UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Nederland en het verhaal van Oranje

Huijsen, J.

Publication date 2012

Link to publication

Citation for published version (APA): Huijsen, J. (2012). Nederland en het verhaal van Oranje.

General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of , Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The . You will be contacted as soon as possible.

UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl)

Download date:27 Sep 2021 noten

inleiding

1 Máxima hield deze toespraak bij de presen- en sociologische waarnemingen (J. de Beus en tatie van het wrr-advies ‘Identificatie met P. de Rooy ed.; Amsterdam 2009) 351-386. Nederland’ op 24 september 2007. 9 R. Sennett, De cultuur van het nieuwe 2 Archief www.nrc.nl (gepubliceerd 25-9-2007). kapitalisme­ (Amsterdam 2007); R. Safranski, 3 Trouw (25-9-2007). Zie ook: S. Ephimenco, Hoeveel globalisering verdraagt een mens? ‘Paniek’, Trouw (8-10-2007), L. de Winter, (Amsterdam en Antwerpen 2003). ‘Oh, is Máxima verkeerd geciteerd? Lees 10 R. Cuperus, De wereldburger bestaat niet. even mee.’ In: Elsevier (12-10-2007). Waarom de opstand der elites de samenleving 4 ‘Ella Vogelaar neemt het op voor Máxima’, ondermijnt (Amsterdam 2009) 233 ev. Bij de Trouw (8-10-2007); archief www.nrc.nl perspresentatie van Het land van aankomst (gepubliceerd 25-9-2007). (Amsterdam 2007) bekritiseerde Paul 5 Elsevier (6-10-2007). Scheffer de prinses. 6 Het waren niet alleen Zonnevylle en Trouw 11 N.C.F. van Sas, De metamorfose van Neder- die wezen op het gevoel van de gewone land (Amsterdam 2005) 582-586; R. van Gin- Nederlander dat hiermee werd gefrustreerd. kel, Op zoek naar eigenheid. Denkbeelden en Ook Bart Jan Spruyt, historicus en voorzit- discussies over cultuur en identiteit in Neder- ter van de conservatieve Edmund Burke land (Den Haag 1999) 20, 177; C.A. Tamse, Stichting, reageerde op zijn weblog (28-9- ‘De Nederlandse monarchie 1813-1993’ in: 2007) en elders uiterst kritisch. Hij vond idem, Het Huis van Oranje en andere politieke de uitspraken op een ‘beledigende manier, mythen (Amsterdam 2002) 224. Zie verder: banaal’ en ‘een keuze voor elitair kosmopoli- M. Grever en K. Ribbens, Nationale iden- tisme en tegen de burger, en de ontkenning titeit en meervoudig verleden (Amsterdam van de alledaagse ervaringen van gewone 2007) 9-21. De overweging dat de nationale mensen’. Zie ook het commentaar ‘Splijtend’ identiteit is geconstrueerd, dat identiteiten van Elsevier (13-10-2007). dynamisch zijn en dat individuen meerdere 7 C. Huijsen, Beatrix. De kroon op de republiek identiteiten kunnen hebben, is hier uit- (Amsterdam 2005). Zie bronnen en litera- gangspunt. Dit doet echter niets af aan de tuur, interviews. betekenis ervan. 8 J.A.A. van Doorn, ‘De intellectueel als ideo- 12 C.A. Tamse, ‘Meer licht op het Nederland- loog. Kritiek van de politieke intelligentsia’ se koningschap’ in: idem ed., De stijl van in: idem, Nederlandse democratie. Historische noten 453

Beatrix. De vrouw en het ambt (Amsterdam (Parijs 1960); J. de Visscher, ‘Paul Ricoeur’, 2005) 7-26, aldaar 10-11. in: H. Achterhuis e.a. ed. Denkers van nu 13 A. Zijderveld, The Abstract Society. A Cul- (Diemen 2005) 11-24, aldaar 14, 18, 21. G. tural Analysis of Our Time (New York 1970). Groot, ‘Lezen is een oefening in vrijheid. S. Aupers, ‘Gnosis, spiritueel management Filosoof Paul Ricoeur over goed, kwaad, en technomystiek in de abstracte samen- fantasie en fanatisme’, NRC Handelsblad leving’ in: H. van de Braak en T. Bevers ed., (10-2-1995). De waarde van instituties. Essays voor Anton 23 J. Habermas, ‘Citoyenneté et identité Zijderveld (Amsterdam 2002) 29-45, aldaar nationale’ in: J. Lenoble en N. Dewandre, 29, 30. T. Bevers, ‘Antons demon’ in: Van de L‘Europe au soir du siècle. Identité et démo­ Braak en Bevers ed., De waarde van institu- cratie (Parijs 1992) 17-18. ties, 63-82, aldaar 74, 75. 24 R. Rorty, Achieving Our Country. Leftist 14 J.C. Kennedy, Crisis en vernieuwing: val- Thought in Twentieth-Century America kuilen in de Nederlandse politieke retoriek, (Cambridge, ma 1998); Patricia de Marte- lezing voor de Raad voor het Openbaar laere, ‘Richard Rorty’ in: Achterhuis e.a. ed., Bestuur, 11-9-2003. Denkers van nu, 226-242; H. Pott, ‘Rorty over 15 E.H. Kossmann, ‘Verdwijnt de Nederland- Heidegger, literatuur en politiek’ in: se identiteit? Beschouwingen over natie en S. Alexandrescu ed., Richard Rorty (Kampen cultuur’ in: K. Koch en P. Scheffer ed., 1995) 194-214. Het nut van Nederland. Opstellen over soeve- 25 Tamse, ‘Meer licht’. reiniteit en identiteit (Amsterdam 1996). 26 N.C.F, van Sas, ‘Koningin op krediet. Over 16 E. Renan, ‘Qu’est-ce qu’une nation?’ (lezing nieuwe republikeinen en oude orangisten’ aan de Sorbonne in 1882) in: Discours et con- in: Tamse ed., De stijl van Beatrix, 198-217, férences (Parijs 1887) 277-310. aldaar 212. 17 Deze niet-essentialistische benadering 27 H. te Velde, ‘Coen Tamse als historicus’ in: past ook bij recente wetenschappelijke Tamse, Het Huis van Oranje, 11-20. publicaties, zoals M. Grever en K. Ribbens, 28 Tamse, ‘Meer licht’, 17-20. ‘Geschiedenis, herinnering en identiteit’ 29 D.J. Elzinga ed., De Nederlandse constituti- in: idem ed., Nationale identiteit, 11, 17. onele monarchie in een veranderend Europa Hier wordt erop gewezen dat individuen (Alphen aan den Rijn 2006). naast de nationale identitieit ook andere 30 F. Bolkestein, NRC Handelsblad (5-3-1994), identiteiten kennen en dat een identiteit in P. Scheffer, ‘Land zonder spiegel. Over de de diverse stadia van het leven anders kan politieke cultuur in Nederland’ in: Koch en worden beleefd. Scheffer ed., Het nut van Nederland, 10-39; 18 H. Brogan, Alexis de Tocqueville. A Life S.W. Couwenberg ed., De Nederlandse natie (New Haven en Londen 2006) 253-282. ( en Antwerpen 1981). Hier werd 19 B. Anderson, Imagined Communities al veel eerder een veronachtzaming van de (Londen en New York 1991) 5-7. nationale identiteit gesignaleerd. 20 E. Gellner, Nations and nationalism 31 H.J. Schoo, De verwarde natie. Dwarse (Oxford 1983) 6, 53, 54. notities over immigratie (Amsterdam 2000); 21 M. Hroch, Social preconditions of national H.J. Schoo, Een bitter mensbeeld (Amsterdam revival in Europe. A comparative analysis 2004). of the social composition of patriotic groups 32 H.J. Schoo, ‘Nut en noodzaak van een among smaller European nations (Cambridge Nederlandse identiteit’, lunchlezing op 1985). het ministerie van Buitenlandse Zaken 22 P. Ricoeur, Temps et récit i, ii, iii (Parijs (16-2-2006). 1983, 1984, 1985) en La symbolique du mal 33 C.A. Tamse, ‘Voorwoord’ in: idem, De mo- 454 nederland en het verhaal van oranje

narchie in Nederland (Amsterdam en Brussel tiende eeuw nuttig vond om te instrumenta- 1980) 7, 8. liseren ten dienste van de sociale cohesie. 34 R.N. Bellah, ‘Civil Religion in America’ in: 38 Het einde van de Eerste Wereldoorlog en idem en S.M. Tipton ed., The Robert Bellah de invoering van het algemeen kiesrecht Reader (Durham en Londen 2006) 225-245; brachten een nieuw tijdperk. M.B. ter Borg, Het geloof der goddelozen 39 C.A. Tamse, ‘De politieke mythe’ in: idem, (Baarn 1996) 135-156, verwijzend naar het Het Huis van Oranje, 21-39, aldaar 25-27; ‘civil religion debate’ in de vs signaleert hij verwijzing naar R. Eickelpasch, Mythos und hier ‘zoiets als het bestaan van een publieke Sozialstruktur (Düsseldorf 1973) hfst. 1 en 2. religie in Nederland’; J.C.Kennedy, Bezie- 40 De sdap was bezig met een proces van ‘in- lende verbanden (Amterdam 2009) 102-204. groeien’ binnen de burgerlijke democratie. Kennedy past de begrippen van Bellah en Fascisme en nationaalsocialisme waren met Martin Marty hier toe op Nederland. het communisme de dreigende totalitaire 35 W. Frijhoff, Dynamisch erfgoed (Amsterdam stromingen tijdens het interbellum. 2007) 37, 38. Bij het immateriële culturele 41 G. van der Leeuw, Balans van Nederland erfgoed gaat het om: ‘de normen en waar- (Amsterdam 1945). den, leefwijzen, symbolen en rituelen, het 42 H. Righart, De eindeloze jaren zestig (Amster- denkpatroon, de gevoelswereld en de emo- dam 1995) 80. tionele codes van een gemeenschap, en om 43 P. Luykx en P. Slot ed., Een stille revolutie? al wat eerder tot de orde van de belichaam- Cultuur en mentaliteit in de lange jaren vijftig de habitus of de geïnternaliseerde denkwe- (Hilversum 1997). reld dan tot de orde van het verzakelijkte 44 De Bond startte in 1910 als Bond van Chris- object behoort’. telijke Oranje-Verenigingen en noemde 36 J.W. Berkelbach van der Sprenkel, De vanaf 1969 zich Christelijke Bond van Oran- vader des vaderlands (Haarlem 1941); J.W. je-Verenigingen. Berkelbach van der Sprenkel, Oranje en 45 J.A.A. van Doorn, ‘De riskante erosie van de vestiginmg van de Nederlandse staat (2e politieke zingeving’ in: idem, Nederlandse druk.; Amsterdam 1960); G.W. Kernkamp, democratie, 300-309. ‘De Geuzenprins’ in: Jaarboek der Rijks- 46 Van Doorn, ‘De intellectueel als ideoloog’, universiteit Utrecht (Utrecht 1931-1936); J. 364-365. Presser, De tachtigjarige oorlog i (4e druk; 47 B. Heijne, Moeten wij van elkaar houden? Amsterdam en Brussel 1963). Het populisme ontleed (Amsterdam 2011) 37 G.J. Schutte, Oranje in de achttiende eeuw 72-76. (Amsterdam 1999) 8. Oranje is vanaf het 48 Rorty, Achieving our country; De Mar- begin populair geweest onder wat werd telaere, ‘Richard Rorty’; Pott, ‘Rorty over genoemd het ‘grauw’ of de ‘heffe des volks’. Heidegger’. Vanaf de twintigste eeuw gebruik ik termen 49 Tamse, ‘Voorwoord’, 26, 27. als ‘doorsnee-Nederlander’, het ‘gewone volk’ en het ‘grote publiek’ ter onderschei- ding van de bestuurlijke en intellectuele i het verhaal van een elite. P.B. Cliteur, ‘Discriminatie en kritiek’, gepassioneerde relatie Strafblad 7, afl. 3 (19 juni 2009). De term ‘po- pulistisch krediet van Oranje’ is van toepas- 1 Fouad Laroui, ‘Trots heelt gespleten natie’, sing enerzijds omdat Oranje populair was de Volkskrant (16-4-2005). bij het gewone volk en anderzijds omdat de 2 Door verschijnselen als globalisering en elite dit onderkende en Oranje op grond Europese integratie en immigratie is de daarvan in de tweede helft van de negen- aandacht voor de nationale ‘identiteit’ de noten 455

laatste decennia elders en ook in Nederland Leerssen, Nationaal denken in Europa (Am- toegenomen, maar weerstand is er zeker nog. sterdam 2003) 124-128. S.W. Couwenberg wijst op een omslag in de 7 Renan, Wat is een natie?, vii-xxvii; Hoetink waardering in het voorwoord van ‘Nationale noemt in zijn inleiding de vorm waarin Identiteit’, Civis Mundi Jaarboek (2001). Wil- Renan zijn gedachten heeft uitgesproken lem Velema en Hans Wansink bekritiseerden van ‘onovertrefbare schoonheid’, de for- in de Volkskrant (22-12-2007) de ironiserende mulering acht hij ‘volmaakt, glashelder benadering van de geschiedenis die in Ne- treffend en beknopt’. Op pagina ix verwijst derland nog bon ton zou zijn. Dat er in de hij naar de precisering van Renan uit 1887, opleiding nog weinig belangstelling bestaat waarin ook het begrip historische lotsver- voor het eigen, vroege revolutionaire elan, bondenheid tot uitdrukking komt: ‘Une kan blijken uit het handboek voor studenten nation, c’est pour nous une âme, un esprit, politicologie van M. Fennema, De moderne une famille spirituelle, résultant dans le democratie (herz. druk; Amsterdam 2001), passé, de souvenirs, de sacrifices, de gloires, waarin wordt gesteld: ‘In de Engelse Revolu- souvent de deuils et de regrets communs ; tie werd de macht van de koning ingeperkt, dans le présent, du désir de continuer à vi- in de Amerikaanse Revolutie werd de koning vre ensemble. Ce qui constitue une nation, afgezworen, en in de Franse Revolutie zou ce n’est pas de parler la même langue ou de koning ten slotte omgebracht worden en d’appartenir au même groupe ethnographi- het koningschap afgeschaft.’ Nergens wordt que, c’est d’avoir fait ensemble de grandes verwezen naar de Nederlandse Opstand, choses dans le passé et de vouloir en faire ruim een eeuw voor de Engelse Revolutie en encore dans l’avenir.’ De term ‘verbeelde twee eeuwen voor de Amerikaanse en Franse gemeenschap’ gebruikt Anderson, Imagined revoluties, evenmin wordt er gewezen op de Communities, Introduction, 5. invloed ervan op de ‘Glorious Revolution’ en 8 Renan, Wat is een natie?, 25. op de Amerikaanse grondwet. 9 A. D. Smith, Nations and Nationalism in a 3 P. Scheffer, Het land van aankomst (Amster- Global Era (Cambridge 1995) 56-57. dam 2007) 155-156; zie ook: Scheffer, ‘Land 10 De Visscher, ‘Paul Ricoeur’, 14, 18, 21; G. zonder spiegel’. Wat de politieke cultuur in Groot, ‘Lezen is een oefening in vrijheid. Nederland betreft, sprak James Kennedy er Filosoof Paul Ricoeur over goed, kwaad, in 2003 zijn bevreemding over uit dat Ne- fantasie en fanatisme’, NRC Handelsblad (10 derlanders het te gemakkelijk af laten weten februari 1995); Rorty, Achieving our country. als het erom gaat tradities en instituties te 11 Waarmee overigens niet gezegd wil zijn verdedigen die hun waarde hebben bewe- dat er vanaf de zestiende eeuw al sprake zen: Kennedy, ‘Crisis en vernieuwing’. zou zijn van een nationale duiding van de 4 Andere voorbeelden: Voltaire, zie Jan Pieter Opstand. Het moderne natiebesef dateert van der Sterre, Voltaire en de Republiek (Am- vanaf het midden van de achttiende eeuw. sterdam en Antwerpen 2006) 472 e.v.; J.L. De historiografie van de negentiende eeuw Motley, Rise of the Dutch Republic (New York rechtvaardigde met de Opstand aan het 1856); H. von Treitschke, ‘Die Republik der einde van de zestiende eeuw en met de erop vereinigten Niederlande’, in Historische und volgende Gouden Eeuw het bestaan van Ne- Politische Aufsätze ii (Leipzig 1870). derland als natie. Van Sas, De metamorfose, 5 E. Renan, Wat is een natie? (rede uit 1882; 552 e.v; Tamse, Het Huis van Oranje, 32. vertaling door Johannes Tielrooy, met een 12 Het begrip negentiende eeuw wordt hier inleiding door H.R. Hoetink; Amsterdam ruim genomen. Van Sas spreekt van de 1945). ‘lange negentiende eeuw’ voor de periode 6 Van Ginkel, Op zoek naar eigenheid, 36; Joep 1798-1917 in: N.C.F. van Sas en H. te Velde 456 nederland en het verhaal van oranje

ed., De eeuw van de Grondwet. Grondwet ‘Culture’ in: Encyclopedia of the Social Sci- en politiek in Nederland, 1798-1917. 150 jaar ences iv (1931-1935) 621-645, aldaar 640 e.v.; Grondwet (Deventer 1998); Van Sas, De verwijzing in: Tamse, Het Huis van Oranje, metamorfose van Nederland, 61; hier wordt 25 e.v. gesteld dat er wat voor te zeggen zou zijn 19 Hoetink in Renan, Wat is een natie?, vii; om voor Nederland de negentiende eeuw te Van Ginkel, Op zoek, 36. laten duren tot 1940. 20 J.W. Berkelbach van der Sprenkel, Oranje 13 A. Lijphart, Verzuiling, pacificatie en ken- en de vestiging van de Nederlandse staat (2de tering in de Nederlandse politiek (9de druk; druk 1960; Amsterdam 1946) 7-8, 183-184. Amsterdam 2007) 68; hier wordt gesproken Later komen er andere interpretaties van van elites in de betekenis van de leidingge- de Oranjemythe aan de orde, zoals die van venden van de verschillende zuilen. Groen van Prinsterer, en dan zal ik aangeven 14 Vrij naar William Isaac Thomas: ‘If men waarom ik de interpretaties van Berkelbach define situations as real, they are real in van der Sprenkel en van Kernkamp het there consequences’; verwijzing in Charel meest vindt recht doen aan de kern van B. Krol, Als de koning dit eens wist…! (proef- Oranjes gedachtegoed. Hoewel het officieel schrift aan de Rijksuniversiteit Limburg; het geslacht Oranje-Nassau betreft, wordt er Maastricht 1994) 138; Anton C. Zijderveld, verder gesproken van Oranje. De relativiteit van kennis en werkelijkheid. 21 Berkelbach van der Sprenkel, Oranje en de Inleiding tot de kennissociologie (Meppel vestiging, 183-184. 1974) 68; Presser, De tachtigjarige oorlog , 100. 22 Berkelbach van der Sprenkel, Oranje en Presser wijst erop dat er naast de historische de vestiging 183-184. Dit onderscheid tus- ook nog de legendarische of mythische sen de historische en de mythische Oranje waarheid is en dat het Nederlandse volk in betekent dat ervan uit wordt gegaan dat Willem van Oranje het beste vereerde dat Oranje ‘vuile handen’ kan hebben gemaakt het ‘als volk in de loop der tijden heeft nage- of eventueel degenen die in zijn naam optra- streefd’; Renan, Wat is een natie?, 53, over een den. In Henk van Nierop, Het verraad van ‘heldhaftig verleden’ als ‘maatschappelijk het Noorderkwartier (Amsterdam 1999) 253 kapitaal waarop men een nationale idee e.v. wordt het harde optreden van de geuzen grondvest’. in het Noord-Hollands Noorderkwartier 15 Tijdgenoten bij wie de historiografie behandeld. Eenzelfde situatie is het onder- eerder het karakter had van verslaglegging, werp van L. Adriaenssen, Staatsvormend waren: Emanuel van Meteren (1535-1612), geweld. Overleven aan de frontlinies in de Pieter Bor Christiaanszoon (1559-1635) en Meierei van Den Bosch, 1572-1629 (Tilburg Everhard van Reyd (1550-1602). 2007). Het etiket genocide, zoals sommige 16 M. Reinders, Gedrukte chaos. Populisme en recensies vermeldden, is echter onjuist moord in het Rampjaar 1672 (Amsterdam en een anachronisme. Berkelbach van der 2010). Schutte, Oranje in de achttiende eeuw. Sprenkel wees in dit verband al eerder op 17 Krol, Als de koning dit eens wist. het optreden van Frederik Hendrik tegen 18 Hier is voor het begrip mythe niet Van de katholieken in de Meierei. Dales Groot Woordenboek der Nederlandse 23 P. Vis, 450 jaar Oranjeliederen tijdens oorlog taal uitgangspunt. Het gaat om een aan de en vrede (Houten 1994) 45 e.v.; al tijdens het nationale geschiedenis ontleend verhaal leven van de Prins waren er versies van het waarbij in de lijn van Durkheim en Mali- Wilhelmus in omloop. De strijd werd ook nowski vooral gekeken wordt naar de soci- bezongen in De Nederlandsche Gedenck-clanck ale functie ervan. Eickelpasch, Mythos und en het Nieu Geusen Lieden Boecxken uit de Sozialstrucktur, hfst. 1 en 2; B. Malinowski, jaren na 1584. noten 457

24 S. Toulmin, Terug naar de rede (Kampen Incomste, die een beperking inhielden van 2001) 48-49; deze Amerikaanse filosoof de vorstelijke soevereiniteit en daarmee schetst Maurits hier als een groot en ori- een rechtvaardiging van de Opstand en de gineel militair, die de wetenschap bewust Afzwering. J.W. Smit, Fruin en de partijen tij- inschakelde. Vgl. A.Th. van Deursen, Mau- dens de Republiek ( 1958) 55. rits van Nassau (Amsterdam 2000) 289-290; 31 J.W. Sap, Wegbereiders der revolutie: calvi- N. Japikse, De Geschiedenis van het Huis van nisme en de strijd om de democratische rechts- Oranje-Nassau i (Den Haag 1948) 192 e.v.; staat (Groningen 1993) 124, 125, 132; A.Th. W. Troost, Stadhouder-Koning Willem iii van Deursen en H. de Schepper, Willem van (Hilversum 2001) 290-295; P. Geyl, Oranje en Oranje, een strijd voor vrijheid en verdraag- Stuart 1641-1672 (2de druk; Zeist 1963) 39. zaamheid (Weesp 1984) 171. E.H. Kossmann, ‘Nederland en Frankrijk’ in: 32 Behalve dat Oranje een opstand tegen idem, Naoogst (Amsterdam 2007). In deze het absolutisme initieerde, bleek hij bereid rede ter gelegenheid van het staatsbezoek verkozen vertegenwoordigers van de bur- van koningin Beatrix aan Frankrijk in 1991, gerijen of schutterijen in te schakelen. Dit wijst Kossmann erop hoezeer Willem iii waren nog geen vertegenwoordigers van zichzelf als strijder voor godsdienstvrijheid, het ‘volk’ maar van de middenklasse, daar- tolerantie en constitutionalisme wist te mee was het echter wel een opening naar positioneren. de niet-elite. Berkelbach van der Sprenkel, 25 C. Schmidt, ‘Het charisma van Oranje. Oranje en de vestiging, 8, 121, 184; Kernkamp, Aantekeningen over de sociogenese van het ‘De Geuzenprins’ in: Jaarboek der Rijksuni- Koninkrijk der Nederlanden’ in: K. Bruin versiteit Utrecht; Martin van Gelderen, ‘De en K. Verrips ed., Door het volk gedragen. Nederlandse Opstand (1555-1610): van “vrij- Koningschap en samenleving (Amsterdams So- heden” naar “oude vrijheid” en de “vrijheid ciologisch Tijdschrift, afl. 2; Groningen 1989) der conscientien”’, in: Haitsma Mulier en 53-70, aldaar 57. Velema ed., Vrijheid, 27-52, aldaar 35. 26 Mythen kunnen van karakter veranderen 33 Van Deursen en De Schepper, Willem van en verschillend worden geïnterpreteerd. Oranje, 117. Tamse, Het Huis van Oranje, 34-36; J.G.A. 34 Presser, De tachtigjarige oorlog, 67; en voor Pocock, Burke and the Ancient Constitution: a hem J. Romein en B.W. Schaper. Problem in the History of Ideas (Londen 1972) 35 Presser, De tachtigjarige oorlog, 55. Presser 202 e.v. zou de term Nederlandse Revolutie even 27 In zijn rede in de Raad van State op 31 voor de hand liggend vinden als Opstand, december 1564 bepleitte Willem van Oranje want ‘ongetwijfeld was het een revolutie’. vrijheid van geweten; vgl. H. Klink, Opstand, 36 Klink, Opstand, politiek en religie, 335. politiek en religie bij Willem van Oranje 1559- Vogens de calvinistische opvatting zou de 1568 (2de druk; Heerenveen 1998) 286-296; overheid een instelling van God zijn en zou A. Alberts en J.E. Verlaan, Apologie of Ver- alleen een opstand van de hogere overheden antwoording van de prins van Oranje gevolgd omwille van de religie gerechtvaardigd zijn, door het Plakkaat van Verlating (Nieuwkoop zodat in hun ogen de Opstand niet revolu- 1980) 148. tionair, maar conservatief was. Verwijzing: 28 M.E.H.N. Mout, Plakkaat van Verlatinge E.H. Kossmann, ‘Volkssouvereiniteit aan het (Groningen 2006) 12. begin van het Nederlandse ancien régime’ 29 C. Taylor, Moderniteit in meervoud (Kam- in: idem, Politieke theorie en geschiedenis pen 2005) 115. (Amsterdam 1987) 59-92, aldaar 83. Hoewel 30 Er werd in publicaties ook verwezen naar Kossmann het corporatieve aspect in het Het Groot Privilege van 1477 en de Blijde calvinistische denken hierover tegenover 458 nederland en het verhaal van oranje

het meer individualistische van Locke be- van stadhouder was hybride: hij had een licht (85 e.v.), stelt hij dat de stelling als zou vorstelijke status, maar was tevens ambte- de strijd gaan tussen de leer van de volks- naar in dienst van de Staten der Gewesten. soevereiniteit en de leer van de vorstelijke 44 De Oranjes vormen de enige dynastie die soevereiniteit, wel een vereenvoudigde sa- zich verdienstelijk maakte met het bestrij- menvatting is, ‘maar onjuist is zij niet’ (61). den van het absolutisme. Zie de prinsen Sap, Wegbereiders, 5-7, 74, 75, 130-133. Willem i (nam initiatief tegen Filips ii van 37 Kernkamp, ‘De Geuzenprins’ in Het jaar- Spanje) en Willem iii (Glorious Revolu- boek der Rijksuniversiteit Utrecht (Utrecht tion). 1931-1936). Later verklaar ik waarom Kern- 45 Schama, Overvloed en onbehagen, 21. kamps visie op Oranje meer recht doet 46 Huizinga, Nederland’s beschaving, 43; hier aan de Prins dan Groen van Prinsterers wordt op het ‘bijzondere’ gewezen. poging het Oranjekoningschap te plaatsen 47 N. Elias, De hofsamenleving. Een sociologi- tegenover de volkssoevereiniteit, waarmee sche studie over koningschap en hofaristocratie de Nederlandse natie generaties lang werd (Amsterdam 1997) 9; R. Pots, Cultuur, opgezadeld met de valse tegenstelling Gods- koningen en democraten (Nijmegen 2000) soevereiniteit versus volkssoevereiniteit; 29-30; Coos Huijsen, De Oranjemythe. Een Berkelbach van der Sprenkel, Oranje en de postmodern fenomeen (Zaltbommel 2001) 20; vestiging, 168. Anton van Duinkerken en P.J.G. Huincks 38 J.W. Schulte Nordholt ‘Het tertium ed., Dichters om Oranje. Oranje-poëzie van comparationis. De Nederlandse Revolutie Willem de Zwijger tot heden (Baarn 1946) tussen de Amerikaanse en de Franse in’ in: Verantwoording; C.A. Tamse, ‘De feniks S.W. Couwenberg ed., Opstand der burgers van Oranje. Het Koninklijk Huisarchief, de (Kampen 1988) 53-66, aldaar 55; hier wordt collecties van het Huis Oranje-Nassau en de verwezen naar buitenlanders die de Re- geschiedenis van het verzamelen’ in: idem, publiek uitzonderlijk vonden zoals John Het Huis van Oranje, 400-424. Adams, die sprak van ‘a singular country’, 48 Schama, Overvloed en onbehagen, 19; Rein- verwijzing: L.H. Butterfield ed., Adams Fa- ders, Gedrukte chaos, 20. mily Correspondence, 4 dln., iii (John Adams 49 J.Huizinga, Nederland’s geestesmerk ( aan Abigail Adams, 4 sept. 1780; Cambridge, 1935) 13; Huizinga, Nederland’s beschaving, ma 1963-1974) 410. 56 e.v. 39 J. Huizinga, Nederland’s beschaving in de ze- 50 J.C. Boogman, ‘Achtergronden, tendenties ventiende eeuw (Haarlem 1941) 9, 64, 75. en tradities van het buitenlandse beleid van 40 Huizinga, Nederland’s beschaving, 13-17, Nederland (eind zestiende eeuw – 1940)’ in: 37; S. Schama, Overvloed en onbehagen (7de N.C.F. van Sas ed., De kracht van Nederland druk; Amsterdam 2006) 45-48. (Haarlem 1991) 16-35, aldaar 16-25. 41 S. Groenveld, Unie-Bestand-Vrede. Drie 51 J.I. Israel, De Republiek 1477-1806 (Fra- fundamentele wetten van de Republiek der neker 1996) 102-104; aan het begin van de Verenigde Nederlanden (Hilversum 2009) Tweede Wereldoorlog wijst P. Scholten erop 12; verwijzing citaat G.F.M van der Tang, dat Willem van Oranje niet alleen christen Grondwetsbegrip en grondwetsidee (Deventer was van calvinistische inslag, maar tegelij- 1998) 74. kertijd ‘de drager van het tolerantiebegin- 42 A.Th. van Deursen, De last van veel geluk sel’, in: C.L. Patijn, ‘Het Koningschap in (Amsterdam 2006) 336-338. Nederland’, Wending 12 (februari 1965). 43 E. Zahn, Regenten, rebellen en reformatoren 52 Schutte, Oranje in de achttiende eeuw, 8. (Amsterdam 1989) 22; Zahn spreekt van een 53 L. van Aitzema, Saken van staet en oorlogh, ‘verwaarlozen van de theorie’. Ook het ambt in, ende omtrent de Vereenigde Nederlanden noten 459

1621-1669 iii (Den Haag 1669-1672) 825. ting en romantiek, kwam er verandering in 54 R. Dekker, Holland in beroering (Baarn de opvattingen over volk en staat en sinds- 1982) 45 e.v.; in de 16de en 17de eeuw zien dien behoorden alle Nederlanders tot het we ook elders in Europa bij de massa’s ver- volk; Sap, Wegbereiders, 326 e.v. schijnselen van een kinderlijk vertrouwen in 63 Zahn, Regenten, rebellen, 328; hier wordt de vorst, zodat er wel wordt gesproken van tolerantie zelfs gezien als ‘wezensmerk van een ‘naïef monarchisme’; J. Blum, The End de Nederlandse cultuur’; J. van Eijnatten, of the Old Order in Rural Europe (Princeton ‘De lof der overtuiging. Fruin over religie en 1978) 335. beschaving in heden en verleden’ in: Paul en 55 R. Fruin, Geschiedenis der staatsinstellingen Te Velde ed., Het vaderlandse verleden, 154- in Nederland tot den val der Republiek (Den 174, aldaar 169-171. De zeventiende-eeuwse Haag 1980) 287; hier wordt erop gewezen regenten treden volgens Fruin wat vrijheid dat de Staten van Holland en Zeeland op en verdraagzaamheid betreft in het voet- aandrang van de burgers het stadhouder- spoor van de Vader des Vaderlands, maar in schap in 1674 erfelijk verklaarden in de man- laatste instantie is hun ‘nationale gedoogbe- nelijke linie. leid’ een ‘combinatie van verstandig burger- 56 Reinders, Gedrukte chaos, 12. vaderschap en commercieel inzicht’. 57 H. Rowen, The Princes of Orange (Cam- 64 Kennedy, Bezielende verbanden, 38-39. bridge 1980) 232. 65 J.S. da Silva Rosa, Geschiedenis der Por- 58 Huizinga, Nederland’s beschaving, 76. tugeesche joden te Amsterdam 1593-1925 59 Gravure van Hendrik Goltzius, getiteld (Amsterdam 1925), hfst. xv, 6. De band ‘Portret van Willem van Oranje als dienaar met de Oranjes dateert van Willem van Gods’, Amsterdam 1581, Rijksprentenkabi- Oranje, die men waardeerde vanwege zijn net, Holstein viii, 203, en gravure toege- verdraagzaamheid en aan wie men artikel 13 schreven aan Theodor de Bry, ‘Vergelijking (gewetensvrijheid) van de Unie van Utrecht tussen Willem van Oranje en Alva’, Rotter- meende verschuldigd te zijn. Vermeld wordt dam 1577, Museum Boijmans Van Beunin- ook dat Maurits meerdere malen stelling gen. Stadhouders in beeld (Jaarboek Oranje- nam ten gunste van de joden en dat hij in Nassau Museum; 2006) 27-31; 1609 de lijkstoet volgde van de jood Samuel Zahn, Regenten, rebellen, 49; Zahn wijst erop Palache. Tevens bezochten meerdere Oran- dat het vooral leken waren die deze opvat- jevorsten, van Frederik Hendrik tot en met tingen uitdroegen. Joris van Eijnatten, God, koningin Beatrix, Nederlandse synagogen. J. Nederland en Oranje (Amsterdam 1993) 459. Buijnink, ‘Het Huis van Oranje en de joden’, 60 Van Deursen, Maurits van Nassau, 271-275. Oranjevaan 46, nr. 4 (1994). 61 Van Eijnatten, God, Nederland en Oranje, 66 Da Silva Rosa, Geschiedenis der Portugeesche 150; I.M. Veldman, ‘De kast van Fruin. Pren- joden, 12. ten als historische bron’ in: H. Paul en H. te 67 Huizinga, Nederland’s geestesmerk, 9-14; Velde ed., Het vaderlandse verleden. Robert Huizinga, Nederland’s beschaving; Schama, Fruin en de Nederlandse geschiedenis (Amster- Overvloed en onbehagen, hoofdstuk 6; Simon dam 2010) 82-107, aldaar 97-104. Schama wijst wat betreft de liefdadigheid 62 G.J. Schutte, Het calvinistisch Nederland in de Republiek op het schuldgevoel van de (Hilversum 2000) 87; maar als er sprake is rijke calvinisten. Ondeugden zoals dronken- van een verbond tussen God en Nederland schap, excessief kaartspelen en prostitutie betrof dit volgens orthodox-calvinistische werden ook toen al soms min of meer ge- opvattingen aanvankelijk alleen de gelo- doogd. Vgl. A. Klink, ‘Verdraagzaamheid en vigen. Pas later, in de tweede helft van de geloof in Nederland’ in Civis Mundi Jaar- achttiende eeuw, onder invloed van verlich- boek (2001) 149-150. 460 nederland en het verhaal van oranje

68 E. Renan, ‘Préface’ in: Études d’histoire réli- met betrekking tot Engeland met elkaar gieuse (Oeuvres Complètes vii; Parijs 1955) 34. eens en de stadhouder wilde juist voorko- 69 J.I. Israel, Radicale verlichting (Franeker men dat de Republiek verstrikt zou raken in 2001) 121-123. de Engelse problematiek. S. Groenveld, ‘Fre- 70 G. Dekkers, ‘Persvrijheid in het Am- derik Hendrik en de Stuarts, 1640-1647’ in: sterdam van de Gouden Eeuw’, Historisch Jaarboek Oranje-Nassau Museum (Zutphen Nieuwsblad 10 (2007) 16-23. 1987) 7-28, aldaar 23-25. Groenveld ziet zo 71 Taylor, Moderniteit in meervoud, 9-16, 68; L. tegenover de Oranjemythe een anti-Oran- Jardine, Going Dutch (Londen 2008). jemythe ontstaan. Voor het volk bleef de 72 Israel, Radicale Verlichting, Inleiding. waardering overheersen vanwege de uiterst 73 Van Sas, De metamorfose van Nederland, 18. knappe militaire prestaties van Maurits, die 74 A. de Tocqueville, Democratie. Wezen en vanaf 1590 (turfschip van Breda) zege op oorsprong (ingekort en gebundeld door zege boekte, en van Frederik Hendrik, die J.M.M. de Valk, inleiding door A. Kinneging; vanwege zijn overwinningen de bijnaam (Kampen en Kapellen 2004) 317; ook Ernest ‘Stedendwinger’ kreeg. Deze Oranjeprinsen Gellner veronderstelt een correlatie tussen ontwikkelden zich tot toonaangevende au- reformatie en civil society, in E. Gellner, Con- toriteiten op het gebied van de krijgskunde. ditions of liberty. Civil society and its rivals 81 De Friese Nassaus stamden af van Jan van (Londen 1994) 45-49. Nassau (1536-1606), broer van Willem van 75 A. Kuyper, Het calvinisme. Zes Stone-lezin- Oranje. Zijn kleinzoon Willem Frederik gen (gehouden in Princeton, 1898; 3de druk; (1613-1664) huwde Albertine Agnes, de Kampen 1959). dochter van Frederik Hendrik, en daarmee 76 Dekker, Holland in beroering, 47-48; de stamt de Friese Nassau via vrouwelijke lijn Oranjeliefde had te maken met het erfcha- eveneens af van Willem van Oranje. risma op grond van Oranjes rol tijdens de 82 Schutte, Oranje in de achttiende eeuw, 138- Opstand en ook later. Toch is deze para- 140. doxale combinatie van een republikeinse 83 Pieter de la Court, Historie der gravelike re- gezindheid en liefde voor een dynastie zeer gering in Holland (1662); de Deductie is een uitzonderlijk. stuk van de hand van Johan de Witt uit 1654 77 De Bataafse mythe is gebaseerd op Cor- waarin hij de Acte van Seclusie verdedigde, nelius Aurelius (1460-1531), die een verge- waarin de Staten van Holland hadden lijking maakte tussen de bewoners van het bepaald dat nooit meer een Oranje zou wor- gewest Holland en de Bataven. den benoemd tot stadhouder of kapitein- 78 J. en A. Romein, De lage landen bij de zee iv generaal. Dit was een geheime toezegging (4de druk; Zeist 1961) 160. aan Cromwell, die de driejarige Willem iii 79 P.B.R. de Geus, Oranje-Nassau en de vrijheid als bloedverwant van de Stuarts vreesde. (Amsterdam 2003) 40. 84 G.O. van de Klashorst, ‘De ware vrijheid, 80 Geyl, Oranje en Stuart, 39. Geyl had kritiek 1650-1672’ in: E.O.G. Haitsma Mulier en W. op de politiek van Frederik Hendrik en Wil- Velema ed., Vrijheid: een geschiedenis van de lem ii omdat deze de belangen van de Re- vijftiende tot de twintigste eeuw (Amsterdam publiek ondergeschikt zouden hebben ge- 1999) 157-185, aldaar 173 e.v. maakt aan dynastieke belangen en stelt dat 85 Israel, De Republiek, 897; Israel wijst bij- het verzet hiertegen van het gewest Holland voorbeeld op een actie in Utrecht in 1673 en zijn regenten terecht was. Maar Holland van de gereformeerde burgerij tegen onder kende in de tijd van Frederik Hendrik geen meer ‘buitensporige’ verdraagzaamheid van antiorangistische eenheid. Amsterdam en de ‘oude regenten’. Frederik Hendrik waren het bijvoorbeeld 86 Dekker, Holland in beroering, 108; Troost, noten 461

