Landmeters En Ruilverkaveling Een Geschiedenis Van 100 Jaar Ruilverkavelen (With Summary in English) 2 Colofon
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Geodetisch-Historische Monografieën Nr. 5 Inleiding | 1 Landmeters en Ruilverkaveling Een geschiedenis van 100 jaar ruilverkavelen (With summary in English) 2 Colofon Geodetisch-Historische Monografieën Nr. 5 Jaar van publicatie: 2020. ISBN/EAN 9789083062310 Opdrachtgever en uitgever: Stichting De Hollandse Cirkel (DHC) De Stichting De Hollandse Cirkel is opgericht op 16 juni 1998 en heeft als doel de bevordering van de belangstelling voor de historie van de Geodesie. Cover: Schilderij “Toonaarden” (2003) van Jan Loman (1918 De Stichting dankt het Kadaster voor zijn hulp bij het ontwerp en de Bolsward- 2006 Beetsterzwaag). opmaak van het document en voor zijn hulp bij de illustraties, dankt Jan studeerde in 1941 af als civiel de samenstellers en eindredacteurs Martin Wubbe en Paul van der landmeter aan de Technische Molen, en voorts allen die middels lees-check, interviews, teksten, Hogeschool Delft. Hij werkte als adviezen, en beeldmateriaal hebben bijgedragen aan dit werk. landmeter-deskundige van het Kadaster in ruilverkavelingen in Auteursrechten: Stichting De Hollandse Cirkel (zie ook bijlage 5). Gelderland, Groningen en Friesland, tot aan zijn pensionering in 1981. Schrijvers/Samenstellers: Paul van der Molen en Martin Wubbe. Hoewel toegewijd aan de geodesie, was hij in zijn hart beeldend kunstenaar en Foto’s en kaarten: Kadaster Afdeling Ruimte en Advies (Peter de dichter, en schiep een indrukwekkend Wolf, Marco van Beek), Herman de Koning en het Kadaster- oeuvre. In 1963 ontwierp hij het logo museum te Arnhem (plus verschillende andere bronnen). ‘Wees wijs met de Waddenzee’ voor de Waddenvereniging. Design en opmaak: Peter Donderwinkel, Kadaster | 3 Verantwoording Martin Wubbe heeft als projectleider vele in- ervaring en informatie uit literatuur, rappor- Over de schrijvers/ samenstellers terviews gehouden en verhalen genoteerd. De ten en parlementaire en ambtelijke stukken. Martin Wubbe (1951), geodetisch ingenieur, geïnterviewde personen staan vermeld in de De daarbij gebruikte literatuur is vermeld in werkte na een korte periode bij het bedrijfs- bijlage 1. Sommigen hebben ook tekstmateriaal bijlage 3. Erg behulpzaam waren de publicaties leven verder zijn hele werkzame leven bij het aangeleverd, hebben beeldmateriaal ter hand van dr. Simon van den Bergh (2004) en dr. Eric Kadaster en vooral in tal van ruilverkavelings- gesteld, en/of hebben kritisch commentaar ge- Berkers (2000). Omdat dit rapport geen we- en landinrichtingsprojecten in de provincies leverd. Ook dat staat vermeld. Het is dankbaar tenschappelijke publicatie beoogt te zijn, is niet Utrecht en Noord-Brabant. Voordat hij de gebruikt, vooral daar waar het gaat om de ge- in de tekst zelf gerefereerd. laatste 10 jaren van zijn loopbaan doorbracht noemde ruilverkavelingsprojecten. Enkele her- als regiomanager van Kadaster International, inneringen staan opgetekend in de tekst en in Wij hebben opgeschreven hoe de werkelijkheid was hij plaatsvervangend directeur van Kadas- bijlage 2. Het zijn als het ware ‘ooggetuigenver- zich aan ons heeft voorgedaan, op basis