GEMEENTE SÚDWEST-FRYSLÂN

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING WESTHEM – FEYTEBUORREN 2

Status: definitief Datum: 03 maart 2014

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING WESTHEM – FEYTEBUORREN 2

CODE 1399155 / 03-03-14 GEMEENTE SÚDWEST-FRYSLÂN 1399155 / 03-03-14 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING WESTHEM - FEYTEBUORREN 2

TOELICHTING

INHOUDSOPGAVE blz

1. INLEIDING` 1 1. 1. Aanleiding 1 1. 2. Locatie 1 1. 3. Planologische regeling 1

2. PROJECTBESCHRIJVING 3 2. 1. Huidige situatie 3 2. 2. Beschrijving initiatief 4

3. OMGEVINGSASPECTEN 7 3. 1. Beleidskader 7 3. 2. Bedrijven en milieuzonering 7 3. 3. Wegverkeerslawaai 8 3. 4. Bodem 8 3. 5. Water 8 3. 6. Ecologie 9 3. 7. Cultuurhistorie en archeologie 10 3. 8. Luchtkwaliteit 11 3. 9. Externe veiligheid 12 3. 10. Verkeersaspecten 12

4. UITVOERBAARHEID 13 4. 1. Maatschappelijke uitvoerbaarheid 13 4. 2. Grondexploitatie en economische uitvoerbaarheid 13

5. AFWEGING EN CONCLUSIES 14

Bijlage 1 Advies Nije Pleats Bijlage 2 Wateradvies

1399155 blz 1

1. INLEIDING

1. 1. Aanleiding

Aan de Feytebuorren 2 in Westhem is een melkveehouderij gevestigd. Het bedrijf heeft de wens om te moderniseren. In dat kader is het wenselijk een nieuwe lig- boxenstal te realiseren en de huidige wagenloods te vervangen door een nieuwe wagenloods.

De gemeente Súdwest-Fryslân staat in principe positief tegenover de ontwikke- ling. Om de ontwikkeling mogelijk te maken, wordt een omgevingsvergunning ex artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 van de Wabo (een omgevingsvergunning voor af- wijking van het bestemmingsplan) aangevraagd. Een dergelijke omgevingsvergun- ning moet vergezeld gaan van een goede ruimtelijke onderbouwing. Deze notitie voorziet hierin.

1. 2. Locatie

Het projectgebied ligt in de zuidwesthoek van de provincie Fryslân. Het erf be- hoort bij het dorp Westhem en ligt aan de Feytebuorren. Dit buurtschapje ligt tus- sen en Abbega in. Het projectgebied ligt aan het einde van de doodlo- pende weg Feytebuorren, welke op De Kat is ontsloten. Deze weg vormt de ver- binding tussen Blauwhuis en IJlst.

Figuur 1. De ligging van het projectgebied (bron: BingMaps)

1. 3. Planologische regeling

Het projectgebied is momenteel juridisch-planologisch geregeld in de bestem- mingsplannen West en Wymbritseradiel buitengebied. Het huidi- ge erf heeft in het bestemmingsplan Wymbritseradiel West de bestemming ‘Agra-

Ruimtelijke onderbouwing Westhem - Feytebuorren 2 Rho Adviseurs B.V. Status: definitief / 03-03-14 blz 2 1399155

rische doeleinden’ met een bouwvlak. De gewenste uitbreiding vindt deels plaats binnen het bestemmingsplan Wymbritseradiel buitengebied, wat een bestemming ‘Agrarisch’ heeft, zonder bouwvlak. De uitbreiding kan op basis van de geldende bestemmingsplannen daarom niet worden gerealiseerd.

Rho Adviseurs B.V. Ruimtelijke onderbouwing Westhem - Feytebuorren 2 Status: definitief / 03-03-14 1399155 blz 3

2. PROJECTBESCHRIJVING

In dit hoofdstuk staat een korte beschrijving van het project. Dit geeft een beeld van de gewenste situatie, dat de basis is voor de te verlenen omgevingsvergun- ning.

2. 1. Huidige situatie

Het projectgebied ligt in het gebied van Westergo op de overgang naar het Me- rengebied. Het is een zeer oud, grootschalig open landschap. Het is een uitge- strekt kleiterpengebied, waar vele voormalige kreken, vaarten, oeverwallen en verspreid liggende terpdorpen en het grasland het karakter bepalen. Het kleiter- pengebied heeft een onregelmatige blokverkaveling. Door de schaalvergroting zijn bestaande nieuw gebouwde stallen en loodsen van agrarische bedrijven als het ware uit de oorspronkelijke erfbeplanting gebroken en liggen kaal in het land- schap.

Het projectgebied maakt deel uit van een kleine enclave. De enclave is aan één zijde ontsloten. Vanaf De Kat is er een smal ontsluitingsweggetje tussen de huizen door. Vanaf de toegangsweg ligt rechts de kerk met het kerkhof en links twee par- ticuliere woningen. Rechtdoor ligt het projectgebied zelf.

Het erf zelf bestaat uit een bedrijfswoning met aangebouwde stal. De ligboxenstal ligt achter de woning en stal. De ligboxenstal is met de aangebouwde stal verbon- den. Ten oosten van de ligboxenstal is een kapschuur aanwezig. Ten oosten van de aangebouwde stal en ten oosten van de kapschuur komen ruwvoeropslagen voor. Achter de ligboxenstal tenslotte staat een mestsilo. Ten westen van de lig- boxenstal tenslotte is een paardenbak aanwezig. In de ligboxenstal wordt het melkvee gehouden. Het jongvee wordt gehouden in de aangebouwde stal. De lig- boxenstal is sterk verouderd qua maatvoering en stalklimaat. Ook de mestsilo die op het erf staat is verouderd.

De bestaande bedrijfswoning met aangebouwde stal heeft een hoogte van 11,90 meter. De ligboxenstal die daar achter ligt heeft een hoogte van 5,80 meter. De huidige wagenloods is 5,20 meter hoog.

De westzijde van het erf is omsloten door een dichte houtwal. Ten oosten van het erf ligt een watergang. Ongeveer in het midden van het erf is er een insteek van de watergang op het erf. Langs de noord- en oostzijde van het erf komen geen beplantingen of kavelsloten voor. Het erf ligt hier open in het landschap.

De huidige situatie van het projectgebied is weergegeven in figuur 2.

Ruimtelijke onderbouwing Westhem - Feytebuorren 2 Rho Adviseurs B.V. Status: definitief / 03-03-14 blz 4 1399155

Figuur 2. Een weergave van de huidige situatie van het projectgebied

2. 2. Beschrijving initiatief

De initiatiefnemer wil het melkveebedrijf moderniseren. Een substantiële uitbrei- ding van het stuks vee wordt niet voorzien. De toename van het aantal stuks vee is circa 30 stuks grootvee en circa 40 stuks jongvee. Het is de wens om een nieuwe ligboxenstal te bouwen die voldoet aan de huidige standaarden qua dierwelzijn en waaronder voldoende opslagcapaciteit voor mest gerealiseerd kan worden. In de nieuwe ligboxenstal wordt dan het melkvee gehouden. De oude ligboxenstal kan dan voor het jongvee worden gebruikt. De aangebouwde stal komt dan vrij voor het hobbymatig houden van paarden. Ook bestaat de wens om de huidige kap- schuur te vervangen door een nieuwe kapschuur.

De nieuwe ligboxenstal wordt hoger dan de bestaande namelijk 10 meter. Hier- door sluit de nieuwe stal aan bij de hoogte van de huidige bedrijfswoning met aangebouwde schuur. Ook de nieuwe wagenloods wordt wat hoger dan de be- staande het gaat om een verhoging van 1,95 meter tot een hoogte van 7,15 me- ter.