Stadhouder-koning Willem iii, 92-95. deert Noordam op basis van veel materiaal 87 Van de Klashorst, ‘De ware vrijheid’, 169. dat prins Willem iii een homoseksuele ge- 88 L. Jardine, Gedeelde weelde (Amsterdam en aardheid mag worden toegeschreven. Antwerpen 2008) 41, 47. 96 G.J. Schutte, Oranje in de achttiende eeuw, 89 Jardine, Gedeelde weelde, 50; B. Donker, 38. ‘Huizinga is een deel van mij. Interview met 97 Schutte, Oranje in de achttiende eeuw, 28. Lisa Jardine’, NRC Handelsblad (19-11-2010). 98 Berkelbach van der Sprenkel, Oranje en Volgens Jardine was de invasie van Willem de vestiging, 121; de Statenvergadering die de Veroveraar in 1066 dus niet de laatste Oranje in 1574 in Holland bijeenriep was invasie in Engeland. democratischer van samenstelling dan enige 90 Jardine, Gedeelde weelde, 53,54. Statenvergadering vóór de Franse tijd. Met 91 J.I. Israel, Monarchy, Orangism, and Repu- zo’n overweging zou Willem iv geen affini- blicanism in the Later Dutch Golden Age (Am- teit hebben: W.H. Vermooten, ‘Democratie sterdam 2004). en Oranjehuis’ in: W.J.C. Buitendijk e.a. ed., 92 Van Deursen, De last van veel geluk, 337-338. Als een goed instrument (Lochem 1963) 66; De Oranjes vormen de enige dynastie die Dekker, Holland in beroering, 45-46. zich verdienstelijk maakte met het bestrij- 99 Er waren orangistische publicisten zoals den van het absolutisme, zie de prinsen Wil- R.M van Goens en Adriaan Kluit. Hun lem i en zijn zoons Maurits en Frederik Hen- legitimistische opvattingen zouden later drik, en zijn achterkleinzoon Willem iii. De van invloed zijn op ‘absolutistisch georiën- historicus H.B. Wiardi Beckman zou Willem teerde calvinisten’ als Bilderdijk, Da Costa iii daarvoor in de jaren 1930 prijzen als ‘strij- en Groen van Prinsterer. Smit, Fruin en de der voor de zaak van de geestelijke vrijheid partijen, 55. en het protestantisme’. Beckman (1904-1945) 100 Israel, Radicale Verlichting, 29-43. was een toonaangevende sociaaldemocra- 101 M. de Jong Hzn., Joan Derk van der Ca- tische intellectueel die de discussie over de pellen (Groningen en Den Haag 1922) 218; nationale gedachte binnen de sdap in de ja- Joan Derk van der Capellen, Aan het volk ren 1930 entameerde. M. Halbertsma-Wiardi van Nederland. Het patriottisch program uit Beckman, ‘Wiardi Beckman en de nationale 1781 (H.L. Zwitzer ed.; Amsterdam 1987) 18; gedachte’, Socialisme & Democratie (1996) 3. ook vermeld bij: W.R.E. Velema, ‘Vrijheid als 93 J. Meijer, Zij lieten hun sporen achter volkssoevereiniteit’, in: Haitsma Mulier en (Utrecht 1964) 83; de Oranjes hadden uit- Velema ed., Vrijheid, 287-303, aldaar 294-299. stekende verhoudingen met de joden en 102 G. de Bruin, ‘Het begrip “vaderland” in kregen onder meer in hun strijd tegen het de pamfletliteratuur ten tijde van de Repu- absolutisme steun van kapitaalkrachtige bliek, 1600-1750’ in: Van Sas ed., Vaderland joden zoals Antionio Alvares Machado en (Amsterdam 1999) 143-161, aldaar 148. Jacob Pareira da Silva en Franciso Lopes 103 Israel, De Republiek, 899-900; Willem iii Suasso; Da Silva Rosa, Geschiedenis der Portu- nam een ongekend sterke positie als stad- geesche joden, 101. houder in, de mogelijkheid dat hij hertog 94 Van Duinkerken en Huincks ed., Dichters van Gelderland zou worden stuitte echter om Oranje, 32, 160. op niet te negeren weerstand. 95 D.J. Noordam, Riskante relaties. Vijf eeu- 104 G.J. Schutte, ‘Grondvester of belager’, 72. wen homoseksualiteit in Nederland, 1233-1733 105 Romein, De lage landen ii, 41; Maurits, (Hilversum 1995) 111-125. Willem iii was Willem iii, Willem iv en Willem v worden onderwerp van roddel vanwege zijn intense hier genoemd, die wel mogelijkheden had- vriendschappen met mannen. Hoewel het den tot verandering, maar dit nalieten. absolute bewijs ervoor ontbreekt, conclu- 106 Schutte, Oranje in de achttiende eeuw, 74. 462 nederland en het verhaal van oranje

107 W.J.C. Buitendijk, ‘Oranje in de litera- in Holland (Amsterdam 1800) 65-66. tuur’, in: idem e.a. ed., Als een goed instru- 117 Schutte, ‘Grondvester of belager’, 80-85; ment, 88-130, aldaar 105; citaat uit Onno verwijzing naar A. Kluit, ‘De rechten van de Zwier van Harens lijkrede op Willem iv. mensch in Vrankrijk, geen gewaande rech- Zie ook: Van Eijnatten, God, Nederland en ten in Nederland’ (Voorbericht) in: idem, Oranje, 149. Soevereiniteit verdedigd (Amsterdam 1785). 108 Het zou kunnen zijn dat zich hier wreekt 118 E. van Meerkerk, Willem v en Wilhelmina dat Nederland geen echte monarchale van Pruisen (Amsterdam en Antwerpen traditie kent. Zo doen de koningsdrama’s 2009) 108. van Shakespeare niets af aan de verbonden- 119 Wildschut, Goejanverwellesluis, 54; L.J. heid van de Britten met hun monarchie. Rogier, ‘Uit verdeeldheid tot eenheid’ in: L.J. Hun loyaliteit geldt immers het instituut. Rogier, Terugblik en uitzicht i (Hilversum en Nederland is loyaal aan Oranje en om dit Antwerpen 1964) 247-262, aldaar 251. te ondersteunen worden de leden van deze 120 Van Sas, De metamorfose, 31-32. Van Sas familie daarom vaak bepaalde kwaliteiten wijst ook nog op de omvangrijke publicatie (singuliere gaven) toegedacht. Dit gold van de orangist Kornelis de Vogel Kate- voor O.Z. van Haren, maar ook voor R. chismus van het stadhouderschap, die tal van Fruin, die worstelde met het falen van Wil- voors en tegens gaf en op het diepgravende lem iii. Zie: P.B.M. Blaas, De burgerlijke eeuw De tegenswoordige regeeringsvorm van Johan (Hilversum 2000) 120. Canter de Munck, waarin de stadhouder 109 M. Schneider en J. Hemels, De Nederlandse fungeert als dienaar van de Staten en dat krant 1618-1978 (Baarn 1979) 85. gezien zou kunnen worden als een prelude 110 Israel, De Republiek, 1193; H.W. von der op de constitutionele monarchie. Van Sas, Dunk, Conservatisme (Bussum 1976) 73. Sap, ‘Koningin op krediet’, 208-209. Wegbereiders, 298. 121 Buitendijk, ‘Oranje in de literatuur’, 109. 111 Schutte, ‘Grondvester of belager’, 80-85. 122 Wildschut, Goejanverwellesluis, 54, 55; 112 R. van Vliet, Elie Luzac (1721-1796) (Lei- Dekker, Holland in beroering, 64. den 2005) 463; Luzac participeerde ook vol- 123 T. Tal, Oranjebloesems, uit de gedenkbladen op in bredere, filosofisch getinte debatten van Neerlands Israel (Amsterdam 1898) 97 e.v. zoals over het geluk: Elie Luzac, Le bonheur 124 B. Wallet, ‘De joodse Oranjemythe’, Trouw ou nouveau système de jurisprudence naturelle (25-6-2011); Wildschut, Goejanverwellesluis, (1753); verwijzing bij Peter Buijs, De eeuw 7-19; Kossmann, De Lage Landen, 49. van het geluk (Hilversum 2007) 127. 125 Rogier, ‘Uit verdeeldheid tot eenheid’, 251. 113 Kossmann, De Lage Landen 1780-1914 126 Van Sas, De metamorfose, 343 (Amsterdam 2006, 8ste druk) 82. Ook Koss- 127 N.C.F. van Sas, ‘Vaderlandse Oranjezucht’, mann wijst erop dat orangistische publicis- in: L.J. van der Klooster ed., Oranje in revo- ten zich voor 1795 al ontvankelijk toonden lutie en restauratie (Jaarboek Oranje-Nassau voor de ideeën van Montesquieu en Burke. Museum; Den Haag 1996) 20; hier wordt 114 Van Vliet, Elie Luzac, 383. A. Wildschut, erop gewezen dat Oranje veel aanhang bleef Goejanverwellesluis. De strijd tussen patriot- houden. Zelfs patriotten gingen hiervan uit. ten en prinsgezinden, 1780-1787 (Hilversum 128 D. van der Horst, Van Republiek tot Ko- 2000) 54. ninkrijk (Amsterdam 1985) 154; D. de Boer 115 Fruin, Geschiedenis der staatsinstellingen, en J. de Vries ed., Wij samen onder de Oranjes. 357. 150 Jaar Nederlandse samenleving (Amster- 116 Schutte, ‘Grondvester of belager’, 81; ver- dam en Brussel 1963) 20. wijzing naar L.P. van de Spiegel, Naadenking 129 I. de Haan, Politieke reconstructie (ora- van eenen Staatsman weegens zyn Ministerie tie; Utrecht 2004) 7; Van der Horst, Van noten 463

Republiek tot Koninkrijk, 163-166; J. de Rek, (8ste druk; Amsterdam en Antwerpen 1959) Koningen, kabinetten en klompenvolk (Baarn 619 e.v. 1975) 157 e.v. 138 Van Sas, De metamorfose, 421; Tamse en 130 De Rek, Koningen, kabinetten, 157. Witte ed., Staats- en natievorming, 23. 131 Kossmann, De Lage Landen, 95-99. 139 Rogier, ‘Uit verdeeldheid tot eenheid’ in: 132 A. de Groot, Leven en arbeid van J.H. van C.B. Wels e.a. ed., Vaderlands verleden in veel- der Palm (Wageningen 1960) 132 e.v.; Van voud ii (Den Haag 1980) 24-37, aldaar 25. der Palm spreekt in 1816 van ‘de eerbied 140 P.J. Oud, Honderd jaren. 1840-1940 (2de voor een geëerbiedigde koning, de liefde druk; 1954) 1; Oud spreekt van een voor Hoogstd. aloud vorstelijk geslacht’ en ‘verlicht despoot’; Tamse, Het Huis van van ‘het vertrouwen op een vrijzinnig staats- Oranje, 178; Tamse plaatst Willem i in de lijn bewind’; Van der Horst, Van Republiek tot van de regententraditie. Koninkrijk, 162. 141 L.W.G. Scholten, Voetstappen van Thor- 133 Van Sas, De metamorfose, 342-343; Van Sas, becke (Assen 1966) 93. ‘Koningin op krediet’, 212; verwijzing: H.U. 142 H. Crombach en F. van Dun, De utopische Jesserun d’Oliveira e.a., Grondwet van de Re- verleiding (Amsterdam en Antwerpen 1997) publiek Nederland (Amsterdam 2004). 219, 220. 134 Van Sas, De metamorfose, 41-43. 143 P.E. Schramm, ‘Mythos des Königtums’ 135 N.C.F. van Sas, ‘Het Grote Nederland in: J.H. Roes ed., De monarchie (Amsterdam van Willem i: een schone slaapster die 1966) 29; H. Dijkhuis, Monarchia. Het feno- niet wakker wilde worden’ in: C.A. Tamse meen van het koningschap (Amsterdam 2010) en E. Witte ed., Staats- en natievorming in 91-93. Willem i’s Koninkrijk (1815-1830) (Brussel 144 Krol, Als de Koning dit eens wist…! 1992) 171-185; hier wordt erop gewezen dat 145 E.H. Kossmann, Geschiedenis is als een oli- er al in 1800 sprake was van ‘verregaande fant (Amsterdam 2005) 114. depolitisering en verzoening tussen Bataven 146 Crombach en Van Dun, De utopische ver- en Orangisten’. Te denken valt ook aan eer- leiding, 263. dergenoemde ideeën voor constitutionele 147 J. de Rek, Prinsen, patriciërs en patriotten hervormingen van de kant van de ‘reformis- (Baarn 1967) 178. tische orangisten’. J.F. Helmers (1767-1813), 148 D. Cannadine, ‘Introduction: divine rites De Hollandse natie (in zes gezangen; Den of kings’ in: D. Cannadine en S. Price ed., Haag 1812), dat in 1812, nog tijdens de Franse Rituals of Royalty. Power and Ceremonial bezetting verscheen, was niet alleen een Traditional Societies (Cambridge 1987) 1-19, hoopvolle boodschap voor de toekomst, aldaar 6-7. maar stond ook in het teken van verzoening. 149 E. Hobsbawm en T. Ranger, The Invention Dat wil zeggen dat ondanks Helmers’ oran- of Tradition (Cambridge 1983), Eric Hobs- gisme zowel Oranjeprinsen als staatsgezinde bawm in ‘Introduction’, 1-14. leiders fungeerden als helden. Zie L. Jensen, 150 Van Sas, De metamorfose, 421, 434-435. ‘Inleiding’ in: J.F. Helmers, De Hollandse 151 Tamse en Witte, Staats- en natievorming, natie (1812; heruitgave 19; Nijmegen 2009); 24. L. Jensen, De verheerlijking van het verleden 152 J. van Osta, Het theater van de staat (Am- (Nijmegen 2008) 11. sterdam 1998) 75. Verwijzing naar Edmundo 136 Schutte, Oranje in de achttiende eeuw, 74. de Amicis, Nederland en zijn bewoners (her- 137 Van der Horst, Van Republiek tot Konink- druk; Utrecht en Antwerpen 1985) 19. Van rijk, 161-162; Kossmann, De Lage Landen, 98; Sas, De metamorfose, 422. Jan en Annie Romein plaatsen deze vorst 153 Van Sas, De metamorfose, 422 (noot 24). in de rij van Erflaters van onze beschaving Hier verwijst Van Sas naar de auteur van 464 nederland en het verhaal van oranje

de Grondwet, Van Hogendorp, en naar equal rights and duties for all members’. Dit een reactie in het Hollandse opinieblad De was zeker nog niet van toepassing op het Weegschaal in 1822. Verenigd Koninkrijk. 154 A. en M. Kagchelland, Van Dompers en 163 A. Zamoyski, De ondergang van Napoleon en Verlichters. Een onderzoek naar de confrontatie het congres van Wenen (Amsterdam 2008) 199. tussen het vroege protestantse Réveil en de 164 J.C. Boogman, ‘The Netherlands in the Verlichting in Nederland (1815-1826) (Delft European Scene 1813-1913’ in: Wels e.a. ed., 2009) 192-194. Vaderlands verleden in veelvoud ii, 55-70, al- 155 J.A. Bornewasser, Koning Willem i (Alphen daar 60-62. Hier verwijzing naar Brieven en aan den Rijn 1979) 238, 249 e.v.; verwijzing gedenkschriften v van Van Hogendorp. Boog- Tamse, Het Huis van Oranje, 202. man wijst op een memorandum uit 1829 van 156 De Boer en De Vries ed., Wij samen onder de Nederlandse minister van Buitenlandse de Oranjes, 37. Zaken Verstolk van Soelen, die eveneens de 157 S. Vuyk, De verdraagzame gemeente van internationale positie van het Verenigd Ko- vrije christenen (Amsterdam 1995). S. Vuyk, ninkrijk vergelijkt met die van de Republiek Uitdovende Verlichting (Amsterdam 1998) in haar glorietijd, en ook de koning zou zich 233 e.v., 261, 249, 260. door deze visie hebben laten leiden. 158 M. Lok, Windvanen. Napoleontische be- 165 B. Kromhout, ‘De Neerlandisatiepolitiek stuurders in de Nederlandse en Franse restau- van Willem i’, Historisch Nieuwsblad, jaar- ratie (1813-1820) (Amsterdam 2009) 67-68. gang 2008, nr. 1, aldaar 26-33. Lok laat het Oranjekoningschap wel vallen 166 Blaas, De burgerlijke eeuw, 41. onder de restauratie. Tamse wijst echter op 167 A. van de Sande, Monarchie, natiebesef en het specifieke karakter van het Nederlandse vrijmetselarij (Afscheidscollege 5-2-2008 te koningschap. Tamse, Het Huis van Oranje, Leiden). 180-181. 168 P. Rietbergen en T. Verschaffel, Broeder- 159 J. Huizinga, ‘De betekenis van 1813 voor twist. België en Nederland en de erfenis van Nederlands geestelijke beschaving’ in: idem, 1830 (Zwolle 2005). Verspreide opstellen over de geschiedenis van 169 Van Sas, De metamorfose, 407-409. Nederland (W. Krul ed.; Amsterdam 2007) 170 Anderson, Imagined Communities, 5; Gell- 196-210, aldaar 204. ner, Nation and Nationalism, 4; aan de defi- 160 Huijsen, Beatrix, 243; ik verwijs hier naar nitie van Ernest Gellner zou evenmin zijn de rede van koningin Beatrix bij aanvaar- voldaan: ‘Nationalism is primarily a political ding van haar eredoctoraat van de Universi- principle, which holds that the political and teit van Leiden. Hier schetste ze de koning national unit should be congruent.’ als hoeder van de publieke zaak, de ‘res pu- 171 J.C. Boogman, Rondom 1848 (Bussum blica’. Zie ook: Huijsen, De Oranjemythe, 60. 1978) 9-10; hier is sprake van een nationale 161 De Haan, Politieke reconstructie (oratie; identiteitscrisis. 12-3-2004); ‘Bij het opsteken der Hol- 172 J.A. Bornewasser, ‘Ministeriële verant- landsche vlag in november 1813’, Lierzang woordelijkheid onder Koning Willem ii’, (Rotterdam 1813). Zie ook: Buitendijk e.a. Tijdschrift voor geschiedenis lxxv (1962) 440; ed., Als een goed instrument; P. Vis, 450 jaar Kossmann, De Lage Landen, 150-156. Oranjeliederen. 173 Kossmann, De Lage Landen, 162 e.v.. 162 Smith, Nations and Nationalism, 56-57; 174 Smit, Fruin en de partijen, 85-91 hier wordt de moderne natie gezien als ‘a 175 Smit, Fruin en de partijen, 89. named human population which shares 176 E.J. Potgieter, ‘Jan, Jannetje en hun jong- myths and memories, a mass public culture, ste kind’, De Gids (31-12-1841; heruitgave a designated homeland, economic unity and Zutphen 1978). noten 465

177 O. Praamsma, Busken Huet (Amsterdam 19e eeuw (2de druk; Haarlem 1941) 80-81. 2007) 297, 740, 771-775. 187 J. Romein, Op het breukvlak van twee eeu- 178 C. Busken Huet, Het land van Rembrand wen (2de druk; Amsterdam 1976) 140-142. (Haarlem 1882). P.B.M Blaas, Geschiedenis en Zie ook: F. Tönnies, Gemeinschaft und Gesell- nostalgie (Hilversum 2000) 56. schaft (Leipzig 1887); Tönnies maakt hier 179 J. Abeling, De teloorgang en wederopstan- onderscheid tussen de verdwijnende tradi- ding van de Nederlandse monarchie (Amster- tionele gemeenschap en de onpersoonlijke dam 1996) 18-21; A. Alberts, Koning Willem moderne (liberale) maatschappij. ii (Den Haag 1964) 5-13; Tamse, Het Huis 188 M. Bossenbroek, Holland op zijn breedst van Oranje, 228-229; Michel Didier, De ridder (Amsterdam 1996) 11; verwijzing naar en de grootvorstin (Schoorl 2009) 250. Leidse oratie van J.Th.M. Bank, Het roem- 180 Tamse, Het Huis van Oranje, 204-210. rijk vaderland. Cultureel nationalisme in de 181 Essay sur le siècle dans lequel je vis (1818) negentiende eeuw (Den Haag 1990); leidraad kha. is hier het werk van de Duitse historicus 182 J.C. Kennedy, Nieuw Babylon in aanbouw Thomas Nipperdey. Bank schetst hoe een al- (Amsterdam 1995) 17; voor Kennedy is deze gemeen Europees verschijnsel als ‘cultureel toegeeflijkheid van Willemii een voorbeeld nationalisme met zijn accent van patriottis- van ‘de gevoeligheid van de Nederlandse tische kunst en zijn historische denkrichting machthebbers voor “onvermijdelijke” we- als bakermat van de wetenschappen der gen van de geschiedenis’. geschiedenis en taalkunde’ zich ook in Ne- 183 C.W. van der Pot, Handboek van het Neder- derland in de negentiende eeuw voordeed. landse staatsrecht (5de druk; Zwolle 1953) 73- Burgerlijke initiatieven tot monumenta- 77. De grondwetsherziening van 1840 bracht lisering van een roemrijk geacht verleden de strafrechtelijke ministeriële verant- en de idealisering van grote cultuurdragers woordelijkheid, die van Thorbecke in 1848 waren uitingen van een nieuw saamhorig- de politieke. De monarchie was sindsdien heidsbesef, ‘een opkomend natiebewustzijn, geen machtsfactor meer, zeker niet nadat na de nieuwe synthese bij althans een culturele de nederlaag van het kabinet-Van Zuylen- elite’. (11-12) Zie ook verwijzing naar een Heemskerk (1866-1868) in het parlement virulent nationalisme in West-Europa in: was gebleken dat steun van de koning on- Romein, Op het breukvlak, 141. In Nederland voldoende was en dat een kabinet voortaan zou sprake zijn van ‘de vanzelfsprekendheid moest kunnen rekenen op een parlementai- van het nationaliteitsbesef ’ dat ‘alleen qua re meerderheid. J.J.B. Turpijn, Mannen van vormgeving zo nu en dan aan verandering gezag. De uitvinding van de Tweede kamer en herijking onderhevig zou zijn geweest’. 1848-1888 (Amsterdam 2008) 215. Wat betreft publicaties in De Gids: R. Aerts, 184 J.C. Boogman, Die Suche nach der nationa- De letterheren. Liberale cultuur in de negen- len Identität (Wiesbaden 1968) 38; Boogman tiende eeuw: het tijdschrift De Gids (Amster- constateert dat Nederland zich sindsdien dam 1997) hoofdstuk 20: ‘Nationalisme en een ‘adequate voorstelling’ kon maken van cultureel onbehagen’. de nationale identiteit. 189 E. Weber, Peasants into Frenchmen. The 185 F. Erens, Vervlogen jaren (Den Haag 1938) Modernization of Rural France 1870-1914 87. In zijn jeugdherinneringen vermeldt (Londen 1979). Erens dat hij de lezing van Renan bijwoonde 190 Sinds de revolutionaire tijd rond 1800 en dat prins Alexander hier ook aanwezig zochten naties hun identiteit in het verle- was. den. Historisch besef en natiebesef raakten 186 J. Huizinga, Patriottisme en nationalisme verstrengeld. Pierre Nora wees op de span- in de Europeesche geschiedenis tot het einde der ning tussen de herinnering aan het ‘eeuwige 466 nederland en het verhaal van oranje

Frankrijk’ en het recente verleden van de en vergeten’, wat Renan voor natievorming Franse Revolutie. Zie Pierre Nora, ‘Nation’ veronderstelde. in F. Furet en M. Ozouf ed., Dictionnaire cri- 203 Blaas, Geschiedenis en nostalgie, 19,29. tique de la Révolution française (Parijs 1988) 204 H. te Velde, Gemeenschapszin en plichtsbesef 801 e.v.; zie ook Van Sas, De metamorfose, 153. (Den Haag 1992) 132. 191 Leerssen, Nationaal denken, 76. 205 Blaas, De burgerlijke eeuw, 113-114. 192 H.E. Barnes, A History of Historical Wri- 206 J. Leerssen, De bronnen van het vaderland ting (2de druk; New York 1962) 188. (Utrecht 2006) 57; S. Stuurman, Verzuiling, 193 P. Viallaneix, ‘Michelet, instituteur de la kapitalisme en patriarchaat (Nijmegen 1983) nationalité française’ in: P. de Boer en W. 14; Stuurman wijst in dit verband op de Frijhoff ed., Lieux de mémoire et identités na- schoolstrijd, maar ook de visie op de oor- tionales (Amsterdam 1993) 155 e.v. sprong van het gezag en op de christelijke 194 M. Huysseune, ‘Het tableau van de wer- zeden als richtsnoer voor de publieke mo- kelijkheid’ in: De opstand van de intellectuelen raal vallen hieronder. (Kapellen en Amsterdam 1989) 87; deze 207 Blaas, Geschiedenis en nostalgie, 19; zie ook pseudoreligieuze fundering van de Revolutie G.W. Kernkamp, ‘Willem van Oranje in de en haar waarden zien we al vanaf het begin. geschiedschrijving van de eerste helft van 195 J. Michelet, Histoire de la Révolution fran- de negentiende eeuw’ in: Haitsma Mulier en çaise (Parijs 1847) 76. Janssen ed., Willem van Oranje in de historie, 196 J.-M. Mayeur, Les débuts de la iiiième Repu- 91-107. blique 1871-1898 (Parijs 1973) 230. 208 Buitendijk, ‘Oranje in de literatuur’, 107. 197 Mayeur, Les débuts, 48. 209 Term is afkomstig uit de Bijbel: Prediker 198 C. Makarian in gesprek met M. Winock in 4:12. Zie ook Schutte, ‘Grondvester of bela- ‘Les grands mythes de l’histoire de France’, ger’, 85. L’Express (24-12-2009); M. Kruk, Parijs denkt 210 Von der Dunk, Conservatisme, 88. Von (Amsterdam 2009) 36-38. der Dunk noemt Da Costa’s boek Bezwaren 199 Hier was Robespierre in 1794 al in voorge- tegen de geest der eeuw een calvinistisch- gaan. In andere landen ontstonden ook na- Nederlandse variant van conservatieve tionale feestdagen, zoals in 1871 in Duitsland Europese werken tegen het revolutionaire ter herdenking van de slag bij Sedan. gedachtegoed zoals De Pape van Joseph de 200 Mayeur, Les débuts, 48. Maistre en K.L. von Hallers Restauration der 201 Romein, Op het breukvlak, 43; hier wordt Staatswissenschaften. Er was echter altijd gewezen op de titel van boek van Daniel ook een christelijk-sociale stroming die zich Halévy, La république des ducs (Abbeville inzette voor sociale hervormingen, en de 1936); P.J. Bouman, Jaurès, Wilson, Rathenau arp was de eerste moderne politieke partij (Amsterdam 1936) 22; er zou ook kunnen in Nederland. worden gesteld dat de absolute pretenties 211 W.G.F. van Vliet, Groen van Prinsterers van de voorafgaande maatschappelijke orde historische benadering (Hilversum 2008), nog in het revolutionaire concept door- Inleiding, 298 e.v.; het historisch beginsel werkten. Zie ook A. de Tocqueville, L’Ancien wordt hier geschetst als wezenlijk voor het Régime et la Révolution (Parijs 1952; 1ste gedachtegoed van Groen. Van Vliet noemt druk 1856). de historische benadering van Groen een 202 Romein, Op het breukvlak, 19; hier komen ‘geheel complex van gedachten’ die vooral verdeeldheid en instabiliteit tijdens de ontleend zijn aan de historische school van Derde Republiek ter sprake. In elk geval was de Duitse rechtsfilosoof Von Savigny. de mythe van de Franse Revolutie niet geba- 212 Sap, Wegbereiders, 327-328. Groen gaat bij- seerd op een gemeenschappelijk ‘herinneren voorbeeld voorbij aan het feit dat tijdens de noten 467

opening van de Eerste Nationale Vergade- Tamse, Het Huis van Oranje, 227; Tamse ring voorzitter Pieter Paulus de volksverte- verwijst ook naar Bank, ‘Katholieken en de genwoordigers begroette met een toespraak Nederlandse monarchie’, 199, waarbij ook die overging in een gebed tot God. Het het ‘Domine salvam…’ aan de orde komt. democratische principe, gebaseerd op de 222 L.J. Rogier, ‘Oranje en de Nederlandse volkssoevereiniteit, behoefde dus niet per Staat’, in: P.H. Winkelman e.a. ed., De mo- definitie strijdig te zijn met de erkenning narchie: referaten gehouden op het historisch van de oppermacht van God. Zie: R. van der congres te Nijmegen, 1966 (Amsterdam 1966) Laarse, ‘De deugd en het kwaad’ in: J.C.H. 37-58, aldaar 41. Blom en J. Talsma ed., De verzuiling voorbij 223 L.J. Rogier, ‘Evoluties in het historisch (Amsterdam 2000) 3-4. portret van het Huis van Oranje’ in idem, 213 Van Vliet, Groen van Prinsterers historische Terugblik en uitzicht i, 109-125, aldaar 119; benadering, 256-258. J.A. Alberdingk Thijm, Redevoering gehouden 214 G. Groen van Prinsterer, Handboek der op de feestelijke bijeenkomst van katholieken geschiedenis van het vaderland (1841-1846; (Amsterdam, 21-6-1871). Amsterdam 1875) 104-108; zie verwijzing 224 Bellah, ‘Religion and the Legitimation’, Kernkamp, ‘Willem van Oranje’, 93. 256-257; Kennedy, Bezielende verbanden, 215 Zie Groen van Prinsterer, Handboek der 99-106. geschiedenis van het vaderland (1841-1846) 225 Te Velde, Gemeenschapszin en plichtsbesef, en Ongeloof en revolutie. Eene reeks van 108, 122. historische voorlezingen (Leiden 1847); Sap, 226 Blaas, De burgerlijke eeuw, 120. Wegbereiders, 327. 227 Smit, Fruin en de partijen; in Hoofdstuk 216 Smit, Fruin en de partijen, 90; met verwij- iii, ‘Van Loevesteiner tot Orangist, (1853- zing naar Groen van Prinsterer, Handboek 1865)’, wordt de wending beschreven die der geschiedenis van het vaderland, 130. zich bij Fruin voltrok van een liberaal- 217 Groen van Prinsterer, Handboek der staatsgezinde naar een constitutioneel- geschiedenis van het vaderland, 673; vanaf orangistische kijk op de geschiedenis van de 1848 onderging Groen de invloed van de Republiek. Duitse, lutherse conservatief F.J. Stahl; G. 228 R. Fruin, ‘De drie tijdvakken der Neder- Fafié,Friedrich Julius Stahl (2de druk; Am- landse geschiedenis’ (z.p. z.j.) in: Verspreide sterdam 1977) 72, 127, 129; P.A. Diepenhorst, geschriften i (Den Haag 1900-1905) 22-48, Ons isolement (Kampen 1935) 8; hier wordt vooral 28 e.v., 111-162 en 269-274; verwijzing behalve op Stahl gewezen op de invloed van bij Blaas, Geschiedenis en nostalgie, 28. katholieken als De Bonald en De Maistre. 229 Blaas, Geschiedenis en nostalgie, 26. Zie als criticus van dit denken: C.L. Patijn, 230 Smit, Fruin en de partijen, 103; Aerts, De ‘Het koningschap in Nederland’, Wending 12 letterheren, 195; hier wordt erop gewezen (februari 1965) 783-797, aldaar 785. dat de auteurs rond De Gids ‘beslist afkerig 218 J.Th.M. Bank, ‘Katholieken en de Neder- waren van republikanisme en zuinig met landse monarchie. Tussen staatsraison en suggesties van volkssoevereiniteit en parle- populariteit’ in: Tamse ed., De monarchie in mentaire democratie’. Nederland, 195-208, aldaar 197-199. 231 C. Fasseur, Wilhelmina. De jonge koningin 219 H.M.T.D. ten Napel, ‘Een eigen weg.’ De (2de druk; Amsterdam 1998) 74. totstandkoming van het cda (1952-1980) 232 Blaas, Geschiedenis en nostalgie, 27. (Kampen 1992) 30. 233 Blaas, De burgerlijke eeuw, 124-125; verwij- 220 Te Velde, Gemeenschapszin en plichtsbesef, zing naar de zondagseditie van De Amster- 133. dammer 43 (6-10-1895), 44 (13-10-1895) en 45 221 Van Ginkel, Op zoek naar eigenheid, 21; (20-10-1895); Van Sas, De Metamorfose, 586. 468 nederland en het verhaal van oranje

