STATENBRIEF

Onderwerp: Kwaliteitsverbetering spoorlijn -Winterswijk

Portefeuillehouder: Gedeputeerde Bieze

Kerntaak/plandoel: regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer. Plandoel 1 In stand houden en verbeteren van de kwaliteit van het (fysieke) netwerk en Plandoel 4 Ontsluiten van (basis)voorzieningen buiten de drie stedelijke netwerken

Doel van deze brief: 1. Informeren van uw Staten over de uitkomsten van het onderzoek naar dubbelspoor (inclusief de vrije kruising Arnhem-Oost). 2. Informeren van uw Staten over de uitgangspunten en proces voor de verdere spoorverdubbeling op het traject tussen Didam en , op basis van het besluit van uw Staten bij de Mid Term Review om € 25-30 miljoen daarvoor te reserveren in het MIA.

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

☐ Te besluiten conform het ontwerpbesluit

☒ Over de inhoud van deze brief te overleggen

☐ De inhoud van deze brief voor kennisgeving aan te nemen (informatieplicht)

HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH

1 Inhoud voorstel (beoogd resultaat/doel)

Uw Staten worden gevraagd kennis te nemen van het volgende:

- het rapport Dubbelspoor (bijgevoegd) met daarin de effecten en kosten van de verschillende trajectdelen waar dubbel spoor kan worden aangelegd. - met regio , ProRail en regionale vervoerders zal worden nagegaan welk traject tussen Didam/Wehl en Doetinchem zich het beste leent voor verdere spoorverdubbeling. - uitgangspunt is de huidige dienstregeling. We houden wel rekening met mogelijke toekomstige elektrificatie van de spoorlijn. Ook wordt mogelijk werk met werk gemaakt bij de aanpak van overwegen. - richting Ministerie van I en M zal een lobby worden gestart voor toekomstige realisatie van een vrijliggende kruising bij Arnhem-Oost, gelet op de effecten daarvan voor de reiziger.

Het meeste effect van verdubbeling wordt bereikt op het traject tussen Wehl en Doetinchem. De focus van verdere spoorverdubbeling ligt naar verwachting dan ook op dit deeltraject. Deze focus brengen we ook aan om studieduur en planstudiekosten te beperken en het proces naar realisatie efficiënt in te richten. Gelet op het besluit van uw Staten van 24 mei 2017 om in het kader van de Mid Term Review € 25-30 miljoen te reserveren voor extra dubbelspoor geven we hierbij aan dat volledige spoorverdubbeling op het traject daarmee niet realiseerbaar is. De zoekruimte wordt hierdoor mede bepaald en leidt ertoe dat een traject van ongeveer 3-4 km kan worden verdubbeld.

Inlichtingen bij: dhr. C,Bieker, telefoonnummer (026) 359 9635 e-mailadres: c.bieker@.nl

2 Aanleiding

Op de drukbezette treinverbinding tussen Arnhem en Winterswijk bereiden wij allerlei verbeteringen voor. Het grootste deel van deze maatregelen wordt in de periode 2017-2019 gerealiseerd met provinciale middelen en bijdragen van het Ministerie van I en M. Het gaat onder meer om verdubbeling van het spoor tussen Zevenaar en Didam (4 km), snelheidsverhoging op het traject tussen Zevenaar en Wehl, de aanleg van overwegen/tunnels en nieuw perronmeubilair en toiletten op stations. Deze maatregelen zijn het gevolg van uw eerdere investeringsbesluit (PS 2013-575). Wij hebben uw Staten in 2016 geïnformeerd dat wij onderzoek hebben gedaan naar de verdere kwaliteitsverbetering in brede zin, gericht op maatregelen voor de korte en lange termijn (PS2016-47). Dit is gedaan op basis van de uitgesproken wens in het Coalitie 2015-2019 (“de provincie zet zich in voor dubbelspoor tussen Arnhem en Doetinchem”) en van de regio Achterhoek voor verdere spoorverdubbeling. In samenspraak met diverse betrokken partijen (zoals regio, gemeenten, vervoerders, ProRail, ROCOV) is de haalbaarheid van extra dubbelspoor tot Doetinchem en overige gewenste verbeteringen aan deze spoorlijn in beeld gebracht. Directe aanleiding is tevens uw besluit in het kader van de MTR om middelen te reserveren voor verdere spoorverdubbeling.