Rho Adviseurs B.V. Ruimtelijke onderbouwing Westhem - Feytebuorren 2 Status: definitief / 03-03-14 1399155 blz 5

Voor de nieuwe inrichting van het bouwperceel is een Nije Pleats advies opge- steld. Dit advies is opgenomen in bijlage 1. In het advies zijn de mogelijkheden verkend voor de nieuwe locatie van de ligboxenstal en inpassing van het erf in het landschap.

Uit het advies is naar voren gekomen dat de nieuwe ligboxenstal achter de be- staande ligboxenstal wordt gebouwd. Los van een voorkeur vanuit een goede landschappelijke inpassing is de plaatsing van de nieuwe ligboxenstal ook vanuit de logistiek van de bedrijfsvoering als meest wenselijk naar voren gekomen. Bo- vendien is uitbreiding in noordelijke richting wenselijk om de hinder voor de twee particuliere woningen tot het minimum te beperken. De kapschuur wordt op de- zelfde locatie herbouwd. De ruwvoeropslagen worden verplaatst ten noorden van de kapschuur.

Op deze wijze ontstaat er een twee-eenheid, bestaande uit de historische enclave met daaraan gekoppeld een zichtbaar te onderscheiden nieuw en modern boe- renerf. Daarbij is de historische waterinsteek als scheidslijn genomen tussen de twee eenheden.

De scheiding tussen historisch cluster en het nieuwe bedrijfscluster komt ook in de erfbeplanting naar voren. Het historisch cluster is meer gedifferentieerd met open plekken, zichtlijnen en verschillende typen beplantingen van de onderdelen. De bestaande erfbeplanting wordt aan de oostzijde aangevuld met een wilgensin- gel die aansluit op de wilgen op de achtergrens van de particuliere tuinen. Het bedrijfserf is eenduidiger van opzet. Aan de oost- en westzijde staat een rij abelen. De bomen staan circa 10 meter uit elkaar. Aan de westzijde loopt de rij bomen iets schuin ten opzichte van de stallen. De tussenruimte tussen boom en nieuwe stal is op het smalste deel 12 meter. De bestaande paardenbak blijft be- houden tussen bomenrij en oude ligboxenstal. Aan de oostzijde wordt nog een grondwal toegevoegd om de voersilo’s uit het zicht te nemen. Tenslotte is er aan de zuid- en noordzijde een dichte houtwal van minimaal 5 meter breed, die be- staat uit esdoorn zwarte els meidoorn en lijsterbes. Rondom het nieuwe erf komt een kavelsloot te liggen. De nieuwe inrichting is in figuur 3 weergegeven.

De ontsluiting van het nieuwe erf blijft, net als in de huidige situatie, via de Feytebuorren op De Kat. Op het terrein is er voldoende ruimte om te parkeren en te manoeuvreren voor vrachtwagens.

Ruimtelijke onderbouwing Westhem - Feytebuorren 2 Rho Adviseurs B.V. Status: definitief / 03-03-14 blz 6 1399155

Figuur 3. De gewenste inrichting van het projectgebied

Rho Adviseurs B.V. Ruimtelijke onderbouwing Westhem - Feytebuorren 2 Status: definitief / 03-03-14 1399155 blz 7

3. OMGEVINGSASPECTEN

Uitgangspunt is dat na de uitvoering van het project, een goede omgevingssituatie bestaat. Dit hoofdstuk geeft in relatie tot het initiatief een omschrijving van ieder omgevingsaspect.

3. 1. Beleidskader

Gezien de aard en omvang van het project, zijn er geen Rijks- of provinciale belan- gen in het geding. Het gemeentelijke beleid geeft geen uitgangspunten ten aan- zien van het project. Een andere bespreking is dan ook niet noodzakelijk.

3. 2. Bedrijven en milieuzonering

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is ruimtelijke afstemming tussen bedrijfsactiviteiten, voorzieningen en gevoelige functies (woningen) noodzakelijk. Bij deze afstemming wordt gebruik gemaakt van de richtafstanden uit de basiszo- neringslijst van de VNG-brochure “Bedrijven en milieuzonering” (2009). Een richt- afstand wordt beschouwd als de afstand waarbij onaanvaardbare milieuhinder als gevolg van bedrijfsactiviteiten redelijkerwijs wordt uitgesloten. Voor het bepalen van de richtafstanden wordt onderscheidt gemaakt tussen rustige woonomgevin- gen en gemengde gebieden.

In het kader van de geluidsproductie van het agrarisch bedrijf is geluids- onderzoek 1) uitgevoerd. Uit de berekeningen blijkt dat aan het toetsingskader van het Activiteitenbesluit wordt voldaan. In de toekomstige situatie wijzigen de be- drijfstijden van de geluidrelevantie bronnen niet. Omdat de geluidbronnen op een gelijke of een grotere afstand ten opzichte van de geluidgevoelige objecten ko- men te liggen wordt geconcludeerd dat de geluidbelasting niet zal toenemen en het akoestisch woon- en leefklimaat niet verslechterd.

Ten aanzien van geurhinder gelden voor kleinschalige veehouderijen en akker- bouwbedrijven de vaste afstanden uit het Activiteitenbesluit. Deze afstanden zijn afhankelijk van het type omgeving (binnen of buiten de bebouwde kom). Daar- naast gelden er grotere afstanden voor inrichtingen waar landbouwhuisdieren worden gehouden. In het buitengebied geldt er een afstand van 50 meter ten op- zichte van woningen.

De gemeente Sûdwest Fryslân heeft een eigen geurverordening vastgesteld. In de ze geurverordening is opgenomen dat voor er buitengebied een afstand van 25 wordt aangehouden. In de huidige situatie wordt daar reeds aan voldaan. De nieuwe ligboxenstal wordt eveneens op een grotere afstand dan 25 meter vanaf de woningen geplaatst. Bovendien wordt de aangebouwde stal in de nieuwe situ- atie niet meer gebruikt voor jongvee, waardoor het jongvee verder van de wonin- gen komt te liggen. De milieusituatie voor de woningen verbetert hierdoor. Vanuit

1) Akoestisch onderzoek Mts. Jacobi - van Zutphen, Stroop raadgevende ingenieurs bv, 27 september 2013

Ruimtelijke onderbouwing Westhem - Feytebuorren 2 Rho Adviseurs B.V. Status: definitief / 03-03-14 blz 8 1399155

het oogpunt van milieuzonering zijn er dan ook geen belemmeringen voor dit pro- ject.

3. 3. Wegverkeerslawaai

In de Wet geluidhinder (Wgh) is bepaald dat elke weg in principe een zone heeft waar aandacht aan geluidhinder moet worden besteed. Daarbij onderscheidt de Wgh geluidsgevoelige functies enerzijds en niet-geluidsgevoelige functies ander- zijds. Indien geluidsgevoelige functies binnen de geluidszone van een weg worden geprojecteerd, moet worden bepaald of ter plaatse van deze functies wordt vol- daan aan de voorkeursgrenswaarde.

De nieuwe ligboxenstal en kapschuur zijn geen geluidsgevoelige functies. Het as- pect wegverkeerslawaai staat het toestaan van de ligboxenstal en kapschuur niet in de weg.

3. 4. Bodem

Het uitgangspunt voor de bodem in het projectgebied is dat de kwaliteit ervan zo- danig is, dat er geen risico’s voor de volksgezondheid ontstaan.

De gemeente heeft sinds januari 2013 een bodemkwaliteitskaart en Nota bodem- beheer Zuidwest Fryslân. De bodemkwaliteitskaart is een kaart waarop de actuele achtergrondkwaliteit van de bodem is aangegeven per deelgebied. De Nota bo- dembeheer beschrijft het beleid voor hergebruik van grond als bodem. In de Nota is ook een vrijstellingenbeleid opgenomen voor het uitvoeren van bodemonder- zoek bij een omgevingsvergunning met de activiteit bouw. De gemeente kan vrij- stelling verlenen voor het uitvoeren van bodemonderzoek. Er is echter een aantal uitzonderingen waarbij geen vrijstelling kan worden verleend: - locaties met een bekende verontreiniging, of locaties gelegen nabij (een straal van 25 meter) een puntbron; - de gebiedseigen kwaliteit geeft aanleiding om een risico te verwachten bij het geplande gebruik; - verdachte locaties of locaties binnen een straal van 25 meter van verdach- te locaties, waarvan een vermoeden bestaat van bodemverontreiniging, tenzij door een historisch onderzoek (NVN 5725) wordt aangetoond dat de locatie onverdacht is; - locaties gelegen in de bodemkwaliteitszone industrie.

