- Beekstraat Bureauonderzoek en landschappelijk booronderzoek / Archeologienota

Koen Hebinck

598

Begijnendijk - Beekstraat Bureauonderzoek en landschappelijk booronderzoek / Archeologienota

Koen Hebinck

Zuidnederlandse Archeologische Notities

598

Amsterdam 2019 VUhbs archeologie

1

De serie Zuidnederlandse Archeologische Notities is een uitgave van VUhbs archeologie, Amsterdam

       

Project: Begjinendijk - Beekstraat Uitvoerder: VUhbs archeologie (OE/ERK/Archeoloog/2015/00004) Plaats documentatie: VUhbs archeologie Projectcodes: - bureauonderzoek: 2018F182 - landschappelijk booronderzoek: 2018F180

Erkend archeoloog: Martijn Bink (OE/ERK/Archeoloog/2015/00004) Provincie, gemeente: Vlaams Brabant, Begijnendijk

Coördinaten: - noordwest: 178657 / 186616 - noordoost: 178754 / 186621 - zuidwest: 178652 / 186512 - zuidoost: 178694 / 186506

Uitvoering: - bureauonderzoek juni 2017 en juni 2018 - landschappelijk booronderzoek 20 juni 2017

Auteur: drs. K.A. Hebinck Illustraties: drs. K.A. Hebinck Omslagontwerp: M. Kriek

ISBN: 978-90-8614-571-3

Relevante thesaurithermen: bureauonderzoek, landschappelijk booronderzoek

©VUhbs archeologie, Amsterdam, januari 2019 De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam

2

      

                                               1.1 Inleiding 6 1.1.1 Kader en motivatie 6 1.1.2 Plangebied en geplande werkzaamheden 9 1.1.3 Bestaande situatie en bekende verstoringen 12 1.1.4 Archeologische voorkennis 13 1.1.5 Doel en vraagstelling van het onderzoek 13 1.1.6 Randvoorwaarden 13 1.1.7 Opzet van het rapport en motivatie van het bronnenmateriaal 13 1.2 Onderzoek (Assessment) 14 1.2.1 Aardkunde (bodem en landschap) 14 1.2.1.1 Geologische ontwikkeling 14 1.2.1.2 Reliëf en bodem binnen het plangebied 16 1.2.2 Archeologische situatie 21 1.2.3 Historische situatie 21 1.2.4 Luchtfotografie 22 1.2.5 Archeologische verwachting / synthese 28 1.2.6 Conclusie 28 1.2.7 Samenvatting 29 1.3 Literatuur 30 1.4 Plannenlijst projectcode 2018F182 31 1.5 Fotolijst projectcode 2018F182 31

                                                          2.1 Inleiding (beschrijvend gedeelte) 32 2.1.1 Administratieve gegevens 32 2.1.2 Archeologische voorkennis 32 2.1.3 Onderzoeksopdracht 32 2.1.4 Methode 32 2.2 Onderzoek (assessment) 34 2.2.1 Methode en technieken 34 2.2.2 Resultaten 35 2.2.2.1 Bodemopbouw 36 2.2.2.2 Archeologische indicatoren 36 2.2.2.3 Landschappelijke en archeologische betekenis 36 2.2.3 Conclusie 37 2.2.4 Beantwoording onderzoeksvragen 37 2.2.5 Samenvatting 38 2.3 Literatuur 38 2.4 Figurenlijst projectcode 2018F180 38

        

1 Overzicht van archeologische perioden 2 Technisch grondplan 3 Grondplan fundering/riolering nieuwbouw 4 Lengteprofiel riolering en wegenis 5 Dwarsprofiel riolering en wegenis

3

6 Boorlijst projectcode 2018F180 7 Boorstaten projectcode 2018F180 8 Fotolijst projectcode 2018F180 9 Dagrapport 2018F180

4

                 

             

                        

In het plangebied Begijnendijk - Beekstraat zal een verkaveling uitgevoerd worden, waar in een later stadium woningbouw met bijbehorende infrastructuur (weg en gescheiden rioleringsstelsel) zal gerealiseerd worden. Het onroerend erfgoed decreet van 12 juli 2013, artikel 5.4.2 stelt dat bij de aanvraag van een verkavelingsvergunning in een plangebied dat niet gelegen is in een archeologische zone, opgenomen in de vastgestelde inventaris van archeologische zones, een archeologienota wordt toegevoegd wanneer de totale oppervlakte van de kadastrale percelen waarop de vergunning betrekking heeft 3000 m² of meer bedraagt. Met een oppervlakte van ongeveer 7205 m² overschrijdt het plangebied dit criterium. Het plangebied is niet gelegen in een zone waarin geen archeologisch erfgoed meer te verwachten valt.

Fig. 1.1. Begijnendijk - Beekstraat. Locatie van het plangebied op de topografische kaart. In inzet de locatie van Betekom in België. Bron: wms.ngi.be/cartoweb

5

Tabel 1.1. Begijnendijk - Beekstraat. Administratieve gegevens van het bureauonderzoek. De kadastrale gegevens zijn weergegeven in tabel 1.2.

Fig. 1.2. Begijnendijk - Beekstraat. Het onderzoeksgebied op het GRB met aanduiding van de kadastrale percelen.

                                          

Het plangebied ligt in de gemeente Begijnendijk, ten noorden van het dorp Betekom. Het betreft een nu braakliggend, onbebouwd terrein dat tot voor kort in gebruik was als bouwland (fig. 1.3). Het terrein heeft een oppervlakte van 9072 m2. In het oosten wordt het begrensd door de Beekstraat en in het westen door de woningen langs de Raystraat. De hoogte van het maaiveld ligt tussen de 19,4 en 20,3 m TAW.

6

Het plangebied betreffende de te verkavelen terreinen omvat de kadastrale percelen 16R, 17A, 17B, 21L2, 22 (gemeente Begijnendijk, Afdeling 2 sectie C). Het noordelijke en westelijke deel van perceel 17A maakt geen deel uit van de verkaveling (fig. 1.2). Ook het deel van perceel 21L2 rondom de woning op Beekstraat 36 maakt geen deel uit van de verkaveling.

Tabel 1.2. Begijnendijk - Beekstraat. Kadastrale gegevens.

Het plangebied zal verkaveld worden, waarna woningbouw en infrastructuur gerealiseerd kunnen worden. De verkaveling behelst 13 loten. Het centrale deel (ca. 16a 47ca) zal in gebruik genomen worden als toegangsweg. Een overzicht van de verkaveling en inrichting is weergegeven in figuur 1.3 en bijlage 2. De exacte uitvoering van de uiteindelijk te realiseren woningen worden pas in een later stadium verder geconcretiseerd, na verkoop van de percelen. De locatie van de woningen en omvang liggen echter wel vast. Het grondplan van de woningen is weergegeven in bijlage 3. De mogelijkheid bestaat om de woningen onderkelderd te realiseren. Indien ze niet onderkelderd worden, dient rekening gehouden te worden met een ontgravingsdiepte van ca. 0.8 m onder maaiveld. In het centrale deel van het plangebied zal een toegangsweg worden aangelegd die in het westen aansluit op de Raystaat en in het oosten op de Beekstraat. De toegang tot de Beekstraat is enkel bedoeld voor fietsers en voetgangers. Voor de wegeniswerken wordt uitgegaan van een verstoringsdiepte van ca. 50 cm. Onder de wegenis zal een gescheiden rioleringsstelsel worden aangelegd dat aansluit op de bestaande riolering in de Raystraat. Hiertoe worden een droogweerafvoer (DWA, rood) aangelegd en wordt de bestaande ingebuisde gracht vervangen (RDWA, blauw). De DWA wordt aangelegd op een diepte van ca. 1.50 – 2.60 m -MV en heeft een diameter van 250 mm. De RDWA zal worden aangelegd op ca. 1.20 – 1.60 m diepte en heeft een diameter van 400 mm. Tevens zal een buffergracht en bufferbekken worden aangelegd. De bodem hiervan komt te liggen op 19.00 m TAW (ca. 0.50 - 1.00 m -mv).

7

Fig. 1.3. Begijnendijk - Beekstraat. Overzicht van de geplande werkzaamheden. A. nieuwe perceelsgrenzen; B. nieuwbouw; C. wegenis; D. bufferbekken/-gracht; E. put met overstort; F. DWA; G. R(D)WA.

8

                                                

De huidige situatie van het plangebied is weergegeven in figuur 1.4 en 1.5. Het grootste deel van het plangebied was in gebruik als bouwland, maar ten tijde van het landschappelijk booronderzoek was het een braakliggend stuk grasland. Dit terrein wordt van oost naar west doorsneden door de overkluisde Puttegrachtbeek. Het zuidoostelijke deel van het plangebied omvat een deel van de tuin van Beekstraat 36. In het westen is een klein deel verhard als onderdeel van de Raystraat.

Voor het grootste deel van het plangebied zijn, doordat dit alleen in gebruik is geweest als bouwland, geen bodemverstoringen bekend. De geroerde bovenlaag zal zich hier waarschijnlijk beperken tot de bouwvoor van 30 à 40 cm. De belangrijkste verstoring betreft waarschijnlijk de overkluisde Puttegrachtbeek die het plangebied centraal van oost naar west doorsnijdt en aansluit op de Raystraat. De exacte diepte en omvang van de verstoring is echter niet bekend. Ook ter plaatse van de verharding van de Raystraat zal de bodem als iets dieper (ca. 50 cm) zijn geroerd. Ook in de tuin van Beekstraat 36 kunnen mogelijk plaatselijk enkele kleine, diepere verstoringen aanwezig zijn.

Fig. 1.4. Begijnendijk - Beekstraat. Het plangebied op de meest recente luchtfoto.

9

Fig. 1.5. Begijnendijk - Beekstraat. Beelden van het onderzoeksgebied. A. kijkend van het westen naar het oosten; B. kijkend van het zuiden naar het noorden.

10

Fig. 1.6. Begijnendijk - Beekstraat. Kaart met bekende verstoringen in het onderzoeksgebied. A. bouwland, 30 à 40 cm -mv; B. bestaande weg, ca. 50 cm -mv; C. Ingebuisde Puttegrachtbeek,1,5 à 2 m -mv; D. grens plangebied

                                 

Binnen het plangebied is niet eerder archeologisch onderzoek uitgevoerd.

                                             

Het doel van het onderzoek als geheel is het opsporen en in kaart brengen van de eventueel in het onderzoeksgebied aanwezige archeologische vindplaatsen. Allereerst dient door middel van het bureauonderzoek aan de hand van bestaande bronnen informatie verworven te worden over bekende of te verwachten archeologische resten en/of sporen.

11

Volgende onderzoeksvragen worden behandeld:

- Wat is de geologische opbouw van het plangebied? - Zijn er aanwijzingen voor verstoringen binnen het plangebied? - Wat zijn de bekende en verwachte archeologische resten en/of sporen binnen het onderzoeksgebied? - Wat is bekend van het karakter, de omvang, datering, gaafheid en conservering van deze resten? - Wat is de impact van de geplande werken? - Wat zijn de eventuele vervolgstappen en wat zijn de doel- en vraagstellingen van deze onderzoeken?

                     

Het betreft een bureauonderzoek en landschappelijk booronderzoek voor een ingreep in de bodem met uitgesteld vervolgonderzoek. De percelen binnen het plangebied zijn op het moment van onderzoek niet toegankelijk voor het vervolgonderzoek. Hierdoor zal het vervolgonderzoek met ingreep in de bodem (proefsleuven) in uitgesteld traject plaatsvinden.

