAE – Vlekmineermotten gemist werden, zoals de spitshalskever Uleiota Tischeria ekebladella (Gewone eikenvlek- planata. COLEOPTERA – Kevers mot): Add1 (1) In Drenthe vormen de 20 nieuwe soorten voor Tekst: O. Vorst de provincie op een totaal van 538 waargeno- TORTRICIDAE – Bladrollers Determinaties van O. Vorst, F. van Nunen, men soorten een veel geringer aandeel: 3,7%. Ancylis apicella (Fijngestreepte haakbladrol- Th. Heijerman, R.Ph. Jansen, B. Drost, Met een totaal van 1924 soorten is de kever- ler): Add1 (1) A. Littel, A.J. Dees, T. de Goeij, Tj. du Bois, fauna van Drenthe overigens nauwelijks rijker entomologische berichten 167 75 (4) 2015

Natuurlijk zijn er ook hier soorten die waar- Loricera pilicornis: Die2 schijnlijk gemist werden, bijvoorbeeld de kort- Elaphrus cupreus: Die2 schildkever Ocypus olens. Elaphrus riparius: Aek3 Clivina fossor: Smi1, Vle9 GYRINIDAE – Schrijvertjes Dyschirius thoracicus: Dol Gyrinus minutus: Aek4, Vle3. Een zeldzame Dyschirius politus: Die1 bewoner van vennen. Dyschirius globosus: Ape, Koe, Vle3 Gyrinus marinus: Aek2 Trechus obtusus: Aek4 Gyrinus substriatus: Aek4, Dol, Koe, Noo DR Tachyta nana: Bap3 Bembidion lampros: Aek3, Vel1 HALIPLIDAE – Watertreders Bembidion properans: Die1, Die2, Dol Peltodytes caesus: Aek2 Bembidion quadrimaculatum: Die2, Gou1 Bembidion mannerheimii: Vle3 NOTERIDAE – Diksprietwaterkevers Bembidion guttula: Vle9 Noterus clavicornis: Aek2, Aek4 Poecilus lepidus: Aek1, Aek3, Aek4, Can2, Noterus crassicornis: Aek2, Aek4, Vle3 Die1, Dol Poecilus cupreus: Bap5, Die1, Die2 PAELOBIIDAE – Pieptorren Poecilus versicolor: Aek3, Aek4, Die1, Bap4 Hygrobia hermanni: Aek4 Pterostichus diligens: Aek2, Ape, Can2, Vle3 Pterostichus vernalis: Gou1 DYTISCIDAE – Waterroofkevers Pterostichus nigrita: Aek4 Liopterus haemorrhoidalis: Vle3 Pterostichus rhaeticus: Ape, Cam, Vle3 Laccophilus minutus: Aek4 Pterostichus minor: Aek2, Ape, Vle3 fr Hygrotus novemlineatus: Aek4. Een zeldza- Pterostichus niger: Aek3, Ape, Can2, Gou1 me soort van vennen met kale zandbodem. Abax parallelepipedus: Koe Hydroporus scalesianus: Vle3 Oxypselaphus obscurus: Aek2, Gou1, Gou2, Hydroporus umbrosus: Ape, Vle3 Hoe, Vel1, Vle3 Hydroporus tristis: Aek2, Ape, Die, Vle3, Vle9 Limodromus assimilis: Gou1, Gou2 Hydroporus gyllenhalii: Ape, Die Agonum sexpunctatum: Bap5, Die1, Die2, 11. Eerste waarneming van Peritrechus Hydroporus striola: Ape Bap4 angusticollis voor Fryslân. Foto: Theodoor Hydroporus erythrocephalus: Die, Vle3 Agonum muelleri: Vle9 Heijerman Hydroporus obscurus: Aek2, Ape, Die, Vle3 Agonum gracile: Aek2, Ape, Vle3 11. The first record of Peritrechus angusticollis for the province of Fryslân. Hydroporus planus: Die, Vle9 Agonum fuliginosum: Aek2, Gou2, Smi1 Hydroporus pubescens: Aek2, Ape, Die, Smi1, Agonum thoreyi: Aek2 Vle3, Vle9 Calathus fuscipes: Aek3, Aek4, Bap5, Can2, Hydroporus memnonius: Koe Die1 Hydroporus melanarius: Die, Koe, Vel1 Calathus melanocephalus: Aek4, Gou1 dan die van Fryslân (Vorst 2010). Mogelijk is de Hydroporus neglectus: Koe, Vle3 Amara similata: Gee stand van kennis wel vollediger en de kever- Agabus affinis: Aek2, Die Amara ovata: Aek3 fauna van Drenthe inderdaad minder rijk. Dit Ilybius montanus: Koe Amara communis: Aek2, Gou2 wordt immers gesuggereerd door het geringere Ilybius guttiger: Aek2, Ape Amara lunicollis: Gou2, Smi1, Vle9 aandeel van de aanwinsten. Drenthe bestaat Ilybius aenescens: Aek2, Aek4, Ape, Die, Vle3 Amara aenea: Aek3, Bap5, Die1, Gou1, Hoe juist goeddeels uit Pleistocene zandgronden, Rhantus suturalis: Vle9 Amara spreta: Aek3, Aek4, Gou1 terwijl Holocene klei- en veengebieden vrijwel Rhantus suturellus: Die Amara familiaris: Aek2, Can2, Vle9 geheel ontbreken. Kustbiotopen als duinen en Rhantus exsoletus: Aek4 Anisodactylus binotatus: Aek2, Aek3, Die1 kwelders, in Fryslân ruim aanwezig, zijn zelfs Graphoderus zonatus: Aek2, Aek4 FR Anisodactylus nemorivagus: Aek4, Bap5. geheel afwezig. Deze geringere variatie in bio- Graphoderus cinereus: Aek2, Aek4 Een zeldzame soort van heiden en venen. topen vindt logischerwijs zijn neerslag in een Cybister lateralimarginalis: Aek4 Harpalus rufipes: Aek3, Bap5, Gou1, Gou2, minder diverse fauna. Ook is het zo dat de in Smi1 het excursieterrein aanwezige biotopen door CARABIDAE – Loopkevers Harpalus affinis: Aek3, Gou2, Smi1 geheel Drenthe te vinden zijn, wat de kans op Carabus problematicus: Bap3, Can2, Gou1, FR Harpalus distinguendus: Aek3 de ontdekking van nieuwe soorten natuurlijk Vle9 Harpalus latus: Bap5, Die1, Vle3 vermindert. Opvallend is dat met elf soorten Carabus granulatus: Bap5, Gou1, Gou2, Hoe Harpalus laevipes: Aek2 het aandeel van met dood hout of houtbewo- Carabus arcensis sylvaticus: Aek4. Een be- FR Harpalus rubripes: Aek3 nende zwammen geassocieerde kevers onder woner van heidevelden. Harpalus anxius: Aek3, Die1 de aanwinsten groot is. Veel van deze soorten Leistus terminatus: Aek4 Acupalpus flavicollis: Smi1 nemen de laatste jaren in aantal toe als gevolg Nebria brevicollis: Can2, Gou1 Acupalpus brunnipes: Die2 van het toegenomen aanbod van dood hout in Nebria salina: Aek4, Bap5, Die1, Hoe Acupalpus meridianus: Aek4 de Nederlandse bossen. Het gaat daarbij onder Notiophilus aquaticus: Vle3 Acupalpus dubius: Die meer om de loopkever Tachyta nana, de spie- Notiophilus palustris: Smi1 Acupalpus exiguus: Vle9 gelkever Hololepta plana, de kortschildkevers Notiophilus substriatus: Gou1 Bradycellus ruficollis: Vle3 Placusa complanata en Siagonium quadricorne, de Notiophilus rufipes: Gou1 Bradycellus harpalinus: Aek4, Koe, Smi1, Vel1, klopkever Ernobius abietinus, de prachtzwam- Notiophilus biguttatus: Gou1, Koe, Vle3 Vle3 kever Triplax rufipes, de zwamspartelkever Cicindela hybrida: Aek1, Aek4, Can2, Hoe, Trichocellus placidus: Aek2 Abdera affinis, de zwartlijf Corticeus bicolor en Vle3 (Figuur 13) Trichocellus cognatus: Vle3 de bovenvermelde boktor Gaurotes virginea. Cicindela campestris: Aek1, Aek4, Die1, Koe Oodes helopioides: Aek2 168 entomologische berichten 75 (4) 2015