Het projectgebied ligt in een deelgebied met als achtergrondkwaliteit wonen. In principe vormt de bodemkwaliteit van dit deelgebied geen belemmering voor de gewenste ruimtelijke ontwikkeling.

3. 5. Water

Vanwege het grotere belang van het water in de ruimtelijke ordening, wordt van waterschappen een vroege en intensieve betrokkenheid bij het opstellen van

Rho Adviseurs B.V. Ruimtelijke onderbouwing Westhem - Feytebuorren 2 Status: definitief / 03-03-14 1399155 blz 9

ruimtelijke plannen verwacht. Bovendien is de watertoets een verplicht onderdeel in de ruimtelijke ordening geworden.

Ter invulling van de watertoets is het project aangemeld via www.dewatertoets.nl. Na het doorlopen van een aantal standaardvragen is ge- bleken dat voor het plan de normale procedure moet worden doorlopen. In het kader van de procedure van de omgevingsvergunning is het project voorgelegd aan het waterschap. Hieruit is een wateradvies voortgekomen, dat is opgenomen als bijlage.

Uit het advies blijkt dat er in het projectgebied sprake is van een regionale en een lokale kering. Langs beide keringen ligt een beschermingszone van 5 meter voor beheer/onderhoud en bescherming van de kade. Het is niet toegestaan in deze zone werkzaamheden uit te voeren zonder dat daarvoor een watervergunning is verkregen. Omdat het project bij de lokale waterkering wordt gerealiseerd is in het kader van de Waterwet een watervergunning aangevraagd. Het dempen van een sloot en het uitbreiden van het verhard oppervlak maakt deel uit van het project. De demping van de sloot moet voor 100% gecompen- seerd worden. In dit geval betreft het een wateroppervlak van circa 50 m2. Het verhard oppervlak neemt toe met 4.167 m2. Het waterschap heeft aangege- ven dat hiervan 10% gecompenseerd moet worden in nieuw oppervlaktewater. Dit komt uit op 417 m2. Ter compensatie wordt langs zowel de oost- als de west- zijde van het erf worden nieuwe sloten aangelegd. Deze hebben een gezamenlijke lengte van circa 284 meter en een breedte van 2 meter, waardoor de totale wa- tercompensatie 586 m2 is. Hiermee wordt voldaan aan de compensatie-eis.

De in het wateradvies vermelde adviezen worden bij de verdere uitwerking van het project opgevolgd. Het waterschap geeft hiermee een positief wateradvies.

3. 6. Ecologie

Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet rekening gehouden worden met eventuele ecologische waarden in of nabij het projectgebied. Op dit aspect zijn een tweetal wetten van toepassing, namelijk gebiedsbescherming in de Natuurbeschermings- wet en soortenbescherming middels de Flora- en Faunawet.

3.6.1. Gebiedsbescherming

De bescherming van Natura 2000-gebieden en Beschermde Natuurmonumenten is geregeld in de Natuurbeschermingswet. Indien ontwikkelingen (mogelijk) leiden tot aantasting van de natuurwaarden binnen deze gebieden, moet een vergun- ning worden aangevraagd. Daarnaast moet rekening worden gehouden met het rijksbeleid voor de Ecologisch Hoofdstructuur (EHS).

Het projectgebied ligt op ruim 800 meter afstand van het Natura 2000-gebied ‘Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving’. Dit gebied maakt ook deel uit van de EHS. Verder liggen in de omgeving van het projectgebied geen gebieden die deel uitmaken van de EHS. Gezien de aard van de ingreep en de afstand tot de

Ruimtelijke onderbouwing Westhem - Feytebuorren 2 Rho Adviseurs B.V. Status: definitief / 03-03-14 blz 10 1399155

omliggende natuurgebieden, is uitgesloten dat negatieve effecten optreden. Het project is op dit punt uitvoerbaar.

3.6.2. Soortenbescherming

De nieuwe ligboxenstal wordt achter de bestaande stal gebouwd. De locatie waar de nieuwe stal wordt gebouwd is nu deels verhard en deels in gebruik als intensief beheerd weidegebied. Dit gebied is dan ook zodanig verstoord dat het geen aan- trekkelijk leefgebied is voor beschermde soorten.

Verder wordt op het perceel een kapschuur gesloopt. In de kapschuur zijn geen spouwmuren aanwezig. Ook is het pand niet voorzien van dakpannen en is de schuur nog in gebruik. Deze drie aspecten zorgen er voor dat het pand niet ge- schikt is voor vleermuizen. Door de sloop worden dan ook geen beschermde soor- ten verstoord.

Het is niet uit te sluiten dat er dat er broedvogels op het perceel voorkomen. Om verstoring van broedvogels in beplantingen te voorkomen worden de werkzaam- heden buiten het broedseizoen uitgevoerd. Hiermee worden eventuele conflicten met de Flora- en faunawet voorkomen.

Als gevolg van de ontwikkeling worden geen beschermde soorten verstoord. Er is dan ook geen strijd met de Flora- en faunawet.

3. 7. Cultuurhistorie en archeologie

De rol van cultuurhistorie in de ruimtelijke ordening is de laatste jaren sterk toe- genomen. Bij het opstellen van plannen moeten cultuurhistorische waarden tijdig in beeld worden gebracht. Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) stelt in dat ver- band specifieke eisen aan het opstellen van ruimtelijke plannen. Waar mogelijk moeten cultuurhistorische waarden worden behouden of versterkt. Cultuurhisto- rie is daarmee veelal een sturend onderdeel geworden in de ruimtelijke ordening. In het kader van het aspect cultuurhistorie wordt ingegaan op de zichtbare cul- tuurhistorische waarden en op het erfgoed onder de grond (archeologie).

3.7.1. Cultuurhistorische waarden

Het projectgebied maakt deel uit van een gemeentelijk beschermd dorpsgezicht. Daarom is een zorgvuldige inpassing van de uitbreiding noodzakelijk. In het Nije Pleats advies is hier rekening mee gehouden, bijlage 1 en hoofdstuk 2 gaan hierop in. In het advies zijn onder andere de volgende aspecten aan de orde gekomen: - de vertaling van de opvaarten in de nieuwe planvorming; - de contour van de terp c.q. het beschermd dorpsgezicht en hoe de nieu- we bebouwing hiervan als een gescheiden structuur wordt vormgegeven; - het belang van een lagere schuur ten opzichte van oude stelp.

Rho Adviseurs B.V. Ruimtelijke onderbouwing Westhem - Feytebuorren 2 Status: definitief / 03-03-14 1399155 blz 11

Door het advies te volgen wordt de uitbreiding zorgvuldig in het beschermd dorpsgezicht ingepast en wordt rekening gehouden met de bovenstaande aspec- ten.

Verder is de kerk ten zuiden van het projectgebied een rijksmonument. De uit- breiding heeft geen invloed op de kerk. Door de zorgvuldige inpassing blijft de kerk ook beeldbepalend voor de kleine enclave waarin het projectgebied ligt.

3.7.2. Archeologie

Ter bescherming van eventuele archeologische waarden in de bodem is de Mo- numentenwet van toepassing. De kern van deze wet is dat wanneer de bodem wordt verstoord, de archeologische resten intact moeten blijven.

