Het stadhuis van Wijk bij Duurstede

Cultuurhistorisch onderzoek

Jojanneke Clarijs

Het stadhuis van Wijk bij Duurstede. Cultuurhistorisch onderzoek Jojanneke Clarijs

Colofon Disclaimer Het onderzoek is op onafhankelijke en wetenschappelijk verantwoorde wijze tot Het stadhuis van Wijk bij Duurstede. Cultuurhistorisch onderzoek stand gekomen. Het rapport is opgesteld in het kader van Definitieve versie, juli 2017 besluitvormingsprocessen en beleid ten behoeve van beheer, behoud en ontwikkeling van cultureel erfgoed. Jojanneke Clarijs aanvaardt geen © 2017 drs J.M.A.C. Clarijs aansprakelijkheid voor eventuele schade als gevolg van het gebruik van de Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door onderzoeksresultaten of het toepassen van de adviezen. middel van druk, fotokopie, of op welke wijze dan ook, zonder bronvermelding.

2

Het stadhuis van Wijk bij Duurstede. Cultuurhistorisch onderzoek Jojanneke Clarijs

ALGEMENE GEGEVENS Project Object Stadhuis Adres Markt 24 3961 BC Wijk bij Duurstede Rijksmonumentnummer 39696 Registeromschrijving STADHUIS van 1666 door Gijsbert van Vianen en Peter RCE van Cooten gebouwd. Sobere gevel met rechte kroonlijst, fronton boven middenpartij. Natuurstenen ingangspoortje en dito raamomlijstingen. Hoge stoep. Kadastraal perceel Wijk bij Duurstede B 96 Eigenaar Gemeente Wijk bij Duurstede Doel Cultuurhistorisch onderzoek in het kader van een verbouwing en herbestemming Datum juli 2017

Uitvoering

Naam Jojanneke Clarijs Cultuurhistorie Adres Tingieterstraat 4 3828 XH Hoogland Telefoon 06-41555614 Website www.jojannekeclarijs.nl Onderzoek en tekst Jojanneke Clarijs Fotografie Jojanneke Clarijs tenzij anders vermeld

Opdrachtgever

Naam Gemeente Wijk bij Duurstede 1 De locatie van het stadhuis aan de markt. Het stadhuis is ruitvormig gearceerd B. van den Brand Adres Postbus 83

3960 BB Wijk bij Duurstede

3

Het stadhuis van Wijk bij Duurstede. Cultuurhistorisch onderzoek Jojanneke Clarijs

INHOUDSOPGAVE

INLEIDING ...... 5 HET STADHUIS ...... 15 FOTOIMPRESSIE ...... 6 De bouw in 1660-1662 ...... 15 DE LOCATIE AAN DE MARKT ...... 9 De achttiende eeuw ...... 19 Centrum van de macht ...... 9 De negentiende eeuw ...... 20 Economisch centrum ...... 11 De twintigste eeuw ...... 22 Bebouwing rond de Markt ...... 12 SLOTWOORD ...... 27 Inrichting van het plein...... 13 BRONNEN EN LITERATUUR ...... 28

4

Het stadhuis van Wijk bij Duurstede. Cultuurhistorisch onderzoek Jojanneke Clarijs

INLEIDING

Het stadhuis van Wijk bij Duurstede is een zeer karakteristiek gebouw aan de en informatie over verbouwingen en restauraties. Ook is literatuur geraadpleegd Markt in het centrum van de stad. Het rijksmonument zal binnenkort worden met betrekking tot de geschiedenis van de locatie en Wijk bij Duurstede. verbouwd, zodat het enerzijds weer voldoet aan de eisen van de huidige tijd en anderzijds geschikt wordt voor de huisvesting van het plaatselijke museum. Dit De resultaten van het onderzoek zijn vastgelegd in dit rapport. Het eerste geschiedt naar ontwerp van architectenbureau BunkerQ uit . Ten hoofdstuk schetst de stedenbouwkundige ontstaansgeschiedenis en de behoeve van de planvorming is een cultuurhistorisch onderzoek naar het cultuurhistorische betekenis van de Markt. Hierin is ook aandacht voor de stadhuis gewenst. historisch-ruimtelijke en (cultuur)historische relatie tussen het stadhuis, de kerk en het plein. Het tweede hoofdstuk beschrijft de ontstaansgeschiedenis van het Op verzoek van BukerQ en de gemeente zet het onderzoek de stadhuis zelf. Dit betreft een chronologisch overzicht van de stedenbouwkundige ontstaansgeschiedenis en de cultuurhistorische betekenis van het stadhuis en zijn invulling van de onderhavige locatie en de bebouwing die er in de loop der tijd is locatie uiteen. Met de ontstaansgeschiedenis wordt een historisch feitenrelaas verrezen. De cultuurhistorische betekenis van de plek, zoals het gebruik door de bedoeld van de totstandkoming van de huidige bebouwing. De betekenis van de eeuwen heen en belangwekkende gebeurtenissen en verhalen met betrekking plek betreft zowel de historisch-ruimtelijke relatie tussen het stadhuis, de kerk en tot de locatie zijn door beide hoofdstukken heen geweven. Een overzicht van de het plein, als de cultuurhistorische aspecten binnen de context van Wijk bij relevante literatuur en geraadpleegde archieven is achterin het rapport Duurstede, zoals het gebruik, gebeurtenissen en verhalen die aan deze locatie opgenomen. verbonden zijn. Een uitgebreide beschrijving, waardestelling of een bouwhistorisch onderzoek naar de bouwkundige onderdelen behoren niet tot de Langs deze weg wil ik Bert van den Brand van de gemeente Wijk bij Duurstede opdracht. Conform de wens van de opdrachtgever heeft het onderzoek een hartelijk danken voor het vertrouwen in mij bij het verstrekken van de opdracht. beperkte diepgang. Ook Wendy Norg van de gemeente, Dirk Ruiter en Marijke Hartog van het RHC, Luit van der Tuuk van Museum en Gerko Meijer en Indira Zuljevic van Het plein en het stadhuis zijn bezocht op 23 mei 2017. Er is beperkt archief- en BunkerQ ben ik zeer erkentelijk voor hun hulp bij het onderzoek. literatuuronderzoek verricht bij het Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht (RHC), Museum Dorestad en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Jojanneke Clarijs (RCE). Er is gezocht naar historische kaarten, bouwtekeningen, prenten en foto’s Hoogland, juli 2017