                                                         

De verslaglegging is per uitgevoerd onderdeel van het onderzoek samengesteld. In hoofdstuk 1.2 zullen de resultaten (assessment) van het bureauonderzoek worden beschreven. Hierbij zal eerst de geologische ontwikkeling voor het plangebied besproken worden alsmede de bodemontwikkeling. Daarna zal de archeologische en historische situatie geschetst worden aan de hand van een historisch kaart materiaal en literatuur. Voor wat betreft de historische gegevens is gebruik gemaakt van de beschikbare literatuur - voornamelijk online (zie literatuur). De historische cartografische bronnen (Villaretkaart, Ferrariskaart, Atlas der Buurtwegen, Vandermaelenkaart) zijn geraadpleegd via de raadpleegdienst voor historische cartografie (Agiv). De bodemkundige kaarten zijn geraadpleegd op de website www.dov.vlaanderen.be. De bekende archeologische gegevens zijn opgezocht op de Centrale Archeologische Inventaris. Daarnaast is gebruik gemaakt van Cartesius.be om het historisch kaartmateriaal waar nodig aan te vullen.

12

                                                                

                                 Betekom ligt op de overgang van de Zuiderkempen in het noorden naar het Hageland in het zuiden. De Zuiderkempen bestaan uit een relatief vlak en zandig gebied. Het Hageland wordt gekenmerkt door langgerekte, noordoost-zuidwest gerichte ruggen die hun oorsprong vinden in de tertiaire ondergrond. Geologisch gezien ligt Betekom op de zuidelijke rand van het Kempens Bekken, een dalingsgebied ten noorden van het Brabant Massief. Het tertiaire substraat wordt ter plaatse van het plangebied gevormd door de Formatie van (fig. 1.7). De Formatie van Diest (Di) omvat de mariene afzettingen uit het Laat-Mioceen (11.6-5.3 miljoen jaar geleden) en bestaat uit grijsgroen tot

Fig. 1.7. Begijnendijk - Beekstraat. Tertiair geologische kaart 1:50.000. (bron: http://dov.vlaanderen.be). A. Formatie van Sint-Huibrechts-Hern; B. Formatie van Bilzen, Lid van Berg; C. Formatie van Boom. Lid van Belsele-Waas; D. Formatie van Boom, Lid van Terhagen; E. Formatie van Boom, Lid van Putte; F. Formatie van Diest; G. plangebied; H. bebouwing. I. wegen; J. water.

13 bruin, glauconiethoudend, soms kleiig, grof zand.1 Niet ver naar het westen komen de formaties van Boom, Bilzen en Sint-Huibechts-Hern in de ondergrond voor. Ook dit zijn mariene afzettingen maar deze dateren uit het Oligoceen (37.0 -28.4 miljoen jaar geleden). Aan het eind van het Tertiair verdwijnt onder invloed van tektonische opheffing de mariene invloed en ontstaat het huidige rivierstelsel. Hierdoor vindt er, samen met hellingprocessen, voornamelijk erosie plaats en wordt het moderne reliëf gevormd. Het plangebied ligt op een rug ten noorden van het huidige dal van de Laak en de Demer. Op deze rug bevindt de top van de tertiaire afzettingen zich al dicht onder het maaiveld. Volgens boringen in de omgeving van het plangebied komt de top van de Formatie van Diest plaatselijk al op 1 meter onder het maaiveld voor.

Fig. 1.8. Begijnendijk - Beekstraat. Quartair geologische overzichtskaart 1:50.000. (bron: http://dov.vlaanderen.be). A. profieltype 1: eolische afzettingen Weichselien; B. profieltype 1a: profieltype 1 met holoceen fluviatiel dek; C. profieltype 1b: profieltype 1 met holoceen eolisch dek; D. profieltype 3: eolische afzettingen Weichselien op fluviatiele afzettingen Weichselien; E. profieltype 3a: profieltype 3 met holoceen fluviatiel dek; F. profieltype 3b: profieltype 3 met holoceen eolisch dek; G. plangebied; H. bebouwing. I. wegen; J. water.

1 Schiltz et al. 1993, 10; Laga et al. 2001, 144.

14

Het Tertiaire substraat wordt afgedekt door afzettingen gevormd tijdens het Quartair (sinds 1.8 miljoen jaar geleden). Het Quartair wordt gekenmerkt door een cyclische afkoeling tijdens de verschillende glacialen. Uit de periode tot het laatste glaciaal, het Weichseliaan (115.000 tot 10.000 jaar geleden), zijn er geen afzettingen bewaard gebleven, doordat voor dit laatste glaciaal voornamelijk erosie plaatsvond. Tijdens de koudste periode van het Weichseliaan maakt het gebied deel uit van een poolwoestijn waar wind en water bij gebrek aan begroeiing vrij spel hebben. In deze periode worden de zogenaamde nat-eolische zanden van de Formatie van Gent afgezet die in deze regio voornamelijk bestaan uit zandleem.2 In het dal van de Laak de Demer, dat gezien kan worden als de meest oostelijke uitloper van de Vlaamse Vallei, bevindt zich in deze periode een vlechtend riviersysteem. Op de Quartairgeologische kaart (fig. 1.8) is te zien dat het plangebied is gekarteerd als profieltype 1, wat inhoudt dat de volledige Quartaire sequentie bestaat uit eolische zanden uit het Weichseliaan. Verder naar het westen en ten zuiden van het plangebied bestaat de Quartaire sequentie uit fluviatiele afzettingen uit het Weichseliaan al dan niet afgedekt door eolische afzettingen uit het Weichseliaan (profieltype 3). De fluviatiele afzettingen uit het Weichseliaan bestaan uit afzettingen gevormd door een vlechtend riviersysteem. Ze bestaan voornamelijk uit (matig) grove, eventueel grindige zanden, maar kunnen ook zandleem, leem en kleiige lagen bevatten. Deze fluviatiele afzettingen worden gerekend tot de Formatie van Eeklo.3 In het dal van de Demer en de Laak, ten zuiden van het plangebied worden de pleistocene fluviatiele afzettingen afgedekt door holocene fluvialtiele afzettingen van deze rivieren (profieltype 3a). Plaatselijk is de pleistocene sequentie afgedekt door holocene eolische afzettingen (profieltype 1b en 3b).

                                              Het plangebied ligt op een rug ten noorden van het Demerdal die wordt gevormd door een erosierest van de afzettingen van de Formatie van Diest. Hydrografisch gezien behoort het plangebied tot het Dijlebekken en het deelbekken van de Laak. De huidige geul van de Grote Laak licht ca. 280 meter ten zuiden van het plangebied. Het plangebied zelf wordt doorsneden door de Puttegrachtbeek, die via de Zwartebeek ten westen van het plangebied uitkomt in de Grote Laak. Op de hoogtekaart in figuur 1.9 is goed te zien dat het plangebied op de flank ligt van een rug die vanaf het hoogste punt ten noordoosten van het plangebied (39 m TAW) geleidelijk afloopt richting het dal van de Grote Laak. In dit dal ligt het maaiveld op een hoogte van 11 m TAW. De hoogte binnen het plangebied zelf ligt tussen de 20.5 en 19.3 m TAW en kent daarmee geringe hoogteverschillen. Op de hoogtekaart is het dal van de Puttegrachtbeek herkenbaar als dalvormige laagte. Dit is duidelijker te zien op het noord-zuidhoogteprofiel door het plangebied (fig. 1.10). Volgens de Bodemkaart Vlaanderen (fig. 1.11) komt binnen het grootste deel van het plangebied een matig droge lemig zandbodem met weinig duidelijke ijzer en/of humus B horizont (Scf(p))voor. De toevoeging –(p) staat voor de aanwezigheid van een diepe humus B horizont. In het centrale deel van het plangebied, in het ondiepe dal van de Puttegrachtbeek, komt een matig natte zandbodem met weinig duidelijke ijzer en/of humus B horizont (Sdf(p)) voor. Dit geeft aan dat het centrale deel het laagst gelegen en natste deel van het plangebied vormt en dat het zuidelijke en vooral het noordelijke deel op de overgang ligt naar de hoger gelegen en drogere gronden. Op de potentiële erosiekaart (fig. 1.12) is het plangebied niet gekarteerd. Aan de enkele omliggende percelen waarvoor dit wel het geval is, is te zien dat de erosie waarschijnlijk verwaarloosbaar of zeer gering is. Op de bodembedekkingskaart (fig. 1.13) is het plangebied aangegeven als bouwland.

2 Gullentops et al. 2001, 162. 3 Gullentops et al. 2001, 160-161.

15

Fig. 1.9. Begijnendijk - Beekstraat. Uitsnede van het Digitaal Hoogtemodel Vlaanderen II. Schaal 1:10.000. (bron: http://dov.vlaanderen.be). A. plangebied; B. bebouwing. C. wegen; D. water.

Fig. 1.10. Begijnendijk - Beekstraat. Hoogteprofiel. (bron: geopunt.be)

16

Fig. 1.11. Begijnendijk - Beekstraat. Uitsnede van de Bodemkaart van Vlaanderen. (bron: http://dov.vlaanderen.be). A. Droog zand. B. Vochtig zand. C. Vochtig zand, antropogeen. D. Vochtig zandleem. E. Nat zandleem antropogeen. F. Vochtige klei. G. Natte klei. H. Antropogeen. I. Plangebied. J. Wegen. K. Bebouwing. L. Water

17

Fig. 1.12. Begijnendijk - Beekstraat. Uitsnede van de Potentiële Erosiekaart per perceel 2018 1:10.000. (bron: http://dov.vlaanderen.be) A. laag; B. zeer laag; C. verwaarloosbaar; D. geen info; E. niet van toepassing; F. plangebied; G. bebouwing; H. wegen; I. water.

18

Fig. 1.13. Begijnendijk - Beekstraat. Uitsnede van de bodembedekkingskaart. 1:10.000. (bron: http://dov.vlaanderen.be). A gebouwen; B autowegen; C overig afgedekt; D spoorwegen; E water; F overig onafgedekt; G akker; H gras/struiken; I bomen; J gras/struiken (landbouwgebruiksperceel); K gras/struiken (WBN); L bomen (WBN); M gras/struiken (WTZ); N bomen (WTZ); O plangebied.

19

                               Het plangebied is gelegen in een zone zonder status. Dit wil zeggen dat het niet gelegen is in een beschermde archeologische site, in een archeologische zone of in een gebied waar geen archeologisch erfgoed verwacht wordt. In de Centrale Archeologisch Inventaris zijn binnen het plangebied geen maar wel in de directe omgeving vondstlocaties bekend (fig. 1.14 en tabel 1.3).

Fig. 1.14. Begijnendijk - Beekstraat. Locatie uit de Centrale Archeologische Inventaris in de omgeving van het plangebied. A. CAI-locatie; B. plangebied.

Ten zuiden van het plangebied zijn door middel van veldprospectie op verschillende plaatsen in en direct langs dal van de Laak/Demer artefacten uit zowel het Mesolithicum als het Neolithicum gevonden. Het gaat in de meeste gevallen om vondstconcentraties bestaande uit afslagen, kernen en klingen als ook pijlpunten en enkele (fragmenten van) bijlen. Uit de latere perioden zijn ook verschillende resten bekend. Zo zijn bij de veldprospecties in het dal van de Laak ook enkele resten uit de Bronstijd gevonden in de vorm van aardewerk, een gevleugelde pijlpunt, een glaspasta kraal en een fragment van een bronzen hielbijl. Resten uit de IJzertijd zijn in de directe omgeving van het plangebied niet gevonden. Resten uit de Romeinse tijd daarentegen wel. Op circa 250 meter ten noordwesten van het plangebied zijn munten, aardewerk en baksteenbrokken uit de Romeinse tijd gevonden die kunnen wijzen op de aanwezigheid van

20 bewoningsresten uit deze periode (CAI-locatie 158.171). Op ca. 480 meter ten zuidwesten van het plangebied is nog een zilveren Romeinse munt (Trajanus?) gevonden (CAI-locatie 158.172). Ook verder van het plangebied zijn bij de veldprospecties ten zuidwesten en vooral op de flank van het dal van de Laak ten zuidoosten van het plangebied nog resten uit de Romeinse tijd gevonden. Op deze laatste locatie is mogelijk sprake van een Romeins grafveldje (CAI-locatie 158.168). Resten uit de Middeleeuwen en Nieuwe tijd zijn vooral aanwezig in de oude dorpskern van Betekom, ten zuidoosten van het plangebied., maar ook verder verspreid zijn nog resten uit deze periode aanwezig.