FR Cymindis macularis: Aek4 LEIODIDAE – Truffelkevers Gymnusa brevicollis: Ape, Vle3 Paradromius linearis: Dol, Gou2, Koe, Smi1, Anisotoma humeralis: Dol Scaphidium quadrimaculatum: Bap3, Gou2, Smi3, Vle3, Vle9 FR Agathidium seminulum: Aek3 Koe Dromius agilis: Die Agathidium laevigatum: Aek2 Scaphisoma agaricinum: Can2, Gou1, Gou2, Dromius angustus: Aek4, Dol Nargus velox: Aek2 Vle3 Dromius quadrimaculatus: Aek2, Can2, Vle3 DR Siagonium quadricorne: Gou2 Calodromius spilotus: Can2, Dol, Koe SCYDMAENIDAE – Valse knotskevers dr Bledius femoralis: Die1 Philorhizus melanocephalus: Aek2, Vel1 Stenichnus scutellaris: Aek2 Oxytelus laqueatus: Ape, Gou1, Gou2, Koe Syntomus foveatus: Aek1, Gou2 Stenichnus collaris: Aek2 Anotylus sculpturatus: Can2, Gou2 Syntomus truncatellus: Gou1, Gou2 Euconnus rutilipennis: Aek2, Vle3 Anotylus tetracarinatus: Can2, Gou1, Gou2, Koe HYDROPHILIDAE – Spinnende water- SILPHIDAE – Aaskevers Platystethus arenarius: Gou1, Gou2, Koe kevers Silpha tristis: Gou1 Stenus juno: Aek2 Helophorus grandis: Vle9 Phosphuga atrata: Aek2, Die1, Smi3 FR Stenus gallicus: Aek2. Een soort van moe- Helophorus aequalis: Aek2, Vle9 rassen en broekbossen. Helophorus brevipalpis: Smi1, Vle9 STAPHYLINIDAE – Kortschildkevers Stenus lustrator: Aek2, Koe Helophorus strigifrons: Vle9 Olophrum piceum: Vle3 Stenus clavicornis: Can2, Gou1, Gou2, Smi1, Helophorus obscurus: Vle9 Lesteva sicula heeri: Aek2 Vel1 Helophorus minutus: Ape, Vle9 DR Metopsia clypeata: Ape, Vel1 Stenus providus: Aek2, Ape, Vle3 Hydrochus elongatus: Aek4 Megarthrus prosseni: Dol, Gou2, Koe Stenus boops: Aek2 Hydrochus angustatus: Aek4, Noo Megarthrus denticollis: Gou1, Gou2 Stenus incrassatus: Aek2, Ape, Vle3 Chaetarthria seminulum: Aek2 Proteinus brachypterus: Aek2 Stenus melanarius: Aek2, Vle3 Chaetarthria simillima: Ape DR Bibloplectus tenebrosus: Vle3 Stenus nitens: Aek2, Ape Anacaena globulus: Aek2, Smi1 Brachygluta fossulata: Aek2 Stenus argus: Vle3 Anacaena lutescens: Ape, Die Pselaphus heisei: Vle3 Stenus europaeus: Vle3 Laccobius minutus: Aek4 Phloeocharis subtilissima: Can2, Gou1, Koe, Stenus humilis: Vle3 Helochares punctatus: Aek2, Aek4, Ape, Die, Vel1 Stenus formicetorum: Vle3 Vle3 Sepedophilus littoreus: Aek4 Stenus brunnipes: Smi1, Vle9 Enochrus ochropterus: Aek2, Vle3 Sepedophilus nigripennis: Vel1, Vle9 Stenus latifrons: Aek2, Ape, Vle9 Enochrus quadripunctatus: Aek2 Tachyporus obtusus: Koe, Vle9 Stenus cicindeloides: Aek2, Gou2, Smi1 Enochrus affinis: Ape, Die, Vle3, Vle9 Tachyporus solutus: Ape, Gou1, Vle9 FR Stenus kiesenwetteri: Aek2, Ape, Vle3 Enochrus coarctatus: Aek2, Ape, Vle3 Tachyporus dispar: Smi1 Stenus flavipes: Ape Hydrobius fuscipes: Aek2, Ape, Koe, Smi1, Tachinus humeralis: Gou1 Stenus nitidiusculus: Aek2, Ape Vle9 Tachinus laticollis: Dol, Gou1, Gou2, Vle9 Stenus picipennis: Aek2 Coelostoma orbiculare: Aek2, Aek4, Ape Tachinus marginellus: Gou1, Gou2, Koe dr Stenus brevipennis: Vle3 Cercyon castaneipennis: Gou1, Gou2 Habrocerus capillaricornis: Aek2, Vel1 Stenus impressus: Aek2, Gou1, Koe, Vel1, Cercyon impressus: Ape, Dol, Gou1, Gou2, Koe Aleochara lanuginosa: Gou1, Gou2 Vle3 Cercyon haemorrhoidalis: Gou2 Aleochara bipustulata: Gou1 Stenus palustris: Aek2, Vle3 Cercyon melanocephalus: Ape, Gou1, Gou2, Tinotus morion: Dol, Koe Stenus geniculatus: Vle3 Koe Oxypoda elongatula: Vle3 Euaesthetus ruficapillus: Aek2, Ape, Vle3 Cercyon lateralis: Gou1, Koe Hygropora cunctans: Vle3. Een zeldzame Euaesthetus laeviusculus: Vle3 Cercyon quisquilius: Gou2 soort van venen en venoevers. Paederus riparius: Aek2, Ape, Vle3 Cercyon pygmaeus: Aek3, Ape, Can2, Gou1, Phloeopora corticalis: Koe Rugilus rufipes: Aek2 Gou2, Koe Meotica exillima: Vle3 Rugilus orbiculatus: Vel1 Megasternum concinnum: Gou2, Smi1 Geostiba circellaris: Vle9 Rugilus erichsonii: Gou2 Cryptopleurum minutum: Gou1, Gou2 Atheta sordidula: Gou2 Medon piceus: Koe Sphaeridium bipustulatum: Can2, Dol, Gou1, dr Atheta myrmecobia: Gou1, Vel1. Zeldzame Tetartopeus terminatus: Ape, Vle3 Gou2, Koe soort van naaldbossen met weinig recente dr Lathrobium rufipenne: Vle3. Een typische Sphaeridium scarabaeoides: Gou1, Gou2 waarnemingen. bewoner van veenmosbiotopen. Sphaeridium lunatum: Can2, Dol, Gou1, Gou2, Atheta macrocera: Gou2, Koe Lathrobium geminum: Gou1 Koe Atheta atramentaria: Can2, Gou2, Koe Lathrobium brunnipes: Aek2, Vle3 Atheta britanniae: Cam Lathrobium fovulum: Vle3 HISTERIDAE – Spiegelkevers Atheta crassicornis: Cam Ochthephilum fracticorne: Ape, Vle3 Plegaderus vulneratus: Gou1 dr Atheta harwoodi: Gou1 Erichsonius cinerascens: Aek2, Ape, Vle3 Paromalus parallelepipedus: Bap3, Gou1 Atheta coriaria: Aek4 Philonthus nigrita: Ape, Koe, Vle3 Margarinotus ventralis: Dol, Gou1, Gou2, Dinaraea aequata: Gou2, Vel1 Philonthus albipes: Gou1 Koe Acrotona fungi: Aek2, Cam, Gou2 Philonthus intermedius: Gou2 Margarinotus carbonarius: Bap3, Dol, Gou2 Amischa analis: Vle9 Philonthus tenuicornis: Gou1 Hister unicolor: Dol, Gou1, Gou2, Koe, Vle9 Drusilla canaliculata: Vle3 Philonthus succicola: Gou2 DR Hololepta plana: Gou2 DR Placusa complanata: Gou2. Leeft onder Philonthus cruentatus: Dol schors van pas afgestorven bomen. Philonthus varians: Dol, Gou1, Gou2, Koe PTILIIDAE – Veervleugelkevers Placusa depressa: Gou2 DR Philonthus confinis: Gou2. Een zeldzame Nephanes titan: Gou2 Autalia rivularis: Gou1, Gou2 mestbewoner, die de laatste jaren vaker Acrotrichis grandicollis: Gou1, Gou2 Hygronoma dimidiata: Aek2 wordt waargenomen. Acrotrichis dispar: Gou1 Myllaena intermedia: Aek2, Vle3 Philonthus splendens: Aek4, Dol, Gou1, Gou2, Acrotrichis intermedia: Aek2, Gou1 FR Myllaena brevicornis: Aek2 Koe entomologische berichten 169 75 (4) 2015