van in- ter Flevoland en districtsmanager Landinrich- slagen’. Dat leek ondergetekenden van belang formatie van de in bijlage 1 genoemde personen, ting in Utrecht en Noord-Holland. Thans is hij in het kader van de ‘narratieve geschiedschrij- en op basis van de openbare bronnen. Gedegen gepensioneerd. ving’: een uit verhalen opgebouwd verhaal van archiefonderzoek naar wat er allemaal goed wat geschied is. Het zal de lezer duidelijk zijn ging, of wat er allemaal fout ging, is niet gedaan. Paul van der Molen (1950), geodetisch ingenieur, dat in de ruilverkavelingsprojecten, die door- Enkele kritische meelezers stellen dan ook werkte zijn hele werkzame leven bij het Kadaster, gaans diverse jaren in beslag namen, veelal een terecht dat zo’n archiefonderzoek een meer de eerste 10 jaren in ruilverkavelingsprojecten keur aan Kadaster medewerkers werkte. Dat uitgebalanceerd betoog opgeleverd zou kunnen in Gelderland, Friesland en Noord-Holland. in dit rapport af en toe een ‘ooggetuige’ aan het hebben. Daartoe zijn wij niet bij machte. Dat Daarna werd hij directeur van Kadaster woord komt, wil dus niet zeggen dat het alle- laten wij graag over aan geschoolde historici om Zeeland, Kadaster Gelderland en directeur maal ‘one-man shows’ waren. Hoe het ook zij, alsnog op te pakken. Vastgoedinformatie en Geodesie op het voor lezers die de ‘couleur locale’ van de ruil- hoofdkantoor, en de laatste 10 jaar directeur verkaveling willen proeven, is dit aanbevolen De tekst is geïllustreerd met tal van foto’ en Kadaster International. Vanaf 2000 was materiaal. kaarten. Dit is verzorgd door Martin Wubbe, hij ook hoogleraar aan het ITC (Universiteit met hulp van het Kadaster (Marco van Beek, Twente). Thans is hij gepensioneerd en met Op basis van de aangeleverde teksten heeft Paul Peter de Wolf en Peter Donderwinkel), het emeritaat. van der Molen de totaaltekst van het document Kadastermuseum en oud-Kadaster medewer- geschreven en zoveel als mogelijk compleet en ker Herman de Koning. consistent gemaakt, gebruik makend van eigen 4 Voorwoord 9 1. Introductie 15 2. Van vrijwillige ruilverkaveling naar wettelijke ruilverkaveling: de periode 1916-1938 19 2.1 Het begin 19 2.2 De ruilverkavelingsprocedure 21 2.3 De eerste Ruilverkavelingswet, die van 1924 22 2.4 De Ruilverkavelingswet 1938 25 2.5 Herverkavelingswet Walcheren en Wet Herverkaveling Noodgebieden 26 2.6 Hoe pakte het Kadaster zijn werkzaamheden aan? 27 2.7 Welke ambtelijke organisaties waren rechtstreeks betrokken bij een ruilverkaveling? 36 2.8 Vermeldenswaardige bijzonderheden 39 2.9 De eerste kavelruilen / ruilverkavelingen in Nederland 41 2.10 Hoe ging het verder met Jan Gorter? 46 3. De hoge vlucht van de ruilverkaveling: de periode 1938-1985 49 3.1 Introductie 49 3.2 Opleiding 51 3.3 De Ruilverkavelingswet 1954 52 3.4 Enkele bijzondere elementen 55 3.5 Welke organisaties waren bij de ruilverkaveling betrokken? 62 3.6 De technische ontwikkelingen in het vakgebied 69 3.7 Organisatie van de Ruilverkavelingsdienst van het Kadaster 76 3.8 Enkele kenmerkende ruilverkavelingen 78 Inhoud | 5 Inhoud 4. Van ruilverkaveling naar Landinrichting: de periode 1985-2007 105 4.1 Veranderende bestuurlijke opvattingen over het landelijk gebied. 