Deze Statenbrief bevat: -het resultaat van het onderzoek naar dubbelspoor, inclusief een indicatie van effect en kosten van een ongelijkvloerse kruising bij Arnhem-Oost. - inzicht in het vervolgtraject om te komen tot extra spoorverdubbeling op het traject Didam/Wehl- Doetinchem. - de uitgangspunten voor het vervolgtraject: uitgaan van bestaande dienstregeling, en bestaande ontwerp-voorschriften voor het spoor, rekening houden met toekomstige elektrificatie. - een korte opsomming van overige gewenste en noodzakelijke kwaliteitsmaatregelen. In het kader van het MIAM komen we hierop terug. Deze maatregelen kunnen worden opgepakt binnen het Investeringspakket spoor Arnhem -Winterswijk zoals dat in 2013 door u beschikbaar is gesteld.

3 Bestaand beleid c.q. kader

De Achterhoek streeft naar kwalitatief hoogwaardige voorzieningen, samengebracht op locaties die goed bereikbaar zijn voor alle inwoners. Als gevolg van de bevolkingskrimp wordt de fysieke afstand tot voorzieningen alleen maar groter. De vervoersbehoefte neemt daardoor toe, ondanks opkomende digitale mogelijkheden (glasvezel). Daarnaast is voor de groei en ontwikkeling van bedrijven een goede bereikbaarheid van cruciaal belang. Ook de bereikbaarheid van onderwijsinstellingen in de Achterhoek en nabije regio (Arnhem/Nijmegen) is van belang. Betrouwbare verbindingen vanuit en naar de Achterhoek, onder meer via het spoor, zijn daarom heel belangrijk. Dit is de boodschap die gegeven wordt in het visiedocument Achterhoek 2020.

In het coalitieakkoord 2015-2019 wordt expliciet gesteld dat de provincie zich in zet voor dubbelspoor tussen Arnhem en Doetinchem. De eerste stap daarin was onderzoek naar de effectiviteit en efficiency daarvan, aangekondigd in de Statenbrief vervolg kwaliteitsverbetering Arnhem-Winterswijk (PS 2016-47). Het uiteindelijke doel is een betrouwbare spoorverbinding en betere bereikbaarheid, zoals ook wordt gemeld in de regionale agenda van de Achterhoek. Het aanleggen van meer dubbelspoor moet bijdragen aan beide doelen. Ook in het kader van onze Gebiedsopgaven voor zowel de regio Arnhem/Nijmegen (Energy Health) als de regio Achterhoek (Smart wonen en werken) is een betere bereikbaarheid via een robuuste spoorlijn Arnhem-Winterswijk gewenst.

2

4 Argumenten/afwegingen/risico's

Voor de kwaliteitsverbetering op deze spoorlijn is er onderzoek uitgezet naar de kosten en de baten van extra dubbelspoor op het traject Didam-Doetinchem. Daarnaast is onderzoek gedaan naar de wensen, behoeften en ideeën voor kwaliteitsverbetering in brede zin. Achterliggende idee hierbij is, dat naast robuustheid en punctualiteit ook andere (niet- infrastructurele) maatregelen leiden tot een hogere kwaliteit (en daarmee gebruik) van deze spoorlijn. Hieronder treft u de resultaten aan van dit onderzoek.

