2010-2011 architectuur theater dans muziek 2010-2011 blauwe zaal grote podia deSingel Desguinlei 25 / B-2018 Antwerpen ma vr 10 19 uur / za 16 19 uur ANTON KUERTI www.desingel.be [email protected] WO 9 FEB 2011 T +32 (0)3 248 28 28 F +32 (0)3 248 28 00

deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van hoofdsponsor mediasponsors 2010-2011 PIANO

GUNILLA SÜSSMANN ZA 9 OKT 2010

ENRICO PACE VR 26 NOV 2010

TILL FELLNER ZA 18 DEC 2010

MARC-ANDRÉ HAMELIN DO 27 JAN 2011

ANTON KUERTI WO 9 FEB 2011

MARTIN HELMCHEN DO 3 MRT 2011

inleiding door Jan Caeyers / 19.15 uur / blauwe foyer begin 20.00 uur pauze omstreeks 20.35 uur einde omstreeks 22.00 uur teksten programmaboekje Diederik Verstraete coördinatie programmaboekje deSingel & Diederik Verstraete Fotograferen is absoluut verboden tijdens voorstellingen, concerten en tentoonstellingen. Dat geldt ook voor het maken van film-, video- of geluidsopnamen.

gelieve uw GSM uit te schakelen

De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze.

Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … reageer betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. & win Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen.

Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door ’t KLAverVIER, Kasteeldreef 6, Schilde, 03 384 29 70 > www.tklavervier.be

Grand café deSingel open alle dagen 9 > 24 uur informatie en reserveren +32 (0)3 237 71 00 www.grandcafedesingel.be drankjes / hapjes / snacks / uitgebreid tafelen

Ludwig van Beethoven ca. 1823. Tekening door Martin Tejcek. ANTON KUERTI piano

LUDWIG VAN BEETHOVEN (1770-1827)