Door de provincie Fryslân is de Friesche Archeologische MonumentenKaart Extra (FAMKE) opgesteld. Op de FAMKE-kaart is voor het projectgebied ten zien van de periode ijzertijd-middeleeuwen ‘streven naar behoud’ aangegeven. Daarom is er archeologisch onderzoek uitgevoerd. (Westhem, Feytebuorren 2 Gemeente Súd- west-Fryslân, Fr. Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Steekproef- rapport 2013-08/11Z. datum: 30 augustus 2013).

Op de archeologische monumentenkaart maakt de zuidwestelijke rand van het plangebied deel uit van de terp van Feytebuorren. Voor realisatie van de plannen is graafwerk nodig dat een bedreiging vormt voor de terp en voor eventuele ar- cheologische resten daarbuiten. Het doel van het onderzoek is om vast te stellen wat de kans is op de aanwezigheid van archeologische resten in het gebied. Het onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek en een verkennend veldonderzoek. Op grond van het onderzoek wordt geconcludeerd dat de terp van Feytebuorren niet tot in het plangebied lijkt te hebben gelopen. Er zijn geen behoudenswaardi- ge archeologische resten aangetroffen. Het advies luidt om geen nader archeolo- gisch onderzoek te ondernemen. Wel blijft de archeologische meldingsplicht voor toevalsvondsten van kracht (artikel 53 Monumentenwet), ongeachte de grootte van de ingreep. Concreet houdt dit in dat wanneer bij graafwerkzaamheden vond- sten worden aangetroffen waarvan de vinder redelijkerwijs moet kunnen met dat het archeologie betreft, dit gemeld moet worden bij het bevoegd gezag zijn de gemeente Súdwest-Fryslân.

3. 8. Luchtkwaliteit

In de Wet milieubeheer zijn de grenswaarden op het gebied van de luchtkwaliteit vastgelegd. Daarbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk vooral de grenswaar- den voor stikstofdioxide (NO2) en fijnstof (PM10) van belang.

Als gevolg van de ontwikkeling neemt het aantal koeien iets niet toe. Het aantal verkeersbewegingen van en naar het bedrijf neemt daarom echter niet toe. Vrachtwagens van en naar het bedrijf zullen in de nieuwe situatie voller zitten dan in de huidige situatie. Verkeersbewegingen dragen in belangrijke mate bij aan de

Ruimtelijke onderbouwing Westhem - Feytebuorren 2 Rho Adviseurs B.V. Status: definitief / 03-03-14 blz 12 1399155

verslechtering van de luchtkwaliteit. Doordat het aantal niet toeneemt is er dus geen verslechtering van de luchtkwaliteit.

Dit project draagt niet in betekenende mate bij aan luchtkwaliteit. Er is geen spra- ke van een toename van het aantal verkeersbewegingen. Het project is op dit punt uitvoerbaar.

3. 9. Externe veiligheid

Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's voor de omgeving bij gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen als vuurwerk, lpg en munitie over weg, water en spoor en door buisleidingen.

In de omgeving zijn geen risicovolle inrichtingen of (hoofd-)gasleidingen aanwezig. Ook vindt er geen transport van gevaarlijke stoffen plaats. Het project is ter con- trole toegezonden aan de brandweer. Deze geeft geen opmerkingen. Wel advi- seert de brandweer om het aanwezige open water geschikt te maken/houden als waterwinning voor de brandweer. Hiervoor dient het water tot op minimaal 8 me- ter te benaderen, voldoende diep (1 meter) en voldoende schoon te zijn. Met dit advies wordt bij de verdere uitwerking van het project rekening gehouden.

Vanuit het oogpunt van externe veiligheid zijn er dan ook geen belemmeringen voor dit project.

3. 10. Verkeersaspecten

Het projectgebied ligt aan het einde van de doodlopende weg Feytebuorren, wel- ke op De Kat is ontsloten. Deze weg vormt de verbinding tussen Blauwhuis en IJlst. De ontsluiting van het nieuwe erf blijft, net als in de huidige situatie, via de Feytebuorren op De Kat. Op het terrein is er voldoende ruimte om te parkeren en te manoeuvreren voor vrachtwagens.

Rho Adviseurs B.V. Ruimtelijke onderbouwing Westhem - Feytebuorren 2 Status: definitief / 03-03-14 1399155 blz 13

4. UITVOERBAARHEID

Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een omgevingsvergunning. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de maatschap- pelijke en de economische uitvoerbaarheid.

4. 1. Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Op grond van artikel 6.18 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) wordt de ontwik- keling voorgelegd aan de betrokken overlegpartners. De ontwerpomgevingsver- gunning met bijbehorende stukken wordt gedurende een periode van zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode bestaat de mogelijkheid zienswijzen in te dienen. Eenieder wordt zo in de gelegenheid gesteld om zienswijzen tegen het ini- tiatief kenbaar te maken. Wanneer dit naar aanleiding van eventueel ingediende zienswijzen nodig is, kan het nodig zijn het project aan te passen. Hierover wordt een afgewogen besluit genomen. De maatschappelijke uitvoerbaarheid van het project kan hiermee aangetoond worden.

4. 2. Grondexploitatie en economische uitvoerbaarheid

De economische uitvoerbaarheid van een project wordt in eerste instantie aange- toond door de financiële haalbaarheid van het project. Daarnaast heeft het te maken met de grondexploitatie.

Dit project betreft een particulier initiatief, waarmee de gemeente geen financiële bemoeienis heeft. De kosten voor de uitvoering van het project zijn voor rekening van de initiatiefnemer. De initiatiefnemer heeft voldoende middelen beschikbaar om het project te kunnen financieren.

Wettelijk is vastgelegd dat de gemeente bij bijvoorbeeld een omgevingsvergun- ning voor afwijking de door haar gemaakte kosten kan verhalen op een initiatief- nemer. Dit is opgenomen in de grondexploitatieregeling in de Wet ruimtelijke or- dening. De grondexploitatieregeling bepaalt dat de gemeente via de vaststelling van een exploitatieplan de kosten kan verhalen. Dit is alleen mogelijk wanneer sprake is van bouwplannen zoals opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening. In deze situatie is er sprake van een dergelijk bouwplan. Echter de gemeente ziet af van het opstellen van een exploitatieplan, omdat de gemeentelijke kosten wor- den verhaald middels een overeenkomst.

Ruimtelijke onderbouwing Westhem - Feytebuorren 2 Rho Adviseurs B.V. Status: definitief / 03-03-14 blz 14 1399155

5. AFWEGING EN CONCLUSIES

Aanleiding Deze ruimtelijke onderbouwing dient ter motivering voor het verlenen van een omgevingsvergunning ex artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 van de Wabo, waarmee de bouw van een nieuwe ligboxenstal en wagenloods in afwijking van het be- stemmingsplan Wymbritseradiel buitengebied, mogelijk wordt gemaakt.

Afweging Het project veroorzaakt geen conflicten met de sectorale wet- en regelgeving. In de beoogde situatie is verder sprake van een verantwoorde milieusituatie. De ontwikkeling is ruimtelijk inpasbaar op de locatie.

Conclusie Het verlenen van een omgevingsvergunning voor het project is niet in strijd met een goede ruimtelijke ordening.