234 Huijsen, Beatrix, 116 e.v. Jaarboek Oranje-Nassau Museum (Zutphen 235 Walter Bagehot, De voor- en nadelen van 1990) 81-105. een koning (Amsterdam 2006) 28-30. 243 Van Osta, Het theater van de staat, 80; P. 236 Willem i hield zeer bewust rekening de Rooy, Republiek van rivaliteiten (Amster- met de burgerij en mat zich een niet al te dam 2005) 75; De Rooy brengt in herinne- vorstelijke allure aan, maar de levensstijl van ring dat Willem i en Willem ii zich nadruk- Willem ii en Willem iii kwam wel in bot- kelijk inzetten voor de nationale eenheid. sing met de burgerlijke moraal. Hetzelfde is 244 A.W.P. Weitzel, Maar Majesteit! De ge- te zien in Groot-Brittannië met de vorsten heime dagboeken van minister A.W.P. Weitzel voorafgaand aan Victoria. Vorstinnen le- (met inleiding van P. van het Veer; Amster- verden, doordat deze zich aan de gangbare dam 1968). 7-23. ‘dubbele’ moraal hielden, in dit opzicht min- 245 E. van Heuven-van Nes, ‘Koning Wil- der problemen op. lem iii en de watersnoodramp van 1861’ in: 237 Tamse, Het Huis van Oranje, 230; Hel- Jaarboek Oranje-Nassau Museum (Den Haag mers, De Hollandsche natie. 1993) 69. 238 Aerts, De letterheren, 199. 246 Van Duinkerken en Huincks ed., Dichters 239 Tamse, Het Huis van Oranje, 230. om Oranje, 218. 240 Willem iii en Sophie hadden drie zonen: 247 P. van het Veer in inleiding op Weitzel, Maurits overleed als jongetje van zes, kroon- Maar Majesteit!, 19; de conflicten tussen prins Willem als volwassene in Parijs in 1879 koning en parlement zouden grotendeels en Alexander in 1885. Sophie was overleden voorbij zijn gegaan aan het ‘volk achter de in 1877, waarna de koning hertrouwde kiezers’ omdat dit volk nog van het kies- met de veel jongere Emma van Waldeck- recht was uitgesloten. Pyrmont, die in 1880 het leven zou schenken 248 Van Ginkel, Op zoek naar eigenheid, 18; ver- aan Wilhelmina en voor haar regentes was wijzing Bank, Het roemrijk vaderland, 41. (1890-1898). 249 Pots, Cultuur, koningen en democraten, 241 Domela Nieuwenhuis werd in 1886 tot 118, 121. een jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens 250 Bank, Het roemrijk vaderland, 21. een kritisch artikel in Recht voor Allen. Een 251 Bossenbroek, Holland op zijn breedst, 324, zekere Sicco Roorda van Eysinga begon een verwijzing: C.M. Schutten en B. Schoenma- artikelenserie over de koning die anoniem ker ed., Oranje op de bres. Vorstenhuis en leger werd herdrukt als brochure: Uit het leven in de Nederlandse geschiedenis (Amsterdam van Koning Gorilla. 1989) 53. 242 Stuurman, Verzuiling, kapitalisme, 204; 252 Tamse, Het Huis van Oranje, 224; drei- Stuurman spreekt van ‘Nederland als gingen: 1813-1815 val van Napoleon, 1830- morele natie’ en constateert onder meer 1831 de Belgische Revolte, de crises in de ‘een grote mate van conformiteit aan de buitenlandse politiek door het optreden christelijke seksuele moraal’; H. Hoekstra, van Napoleon iii in 1854, 1859 en 1867 en de Het hart van de natie (Amsterdam 2005) 181- Pruisische machtspolitiek jegens Denemar- 182; Hoekstra wijst hier op de invloed van ken 1864, Duitse Bond 1866 en tegen Frank- het protestantisme op politieke cultuur en rijk in 1870; verder 268-269. Omdat Oranje moraal in Nederland. M. Grever, ‘Koningin een vanzelfsprekend aspect wordt van het Wilhelmina en het feminisme’ in: Tijdschrift Nederlandse nationalisme, wordt er verder voor Genderstudies (1999, tweede jaargang gesproken van Oranjepatriottisme. nr. 3). C.A. Tamse, ‘Nationaal, constituti- 253 D. van der Meulen, Multatuli. Het leven oneel en populair. Koningin Emma en de en werk van Eduard Douwes Dekker (Am- Nederlandse en Luxemburgse kroon’ in: sterdam 2002) 539, 628. D. Bos, Waarachtige noten 469

volksvrienden (Amsterdam 2001) 73. nomie is terug te vinden’. Te Velde, Gemeen- 254 F. Groot, ‘Vlaggen in top’, 184-185. schapszin en plichtsbesef, 130. 255 W.J. Hofdijk, Gedenkboek van de feest- 268 Tamse, Het Huis van Oranje, 233. vieringen ter gelegenheid van de 25-jarige 269 H. te Velde, ‘Oranje, koninginnedag en regeering van Z.M. Willem den Derde (Haar- het verloren verleden’ in: N.C.F. van Sas ed., lem 1875); ook: Te Velde, Gemeenschapszin Waar de blanke top der duinen (Amsterdam en plichtsbesef, 136; W.G. Brill, De gang der en Antwerpen 1995) 131. geschiedenis van Nederland (Leiden 1890) 59. 270 Turpijn, Mannen van gezag, 191. 256 A. Petterson, ‘Een zee van vlaggen’ in: Ons 271 Ons Koninklijk Huis van 1880 tot 1938, ge- Amsterdam (juli/augustus 2011). legenheidsgedichten uitgekozen door M.S. 257 Wallet, ‘De Joodse Oranjemythe’. Juynboll-van Ysselsteyn (Leiden 1938) 16. 258 Da Silva Rosa, Geschiedenis der Portugee- 272 Al in 1813 was er sprake van een Oranje- sche joden, 159. vereniging in Batmen. Dat oorspronkelijk 259 Lied uit de orde van dienst. de opzet was om tot verheffing van het volk 260 L.J. Rogier, ‘Drie cesuren’ in: idem, Terug- te komen, blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat blik en uitzicht i, 443-486, aldaar 454. de Amsterdamse Oranjevereniging in 1871 261 Praamsma, Busken Huet, 806; verwijzing begonnen was als Vereeniging tot Verede- naar staatkundige brieven van het liberale ling van het Volksvermaak, opgericht door Tweede Kamerlid Samuel van Houten. Zie een aantal heren van stand. A de Wildt, ook Van Osta, Het theater van de staat, 81-83. Amsterdam & de Oranjes (Amsterdams Histo- 262 Weitzel, Maar Majesteit!, 85. risch Museum; Amsterdam 2008) 78. 263 Van Osta, Het theater van de staat, 75; 273 Romein, Op het breukvlak. 42 e.v.. verwijzing naar De Amicis, Nederland en zijn 274 Aerts, De letterheren, 396. bewoners, 19, 98. 275 C.A. Tamse, ‘Nationaal, constitutioneel 264 Aerts, De letterheren, 394-396. en populair’. 265 Hroch, Social Preconditions, 22-24; wat be- 276 M.E. Verburg, Koningin Emma (Baarn treft de ontwikkeling van het nationalisme, 1989) 190-191, 211-212; Verburg wijst erop dat is de fasering zoals Hroch deze schetst in Emma de laatste periode van Willem iii had Nederland niet volledig van toepassing. De meegemaakt die ‘milder’ was; E. van Raalte, periodisering van Hroch in fase a, b en c, Staatshoofd en ministers (Zwolle 1971) 160. waarbij a de fase is waarin de intellectuelen 277 Dit wil niet zeggen dat Emma elke con- zich voor de natie interesseren, fase b de frontatie uit de weg ging. Met betrekking tot periode is van patriottische agitatie en fase bijvoorbeeld de positie van het Kabinet der c de opkomst van de nationalistische mas- Koningin en ook bij de bevordering in rang sabeweging, gaat in Nederland niet geheel van haar adjudanten toonde ze zich hardnek- op omdat door de populistische kant van kig. Dit waren echter geen majeure thema’s. het oudere orangisme, dat aan het moderne Voor het conflict over het Kabinet der Ko- nationalisme voorafging, deze fasen niet ge- ningin zie: Verburg, Koningin Emma, 110 e.v. heel zijn te scheiden. Het orangisme werd al 278 Verburg, Koningin Emma, 65-66, 161-162, eerder door de massa aangehangen. 177-178, 184-185. 266 Dagblad (26-7-1885). 279 Nieuwe Rotterdamsche Courant (31 augus- 267 Bossenbroek, Holland op zijn breedst, 7: de tus 1898). negentiende eeuw is een eeuw van natievor- 280 Een ontwikkeling die ook het koning- ming, niet alleen politiek; het ging om een schap van Victoria te zien geeft. De kroon proces dat zich op vele terreinen en niveaus werd in Groot-Brittannië gezien als hoofd afspeelde, zodat dit ‘in alle dimensies van van de morele orde van de natie. J. Cannon de cultuur en in vele dimensies van de eco- en R. Griffiths,Oxford Illustrated History 470 nederland en het verhaal van oranje

of British Monarchy (Oxford en New York ook weer niet los van hoop op uitbreiding 1988). van Nederlandse invloed in Afrika. 281 Van Osta, Het theater van de staat, 14-15, 292 N.C.F. van Sas, ‘De kracht van Nederland: noot 251. Wat haar oog voor publiciteit nationaliteit en buitenlands beleid’ in: Van aangaat, handelde ze hiermee in de lijn van Sas, De kracht van Nederland, 9-15, aldaar 13. toenmalige denkers over staat en monarchie 293 De Beaufort, Wilhelmina, 48-54; Fasseur, zoals E. Burke, Reflections on the Revolution Wilhelmina. De jonge koningin, 404-407. in France (Londen 1790); Walter Bagehot, 294 Fasseur, Wilhelmina. De jonge koningin, Physics and Politics (Londen 1872). 161. 282 Wilhelmina, Eenzaam, maar niet alleen 295 R. de Jong, ‘Rood en oranje’ in: i. Cor- (Baarn 1959; 11de druk 1999) 40. nelissen, G. Harmsen en R. de Jong ed., De 283 Wilhelmina, Eenzaam, maar niet alleen, taaie rooie rakkers (Baarn 1965) 250-252; 74, 75; Fasseur, Wilhelmina. De jonge konin- verwijzing vn. 275: Bart de Ligt, De Wapens gin, 134-136. Neder (september 1923). 284 H.L.T. de Beaufort, Wilhelmina 1880-1962. 296 Tamse, ‘Nationaal, constitutioneel’, 89. Een levensverhaal (Den Haag 1965) 35. 297 De Rooy, Republiek van rivaliteiten, 152. 285 De Beaufort, Wilhelmina, 35. 298 D.H. Couvee, Leve de Willemien! (Den 286 H. te Velde, ‘Het “roer van staat” in Haag 1958) 45-48. “zwakke vrouwenhanden”. Emma en het 299 De Rooy, Republiek van rivaliteiten, 150. imago van Oranje’ in: C.A. Tamse ed., Konin- 300 Couvee, Leve de Willemien!, 45 e.v.; Te gin Emma. Opstellen over haar regentschap en Velde, Gemeenschapszin en plichtsbesef, 149. voogdij (Baarn 1990) 196-221, aldaar 186. 301 Van Osta, Het theater van de staat, 90 e.v.; 287 Bossenbroek, Holland op zijn breedst, 215. Hier wordt verwezen naar onderzoek door 288 Bossenbroek, Holland op zijn breedst, 211, Van Miert naar de ontwikkeling van het 217. nationaal bewustzijn in de gemeenten Tiel 289 Bossenbroek, Holland op zijn breedst, 183; en Winschoten. hier wordt de term ‘koloniale krijgslust’ ge- 302 Couvee, Leve de Willemien!, 121. bruikt. Dat de belangstelling voor koloniale 303 Tal, Oranjebloesems. zaken geen pose betrof, blijkt uit het feit 304 Bossenbroek, Holland op zijn breedst, 12. dat de regentes in 1897 tijdens de formatie- 305 Couvee, Leve de Willemien!, 129-132. Pierson een voortzetting van de ‘energieke 306 Te Velde, Gemeenschapszin en plichtsbesef, Atjehpolitiek’ verlangde. Zie: Bossenbroek, 148. Holland op zijn breedst, 166. Haar dochter 307 Fasseur, Wilhelmina. De jonge koningin, Wilhelmina trok deze lijn door. Op haar 171. aandringen werd in haar eerste troonrede 308 Van Osta, Het theater van de staat, 102-103. hulde gebracht aan het Indische leger ‘voor Verwijzing: Dagboeken en aantekeningen van de volbracht heldendaden’. Zie: Verburg, Willem Hendrik de Beaufort, 1874-1918 (J.P. Koningin Emma, 184. de Valk en M. van Faassen ed.; Den Haag 290 Aerts, De letterheren, 445; K. Kuiten- 1993) 1, 34. brouwer, ‘Het imperialisme van een kleine 309 R. Aerts en H. te Velde, ‘De taal van het mogendheid: de overzeese expansie van Ne- nationaal besef, 1848-1940’ in Van Sas ed., derland 1870-1914’ in: Van Sas ed., De kracht Vaderland, 391-454, aldaar 430. van Nederland, 42-71, aldaar 52-53. 310 Te Velde, Gemeenschapszin en plichtsbesef, 291 Te Velde, Gemeenschapszin en plichtsbesef, 158. 77; de reacties van liberalen en antirevoluti- 311 Te Velde, Gemeenschapszin en plichtsbesef, onairen waren hierbij het meest uitgespro- 151-161; Te Velde gaat hier uitgebreid in op ken. Overigens stond deze betrokkenheid de betekenis van de man-vrouwverhouding noten 471

en de rollenpatronen in het negentiende- 329 P. Geyl, J.C. Boogman, P.H. Ritter jr., De eeuwse Nederlandse nationalisme. Hij regering van koningin Wilhelmina (Amster- verwijst naar George Mosse, Nationalism and dam 1948) 7718d. Sexuality (1985). 330 J. in ’t Veld, ‘Oranje en rood in fel bewo- 312 Grever, ‘Koningin Wilhelmina en het femi- gen tijden’ in: C.A. Tamse ed., Koningin Wil- nisme’. M Aerts, ‘Om het lot van de krijgsman helmina (Alphen aan den Rijn 1981) 269-287, te delen’ in: M. Bosch ed. Jaarboek voor vrou- aldaar 270-271. wengeschiedenis (Amsterdam 1995). 331 N. van Sas, ‘Maar wat bliksem, waartoe 313 De Standaard (22-9-1898); verwijzing Te deze verneukerij? Het kroningsfeest van Her- Velde, Gemeenschapszin en plichtsbesef, 151. man Heijermans’ in I. de Haan e.a. ed., Het 314 Groot, ‘Vlaggen in top’, 187. eenzame gelijk (Amsterdam 2009) 277-341. 315 Kennedy, Bezielende verbanden, 103; Bel- 332 Couvee, Leve de Willemien!, 254-255. lah, ‘Religion and the Legitimation’, 256, 257. 333 Van Sas, ‘Koningin op krediet’, 212. Verwijzing naar Martin Marty: in principe 334 J. Huizinga, ‘De betekenis van 1813’, 204. kan zo’n op een theologie gebaseerde ideo- 335 Frijhoff, Dynamisch erfgoed, 37. Onder het logie zowel een progressieve als een conser- immateriële culturele erfgoed wordt hier vatieve invulling krijgen. verstaan datgene wat kwalitatief een be- 316 Couvee, Leve de Willemien!, 249 e.v.; Van langrijke betekenis heeft voor een gemeen- Osta, Het theater van de staat, 95-97. schap als een natie, zoals normen, waarden, 317 Van Osta, Het theater van de staat, 97. leefwijzen, symbolen, rituelen, denkpatro- 318 De Standaard (15-12-1897); De Nieuwe nen, gevoelswereld en emotionele codes. Rotterdamsche Courant (19-1-1998, 21-1-1998, W. Frijhoff, De mist van de geschiedenis. Over 22-1-1998). herinneren, vergeten en het historisch geheugen 319 H. Ramaer, ‘De Gorilla-oorlog’, Maatstaf van de samenleving (Nijmegen 2011) 14. Hier (themanummer De Monarchie; 1992) 11-12; wordt gewezen op de betekenis van Wil- Tamse, Het Huis van Oranje, 234. lem van Oranje als Vader des Vaderlands als 320 Couvee, Leve de Willemien!, 255-257. element van cultural memory en de commu- 321 P.J. Troelstra zat met twee geestverwan- nicatieve betekenis hiervan. ten sinds 1897 voor de Sociaal-Democrati- 336 Stuurman, Verzuiling, kapitalisme, 204. sche Arbeiderspartij (sdap) in de Tweede Hier wordt de term ‘morele natie’ gebruikt Kamer. In het ‘adres van antwoord’ placht voor Nederland aan het eind van de negen- de Kamer te reageren op de Troonrede. In tiende eeuw. 1906 afgeschaft. 337 Van Sas, De metamorfose, 582-386. 322 Fasseur, Wilhelmina. De jonge koningin, 166. 323 De Sociaal Democraat (6-8-1989, 20-8-1898); verwijzing bij Groot, ‘Vlaggen in top’, 192. ii inspiratie in een tijd van 324 Couvee, Leve de Willemien!, 257 ; Groot, beproeving (1918-1945) ‘Vlaggen in top’, 191-193. 325 T. Geurtsen, Sociaaldemocratie in Neder- 1 Fasseur, Wilhelmina. De jonge koningin, 231. land (Amsterdam 1994) 131-133; J. Meyers, 2 Fasseur, Wilhelmina. De jonge koningin, 234; Domela. Een hemel op aarde (Amsterdam verw.: De Amsterdammer (21-10-1900), De 1993) 190; verwijzing: Fasseur, Wilhelmina. Standaard (19-10-1900). De jonge koningin, 74. 3 Fasseur, Wilhelmina. De jonge koningin, 238; 326 H.M. Ruitenbeek, Het ontstaan van de verw.: htk, 3-1-1901. Alexander de Savornin Partij van de Arbeid (Amsterdam 1955) 31. Lohman was een christelijk-historisch 327 Van Osta, Het theater van de staat, 109-110. staatsman, 1837-1924. 328 De Jong, ‘Rood en Oranje’, 250. 4 Blaas, De burgerlijke eeuw, 123. 472 nederland en het verhaal van oranje

5 De grondwetswijziging van 1922, toen in schap en historisch calvinisme’ in: Tamse feite alle (buitenlandse) troonopvolgers ed., De monarchie in Nederland, 155-194, werden uitgeschakeld (kroonprinses Ju- aldaar 190; zie ook Oud, Honderd jaren, 143. liana bleef als enige over), bevestigt dat Er waren wel kritische geluiden, toen en eerder Oranjeliefde dan een uitgesproken ook later. Een liberale hoogleraar als C.W. monarchistische overtuiging de basis vormt Opzoomer zag de koning als iemand die de voor het Nederlandse koningschap. Als de punten op de i mocht zetten, en voor de sociaaldemocraat H. van Hulst terugkijkt op jong-liberale politicus S. van Houten was de dit debat, constateert hij dit ook met zoveel kroon in het staatsbestel ‘veeleer een orna- woorden. H. van Hulst, A. Pleysier en A. ment dan het fundament’. Scheffer, Het roode vaandel volgen wij (2de 11 A.A.H. Struycken, Ons Koningschap (Am- druk; Den Haag 1969) 117. In het licht van sterdam 1909) 27. de vrouwenemancipatie stelt Maria Grever 12 De grens tussen een religieuze en een dat hier op symbolisch niveau sprake was cultuurhistorische rechtvaardiging is niet van een ‘belangrijke genderinversie’. Grever, absoluut. Groens opmerking over het re- ‘Koningin Wilhelmina en het feminisme’. publikeinse karakter van het Nederlandse 6 K. Smit en T. Slagboom, ‘Koninginnedag en koningschap is bijvoorbeeld ook een cul- de overkoepelende organisatie(s)’ in: Oran- tuurhistorische kwalificatie. Tot op zekere jeSchakel (2-10- 2010). In 1898 kwamen er elf hoogte zijn de ‘reformistische orangisten’ bij: Epe, Dalfsen, Schiedam-Kethel, Ermelo, uit het einde van de achttiende eeuw te be- Makkum, De Bilt-Bilthoven, Heemstede, schouwen als voorlopers van de waardering Hengelo, IJsselstein, Assen en Vorden. Zie van Oranje op cultuurhistorische en vooral ook: J. Faber-Verwer, 100 jaar Oranjevereni- seculiere gronden. ging Ermelo (Ermelo 1998). 13 Blaas, De burgerlijke eeuw, 123-124. 7 Smit en Slagboom,‘Koninginnedag’. De 14 Blaas, De burgerlijke eeuw, 124-125; verwij- Christelijke Bond van Oranje-Verenigingen zing: G.W. Kernkamp, ‘Oranje en de demo- werd opgericht op 9 april 1910. Hoofddoel cratie’, Vragen des tijds ii (1910) 61-87. was het organiseren van feestelijkheden 15 Blaas, De burgerlijke eeuw, 125. voor en door het volk ter ere van het Oran- 16 Fasseur, Wilhelmina. De jonge koningin, 305. jehuis, vanuit de traditionele orthodox-pro- Verw. noot 39 naar Het Volk (29-12-1908, 30- testantse visie op Oranje, zoals spreekt uit 12-1908, 31-12-1908). het ‘drievoudige snoer van God, Nederland 17 Fasseur, Wilhelmina. De jonge koningin, en Oranje’. Geen ‘oppervlakkig feestver- 372-376. toon’, maar vooral uitingen van blijdschap 18 In ’t Veld, ‘Oranje en rood’, 271. via Dank- en Bidstonden. Zie het document 19 Van Raalte, Staatshoofd en ministers, 232- uitgegeven door de Bond in 1915, opgesteld 234. door ds. J.J. van Noort: De daden des Heeren 20 De Beaufort, Wilhelmina, 100. (z.p. 1915; acbov, doos vii). Hierbij werd 21 Oud, Honderd jaren, 254; hier is sprake van verwezen naar de overwinning op Napoleon ‘tweeslachtigheid’. E. Hueting, F. de Jong honderd jaar eerder in 1815. Edz. en R. de Ney, Ik moet, het is mijn roeping 8 J.C.H. Blom, De muiterij op De Zeven Provin- (Amsterdam 1981) 141-147. ciën (2de druk; Utrecht 1983) 9. 22 Van Hulst, Pleysier en Scheffer, Het roode 9 Stuurman, Verzuiling, kapitalisme, 14, 204; vaandel, 66. Stuurman toont hier onder andere aan dat 23 Van Ginkel, Op zoek naar eigenheid, 37-38. in Nederland meer dan elders sprake was 24 De Rooy, Republiek van rivaliteiten, 166; van ‘conformiteit aan de christelijke moraal’. hier wordt ook op deze eenheidsbeleving 10 G. Puchinger, ‘Iets over nationaal koning- gewezen. noten 473

25 Wilhelmina, Woorden van H.M. Koningin stelt dat de sdap, als ‘partij der revolutie’, Wilhelmina (Zeist 1938) 31-32. niet werd gezien als een partij als de andere 26 L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden en hij vergelijkt wat de ideologische ver- in de Tweede Wereldoorlog ii (14 delen; Den wijdering betreft tussen sdap en de andere Haag 1969-1991) 22; De Beaufort, Wilhel- 1903 (spoorwegstaking) met 1918. Drees, mina, 92. Het Nederlandse parlement, 65-69. Volgens 27 Wilhelmina, Woorden, 31-32. Drees was opnieuw de indruk gewekt ‘alsof 28 Fasseur, Wilhelmina. De jonge koningin, 563. de tegenstelling Oranje-Rood een beslissend 29 Het natiebesef van veel Nederlanders en element was in de Nederlandse politiek’ en zeker ook van koningin Wilhelmina kreeg in kwam de sdap er lange tijd door in een iso- 1918 nog een schok te verwerken toen België lement te verkeren. de annexatie eiste van Zuid-Limburg en 36 I.J. Brugmans, Paardenkracht en mensen- Zeeuws-Vlaanderen. Omdat buiten Frank- macht (herdruk; Den Haag 1969) 471-501; rijk de geallieerden er niets in zagen, bleek hier wordt aangetoond hoe Nederland in het gevaar ervan in 1919 bij de Vrede van die jaren moderniseerde en inspeelde op Versailles echter al geweken. de wereldeconomie. Zie ook: Het nationale 30 sr., Het Nederlandse parle- inkomen van Nederland, 1921-1939 (Centraal ment, vroeger en nu (Naarden 1975) 57. Bureau voor de Statistiek; Utrecht 1948) 52. 31 Kossmann, De Lage Landen ii, 39-40; Stuur- 37 De Rooy, Republiek van rivaliteiten, 171-172. man, Verzuiling, kapitalisme, 187. 38 Brugmans, Paardenkracht en mensenmacht, 32 De Rooy, Republiek van rivaliteiten, 164. 471-501. Van Hulst, Pleysier en Scheffer, Het roode 39 R. Dekker, Meer verleden dan toekomst vaandel, 74 e.v.. Behalve dat de sdap moei- (Amsterdam 2008) 51 e.v. lijk kon verkroppen dat ze ondanks invoe- 40 J. den Hartog, Hollands Glorie (Amsterdam ring van het algemene kiesrecht in 1918 geen 1940). meerderheid had behaald, bleek Troelstra 41 W. Wennekes, De aartsvaders (Amster- nog lange tijd niet te beseffen dat in een dam en Antwerpen 1993) 439; Wennekes parlementaire democratie revolutie voor beschrijft het enthousiasme van de bevol- democraten geen optie kon zijn. Zie ook J.J. king als de Uiver een prijs wint in de race Woltjer, Recent verleden (Amsterdam 1992) Londen-Melbourne. 147. Anders dan de Britse Labour Party on- 42 Fasseur, Wilhelmina. De jonge koningin, 486; derschatte de sdap de betekenis van het na- in 1924 bezocht Wilhelmina Fokker, in 1927 tiebesef en de rol van de monarchie hierin. Philips. Labour had zich al ten tijde van Edward vii 43 Lijphart, Verzuiling, pacificatie en kentering, (1901-1910) nadrukkelijk achter de monar- 116 e.v.; Scheffer, Het land van aankomst, 172. chie geschaard. Rogier, ‘Drie cesuren’, 455. 44 J.Th. Minderaa, ‘Crisis en stembus’ in: H.W. 33 Ook voor progressieve democraten zoals von der Dunk ed., De schaduw van de depres- Ph.A. Kohnstamm betekende het optreden sie (Alphen aan den Rijn 1982) 26-27; Oud, van Troelstra een grote teleurstelling. A.L.R. Honderd jaren, 247. De katholieken (rksp), Vermeer, Philipp A. Kohnstamm over demo- antirevolutionairen (arp) en christelijk- cratie (Kampen 1987) 46-47; M.H. Klijnsma, historischen (chu) hadden 50 zetels in 1918, Om de democratie. De geschiedenis van de 59 in 1922, 54 in 1925, 53 in 1929, 52 in 1933 en Vrijzinnig-Democratische Bond 1901-1946 weer 56 in 1937. De confessionelen hadden (Amsterdam 2008) 76, 353, 354. aanvankelijk een afkeer van het algemeen 34 De Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden kiesrecht omdat ze het te individualistisch i, 49. vonden. Zij prefereerden – zeker de antire- 35 Stuurman, Verzuiling, kapitalisme, 188. Hij volutionairen – het ‘organische’ huisman- 474 nederland en het verhaal van oranje

kiesrecht. De gelijkstelling van het bijzon- Algemeen Reglement voor de Hervormde dere aan het openbare onderwijs moest de Kerk exemplarisch omdat aan de kerk pil vergulden. was toevertrouwd ‘de vermeerdering van 45 Bezwaren tegen de geest der eeuw verwijst godsdienstige kennis, de bevordering van naar het gelijknamige boek van Isaäc da christelijke zeden, de bewaring van orde en Costa uit 1823. Als ‘grootste gemene deler eendragt en de aankweking van liefde voor van de bezwaren tegen de modernen’ wordt Koning en Vaderland’. later wel genoemd dat ze zich niet zouden 53 J.Th.J. van den Berg en H.A.A. Molleman, laten leiden door het christelijk geloof en Crisis in de Nederlandse politiek (Alphen aan de christelijke ethiek, maar door anonieme den Rijn 1974) 88-89. materiële krachten. Bij de liberalen was dit 54 M. ten Hooven en R. de Jong, Geschiedenis het marktmechanisme en bij de socialisten van de Christelijk-Historische Unie (Amster- de ontwikkeling van de productiekrachten. dam 2008) 160-165. Zie: M.B. ter Borg, ‘De actualiteit van Ban- 55 H. van Spanning, De Christelijk-Historische nings personalisme’, in: M.B. ter Borg ed., Unie 1908-1980 i (proefschrift; Leiden 1988) Banning als denker (Utrecht 1988) 73-84, 117 e.v; in artikel 5 van het Beginselprogram- aldaar 75. ma: ‘Het constitutioneel Koningschap, op- 46 Von der Dunk, Conservatisme, 122; Stuur- gedragen aan het Huis Oranje, is de vrucht man, Verzuiling, kapitalisme, 311. van de leidingen Gods met ons volk en de 47 De antirevolutionaire of christelijk-histo- natuurlijke ontwikkeling van ’s Lands His- rische staatsleer wordt hier beschouwd als torie en daarom terecht in onze Grondwet een conservatieve reactie op de verlichting bevestigd.’ Zie ook H.K.J. Beernink, Geschie- en de revolutie. Von der Dunk, Conserva- denis en Beginsel van de Christelijk-Historische tisme, 119-120. Unie (Uitgave chu; Den Haag 1953) 36-37. 48 Van Vliet, Groen van Prinsterers, 255 e.v.; 56 Ten Hooven en De Jong, Geschiedenis, 29. Bank, ‘Katholieken en de Nederlandse mo- 57 Later komt de jarenlange vertrouwensband narchie’, 197. tussen Wilhelmina en De Savornin Lohman 49 H.J.G. Waltmans, De Nederlandse politieke (1837-1924) aan de orde. Een andere ver- partijen en de nationale gedachte (Sittard trouweling die tot de christelijk-historische 1962) 52; H.J.A.M. Schaepman, Een katho- richting behoorde, was jhr. Frans Beelaerts lieke partij. Proeve van een program (Utrecht van Blokland (1872-1956). Hij was behalve 1883) 31. kamerheer in buitengewone dienst (1927) 50 Waltmans, De Nederlandse politieke partijen, vicepresident van de Raad van State (1933- 41-46; H.G. Groenewoud, Iets over levensloop 1956). Zie: Diederick Slijkerman, In dienst en beginselen van dr. Ph.J. Hoedemaker (Den van de Kroon (Zutphen 2001) 193-204. Juliana Haag 1960, 2de druk)12. was jarenlang bevriend met het christelijk- 51 H. van Spanning en J. van den Assem, ‘De historische Kamerlid freule Wttewaall van betekenis van De Savornin Lohman voor de Stoetwegen. partijpolitieke ontwikkeling in Nederland’ 58 Ten Hooven en De Jong, Geschiedenis, 19. in: W.F. de Gaay Fortman ed., Jhr. Mr. A.F. 59 Hoekstra, Het hart, 61; hier wordt de arp de Savornin Lohman (Kampen 1987) 126-149, gezien als de eerste beweging die de morali- aldaar 135-136. sering van de natie op zich nam en de poli- 52 G.J. Schutte, De geschiedenis aan het volk tiek voorstelde als een dramatische keuze verteld. Populaire protestants-christelijke tussen goed en kwaad. Stuurman noemt de geschiedschrijving in de negentiende en schoolkwestie en de zedelijkheid ‘de fun- twintigste eeuw (Hilversum 2008) ‘Verant- damenten van de antithese’ en schrijft dat woording’; Schutte acht artikel 9 van het het niet alleen om een partijpolitieke, maar noten 475

meer nog om een ‘morele scheidslijn’ ging. Jaarboek Oranje-Nassau Museum 2001 (Rot- Stuurman, Verzuiling, kapitalisme, 240. terdam 2002) 145-153, aldaar 151-152; Schol- 60 Advies cultuurwetgeving: cultuurbeleid in ten, ‘De Savornin Lohman’; Fasseur, Wilhel- historisch, beleidsanalytisch en juridisch per- mina. De jonge koningin, 35, 188-189. spectief (scp-cahier nr. 51; Den Haag 1986) 71 Fasseur, Wilhelmina. De jonge koningin, 63-64. 349-350. 61 Stuurman, Verzuiling, kapitalisme, 311; Min- 72 Fasseur, Wilhelmina. De jonge koningin, 367- deraa, ‘Crisis en stembus’, 21. 368; Klijnsma, Om de democratie, 154. 62 De Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden i, 73 Van Spanning, ‘Koningin Wilhelmina’, 150- Voorspel; de aanhef van Hoofdstuk iv luidt: 152; C. Fasseur, Wilhelmina. Krijgshaftig in ‘conservatief land’. een vormeloze jas (Amsterdam 2001) 162. 63 H.W. von der Dunk, ‘Conservatisme in 74 Anderson, Imagined communities. vooroorlogs Nederland’ in: Wels e.a. ed., 75 S.W. Couwenberg, ‘De Nederlandse natie – Vaderlands verleden in veelvoud ii, 253-276, continuïteit en verandering’ in: idem ed., De aldaar 266-267. Nederlandse natie, 9-32, aldaar 13; verwijzing: 64 Righart, De eindeloze jaren zestig, 34; verw. P. Geyl, ‘Vaderlandse gemeenschap in histo- G.A. Kooy, ‘Ontwikkelingen met betrek- risch perspectief ’ in: Verzamelde opstellen i king tot de interne levenssfeer’ in: H.B.G. (Utrecht 1978) 183. Casimir, A.K. Constandse en H. Daudt 76 Fasseur, Wilhelmina. Krijgshaftig, 161-162. ed., Nederland na 1945 (Deventer 1980) 40. 77 Fasseur, Wilhelmina. Krijgshaftig, 184. Hier wordt het Nederland van rond 1940 78 De Rooy, Republiek van rivaliteiten, 178. nog vergeleken met een ‘bijna volledig ge- 79 Van Raalte, Staatshoofd en ministers, 241; ïsoleerde dorpsgemeenschap, waarbinnen verwijzing naar De Jong, Het Koninkrijk oppermachtige kerkelijke autoriteiten de der Nederlanden iii, 285. Wilhelmina zag de zielen van de beminde gelovigen of broeders ministers als ‘essentieel tijdelijke gezagsdra- en zusters in den Heer hebben doordesemd gers’, wat Van Raalte een ‘constitutioneel be- met antiseksuele noties’. denkelijke zienswijze’ acht. Zie ook De Jong, 65 H.W. von der Dunk, ‘De monarchie in Het Koninkrijk der Nederlanden ix, 103. Europa’ in: Elzinga ed., De Nederlandse con- 80 H. van Wijnen, De macht van de kroon (2de stitutionele monarchie, 81-96, aldaar 92; Wil- druk; Amsterdam 2000) 91. helmina, Eenzaam maar niet alleen, 225-232, 81 C.A. Tamse, ‘Koningin Wilhelmina’, Maat- dit boek is doordesemd van religie. staf (themanummer De Monarchie; 1992) 9-19. 66 Rogier, ‘Koningin Wilhelmina’ in: idem, 82 H. te Velde, ‘De drie fasen van de constitu- Terugblik en uitzicht 2, 374. tionele monarchie’ in: Elzinga ed., De Neder- 67 Wilhelmina, Eenzaam maar niet alleen, landse constitutionele monarchie’ in: 107-119, 74-75. aldaar 113-114. Te Velde wijst erop dat Wilhel- 68 De Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden mina niet alleen stond in haar scepsis jegens ii, 22. de parlementaire democratie. Dit gold ook 69 W. Scholten, ‘De Savornin Lohman in zijn voor veel burgers, politici en een collega-vorst relatie tot H.M. Koningin Wilhelmina’ in: als Leopold iii van België. W.F. De Gaay Fortman ed., Jhr. Mr. A.F. de 83 Te Velde, ‘De drie fasen’, 113; Te Velde ver- Savornin Lohman (Kampen 1987) 36-60, wijst naar jhr. mr. J.W.M. Schorer, vicepresi- aldaar 56. dent van de Raad van State 1896-1903. 70 Jhr. A.F. de Savornin Lohman publiceerde 84 E. van Raalte, ‘De koningin bemoeit zich in 1875 Gezag en vrijheid en in 1901 Onze met het regeringsbeleid’ in: B. Udink ed., Constitutie; zie H. van Spanning, ‘Koningin Wilhelmina (2de druk; Amsterdam 2003) Wilhelmina en De Savornin Lohman’ in: 86-94; koningin Wilhelmina had wel va- 476 nederland en het verhaal van oranje

ker autoritaire aanvechtingen. Hier een 93 Programma voor feestelijke bijeenkomst in beschrijving hoe jhr. mr. Roëll de vorstin Parkzicht, Hobbemastraat 1, Amsterdam, op de beperkingen duidelijk maakt van haar woensdag 26 september 1923. Organisatie: vetorecht. Oud-Leerlingen Vereeniging ‘Adeodaat’ 85 I. de Haan, ‘Moderne monarchie en de- (Gods Gave). abcov. mocratisch tekort’ in: Elzinga ed., De Ne- 94 Van Kaam, Parade der mannenbroeders, 80. derlandse constitutionele monarchie, 97-106, 95 Dat is dus ‘Gott erhalte’ enz. oftewel op aldaar 103; verwijzing citaat. Hier wordt een de melodie van ‘Deutschland Deutschland link gelegd met de crisis in de democratie über alles’. tijdens het interbellum en latere ideeën over 96 Faber-Verwer, 100 Jaar Oranjevereniging vernieuwing. Ermelo, 18. 86 Wilhelmina, Eenzaam maar niet alleen, 11- 97 Het Volk (10-9-1923); De Jong, ‘Rood en 13; Wilhelmina zou Eenzaam maar niet alleen Oranje’, 259-260. opdragen aan haar dochter en aan de ‘Vader 98 Van Hulst, Pleysier en Scheffer, Het roode des Vaderlands’, en zij verwees ook naar zijn vaandel, 117. inzet voor de vrijheid. 99 A. Seventster, ‘Van verre en nabij. Het 87 Fasseur, Wilhelmina. Krijgshaftig, 60-61; Regeeringsjubileum’, De Blijde Wereld (24-8- verwijzing kha (a 47, iv a, 4, Wilhelmina 1923); H. Zunneberg, Willem Banning 1888- aan Emma). 1871 (Utrecht 1978) 35. 88 Wilhelmina, Woorden van H.M., 35-36. Zie 100 De Jong, ‘Rood en Oranje’, 259-260. voor gelijksoortige redevoeringen de rede 101 Fasseur, Wilhelmina, (1998) 397, 407 e.v. bij de onthulling van het monument voor 102 De Jong, ‘Rood en Oranje’; verwijzing: De graaf Jan van Nassau in september 1906 en spelbreker, uitgave: Comité van actie tegen de bij de kranslegging bij het standbeeld van Oranjelol en de Vlootwet, 1923, nr. 1. Caspard de Coligny in juni 1912: Wilhelmina, 103 A.C. de Gooyer, Het beeld der vad’ren Woorden van H.M., 13, 17. (2de druk; Baarn 1964) 280; verwijzing 89 Een nationaal huldeblijk was de restaura- J. Veldkamp in Op den Uitkijk (13-10-1928). tie van het koor in de Nieuwe Kerk in Delft. 104 Fasseur, Wilhelmina. Krijgshaftig, 74. Ondanks de verkoeling tussen de echtelie- 105 We zien dat tijdens het interbellum met den werd in 1926 het zilveren huwelijk van enige regelmaat personen met autoritaire Wilhelmina en Hendrik gevierd. Verder was opvattingen met de suggestie kwamen om er op 2 mei 1927 de installatie van Juliana als de positie van de koning te versterken ten lid van de Raad van State en in 1928 werd nadele van het parlement. Zie: A.A. de Jonge, de zeventigste verjaardag van koningin- Crisis en critiek der democratie (Assen 1968) moeder Emma gevierd. 73. Verwijzing naar publicatie E. Verviers, 90 abcov; J. Heemstra, Goeie lieve tijd. 100 ‘Open brief aan H.M. de Koningin’, Katho- jaar Oranje en Oranjefeesten in Driebergen- lieke Staatkunde (1-11-1923). Rijsenburg (Driebergen-Rijsenburg 2005) 106 Blaas, De burgerlijke eeuw, 126. 54-58; Faber-Verwer, 100 Jaar Oranjever- 107 De Jonge, Crisis en critiek, 6-10; Blom, eniging Ermelo; Thomas Dres, Vereeniging De muiterij, 14-15. ‘Koninginnedag Utrecht 1907-2007’ (Utrecht 108 De Jonge, Crisis en critiek, 79 e.v.; Van Gin- 2007); Ger van der Straaten, Oranjever- kel, Op zoek naar eigenheid, 39-46; kenmer- eniging Wilhelmina Juliana (Hendrik-Ido- kend voor de belangstelling voor de eigen Ambacht 2003). natie is de belangstelling voor volkskundige 91 Fasseur, Wilhelmina. Krijgshaftig, 66. studies en organisaties, die na 1918 op gang 92 Van Kaam, Parade der mannenbroeders, kwam. Zie B. Henkes, Uit liefde voor het volk 80-83. (Amsterdam 2005) Inleiding. noten 477

109 Ten Hooven en De Jong, Geschiedenis, herstel, 60-61; hierin wordt het verschijnen 160-167; De Jonge, Crisis en critiek, 30; Van van de koningin op het balkon als een Ginkel, Op zoek naar eigenheid, 46 e.v. ‘hoop-gevend symbool’ vermeld. 110 Ten Hooven en De Jong, Geschiedenis, 121 Zoals bij de voorzitter van de Vrijzinnig- 160-167; Jan Wieten, De Nederlander en de Democratische Jongerenorganisatie, afde- nieuwe Nederlander (proefschrift Universiteit ling Den Haag: B. Levis jr., ‘Jeugdherden- van Amsterdam; Kampen 1986) 65-66, 80. king van Willem van Oranje’, Het Vaderland 111 L.M.H. Joosten, Katholieken en fascisme in (3-2-1933). Nederland 1920-1940 (Utrecht 1982); hoofd- 122 R. Havenaar, De nsb tussen nationalisme stuk i, ‘Katholieke herstelbeweging’. en ‘volkse’ solidariteit (Amsterdam 1983) 59 112 Joosten, Katholieken en fascisme, 59-60; e.v.; verwijzing De Jong, Het Koninkrijk der geeft aan dat het gezag, zoals in het, voor Nederlanden i, 289 (264). het eerst in april 1925 verschenen blad Poli- 123 Volk en Vaderland 10 (11 maart 1933). tiek Herstel werd aangegeven, hiërarchisch 124 Havenaar, De nsb, 61. moet zijn en in hoogste instantie van God 125 Volk en Vaderland 12 (1935). komt. Ze waren daarom voor de monarchie 126 Volk en Vaderland 34 (26-8-1933). en zagen in het Huis van Oranje de hoogste 127 Volk en Vaderland 48 (1933), 37 (1934), belichaming van het staatsgezag. 26 (1935). 113 Kossmann, De Lage Landen ii, 68-74. 128 Volk en Vaderland (1-4-1933) 3. 114 Wouter Lutkie, ‘Vaderlandsliefde’ in: 129 Volk en Vaderland 47 (1933), 17 (1938); idem, F.C. Gerretson en R. Groenix van Zoe- Anton Mussert: ‘Neerland’s Vlag. De Prince- len ed., Vaderlandsliefde en nationaal herstel vlag is onze volksvlag.’ (Oisterwijk 1932) 60-61; Joosten, Katholieken 130 Havenaar, De nsb, 61. en fascisme, 60; Van Ginkel, Op zoek naar 131 Volk en Vaderland 5 (4-2-1938). eigenheid, 46, 49. 132 De Rooy, Republiek van rivaliteiten, 179; 115 De Jonge, Crisis en critiek; Huis van Oranje Blom, De muiterij, 231 e.v.; hier signaleert als hoogste belichaming van het gezag (82), Blom een zwak democratisch klimaat. groep katholieken rond ‘Politiek Herstel’ 133 C. Gerretson, ‘Charter van het Neder- (111) betuigt aanhankelijkheid aan monar- landse Volks-fascisme’, Nationale Unie 2, nr. chie en Oranjehuis, Erich Wichman ziet de 7 (5-12-1933). beste republiek nog altijd als slechter dan 134 De Jonge, Crisis en critiek, 168; F.C. Gerret- een slechte monarchie (123). Op 30 april son, ‘Nationaal herstel’ in: Lutkie, Gerretson 1928 verstoort Wichman een vara-uitzen- en Groenix van Zoelen ed., Vaderlandsliefde ding door ‘Leve prinses Juliana’ te roepen. en Nationaal Herstel, 79. 116 De Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden 135 C. Gerretson, Koninklijk kabinet of dicta- i, 229. tuur. Open schrijven aan Dr. H. Colijn nopens 117 Joosten, Katholieken en fascisme, 42; ver- een actueel vraagstuk van staatkunde en wijzing naar Verviers, ‘Open brief aan H.M. staatsrecht (Den Haag 1932). de Koningin’. 136 Te Velde, ‘De drie fasen’, 113. 118 De Jonge, Crisis en critiek, 73. 137 Colijn voelde zich op zeker moment 119 Brugmans, Paardenkracht en mensenmacht, geroepen zijn verlangen naar de rol van 537-538. ‘sterke man’ en zijn hang naar fascisme te 120 J. Rogier, De geschiedschrijver des Rijks weerspreken. Hij was voor het ‘importeeren’ (Nijmegen 1979) 24; zie ook De Telegraaf van een dergelijk systeem op Nederlandse (ochtend, 21-9-1932); Het Vaderland (avond, bodem niet te vinden, ‘nu niet en nooit!’ De 20-9-1932); Lutkie, Gerretson en Groenix Standaard (22 april 1933); verwijzing Van van Zoelen ed., Vaderlandsliefde en nationaal Kaam, Parade der mannenbroeders, 204-205. 478 nederland en het verhaal van oranje