Pianosonate nr 1 in f, opus 2 nr 1 18’ ‘33 Veränderungen über einen Walzer von Anton Diabelli’, Allegro Opus 120 50’ Adagio Thema. Vivace Menuetto. Allegretto Var 1 Alla Marcia maestoso Prestissimo Var 2 Poco allegro Var 3 L’istesso tempo Pianosonate nr 6 in F, opus 10 nr 2 14’ Var 4 Un poco più vivace Allegro Var 5 Allegro vivace Allegretto Var 6 Allegro ma non troppo e serioso Finale. Presto Var 7 Un poco più allegro Var 8 Poco vivace Var 9 Allegro pesante e risoluto pauze Var 10 Presto Var 11 Allegretto Var 12 Un poco più moto Var 13 Vivace Var 14 Grave e maestoso Var 15 Presto scherzando Var 16 Allegro Var 17 Allegro Var 18 Poco moderato Var 19 Presto Var 20 Andante Var 21 Allegro con brio - Meno allegro Var 22 Allegro molto (alla ‘Notte e giorno faticar’ di Mozart) Var 23 Allegro assai Var 24 Fughetta. Andante Var 25 Allegro Var 26 Piacevole Var 27 Vivace Var 28 Allegro Var 29 Adagio ma non troppo Var 30 Andante, sempre cantabile Var 31 Largo, molto espressivo Var 32 Fuga. Allegro Var 33 Tempo di Menuetto, moderato (ma non tirarsi dietro) sonates opus 10 te schrijven, de tweede sonate uit de set werd vroeg in BEETHOVEN: VROEGE EN 1797 voltooid toen hij was teruggekeerd van een reis naar Praag en Berlijn. Hoe indrukwekkend en groots opgebouwd de vierdelige sonates opus 2 LATE KLAVIERWERKEN en 7 ook moge zijn, in deze sonate in F vinden we een heel andere, zeker zo typische Beethoven terug. In deze korte driedelige sonate – Beethoven heeft blijkbaar nooit overwogen haar van een langzaam deel te voorzien – toont Beethoven zich van zijn meest optimistische en openhartige kant. Tegelijkertijd schept hij er zichtbaar genoegen in heel wat grappen in de Pianosonate nr 1 in f, opus 2 nr 1 muziek te verwerken, net zoals Haydn dat zo graag deed. De expositie van In 1792 vestigt Ludwig van Beethoven zich definitief in Wenen, waar hij het materiaal in het eerste deel, een Allegro, toont een opmerkelijke afkeer razendsnel carrière maakt als pianist. Het is dan ook niet verwonderlijk dat van de basistoonaard fa-groot. Bovendien is er hier nauwelijks sprake van hij zich in eerste instantie op het componeren van pianowerken concen- een openingsthema in de klassieke zin van het woord, maar veel meer treert: tussen 1792 en 1802 ontstaan een vijftiental pianosonates. van een verzameling motieven die op het eerste zicht weinig verband met Uiteraard schreef Beethoven tijdens zijn eerste “Weense decennium” niet elkaar houden. Zonder onderbreking volgt het tweede thema in do-groot: alleen voor zijn eigen instrument; ook andere kamermuziekgenres zoals een lyrisch stijgend thema boven een geagiteerde begeleiding. In de door- de vioolsonate of het strijkkwartet kwamen ruimschoots aan bod, naast – werking komt geen van deze thema’s of motieven aan bod, maar houdt in meer beperkte mate - het pianoconcerto en de symfonie. Maar het is in Beethoven zich uitvoerig bezig met de drie dalende noten die de expositie de pianosonates dat Beethovens artistieke ontwikkeling het duidelijkst kan afsluiten. De recapitulatie begint met veel durf in re-groot, een toonaard gevolgd worden, zeker wat de jaren 1792-1802 betreft. die mijlenver verwijderd is van fa-groot. Het tweede deel is een scherzo- De eerste vijf jaar in Wenen concentreert Beethoven zich op de grootse achig Allegretto in fa-klein, gebaseerd op een geheimzinnig, in oktaven vierdelige sonate. De drie sonates opus 2, de sonate opus 7 of twee van gepresenteerd thema. Het is het meest ernstige deel van de drie, met een de drie sonates uit opus 10 zijn grootschalige, bijna symfonische werken. rijk en sonoor trio in rebemol-groot. Opmerkelijk is dat Beethoven hierna Beethoven perfectioneert in deze werken zijn beheersing van de klassie- het scherzo niet letterlijk laat herhalen, maar dat hij de reprise uitcompo- ke vormen: sonatevormen en liedvormen, menuetten en scherzi, rondo’s neert met extra syncopen en andere ritmische subtiliteiten. Meest geestig of variaties, het is alsof Beethoven alle mogelijkheden aftast. In deze van al is de finale, die begint als een komische fuga met de inzetten van eerste sonate uit opus 2 is de geest van de kamermuziek nooit ver weg. het thema en het antwoord hierop vaak in de verkeerde volgorde. In de Het antwoord op het snel stijgende beginthema komt in de linkerhand, doorwerking moduleert Beethoven naar de toonaard van het trio uit het als betrof het een cello in een strijkkwartet. In het tweede thema maakt