deSingeldeSingeldeSingeldeSingel wo 4 jun 2014 Blauwe Zaal Grote podia

Koor & Orkest olv.

inleiding Liesbeth Segers | 19.15 uur | Muziekstudio begin 20 uur | pauze omstreeks 20.45 uur | einde omstreeks 21.45 uur Bach & hoogdagen 2013-2014

Ricercar Consort olv. Philippe Pierlot za 21 dec 2013 Polyphony & Orchestra of the Age of Enlightenment olv. Stephen Layton wo 23 apr 2014 Koor & Orkest Collegium Vocale Gent olv. Philippe Herreweghe wo 4 jun 2014

teksten programmaboekje Steven Marien coördinatie programmaboekje deSingel Koor & Orkest Collegium Vocale Gent Philippe Herreweghe muzikale leiding Dorothee Mields sopraan Damien Guillon altus Thomas Hobbs tenor Peter Kooij bas

Die liebe Zeit

Johann Sebastian Bach (1685-1750) Cantate ‘Gott fähret auf mit Jauchzen’, BWV43 (Himmelfahrt 1726) 20’ Cantate ‘Bleib bei uns, denn es will Abend werden’, BWV6 (2. Ostertag 1725) 17’

Gelieve uw GSM uit te schakelen. pauze

De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling | concert | tentoonstelling van uw keuze. Johann Michael Bach (1648-1694) Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … Motet ‘Ach bleib bei uns, Herr Jesu Christ’ 7’ betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. REAGEER Selecteer hiervoor voorstelling | concert | tentoonstelling van uw keuze. & WIN Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen. Himmelfahrtsoratorium ‘Lobet Gott in seinen Reichen’, BWV11 (Himmelfahrt 1735) 30’ ‘tKLAverVIER biedt vanavond voor de laatste keer cd’s te koop aan. deSingel bedankt Jan en Christel van ‘tKLAverVIER van harte voor hun jarenlange aanwezigheid en hun niet aflatende enthousiasme om bij al onze concerten een prachtig en gevarieerd cd-aanbod aan te bieden.

Grand café deSingel open alle dagen 9 > 24 uur informatie en reserveren: +32 (0)3 237 71 00 | www.grandcafedesingel.be drankjes | hapjes | snacks | uitgebreid tafelen Pentekostè & de Groote Oogst

De orde van leven en dood, de onomkeerbaarheid ervan en de zin of onzin van de eindigheid maken sinds mensenheugenis deel uit van de grote levensvragen. In tal van mythologieën, levensbeschouwingen en literaire bronnen uit alle tijden en culturen treffen we wederopstandingen aan, alsook een tweede leven in het hiernamaals. Bij de Azteken en de Maya’s bekleedt het geloof in de herrijzenis van Quetzalcoatl, het gevederd serpent, een centrale plaats in de religie. De drie Abrahamitische of monotheïstische godsdiensten geloven zelfs in een wederopstanding van de hele mensheid op de dag des oordeels aan het einde der tijden. Het meest verregaand in die overtuiging is het christendom, dat de zelfopoffering van de Messias, Zijn doorgang door de dood, Zijn verrijzenis en Zijn hemelvaart beschouwt als dé crux van het geloof. Hemelvaart valt veertig dagen na Pasen en behoort historisch gezien tot de pentekostè, een cyclus van vijftig dagen die volgt op Pasen (en dus op de verrijzenis van Christus) en wordt afgesloten met Pinksteren. Pinksteren vormt op zijn beurt een pendant voor het joodse tarwefeest, dat eveneens vijftig dagen na Pasen wordt gevierd: terwijl de joden hun dank uiten om de eerste oogst, celebreert het christendom het binnenhalen van de Heilige Geest en daarmee de universele oogst van Gods woord. Op die dag sluit men ook de pascha-cyclus af. Worden de verlengde weekends rond Hemelvaart en Pinksteren tegenwoordig eerder gevierd rond het barbecuestel in communautair lof over ’s lands meest recente aspergeoogst, dan genoot de pentekostè-cyclus in 18de-eeuwse lutherse kringen heel wat aandacht om meer geloofsgebonden redenen. Eigen aan het lutheranisme ten tijde van Bach is de grote klemtoon op het verenigen van de persoonlijke ziel met die van Christus, een theologisch thema dat een dankbare metafoor vindt in de ten hemelopname van de verrezen Messias. Het belang dat in Bachs omgeving werd gehecht aan Hemelvaart valt rechtstreeks af te leiden uit zijn productiviteit voor die periode: maar liefst drie cantates (BWV37, 128 en 43) en een kort oratorium (BWV11) van zijn hand bleven voor die dag bewaard. Voor twee van die werken, Cantate BWV43 en het ‘Himmelfahrtsoratorium’,