5

Het stadhuis van Wijk bij Duurstede. Cultuurhistorisch onderzoek Jojanneke Clarijs

FOTOIMPRESSIE

2 Noordzijde van de Markt 4 Westgevel (voorgevel) van het stadhuis

3 Zuidzijde van de Markt 5 Zuidgevel (rechter zijgevel) 6 Noordgevel (linker zijgevel)

6

Het stadhuis van Wijk bij Duurstede. Cultuurhistorisch onderzoek Jojanneke Clarijs

7 Oostgevel (achtergevel) 8 Oostgevel (achtergevel) 10 Raadzaal op de bel-etage

9 Schouw met marmerimitatie en spiltrap in het onderhuis 11 Hal op de bel-etage

7

Het stadhuis van Wijk bij Duurstede. Cultuurhistorisch onderzoek Jojanneke Clarijs

14 Sleutelstukken op de verdieping

12 Draagconstructie op de verdieping

13 Kapconstructie op de zolder 15 Kapconstructie op de zolder

8

Het stadhuis van Wijk bij Duurstede. Cultuurhistorisch onderzoek Jojanneke Clarijs

DE LOCATIE AAN DE MARKT

Het stadhuis bevindt zich aan de Markt in het historische centrum van Wijk bij Duurstede. De Markt is ontstaan als kruispunt van wegen bij de curtis of vroonhof. Dit is de oudste kern van de stad. Een curtis of vroonhof was een hoeve van waaruit de bijbehorende gronden werden geëxploiteerd, al dan niet door de hoeve zelf of door pachters. Op de hof zetelde de meier, de vertegenwoordiger van de bisschop in bestuurlijke en juridische aangelegenheden. De hof in Wijk bij Duurstede is meer dan tien eeuwen geleden gesticht. Het gebouwencomplex op deze locatie heet nu De Nederhof. Rond deze hof ontwikkelde zich een handelsplaats: een plein (de Markt) ten noorden van deze hof en diverse straten die op dit plein uitkwamen. In de loop der eeuwen breidde Wijk bij Duurstede zich verder uit, maar de Markt bleef het stedelijk middelpunt vormen.1

Centrum van de macht

De Markt vormde eeuwenlang het centrum van de bestuurlijke en religieuze 16 De Markt. De gele stip markeert het stadhuis; de rode de kerk Johannes de Doper; macht van Wijk bij Duurstede. Zoals gezegd lag aan het plein de vroonhof. Ook en de blauwe de Nederhof (www.bing.com/maps, bewerking auteur) bevonden zich hier de kerk van Johannes de Doper, het stadhuis en vanaf 1927 een rooms-katholiek verenigingsgebouw.2

In 1300 kreeg Wijk bij Duurstede stadsrechten. Het is aannemelijk dat het stadsbestuur van meet af aan in het stadscentrum zetelde. Mogelijk was dat eerst in de Nederhof. Naar verluidt werd in de vroege zestiende eeuw een

1 Gaasbeek e.a. 1991, p.29-30,153,160. 2 Dit pand Markt 4-5 is een ontwerp van W. Dijkman in historiserende stijl. Gaasbeek e.a. 17 Het stadhuis en de kerk Johannes de Doper 1991, p.153,155,163-168. 9

Het stadhuis van Wijk bij Duurstede. Cultuurhistorisch onderzoek Jojanneke Clarijs

raadhuis in gotische stijl gebouwd aan de Markt. De leeuwen op de stadspompen op de Markt zouden namelijk afkomstig zijn van dit stadhuis en zijn op stilistische gronden te dateren omstreeks 1500. Echter, op de kaart uit ca. 1550 van Jacob van Deventer, die doorgaans zeer accuraat te werk ging, is op de onderhavige locatie wel bebouwing weergegeven, maar is geen stadhuis aangeduid. Hoe het ook zij, vóór 1660 was op de onderhavige locatie het stadhuis gevestigd. Dit blijkt uit een archiefstuk, waarin sprake is van de sloop van het dan bestaande stadhuis ten behoeve van het nieuw te bouwen stadhuis. Dit stadhuis was waarschijnlijk niet heel groot en lag met de voorgevel (westgevel) in de rooilijn van de overige bebouwing aan de Markt. Het was gebruikelijk dat in een stadhuis niet alleen het stadsbestuur zetelde, maar ook recht werd gesproken en gewichtige zaken als stadszegels, charters en de schatkist bewaard werden.3

Naast dit stadhuis staat de Grote of N.H. Kerk van Johannes de Doper. Deze kerk had een oorsprong in de veertiende eeuw. De stichting hield nauw samen met de 18 Detail van de stadsplattegrond uit ca. 1550 van J. van Deventer (reproductie RHC) verlening van stadsrechten aan Wijk bij Duurstede in 1300. Buiten de stad stond toen al een parochiekerk aan de Steenstraat, ook gewijd aan Johannes de Doper. Men wilde echter een kerk binnen de stadsmuren. De kerk werd in 1365 in gebruik genomen. Het betrof een kruiskerk met aparte toren. Begin vijftiende eeuw werd de kerk uitgebreid tot een driebeukige hallekerk en in 1486 begon men met de bouw van de huidige toren. Wegens gebrek aan financiën moest men in de vroege zestiende eeuw met de bouw stoppen. Daarentegen begon men korte tijd later wel aan de vervanging van het middenschip, de noordelijke zijbeuk, het transept en een nieuw koor. Dit koor brandde in 1579 af en werd niet meer herbouwd. Uitwendig zijn er sindsdien geen grote wijzigingen aangebracht, waardoor de kerk haar laat-middeleeuwse karakter heeft behouden.4

3 Op zijn kaart van uit dezelfde periode had Van Deventer wel expliciet het stadhuis vermeld. Conditiën van de verkooping uit 1660, RHC 1 inv.nr. 290; Van Es 1998, p.71-72; Ongepubliceerde tekst uit 1997 door P. de Wit, RHC 117 inv.nr.82, p.1. 4 Gaasbeek e.a. 1991, p.58-60,163-168. 19 Detail van de kadastrale kaart uit ca. 1824 (www.cultureelerfgoed.nl) 10