De Rooy, Republiek van rivaliteiten, 187. i: ‘Leer de motieven als het kernprobleem 138 J. Hoek, Herstel en vernieuwing (2de druk; van het socialisme’. C. Huijsen, Socialisme als Alphen aan den Rijn 1979) 37 e.v.; J. Rogier, opdracht (Baarn 1986) 32-33, 61-66; Woltjer, ‘, een zondagskind in de poli- Recent verleden, 152-154; Zunneberg, Willem tiek’ in: idem, Een zondagskind in de politiek Banning, 41-43. en andere christenen. Opstellen over konfes- 150 W. Banning, Karl Marx (14de druk; sionele politiek in Nederland van Colijn tot Utrecht en Antwerpen 1977) 150-151; W. Cals (Nijmegen 1980) 11-23, aldaar 17; Rogier, Banning, Jaurès als denker (Arnhem 1931); ‘Romme en de ekonomische kollaboratie’ in: Zunneberg, Willem Banning, 39-40. idem, Een zondagskind, 249-260. 151 Waltmans, De Nederlandse politieke par- 139 C.P.M. Romme, Erfelijk nationaal koning- tijen, 65. De sociaaldemocraat H. van Kol schap (Amsterdam 1937); eerdere publicaties had in een rede in 1898 tegen de trend van waren: P.W. Kamphuisen, Koning en ministers zijn partijgenoten in er al op gewezen dat (Nijmegen 1935), een staatsrechtelijke studie de arbeiders in geval van een internationaal die vooral betrekking had op de interne conflict zich niet aan het nationale belang verhouding binnen de kroon; Een onderzoek zouden kunnen onttrekken. En zijn partijge- omtrent wijziging van ons staatsbestel, een rap- noot Schaper had in 1902 in de Tweede Ka- port uitgebracht aan het Bestuur der R.K.S.P. mer gezegd geen ‘vaterlandslose Rote’ te zijn. door een commissie uit de Raad van Studie en 152 Van de Westelaken, ‘De Oranjeherden- Documentatie dier partij (z.p. 1936); verwij- king van 1933’, 163; verwijzing: Van Veen, zing De Jonge, Crisis en critiek, 302-303. ‘De huldiging van Willem van Oranje’. 140 De Jonge, Crisis en critiek, 305. 153 Van Kaam, Parade der Mannenbroeders, 141 Oud, Honderd jaren, 316. 207; www.nationalisme.info/archieven/208- 142 Fasseur, Wilhelmina. Krijgshaftig, 191. De-Willem-van-Oranje-Hulde-van-1933 143 Blom, De muiterij, 80-87. (herdenking van de Vlaamse Beweging, 144 Blom, De muiterij, 86; verwijzing naar De Durven denken!; geraadpleegd 21-1-2009). Telegraaf (13-2-1933). 154 Van de Westelaken, ‘De Oranjeherden- 145 Blom, De muiterij, 80-87, 215-217. king’, 167. 146 A. Scheffer, ‘Derde deel: 1930-1940’ in: Van 155 P. Geyl ed., Wilhelmus van Nassouwe (Mid- Hulst, Pleysier en Scheffer, Het roode vaandel, delburg 1933); met medewerking van een 249-255. In de kazernes werden socialistische aantal vooraanstaande figuren uit Nederland geschriften verboden en personeel in dienst en Vlaanderen. van Defensie mocht geen lid zijn van de sdap. 156 De Willem van Oranjeherdenking en 147 Het Jordaanoproer in 1934, waarbij doden de Vlaamse Beweging in 1933; www.natio­ en gevonden vielen, zou door zijn heftigheid nalisme.info/archieven/208-De-Willem- polariserend hebben kunnen werken, maar van-Oranje-Hulde-van-1933 (geraadpleegd het bleef een geïsoleerd incident dat de klas- 21-1-2009). senstrijd uiteindelijk niet opnieuw bleek 157 Circulaire van de Bond van Christelijke aan te wakkeren. Oranje-Vereenigingen (1-4-1933), uit abcov; 148 P.J. Knegtmans, ‘Johan Willem Albarda: Van de Westelaken, ‘De Oranjeherdenking’, democratisch socialist’ in: Van Troelstra tot 163-164. Den Uyl (15de Jaarboek voor het socialisme, 158 Lijphart, Verzuiling, pacificatie, 94. Wiardi Beckman Stichting; Amsterdam 159 Blaas, De burgerlijke eeuw, 123; hier zal ver- 1994) 59-100, aldaar 81; Scheffer, ‘Derde der gesproken worden van Oranjepatriot- deel’, 256-260; Blom, De muiterij, 193. tisme in plaats van orangisme. 149 H. de Man, De psychologie van het socia- 160 Heemstra, Goeie lieve tijd, 68. lisme (2de druk; Arnhem 1927) Hoofdstuk 161 Volk en Vaderland 13 (1-4-1933). noten 479

162 Van de Westelaken, ‘De Oranjeherden- 177 Van Veen, ‘De huldiging’, 62. king’, 168. 178 Kernkamp, ‘De Geuzenprins’. 163 A.A. van Schelven, Willem van Oranje’s 179 Kernkamp, ‘De Geuzenprins’, 111; hierbij geloof en godsdienstpolitiek (Haarlem 1933) 7. werd de macht van de regering en daarbij 164 J.S. Theissen, ‘De Prins van Oranje in tevens van de prins omschreven. In de schut- de Nederlandse geschiedschrijving’ in: De terijen tref je de middenklasse aan; zoals Savornin Lohman e.a. ed., Prins Willem van gesteld was dit in elk geval een opening naar Oranje 1533-1933 (Haarlem 1933) 301-342. de niet-elite. Commissie van Redactie onder voorzitter- 180 Romein, De lage landen, 587-588; Romein schap van jhr. mr. B.C. de Savornin Lohman; noemt deze behoefte aan Oranje een ‘socio- ook hier de verwijzing (naar Nuyens) naar logisch verschijnsel’. de verschillende oordelen over Oranje, 181 J.W. Smit, inleiding op Robert Fruin, tussen ‘afgodische vereering eenerzijds en Opstellen over Willem van Oranje (11de druk; totale verguizing aan de anderen kant’. Utrecht en Antwerpen 1960); Smit stelt hier 165 J.C.A. Fetter, ‘De symbolische beteeke- dat Fruins mening over Oranje door zijn nis van Willem van Oranje’ (uitgave vcjc; verdedigende houding ‘sterk is beïnvloed 1933) 2-3. en te eenzijdig is gekleurd en te schraal en te 166 Rogier, ‘Evoluties’, 119; Van de Westelaken, beperkt is uitgevallen’. ‘De Oranjeherdenking’, 166. 182 J.A. van Hamel, Wat de Zwijger nu tot ons 167 G.W. Kernkamp, ‘Van Wagenaar tot Fruin’ zegt. Een beschouwing uit het verleden voor in: J.A.L. Lancée ed., Mythe en Werkelijkheid het heden (Haarlem 1933). (Utrecht 1979) 121-145, aldaar 136; Kernkamp 183 Fetter, ‘De symbolische beteekenis’, 2. constateert bij protestanten en katholieken 184 Joosten, Katholieken en fascisme, 185; ver- eenzijdigheid, maar na 1870 zou het ‘wapen- wijzing G. Knuvelder, De Mythe Nederland. gekletter’ zijn verstomd. Beschouwingen over het nationaal en koloni- 168 Sap, Wegbereiders, 321. A.A. van Schelven, aal vraagstuk (Hilversum 1932); Roeping was Willem van Oranje (2de druk; Amsterdam een katholiek blad, waarin ook hervorming 1943) 50-51. van het staatsbestel in autoritaire zin werd 169 Blaas, De burgerlijke eeuw, 113; verwijzing bepleit, evenals de vorming van een Groot- naar beide tijdschriften. Nederlandse staat. 170 Van de Westelaken, ‘De Oranjeherden- 185 G. Knuvelder, ‘Oranje als mythe’, Roeping king’, 166. xi (maart 1933) 329-332. 171 Anton van Duinkerken stond ook sympa- 186 Van Duinkerken en Huincks ed., Dichters thiek tegenover de Groot-Nederlandse ge- om Oranje, 86; uit Albert Verwey, Oorspron- dachte. Zo verscheen van hem in 1931 ‘Groot kelijk dichtwerk ii (Amsterdam 1938) 9. Nederland en wij’. 187 Van Duinkerken en Huincks ed., Dichters 172 Wilhelmina, Woorden van H.M., 53-54. om Oranje, 86; uit Verwey, Oorspronkelijk 173 H. Brugmans, Wij Europa (opgetekend dichtwerk ii. door Hanna Kirsten; Amsterdam 1988) 77; 188 H.F.K. van Nierop, ‘Oranje boven: Willem Van de Westelaken, ‘De Oranjeherdenking’, van Oranje als zinnebeeld van de natie’, Wil- 16; G. Knuvelder, Historie en mythe (niet in lem van Oranjelezing (Delft 2003) 89-109, de handel verschenen, Universiteitsbiblio- aldaar 90. theek Universiteit van Amsterdam; Amster- 189 Rogier, ‘Evoluties’, 119; Rogier ziet de dam 1934) 23. Oranjebeelden van zowel Fruin, Groen als 174 Van Veen, ‘De huldiging’, 50. van kritische katholieken als Nuyens en 175 Van Veen, ‘De huldiging’, 53. Alberdingk Thijm als mythisch en verwijst 176 Van Veen, ‘De huldiging’ 58. naar J.W. Berkelbach van der Sprenkel als 480 nederland en het verhaal van oranje

mogelijk definitieve visie op Oranje. naar eigenheid, 100. 190 Opnieuw, omdat de vroegere patriotten 204 Wijne, Stuuf Wiardi Beckman, 90-92; Hal- en Oranjeklanten en Oranje in 1813 hiertoe bertsma-Wiardi Beckman, ‘Wiardi Beckman bereid waren geweest. en de nationale gedachte’, 163. 191 N. Pas, De geschiedenis van Frankrijk 205 J.P. Kruijt, Het Nederlandse volkskarakter (Amsterdam 2008) 90-91; N. Beyens, Over- en het socialisme (Arnhem 1934). gangspolitiek (Amsterdam 2009) 24, 39; H.L. 206 Van Ginkel, Op zoek naar eigenheid, 101; Wesseling, Frankrijk in oorlog, 1870-1962 verwijzing naar Kruijt, Het Nederlandse volks- (Amsterdam 2006) 196-197. karakter; J.P. Kruijt, Sociale tegenstellingen en 192 J. Lacouture, Léon Blum (Parijs 1977) 229. democratisch socialisme (Amsterdam 1935). 193 P. Geyl, Geschiedenis van de Nederlandse 207 Ruitenbeek, Het ontstaan, 40; Waltmans, stam i (tot 1581) (1ste druk 1930, paperback- De Nederlandse politieke partijen, 74. herdruk; Amsterdam 1961) 260; ‘Oranje was 208 Bagehot, De voor- en nadelen, 28-30. de aangewezen man…’. 209 ‘Mededeelingen’ van de Bond van Chris- 194 Romein, De lage landen ii (1ste druk 1934, telijke Oranje-Vereenigingen in Nederland, Zeist 1961) 11; hier wordt van Oranjes ‘ze- maart 1934, no.1. abcov. Er werden ook delijke moed zijner overtuiging’ en van zijn telegrammen verstuurd naar prins Hendrik ‘meesterlijke politieke rede’ in de Raad van en prinses Juliana en er werd een krans ge- State op oudjaar 1564 gesproken. legd in een van de zalen in het paleis aan het 195 Romein, De lage landen. Jan en Annie Lange Voorhout. Romein, die Huizinga in het ‘besluit’ van De 210 De Beaufort, Wilhelmina, 111; verwijzing lage landen bij de zee prezen als grondlegger M.G. Schenk en J.B.Th. Spaan, Vorstenhuizen van de wetenschap der cultuurgeschiede- in onze tijd (Baarn 1953) 32. nis in Nederland, noemden ook nog andere 211 Heemstra, Goeie lieve tijd, 71-72. publicaties van Huizinga, namelijk: Uit de 212 ‘Mededeelingen’ van de Bond van Christe- voorgeschiedenis van ons nationaal besef, De lijke Oranje-Vereenigingen, december 1936, beteekenis van 1813 voor Nederland’s geeste- nr. 18, Dordrechts Nieuwsblad (19-10-1936). lijke beschaving en Nederland’s beschaving in 213 Van Kaam, Parade der mannenbroeders, de zeventiende eeuw. 244-245; Ook Boutens, Prins, Verwey en 196 Huizinga, Nederland’s geestesmerk, 7. Werumeus Buning e.a. toonden zich geïn- 197 W. Otterspeer, Orde en trouw. Over Johan spireerd door het Oranjehuwelijk. Huizinga (Amsterdam 2006) 169, 239. 214 Van Duinkerken en Huincks ed., Dichters 198 Otterspeer, Orde en trouw, 169; zie ook om Oranje, 256; met toelichting op pagina 58. Huizinga, Patriottisme en nationalisme. 215 Wijne, Stuuf Wiardi Beckman, 96 e.v. 199 Huizinga, Nederland’s beschaving, 50; ver- 216 Cornelissen, Harmsen en De Jong ed., wijzing naar de Vader des Vaderlands. De taaie rooie rakkers, 269. 200 H.B. Wiardi Beckman, Het syndicalisme in 217 Groot, ‘Vlaggen in top’, 197-198; verwij- Frankrijk (Amsterdam 1931). zing Notulen partijbestuur (26-9-1936), iisg, 201 H.B. Wiardi Beckman, ‘In de schaduwen archief sdap, inv.nr. 105. van morgen’, De Socialistische Gids 20 (no- 218 A. van der Louw, Rood als je hart. ’n Ge- vember 1935) 718-725. schiedenis van de ajc (Amsterdam 1974) 198. 202 Wilhelmus bij Koninklijk Besluit (5-10- 219 Cornelissen, Harmsen en De Jong ed., De 1931), Rood-wit-blauw bij kb (19-2-1937). taaie rooie rakkers, 271; verwijzing Het Volk 203 H.B. Wiardi Beckman, Sociaal-democratie (15-12-1936). en nationale gedachte (Amsterdam 1935); J.S. 220 Cornelissen, Harmsen en De Jong ed., De Wijne, Stuuf Wiardi Beckman (Amsterdam taaie rooie rakkers, 271. en Brussel 1987) 90 e.v.; Van Ginkel, Op zoek 221 H.J.L. Vonhoff, De zindelijke burgerheren. noten 481

Een halve eeuw liberalisme (Baarn 1965) 156- nisatie en rationalisatie en de uitbreiding 157; Van der Louw, Rood als je hart, 199. van de communicatiemogelijkheden. Ook 222 J. de Kadt, Politieke herinneringen van een verschijnselen zoals de toename van ontker- randfiguur (Amsterdam 1976) 249-251. kelijking en de invloeden van de moderne 223 Groot, ‘Vlaggen in top’; verwijzing E. van cultuur zoals massa-amusement, kosmopo- Hinte in De Sociaal-Democraat (24-10-1936). litisme, film, radio, jazz en moderne dansen 224 Wijne, Stuuf Wiardi Beckman, 116. werden ervaren als ondermijnend voor de 225 Wijne, Stuuf Wiardi Beckman, 117. westerse beschaving. 226 M.A. Thung, Naar een publiek ethos? 239 Ruitenbeek, Het ontstaan, 69-86. (Leiden 1980) 15. 240 Waltmans, De Nederlandse politieke partijen, 227 A.F. Manning, ‘Koningin Wilhelmina’ in: 91 e.v.; A.M. Joekes, Langs democratische weg C.A. Tamse ed., Nassau en Oranje (Alphen (rede A.V. Vrijzinnig Democratische Bond, aan den Rijn 1979) 382. 21 november 1936; Assen 1936) 3; P.J. Oud, De 228 Het Volk (1-9-1938); zie ook De Jong, Vrijzinnig-Democratie in verleden, heden en ‘Rood en Oranje’, 271-273. toekomst (rede Den Haag, 28 oktober 1935; 229 Volk en Vaderland 35 (1933). brochure, Haarlem 1936) 3 e.v.; de liberalen 230 Volk en Vaderland 47 (1933) 5. waren verdeeld over de behoudende Vrij- 231 Heemstra, Goeie lieve tijd, 74-76; Faber- heidsbond of Liberale Staatspartij (1924) en Verwer, 100 Jaar Oranjevereniging, 31; Van de aanmerkelijk progressievere Vrijzinnige der Straaten, Oranjevereniging Wilhelmina Democratische Bond (vdb). Juliana, 24. 241 Onder studenten, bijvoorbeeld tijdens 232 Heemstra, Goeie lieve tijd, 74 e.v.; Faber- de conferenties van de Nederlandse Chris- Verwer, 100 Jaar Oranjevereniging, 30. ten Studenten Vereniging (ncsv), was de 233 J. Goudsblom, ‘Koningen en hun rijken’ invloed merkbaar van de dialectische theo- in: Bruin en Verrips ed., Door het volk gedra- logie van Karl Barth, op grond waarvan con- gen, 7-27, aldaar 20 e.v.; Bagehot, De voor- en fessionele politiek discutabel zou worden. nadelen, 36 e.v. Vooral in kringen van de chu, waar men van 234 De Oranjevaan (augustus 1948). oudsher zowel moeite had met de neutrale 235 Groot, ‘Vlaggen in top’, 198; verwijzing staat als met de leer van de antithese, bleek Christel van Dorp, Oranje Boven. De viering men hiervoor wel ontvankelijk. Maar voor van jubileumfeesten van koningin Wilhelmina de oorlog zou het effect hiervan nog zeer be- in Amsterdam in 1923 en 1938 (ongepubli- perkt blijven. Wieten, Dagblad en doorbraak, ceerde doctoraalscriptie Universiteit van 72; N. Beyens, Overgangspolitiek, 38. Amsterdam; 1995) 38-40, 49-50. 242 Kossmann, De Lage Landen, 74. Een voor- 236 Groot, ‘Vlaggen in top’, 198. beeld op het gebied van de moraal zien we 237 H.L. Wesseling, Alles naar wens (Am- bij E. Michel met zijn Anti-homo. Geschrift sterdam 1998); Wesseling wijdt hierin een tegen de weekdieren onzer samenleving (Am- hoofdstuk aan ‘Huizinga en de jaren dertig’. sterdam 1929). Hij zou onder meer zo aanspreken omdat 243 E.B.F.F. Wittert van Hoogland, Onder- zijn werk vooral een weergave is van ‘l’esprit schatting van de staat met betrekking tot zijn des années trente’. sociale taak (rede ter herdenking van het 238 Van Ginkel, Op zoek naar eigenheid, 94- 10-jarig bestaan van de Vereniging van Ra- 95; dit sloeg op verschillende en soms ook den van Arbeid 29-1-1930, Haarlem 1930). tegenstrijdige ontwikkelingen zoals bevol- 244 Oud, Honderd jaren, 301. Al in 1935 ver- kingsgroei of juist geboorteplanning en tal weet de katholieke woordvoerder in de van andere tendensen, waaronder massifica- Tweede Kamer, P.J.M. Aalberse, Colijn ‘een- tie, verstedelijking, industrialisatie, mecha- zijdigheid’. 482 nederland en het verhaal van oranje

245 E. Brongersma, later lid van de Eerste daargelaten) tot en met prins Bernhard er Kamer voor de PvdA, publiceerde bijvoor- minder geschikt voor. beeld De opbouw van de corporatieve staat: 257 De Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden het nieuwe Portugal (Utrecht 1940). i, 544. 246 Er wordt wel gesteld dat de verzuiling 258 Manning, ‘Koningin Wilhelmina’, 383. zowel een stabiliserend als verstarrend ef- 259 Tamse, Het Huis van Oranje, 397. fect had op de Nederlandse samenleving. 260 Wilhelmina, Eenzaam maar niet alleen, 198. Enerzijds kregen fascisme en communisme 261 De Rooy, Republiek van rivaliteiten, 191. er weinig kansen door, anderzijds leidde het 262 Fasseur, Wilhelmina, 2001, 150. tot volgzaamheid van de aanhang van de 263 De Jong, ‘Rood en Oranje’, 272-274. zuilen aan de elites. Blom, De muiterij, 22-23; 264 Van der Heijden, Grijs verleden, 69. De Rooy, Republiek van rivaliteiten, 179-180; 265 Fasseur, Wilhelmina, 2001, 150-151; ver- Kossmann, De Lage Landen ii, 48-52. wijzing De Groene (12-2-1938, 12-8-1939); en 247 Van Ginkel, Op zoek naar eigenheid, 127. voor tekst toespraak Vorrink: Eenheid door 248 Kossmann, De Lage Landen, 140; Willem Democratie (19-8-1939), Keesings Historisch Hofstee, Goden en mensen (Kampen 1997) 69. Archief, 390 4b. 249 R. Boomkens, De nieuwe wanorde (Am- 266 Tamse, Het Huis van Oranje, 399. sterdam 2006) 45; E.W. Hofstee, Korte 267 Fasseur, Wilhelmina. Krijgshaftig, 297. demografische geschiedenis van Nederland van 268 J.A.W. Burger, ‘Koningin Wilhelmina 1800 tot heden (Haarlem 1981) 60; C. van der toen!’ in: Tamse, Koningin Wilhelmina, 71; Heijden, Grijs verleden (Amsterdam en Ant- Van der Heijden, Grijs verleden, 113-114; werpen 2001) 62. verwijzing J.A.W. Burger, Oorlogsdagboek 250 Kossmann, De Lage Landen, 239; hier is (Amsterdam 1995) 59, 61. sprake van Banning als van een ‘veelzijdige 269 De Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden en erudiete hervormer en moralist’. Huijsen, xii, 1114; Fasseur, Wilhelmina. Krijgshaftig, Socialisme als opdracht, 71 e.v. De Rooy, Repu- 488. bliek, 190. 270 Anderson, Imagined Communities, 7. 251 W. Banning, Geestelijke herbewapening 271 J. Schaap, Het recht om te waarschuwen (Rotterdam 1939). (Amsterdam 2007) 79, 81. 252 Al eerder was er sprake van een wat be- 272 Fasseur, Wilhelmina. Krijgshaftig, 249-250. vindelijke vroomheid, niet vrij van enige 273 Tamse, Het Huis van Oranje, 397. dweepzucht. Wilhelmina, Eenzaam maar 274 Schaap, Het recht om te waarschuwen, 130. niet alleen, 223-231; Fasseur, Wilhelmina. 275 C. Fasseur, Wilhelmina – Sterker door strijd Krijgshaftig, 285-294. (Amsterdam 2003) 103. 253 Wilhelmina, Eenzaam maar niet alleen, 276 Wilhelmina, Woorden van H.M; De Beau- 99-100. fort, Wilhelmina, 130-132; verwijzing E.N. van 254 De Oranjevaan 10 (maart 1939). Kleffens, De overweldiging van Nederland 255 Fasseur, Wilhelmina. Krijgshaftig, 249-250. (Londen 1941) 182, 185. 256 Hoekstra, Het hart, 191; verwijzing 277 Fasseur, Wilhelmina. Krijgshaftig, 425. Stuurman, Verzuiling, kapitalisme, 206; het 278 Schaap, Het recht om te waarschuwen, 125. interbellum is hier voor Nederland ‘het 279 Schaap, Het recht om te waarschuwen, 125. morele tijdperk bij uitstek’. Een vrouw als 280 Tamse, Koningin Wilhelmina, 33, 34. Wilhelmina als leider van Nederland als 281 Schaap, Het recht om te waarschuwen, ‘morele natie’ was wel gemakkelijker dan 171-174. een man. De lifestyle van de mannelijke le- 282 Schaap, Het recht om te waarschuwen, 171- den van het Oranjehuis maakte hen vanaf de 174, Fasseur, Wilhelmina. Krijgshaftig, 340; negentiende eeuw (een enkele uitzondering verwijzing radiorede van 17 oktober 1942. noten 483

283 Schaap, Het recht om te waarschuwen, 266. 295 Fasseur, Wilhelmina. Krijgshaftig, 490-492. 284 N. van der Zee, Om erger te voorkomen 296 Van Ginkel, Op zoek naar eigenheid, 135- (4de druk; Amsterdam 2000) 194. 136. 285 Fasseur, Wilhelmina. Sterker, 2002, 138, 142, 297 Schaap, Het recht om te waarschuwen, 89. 145, 148. 298 Van der Heijden, Grijs verleden, 113 e.v. 286 Schaap, Het recht om te waarschuwen, 228. 299 Van der Heijden, Grijs verleden, 114. 287 Schaap, Het recht om te waarschuwen, 118. 300 Tamse, Koningin Wilhelmina, 283. 288 Ze stond hierin ook onder de vorsten niet 301 Het vrij Nederlandsch liedboek (uitgegeven alleen. Leopold iii van België had dezelfde in Bezet Nederland 1944). In M.G. Schenk wensdromen. Te Velde, ‘De drie fasen van de en H.M. Bos ed., Geuzenliedboek 1940-1945 constitutionele monarchie’, 114. (Amsterdam 2005) wordt het toegeschre- 289 Beyens, Overgangspolitiek, 69-72; C. van ven aan ds. W.L. Welter, hofpredikant: Esterik en J. van Tijn, . Een leven ‘verscheen nog legaal gedrukt op prentbrief- lang dwars (Amsterdam 1984) 36. kaart met foto van koningin, vrijwel onmid- 290 Hoewel ze zich in haar boek Eenzaam dellijk na de capitulatie’. maar niet alleen bijna nergens inliet met 302 L.E. Winkel en H. de Vries, ‘De onder- politiek, is het veelzeggend dat ze toch nog grondse pers 1940-1945’ (Rijksinstituut voor met instemming verwees naar twee geschrif- Oorlogsdocumentatie; Den Haag 1954); In- ten met ideeën voor vernieuwing, namelijk leiding: ‘Hoe het werd’, 13-37, aldaar 13-15. van de jong gesneuvelde Engelandvaarder 303 niod: in Doc. ii-36; brief van Hagenaar E. Michielsen en van Boisot. Dit laatste was aan niod. de schuilnaam van mr. J.G. de Beus, de se- 304 niod: in Doc. ii-36; letterlijke transcrip- cretaris van minister-president Gerbrandy. tie van brief aan niod, uitgezonderd aange- In zijn brochure De Wedergeboorte van het paste spelling. koninkrijk (Londen 1942) bepleitte De Beus 305 E. Werkman, Ik néém het niet. Hoogtepun- een drastische versterking van de positie ten uit het Verzet 1940-1945 (keuze van Evert van de regering ten koste van de Staten- Werkman; Leiden 1965) 31. Generaal en van de politieke partijen. Dit 306 W. Drees, Van mei tot mei (Assen 1958) 29; streven zou later wel als gaullistisch worden deze opmerking van Drees geeft aan dat de gekwalificeerd. Hoe vaag Wilhelmina’s op- boosheid hierover betrekkelijk snel minder vattingen ook waren, vernieuwing zag ze als werd. onontkoombaar. 307 Brief van 6-8-1940 van de burgemeester 291 De Rooy, Republiek van rivaliteiten, 204. van Baarn aan het bestuur van de Bond van 292 Kossmann, De Lage Landen ii, 149. H. van Christelijke Oranje-Verenigingen. den Heuvel en G. Mulder, Het vrije woord. 308 Schrijven van Bestuur van Bond van De illegale pers in Nederland 1940-1945 (Den Christelijke Oranje-Vereenigingen van 1-7- Haag 1990) 158, 166. 1940; in: archief van de Bond van Oranjever- 293 C.P.M. Romme, Nieuwe grondwetsarti- enigingen. kelen, een bijdrage tot herstel en vernieuwing 309 A. Hatch, Prins Bernhard: zijn plaats en (Amsterdam 1943) 4; denkend aan een functie in de moderne monarchie. Een geautori- overgangstijd waarin het ‘volle Staatsgezag’ seerde biografie (Amsterdam 1962) 110. zou worden uitgeoefend door Oranje, ‘het 310 Schenk en Bos ed., Geuzenliedboek, 18. eenige wettige orgaan dat ons is gebleven’, 311 A. Dessing, Tulpen voor Wilhelmina (Am- maakt ook Romme een vergelijking tussen sterdam 2005) 250. 1945 en 1813. 312 Fasseur, Wilhelmina. De jonge koningin, 294 C. Fasseur, Juliana & Bernhard (Amster- 160; M. Aerts, ‘Om het lot van de krijgsman dam 2008) 92-93. te delen’, Sekse en oorlog. Jaarboek voor Vrou- 484 nederland en het verhaal van oranje

wengeschiedenis (Amsterdam 1995) 11-32. lieten alle auteurs zich positief uit over de 313 Hatch, Prins Bernhard, 117, 137-138. plaats van Oranje, zelfs de communisten, 314 Fasseur, Wilhelmina. Krijgshaftig, 2001, hoewel ze aangaven dat de Kroon geen 437. staatkundige rol diende te spelen; Om Neer- 315 ‘Dapper? Henk gruwde van dat woord’, lands Toekomst (2de druk zomer 1944) 80. Vrij Nederland (4-30 september 2010). 332 de Volkskrant (1-9-1945). 316 H.M. van Randwijk, In de schaduw van 333 Trouw (27-6-1945). gisteren (Den Haag 1970) 21; G. Rutten, Ont- 334 W. Thomassen, Opening van zaken. Een en moetingen met Wilhelmina (Utrecht 1962) 9. ander over de voorbereiding van de Partij van 317 Schenk en Mos ed., Geuzenliedboek, 138, de Arbeid (Amsterdam 1946) 41. xviii. Eerste couplet van het gedicht dat 335 ‘Kroon en volk’, Het Vrije Volk (30-8-1945). onder meer wordt toegeschreven aan Bertus 336 de Volkskrant (31-8-1946). Aafjes en aan een onbekende vrouw in Rot- 337 Aerts, ‘Om het lot van de krijgsman te terdam. delen’, Sekse en oorlog. Jaarboek voor Vrou- 318 Winkel en De Vries, ‘De ondergrondse wengeschiedenis. pers’; 20, verwijzingen Meldungen aus den 338 Tamse, ‘Koningin Wilhelmina’, 15. Niederlanden, no. 3, 6 juli 1940 en ib. no 20, 339 Fasseur, Wilhelmina. Sterker, 58. 12-11-1940. 340 T. Booy, De levensavond van Wilhelmina 319 Dessing, Tulpen voor Wilhelmina, 373, (Amsterdam 1965) 214; Charles de Gaulle, noot 22; verw. naar B. van der Boom. Mémoires 1940-1946 (Parijs 1959; vert. Am- 320 J. Withuis, Weest manlijk, zijt sterk (Am- sterdam en Brussel 1963) 9 e.v. sterdam 2009) 113-114. 341 De Gaulle, Mémoires, 9; Fr. Mauriac, De 321 A. den Doolaard, Europa tegen de moffen Gaulle, (vert. Utrecht 1965) 89. (Amsterdam 1946) 56-60. 342 H.L. Wesseling, Vele ideeën over Frankrijk 322 Den Doolaard, Europa tegen de moffen, (Amsterdam 1987) 180-186; hier wordt inge- 184. gaan op de theorie van de twee Frankrijken 323 Schenk en Mos ed., Geuzenliedboek, 247, en van de breuk in de Franse geschiedenis, xxii. waarbij het Frankrijk van de monarchie en 324 H.van Wijnen, De Prins-Gemaal (Amster- het katholicisme staat tegenover dat van de dam 1992) 92-93; De Jong, Het Koninkrijk Verlichting en de Revolutie, terwijl voor De der Nederlanden xa, hoofdstuk 14. Gaulle de Franse geschiedenis in relatie tot 325 Van den Heuvel en Mulder, Het vrije de Franse grandeur een eenheid vormt. woord, 158, 166; de bewindslieden, inclusief 343 H.W. von der Dunk, De verdwijnende he- Gerbrandy, kwamen hierover vanaf 1942 mel ii (Amsterdam 2000). tegenover de koningin te staan. Zie ook: 344 Pas, De geschiedenis van Frankrijk, 96-98; Beyens, Overgangspolitiek, 73 e.v. Mauriac, De Gaulle, 34-35; Wesseling, Frank- 326 Withuis, Weest manlijk, 181. rijk in oorlog, 235-238. 327 J. Withuis, Na het kamp (Amsterdam 345 Pas, De geschiedenis van Frankrijk, 101-102; 2005) 41. Hier worden communisten en pa- Wesseling, Frankrijk in oorlog, 255. triotten onderscheiden. 346 Beyens, Overgangspolitiek, 191, 235, 259, 328 Tamse, ‘Koningin Wilhelmina’, 14. 265-281. 329 Tamse, Het Huis van Oranje, 399. 347 G.A.C. van der Lem, ‘De Prins in de ge- 330 Het Vrij Nederlandsch Liedboek, 19, 21; in schiedschrijving van de laatste halve eeuw’ Schenk en Bos ed., Geuzenliedboek, 15-16. in: Haitsma Mulier en Janssen ed., Willem 331 In een publicatie uit de zomer van 1943 van Oranje, 191-219; De Tachtigjarige Oorlog waarin verschillende politieke partijen zich (Amsterdam 1941) verscheen in verband uitspraken over het naoorlogse Nederland, met Pressers jood-zijn op naam van B.W. 485