Agrilus cyanescens: Vel1 fr Agrilus viridis: Aek2, Vle9 Trachys minutus: Aek2, Can2, Gou1, Koe, Vle3

BYRRHIDAE – Pilkevers Simplocaria semistriata: Can2 Morychus aeneus: Hoe Byrrhus pilula: Can2, Vle9

DRYOPIDAE – Ruighaarkevers Dryops luridus: Noo

THROSCIDAE – Dwergkniptorren Trixagus dermestoides: Aek2, Ape, Can2, Die, Dol, Gou1, Koe, Smi1, Smi6, Vle3, Vle9

ELATERIDAE – Kniptorren dr Agrypnus murinus: Die1, Dol, Koe, Smi3, Vle3, Vle9 Ampedus balteatus: Aek3, Aek4, Can2, Koe, Vle3 12. Nachtvlinderinventarisatie in bosgebied. Foto: Oscar Franken Ampedus sanguineus: Bap3, Gou1 12. Inventory of the night-active Lepidoptera in a forested area. Sericus brunneus: Aek3, Aek4, Can2, Die Melanotus villosus: Can2, Dol, Gou1, Koe Agriotes lineatus: Aek3, Gou2, Vle9 Agriotes obscurus: Can2, Die1, Vle9 Philonthus sanguinolentus: Gou1, Gou2 Koe, Vle3 Ectinus aterrimus: Aek2, Aek3, Vel1, Vle9 Philonthus parvicornis: Gou1, Gou2 Aphodius sticticus: Gou1 Dalopius marginatus: Aek2, Aek3, Ape, Die, Philonthus marginatus: Gou2 Aphodius distinctus: Gou1 Dol, Gou1, Gou2, Koe, Smi3, Smi6, Vel1, Bisnius fimetarius: Aek4, Gou1, Gou2 Aphodius sphacelatus: Gou1, Gou2 Vle3, Vle9 Gabrius trossulus: Vle9 Aphodius prodromus: Koe Dicronychus cinereus: Gou2, Vle9 Gabrius piliger: Gou1 Aphodius merdarius: Gou2, Koe. Een zeld- Hemicrepidius niger: Vle9 Gabrius appendiculatus: Vle9 zame mestbewoner, die recent alleen uit de Athous haemorrhoidalis: Aek2, Aek3, Aek4, DR Ocypus olens: Vle3 noordelijke provincies bekend is. Ape, Can2, Dol, Gou1, Koe, Smi1, Smi3, Vel1, FR Platydracus fulvipes: Aek2 Aphodius fimetarius: Aek4, Ape, Can2, Dol, Vle3, Vle9 Ontholestes murinus: Gou1, Gou2 Gou1, Gou2, Koe Athous subfuscus: Aek2, Aek3, Ape, Can2, Quedius fuliginosus: Aek4 Aphodius ater: Aek3, Aek4, Can2, Dol, Gou1, Die, Gou1, Koe, Smi1, Smi3, Smi6, Vle3, Vle9 Quedius curtipennis: Die1 Gou2, Koe, Vle3 Denticollis linearis: Aek2, Koe, Smi6, Vle3, Vle9 Quedius molochinus: Gou1 Aphodius granarius: Can2, Dol, Gou2 Limonius minutus: Vel1, Vle9 Quedius maurorufus: Aek2 Oxyomus sylvestris: Vle9 Prosternon tessellatum: Aek3, Dol, Koe, Vle3 Quedius semiobscurus: Vle9 Onthophagus similis: Aek3, Aek4, Can2, Dol, DR Anostirus castaneus: Bap3 Quedius nitipennis: Gou1 Gou1, Gou2, Koe Aplotarsus incanus: Koe Quedius persimilis: Aek4 Onthophagus coenobita: Vle9 FR Acylophorus wagenschieberi: Aek2 fr Melolontha melolontha: Ste, Vle9 CANTHARIDAE – Soldaatjes Othius punctulatus: Cam Phyllopertha horticola: Aek2, Aek4, Ape, Bap5, FR Podabrus alpinus: Can2, Gou2, Koe, Vle3. fr Othius angustus: Aek3 Can2, Die, Dol, Gou1, Koe, Smi1, Smi3, Smi6, Een zeldzame soort, die het hier blijkbaar Othius subuliformis: Aek2, Vel1 Vle3, Vle9, Gee (figuur 13) goed doet. Gyrohypnus punctulatus: Gou2 Cantharis fusca: Aek3, Vle3, Vle9 Xantholinus longiventris: Vle9 SCIRTIDAE – Moerasweekschilden Cantharis pellucida: Aek2, Vel1, Vle3 Microcara testacea: Aek2, Gou1, Koe, Vle3, dr Cantharis flavilabris: Vle9 GEOTRUPIDAE – Mesttorren Vle9 Cantharis nigricans: Aek2, Gou1, Koe, Vel1, Geotrupes stercorosus: Dol, Gou2, Koe, Vel1, Cyphon coarctatus: Aek2, Die, Gou1, Koe, Vle3 Vle3, Vle9 Vle3, Vle9 Cyphon variabilis: Vle3 Cantharis livida: Can2, Die, Koe, Vle3, Vle9 Geotrupes vernalis: Aek2, Aek4, Dol, Koe, Vle3 Cyphon laevipennis: Vle3 Cantharis rufa: Gou1, Vle9 Cyphon pubescens: Aek2, Die, Vle3 Cantharis cryptica: Aek2, Gou1, Koe, Vle3, SCARABAEIDAE – Bladsprietkevers Cyphon padi: Aek2, Ape, Koe, Vle3 Vle9 Aphodius erraticus: Dol, Gou1, Gou2, Koe Cyphon hilaris: Aek2, Ape, Die, Koe, Vle3 Cantharis pallida: Aek2 Aphodius fossor: Aek4, Can2, Dol, Gou1, Scirtes hemisphaericus: Aek2 Rhagonycha nigriventris: Vle9 Gou2, Koe, Vle3 Rhagonycha lignosa: Gou1, Koe Aphodius haemorrhoidalis: Can2, Dol, Gou1, BUPRESTIDAE – Prachtkevers DR Rhagonycha gallica: Aek2, Gou1, Koe, Gou2, Koe FR Phaenops cyanea: Aek2. Een nieuwkomer, Smi1, Vle3 DR Aphodius luridus: Can2, Dol waarvan de larven zich ontwikkelen in Aphodius pusillus: Aek3, Can2, Dol, Gou1, stammen van stervende dennen. DERMESTIDAE – Spektorren Gou2, Koe Agrilus angustulus: Aek2, Gou2, Vle9 Dermestes murinus: Aek1 Aphodius coenosus: Aek3, Aek4, Can2, Gou2, FR Agrilus sulcicollis: Aek2, Vle9 170 entomologische berichten 75 (4) 2015