Dubbelspoor Onderzocht zijn de effectiviteit en kosten van dubbelspoor voor vier verschillende deeltrajecten (varianten) tussen Didam en Doetinchem. Bij volledige spoorverdubbeling gaat het om een traject van 11,8 km spoor. In de kortste variant gaat het over 2,4 km. De effectiviteit van extra dubbelspoor is beoordeeld aan de hand van de bestaande dienstregeling (= vier keer per uur een stoptrein tussen Arnhem en Doetinchem).

Het extra dubbelspoor heeft nagenoeg geen effect op rijtijd en reistijd. Alle varianten leiden wel tot een verhoging van de punctualiteit met 2-3%. Treinen rijden dus vaker op tijd, maar niet sneller. We bekijken in de verdere planuitwerking of ook snelheidsverhoging op delen van het traject nog mogelijk en zinvol is.

De punctualiteit van de treindiensten bedraagt naar verwachting een stabiele 94 % na realisatie van de spoorverdubbeling tussen Zevenaar en Didam (4 km). Dit is vergeleken met het landelijke gemiddelde (circa 91 %) erg hoog. Een nog hogere punctualiteit is altijd gunstiger, en is na te streven. De investeringskosten voor het bereiken van een 2-3 % extra punctualiteit zijn echter ook hoog. Daarbij moet men bedenken dat als gevolg van externe factoren (bij voorbeeld wachten op treinen uit Zwolle bij de kruising Arnhem-Oost, of vertraging elders op de lijn naar Arnhem) deze hoge punctualiteit makkelijk weer kan inzakken. Het is daarom ook noodzakelijk om verbeteringen na te streven op het traject Arnhem-Zevenaar.

De kosten voor dubbelspoor over het volledige traject van 11,8 km bedragen circa € 123 miljoen. De kosten van de kortste variant (Wehl-station Doetinchem-De Huet) bedragen circa € 24,5 miljoen1. Zie ook het bijgevoegde kaartje. De kosten zijn vooral hoog door de verlegging van kabels en leidingen, waaronder ook diverse hogedruk gasleidingen die vlak langs het spoor liggen.

Voor meer toelichting verwijzen wij u naar het rapport Verkenning spoor Didam -Doetinchem dat als bijlage is toegevoegd.

Vervolgaanpak Volledige spoorverdubbeling op het traject Didam-Doetinchem is niet realiseerbaar, omdat daarvoor de middelen ontbreken. De zoekruimte wordt hierdoor mede bepaald en leidt ertoe dat een traject van ongeveer 3-4 km kan worden verdubbeld. Het meeste effect van verdubbeling wordt bereikt op het traject tussen Wehl en Doetinchem. De focus van verdere spoorverdubbeling ligt dan ook naar verwachting op dit deeltraject. Om studieduur en planstudiekosten te beperken en het proces naar realisatie efficiënt in te richten gaan we met de kennis van nu geen verdere studie doen naar het traject Didam-Wehl.

Bij de verdere zoekrichting betrekken we wel de mogelijkheden die er zijn om werk met werk maken. Concreet voorbeeld is de veel gebruikte gelijkvloerse overweg Europaweg, die is opgenomen in het Landelijke Verbeterprogramma Overwegen (LVO). Deze overweg is de westelijke toegang tot Doetinchem en één van de provinciale hoofdroutes in de Achterhoek. Het saneren (hier: ongelijkvloers

1 Bedragen zijn ramingen. In deze fase van studie moet rekening worden gehouden met grote onzekerheidsmarges van +/- 40 %, zoals gebruikelijk.

3

maken) van overwegen heeft onze bijzondere aandacht omdat overwegen een bron van verstoring zijn en ondanks beveiliging toch risico’s blijven bestaan bij het oversteken van de spoorweg. Volgens de landelijke wetgeving moet de provincie als initiatiefnemer van de spoorverdubbeling zorgdragen voor het generiek verbeteren van de veiligheid op de overwegen. Door de Europaweg mee te nemen in de planstudie kan  dit veiligheids- en doorstromingsknelpunt opgelost worden;  een betere routering van lange zware voertuigen door de regio mogelijk worden;  mogelijk ook een landelijke financieringsbron (voor LVO) benut worden.