===

Rho Adviseurs B.V. Ruimtelijke onderbouwing Westhem - Feytebuorren 2 Status: definitief / 03-03-14

BIJLAGE 1

ADVIES NIJE PLEATS

Agrarisch bedrijf, Familie Jacobi-van Zutphen te Westhem

Datum: 25 juli 2013

CONCEPT

COLOFON

Nije Pleats, 25 juli 2013

Status rapport: concept

Rapport opgesteld door: Nije Pleats De heer Barend van der Veen De heer Erik Overdiep

Opdrachtgever: Familie Jacobi-van Zutphen, Feytebuorren 2, 8616 LB Westhem

In samenwerking met:

Gemeente Sûdwest-Fryslân Dhr. A. Kort Mevr. D. Haagsma

Hûs en hiem Dhr. T. Brill

Erik Overdiep, landschapsarchitect De heer E. Overdiep

INHOUDSOPGAVE

1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Proces 1.3 Leeswijzer

2 Het bedrijf 2.1 Locatie 2.2 Huidige bedrijfsvoering 2.3 Wensen voor de toekomst

3 Advies Nije Pleats 3.1 Proces 3.2 Analyse 3.3 Advies

4 Checklist planologische toets 4.1 Beleidskader 4.2 Hinder van bedrijven 4.3 ProjectMER 4.4 Verkeerslawaai 4.5 Waterparagraaf 4.6 Ecologisch onderzoek 4.7 Archeologisch onderzoek 4.8 Externe veiligheid 4.9 Luchtkwaliteit 4.10 Bodemkwaliteit 4.11 Verkeersaspecten 4.12 Maatschappelijke haalbaarheid 4.13 Financiële haalbaarheid

1 INLEIDING

1.1 Aanleiding

De familie Jacobi-van Zutphen is voornemens het agrarisch bedrijf (melkveehouderijj) aan de Feytebuorren 2 in Westhem uit te breiden. Het huidige bestemmingsplan voorziet niet in de gewenste bouwmogelijkheden. Om de ruimtelijk- landschappelijke haalbaarheid van de uitbreiding van het bedrijf op deze locatie aan te tonen, is het voorliggende advies opgesteld. Dit advies kan worden gebruikt bij het planologisch regelen van de nieuwe uitbreiding van het bedrijf. Het is uitdrukkelijk geen vergunning op basis waarvan het bedrijf nu uitgebreid kan gaan worden. Het daarvoor geldende (juridische) proces dient nog te worden doorlopen. Het voorliggende rapport is één van de “schakels” die nodig zijn voor dat proces.

1.2 Proces

Voorliggend advies is via het spoor van de Nije Pleats tot stand gekomen. Dit betekent dat er een proces gevolgd is waarbij alle partijen, die uiteindelijk het bouwplan moeten toetsen, betrokken zijn geweest. Middels een werksessie van de Nije Pleats op het erf van de initiatiefnemer is met alle betrokkenen/deskundigen gekomen tot een ontwikkelingsconcept voor het bedrijf voor de komende jaren. Deze proceslijn betekent een commitment van de deelnemende partijen aan het resultaat van de werksessie. Zij zullen zich herkennen in de concrete uitwerking in het voorliggende advies. Voorliggend advies vormt de ruimtelijk landschappelijke input voor een eventuele planologische procedure. Naast dit advies is daarvoor meestal ook een aantal nader te bepalen planologische onderzoeken noodzakelijk. Een checklist hiervoor is in hoofdstuk 4 van voorliggende advies opgenomen.

1.3 Leeswijzer

Achtereenvolgens wordt in dit advies ingegaan op het bedrijf (hoofdstuk 2), het advies van de Nije Pleats (hoofdstuk 3) en een checklist voor de planologische toets (hoofdstuk 4).

2 HET BEDRIJF

2.1 Locatie

Het bedrijf van de familie Jacobi-van Zutphen is gelegen in de zuidwesthoek van de provincie Fryslân. Het erf behoort bij het dorp Westhem en is feitelijk gelegen aan de Feytebuorren. Dit buurtschapje ligt tussen Blauwhuis en Abbega in. Het erf ligt aan het einde van de doodlopende weg Feytebuorren. Deze weg wordt op De Kat ontsloten. Deze weg vormt de verbinding tussen Blauwhuis en IJlst.

Figuur Ligging erf in de regio (Bron: Google Maps, 2013)

Figuur Overzicht huidige erf (Bron: Google Maps, 2013)

2.2 Huidige bedrijfsvoering

Het bedrijf wordt op deze plek aan de Feytebuorren reeds sinds 1952 door de familie Jacobi bewoont. Het bedrijf was eerst van de kerk en werd gehuurd door de ouders van de heer Jacobi. Later is het bedrijf door de familie Jacobi overgenomen van de kerk. In 1977 is de ligboxenstal gerealiseerd en werd het bedrijf (de grond) overgenomen van de buren (ruim 18 hectare). In 1989 hebben de heer en mevrouw Jacobi-van Zutphen het bedrijf overgenomen van de ouders van de heer Jacobi. Ook toen werd weer grond van buren aangekocht (ruim 14 hectare) en is de ligboxenstal uitgebreid.

De familie Jacobi-van Zutphen melkt momenteel ongeveer 110 melkkoeien en huisvest nog eens 70 stuks jongvee. De koeien komen in het weideseizoen dagelijks buiten. Tot het bedrijf behoort ruim 65 hectare grond. 53 hectare daarvan is huiskavel, waar het bedrijf middenin ligt. De overige hectares vormen één veldkavel.

Figuur Buurtschapje Feytebuorren (Bron: Google Maps, streetview 2013)

Figuur Buurtschapje Feytebuorren vanaf De Kat (Bron: Google Maps, streetview 2013)

2.3 Wensen voor de toekomst

De familie Jacobi-van Zutphen wil het bedrijf graag moderniseren. Uitbreiding van het stuks vee wordt niet direct voorzien. De ligboxenstal is echter sterk verouderd qua maatvoering en stalklimaat. Dit kost jaarlijks een aantal koeien. Ook de mestsilo die op het erf staat is verouderd. De wens is dan ook om een nieuwe ligboxenstal te bouwen die voldoet aan de huidige standaarden qua dierwelzijn en waaronder voldoende opslagcapaciteit voor mest gerealiseerd kan worden. De oude ligboxenstal kan dan voor het jongvee worden aangewend. Ook bestaat de wens om de huidige wagenloods te vervangen door een nieuwe wagenloods.

3 ADVIES NIJE PLEATS

3.1 Proces

Op 20 juni 2013 is een werksessie van de Nije Pleats gehouden. De werksessie werd gehouden op het erf van de familie Jacobi-van Zutphen op de Feytebuorren 2, te Westhem. Bij de bijeenkomst waren aanwezig:

- Dhr. S. Jacobi, initiatiefnemer - Mw. M. Jacobi-van Zutphen, initiatiefnemer - Dhr. A. Haverkamp, adviseur initiatiefnemer - Dhr. J. Haverkamp, adviseur initiatiefnemer - Mw D. Haagsma, Gemeente Súdwest-Fryslân - Dhr. A. Kort, Gemeente Súdwest-Fryslân - Dhr. T. Brill, welstandsarchitect Hûs en Hiem - Mw. C. Snoep, Landschapsbeheer - Dhr. E. Overdiep, landschapsontwerper - Dhr B. van der Veen, team Nije Pleats

Vanwege de aanwezigheid van een archeologisch monument aan de Feytebuorren (de oorspronkelijke terp waar de kerk op is gebouwd en waarvan een deel van het bedrijfserf van de familie Jacobi-van Zutphen deel van uit maakt) en de waardering van een deel van Feytebuorren als Beschermd dorpsgezicht is de provincie Fryslân (provinciaal archeoloog) voorfgaand aan de werksessie gevraagd of de provincie bij de werksessie aanwezig wilde zijn vanwege een mogelijk provinciaal belang. Hiervan is door de provincie afgezien. Het archeologische en het cultuurhistorische belang zijn in de werksessie behartigd door mevrouw Haagsma (erfgoed en archeologie deskundige) van de gemeente Sudwést-Fryslân.

3.2 Analyse

Het melkveebedrijf van de familie Jacobi-van Zutphen ligt op enkele kilometers ten oosten van het Blauwhuis. Het erf maakt deel uit van de Feytebuorren. De Feytebuorren is het oudste gedeelte van het gehucht Westhem en ligt als een kleine bebouwde enclave in het open weidegebied ca. 100 meter ten noorden van de doorgaande route (De Kat) over de hemdijk.