Hemelvaart. Schilderij van Andrea Mantegna, Firenze, ca. 1461 haalt Bach bovendien dezelfde grote effectieven boven als in het een contrapuntische verwerking van de vier zangpartijen, die een ‘Weihnachtsoratorium’ en het ‘Magnificat’: composities voor ingenieus web weven onder de koraalmelodie. Die laatste schrijdt op feestelijke gelegenheden waarin de instrumentale basisbezetting haar beurt als een cantus firmus traag door de sopraanpartij. Zoals wordt uitgebreid met drie trompetten en een stel pauken. in een concerto omkadert het instrumentale ensemble dit alles met Met het ‘Weihnachtsoratorium’ en het ‘Magnificat’ deelt het korte ritornelli. Afwisselend versterken de houtblazers en de strijkers ‘Himmelfahrtsoratorium’ trouwens ook de overkoepelende toonaard, de sopraanpartij met de koraalmelodie en stuwen zij het oratorium re groot, volgens de barokke affectenleer dé feestelijke toonaard bij naar een feestelijke en triomfantelijke apotheose. Gelijklopend van uitstek. aanpak is het openingskoor, ‘Lobet Gott in seinen Reichen’, met dien verstande dat dit niet gebaseerd is op een luthers koraal en in die Het ‘Himmelfahrtsoratorium’, BWV11 (Himmelfahrt 1735) zin ook minder herkenbaar was voor de 18de-eeuwse protestantse Hoewel ‘Lobet Gott in seinen Reichen’ in de 19de-eeuwse uitgave van kerkganger. de Bach-Gesellschaft als cantate gecatalogeerd wordt, bestempelde Een tweede architecturale pijler wordt gevormd door de vier Bach dit werk als een oratorium, een religieus werk waarin tussenkomsten van de evangelist. Zoals in de passies is de rol van verschillende personages aan het woord komen. In tegenstelling tot de evangelist weggelegd voor een tenor, die het verhaal vertelt in het oudere ‘Osteroratorium’, waar de personages bij naam genoemd secco-recitatieven en zich beperkt tot bijbelteksten. In het geval worden (Petrus, Maria Magdalena, Maria Jacobi en Johannes), maar van het ‘Himmelfahrtsoratorium’ komen die bijbelteksten uit de parallel lopend met het ‘Weihnachtsoratorium’ zijn die personages evangelies volgens Lucas en Marcus en uit de Handelingen van de in dit geval eerder abstracte figuren en krijgen ze geen naam. De Apostelen. Het recitatief ‘Und da sie ihm nachsahen’ maakt gewag evangelist vormt daarop een uitzondering. van twee mannen die tegen elkaar spreken: in dat duet verlaat Bach even de recitatiefstijl en werkt hij het gezang van de beide mannen Het ‘Himmelfahrtsoratorium’ kent een erg heldere architectuur: de contrapuntisch uit. hoekdelen zijn contrapuntisch uitgewerkte stukken voor koor en In het eerste deel van het oratorium zingt ook de bas een recitatief instrumentaal ensemble, terwijl een eenvoudig geharmoniseerd en in het tweede deel de alt. Deze recitatiefteksten komen niet uit koraal het werk in tweeën deelt. In beide delen van het oratorium de bijbel, maar werden geschreven door een tijdgenoot van Bach. komt de evangelist tweemaal aan het woord en zingt telkens één Hoewel de tekstschrijver van dit oratorium niet bekend is, ziet Alfred solist een recitatief en een andere solist een aria. Samen vormen die Dürr gelijkenissen met de stijl van Picander, de librettist die onder elf delen een staalkaart van Bachs ingenieuze en rijk geschakeerde meer ook de ariateksten van de ‘Matthäuspassion’ schreef. Om compositiestijl. het duidelijke onderscheid met de bijbelteksten te handhaven, kiest Het meest eenvoudig van opzet is het centrale koraal, ‘Nun lieget alles Bach in deze twee recitatieven voor een accompagnato met de twee unter dir’. Hoewel niet alle koraalmelodieën uit die periode dateren, traverso’s. Ook in de passies zien we dat rigoureuze onderscheid gaat hun idee terug tot de vroege jaren van het lutheranisme in de opduiken. 16de eeuw: Martin Luther zocht voor zijn jonge kerk een corpus van De twee aria’s tenslotte zijn eveneens gebaseerd op niet-bijbelse eenvoudige kerkliederen in de volkstaal, bestemd voor de samenzang poëzie van een librettist uit Bachs omgeving. Beide aria’s zijn door de gemeente. Die koralen vormen niet enkel de hoeksteen herwerkingen van aria’s uit een eerdere – in dit geval verloren cantate. van de lutherse eredienst, maar zouden in de eerste helft van de ‘Ach bleibe doch’, de altaria, zien we later nog eens terugkeren 18de eeuw ook de architecturale pijlers worden waarop Bach zijn als ‘Agnus Dei’ in de ‘H-moll Messe’. Onder meer Alberto Basso cantates, passies, motetten en oratoria construeerde. Ook in dit geval traceerde in Bachs oeuvre tal van gerecycleerde, herbruikte en kiest Bach voor een homofone vierstemmige zetting, die door de lichtjes aangepaste composities, een gebruik dat deels aansluit bij instrumenten colla parte wordt meegespeeld. De koraalmelodie ligt in de renaissancistische traditie van de parodie, maar anderzijds ook de sopraanpartij. verklaard kan worden door de hoge werkdruk waaraan Bach als In ‘Wenn soll es doch geschehen’, het slotkoor uit het