In de studie zal ProRail uitgaan van de gebruikelijke ontwerp-voorschriften voor het spoor, net zoals nu het geval is bij de spoorverdubbeling tussen Zevenaar en Didam. Er zijn geen goederentreinen op dit traject. Er is geen aanleiding om uit te gaan van andere, lichtere railontwerpen, omdat hier geen ervaring mee is opgedaan. Introductie daarvan geeft teveel onzekerheden en heeft consequenties voor de doorlooptijd van de studie.

In de studie wordt geen rekening gehouden met de realisatie van nieuwe stations op dit of andere trajecten. Haltering bij nieuwe stations betekent extra rijtijd voor de huidige reiziger en heeft onmiddellijk negatieve gevolgen voor de (met dubbelspoor) bereikte robuustheid van de dienstregeling.

Tenslotte zullen we in de planstudie rekening houden met toekomstige elektrificatie. De ontwikkelingen in elektrische (hybride) aandrijving gaan snel en door elektrificatie van het spoor kan bespaard worden op de exploitatie. Op termijn is elektrificatie van het spoor interessant. Dat betekent dat bij de verdere planuitwerking en voorbereiding van dubbelspoor bij voorbeeld rekening wordt gehouden met een strook extra grond waarop portalen kunnen worden geplaatst.

Vrijliggende kruising Arnhem-Oost De kwaliteit van het spoor tussen Zevenaar en Arnhem is van groot belang voor de betrouwbaarheid en punctualiteit van de treinen tussen Arnhem en Doetinchem. Daarom is naast dubbelspoor op het traject Didam-Doetinchem in dit onderzoek ook een inschatting gemaakt van het effect van een ongelijkvloerse kruising bij Arnhem-Oost. Op deze locatie komen op dit moment de IC’s en sprinters van en naar Zwolle gelijkvloers samen met de regionale treinen van/naar Arnhem, en de treinen van en naar Duitsland (ICE en de nieuwe sprinter Arnhem-Düsseldorf en incidentele goederentreinen). Dit punt is heel druk en bepalend voor de dienstregelingen van NS, BRENG, Arriva en Abellio. Een ongelijkvloerse kruising bij Arnhem-Oost leidt tot significante verbeteringen in de reistijd, aankomstpunctualiteit en aansluiting op de IC naar Utrecht en tot meer flexibiliteit in de dienstregelingen. Voor een ongelijkvloerse kruising Arnhem-Oost zijn in 2009 en 2013 een drietal alternatieven ontworpen en geraamd. Wat betreft investeringskosten moet rekening gehouden worden met een bedrag tussen € 45 en € 65 miljoen, afhankelijk van het te kiezen alternatief en de inpassingsmaatregelen. Een ongelijkvloerse kruising Arnhem-Oost draagt bij aan een robuustere en meer punctuele uitvoering van de dienstregeling van andere (internationale) treindiensten, zoals de IJssellijn tussen Roosendaal en Zwolle en de treinen (ICE en RE 19) naar Duitsland. Bij realisatie van een ongelijkvloerse kruising ontstaan ook mogelijkheden voor andere (regionale) ambities, zoals een sneltrein (zie hierna).

Toekomstbeeld regio: sneltrein De regio Achterhoek wil graag op termijn een sneltrein tussen Arnhem en Doetinchem. Deze trein doet alleen de belangrijkste stations aan en is sneller in Arnhem. Als uitgegaan wordt van dit dienstregelingsconcept is meer dubbelspoor en een vrijliggende kruising in Arnhem-Oost noodzakelijk. Over dit andere dienstregelingsconcept zijn in het coalitieakkoord geen afspraken gemaakt. Alleen dubbelsporigheid op het baanvak Didam-Doetinchem is niet voldoende voor het laten rijden van een sneltrein. In dat geval is namelijk ook verruiming van de spoorcapaciteit nodig op het traject naar Arnhem. De noodzakelijke maatregelen zijn een vrije kruising en meer capaciteit op station Arnhem. Deze laatste maatregelen kunnen nog niet van een kostenraming worden voorzien, maar ook deze kosten zijn aanzienlijk. Aangezien het hier gaat om hoofdspoor is ook het Ministerie van I en M in deze kwestie een belangrijke partij.