Topografische kaart ca. 2005

De Feytebuorren wordt gevormd door de kerk op de terp met daaromheen 2 woonhuizen, de (stolp)boerderij van familie Jacobi-van Zutphen en de latere uitbreidingen van het boerenbedrijf. De kerk uit 1708 is een rijksmonument. Samen met de stolpboerderij, gebouwd na 1830, bepalen zij sterk het beeld van de Feytebuorren. Dit gedeelte van Westhem heeft de status van een Gemeentelijk Beschermd Dorpsgezicht.

Foto van huidig erf vanaf De Kat in westelijke richting

Op de FAMKE-kaart van de provincie Fryslân is de Feytebuorren ten zien van de periode ijzertijd-middeleeuwen als "streven naar behoud" aangegeven. Van deze rood gemarkeerde gebieden is bekend dat zij waardevolle archeologische resten uit de periode bronstijd en later bevatten.

Famke (bron: Provincie Fryslân)

Tenslotte is belangrijk te vermelden dat de Feytebuorren in het Nationaal Landschap Zuidwest Fryslân ligt, een gebied met bijzondere landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten.

Beschrijving van het landschap Westhem en de Feytebuorren liggen in het gebied van Westergo op de overgang naar het Merengebied. Het is een zeer oud, grootschalig landschap, waarin de dorpen zeer essentieel zijn als oriëntatiepunten. Het is een uitgestrekt kleiterpengebied, waar vele voormalige kreken, vaarten, oeverwallen en verspreid liggende terpdorpen en het grasland het karakter bepalen.

Ontstaan van het landschap De vroegere Middelzee reikte tot net ten noorden van Westhem. In de periode van 200 tot 600 n. Chr. was door regelmatige overstromingen bewoning van dit gebied onmogelijk. Alleen op de hogere opgeslibde kwelders werd gewoond op terpen die men maakte door ophoging met huisvuil en kwelderzoden. In die periode is waarschijnlijk ook de terp de Feytebuorren ontstaan.

Cultuurhistorische deelkaart, Vroege bewoning (bron: Provincie Fryslân)

Sinds de 10de eeuw werden de eerste dijken aangelegd om overstromingen van de Middelzee te weren. Er was echter ook bescherming noodzakelijk tegen overstromingen vanuit het zuiden. Dit omdat de dijken aan de Westkust van Friesland het Zuiderzeewater onvoldoende tegen kon houden en omdat in het lage Merengebied hoge grondwaterstanden voorkwamen. Zo ontstonden vanaf 1100 n. Chr. ten zuiden van de waterkering van de Middelzee de zogenoemde hemdijken en hempolders. Westhem, een nederzetting op de oude westelijke Hemdijk van de "Skerwálderhim", ontleent hier zijn naam aan. De oudste vermelding van deze naam dateert uit 1440.

Toen door dijken de overstromingen waren bedwongen en een betere waterbeheersing mogelijk was, kwam er meer verspreide bewoning van losse boerderijen tot ontwikkeling, naast een nabijgelegen dijk, waterloop en/of weg. Het is niet duidelijk uit welke tijde de terp van de Feytebuorren stamt.

Het waterwegennet, dat deels uit natuurlijke waterlopen en opvaarten bestaat, was van groot belang voor de ontwikkeling van het gebied en de regio en vormde vaak de enige ontsluiting voor boerderijen en dorpen. Blauwhuis ligt aan een opvaart, maar ook de boerderij van de Feytebuorren ligt aan de Westhemmer opvaart.

Systeem van hemdijken, -polders, waterlopen en opvaarten

Op de onderstaande kadastrale kaart van 1832 is te zien dat de Feytebuorren en de naastgelegen boerderijen met watergangen aan de opvaart zijn verbonden. De stolpboerderij van de familie Jacobi-van Zutphen, waar voorheen een pastorij heeft gestaan, is nog steeds met een zijtak aan de opvaart verbonden. Waar de opvaart en de hemdijk tezamen komen staan drie kleine woningen, georiënteerd op het water. Dit is jongere deel van Westhem, ook wel "de Kat" (sluis) genaamd. Toen het vervoer over de dijk belangrijker werd bouwde men de huizen aan de weg zoals in de huidige situatie zichtbaar is.

Cultuurhistorische kaart, kadastrale kaart 1832 (bron: Provincie Fryslân)

Topografische kaart ca. 1930

Op de topografische kaart ca. 1930 is nog duidelijk het systeem van hemdijken en polders zichtbaar. De Feytebuorren ligt hier nog een in een kleine polder aan de opvaart. Door de verdergaande verbeteringen in de waterbeheersing zijn inmiddels vele dijken en waterlopen verdwenen, zo ook de polder van de Feytebuorren. Het kerkepad van Westhem naar Abbega is echter nog steeds aanwezig.

Ligging van de boerderij in zijn omgeving

Verder valt hier de onregelmatige blokverkaveling van de hempolders op. Het merengebied ten zuiden heeft een opstrekkende verkaveling. Deze verkavelingspatronen zijn ook in de huidige situatie nog duidelijk herkenbaar. Er heeft wel een schaalvergroting plaatsgevonden, die vooral grote invloed heeft gehad op het boerenerf. Op de bovenstaande analyse kaart, ‘de ligging van de Feytebuorren in zijn omgeving’ is te zien dat de erven van veel boerderijen 2 tot 3 keer groter zijn geworden. De nieuwe stallen en loodsen zijn als het ware uit de oorspronkelijke erfbeplanting gebroken en liggen kaal in het landschap. Op de foto vanaf De Kat is te zien dat dat ook bij de familie Jacobi-van Zutphen het geval is.

Het huidige erf De Feytebuorren is aan één zijde ontsloten. Vanaf de hemdijk (De Kat) is er een smal ontsluitingsweggetje tussen de huizen door. Na een bruggetje over de opvaart is de Feytebuorren als een losse enclave in het landschap zichtbaar. Na het passeren van de kavelsloot rijdt je de enclave binnen met rechts het kerkhof en links twee particuliere woningen. Rechtsaf, vlak voor de zijkant van de stolpboerderij, is de toegang tot het erf van de familie Jacobi-van Zutphen.

De beplanting van het kerkhof aan de zijde van het landschap bestaat uit wilgen die geknot zijn. Aan de zijde van de toegangsweg staan drie volwassen essen en is er tussen de bomen een haag. De tuinen van de particuliere woningen worden door middel van een kavelsloot van het landschap afgescheiden. Geknotte wilgen op de achtergrens begeleiden de sloot en sluiten mooi aan op de beplanting van het kerkhof.

De boerderij heeft dezelfde oriëntatie als de kerk. Vanuit de boerderij en het voorerf is er een mooi uitzicht over het landschap en naar de hemdijk. Het erf rechtsvoor is omsloten door een dichte houtwal. De water insteek vanaf de opvaart vormt de scheiding met erfgedeelte voor de ligboxenstal. Hier is een paardenbak en een paardenweitje. Een houtwal die door de familie zelf is geplant vorm een dichte begrenzing met het landschap.

Het andere deel van het erf bevindt zich ten noorden en oosten van de ligboxenstal is een ruimte met een wagenloods, voersilo’s en een mestsilo. Er zijn hier geen beplantingen of kavelsloten rondom, het erf ligt open en bloot in het landschap.

Foto vanaf De Kat met zicht op de noord en oostzijde van het huidig erf.

Resumerend kun je stellen dat er een tweedeling is in de huidige enclave, bestaande uit de historische kavels en bebouwing en de latere uitbreiding van het boerenerf. Op de luchtfoto is de historische waterinsteek is als scheidslijn te herkennen. De huidige bedrijfsvoering is als het ware door de oorspronkelijke kaders van de enclave heen gebroken.