105 4.2 Ontwikkeling van het werkaanbod 107 4.3 Betrokken organisaties 108 4.4 Landinrichting bij het Kadaster in ruw weer 111 4.5 De gevolgen van de nieuwe inzichten voor het werk van de kadastrale landmeters: ‘Groene vingers’ 113 4.6 Automatisering 117 4.7 Meten en Cartografie 121 4.8 Enkele bijzondere landinrichtingsprojecten. 122 5. Van Landinrichting naar Omgevingsontwikkeling: de periode 2007 – heden 139 5.1 Naar de Wet Inrichting Landelijk Gebied 139 5.2 Veranderingen in de landinrichting naar aanleiding van de WILG en de Omgevingswet 141 5.3 De rol van landmeters in het oude en nieuwe stelsel 142 5.4 Gevolgen voor de betrokken organisaties 143 5.5 Methoden en Technieken: grote veranderingen vinden plaats 144 5.6 Automatisering 145 5.7 Veranderingen in het werk van de landmeter: nieuwe ideeën over kavelruil 149 5.8 Enkele voorbeelden van projecten 152 6 6. Ruilverkaveling als internationaal fenomeen 161 6.1 Nederland in het kort 161 6.3 Duitsland: ‘Flurbereinigung’ 162 6.4 België: ruilverkaveling en grondbank. 163 6.5 Frankrijk: ‘remembrement rural’ 163 6.6 Scandinavië: fastighetsreglering/omarrondering (Zweeds) 164 6.7 Organisatie 165 6.8 Oost Europa 165 6.9 Rest van de wereld 167 6.10 Samenvatting 168 7. Het ruilverkavelingsinstrument in de toekomst 171 8. Slotbeschouwing 179 Bijlage 1 182 Bijlage 2 183 Bijlage 3 208 Bijlage 4 212 Bijlage 5 231 Inhoud | 7 8 Voorwoord | 9 Voorwoord Honderd jaar geleden was het niet best op het platteland. Versnipperd grondbezit, schamele be- huizingen, wateroverlast, moeilijk begaanbare zandwegen, feodale verhoudingen: het maakte het boerenleven hard, de productie mager, en het voedsel duur. Vooral op de afgelegen veengronden en op de zandgronden leefde men destijds soms nog in plaggenhutten, en was men feitelijk slaaf van grondbezitters. Het was armoe troef. Uit talloze economische studies blijkt dat vooral in de eerste helft van de vorige eeuw de inkomenspariteit sterk te wensen overliet, lonen achterbleven bij de productiviteitsstijging, en het inkomen bleef achter bij de ontwikkeling van het nationaal inkomen. Structurele belemmeringen deden zich voor, zoals inzake de arbeidsbezetting, de areaalgroottestructuur, en de bedrijfsstructuur (veel kleinbedrijf, vooral op de zandgronden). De armoede gold met name de landarbeiders, die rond 1900 Ferdinand Domela Nieuwenhuis (1846-1919) zagen als ‘ús Ferlosser’. Ook de vroeg 20e-eeuwse literatuur (zoals Anne de Vries, A.M. de Jong, Theun de Vries) en schilderkunst (zoals Israëls, Mesdag, Van de Sande Bakhuyzen en van Gogh) Van Gogh: aardappelrooiende boerin getuigen van de armoedige leefomstandigheden in die tijd. Gelukkig is onze Nederlandse samenleving zo welvarend Het is vaak een situatie die men nog zo aantreft in landen in geworden dat er door zowel de overheid als de boeren ontwikkeling. Steden die zich hebben ontwikkeld (helaas volop is geïnvesteerd in de ontwikkeling van het destijds weer wat minder in de sloppenwijken) maar met een plat- arme platteland. Dat heeft er niet alleen toe geleid dat de teland dat achtergebleven is, met dezelfde problemen als agrarische sector een gewaardeerde bijdrage levert aan op ons platteland honderd jaar geleden. onze nationale economie en ruim en betaalbaar voedsel 10 levert, maar ook dat