21

Tabel 1.3. Betekom - Beekstraat. CAI locaties in de omgeving van het plangebied.

                           

Het plangebied ligt ten noordwesten van de oude kern van Betekom. Betekom wordt voor het eerst vermeld in het jaar 1317 als Bechenkeem. De naam is een samenstelling van de Germaanse persoonsnaam Beto of Bertho, met –inga en heem, in dit geval in de oostelijke vorm kom. Het verwijst daarmee naar de ‘woonplaats van de lieden van Beto’.4 De gunstige ligging langs het dal van de Demer/Laak heeft er aan bijgedragen dat het dorp al in de Late Middeleeuwen goed ontwikkeld was. De heerlijkheid werd bestuurd door de heren van Ter Bruggen en de heren van Rivieren, die beiden een kasteel bezaten nabij Betekom. Later ontwikkelde in Betekom een bescheiden vorm van industrie bestaande uit steenbakkerijen, brouwerijen en windmolens.5

4 Debrabandere et al. 2010, 42 5 https://www.begijnendijk.be/product/72/geschiedenis-van-de-gemeente

22

Fig. 1.15. Begijnendijk - Beekstraat. Plangebied geprojecteerd op de Ferrariskaart (1771-1778). Bron: geo.onroerenderfgoed.be.

Op de Ferrariskaart uit 1771-1778 (fig. 1.15) is de oude kern van Betekom ten zuidoosten van het plangebied goed te zien. Het plangebied is onbebouwd en ligt in een gebied dat voornamelijk in gebruik is als bouwland met verspreid enkele gebouwen. Het huidige wegenpatroon is op de Ferrariskaart al herkenbaar met de Beekstraat direct ten oosten van het plangebied evenals het noord- zuid lopende deel van de Raystraat ten westen van het plangebied. Beide wegen zijn omzoomd met bomenrijen. Door het centrale deel van het plangebied loopt van oost naar west een perceelsgrens met een houtwal. Waarschijnlijk volgt deze grens de Puttegrachtbeek.

23

Fig. 1.16. Begijnendijk - Beekstraat. Plangebied geprojecteerd op de Vandermaelenkaart (circa 1850). Bron: geopunt.be

Op de Vandermaelenkaart uit 1846-1854 (fig. 1.16) is weinig verandering te zien ten opzichte van de Ferrariskaart. Wel lijken met name de Beekstaat en de Raystraat rechtgetrokken te zijn. Verder is op deze kaart ook de perceelsgrens en de Puttegrachtbeek door het plangebied niet weergegeven. Wat op dee kaart wel weer goed te zien is dat het plangebied ligt op de flank van de Molenberg.

24

Fig. 1.17. Begijnendijk - Beekstraat. Plangebied geprojecteerd op de Atlas der Buurtwegen (1843-1845). Bron: geopunt.be

De Atlas der Buurtwegen uit 1843-1845 (fig. 1.17) laat het plangebied in meer detail zien. Grote veranderingen ten opzichte van de hierboven beschreven kaarten zijn er binnen het plangebied of in de directe omgeving daarvan niet te zien. Ten noorden van het plangebied is langs de Beekstraat (chemin nr. 16) een gebouw weergegeven dat ook al op de Ferrariskaart te zien was, maar weer niet op de Vandermaelenkaart. De oost-west lopende perceelsgrens langs de Puttegrachtbeek is op deze kaart ook weer weergegeven.

25

Fig. 1.18. Begijnendijk - Beekstraat. Plangebied geprojecteerd op de Poppkaart (1842-1879). Bron: geopunt.be

Op de Poppkaart uit 1842-1879 (fig. 1.18) zijn binnen het plangebied geen veranderingen te zien. Wel is ten zuidoosten van en net buiten het plangebied nu ook een gebouw weergegeven dat op de eerdere kaarten niet niet te zien was.

                     

De beschikbare luchtfoto’s geven een goed beeld van de recentere ontwikkelingen in en rondom het plangebied. De luchtfoto uit 1971 (fig. 1.19), en ook de recentere luchtfoto’s, laten nog altijd een onbebouwd terrein zien dat in gebruik is als bouwland. De eigenaar van de percelen heeft ook laten weten dat dit bij zijn weten ook altijd het geval geweest is. Op de luchtfoto uit 1971 is wel te zien dat vooral langs de Beekstraat meer bebouwing verschenen is. De luchtfoto uit 1979-1990 (fig. 1.20) laat zien dat nu ook het oost-west lopende deel van de Raystraat ten oosten van het plangebied is aangelegd en dat langs deze straat meerdere woningen zijn gebouwd. Op de meest recente luchtfoto (fig. 1.3) is te zien dat er aan deze situatie daarna weinig is veranderd, afgezien dat de bebouwing rondom het plangebied nog iets is uitgebreid.

26

Fig. 1.19. Begijnendijk - Beekstraat. Plangebied geprojecteerd op de luchtfoto uit 1971. Bron: geopunt.be  

27

Fig. 1.20. Begijnendijk - Beekstraat. Plangebied geprojecteerd op de luchtfoto uit 1979-1990. Bron: geopunt.be                                                 In paragraaf 1.1.5 zijn de doel- en vraagstellingen van het onderzoek geformuleerd. In deze paragraaf zullen deze in de lopende tekst behandeld worden.

In het plangebied Begijnendijk - Beekstraat zal een verkaveling uitgevoerd worden, waar in een later stadium woningbouw met bijbehorende infrastructuur (weg, gescheiden rioleringsstelsel en bufferbekken/buffergracht) zal gerealiseerd worden. Voor het plangebied is een bureauonderzoek uitgevoerd om een inschatting te maken van de archeologische potentie en kenniswinst.

Uit het bureauonderzoek is gebleken dat het plangebied ligt op de flank van een hoger gelegen rug ten noorden van dal van de Laak/Demer. De rug wordt gevormd door een erosierest van de tertiaire afzettingen van de Formatie van Diest die zijn afgedekt door eolische afzettingen uit het Weichseliaan. In deze afzettingen is een matig droge tot matig natte lemig zandbodem met weinig duidelijke ijzer en/of humus B horizont gevormd. Het plangebied wordt in het centrale deel van oost naar west doorsneden door de Puttegrachtbeek. Op basis van de gunstige landschappelijke ligging wordt de archeologische potentie van het plangebied als middelhoog tot hoog ingeschat. In de omgeving zijn steentijdresten uit zowel het Mesolithicum als het Neolithicum bekend. Deze bevinden zich echter vooral in het dal van de

28

Laak/Demer ten zuiden van het plangebied. Voor het plangebied zelf wordt de kans op goed bewaarde resten van steentijdsites in situ als middelhoog ingeschat en alleen indien sprake is van een volledig intacte, natuurlijke bodemopbouw (waarschijnlijk een podzolbodem met ijzer en/of humus B horizont). Indien het bodemprofiel is afgetopt worden binnen het plangebied geen resten van steentijdsites in situ meer verwacht. Uit de periode vanaf het Neolithicum tot aan de Middeleeuwen zijn verpreid in de omgeving van het plangebied verschillende waarnemingen bekend. Op basis van het historische kaartmateriaal kan gesteld worden dat het plangebied geen bebouwing heeft gekend sinds de 18de eeuw. Het terrein is steeds in gebruik geweest voor agrarische doeleinden. Ook in de omgeving is geen sprake van een hoge densiteit van bewoning tot de afgelopen decennia. Uit de Nieuwe en Nieuwste Tijd kunnen mogelijk perceleringsgreppels verwacht worden. Voor de oudere periodes, gaande van de Brons- en IJzertijd, de Romeinse tijd en de Vroege en Volle Middeleeuwen kunnen geen specifieke verwachtingen gesteld worden. Gezien de ligging kunnen sporen en vondsten uit deze periodes aanwezig zijn. Er zijn geen aanwijzingen voor grootschalige verstoringen binnen het plangebied, waardoor de mogelijk aanwezige resten en/of sporen goed bewaard gebleven kunnen zijn. Deze kunnen direct onder de bouwvoor verwacht worden.

Het plangebied zal verkaveld worden, waarna woningbouw en infrastructuur gerealiseerd kunnen worden. De verkaveling behelst 13 loten. Het centrale deel (ca. 16a 47ca) zal in gebruik genomen worden als toegangsweg. Tevens zal hier een gescheiden rioolstelsel en een bufferbekken worden aangelegd. De bodemingrepen ter plaatse van de woningen, wegenis, bufferbekken en rioolstelsel zullen dieper zijn dan de bekende verstoringen. Hiermee vormen de geplande werken een bedreiging voor de mogelijk aanwezige archeologische resten en/of sporen.

               

In het plangebied Begijnendijk - Beekstraat zal een verkaveling uitgevoerd worden, waar in een later stadium woningbouw met bijbehorende infrastructuur (weg, bufferbekken en gescheiden rioleringsstelsel) zal gerealiseerd worden. Het plangebied en de totale omvang van de geplande bodemverstoringen (7205m2) overschrijden de criteria van respectievelijk 3000 m2 en 1000 m2 die gehanteerd worden voor de noodzakelijkheid van het opstellen van een archeologienota bij het aanvragen van de omgevingsvergunning. Voor het plangebied is een bureauonderzoek uitgevoerd om een inschatting te maken van de archeologische verwachting en mogelijke potentie tot kenniswinst.

Uit het bureauonderzoek blijkt dat binnen het plangebied archeologische resten aanwezig kunnen zijn die bedreigd worden door de voorgenomen werkzaamheden. Op basis van dit bureauonderzoek alleen kan nog onvoldoend uitspraak gedaan worden over de bodemopbouw en de daarmee samenhangende archeologische verwachting binnen het plangebied Om een beter zicht te krijgen op de landschappelijke situatie en bodemopbouw ter plaatse en om het op basis van het bureauonderzoek opgestelde verwachtingsmodel met veldwaarnemingen te completeren, is besloten om een landschappelijk booronderzoek uit te voeren. De resultaten hiervan worden besproken in hoofdstuk 2.

                   

In het plangebied Begijnendijk - Beekstraat zal een verkaveling uitgevoerd worden, waar in een later stadium woningbouw met bijbehorende infrastructuur (weg, bufferbekken en gescheiden rioleringsstelsel) zal gerealiseerd worden. Voor het plangebied is een bureauonderzoek uitgevoerd om een inschatting te maken van de archeologische potentie en kenniswinst. Uit dit bureauonderzoek is gebleken dat het plangebied en hoge tot middelhoge archeologische verwachting heeft voor zowel steentijdsites als sporensites uit latere perioden. De impact van de geplande werkzaamheden is hoog

29 waardoor deze een bedreiging vormen voor het archeologisch bodemarchief. Het plangebied komt daarmee in aanmerking voor een archeologisch vervolgonderzoek. Dit onderzoek dient gefaseerd uitgevoerd te worden. Om een beter zicht te krijgen op de landschappelijk situatie en bodemopbouw ter plaatse is besloten om in eerste instantie een landschappelijk booronderzoek uit te voeren. De resultaten hiervan worden besproken in hoofdstuk 2.

                Debrabandere, F./M. Devos/P. Kempeneers/V. Mennen/ H. Ryckeboer/W. Van Osta, 2010: De Vlaamse gemeentenamen. Verklarend woordenboek, Brussel.