Director Musices van de stad Leipzig wekelijks was blootgesteld. In ‘Himmelfahrtsoratorium’, vormt andermaal een koraalmelodie ‘Jesu, deine Gnadenblicke’, de sopraanaria, valt op dat de baspartij het uitgangspunt. Opnieuw ligt ze in de sopraanpartij, maar daar ontbreekt. Buiten de sopraan vormen de beide traverso’s en de hobo houdt ook elke vergelijking op. Ditmaal kiest Bach immers voor het contrapuntisch weefsel. De laagste partij is toebedeeld aan de altviool, in dit geval (mogelijk) versterkt door de twee violen. Met het heldere licht waarnaar de tekst verwijst. De violoncello piccolo is zekerheid gaat het hier niet om een verloren continuopartij, wel om een merkwaardig instrument, dat haast alleen in de muziek van Bach een afwijkende schriftuur waarbij een aantal melodie-instrumenten voorkomt. In maar liefst 11 cantates, een mis en in de Zesde Cellosuite samen met de sopraan een grote harmonische densiteit – de term doet Bach een beroep op deze cello, die kleiner is dan normaal en ‘close harmony’ zou al te anachronistisch zijn – vormen. bovendien een vijfde snaar telt: aan de traditionele C-G-d-a is een Naast Bach bespeelt ook de tekstdichter een ruim en erudiet palet. e’-snaar toegevoegd. De tessituur van de violoncello piccolo is Het ‘Himmelfahrtsoratorium’ was bestemd voor de zogenaamde groter dan die van de normale cello; doorgaans wordt de partij in een Hauptgottesdienst op 19 mei 1735. Tijdens die eredienst voor altsleutel genoteerd, soms zelfs in een sopraansleutel. Hemelvaart vormde het oratorium – net als, in andere jaargangen, de reeds vermelde cantates BWV37, 128 en 43) een semantisch Johann Michael Bach geheel met de epistel- en evangelielezingen, alsook met de preek Ach bleib bei uns, Herr Jesu Christ van de dominee. De preken, die in die tijd niet zelden een uur in Strikt genomen was Johann Michael Bach (1648-1694) de eerste beslag namen, zijn helaas verloren gegaan, maar de bijbellezingen schoonvader van zijn achterneef Johann Sebastian: die huwde in 1707 kennen we wel: als epistel koos men voor Handelingen 1, 1-11 en immers met Maria Barbara Bach, de dochter van Johann Michael. als evangeliezing voor Marcus 16, 14-20. In beide lezingen staat Gelet op de sterfdatum van Johann Michael is de kans evenwel vanzelfsprekend de hemelvaart van Christus centraal. Naast gering dat beide heren elkaar ooit ontmoet hebben met betrekking toespelingen op die nieuwtestamentische teksten bevatten zowel tot dat huwelijk: Johann Sebastian Bach was amper negen toen zijn het ‘Himmelfahrtsoratorium’ als BWV43 echter ook referenties toekomstige schoonvader overleed. naar het Oude Testament en met name dan de psalmen 47 en 68, Zijn motet ‘Ach bleib bei uns, Herr Jesu Christ’ is gebaseerd op die ook reeds alluderen op de hemelvaart van de Verlosser. In een dezelfde koraalmelodie en -tekst als de zonet besproken aria uit hedendaagse concertsituatie verdwijnt die liturgische context, maar BWV6. Het werk is een concertatomotet voor vier zangers, strijkers net in het betekeniskader van een religieuze eredienst met naar elkaar en continuo, waarbij per vers gekozen wordt voor een andere zetting: verwijzende teksten en (deels herkenbare) muziek ligt de sleutel tot vocale soli, instrumentale ritornelli en tuttipassages wisselen elkaar het eigenlijk begrip van een Bachcantate of –oratorium. af. Stilistisch vindt het werk aansluiting bij de Duits-lutherse barokke stijl in het spoor van Heinrich Schütz en, in een latere generatie, Cantates BWV43 (1726) en BWV6 (1729) Dietrich Buxtehude. ‘Gott fähret auf mit Jauchzen’ (BWV43) dateert uit 1726 en is daarmee een heel eind ouder dan het ‘Himmelfahrtsoratorium’. Ook deze cantate was bestemd voor Hemelvaart. Met het oratorium deelt zij niet enkel de feestelijke bezetting en de toonaard re groot, maar ook de omvangrijke allures: deze cantate is tweedelig en doet een beroep op vier solisten, die elk in een recitatief (de sopraan zelfs tweemaal) en een aria aan bod komen. Ook hier zijn de hoekdelen koorpassages. Ook de tekstuele referenties naar Oud- en Nieuwtestamentische bronnen lopen parallel met die van het ‘Himmelfahrtsoratorium’, maar letterlijke bijbelteksten komen hier niet voor: traditioneel reserveert Bach die voor de evangelisten in zijn passies en oratoria. Helemaal aan het andere einde van de vijftigdagencyclus bevindt zich ‘Bleib bei uns, denn es will Abend werden’ (BWV6), een cantate voor tweede Paasdag. Een erg opvallend moment in deze cantate is de sopraanaria ‘Ach bleib bei uns’. De sopraan draagt in langzame notenwaarden het gelijknamige koraal voor, terwijl de violoncello piccolo haar partij virtuoos omspeelt; het is verleidelijk om net in die virtuoze omspeling een emanatie te zien van het goddelijke woord en Johann Sebastian Bach Cantate ‘Gott fähret auf mit Jauchzen’, BWV43 (Himmelfahrt 1726) tekst: anonieme dichter; 1. Psalm 47,6-7; 4: Markus 16,19; 11: Johannes Rist 1641