Het stadhuis van Wijk bij Duurstede. Cultuurhistorisch onderzoek Jojanneke Clarijs

Economisch centrum

De Markt werd in de middeleeuwen de Plaats genoemd. De naam Markt is ongetwijfeld afgeleid van een belangrijke economische functie van het plein, namelijk de locatie voor de markten. Er werden wekelijkse markten gehouden, maar ook speciale jaarmarkten. Deze vonden sinds de middeleeuwen plaats tot ver in de twintigste eeuw. Mede dankzij deze markten groeide Wijk bij Duurstede uit tot een belangrijke handelsplaats. In oktober was de belangrijkste jaarmarkt. Deze duurde liefst drie dagen. Gedurende negen dagen was er een vrije toegang tot de stad voor mensen van buiten, met vrijstelling van het betalen van het poortgeld. kruizen rond de stad markeerden dit. In april vond de magere beestenmarkt plaats en in oktober de vette beestenmarkt. Ook was er in april de paardenmarkt. In 1728 was de interesse hiervoor blijkbaar zo tanende, dat de magistraat een zilveren paard uitloofde voor degene die de meeste paarden voor verkoop aanbood. Bovendien werd vanaf 1730 geen veergeld geheven voor paarden tijdens de dagen rond de paardenmarkt. Overigens werden de palen en touwen die nodig waren voor het omheinen of vastbinden van de dieren, 5 20 Charter uit 1406 waarin Willem, heer van Duurstede, de stad een jaarmarkt verleent tussentijds opgeslagen op de zolder van het stadhuis. (RHC 1 inv.nr.15)

Door de eeuwen heen had de Markt ook andere belangrijke economische functies. De visbank was er gevestigd en vanaf de Markt vertrok de postkoets. In de zestiende en zeventiende eeuw was hier de waag, een openbare weeginrichting.6

5 Gaasbeek e.a. 1991, p.29.32,153; Van Bemmel 2000, p.56-57. 21 Lot van de loterij tijdens de paardenmarkt in 1901 (Van Bemmel 2000, afb.12) 6 Van Bemmel 2000, p.56. 11

Het stadhuis van Wijk bij Duurstede. Cultuurhistorisch onderzoek Jojanneke Clarijs

Bebouwing rond de Markt

De meeste gebouwen aan de Markt zijn twee bouwlagen hoog onder een kap met de nok evenwijdig aan de straat. In de loop der tijd zijn de vensters veelal gewijzigd. En in de negentiende eeuw kregen vele gevels een pleisterlaag. Maar de getrapte scheidingsmuren verklappen een oudere kern.7

Van diverse panden is bekend dat ze bewoond werden door de stedelijke elite. Zo woonde in het pand Markt 11 uit 1471 aan het einde van de zestiende eeuw een kanunnik, een hoge geestelijke. In datzelfde pand logeerde prins Maurits toen hij in 1591 een bezoek bracht aan de stad. Hieruit blijkt dat het toen een voornaam pand moet zijn geweest. In de Nederhof woonde na de verkoop aan particulieren halverwege de zestiende eeuw notabelen.

Tussen de huizen bevonden zich verscheidene herbergen, zoals De Groene Jager, De Roetzak, De Engel en De Keysers Croon ter plaatse van de huidige panden resp. Markt 12, 25, 26 en 30. Vanaf ca. 1830 is bekend dat er diverse winkels aan 22 Westzijde van de Markt omstreeks 1900 (Van der Eerden-Vonk afb.p.23) het plein gevestigd waren. Rond 1830 waren er liefst drie bakkers! Vermeldenswaardig is wijnhandel Tellegen die zich in 1738 aan de Markt vestigde (ter plaatse van het huidige Markt 15).8

Advertentie in Gids uit ca. 1907 7 Gaasbeek e.a. 1991, p.153. 23 8 Gaasbeek e.a. 1991, p.67,153-175. 12

Het stadhuis van Wijk bij Duurstede. Cultuurhistorisch onderzoek Jojanneke Clarijs

Inrichting van het plein

De Markt heeft op de kaart van Van Deventer al de huidige L-vorm. De noordzijde heeft een gesloten karakter door de omringende bebouwing. De zuidzijde kent meer openheid door de open ruimte rond de kerk en de doorkijk in de Volderstraat en de Peperstraat in het verlengde van het plein.9

De inrichting van het plein is vanaf de achttiende eeuw op prenten en tekeningen te volgen. In de achttiende eeuw was het een open plein, geplaveid met stenen of keien. Ten noorden van het stadhuis, min of meer in het verlengde van de gevel, stond een rij bomen. Ook aan de noord- en westzijde was het plein omzoomd met een bomenrij. Aan de zuidzijde was de ruimte tussen het stadhuis, de waterput en de kerk gevuld met bomen. Eind negentiende eeuw oogde het plein veel kaler, doordat er nauwelijks meer bomen stonden. In 1887 werden nieuwe kastanjebomen geplant. Voor de huizen hadden de bewoners een eigen stoep. Sommigen plaatsten hier een bankje of schermden het af met een muurtje of stoeppalen.10 24 Prent uit 1745 door H. Spilman (HUA 200179)

9 Gaasbeek e.a. 1991, p.153. 10 Tekening uit 1728 door L.P. Serrurier, reproductie RHC; Prent uit 1745 door H. Spilman, HUA 200179; Prent uit ca. 1750 door J. de Beyer, reproductie RHC; Prent uit 1788 door K.F. 25 Prent uit 1788 door K.F. Bendorp (HUA 200174) Bendorp, HUA 200174. 13

Het stadhuis van Wijk bij Duurstede. Cultuurhistorisch onderzoek Jojanneke Clarijs

Op het plein stonden van oudsher twee waterputten. In 1759 werden ze vervangen door twee stadspompen met elk twee zwengels en wateruitlaten. Het jaartal is vermeld op de pompen. Bovenop werd een leeuw met het stadswapen gezet. Naar verluidt zouden deze afkomstig zijn van het middeleeuwse stadhuis.11 De pompen hadden naast de functie van openbare watervoorziening, ook een sociale rol. Ze waren bij uitstek een ontmoetingsplaats voor de inwoners. Op de achttiende-eeuwse prenten zijn er dan ook dikwijls mensen bij de pomp weergegeven.