Bogemans, F./M. Van Molle, 2007: Toelichting bij de Quartairgeologische Kaart, kaartblad 24 . .

Gullentops F./ F. Bogemans /G. de Moor / E. Paulissen /A. Pissart, 2001: Quaternary litostratigraphic units (). Geologica Belgica 4, 1-2, 153-164.

Schiltz, M./N. Vanderberghe/F. Gullentops, 1993: Kaartblad 24 Aarschot, Toelichtingen bij de Geologische Kaart van België, Vlaams Gewest, Brussel.

Laga, P./S. Louwye/S. Geets, 2001: Paleogene and Neogene litostratigraphic units (Belgium), Geologica Belgica 4, 1-2, 135-152.

Websites https://cai.onroerenderfgoed.be http://dov.vlaanderen.be https://geo.onroerenderfgoed.be https://inventaris.onroerenderfgoed.be http://www.geopunt.be https://www.cartesius.be/CartesiusPortal/

30

                                     

                                  

31

                                                       

                                     

                                Het landschappelijk booronderzoek is uitgevoerd onder de projectcode 2018F180. Voor de locatiegegevens wordt verwezen naar het bureauonderzoek (paragraaf 1.1.2). Het onderzoek is uitgevoerd op 20 juni 2017 door drs. Koen Hebinck (aardkundige). Het landschappelijk booronderzoek is uitgevoerd voor het gehele plangebied (fig. 2.1). Het plangebied heeft een oppervlakte van 7205 m2. In paragraaf 2.4 is de figurenlijst van dit hoofdstuk opgenomen. De boorlijst is terug te vinden in bijlage 6. De boorstaten en de fotolijst zijn weergegeven in respectievelijk bijlagen 7 en 8.

Tabel 2.1. Begijnendijk - Beekstraat. Administratieve gegevens van het landschappelijk booronderzoek. Voor de kadastrale gegevens wordt verwezen naar tabel 1.2.

32

Fig. 2.1. Begijnendijk - Beekstraat. Onderzoeksgebied landschappelijk booronderzoek op het GRB.

                               

Het bureauonderzoek (hoofdstuk 1; projectcode 2018F182) heeft uitgewezen dat het plangebied ligt op de flank van een hoger gelegen rug ten noorden van dal van de Laak/Demer. De rug wordt gevormd door een erosierest van de tertiaire afzettingen van de Formatie van Diest die zijn afgedekt door eolische afzettingen uit het Weichseliaan. In deze afzettingen is een matig droge tot matig natte lemig zandbodem met weinig duidelijke ijzer en/of humus B horizont gevormd. Het plangebied wordt in het centrale deel van oost naar west doorsneden door de Puttegrachtbeek. Op basis van de gunstige landschappelijke ligging wordt de archeologische potentie van het plangebied als middelhoog tot hoog ingeschat. De kans op goed bewaarde resten van steentijdsites in situ wordt als middelhoog ingeschat en alleen indien sprake is van een volledig intacte, natuurlijke bodemopbouw (waarschijnlijk een podzolbodem met ijzer en/of humus B horizont). Indien het bodemprofiel is afgetopt worden binnen het plangebied geen resten van steentijdsites in situ meer verwacht. Uit de periode vanaf het Neolithicum tot aan de Middeleeuwen zijn verpreid in de omgeving van het plangebied verschillende waarnemingen bekend. Op basis van het historische kaartmateriaal kan gesteld worden dat het plangebied geen bebouwing heeft gekend sinds de 18de eeuw. Uit de Nieuwe en Nieuwste Tijd kunnen mogelijk perceleringsgreppels verwacht worden. Voor de oudere periodes, gaande van de

33

Brons- en IJzertijd, de Romeinse tijd en de Vroege en Volle Middeleeuwen kunnen geen specifieke verwachtingen gesteld worden. Gezien de ligging kunnen sporen en vondsten uit deze periodes aanwezig zijn. Er zijn geen aanwijzingen voor grootschalige verstoringen binnen het plangebied, waardoor de mogelijk aanwezige resten en/of sporen goed bewaard gebleven kunnen zijn. Voor een uitgebreide beschrijving van de resultaten van het bureauonderzoek wordt verwezen naar hoofdstuk 1.

                        

Om de archeologische verwachting uit het bureauonderzoek te toetsen en met veldwaarnemingen te completeren, is onderzoek uitgevoerd om de bodemopbouw van het plangebied in kaart te brengen. De doelstellingen van dit onderzoek zijn: - de kartering van de aard, topografie, morfologie en conservering van het onderliggende pleistocene substraat, met inbegrip van de aanwezigheid van paleobodems; - de reconstructie van de sedimentaire en geomorfologische opbouw van de afdekkende Laatglaciale en Holocene sedimenten; - een reconstructie van de geomorfologische / sedimentaire ontwikkeling van het studiegebied.

De vraagstellingen die centraal staan in dit onderzoek zijn: - hoe is de bodemopbouw? In hoeverre is er sprake van een intacte bodemopbouw? - is er een potentieel voor steentijdvindplaatsen? Op welk niveau bevinden deze zich en worden ze bedreigd door geplande werkzaamheden? - is er een potentieel voor sporensites? Op welk niveau kunnen deze zich bevinden en worden ze bedreigd door de geplande werkzaamheden? - is een vervolgonderzoek zinvol/noodzakelijk? En zo ja, in welke vorm?

             

De ideale methode om meer inzicht te krijgen in de actuele bodemopbouw binnen het plangebied is een landschappelijk booronderzoek. Deze methode is niet overdreven schadelijk en relatief snel uit te voeren (kosten-baten). Voorts is het zinvol aangezien dit informatie oplevert over de actuele bewaringstoestand van de bodem en daarmee de actuele archeologische verwachting. Op basis van de resultaten kan inzicht verkregen worden in de kans op aanwezigheid van steentijd artefactensites of sporensites uit latere perioden en kan uitspraak gedaan worden over welke zones in aanmerking komen voor vervolgonderzoek en welke niet.

34

                          

                              Voor het landschappelijk booronderzoek zijn tien boringen gezet. De boringen zijn zoveel mogelijk geplaatst in een verspringend driehoeksgrid van 25 meter. Alleen boring 10 is enkele meter noordelijke geplaatst omdat deze anders op een bestaand stuk weg kwam te liggen. Voor deze boring geldt ook dat deze nu net buiten het plangebied ligt. De reden hiervan is dat het plangebied nadat het landschappelijk booronderzoek is uitgevoerd, nog iets is gewijzigd. Desondanks geeft het landschappelijk booronderzoek een goed beeld van de bodemopbouw binnen het huidige plangebied. De ligging van de boringen is weergegeven in figuur 2.2. De positie van de boringen is ingemeten met behulp van GPS. Voor het boren is gebruik gemaakt van een edelmanboor met een diameter van 7 cm. De boringen zijn zoveel mogelijk doorgezet tot in de C-horizont in het pleistocene substraat, tot een diepte van 100 tot 120 cm –mv. De boringen zijn beschreven op basis van kleur, lithologie, bodemhorizonten en overige bodemkundige kenmerken en in het veld doorzocht op de aanwezigheid van archeologische indicatoren zoals aardewerkfragmenten, houtskool, natuursteen, verbrand leem en bot. Alle boorkernen zijn gefotografeerd. De beschrijving van de boorgegevens is digitaal vastgelegd met gebruikmaking van het software pakket Deborah2 v2.7b.6 De boorstaten zijn weergegeven in bijlage 8. 

6 RAAP 2006.

35

Fig. 2.2. Begijnendijk - Beekstraat. Boorpuntenkaart. A. Plangebied; B. Boring met volgnummer (zwart) en dikte van de recent geroerde bovenlaag in cm (rood).                                        De bodem binnen het plangebied bestaat aan de top uit een 30 tot 50 cm dikke, recente bouwvoor van donkerbruingrijs tot donkergrijsbruin, matig fijn zand. Hierin is in verschillende boringen een geringe hoeveelheid recent materiaal vooral in de vorm van baksteen aangetroffen. In boring 6 en 9 in het laagst gelegen deel van het terrein, komen hierin al vanaf een diepte van 20 tot 30 cm roestvlekken voor. In boring 1, 3, 5 en 8 is hieronder nog een 5 tot 20 cm dikke, gevlekte laag aanwezig. In boring 1 en 8 betreft het een (geel)grijze laag met donkergrijze of bruine vlekken, waarbij in boring 8 ook een geringe hoeveelheid baksteen is aangetroffen. In boring 3 en 5 heeft de gevlekte laag onder de bouwvoor een ander karakter en betreft het een bruine of donkerbruingrijze laag met enkele vlekken/brokken van de onderliggende lagen (fig. 2.3).

36

De geroerde bovenlagen gaan in alle boringen met een scherpe grens over in de natuurlijke, onverstoorde afzettingen die aan de top bestaat uit bruin tot (geel)grijs, matig fijn zand (fig. 2.4). Alleen in boring 6, die ligt in het centrale deel van het terrein nabij de overkluisde Puttegrachtbeek, is een humeuze, grijszwarte laag aanwezig onder de geroerde bovenlagen. Dit betreft dan ook een laag afzettingen van deze beek. Nergens is (een restant van) de verwachte ijzer- en/of Fig. 2.3. Begijnendijk - Beekstraat. Boring 3. humus-B-horizont waargenomen. Vooral in de noordelijke helft van het terrein is vanaf een diepte van 45 cm –mv in boring 10 tot 110 cm –mv in boring 1 en 6 (grijs)groen, al dan niet zwak grindig, (zand)leem aangeboord (fig. 2.3).

Fig. 2.4. Begijnendijk - Beekstraat. Boring 8.

                                   In boring 3 is direct onder de bouwvoor een verweerd fragmentje handgevormd aardewerk gevonden dat niet nader te dateren is dan prehistorisch. In de overige boringen zijn, afgezien van een geringe hoeveelheid recent bouwpuin in de recent geroerde lagen, geen archeologische indicatoren aangetroffen.

                                                     Uit de boringen blijkt dat de top van het bodemprofiel slechts tot geringe diepte verstoord is door agrarisch gebruik en dat de geroerde bovenlaag zich in het grootste deel van het terrein beperkt tot de

37 huidige bouwvoor. In boring 1 en 8 is hieronder nog een dunne recente menglaag aanwezig. In boring 3 en 5 betreft de geroerde laag onder de recente bouwvoor mogelijk een restant van een oudere bouwvoor. In boring 3 is hierin ook het fragment prehistorisch, handgevormd aardewerk gevonden. Over de exacte aard van deze laag kan op basis van dit booronderzoek echter geen duidelijke uitspraak gedaan worden. De natuurlijke ondergrond bestaat vooral uit (lemig) zand met dieper in de ondergrond ook groen (zand)leem. Dit zijn de nat-eolische afzettingen die zijn afgezet in het Weichselien. In geen van de boringen is hierin (een restant van) de verwachte ijzer- en/of humus-B-horizont waargenomen. Vrijwel overal zijn direct onder de bouwvoor en in de laagst gelegen boringen al in de bouwvoor gleyverschijnselen (roestvlekken) waargenomen. Hieruit blijkt dat het gehele plangebied in het dal van de Puttegrachtbeek, maar vooral het centraal-westelijke deel van het terrein, periodiek relatief hoge grondwaterstanden kende/kent. Waarschijnlijk waren de grondwaterstanden dan ook te hoog voor de vorming van een ijzer- en/of humus-B-horizont of was deze dusdanig zwak ontwikkeld en ondiep dat deze geheel is opgenomen in de dunne geroerde bovengrond. Een andere mogelijkheid is dat de bodem tot grotere diepte is afgetopt, maar hier zijn geen duidelijke aanwijzingen voor. Doordat er, ondanks de geringe verstoringen, niet meer gesproken kan worden van een volledig onverstoord, natuurlijk bodemprofiel, het plangebied in een relatief laaggelegen en nat deel van het landschap ligt en er geen sprake is van een onverstoord, begraven bodemniveau dieper in de ondergrond, worden binnen het plangebied geen intacte resten van steentijdsites (meer) verwacht. Grondsporen uit latere perioden kunnen nog wel verwacht worden. Hoewel het fragment handgevormd aardewerk in boring 3 ook van elders afkomstig kan zijn, vormt deze vondst een aanwijzing voor de mogelijke aanwezigheid van prehistorische resten en/of sporen binnen het plangebied of de directe omgeving daarvan. De mogelijk aanwezige sporen en/of resten kunnen direct onder de recent geroerde bovenlagen aanwezig zijn. Doordat het bodemprofiel slechts tot geringe diepte verstoord is door agrarisch gebruik, kunnen deze sporen nog goed bewaard gebleven zijn.                 