Erster Teil

1. Coro Gott fähret auf mit Jauchzen und der Herr mit heller Posaunen. Lobsinget, lobsinget Gott, lobsinget, lobsinget unserm Könige.

2. Recitativo (tenor) Es will der Höchste sich ein Siegsgepräng bereiten, Da die Gefängnisse er selbst gefangen führt. Wer jauchzt ihm zu? Wer ists, der die Posaunen rührt? Wer gehet ihm zur Seiten? Ist es nicht Gottes Heer, Das seines Namens Ehr, Heil, Preis, Reich, Kraft und Macht mit lauter Stimme singet Und ihm nun ewiglich ein Halleluja bringet.

3. Aria (tenor) Ja tausend mal tausend begleiten den Wagen, Dem König der Kön’ge lobsingend zu sagen, Dass Erde und Himmel sich unter ihm schmiegt Und was er bezwungen, nun gänzlich erliegt.

4. Recitativo (sopraan) Und der Herr, nachdem er mit ihnen geredet hatte, ward er aufgehoben gen Himmel und sitzet zur rechten Hand Gottes.

Hemelvaart. Schilderij van Guariento d’Arpo, Venetië, 1344 5. Aria (sopraan) 9. Aria (alt) Mein Jesus hat nunmehr Ich sehe schon im Geist, Das Heilandwerk vollendet Wie er zu Gottes Rechten Und nimmt die Wiederkehr Auf seine Feinde schmeißt, Zu dem, der ihn gesendet. Zu helfen seinen Knechten Er schließt der Erde Lauf, Aus Jammer, Not und Schmach. Ihr Himmel, öffnet euch Ich stehe hier am Weg Und nehmt ihn wieder auf! Und schau ihm sehnlich nach.

10. Recitativo (sopraan) Er will mir neben sich Zweiter Teil Die Wohnung zubereiten, Damit ich ewiglich 6. Recitativo (bas) Ihm stehe an der Seiten, Es kommt der Helden Held, Befreit von Weh und Ach! Des Satans Fürst und Schrecken, Ich stehe hier am Weg Der selbst den Tod gefällt, Und ruf ihm dankbar nach. Getilgt der Sünden Flecken, Zerstreut der Feinde Hauf; 11. Choral Ihr Kräfte, eilt herbei Du Lebensfürst, Herr Jesu Christ, Und holt den Sieger auf. Der du bist aufgenommen Gen Himmel, da dein Vater ist 7. Aria (bas) Und die Gemein der Frommen, Er ists, der ganz allein Wie soll ich deinen großen Sieg, Die Kelter hat getreten Den du durch einen schweren Krieg Voll Schmerzen, Qual und Pein, Erworben hast, recht preisen Verlorne zu erretten Und dir g’nug Ehr erweisen? Durch einen teuren Kauf. Zieh uns dir nach, so laufen wir, Ihr Thronen, mühet euch Gib uns des Glaubens Flügel! Und setzt ihm Kränze auf! Hilf, dass wir fliehen weit von hier Auf Israelis Hügel! 8. Recitativo (alt) Mein Gott! wenn fahr ich doch dahin, Der Vater hat ihm ja Woselbst ich ewig fröhlich bin? Ein ewig Reich bestimmet: Wenn werd ich vor dir stehen, Nun ist die Stunde nah, Dein Angesicht zu sehen? Da er die Krone nimmet Vor tausend Ungemach. Ich stehe hier am Weg Und schau ihm freudig nach. Johann Sebastian Bach 5. Aria (tenor)  Jesu, lass uns auf dich sehen, Cantate ‘Bleib bei uns, denn es will Abend werden’, BWV6 Dass wir nicht (2. Ostertag 1725) Auf den Sündenwegen gehen. tekst: anonieme dichter; 3: Nikolaus Selnecker 1611; Lass das Licht 6: Martin Luther 1642 Deines Worts uns helle scheinen Und dich jederzeit treu meinen.

1. Coro 6. Choral Bleib bei uns, denn es will Abend werden, Beweis dein Macht, Herr Jesu Christ, und der Tag hat sich geneiget. Der du Herr aller Herren bist; Beschirm dein arme Christenheit, 2. Aria (alt) Dass sie dich lob in Ewigkeit. Hochgelobter Gottessohn, Lass es dir nicht sein entgegen, Dass wir itzt vor deinem Thron Eine Bitte niederlegen: pauze Bleib, ach bleibe unser Licht, Weil die Finsternis einbricht.

3. Choral (sopraan) Ach bleib bei uns, Herr Jesu Christ, Weil es nun Abend worden ist, Dein göttlich Wort, das helle Licht, Lass ja bei uns auslöschen nicht. In dieser letzt’n betrübten Zeit Verleih uns, Herr, Beständigkeit, Dass wir dein Wort und Sakrament Rein b’halten bis an unser End.

4. Recitativo (bas) Es hat die Dunkelheit An vielen Orten überhand genommen. Woher ist aber dieses kommen? Bloß daher, weil sowohl die Kleinen als die Großen Nicht in Gerechtigkeit Vor dir, o Gott, gewandelt Und wider ihre Christenpflicht gehandelt. Drum hast du auch den Leuchter umgestoßen. Hemelvaart. Fresco van Giotto, Padua ca. 1305 Johann Michael Bach (1648-1694) Johann Sebastian Bach  Motet ‘Ach bleib bei uns, Herr Jesu Christ’ Himmelfahrtsoratorium, BWV11 (Himmelfahrt 1735) tekst: Lukas 24,50-52, Handelingen van de Apostelen 1,9-12, Marcus 16,19; 6: Johann Rist 1641; 9: Gottfried Wilhelm Sacer 1697

Ach bleib bei uns, Herr Jesu Christ, 1. Coro Weil es nun Abend worden ist, Lobet Gott in seinen Reichen, Dein göttlich Wort, das helle Licht, Preiset ihn in seinen Ehren, Lass ja bei uns auslöschen nicht. Rühmet ihn in seiner Pracht; Sucht sein Lob recht zu vergleichen, In dieser letzten betrübten Zeit Wenn ihr mit gesamten Chören Verleih uns, Herr, Beständigkeit, Ihm ein Lied zu Ehren macht! Dass wir dein Wort und Sakrament Rein behalten bis an unser End. 2. Recitativo (tenor) Der Herr Jesus hub seine Hände auf und segnete seine Jünger, und es geschah, da er sie segnete, schied er von ihnen.