Schaper. J.W. Berkelbach van der Sprenkel, schiedenis van de cpn 1938-1991 (Amsterdam De vader des vaderlands. 1995) 154, 513, 514. 348 M. Nussbaum, Love’s Knowledge (Oxford 8 E. Durkheim. Les formes élementaires de la en New York 1990), verw. Simone van der vie religieuse (Parijs 1960), laatste hoofd- Burg, ‘Martha Nussbaum’, in: Achterhuis e.a. stuk; extreme collectieve emoties, die bij ed., Denkers van nu, 409-423, aldaar 410. een oorlog horen, werken verenigend. 349 Tamse, Koningin Wilhelmina, 399; Tamse 9 Bellah, ‘Civil Religion in America’. stelt dat ‘de Oranjemythe in die zware jaren 10 Bellah, ‘American Religion’, 221. Bellah een levende werkelijkheid werd’. wijst erop dat hij, door op deze manier het 350 De Visscher, ‘Paul Ricoeur’, 15. begrip religie te gebruiken, voortbouwt op 351 Renan, Wat is een natie?, 53. de traditie van Durkheim, die stelt dat elke 352 Rogier, ‘Evoluties’, 119. Over het werk van duurzame sociale groep een manier heeft om Berkelbach van der Sprenkel constateerde haar identiteit uit te drukken die sociolo- Rogier dat diens visie een goede kans maak- gisch gezien ‘religieus’ kan worden genoemd. te als definitief te worden beschouwd. Ik gebruik in de regel de term civil religion in plaats van publieke religie om te bena- drukken dat het begrip civil religion ruimer uitvalt dan religie in de zin van godsdienst. iii de natie als gezindheid Hoewel in de Verenigde Staten en Neder- 1 Hoetink, ‘Inleiding’, viii. land zeker ook de godsdienst as such een rol 2 Van Ginkel, Op zoek naar eigenheid, 177 ev. speelde. Bellah verwijst naar de Amerikaanse Ook hier wordt gewezen op de vele uitingen presidenten, die in hun inaugurele redevoe- van nationale vreugde en de ‘vrijwel mythi- ringen allemaal naar God verwezen. Ook de sche glans’ die Wilhelmina had gekregen. koninginnen Wilhelmina en Juliana deden De emigratie gaf wel een zekere malaise aan. dit, zoals ze ook hun troonredes afsloten met 3 Romein, De lage landen, iv, 90. Hier wordt een verwijzing naar God en zelfs in hun ‘se- de term ‘ziel in het verzet’ gebruikt. culiere’ redevoeringen veelvuldig naar God 4 De Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden xii, verwezen. Zie ook: M.B. ter Borg, ‘Publieke 255; Fasseur, Wilhelmina. Sterker, 104; Typisch religie in Nederland’ in: idem, Het geloof der Nederland(s). Vijftig jaar opmerkelijke opinies goddelozen, 135-155, aldaar 138. Volgens Ter (nipo; 1995). Verwijzingen naar populari- Borg bestaat er in Nederland ook zoiets als teitspeilingen na de oorlog, toen werd toe- een civil religion en hij wijst daarbij op L. gevoegd: ‘Leden van de Koninklijke familie Laeyendecker, die voor Nederland gegevens uitgezonderd’. De reden hiervoor was dat de boven water bracht ‘die sterk doen denken koningin iedere andere landgenote in po- aan wat Bellah in Amerika heeft gevonden’. pulariteit deed verbleken. Wat latere critici 11 G. Bolkestein, ‘De koningin in balling- betreft, kan bijvoorbeeld worden gedacht schap’ in: Vijftig jaren, 31-48, aldaar 46. aan Beyens, Overgangspolitiek. 12 Bellah en Hammond, Varieties of Civil Re- 5 H. Roland Holst Van der Schalk, ‘Aan Ko- ligion, Introduction; verwijzing naar Martin ningin Wilhelmina’ in: Vijftig jaren. Officieel Marty, die spreekt van public theology en gedenkboek ter gelegenheid van het gouden re- Walter Lippmann, die spreekt van public geringsjubileum van Hare Majesteit Koningin philosophy. Wilhelmina (Amsterdam 1948) 10,11. 13 Public theology zou ik willen zien als de 6 E. Etty, Liefde is heel het leven niet. Henriëtte kerndoctrine of kernopvatting over de Roland Holst 1869-1952 (2de druk; Amster- plaats en opdracht die de natie door een dam 1997) 594. bepaalde bevolkingsgroep op grond van een 7 G. Verrips, Dwars, duivels en dromend. De ge- specifieke theologie in de wereld worden 486 nederland en het verhaal van oranje

toegedacht en die een dragend element kan kabinet-Schermerhorn-Drees heette een ‘na- zijn van de vagere en veel breder gedragen tionaal kabinet van herstel en vernieuwing’. civil religion. In Nederland hebben we als Het werd op 27 juni 1945 door koningin markant voorbeeld hiervan de christelijk- Wilhelmina met een korte radiotoespraak nationale ideologie van God, Nederland en geïntroduceerd. De aanduiding nationaal Oranje. Ik vind het verantwoord te spreken was discutabel omdat de communisten en over ideologie omdat het om een samenhan- antirevolutionairen hun redenen hadden gende visie ging op gezag, maatschappelijke gehad om buiten de regering te blijven. ordening en publieke moraal. Kennedy, H.van der Horst, Onze premiers (1901-2002) Bezielende verbanden, 104 e.v. Kennedy (Amsterdam 2007) 171-172. gaat hier in op de ‘publieke theologie’ in 23 Kossmann, De Lage Landen ii, 237-239; Nederland en noemt ‘een Kossmann, Naoogst, 98. van de bekendste vertegenwoordigers van 24 Ruitenbeek, Het ontstaan, 91-95. Ruiten- de confessionele publieke theologie’. Van beek wijst erop dat de Nederlandse Unie een confessionele publieke theologie kan pretendeerde de vernieuwster van het worden gesproken omdat er veel overeen- politieke leven te zijn, dat in deze kringen komst was tussen orthodox calvinisme en een uitgesproken afkeer bestond van het de rooms-katholieke leer waar het ging over vooroorlogse politieke leven in Nederland de oorsprong van het gezag, de publieke en dat volgens schatting 50 procent van moraal en begrippen als ‘subsidiariteitsbe- de gijzelaars in Gestel Unielid was. De ginsel’ en ‘soevereiniteit in eigen kring’. Deze invloed in meer autoritaire richting die confessionele publieke theologie valt ruimer uitging van Unieprominenten op de groep- uit dan het specifieke christelijk-nationale Schermerhorn-Banning-Brugmans, is van concept. verschillende zijden betreurd. Zie: H.J.A. 14 Eijnatten, God, Nederland en Oranje, 460- Hofland,Tegels lichten (4de druk; Amster- 462; Bellah en Hammond, Varieties of Civil dam 1972) 18. Religion, Introduction; Tamse, ‘Koningin 25 Kossmann, De Lage Landen ii, 234. Wilhelmina’, 395; verwijzing naar Booy, De 26 Fasseur, Wilhelmina. Krijgshaftig, 490. levensavond van koningin Wilhelmina, 214. 27 Banning, De dag van morgen (Amsterdam 15 Hoewel Willem van Oranje voor katholie- 1945) 18, 30, 130. ken in Nederland lang omstreden bleef, juist 28 Zunneberg, Willem Banning, 142. Brug- vanwege de Opstand. mans had in het Franse blad Esprit artikelen 16 A. Kuyper, ‘Varia Americana’, afgedrukt in: gelezen van personalisten zoals de Zwitser George Harinck, Mijn reis was geboden. Abra- Denis de Rougemont en de Fransen Emma- ham Kuypers Amerikaanse tournee (Hilver- nuel Mounier en Jacques Maritain en hun sum 2009) 77-188, aldaar 94-95, 112-113, 147. ideeën ingebracht in Gestel. Banning was 17 Bellah, ‘Religion in the American Repu- al eerder beïnvloed door Martin Buber, die blic’, 255. een ‘Entmengung der Massen’ bepleitte. 18 Bellah, ‘The American Case’, 11. 29 Banning, De dag van morgen, 103 ; Jean-Luc 19 Kuyper, ‘Varia Americana’, 94. Nancy, La communauté désoeuvrée (Parijs 20 Fasseur, Wilhelmina. Krijgshaftig, 487; hij 1983). Nancy waarschuwt tegen het verlan- verwijst naar De Jong, Koninkrijk der Neder- gen naar een ‘oorspronkelijke gemeenschap’, landen, xii, 1119. die harmonieus en intiem was en waarvan 21 J. Oegema, Een vreemd geluk. De publieke het verval zou leiden tot desintegratie en religie rond Auschwitz (Amsterdam 2003) normvervaging, maar die op deze wijze ei- 28, 37. genlijk nooit heeft bestaan. Charles Taylor, 22 Beyens, Overgangspolitiek, 176-177. Het Moderniteit in meervoud (Kampen 2005) 56. noten 487

Het verschijnsel van de individualisering 35 Hofland,Tegels lichten, 169. werd door veel personalisten niet gezien 36 Banning, De dag van morgen, 63. Banning als onderdeel van de sociale geschiedenis sprak van oerverbondenheden, die hij weer van de mens, of zoals Charles Taylor stelt, nader indeelde. als een ‘nieuw zelfbegrip van ons sociale 37 In zijn radiorede van 27 juni 1945 had mi- bestaan’. Laat staan dat de mogelijkheid dat nister-president Schermerhorn een aparte verzwakking van traditionele verbanden het paragraaf gewijd aan een rechtsorde van de individu vrijer zou kunnen maken, positief arbeid, een begrip dat we ook aantreffen in zou worden gewaardeerd. De mondige bur- Bannings De dag van morgen. Woltjer, Recent ger was voor de personalisten dan ook geen verleden, 208; Kossmann, De Lage Landen wenkend perspectief. Van Ginkel, Op zoek ii, 244-245. Het principe van de publiek- naar eigenheid, 177 e.v.; Van Ginkel spreekt rechtelijke bedrijfsorganisatie zou tot veel van ‘de naoorlogse morele imperatief ’. discussie leiden, maar uiteindelijk kwam 30 Ruitenbeek, Het ontstaan, 210-214; M. de er betrekkelijk weinig van terecht, behalve Keizer, De gijzelaars van Sint Michielsgestel dat er een belangrijk adviesorgaan van de (Alphen aan den Rijn 1979) 164-165. De regering als de Sociaal-Economische Raad vroegere christelijk-historische politicus uit voortkwam. Van Walsum schreef in 1943 het opstel ‘Ver- 38 De Keizer, De gijzelaars, 144. nieuwing in nationaal-christelijke zin’, dat 39 De Keizer, De gijzelaars, 145. verscheen in de brochure Om Neerlands Toe- 40 Van der Leeuw, Balans van Nederland, 153. komst. Hij had later een belangrijke inbreng 41 Ruitenbeek, Het ontstaan van de Partij van in de formulering van de tekst van de PvdA de Arbeid, 258. over de godsdienst. 42 Trouw, 30 augustus 1945. Hier wordt ge- 31 D.J. Elzinga, ‘Monarchie en constitutioneel sproken van ‘Moeder des Vaderlands’. De neutrum’ in: idem, De Nederlandse constitu- Volkskrant, 31 augustus 1948. Hier is sprake tionele monarchie in een veranderend Europa van ‘de landsmoeder’. (Alphen aan den Rijn 2006) 7-21, aldaar 15. 43 Hofstee, Goden en mensen, 98. Van der 32 Romme, Nieuwe Grondwetsartikelen. Leeuw was godsdiensthistoricus en theo- 33 Rogier, ‘Evoluties’, 109-124. In deze lezing loog en had een internationale reputatie uit 1959 sprak Rogier de veronderstelling uit als wetenschapper. Kort na de inval van de dat Berkelbach van der Sprenkel een beeld Duitsers had hij zich aangesloten bij de Ne- had geschetst dat een goede kans maakt derlandse Unie. Hoewel hij niet als gijzelaar ‘als definitief te worden aangemerkt tot in had vastgezeten in Gestel, was hij wel op de lengte van dagen’. hoogte van de ideeënontwikkeling daar. 34 Beyens, Overgangspolitiek, 193. Beyens 44 Hofstee, Goden en mensen, 68, 99. verbaast zich er hier over dat in de discus- 45 Van der Leeuw, Balans van Nederland, 115. sie over de Voorlopige Staten-Generaal de 46 Van der Leeuw, Balans van Nederland, 37, deelnemers ‘opvallend vaak refereerden 44. aan de grondwet’, maar gelet op de aard van 47 Banning, De dag van morgen, 130 e.v.; H. de Grondwet, als ‘schikkingsakkoord van Brugmans, Personalistische cultuurpolitiek de elites’, was dit voor de hand liggend. Er (Den Haag 1946). Deze geestverwanten be- was namelijk geen dragende gedachte met steden ruime aandacht aan cultuurpolitiek betrekking tot de soevereiniteit waarnaar en wijzen een neutrale overheid eveneens overtuigend kon worden verwezen. Er was van de hand. de Grondwet als schikking waaraan ieder- 48 Van der Leeuw, Balans van Nederland, 33, een zich had te houden, ook de koningin, 121. die niet vrij was van autoritaire verlangens. 49 Artikel 9 van het Algemeen Reglement van 488 nederland en het verhaal van oranje

de Nederlands Hervormde Kerk van 1816 doorbraaksocialisten als Van der Leeuw dat noemde als taak onder meer ‘de bewaring de sociaaldemocratie inmiddels volstrekt van orde en eendragt en de aankweeking loyaal aan Oranje werd geacht. van liefde voor Koning en Vaderland’; in: 54 Van der Leeuw, Balans van Nederland, Schutte, De geschiedenis aan het volk, 11. Ken- 153, 158. Maar voor Van der Leeuw was nedy, Bezielende verbanden, 99-100. Hier de waarde van het koningschap dan ook wordt gewezen op de publicatie van de gelegen in, zoals hij stelde, ‘het feit, dat het bekende hervormde theoloog H. Kraemer, navolging van Christus is, en zijn waarde is Op welken grondslag: Een woord tot het Ne- des te hooger, naarmate het zijn voorbeeld derlandsche volk (1945). De chu bestond dichter benadert’. overwegend uit Nederlands-hervormden. 55 Als we het onderscheid volgen (van Bel- 50 J. van Putten, Politieke stromingen (2de lah, Kennedy, Marty) tussen civil religion druk Utrecht 1966) 184-186; G.E. van (publieke religie) en public theology (publie- Walsum, ‘Bracht de doorbraak desillusie?’, ke theologie), dan valt er wat voor te zeggen Socialisme & Democratie 11 (1959) 636-640, dat de inbreng van ‘vernieuwers’ zoals Van aldaar 638. Er waren nogal wat jonge pro- der Leeuw – ondanks hun pleidooi voor een minenten uit de chu overgestapt naar de ‘doorbraak’ – in bepaalde opzichten een na- PvdA. De auteur wijst erop dat ze hiermee echoën inhield van de orthodox-protestant- ook hoopten het streven van de hervormde se publieke theologie. Kennedy, Bezielende kerk naar herkerstening van het Nederland- verbanden, 99-104; S.W. Couwenberg, ‘Nati- se volk te ondersteunen. onale identiteit: van Nederlands probleem 51 Van der Leeuw, Balans van Nederland, 159 tot Nederlandse uitdaging’ in: Civis Mundi e.v.. Geen wonder dat het een oud-chu’er Jaarboek (2001) 9-61, aldaar 13. was, G.E. van Walsum, die de PvdA uitge- 56 Ter Borg, ‘De actualiteit van Bannings rekend de formuleringen leverde die, zoals personalisme’, 76-77. Ter Borg gebruikt hier Wim Thomassen stelde, ‘de vrijheid van de de term ‘herformuleren’. In Gestel had- kerken waarborgden en die het verband den figuren als Geyl en Van der Goes van aangaven tussen levensovertuiging en poli- Naters kritiek op de tegemoetkoming aan tieke keuze’. W. Thomassen, ‘Hier: de Partij het christendom gehad, bijvoorbeeld op van de Arbeid’ in: J. Bank en S. Temming Schermerhorns wens dat niet-christenen ed., Van brede visie tot smalle marge (Alphen zouden meewerken aan de bouw van een aan den Rijn 1981) 89-118, aldaar 110. ‘christelijke staat’. De Keizer, De gijzelaars, 52 Van der Leeuw, Balans van Nederland, 151, 106, 108. M. van der Goes van Naters: ‘Wèl 152. Hofstee, Goden en mensen, 147-149. Als had ik reserves, dat de toenadering – tot in wetenschapper had Van der Leeuw bijzon- hoofdzaak de linkse christenen – uitslui- dere belangstelling voor de mythe. In zijn tend van òns moest komen door een beetje beschouwingen over de Griekse religie zag christelijk mee te doen.’ Hij weet dit aan hij de mythe niet als iets sprookjesachtigs, de ‘Banningsfeer’ die in Sint-Michielsgestel maar als ‘een veel waarheidsgetrouwer en gedomineerd zou hebben. M. van der Goes diepzinniger verwoording van de realiteit van Naters, Met en tegen de tijd (Amster- van het bestaan’. dam 1980) 121, 122. Huijsen, Socialisme als 53 Van der Leeuw, Balans van Nederland, opdracht, 37, 95. Later zou ook uit kringen 157. Hoewel de PvdA bij de formulering van de ‘vernieuwers’ worden toegegeven van haar eerste beginselprogramma de dat hun ideeën nogal vaag waren uitgeval- sociaaldemocratische traditie zou voortzet- len. Brugmans, Wij Europa, 127; H. de Liagre ten en zich niet over het koningschap zou Böhl, ‘Banning in de Partij van de Arbeid: uitspreken, betekende het lidmaatschap van een verloren strijd voor de doorbraak’ in noten 489

Het twaalfde jaarboek voor het democratisch tuut, te houden op 28, 29 en 30 augustus 1946, socialisme (Amsterdam 1991) 56. Zeer kri- in de aula van de universiteit te Nijmegen tisch was later Rogier, Een zondagskind in (Nationaal Instituut; 1946); Van Ginkel, Op de politiek, 109-111. Ook hier weer kritiek op zoek naar eigenheid, 198-203. de sterke drang tot herkerstening van het 73 De toekomst der Nederlandse beschaving, 221 Nederlandse volk waarvan vooraanstaande (De Vries Reilingh). ‘vernieuwers’ blijk gaven. 74 D. Hondius, ‘Gewichtige lessen’ in: F. van 57 J. Poortstra, ‘Jeugd en zedelijkheid na de Vree en R. van der Laarse, De dynamiek oorlog’, in: H. Galesloot en M. Schrewel ed., van de herinnering. Nederland en de Tweede Fatsoen hersteld (Amsterdam 1987) 29-46, Wereldoorlog in een internationale context aldaar 30. Kossmann, De Lage Landen ii, 236: (Amsterdam 2009) 85-105, aldaar 100-101; P. ‘Half Nederland sprak met gelijke devotie de Zeeuw, J. Gzn., Onze scholen en het verzet over eenheid, eensgezindheid, tucht en gezag.’ (Amsterdam 1946). 58 Bellah, ‘Civil Religion in America’, 225. 75 De toekomst der Nederlandse beschaving, 59 Van Ginkel, Op zoek naar eigenheid, 192. Er 9-10. valt wat voor te zeggen om vanwege de con- 76 Binding (15-2-1946). tinuïteit de term cultuurnationalisme, die 77 Verheul, Nederlandse cultuur, 61-72. tijdens het interbellum werd gebruikt, ook 78 Verheul, Nederlandse cultuur, 74-75. hier te gebruiken. 79 F.J. Lammers, Tot u spreekt Hare Majesteit 60 J. Verheul, Nederlandse cultuur en particulier de Koningin (Baarn 1974) 14. initiatief. Oorsprong en ontwikkeling van het 80 R. Roegholt, Amsterdam in de 20e eeuw Prins Bernhard Fonds en het Nationaal Insti- (Utrecht 1979) 21, 28 e.v.. tuut, 1940-1990 (proefschrift; Utrecht 1990) 81 H. de Liagre Böhl, ‘Zedeloosheidbestrij- 258, 259. ding in 1945’ in: Galesloot en Schrevel, In 61 Verheul, Nederlandse cultuur, 37. fatsoen hersteld, 15-28, aldaar 15-21; Poortstra, 62 R. Vermeij en R. Raben, ‘De eigen waarde ‘Jeugd en zedelijkheid na de oorlog’, 29-46, van de vrouw’ in: Luykx en Slot ed., Een aldaar 39. stille revolutie?, 89-108, aldaar 89-91. 82 Binding (30-10-1946). 63 Aerts, ‘Om het lot van de krijgsman te 83 Lammers, Tot u spreekt, 14. delen’, Sekse en oorlog. Jaarboek voor Vrou- 84 J.C.H. Blom, ‘Jaren van tucht en ascese’ in: wengeschiedenis. idem, Crisis, bezetting en herstel (Den Haag 64 Verheul, Nederlandse cultuur, 52-53. 1989) 184-218, aldaar 198. De naoorlogse 65 Van Ginkel, Op zoek naar eigenheid, 194; periode noemt Blom, in navolging van Koss- verwijzing Verheul, Nederlandse cultuur, 41. mann, jaren van ‘tucht en ascese’. De disci- 66 Binding 1 (15-2-1946). plinerende arbeidsmoraal en restrictieve 67 Prins Bernhard zou later in zijn toespraak moraal houden naar zijn menig verband met tijdens de constituerende vergadering van de disciplinerende werking van het stelsel het Prins Bernhard Fonds (7 oktober 1946) van de verzuiling en hij verwijst daarbij naar wijzen op het veelvuldig gebruik van het het begrip ‘leiding en lijdelijkheid’ van Daal- woord gemeenschap door allerlei Neder- der (H. Daalder, ‘Leiding en lijdelijkheid in landse organisaties. de Nederlandse politiek’ in: idem, Politise- 68 Binding (26-8-1946). ring en lijdelijkheid in de Nederlandse politiek 69 Van Ginkel, Op zoek naar eigenheid, 195. (Assen 1974).) Kossmann, Naoogst, 100. 70 Binding (30-9-1946). 85 Poortstra, ‘Jeugd en zedelijkheid’, 30. 71 Van der Leeuw, Balans van Nederland, 149. 86 Blom, ‘Jaren van tucht en ascese’, 196-198. 72 De toekomst der Nederlandse beschaving. 87 De Jong, Koninkrijk der Nederlanden xii-2, Congres uitgaande van het Nationaal Insti- 32; Van der Heijden, Grijs verleden, 382-385, 490 nederland en het verhaal van oranje

410; N. Maas, Gerard Reve i (Amsterdam 97 Wat betreft het vijandbeeld, kent Neder- 2009) 319; hier wordt verhaald van een actie land een traditie waarbij het zichzelf ziet als van Van het Reve tot ondersteuning van ‘Calimero tegenover de vijand als ultieme Willem Frederik Hermans, die op De tranen boosdoener’. Dit gaat terug tot de zeven- der acacia’s een tendentieuze, negatieve kri- tiende eeuw, dat wil zeggen eerst de Spaanse tiek had gekregen van Anton van Duinker- vijand in Spaensche Tyrannye, vervolgens ken in De Tijd van 19 november 1949. Een de Fransche Tiranny en later de Engelsche pionier op het gebied van avant-gardekunst Tieranny. Deze beelden werden geschetst en in Nederland als Willem Sandberg, di- kwamen terug in schoolboekjes. recteur van het Amsterdamse Stedelijk 98 A. Roland Holst, ‘Voor West-Europa’ in: Museum, kon slechts op een klein groepje C.J. Aarts en M.C. van Metten, Nooit heb ik medestanders rekenen. wat ons bitter werd ontnomen, zo bitter, bitter 88 Maas, Gerard Reve, 289. Verwijzing naar: liefgehad, (Amsterdam 1995) 32. P.H. Ritter Jr., ‘De sociale positie van de kun- 99 D. Hondius, Oorlogslessen. Onderwijs over stenaar’ in: Het boek van nu (februari 1950). de oorlog sinds 1945 (Amsterdam 2010) 49-50; Nog in 1950 zou Ritter jr. het werk van Van R. van Ginkel, Rondom de stilte. Herdenkings- het Reve, dat hij weliswaar ‘psychologisch cultuur in Nederland (Amsterdam 2011) 67- en als uitdrukking van een bepaalde tijd- 68, 294-295. geest’ interessant noemde, als maatschappe- 100 I. de Haan, Na de ondergang. De herin- lijk verwerpelijk aan de kaak stellen, omdat nering aan de Jodenvervolging 1945-1995 het volgens hem een aantasting inhield van (Den Haag 1997) 80, 81; noot 70: ‘Koningin het ‘huidige begrip eerbaarheid’. Dit zag hij schenkt nieuwe vlag aan Amsterdam’, als een bestanddeel van het ‘Nederlandse Algemeen Handelsblad (17-12-1947), knipsel­ volksbewustzijn.’ archief Amsterdams Gemeentearchief, inv. 89 Oegema, Een vreemd geluk, 333-334. nr. 100-110. 90 Dessing, Tulpen voor Wilhelmina, 328 e.v.; 101 Hondius, ‘Gewichtige lessen’, 99. H.W. von der Dunk, Op schuivende planken 102 Van Ginkel, Rondom de stilte, 244-249. (Amsterdam 2007) 105. 103 Van Ginkel, Rondom de stilte, 246. 91 A. Kuiper, Een wijze ging voorbij (Amster- 104 Van Ginkel, Rondom de stilte, 249. dam 1999) 294; verwijzing naar de joodse 105 H. Pleij, ‘Inhaalheroïek voor de gekwetste jurist Abel Herzberg, die als verklaring hier- kinderziel’, de Volkskrant (18-3-1995). voor had dat de jodenvervolging een sluime- 106 P. de Zeeuw, J. Gzn., Vrij (De Bilt 1945). rend antisemitisme had aangewakkerd. 107 P. de Zeeuw, J. Gzn. en H. Berserik, De 92 Kossmann, Naoogst, 96-98. Koningin van huis (Den Haag 1946) 34. Al 93 Van Ginkel, Op zoek naar eigenheid, 178 e.v.; voor de oorlog had De Zeeuw tot lering van verwijzing naar H. van Oyen, ‘De zedelijke de jeugd tal van boeken geschreven die het uitwerking van de bevrijding op ons leven’ Oranjehuis verheerlijkten, zoals Ebbend Ge- in: idem, De reactie van ons volk op de bevrij- tij. Verhaal uit den heldenstrijd om Zierikzee in ding (Groningen 1946). 1576 (Amsterdam 1927) en Het volk en zijn 94 G.F.H. Raat, ‘Amsterdam: de Dam’ in: H.W. Prins. Een verhaal uit het rampjaar 1672 van den Doel ed., Plaatsen van herinnering. (heruitgave; Utrecht 1972). Nederland in de twintigste eeuw (Amsterdam 108 Anne H. Mulder, Met Vlag en Wimpel 2005) 171-181, aldaar 176, 177. (10-11-1945) 3. 95 Dessing, Tulpen voor Wilhelmina, 329, 330. 109 M. Harmsen, ‘Bevrijding’, Met Vlag en 96 Notulen van de Algemene Vergadering van Wimpel (24-11-1945) 10-11. de Bond van Christelijke Oranje-Verenigin- 110 Binding (26-8-1946) 3. gen op 10 juli 1946 te Utrecht; abcov. 111 Met Vlag en Wimpel (30-8-1946) noten 491

112 Met Vlag en Wimpel (30-4-1946) 2. ling, Alles naar wens, 104. De Nederlanders 113 K. Norel, Engelandvaarders. Strijders, huldigden een weinig gecompliceerde kijk verzet en victorie (Meppel 1945-1947); A. de op de strijd. De oplagen van boeken als De Vries, Reis door de nacht (Nijkerk 1951); Piet Engelandvaarders wijzen op de populariteit Prins, Holland onder het hakenkruis (Gronin- van de strijd in naam van Oranje. gen 1961); Dessing, Tulpen voor Wilhelmina, 133 Van Wijnen, De prins-gemaal, 43. 329-330. 134 Oegema, Een vreemd geluk, 39. De leden 114 J. Dane en G. Harinck, ‘De Tweede We- van het verzet zouden in de eerste periode reldoorlog’ in: idem, H. Paul en B. Wallet na de oorlog een onaantastbare positie heb- ed., Het gereformeerde geheugen. Protestantse ben ingenomen. herinneringsculturen in Nederland, 1850-2000 135 G. Aalders, De prins kan mij nog meer (Amsterdam 2009) 307-316, aldaar 308-310. vertellen. Prins Bernhard – feit en fictie (Rijs- 115 Dessing, Tulpen voor Wilhelmina, 330; wijk 2009) 61; de vraag is gerechtvaardigd Pleij, ‘Inhaalheroïek’. of deze onderscheidingen voor de prins, 116 G.J. Schutte, De geschiedenis aan het volk. gelet op zijn bijdrage in de actieve dienst, (Hilversum 2008) ‘Verantwoording’. proportioneel zijn; zie ook: Waterink, Onze 117 Schutte, De geschiedenis aan het volk, ‘Ver- prins, 151-152. antwoording’. 136 De promotor Van der Valk dankte de 118 Dessing, Tulpen voor Wilhelmina, 325. prins er onder meer voor dat hij de gewape- 119 Hondius, ‘Gewichtige lessen’, 101-102. de illegaliteit tot één geheel had gesmeed. 120 A. van der Zijl, Bernhard. Een verborgen Waterink, Onze prins, 147. geschiedenis (Amsterdam 2010) 101 e.v., 389. 137 Waterink, Onze prins, 157. Zijn jonge jaren maakten Bernhard niet 138 Waterink, Onze prins, 156. Oud-premier vanzelfsprekend tot een democraat. Door Gerbrandy zou op 4 mei 1955 in de Ridder- de oorlog kwam hij automatisch aan de kant zaal prins Bernhard prijzen vanwege ‘zijn van de democratische overwinnaars. betekenisvolle’ persoonlijke aandeel in de 121 H.A. van Wijnen, De prins-gemaal, 27-36. vrijheidsoorlog. Grammofoonplaat: Zijne 122 Van Wijnen, De prins-gemaal, 38. Koninklijke Hoogheid de Prins der Nederlan- 123 Van Wijnen, De prins-gemaal, 92. den. Weerklank van een werkzaam leven, 124 Van Wijnen, De prins-gemaal, 150. authentiek geluid uit het Historisch Archief 125 Fasseur, Wilhelmina. De jonge koningin, van de nos (grammofoonplaat 2, kant 1). 296, 297. Hier wordt er overigens op gewe- 139 Van der Zijl, Bernhard, 353. zen dat ook in het buitenland de prins veel 140 H.M van Randwijk, Heet van de naald lof werd toegezwaaid. (Wageningen 1968) 51-56, keuze uit zijn 126 J. Waterink, Onze prins (Wageningen 1951). werk, verwijzing: Vrij Nederland (8-12-1962). 127 Dessing, Tulpen voor Wilhelmina, 253; 141 Van Wijnen, De prins-gemaal, 51-52. Withuis, Weest manlijk, 217 e.v. 142 R. Diekstra, De macht van een maîtresse 128 W.A.H.C. Boellaard, ‘Momentopnamen (Uithoorn 2011) 159; Diekstra spreekt hier van 1936 af ’ in: R. Ammerlaan ed., Prins over de ‘fundamentele toeschrijvingsfout’, Bernhard (Baarn 1986) 15-23, aldaar 19-20; dat wil zeggen: de ‘neiging om bij de ver- Withuis, Weest manlijk, 192. klaring van negatief gedrag van anderen de 129 Van Wijnen, De prins-gemaal, 45-50. invloed van persoonlijkheidskenmerken te 130 T. de Ridder, De geest van het verzet (Zut- overschatten en de invloed van omstandig- phen 2009) 163-164. heden te onderschatten’. 131 Van Wijnen, De prins-gemaal, 123; Wate- 143 Van der Zijl, Bernhard, 385 e.v. rink, Onze prins, 145. 144 A. E. Pijpers, ‘Dekolonisatie, compensa- 132 De Haan, Na de ondergang, 85; Wesse- tiedrang en de normalisering van de Neder- 492 nederland en het verhaal van oranje

landse buitenlandse politiek’ in: Van Sas ed., gesteld, dat wil zeggen om ook de vernieu- De kracht van Nederland, 204-218, aldaar 205. wingsidealen met kracht door te kunnen 145 C. van Vollenhoven, De eendracht van het zetten. land (Den Haag 1913). 155 Fasseur, Wilhelmina. Krijgshaftig, 532. 146 A.E. Pijpers, Dekolonisatie, 205. 156 Van Raalte, Staatshoofd en ministers, 246. 147 H.L. Wesseling, Indië verloren, rampspoed 157 Trouw (20-12-1949). geboren (Amsterdam 1988) 288. 158 Gerretson, Indië onder dictatuur, 8. 148 G. Oostindie, De parels en de kroon (Am- 159 Trouw (21-12-1949). sterdam 2006) 43. 160 Trouw (20-12-1949). 149 Van den Heuvel en Mulder, Het vrije 161 G. van der List, Meer dan een weekblad woord, 164-165. In de ondergrondse pers (Amsterdam 2005) 77. werd hierover tijdens de oorlog sindsdien 162 M. Bloembergen, ‘Amsterdam: het Van nader en veelvuldig van gedachten gewis- Heutszmonument’ in: W. van den Doel seld, en niet iedereen bleek even gelukkig ed., Plaatsen van herinnering (Amsterdam met de koninklijke woorden. Het antirevo- 2005) 72-87, aldaar 83 e.v.; H. Righart, Het lutionaire Trouw was het meest behoudend, einde van Nederland? Kenteringen in politiek, maar zelfs de linkse illegale bladen konden cultuur en milieu (Utrecht en Antwerpen zich eigenlijk geen definitieve breuk met 1992) 110. Indonesië voorstellen. Zoals te verwachten 163 A. Lijphart, The Trauma of Decolonization viel, nam het communistische De Waarheid (New Haven 1966) 7-8; Wesseling, Indië het meest vooruitstrevende standpunt in. In verloren, 291. kringen van de Nederlandse Volksbeweging 164 Fasseur, Wilhelmina. Krijgshaftig, 487. De zouden de gedachten gaan in de richting Jong had erop gewezen dat na de Tweede van de vorming van een Gemenebest van Wereldoorlog het Oranjehuis was genatio- Nederland, Indonesië, Suriname en Curaçao naliseerd. Dit gold impliciet ook voor de er- op basis van vrijwilligheid. mee verbonden mythe, die sindsdien op het 150 R. Roegholt, De stad is een gesprek (Am- gehele Nederlandse volk betrekking had. sterdam 2003) 87; H. van Hulst, Hier de Par- 165 Van der Leeuw, Balans van Nederland, tij van de Arbeid, 25 jaar PvdA (uitgave van 37; Van der Leeuw bepleit hier een nieuwe de PvdA; Amsterdam 1971). Het Vrije Volk gezindheid. De Rooy, Republiek van riva- (21 juli 1947); ‘Het onvermijdelijke’ stond liteiten, 292; De Rooy concludeert dat in er boven het artikel in het partijblad, maar tegenstelling tot ‘une certaine idée de la voor veel leden was dit toch weinig over- France’, waardoor De Gaulle zich altijd had tuigend; 7000 van hen zouden hun lidmaat- laten leiden, er niet zoiets als ‘een zeker idee schap opzeggen. over Nederland’ zou ontstaan. 151 F.C. Gerretson, Indië onder dictatuur. De ondergang van het Koninkrijk uit de beginselen verklaard (Amsterdam en Brussel 1946) 7, iv tussen traditie en 16, 136. moderniteit (1950-1966) 152 De Rooy, Republiek van rivaliteiten, 213. 153 Koninklijke woorden over Nederland- 1 Fasseur, Juliana & Bernhard, 92-93; Juliana Indonesië (Amsterdam en Antwerpen 1950) had haar moeder bekritiseerd vanwege haar 8-11; H. Algra, Mijn werk, mijn leven (Assen autoritaire opvattingen en onder meer ge- 1970) 155. steld: ‘Democratie staat toch voorop.’ 154 Van Wijnen, De prins-gemaal, 45-50; 2 J. van Hillo, Juliana, koningin der Neder- Hatch, Prins Bernhard, 179-180; hier wordt landen 1948-1973. Achter de schermen van de het voorstel tot machtsovername algemener nos-documentaire (Leiden 1973) 114. Oud- noten 493

premier W. Drees noemde Juliana’s sociale uit de illegaliteit voor de prins het nodige instelling. B. van Nieuwenhuizen, Juliana, voorwerk deden. maatschappelijk werkster met een kroon (Soes- 8 Hatch, Prins Bernhard, 238. terberg 2004); Paul Fentener van Vlissingen 9 M. Smit, Filosoof-miljardair. Een biografie vertelde Juliana’s reactie toen zijn Britse over Paul Fentener van Vlssingen (1941-2006) verloofde na een diepe révérence achteruit- (Amsterdam 2011) 42; Smit illustreert hoe lopend het vertrek verliet. ‘Paul, wil je er- betrokkenheid van de prins goud waard is voor zorgen dat dit nooit weer gebeurt?’ was voor Nederlandse ondernemingen. haar ontstelde reactie. Aldus Fentener van 10 In 1951 verkreeg hij al het eredoctoraat Vlissingen in gesprek d.d. 12-5-2004 te Lang- van de T.H. Delft met verwijzing naar zijn broek naar aanleiding van de voorbereiding inbreng op dit gebied. van: Huijsen, Beatrix. 11 G. Aalders, De Bilderbergconferenties. 3 Fasseur, Juliana & Bernhard, 191. Organisatie en werkwijze van een geheim 4 Blom, ‘Jaren van tucht en ascese’, 184. Het Trans-Atlantisch netwerk (Amsterdam 2007) waren nog jaren van soberheid, die werden 41; de flamboyante Bernhard wordt hier gekenmerkt met de aanduiding ‘tucht en een uitstekend boegbeeld genoemd voor ascese’. Bilderberg. 5 Oegema, Een vreemd geluk, 26. Hier wordt 12 P.J.M. Aalberse, ‘Koningin Wilhelmina in het kader van een civiele religie rond 1898-31 augustus 1948’ in: Vijftig jaren, 12-30, Oranje gesproken van de ‘Goede week’. aldaar 16. 6 Withuis, Weest manlijk, 221 e.v.. 13 Burger, ‘Koningin Wilhelmina toen!’, 71. 7 Waterink, Onze prins, 194. Hier wordt 14 Bellah en Tipton, The Robert Bellah Reader; melding gemaakt van functies als lid van de P.E. Hammond, ‘The sociology of American raad van beheer van de Jaarbeurs, commis- civil religion: a bibliographical essay’, Socio- saris van Hoogovens, klm en Herstelbank, logical Analysis 37, 2 (1976) 169-182, aldaar curator van de Economische Hogeschool 170. Zie ook: Ter Borg, ‘Publieke religie in Rotterdam en van het Economisch In- Nederland’. stituut. Van Wijnen, De prins-gemaal, 135; 15 In dit verband boden ook de archieven van met de verwijzing naar een brief van prins de Bond van Christelijke Oranje-Verenigin- Bernhard van 5 juni 1950 aan de minister gen (bcov) interessant inzicht. van Economische Zaken en een brief van 16 De Volkskrant, (18-5-1955). Dat deze pres- minister dr. J.R.M. van den Brink van 7 juni taties op de e 55 ook tot in het buitenland 1950. Volgens Van Wijnen zou de biograaf doordrongen, daarvan getuigt de corres- van Bernhard, Alden Hatch, hebben gesteld pondent van de nrc in de Verenigde Staten, dat het initiatief hiertoe niet van Bernhard die verwijst naar een artikel hierover in maar van de regering uitging (138). Alden The New York Herald Tribune waarin werd Hatch vermeldde echter wel dat Bernhard, verwezen naar ‘de moed, de energie en de ‘heel voorzichtig, hiermee de parlementaire vindingrijkheid van dit kleine volk…’, nrc prerogatieven ontziende’, aan de minister (20-5-1955). van Financiën Lieftinck had gevraagd of 17 G. van Hengel, Een ondernemend volkje het niet raadzaam zou zijn dat hij ook een (Diemen 2008); de ondernemersgeest bezoek zou brengen aan verschillende vormt een constant element van nationale staten in Zuid- en Midden-Amerika, om te trots. zien of hij daar belangstelling kon wekken 18 nrc (18-5-1955). voor de Nederlandse industrie. Hatch, Prins 19 Hofland,Tegels lichten. In 1984 had Siep Bernhard, 228. Withuis, Weest manlijk, 222- Stuurman zich al afgevraagd of het niet zou 224; hier wordt vermeld dat ook vrienden kunnen ‘dat het dominante beeld iets té har- 494 nederland en het verhaal van oranje

monieus en statisch geworden is’. S. Stuur- 33 Daalder, Drees en Soestdijk; L.J. Giebels, De man, ‘Het zwarte gat van de jaren vijftig’, Greet Hofmans-affaire. Hoe de Nederlandse Kleio, 25, nr. 1 (1984); J. Livestro, De adem monarchie bijna ten onder ging (Amsterdam van grootheid (Amsterdam 2006). 2007); C. Fasseur, Juliana & Bernhard (Am- 20 L.G. Kortenhorst, ‘De geboorte van ons sterdam 2008). De affaire, genoemd naar Koninkrijk en de democratisering van onze Greet Hofmans, die op Soestdijk was uitge- samenleving’ in: De Boer en De Vries ed., nodigd om haar vermeende geneeskrachtige Wij samen onder de Oranjes, 9-13, aldaar 13. gaven aan te wenden ter genezing van de 21 De Rooy, Republiek van rivaliteiten, 225- oogafwijking van de jongste dochter van 226. Juliana en Bernhard, prinses Marijke, zou 22 nrc (18-55-1955). leiden tot een ernstige tweespalt tussen de 23 Kennedy, Nieuw Babylon, 12-20; S.W. Cou- koningin en de prins en tot een bittere strijd wenberg, In opdracht van de tijd. Terugblik aan het hof. Aan een echtscheiding van het op 40 jaar intellectueel en maatschappelijk koninklijk paar leek nauwelijks te ontko- engagement (Kampen 1992) 65-66. Hier men. Omdat deze materie in deze drie boe- wordt gewezen op veranderingsgezindheid ken en ook elders uitgebreid is behandeld, gestimuleerd door een groep intellecuelen, wordt er hier alleen op ingegaan in zoverre de ‘Utrechtse School’. het relevant is voor dit onderzoek. 24 Koninklijke woorden 1951 (Amsterdam en 34 Van Hillo, Juliana, 114. Drees wees op zijn Antwerpen 1952) 24. terughoudendheid als verantwoordelijk mi- 25 Righart, De eindeloze jaren zestig; Kennedy, nister-president als het de kerstboodschap- Nieuw Babylon in aanbouw; zie ook Livestro, pen betrof. L.J. Giebels, Beel. Van vazal tot De adem van grootheid. onderkoning (3de druk Den Haag 2001) 399. 26 Van Doorn, ‘Verzuiling’; Van Doorn wijst Koningin Juliana gaf aan haar redevoerin- op de sociale controle als uitvloeisel van de gen zelf te schrijven. verzuiling. 35 Rede en eed van Koningin Juliana (Am- 27 Inventaris van het archief van de Johannes sterdam en Antwerpen 1949); Koninklijke Althusiusvereniging en de Persvereniging Woorden 1955 (Amsterdam en Antwerpen tot Vrijheid Geroepen en Schrift en Getui- 1956) 10-14. genis. Historisch Documentatiecentrum 36 Alle Kerstboodschappen van Koningin voor het Nederlandse Protestantisme Juliana (Weesp 1980) 9; Huijsen, Beatrix, (1800-heden) vu Col. 380. 1985. 153; prinses Juliana zou in 1982 als eerste de 28 H. Daalder, Drees en Soestdijk. De zaak- Four Freedoms Award uitgereikt krijgen, Hofmans en andere crises (Amsterdam 2006) waarnaar koningin Beatrix verwees in haar 40; verwijzing: J. Dumaine, Quai d’Orsay kerstboodschap van 2003, die ze opdroeg 1945-1951(Parijs 1956) 499-501. aan haar moeder. 29 Fasseur, Juliana & Bernhard, 119. 37 Alle Kerstboodschappen, 12-13 (1949). 30 Notulen van de Algemene Jaarvergade- 38 Fasseur, Juliana & Bernhard, 182. ring van de bcov op 25 en 26 augustus in 39 Koninklijke woorden 1950 (Amsterdam en Utrecht; abcov, doos i. Antwerpen 31-12-1950); rede uitgesproken 31 H.A. van Wijnen, Van de macht des Konings in de ‘Cité Universitaire’ te Parijs op donder- (Amsterdam 1975) 19; Van Wijnen, De macht dag 25 mei 1950; Daalder, Drees en Soestdijk, van de kroon, 91. 40. 32 P. Rehwinkel, ‘Royalty is not essential’ in: 40 Alle Kerstboodschappen, 29-30 (1953). R. Meijer en H.J. Schoo ed., De monarchie. 41 Beernink, Geschiedenis en beginsel 36-37 Staatsrecht, volksgunst en het Huis van Oranje (artikel 5). (Amsterdam 2002) 73-99, aldaar 75. 42 Alle Kerstboodschappen, 16-17; Koninklijke noten 495