Voor het plangebied is een landschappelijk booronderzoek uitgevoerd om een beter zicht te krijgen op de landschappelijke situatie en bodemopbouw ter plaatse en het op basis van het bureauonderzoek opgestelde verwachtingsmodel met veldwaarnemingen te completeren. Dit landschappelijk booronderzoek is uitgevoerd voor het gehele plangebied.

Uit het landschappelijk booronderzoek is gebleken dat het plangebied op de nat-eolische afzettingen uit het Weichselien ligt. Er is geen (restant van een) ijzer- en/of humus-B-horizont aanwezig. Hierdoor zullen binnen het plangebied geen goed bewaarde artefactenvindplaatsen uit de Steentijd in situ aanwezig zijn. Onder de geroerde bovenlagen kunnen nog wel resten van sporensites uit de periode vanaf het Neolithicum verwacht worden. Voor de resten uit deze periode kunnen geen specifieke verwachtingen gesteld worden. Wel kan gesteld worden dat de sporen voornamelijk in het noordelijke en zuidelijke deel en in mindere mate in het lager gelegen en natter centrale deel (dal van de Puttegrachtbeek) verwacht worden.

Het plangebied zal verkaveld worden, waarna woningbouw en infrastructuur gerealiseerd kunnen worden. De verkaveling behelst 13 loten. Het centrale deel (ca. 16a 47ca) zal in gebruik genomen worden als toegangsweg. Tevens zal hier een gescheiden rioolstelsel en een bufferbekken worden aangelegd. De bodemingrepen ter plaatse van de woningen, wegenis, bufferbekken en rioolstelsel zullen dieper zijn dan de huidige bouwvoor van 30 à 40 cm. Hierdoor hebben deze werken een impact op de mogelijk aanwezige archeologische waarden binnen het gehele plangebied. Binnen het gehele plangebied dient dan ook een vooronderzoek met ingreep in de bodem uitgevoerd te worden om vast te stellen of er daadwerkelijk archeologische waarden in het plangebied aanwezig zijn.

38

Doordat binnen het plangebied geen resten van steentijdsites verwacht worden, wordt geadviseerd dit vervolgonderzoek direct uit te voeren in de vorm van een proefsleuvenonderzoek. Aangezien het plangebied momenteel nog niet geheel in eigendom is van de ontwikkelaar, zal dit vervolgonderzoek uitgevoerd worden in een uitgesteld traject. De doelstellingen en opzet van dit onderzoek worden beschreven in het Programma van Maatregelen.

                                      - Hoe is de bodemopbouw? In hoeverre is er sprake van een intacte bodemopbouw? De bodem binnen het plangebied bestaat uit een 40 tot 80 cm dikke, recent geroerde, puinhoudende laag die direct overgaan in de C-horizont. De natuurlijke ondergrond wordt gevormd door de nat- eolische afzettingen uit het Weichselien die bestaan uit (lemig) zand met lagen zandleem. Nergens is een restant van een podzolbodem of textuur-B-horizont aangetroffen. Hieruit blijkt dat het natuurlijke bodemprofiel is afgetopt

- Is er een potentieel voor steentijdvindplaatsen? Op welk niveau bevinden deze zich en worden ze bedreigd door geplande werkzaamheden? Doordat de top van het natuurlijke bodemprofiel is verdwenen en (deels) opgenomen in de recent verstoorde bovenlaag, worden binnen het plangebied geen resten van steentijdvindplaatsen in situ (meer) verwacht.

- Is er een potentieel voor sporensites? Op welk niveau kunnen deze zich bevinden en worden ze bedreigd door de geplande werkzaamheden? Binnen het plangebied kunnen nog wel resten van sporensites aanwezig zijn. De mogelijk aanwezige sporen worden in één niveau verwacht en kunnen direct onder de recent geroerde bovenlagen, in de top van de onverstoorde, natuurlijke afzettingen aanwezig zijn. Doordat de geplande verstoringen tot (diep) in de onverstoorde afzettingen reiken, worden overal binnen het plangebied de mogelijk aanwezige resten bedreigd door de voorgenomen werkzaamheden.

- Is een vervolgonderzoek zinvol/noodzakelijk? En zo ja, in welke vorm? Overal binnen het plangebied kunnen nog archeologische resten en/of sporen aanwezig zijn die bedreigd worden door de voorgenomen werkzaamheden. Dit betekent dat binnen het gehele plangebied vervolgonderzoek noodzakelijk zal zijn om vast te stellen of er daadwerkelijk archeologische waarden in het plangebied aanwezig zijn. Doordat binnen het plangebied alleen resten van sporensites en geen resten van steentijdsites verwacht worden, dient dit vervolgonderzoek uitgevoerd te worden in de vorm van een proefsleuvenonderzoek.                    

In het plangebied Begijnendijk - Beekstraat zal een verkaveling uitgevoerd worden, waar in een later stadium woningbouw met bijbehorende infrastructuur (weg, bufferbekken en gescheiden rioleringsstelsel) zal gerealiseerd worden. In aanvulling op het bureauonderzoek is binnen het gehele plangebied een landschappelijk booronderzoek uitgevoerd op de bodemopbouw en de verstoringen in kaart te brengen. Hieruit is gebleken dat er geen diepe verstoringen binnen het plangebied aanwezig zijn, maar dat het natuurlijke bodemprofiel wel in enige mate is afgetopt. Dit betekent dat binnen het plangebied geen goed bewaarde resten van artefactenvindplaatsen uit de Steentijd in situ verwacht worden. Onder de geroerde bovenlagen kunnen nog wel resten van sporensites uit de periode vanaf het

39

Neolithicum verwacht worden. Hierdoor bestaat de volgende stap uit het uitvoeren van het proefsleuvenonderzoek om na te gaan of er sporensites aanwezig zijn.

                RAAP, 2007: Deborah2, v2.7, Amsterdam.                                        

40

                                                begin einde periode

1789 na Chr. - heden Nieuwste Tijd 1500 na Chr. - 1789 na Chr. Nieuwe Tijd

1200 na Chr. - 1500 na Chr. Late Middeleeuwen 900 na Chr. - 1200 na Chr. Volle Middeleeuwen 430/450 na Chr. - 900 na Chr. Vroege Middeleeuwen

275 na Chr. - 430/450 na Chr. laat-Romeinse tijd 69 na Chr. - 275 na Chr. midden-Romeinse tijd 57 voor Chr. - 69 na Chr. vroeg-Romeinse tijd

250 voor Chr. -57 voor Chr. Late IJzertijd 475/450 voor Chr. -250 voor Chr. Midden IJzertijd 800 voor Chr. -475/450 voor Chr. Vroege IJzertijd

1050 voor Chr.-800 voor Chr. Late Bronstijd 1800/1750 voor Chr.-1050 voor Chr. Midden Bronstijd 2000/2100 voor Chr.-1800/1750 voor Chr. Vroege Bronstijd

5300 voor Chr. -2000 voor Chr. Neolithicum

9500 voor Chr. -5300 voor Chr. Mesolithicum tot 9500 voor Chr. Paleolithicum  

 

41

     

N

- E:\Dropbox (Quadrant)\Wegenis 2007\BEGIJNENDIJK\Beekstraat_4538\04-voorontwerp-OF1\A-plannen\Versie 2\4538 voorontwerp 2018 .12.13.dwg Wegenis- en rioleringsontwerp 4538 - technisch grondplan - schaal: 1/200 13/12/2018          

FUNDERINGEN : - tot op vaste , onaangeroerde en vorstvrije grond - draagkracht min. 2,5kg/cm2 - onderzijde min. 80cm onder toekomstig maaiveld - afmetingen overeenkomstig stabiliteitsstudie RIOLERINGSBUIZEN : - Ø 110mm tenzij anders vermeld - min. met een bedekking van 25cm - min. afwateringshelling 1,5cm/m afvoer rwa diam . 110 15 35 35

afvoer keuken diam . 110 15

afvoer badkamer diam . 110

aanvulling aanvulling

afvoer wc verd diam . 110

afvoer wasmachine diam . 110 800 700 730

aanzuigleiding hemelwaterpomp

15 35 15 190 15 15 15 385 15 15 15 15

35 220 15 415 15 15

afvoer handenwasser diam . 110

afvoer wc glv diam . 110 15 35 35 15 afvoer rwa diam . 110 water / gas / elektr. / tel. tvd. doorvoer van de 700 nutsvoorzieningen te plaatsen volgens de voorschriften van de plaatselijke distributiemaatschappijen water -100 gas - 90 electr . - 70 tel. tvd. - 60 pomp in put

indien verplicht

aansluiting op de openbare riolering volgens voorschriften gemeente

0 1 2 schaal noordpeil

VO 1/ 26 11 2018 BA/ 27 08 2018 VO 2/ 12 06 2018 VO3/ 28 06 2018 Prinsstraat 5 2000 ANTWERPEN Werchtersesteenweg 126 Beekstraat tel 03 234 91 06 3150 3130 BEGIJNENDIJK fax 03 227 45 82 mail info@atrio .be VLAAMS-BRABANT (BETEKOM) FUNDERINGEN : FUNDERINGEN : - tot op vaste, onaangeroerde en vorstvrije grond - tot op vaste, onaangeroerde en vorstvrije grond - draagkracht min. 2,5kg/cm2 - draagkracht min. 2,5kg/cm2 - onderzijde min. 80cm onder toekomstig maaiveld - onderzijde min. 80cm onder toekomstig maaiveld - afmetingen overeenkomstig stabiliteitsstudie - afmetingen overeenkomstig stabiliteitsstudie RIOLERINGSBUIZEN : RIOLERINGSBUIZEN : - Ø 110mm tenzij anders vermeld - Ø 110mm tenzij anders vermeld - min. met een bedekking van 25cm - min. met een bedekking van 25cm - min. afwateringshelling 1,5cm/m - min. afwateringshelling 1,5cm/m afvoer rwa diam. 110 15 35 35