Luchtfoto van huidig erf (bron: Gemeente Sûdwest -Fryslân)

3.3 Advies

Visie

Vanuit de analyse van het landschap zijn de volgende randvoorwaarden voor de bedrijfsuitbreiding naar voren gekomen;  Behoud van het grootschalige landschap bestaande uit een systeem van hemdijken en –polders, onregelmatige blokverkaveling en beplantte erven (en enclaves zoals de Feytebuorren) als een puntverdichting los in het landschap. Kwalitatieve erfbeplantingen zijn hierbij van groot belang. Ze zijn nagenoeg de enige beplantingen in dit landschap.  In dit kader is openheid tussen het jongere deel van Westhem, “de Kat” (sluis) genaamd, en de Feytebuorren van essentieel belang om te behouden.  Behouden van de karakteristieke waterinsteken die de verschillende boerderijen verbinden met de opvaart.

Uitwerking

De landschappelijke kaders Tijdens de sessie is meteen naar voren gekomen dat het huidige beeld van de enclave als puntverdichting in het landschap van bijzondere kwaliteit is. Het vergroten van de enclave met een nieuwe ligboxenstal, machineloods en voersilo’s zal dat beeld hoe dan ook veranderen. Het simpelweg aanhelen en inpakken met groen is geen oplossing. De enclave zou dan een zodanige maat krijgen dat hij eerder als groene lijn dan als groene puntverdichting in het landschap zichtbaar wordt. Bovendien ontstaat er dan een andere ruimtelijke verhoudingen waarbij de kerk dan niet meer als hoofdmassa het beeld domineert, maar slechts onderdeel wordt van een groter geheel. Vanuit deze notie is de oplossing gezocht in het maken van een twee-eenheid, bestaande uit de historische enclave met daaraan gekoppeld een zichtbaar te onderscheiden nieuw en modern boerenerf. Daarbij is de historische waterinsteek als scheidslijn genomen tussen de twee eenheden. Bovendien vormen ze samen geen strakke hoofdvorm maar liggen ze ten opzichte van elkaar over deze lijn verschoven. De plaatsing van de nieuwe ligboxenstal aansluitend op de oude stal is ook vanuit de logistiek van de bedrijfsvoering als meest wenselijk naar voren gekomen. Bovendien is uitbreiding in die noordelijke richting wenselijk om de hinder voor de twee particuliere woningen tot het minimum te beperken. De voersilo’s die in de huidige situatie het dichtst tegen deze woningen aan liggen worden in de toekomstige situatie naar het noorden (ten westen) van de ligboxenstal verplaatst.

Woonerf en bedrijfserf De scheiding van de twee eenheden valt samen met de scheiding tussen woonerf en bedrijfserf. Het woonerf van de familie Jacobi van Zutphen bevindt zich op de historische cluster, samen met de woonerven van de particuliere woningen en de kerk. Het bedrijfserf vormt de nieuwe cluster (zie de afbeelding van het advies op de volgende pagina).

Landschappelijk inpassing met beplanting De scheiding tussen historisch cluster en het nieuwe bedrijfscluster komt ook in de erfbeplanting naar voren. Het historisch cluster is meer gedifferentieerd met open plekken, zichtlijnen en verschillende typen beplantingen van de onderdelen. De bestaande erfbeplanting wordt aan de oostzijde aangevuld met een wilgensingel die aansluit op de wilgen op de achtergrens van de particuliere tuinen. Het bedrijfserf is eenduidiger van opzet. Aan de oost - en west zijde staat een rij abelen. De bomen staan circa 10 meter uitelkaar. Aan de westzijde loopt de rij bomen iets schuin t.o.v. de stallen. De tussenruimte tussen boom en nieuwe stal is op het smalste deel 12 meter. De bestaande paardenbak blijft behouden tussen bomenrij en oude ligboxenstal. Aan de oostzijde wordt nog een grondwal toegevoegd om de voersilo’s uit het zicht te nemen. Tenslotte is er aan de zuid- en noordzijde een dichte houtwal van minimaal 5m breed, die bestaat uit esdoorn zwarte els meidoorn en lijsterbes. Rondom het nieuwe is een kavelsloot.

|------nieuwe cluster ------| |------historisch cluster ------|

De bebouwing Een gedekte kleurstelling van de bebouwing is van belang. Witte accenten, glanzende materialen moeten niet worden toegepast. Voor de lichtstraat wordt een helder materiaal gekozen.

4 CHECKLIST PLANOLOGISCHE TOETS

4.1 Beleidskader

4.2 Hinder van bedrijven

4.3 ProjectMER

4.4 Verkeerslawaai

4.5 Waterparagraaf

4.6 Ecologisch onderzoek

4.7 Archeologisch onderzoek

4.8 Externe veiligheid

4.9 Luchtkwaliteit

4.10 Bodemkwaliteit

4.11 Verkeersaspecten

4.12 Maatschappelijke haalbaarheid

4.13 Financiële haalbaarheid

BIJLAGE 2

ARCHIEF

RHO T.a.v. de heer E. Mosterman Postbus 81 9062 ZJ OENTSJERK

Leeuwarden, 11 november 2013 Ons kenmerk: WFN1316207 Cluster Plannen Bijlage(n): Tel: 058-292 2816 / R. Tamminga Uw kenmerk: 20131004-2-7723

III I III 11II IIII VERZONDEN 11 HON*. 2013 Onderwerp: Wateradvies ruimtelijke onderbouwing Westhem - Feytebuorren 2 te Westhem

Geachte heer Mosterman,

Op 4 oktober 2013 is door u een digitale watertoets doorlopeenn voor de ruimtelijke ononderbouwind g Feytebourren 2 te Westhem. Op dit plan is de normale watertoetsprocedure van toepassing. Redenen hiervoor zijn de toename van het verhard oppervlak, het dempen en graven van sloten en de aanleg van een kelder. Deze brief vormt het wateradvies voor het hierboven genoemde plan.

Het plan bestaat uit de bouw van een nieuwe ligboxstal en het slopen en herbouwen van een wagenloods. Onderstaande figuur laat de toekomstige inrichting van het gebied zien.

Situatie 1 rV*«; .tJ~vr '

KT All 1 AWU ud po<- Itoeg meete : K Hr. TO

Figuur i, overzicht toekomstige uitbreiding en verbreding sloten

WETTERSKIP FRYSLAN Postbus 36 | 8900 AA Leeuwarden | telefoon 058-292 22 22 | [email protected] | www.wetterskipfryslan.nl Leidraad Watertoets Wetterskip Fryslan heeft een Leidraad Watertoets opgesteld. In deze Leidraad staan alle uitgangspunten waarmee u bij het ontwikkelen van ruimtelijke plannen rekening moet houden. Ook staat in dit document achtergrondinformatie over de verschillende onderwerpen en hoe u de informatie uit het wateradvies kunt verwerken in het ruimtelijke plan (Toelichting, Verbeelding en Regels). Voor meer informatie over de onderwerpen adviseren wij u om de Leidraad Watertoets te raadplegen, dit kan op onze website: www.wetterskipfryslan.nl/watertoets. Mocht u nog vragen hebben over het wateradvies of wilt u verder overleggen over het plan, dan kunt u contact opnemen met de heer R. Tamminga, bereikbaar via het algemene telefoonnummer van Wetterskip Fryslan: 058 -292 22 22.

Wateraspecten In de normale procedure stelt Wetterskip Fryslan een wateradvies op, waarbij we ingaan op de wateraspecten die vanuit het oogpunt van Water van belang zijn bij ruimtelijke plannen. De beschrijving van de wateraspecten sluit zoveel mogelijk aan bij de indeling van het Waterbeheerplan en de Leidraad Watertoets in de thema's Veilig, Voldoende en Schoon.

Beschrijving van het watersysteem Het plangebied ligt in drie verschillende peilvakken. Het oostelijke deel van het plangebied ligt in de Friese boezem, streefpeil -0,52 m NAP. Het noordelijke deel van het plangebied ligt in een polder met een vast peil van -2,15 m NAP en het zuidoostelijke deel ligt in een gebied met een vast peil van - 1,90 m NAP. Om te voorkomen dat hoge waterstanden in de Friese boezem de polder inlopen ligt er tussen de Friese boezem en de polder een boezemkade. Onderstaande kaart laat de peilvakken zien, de groene lijn op de kaart toont schematisch de ligging van de boezemkade. Ook ligt er in het plangebied een lokale kade om het achterliggende gebied te beschermen tegen wateroverlast. In het vervolg van het wateradvies gaan wij verder in op de gevolgen van het plan voor de peilvakken en de beide kaden.