3. Recitativo (bas) Ach, Jesu, ist dein Abschied schon so nah? Ach, ist denn schon die Stunde da, Da wir dich von uns lassen sollen? Ach, siehe, wie die heißen Tränen Von unsern blassen Wangen rollen, Wie wir uns nach dir sehnen, Wie uns fast aller Trost gebricht. Ach, weiche doch noch nicht!

4. Aria (alt) Ach, bleibe doch, mein liebstes Leben, Ach, fliehe nicht so bald von mir! Dein Abschied und dein frühes Scheiden Bringt mir das allergrößte Leiden, Ach ja, so bleibe doch noch hier; Sonst werd ich ganz von Schmerz umgeben.

5. Recitativo (tenor) Und ward aufgehoben zusehends und fuhr auf gen Himmel, eine Wolke nahm ihn weg vor ihren Augen, und er sitzet zur rechten Hand Gottes. 6. Choral An der künftgen Herrlichkeit Nun lieget alles unter dir, Schon voraus im Geist erquicke, Dich selbst nur ausgenommen; Wenn wir einst dort vor dir stehn. Die Engel müssen für und für Dir aufzuwarten kommen. 9. Choral Die Fürsten stehn auch auf der Bahn Wenn soll es doch geschehen, Und sind dir willig untertan; Wenn kömmt die liebe Zeit, Luft, Wasser, Feuer, Erden Dass ich ihn werde sehen, Muss dir zu Dienste werden. In seiner Herrlichkeit? Du Tag, wenn wirst du sein, 7a. Recitativo (tenor & bas) Dass wir den Heiland grüßen, Evangelist, zwei Männer in weißen Kleidern Dass wir den Heiland küssen? tenor Komm, stelle dich doch ein! Und da sie ihm nachsahen gen Himmel fahren, siehe, da stunden bei ihnen zwei Männer in weißen Kleidern, welche auch sagten: tenor & bas Ihr Männer von Galiläa, was stehet ihr und sehet gen Himmels Dieser Jesus, welcher von euch ist aufgenommen gen Himmel, wird kommen, wie ihr ihn gesehen habt gen Himmel fahren.

7b. Recitativo (Alt) Ach ja! so komme bald zurück: Tilg einst mein trauriges Gebärden, Sonst wird mir jeder Augenblick Verhaßt und Jahren ähnlich werden.

7c. Recitativo (tenor) Sie aber beteten ihn an, wandten um gen Jerusalem von dem Berge, der da heißet der Ölberg, welcher ist nahe bei Jerusalem und liegt einen Sabbater-Weg davon, und sie kehreten wieder gen Jerusalem mit großer Freude.

8. Aria (sopraan) Jesu, deine Gnadenblicke Kann ich doch beständig sehn. Deine Liebe bleibt zurücke, Dass ich mich hier in der Zeit Collegium Vocale Gent Op die manier kunnen ervaring en jong talent consequent aan elkaar gekoppeld worden en slaagt Collegium Vocale Gent erin een belangrijke pedagogische In 2010 was het precies veertig jaar geleden dat een groep bevriende studenten functie te vervullen. Tenslotte zal het ensemble, net als in de voorbije jaren op initiatief van Philippe Herreweghe beslisten het Collegium Vocale Gent te ook in de toekomst zijn medewerking blijven verlenen aan verschillende stichten. Het ensemble paste als één van de eerste de nieuwe inzichten inzake muziektheatervoorstellingen. Voor de realisatie van deze projecten werkt het de uitvoering van barokmuziek toe op de vocale muziek. Deze authentieke, Collegium Vocale Gent samen met diverse historisch geïnformeerde ensembles tekstgerichte en retorische aanpak zorgde voor een transparant klankidioom zoals het eigen barokorkest van Collegium Vocale Gent, het Orchestre des waardoor het ensemble in nauwelijks enkele jaren tijd wereldfaam verwierf Champs-Élysées, het Freiburger Barockorchester of de Akademie für Alte en te gast was op alle belangrijke podia en muziekfestivals van Europa, Israël, Musik Berlin. Maar ook met vooraanstaande symfonische orkesten zoals de Verenigde Staten, Rusland, Zuid-Amerika, Japan, Hong-Kong en Australië. deFilharmonie, het Rotterdams Filharmonisch Orkest, het Budapest Festival Intussen is Collegium Vocale Gent uitgegroeid tot een uiterst flexibel ensemble Orchestra of het Koninklijk Concertgebouworkest worden projecten opgezet. met een ruim repertoire uit verschillende stijlperiodes. De grootste troef hierbij Het ensemble werd geleid door dirigenten zoals Nikolaus Harnoncourt, René bestaat erin dat voor elk project een geoptimaliseerde bezetting bijeen gebracht Jacobs, Sigiswald Kuijken, Marcus Creed, Edo de Waart, Iván Fischer, Yannick wordt. Muziek uit de renaissance wordt uitgevoerd door een ensemble van Nézet-Séguin, Kaspars Putnins, en vele anderen. Collegium Vocale Gent bouwde zes tot twaalf zangers. De Duitse barokmuziek, en meer specifiek de vocale onder leiding van Philippe Herreweghe een omvangrijke discografie op met meer werken van J.S. Bach, waren en blijven een kroondomein. Vandaag brengt het dan 85 opnamen, voornamelijk bij de labels Harmonia Mundi France en Virgin Collegium Vocale Gent deze muziek bij voorkeur met een klein ensemble, waarin Classics. In 2010 startte een nieuw opnameproject waarbij Philippe Herreweghe de zangers zowel de koor- als solopartijen voor hun rekening nemen. Meer en samen met Outhere-Music zijn eigen label φ (PHI) oprichtte om in volledige meer legt Collegium Vocale Gent zich ook toe op het klassieke, romantische en artistieke vrijheid een rijke en gevarieerde catalogus uit te bouwen. Ondertussen hedendaagse oratoriumrepertoire. Voor de uitbouw van een groot symfonisch zijn een tiental opnamen beschikbaar met vocale werken van Bach, Beethoven, koor en de rekrutering van zangers op Europees niveau, geniet het ensemble Brahms, Dvorák, Gesualdo en Victoria. In 2014 zullen oa. een nieuwe opname sinds 2011 ook de steun van het Cultureel Programma van de Europese Unie. met Bachcantates uit Leipzig en het oratorium ‘Die Jahreszeiten’ van Joseph Haydn verschijnen. Het Collegium Vocale Gent geniet de steun van de Vlaamse Gemeenschap, de Provincie Oost-Vlaanderen en de stad Gent. Van 2011-2013 was het ensemble Ambassadeur van de Europese Unie. www.collegiumvocale.com