scherzo, rebemol-groot, alvorens ons voor te bereiden op een uitgebreide het conventionele patroon van een Alberti-bas (een steeds weerkerend en sterk gewijzigde herneming van het basismateriaal. begeleidend motiefje) plaats voor een baslijn met veel meer inhoud en thematisch belang; zelfs de afsluitende akkoorden uit het eerste deel lijken Diabelli-variaties, opus 120 zo weggelopen uit de slotmaten van een kwartet van Mozart of Haydn. In De ‘Diabelli-variaties’ behoren tot Beethovens laatste creatieve periode, het hoofddeel van het menuet valt de imitatie van klassieke kwartettex- waarin hij met zijn ‘Negende Symfonie’, late pianosonaten en strijkkwartet- turen zelfs nog meer op, zoals in het gebruik van vierstemmig contrapunt ten de vormen, regels en zelfs esthetische normen uit de Weense klas- of in de fortissimo-passage in oktaven die sterk geënt is op gelijkaardige siek definitief doorbrak. In veel opzichten vormen de ‘Diabelli-variaties’ passages in Haydns kwartetten. De finale zorgt alvast qua textuur voor van deze ontwikkeling de ideale illustratie. Toen de uitgever en componist het nodige contrast door uit te pakken met een erg idiomatische schrif- Antonio Diabelli in 1819 een onbeduidende wals naar meer dan vijftig tuur voor de piano, gedomineerd door rusteloze gebroken akkoorden. componisten stuurde, met de vraag er een één enkele variatie op te com- poneren, zal hij zich wel nooit aan Beethovens reactie verwacht hebben. Pianosonate nr 10 in F, opus 10 nr 2 Terwijl componisten zoals of braaf één enkele, De sonate in F opus 10 nr 2 breekt op radicale wijze met de door Beet- gevraagde, variatie leverden, verraste Beethoven zijn goede vriend met hoven zelf gecreëerde traditie van de ‘grande sonate’, grootschalige een monumentale variatiereeks, bestaande uit niet minder dan drieënder- vierdelige werken zoals zijn drie sonates opus 2 die de hoogste eisen tig variaties, meteen een van de meest omvangrijke variatiereeksen uit de stelden aan de uitvoerder. Beethoven begon wellicht in 1795 aan de drie muziekgeschiedenis, vergelijkbaar met Bachs ‘Goldberg-variaties’. Diabelli reageerde enthousiast en publiceerde Beethovens compositie in 1823, chromatische transformatie van het laatste akkoord van de fuga brengt de een jaar voor het originele project onder de titel ‘Vaterländischer Künstler- harmonie terug in C voor de laatste variatie, een menuet in een geslaagde verein’ verscheen. parodie op de galante stijl dat uitmondt in de visionaire coda die heel wat Volgens onderzoek van Beethovens autograaf en schetsboeken, schetste verwantschap vertoont met het slot van Beethovens laatste, 32ste, piano- Beethoven ongeveer twee derde van de variaties in de winter en lente sonate. van 1819, vlak nadat hij Diabelli’s verzoek had ontvangen, zij het niet in de volgorde zoals de variaties uiteindelijk zouden verschijnen. Zo behoort de meest indrukwekkende variatie, de voorlaatste (een bijzonder hecht uitgewerkte dubbelfuga), tot deze eerste scheppingsfase. In de zomer van 1819 brak Beethoven het werk aan de ‘Diabelli-variaties’ echter plots af om eerder begonnen projecten, zoals de ‘Missa Solemnis’ en de drie laatste pianosonates, af te werken, waarna hij in de winter van 1822-23 het werk op enkele maanden tijd voltooide. In deze tweede creatieve fase ontstonden het grootste deel van de laatste variaties (met uitzondering van no 32), naast variaties 1, 2 en 15. Deze verbrokkelde ontstaansgeschie- denis kan ten dele gebruikt worden als verklaring voor het meest in het oog springende aspect van het werk: het ongelooflijk sterk geprofileerde individuele karakter van de onderscheiden variaties. Maar het lijdt ander- zijds geen twijfel dat dit juist Beethovens expliciete bedoeling was. Anders zou hij er niet zo systematisch voor gezorgd hebben dat vooral tempo en metrum bijna van variatie op variatie wisselen, zodat elke variatie als een entiteit op zich kan waargenomen worden. Beethoven gaat in sommige variaties zelfs nog een stap verder, wanneer hij ook binnen een enkele va- riatie tempo en metrum gaat wijzigen, zelfs tot zeven maal toe in variatie 21! Meteen toont hij ook aan dat je door het consequent verder denken van een compositorisch idee de effecten hiervan kan ondermijnen: alhoe- wel je als luisteraar de diverse variaties in principe perfect van elkaar kan onderscheiden, wordt dit hier en daar door de contrasten binnen som- mige variaties wel bemoeilijkt. De sterke