ANOBIIDAE – Klopkevers EROTYLIDAE – Prachtzwamkevers DR Abdera affinis: Gou1 Ptinus dubius: Aek3, Koe Dacne bipustulata: Gou1, Gou2 Abdera flexuosa: Gou1 Dryophilus pusillus: Gou1. Een zeldzame Tritoma bipustulata: Gou1 soort van naaldhout, hier geklopt van Triplax russica: Gou1 MORDELLIDAE – Spartelkevers fijnspar. DR Triplax rufipes: Koe, Vel1 Mordella holomelaena: Smi6 Xestobium rufovillosum: Bap3, Vle3 Mordellochroa abdominalis: Gou1, Smi6, Vle9 FR Ernobius nigrinus: Can2 BYTURIDAE – Frambozenkevers DR Ernobius abietinus: Gou1. Tot nu toe Byturus tomentosus: Ape, Die, Vle9 ZOPHERIDAE – Somberkevers slechts bekend van een enkele vondst uit dr Byturus ochraceus: Can2, Die, Smi6 Synchita humeralis: Ape Dronten. Bitoma crenata: Gou1, Gou2 Ernobius abietis: Bap3, Dol, Gou1, Koe, Vel1 CERYLONIDAE – Dwerghoutkevers FR Ernobius pini: Aek3, Can2 Cerylon ferrugineum: Gou1, Koe TENEBRIONIDAE – Zwartlijven Ernobius mollis: Bap3, Gou1, Koe, Vle3 Lagria hirta: Aek2, Smi3, Vle3 ENDOMYCHIDAE – Zwamkevers Lagria atripes: Aek2, Can2, Koe, Smi1, Vle3, TROGOSSITIDAE – Schorsknaag- Endomychus coccineus: Die2, Gou2 Vle9 kevers Bolitophagus reticulatus: Gou1 Nemozoma elongatum: Vel1 COCCINELLIDAE – Lieveheers- Nalassus laevioctostriatus: Aek2, Aek3, Aek4, beestjes Bap5, Can2, Die1, Dol, Vle3 CLERIDAE – Mierkevers Coccidula rufa: Gou1 Corticeus unicolor: Bap3, Die2, Gou1, Koe Thanasimus formicarius: Aek2, Koe Rhyzobius litura: Gou1, Gou2 DR Corticeus bicolor: Gou1 Rhyzobius chrysomeloides: Aek3, Can2, Dol, Diaperis boleti: Dol, Gou1, Koe MELYRIDAE – Bloemweekschilden Gou1, Koe, Vle3 Dasytes plumbeus: Ape, Smi1, Smi6, Vel1, Exochomus quadripustulatus: Aek4, Dol, Vle3 OEDEMERIDAE – Schijnboktorren Vle9 Aphidecta obliterata: Bap3, Gou1 fr Oedemera lurida: Aek2, Can2, Die1, Gou1, Dasytes aeratus: Aek2 Adalia decempunctata: Aek4, Can2, Dol, Koe, Gou2, Smi1, Smi6 dr Anthocomus fasciatus: Gou1 Vle3 Coccinella septempunctata: Aek3, Can2, Die1, PYROCHROIDAE – Vuurkevers KATERETIDAE – Bastaardglanskevers Gou1, Smi1, Vle9 FR Pyrochroa coccinea: Can2 Kateretes pedicularius: Smi1 Harmonia quadripunctata: Bap3, Koe Brachypterus urticae: Ape, Gou1, Smi6, Vle9 Harmonia axyridis: Aek2, Die1 SALPINGIDAE – Platsnuitkevers Brachypterus glaber: Gou1, Smi6, Vle9 Myrrha octodecimguttata: Aek3, Aek4, FR Lissodema denticolle: Ape Can2 Salpingus planirostris: Ape, Can2, Koe NITIDULIDAE – Glanskevers Calvia decemguttata: Can2 FR Meligethes denticulatus: Ape Propylea quatuordecimpunctata: Gou1, Gou2, ANTHICIDAE – Snoerhalskevers Meligethes aeneus: Smi6, Vle9 Vle3, Vle9 Omonadus formicarius: Aek4 Meligethes viridescens: Die Myzia oblongoguttata: Koe Nitidula carnaria: Aek1. Een soort van uitge- Anatis ocellata: Koe, Vle3 SCRAPTIIDAE – Bloemspartelkevers droogde kadavers, hier van een lamspoot Halyzia sedecimguttata: Ape, Vel1 Anaspis fasciata: Vel1, Vle9 op een zandverstuiving. Psyllobora vigintiduopunctata: Die, Die1, Vel1 Anaspis frontalis: Gou1, Koe, Vel1, Vle9 FR Cychramus luteus: Ape, Bap3, Gou1, Koe, Tytthaspis sedecimpunctata: Can2, Vle9 Anaspis maculata: Gou1, Koe, Vel1, Vle3, Smi6, Vel1, Vle9 Vle9 Pocadius ferrugineus: Can2 LATRIDIIDAE – Schimmelkevers Anaspis thoracica: Die, Vle3 Enicmus transversus: Vle9 Anaspis regimbarti: Gou1, Koe, Smi6, Vel1 MONOTOMIDAE – Kerkhofkevers Stephostethus lardarius: Ape, Koe, Smi1, Vel1, Anaspis rufilabris: Smi6, Vle9 Rhizophagus dispar: Can2, Koe Vle9 Anaspis flava: Gou1, Gou2, Vel1, Vle9 Rhizophagus bipustulatus: Gou1, Gou2, Koe, Cartodere nodifer: Can2, Dol Vle9 Cortinicara gibbosa: Ape, Gou2, Koe, Vle3, CERAMBYCIDAE – Boktorren Vle9 fr Asemum striatum: Aek2, Koe SILVANIDAE – Spitshalskevers DR Corticarina similata: Koe, Smi6 Rhagium bifasciatum: Can2, Vel1 FR Uleiota planata: Aek4, Bap3, Die2, Gou1, DR Gaurotes virginea: Smi2 Gou2, Koe, Vel1 MYCETOPHAGIDAE – Boomzwam- Grammoptera ruficornis: Aek2, Bos2, Gou2, dr Silvanoprus fagi: Dol kevers Smi4, Smi5, Vle9 Litargus connexus: Ape, Die2, Gou2, Vle9 FR Pachytodes cerambyciformis: Bos2, Bos5, PHALACRIDAE – Glanzende bloem- Can2, Gou1, Gou2, Koe, Vle9 kevers CIIDAE – Houtzwamkevers Stenurella melanura: Gou1, Smi4 Olibrus affinis: Can2, Gou1, Smi1, Smi3 Cis boleti: Vel1 FR Stenurella nigra: Bos5, Gou1, Koe, Smi1, Cis festivus: Koe Smi6 CRYPTOPHAGIDAE – Harige schim- Orthocis alni: Vle3 Obrium brunneum: Gou1 melkevers Phymatodes testaceus: Gou1 Micrambe woodroffei: Smi1 MELANDRYIDAE – Zwamspartel- fr Poecilium alni: Aek4, Gou2 Micrambe abietis: Gou1 kevers Clytus arietis: Aek2, Ape, Can2, Die1, Dol, Antherophagus similis: Koe, Vle9 Orchesia micans: Gou1 Gou1, Gou2, Koe, Smi1, Smi4, Smi6, Vel1 Atomaria fuscata: Can2, Smi6 Orchesia undulata: Can2, Gou1, Gou2 Pogonocherus hispidus: Bos3, Dol, Vle3, Vle9 Atomaria turgida: Gou1, Koe, Vel1 FR Anisoxya fuscula: Can2.Een zeldzame Leiopus nebulosus: Bos3, Smi4 Atomaria testacea: Koe soort die zich ontwikkelt in dorre takken. Agapanthia villosoviridescens: Gou1, Smi4, Wordt de laatste jaren vaker gevangen. Vle9 entomologische berichten 171 75 (4) 2015