Philippe Herreweghe

Philippe Herreweghe werd geboren in Gent en combineerde er zijn universitaire studies met een muzikale opleiding aan het conservatorium, waar hij piano volgde bij Marcel Gazelle. In dezelfde periode begon hij te dirigeren en in 1970 richtte hij het Collegium Vocale Gent op. Nikolaus Harnoncourt en Gustav Leonhardt merkten zijn uitzonderlijke benaderingswijze op en nodigden hem uit om mee te werken aan hun opnamen van de verzamelde Bachcantates. Al gauw werd Herreweghes levendige, authentieke en retorische aanpak van de barokmuziek alom geprezen en in 1977 richtte hij in Parijs het ensemble La Chapelle Royale op, waarmee hij de muziek van de Franse Gouden Eeuw uitvoerde. Van 1982 tot 2002 was Philippe Herreweghe artistiek directeur van de Académies Musicales de Saintes. In die periode creëerde hij verschillende ensembles, waarmee hij een adequate en gedegen lezing wist te brengen van een repertoire lopende van de renaissance tot de hedendaagse muziek. Zo was er het Ensemble Vocal Européen, gespecialiseerd in renaissancepolyfonie, en het Orchestre des Champs-Élysées, opgericht in 1991 met de bedoeling het romantische en preromantische repertoire opnieuw te laten schitteren op originele instrumenten. Op uitnodiging van de prestigieuze Accademia Chigiana te Siena werkt Philippe Herreweghe sinds 2009 samen met Collegium Vocale Gent actief mee aan de uitbouw van een groot symfonisch koor op Europees niveau. Steeds op zoek naar muzikale uitdagingen is Philippe Herreweghe sinds enige tijd erg actief in het grote symfonische repertoire van Beethoven tot Gustav Mahler. Sinds 1997 engageert hij zich als hoofddirigent van deFilharmonie (Royal Collegium Vocale Gent © Nan Melville Flemish Philharmonic). Philippe Herreweghe werd in 2008 ook vaste gastdirigent Dorothee Mields van de Radio Kamer Filharmonie in Nederland. Bovendien is hij een veel gevraagd gastdirigent van orkesten zoals het Concertgebouworkest Amsterdam, De Duitse sopraan Dorothee Mields studeerde in bij Elke Holzmann het Gewandhausorchester uit Leipzig of het Mahler Chamber Orchestra. Met en in Stuttgart bij . De muziek uit de zeventiende en achttiende al deze ensembles bouwde Philippe Herreweghe in de loop der jaren bij de eeuw staat centraal in haar concertactiviteiten, hoewel ze zich regelmatig labels Harmonia Mundi France, Virgin Classics en PentaTone een uitgebreide ook graag aan hedendaagse muziek wijdt. Mields ontwikkelde zich tot een discografie op met meer dan 100 opnamen. Hoogtepunten zijn onder meer de veelgevraagde soliste voor barokconcerten met ensembles als Collegium ‘Lagrime di San Pietro’ van Lassus, de ‘Matthäus-Passion’ van Bach, de integrale Vocale Gent, , Nederlandse Bach Vereniging, Freiburger symfonieën van Beethoven en Schumann, Mahlers liedcyclus ‘Des Knaben Barockorchester, RIAS Kammerchor, Orchestra of the Eighteenth Century, Wunderhorn’, Bruckners Symfonie nr 5, ‘Pierrot Lunaire’ van Schönberg en de L’Orfeo Barockorchester, en olv. ‘Psalmensymfonie’ van Stravinsky. In 2010 richtte Philippe Herreweghe een eigen dirigenten als Stefan Asbury, Ivor Bolton, Frans Brüggen, , Paul label (PHI) op om in volledige artistieke vrijheid een rijke en gevarieerde catalogus Goodwin, Philippe Herreweghe, Gustav Leonhardt, Emilio Pomárico, Hans- uit te bouwen. Omwille van zijn consequente artistieke visie en engagement werd Christoph Rademann, Stephen Stubbs, Masaaki Suzuki en Jos van Veldhoven. Philippe Herreweghe op verschillende plaatsen onderscheiden. In 1990 werd hij Dorothee Mields is regelmatig te gast op internationale festivals als het Leipzig door de Europese muziekpers uitgeroepen tot ‘Muzikale Persoonlijkheid van het Bach Festival, Suntory Music Foundation Summer Festival in Japan, Boston Jaar’. Samen met het Collegium Vocale Gent werd Philippe Herreweghe in 1993 Early Music Festival, Festival van Vlaanderen, Wiener Festwochen, Händel benoemd tot ‘Cultureel Ambassadeur van Vlaanderen’. Een jaar later werd hem Festival in Halle en het Tanglewood Festival. Recente cd-opnamen zijn ‘In de orde van Officier des Arts et Lettres toegekend, en in 1997 werd hij benoemd Darkness Let me Dwell’ en ‘Loves Alchymie’ (met en Lee Santana, als Doctor honoris causa aan de Katholieke Universiteit Leuven. In 2003 kreeg hij Sony/dhm) en Purcell ‘Love Songs’ (met Lautten Compagney, Carus). Een cd in Frankrijk de titel Chevalier de la Légion d’Honneur toegekend. In 2010 tenslotte met liederen van Chopin (met pianist Nelson Goerner) voor het Fryderyk Chopin verleende de stad Leipzig aan Philippe Herreweghe de Bach-Medaille voor zijn Instituut in Warschau verscheen in 2011. Hoogtepunten van het seizoen 2013- grote verdienste als Bachuitvoerder. 14 waren concerten met Collegium Vocale Gent, Dresdner Kammerchor en de Nederlandse Bach Vereniging, met Hille Perl op de Niedersächsische Musiktage, Bachs ‘Weihnachtsoratorium’ in Dresden olv. Peter Schreier, en meerdere concerttournees met de Akademie für Alte Musik: Bachcantates in Italië, ‘Matthäus Passion’ in Berlijn en Haydns ‘Die Schöpfung’ in Luxemburg met Arsys Bourgogne olv. Pierre Cao.