individualisering van de diverse variaties is anderzijds ook een noodzaak, omdat Beethoven er voortdurend naar streeft de klassieke tweeledige harmonische structuur van het thema (met een halfslot hal- verwege op de dominant) te omzeilen door middel van vaak erg originele akkoordprogressies. Dit streven gaat crescendo in de loop van de varia- ties en bereikt zijn hoogtepunt kort na het midden van de compositie. Zo wordt de harmonie in variatie 20 op een bevreemdende manier versierd door middel van appogiaturen, chromatische doorgangsnoten en tona- liteitsvreemde verbindingsakkoorden. Variatie 22 begint met een onge- wijzigd citaat uit Mozarts ‘Don Giovanni’ (Leporello’s inzet in het eerste bedrijf, “Nott’e giorno faticar”), maar evolueert al snel tot een reeks onder- ling contrasterende fragmenten in ver van elkaar verwijderde toonaarden. Alleen de laatste vijf variaties vormen meer een eenheid. Variaties 29 tot en met 31 delen dezelfde toonaard, c, en worden gevolgd door de reeds vermelde dubbelfuga in de relatieve majeurtoonaard Es. Een originele Anton Kuerti Pianist Anton Kuerti (°1938, Wenen) groeide op in de Verenigde Staten en heeft het grootste gedeelte van zijn leven in Canada gewoond. Kuerti studeerde aan de Longy School of Music, het Cleveland Institute of Music en aan het Curtis Institute. Zijn docenten waren oa. Arthur Loesser, Mieczyslaw Horszowski en . Op elfjarige leeftijd voerde hij het Pianoconcerto van Grieg uit olv. Arthur Fiedler en hij won de prestigieuze Leventritt Award toen hij nog aan het conservatorium studeerde. Anton Kuerti heeft opgetreden in 39 landen, waaronder Japan, Rusland en de meeste Europese landen. Daarnaast heeft hij gespeeld met de meeste grote orkesten en dirigenten in de Verenigde Staten, zoals het New York Philharmonic Orchestra, het Symphony Orchestra, het Philadelphia Orchestra, het National Symphony Orchestra met Yehudi Menuhin, het Cleveland Orchestra met George Szell en de orkesten van Honolulu, Seattle, en San Francisco. Zijn zeer uitgebreid repertoire omvat zo’n 50 pianoconcerten, inclusief een van zijn eigen hand. Kuerti heeft in Canada in meer dan 140 steden opgetreden en hij heeft met alle professionele orkesten gespeeld, waaronder 39 concerten met het Symphony Orchestra. Hij heeft meegewerkt aan de belangrijkste festivals en hij heeft tijdens diverse gelegenheden zijn opmerkelijke uithoudingsvermogen getoond door alle vijf pianoconcerten van Beethoven èn de Fantasie voor koor, piano en orkest, op. 80 of de laatste vijf pianosonates van Beethoven tijdens één concert te spelen. In kamermuziekverband gaf hij concerten met artiesten als Gidon Kremer, Yo-Yo Ma, Janos Starker en met het Cleveland Quartet, het , het St. Lawrence String Quartet en het Tokyo Quartet. Anton Kuerti heeft gigantisch veel opnamen op zijn naam staan. Hij heeft alle pianoconcerten en -sonates van Beethoven op cd gezet, net als de pianoconcerti van Brahms en Schumann, de pianosonates van Schubert en werken van vele andere componisten. Zijn opnamen zijn bijna dagelijks te horen op de Canadese radio. Een van Kuerti’s meest recente opnamen is een nieuwe versie van de laatste vijf pianosonates van Beethoven en een wereldpremière van twee werken voor viool en piano van Carl Czerny. Anton Kuerti is geëerd met drie prestigieuze prijzen: de Schumann Prize van het Schumann Gesellschaft in Duitsland (2007), de National Arts Prize van het Banff Centre in Canada (2007) en de Governor General’s Performing Arts Award for Lifetime Artistic Achievement, de meest gerenommeerde artistieke eer die aan Canadese uitvoerende artiesten kan worden toegekend (2008). Hij is Officier in de Orde van Canada en hij heeft verscheidene eredoctoraten ontvangen. www.jwentworth.com/kuerti

Anton Kuerti BINNENKORT IN DESINGEL

LECTURE RECITAL Anton Kuerti DE ‘APPASSIONATA’ VAN BEETHOVEN spreektaal Engels do 10 feb 2011 20 uur / muziekstudio (ongenummerd) €8 basis €5 -25/65+ en tickethouders concert wo 9 feb 2011

Publieke masterclasses piano olv.© Marco ABorggreventon Kuerti vr 11 > zo 13 feb 2011 9 >13 uur / Kleine Zaal GRATIS VOOR TOEHOORDERS / ZONDER RESERVATIE 2010-2011 architectuur theater dans muziek 2010-2011 blauwe zaal grote podia deSingel Desguinlei 25 / B-2018 Antwerpen ma vr 10 19 uur / za 16 19 uur www.desingel.be [email protected] T +32 (0)3 248 28 28 F +32 (0)3 248 28 00

deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van

hoofdsponsor mediasponsors