4

Het is voor ons de vraag of een sneltrein voor de bereikbaarheid van de Achterhoek noodzakelijk is. Op dit moment en ook voor de nabije toekomst komen we tot de conclusie dat het huidige aanbod van 4 maal per uur een trein van/naar Arnhem vooralsnog voldoende is om de huidige en toekomstige reiziger te bedienen. Zevenaar heeft daar vanaf 6 april nog een trein per uur bij gekregen (de regiosprinter Arnhem-Düsseldorf). Andere dienstregelingsconcepten brengen ook lastige keuzen met zich mee: - extra kosten voor de exploitatie - de vraag of tussenliggende stations moeten worden overgeslagen. - is daarmee een betere overstap op Arnhem mogelijk? - is een sneltrein inpasbaar tussen alle andere treindiensten?

Vanwege bovengenoemde redenen en vanwege het ontbreken van voldoende structurele middelen wordt in de verdere planuitwerking uitgegaan van het huidige dienstregelingsmodel en houden we dus geen rekening met een toekomstige sneltrein.

Wij verwachten veel effect - en ook een effect dat een breder doel dient - van de ongelijkvloerse kruising bij Arnhem-Oost (hoofdspoor). Het is echter nog niet bekend is of het Ministerie van I en M daarin mee wil gaan. Hier is ook een nadere verkenning voor nodig. Onze lobby is erop gericht deze ongelijkvloerse kruising in de toekomst mogelijk te maken. De vrije kruising Arnhem-Oost is ook opgenomen in het overzicht van gewenste Mobiliteitsprojecten van de regio Arnhem/Nijmegen.

Brede kwaliteitsverbetering De inventarisatie onder jongeren (frequente gebruikers van deze treindienst), machinisten, treindienstleiders en de verschillende stakeholders leverde veel informatie op over wat reizigers nog meer belangrijk vinden om te verbeteren aan (het reizen met) de trein op deze spoorlijn. Daarbij is de gehele spoorlijn beschouwd, van Arnhem tot en met Winterswijk. Hieruit is een aantal projecten voor verbetering voortgekomen die haalbaar zijn of lijken. Het gaat daarbij om de uitbreiding van het aantal check in/check out-paaltjes, frontcamera’s op de treinen, meer (digitale)reisinformatie, oplaadpunten voor mobiele telefonie in de treinen etc. Deze worden verder uitgewerkt tot voorstellen voor maatregelen, met een kostenraming. In het kader van het MIAM komen we hierop terug. Deze maatregelen kunnen worden opgepakt binnen het Investeringspakket spoor Arnhem -Winterswijk zoals dat in 2013 door u beschikbaar is gesteld.

Risico’s Met het besluit van Provinciale Staten om € 25-30 mio te reserveren voor verdere spoorverdubbeling vullen wij onze afspraak uit het coalitieakkoord concreet in. Met een dergelijke investeringsruimte zijn wij zoals hierboven aangegeven in staat om een groter deel van het enkelsporige traject te verdubbelen. Wij zoeken daarvoor naar de beste lokaties voor een optimale punctualiteit en betrouwbaarheid. Met de toekenning van middelen voor extra dubbelspoor wordt weer een grote stap gezet voor extra kwaliteit van deze spoorlijn. Het gemeenschappelijke doel daarbij is: de bereikbaarheid en betrouwbaarheid van verbindingen.