Damien Guillon

Altus Damien Guillon (°1981) deed vanaf 1989 zijn eerste muzikale ervaringen op bij La Maîtrise de Bretagne onder leiding van J.M. Noël. Als jongen zong hij sopraanrollen in werken als de Johannespassie van Bach, de Vespers van Monteverdi met de Académie Sainte Cécile en in ‘Die Zauberflöte’ van Mozart in de opera van Rennes. In 1998 zette Damien Guillon zijn muzikale studies verder aan het Centre de Musique de Versailles. Hij werkte er onder meer met Noëlle Barker, Maarten Koningsberger, Howard Crook en Jérôme Corréas en specialiseerde zich verder in het barokrepertoire. Bovendien studeerde hij orgel bij Frédéric Desenclos en Véronique Le Guen. Hij behaalde een eerste prijs basso continuo en tevens een diploma klavecimbel aan het conservatorium van Boulogne in de klassen van Frédéric Michel en Laure Morabito. Momenteel werkt Damien Guillon als solist regelmatig samen met verschillende oude muziek ensembles zoals Le Poème Harmonique, A Sei Voci, Café Zimmermann, Les Paladins, Les Musiciens du Paradis, Suonare Cantare, La Grande Ecurie e.a. Hij zong solopartijen in cantates van Bach, ‘Messiah’ van Händel, in motetten van Delalande en Lamentaties van Cavalieri en Zelenka. Hij was te gast op grote barokfestivals als deze van Arques La Bataille, Beaune, Utrecht, Lissabon en Versailles. Naast zijn activiteiten als zanger dirigeert Damien Guillon ook regelmatig zelf ensembles. Zo leidde hij reeds Les Musiciens du Paradis, Café Zimmermann, Chœur de chambre de Rouen en Banquet Céleste. www.guillondamien.free.fr Dorothee Mields © Annelies van der Vegt Collegium Vocale Gent Thomas Hobbs muzikale leiding contrabas Thomas Hobbs studeerde aan de Royal College of Music bij Neil Mackie en Philippe Herreweghe Miriam Shalinsky aan de Royal Academy of Music bij Ryland Davies. Hij was Royal Philharmonic Society Young Artist en Associate Artist of the Classical Opera Company. Hobbs orgel gaf concerten en maakte opnamen met toonaangevende ensembles als The KOOR Maude Gratton Tallis Scholars, I Fagiolini, The Sixteen, Polyphony, The Cardinall’s Musick en het Dunedin Consort. Daarnaast gaat Hobbs regelmatig op tournee met het sopraan hobo Stuttgart Kammerchor, Bach Akademie Stuttgart en met Collegium Vocale Dorothee Mields* Marcel Ponseele Gent olv. Philippe Herreweghe. Hobbs maakte deel uit van de Académie op het Aleksandra Lewandowska Taka Kitazato Festival van Aix-en-Provence, waar hij een concert gaf met Louis Langrée en Dominique Verkinderen de Camerata Salzburg. Als operazanger was Hobbs onder meer te horen in de oboe da caccia titelrol van ‘Albert Herring’, als Acis in ‘Acis and Galatea’, Ferrando in ‘Così fan alt Timothée Oudinot tutte’, Ramiro in ‘Cenerentola’ en als Telemachus in ‘The Return of Ulysses’ in een Damien Guillon* nieuwe productie van English National Opera olv. Jonathan Cohen. Hobbs geeft Cécile Pilorger traverso regelmatig ook liedrecitals. Recent zong hij liederen van Wolf op het Oxford Lieder Alexander Schneider Jan Van den Borre Festival en gaf hij een recital op het Ryedale Festival met Christopher Glynn. Als Amélie Michel concertzanger werkte hij samen met Pygmalion Ensemble olv. Raphaël Pichon, tenor Akademie für Alte Musik Berlin, Bach Akademie Stuttgart, Capella Amsterdam Thomas Hobbs* fagot olv. Daniel Reuss, Le Concert Lorrain, Accademia Bizantina olv. Ottavio Dantone, Stephan Gähler Julien Debordes Academy of Ancient Music olv. Richard Egarr, Stuttgart Kammerchor, Northern Vincent Lesage Sinfonia, City of Birmingham Symphony, Royal Scottish National Orchestra en trompet Bournemouth Symphony Orchestra. Hobbs is onder meer te horen op de recente bas Rudolf Lörinc opname van Händels ‘Chandos Anthems’ olv. Stephen Layton met het Orchestra Peter Kooij* Moritz Görg of the Age of Enlightenment. Matthias Lutze Tibor Mészáros www.thomashobbs.co.uk Bart Vandewege pauken *solisten Peppie Wiersma Peter Kooij