Het marktplein was ook de plek voor ceremonie. Het wisselen van de wacht voor het stadhuis is op enkele achttiende-eeuwse prenten afgebeeld. De opening van de tramlijn naar in 1885 werd feestelijk gevierd. Ook de feestelijkheden bij het honderdjarig jubileum van het koninkrijk in 1913 vonden op de Markt plaats.12

27 Wisseling van de wacht op een prent uit ca. 1750 door J. de Beyer (reproductie RHC)

26 Wijksche Courant 04-08-1886, p.2 (RHC)

11 Gaasbeek e.a. 1991, p.55,175. 28 Feest bij de opening van de tramlijn naar Doorn in 1885 (Van der Eerden 2000, afb.5) 12 Prent uit ca. 1750 door J. de Beyer, reproductie RHC; Rouppe van der Voort 1973, nr.38; Gaasbeek e.a. 1991, p.25. 14

Het stadhuis van Wijk bij Duurstede. Cultuurhistorisch onderzoek Jojanneke Clarijs

HET STADHUIS

De bouw in 1660-1662

Het stadhuis is gebouwd in 1660-1662, zo is af te leiden uit archivalia en het jaartal op de westgevel (voorgevel). Opmerkelijk is dat de bouw plaatsvond in een periode dat de stad in een slechte financiële situatie verkeerde. Desondanks begrootte men het stadhuis voor een fors bedrag: 5.000 gulden. Uiteindelijk kostte het ongeveer 6.000 goudguldens. Gelukkig werd de bouw met 1.000 gulden gesponsord door een Wijkse regent - in ruil voor steun voor een zetel in de Amsterdamse Kamer van de VOC.13

Het stadhuis verrees op de plek van de gotische voorganger. Dit oude stadhuis werd gesloopt en het afkomend materiaal werd verkocht. Alleen een deel van beide zijgevels moest blijven staan. Hiervan is uiteindelijk de gemene muur met buurpand Markt 25 behouden gebleven. Deze is aan de achterzijde nog aanwezig en herkenbaar aan de oudere, grotere bakstenen en de dichtgemetselde 14 (secundaire) gevelopening. 29 Conditiën van de verkooping uit 1660 (RHC 1 inv.nr.290) Het ontwerp van het nieuwe stadhuis was van de Utrechtse architect Gijsbert Thönisz. van Vianen (ca.1612 - ca. 1707). Hij was stadsarchitect in Utrecht en werkte daarnaast voor particulieren. Mogelijk leverde zijn compagnon Peter Jansz. van Cooten een bijdrage aan het ontwerp. Van het timmerwerk is bekend dat het werd uitgevoerd door Willem de Cock.15

13 Conditiën van de verkooping uit 1660, RHC 1 inv.nr.290; Gaasbeek e.a. 1991, p.24,168,171; Ongepubliceerde tekst uit 1950 door A.C. van Kerkhof, RHC 117 inv.nr.82, p.1. 14 Conditiën van de verkooping uit 1660, RHC 1 inv.nr.290; Gaasbeek e.a. 1991, p.169; Ongepubliceerde tekst uit 1997 door P. de Wit, RHC 117 inv.nr.82, p.1. De gemene muur met Markt 25 15Briët 1953; Gaasbeek e.a. 1991, p.58, 168. 30 15

Het stadhuis van Wijk bij Duurstede. Cultuurhistorisch onderzoek Jojanneke Clarijs

Het stadhuis werd meer naar voren geplaatst dan zijn voorganger. Het had bovendien een groter grondplan.16 Van meet af aan stond het een stukje vóór de westgevel van de kerk. Hierdoor kreeg het gebouw een centrale en zeer dominante positie aan het plein. Deze situering onderstreepte het belang van de functie van het pand.

Ook het grotendeels vrijstaande, blokvormige, bakstenen gebouw zelf straalde status uit. Het had een fors volume dankzij het hoge onderhuis en de hoge bel- etage. Op het imposante schilddak torende een dakruiter. Een dubbele natuurstenen bordestrap met dito balustrade leidde naar de hoofdingang.

Het belang van het gebouw kwam ook tot uitdrukking in de architectuurstijl, met name aan de voorzijde (westgevel). Het stadhuis werd uitgevoerd in de stijl van het classicisme. Gebouwen in deze stijl kenden net als het Wijkse stadhuis, een strikte navolging van de klassieke architectuurregels en proporties. De nadruk lag niet zozeer op decoratie, maar vooral op harmonische verhoudingen en een symmetrie in het volume, de voorgevel en de plattegrond. Kenmerkend zijn ook de eenvoudige hoofdvorm met het middenrisaliet, kroonlijst en fronton van het stadhuis. 31 Entreepartij in de westgevel (voorgevel) Het pand is bovendien een relatief vroeg voorbeeld van de strakke variant van de classicistische architectuurstijl, het zogenaamde pilasterloze classicisme. Deze variant is in het stadhuis te herkennen aan zijn ingetogenheid, vlakke gevels zonder architectonische geleding en prominente gevelopeningen met een zandstenen omlijsting. De nadruk lag sterk op het midden met het middenrisaliet, de uitgewerkte entreepartij, de gevelsteen met het stadswapen op de verdieping (in plaats van het huidige venster) en de dakruiter. De omlijsting van de ingang is waarschijnlijk vormgegeven naar het ordeboek van de Italiaanse architect Vincenzo Scamozzi (1548-1616). Het stadswapen in het fronton is overigens uitgevoerd door de steenhouwer Nicolaas van Damast uit Utrecht.17

16 Ongepubliceerde tekst uit 1997 door P. de Wit, RHC 117 inv.nr.82, p.2. 32 Tekening uit 2001 van de westgevel (WbD Bouwvergunningen nr.92) 17 Gaasbeek e.a. 1991, p.57-58,169-171. 16

Het stadhuis van Wijk bij Duurstede. Cultuurhistorisch onderzoek Jojanneke Clarijs