Het is van belang om het effect van beide spoorverdubbelingen (Zevenaar-Didam, gereed 2019 en een traject tussen Didam en Doetinchem, realisatietermijn nog te bepalen) af te wachten voordat er eventueel stappen worden gezet naar volledige dubbelsporigheid van deze spoorlijn. Dit wordt ook breed gedeeld door partijen in de Regio Achterhoek.

We maken met het Ministerie van I en M afspraken over de beheer en onderhoudskosten van de spoorverdubbeling. We vinden we het principieel onjuist dat deze kosten bij de provincie Gelderland terecht komen. Het risico is echter aanwezig dat ook deze kosten voor rekening van de provincie Gelderland zijn. Dit is onderdeel van de nog te maken afspraken met het Ministerie van I en M. ProRail wil in de realisatieovereenkomst ook opgenomen zien dat de Provincie verantwoordelijk is voor de vernieuwingskosten (kosten van vervanging op de lange termijn). Dit betekent feitelijk een grote financiële verplichting naar de verre toekomst. ProRail neemt dit standpunt in op basis van de beheer concessie die zij heeft gekregen van het Ministerie. Omdat deze verplichting voor vervanging van infrastructuur die niet in beheer en onderhoud bij de provincie is (feitelijk Rijksinfrastructuur)

5

onredelijk wordt geacht zal met het Ministerie in overleg moeten worden getreden om dit vraagstuk nader te bespreken.

Er bestaat de mogelijkheid dat tegen de extra spoorverdubbeling bezwaar wordt aangetekend. We verwachten dat we voldoende argumentatie hebben voor de nut en noodzaak van deze maatregel.

5 Financiële consequenties

Er zijn geen nieuwe financiële consequenties verbonden aan deze Statenbrief. De verdere stappen die worden gezet (planstudie) kunnen met de beschikbare middelen worden uitgevoerd. Wij komen te zijner tijd bij uw Staten terug met een concrete planuitwerking en kostenraming. Partijen in de regio Achterhoek (gemeenten, bedrijfsleven) hebben in het bestuurlijk overleg met ons College aangegeven financieel te willen bijdragen aan de realisatie van dubbelspoor. Het is op dit moment nog niet bekend in welke vorm en hoe groot deze bijdrage zal zijn.

Klimaat De aanleg van de benodigde extra infrastructuur kost energie. Daarentegen is het zo, dat onze inzet is gericht op een betrouwbaarder spoor, zodat reizigers de trein blijven of gaan gebruiken in plaats van de auto. Dit is gunstig voor het klimaat. Elektrificatie zou nog meer effect kunnen hebben, maar dat is tot nu toe, vanwege de hoge kosten, geen optie voor de korte termijn. Dit hebben wij u eerder gemeld in de Statenbrief over verduurzaming van het spoor (november 2016).

6 Proces en evaluatie

Na bespreking in Uw Staten zullen we de volgende acties uitvoeren:

- ProRail opdracht geven tot het uitvoeren van een Planstudie naar extra dubbelspoor tussen Didam en Doetinchem - Betrokken partijen informeren via een in te stellen project- en stuurgroep - De lobby naar Min I en M starten voor realisatie van een vrije kruising bij Arnhem-Oost - Het pakket “kleine verbetermaatregelen“ met de regio, gemeenten en vervoerders verder uitwerken tot en met realisatie.

Uw Staten worden zo gauw wij daarover kunnen berichten geïnformeerd over de verdere planning van de realisatie van het dubbelspoor op het traject Didam-Doetinchem.

Arnhem, 17 oktober 2017 - 2015-011714

Gedeputeerde Staten van Gelderland J. Markink - plv. Commissaris van de Koning P.G.G. Hilhorst - secretaris

Bijlagen: ☐ Ontwerpbesluit ☐ Begrotingswijziging ☒ Verkenning Spoor Didam-Doetinchem - eindrapportage ☒ Kaartje spoortraject Didam-Doetinchem

6