Peter Kooij begon op zesjarige leeftijd met zingen in het koor van zijn vader. Als ORKEST jongenssopraan maakte hij reeds vele radio-, tv- en plaatopnames. Na zijn viool- en zangstudie aan het Utrechts Conservatorium behaalde hij het diploma zang concertmeester aan het Sweelinck Conservatorium te Amsterdam, waar hij bij Max van Egmond Christine Busch studeerde. Sindsdien brachten zijn vele concertreizen hem naar de belangrijkste muziekcentra in de hele wereld zoals het Concertgebouw Amsterdam, Musikverein 1ste viool Wien, Carnegie Hall New York, Royal Albert Hall Londen, Teatro Colon Buenos Dietlind Mayer Aires, Berliner en Kölner Philharmonie, Palais Garnier Parijs, Suntory en Casals Regine Schröder Hall Tokio, waar hij onder andere onder leiding van Philippe Herreweghe, Ton Koopman, Frans Brüggen, Gustav Leonhardt, René Jacobs, Sigiswald Kuijken, 2de viool Roger Norrington en Iván Fisher zong. Peter Kooij werkte mee aan meer dan Caroline Bayet honderd cd’s voor Philips, Sony en Virgin Classics, Harmonia Mundi, Erato, Adrian Chamorro EMI en BIS. Door dit laatste label werd hij uitgenodigd alle cantates, passies Michiyo Kondo en verdere belangrijke vocale werken van J.S. Bach op te nemen met het Bach Collegium Japan onder leiding van Masaaki Suzuki. Naast zijn concertpraktijk is altviool Peter Kooij artistiek adviseur van het Ensemble Vocal Europeen en van 1991 tot Deirdre Dowling 2000 was hij docent aan het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam. Sinds 2000 Kaat De Cock is hij gastdocent aan de Tokyo University of Fine Arts and Music en sinds 2005 doceert hij ook aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Sinds 2013 is hij cello tevens docent aan de Hochschule für Künste Bremen. Verder geeft hij regelmatig Ageet Zweistra masterclasses in Duitsland, Frankrijk, Portugal, Spanje, België, Finland en Japan. Harm-Jan Schwitters www.peterkooij.de volgend seizoen in deSingel

starring Collegium

Reeds dertig jaar werkt deSingel intensief samen met Collegium Vocale Gent. Dat mag gevierd worden. Met een reeks die Philippe Herreweghe’s sublieme koor in verschillende facetten laat horen. Te beginnen bij Purcell, via een onvermijdelijke halte bij J.S. Bach om uiteindelijk te belanden bij Poulenc en Janácek. Feest!

Koor & Orkest Collegium Vocale Gent olv. Philippe Herreweghe do 11 sep 2014 (Purcell)

Collegium Vocale Gent & Rotterdams Philharmonisch Orkest olv. Yannick Nézet-Séguin za 13 dec 2014 (Schubert, Debussy, Poulenc)

Collegium Vocale Gent & Het Collectief olv. Reinbert de Leeuw wo 11 mrt 2015 (Janácek)

Koor & Orkest Collegium Vocale Gent olv. Philippe Herreweghe wo 1 apr 2015 (Bach Johannespassie)

totaalprijs losse kaarten prijs abonnementen € 170 (basis) € 139 (basis) € 140 (basis rij 19-23) € 115 (basis rij 19-23) € 110 (basis rij 1-7) € 90 (basis rij 1-7) € 140 (-25/65+) € 115 (-35/65+) € 110 (-25/65+ rij 19-23) € 90 (-35/65+ rij 19-23) € 90 (-25/65+ rij 1-7) € 74 (-35/65+ rij 1-7)

reserveer uw abonnement of losse tickets via www.desingel.be Desguinlei 25 | B-2018 Antwerpen | t +32 (0)3 248 28 28 ma tot vr 10 tot 19 uur | za 16 tot 19 uur architectuur theater dans muziek

www.desingel.be t +32 (0)3 248 28 28 Desguinlei 25 B-2018 Antwerpen f deSingelArtCity deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van de Provincie en de Stad Antwerpen.

mediasponsors