Het stadhuis toont sterke verwantschap met andere gebouwen naar ontwerp van Van Vianen en Van Cooten. De indeling van de westgevel heeft overeenkomsten met de panden Janskerkhof 15a en 16 in Utrecht uit 1661-‘63. En soortgelijke entreepartijen zijn te vinden bij Begijnestraat 5 en Keizerstraat 35 in Utrecht.18

Het stadhuis kenmerkt zich door hiërarchie. De bel-etage was als belangrijkste bouwlaag hoger dan het onderhuis en de verdieping. Ook de kruiskozijnen met onder meerruits draairamen met luiken en boven vaste meerruits ramen waren hier groter dan in het onderhuis. Op de verdieping waren de vensters nog kleiner met meerruits draairamen. De ramen zijn niet meer aanwezig, maar nog wel te zien op afbeeldingen uit de achttiende eeuw. De glasruiten van ca. 27 x 27 cm waren extreem groot voor die tijd - en dus kostbaar.19 De oostgevel (achtergevel) daarentegen is veel soberder uitgevoerd. In de hiërarchie van het gebouw en in de situering aan het plein speelde deze gevel een zeer ondergeschikte rol.

Van het oorspronkelijke interieur resteren onder meer de gewelven, een samengestelde balklaag, het onderste deel van de spiltrap en de kapconstructie. Het vermoeden is dat de bel-etage een symmetrische indeling had. In 1662 besloot het stadsbestuur dat alleen in de “sael ende camer van de heeren” het stadswapen in de ramen werd afgebeeld. Op een balk in de “raetcamer” werden de wapens en namen geschilderd van de “heeren regenten” uit de bouwtijd van 20 het stadhuis. Wellicht betrof dit de huidige raadzaal aan de oostzijde. 33 Placaet uit 1671 (RHC 22 inv.nr.25). Hierin staan de straffen per overtreding beschreven - overwegend lijfstraffen of boetes Gebruikelijk was dat in een stadhuis het stadsbestuur zetelde. Maar er werd ook recht gesproken door de schout en schepenen. In samenhang daarmee waren er cellen, waar de arrestanten hun vonnis afwachtten. De cachotdeuren in het onderhuis herinneren hier nog aan. Daarnaast werden in het gebouw belangrijke zaken als de schatkist, stadsstempels en charters bewaard.21

18 Briët 1953; Gaasbeek e.a. 1991, p.58. 19 Gaasbeek e.a. 1991, p.169. 20 Transcriptie van de notulen stadsbestuur 15-09-1662, RHC 117 inv.nr.82. 34 Stadsstempel en lakzegel in Museum Dorestad 21 Gaasbeek e.a. 1991, p.171; Tekst uit 1997 door P. de Wit, RHC 117 inv.nr.82, p.1. 17

Het stadhuis van Wijk bij Duurstede. Cultuurhistorisch onderzoek Jojanneke Clarijs

35 Samengestelde balklaag boven de raadzaal (Foto uit 1994 door De Koning, RCE 304.508)

38 De achttiende-eeuwse schouwpartij in de raadzaal

36 Spiltrap in het onderhuis 37 Kapconstructie op de zolder

39 De raveling markeert de oorspronkelijke locatie van de schouw

18

Het stadhuis van Wijk bij Duurstede. Cultuurhistorisch onderzoek Jojanneke Clarijs

De achttiende eeuw

Al vrij snel na de bouw, begin achttiende eeuw, vonden de eerste verbouwingen plaats. Er werd een schouw in Lodewijk XIV stijl geplaatst. Deze bevindt zich nog altijd in de betreffende ruimte (de raadzaal), maar stond aanvankelijk aan de andere zijde van het vertrek. De oorspronkelijke plek is nog herkenbaar aan de raveling in de balklaag. Op de boezen werden de wapenschilden van de stadsbestuurders geschilderd.22

Het achtererf ten oosten van het stadhuis was afgesloten, zo toont een tekening uit 1728. Tussen het stadhuis en de kerk stond een hoge muur. Gezien de aanwezigheid van een deur en venster daarboven zal het om een aanbouw gaan. Niet duidelijk is of deze situatie al zo was vanaf de bouw van het stadhuis. Er is een bouwnaad getekend tussen de muur en het stadhuis, hetgeen een verschil in bouwfases doet vermoeden. Tot 1940 heeft er op deze plek een muur gestaan, zo 40 Tekening uit 1728 door L.P. Serrurier (reproductie RHC) blijkt uit prenten en foto’s.23

Andere achttiende-eeuwse tekeningen en prenten doen een en ander vermoeden omtrent het gebruik van het stadhuis. Aan weerszijden van de ingang onder de bordestrap en op de zuidgevel zijn documenten gehangen; waarschijnlijk ging het om mededelingen van het stadsbestuur. In de deur in de zuidgevel is een hekje geplaatst.24 Erachter staan moeder en kind. Mogelijk was dit deel van het stadhuis in gebruik als dienstwoning, bijvoorbeeld voor de cipier of conciërge. Een hijsbalk en luik duiden op een opslagfunctie op de verdieping.

Ongetwijfeld vonden in de achttiende eeuw meer verbouwingen plaats, maar hierover is op dit moment, zonder nader bouwhistorisch onderzoek, niets met zekerheid te zeggen.

22 Ongepubliceerde tekst uit 1997 door P. de Wit, RHC 117 inv.nr.82, p.3,6. 23 Tekening uit 1728 door L.P. Serrurier, reproductie RHC; Foto uit ca 1887, Rouppe van der Voort 1973, nr.9; Tekening uit 1940 door F.J. Bonté, reproductie RHC. 41 Tekening uit 1783 door J. Bulthuis (reproductie RHC) 24 Bouwsporen van deze deur zijn nog aanwezig in het metselwerk van de zuidgevel. 19

Het stadhuis van Wijk bij Duurstede. Cultuurhistorisch onderzoek Jojanneke Clarijs

De negentiende eeuw

In 1802 werd de muur rond het erf van de cipier opnieuw opgemetseld. Dit zal de muur zijn geweest aan de noord- en oostzijde van het achtererf. Aan de zuidzijde stond immers een aanbouw. Een en ander is ook af te leiden uit de kadastrale kaart uit ca. 1824 en de bijbehorende eigendomsgegevens. Het stadhuis besloeg twee percelen: nr. 96 was het stadhuis zelf en nr. 97 was in gebruik als conciërgewoning.25