15 afvoer keuken diam. 110

afvoer badkamer diam. 110

aanvulling aanvulling

afvoer wc verd diam. 110

afvoer wasmachine diam. 110 730 700 800

aanzuigleiding hemelwaterpomp

15 15 15 15 385 15 15 15 190 15 35 15

15 15 415 15 220 35

afvoer handenwasser diam. 110

afvoer wc glv diam. 110 15 35 35 15 afvoer rwa water / gas / elektr. / tel. tvd. diam. 110 700 doorvoer van de nutsvoorzieningen te plaatsen volgens de voorschriften van de plaatselijke distributiemaatschappijen water -100 gas - 90 electr. - 70 pomp in put tel. tvd. - 60

indien verplicht

aansluiting op de openbare riolering volgens voorschriften gemeente

0 1 2 schaal noordpeil

VO 1/ 26 11 2018 BA/ 27 08 2018 VO 2/ 12 06 2018 VO3/ 28 06 2018 Prinsstraat 5 2000 ANTWERPEN Werchtersesteenweg 126 Beekstraat tel 03 234 91 06 3150 HAACHT 3130 BEGIJNENDIJK fax 03 227 45 82 mail [email protected] VLAAMS-BRABANT (BETEKOM) FUNDERINGEN : - tot op vaste, onaangeroerde en vorstvrije grond - draagkracht min. 2,5kg/cm2 - onderzijde min. 80cm onder toekomstig maaiveld - afmetingen overeenkomstig stabiliteitsstudie RIOLERINGSBUIZEN : - Ø 110mm tenzij anders vermeld - min. met een bedekking van 25cm - min. afwateringshelling 1,5cm/m afvoer rwa diam. 110 15 35 35

afvoer keuken diam. 110 15

afvoer badkamer diam. 110

aanvulling aanvulling

afvoer wc verd diam. 110

afvoer wasmachine diam. 110 800 700 730

aanzuigleiding hemelwaterpomp

15 35 15 190 15 15 15 385 15 15 15 15

35 220 15 415 15 15

afvoer handenwasser diam. 110

afvoer wc glv diam. 110 15 35 35 15 afvoer rwa diam. 110 water / gas / elektr. / tel. tvd. doorvoer van de 700 nutsvoorzieningen te plaatsen volgens de voorschriften van de plaatselijke distributiemaatschappijen water -100 gas - 90 electr. - 70 tel. tvd. - 60 pomp in put

indien verplicht

aansluiting op de openbare riolering volgens voorschriften gemeente

0 1 2 schaal noordpeil

VO 1/ 26 11 2018 BA/ 27 08 2018 VO 2/ 12 06 2018 VO3/ 28 06 2018 Prinsstraat 5 2000 ANTWERPEN Werchtersesteenweg 126 Beekstraat tel 03 234 91 06 3150 HAACHT 3130 BEGIJNENDIJK fax 03 227 45 82 mail [email protected] VLAAMS-BRABANT (BETEKOM) FUNDERINGEN : FUNDERINGEN : - tot op vaste, onaangeroerde en vorstvrije grond - tot op vaste, onaangeroerde en vorstvrije grond - draagkracht min. 2,5kg/cm2 - draagkracht min. 2,5kg/cm2 - onderzijde min. 80cm onder toekomstig maaiveld - onderzijde min. 80cm onder toekomstig maaiveld - afmetingen overeenkomstig stabiliteitsstudie - afmetingen overeenkomstig stabiliteitsstudie RIOLERINGSBUIZEN : RIOLERINGSBUIZEN : - Ø 110mm tenzij anders vermeld - Ø 110mm tenzij anders vermeld - min. met een bedekking van 25cm - min. met een bedekking van 25cm - min. afwateringshelling 1,5cm/m - min. afwateringshelling 1,5cm/m afvoer rwa diam. 110 15 35 35

15 afvoer keuken diam. 110

afvoer badkamer diam. 110

aanvulling aanvulling

afvoer wc verd diam. 110

afvoer wasmachine diam. 110 730 700 800

aanzuigleiding hemelwaterpomp

15 15 15 15 385 15 15 15 190 15 35 15

15 15 415 15 220 35

afvoer handenwasser diam. 110

afvoer wc glv diam. 110 15 35 35 15 afvoer rwa water / gas / elektr. / tel. tvd. diam. 110 700 doorvoer van de nutsvoorzieningen te plaatsen volgens de voorschriften van de plaatselijke distributiemaatschappijen water -100 gas - 90 electr. - 70 pomp in put tel. tvd. - 60

indien verplicht

aansluiting op de openbare riolering volgens voorschriften gemeente

0 1 2 schaal noordpeil

VO 1/ 26 11 2018 BA/ 27 08 2018 VO 2/ 12 06 2018 VO3/ 28 06 2018 Prinsstraat 5 2000 ANTWERPEN Werchtersesteenweg 126 Beekstraat tel 03 234 91 06 3150 HAACHT 3130 BEGIJNENDIJK fax 03 227 45 82 mail [email protected] VLAAMS-BRABANT (BETEKOM) FUNDERINGEN : - tot op vaste, onaangeroerde en vorstvrije grond - draagkracht min. 2,5kg/cm2 - onderzijde min. 80cm onder toekomstig maaiveld - afmetingen overeenkomstig stabiliteitsstudie RIOLERINGSBUIZEN : - Ø 110mm tenzij anders vermeld - min. met een bedekking van 25cm - min. afwateringshelling 1,5cm/m afvoer rwa diam. 110 15 35 35

afvoer keuken diam. 110 15

afvoer badkamer diam. 110

aanvulling aanvulling

afvoer wc verd diam. 110

afvoer wasmachine diam. 110 800 700 730

aanzuigleiding hemelwaterpomp

15 35 15 190 15 15 15 385 15 15 15 15

35 220 15 415 15 15

afvoer handenwasser diam. 110

afvoer wc glv diam. 110 15 35 35 15 afvoer rwa diam. 110 water / gas / elektr. / tel. tvd. doorvoer van de 700 nutsvoorzieningen te plaatsen volgens de voorschriften van de plaatselijke distributiemaatschappijen water -100 gas - 90 electr. - 70 tel. tvd. - 60 pomp in put

indien verplicht

aansluiting op de openbare riolering volgens voorschriften gemeente

0 1 2 schaal noordpeil

VO 1/ 26 11 2018 BA/ 27 08 2018 VO 2/ 12 06 2018 VO3/ 28 06 2018 Prinsstraat 5 2000 ANTWERPEN Werchtersesteenweg 126 Beekstraat tel 03 234 91 06 3150 HAACHT 3130 BEGIJNENDIJK fax 03 227 45 82 mail [email protected] VLAAMS-BRABANT (BETEKOM) FUNDERINGEN : FUNDERINGEN : - tot op vaste, onaangeroerde en vorstvrije grond - tot op vaste, onaangeroerde en vorstvrije grond - draagkracht min. 2,5kg/cm2 - draagkracht min. 2,5kg/cm2 - onderzijde min. 80cm onder toekomstig maaiveld - onderzijde min. 80cm onder toekomstig maaiveld - afmetingen overeenkomstig stabiliteitsstudie - afmetingen overeenkomstig stabiliteitsstudie RIOLERINGSBUIZEN : RIOLERINGSBUIZEN : - Ø 110mm tenzij anders vermeld - Ø 110mm tenzij anders vermeld - min. met een bedekking van 25cm - min. met een bedekking van 25cm - min. afwateringshelling 1,5cm/m - min. afwateringshelling 1,5cm/m afvoer rwa diam. 110 15 35 35

15 afvoer keuken diam. 110

afvoer badkamer diam. 110

aanvulling aanvulling

afvoer wc verd diam. 110

afvoer wasmachine diam. 110 730 700 800

aanzuigleiding hemelwaterpomp

15 15 15 15 385 15 15 15 190 15 35 15

15 15 415 15 220 35

afvoer handenwasser diam. 110

afvoer wc glv diam. 110 15 35 35 15 afvoer rwa water / gas / elektr. / tel. tvd. diam. 110 700 doorvoer van de nutsvoorzieningen te plaatsen volgens de voorschriften van de plaatselijke distributiemaatschappijen water -100 gas - 90 electr. - 70 pomp in put tel. tvd. - 60

indien verplicht

aansluiting op de openbare riolering volgens voorschriften gemeente

0 1 2 schaal noordpeil

VO 1/ 26 11 2018 BA/ 27 08 2018 VO 2/ 12 06 2018 VO3/ 28 06 2018 Prinsstraat 5 2000 ANTWERPEN Werchtersesteenweg 126 Beekstraat tel 03 234 91 06 3150 HAACHT 3130 BEGIJNENDIJK fax 03 227 45 82 mail [email protected] VLAAMS-BRABANT (BETEKOM) FUNDERINGEN : FUNDERINGEN : - tot op vaste, onaangeroerde en vorstvrije grond - tot op vaste, onaangeroerde en vorstvrije grond - draagkracht min. 2,5kg/cm2 - draagkracht min. 2,5kg/cm2 - onderzijde min. 80cm onder toekomstig maaiveld - onderzijde min. 80cm onder toekomstig maaiveld - afmetingen overeenkomstig stabiliteitsstudie - afmetingen overeenkomstig stabiliteitsstudie RIOLERINGSBUIZEN : RIOLERINGSBUIZEN : - Ø 110mm tenzij anders vermeld - Ø 110mm tenzij anders vermeld - min. met een bedekking van 25cm - min. met een bedekking van 25cm - min. afwateringshelling 1,5cm/m - min. afwateringshelling 1,5cm/m

700 afvoer rwa diam. 110 15 35 35

afvoer wc verd 15 afvoer badkamer afvoer badkamer diam. 110 diam. 110 diam. 110

afvoer keuken diam. 110

15 15 15 15 215 15 15 15 360 15 35 15

15 15 245 15 390 35 aanvulling aanvulling

afvoer wasmachine afvoer wasmachine diam. 110 diam. 110 830 800 900

afvoer wc glv diam. 110

afvoer handenwasser afvoer handenwasser diam. 110 diam. 110

aanzuigleiding hemelwaterpomp 15 35 35 15 afvoer rwa afvoer rwa diam. 110 diam. 110 water / gas / elektr. / tel. tvd. doorvoer van de nutsvoorzieningen te plaatsen volgens de voorschriften van de plaatselijke distributiemaatschappijen water -100 gas - 90 electr. - 70 tel. tvd. - 60

pomp in put

indien verplicht

aansluiting op de openbare riolering volgens voorschriften gemeente

0 1 2 schaal noordpeil

VO 1/ 26 11 2018 BA/ 27 08 2018 VO 2/ 12 06 2018 VO3/ 28 06 2018 Prinsstraat 5 2000 ANTWERPEN Werchtersesteenweg 126 Beekstraat tel 03 234 91 06 3150 HAACHT 3130 BEGIJNENDIJK fax 03 227 45 82 mail [email protected] VLAAMS-BRABANT (BETEKOM) FUNDERINGEN : - tot op vaste, onaangeroerde en vorstvrije grond - draagkracht min. 2,5kg/cm2 - onderzijde min. 80cm onder toekomstig maaiveld - afmetingen overeenkomstig stabiliteitsstudie RIOLERINGSBUIZEN : - Ø 110mm tenzij anders vermeld - min. met een bedekking van 25cm - min. afwateringshelling 1,5cm/m

afvoer rwa 700 diam. 110 15 35 35

afvoer wc verd 15 diam. 110 afvoer badkamer afvoer badkamer diam. 110 diam. 110

afvoer keuken diam. 110

15 35 15 360 15 15 15 215 15 15 15 15

35 390 15 245 15 15 aanvulling aanvulling

afvoer wasmachine afvoer wasmachine diam. 110 diam. 110 900 800 830

afvoer wc glv diam. 110

afvoer handenwasser afvoer handenwasser diam. 110 diam. 110

aanzuigleiding hemelwaterpomp 15 35 35 15 afvoer rwa afvoer rwa water / gas / elektr. / tel. tvd. diam. 110 diam. 110 doorvoer van de nutsvoorzieningen te plaatsen volgens de voorschriften van de plaatselijke distributiemaatschappijen water -100 gas - 90 electr. - 70 tel. tvd. - 60

pomp in put

indien verplicht

aansluiting op de openbare riolering volgens voorschriften gemeente

0 1 2 schaal noordpeil

VO 1/ 26 11 2018 BA/ 27 08 2018 VO 2/ 12 06 2018 VO3/ 28 06 2018 Prinsstraat 5 2000 ANTWERPEN Werchtersesteenweg 126 Beekstraat tel 03 234 91 06 3150 HAACHT 3130 BEGIJNENDIJK fax 03 227 45 82 mail [email protected] VLAAMS-BRABANT (BETEKOM) 850 15 15 afvoer rwa diam. 110 35 35 35 35 afvoer keuken diam. 110 15 15 afvoer rwa diam. 110

afvoer wc verd diam. 110

15 35 15 445 15 15 15 260 15 35 15

35 475 15 290 35

afvoer badkamer diam. 110

aanvulling afvoer wasmachine diam. 110 625 595

850 aanvulling 970 870 900

afvoer handenwasser diam. 110 15 15 15 15

aanvulling 110 140

afvoer rwa afvoer wc glv diam. 110 diam. 110 15 afvoer rwa

35 35 diam. 110 aanzuigleiding

15 hemelwaterpomp 120 afvoer rwa 15 diam. 110 35 35 15

water / gas / elektr. / tel. tvd. FUNDERINGEN : doorvoer van de - tot op vaste, onaangeroerde en vorstvrije grond nutsvoorzieningen - draagkracht min. 2,5kg/cm2 te plaatsen volgens de voorschriften pomp in put - onderzijde min. 80cm onder toekomstig maaiveld van de plaatselijke - afmetingen overeenkomstig stabiliteitsstudie distributiemaatschappijen water -100 RIOLERINGSBUIZEN : gas - 90 - Ø 110mm tenzij anders vermeld electr. - 70 indien verplicht - min. met een bedekking van 25cm tel. tvd. - 60 - min. afwateringshelling 1,5cm/m