Woorden 1950 (rede uitgesproken op 5 mei Amsterdam, door H.M. de Koningin en 1950). Z.K.H. de Prins der Nederlanden aangebo- 43 Koninklijke Woorden 1950; Koninklijke den aan de leden der regering, der Hoge Woorden 1951 (Amsterdam en Antwerpen Colleges van Staat en andere hoge autori- 1952). teiten; 25-2-1956; Koninklijke Woorden 1956, 44 C. Dresselhuys, ‘Moeder & dochter’, www. 5 en 6-9. opzij.nl/WAD-Mediabank-pagina/Moeder- 64 Koninklijke Woorden 1963 (Den Haag 1963) dochter.htm (geraadpleegd 17-12-2011). 191-193, 196-198. 45 Alle Kerstboodschappen, 21. 65 Rede van prinses Beatrix in het nationaal 46 Daalder, Drees en Soestdijk, 42-48. programma voor radio en televisie ter ge- 47 Daalder, Drees en Soestdijk, 44, verwijzing: legenheid van de aanvang van de nationale handgeschreven brief koningin aan Stikker, herdenking 1813-1963 op 30-4-1963. Rond- 12 maart 1952 in Archief Stikker, 48; verwij- schrijven van lt.-kol. ds. Graafstal in abcov, zing: memorandum Boon aan minister van doos ii. Buitenlandse Zaken, 23 maart 1952, Archief 66 Lammers, Tot u spreekt, 83-85; gebaseerd op Stikker. een rvd-bron. 48 Koninklijke woorden 1952, 8-17; Fasseur, 67 S. Koenis, Het verlangen naar cultuur. Ne- Juliana & Bernhard, 225; in 1951 suggereerde derland en het einde van het geloof in een mo- Juliana in kleine kring zelfs het denkbeeld derne politiek (Amsterdam 2008) 12-13. van een ‘geestelijke vredesconferentie’. 68 Blom, ‘Jaren van tucht en ascese’, 214-215; 49 Koninklijke Woorden 1950, 26, 36, 52. verwijzing: nipo-persbericht nr. 207 en 50 Alle Kerstboodschappen, 26 (1952). Opinie-onderzoek onder Eerstejaarsstu- 51 Alle Kerstboodschappen, 36 (1955). denten ingesteld ten behoeve van de Leger 52 Daalder, Drees en Soestdijk, 50 Voorlichtings Dienst. 53 Fasseur, Juliana & Bernhard, 181-182; Daal- 69 Kennedy, Nieuw Babylon, 64. der, Drees en Soestdijk, 49; Drees gaf later 70 Trouw, (30-11-1963); De Boer en De Vries aan dat de redes van de koningin in de Ver- ed., Wij samen onder de Oranjes. enigde Staten waren gehouden onder volle 71 Van Ginkel, Op zoek, 250-251; verwijzing: verantwoordelijkheid van het kabinet. J. Goudsblom, Dutch Society (New York 54 Daalder, Drees en Soestdijk, 50-51; Fasseur, 1967). H. te Velde, Van regentenmentaliteit Juliana & Bernhard, 266-269; Giebels, Beel, tot populisme. Politieke tradities in Nederland 400. (Amsterdam 2010) 227. 55 Fasseur, Juliana & Bernhard, 268. 72 Van Ginkel, Op zoek, 249: ‘verstommende 56 Fasseur, Juliana & Bernhard, 268. nationale geluiden’. Leerssen, Nationaal den- 57 Koninklijke Woorden 1955 (Amsterdam en ken, 129: jaren waarin het ‘nationalisme een Antwerpen 1956) 10-14. dead horse leek te zijn.’ 58 Koninklijke Woorden 1955, 40-45. 73 J. Kennedy, Nieuw Babylon in aanbouw 59 Koninklijke Woorden 1955, 15-33. (Amsterdam en Meppel) 62-66. 60 Koninklijke Woorden 1956, 12-16. 74 Trouw (2-12-1963). 61 Koninklijke Woorden 1952-1953, 37-39; Ko- 75 Oranjevaan, oktober-december 1963 in ab- ninklijke Woorden 1955, 5-7, 46-47. cov, doos v; rondschrijven lt.-kol. ds. C.M. 62 Koninklijke Woorden 1956 (Amsterdam en Graafstal, abcov, doos ii. Antwerpen 1957) 21-26. 76 H. Mulisch, Bericht aan de rattenkoning 63 Toespraak in de Raad van State, 7-2-1956. (Amsterdam 1966) 66. Rede ter gelegenheid van het diner ter ere 77 J.L. Heldring, ‘Van sacraal symbool tot van de achttiende verjaardag van H.K.H. verzorgingsstaatshoofd’ in: Tamse ed., De prinses Beatrix in het Koninklijk Paleis te monarchie in Nederland, 222-229, aldaar 224; 496 nederland en het verhaal van oranje

het gaat hier om de rol die Oranje zelf speelt mans-trauma’ dat bij de media de drang zou in de desacralisatie van het koningschap. hebben veroorzaakt om hoftaboes te door- 78 Daalder, Drees en Soestdijk, 27-30. Verwij- breken. M. Bakker, Wissels. Bespiegelingen zing naar J.M.F.A. van Dijk, bestuurslid van zonder berouw (Weesp 1983) 143. de Partij van de Vrijheid en later oprichter 86 Van Raalte, Staatshoofd en ministers, 255-257. van de vvd, die tegenover minister-presi- 87 Handelingen van de Tweede Kamer 1956- dent Drees blijk geeft van zijn bezorgdheid 1957, 32. over de bijeenkomsten op het Oude Loo en 88 Rehwinkel, ‘Royalty is not essential’, 75. vreest dat het zal werken ‘als een langzaam 89 Rehwinkel, ‘Royalty is not essential’; J.W vergif in de verhouding tussen Oranje en de Brouwer en J. van Merriënboer, Van buiten- geestelijke en politieke leiders van het Ne- gaats naar Binnenhof (Den Haag 2001) 176; derlandse volk’. Ook de PvdA-fractieleider verwijzing: J.P. Rehwinkel, ‘Ministeriële in de Tweede Kamer, Nederhorst, zou verantwoordelijkheid voor het Konink- later naar aanleiding van het huwelijk van lijk Huis’ in: D.J. Elzinga ed., Ministeriële Beatrix met Claus von Amsberg hieraan in verantwoordelijkheid in Nederland (Zwolle negatieve zin refereren. 1994) 98. Oud-arp- en oud-cda-leider Wil- 79 P. Bak, Een soeverein leven (Alphen aan lem Aantjes was nog niet betrokken bij de den Rijn 2004) 155. Hofmans-affaire, maar herinnerde zich van 80 W. Breedveld en J.J. van Galen, Gaius. De later wel dat de tegenslagen, vooral na de onverstoorbare gang van W.F. de Gaay Fort- Lockheed-affaire, de gevoelens van aanhan- man (Amsterdam 1996) 232, 234. kelijkheid voor Juliana onder de bevolking 81 Daalder, Drees en Soestdijk, 31-3. Pater L.J.C. eerder hebben versterkt. E-mailcorrespon- Beaufort deed in een brief op 15-3-1952 al dentie, d.d. 9-9-2009. een beroep op mevrouw Roosevelt om 90 Koninklijke Woorden 1956; Fasseur, Juliana Juliana te waarschuwen. Fasseur, Juliana & & Bernhard, 427-428. Bernhard, 404. 91 G. Puchinger, ‘Koningin Wilhelmina in de 82 Fasseur, Juliana & Bernhard, 364. omgang met haar ministers’ in: C.A. Tamse 83 Fasseur, Juliana & Bernhard, 330; J.W van ed., Koningin Wilhelmina (Alphen aan den Hulst, oud-voorzitter van de chu en oud- Rijn 1981) 198-210. fractievoorzitter van deze partij in de Eerste 92 H.L. Wesseling, ‘Onderhoudend boek dat Kamer, wees erop dat in vergelijking met geruchten ontzenuwt’, NRC Handelsblad (12- andere grote partijen, ook met de arp, de 11-2008). Schiedam staat hier voor jenever. chu in tijden van crisis rond Oranje altijd D. Hermans, Pieter van Vollenhoven. Burger het meest uitgesproken Oranjegezind was. aan het hof (Utrecht 2002). Van Hulst in een telefoongesprek, november 93 Hoewel de prinsessen Beatrix en Margriet 2010. wel zouden aangeven dat ze bij weigering 84 ‘Een gezin in de storm’, de Volkskrant (30-6- van de parlementaire goedkeuring hun hu- 1956); ‘Publikaties Koninklijk Huis. Protest welijk niet zouden hebben doorgezet. van Nederlandse journalisten’, Trouw (30- 94 C.W.I. Wttewaall van Stoetwegen, De freu- 6-1956). le vertelt (Baarn 1973) 257. Ze noemt haar 85 Bak, Een soeverein leven, 153. In deze autobiografie in het ‘Ten geleide’ vertelsels. biografie van W.F. de Gaay Fortman valt 95 de Volkskrant (30-1-1964). de kwalificatie ‘zelfcensuur’, evenals bij P. 96 de Volkskrant (31-1-1964). Koedijk, ‘Vrijheid in verantwoordelijkheid’ 97 de Volkskrant (30-1-1964). in: Luykx en Slot ed., Een stille revolutie, 211- 98 Trouw (30-1-1964). 247, aldaar 234-243. De oud-cpn-voorman 99 P. Jongeling, 14 Jaar in de Tweede Kamer Marcus Bakker signaleert het ‘Greet Hof- (Amsterdam 1977) 10-14. noten 497

100 M. Wolf, Het geheim van De Telegraaf 1977); Van der Heijden, Grijs verleden, 378, (Amsterdam 2009) 396; verwijzing: De Tele- 379. graaf (27-1-1964). 117 Oegema, Een vreemd geluk, 37. 101 Bank, ‘Katholieken en de Nederlandse 118 Righart, De eindeloze jaren, 108-109. Hier monarchie’, 204. wordt verwezen naar de eerste controver- 102 Bakker, Wissels, 143. siële tv-uitzending van de vpro in 1957, 103 Wttewaall van Stoetwegen, De freule ver- waarin onder anderen een socialistische telt, 259-262. burgemeester en een voormalige muiter op 104 Lijphart, Verzuiling, pacificatie, 91-92; de Zeven Provinciën hun visie op de monar- verwijzing nipo, Bericht 986 (13-3-1964) en chie konden geven. Bericht 987 (16-3-1964). 119 Kossmann, Naoogst, 202-203. Kossmann 105 De Oranjevaan (mei/augustus 1964); brief wijst op de ongekende welvaartsgroei in die 18-2-1964, abcov, doos ii. jaren: het reële nationale inkomen per hoofd 106 Lammers, Tot u spreekt, 85-86. van de bevolking groeide van (indexcijfer) 107 N. Cramer, ‘De regering van koningin Ju- 47 in 1950 via 63 in 1960 tot 100 in 1975, en liana’ in: Grote Winkler Prins Jaarboek 1980 de consumptieve bestedingen groeiden in (Amsterdam Brussel 1980) 6-10. Hier kwam, dezelfde jaren van 44 via 55 naar 100. achteraf, de vraag aan de orde of Juliana de 120 P. Cliteur, Tegen de decadentie. De demo- huwelijken van haar dochters niet te veel als cratische rechtstaat in verval (Amsterdam en privékwesties zag. Antwerpen 2004) 152-158. 108 Trouw (11-3-1965). 121 Mulisch, Bericht aan de rattenkoning, 69 109 Wolf, Het geheim, 397; verwijzing naar De e.v. Telegraaf (11-3-1965). 122 www.persmuseum.nl; er verschenen van 110 De Oranjevaan (december 1965), abcov, God, Nederland en Oranje tien nummers tus- doos ii. sen september 1966 en maart 1968. De teke- 111 De Rooy, Republiek van rivaliteiten, 238- naar Willem is Bernhard Willem Holtrop. 239. 123 Kennedy, Nieuw Babylon, 133; De Rooy, 112 R. van Ditzhuyzen, De Oranjes in een hand- Republiek van rivaliteiten, 242-243; Righart, omdraai (Amsterdam 2002) 54. De eindeloze jaren zestig, 194; Roegholt, Am- 113 Deze onderstroom bleek bij een nipo- sterdam in de twintigste eeuw ii, 320-321. onderzoek: B.M. Sweers, Vrije meeningen in 124 Christopher Lasch, The Revolt of the Elites een vrij land (Amsterdam en Brussel 1946) and the Betrayal of Democracy (New York 18-21, nipo. Volgens de Bevrijdingsenquête, 1995). gehouden midden juli 1945 in Noord-Hol- 125 De Rooy, Republiek van rivaliteiten, 244; land, Zuid-Holland en Utrecht, antwoordde Roegholt, Amsterdam in de twintigste eeuw op de vraag naar de houding van het Neder- ii, 317; Roegholt concludeert deze behoefte landse volk tegenover de bezetter 5 procent aan verzet bij Roel van Duijn. Kossmann, De het niet te weten, 41 procent oordeelde Lage Landen ii, 312. ‘goed’, 49 procent ‘matig’ en 10 procent 126 Hofland,Tegels lichten, 169; de naoorlogse ‘slecht’. hiërarchie, ‘een practisch gesloten systeem’, 114 Berkelbach van der Sprenkel, Oranje en de wordt hier aangeduid als ‘het Bestel’. vestiging, 8, 182-186. 127 Roegholt, Amsterdam in de twintigste 115 H. Mulisch, De zaak 40/61. Een reportage eeuw ii, 321. (Amsterdam 1962). 128 H. Beunders, H. Seller, ‘Hoe een gearmd 116 J. Presser, Ondergang. De vervolging en stel Het Paar werd’, de Volkskrant (29-4- verdelging van het Nederlandse jodendom 1995). 1940-1945, 2 delen (oorspr. 1965; Den Haag 129 Vrij Nederland (28-8-1965); J.B. Charles, 498 nederland en het verhaal van oranje

Voor kinderen van ezeldrijvers (Amsterdam van deze koningin voor een kabinet met de 1965) 19. sociaaldemocraten, ze haar rol constituti- 130 Beunders en Seller, ‘Hoe een gearmd stel’. oneel correct uitvoerde. Van der List, Meer 131 De Oranjevaan (december 1965), abcov, dan een weekblad, 90-91. Koloniaal-rechts, doos ii. vertegenwoordigd door de hoofdredactie 132 ‘Honderd verzetsstrijders vragen een refe- van Elseviers Weekblad, nam Bernhard wel rendum’, Leeuwarder Courant (23-6-1965). zijn relatie kwalijk met de ondernemers 133 Trouw (21-6-1965); Kuiper, Een wijze ging verzameld in de groep-Rijkens, die omwille voorbij, 495. van de Nederlandse economische belangen 134 Kossmann, De Lage Landen ii, 312-313; Nieuw-Guinea wilden overdragen aan In- Righart, De eindeloze jaren, 211-216; F.J. Lam- donesië. mers, Koningin Beatrix: een instituut (De 140 Lijphart, Verzuiling, pacificatie, 94. Bilt 1997) 69; P. van Alten, Prins Claus. Een 141 Van den Doel e.a. ed., Tien over rood, 9. talent voor vriendschap (Amsterdam 2003) 142 J.H. Roes, ‘Voorwoord’ in: Winkelman e.a. 17. Volgens nipo-onderzoek was 81 procent ed., De monarchie, 9-20. voor het huwelijk, 10 procent tegen en had 9 143 W. Drees sr., ‘Monarchie-democratie- procent geen mening. republiek’ in: Winkelman e.a. ed., De monar- 135 Wolf, Het geheim, 400; verwijzing naar De chie, 101-109. Telegraaf (11-3-1966). 144 H. te Velde, ‘Continuïteit en karakter. 136 Zo zijn wij. De eerste vijfentwintig jaar ni- Het “moderne” en “elitaire” koningschap po-onderzoek (Amsterdam en Brussel 1970) van Beatrix’ in: C.A. Tamse ed., De stijl van 93-103, tabel 9.5: 24 februari 1964 86 procent Beatrix (Amsterdam 2005) 149-169, aldaar voor een koninkrijk, 8 procent voor de re- 153. publiek, 6 procent geen mening; 5 juli 1965 145 nipo, bericht no. 1583. Hier geeft 80 pro- 74 procent voor een koninkrijk en 9 procent cent van de bevolking aan het jubileum re- voor een republiek en 17 procent geen me- den te vinden voor herdenken en een feest. ning; augustus/september 1969 85 procent 146 Fasseur, Juliana & Bernhard, 426. Hier voor een koninkrijk, 10 procent voor een komt het volstrekte politieke isolement aan republiek, 5 procent geen mening. de orde waarin Juliana in 1956 verkeerde. 137 J. van den Doel e.a. ed., Tien over rood Willem Aantjes stelt in een e-mailcorrespon- (Amsterdam 1966) 27. Hier spreekt men dentie dat de sympathie voor de vorstin zich zich uit voor een geleidelijke overgang naar onverminderd handhaafde. Deze leek door de republiek omdat Juliana haar ‘functie de tegenslagen eerder te worden versterkt. nog het best had begrepen’ en ze zich eigen- 147 Van Raalte, Staatshoofd en ministers, 264. lijk wel konden verzoenen met haar opvat- 148 A. Algra en H. Algra, Dispereert niet. tingen. Van Sas, ‘Koningin op krediet’, 204; Twintig eeuwen historie van de Nederlanden hier wordt gewezen op de sympathie voor (Franeker 1946). Juliana die sprak uit het liedje ‘Arme Ouwe’ 149 Van Spanning, De Christelijk-Historische van Gerard Cox (in het Lurelei-programma Unie ii, 332; htk. 1965/1966 ii, 491-493. Relderel uit 1966). Juliana ’s houding was te 150 htk. 1965/1966 ii, 491-493, 503, 504. ontwapenend om als provo kwaad op haar 151 J. van der Hoeven, ‘Monarchie of repu- te zijn, daarvoor deed deze koningin te veel bliek’, Socialisme & Democratie (januari 1965) denken aan zijn moeder. 713-727. 138 Daalder, Drees en Soestdijk, 48. 152 L.M. de Rijk, ‘Nationaal koningschap of 139 W. Aantjes, Herfstdagboek (Amsterdam monarchistische maskarade?’, Socialisme & 2004) 142-147. Hier wordt aangegeven dat, Democratie (januari 1966) 1-14. ondanks de wel veronderstelde sympathie 153 Toestemmingsdebat. htk, 498. noten 499

154 E. Klei, ‘Groen van Prinsterer’ in: Harinck, doxe public theology vaak zal spreken van de Paul en Wallet ed., Het gereformeerde geheu- confessionele public theology. gen, 407-416, aldaar 411; Bruins Slot verwijst 6 J.J. Vis, ‘Moralisme en pragmatisme in de hier, als hoofdredacteur van Trouw, naar binnenlandse politiek’ in: Couwenberg ed., reacties van lezers die de verwijzingen naar De Nederlandse natie, 100-109, aldaar 105-106. Groen van Prinsterer moe werden. 7 P.J. Bouman, ‘Terugblik en gissing’ in: Van Hillo, Juliana, 165-180, aldaar 178. 8 G. Puchinger, Tilanus vertelde me zijn leven (Kampen 1966)153; H.W. Tilanus, christe- v de teloorgang van een lijk-historisch, gaf aan zelf geen moeite te gedeelde taal (1966-1984) hebben met de gezagshandhaving in 1933. 1 Kennedy, Bezielende verbanden, 121 e.v.; De Hij wees erop dat Colijn toen openlijk had Rooy, Republiek van rivaliteiten, 233. geadviseerd de opstandelingen te bombar- 2 A.J.F. Köbben, De tijdgeest en andere onge- deren. Het waren ook in de eerste plaats makken (Leiden 2008) 12-15. Hoewel Köb- confessionele politici die zich, behalve voor ben het begrip tijdgeest ziet als ‘ongemak’ de handhaving van het gezag, via wet- en en vermeldt dat het bij velen in zijn ongrijp- regelgeving inzetten voor handhaving van baarheid ‘wrevel en afkeer’ wekt, meent de publieke moraal. R. Tielman, Homoseksu- hij dat de wetenschap ook niet voorbij kan aliteit in Nederland (Amsterdam en Meppel gaan aan deze ‘eigenaardige omslagen in de 1982) 76 ev. Een voorbeeld is de strengere collectieve mentaliteit’. Hij wijst ook op de zedelijkheidswetgeving in 1911 van de ka- rol van degenen die tegen de tijdgeest in tholieke minister Regout met de hernieuw- gaan en stelt in dit verband een algemene de strafbaarstelling van homoseksualiteit. regel: een maatstaf voor de kracht van de 9 Van Vliet, Groen van Prinsterers historische tijdgeest is of en in hoeverre tegenstrevers erin benadering, 318. D. Verkuil, Een positieve meegaan. Deze wat ik zou willen noemen grondhouding (Zoetermeer 1992) 17, 18, 30, ‘dialectiek van de tijdgeest’ houdt in dat de 31,36-42. (Bij de katholieken was ook meer term tijdgeest hier wordt gebruikt als ‘domi- de invloed van het personalisme merkbaar.) nante trend in voelen denken en handelen, Groens geest sprak nog uit een aantal pu- die een bepaalde periode tevens lijkt te ken- blicaties uit de jaren 1950: D.J. de Groot, merken, maar waarvan zijn tegenstrevers De reformatie en de staatkunde (Franeker uiteindelijk mede het effect zullen bepalen’. 1955) en R. Hagoort, De Christelijk Sociale 3 Stuurman, Verzuiling, kapitalisme, 311. Beweging (Franeker 1958). De opvattingen 4 Van Vliet, Groen van Prinsterers historische van Romme, Schouten en Tilanus over benadering, 312. handhaving van het Nederlandse gezag in 5 Ten Napel, ‘Een eigen weg’, 30; Van Vliet, Indonesië weken niet principieel af van die Groen van Prinsterers historische benade- van hun voorgangers. ring, Inleiding en 298-306; Von der Dunk, 10 Sap, Wegbereiders, 369. ‘Conservatisme in vooroorlogs Nederland’, 11 J.C. Kennedy, Crisis en vernieuwing; 263. Ondanks de specifieke inbreng van Livestro, De adem van grootheid, 171; R. de rooms-katholieke kerk in het staatkun- Kousbroek, Nederland: een bewoond gordijn dige katholieke denken en het specifieke (Amsterdam 1987) 32, 33. Al in de jaren 1950 orthodox-protestantse ‘christelijk-nationale valt dit meebuigen van de elites op, zoals na concept’ zoals Groen dit had geformuleerd, taalrellen naar aanleiding van een rechts- was er wat betreft de oorsprong van het zaak rond de Friese dichter en journalist gezag en de publieke moraal dermate veel Fedde Schurer. Het betrof het gebruik van overeenkomst dat ik behalve van een ortho- het Fries waarbij hard werd opgetreden 500 nederland en het verhaal van oranje

(Knuppelvrijdag) maar enige jaren later sterdam 2009) 82, 83; Kennedy, Bezielende werd toch de wettelijke vrijheid van het verbanden, 112, 113; hier wordt gewezen op Fries erkend. ‘De Friese taal krijgt langzaam de toenemende solidariteit met de inwoners status’, de Volkskrant (11-8-2005). van Afrika, Azië en Latijns-Amerika en op 12 James Kennedy onderscheidt de confessi- de uitspraak van de Hervormde Kerk in onele en sociaal-progressieve publieke theo- 1962 over de kernwapens. Thung, Naar een logieën als bronnen voor de Nederlandse ci- publiek ethos? vil religion/publieke religie en hij signaleert 21 Beernink, Geschiedenis en beginsel, 29, arti- aanhangverlies en idealen die ‘verroestten’: kel i, lid.2. Kennedy, Bezielende verbanden, 107-108. I.A. 22 De Rooy, Republiek van rivaliteiten, 233; D. Diepenhorst, Christelijke politiek (Kampen de Lange in Wending (1969). 1958) 52-57; Diepenhorst geeft een schets 23 Lammers, Tot u spreekt, 95-96. van de aangevochten positie van de confes- 24 Kennedy, Bezielende verbanden, 109-110; sionele politiek; Van den Berg en Molleman, hier wordt gesteld dat de opkomende pu- Crisis, 110, wijzen op het conservatisme bin- blieke theologie van wereldbetrokkenheid nen de PvdA als reden voor de oprichting en medemenselijkheid in Nederland een van Nieuw Links. H. Faas, God, Nederland en krachtig antitraditioneel karakter kreeg. de franje (Utrecht en Antwerpen 1967) 268. R. Kroes, New Left Nieuw Links New Left. 13 E.G. Hoekstra en M.H. Ipenburg, Hand- Verzet, beweging, verandering in Amerika, boek van christelijk Nederland (Kampen Nederland, Engeland (Alphen aan den Rijn 2008) 189; S.W. Couwenberg, Herlevend en Brussel 1975) 55. nationalisme. Confrontatie met een oude uitda- 25 A. Pijpers, Europese politiek in Nederlands ging (Bilthoven 1967) 58. vaarwater (Assen 2005) 34; B. de Gaay Fort- 14 A.Th. van Deursen, De geest is meer dan het man, ‘De vredespolitiek van de radicalen’, lichaam (Amsterdam 2010) 176. Internationale Spectator 27 (1973) 109-113; 15 R. Reeling Brouwer, ‘Introductie op Karl Zahn, Regenten, rebellen, 18. Barth’ in: T. Salemink, Teksten godsdienstkri- 26 Eigenlijk zouden we zelfs nog kunnen tiek ii, Christen-socialisten in crisistijd 1903- teruggaan tot de negentiende-eeuwse staats- 1941 (Zeist 1980) 143-146. man J.R. Thorbecke, die in 1830 in Een woord 16 G.C. van Niftrik, Een beroerder Israëls in het belang van Europa over de Nederlandse (Nijkerk 1949) 77 e.v. Van Niftrik was een staatkunde had gesteld: ‘…zelve vrij van heer- door Karl Barth geïnspireerde theoloog in schzucht, is de billijkste oordeelaarster over de chu. Van Vliet, Groen van Prinsterers de heerschzucht van anderen’. historische benadering, 349; verw. Van Niftrik, 27 J.C. Kennedy, ‘Nederland als het meest De vooruitgang der mensheid (Nijkerk 1966) progressieve land ter wereld’ in: W. van Hoofdstuk vii, slot. Noort en R. Wiche ed., Nederland als voor- 17 Oranjevaan (februari 1972), abcov, doos vi. beeldige natie (Hilversum 2006) 105-118. 18 Patijn, ‘Het koningschap in Nederland’. 28 Bleek uit gesprekken met Erik Jurgens en 19 Van Vliet, Groen van Prinsterers historische Bas de Gaay Fortman. benadering. Inleiding, verwijzing in noot 29 Koninklijke Woorden (1956), 21-26. naar ‘bevrijdingstheologie’ en ‘theologie der 30 Kennedy, Bezielende verbanden, 108. Met revolutie’ als reactie op het vasthouden aan het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) historische tradities. Bij theologen zoals G. leek de katholieke kerk zich zelfs aan de ter Schegget en A.Th. van Leeuwen. 376. moderne tijd te willen aanpassen. Het 20 J. Bots s.j., Het Nederlands katholicisme van idealistische elan van de jeugd werd in die nu in historisch perspectief (brochure 1976) jaren gevoed door confrontatie met het de- 21-27; J.C. Kennedy, Stad op een berg (Am- kolonisatieproces in Afrika en Azië en door noten 501

berichten over de Civil Rights Movement in sterdam 2010) 86, 87. Van Nieuwenhuizen, de Verenigde Staten. Ook nieuws over geën- Juliana, 52. gageerde Latijns-Amerikaanse priesters, die 38 A. Vondeling, Nasmaak en voorproef. Een zich lieten inspireren door de bevrijdings- handvol ervaringen en ideeën (Amsterdam theologie, en het profetische geluid dat de 1968) 34-54. kerken als instituten vaker lieten horen, 39 F.A.J.Th. Kalberg, De staatsrechtelijke positie boden nieuwe, hoopgevende perspectieven. van de Oranjemonarchie in de herziene Grond- ‘Algemene Volks Partij’, Elseviers Magazine wet (Kampen 1991) 338, 339 met verwijzing (18-6-1966). Ook hier wordt bij de jongeren, naar: ‘Politiek Program van de Democraten betrokken bij politieke partijen, een onder- ’66’ in: het Jaarboek Parlement en Kiezer, stroom van minder traditioneel denkenden 1970/1971, 54ste jg., 192; ‘Partijprogram van gesignaleerd. de cpn’ (cpn-Brochurehandel februari 31 Een voorbeeld hiervan binnen de chu: 1984). de jongeren (chjo) stelden een scherpe 40 Daalder, Drees en Soestdijk, 227-230; P. verklaring op waarin ze principiële en pro- Bootsma en W. Breedveld, De verbeelding grammatische vernieuwing verlangden en aan de macht. Het kabinet-Den Uyl 1973-1977 samenwerking met arp en kvp. De chu (Den Haag 1999) 145-165. P. de Rooy en H. stelde een commissie van ‘wijzen’ in waarin te Velde, Met Kok. Over veranderend Neder- behalve oud-minister Y. Scholten en de land (Amsterdam 2005) 144. Zeeuwse gedeputeerde A.J. Kaland ook de 41 nipo, bericht no. 988, 2701. jongerenvoorzitter, ‘de auteur dezes’, zitting 42 De Rijk, ‘Nationaal koningschap’, 1-14. had. De voorstellen van deze commissie, 43 J. Hoedeman, en het spel om de waarin veel van de chjo-voorstellen een macht (Utrecht 1993) 202; Van Stiphout wees plaats kregen, werden overgenomen op een binnen de PvdA-campagnecommissie op de chu-congres. De Jonge Nederlander (febru- eenvoud van Wiegels boodschap. Ph. van ari/maart 1967); Ten Hooven en De Jong, Praag, Strategie en illusie. Elf jaar intern debat Geschiedenis, 280-288. in de PvdA (1966-1977) (Amsterdam 1991) 32 De Rooy, Republiek van rivaliteiten, 233; 249-250. S.W. Couwenberg, ‘Ideologie wacht verwijzing naar Daniël de Lange in Wending op reanimatie’, de Volkskrant (27-9-1996). (1969). 44 Hoedeman, Hans Wiegel, 87. J. Franssen 33 Van Deursen, De geest is meer, 225. wijst er hier op dat Wiegel een zeer politiek 34 Van den Doel e.a. ed., Tien over rood, 11; als verhaal kon houden, maar dat ‘uitdiepen’ parafrase van Marx luidt de beginzin: ‘Er niet zijn sterkste kant was. Zijn opvolger in waart een spook door Nederland: het spook 1982, Ed Nijpels, week hierin niet veel af. van de ontevredenheid.’ nrc (18-55-1955). 45 F. Bieckmann, De wereld volgens Prins Claus 35 Van Ginkel, Op zoek, 239. (Amsterdam 2004) 127-129. 36 nipo, bericht no. 988: in 1964 gaf 92 pro- 46 Te Velde, ‘De drie fasen’, 119. cent van de bevolking aan voor een konink- 47 M. Zonnevylle (voorzitter Koninklijke rijk te zijn en 8 procent was voor de repu- Bond van Oranjeverenigingen in Neder- bliek. Bij de PvdA-kiezers was dit eveneens land) en J.C.M. Pommer, eerste voorzitter 8 procent. nipo, bericht no. 1583: in 1973 was van de huidige Bond, ‘Koninginnedag en de 80 procent voor een feest ter gelegenheid overkoepelende organisatie(s)’ in: Oranje van het jubileum van koningin Juliana, bij Schakel (oktober 2010). de PvdA-kiezers was een meerderheid van 48 Kennedy, Stad op een berg, 62. 67 procent daarvoor. 49 In het Ere-College van Aanbeveling zaten 37 H. te Velde, Van regentenmentaliteit tot po- notabelen uit klein rechtse kring en vooral pulisme. Politieke tradities in Nederland (Am- antirevolutionaire en christelijk-historische 502 nederland en het verhaal van oranje

gezagsdragers. De Oranjevaan (mei 1966), 60 abcov, doos ii (correspondentie tot 1987). abcov. 61 L.R.J. ridder van Rappard in een brief 50 Er was ook verzet onder rooms-katholie- aan de Christelijk-Historische Jongeren ken. Zo zat K. Beuker van 1972 tot 1977 voor Organisatie, chjo, 9-5-1968, gepubliceerd in de Rooms-Katholieke Partij Nederland brochure Polemiek, met leden van het bestuur (rkpn) in de Tweede Kamer. Verder elec- van de chjo (Gorinchem september 1968), toraal succes bleef uit. J. van den Berg, ‘Voor 16. In 1963 richtte Van Rappard de Liberale elk geloof een eigen partij’ in Trouw (18-4- Staatspartij op. 1994). ‘Kerk moet christelijke tegencultuur 62 Houwaart, Partijen, 134-139. Het gpv bieden’ in: Reformatisch Dagblad (12-8-2009). was nauw verbonden met de vrijgemaakt 51 Oranjevaan (mei 1965). gereformeerde kerken en beschouwde zich 52 Rondschrijven (stencil) van lt.-kol. ds. C.M. als de ware erfgenaam van Groen van Prin- Graafstal, 28-11-1966; brief aan mr. J.L.M.Th. sterer. Cals, 19-10-1966. abcov, doos ii, map 2. De 63 D.Th. Kuiper, ‘De arp. Ontploffen of brief is ook naar de ministers van Binnen- lanceren?’ in: E.C.M. Jurgens, Partijver- landse Zaken en van Justitie gegaan. nieuwing? (Amsterdam 1967) 21-36. Deze 53 De brief van de Bond werd namens de drie dissidenten vormden de zogenaamde Verar- ministers beantwoord door de minister van groep (Verontruste Anti-Revolutionairen). Justitie Struycken, die stelde de uiting van 64 D. Houwaart, Politiek Jaarboek 1971 (Am- genegenheid jegens het vorstenhuis op prijs sterdam 1970) 140-141; R. van Mulligen en te stellen. Hij wees erop dat het afzeggen E. Klei, ‘Het nev, vroege voorloper van de van de traditionele rijtoer niet was gebeurd ChristenUnie’, Nederlands Dagblad (22-1-2010). op grond van vrees voor ernstige gebeurte- 65 Faas, God, Nederland, 228. nissen en dat het bepalen van de strafmaat 66 Faas, God, Nederland, 230. een zaak was van de onafhankelijke rechter 67 Dane en Harinck, ‘Tweede Wereldoorlog’, en dat niet de indruk moest worden ge- 309. Jongeling had drie jaar lang in het con- wekt dat gezag zich primair door straf zou centratiekamp Sachsenhausen-Oranienburg laten afdwingen. Brief van 5 januari, 1967, gezeten. gepubliceerd in De Oranjevaan, maart 1967. 68 E. Klei, ‘Klein maar krachtig, dat maakt ons abcov, doos v, map 6. uniek’ (Amsterdam 2011) 139. 54 abcov, doos ii, map 2. 69 Accent (20-4-1968), Accent (27-4-1968). 55 Stencil, 6-12-1966. abcov, doos ii, map 70 Oranjevaan (mei 1968); Meijer, Politiek 2. Deze stichting kwam ook voor onder de zakboek, 156. naam ‘Neêrland hou en trouw’. H.J. Meijer, 71 H. Brugmans, ‘Twee feiten – twee kantte- Politiek zakboek 1967 (Amsterdam 1967) 155. keningen’ in: Vrij en onverveerd (uitgave van 56 Oranjevaan, mei 1966. Deze tekst werd het Monarchistisch Democratisch Jongeren herhaald in De Oranjevaan van september Contact, het mdjc; Rijswijk 1968). Brug- 1969 en in het voorjaar van 1982. mans was een enthousiast Europees federa- 57 D. Houwaart, Partijen op het eerste gezicht list. Brugmans, Wij Europa, 171 ev. (Amsterdam 1971) 144-146. De Boerenpartij 72 Oranjevaan (mei 1968) was ontstaan, volgens het beginselprogram, 73 Oranjevaan (april 1969), Oranjevaan in de strijd tegen de geleide economie in de (voorjaar 1982) abcov, dozen v en vi. landbouw, maar verdedigde ook de rechten 74 Oranjevaan (december 1972), abcov, van de koning en de ‘christelijke grondsla- doos vi. gen van ons volksleven’. 75 C. van Baalen en J.W. Brouwer, ‘De toe- 58 Meijer, Politiek zakboek, 152-155. spraken van Beatrix nader beschouwd’ in: 59 Meijer, Politiek zakboek, 74, 99, 132. Carla van Baalen e.a., Koningin Beatrix aan noten 503

het woord (Den Haag 2005) 11-53, aldaar 25, en chu gezamenlijk herdacht en er volgden 26. De bede kwam in 1978 met het kabinet- gezamenlijke publicaties, maar op critici Van Agt slechts gedeeltelijk terug. Deze kwam dit weinig overtuigend meer over. ‘halve bede’ eindigde met het uitspreken 83 Van Spanning, De Christelijk Historische van het vertrouwen, ‘dat velen u wijsheid Unie ii, 330, 333; A. Vondeling, Tweede Ka- toewensen en om zegen voor u bidden’. Tij- mer: lam of leeuw? ( 1976) 36-39. dens de elf jaar dat het kabinet-Lubbers aan Houwaart, Partijen, 69. het bewind was, sprak de koningin de woor- 84 Ten Hooven en De Jong, Geschiedenis, 285 den: ‘Van harte wens ik u toe dat Gods zegen e.v.; de verontrusten deden in de Unie van op uw werk rust.’ Het paarse kabinet-Kok zich horen als ‘Centrumgespreksgroep’. greep weer terug naar de ‘halve bede’ van 85 Van Spanning, De Christelijk Historische Van Agt. Balkenende herstelde in 2002 weer Unie ii, 328-332; H.J.G. Waltmans, ‘De nati- het oude ‘Ik wens u daarbij Gods zegen toe’. onale gedachte – nieuwe ontwikkelingen’ Maar een jaar later werd het: ‘U mag zich in: Couwenberg ed., De Nederlandse Natie, daarbij gesteund weten door het besef dat 44-60, aldaar 46. In het nieuwe beginsel- velen u wijsheid toewensen en met mij om programma dat de Deputatenvergadering kracht en Gods zegen voor u bidden.’ van de arp in 1961 aanvaardde, vertegen- 76 Oranjevaan (december 1978), abcov, woordigde de antirevolutionaire of ook wel doos vi. christelijk-historische richting een, en niet 77 Oranjevaan (december 1965), abcov, langer dé grondtoon. doos v. 86 Oranjevaan (februari 1972), abcov, doos vi. 78 Couwenberg, ‘De Nederlandse natie’, 16; 87 Oranjevaan (april 1976), abcov, doos vi. J.A. Bruins Slot, ‘Emancipatie en integratie’, 88 Oranjevaan (december 1976). Zie Bijlagen. ar-Staatkunde (oktober 1964); Van Vliet, 89 Verslag van de huishoudelijke vergadering Groen van Prinsterers historische benadering, op 6-11-1976, abcov, doos i. 322. 90 Notulen van het hoofdbestuur op 15-1- 79 Mr. E. Bos, ‘Oranje nu!’ (rede gehouden op 1977, abcov, doos i. Bondscongres van de bcov te Haarlem op 91 Oranjevaan (april 1977) abcov, doos vi. 14 juni 1967), Oranjevaan (oktober 1967). 92 Elseviers Magazine (3-5-1980). 80 ‘Knuffel Oranjes niet van de troon!’,Trouw 93 Oranjevaan (voorjaar 1981). (29-5-1967). 94 Ik maakte in de jaren 1960 deel uit van 81 chjo, Een poging tot heroriëntering (Haar- deze politieke groepering en was als voorzit- lem 1967) 12; J. Huijsen, Het moderne koning- ter van de studentenorganisatie, de chjo, schap (Haarlem 1966); J. Huijsen, ‘Denken onder andere enige jaren adviserend lid van en praten over de monarchie’, Accent het Dagelijks Bestuur, en zo hoorde ik deze (20-4-1968). Deze reactie vanuit christelijk- anekdote. Dr. J.J.R. Schmal zou deze erva- historische kring verontrustte Van Rappard ring hebben opgedaan als lid van de Raad- zodanig dat hij een polemiek aanging en gevende Raad van de Raad van Europa. deze in brochurevorm publiceerde: Van 95 Ten Napel, Een eigen weg, 372-376. Omdat Rappard, Polemiek. de radicale confessionelen meenden te voor- 82 Freule Van Stoetwegen zei dit in 1967 in zien dat de confessionele politiek zou leiden gesprek met schrijver dezes. Zie ook: D.J.H. tot een minder uitgesproken middenpartij, van Dijk, C.G. van der Staaij, Vonken van had een deel van hen zich afgescheiden en al heilig vuur (Heerenveen 2001) Voorwoord; in 1968 de ppr gevormd. Klei, ‘Groen van Prinsterer’, 412-413. In 1976 96 Verkuil, Een positieve grondhouding, 109-112. werd op 19 mei nog wel op de begraafplaats 97 S.W. Couwenberg, ‘Wie zou zich nog keren Ter Navolging Groens overlijden door arp tegen “rechtvaardigheid”?’, Tijd & Taak (9-4- 504 nederland en het verhaal van oranje