Zes jaar later vond een verbouwing van het stadhuis plaats. De kruisvensters in de westgevel (voorgevel) werden verruild voor meer eigentijdse schuiframen. Voorts werden er metsel-, timmer-, loodgieters-, schilder-, leidekkerswerk verricht en werkzaamheden aan de trappen. In 1817 werd de raadzaal verrijkt met een nieuwe kachel.26 42 Voorwaarden uit 1802 voor de aanbesteding 43 Detail van de kadastrale kaart uit van de tuinmuur (RHC 1 inv.nr.180) ca. 1824 (www.cultureelerfgoed.nl) Halverwege de negentiende eeuw brachten de Grondwet uit 1848 en de Gemeentewet uit 1851 nieuwe verplichtingen voor de gemeente met zich mee. Voortaan huisvestte het stadhuis een secretarie voor onder meer de burgerlijke stand, een gemeente-ontvanger voor de financiën en een veldwachter voor de handhaving van de openbare orde.27

Mogelijk was dit de aanleiding voor een verbouwing van het Wijkse stadhuis. In 1857 maakte de bordestrap plaats voor twee gietijzeren trappen. Ze liepen in een elegante boog naar boven. Het sloopmateriaal van de oude trap werd geveild. Enkele ruimtes op de bel-etage werden voorzien van nieuwe stucplafonds onder de balklaag. In de raadzaal verhuisde de achttiende-eeuwse schouw naar de

25 Conditiën van aanbesteding uit 1802, RHC 1 inv.nr.180; Kadastrale kaart 1811-1832 (vervaardigd omstreeks 1824): minuutplan Wijk bij Duurstede, Utrecht, sectie B, blad 01 (MIN06091B01) en Onderliggende Aanwijzende Tafel percelen 96 en 97, via www.cultureelerfgoed.nl. 26 Ongepubliceerde tekst uit 1950 door A.C. van Kerkhof, RHC 117 inv.nr.82, p.1; Brief d.d.

06-08-1817, RHC 2 inv.nr.63. 44 De bordestrap uit 1857 (RHC fotoalbum Markt 24) 27 Ongepubliceerde tekst uit 1997 door P. de Wit, RHC 117 inv.nr.82, p.3. 20

Het stadhuis van Wijk bij Duurstede. Cultuurhistorisch onderzoek Jojanneke Clarijs

huidige locatie en plaatste men de huidige paneeldeuren. De vensters in de oostgevel kregen dezelfde ramen als in de westgevel. De kamer van de secretarie werd vergroot en voorzien van nieuwe paneeldeuren en een nieuwe vloer. In het onderhuis maakten de zuidelijke kruisgewelven plaats voor een balklaag.28

Ondertussen was in 1838 de rechtbank omgevormd tot kantongerecht, dat een regionale functie had. Ook dit was tot de opheffing in 1933 gehuisvest in het stadhuis.29

In het onderhuis was nog altijd de gevangenis gevestigd. Men besteedde de verzorging van de arrestanten uit, zoals het verstrekken van voedsel, kleding, zeep en ligstro. Ook de schoonmaak van de cellen werd uitbesteed.30

In 1855 verhief men de gevangenis tot regionaal Huis van Bewaring. Mogelijk hing dit samen vanwege de aanwezigheid van het kantongerecht. Het Huis van Bewaring bleef tot 1886 bestaan, waarna het weer een stadsgevangenis werd. De omvorming tot regionale gevangenis zal aanleiding zijn geweest tot een 45 Ontwerptekening voor het onderhuis uit 1856 (Van Bemmel 2000, afb.14) verbouwing in 1859. Er kwamen acht cellen met elk een bed en privaat en één spreekkamer. In het zuidelijke deel van het onderhuis woonde de cipier. Op het achtererf konden de gevangenen gelucht worden. In de aanbouwen tegen de kerk bevonden zich een wachtkamer en de keuken van de cipier.31

28 Proces-verbaal van de openbare verkoop uit 1857, RHC 3-4 inv.nr.527; Ongepubliceerde tekst uit 1950 door A.C. van Kerkhof, RHC 117 inv.nr.82, p.1; Gaasbeek e.a. 1991, p.171; Ongepubliceerde tekst uit 1997 door P. de Wit, RHC 117 inv.nr.82, p.3. De Wit schrijft dat de lambrisering in de raadzaal ook uit deze fase dateert. Restauratietekeningen uit 1947- ‘52 suggereren echter dat de lambrisering toen is aangebracht. Nader bouwhistorisch onderzoek kan hier mogelijk meer duidelijkheid over verschaffen. 29 Van Bemmel 2000, p.60. 30 Voorwaarden voor de aanbesteding en andere documenten, RHC 2 inv.nrs.480 en 481 46 Balklaag boven het 47 Privaat in een van 48 Celdeuren in 1972 en 3-4 inv.nr.3006; Ongepubliceerde tekst uit 1987 door H. Simon, RHC 117 inv.nr.82, p.2. onderhuis de cellen (RHC (RHC Fotoalbum Markt 24) 31 Van Bemmel 2000, p.58-60; Ongepubliceerde tekst uit 1987 door H. Simon, RHC 117 Fotoalbum Markt 24) inv.nr.82, p.3-5. 21

Het stadhuis van Wijk bij Duurstede. Cultuurhistorisch onderzoek Jojanneke Clarijs

De twintigste eeuw

Net als in de negentiende eeuw vonden in de twintigste eeuw onderhoudswerkzaamheden plaats, zoals het schilderwerk. Diverse archiefstukken geven een kijkje in het functioneren van het stadhuis. Zo was de gemeenteraad niet de enige die gebruik maakte van de raadszaal. De ruimte werd onder meer verhuurd aan de Gezondheidscommissie, de Kieswetcommissie en de schutterij voor hun vergaderingen.32

De conciërge van het stadhuis had de gebruikelijke taken als het openstellen van het gebouw en het aanmaken van de kachels. Daarnaast verzorgde hij de schoonmaak en de periodieke schildersbeurt en voorzag hij de gevangenen van voedsel en andere benodigdheden. Een en ander werd handmatig genoteerd op de voorgedrukte instructies voor de conciërge.33 49 De raadzaal in 1934 (foto verkregen via L. van der Tuuk van Museum Dorestad)