Protapion nigritarse: Bap3, Can2, Die1 Perapion violaceum: Bap3, Die1, Noo, Smi1, Vel1, Vle9 Perapion marchicum: Aek3, Ape, Bap3, Can2, Die1 Perapion curtirostre: Bap3, Can2, Die1, Smi6, Vel1, Vle3, Vle9 Apion frumentarium: Gou1, Vle9 Apion haematodes: Aek3, Bap3, Can2 Apion rubiginosum: Ape Apion rubens: Ape, Vle3 Betulapion simile: Aek2, Koe Ischnopterapion loti: Smi1 Ischnopterapion virens: Koe Pirapion immune: Noo Oxystoma craccae: Bap3, Dol, Vle9 Oxystoma pomonae: Bap3, Can2, Koe, Smi1 Nanophyes globulus: Gou2

CURCULIONIDAE – Snuitkevers 13. Basterdzandloopkever (Cicindela hybrida) prederend op rozenkever (Phyllopertha horticola). Otiorhynchus raucus: Noo Foto: Jap Smits Otiorhynchus singularis: Ape, Bap3, Can2, 13. Cicindela hybrida predating on Phyllopertha horticola. Die1, Dol, Gou1, Koe, Vel1, Vle3, Vle9 Otiorhynchus ovatus: Can2, Smi1 Phyllobius virideaeris: Bap3, Die1, Dol, Koe Phyllobius pomaceus: Aek2, Ape, Die1, Gou1, fr Saperda populnea: Aek2 Altica aenescens: Aek2, Koe Vle3, Vle9 Tetrops praeustus: Ape, Die, Koe, Smi5, Vle9 Altica oleracea: Koe Phyllobius glaucus: Aek2, Bap3, Can2, Koe Lythraria salicariae: Gou1 Phyllobius maculicornis: Aek2, Aek3, Aek4, MEGALOPODIDAE – Halstand- Neocrepidodera transversa: Gou1, Vle9 Bap3, Can2, Die1, Dol, Gou1, Koe, Noo, Smi1, haantjes Crepidodera fulvicornis: Vle9 Vel1, Vle9 Zeugophora subspinosa: Can2 Crepidodera aurata: Aek2, Bap3, Gou1, Vle9 Phyllobius argentatus: Aek2, Aek4, Ape, Bap3, Chaetocnema concinna: Vle9 Can2, Die1, Dol, Koe, Noo, Vle3, Vle9 CHRYSOMELIDAE – Bladkevers Sphaeroderma testaceum: Gou1, Vle9 Phyllobius pyri: Aek2, Aek4, Ape, Bap3, Can2, Bruchidius villosus: Noo, Smi1 fr Cryptocephalus bipunctatus: Can2 Dol, Gou1, Koe, Noo, Vel1, Vle3 FR Donacia crassipes: Aek2 Bromius obscurus: Vle9 Polydrusus pterygomalis: Bap3 Donacia semicuprea: Aek4, Noo Polydrusus cervinus: Aek2, Aek3, Aek4, Bap3, Donacia thalassina: Aek2, Vle9 NEMONYCHIDAE – Bastaard- Can2, Die1, Dol, Gou1, Koe, Smi1, Vle3 FR Plateumaris discolor: Aek2. Een zeldzame snuitkevers Polydrusus formosus: Can2, Die1, Dol, Vle9 bewoner van venen en vennen. dr Cimberis attelaboides: Dol Strophosoma melanogrammum: Aek2, Ape, Oulema obscura: Die, Die1 Bap3, Can2, Die, Die1, Gou1, Koe, Noo, Vel1, Oulema melanopus: Smi6 ANTHRIBIDAE – Boksnuitkevers Vle3 Oulema duftschmidi: Vle9 FR Platystomos albinus: Ape, Vle9 Strophosoma capitatum: Aek4, Can2, Die1, Cassida vibex: Die1, Gou1 Anthribus nebulosus: Koe Dol Cassida rubiginosa: Die1, Gou1, Gou2, Vle9 Strophosoma sus: Aek2, Aek4 Cassida vittata: Aek3 ATTELABIDAE – Bladrolkevers Philopedon plagiatus: Aek4, Can2 Chrysolina polita: Gou1 Apoderus coryli: Koe DR Graptus triguttatus: Die1 Chrysolina oricalcia: Vle9 Lasiorhynchites cavifrons: Koe, Vle3 Tanymecus palliatus: Ape, Die1, Gou1, Vle3, Gastrophysa viridula: Gou1, Vle9 Temnocerus nanus: Vle3 Vle9 Phaedon cochleariae: Noo Temnocerus tomentosus: Koe Chlorophanus viridis: Can2, Gou1, Vle9 dr Chrysomela populi: Aek2, Can2, Smi6, Vle9 Temnocerus longiceps: Aek2 Sitona regensteinensis: Die1, Noo, Smi1 Gonioctena viminalis: Aek2, Can2, Koe Neocoenorrhinus germanicus: Gou1, Koe Sitona lineatus: Bap3 Gonioctena olivacea: Gou1, Noo, Smi1, Smi3 Neocoenorrhinus aeneovirens: Smi1 Hypera conmaculata: Noo Gonioctena quinquepunctata: Aek2, Koe, Vle3. Neocoenorrhinus pauxillus: Vel1 Hypera rumicis: Vle9 Ontwikkelt zich op lijsterbes, maar in zijn Tatianaerhynchites aequatus: Koe Rhinocyllus conicus: Die1, Gou1. Een zeld- voorkomen beperkt tot de noordelijke Involvulus cupreus: Ape, Bap3, Koe, Vle3 zame soort die zich ontwikkelt in distels. provincies. Byctiscus betulae: Gou1, Vle3, Vle9 DR Larinus turbinatus: Die1, Gou1, Gou2 Phratora vulgatissima: Vle9 Deporaus betulae: Aek2, Die, Koe, Smi1, Vle3 Larinus planus: Die1, Gou1, Vle9 Phratora laticollis: Vle9 Hylobius abietis: Aek2, Aek4, Koe Phratora vitellinae: Bap3 BRENTIDAE – Spitsmuisjes dr Pissodes castaneus: Bap3, Can2 Galerucella nymphaeae: Vle9 Ceratapion onopordi: Die1, Gou1, Gou2, Noo FR, dr Pissodes validirostris: Can2, Dol Galerucella grisescens: Noo Ceratapion gibbirostre: Gou1 dr Pissodes pini: Koe Lochmaea caprea: Can2, Koe, Smi6 Melanapion minimum: Vle9 Magdalis ruficornis: Can2, Koe, Vle3 Lochmaea suturalis: Koe Exapion fuscirostre: Noo, Smi1 Magdalis barbicornis: Dol, Koe, Vle3 Agelastica alni: Can2, Gou1, Koe, Vle9 Protapion fulvipes: Bap3, Gou1, Gou2, Koe, Magdalis flavicornis: Aek4, Can2, Smi1 Luperus longicornis: Aek2, Koe Noo, Smi1, Vle3, Vle9 Magdalis cerasi: Can2 172 entomologische berichten 75 (4) 2015