BDC a - vp -2 15

Lo'.a vp -2 15 * rren

vp -19

Figuur 2, overzicht watersysteem

Pagina 2/5 Veilig Regionale kering De regionale waterkering beschermt het achterliggende gebied tegen hoge waterstanden in de Friese boezem (boezemkade). De regionale kering heeft met een bepaalde hoogte een kerende werking. De kerende werking moet u te allen tijde handhaven. Langs de regionale kering ligt een beschermingszone van 5 meter. Deze beschermingszone is nodig voor het beheer en onderhoud aan en bescherming van de kade. Het is niet toegestaan om werken uit te voeren aan de kade of in de beschermingszone. Voor werkzaamheden binnen de kernzone en de beschermingszone van de Regionale kering is een watervergunning nodig. Meer informatie over de watervergunning staat onder Waterwet in deze brief.

Lokale kering Langs het plangebied ligt een lokale kering. Een lokale kering beschermt het achterliggende gebied tegen wateroverlast door hoog water. Het betreft hier een kade voor de beheerste boezem. Langs de lokale kade ligt een beschermingszone van 5 meter. Het is niet toegestaan om werken uit te voeren op of aan de kade of in de beschermingszone. Voor werkzaamheden binnen de kernzone en de beschermingszone van de lokale kering is een watervergunning nodig. Meer informatie over de watervergunning staat onder Waterwet in deze brief.

Voldoende Peilbeheer Uw plangebied ligt in drie verschillende peilgebieden. Als gevolg van de realisatie van het plan kan het nodig zijn om het vastgestelde peilen te wijzigen. Hiervoor is een peilwijziging nodig. Afhankelijk van de omvang van de wijziging en gevolgen voor derden belangen kan dit via een watervergunning of via een peilbesluitprocedure. Of het wijzigen van het peil mogelijk is kunnen wij in deze watertoets niet beoordelen. Wanneer u het peil wilt wijzigen kunt u een peilwijziging aanvragen volgens de procedure zoals beschreven onder Waterwet in deze brief.

Drooglegging Bij het realiseren van bebouwing en het aanleggen van de verharding moet u rekening houden met voldoende drooglegging om bijvoorbeeld opdrijven van verharding te voorkomen. We adviseren voor bebouwing met kruipruimte een drooglegging van 1,10 m en voor bebouwing zonder kruipruimte een drooglegging van 0,70 m gerekend vanaf de te realiseren bovenkant vloer. Ook voor verharding adviseren wij een drooglegging van 0,70 m.

De nieuwe bebouwing ligt in een peilgebied met een vast peil van -2,15 m NAP. De geschatte gemiddelde maaiveldhoogte ligt tussen de -0,10 m NAP en de -0,70 m NAP. Hiermee wordt ruimschoots voldaan aan de droogleggingsnorm.

Grondwateronttrekking Onderdeel van het bouwplan is de realisatie van een kelder. In veel gevallen is het voor de realisatie van een kelder nodig om tijdelijk het grondwater te verlagen. Voor het onttrekken van grondwater is een vergunning of melding nodig. Ook het lozen van onttrokken grondwater is meldingsplichtig. Om te weten of u met een melding kunt volstaan of een vergunning nodig hebt, kunt u contact opnemen met de Cluster Vergunningverlening van Wetterskip Fryslan. Meer informatie over de Watervergunning vindt u onder Waterwet in deze brief.

Pagina 3 / 5 Compensatie demping en toename verhard oppervlak Demping Onderdeel van uw plan is het dempen van de sloot in het plangebied. Door het dempen van het oppervlaktewater neemt de berging in het watersysteem af, waardoor het watersysteem minder robuust en veerkrachtig wordt. De demping moet u voor 100% compenseren in hetzelfde peilgebied, zodat het watersysteem evenveel berging houdt. De sloot die wordt gedempt heeft een wateroppervlak van circa 50 m2.

Toename verhard oppervlak Als gevolg van de realisatie van het plan neemt de hoeveelheid verhard oppervlak toe. Wanneer een terrein onverhard is, kan hemelwater infiltreren in de ondergrond. Door verharding van (een deel van) het gebied stroomt het hemelwater versneld af naar het oppervlaktewater, of naar het riool wanneer u de verharding afkoppelt. Hierdoor belast u het oppervlaktewater extra. Om overlast te voorkomen moet de initiatiefnemer de toename aan verhard oppervlak compenseren. Uitgangspunt bij de compensatie is de trits vasthouden - bergen - afvoeren, waarbij de toe te passen vorm van compensatie onder meer afhankelijk is van de bodemopbouw, hoogteligging en grondwatersituatie in het gebied. In een toelichting op het plan geeft u aan dat er nieuwe sloten worden aangelegd met een totale lengte van ca. 284 m1 en een breedte van 2 m1, het totaal aan nieuw oppervlaktewater is 586 m\ Voor toename verhard oppervlak geldt een compensatienorm van 10%. Door de realisatie van het plan neemt het verhard oppervlak toe met 4.167m2. In het plan wordt voorzien in de realisatie van 417m2 nieuw oppervlaktewater, zie figuur 1.

Er wordt in het plan voldaan aan de compensatie van de te dempen sloot en de toename verhard oppervlak. Voor het dempen, graven en verbreden van de sloot is een watervergunning nodig. Meer informatie hierover vindt u onder Waterwet in deze brief.

Schoon Afvalwater- en regenwatersysteem Om het aantal overstortingen van rioolwater en de belasting van rioolwaterzuiveringen te beperken, is het uitgangspunt om regenwater en rioolwater zoveel mogelijk gescheiden af te voeren. In geval van dit bouwplan kunt u het hemelwater afkomstig van verhard oppervlak, onder bij Waterkwaliteit in deze brief genoemde voorwaarden, lozen op het oppervlaktewater.

Waterkwaliteit Om een goede waterkwaliteit te realiseren moet u voorkomen dat milieubelastende stoffen in het oppervlaktewater terecht komen. De bouwwijze en onderhoudstechniek moeten emissievrij zijn. Tevens dient u te bouwen met milieuvriendelijk en duurzaam materiaal.

U dient te voorkomen dat mest, voederresten en perssappen in het oppervlaktewater terecht komen. Hierbij moet u voldoen aan het Besluit algemene regels voor inrichtingen. Voor meer informatie of verder advies hierover kunt u contact opnemen met Cluster Vergunningverlening van Wetterskip Fryslan, bereikbaar via telefoonnummer 058-292 2222.

Pagina 4 / 5 Vervolg Waterwet Op 4 november 2013 hebben wij van de initiatiefnemer een aanvraag in het kader van de Waterwet ontvangen. Op onze website (www.wetterskipfryslan.ni/waterwet) treft u meer informatie aan over de Waterwet.

Procedure Wij gaan er van uit dat u de in deze watertoets vermelde adviezen opvolgt en meeneemt in de verdere planvorming. Wij vragen u om het wateradvies te communiceren met de initiatiefnemer. Wanneer u de vermelde adviezen opvolgt zien wij met betrekking tot het voorliggende plan geen waterhuishoudkundige bezwaren. Hierbij geven wij dan ook een positief wateradvies. De watertoetsprocedure is hiermee wat ons betreft afgerond.

De in deze brief genoemde personen zijn telefonisch bereikbaar via het algemene telefoonnummer van Wetterskip Fryslan: 058-292 22 22

Hoogachtend, namens het dagelijks bestuur van Wetterskip Fryslan,

drs. R. Smit, Manager Cluster Plannen.

In kopie aan: E. Uzendoorn, P. Postma, A. Suilen en [email protected]

Pagina 5/5