Iedere zondagmiddag, na het luiden van de stadhuisklok, werd bovenaan de bordestrap voorgelezen wie zich die week in het stadhuis hadden gemeld om in ondertrouw te gaan. De gietijzeren trap in kwestie werd in 1937 vervangen door een natuurstenen exemplaar met ijzeren balustrade. Het ontwerp van architect W. Dijkman uit was gebaseerd op afbeeldingen van de oorspronkelijke trap. Het ontwerp is met enkele aanpassingen uitgevoerd.34

32 Documenten uit 1855-1973, RHC 3-4 inv.nr.693; Onderhandse akten en correspondentie uit 1903-‘15, RHC 3-4 inv.nr.635. 51 Wijksche Courant 33 Instructies voor de conciërge uit 1934-‘52, RHC 3-4 inv.nr.779. 20-06-1925, p.2 (RHC) 34 Correspondentie, bouwtekening en andere documenten uit 1934-’37, RHC 3-4 50 Instructies voor de conciërge uit 1934 inv.nr.691; Rouppe van der Voort 1973, nr.6; Gaasbeek e.a. 1991, p.171. (RHC 3-4 inv.nr.779) 22

Het stadhuis van Wijk bij Duurstede. Cultuurhistorisch onderzoek Jojanneke Clarijs

In de periode 1947-’51 vond een restauratie plaats van de raadszaal naar een ontwerp van architect W. Gerretsen uit Arnhem. Daarbij werd een betonvloer gestort, een nieuwe parketvloer gelegd, de wanden behangen, de radiatoren vervangen en het meubilair gerestaureerd en aangevuld.35

Niet lang daarna werden het onderhuis en de verdieping gerestaureerd en verbouwd. In 1951 was er al geen conciërgewoning meer in het onderhuis. Die ruimtes waren in gebruik bij de politie. Enkele cellen hadden een nieuwe functie gekregen als archief, opslag of centrale-verwarmingsruimte.36

De architect van de restauratie was C.W. Royaards uit Schoorl. De goten en onderdelen van de kap werden hersteld. In het onderhuis werden een kluis en een archiefbewaarplaats gemaakt. De vloer werd afgewerkt met marmer. Er kwamen wandloketten. Zowel in het onderhuis als op de verdieping richtte men kantoorplekken in. Enkele trappen werden vernieuwd. De zolder bood voortaan plaats aan een museum. Voor de veiligheid werd aan de achterzijde een 52 Ontwerptekening voor de raadzaal uit 1948 door W. Gerretsen (RHC 3-4 inv.nr.11) brandtrap geplaatst. In de kap werd een vlieringvloer gelegd. Tevens bracht men installaties en voorzieningen aan, zoals voor de verwarming, de elektriciteit, de brandmelding en de telefoon.37

In 1974-’78 volgde het herstel van de dakruiter. De vliering kon vervolgens in gebruik worden genomen voor opslag.38

54 Wijcksche Courant 26-08-1950, p.2 (RHC)

35 Correspondentie, bouwtekeningen en andere documenten uit 1946-’51, RHC 3-4 53 Wijcksche Courant 18-03-1950, p.2 inv.nrs.11, 692 en 2945. (RHC) 36 Opmetingstekening uit 1951 door C.W. Royaards, RCE BT-017225. 37 Correspondentie, bouwtekeningen en andere documenten uit 1951-’72, RHC 3-4 inv.nrs.694-695, 5 inv.nr. 320 en 22 inv.nr.415, en WbD Bouwvergunningen 404 nr.1. 38 Correspondentie en andere documenten uit 1974-’78, RHC 5 inv.nr.748. 23

Het stadhuis van Wijk bij Duurstede. Cultuurhistorisch onderzoek Jojanneke Clarijs

57 Tekening nieuwe toestand verdieping in 1967 door C.W. Royaards 55 Opmetingstekening van het onderhuis in 1951 door C.W. Royaards (RCE BT-017225) (WbD Bouwvergunningen 404 nr.1)

56 Tekening bestaande toestand bel-etage in 1967 door Gemeentewerken 58 Renovatie van het onderhuis in 1967 (WbD Bouwvergunningen 404 nr.1) (Foto door A.M. Stramrood, RHC 240mark385 003661)

24

Het stadhuis van Wijk bij Duurstede. Cultuurhistorisch onderzoek Jojanneke Clarijs

Als gevolg van de bouw van een nieuw stadskantoor aan de Karel de Grotestraat, verloor het stadhuis in 1981 nagenoeg haar functie als zodanig. Er werden nog wel huwelijken voltrokken. Het vertrek van het gemeentebestuur betekende een breuk met een eeuwenoude traditie. Sindsdien is het onderhuis in gebruik bij het VVV.39

In 1984-‘88 bleek de dakruiter in zo’n slechte bouwtechnische staat, dat deze geheeld moest worden vervangen. Ook werd de indeling van de verdieping aangepast: enkele kleine ruimtes werden samengevoegd tot grotere vertrekken.40

60 Keuken op de bel-etage in 1994 (Foto door De Koning, RCE 304.504)

59 Het VVV in het onderhuis (Foto uit 1994 door De Koning, RCE 304.502)

61 Restauratie van de dakruiter in 1984 62 Restauratie van de dakruiter in 1984 39 Gaasbeek e.a. 1991, p.171. (RHC Fotoalbum Markt 24) (RHC Fotoalbum Markt 24) 40 Correspondentie, bouwtekening en andere documenten uit 1984-’88, RHC 25 inv.nr. 1843 en WbD Bouwvergunningen 404 nr.45. 25

Het stadhuis van Wijk bij Duurstede. Cultuurhistorisch onderzoek Jojanneke Clarijs