1994). Er is wel opnieuw een iets meer eigen verhaal. Dit ideologische vreemdgaan paste visie op het maatschappelijk middenveld overigens bij de opmerking van de cda- geformuleerd, waarbij een traditie werd prominent E.M.H. Hirsch Ballin dat de trits voortgezet die sociologisch gezien paste bij van de Franse Revolutie, ‘vrijheid, gelijkheid het karakter van de confessionele partijen en broederschap’, ten grondslag zou liggen als volkspartijen, die hecht waren geworteld aan onze huidige grondwet en inspiratie in de civil society. had geboden voor de ontwikkeling van onze 98 Hoezeer er geleidelijk aan anders tegen rechtsstaat. Couwenberg, In opdracht van burgerschap werd aangekeken, blijkt bij- de tijd, 89. voorbeeld uit de inleiding die Kees Klop 99 A.C. Zijderveld, Staccatocultuur, flexibele hield op 14 februari 2002 in De Balie in maatschappij en verzorgende staat (Utrecht Amsterdam. De inleiding van Klop, plaats- 1991) 86. Deze vervaging van het nationale vervangend directeur van het wetenschap- concept sloot overigens eveneens aan bij de pelijk bureau van het cda, op het thema trend van ontideologisering die door socio- Hoe mondiger de mens, des te asocialer als logen als R. Aron in Frankrijk, D. Bell in de burger?, had als titel ‘Van bevrijdingsprak- Verenigde Staten en H. Schelsky in Duits- tijk naar vrijheidsbeheer’. Tot de samen- land al in de jaren 1950 was gesignaleerd, bindende burgerzin, die hij noodzakelijk maar die in de jaren 1960 en 1970 steeds achtte, zouden gezin, overheid, massamedia merkbaarder werd. Couwenberg, ‘Ideologie en onderwijs moeten inspireren, maar wacht op reanimatie’. verder bleef het betoog steken in dezelfde 100 B.J. Spruyt, ‘W. Aalders’ in: Th. Baudet abstracties waardoor het gemiddelde debat en M. Visser ed., Conservatieve vooruitgang over dit soort onderwerpen gewoonlijk (Amsterdam 2010) 355-372. wordt gekenmerkt. Een vroeger, specifiek 101 Spruyt, ‘W. Aalders’, 355-372. confessioneel criterium zoals gehoorzaam- 102 W. Aalders, In verzet tegen de tijd: een protest heid aan de soevereine overheid, waartoe tegen de verwereldlijking van God en de vergod- een getrouw onderdaan verplicht zou delijking van de wereld (Den Haag 1964). zijn, werd niet meer vernomen, zodat er 103 C.A.J.M. Kortmann, De grondwetsherzie- van een specifiek eigen nieuw verhaal niet ning 1983 (Deventer 1983) 1-14, 357, 358. kon worden gesproken. Ook het artikel 104 Kortmann, De grondwetsherziening 1983. in cdverkeningen, dat in de lente van 2003 136. verscheen van de hand van T. Janssen onder 105 Kalberg, De staatsrechtelijke positie, 7-9. de titel: ‘Naar een nieuw patriottisme?’, Met verwijzing: Mr. H.J.M. Jeukens: ‘Grond- stond niet in de confessionele traditie. De wetsherzienig’, afscheidscollege gehouden auteur signaleerde een behoefte om het aan de Katholieke Hogeschool te Tilburg op burgerschap in een multiculturele samenle- 30 oktober 1980 (Den Haag 1980). ving ‘moreel-inhoudelijk inhoud’ te geven. 106 Oranjevaan (voorjaar 1981). Het antwoord hierop zocht hij weliswaar 107 Kalberg, De staatsrechtelijke positie, 343-345. in de historie, maar dan uitgerekend – los 108 Klei, ‘Klein maar krachtig’, 134. van elke ideologische continuïteit – bij de 109 Kalberg, De staatsrechtelijke positie, 337-345. achttiende-eeuwse patriotten, die Groen zo 110 Bleek me uit gesprekken ter voorberei- had verfoeid! Een belangrijke overweging ding van Huijsen, Beatrix. daarbij was dat de Nederlandse patriotten 111 Kalberg, De staatsrechtelijke positie, 341. zouden zijn gekenmerkt door een ‘religieus 112 Kalberg, De staatsrechtelijke positie, 343- nationalisme’. Met Groens adagium ‘tegen 344. Ze waren bijvoorbeeld voorstander de revolutie, het evangelie’ in gedachten, van handhaving van de term Koning in was dit historisch gezien een ‘ontworteld’ de bepaling over het oppergezag van de noten 505

krijgsmacht. Later (www.christenunie.nl, correctief referendum verworpen. geraadpleegd 11-10-2002) zou Roel Kuiper 121 H. Daalder, ‘Leiding en lijdelijkheid in de van de zijde van de cu in het artikel ‘Oran- Nederlandse politiek’ in: Van oude en nieuwe gist als volksvertegenwoordiger’ nog met regenten. Politiek in Nederland (Amsterdam instemming verwijzen naar Kalberg. Hij 1995) 16; Te Velde, Van regentenmentaliteit, deelde zijn droefheid over het ‘nivellerende 29 e.v.; hier wordt gewezen op de verschil- denken’ dat ten grondslag zou liggen aan lende betekenissen en de verandering hier­- de grondwetswijziging van 1983, prees hem in. om zijn ‘kloeke Groeniaanse taal’ en pleitte 122 Couwenberg, In opdracht van de tijd, 55. voor een vasthouden aan een ‘historisch- 123 NRC Handelsblad (18-4-2010); zelfs op een providentiële’ visie op de Oranjes. partijcongres van GroenLinks in 2010 werd 113 Van Wijnen, De macht van de kroon, 228. nog de invoering van zowel een correctief 114 Beernink, Geschiedenis en beginsel, mijn als een adviserend referendum verworpen. cursivering. 124 M. Bovens en A. Wille, De diplomademo- 115 Kalberg, De staatsrechtelijke positie, 341- cratie. Over spanning tussen meritocratie en 345, 347. democratie (Amsterdam 2010) 98, 99. 116 Couwenberg, ‘Nationale identiteit’, 25; 125 H.J.A. Hofland, ‘De bananenmonarchie’ Zahn, Regenten, rebellen, 22. in: idem, Tegels lichten. 117 Couwenberg, Herlevend nationalisme, 126 E.H. Kossmann, ‘Een tuchteloos pro- 58-59. bleem’ in: idem, Naoogst, 273-288, aldaar 118 Te Velde, Van regentenmentaliteit, 67, 68. 275-276. 119 W. Aalders, Theocratie of ideologie: het di- 127 Koenis, Het verlangen naar cultuur, 12-13, lemma van de huidige christenheid (Den Haag 62-63. 1977); W. Aalders, De tijdgeest weerstaan 128 Kossmann, De Lage Landen, 230-235. (Amsterdam 1984); Giebels, Beel, 417, 418. 129 Van Ginkel, Op zoek, 258; P. Scheffer, Een W. Scholten, vicepresident van de Raad van tevreden natie (Amsterdam 1988) 28. Eerder State (1980-1997) en christelijk-historisch, werd er al op gewezen dat, behalve onder ging ervan uit dat de ministers van Staat intellectuelen, ook bij het grote publiek in er louter waren om het staatshoofd op de jaren 1960 niet zoveel belangstelling be- haar verzoek van advies te dienen bij haar stond voor het nationale verleden. De min staatstaak dan wel bij kwesties haar Huis be- of meer geflopte viering van het honderd- treffende, en dat deze adviezen niet onder- vijftigjarig bestaan van het Koninkrijk der worpen zouden zijn aan de ministeriële ver- Nederlanden is hier een voorbeeld van. Ook antwoordelijkheid. Erik Jurgens, hoogleraar meende Oranje in de personen van koningin staatsrecht en senator voor de PvdA, consta- Juliana en prinses Beatrix er goed aan te teerde in 1999, in een artikel in Trouw, dat doen deze viering te plaatsen in het kader de kleine rechtse partijen sgp, gpv en rpf van actuele ontwikkelingen en internatio- tegen het referendum waren omdat dit naar nale verhoudingen. volkssoevereinteit rook. Binnen het cda 130 J. de Beus in een panelgesprek aan de signaleerde hij eveneens nog conflicterende Faculteit der Geesteswetenschappen, Uni- tradities. E. Jurgens, ‘Wat is er tegen volks- versiteit van Amsterdam, 2-12-2004. soevereiniteit?’, Trouw (29-5-1999). 131 N.C.F. van Sas, Talen van het vaderland. 120 NRC Handelsblad (1-12-1986). Op 18 mei Over patriottisme en nationalisme (Amster- 1999 werd in de Eerste Kamer in de ‘nacht dam 1995) 20. van Wiegel’, met steun van deze liberale 132 nipo-bericht nr. 1506 (12-6-1972) geeft senator, aan wie deze nacht zijn naam ont- aan dat 78 procent voor uitbreiding van de leende, een voorstel tot invoering van het eeg met Engeland, Denemarken, Noorwe- 506 nederland en het verhaal van oranje

gen en Ierland was, en een volksstemming de gratie Gods’ niet verloren te doen gaan. hierover werd door 81 procent niet nodig Oranjevaan (voorjaar 1981). gevonden. Bericht 2528 (28-4-1989) toont 142 J.C.H. Blom, ‘Nederland sinds 1830’ in: aan dat ongeveer zes weken voor de Euro- J.C.H. Blom en E. Lamberts ed., Geschiedenis pese verkiezingen slechts 25 procent van het van de Nederlanden (Rijswijk 1993) 308-365, Nederlandse publiek hiervan op de hoogte aldaar 352. Voor Blom was ‘de atmosfeer van was, en bericht 2654 (9-7-1992) laat zien dat verandering wel degelijk dominant’. slechts 18 procent van de ondervraagden 143 J. Livestro, De Groene Amsterdammer (10- zich redelijk op de hoogte achtte van wat 9-2008). het Verdrag van Maastricht inhield. 144 Paul Taggart, Populism (Philadelphia 133 H. Brugmans, Wij, Europa (Amsterdam 2000) 93. Ik gebruik hier het begrip ‘zwij- 1988) 149. gende meerderheid’ zoals Taggart ‘silent 134 Van Ginkel, Op zoek, 258 259. majority’; het slaat op het werkende volk, 135 A. Chorus, De Nederlander: uiterlijk en dat zijn belasting betaalt en doorsnee-op- innerlijk (Leiden 1964); Couwenberg, Herle- vattingen huldigt tegenover de elite, die per vend nationalisme; Waltmans, De Nederlandse definitie in de minderheid is en die ik meer politieke partijen. specifiek in relatie tot de babyboomgenera- 136 Couwenberg, Herlevend nationalisme, 51- tie ook wel als avant-garde aanduid. 55; Van Ginkel, Op zoek, 266. 145 Van der List, Meer dan een weekblad, 118. 137 Waltmans, ‘De nationale gedachte’. 146 Van der List, Meer dan een weekblad, 118- 138 Hofland, ‘De bananenmonarchie’; tegelij- 121. kertijd is bij Hofland sprake van een zekere 147 ‘Koningin in de moderne samenleving’, ambivalentie omdat hij zich ook meerdere Elsevier (27-4-1974). keren bezig zou houden met het thema 148 ‘Onze vitale 65-jarige vorstin’ in: Elsevier van de nationale identiteit. In 1988 vroeg (27-4-1974). hij zich zelfs bezorgd af of Nederland soms 149 Van der List, Meer dan een weekblad, 118- streeft naar zijn ‘geruisloze opheffing’. H.J.A. 121, 164. Hofland, ‘Een stoplicht bij Breda’, deHaagse 150 Van der List, Meer dan een weekblad, 135. Post (4-6-1988). 151 Van der List, Meer dan een weekblad, 146. 139 J. de Beus, ‘Politicologie heeft blinde vlek 152 Cees Labeur, ‘De val van de zakenprins’, voor het nationale’, de Volkskrant (28-12- Elsevier (4-9-1976). 1994); Scheffer, ‘Land zonder spiegel’. 153 Wolf, Het geheim, 482; verwijzing naar 140 J.Th.J van den Berg, ‘Saevis tranquilla in G. van Es en Z. Luyendijk, ‘Spreken waar undis, koningin in tijden van populisme’ in: anderen dat niet durven. Profiel vanDe Tele- Elzinga ed., De Nederlandse constitutionele graaf ’, NRC Handelsblad (11-1-1993). monarchie, 69. Op 29 en 30 september 2005 154 Wolf, Het geheim, 400. vond in Groningen ter gelegenheid van het 155 Wolf, Het geheim, 398. 25-jarig ambtsjubileum van koningin Beatrix 156 Wolf, Het geheim, 408. een wetenschappelijk congres plaats onder 157 De Rooy, Republiek, 259; G. van der List, de titel ‘De Nederlandse constitutionele ‘Het geheim van De Telegraaf ’, Elsevier monarchie in een veranderend Europa’. (17-10-2009). 141 Rondschrijven, 28-11-1966, abcov. Later, 158 Wolf, Het geheim, 421 e.v. in 1981, kon de steun worden gemeld van 159 Wolf, Het geheim, 462, 463. 34 organisaties van militairen, veteranen en 160 H. Pleij, De herontdekking van Nederland het voormalig verzet, voor de petitie die de (Amsterdam 2003) 81; volgens Pleij wordt Bond tot de Kamer richtte met het verzoek oranje zo explosief gebruikt bij sportmani- om de ‘gedachte van een Koningschap bij festaties, hij meent enkele decennia, noemt noten 507

de jaren 1980 en denkt daarbij aan het door de nos naar aanleiding van het overlij- schaatsen. J. Smeets, ‘Ard & Keessie: Oran- den van koningin Juliana. jegevoel bij het schaatsen’. Andere Tijden 171 www.musicform.nl; Ook de sketch De (28 december 2004). Hier wordt specifiek stalmeester van Michel van der Plas, gespeeld verwezen naar het schaatsen in 1966. door Wim Sonneveld, sloeg enorm aan door- 161 Wolf, Het geheim, 431. dat dit een treffende persiflage was van de 162 De expositie in het Simon van Gijn Mu- populaire Oranjeliefde, die onder meer tot seum in Dordrecht was van 30 april 2005 tot uitdrukking kwam in rommel die het volk op 31 januari 2006. De expositie in het Kera- Koninginnedag ten geschenke neerlegde op miekmuseum Princessehof te Leeuwarden de trappen van Soestdijk en die de stalmees- was te zien van 17 april 2010 tot 14 november ter het liefst achter de rododendrons had ge- 2010. Oranje Schakel (april 2010). Ze wer- sodemieterd. NRC Handelsblad, (30-4-1980). den georganiseerd ter gelegenheid van de 172 C.J.M. Schuyt, Op zoek naar het hart van resp. 25-jarige en 30-jarige regeringsjubilea de verzorgingsstaat (Leiden en Antwerpen van koningin Beatrix. Zie ook: Annette 1991) 7-11. Posthumus, ‘Oranjegevoel is van alle tijden’ 173 Bovens en Wille, De diplomademocratie. (uitgave van Radio Nederland Wereldomroep 174 M. Bovens en A. Wille, ‘Waar bleef het Nieuws; 29-4-2005). vertrouwen in de overheid?’, Vrij bestuurs- 163 A. Kok, 1974 Wij waren de besten (Amster- kunde 4 (2006) 50-64; Bovens en Wille, dam 2006) 9, 16, 118-119, 287. De diplomademocratie, 13, 58-62. Ik hanteer 164 Schoo, De verwarde natie, 101 e.v.; Te Vel- het begrip meritocratisering in navolging de, Van regentenmentaliteit tot populisme, 69. van Bovens en Wille. Dat wil zeggen dat Artikel 1 van de Grondwet, het zogenaamde merite een intellectuele verdienste betreft gelijkheidsartikel, was wel een product uit en dat de lengte van de genoten opleiding de jaren 1960 en werd in Nederland sterk de onderwijskwalificatie aangeeft. Een ‘di- beleefd. Kok, 1974, 16. plomademocratie’ betekent vervolgens dat 165 G. van der List, ‘Oranjegekte bewijst burgers meer politieke invloed en aanzien waarde van patriottisme’, Elsevier.nl (12- hebben al naargelang hun opleidingsniveau. 7-2010); Oranje participeerde erin en de Om de scherpere tegenstellingen nader te prins van Oranje werd zelfs beschermheer verklaren, grijpen ze terug op de socioloog van Sail Amsterdam. In 2010 was zowel Michael Young, die er in The Rise of the Me- Sail Amsterdam als het wk in Zuid-Afrika ritocracy (1958) op wees dat het individuele een groot succes. Het Oranjegevoel bleek falen in een meritocratische maatschappij springlevend. Van der List signaleerde een heel gemakkelijk aan de loser zelf kan wor- ‘collectieve verstandsverbijstering’ en ‘een den verweten. Hij voorzag dat verdergaande aangename zotheid die even de pijn van het meritocratisering daardoor wel eens een alledaagse verzacht’. verharding van de maatschappelijke tegen- 166 Zahn, Regenten, rebellen, 56. stellingen tot gevolg zou kunnen hebben. 167 Pleij, De herontdekking, 92-94. 175 Bovens en Wille, De diplomademocratie, 9-11. 168 J. Hoedeman, R. Meijer, Willem iv. Van 176 K.L. Poll, De beklemde elite (Amsterdam prins tot koning (Amsterdam 2010) 84-85. 1972) 159. 169 Willem Aantjes, e-mailcorrespondentie 177 A. van der Zwan, De uitdaging van het po- (9-9-2009). Hij is een van degenen die me- pulisme (Amsterdam 2003) 182, 183. nen dat de tegenslagen Juliana alleen maar 178 D. Van Reybrouck, Pleidooi voor populisme meer sympathie opleverden. (Amsterdam en Antwerpen 2008) 17. 170 Juliana 1909-2004 (Hilversum 2004) 12- 179 J.J. Jansen van Galen, ‘Elite van betweters 14. Terlouw en Cruijff werden geïnterviewd en “weldoeners”’, Het Parool (24-11-2010). 508 nederland en het verhaal van oranje

N. Noordervliet, ‘Gaan we beleid maken 2 Bieckmann, De wereld, 269-270; Huijsen, van rancune?’, Trouw (30-10-2010). Dit had Beatrix, 68-71. en heeft een polariserend effect op de sa- 3 Volgens Oosterhuis was het de bedoeling menleving en dit zou mede de toegenomen om ‘prins Claus en Beatrix in een ander ontvankelijkheid voor een populistische be- milieu neer te zetten dan dat van prins Bern- nadering van de politiek kunnen verklaren. hard’. Bieckmann, De wereld, 269. R. Andeweg, ‘Politicologie poldermodel. 4 Tijdens een persoonlijke ontmoeting gaf De overlegdemocratie lijkt achterhaald’, de Reinbert de Leeuw aan dat hij, inmiddels Volkskrant (21-8-2010). P. Lucardie, Draussen wetend hoe het paar in het leven stond, er vor der Tür oder gerade über die Schwelle? Po- achteraf gezien zeker heen zou zijn gegaan. pulismus im Parteiensystem der Bundesrepublik 5 Bieckmann, De wereld volgens prins Claus, und in den Niederlanden (Documentatiecen- 33,34. trum Nederlandse Politieke Partijen, Rijks- 6 Bieckmann, De wereld volgens prins Claus, 40. universiteit Groningen; Groningen 2007). 7 Bieckmann, De wereld volgens prins Claus, 180 Lasch, The Revolt of the Elites, Inleiding, 34,35. 3-8; Rorty, Achieving Our Country, 14. G. 8 Van Wijnen, De prins-gemaal, 258. J. Pronk: Groot, Twee zielen.Gesprekken met heden- ‘On ne développe pas, on se développe’ daagse filosofen, 247-266. in: Prins Claus. Een talent voor vriendschap 181 Van Doorn, ‘De riskante erosie’, 303, 304. (Amsterdam 2003) 75-88. Schoos nog wat somberder constatering dat 9 E. van Westerloo, Prins Claus, 1962-2002 de nieuwe, hoogopgeleide, professionele eli- (Den Haag 2002) 108, 109. te, die tijdens de roaring sixties was doorge- 10 Bieckmann, De wereld volgens prins Claus, stoten, vooral instrumenteel en pragmatisch 174; Huijsen, Beatrix, 54, 69, 84, 100. van aard was en geen enkele geopenbaarde 11 Wolf, Het geheim, 464-466. waarheid eerbiedigde, behoudens dan het 12 P. Bak, Bewogen en bevlogen. Het Europese gelijkheidsbeginsel, sluit hierbij aan. Schoo, elan van prinses Beatrix (Amsterdam 2005) 11. De verwarde natie, 104. 13 anp-interview met prinses Beatrix aan de 182 F. Postma, ‘Willem van Oranje 1584-1984. vooravond van haar 27ste verjaardag. Een literatuuroverzicht’, bmgn 99, afl. 4 14 A.J. van Dulst, ‘Gesprek der generaties’ (1984), 708-714. in: Tussen nee en ja (Den Haag 1962). anp- 183 Postma, ‘Willem van Oranje’, verwijzing: interview met prinses Beatrix aan de voor- J.A.L. Lancée, ‘Oranje’s beeld in later ogen’, avond van haar verjaardag. Bak, Bewogen en Maatstaf, xxix (1981) afl. 8/9, 38 en 50-51. bevlogen, 13-17. 184 R.H. Bremmers, Rebellie en Reformatie 15 P. Bak, Young, Inspired and Committed (Franeker 1984). (Londen 2008). 185 Van Deursen en De Schepper, Willem van 16 ‘Visit from H.M. Queen Beatrix of the Ne- Oranje. therlands’ (ucl News, 8 december 2008). 186 Van Deursen, De last van veel geluk, 119. 17 D.J. Elzinga, ‘Monarchie en constitutioneel 187 Nieuwsbrief Oranjevaan (april 1984), neutrum’ in: idem ed., De Nederlandse consti- abcov. tutionele monarchie, 13. 18 Huijsen, Beatrix. 19 e.v. 19 We zien bijvoorbeeld bij Oranjes als Wil- helmina, Juliana en Beatrix dat ze zich bij vi traditie als last en uitdaging herhaling de vraag stelden wat de persoon- 1 Huijsen, Beatrix, 69. Hiervoor heb ik ge- lijke en maatschappelijke consequenties sprekken gevoerd met onder anderen en- zouden moeten zijn van het christelijk kele deelnemers aan deze bijeenkomsten. geloof. noten 509

20 C. Wouters, ‘Informalisering en het Neder- narchie in sociologisch perspectief ’ in: Tam- landse vorstenhuis in de twintigste eeuw’ in: se ed., De stijl van Beatrix, 53-72, aldaar 68. Bruin en Verrips ed., Door het volk gedragen, 31 Bovens en Wille, De diplomademocratie, 10, 230-257. 70. Bovens wijst erop dat de adel ambten be- 21 Lammers, Koningin Beatrix, 34-35. kleedde vanwege de afkomst en niet alleen 22 Interview met Ad Langebent. Later, in omdat men een academische opleiding had 2005, ter gelegenheid van haar erepromo- genoten. Soms was men gevormd via privé- tie aan de Leidse universiteit, zei ze over onderwijs. De medewerkers maken overwe- het koningschap: ‘Een ambt dat iemand gend deel uit van het circuit dat de histori- krachtens geboorte toevalt, is per definitie cus J.W. Oerlemans in 1990 kenschetste als niet door eigen verdiensten verworven. de ‘Eenpartijstaat-Nederland’. Cuperus, De Dit dwingt bovenal tot bescheidenheid en wereldburger bestaat niet, 28-41. zelfreflectie, zeker wanneer men persoonlijk 32 Huijsen, Beatrix, 50. wordt geëerd!’ Toespraak van Hare Majes- 33 T. van der Heijden, ‘Een debatcentrum vol teit de Koningin bij haar erepromotie aan beschaving’, Het Parool (12-2-2011); Trouw, de Universiteit Leiden, Pieterskerk, Leiden, (9-11-2006). dinsdag 8 februari 2005. 34 R. de Bok, ‘Een taak zo zwaar maar ook zo 23 Hella Haasse, Beatrix, Koningin (een inter- mooi’, Elseviers Magazine (9-2-1980). Else- view met koningin Beatrix; 29-4-1988). Te vier signaleerde bij het aantreden van ko- Velde, ‘Continuïteit en karakter’, 155 e.v. ningin Beatrix dat haar vriendenkring zou 24 Huijsen, Beatrix, 182, 183, 203-205. Hier- getuigen van een wat ‘eenzijdige en radicale’ aan liggen gesprekken ten grondslag met instelling. S. Pleij, ‘We hoeven niet van el- – behalve koningin Beatrix zelf – Frits kaar te houden’ (dialoog over het populisme Korthals Altes, oud-minister van Justitie en tussen Bas Heijne en David van Reybrouck), oud-voorzitter van de Eerste Kamer, en met Vrij Nederland (4-6-2011). Heijne: ‘[...] Ik Herman Tjeenk Willink, vicepresident van bezocht een reeks van drie Paleislezingen, de Raad van State. De Belgische oplossing georganiseerd door de koningin. Met spre- dat de Koning in de situatie dat hij, indien kers van naam, en een debat over de crisis in hij principieel bezwaar zou hebben tegen de Europese gedachte. Na een tweede keer een wetsvoorstel, een dag zou aftreden, is schreef ik geërgerd in een column – keurig daarmee in Nederland geen optie. zonder naam en toenaam – dat het in zulke 25 Huijsen, Beatrix, 101 e.v. discussies steeds ging over nationalisme als 26 Maria Grever, ‘Meer dan zichzelf. Politiek iets vies dat uit de grond geborreld kwam. en sekse bij koningin Beatrix’ in: Tamse ed., Er zat geen nationalist of euroscepticus bij. De stijl van Beatrix, 73-96, aldaar 94-96. In Nou, voor de derde discussie werd ik niet de omgeving van de koningin bestond de meer uitgenodigd. Een jaar later hoorde ik indruk dat Claus nooit helemaal heeft door- bij toeval dat ik van de lijst was afgehaald grond wat het ambt ten diepste voor haar omdat men, ik citeer, “op dat soort geluiden inhoudt, noch voor zijn zoon. niet zat te wachten” – ik ben daarna ook 27 R. Meijer, Aan het hof. De monarchie onder nooit meer gevraagd.’ koningin Beatrix (Amsterdam 1999) 21 e.v. 35 J. Stranders, ‘Moderne kunst is antipopu- 28 J. Hoedeman en R. Meijer, Vrouwen van listisch’, de Volkskrant (21-10-2010). Oranje (Amsterdam 2004). 36 H. Oosterhuis, ‘Een maal zeventig’, De 29 J.W. Oerlemans, ‘Eenpartijstaat-Neder- Prom 2003. land’, NRC Handelsblad (14-2-1990). 37 W. Breedveld ed., Het staatshoofd spreekt. 30 J.E. Ellemers, ‘Erfelijk bepaald gezag in een Een keuze uit de toespraken van Koningin moderne maatschappij. De Nederlandse mo- Beatrix en Prins Claus (Den Haag 1992) 75; 510 nederland en het verhaal van oranje

Te Velde, ‘Continuïteit en karakter’, 165. 48 Huijsen, Beatrix, 94; H. te Velde, ‘Continuï- 38 Van den Berg, ‘Saevis tranquilla’, 77. E.v. teit en karakter’, 156. Raalte, Staatshoofd en ministers, 248 e.v. 49 Stéphane Bern, ‘Pays-Bas, les paradoxes d’une 39 Huijsen, Beatrix, 173-179. Hieraan liggen monarchie’, in: idem, L’Europe des rois, 266. gesprekken ten grondslag met Frits Kort- 50 Meijer, Aan het hof, 12. hals Altes, de oud-premiers 51 Smit en Slagboom, ‘Koninginnedag’. Bij en en met Herman Tjeenk Wil- het in ontvangst nemen van de preambule link, vicepresident van de Raad van State. uit handen van een bestuursdelegatie van de Incidentele geruchten over bemoeienissen Bond van Oranjeverenigingen gaf de konin- van de koningin bij de vestiging van een gin te kennen dat met het samengaan van de ambassade in Jordanië en over het gewenste Christelijke Bond en de Federatie een lang ontslag van een gescheiden ambassadeur in gekoesterde wens van haar in vervuilling Zuid-Afrika, kwalificeert Tjeenk Willink als was gegaan. peanuts en eerder als een compliment voor 52 Huijsen, Beatrix, 130, 131. Bij de voorberei- betrokkene dat men over een periode van ding van Koninginnedag 2010 in Zeeland vijfentwintig jaar geen serieuzere zaken wist sprak een ambtenaar haar verbazing erover te bedenken. uit dat het wel leek of de hofdame die met 40 Huijsen, Beatrix, 116 e.v. de voorbereiding was belast, bewust aan- 41 Tweede Kamer, vergaderjaar 1999-2000, stuurde op een zo populair mogelijke opzet stuk 27409. van de feestelijkheden. Meijer, Aan het hof, 42 Huijsen, Beatrix, 113. 219 e.v. 43 Te Velde, ‘Continuïteit en karakter’, 163-164. 53 Philip Smet, ‘Allochtonen zeer te spreken 44 E.H. Kossmann en H.D. Tjeenk Willink, over Beatrix’, archief Radio Nederland We- Toespraken ter gelegenheid van het 12 ½- jarig reldomroep (30-1-2008). Regeringsjubileum van Hare Majesteit de Ko- 54 Van den Berg, ‘Saevis tranquilla’, 71. ningin op 30 oktober 1992 in de Grote of St. Ja- 55 W. Breedveld, ‘Beatrix, de moderne konin- cobskerk te ’s-Gravenhage (Den Haag 1993). gin, krijgt het moeilijk’, Trouw (20-6-1992). 45 Huijsen, De Oranjemythe, 123 e.v.; Van Gualthérie van Weezel was afkomstig uit de Wijnen, De macht van de kroon, 180. PvdA- zeer Oranjegezinde christelijk-historische Kamerlid Peter Rehwinkel: ‘Koningin bloedgroep van het cda en behoorde tot de Beatrix wordt alom bewierookt en terecht. rechtervleugel. Ze werkt hard, is betrokken en nauwgezet, 56 In hetzelfde artikel in Trouw werd gesteld heeft kennis van zaken. Dat alleen al geeft dat de monarchie bestaat ‘ten dele bij de haar een bepaalde positie. Daardoor durft gratie van het goede voorbeeld’. Het mag in ze zich meer te veroorloven.’ Geciteerd bij dit verband duidelijk zijn dat in 1992 veel J. Jansen en R. Meijer, ‘Beatrixisme’, Elsevier van de escapades van prins Bernhard nog (27-5-1995). onbekend waren. 46 ‘Toespraak van Hare Majesteit de Konin- 57 Van der List, ‘Beatrix als bindmiddel’, 24. gin bij haar erepromotie aan de Universiteit 58 Huijsen, Beatrix, 50, 60, 64. Leiden’, Pieterskerk, Leiden, 8-2-2005. 59 Te Velde, ‘Continuïteit en karakter’, 158. 47 Bagehot, De voor- en nadelen, gebaseerd Verwijst hier naar A.M. Donner, die in 1956 op W. Bagehots ‘The English Constitution’ ter gelegenheid van de achttiende verjaar- uit 1867. Bas de Gaay Fortman zei in dit ver- dag van prinses Beatrix opmerkte dat het band tegen zijn buitenlandse studenten van de grote verdienste van de vorstinnen van het Institute of Social Studies: ‘Our system Oranje – Emma, Wilhelmina en Juliana – was separates the power from the glory.’ Huijsen, dat ze ‘in een rationalistische en materialisti- Beatrix, 27. sche tijd oog hebben gehad voor het gevaar noten 511

ener verschraling van het nationale leven’, in: heidspolitiek voor 47 tegen 45 procent van Beatrix 18 jaar (Amsterdam 1956) 45. de ondervraagden een zorg was. 60 Te Velde, ‘Continuïteit en karakter’, 157-159. 72 Het bestaan van een patriottisch senti- 61 Dit gaat uiteraard niet op voor de troon- ment bleek op momenten dat het Oranje- rede, waarin toch voor alles het beleid van gevoel manifest was, maar ook bij opinie- het kabinet wordt verwoord. De ruimte voor peilingen kwam het soms naar voren: nipo, een eigen geluid in de redevoeringen bij bericht 2645 (16-4-1992). Van de Nederlan- staatsbezoeken en andere officiële gelegen- ders was 65 procent er trots op Nederlander heden is groter. Premier Lubbers meende te zijn, 30 procent maakte het niet uit en 5 dat de moderne democratie een ‘royale en procent was niet trots. Van de 65 procent geen angsthazige’ interpretatie van de minis- die trots was, bleek 80 procent geroerd bij teriële verantwoordelijkheid veronderstelt. het aanhoren van het Wilhelmus. Deze redevoeringen zijn het resultaat van 73 Couwenberg, ‘Nationale identiteit’, 7-9; teamwork. De koningin gaat vaak te rade bij Righart, Het einde. deskundigen, maar ook het ministerie van 74 W.S.P. Fortuyn, De verweesde samenleving Buitenlandse Zaken levert een inbreng en is (Utrecht 1995) 176, verwijzing naar Elsevier alert. Huijsen, Beatrix, 194-196. 9 (maart 1995). 62 Ik spreek van ‘inhoudelijk profiel’ omdat 75 Te Velde, ‘Continuïteit en karakter’, 157. het bij een vorst om een religieuze, culturele, 76 Toespraak voor het Europese Parlement maatschappelijke en politieke duiding gaat. 1984, in: Van Baalen ed., Koningin Beatrix Het politieke is dus slechts één aspect ervan. aan het woord; Brugmans, Wij Europa, 149. 63 Later komt wel de vraag aan de orde in 77 A. Joustra, ‘Gered door Europa. De toe- hoeverre het publiek dit voldoende als ‘ei- komst van de Nederlandse monarchie in de gen’ herkent en niet te veel als afspiegeling Europese Unie’ in: Meijer en Schoo ed., De van de opvattingen van de elite. monarchie, 169-186, aldaar 176. 64 Huijsen, Beatrix, 151 e.v. 78 NRC Handelsblad (11-3-1994 en 7-1-1995). 65 Van Baalen en Brouwer, ‘De toespraken 79 Groens gedachtegoed, het christelijk- van Beatrix’. nationale concept, leefde nog in kringen van 66 H. Pleij, Het Nederlandse onbehagen (Am- sgp, gpv en rpf, later de cu. Zoals ook eer- sterdam 1991), A. de Swaan, Perron Neder- der bleek dat de christendemocraten weinig land (Amsterdam 1991), Righart, Het einde. feeling meer hadden met het christelijk- 67 A. Joustra, Vreemde ogen. Buitenlanders over nationale denken. de Nederlandse identiteit (Amsterdam 1993). 80 R. Safranski, Het kwaad. Het drama van de 68 Taylor, Moderniteit in meervoud, 181. vrijheid (Amsterdam en Antwerpen 1998) 69 R. de Wijk, ‘De voorbeeldige buitenlandse 222. politiek van Nederland’ in: W. van Noort en 81 Oegema, Een vreemd geluk, 25. R. Wiche ed., Nederland als voorbeeldige natie 82 Oegema, Een vreemd geluk, 27, 37. Volgens (Hilversum 2006) 93-104, aldaar 94; J.B. Oegema zou de civil religion rond Oranje tot Chevènement, Le Monde (18-1-1999). midden jaren 1960 domineren om na 1980 70 Schoo, ‘Nut en noodzaak’. in de schaduw te komen van de publieke 71 nipo, bericht 1834 (13-4-1977). Voorts was religie rond Auschwitz. er wat meer terughoudendheid wat betreft 83 Koningin Beatrix in Breedveld ed., Het de bemoeienis met andere landen, maar de staatshoofd spreekt, 42 e.v. toelating van nieuwe landen en de rechten 84 M. van de Reijt, Zestig jaar herrie om twee en vrijheden van mensen in landen als minuten stilte (Amsterdam 2010) 64. Rusland en Tsjecho-Slowakije werden door 85 Van de Reijt, Zestig jaar herrie, 85-90. een meerderheid gesteund, terwijl de apart- 86 Van Baalen en Brouwer, ‘De toespraken 512 nederland en het verhaal van oranje