Magdalis carbonaria: Dol Tomicus piniperda: Koe Musca autumnalis: Koe (1) Magdalis phlegmatica: Bap3 FR Crypturgus pusillus: Can2 Mydaea urbana: Die1, Wap3 (5) Magdalis memnonia: Can2 dr Pityophthorus pubescens: Can2, Dol, Koe Myospila meditabunda: Gee (1) Magdalis violacea: Aek3, Vel1 DR Taphrorychus villifrons: Gou1, Gou2, Koe Phaonia falleni: Aek2 (1) FR Magdalis duplicata: Aek4, Can2 Pityogenes chalcographus: Bap3, Can2, Vel1 Phaonia tuguriorum: Aek3, Bos4, Gee, Koe, Cryptorhynchus lapathi: Vle9 Ips typographus: Gou1, Vel1 Vle2, Wap3 (9) dr Bagous lutulosus: Gou1 Ips cembrae: Bap3, Dol, Gou1, Gou2. Deze Polietes lardarius: Aek2, Aek3, Bos4, Die1, dr Bagous puncticollis: Noo schorskever ontwikkelt zich uitsluitend in Koe, Vle2, Wap3 (27) Bagous glabrirostris: Noo larikshout. Polietes meridionalis: Bos4, Gee, Koe (7) Pelenomus comari: Vle9 FR Trypodendron signatum: Ape Pelenomus waltoni: Noo OPOMYZIDAE – Grasvliegen Rhinoncus inconspectus: Gou2 Opomyza germinationis: Hoe (1) DIPTERA – Vliegen en muggen Rhinoncus pericarpius: Aek2, Bap3, Die1, Gou1, Smi6, Vle9 Tekst: J. Prijs SCIOMYZIDAE – Slakkendoders Rhinoncus castor: Bap3, Can2 Deteriminaties van J. Prijs, W. van den Ho- Trypetoptera punctulata: Koe (1) Poophagus sisymbrii: Noo ven, W. Arp, T. Knol & R. Kleukers, met dank Tapeinotus sellatus: Noo aan J. W. Zuijlen en J. Smit STRATIOMYIDAE – Wapenvliegen Coeliodes rana: Koe, Vel1, Vle9 Odontomyia ornata: Die1, Vle2 (2) Coeliodes ruber: Aek4, Can2, Koe Tot de orde van de Diptera behoren de muggen Coeliodes transversealbofasciatus: Aek4, Can2, en vliegen. De larven van de hier besproken SYRPHIDAE – Zweefvliegen Dol vliegen vinden hun voedsel op veel verschil- Chrysotoxum cautum: Can2 (5) Thamiocolus viduatus: Noo lende manieren. Er zijn parasieten van slakken Chrysotoxum festivum: Die1 (1) Micrelus ericae: Aek2, Koe, Vle3 (Sciomyzidae), parasieten van insecten (Tachi- Chrysotoxum octomaculatum: Can2 (2) Ceutorhynchus contractus: Vle9 nidae), larven levend van mest of aas (Mus- Chrysotoxum vernale: Can2 (2) Ceutorhynchus erysimi: Koe, Vle9 cidae, Fanniidae) en predatoren van insecten Eristalis nemorum: Rog (1) Ceutorhynchus hirtulus: Can2 (Asilidae, sommige oudere Muscidae-larven). Eupeodes lapponicus: Vle2 (6) Ceutorhynchus cochleariae: Vle9 De gevonden soorten zijn merendeels al- Merodon equestris: Vle2 (1) Ceutorhynchus obstrictus: Die1 gemeen of gewoon. Uitzonderingen zijn de Pipiza bimaculata: Vle2 (1) Ceutorhynchus typhae: Die1, Vle9 roofvlieg Rhadiurgus variabilis (Asilidae, vrij Platycheirus angustatus: Die1 (3) Hadroplontus litura: Gou1 zeldzaam) en de zweefvlieg Chrysotoxum octo- Trichosirocalus troglodytes: Die1, Vle9 maculatum (Syrphidae, vrij zeldzaam). Bij de TABANIDAE – Dazen Nedyus quadrimaculatus: Ape, Can2, Gou1, Muscidae zijn Phaonia falleni, Hydrotaea militaris Hybomitra bimaculata: Can2 (1) Gou2, Koe, Noo, Vle9 en Hydrotaea cyrtoneurina minder gewoon, Limnobaris dolorosa: Aek2 waarbij de laatste soort geassocieerd is met TACHINIDAE – Sluipvliegen Dorytomus taeniatus: Can2, Vle9 dassenburchten. Ernestia rudis: Vle2 (1) Dorytomus melanophthalmus: Vle9 Zophomyia temula: Die1, Vle2 (4) Anoplus plantaris: Gou2 AGROMYZIDAE – Mineervliegen Anthonomus sorbi: Can2 Aulagromyza hendeliana: Vle1 (1) HYMENOPTERA – Vliesvleugeligen Anthonomus rubi: Can2, Vle9 Chromatomyia periclymeni: Bos5 (1) Anthonomus phyllocola: Aek3, Can2 Tekst: J. Smit Anthonomus rectirostris: Bap3, Can2, Koe ASILIDAE – Roofvliegen Determinaties van J. Smit, W. Arp, E. van der Brachonyx pineti: Aek4, Koe Dioctria atricapilla: Bos5 (1) Spek, C. van Haagen, T. Knol & R. Kleukers Curculio glandium: Aek2, Can2, Dol, Koe, Dioctria hyalipennis: Gee (1) met bijdragen van F. van Nunen en H.J. Prijs Vel1 Dioctria oelandica: Die1, Gee (2) Archarius salicivorus: Gou1, Vle9 Dioctria rufipes: Aek3, Bos5, Die1, Koe, Tijdens de zomerbijeenkomst in Appelscha en Archarius pyrrhoceras: Bap3, Koe, Vle9 Wap3 (6) omgeving zijn van de Hymenoptera, Aculeata Acalyptus carpini: Vle9 Dysmachus trigonus: Aek3 (1) (angeldragers) in totaal 48 soorten wilde bijen Tychius picirostris: Bap3, Can2, Gou1, Gou2, Laphria flava: Aek1, Can2, Hoe (3) waargenomen en 44 soorten wespen. Koe, Smi1, Vel1, Vle3 Machimus atricapillus: Wap3 (1) Van de bijen zijn vier soorten niet eerder uit Mecinus pyraster: Aek2 Neoitamus cyanurus: Can1, Die1, Gee, Fryslân gemeld (Andrena dorsata, Lasioglossum Mecinus pascuorum: Aek2, Bap3, Die1, Gou1, Wap3 (5) brevicorne, Osmia niveata, Sphecodes rubicundus) Smi1, Vle9 Rhadiurgus variabilis: Aek3 (1) en zes soorten zijn niet eerder uit deze hoek Orchestes pilosus: Dol van Fryslân gemeld. Orchestes quercus: Aek4, Bap3, Koe FANNIIDAE Van de gevonden bijensoorten staan er acht Orchestes iota: Koe Fannia lustrator: Aek2 (1) op de rode lijst, waarvan zes als ‘kwetsbaar’ Orchestes fagi: Die1, Koe en twee als ‘bedreigd’. Kwetsbaar zijn: Andrena Tachyerges stigma: Aek2, Die, Koe, Vle3 MUSCIDAE – Echte vliegen tibialis, Chelostoma florisomne, Lasioglossum Tachyerges pseudostigma: Vle9 Haematobosca stimulans: Gee, Wap3 (3) brevicorne, Megachile centuncularis, Sphecodes Tachyerges salicis: Vle9 Hebecnema umbratica: Gee, Koe (4) ephippius. Bedreigd: Andrena fulvida, Sphecodes Rhamphus pulicarius: Aek2, Vle9 Helina depuncta: Aek3, Die1 (4) rubicundus. Notaris acridula: Gou1, Gou2, Noo Helina evecta: Gee (1) Er zijn 24 soorten graafwespen gezien, waar- Thryogenes nereis: Aek2 Helina reversio: Aek3 (2) van één nieuw voor de provincie Fryslân Tanysphyrus lemnae: Noo Hydrotaea cyrtoneurina: Die1 (14) (Pemphredon lugens). Er is één goudwespsoort Scolytus intricatus: Gou1, Gou2 Hydrotaea dentipes: Wap3 (1) gezien, 13 spinnendodersoorten en zeven dr Scolytus ratzeburgii: Gou1, Gou2 Hydrotaea militaris: Die1, Wap3 (24) plooivleugelwespsoorten. Van de plooivleugel- Hylastes opacus: Aek2 Mesembrina meridiana: Bos5, Vle1, Vle2 (3) wespen is één soort nieuw voor dit deel van entomologische berichten 173 75 (4) 2015