In 1996-’97 vonden groot onderhoud en een sobere restauratie plaats onder leiding van architect Peter de Wit uit Odijk. Op de bel-etage en de verdieping werd de Nederlandse Kastelen Stichting gehuisvest. Ook vernieuwde men de ruimte van het VVV. In het onderhuis werden muren gedeeltelijk doorgebroken en een secundaire kluis werd verwijderd. Elementen als de wandloketten en een brievenlift van het onderhuis naar de bel-etage zijn daarbij behouden gebleven. Tijdens de werkzaamheden werden de aanwezige bouwsporen onderzocht. Kleurhistorisch onderzoek bracht aan het licht dat de hoofdkleur op de bel-etage eerst blauw was en waarschijnlijk vanaf de achttiende eeuw kopergroen. Deze laatste kleur is bij de restauratie gekozen als nieuwe hoofdkleur. In het onderhuis 41 zijn de oudst teruggevonden kleuren okergeel en ossebloedrood teruggebracht. 64 Indeling verdieping en zolder tot 1996 (tekening P. de Wit, RHC 401 inv.nr.373)

In 2001 is herstel gepleegd aan de bordestrap, het metselwerk van de gevels en de leien dakbedekking.42

65 Indeling onderhuis en bel-etage na 1996 (tekening P. de Wit, RHC 401 inv.nr.373)

63 Indeling onderhuis en bel-etage tot 1996 (tekening P. de Wit, RHC 401 inv.nr.373)

41 Bouwtekeningen en andere documenten uit 1996-1997, RHC 401 inv.nr.373 en WbD Bouwvergunningen 1996 nr.148 en 405 nr.210-216; Ongepubliceerde tekst uit 1997 door P. de Wit, RHC 117 inv.nr.82, p.4-5. De Wit noemt Berlijns (Pruisisch) blauw. Pruisisch 66 Indeling verdieping en zolder na 1996 (tekening P. de Wit, RHC 401 inv.nr.373) blauw is een synthetisch pigment dat omstreeks 1704 was uitgevonden. 42 Bouwtekeningen en andere documenten uit 2001, WbD Bouwvergunningen 2001 nr.92. 26

Het stadhuis van Wijk bij Duurstede. Cultuurhistorisch onderzoek Jojanneke Clarijs

SLOTWOORD

Uit de voorgaande hoofdstukken is gebleken dat de Markt als plein al in de middeleeuwen zijn huidige vorm heeft gekregen. De ontstaansgeschiedenis ervan hangt nauw samen met de historische ontwikkeling van Wijk bij Duurstede zelf. Het plein is van oudsher niet alleen het stedenbouwkundige centrum van de stad, maar ook het centrum in bestuurlijk en religieus opzicht. Het vervulde een belangrijke economische en sociale functie, een en ander in wisselwerking met de aanwezigheid van het stadhuis.

De totstandkoming van het zeventiende-eeuwse stadhuis is eveneens hierboven uit de doeken gedaan. Het grote belang van de functie van het gebouw werd vertaald in een dominante positionering aan het plein, in een groot volume en in een statige, op de klassieke oudheid gebaseerde architectuur. Met name de Marktzijde (westzijde) werd zeer representatief vormgegeven. De kerkzijde (oostzijde) daarentegen was ondergeschikt en afgezonderd van het plein.

Van oudsher heeft het stadhuis gefunctioneerd als zetel van het stadsbestuur, rechtbank en gevangenis en was er waarschijnlijk een dienstwoning. In de twintigste eeuw kwamen daar functies bij als museum, VVV en kantoor van de NKS.

In de loop der eeuwen is het nodige gewijzigd in de vensters, plattegronden en interieurafwerking. Desondanks is het zeventiende-eeuwse gebouw - met name 67 De burgemeesterskamer in 1994 (Foto door De Koning, RCE 304.511) zijn situering, volume en architectuur - relatief gaaf behouden gebleven en nog heel herkenbaar.

27

Het stadhuis van Wijk bij Duurstede. Cultuurhistorisch onderzoek Jojanneke Clarijs

BRONNEN EN LITERATUUR

Geraadpleegde archieven en collecties Van der Eerden-Vonk z.j. M.A. van der Eerden-Vonk, Monumentenwandeling door Wijk bij Duurstede, Gemeente Wijk bij Duurstede (WbD) Drukkerij Hentenaar, Wijk bij Duurstede z.j. - Vergunningen Van Es 1998 Museum Dorestad (MD) W.A. van Es, J. van Doesburg en I.B.S. van Koningsbruggen, Van Dorestad naar Wijk bij Duurstede. Het ontstaan van een stad in het spanningsveld tussen Friezen Rijksdienst van het Cultureel Erfgoed (RCE) en Franken, graven en bisschoppen, ca. 600-1550 na Chr., Uitgeverij Uniepers - Monumentenregister Abcoude/Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek/Vrije Universiteit - Foto- en tekeningenarchief Amsterdam, Abcoude/Amersfoort/Amsterdam 1998. - Kadastrale Kaart uit 1811-1832 - Het pandsdossier was niet beschikbaar ivm digitalisering Haslinghuis en Janse 2001 E.J. Haslinghuis en H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van Regionaal Historisch Centrum Zuid-Oost Utrecht (RHC) de westerse architectuur- en bouwhistorie, Primavera Pers, Leiden 20014. - Diverse archieven - Fotocollectie Gaasbeek e.a. 1991 - Prenten en tekeningen F. Gaasbeek, M. Kooiman en B. Olde Meierink, Wijk bij Duurstede. Geschiedenis en architectuur, Uitgeverij Kerckebosch bv, Zeist 1991 (Monumenten- Literatuur inventarisatie provincie Utrecht). Van Bemmel 2000 Gids ca. 1907 A.A.B. van Bemmel, “Naar de markt. De stad in haar omgeving”, in: M.A. van der Gids voor Wijk bij Duurstede en omstreken, C. Vonk, Wijk bij Duurstede [ca. Eerden-Vonk, J. Hauer en G.W.J. van Omme (red.), Wijk bij Duurstede 700 jaar 1907]. stad. Ruimtelijke structuur en bouwgeschiedenis, uitgeverij Verloren, Hilversum 2000, p.41-66. Rouppe van der Voort 1973 L.C.J.M. Rouppe van der Voort, Wijk bij Duurstede in oude ansichten, Europese Briët 1953 Bibliotheek, Zaltbommel 1973. P.H.N. Briët e.a., “Ghijsbert Thöniszoon van Vianen en Peter Janszoon van Cooten, een vrijwel vergeten bouwmeesterscombinatie uit onze Gouden Eeuw”, in: Bouwkundig Weekblad 71 (1953) 5-6, p.33-47.

28