490 360

aansluiting op de openbare riolering volgens voorschriften gemeente

0 1 2 schaal noordpeil

VO 1/ 26 11 2018 BA/ 27 08 2018 VO 2/ 12 06 2018 VO3/ 28 06 2018 Prinsstraat 5 2000 ANTWERPEN Werchtersesteenweg 126 Beekstraat tel 03 234 91 06 3150 HAACHT 3130 BEGIJNENDIJK fax 03 227 45 82 mail [email protected] VLAAMS-BRABANT (BETEKOM) FUNDERINGEN : - tot op vaste, onaangeroerde en vorstvrije grond - draagkracht min. 2,5kg/cm2 - onderzijde min. 80cm onder toekomstig maaiveld - afmetingen overeenkomstig stabiliteitsstudie RIOLERINGSBUIZEN : - Ø 110mm tenzij anders vermeld - min. met een bedekking van 25cm - min. afwateringshelling 1,5cm/m afvoer rwa diam. 110 15 afvoer wc verd diam. 110 35 35 15

afvoer badkamer afvoer badkamer diam. 110 diam. 110

afvoer keuken diam. 110 afvoer keuken diam. 110

afvoer wasmachine diam. 110 900 830 800 aanvulling aanvulling

15 35 15 385 15 15 15 240 15 15 15 15

35 415 15 270 15 15

afvoer handenwasser aanzuigleiding diam. 110 hemelwaterpomp

afvoer wc glv diam. 110 15 35 35 15 afvoer rwa diam. 110 750 water / gas / elektr. / tel. tvd. doorvoer van de nutsvoorzieningen te plaatsen volgens de voorschriften van de plaatselijke distributiemaatschappijen water -100 gas - 90 electr. - 70 tel. tvd. - 60 pomp in put

indien verplicht

aansluiting op de openbare riolering volgens voorschriften gemeente

0 1 2 schaal noordpeil

VO 1/ 26 11 2018 BA/ 27 08 2018 VO 2/ 12 06 2018 VO3/ 28 06 2018 Prinsstraat 5 2000 ANTWERPEN Werchtersesteenweg 126 Beekstraat tel 03 234 91 06 3150 HAACHT 3130 BEGIJNENDIJK fax 03 227 45 82 mail [email protected] VLAAMS-BRABANT (BETEKOM) FUNDERINGEN : FUNDERINGEN : - tot op vaste, onaangeroerde en vorstvrije grond - tot op vaste, onaangeroerde en vorstvrije grond - draagkracht min. 2,5kg/cm2 - draagkracht min. 2,5kg/cm2 - onderzijde min. 80cm onder toekomstig maaiveld - onderzijde min. 80cm onder toekomstig maaiveld - afmetingen overeenkomstig stabiliteitsstudie - afmetingen overeenkomstig stabiliteitsstudie RIOLERINGSBUIZEN : RIOLERINGSBUIZEN : - Ø 110mm tenzij anders vermeld - Ø 110mm tenzij anders vermeld - min. met een bedekking van 25cm - min. met een bedekking van 25cm - min. afwateringshelling 1,5cm/m - min. afwateringshelling 1,5cm/m afvoer rwa diam. 110 15 afvoer wc verd diam. 110 35 35 15

afvoer badkamer afvoer badkamer diam. 110 diam. 110

afvoer keuken diam. 110 afvoer keuken diam. 110

afvoer wasmachine diam. 110 800 830 900 aanvulling aanvulling

15 15 15 15 240 15 15 15 385 15 35 15

15 15 270 15 415 35

aanzuigleiding afvoer handenwasser hemelwaterpomp diam. 110

afvoer wc glv diam. 110 15 35 35 15 afvoer rwa diam. 110 water / gas / elektr. / tel. tvd. 750 doorvoer van de nutsvoorzieningen te plaatsen volgens de voorschriften van de plaatselijke distributiemaatschappijen water -100 gas - 90 electr. - 70 tel. tvd. - 60 pomp in put

indien verplicht

aansluiting op de openbare riolering volgens voorschriften gemeente

0 1 2 schaal noordpeil

VO 1/ 26 11 2018 BA/ 27 08 2018 VO 2/ 12 06 2018 VO3/ 28 06 2018 Prinsstraat 5 2000 ANTWERPEN Werchtersesteenweg 126 Beekstraat tel 03 234 91 06 3150 HAACHT 3130 BEGIJNENDIJK fax 03 227 45 82 mail [email protected] VLAAMS-BRABANT (BETEKOM) FUNDERINGEN : - tot op vaste, onaangeroerde en vorstvrije grond - draagkracht min. 2,5kg/cm2 - onderzijde min. 80cm onder toekomstig maaiveld - afmetingen overeenkomstig stabiliteitsstudie RIOLERINGSBUIZEN : - Ø 110mm tenzij anders vermeld - min. met een bedekking van 25cm - min. afwateringshelling 1,5cm/m afvoer rwa diam. 110 15 afvoer wc verd diam. 110 35 35 15

afvoer badkamer afvoer badkamer diam. 110 diam. 110

afvoer keuken diam. 110 afvoer keuken diam. 110

afvoer wasmachine diam. 110 900 830 800 aanvulling aanvulling

15 35 15 385 15 15 15 240 15 15 15 15

35 415 15 270 15 15

afvoer handenwasser aanzuigleiding diam. 110 hemelwaterpomp

afvoer wc glv diam. 110 15 35 35 15 afvoer rwa diam. 110 750 water / gas / elektr. / tel. tvd. doorvoer van de nutsvoorzieningen te plaatsen volgens de voorschriften van de plaatselijke distributiemaatschappijen water -100 gas - 90 electr. - 70 tel. tvd. - 60 pomp in put

indien verplicht

aansluiting op de openbare riolering volgens voorschriften gemeente

0 1 2 schaal noordpeil

VO 1/ 26 11 2018 BA/ 27 08 2018 VO 2/ 12 06 2018 VO3/ 28 06 2018 Prinsstraat 5 2000 ANTWERPEN Werchtersesteenweg 126 Beekstraat tel 03 234 91 06 3150 HAACHT 3130 BEGIJNENDIJK fax 03 227 45 82 mail [email protected] VLAAMS-BRABANT (BETEKOM) FUNDERINGEN : FUNDERINGEN : - tot op vaste, onaangeroerde en vorstvrije grond - tot op vaste, onaangeroerde en vorstvrije grond - draagkracht min. 2,5kg/cm2 - draagkracht min. 2,5kg/cm2 - onderzijde min. 80cm onder toekomstig maaiveld - onderzijde min. 80cm onder toekomstig maaiveld - afmetingen overeenkomstig stabiliteitsstudie - afmetingen overeenkomstig stabiliteitsstudie RIOLERINGSBUIZEN : RIOLERINGSBUIZEN : - Ø 110mm tenzij anders vermeld - Ø 110mm tenzij anders vermeld - min. met een bedekking van 25cm - min. met een bedekking van 25cm - min. afwateringshelling 1,5cm/m - min. afwateringshelling 1,5cm/m afvoer rwa diam. 110 15 afvoer wc verd diam. 110 35 35 15

afvoer badkamer afvoer badkamer diam. 110 diam. 110

afvoer keuken diam. 110 afvoer keuken diam. 110

afvoer wasmachine diam. 110 800 830 900 aanvulling aanvulling

15 15 15 15 240 15 15 15 385 15 35 15

15 15 270 15 415 35

aanzuigleiding afvoer handenwasser hemelwaterpomp diam. 110

afvoer wc glv diam. 110 15 35 35 15 afvoer rwa diam. 110 water / gas / elektr. / tel. tvd. 750 doorvoer van de nutsvoorzieningen te plaatsen volgens de voorschriften van de plaatselijke distributiemaatschappijen water -100 gas - 90 electr. - 70 tel. tvd. - 60 pomp in put

indien verplicht

aansluiting op de openbare riolering volgens voorschriften gemeente

0 1 2 schaal noordpeil

VO 1/ 26 11 2018 BA/ 27 08 2018 VO 2/ 12 06 2018 VO3/ 28 06 2018 Prinsstraat 5 2000 ANTWERPEN Werchtersesteenweg 126 Beekstraat tel 03 234 91 06 3150 HAACHT 3130 BEGIJNENDIJK fax 03 227 45 82 mail [email protected] VLAAMS-BRABANT (BETEKOM)          - E:\Dropbox (Quadrant)\Wegenis 2007\BEGIJNENDIJK\Beekstraat_4538\04-voorontwerp-OF1\A-plannen\Versie 2\4538 voorontwerp 2018 .12.13.dwg - E:\Dropbox (Quadrant)\Wegenis 2007\BEGIJNENDIJK\Beekstraat_4538\04-voorontwerp-OF1\A-plannen\Versie 2\4538 voorontwerp 2018 .12.13.dwg Wegenis- en rioleringsontwerp 4538 - lengteprofiel L1 - lengteschaal: 1/500 - hoogteschaal: 1/50 Wegenis- en rioleringsontwerp 4538 - lengteprofiel L2 - lengteschaal: 1/500 - hoogteschaal: 1/50 13/12/2018 13/12/2018         

Wegenis- en rioleringsontwerp 4538 - typedwarsprofiel 1 - Wegenis- en rioleringsontwerp 4538 - typedwarsprofiel 2 - schaal: 1/25 schaal: 1/25 - E:\Dropbox (Quadrant)\Wegenis 2007\BEGIJNENDIJK\Beekstraat_4538\04-voorontwerp-OF1\A-plannen\Versie 2\4538 voorontwerp 2018 .12.13.dwg - E:\Dropbox (Quadrant)\Wegenis 2007\BEGIJNENDIJK\Beekstraat_4538\04-voorontwerp-OF1\A-plannen\Versie 2\4538 voorontwerp 2018 .12.13.dwg 13/12/2018 13/12/2018                                          

       boring: BET-BS-1 beschrijver: KH, datum: 20-6-2017, X: 178.741, Y: 186.601, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Lambert Coördinaten, hoogte: 20,21, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Tweede Algemene Waterpas, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: bodemkunde, landgebruik: akker, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Vlaams Brabant, gemeente: Begijnendijk, plaatsnaam: Betekom, opdrachtgever: ..., uitvoerder: VUhbs