14. Panorama van het stuifzand op het Aekingerzand. Foto: Jap Smits 14. Panorama view of the drift sand Aekingerzand.

Fryslân en één soort nieuw voor de provincie Lasioglossum brevicorne: Aek1, Aek3, Noo, Pemphredon lugubris: Aek1 (1) Fryslân (Symmorphus fuscipes). Deze laatste Rog (9) Tachysphex nitidus: Aek1, Aek3, Hoe (10) soort staat te boek als bedreigd. Lasioglossum calceatum: Aek3, Bos4, Rog (3) Tachysphex pompiliformis: Hoe (1) Het Aekingerzand bood in deze tijd veel Lasioglossum fulvicorne: Bap4 (1) nestgelegenheid, open grond, voor bijen en Lasioglossum leucopus: Noo (2) POMPILIDAE – Spinnendoders wespen, maar er was nauwelijks voedselaan- Lasioglossum leucozonium: Aek2, Aek3, Aek4, Anoplius infuscatus: Can2, Hoe, Rog (4) bod voor deze insecten. Er bloeide slechts een Bul, Can2, Noo, Rog (14) Anoplius viaticus: Aek1, Bap5, Can2, Hoe, enkele vuilboom, die dan ook veel aculeaten Lasioglossum prasinum: Aek1 (1) Rog (6) aantrok. De terreinen rond het Canadameer Lasioglossum punctatissimum: Can2 (2) Arachnospila spissa: Aek3, Can2 (2) waren grotendeels vrij recent in natuuront- Lasioglossum sexstrigatum: Aek1, Can2, Hoe (8) Arachnospila trivialis: Rog (1) wikkeling genomen, wat enerzijds gunstig is Lasioglossum villosulum: Can2 (1) Dipogon subintermedius: Rog (1) voor bodemnestelende bijen en wespen, om- Megachile versicolor: Hoe (1) Episyron rufipes: Aek3, Rog (2) dat er veel open grond is. Anderzijds is er nog Nomada alboguttata: Aek1, Aek4, Can2, Hoe, Evagetes crassicornis: Hoe, Rog (3) weinig bloei en zijn er geen stabiele populaties Noo, Rog (15) Evagetes pectinipes: Hoe (1) van bloemplanten. Een eenmalig bezoek aan Nomada sheppardana: Bos5 (1) Pompilus cinereus: Hoe (1) deze terreinen biedt echter te weinig inzicht Osmia bicornis: AekD (1) Priocnemis coriacea: Rog (1) om een compleet beeld te geven. Bij de Kraai- Osmia niveata: Die1 (1) Priocnemis fennica: Can2 (1) heidepollen was vrij veel bloei van gele com- Panurgus banksianus: Rog (1) Priocnemis parvula: Aek1, Can2 (2) posieten, die door bijen bezocht werden. Ook Sphecodes albilabris: Aek3, Can2 (2) Priocnemis perturbator: Aek3 (1) stonden hier vuilbomen te bloeien. Sphecodes crassus: Rog (1) Sphecodes ephippius: Aek1, Can2, Hoe (3) SPHECIDAE – Langsteelgraaf- APIDAE – Bijen en hommels Sphecodes marginatus: Can2, Rog (2) wespen Andrena angustior: Cam (1) Sphecodes pellucidus: Aek1, Hoe, Rog (8) Ammophila pubescens: Aek3, Aek4 (2) Andrena barbilabris: Aek1, Can1, Can2, Noo, Sphecodes puncticeps: Cam, Can2 (2) Ammophila sabulosa: Aek1, Aek4, Can2, Hoe, Rog (8) Sphecodes reticulatus: Aek3, Can2, Rog (10) Noo, Rog (8) Andrena carantonica: Hoe (1) Sphecodes rubicundus: Can2, Hoe, Noo (5) Podalonia affinis: Aek1, Rog (2) Andrena dorsata: Bos4 (1) Andrena fucata: Aek1, Bos4 (2) CHRYSIDIDAE – Goudwespen VESPIDAE – Plooivleugelwespen Andrena fulvida: Bos4, Bos5, Can1 (3) Hedychridium ardens: Aek1 (1) Ancistrocerus nigricornis: Aek1, Cam, Wap1 (3) Andrena haemorrhoa: Aek1, Aek2 (2) Ancistrocerus oviventris: Aek2 (1) Andrena minutula: Rog (2) CRABRONIDAE – Graafwespen Ancistrocerus parietinus: Noo (1) Andrena semilaevis: Bos4 (1) Argogorytes mystaceus: Bos4 (1) Dolichovespula sylvestris: Aek1 (1) Andrena subopaca: Bos5, Cam, Can2, Cerceris quadrifasciata: Aek1 (1) Eumenes coarctatus: Aek1 (2) Rog (8) Cerceris rybyensis: AekD, Rog (2) Symmorphus fuscipes: Aek3 (1) Andrena tibialis: Aek1 (1) Crabro cribrarius: Can1, Vle9 (2) Vespa crabro: Hoe (1) Bombus bohemicus: Can1 (1) Crabro peltarius: Aek1, Aek3, Aek4, Cam, Bombus hypnorum: Rog (1) Can1, Can2, Rog (9) TENTHREDINIDAE – Echte blad- Bombus lucorum: Can2 (1) Crabro scutellatus: Can1, Can2 (5) wespen Bombus pascuorum: Aek1, Hoe, Rog, Crossocerus exiguus: Aek3 (1) Scolioneura betuleti: Can2 (1) Smi2 (4) Crossocerus nigritus: Hoe (1) Bombus pratorum: Cam (1) Crossocerus ovalis: Can2 (1) Bombus terrestris: Aek1, Aek4, AekD, Hoe, Crossocerus wesmaeli: Aek1, Can2, Noo (4) Rog (8) Diodontus minutus: Aek3, Can2 (3) Bombus vestalis: Cam, Noo (2) Ectemnius continuus: Can1 (1) Chelostoma florisomne: AekD (2) Ectemnius ruficornis: Can1 (1) Chelostoma rapunculi: AekD (1) Lestica alata: Noo (2) Halictus confusus: Aek3, Rog (2) Lestica subterranea: Aek1, Hoe (10) Halictus tumulorum: Hoe (1) Nysson spinosus: Can2 (1) Heriades truncorum: AekD (2) Oxybelus uniglumis: Bos4 (1) Hylaeus confusus: Bos5, Hoe (2) Pemphredon lugens: Aek4 (1) 174 entomologische berichten 75 (4) 2015