van Beatrix’, 35; Meijer, Aan het hof, 248-250. politiek van Europese waarden’, die werd 87 Voor het behoud van de medemenselijkheid. bijgewoond door koningin Beatrix. Huijsen, Vier redevoeringen van Koningin Beatrix Beatrix, 157, 158. (Amsterdam 1995). 101 de Volkskrant (12 september 1991). 88 J.C.H. Blom, ‘De vervolging van de joden 102 ‘Integratie van minderheden moet met in Nederland in internationaal vergelijkend lef worden aangepakt’, de Volkskrant (12- perspectief ’ in: Blom, Crisis, bezetting en 9-1991); M. Fennema, Geert Wilders. Tove- herstel, 134-150. naarsleerling (Amsterdam 2010) 16-18. 89 Van Baalen en Brouwer, ‘De toespraken 103 Fennema, Geert Wilders, 20, 21. van Beatrix’, 37. 104 W.S.P. Fortuyn, ‘De Majesteit en Bol- 90 Oegema, Een vreemd geluk, 21 e.v. kestein’, Elsevier (20-5-1995); ‘‘‘Beatrixisme” 91 Oegema, Een vreemd geluk, 22, 47. roept ook vraagtekens op’ in Trouw (26-5- 92 ‘Van cpn-speeltje tot volwassen museum’, 1995); ‘Beatrix toont zorg over “ontbinding de Volkskrant (20-11-2010). maatschappij’’’, de Volkskrant (6-5-1995). 93 W. Pfaff, ‘What’s Left on the Union?’ in: 105 Jansen en Meijer, ‘Beatrixisme’; de term The New York Review of Books (september verwees naar een brief aan NRC Handelsblad 2005); Cuperus, De wereldburger bestaat niet, van eu-ambtenaar Jan Prillevitz, van 11 mei 189. Verwijzing: H. Terlouw, Duitslands rol in 1995, die onder ‘Beatrixisme’ een groeiende de wereld (Amsterdam 2008) 39-45. politieke rol van het staatshoofd verstond 94 A. Primor, ‘De ongenode gast werd mijn in combinatie met kruiperig gedrag van de beste vriend’ in: Van Alten, Prins Claus, 27- politiek verantwoordelijken. Hij had zich 56, aldaar 39. vooral geërgerd aan het tot driemaal toe 95 M.E. Storme, ‘(Inter)nationalist zijn van- kapittelen van de oorlogsgeneratie, die te daag’, lezing op de Katholieke Universiteit weinig voor de joden zou hebben gedaan. Leuven (6-10-2001). Hij vond dit even overbodig (en daardoor 96 M. Walzer, Thick and Thin. Moral Argument even tendentieus) als een mogelijke con- at Home and Abroad (Notre Dame, in 1994) 8. statering ‘dat het Oranjehuis met aanhang 97 Koningin Beatrix, Voor het behoud van de in het verleden niet louter klapwiekende medemenselijkheid. Vier redevoeringen van engelen heeft geteld, maar ook een enkele Koningin Beatrix (Amsterdam 2005) 37-49. schuinsmarcheerder en dronkenlap’. 98 Bovens en Wille, De diplomademocratie, 109. 106 M. Goslinga en M. ten Hooven, ‘Waarom Deze kwalificatie dateert van begin jaren moet het altijd over mij gaan?’, Trouw (1-7- 1990. 1995). 99 A.C. Zijderveld, ‘Koningin blijft steken 107 Oegema, Een vreemd geluk, 47. Oegema in moraal’; N. Wilterdink, ‘Goed en kwaad spreekt van een ‘groep protesterende oor- helder onderscheiden’; S. Stuurman, ‘Beatrix logskinderen en babyboomers’. kritiseert lofzang op de markt’; alle drie: 108 Huijsen, Beatrix, 173-179. NRC Handelsblad (10-5-1995). 109 J. van Casteren en P. Vermaas, ‘Koks- 100 Het is het geluid van de cultuurpessimis- maatje. Beatrix en de premier’, De Groene ten uit de tijd van het interbellum en van de Amsterdammer (16 februari 2000). naoorlogse ‘vernieuwers’ die zich baseerden 110 Onderzoek tns/nipo voor rtl nieuws; op het personalisme. Dit geluid had Wilhel- www.rtlnieuws.nl (geraadpleegd 29-4-2008). mina en ook Juliana al aangesproken. Het 111 R. Rubinstein, Alexander. Een impressie klonk door in het communitarisme dat furo- van de kroonprins bij zijn achttiende verjaar- re zou maken in de Verenigde Staten. De be- dag (Den Haag 1985); Hoedeman en Meijer, langrijkste exponent ervan, Amitai Etzioni, Willem iv, 111, 112, 180, 181. Hans van der was in 2004 aanwezig op de conferentie ‘De Voet, voormalig hoofddirecteur van de rvd, noten 513

zei hierover: ‘[...] en dat het iemand van links 121 Van der List, ‘Beatrix als bindmiddel’, 25; werd, was in zoverre een afweging dat het Erwin Olaf in Zomergasten, televisiepro- in elk geval niet iemand van rechts moest gramma van de vpro (29-8-2010). zijn. Ik bedoel, je wilt geen mooiprater, dat 122 ‘Kamervragen over moskee-optreden maakt het ongeloofwaardig.’ Later werd Beatrix’, Elsevier (7-6-2006). Jaap Leeuwenburg aangezocht als particu- 123 ‘Wilders kapittelt koningin om rede’, NRC lier secretaris van Willem-Alexander. Hij Handelsblad (27-12-2007); hier worden de re- was d66’er, maar werd uitgenodigd te solli- actie van Wilders en de samenvatting van de citeren door vvd-minister van Binnenlandse woorden van de koningin weergegeven. Zaken . 124 NRC Handelsblad (27-12-2007). 112 Breedveld ed., Het staatshoofd spreekt; 125 K. van Bekkum, ‘De Koningin heeft gelijk’, voorwoord van minister-president Lubbers. Nederlands Dagblad (28-12-2007). Schrijver dezes heeft vanuit een min of meer 126 Fennema, Geert Wilders, 144, 145. zelfde benadering nog in 2002 gepleit voor 127 Philip Smet, ‘Half Nederland wil ko- een ‘gemitigeerde ministeriële verantwoor- ningin uit regering’, Radio Nederland delijkheid’: Huijsen, De Oranjemythe, 174. Wereldomroep; www.rnw.nl (geraadpleegd 113 Van Doorn, ‘Herfsttij der democratie’, 7-1-2008). Op de vraag van opiniepeiler 484, 485. Maurice de Hond of de koningin slechts 114 W.S.P. Fortuyn, Aan het volk van Neder- een ceremoniële en geen politieke taak zou land. De contractmaatschappij, een politiek- behoren te hebben, antwoordde 50 procent economische zedenschets (Amsterdam en dat haar taak alleen ceremoniëel zou beho- Antwerpen 1992); Fortuyn, De veweesde ren te zijn. In april was dit nog 41 procent. samenleving; W.S.P. Fortuyn, Tegen de islami- 128 Elzinga, ‘Monarchie en constitutioneel sering van onze cultuur (Utrecht 1997). neutrum’, 15; waarmee ik overigens niet 115 D. Pels, De geest van Pim. Het gedachtegoed gesteld wil hebben dat het om een vergelijk- van een politieke dandy (Amsterdam 2003) bare keuze zou gaan. 182 e.v. 129 G. J. Post ed., Beatrix. Koningin van alle 116 Fortuyn, De verweesde samenleving, 50 e.v., Nederlanders (Amsterdam 2005) 220; W.S.P. Fortuyn, Babyboomers. Autobio- 130 Post ed., Beatrix, 19-22. grafie van een generatie (Utrecht 1998). 229, 131 Post ed., Beatrix, 28-38. 289-290; Fortuyn, Aan het volk, 176; Pels, De 132 Post ed., Beatrix, 45. geest van Pim, 175; Elsevier (19-9-1998, 11-9- 133 Post ed., Beatrix, 29; dit wordt bevestigd 1999, 11-12-1999, 3-2-2001, 4-7-2001). door mr. J. Pommer, toenmalig voorzitter 117 ‘De koningin en de populist’, Trouw (16- van de Bond van Oranjeverenigingen. 4-2011). 134 Post ed., Beatrix, 103-105. 118 Te Velde, Van regentenmentaliteit, 260-261; 135 Post ed., Beatrix, 10-13. Nederlands Dagblad (9-2-2010); zie ook het 136 ‘“Beatrixisme” roept ook vraagtekens commentaar van buitenlanders: R. van der op’, Trouw (26-5-1995); Huijsen, Beatrix, Hoeven, ‘Tegen het populisme’, interview met 156-158; Meijer, Aan het hof, 249-250 (termen Yves Desmet, hoofdredacteur van het Vlaam- als verdraagzaamheid en gelijkwaardigheid se dagblad De Morgen, Groene Amsterdammer noemt Meijer ‘steekwoorden in de correcte (25-4-2007); Christoph Driessen (Duitser), omgang’); Te Velde, ‘Continuïteit en karak- ‘Duitsers weten niets van Nederland’, lezing ter’, 164-165. op het Goethe-Institut, www.duitslandweb. 137 Bovens en Wille, De diplomademocratie, nl (geraadpleegd op 12-10-2010). 113; hier wordt verwezen naar de Zwitserse 119 Koningin Beatrix aan het woord, 427-496. politicoloog Hanspeter Kriesi. 120 Huijsen, Beatrix, 153. 138 J.H. van de Beek, Kennis, macht en moraal. 514 nederland en het verhaal van oranje

De productie van wetenschappelijke kennis 150 Van den Berg, ‘Saevis tranquilla’; hij be- over de economische effecten van migratie naar steedde overigens ook aandacht aan andere Nederland, 1960-2005 (Amsterdam 2010); aspecten, zoals aan het inzicht dat de antro- 182-185, 189; Van Doorn, ‘Herfsttij der demo- pologie heeft verschaft in de betekenis van cratie’, 483, 485, 487. traditie, symboliek en rituelen, ook voor de 139 C. Verkerk, ‘Ondanks alles blijft de Verf- moderne maatschappij. doos een thuis’, Het Parool (20-10-2010); 151 Een anti-Europees en eng nationalistisch J. Zwagerman, ‘Links helpt Wilders door koningschap zou zowel strijdig zijn met de pvv-kiezers te kleineren’, de Volkskrant (25-9- internationale traditie van de Europese vor- 2010). In 1982 heb ik in Nog is links niet verlo- stelijke dynastieën als met de pro-Europese ren mijn verbazing hierover uitgesproken en opstelling van Juliana en Beatrix. mijn zorg dat het PvdA-kader niet de kloof 152 Van den Berg, ‘Saevis tranquilla’, 72. Ver- onderkende die aan het ontstaan was tussen wijzingen naar: C. Geertz, ‘Centers, kings de PvdA en haar traditionele aanhang. Huij- and charisma: reflections on the symbolic sen, Nog is links, 45 e.v. of power’ in: Joseph Ben-David en Terry 140 H. Boutelier, M. de Gruijter en E. Smits v. Nichols ed., Culture and Its Creators. Es- Waesberghe, ‘Een vreemde in eigen land’. Boze says in Honour of Edward Shils (Chicago en autochtone burgers over nieuwe Nederlanders Londen 1977) 150-171. D. Cannadine, ‘The en de overheid (Amsterdam 2010); J. Groen, context, performance and meaning of ritual: ‘Door iedereen in de steek gelaten – zo voe- the British monarchy and the “invention of len ze zich’, de Volkskrant (27-9-2010). tradition” 1820-1977’ in: Eric Hobsbawm and 141 Boutelier, De Gruijter en Smits van Waes- Terence Range red., The Invention of Tradi- berghe, ‘Een vreemde in eigen land’, 143-154. tion (Cambridge 1983) 101-164. 142 F. Boerwinkel, Inclusief denken. Een andere 153 Van den Berg, ‘Saevis tranquilla’, 76, 78. tijd vraagt een ander denken (Bussum 1975) 154 Kossmann, De Lage Landen i, 97. 28 e.v. 155 H.J.L. Vonhoff, ‘Kansen voor de constitu- 143 M. Fogteloo, ‘Vreemden in eigen land’, tionele monarchie in Europa’ in: Elzinga ed., Groene Amsterdammer (29-9-2010). Het De Nederlandse constitutionele monarchie, 121- onbehagen over de multiculturele samenle- 126; bij H.D. Tjeenk Willink, ‘Enige waar- ving leefde bij 30 procent van de bevolking, nemingen over Nederland en koningschap’ het wantrouwen in de politiek bleek nog in: Elzinga ed., De Nederlandse constitutionele veel groter. Er was sprake van ‘witte woede’. monarchie, 3-6 en P. Schnabel, ‘Modern mo- G. van der List, ‘Beatrix als bindmiddel’ in: narchisme. Van “vivat Oraenge” naar “leve Post ed., Beatrix, 23-27. de koningin”’ in: Elzinga ed., De Nederlandse 144 W. Breedveld, ‘Oranjehuis: gedogen, constitutionele monarchie, 25-36, wordt wel afschaffen of koesteren?’, Trouw (23-4-2005). naar enkele meer specifieke aspecten van de 145 Huijsen, Beatrix; Tamse, De stijl van Oranjegeschiedenis verwezen. Beatrix. 156 Vonhoff, ‘Kansen’, 122. Ellemers, ‘Erfelijk 146 Elzinga ed., De Nederlandse constitutionele bepaald gezag’, 68. monarchie, vii-x. 157 Gelet op de gepolariseerde verhoudingen 147 Van den Berg, ‘Saevis tranquilla’, 69-78. tussen een deel van het gewone volk en pro- 148 Bruin en Verrips ed., Door het volk gedra- gressief weldenkend Nederland lijkt het me, gen. Osta (gastredacteur), ‘De Monarchie’, niet zonder enige vrijzinnigheid overigens, Themanummer van Maatstaf 40 (1992). gepast deze laatste categorie te vergelijken 149 C.J.M. Schuyt, ‘De traditie van het ko- met de verlichte Loevesteiners. ningschap’ in: Elzinga ed., De Nederlandse 158 S.W. Couwenberg, ‘Waarom is nationale constitutionele monarchie, 37-42, aldaar 41. i.c. Nederlandse identiteit jarenlang zo om- noten 515

streden geweest?’, Civis Mundi (2011). ook: R.R. Palmer, ‘Much in little: The Dutch 159 B. van Leeuwen en R. Tinnevelt ed., De Revolution of 1795’ in: Journal of Modern multiculturele samenleving in conflict. Inter- History 26 (1954) 15-34. culturele spanningen, multiculturalisme en 167 Elsevier (23-4-2008) burgerschap (Leuven en Voorburg 2005); M. 168 Bovens en Wille, De diplomademocratie, Grever ed., Controverses rond de canon (As- 61, 62. sen 2006); Scheffer, Land van aankomst. 169 De Oranje Schakel (december 2007). In 160 Bart Jan Spruyt op zijn weblog (28-9- 2007 was er na vijf jaar aan 7300 projecten 2007); Opinio (10-11-2007). steun verleend voor een totaalbedrag van 161 De Telegraaf (6-10-2007). maar liefst 80 miljoen euro. Het Oranje 162 ‘De premier had Máxima voor uitglijder Fonds krijgt steun van de Nationale Postcode moeten behoeden’, Elsevier (8-10-2007). Loterij. De Appeltjes van Oranje, onderschei- ‘Ella Vogelaar neemt het op voor Máxima’, dingen op grond van sociale inzet, worden Trouw (8-10-2007). elk jaar uitgereikt door prinses Máxima. 163 H. Karacaer, ‘Máxima en wrr verdienen 170 pavem, adviescommissie Participatie van applaus’, Amsterdam PvdA (5-10-2007); Th. Vrouwen uit Etnische Minderheden, onder Broer, ‘Wij dwingen de macht te leren’, voorzitterschap van de oud-fractievoorzitter Roodkoper (5-1-2008). van GroenLinks Paul Rosenmöller. 164 ‘Vorstelijke misrekening’, NRC Handels- 171 Beatrix werd bijvoorbeeld te positief blad (12-10-2007), R. Meijer en M. Sommer, gevonden waar zij naast ‘Gode zij dank’ ook ‘Die modernisering komt vanzelf ’, de Volks- ‘Allah zij geprezen’ als lofwaardige religieuze krant (15-2-2011). Het hardnekkige gerucht uiting had genoemd en had gesteld dat het gaat dat de prinses zich de tekst in de mond recht van beledigen niet zou bestaan. Dit heeft laten leggen door PvdA-senator Pau- laatste werd uitgelegd als een minder ver- line Meurs. standige inmenging in de discussie over de 165 ‘Vorstelijke misrekening’, NRC Handels- Mohammed-cartoons. Haar kerstboodschap blad (12-10-2007) uit 2006 werd ervaren als kritiek op het Ka- 166 B.J. Spruyt, ‘Opnieuw faux pax Oranjes’, merlid Ayaan Hirsi Ali, die had gewezen op op zijn weblog (29-11-2007). De Edmund de gevaren van de islam, die zij aan den lijve Burke Stichting is een gezelschap van ‘dis- had ondervonden. sidente’ intellectuelen, dissident in die zin 172 J. Kennedy, ‘Leven met verschillen, dat is dat ze zich vanuit een conservatief nationa- hard werken’, de Volkskrant (16-12-2005). lisme verzetten tegen het kosmopolitisme 173 Huijsen, Beatrix, 131. Fasseur, Wilhelmina. dat gangbaar zou zijn onder een meerder- Sterker, 128 e.v. heid van vooruitstrevende intellectuelen. 174 Antwoord op mijn vragen van J. Pommer, Het is opvallend dat dit gezelschap van oud-voorzitter van de Bond van Oranjever- Nederlandse conservatieven de naam van enigingen. de achttiende-eeuwse Engelse conservatief 175 D. Pels, ‘Buruma, Oranje en Erasmus’, Wa- Edmund Burke prefereert en niet bijvoor- terlog, weblog van Waterland (15-11-2008); beeld die van een interessante Nederlandse K. Abdolah, ‘De koningin’, de Volkskrant achttiende-eeuwse conservatieve denker (22-11-2010). zoals Elie Luzac (17212-1796), Rijklof Mi- 176 ‘Koningshuis: De 100 van kroonprins chaël van Goens (1748-1810) of Gijsbert Willem-Alexander’, Elsevier (18-4-2007); J. Karel van Hogendorp, die op jonge leeftijd Hoedeman en R. Meijer, ‘De koning is klaar’, door Palmer werd gezien als ‘one of the most de Volkskrant (21-4-2007); A. de Vries, ‘Veel intelligent conservatives in the Europe of his mis met villa prins’, De Telegraaf (22-8-2008); generation’; Van Sas, De metamorfose, 268. Zie Trouw (20-11-2009). 516 nederland en het verhaal van oranje

177 ‘Fiscale sluiproute via paleis’, Trouw (31- (Princeton 1957); zie ook: Grever, ‘Meer dan 1-2009); W.B. Kranendonk, ‘Aanslag doet zichzelf ’, 76; daar ook een verwijzing naar monarchie niet wankelen’, Reformatorisch Kantorowicz. Grever gaat nader in op het Dagblad (1-5-2009). principe van twee lichamen in verband met 178 ‘Oranjes vaker actief op zondag’, Reforma- een vrouwelijke troonopvolger. torisch Dagblad (15-10-2010). 184 Cannadine, ‘The context’. 179 Ellemers, ‘Erfelijk bepaald gezag’; Elle- 185 A.E. Komter, ‘De paradox van het mo- mers wijst op de constante populariteit van derne koningschap: distantie en nabijheid’ het koningschap, dat tevens een maatschap- in: Elzinga ed., De Nederlandse constitutionele pelijk zeer gespreide basis vertoont over een monarchie, 61-68, aldaar 62, 63. reeks van jaren. Enquêtes nipo en Bureau 186 M. Grever, ‘Meer dan zichzelf ’, 93. Lagendijk over de periode 1964-2003; ‘Eén- 187 Ellemers, ‘Erfelijk bepaald gezag’, 56. Vandaag Opiniepanel’, 28-1-2011; Synovate/ 188 H.L.T. de Beaufort, Wilhelmina 1880-1962 nos, 30-4-2011. In 2011 bevestigden twee (Den Haag 1965) 242. opiniepeilingen de waardering voor konin- 189 Tamse, ‘Meer licht’, 20. gin Beatrix; aan de vooravond van haar 73ste 190 All quotes by William Pitt the Elder, www. verjaardag, na een regering van dertig jaar, thinkexist.com (geraadpleegd op 18-9-2011). sprak driekwart van de deelnemers aan het 191 Heijne, Moeten wij, 57-58, 105. EénVandaag Opiniepanel zijn vertrouwen in haar uit, en uit het onderzoek dat Synovate uitvoerde voor de nos, bleek dat bijna drie- vii het gewicht van kwart zich uitsprak voor de monarchie. het niet-weegbare 180 Smet, ‘Allochtonen zeer te spreken’; R. Meijer, ‘Oranjes onder vuur’, de Volkskrant 1 Te Velde, ‘Drie fasen’, 112. (22-9-2009). ‘Onderzoek: sympathie voor 2 Meijer, ‘Oranjes onder vuur’; ‘Onderzoek: Oranjes afgenomen’, Noordhollands Dagblad sympathie voor Oranjes afgenomen’, in (8-10-2009) Volgens een onderzoek van tns Noordhollands Dagblad (8-10-2009); volgens nipo in opdracht van het eo-royaltypro- een onderzoek van tns nipo in opdracht gramma Blauw Bloed was bij 37 procent van van het eo-royaltyprogramma Blauw Bloed de bevolking de sympathie voor de Oranjes was bij 37 procent van de bevolking de sym- minder geworden. pathie voor de Oranjes minder geworden. T. 181 M. van Zwol, ‘Kroonprins begrijpt de Lagas, ‘Maak van koning geen lintknipper’ tijdgeest te goed’, de Volkskrant (19-10-2009). Trouw (9-10-2009). ‘De stelling van A. Verbrugge: Ik wil niet 3 Peter Rehwinkel in de actualiteitenrubriek van Beatrix af, maar ik voel me wel door Nova (22-7-2010). haar verraden’, NRC Handelsblad (5-2-2011). 4 P. Jansen, ‘PvdA kan de Oranjes vierde keer Met Marjan van Zwol had ik voor nadere redden’, De Telegraaf (16-11-2010); J. Hoede- toelichting e-mail- en telefonisch contact op man, ‘Verzet tegen macht Beatrix groeit’, de 14 en 15 juli 2011, met Ad Verbrugge op 17 en Volkskrant (28-10-2010); W.B. Kranendonk, 18 juli. Beiden hadden op dat tijdstip geen ‘Aanzien Oranjehuis aangetast’, Reformatorisch contact gehad met het hof. Dagblad (23-4-2010). Kranendonk wijst erop 182 D. Cannadine, ‘Introduction: divine’; dat de monarchie de laatste drie decennia aan D.I. Kertzer, ‘The Power of Rites’ in: idem, aanzien heeft moeten inleveren en dat tussen Ritual, Politics and Power (New Haven en 2005 en 2009 de steun voor de republiek steeg Londen 1988) 1-14. van 20 naar 28 procent en die voor de monar- 183 E. Kantorowicz, The King’s Two Bodies. chie navenant daalde van 74 naar 66 procent. A Study in Mediaeval Political Theology 5 Hugo Camps, ‘Het platte partijbelang heb noten 517

ik achter me gelaten’, Elsevier (6-11-2010). form or another from the hearts of men.’ 6 htk, 2010-2011, vergadernummer 23. 20 htk, 2010-2011, vergadernummer 23. 7 htk, 5-10-2000, 9-560. In zijn Johan de Witt­ 21 NRC Handelsblad (1-11-1971). lezing ‘Bekroonde democratie’ (Dordrecht, 22 Van Wijnen, De prins-gemaal, 15-16. 5-10-2000) had De Graaf het Nederlandse 23 Huijsen, Beatrix, 187-188. koningschap uitgebreid behandeld binnen 24 C. van Baalen, ‘Exit koningin geen pana- zijn cultuurhistorische context (Home In- cee formatie’ in: de Volkskrant (24-9-2011). ternational d66). Er wordt op gewezen dat de complexiteit 8 R. de Bree, ‘Koningin zit stevig op haar van de Nederlandse kabinetsformaties ligt troon’, de Volkskrant (19-11-2010). aan het versplinterde partijstelsel, en het 9 J. Kennedy, ‘Radicale bekering’, in: P. van Os staatshoofd biedt hierin nog een vorm van ed., Nederland op scherp. Buitenlandse beschou- ‘procesbegeleiding’. wingen over een stuurloos land (Amsterdam 25 Tweede Kamer, stuk 32500-i, nr. 4 (23-11- 2005). 2010). 10 Frijhoff, Dynamisch erfgoed, 25. 26 T. Bevers, ‘Antons demon’ in: Van de Braak 11 Frijhoff, Dynamisch erfgoed, 8. en Bevers ed., De waarde van instituties 12 Huizinga, ‘De betekenis van 1813’, 204. (Amsterdam 2002) 63-82; G. Engbersen, 13 Van Sas, ‘Koningin op krediet’, 198-199. ‘Theatrum Sympateticum. Keuzeverwant- 14 D.J.W.M. Pessers, ‘De symbolische legiti- schappen in het werk van Anton Zijderveld’ matie van de constitutionele monarchie’ in: in: Van de Braak en Bevers ed., De waarde Elzinga ed., De Nederlandse constitutionele van instituties, 118-129, aldaar 125; A.C. Zij- monarchie, 51-60, aldaar 51-53; hier een ver- derveld, The Institutional Imperative (Am- wijzing naar Meuwissen in: D. Pessers, Big sterdam 2000); het staat voor Zijderveld Mother (Den Haag 2003) 3. vast dat ook de moderne wereld niet zonder 15 A.M. Hol, ‘Kwetsbaar koningschap. Gezag instituties kan, hoezeer ze overigens ook van en sentimenten’ in: Elzinga ed., De Neder- karakter kunnen veranderen. Anton C. Zij- landse constitutionele monarchie, 43-50. derveld, ‘Onze geïntegreerde monarchie’ in: 16 Komter, ‘De paradox’; met verwijzingen Het Financieele Dagblad (27-3-2004). Anton naar: W. Bagehot, E. Durkheim en E.H. Zijderveld in: Buitenhof, www.vpro.nl/bui- Kossmann. tenhof/afleveringen/3430463 (11-3-2001). 17 Huijsen, Beatrix, 205, 206. 27 M. Chavannes, ‘Een niet zo moderne Ko- 18 Komter, ‘De paradox’. ning stut wel onze democratie’, NRC Han- 19 Ch. Petrie, The Modern British Monarchy delsblad (21-11-2010). (Londen 1957) 215; Petrie wijst hier op de 28 ‘Rutte wil Beatrix in regering houden’, monotonie van de gemechaniseerde moder- Trouw (24-5-2011); Verbindend koningschap ne wereld die door het koninklijke ceremoni- in de Republiek (Adviescommissie ad hoc van eel werd doorbroken. Komter, ‘De paradox’, de PvdA; Amsterdam 24-8-2011). 68; verwijzing E. Jones, ‘The psychology of 29 Verbindend koningschap. constitutional monarchy’ in: idem ed., Essays 30 J. van der Dussen, Geschiedenis en bescha- in Applied Psycho-Analysis (Londen 1964) 227- ving (Hilversum 2005) 94. 234. Wat de emotionele impact betreft die 31 H. Achterhuis, Met alle geweld (Rotterdam het koningschap ook in de moderne tijd nog 2008) 343. kan hebben, zegt volgend citaat van de psy- 32 Schoo, De verwarde natie, 36; K. Koch, ‘De choloog E. Jones wel iets: ‘Just as princesses natiestaat als lapmiddel’ in: Koch en Scheffer cannot be abolished from fairy-tales without ed., Het nut van Nederland, 40-55; P. Khanna, starting a riot in the nursery, so it is impos- De wereld draaiend houden (Amsterdam 2011). sible to abolish the idea of kingship in one 33 M. Grever, ‘Veranderde coördinaten van 518 nederland en het verhaal van oranje

herinnering’ in: Grever en Ribbens ed., Na- verschenen als The Corrosion of Character. tionale identiteit, 61-86, aldaar 61; Scheffer, Hierin maakt Sennett duidelijk hoezeer een ‘Land zonder spiegel’, 14-15. eis als flexibiliteit, die aan de moderne werk- 34 J.M. Guéhenno, La fin de la démocratie nemer wordt gesteld, gevoelens van verlo- (Parijs 1993). renheid en zinloosheid teweeg kan brengen, 35 Anderson, Imagined Communities; A. Sen, ja karakters als zodanig kan aantasten. Identity and Violence. The Illusion of Destiny 50 Achterhuis, Met alle geweld, 343. (New York 2006) 19; M. Grever en K. Rib- 51 W. Drees, sr., Monarchie, democratie en repu- bens, ‘Geschiedenis, herinnering en identi- bliek (Amsterdam 1969) 113. teit’ in: idem ed., Nationale identiteit, 11-32. 52 J. de Visscher, Ricoeur. De weg naar ver- 36 Koenis, Het verlangen naar cultuur, 12, 13. staan (Kampen 2007) 11, 22 e.v., 129 e.v.; G. 37 Koenis, Het verlangen naar cultuur, 11. Groot, Twee zielen. Gesprekken met heden- 38 Frijhoff, Dynamisch erfgoed, 25-27. daagse filosofen (Nijmegen 1998) 218; De Vis- 39 P. Dassen, De onttovering van de wereld. scher, ‘Paul Ricoeur’, 14-16. Max Weber en het probleem van de moderniteit 53 Bellah en Tipton, The Robert Bellah Reader, in Duitsland 1890-1920 (Amsterdam 1999) 11, 120. 193, 481 vn. 176. 54 R. Rorty, Contingentie, ironie en solidariteit 40 S. Aupers, In de ban van moderniteit. De sa- (met een inleiding door Ger Groot; Kampen cralisering van het zelf en computertechnologie 2007) 97, 98; H. Geertsema, ‘Richard Rorty: (Amsterdam 2004) 139; verwijzing: Zijder- grenzen aan het pluralisme’ in: Th. de Boer veld, The Abstract Society. en S. Griffioen ed.,Pluralisme. Cultuurfiloso- 41 Aupers, In de ban van moderniteit, 4, 140. fische beschouwingen(Amsterdam en Mep- 42 Kennedy, Bezielende verbanden, 116. pel 1995) 85; F. Ankersmit, ‘Van taal naar er- 43 Denk aan: Fortuyn, Schoo, Van der Zwan, varing’ in: S. Alexandrescu ed., Richard Rorty Van Doorn, ‘De riskante erosie’, 304; citaat (Kampen 1995) 54-96, aldaar 70, 94. M. Kundera, ‘The Novel and Europe’, The 55 Rorty, Achieving Our Country, 3. New York Review of Books 21 (19-7-1984) 56 Rorty, Achieving Our Country, 4. 16. Hier wijst Van Doorn er in de jaren 57 Rorty, Achieving Our Country, 14, 91. 1980 al op dat een voortgaand proces van 58 De Martelaere, ‘Richard Rorty’, 239; H. te maatschappelijke rationalisering tevens een Velde, ‘Patriottisme in de politiek’ in: Koch voortgaande relativering tot gevolg heeft, en Scheffer ed., Het nut van Nederland, 148- die onverhoede irrationaliteiten vrij baan 160, aldaar 152, 153. kan geven doordat cartesiaans denken vroe- 59 Montserrat Guibernau, The Identity of gere, algemeen geaccepteerde waardepatro- Nations (Cambridge 2007) 12, 171, 178, 180, nen kan hebben ondermijnd. 189, 190. 44 Scheffer, Het land van aankomst, 401 e.v. 60 Frijhoff, Dynamisch erfgoed, 28. 45 F. Fukuyama, Het einde van de geschiedenis 61 Van der Zwan, De uitdaging van het popu- en de laatste mens (Amsterdam 1992). lisme; Schoo, ‘Nut en noodzaak’. 46 P. Sloterdijk, Im selben Boot – Versuch über 62 L.J. van Holk. Elites, wat is er tegen? die Hyperpolitik (Frankfurt 1993). (Kampen 1982) 83; F. Nietzsche, Also sprach 47 Walzer, Thick and Thin, 63. Zarathustra. Ein Buch für Alle und Keinen 48 Safranski, Hoeveel globalisering. (1883-1885; heruitgave door G. Colli en M. 49 Safranski, Hoeveel globalisering, 24-27; Sa- Montinar; Berlijn 1967) 77. franski komt hier in de buurt van Richard 63 Van Doorn, ‘De intellectueel als ideoloog’. Sennett in De flexibele mens. Psychogram 64 Van Doorn, ‘De intellectueel als ideoloog’, van de moderne samenleving (Amsterdam 365. 2000), dat in 1998 in de Verenigde Staten is 65 Rorty, Achieving Our Country, 20 e.v. noten 519

(ingeleid door G. Groot: ‘Rorty’s ladder – februari 2005 deze titel aanreikte, vloeide inleiding’). hij ook als vanzelf voort uit de gesprekken 66 Trouw (20-1-2009). die ik had met haarzelf en met deskundigen 67 J. Bank en P. de Rooy, ‘Een canon van het over haar. Nederlandse verleden. Wat iedereen móét 83 Fruin, ‘De drie tijdvakken’, 68. weten van de vaderlandse geschiedenis’, 84 Brugmans, Wij Europa, 226. NRC Handelblad (30-10-2004); Grever ed., 85 D. Schnapper, La Communauté des Citoyens. Controverses. Sur l’idée moderne de nation (Parijs 1994). 68 www.leidenuniv.nl/nieuwarchief (geraad- 86 Behalve dat in de verhouding tussen pleegd 5-9-2005). Nederland en Oranje de dynastie de soeve- 69 W. Bos, Dit land kan zoveel beter (Amster- reiniteit langer niet dan wel bezat, waren de dam 2006). erfstadhouders Willem iv en Willem v uit- 70 Bos, Dit land kan zoveel beter, 92-97. zonderlijk gehecht aan de constitiutie van 71 C. Huijsen, ‘Solidariteit bij Bos geen loos de Republiek, ofschoon ze toen niet over de begrip’, NRC Handelsblad (15-2-2006). soevereiniteit beschikten. 72 Israel, De Republiek; Israel, De Verlichting, de 87 Of de Koning al of niet deel uitmaakt van Nederlanders en de toekomst van de geschiede- de regering is niet zo relevant. Voor beide nis (Amsterdam 1998); Schama, Overvloed valt wat te zeggen. Maar in het geval dat de en onbehagen; Jardine, Going Dutch, ‘Preface’ Koning wel lid is van de regering, is er dus en 27-52. ook weinig reden hierin principieel ver- 73 J. Palm, De vergeten geschiedenis van Neder- andering te brengen. Wel van kracht blijft land (Amsterdam 2005) 41. echter de overweging dat tradities rond in- 74 Frijhoff, Dynamisch erfgoed, 8. stituties beter ontzien kunnen worden om- 75 Huizinga, ‘Nederlands geestesmerk’, 293; dat het staatkundige spel er herkenbaarder hier wordt gewezen op het openstaan van door blijft. Bagehots taakomschrijving voor Nederlanders voor ‘de erkenning van de de vorst (het recht om te worden ingelicht, waarde van het vreemde’. om aan te moedigen en te waarschuwen) 76 Frijhoff, Dynamisch erfgoed, 17. komt neer op een adviesfunctie. Het lijkt 77 Huizinga, ‘De betekenis van 1813’, 204, 209, me dat een vorst met enig zelfrespect geen 210. ambt ambieert waarin zijn adviezen princi- 78 Meijer en Sommer, ‘Die modernisering pieel ongewenst zijn. Het komt me voor dat komt vanzelf ’; P. Schnabel, ‘Modern monar- een zelfbewuste democratie de adviezen van chisme’ in: Elzinga ed., De Nederlandse consti- niemand vreest, zeker niet van een toege- tutionele monarchie. 25-36, aldaar 33, 34. wijd staatshoofd. 79 W.B.H.J. van de Donk, ‘Woord vooraf ’ in: 88 In de praktijk zou dit neerkomen op een Grever en Ribbens ed., Nationale identiteit, grotendeels, maar niet uitsluitend ceremo- 9,10. nieel koningschap. Het is overigens voor- 80 Huizinga, ‘De betekenis van 1813’. stelbaar dat Nederland zich nog herkent in 81 Blaas, Geschiedenis en nostalgie, 36, 99, 110, het ‘verhaal van Oranje’, maar dat de Oranjes 120, 12; Blaas, De burgerlijke eeuw, 123-127. zich niet meer herkennen in de hun toege- 82 Huijsen, Beatrix, 12. Behalve dat koningin dachte rol en Nederland toch een republiek Beatrix me met haar Leidse toespraak van wordt.