0 cm -Mv / 20,21 m +TAW Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, donkergrijsbruin, matig fijn Bodemkundig: afgedekt/begraven A-horizont 45 cm -Mv / 19,76 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, geelgrijs, matig fijn Bodemkundig: A-horizont, enkele Fe-vlekken Opmerking: dgr gevlekt 50 cm -Mv / 19,71 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, geelgrijs, matig fijn Bodemkundig: C-horizont met roestvlekken, enkele Fe-vlekken 95 cm -Mv / 19,26 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, geelgrijs, enkele leemlagen, matig fijn Bodemkundig: C-horizont met roestvlekken, veel Fe-vlekken 110 cm -Mv / 19,11 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: leem, geelgrijs Bodemkundig: C-horizont met roestvlekken, enkele Fe-vlekken Einde boring op 120 cm -Mv / 19,01 m +TAW boring: BET-BS-2 beschrijver: KH, datum: 20-6-2017, X: 178.715, Y: 186.587, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Lambert Coördinaten, hoogte: 19,93, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Tweede Algemene Waterpas, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: bodemkunde, landgebruik: akker, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Vlaams Brabant, gemeente: Begijnendijk, plaatsnaam: Betekom, opdrachtgever: ..., uitvoerder: VUhbs

0 cm -Mv / 19,93 m +TAW Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, donkergrijsbruin, matig fijn Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont 45 cm -Mv / 19,48 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, geelbruin, matig fijn Bodemkundig: C-horizont 60 cm -Mv / 19,33 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, lichtgrijs, matig fijn Bodemkundig: C-horizont met roestvlekken, enkele Fe-vlekken 70 cm -Mv / 19,23 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, donkergrijs, matig fijn Bodemkundig: C-horizont met roestvlekken, enkele Fe-vlekken 85 cm -Mv / 19,08 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, grijswit, matig fijn Bodemkundig: C-horizont met roestvlekken, enkele Fe-vlekken 95 cm -Mv / 18,98 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: leem, zwak grindig, groengrijs Bodemkundig: C-horizont met roestvlekken, enkele Fe-vlekken Einde boring op 100 cm -Mv / 18,93 m +TAW boring: BET-BS-3 beschrijver: KH, datum: 20-6-2017, X: 178.717, Y: 186.617, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Lambert Coördinaten, hoogte: 20,30, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Tweede Algemene Waterpas, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: bodemkunde, landgebruik: akker, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Vlaams Brabant, gemeente: Begijnendijk, plaatsnaam: Betekom, opdrachtgever: ..., uitvoerder: VUhbs

0 cm -Mv / 20,30 m +TAW Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, donkergrijsbruin, matig fijn Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont 30 cm -Mv / 20,00 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, bruin, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: menglaag Archeologie: enkel fragment aardewerk Opmerking: gegr gevlekt 45 cm -Mv / 19,85 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, geelgrijs, matig fijn Bodemkundig: C-horizont met roestvlekken, enkele Fe-vlekken 70 cm -Mv / 19,60 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zandleem, grijsgroen, enkele zandlagen Bodemkundig: C-horizont met roestvlekken, enkele Fe-vlekken Einde boring op 100 cm -Mv / 19,30 m +TAW boring: BET-BS-4 beschrijver: KH, datum: 20-6-2017, X: 178.686, Y: 186.513, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Lambert Coördinaten, hoogte: 20,21, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Tweede Algemene Waterpas, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: bodemkunde, landgebruik: akker, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Vlaams Brabant, gemeente: Begijnendijk, plaatsnaam: Betekom, opdrachtgever: ..., uitvoerder: VUhbs

0 cm -Mv / 20,21 m +TAW Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, donkergrijsbruin, matig fijn Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont 30 cm -Mv / 19,91 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, bruin, matig fijn Bodemkundig: C-horizont met roestvlekken, enkele Fe-vlekken 60 cm -Mv / 19,61 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, lichtgrijs, matig fijn Bodemkundig: C-horizont met roestvlekken, enkele Fe-vlekken 80 cm -Mv / 19,41 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, donkergrijs, matig fijn Bodemkundig: C-horizont met roestvlekken, enkele Fe-vlekken 95 cm -Mv / 19,26 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, grijswit, matig fijn Bodemkundig: C-horizont met roestvlekken, enkele Fe-vlekken 110 cm -Mv / 19,11 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, geelgrijs, matig fijn Bodemkundig: C-horizont met roestvlekken, enkele Fe-vlekken Einde boring op 120 cm -Mv / 19,01 m +TAW boring: BET-BS-5 beschrijver: KH, datum: 20-6-2017, X: 178.688, Y: 186.543, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Lambert Coördinaten, hoogte: 20,00, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Tweede Algemene Waterpas, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: bodemkunde, landgebruik: akker, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Vlaams Brabant, gemeente: Begijnendijk, plaatsnaam: Betekom, opdrachtgever: ..., uitvoerder: VUhbs

0 cm -Mv / 20,00 m +TAW Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, donkerbruingrijs, matig fijn Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont 30 cm -Mv / 19,70 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, donkerbruingrijs, matig fijn Bodemkundig: A-horizont met roestvlekken, interpretatie: menglaag Opmerking: dge gevlekt 40 cm -Mv / 19,60 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, grijs, matig fijn Bodemkundig: C-horizont met roestvlekken, enkele Fe-vlekken 100 cm -Mv / 19,00 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak grindig, groengrijs, matig fijn Bodemkundig: C-horizont met roestvlekken, enkele Fe-vlekken 105 cm -Mv / 18,95 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zware zandleem, zwak grindig, grijsgroen Bodemkundig: C-horizont met roestvlekken, enkele Fe-vlekken Einde boring op 110 cm -Mv / 18,90 m +TAW boring: BET-BS-6 beschrijver: KH, datum: 20-6-2017, X: 178.689, Y: 186.573, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Lambert Coördinaten, hoogte: 19,65, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Tweede Algemene Waterpas, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: bodemkunde, landgebruik: akker, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Vlaams Brabant, gemeente: Begijnendijk, plaatsnaam: Betekom, opdrachtgever: ..., uitvoerder: VUhbs

0 cm -Mv / 19,65 m +TAW Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, donkerbruingrijs, matig fijn Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont 30 cm -Mv / 19,35 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, donkerbruingrijs, matig fijn Bodemkundig: A-horizont met roestvlekken, enkele Fe-vlekken 50 cm -Mv / 19,15 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak humeus, grijszwart, matig fijn, interpretatie: beddingafzettingen Bodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken 60 cm -Mv / 19,05 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, donkergrijs, matig fijn Bodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken 70 cm -Mv / 18,95 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, grijs, matig fijn Bodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken 110 cm -Mv / 18,55 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zware zandleem, groengrijs Bodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken Einde boring op 120 cm -Mv / 18,45 m +TAW boring: BET-BS-7 beschrijver: KH, datum: 20-6-2017, X: 178.691, Y: 186.603, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Lambert Coördinaten, hoogte: 19,81, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Tweede Algemene Waterpas, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: bodemkunde, landgebruik: akker, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Vlaams Brabant, gemeente: Begijnendijk, plaatsnaam: Betekom, opdrachtgever: ..., uitvoerder: VUhbs

0 cm -Mv / 19,81 m +TAW Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, donkergrijsbruin, matig fijn Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont 35 cm -Mv / 19,46 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, lichtgeelgrijs, matig fijn Bodemkundig: C-horizont met roestvlekken, enkele Fe-vlekken 45 cm -Mv / 19,36 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: lichte zandleem, grijsgroen, matig fijn Bodemkundig: C-horizont met roestvlekken, enkele Fe-vlekken 60 cm -Mv / 19,21 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zware zandleem, grijsgroen, enkele zandlagen Bodemkundig: C-horizont met roestvlekken, enkele Fe-vlekken Einde boring op 100 cm -Mv / 18,81 m +TAW boring: BET-BS-8 beschrijver: KH, datum: 20-6-2017, X: 178.662, Y: 186.529, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Lambert Coördinaten, hoogte: 19,73, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Tweede Algemene Waterpas, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: bodemkunde, landgebruik: akker, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Vlaams Brabant, gemeente: Begijnendijk, plaatsnaam: Betekom, opdrachtgever: ..., uitvoerder: VUhbs

0 cm -Mv / 19,73 m +TAW Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, donkergrijsbruin, matig fijn Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont 35 cm -Mv / 19,38 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, grijs, matig fijn Bodemkundig: A-horizont, interpretatie: menglaag Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) Opmerking: br gevlekt bst 55 cm -Mv / 19,18 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, grijs, matig fijn Bodemkundig: C-horizont met roestvlekken, enkele Fe-vlekken Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) 80 cm -Mv / 18,93 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, grijswit, matig fijn Bodemkundig: C-horizont Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) Einde boring op 100 cm -Mv / 18,73 m +TAW boring: BET-BS-9 beschrijver: KH, datum: 20-6-2017, X: 178.664, Y: 186.559, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Lambert Coördinaten, hoogte: 19,40, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Tweede Algemene Waterpas, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: bodemkunde, landgebruik: akker, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Vlaams Brabant, gemeente: Begijnendijk, plaatsnaam: Betekom, opdrachtgever: ..., uitvoerder: VUhbs

0 cm -Mv / 19,40 m +TAW Lithologie: zand, donkergrijsbruin, matig fijn Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont 20 cm -Mv / 19,20 m +TAW Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, donkergrijsbruin, matig fijn Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, enkele Fe-vlekken 40 cm -Mv / 19,00 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, donkergrijs, matig fijn Bodemkundig: A-horizont, enkele Fe-vlekken 50 cm -Mv / 18,90 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, grijs, matig fijn Bodemkundig: C-horizont met roestvlekken, veel Fe-vlekken Opmerking: nat 90 cm -Mv / 18,50 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zandleem, groengrijs Bodemkundig: C-horizont met roestvlekken, veel Fe-vlekken Opmerking: nat Einde boring op 100 cm -Mv / 18,40 m +TAW boring: BET-BS-10 beschrijver: KH, datum: 20-6-2017, X: 178.665, Y: 186.594, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Lambert Coördinaten, hoogte: 19,57, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Tweede Algemene Waterpas, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: bodemkunde, landgebruik: akker, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Vlaams Brabant, gemeente: Begijnendijk, plaatsnaam: Betekom, opdrachtgever: ..., uitvoerder: VUhbs

0 cm -Mv / 19,57 m +TAW Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, donkergrijsbruin, matig fijn Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) Opmerking: bst 35 cm -Mv / 19,22 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, donkerbruin, matig fijn Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: menglaag Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) Opmerking: dgr gevlekt 45 cm -Mv / 19,12 m +TAW Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: leem, groen Bodemkundig: C-horizont met roestvlekken, enkele Fe-vlekken Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) Einde boring op 100 cm -Mv / 18,57 m +TAW  

VUhbs archeologie, De Boelelaan 1105, 1081 HV Amsterdam, www.vuhbs.nl

PROJECTCODE BET-BS-17 2018F180

DAGRAPPORT dag/datum: dinsdag 20 juni 2017 weer: ca. 29 graden, onbewolkt aanwezig: Koen Hebinck rapporteur: Koen Hebinck

aanvang: 9:00 einde: 11:00

Algemeen:

Tijdens het gehele onderzoek werd ik bijgestaan door de eigenaar van het terrein.

Het betreft een nu braakliggend terrein dat volgens de eigenaar altijd in agrarisch gebruik geweest is. In het noorden hebben asperges gestaan. Vorig jaar heeft er op het gehele terrein maïs gestaan. Hiervan zijn de stoppels nog aanwezig. Halverwege wordt het terrein van oost naar west doorsneden door een overkluisde beek.

De bodemopbouw is vrij uniform met een 30 tot 50 cm dikke bouwvoor die direct overgaat in de C-horizont. Deze bestaat uit eolisch zand met daaronder grijsgroen (zand)leem. Het centrale deel van het terrein en vooral het centraal-westelijke deel (boring 9) is natter dan het overige deel.

In boring 3 is direct onder de bouwvoor een verweerd fragmentje handgevormd aardewerk gevonden

1