Opmerkingen over beheer secten. Tijdens het veldbezoek kon nog niet worden vastgesteld Voor natuurgebieden en hun beheerders is het een unieke ge- dat deze soorten hun kansen hier al hebben kunnen grijpen. legenheid wanneer zoveel deskundigen in een keer hun terrein Een goed hooilandbeheer vindt gefaseerd plaats, hierbij worden komen inventariseren. We willen dan ook in dit verslag gebruik jaarlijks blokken van 10-20% van het oppervlakte niet gehooid. maken van de mogelijkheid om enkele opgevallen zaken en Ook voldoende kale en/of open bodems (5-20%) zijn van belang typische biotopen te belichten. Natuurlijk zijn algemene be- om veel soorten kans geven om tot ontwikkeling te komen. heeradviezen (zoals dood hout laten liggen/staan, gefaseerd Bij begrazing na de bloeitijd is het van belang dat de intensiteit maaibeleid voeren) altijd van toepassing, maar voor de vol- zo laag is dat zeker 15% van de vegetatie niet kort gegraasd gende twee gebieden willen we wat meer specifieke informatie wordt. Bij hooien met nabeweiding zal het oppervlakte dat geven. Terreineigenaren kunnen zo bij het beheren van hun niet gehooid wordt een stuk groter moeten zijn om dit effect te natuurgebieden rekening houden met insecten. Afgelopen jaar krijgen. is bovendien besloten het landbouwgebied Oude Willem toe te Het niet volledig maaien/begrazen van graslanden is van voegen aan het natuurgebied. Dit gebied van zo'n 450 ha op de belang voor soorten die aan of in staande planten overwinteren. grens van Fryslân en Drenthe vormde een grote wig tussen de Het resultaat van deze maatregel is snel en eenvoudig terug te natuurgebieden ten noorden en zuiden van de Oude Willem. zien aan de ontwikkeling van graslandvlinders. Bij voorbeeld Het opheffen van dit soort barrières kunnen we natuurlijk al- het bruin zandoogje (Maniola jurtina), waarvan de rupsen aan leen maar aanmoedigen. grassen overwinteren en verder grazen zodra het weer warm genoeg is. Een andere soort waarop het positieve effect vaak goed te zien is, is de sint-jansvlinder (Zygaena filipendulae) waar- Aekingerzand van de poppen aan de bovengrondse delen van graslandplanten Tekst: Jap Smits overwinteren. Veel minder opvallende dieren met een verge- Zandverstuivingen (figuur 14) kenmerken zich door een ex- lijkbare levenscyclus profiteren dan ongezien mee. Nabloei van treem klimaat. ’s Nachts kan het er in de voorzomer nog vriezen bloemen in de niet gemaaide delen geeft voedsel aan late insec- terwijl de temperatuur overdag net boven het zand wel tot ten, zoals hommelkoninginnen die zich op hun overwintering 60 graden kan oplopen. Insecten die het stuifzand leven zijn voorbereiden. aangepast aan deze extreme omstandigheden. Veel stuifzand- Kale of open bodems zijn nodig voor de wilde bijen die gebonden soorten (zoals sommige spinnen) vind je alleen in het alleen van de bloemrijkdom kunnen profiteren wanneer er voorjaar en najaar waarbij ze als ei of larve in de zomer onder nestgelegenheid in de buurt is. De meeste soorten nestelen in het zand verblijven. Andere soorten zijn voornamelijk ’s nachts de bodem. Ook veel graafwespen en sprinkhanen hebben dit actief. Een enkele heidepol kan als een oase fungeren in deze soort plaatsen nodig voor hun voortplanting. Deze soorten zijn zandwoestenij. Waar de plant de bodem bedekt is het overdag lastiger te herkennen, maar verraden hun aanwezigheid dui- koeler en ’s nachts vorstvrij. De plant werpt schaduw op het delijk door zichtbare graafactiviteiten op nestlocaties waardoor zand, waardoor er rondom de pol verschillen in temperatuur de effectiviteit van het beheer toch goed te volgen is. Rond de en vochtigheidsgraad optreden. Daarnaast is de bloeiende plant graslanden van de Oude Willem is vooral nestelactiviteit gezien tijdens een gedeelte van het seizoen een belangrijke nectar- op zandpaden aan de rand van het gebied. Braamstruweel en bron. Een echte die hard is de bronzen zandloopkever (Cicindela dode bomen bieden hier nestgelegenheid aan holtenestelaars hybrida) (figuur 13). De larven zijn dag en nacht actief en leven onder de bijen en wespen. Daarbij zijn dikke bomen die in de in het zand. De volwassen kever leeft als rover op het kale zand. bosrand in de zon staan het meest waardevol. Wanneer dit een De kever gedijt het best bij een temperatuur tussen de 34-42 oC. veiligheidsrisico vormt kan kandelaberen of zo hoog mogelijk Onder de 19 oC neemt de activiteit af. Wanneer het zand te toppen een optie zijn. Wanneer dit nog een te groot risico blijft, heet wordt, gaat de kever op hoge poten staan. In heide- en kan de boom zo afgezaagd worden dat een hoogstobbe over- graspollen kunnen bladsprietkevers zoals de rozenkever zich blijft. Hierdoor kan nog veel van de potentiële waarde van de ontwikkelen. De larven leven onder de grond en eten van de dode boom behouden blijven. Op grote open oppervlaktes heeft plantenwortels. Ze kunnen massaal uitvliegen en vormen op verder van de bosrand een percentage hoogstruweel van 5-20% dat moment een rijke voedselbron in een relatief arme omge- en enkele solitaire bomen of bosjes (1-5%) een meerwaarde voor ving. Een soort die zich ook graag in het zand rond de heidepol de biodiversiteit. ophoudt is de gevlekte mierenleeuw (Euroleon nostras). De larve leeft onder in een trechtervormige vangkuil. Het liefst onder de Dankwoord een afdakje van de heideplant. Daar vangt hij mieren en andere kleine insecten die in zijn kuil terecht komen. Het volwassen Tot slot willen we graag de Sectie Thijsse (met name Jap Smits, dier is alleen nachtactief en voed zich niet meer als imago wat Jan ten Hoopen en Erik van der Spek) bedanken voor de uitste- goed van pas komt in zo’n extreem voedselarme omgeving. kende organisatie (inclusief het lekkere eten) van het weekend alsmede het regelen van de vergunningen; en de beheerders van het Drents-Friese Wold (Stichting Maatschappij van Wel- Graslanden dadigheid, Het Drentse Landschap, Staatsbosbeheer en Natuur- Tekst: Erik van der Spek monumenten) voor het verstrekken van deze vergunningen. De nieuwe natuurgebieden leveren bloemrijke graslanden op Ook Oscar Vorst zijn wij zeer dankbaar voor zijn advies en hulp met onder andere veel biggenkruid (Hypochaeris). In potentie bij het in gebruik nemen van het programma Klasse voor de een waardevol gebied voor veel graslandsoorten onder de in- dataverwerking.

Literatuur ten en andere ongewervelden. poda). EIS-Nederland & Vrije Universiteit- Aukema B & Hermes DJ 2014. Verspreidings- Berg MP, Soesbergen M, Tempelman D & Wijn- Afdeling Dierecologie. atlas Nederlandse wantsen (Hemiptera: hoven H. 2008. Verspreidingsatlas Neder- Colijn E, Heijerman Th, Vorst O, Cuppen J, Van Heteroptera). Deel III: Cimicomorpha II landse landpissebedden, duizendpoten en Maanen B, Van Nunen F & Van de Sande C (Miridae): 1-296. EIS Kenniscentrum Insec- miljoenpoten (Isopoda, Chilopoda, Diplo- 2013. Kevers van de Meinweg (Coleoptera). entomologische berichten 175 75 (4) 2015

Natuurhistorisch Maandblad 102: 292-310. T, Barendregt A, Smit JT, Van Veen MP, landse kevers. Monografieën van de Ne- Kruseman G 1944. Voorlopige naamlijst van Van Steenis J, Van der Leij LJJM. 2009. Ne- derlandse Entomologische Vereniging 11. Nederlandsche Psocoptera, benevens van derlandse Fauna 8, Zweefvliegen. KNNV Nederlandse Entomologische Vereniging. die, welke in het aangrenzende gebied ge- Uitgeverij . vonden zijn. Tijdschrift voor Entomologie Van Veen MP 1996. De Roofvliegen van Neder- Geaccepteerd: 6 juni 2015 86: 94-97. land. KNNV Uitgeverij. Reemer M, Renema W, Van Steenis W, Zeegers Vorst O (ed) 2010. Catalogus van de Neder-

Summary Entomological fauna of the National Park Drents-Friese Wold, A report of the 169th summer meeting of the Entomological Society During the weekend of 30 May to the 1st of July, 2014 the 169th annual summer meeting of the Netherlands Entomological Society took place in the National Park Drents-Friese Wold in the northern provinces Fryslân and Drenthe. The area was investigated by 48 entomologists, which resulted in records of 1329 species. Of these, five were new for the Netherlands, all . Additionally, 60 were new for the province of Fryslân and 36 for the province of Drenthe. Such numbers clearly indicate that the weekend was a great succes.

Oscar Franken Valkhof 46 1082 VJ Amsterdam [email protected]

Matty P. Berg Vrije Universiteit Afdeling Ecologische Wetenschappen, Dierecologie De Boelelaan 1085 1081 HV Amsterdam